Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Staphorst, gehouden op dinsdag 29 juni 2004 om 19.30 uur. Aanwezig: Voorzitter : burgemeester J.D. Alssema Griffier : de heer J.H. Gerrits Raadsleden : de heren H. Bisschop, G. Doornbos, J. Eissen, N. Gosker, K. Harke, P.G. Jans, S. de Jong, H. Koobs, G. Korterink, P.M. Mes, A. den Ouden, K. Slager, J. Talen, L. Talen, H. Vedder, J. Visscher Wethouders : de heren K. Brand, Ws. Bron en H. Kruidhof Afwezig met kennisgeving: de heer K. Kuiper 01. Opening De voorzitter opent de vergadering met het uitspreken van het ambtsgebed. Daarna heet hij de raadsleden, de pers, de mensen op de tribune en in het bijzonder groep 8 van de Prins Mauritsschool welkom. Vervolgens spreekt hij de kinderen kort toe.
02. Vaststelling agenda De raad stelt de agenda ongewijzigd vast. 03. Vragenuurtje De heer J. Talen stelt allereerst de vraag waar het goed wonen is. Hij legt uit dat zijn fractie in september met een visie komt hieromtrent, en daarom refereert hij naar het woononderzoek van Elsevier. Daarin krijgt Staphorst de classificatie zeer matig. Slechts 10% van de andere gemeenten scoort lager. Hij licht 3 punten uit het onderzoek waarvoor een min wordt gegeven. Hij vraagt hoe het college de gegevens uit het onderzoek meeneemt naar de begroting 2005 en hoe het college tegen deze cijfers aankijkt. Verder wijst hij op een brief van de vereniging Eigen Huis die bij de ingekomen stukken gemeld staat, waaruit blijkt dat Staphorst op een lijst staat van gemeenten waar de woonlasten de afgelopen 3 jaar met 25% zijn gestegen. Tot slot vraagt hij of het college van plan is om hierover nog voor de algemene beschouwingen met de raad te spreken. De heer Harke zegt regelmatig geconfronteerd te worden met vragen over de herinrichting van Rouveen. Hij vraagt wanneer daarmee begonnen wordt en wanneer de aanbesteding van het werk plaatsvindt. De eerste vraag van de heer Eissen gaat over bezorging van de zorggids in het buitengebied. Hij zegt positieve reacties te hebben ontvangen op de inhoud. Mede gezien het feit dat het al eerder is voorgekomen dat bijvoorbeeld de gemeentelijke plattegrond niet overal bezorgd werd, betreurt hij het dat de gids niet is bezorgd in het buitengebied. Hij vraagt wat het college hier sec mee doet en hoe het college denkt dit in de toekomst te voorkomen. Zijn tweede vraag betreft het sluipverkeer Vaartweg. Binnen de gemeente Meppel zijn diverse wegwerkzaamheden bezig m.n. ook aan de Hoogeveenseweg. Naast de wegwerkzaamheden heeft Meppel het voornemen bij Rogat het verkeer richting Meppel Noord via Ruinerwold definitief af te sluiten. Vanuit IJhorst en De Wijk wordt deze route veelal genomen om de industrieterreinen in Meppel Noord te bereiken. Veel auto- en vrachtverkeer neemt nu al de Vaartweg als sluipweg. Hij vraagt of dit bekend is bij het college en ook vraagt hij hoe het college denkt het sluipverkeer tegen te gaan. Tot slot vraagt hij of hierover overleg heeft plaatsgevonden met Meppel. Mocht dat nog moeten gebeuren dan verzoekt hij om hier de afsluiting bij Rogat bij te betrekken. De heer L. Talen zegt zich onlangs enorm geërgerd te hebben aan het toeteren, van een evenement terugkerende vrachtauto’s. Volgens hem is het claxonneren wettelijk verboden en daarbij verstoorde het ook de zondagsrust. Hij verzoekt het college contact op te nemen met de betreffende organisaties zodat dit voorkomen wordt bij een evenement dat gepland staat op 24 en 25 juli a.s. Bovendien verzoekt hij het college borden te plaatsen naast de snelweg. De voorzitter zegt de vraag van de heer J. Talen ingewikkeld te vinden. Om de vragen over het onderzoek van Elsevier nl. goed te kunnen beantwoorden zou een analyse gedaan moeten worden. Deze week krijgt het college de resultaten gepresenteerd van een onderzoek van de regio m.b.t. deze punten. Een aantal zaken zijn toegespitst op de regio en daarbij gaat het m.n. om gezondheid en zorg. Naar zijn mening moet het college het onderzoek van Elsevier maar mooi laten liggen en kijken wat nodig is voor een goed voorzieningenniveau in Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
1
de gemeente. Er is een prioriteitennota vastgesteld en binnenkort zullen de accenten voor 2005 bepaald moeten worden. N.a.v. de vraag van de heer L. Talen legt hij uit dat de gemeente niet gaat over het plaatsen van borden langs de A28. Daar gaat RWS over. Als het college contact op zou moeten nemen met de bevoegde instantie dan zou dat de landelijke politiedienst zijn. Het lijkt hem lastig als de politie, terwijl er zo veel verkeer op de weg is, zou moeten letten op claxonnerende vrachtauto’s. Hij ziet er dan ook niet veel in dat het college over dit onderwerp actie gaat ondernemen. Wethouder Bron beantwoordt de vraag van de heer Harke. Hij weet dat men uitziet naar het moment waarop het werk in Rouveen begint en de schop de grond in gaat. Hij legt uit dat het wachten is geweest op een beslissing van het college over een bepaalde subsidie. Dat besluit is vandaag genomen en het is vanmiddag aan de afdeling kenbaar gemaakt. Daarmee is de weg vrij voor de onderhandse aanbesteding. Hij zegt zwaar te tillen aan de opmerking van de heer Eissen over de bezorging van de zorggids. Hij wil serieus onderzoeken hoe dit gekomen is en hoe dit in de toekomst kan worden voorkomen. De heer Doornbos wijst er op dat ook binnen de bebouwde kom bepaalde adressen de zorggids niet hebben ontvangen. Volgens hem kan dat iets te maken hebben met stickers die sommigen op de brievenbus hebben. T.a.v. het sluipverkeer, antwoordt wethouder Bron dat het hem niet bekend is of hierover ambtelijk overleg heeft plaatsgevonden. Hij zal dat navragen en als dat nog niet is gebeurd, dan moet er wat hem betreft spoedig contact opgenomen worden. Ook de afsluiting bij Rogat zal bij de besprekingen meegenomen worden. In reactie op de beantwoording door het college, merkt de heer J. Talen op dat hij nog geen antwoord heeft gekregen op zijn vraag of de raad nog voor de algemene beschouwingen komt te spreken over datgene wat hij naar voren heeft gebracht. Hij stelt voor dat te agenderen voor de commissievergadering in september. De voorzitter antwoordt dat hij die vrijheid aan de voorzitter van de commissie laat. De heer L. Talen zegt niet direct een oplossing te verwachten voor het door hem geschetste probleem, maar hij zou wel graag willen dat het college er goed over nadenkt en het niet zo maar terzijde schuift. Hij zou graag zien dat het college brieven schrijft naar diegenen die er iets aan kunnen doen. De heer Doornbos wil dat de raad hierover komt te spreken mocht het college actie gaan ondernemen. De voorzitter vraagt vervolgens aan de raad om kenbaar te maken wat men vindt van het schriftelijk benaderen van instanties om de problematiek van claxonnerende vrachtauto’s op 24 en 25 juli onder de aandacht te brengen. De heer Doornbos is er zeer op tegen dat het college hier initiatief in neemt. Hij vindt dat de SGP hier gelegenheidspolitiek bedrijft. De A28 loopt nou eenmaal dwars door het dorp. Als het gaat om opvoeden van het verkeer, dan moet wat hem betreft eerst maar eens het verkeer in eigen gemeente opgevoed worden. Hij ziet er niets in om het toeteren op de snelweg te laten verbieden, want hij vindt veiligheid veel belangrijker. De geschetste problematiek is naar zijn mening een consequentie van het wonen langs de A28. Verder vindt hij het vreemd dat het onderwerp geluidsbelasting nu naar voren wordt geschoven. De heer J. Talen vraagt zich af of Staphorst nog wel serieus overkomt bij RWS als zij hier aandacht voor vraagt. Het zou volgens hem wel averechts kunnen werken, waarbij men juist meer gaat claxonneren. Hij wijst er op dat er nog veel meer evenementen gepland staan op de baan in Assen dan alleen op 24 en 25 juli. Hij besluit dat hij dit een vreemde snel-door-de-bocht politiek vindt. De heer Koobs constateert dat op vele zondagen in het jaar evenementen plaatsvinden. Hij denkt dat Staphorst echt geen invloed kan uitoefenen op de organisatie van dergelijke evenementen. Naar zijn mening wordt het meeste geclaxonneer opgeroepen door mensen die staan te kijken. Het plaatsen van borden is volgens hem geen taak van de gemeente en hij denkt dat als er wel aandacht voor gevraagd wordt, dit alleen maar kritiek oproept. Hij denkt dat het geen zoden aan de dijk zet. De heer Mes vindt dat geluidsoverlast niet alleen een zaak is voor zaterdag en zondag maar voor het hele jaar. Als Staphorst probeert het geluid op 24 en 25 juli terug te dringen, dan wordt naar zijn mening Staphorst verkeerd op de kaart gezet en wordt er meer schade ondervonden dan voordeel. Hij meent dat niets doen minder geluidsoverlast oplevert dan wel wat doen. De voorzitter constateert dat de meerderheid van de raad wil dat het college hierin geen actie onderneemt omdat het contraproductief werkt. Het college zal dan ook niets doen in dezen. Hierna sluit de voorzitter het vragenuurtje af. 04. Vaststelling notulen vergadering d.d. 1 juni 2004 Bovengenoemde notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
2
05. Ingekomen stukken en mededelingen De heer Korterink vindt het summier dat bij ingekomen stuk nr. 4 slechts staat: v.k.a. Hij vindt dat de raad er tenminste kennis van kan nemen. Het lijkt hem dat even gekeken moet worden hoe deze regeling is t.o.v. de regeling die nu gehanteerd wordt. Verder vraagt hij waarom de normbedragen terzijde worden geschoven. De heer Jans zegt dat hij de GFT een raar punt vindt worden. Hij herinnert er aan dat is afgesproken een en ander zo zuinig mogelijk te doen en nu wordt de gemeente tegengewerkt door hogere instanties. Bij punt 3 wordt volgens hem gesproken over hoe duur Staphorst is. Op internet heeft hij gezien dat deze gemeente aanzienlijk duurder is dan de omliggende gemeenten. Hij vraagt wat het college hier mee gaat doen en of dit meegenomen wordt bij de begrotingsbehandeling waar waarschijnlijk de OZB weer onderwerp van gesprek zal zijn. Wethouder Brand beantwoordt de vraag van de heer Korterink. Hij legt uit dat Staphorst in het verleden de aanbevelingen heeft gevolgd. Nadien zijn er bedragen afgesproken in de commissie. Als er problemen komen en de nieuwe richtlijnen worden naast de oude gelegd, dan zal hij dat in de commissie bespreken. Hierna beantwoordt hij de vraag van de heer Jans. Hij zegt dat het o.a. vanwege kosten en Diftar rommelt. Lang niet alle gemeenten willen meedoen volgens de aanbevelingen. Onderhandelingspartner van deze gemeente is de ROVA. ROVA heeft te maken met Zwolle en Zwolle is niet geschikt voor Diftar. Hij zegt dat dit volop de aandacht heeft. ROVA is regelmatig in contact met de landelijke organisatie maar dat heeft voor Staphorst geen invloed. Hij besluit dat Staphorst qua kostenbeheersing nu ook aan de goede kant zit. Als de heer Jans opmerkt dat hem uit de stukken blijkt dat Staphorst lang niet de goedkoopste is, wijst wethouder Brand er op dat afgesproken is dat deze gemeente naar een kostendekkend tarief toe gaat. Volgens hem worden in sommige stukken appels met peren vergeleken. Als alle lasten van de burger opgeteld zouden worden dan zou de heer Jans een beter en juister beeld krijgen. Hierna sluit de voorzitter dit agendapunt en wordt conform besloten. HAMERSTUKKEN 06. Monumentenverordening gemeente Staphorst Volgens de heer Korterink is hierover tijdens de commissievergadering een opmerking gemaakt. Hij wil hierover nu geen discussie losmaken maar vraagt waarom dit zo is gegaan. De voorzitter zegt toe deze vraag per mail te zullen beantwoorden. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 07. Uitvoeringsovereenkomst algemeen maatschappelijk werk Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 08. Arbobeleidsplan vor de Berkenhorst en de Iekmulder Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 09. Weigering boerderijsplitsing Schapendijk 12 te Punthorst Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 10. Weigering medewerking legkippenbedrijf op het perceel Klaas Kloosterweg West 28-I Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 11. Weigering medewerking vergroten schuilstal aan de Van Veensveldweg Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 12. Weigering medewerking aan detailhandel in het pand Rechterensweg 28 Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 13. Bestemmingsplan “Oude Rijksweg-Gemeenteweg, partiële herziening omgeving Gemeenteweg 260” Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 14. Herinrichting Albert Koobsland Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
3
15. Parkeerproblemen binnenplein Markt Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 16. Vaststellen wegenlegger Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 17. Afkoop dubbelbelang rioolgemaal Staphorst Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 18. Voorbereidingsbesluit perceel mr. J.B. Kanlaan 42 Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. BESPREEKSTUKKEN 19. Gemeentelijk reïntegratiebeleid Allereerst krijgt wethouder Bron het woord. Hij stelt voor de aanbeveling van het college t.a.v. de langdurigheidstoeslag, om netto € 711 belastingvrij op te nemen in de beleidsregels over te nemen. De heer De Jong is van mening dat Staphorst van meet af aan over het juiste pakket instrumenten beschikt om de WWB naar behoren te kunnen uitvoeren. Hij vindt 3 steekwoorden van belang t.w. doeltreffend, doelmatig en ruimhartig. Naar zijn mening bieden de beleidsregels houvast en doen ze recht aan genoemde begrippen. Hij gaat akkoord met het voorstel van de wethouder inzake de langdurigheidstoeslag. Verder is hij van mening dat alleenstaande ouders met jonge kinderen niet de arbeidsmarkt opgejaagd moeten worden. Hij wijst er op dat het college ruimhartig moet omgaan met de individuele aanvragen daaromtrent. Hij begrijpt dat men aan een aantal voorwaarden moet voldoen op het gebied van papierwerk maar hij benadrukt dat er gemeenten zijn die serieus werk maken van “minder papier”. Hij zou ook graag zien dat Staphorst probeert het papierwerk tot een minimum te beperken. Hij is tevreden met het terugbrengen van het aantal categorieën naar 2. M.b.t. algemeen geaccepteerde arbeid merkt hij op te hopen dat er rekening wordt gehouden met gewetensbezwaarden bijvoorbeeld t.a.v. werken op zondag. Tot slot vraagt hij wanneer de raad nader geïnformeerd wordt over de uitvoering van de WWB en op welke wijze dat gebeurt. De heer Vedder herhaalt wat hij op commissievergaderingen naar voren heeft gebracht nl. dat deze verordening zijn bijzondere aandacht heeft omdat het om een groep mensen gaat die deze aandacht verdienen. Zijn fractie wil een schild zijn voor de zwakken in de samenleving. Hij herhaalt de punten die hij terug wilde zien in deze verordening: 1. Omschrijving van algemeen geaccepteerde arbeid + zondagsheiliging. Naar zijn mening is dit gewaarborgd. 2. Zorgtaken voor alleenstaande ouders van kinderen tot 12 jaar. Terecht wordt deze groep mensen vrijgesteld van arbeidsplicht. 3. Mantelzorg Hij vindt dat een goede zaak. Door mantelzorgers wordt dure zorg in instellingen voorkomen. 4. Inkomstenvrijlating Ook dit vindt hij terug in de verordening. 5. Langdurigheidstoeslag Men kan nu ruim € 711 bijverdienen zonder dat men terug gaat naar 0 Hij is zeer tevreden over de nadere uitwerking van de WWB in Staphorst. Staphorst heeft naar zijn mening een unieke positie gecreëerd voor bepaalde groepen mensen die dat nodig hebben. Hij spreekt dank uit aan de afdeling Sociale Zaken. De heer Mes vindt dat het resultaat van alle besprekingen een strakke verordening is die duidelijkheid met zich meebrengt. Wel wijst hij nog op artikel 16, de hardheidsclausule. Dit artikel houdt in dat de raad niet met allerlei uitzonderingen aan kan komen. Heel veel wordt overgelaten aan het college. Hij ziet graag dat het college ruimhartig gebruikt maakt van die regeling. Hij gaat van harte akkoord met het voorstel zoals dat nu voorligt. De heer Eissen vindt het een goede zaak dat er t.a.v. de WWB een goede afstemming is geweest met omliggende plattelandsgemeenten. Hij merkt op dat de raad moet sturen op hoofdlijnen. Het college moet veel begrip hebben bij de uitvoering en onnodige bureaucratie vermijden. Hij vindt het een goede zaak dat er een hardheidsclausule in de verordening is opgenomen. Het college moet daar mild mee omgaan. Alles is niet exact in regelgeving te vatten en in veel gevallen zal er sprake zijn van maatwerk. Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
4
Verder merkt hij op dat hij het er volledig mee eens is dat het werkdeel WWB maximaal wordt ingezet. Hij vindt dat zij die zich inspannen via vrijwilligerswerk en of een bijbaantje hebben, daarvoor niet gestraft mogen worden. Werklozen die vrijwilligerswerk verrichten behouden hierdoor nl. wel sociale contacten en dat vindt hij een goede zaak. Alleen al daarom vindt hij het verheugend dat de bijdrage voor vrijwilligers is bijgesteld van € 125 naar € 250. Hij vindt dat het niet arbeidsbevorderend werkt als iemand die na langdurige werkloosheid een baantje neemt daarbij alles moet inleveren. Dit punt verdient wat hem betreft de nodige aandacht. Verder is hij van mening dat samenwerking met CWI goed geregeld moet zijn. Tot slot deelt hij mee dat hij nog vragen heeft bij de langdurigheidstoeslag. Wanneer de periode van 5 jaar kort onderbroken wordt, dient wat hem betreft de hardheidsclausule te worden toegepast bij extreme gevallen. Hij besluit dat hij het in hoofdlijnen eens is met het voorstel. De heer Doornbos zegt dit een moeilijk technisch onderwerp te vinden. Hij is het volledig eens met het voorstel maar hij wil het volgende nog wel kwijt. Het is al de 3e keer dit jaar dat de commissie bezig is om dingen gerepareerd te krijgen, waarna de wethouder de wijzigingen ook aanbrengt. Hij vraagt zich wel eens af wat de grondhouding is waarmee voorstellen tot stand komen. Volgens hem vindt de raad vaak dat geprobeerd moet worden het onderste uit de kan te halen. Hij vraagt of het niet mogelijk is dat wat meer te laten doorklinken in de voorstellen zodat de commissie ook eens een keer niet hoeft te repareren. Wethouder Bron zegt aanvankelijk gedacht te hebben dat men in de commissie wel erg op details in ging, maar hij besloot de opmerkingen toch mee te nemen. Als hij hoort wat er vanavond naar voren wordt gebracht vraagt hij zich af of dit dualisme is maar het heeft in ieder geval wel resultaat gehad. Er is draagvlak gecreëerd zodat een verordening kan worden vastgesteld waar de raad unaniem achter staat. De complimenten voor de afdeling geeft hij graag door. Hij bestrijdt dat het college terughoudend is bij voorstellen. Als die indruk is gewekt, wil hij die graag wegnemen. Hij vertelt dat er vanuit de doelgroep tevredenheid naar voren is gebracht. N.a.v. de opmerking van de heer Mes dat het college ruimhartig moet zijn, zeker ook als de hardheidsclausule in beeld komt, merkt hij op dat het college juist oog wil hebben voor diegenen waar het om gaat. Het college wil graag de helpende hand toereiken en zich voor mensen inzetten. T.a.v. bureaucratie deelt hij mee dat het rijk richtlijnen geeft om verordeningen te controleren. Dat vraagt tijd en mankracht, en daar is de gemeente toe verplicht. Hij onderschrijft dat het vrijwilligerswerk gewaardeerd moet worden. Verder beaamt hij dat de samenwerking met het CWI goed verloopt. Tot slot merkt hij op dat vanavond een traject wordt afgesloten dat vrij lang heeft geduurd, maar het is wel van belang voor diegenen die er gebruik van moeten maken. In 2e termijn zegt de heer Doornbos dat hij zijn opmerking t.a.v. de grondhouding filosofisch heeft genoemd. Hij vond het antwoord van de wethouder niet helder. Hij hoopt dat zijn opmerking als een signaal wordt verstaan en meegenomen wordt in komende voorstellen. De heer De Jong zou het prettig vinden als in het vervolg de wijzigingen gearceerd worden zodat het gemakkelijker leesbaar is. Wethouder Bron zegt de opmerking van de heer Doornbos ter harte te nemen. Verder zal hij in het vervolg wijzigingen arceren. Hierna besluit de voorzitter de beraadslagingen en constateert hij dat alle raadsleden instemmen met het voorstel zodat conform is besloten. 20. Programma van huisvesting onderwijs Prins Mauritsschool De heer Slager heeft tijdens de rondgang langs scholen geconstateerd dat deze verbouwing echt noodzakelijk is. Hij constateert dat de verbouwing is teruggebracht van 3 naar 2 fases. Hij heeft er alle begrip voor dat al het benodigde geld niet in één keer beschikbaar is maar het lijkt hem gemakkelijker om alles in één keer uit te voeren. Volgens hem biedt dat veel voordelen. Hij is benieuwd of de wethouder, conform het voorstel in de commissie, overleg met het schoolbestuur heeft gepleegd over voorfinanciering van de laatste fase. Tot slot merkt hij op dat de veiligheid van de kinderen voor hem erg belangrijk is. De heer Doornbos herinnert er aan dat hij bij de algemene beschouwingen o.a. een ingreep heeft willen plegen m.b.t. onderwijskundige vernieuwing. Hij heeft toen gezegd elke aanvraag op zijn merites te zullen beoordelen. Hij heeft begrepen dat bij de rondgang de noodzaak voor verbouw van deze school duidelijk naar voren is gekomen. Wel vindt hij dat de verbouw nogal wat naar voren wordt gehaald. Hij meent dat dit al eens eerder gebeurd is en dat toen het bestuur van de CNS moest voorfinancieren. Hij vindt dat de Prins Mauritsschool op dezelfde manier behandeld moet worden als de CNS. Hij vraagt of de wethouder het met hem eens is dat, gezien de CNS, in feite nu niet gevraagd moet worden aan het schoolbestuur of men bereid is voor te financieren, maar men moet daartoe gedwongen worden. Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
5
De heer Korterink herinnert er ook aan dat tijdens de rondgang duidelijk naar voren kwam dat verbouw noodzakelijk is. Tijdens de commissievergadering was er volgens hem nogal wat onduidelijkheid over de financiën. Verder blijft het voor hem onduidelijk wat precies bedoeld wordt met de jaartallen 2013, 2007 en 2004. Hij vraagt hoe het precies zit als een school 10 jaar eerder wil renoveren dan gepland. Verder geeft hij aan dat hij het idee van voorfinancieren niet terugziet in het voorstel van het college. Hij heeft een overzicht gekregen van de kosten 2e fase en hij vraagt of dat ook een besparing oplevert. Daarover leest hij nl. niets in het voorstel. Hij vraagt of hij mag concluderen dat het 2007 wordt. Hij vindt het verwarrend dat alleen over onderwijsvernieuwing wordt gesproken terwijl er veel meer wordt meegenomen bij de verbouw. Een volgende keer zou hij dat graag goed aangegeven willen zien. Tot slot zegt hij de reactie van het college over financiering gemeentelijke gebouwen af te wachten. De heer Eissen herinnert er aan dat zijn fractie en de PvdA bij de begrotingsbehandeling tegen de € 400.000 hebben gestemd omdat er toen geen concrete invulling van de post onderwijsvernieuwing was gegeven. Nu wordt € 300.000 ingevuld voor deze onderwijsvernieuwing en blijft er € 100.000 over. Dit bedrag wordt voorgesteld te gebruiken voor groot onderhoud dat aanvankelijk gepland was in 2013. Mede vanwege het feit dat hij nog steeds voorstander is van de nodige bezuinigingen, heeft hij grote moeite met de invulling van dit bedrag. Naar zijn mening moeten eerst alle noodzakelijke voorzieningen van alle scholen met een tijdsplanning en de financiële gevolgen in beeld komen en moet er niet hap-snap gehandeld worden zoals nu gebeurt. Hij vindt dat de financiële onderbouwing op lange termijn hierdoor wordt ondergraven. Hij begrijpt dat het voorstel uitsluitend medewerking vraagt te verlenen aan de aanpassing van de Prins Mauritsschool. Hij gaat er vanuit dat dit de extra aanpassingen zijn boven de genoemde € 130.000. In het voorstel kan wel staan dat er instemming is van de commissie, maar als hij de notulen er op naslaat leest hij dat er nog veel vragen waren en geen enkele fractie had een volledig standpunt. Deze veronderstelling is dus niet correct. Ook zijn er vragen over eventuele voorfinanciering gesteld waarover nu nog geen duidelijkheid bestaat. Hij wacht de beantwoording af. De heer Mes heeft deze school niet alleen bij de rondgang gezien maar hij zit er ook op het stembureau als er verkiezingen zijn. Naar zijn mening is de school oud, maar ziet de school er netjes uit en lopen de leerkrachten er enthousiast rond en hebben de leerlingen ook plezier. Toch is de school niet zo veel als hij kijkt naar de infrastructurele situatie. Aanpassing staat pas gepland in 2013. Om dat naar voren te halen vindt hij prima. Hij vindt nl. dat het onderwijs onder optimale condities moet kunnen werken. Het moet echter wel betaald worden en hij hoort nog wel hoe dat gaat gebeuren. Hij is blij dat de minister haar aanvankelijke plannen om de geldstroom een andere richting te gaan geven, ingetrokken heeft zodat hij niet bang hoeft te zijn dat de gemeente straks niet meer zelf gaat over de gelden voor het onderhoud. Tot slot meldt hij nog dat hij graag antwoord wil op de vragen die gesteld zijn over voorfinanciering en over de totale financiering. Wethouder Bron vertelt dat toen hij bezig was met de voorbereidingen en de knelpunten op een rijtje werden gezet, men heeft gezegd dat er een meerjarenhuisvestingsplan zou moeten worden opgezet. De zaken die op korte termijn daarbij aanpassing vereisen zijn genoemd in de 1e fase. Voor de laatste fase wordt een bepaald bedrag geoffreerd van ruim € 137.000 en daar is na de laatste commissie met het schoolbestuur contact over geweest. Het schoolbestuur heeft de bereidheid uitgesproken om de laatste fase tegelijkertijd met de eerste fase aan te pakken waarbij is toegezegd de benodigde gelden voor te financieren. Die gelden komen in 2007 voor vergoeding in aanmerking. De afspraak is gemaakt dat door de gemeente alleen het daadwerkelijke aanbestedingsbedrag wordt vergoed. Als de laatste fase hoger of lager is dan krijgt men een vergoeding voor dat bedrag. Het voordeel van deze gezamenlijke uitvoering is dat het doelmatiger is. Het beperkt ook het ongemak en de onrust binnen de school. Op de opmerking van de heer Doornbos dat van 2013 nu naar voren gehaald wordt, reageert hij dat hij liever zegt dat, althans voor het groot onderhoud, naar 2007 naar voren wordt gehaald. Nu worden de zaken in het kader van onderwijsvernieuwing gedaan en in 2007 komt men in aanmerking voor vergoeding van werk dat moeilijk uitgesteld kan worden, zoals de roestige gasleiding. Vanaf 2006 ontvangt de gemeente van het rijk weer nieuwe gelden voor onderwijsvernieuwing en die hoopt het college te besteden voor de Harmen Doornveldschool en de Levensboom en Triangel. Hij wijst er op dat het van belang is dat op de Prins Mauritsschool een goede doorloop en snelle vluchtmogelijkheid gecreëerd wordt want zoals het nu is mag het niet meer. Gelet op wat er gebeuren moet vindt het college het niet verantwoord om te wachten tot 2013. De heer Doornbos wijst nogmaals op de CNS waar destijds tegen is gezegd dat men moest voorfinancieren. Hij vraagt of het terecht is om nu te zeggen dat men tot 2007 moet voorfinancieren of dat nu gezegd moet worden dat men moet voorfinancieren tot 2013. Hij vindt dat er geen verschil gemaakt mag worden tussen de CNS en deze school. Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
6
Wethouder Bron geeft aan dat als de situatie identiek is, hij het met de heer Doornbos eens is. Hij zegt toe dat te zullen onderzoeken. De heer Bisschop vindt voorfinancieren acceptabel maar hij kan zich niet voorstellen dat een schoolbestuur 9 jaar € 100.000 gaat voorfinancieren. Hij wijst er op dat er een gevaarlijke situatie ontstaat als bepaalde zaken nu niet aangepakt worden. De heer Doornbos zegt dat dit soort discussies ook hebben plaatsgevonden t.a.v. de CNS. De veiligheid op school is voor hem niet ter discussie maar hij wil wel dat dit uitgezocht wordt. In 2e termijn zegt de heer Slager het fijn te vinden dat het schoolbestuur wil voorfinancieren tot 2007. Hij gaat daarmee akkoord. Gezien de veiligheid vindt hij dat alles beter in 1 keer gedaan kan worden. Er mag wat hem betreft niet langer meer gewacht worden met vervanging van de roestige leidingen en men moet zo snel mogelijk aan de slag gaan. De heer Korterink vraagt zich ook af of dit zo maar van 2013 naar 2007 geschoven kan worden. Hij gaat akkoord met de toezegging dat nog eens nagekeken zal worden hoe het destijds gegaan is met de CNS. Verder vraagt hij hoe het precies zit als het aanbestedingsbedrag lager uitvalt dan geoffreerd. Krijgt men dan een lager bedrag vergoed? En als het hoger uitvalt, wat gebeurt er dan? De heer Eissen zegt dat het hem nog niet helemaal duidelijk is. Er staan meerdere scholen genoemd in het voorstel terwijl in het besluit alleen de Prins Mauritsschool wordt genoemd. Hij vindt het enigszins verwarrend en legt uit dat dat de aanleiding was dat hij de knip gemaakt heeft tussen € 130.000 en € 100.000 die extra uit hetzelfde budget getild worden. Hij geeft aan dat zijn vraag nog steeds bestaat of die € 100.000 volledig ingevuld wordt voor onderwijsvernieuwing of dat het ook ingevuld wordt voor groot onderhoud. Ook zijn fractie hecht aan gelijke monniken gelijke kappen. Hij vindt het positief dat de wethouder heeft toegezegd na te gaan of de voorfinanciering ook tot 2013 kan lopen of niet. De discussie m.b.t. roestige gasleiding wil hij niet voeren. Als er inderdaad sprake is van roestige gasleiding dan moet dat direct verholpen worden. Als de voorfinanciering goed toegezegd wordt en alle kosten hebben betrekking op onderwijsvernieuwing, dan gaat hij akkoord met het voorstel. De heer Doornbos gaat er vanuit dat besluitvorming zich alleen uitstrekt tot de Prins Mauritsschool. Wethouder Bron herhaalt dat hij na zal gaan of bij de CNS sprake is geweest van een vergelijkbare situatie. De vraag van de heer Korterink beantwoordt hij alsvolgt. Hiervoor gelden normen en het bedrag dat genoemd wordt in het voorstel is daarop gebaseerd. Men zou dan stevige redenen moeten hebben en die worden goed beoordeeld. Anders gaat het college daar niet overheen. In antwoord op de vraagt van de heer Eissen meldt hij dat het meerbedrag niet wordt besteed aan groot onderhoud. Op de vraag waarom dat bedrag dan niet in één keer genoemd is, antwoordt hij dat hij dat niet weet. Hij is het er mee eens dat als er sprake is van een onverantwoorde situatie, die direct aangepakt moet worden. Hierna constateert de voorzitter dat niemand bezwaar heeft tegen het voorstel zodat met inachtneming van de toezegging van de wethouder, conform wordt besloten. Nadat de voorzitter de leerlingen van de Prins Mauritsschool heeft toegesproken en hen heeft gevraagd wat zij van de raadsvergadering vonden, schorst hij de vergadering voor een korte pauze. 21. Inrichten 30 km/uur gebied Staphorst-Noord De heer Jans vindt dat de aanpassing nogal wat vergt van de Julianastraat. Hij is er niet op tegen, maar wat hem betreft moeten raad en college zich wel afvragen wat het doel is van een 30km gebied. Moeten er overal heuvels komen? Volgens hem is het de vraag of de gemeente er iets aan kan doen als mensen er toch te hard rijden. Mensen moeten zelf ook hun verantwoordelijkheid kennen. T.a.v. de Parallelweg merkt hij op dat de gemeente verantwoordelijk is voor een goede verkeersorganisatie zodat er geen ongelukken gebeuren. Er komt veel verkeer langs deze weg. Naar de mening van het college moet het landbouwverkeer ook langs deze weg. Via voorbeelden maakt hij duidelijk dat de verkeersstructuur kan veranderen en hij vraagt of het college dat wel beseft. Als de Parallelweg veranderd gaat worden, dan wijst hij er op dat aan de kant van de E. Wubbenlaan ook geen voetpad ligt. Hij besluit dat hij mee kan gaan met de punten binnen in het 30km gebied maar hij gaat niet mee met aanpassing van de Rijksparallelweg of Parallelweg. Volgens de heer Eissen is het een duidelijk gegeven dat thans teveel vracht- en landbouwverkeer gebruik maakt van de E. Wubbenlaan om van Staphorst Noord naar Zuid en Oost te komen. M.n. in het winkelgebied leidt dit tot grote problemen en ook de verkeersveiligheid van schoolgaande kinderen in dit gebied is in het geding. Hij vindt de geringe aanpassingen aan de Parallelweg een probleem dat na aandringen in de commissie bijzonder goed is opgelost. De snelheidsbeperkende maatregelen in Staphorst Noord vindt hij te ingrijpend. De Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
7
5 asverspringingen in de Julianastraat vindt hij veel te massaal (geen onsje maar wel een pond teveel van het goede) en het gaat ook ten koste van te veel parkeerplaatsen. Een drietal asverspringingen zou hij meer dan voldoende vinden. Ook het nut van de wegversmalling aan de Meestersweg is voor hem onbegrijpelijk. In onderliggende stukken wordt door een deskundige binnen de gemeente het nut hiervan ook volledig in twijfel getrokken. De grens van de 30 km zone aan de E. Wubbenlaan moet wat hem betreft beginnen voorbij de Burg. Van de Walstraat omdat deze weg volledig als 50 km weg is blijven bestaan. Tot slot pleit hij ervoor om in de bebouwde kom meer de snelheid te handhaven. Bovendien pleit hij voor een beperktere invulling van fysieke maatregelen dan tot nog toe zijn voorgesteld. Een hobbel of slinger om de 100 meter kan naar zijn mening nooit een goede oplossing zijn. In zijn visie is het en-en: handhaving meer en hobbels minder. De voorzitter vraagt hierop door wie er gehandhaafd moet worden. De heer Eissen reageert door te zeggen dat de politie snelheidscontroles doet. Hij vindt dat als de gemeente borden gaat plaatsen, daar ook actie op ondernomen moet worden. Desgevraagd deelt hij mee dat het hem gaat om handhaving in 50km gebied. Bij 30km is het moeilijk handhaven en daarom zou hij het goed vinden als de grens op 50km wordt gelegd. De heer Harke gaat akkoord met uitbreiding van het 30km gebied tussen E. Wubbenlaan en de Van der Walstraat. Hij wijst er op dat lang niet alle verkeersproblemen worden opgelost in een 30km gebied, maar dat betekent voor hem niet dat hij er maar van moet afzien. Er moet echter steeds aan een betere inrichting gewerkt worden. Hij vindt het prima dat de borden net voor de Admiraal van Nesstraat komen te staan. Hij deelt verder mee akkoord te gaan met herinrichting van de Julianastraat. Hij vindt het een goede zaak dat met bewoners goed de voor- en nadelen zijn besproken. Verder gaat hij akkoord met het verflauwen van de opritten aan de Parallelweg. Aangezien er veel te veel verkeer over de E. Wubbenlaan gaat, kan er wat hem betreft best wat meer verkeer over de Parallelweg zonder dat het een racebaan wordt. Hij besluit dat hij dus akkoord gaat met het hele voorstel. Desgevraagd deelt hij nog mee dat het laatste stuk van de Van der Walstraat 30km moet worden. Het valt helemaal binnen het begrensde gebied op tekening. Op de vraag hoe hij denkt dat de kinderen dan naar de voetbalvereniging en het evenemententerrein gaan reageert hij door te zeggen dat hij niet wil dat al het verkeer gedwongen wordt via de E. Wubbenlaan te rijden. Zijn fractie dacht in eerste instantie dat het goed zou zijn om de plateaus weg te halen op de Parallelweg maar door reacties uit de bevolking leek het beter om de plateaus te handhaven en de opritten te verflauwen. De heer Gosker meldt dat dit agendapunt een bespreekpunt is geworden omdat hij daar om gevraagd had. Alle argumenten zijn volgens hem al genoemd. Hij heeft er een bespreekpunt van willen maken omdat op de E. Wubbenlaan het 30km bord veel te snel zou komen. Er werd over gediscussieerd of het bord pas na de Van der Walstraat zou moeten komen. Hij is van mening dat de Van der Walstraat en de E. Wubbenlaan richting Meppel 50km moet blijven. Hij vindt dat als de Van Nesstraat binnen het 30km gebied valt, dat nauwelijks invloed heeft. Hij zou het liefst zien dat de E. Wubbenlaan na de Van der Walstraat 30 km wordt tot aan de rotonde en hij vraagt een reactie daarop van de andere fracties. De heer L. Talen merkt allereerst op dat dit plan een lange weg achter de rug heeft. Hij vindt het een goede zaak dat het uiteindelijke plan integraal heel Staphorst Noord omvat. Het lijkt hem goed om de invloed van de obstakels in de Julianastraat goed te blijven volgen. Hij herinnert er aan dat hij graag had gezien dat de drempels uit de Parallelweg gehaald zouden worden, maar dat is niet gelukt. Consensus is bereikt door de heuvels slechts te verflauwen. Hij wijst er op dat in dit gebied veel verkeer is van schoolgaande jeugd. Aan de Van Nesstraat is een school + een hertenkamp. Tot slot deelt hij mee dat hij akkoord gaat met het plan en bedankt hij het college en de sector voor het uitwerken hiervan. Wethouder Bron legt uit dat dit plan is begonnen door een actie van moeders die zich zorgen maakten over de veiligheid van hun kinderen. Doelstelling van een 30km gebied is volgens hem het bevorderen van veiligheid om ergens te wonen en te spelen. Hij legt uit dat er een compromis is gevonden t.a.v. de Parallelweg door er geen extra wegversmallingen aan te brengen. De drempels blijven bestaan en ze worden verflauwd zodat ook landbouwverkeer er wat gemakkelijker gebruik van kan maken. De heer Doornbos wijst er op dat de raad een beleid wil waarbij vrachtverkeer uit de dorpskern wordt geweerd. Hij vindt het vreemd dat nu het argument vrachtverkeer wordt gebruikt. Zijn fractie is tegen het verflauwen van de drempels. Er rijdt veel jeugd over deze weg en het wordt door het verflauwen, onveiliger. Wethouder Bron voorziet niet dat daar sprake zal zijn van een forse toename van het vrachtverkeer. Anderzijds wil het college die weg niet gesloten houden voor het vrachtverkeer. Er mag wat hem betreft best een mogelijkheid geschapen worden dat men die route kan nemen. Hij beaamt dat ook het college geen vrachtverkeer binnen de bebouwde kom wil hebben en daarom wordt er gewerkt aan een notitie waarbij naar alternatieven wordt gezocht. Hij benadrukt dat het college nu niet zegt “vrij baan voor vrachtverkeer”. Hij is Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
8
het eens met de heer Harke dat de Parallelweg geen racebaan moet worden. Hij begrijpt van de fracties dat er wat onduidelijkheid bestaat over waar het bord van 30km op de E. Wubbenlaan geplaatst moet worden, als je vanaf het viaduct komt, bij de Van Nesstraat of de Van der Walstraat. Daar waar de bewoning begint, wil het college het bord van 30km plaatsen. Voor wat betreft de Van der Walstraat merkt hij op dat daar waar deze straat afbuigt naar de bebouwde kom, het 30km gebied begint. De heer Harke is van mening dat op dat punt nog wel iets geplaatst moet worden. Dat beaamt wethouder Bron. In 2e termijn zegt de heer Jans dat het hem tegenvalt dat niemand voorstander is van een voetpad. Hij vindt dat de kinderen veilig naar school en sportterrein moeten kunnen gaan. Hij vraagt of het college van plan is de drempels weer te verhogen als blijkt dat er erg veel vrachtverkeer langskomt en het steeds drukker wordt. De heer Eissen zegt te blijven zitten met de problematiek van snelheidscontroles in een 30km gebied. Hij vraagt of het nu wel of niet mogelijk is om binnen een 30km gebied op snelheid te controleren. Hij is blij met het compromis dat bereikt is t.a.v. de Parallelweg maar hij vindt dat over de rest van het plan te weinig oplossingsgericht is gepraat. Hij is van mening dat de Van der Walstraat een ontsluitingsweg moet blijven en hij vindt de Van Nesstraat ondergeschikt t.o.v. het totaal. Hij besluit met de mededeling dat hij vindt dat de borden tussen de Van der Walstraat en de Gereformeerde Kerk geplaatst moeten worden. De heer Harke vindt dat er wat voor te zeggen is om 30km gebied te maken van de Van Nesstraat en de Van der Walstraat omdat daar een school, hertenkamp en gymzaal aan gevestigd zijn. Wat hem betreft kan best eens gekeken worden naar een voetpad langs de Parallelweg. Hij vindt dat geen slecht idee. De heer Den Ouden meent dat er weinig voetgangers naar de voetbal gaan. Hij vraagt zich af hoeveel voetgangers daar naar toe gaan. De heer Doornbos vraagt zich af waarom dit soort vragen worden gesteld. Er worden volgens hem geen aantallen gemeten. Hij wijst er op dat er een voetbalterrein ligt waar 1000 bezoekers per wedstrijd heen gaan. Na een korte discussie tussen de heer Doornbos en de heer Den Ouden, en een korte inmenging door de heer L. Talen, blijkt dat de heer Den Ouden op persoonlijke titel spreekt en aangaande dit punt niet de mening van zijn fractie weergeeft. De heer Gosker stelt voor dit hele onderwerp nog een keer in een commissie te bespreken omdat er geen meerderheid bestaat aangaande het plaatsen van borden. Hij deelt mee dat hij akkoord gaat met het voorstel. Hij herhaalt de toezegging van de wethouder aangaande het plaatsen van een extra bord. De heer L. Talen zegt de mening van zijn hele fractie weer te geven. Volgens hem zijn er weinig mensen die te voet naar het voetbalveld gaan. Er hoeft dus geen voetpad te komen en een vrijliggend fietspad in een 30km gebied gaat hem ook veel te ver. Hij zegt de sportjeugd een warm hart toe te dragen ook als het gaat om verkeersveiligheid. Hij denkt dat het vrachtverkeer over de Parallelweg beperkt zal blijven. De heer Visscher zegt 1 punt in de discussie te missen. Als het gaat over de E. Wubbenlaan in het centrum en de Parallelweg aan de rand van het centrum, dan mag wat hem betreft wel iets meer gebruik gemaakt worden van de Parallelweg, ook door het vrachtverkeer. Er zijn verschillende routes binnen het 30km gebied die veilig door fietsers gebruikt kunnen worden om naar de sportterreinen te gaan. Volgens de heer L. Talen heeft de moderne boer niet zo veel tijd om om te rijden. De voorzitter deelt mee dat de politie geen snelheidscontroles mag uitvoeren in 30km gebied. Hij zal dat dan ook niet aan de politie vragen te doen. De politie heeft prioriteiten en daar hoort dit niet bij. Dat is ook een landelijk standpunt van justitie en OM. In 50km gebieden wordt wel gecontroleerd, maar hij wijst er wel op dat dat niet overal kan. Er wordt bewust gekozen voor bepaalde straten. Wethouder Bron meent dat een voetpad wel eens eerder ter sprake is geweest. Hij zegt aan te nemen dat wethouder Brand dit punt wel een keer in het stafoverleg aan de orde wil stellen. Verder deelt hij mee niet de verwachting te hebben dat er te veel verkeer over de Parallelweg zal gaan rijden waardoor er weer aanvullende snelheidsremmende maatregelen genomen zouden moeten worden. De heer Jans moet er niet vanuit gaan dat het college met een nieuw voorstel hieromtrent zal komen. De voorzitter constateert hierna dat SGP, CU en CDA voor het voorstel zijn, dat GB/VVD voor aanpassing van de Parallelweg is en tegen de rest van het voorstel is en dat de PvdA tegen punt 8 is en de rest prima vindt. Met die verhouding is conform het voorstel besloten. 22. Vaststelling jaarrekening 2003 De heer Doornbos zegt het college dank voor de cijfers die overhandigd zijn. Het zijn wederom prachtige cijfers want de gemeente heeft € 315.000 overgehouden in 2003. Hij wijst er op dat de raad jaar in jaar uit dit Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
9
soort berichten ontvangt. Volgens hem is het bedrag dat over is echter nog hoger dan € 315.000. Er had nog € 46.000 meer geboekt moeten worden en dan wordt het bedrag dat over is € 370.000. Als afgeschreven zou worden volgens de methodiek die in het bedrijfsleven wordt gehanteerd, dan zou Staphorst in 2003 nog € 200.000 meer overhouden. Weliswaar is daarin een eenmalig effect begrepen maar dan zou het resultaat afgerond € 600.000 zijn. Het college heeft wat dat betreft dus een goed penningmeesterschap uitgeoefend. Aan de andere kant kan wat hem betreft, als er ieder jaar geld over is, de vraag gesteld worden hoe het college raamt. Telkens opnieuw presenteert het college een tekort van 2-3 ton bij de begroting en daarbij wordt dan een OZB verhoging voorgesteld van 5, 8 of 10%. In de rekeningcommissie kwam naar voren dat er een korting aan komt van het rijk van wel € 300.000 en dat vindt het college een forse korting, maar dat is ook maar 1 of 2% van het totaal. In de komende jaren zal er sprake zijn van substantiële rentedalingen van € 130.000. Hij heeft er begrip voor dat de gemeente niet met een tekort op de begroting wil werken maar toch vraagt hij het college het volgende. Hij wil de toezegging dat het afschrijvingsbeleid gebeurt op het moment dat een werk is afgerond. Verder wil hij het afschrijvingsbeleid graag bespreken in de commissie Mi/RO zodat het meer in overeenstemming met het bedrijfsleven kan worden gebracht. De heer Visscher maakt allereerst enkele algemene opmerkingen. In de commissie heeft men zich bezig gehouden met de rapportage van Deloitte. Al meerdere jaren heeft de accountant aangegeven dat de wijze van verslaglegging in de begroting onvoldoende wordt gevolgd. M.i.v. 2004 is de gemeente verplicht om de begroting en jaarrekening op dezelfde wijze samen te stellen. Ook is opgemerkt dat het jaarverslag veel gedetailleerde informatie bevat. Daarbij is ook gebleken dat wanneer men heel gedetailleerd geïnformeerd wordt, het juist voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Hij vindt dat dat in een jaarverslag niet moet gebeuren. Er moet niet te gedetailleerd op zaken worden ingegaan. Men moet alleen op grote zaken ingaan en details lenen zich meer voor de bestuursrapportage. Als die omslag gemaakt wordt dan neemt hij aan dat de manier van informatieverstrekking beter wordt en op een hoger niveau komt te liggen. Over nog niet gerealiseerde beleggingen zijn ook opmerkingen gemaakt. De commissie heeft kunnen constateren dat deze vastgesteld zijn op de waarde van 31 december 2002. Dat vindt hij goed. Bij realisatie van de winst wordt weer teruggesluisd naar reserves waaruit geput is. Er is inmiddels een deel verkocht en ingezet voor dekking van renovatie en uitbreiding van het gemeentehuis en dat lijkt hem de juiste weg. Verder herinnert hij er aan dat de commissie er op aangedrongen heeft dat met automatische incasso’s zorgvuldig omgegaan moet worden. Hierna gaat hij nader in op het afschrijvingsbeleid. Te doen gebruikelijk is het om voornoemde investeringen voor een heel jaar kapitaalslasten te ramen. Wat niet gebruikt wordt, wordt als extra afschrijving gedaan waardoor je volgend jaar een verschuiving hebt. Dat is echter niet gebruikelijk in het bedrijfsleven. Als daar steeds meer naar toe gegaan wordt dan lijkt het hem juist dat de gemeente vanaf ingebruikname gaat afschrijven. Het lijkt hem echter goed dit nog eens in de commissie te bespreken. Hij verzoekt het college nog eens op de rij te zetten wat de afwegingen waren om het zo te doen. In principe is hij er voor om af te schrijven vanaf ingebruikname tenzij het college met overtuigende argumenten komt om het anders te doen. Tenslotte maakt hij nog enkele opmerkingen. Hij is blij met het “leuke” overschot. Ook is hij blij met de niet onaardige reservepositie van Staphorst. Deze gemeente verkeert volgens hem in de luxe positie dat de nadelen uit het BTW compensatiefonds in 1 keer “weggepoetst” konden worden ten laste van de reserves. Verder vindt hij het fijn dat de raad nu maar 1 jaarrekening te beoordelen heeft. Hij pleit ervoor voorzichtig te zijn met lastenverzwaring voor burgers en bedrijfsleven. Hij heeft geen moeite met het voorstel om het positieve saldo toe te voegen aan de algemene reserve. Hierna refereert hij aan de nota reservebeleid die op 22 april 2003 is vastgesteld. Toen is wat betreft de algemene reserve gezegd dat een minimum niveau zou blijven bestaan van € 200 per inwoner. Het meerdere was toen € 287.000 en dat wordt nu afgeboekt van de algemene reserve ten gunste van andere reserves. Volgens hem ging het toen echter specifiek om algemene reserve en niet om reserves zonder bestemming. Nu leest hij dat alleen de algemene reserve al weer een stand heeft van ca. € 273 per inwoner. Hij vraagt wat de overweging is geweest van het college om toch het positieve saldo toe te voegen aan de algemene reserve. De heer J. Talen roept allereerst de vraag op of de jaarrekening 2003 reden is voor een feestje. Ook vraagt hij welke conclusies daaraan verbonden moeten worden en wat daarvan geleerd kan worden. Hij constateert dat de uitkomst positiever is dan vorig jaar. Er worden positieve getallen gepresenteerd maar een negatieve kant is volgens hem dat de reserve van 34 miljoen naar 26 miljoen is gegaan. Bijna alle hoofdfuncties hebben een negatieve tendens. De accountant gaf aan dat de jaarrekening niet de kwalitatieve en kwantitatieve prestaties weergeeft en niet meetbaar is. Verder volgt het jaarverslag niet de begroting en dat maakt het voor de raad moeilijk om het jaarverslag te meten. De accountant gaf ook aan dat de werkprocessen beschreven moeten worden. Hij vraagt of het besluit van de raad om € 750.000 te financieren voor verbouw gemeentehuis nog wel Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
10
rechtsgeldig is, nu de accountant heeft aangegeven dat het besluit foutief is genomen. Verder geeft de accountant aan dat risicovolle processen beschreven moeten worden, o.a. onderhoudsplannen voor alle gemeentelijke gebouwen. Volgens hem zou de A28 een risicovol traject kunnen zijn, evenals de OZB. Naar zijn mening moet een doorkijkje gemaakt worden van jaarverslag, jaarrekening en burgerjaarverslag. Het is aan de raad om een visie te maken en daarin te verwoorden hoe de tendens van meer uitgaven en minder inkomsten van het rijk, gestopt kan worden en een en ander in evenwicht gehouden kan worden. Hij vindt dat de meerjarenraming zo snel mogelijk gepresenteerd moet worden. De financiële positie van de gemeente moet ook op lange termijn rooskleurig blijven. Verder vindt hij dat in de jaarrekening een tendens zit van uren schrijven op allerlei afdelingen. Hij constateert ook dat de salarissen met 25% zijn gestegen. Hij vindt dat er een discrepantie zit in de bewering dat er afname is van inhuur van personeel terwijl er anderzijds een toename is van personeel. De accountant heeft volgens hem al eens aangegeven dat Staphorst 16 medewerkers meer heeft dan een vergelijkbare gemeente. Hij denkt dat de begroting qua uren nog rigoureuzer gaat stijgen. Hij constateert dat de uitgaven blijven stijgen en dat een grote greep is gedaan uit de reserves. Hij vraagt of de gemeente die tendens door gaat zetten of dat men het wil ombuigen. Verder vraagt hij hoe raad en college omgaan met de meerjarenontwikkelingsvisie. Met dat instrument in de hand kan volgens hem pas beoordeeld worden of de gemeente op lange termijn ook rooskleurig bezig is. Een meerjarenprogrammabegroting moet er wat hem betreft ook zo spoedig mogelijk komen. Het geld van de burger moet rechtmatig besteed worden en doelmatig ingezet worden. De heer Harke zegt in te kunnen stemmen met het verslag dat gemaakt is van de vergadering van de rekeningcommissie. Vervolgens besteedt hij aandacht aan het punt van budgethouders. De invoering daarvan heeft gemeentebreed plaatsgevonden en dat vindt hij een goede zaak want het is belangrijk dat een ambtenaar verantwoordelijk gesteld wordt voor een bepaald budget. Tijdens de commissievergadering heeft hij gehoord dat het goed loopt, alleen de rapportage achteraf kan nog verbeterd worden. Hij hoopt dat dit ook goed loopt bij een groot project als de herinrichting van Rouveen. Hij besluit dat hij dat goed in de gaten zal houden. De heer Mes constateert dat de raad jaarlijks somber kijkt bij het opmaken van de begroting en vrolijk bij het presenteren van de jaarrekening. Het resultaat over 2003 sluit af met een fors positief saldo. Hij is blij met de toezegging dat het ruim begroten afgelopen moet zijn. Hij zegt dat hij zich niet heeft willen buigen over alle cijfertjes. Het onderzoek van de accountant heeft geleid tot een goedkeurende verklaring en er is rapport opgemaakt door Deloitte. Hij ziet daarin verbeterpunten en aandachtspunten en hij wijst er met klem op dat hij wil dat vooral aan deze punten aandacht besteed wordt. Hij sluit aan bij de vorige sprekers als het gaat om afschrijving, beleggingen, reserves enz. Tot slot feliciteert hij het college en de ambtelijke organisatie met het behaalde resultaat. Hij gaat akkoord met het voorstel om de jaarrekening conform vast te stellen. Wat de voorzitter betreft, moet voorop staan of de gemeente de kwalitatieve en kwantitatieve doelen heeft gehaald. Als die niet zijn gehaald dan is een felicitatie volgens hem relatief, aangezien de raad zich heeft uitgesproken over doelstellingen bij het vaststellen van de begroting. Er zijn inkomsten geweest die niet geraamd waren, bijvoorbeeld vanwege de renteontwikkeling, de dividenduitkering en de extra uitkering van de Algemene Uitkering. Dat heeft geleid tot een overschot. Volgens hem is het overschot eigenlijk nog veel groter en hij licht dat toe. De gemeente heeft van VechtHorst een bepaald bedrag gekregen en heeft dat gelijk geboekt en gereserveerd. Bedrijfsmatig gezien valt dat onder inkomsten en die moeten eerst zichtbaar gemaakt worden als een overschot of een tekort en daarna kan het bestemd worden naar de reserve die is afgesproken. Dat is een fors bedrag geweest. Daarnaast is een greep uit de algemene reserve en het WVG fonds bij een bestuursrapportage ongedaan gemaakt. Wel constateert hij direct dat dit allemaal incidenten zijn. Als hij kijkt naar de financiële positie van de gemeente dan constateert hij dat de exploitatie maar moeilijk rond te krijgen is. Het afgelopen jaar is er bijna 2 miljoen aan reserves teruggeboekt. De heer Doornbos interrumpeert en zegt te menen dat dit een uitgebreid debat kan worden, terwijl het al erg laat is. Er zijn tonnen in de reserves gestort en als dat gebruikt gaat worden dan moet dat boven water komen. Er is volgens hem een bewust financieel beleid gevoerd en dan vindt hij dat de heer Talen niet moet zeggen dat de gemeente “achteruit boert”. Dat geklaag dat de reserves minder lopen zegt hij niet te willen horen. Hierop reageert de voorzitter dat dit betoog de zijne zou kunnen zijn. De heer De Jong vraagt of er dan enig probleem is als dit voor de toekomst zo volgehouden kan worden. De voorzitter snapt dat mensen, als er steeds een overschot is, zeggen “waar maak je je druk om”. Hij benadrukt echter dat het om incidenten gaat en daarbij is het nu ook nog eens zo dat de economie krimpt en de Algemene Uitkering ook. Hij wijst er op dat het rentepercentage van beleggingen erg moeilijk te ramen is omdat het erg fluctueert. Bij de laatste begroting is 5% gerekend terwijl het nu 2,77% blijkt te zijn. Dat scheelt in negatieve zin tonnen. Voor de begroting 2005 wordt 2,75% geraamd en als dat 4% zal blijken te zijn, dan Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
11
zal er veel extra geld binnenkomen. De structuur van de begroting heeft een jaarlijks tekort. De gemeente krijgt steeds minder vrijval van kapitaalslasten. De gemeente doet steeds meer eenmalige afschrijvingen en dan heb je geen vrijval in de kapitaalslasten. Het wordt dus steeds minder waarbij het geld ergens anders vandaan gehaald moet worden. Bij het opstellen van de begroting 2005 heeft het college de opdracht gegeven goed te kijken naar budgetten en goed te ramen. Vervolgens kijkt het college hoe investeringen en kapitaalslasten meegenomen kunnen worden in de begroting. Over het afschrijvingsbeleid zijn volgens hem afspraken gemaakt. Dat gaat het college invullen. Hij zegt geen overtuigende argumenten te hebben om het niet te doen dus het komt niet terug in de commissie. Hij is van mening dat het van belang blijft om bij de verantwoording door het college de jaarrekening, het jaarverslag en het burgerjaarverslag te betrekken. Hij deelt mee dat hij van plan is het burgerjaarverslag volgend jaar eerder uit te brengen dan de jaarrekening, maar het komt tegelijkertijd in de raad. M.b.t. het meerjarenverhaal is volgens hem afgesproken dat het college eerst stappen zal zetten om te komen tot een meerjarenbegroting en meerjareninvesteringen. Elk jaar daarop zal het college proberen dat te verfijnen. Hij wijst er op dat er 9 programma’s zijn waarvoor de raad budgetten toekent. Alle stappen die gezet worden moeten er toe leiden dat raad en college meer inzicht krijgen in de meerjarenproblematiek zodat tijdig zaken kunnen worden bijgesteld. Op de vraag wat er gebeurt met het overschot, antwoordt hij dat dat bedrag wat het college betreft wordt geparkeerd op de post algemene reserve. Vervolgens maakt dat onderdeel uit van de besprekingen aangaande de begroting 2005. Dan zal het college voorstellen doen om het bedrag te bestemmen. N.a.v. de opmerking dat er nogal uren wordt geschreven, legt hij uit dat er gaandeweg een bepaald jaar door ambtenaren aan diverse projecten uren wordt besteed en die uren worden geschreven. In februari worden al ramingen gemaakt voor het jaar daaropvolgend. Er treden in de loop van het jaar veranderingen op en hij wijst daarbij op veiligheid en de jongerenproblematiek. Dat zijn communicerende vaten. Hij zegt n.a.v. de opmerking van de heer Harke t.a.v. budgethouders toe dat het college bij grote projecten zoals de herinrichting van Rouveen zal letten op de rapportage achteraf. Tot slot deelt hij nog mee dat een commissie bezig is om adviezen te formulieren betreffende de werkzaamheden. Het college verwacht daarvan nog een rapportage. De commissie moet daarbij aangeven op welke wijze zij de beleidsstukken van het college wil hebben. Daar kan vervolgens door derden op gecontroleerd worden en dan komt er wellicht een beter systeem wat ook nog wel eens financiële gevolgen kan hebben. In 2e termijn geeft de heer Visscher aan dat de voorzitter volgens hem een jaar mis zit met zijn opmerking omtrent een greep uit de WVG gelden. Hij meent dat dat speelde bij het sluitend maken van de begroting 2004. Hij beaamt dat er een fors bedrag aan de reserve wordt onttrokken maar hij benadrukt dat hij het niet zo somber wil zien als de heer Talen. Hij denkt dat een en ander meevalt. Hij is content met de toezegging dat het college verandering zal brengen in het afschrijvingsbeleid. Hij is het met de voorzitter eens dat het een goede zaak is dat er de komende jaren meer beleid gemaakt gaat worden zodat een meerjarenbegroting vorm kan krijgen. Verder wijst hij er op dat hij nog geen antwoord heeft ontvangen op zijn vraag over de overwegingen van het college om af te wijken van de reservenota waarin een minimum is vastgesteld voor de algemene reserve terwijl er nu veel meer staat. Hij zou graag in de eerstkomende commissie daarover nadere informatie willen ontvangen. Tot slot merkt hij op dat er een goede stap is gezet om beter inzicht te krijgen in begroting en meerjarenraming. De heer J. Talen merkt op dat er een tendens gaande is waarbij bloksgewijs grote hoeveelheden uren ergens naar toe gaan. Volgens hem blijft dat alleen maar stijgen. Als het gaat om risico’s, is het volgens hem zo dat als je risico’s goed wilt inschatten, je daar het weerstandsvermogen boven op moet zetten. De herinrichting van de Gemeenteweg zal veel geld gaan kosten. Hij vindt dat nagedacht moet worden over hoe dat gefaseerd ingevuld gaat worden. Wat hem betreft is het wat summier geredeneerd als gezegd wordt dat er bijna geen risicovolle zaken zijn. De heer Visscher zegt niet te snappen wat de heer Talen beoogt met zijn opmerking over uren schrijven. Hij is met hem van mening dat er niet lukraak geschreven moet worden, maar hij vindt dat hier een goede redenering aan ten grondslag ligt. Er zijn weliswaar grote stijgingen maar ook grote afnames. De heer Doornbos vindt dat over de “urenschrijverij” nog eens nader gesproken moet worden. Bij projecten is het nodig dat uren geschreven worden. Uit ervaring weet hij dat het moeilijk is om uren te ramen en dat vergt veel werk. Bij projecten zijn uren wel behoorlijk goed te ramen. Wat hem betreft moet de raad er vanaf om op al dit soort dingen te willen besturen. Hij wil er wel eens over praten of de gemeente “met dat hele BBI” niet doorgeslagen is. De heer J. Talen herhaalt dat hij een tendens ziet waarbij kostenposten zich negatief ontwikkelen. Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
12
De voorzitter geeft allereerst de heer Visscher gelijk dat niet dit jaar een greep uit de WVG pot is gedaan. Wat hem betreft kijken college en raad in augustus/september nog eens hoe het precies is gesteld met de algemene reserve. Daarvoor zijn inderdaad bepaalde bedragen afgesproken in de reservenota. M.b.t. risicovolle zaken, wijst hij er op dat bij elke begroting een risicoparagraaf wordt gemaakt. Voor wat betreft uren merkt hij op dat de raad er ook rekening mee moet houden dat er nieuw beleid is en dat de raad er mee ingestemd heeft om de formatie uit te breiden. Verder deelt hij mee dat er ook is gezegd dat Staphorst de laatste fase van BBI niet zal vervolgen. Hierna vraagt hij of de raad instemt met deze jaarrekening, waarbij het overschot eerst geparkeerd wordt bij de algemene reserve en waarbij het college in augustus/september daarop terug zal komen. De raad kan zich hierin vinden. 23. Voorstel tot wijzigingen begroting 2004 De voorzitter concludeert dat de fractie GB/VVD moeite heeft met de 23e wijziging en instemt met de overige wijzigingen. Alle overige fracties stemmen in met alle voorgestelde wijzigingen zodat conform is besloten. 24. Sluiting Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met het uitspreken van het ambtsgebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Staphorst van 31 augustus 2004, , voorzitter
, griffier
Actiepuntenlijst: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Bezorging zorggids in buitengebied nagaan. Actie Ws. Bron Overleg met Meppel over sluipverkeer Vaartweg en afsluiting bij Rogat. Actie Ws. Bron Vraag t.a.v. agendapunt 6 per mail beantwoorden. Actie burgemeester Alssema Na bespreking in een commissie, een definitief voorstel voorzien van arcering daar waar wijzigingen zijn aangebracht. Actie Ws. Bron Nazoeken of situatie CNS identiek is aan situatie Prins Mauritsschool. Actie Ws. Bron In augustus/september nog eens samen met commissie kijken naar algemene reserve. Actie burgemeester Alssema
Raadsvergadering d.d. 29 juni 2004
13