Vergadering:
Algemeen Bestuur
Datum: Locatie: Agendapunt:
25 juni 2014 Gemeentehuis van Oegstgeest 01
Kenmerk:
14/
Onderwerp: agenda
01 02
03
Opening en vaststelling agenda Aanwijzen van de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland en aanwijzing van de leden van het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland De voorzitter zal opnieuw in overleg met de colleges van burgemeester en wethouders de voordracht opstellen. Deze voordracht wordt nagezonden.
Verslag regulier Algemeen Bestuur d.d. 27 mei 2014 Voorstel: vaststellen conceptverslagen (bijgevoegd).
03 Concept-verslag Algemeen Bestuur 27-05-2014 04
Mededelingen, ingekomen stukken en uitgegane brieven
05
Presentatie Rekenkameronderzoek Door de heer Yermo Wever
06
Jaarstukken 2013 van Holland Rijnland Beslispunten: 1. Vaststellen van de jaarstukken 2013 van Holland Rijnland. 2. Kennisnemen van de controleverklaring van Deloitte. 3. In te stemmen met de verrekening van het resultaat van € 0 met de deelnemende gemeenten conform de afrekenstaat (na bestemming en na voorgenomen reserveringen à € 553.879). 4. Vaststellen van de begrotingswijziging 2014 met betrekking tot een tweetal reserveringen voor 2014 voor in totaal € 553.879 ten laste van het positieve rekeningresultaat van 2013.
06 AB-voorstel jaarstukken 2013 06a Bijlage 1 Boekwerk Jaarrekening 2013 tbv AB 06b Bijlage 2 tbv AB - Begr. wijz. behorende bij jaarrek. 2013 06c Bijlage 3 Normenkader tbv AB-voorstel jaarrek. 2013
1
07
Begroting 2015 en meerjarenbegroting 2015-2018 Beslispunten: Vast te stellen de begroting 2015 en de meerjarenbegroting 2015-2018 van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland.
07 AB-voorstel Begroting 2015 07a Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland 08
Beschikbaar stellen van de reserve mobiliteitskosten en de reserve frictie- en transitiekosten Beslispunten: 1. In te stemmen met het beschikbaar stellen van de reserve mobiliteitskosten à € 120.000 in het begrotingsjaar 2014.
08 AB voorstel beschikbaar stellen reserves 08a Bijlage I tbv AB - Begr wijz behorende bij beschikbaar stellen reserves 09
Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland Beslispunten: 1. In te stemmen met het oprichten van een Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland op basis van de uitgangspunten (bijlage 1); 2. Het Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland in eerste instantie toe te spitsen op het beheer van boerenlandpaden in Holland Rijnland; 3. Kennis te nemen van het gebiedsvoorstel van het Groene Klaver Collectief i.o. voor het beheer van boerenlandpaden in Holland Rijnland de periode 2015-2022; 4. De gereserveerde middelen van € 100.000 vrij te geven voor het Gebiedsfonds Holland Rijnland en hiervoor de begroting 2014 te wijzigen; 5. Het DB Holland Rijnland opdracht te geven om samen met de provincie Zuid-Holland en het (te vormen) bestuur van de Stichting Gebiedsfonds mogelijke uitbreiding van het Gebiedsfonds Holland Rijnland met andere groenblauwe diensten en andere partijen vorm te geven.
09 AB-voorstel gebiedsfonds 09a Bijlage 1 uitgangspunten 09b Bijlage 1A Verkenning streekfondsen 09c Bijlage 1C profiel bestuurder 09d Bijlage 1D voorbeeld statuten 09e Bijlage 2 Gebiedsvoorstel Beheer van boerenlandpaden Holland Rijnland 09f Bijlage 3 Activiteiten Stichting Land van Wijk en Wouden 09g Bijlage 4 Toelichting financiën 09h Bijlage 5 Begrotingswijziging 10
Rondvraag en sluiting Volgende vergadering van het Algemeen Bestuur is een extra vergadering op 29 oktober 2014
2
Vergadering: Datum:
Algemeen Bestuur Holland Rijnland dinsdag 27 mei 2014 18.00 uur
Paginanummer: 1
Conceptverslag
Gemeente Aanwezig Alphen aan den Rijn Alphen aan den Rijn Alphen aan den Rijn Alphen aan den Rijn Alphen aan den Rijn Hillegom Hillegom Kaag en Braassem Kaag en Braassem Kaag en Braassem Katwijk Katwijk Katwijk Leiden Leiden Leiden Leiden Leiden Leiden Leiden Leiderdorp Leiderdorp Leiderdorp Lisse Lisse Lisse Nieuwkoop Nieuwkoop Noordwijkerhout Noordwijkerhout Noordwijkerhout Oegstgeest Oegstgeest Teylingen Teylingen Teylingen Voorschoten Voorschoten Zoeterwoude Zoeterwoude Afwezig Alphen aan den Rijn Alphen aan den Rijn Hillegom Leiderdorp Nieuwkoop Noordwijk
Naam
Functie in groep
dhr. T.P.J. Bruinsma dhr. T. Hoekstra mw. M. Kottenhagen dhr. W.N. Roest dhr. R. Vrugt dhr. J. Broekhuis dhr. I. ten Hagen dhr. J.B. Uit den Boogaard dhr. C. Malin mw. K.M. van der Velde-Mentingh dhr. K.J. van der Bent dhr. W. van Duijn dhr. J. Wienen mw. R.A. van Gelderen dhr. E. Krijgsman dhr. H.J.J. Lenferink dhr. W. van Peijpe mw. M.A.C.M. van Sandick dhr. R. Schalkwijk dhr. D.J.G. Sloos dhr. J.A.M. van Boxsel dhr. J.J.F.M. Gardeniers dhr. B. Vastenhoud dhr. A.G.M. Mesman dhr. A.D. de Roon mw. A.W.M. Spruit dhr. E.A.G.M. Egberts dhr. P.M. Melzer dhr. L.C.A. Floor dhr. G. Goedhart dhr. M. Vissers dhr. E. Bus mw. N.E.H.W. Zwart dhr. R.M. ten Boden mw. R.M. Keijzer dhr. L.J.P. van der Zon dhr. S.W.C. van den Dool dhr. M. van der Meij dhr. Goossen dhr. C. den Ouden dhr. R. van Netten
bestuurslid, lid DB bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid, lid DB bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid, lid DB bestuurslid, lid DB bestuurslid bestuurslid, voorzitter AB bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid (vervangend) bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid, lid DB bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid secretaris
dhr. G.P. van As dhr. M.H. du Chatinier dhr. A. de Jong dhr. C.J.M.W. Wassenaar mw. G. Veninga nog geen leden benoemd
bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid, lid DB bestuurslid, kandidaat lid DB
Vergadering: Datum:
Algemeen Bestuur Holland Rijnland dinsdag 27 mei 2014 18.00 uur
Paginanummer: 2
Oegstgeest Voorschoten Zoeterwoude
dhr. J.B. Waaijer dhr. J.M. Staatsen mw. E.G.E.M. Bloemen
bestuurslid bestuurslid bestuurslid
1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering om 18.15 uur. Hij laat weten dat er bericht van verhindering is ontvangen van: - de heer Wassenaar (Leiderdorp). Deze wordt vervangen door de heer Gardeniers. - mevrouw Veninga. Het oude DB is nog in functie tot het nieuwe DB aantreedt. De heren Uit den Boogaard en Vissers zijn beiden geen raadslid meer en nemen vandaag afscheid. Op dit moment zijn er 47 AB-leden, het zouden er 60 kunnen zijn. De gemeente Noordwijk heeft nog geen afvaardiging voor het AB benoemd. 2. Aanwijzen van de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland en aanwijzing van de leden van het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland De voorzitter heeft via een brief uitleg gegeven over de gang van zaken. De nu voorgestelde samenstelling van het DB is moeizaam tot stand gekomen, omdat in sommige gemeenten de formatieperiode erg lang heeft geduurd. Daarnaast is geprobeerd zo veel mogelijk aan de wensen tegemoet te komen. Op een aantal punten is het voorstel desondanks niet ideaal. De heer Van den Dool geeft aan dat voor Voorschoten de verdeling over de partijen en het gemis van iemand van D66 een belangrijk punt is. Een ander belangrijk punt is de vraag wie de portefeuille krijgt voor de bestuurlijke vernieuwing. De heer De Roon zegt de voordracht voor de leden van het DB onvoldoende, onvoldragen en teleurstellend te vinden. Als argumenten noemt hij: 1) Het niet vertegenwoordigd zijn van D66 in het DB is onbestaanbaar, gezien de verkiezingsuitslag en gezien het feit dat in negen gemeenten een D66-wethouder zit. Hij gelooft niet dat onder hen geen geschikte DB-kandidaten gevonden kunnen worden. 2) Katwijk wordt nu voor de vierde keer voorgedragen voor het DB. Die vanzelfsprekendheid moet ter discussie worden gesteld, waarbij de heer De Roon benadrukt dat dit niets met de persoon van de heer Wienen te maken heeft. 3) Mede door de trage collegevorming in drie van de zes gemeenten, is er geen mogelijkheid tot overleg geweest met alle gemeenten en de colleges daarvan. Daardoor was het niet mogelijk de continuering van de benoeming van de heer Wienen te bespreken. De heer De Roon wijst erop dat juist de voorzitter die werkwijze vier jaar geleden zelf heeft geïnitieerd. Gezien bovenstaande argumenten stelt de heer De Roon voor om nu niet tot benoeming van het DB over te gaan. Dan kan een zorgvuldige afweging per subregio alsnog plaatsvinden. Het oude DB kan tot de volgende vergadering eind juni nog doorgaan. De heer Gardeniers wijst eveneens op de onevenwichtige verdeling binnen de partijen in het DB, met name wat betreft het ontbreken van een vertegenwoordiging van D66. Leiderdorp steunt het voorstel van Lisse om alsnog de mogelijkheden voor evenwichtiger partijstructuur te onderzoeken. De voorzitter zegt de irritatie over de politieke verhouding te begrijpen. Hij benadrukt dat de voordracht kan worden herzien als er een D66-kandidaat zou zijn die zelf wil en waarvan de gemeente wil dat die afgevaardigd wordt. Hij wijst er verder op dat er vier jaar geleden weliswaar besprekingen in de deelgebieden waren, maar dat niet is afgesproken dat deelgebieden kandidaten zouden aanwijzen. Afgesproken is dat de voorzitter een voorstel doet.
Vergadering: Datum:
Algemeen Bestuur Holland Rijnland dinsdag 27 mei 2014 18.00 uur
Paginanummer: 3
Tweede termijn De heer Van den Dool wil weten of een maand extra tijd voldoende is om alsnog iemand van D66 te vinden. De heer Lenferink wijst erop dat er tot op heden nog niemand is gevonden die zich kandidaat stelt en waarbij de gemeente ook bereid is hem/haar af te vaardigen. Als die persoon zich aandient, wordt dat zeker serieus genomen. Als het alleen om een theoretische afweging gaat, zou er ook nu een beslissing genomen kunnen worden. De heer Van den Dool merkt op dat het ook van belang is te weten om welke portefeuille het gaat. In Teylingen zou mogelijk een D66-kandidaat zijn, maar dan wel voor een portefeuille die al vergeven is. De heer De Roon meent dat het feit dat de voorzitter geen kandidaten heeft kunnen vinden, wellicht te maken heeft met het snelle proces van voorbereiding. In de Duin- en Bollenstreek ontbrak de mogelijkheid voor de gemeenten om onderling te overleggen. De heer De Roon heeft de indruk dat er wel mensen te vinden zijn die bereid zijn en voldoende gekwalificeerd zijn. Of de gemeente die personen wil afvaardigen is een andere zaak, maar dat zou met een uitstel van een maand wellicht nog wel bereikt kunnen worden. Het staat inderdaad nergens geschreven dat subregio’s kandidaten leveren, maar het is inmiddels wel de praktijk dat er binnen die subregio’s overleg plaatsvindt. Het zou jammer zijn als die praktijk zou verdwijnen. Op voorstel van mevrouw Van der Velde wordt de vergadering voor korte tijd geschorst. Schorsing De voorzitter constateert dat een deel van de aanwezigen geen goed gevoel heeft over de wijze waarop de samenstelling van het DB tot stand is gekomen en stelt voor de benoeming van het DB uit te stellen tot 25 juni. Hij benadrukt dat er dan ook werkelijk een kandidaat van D66 moet zijn. Dit voorstel wordt aangenomen. Vervolgens wordt er afscheid genomen van de heren Uit den Boogaard en Vissers, beiden lid van het DB. De heer Uit den Boogaard wordt onder meer geprezen om zijn betrokkenheid en inzet en zijn bijdrage aan het op de regionale agenda zetten van biobased economy en het vraagstuk van de arbeidsmigranten. De heer Vissers wordt onder andere gecomplimenteerd met de deskundige wijze waarop hij de portefeuille verkeer en vervoer van zijn voorganger heeft overgenomen en uitgevoerd. 3. Verslag Algemeen Bestuur d.d. 5 maart 2014 en lijst van toezeggingen Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. 4. Mededelingen/ingekomen stukken Er zijn geen mededelingen of ingekomen/uitgegane stukken. 5. Rondvraag en sluiting Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt, zodat de voorzitter de vergadering om 19.00 uur kan sluiten. Vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur Holland Rijnland van de secretaris,
de voorzitter,
Vergadering: Datum:
Algemeen Bestuur Holland Rijnland dinsdag 27 mei 2014 18.00 uur
Paginanummer: 4
R. van Netten
drs. H.J.J. Lenferink
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Oplegvel 1.
Onderwerp
Jaarstukken 2013 van Holland Rijnland
2.
Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
3.
Regionaal belang
X Basistaak Efficiencytaak Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur Platformtaak volgens gemeente Vloeit voort uit de Wet en uit de gemeenschappelijke regeling.
4.
Behandelschema:
DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad 5.
Advies PHO
6.
Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken
7.
Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat)
Datum: Informerend
Datum: Adviserend
Datum: Besluitvormend
10 april 2014 16 mei 2014
25 juni 2014 Het portefeuillehoudersoverleg Bestuur&Middelen adviseert positief.
Het vaststellen van de jaarrekening en het jaarverslag 2013. Kennisnemen van de goedkeurende accountantsverklaring. Het rekeningresultaat na bestemming vaststellen op € 553.879. In te stemmen met de voorgenomen reserveringen van € 553.879. In te stemmen met de afrekenstaat en de verrekening met de deelnemende gemeenten.
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
[email protected]
Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden
www.hollandrijnland.net
Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
BNG 28.51.13.992
8.
Inspraak
X Nee Ja, door: Wanneer:
9.
Financiële gevolgen
10.
Bestaand Kader
Het creëren van een tweetal reserves voor in totaal € 553.879. Het rekeningresultaat na bestemming en na voorgenomen reserveringen bedraagt dan € 0. Relevante regelgeving: Gemeentewet, Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de Gemeenschappelijke Regeling. Eerdere besluitvorming: n.v.t.
11.
Lokale context (in te vullen door griffier)
* weghalen wat niet van toepassing is
2
Adviesnota AB
Vergadering:
Algemeen Bestuur
Datum: Agendapunt:
25 juni 2014 06
Kenmerk:
14/
Portefeuillehouder: De heer C.J.M.W. Wassenaar
Onderwerp: Jaarstukken 2013 van Holland Rijnland
Beslispunten: 1. Vaststellen van de jaarstukken 2013 van Holland Rijnland. 2. Kennisnemen van de controleverklaring van Deloitte. 3. In te stemmen met de verrekening van het resultaat van € 0 met de deelnemende gemeenten conform de afrekenstaat (na bestemming en na voorgenomen reserveringen à € 553.879). 4. Vaststellen van de begrotingswijziging 2014 met betrekking tot een tweetal reserveringen voor 2014 voor in totaal € 553.879 ten laste van het positieve rekeningresultaat van 2013. Inleiding: In de Financiële Verordening (artikel 212 Gemeentewet) is bepaald dat de jaarstukken van het voorgaande begrotingsjaar door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld. De voorschriften voor het vaststellen van de jaarstukken geven aan dat de jaarstukken van een gemeenschappelijke regeling voor 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarvoor de jaarstukken gelden ter goedkeuring bij de provincie moet zijn aangeboden. Bijlage I betreft de jaarstukken 2013 van Holland Rijnland. Aan het Algemeen Bestuur wordt gevraagd de jaarstukken 2013 van Holland Rijnland vast te stellen. Deze jaarstukken betreffen de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. Argumenten: 3. Algemeen Bestuur stemt in met de verrekening van het resultaat van € 0 met de deelnemende gemeenten conform afrekenstaat (na bestemming en na voorgenomen reserveringen à € 553.879). Ten opzichte van de begroting 2013 is er sprake van een positief rekeningresultaat. Het voordelig resultaat over het jaar 2013 ten opzichte van de begroting na wijziging 2013 bedraagt in totaal € 553.879. Rekening houdend met de in rekening gebrachte voorschotten en de voorgenomen reserveringen van € 553.879 bedraagt het resultaat over 2013 per saldo € 0. Er zal met de deelnemende gemeenten worden afgerekend conform de afrekenstaat. Voorgenomen reserveringen De BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten) schrijft voor, in het bijzonder met betrekking tot de passage inzake de bestemming van het resultaat, dat in het
3
kader van de rechtmatigheid toevoegingen aan de reserves slechts mogen plaatsvinden door middel van een begrotingswijziging die gedurende het begrotingsjaar is vastgesteld. Voor onderstaande reserveringen is dit niet het geval en derhalve worden ze hierbij als voorgenomen reserveringen vermeld. Met de resultaatbepaling dient daarom bij het vaststellen van de jaarrekening 2013 tevens het besluit genomen te worden tot het creëren van deze reserves. Deze worden vervolgens verantwoord in het daarop volgende begrotingsjaar zijnde 2014. Voordelig resultaat na tussentijdse resultaatbestemming en voor beoogde onttrekkingen aan en stortingen in reserves bedraagt hierdoor: reserveringen Reserve mobiliteitskosten Reserve frictie- en transitiekosten Totale toevoegingen
€ €
€ 553.879
120.000 433.879 €
553.879
Voordelig resultaat af te rekenen met de gemeenten
€
0
Beoogd effect: Een tijdige vaststelling door het Algemeen Bestuur van de jaarstukken 2013 van Holland Rijnland. Toelichting op de reserveringen Zoals hierboven aangegeven wordt voorgesteld om een tweetal reserves te creëren voor 2014 voor een totaal bedrag van € 553.879 en dit bedrag ten laste van het rekening resultaat 2013 na bestemming te brengen. Beide reserves zijn ingegeven door de lopende #Kracht15 discussie en de taakstellende bezuinigingsopdracht van minimaal 25% en de hieruit voortvloeiende zorg van Holland Rijnland en de deelnemende gemeenten voor het begeleiden van medewerkers naar andere werkgevers en de kosten die hiermee gemoeid zijn. Om op een zo soepel en zo snel mogelijk wijze van de huidige situatie te komen naar de nieuwe organisatie en om te voorkomen dat in een later stadium geld moet worden opgehaald bij de deelnemende gemeenten, wordt er nu voorgesteld deze reserveringen vast te doen. 1. Reserve mobiliteitskosten De reservering voor mobiliteitskosten in verband met #Kracht15 discussie dient ter
bevordering van de mobiliteit van de medewerkers en de hiermee gepaard gaande te verwachte mobiliteitskosten in 2014 en latere jaren. Ingeschat wordt dat van het huidig aantal medewerkers van 80 personen 25%, zijnde 20 medewerkers, op zoek moet naar ander werk en dat 75% van deze 20 medewerkers, zijnde 16 medewerkers, van werk naar werk begeleid dienen te worden in de vorm van bijvoorbeeld outplacement of extra opleidingen. Uitgaande van een maximaal bedrag per traject van € 7.500 (Car-UWo artikel 10.d16, lid 4) wordt voorgesteld € 120.000 te reserveren. 2. Reserve frictie- en transitiekosten De reservering voor frictie- en transitiekosten in verband met #Kracht15 discussie dient ter
dekking van de te verwachten frictie- en transitiekosten in 2014 en verder. Ingeschat wordt dat gelet op de omvang van het huidige Holland Rijnland organisatie hiervoor spoedig een bedrag van € 433.879 gereserveerd dient te worden.
4
Resultaatbepaling Ten opzichte van de begroting 2013 na wijziging is er sprake van een voordelig resultaat voor bestemming van € 463.297 en van een voordelig resultaat na bestemming van € 553.879 als gevolg van de onttrekking aan de reserve RAS van € 90.582, zoals in het AB-besluit van 19 december 2012 is besloten. Het positieve rekeningresultaat is tot stand gekomen door;
Baten: 1. Rentebaten 2. Afwikkelingsverschillen voorgaande jaren 3. Overige directe baten van derden Hogere directe baten dan begroot
-€ € € €
156.014 337.858 455.926 637.770
Kosten: 1. Personele kosten 2. Inhuur derden 3. Overige materiële kosten Hogere totale kosten dan begroot
-€ € € €
190.450 117.898 247.025 174.473
Resultaat voor bestemming
€ 463.297
Onttrekking uit reserve RAS (cf. AB-besluit 19 dec. 2012)
€ 90.582
Resultaat na bestemming
€ 553.879
Voorgenomen reserveringen t.l.v. het resultaat Reserve mobiliteitskosten Reserve frictie- en transitiekosten Totaal van de voorgenomen reserveringen:
€ 120.000 € 433.879 € 553.879
Resultaat af te rekenen met de gemeenten
€0
Van het resultaat voor bestemming van € 463.297 is overeenkomstig de voorschriften van de BBV aan de bestemmingsreserve Regionale Agenda Samenleving (RAS) onttrokken een bedrag van € 90.582 conform het AB-besluit van 19 december 2012. Het resultaat na bestemming komt hiermee op € 553.879. Nadat tot reservering wordt besloten, komt het uiteindelijk te verrekenen bedrag met de deelnemende gemeenten uit op € 0.
5
Toelichting op het rekeningresultaat
Afrekenstaat 2013 na bestemming en na voorgenomen reserveringen Gemeente Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude
Voorschot 653.940 288.100 346.610 861.480 1.576.080 378.100 316.270 242.010 348.960 212.350 327.410 167.190 517.790 344.820 115.550
Rekening 557.635 268.486 314.053 798.629 1.470.320 351.538 290.768 207.145 325.447 196.849 307.590 142.172 481.175 325.087 105.888
Afrekening Afrekening na 2013 voorgenomen 96.305 20.095 19.614 -2.199 32.557 5.679 62.851 -2.688 105.760 -19.422 26.562 -1.395 25.502 2.086 34.865 6.556 23.513 -3.319 15.501 -947 19.820 -4.364 25.018 5.588 36.615 -804 19.733 -6.037 9.662 1.171
Totaal 6.696.660 6.142.781 553.879 *Rijnwoude wordt tezamen met Alphen aan den Rijn verrekend.
0
Kanttekeningen/risico’s: Indien de jaarstukken 2013 niet voor 15 juli 2014 bij de Provincie Zuid-Holland aanwezig zijn, komt Holland Rijnland onder preventief toezicht te staan. Financiën: Is verwerkt in de jaarstukken 2013. Communicatie: Het portefeuillehoudersoverleg Bestuur & Middelen adviseerde 16 mei 2014 positief ten aanzien van de jaarstukken 2013. Na vaststelling door het Algemeen Bestuur zullen er twee ondertekende exemplaren van de jaarstukken naar de Provincie Zuid-Holland worden verzonden. Een ondertekend exemplaar zal naar het Centraal Bureau voor de Statistiek worden verzonden, een naar accountantskantoor Deloitte en een exemplaar ten behoeve van het archief van Holland Rijnland. Tevens zal overeenkomstig de Wet op de ondernemingsraden een exemplaar aan de ondernemingsraad worden verstrekt. Evaluatie: Niet van toepassing.
6
Bijlagen: 1. De jaarstukken 2013 van Holland Rijnland. 2. Controleverklaring Deloitte. 3. De begrotingswijziging 4. Normenkader tbv jaarrekening
7
JAARSTUKKEN 2013 Algemeen Bestuur van 25 juni 2014
Zoals behandeld in DB-vergadering van 10 april 2014
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
INHOUDSOPGAVE 1. JAARVERSLAG 2013 ................................................................ 4 1.1 INLEIDING ...................................................................................... 5 1.2 REKENINGRESULTAAT .................................................................... 11 1.3 BESTUUR ...................................................................................... 17 1.4 PROGRAMMA RUIMTELIJKE AGENDA ................................................. 1.4.1 Onderdeel Ruimtelijke Agenda Algemeen................................... 1.4.2 Onderdeel Ruimtelijke Ordening ............................................... 1.4.3 Onderdeel Wonen .................................................................. 1.4.4 Onderdeel Economische Zaken en Toerisme ............................... 1.4.5 Onderdeel Natuur en Landschap............................................... 1.4.6 Onderdeel Verkeer en Vervoer .................................................
19 22 24 26 29 33 35
1.5 PROGRAMMA SOCIALE AGENDA ....................................................... 1.5.1 Onderdeel Jeugd .................................................................... 1.5.2 Onderdeel Leerplicht en aanpak voortijdig schoolverlaten ............ 1.5.3 Onderdeel Participatie............................................................. 1.5.4 Onderdeel Zorg en Welzijn ...................................................... 1.5.5 Onderdeel Cultuur ..................................................................
41 44 47 54 58 61
1.6 PROGRAMMA BESTUUR EN MIDDELEN .............................................. 1.6.1 Onderdeel Bestuur ................................................................. 1.6.2 Onderdeel Middelen ................................................................ 1.6.3 Onderdeel Regionaal Investeringsfonds .....................................
62 64 67 69
1.7 PARAGRAFEN ................................................................................ 70 1.7.1 WEERSTANDSVERMOGEN ....................................................... 70 1.7.2 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN ........................................... 72 1.7.3 FINANCIERING ...................................................................... 73 1.7.4 BEDRIJFSVOERING ................................................................ 75 1.7.5 VERBONDEN PARTIJEN ........................................................... 82 1.7.6 COMPENSATIEFONDS BTW ...................................................... 83
2. JAARREKENING 2013 ........................................................... 84 2.1 BALANS en TOELICHTING OP DE BALANS .......................................... 85 2.2 PROGRAMMAREKENING OVER BEGROTINGSJAAR ............................... 91 2.3 TOELICHTINGEN ............................................................................ 2.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ..................... 2.3.2 Toelichting op de Balans per 31 december 2013 ......................... 2.3.2.1 Investerings- en financieringsstaat ...................................
Pagina 2
92 92 93 95
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
2.3.2.2 Verloopoverzicht overlopende activa ................................. 96 2.3.2.3 Staat van reserves ......................................................... 97 2.3.2.4 Staat van de voorzieningen ............................................. 98 2.3.2.5 Staat van overlopende Passiva........................................ 100 2.3.3 Toelichting op de Programmarekening over 2013 ...................... 102 2.3.3.1 Overzicht incidentele baten en lasten ............................... 111 2.3.3.2 Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid112 2.3.3.3 Informatie Wet Normering Bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector (WNT) ...................................... 114
3. SISA-BIJLAGE VERANTWOORDINGSINFORMATIE .............. 116 4. BESLUIT ............................................................................. 117 5. CONTROLEVERKLARING ..................................................... 118 6. BIJLAGEN ........................................................................... 119
6.1 Kostenverdeelstaat ..................................................................121 6.2 Kosten Woonruimteverdeling ..................................................... 122 6.3 Bijdrage gemeenten op basis van leerlingenaantallen.................... 122 6.4 Overzicht Besluit Woning gebonden Subsidies .............................. 123 6.5 Overzichten inkomende en uitgaande subsidies ............................ 126 6.6 Overzicht baten en lasten ......................................................... 127 6.7 Bijdragen gemeenten per taak ................................................... 128 6.8 Overzicht bijdrage gemeenten per regionale taak en plustaak ........129 6.9 Bijdragen gemeenten rekening (na bestemming) .........................130 6.10 Afrekenstaat (na bestemming en voorgenomen reserveringen)..... 131
Pagina 3
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1. JAARVERSLAG 2013
In 2013 werkten in Holland Rijnland samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
Pagina 4
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.1 INLEIDING Voor u liggen het jaarverslag en de jaarrekening 2013 van het samenwerkingsverband Holland Rijnland. In goede samenwerking met de bestuursorganen, bestuurders en ambtenaren van de deelnemende gemeenten en de ambtelijke organisatie van de regio zijn er mooie resultaten geboekt en forse stappen gezet bij belangrijke onderwerpen. Wat is er bereikt? Hieronder wordt in het kort een opsomming gegeven van de belangrijkste hoogtepunten in het afgelopen jaar. Ruimtelijke Agenda RijnlandRoute Het Algemeen Bestuur heeft op 27 september 2013 ingestemd met regionale cofinanciering aan de RijnlandRoute vanuit het Regionaal Investeringsfonds. Hiermee is vanuit de regio in totaal een bedrag van €75 miljoen toegezegd aan de RijnlandRoute. De voorwaarden van deze regionale financiering zijn vastgelegd door het sluiten van twee bestuurlijke overeenkomsten. Een overeenkomst tussen Holland Rijnland en de inliggende gemeenten die participeren in het Regionaal Investeringsfonds ten aanzien van de tweede tranche bijdrage van €37,5 miljoen en een financieringsovereenkomst tussen de provincie Zuid – Holland en de regio Holland Rijnland ten aanzien van de scope en overige voorwaarden waar binnen het project gerealiseerd dient te worden. Hierop wordt door de regio gemonitord. Eind 2014 wordt de vaststelling van het provinciaal inpassingsplan voorzien als volgende stap in de opmaat naar realisatie van de RijnlandRoute. Hoogwaardig openbaar vervoer In januari 2013 hebben Provinciale Staten het programma HOV Zuid-Holland Noord vastgesteld. Verschillende HOV-corridors zijn verder uitgewerkt door provincie, Holland Rijnland en de gemeenten. Holland Rijnland heeft het initiatief genomen om samen met de gemeenten verkenningen uit te voeren naar de OV-corridors Hillegom – Nieuw-Vennep en Leiden – Leiderdorp. De corridor Leiden –Leiderdorp lijkt kansrijk om versneld op R-net niveau te brengen en wordt in 2014 meer gedetailleerd uitgewerkt. Voor de HOV-corridor Leiden – Katwijk – Noorwijk zijn de infra-maatregelen verder uitgewerkt en is een exploitatie onderzoek uitgevoerd. Het Algemeen Bestuur heeft in december 2013 ingestemd met de Bestuursovereenkomst HOV Noordwijk – Schiphol. In deze bestuursovereenkomst leggen betrokken partijen afspraken vast om de voorkeursvariant tot uitvoering te kunnen brengen. In de overeenkomst is onder meer opgenomen dat de regio € 5 miljoen RIF-middelen ter beschikking stelt. Eind 2013 is een actualisatie van het Uitvoeringsprogramma OV gemaakt, waarin de voortgang van de diverse HOV-projecten inzichtelijk wordt gemaakt. Dit helpt de regio om de in de OV-visie Holland Rijnland gedefinieerde ambitie te realiseren. Uitgangspunt voor de regio is daarbij steeds dat er een goede invulling moet komen voor het OV-netwerk in de regio. Woonruimteverdeling In 2013 heeft het Algemeen Bestuur de nieuwe regionale huisvestingsverordening vastgesteld. Deze verordening is het beleidskader voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem voor alle regiogemeenten. Daarnaast zijn nadere uitvoeringsregels vastgesteld alsmede het convenant woonruimteverdeling met de corporaties. De beide laatste documenten zijn van belang voor een efficiënte werking van de regionale huisvestingsverordening. Corporaties werken nu, samen met regiogemeenten en huurdersorganisaties, aan de implementatie van het systeem. Het streven is dat in april 2014 het nieuwe woonruimteverdeelsysteem operationeel is.
Pagina 5
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Topsectorenbeleid Als vervolg op de Quick scan topsectorenbeleid (uit 2011) is vanuit de regio ook in 2013 stevig ingezet op de topsectoren Space Technology en Biobased Economy. Voor het oprichten van het Holland Space Cluster is de SpaceStrategie opgesteld, die is vastgesteld met bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden. Deze strategie is toegelicht in het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland op 26 juni. Op 4 november 2013 is in het bijzijn van minister Kamp het Holland Space Cluster officieel opgericht, waarmee het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden gericht willen inzetten op het versterken van de ruimtevaartsector in Nederland. Vanuit de topsector Biobased Economy is in 2013 uitvoering gegeven aan het programma Holland Rijnland Biobased. Dit programma zet naast promotie in op het aanjagen van projecten, netwerkvorming en meer zicht op de mogelijkheden die Biobased Economy biedt, ook als het gaat om subsidies. Belangrijk resultaat was het besluit van een aantal partijen, waaronder de Universiteit Leiden, om voorjaar 2014 een proefopstelling te bouwen voor het project Solar Fuels. In het Algemeen Bestuur van 26 juni is besloten een plan te maken om het programma Holland Rijnland Biobased in 2014 voor te zetten. Dit programma is eind 2013 opgesteld. Bedrijventerreinen In vervolg op de in 2012 vastgestelde Behoefteraming Bedrijfshuisvesting 2.0, is in 2013 een vervolgonderzoek gestart naar de kwaliteit en de toekomstwaarde van de bedrijventerreinen in Holland Rijnland. De resultaten van dit onderzoek zijn in oktober besproken tijdens een bestuurlijke werkconferentie, waarbij ook het bedrijfsleven vertegenwoordigd was. In 2013 is het onderzoek naar een alternatieve locatie voor de Oostvlietpolder afgerond. Met dit onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van de provincie Zuid-Holland, de gemeente Leiden en Holland Rijnland, is voor de Oostvlietpolder een gelijkwaardig alternatief gevonden, namelijk een locatie langs de A4 ten zuiden van het bedrijventerrein Veenderveld in de gemeente Kaag en Braassem. Inmiddels is door de provincie Zuid-Holland de procedure opgestart om dit ook planologisch te verankeren. Natuur en landschap In 2013 zijn de eerste groenprojecten met cofinanciering vanuit het Regionaal Groenprogramma afgerond: Matilo, Oostvlietpolder, ecologische verbindingen in Zoeterwoude en Hillegom, brug Koudenhoorn, Uitkijkpunt Blauwe Hart en de Boterhuispolder. Vanuit het Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek is de Cultuurhistorische Atlas opgesteld. Met de provincie is een beleidskader voor het besteden van de provinciale groengelden in de regio opgesteld, “De Tuin van Holland”. Op basis daarvan gaan de gemeenten in de regio het komende jaar gebiedsdeals afsluiten met de provincie. Begin 2013 is een verkenning gestart naar de vormgeving van een Gebiedsfonds groenblauwe diensten in Holland Rijnland, als middel om op lange termijn geld beschikbaar te houden voor beheer van natuur en groen-blauwe elementen op particuliere grond. Doel is om hiermee de gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde van het agrarisch cultuurlandschap te versterken. In juli is in een bestuurlijk overleg met de gedeputeerde besloten om het Gebiedsfonds in eerste instantie af te bakenen voor het beheer van boerenlandpaden. Tevens is besloten om het Gebiedsfonds zodanig in te richten (organisatie en uitvoering) dat de structuur aansluit bij het nieuwe provinciale groenbeleid en de nieuwe uitvoeringsstrategie van Europa en het Rijk. Holland Rijnland heeft voor de uitwerking van het Gebiedsfonds nauwe samenwerking gezocht met de (samenwerkende) agrarische natuurverenigingen in de regio.
Pagina 6
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Collectief Vraagafhankelijk Vervoer In 2013 is het Collectief Vraagafhankelijk Vervoersysteem (CVV), de Regiotaxi Holland Rijnland uitgebreid met nog eens drie gemeenten en regio breed geworden. Op 1 juli 2014 sluit Boskoop als onderdeel van de gefuseerde gemeente Alphen aan den Rijn eveneens bij dit systeem aan. Uitvoeringsprogramma Fiets De regio heeft met vaststelling van haar Uitvoeringsprogramma Fiets een uitvoering gegeven aan haar ambitie om de fiets beter in te zetten als alternatief voor de auto op woon-werk en schoolverkeer. BDU-subsidie voor fietsprojecten zal nu worden geprioriteerd voor infrastructurele oplossingen in het regionale ‘utilitaire’ fietsnetwerk. Er is een overzicht gemaakt van de benodigde projecten en een eerste indicatie van mogelijke fietssnelwegen in de regio. Sociale Agenda Decentralisaties jeugd, wmo en werk In februari 2012 is een visiedocument en een plan van aanpak voor de 3 decentralisaties “Op eigen kracht” in het portefeuillehoudersoverleg Sociale agenda vastgesteld. In 2012 is een projectorganisatie opgezet met als uitgangspunt dat gemeenten de belangrijkste inzet voor werkzaamheden leveren. De projectorganisatie bleek in 2013 van groot nut. Er is een groot aantal werkgroepen actief geweest en deze hebben inhoudelijke producten opgeleverd. 3D thema’s als PGB, Toegang en sociale netwerken zijn uitgewerkt. De producten zijn aangeboden aan de gemeenten onder het motto ‘regionaal voorbakken, lokaal afbakken”. In 2013 bleek, dat elke decentralisatie meer zijn eigen dynamiek begint te kennen. Dit hangt samen met het wetgevingstraject, de organisatie van de taken en beleidsmatige keuzes. Bij de decentralisatie jeugd ligt het accent meer op het schaalniveau van de regio. In de decentralisatie jeugd is een model ontwikkeld van jeugd- en gezinsteams. Tevens zijn in 2013 de startfoto Jeugdhulp, het Regionaal Transitie arrangement Jeugdhulp en het Regionaal Beleidsplan Transitie Jeugdhulp opgeleverd. Bij de Wmo komt het accent meer te liggen op een lokale invulling, in combinatie met subregionale samenwerking. In de voorbereiding is het lastig dat het heel lang onduidelijk is gebleven waar de wetgever het onderdeel persoonlijke verzorging wil beleggen. Bij het onderdeel Werk komt enige duidelijkheid bij het Sociaal akkoord van april 2013. Werkgevers-en werknemersorganisaties komen met het Rijk overeen zogenaamde werkbedrijven in te richten. Deze werkbedrijven moeten de schakel gaan vormen tussen werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt en banen die werkgevers ter beschikking gaan stellen. Bij het onderdeel werk ligt het accent meer op de subregionale uitvoering. De tendens naar een eigen dynamiek per decentralisatie en een grotere nadruk op de subregio’s leidt ertoe dat de projectorganisatie per 2014 is aangepast. Nu de uitvoering meer in zicht komt, komt hierin meer aandacht voor de bedrijfsvoering. Het 3D project is gestart met het motto dat vernieuwing in het sociale domein hard nodig is. Burgers kunnen meer zelf en er moet minder verkokerd gewerkt worden. Voor het nadenken over deze vernieuwing zijn in 2013 samen met partners als Zorgbelang, Care to care en het UWV een viertal inspiratiebijeenkomsten georganiseerd. Ook zijn drukbezochte bijeenkomsten georganiseerd speciaal voor raadsleden en cliënten. De communicatie heeft in 2013 vorm gekregen met de Nieuwsflits voor ambtenaren en een apart Nieuwsflits voor raadsleden. Gemeenten krijgen te maken met vele werkvelden die tot nu toe onbekend zijn. Holland Rijnland heeft voor ambtenaren en raadsleden kennismakingsbijeenkomsten georganiseerd.
Pagina 7
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Een meer inhoudelijke uitwerking van de drie decentralisaties, is opgenomen in de hoofdstukken jeugd, zorg en welzijn en werk. Beëindiging Regionale Agenda Samenleving (RAS) Per 1 juli 2013 is de Regionale Agenda Samenleving (RAS) komen te vervallen. Hiervoor in de plaats heeft de provincie een regionaal transitiebudget beschikbaar gesteld. Dit nieuwe budget is bedoeld voor regionale projecten ter voorbereiding op de transitie ban de jeugdzorg en mag niet gebruikt worden voor het inkopen van preventieve jeugdzorg. In 2013 is daarom gezorgd dat de preventie zorg die regionaal ingekocht werd lokaal geborgd blijft. Jongerenloket In 2013 is de jeugdwerkloosheid sterk opgelopen. Dit heeft ertoe geleid, dat het aantal poortwachtersgesprekken bij het Jongerenloket van 2012 naar 2013 met 200 opgelopen is. Totaal zijn 1178 poortwachtersgesprekken gevoerd. De poortwachtersfunctie is effectief. Maar liefst 530 (45%) jongeren hebben afgezien van het aanvragen van een WWB-uitkering. De poortwachtersfunctie heeft in 2013 een groot beslag gelegd op de capaciteit van het Jongerenloket. Dit is ten koste gegaan van het begeleiden van voortijdig schoolverlaters (de RMCfunctie) De synergie tussen RMC-trajectbegeleiding en Poortwachtersfunctie is de afgelopen jaren beperkt gebleken, met name door het grote aandeel niet-vsv’ers die voor een WWB-uitkering aanklopten bij het Jongerenloket. In 2013 heeft de meerderheid van de gemeenten in Holland Rijnland waar het Jongerenloket de Poortwachtersfunctie en RMC-begeleiding voor uitvoerde, aangegeven zelf de Poortwachtersfunctie te willen uitvoeren. Per 1 januari 2014 is het samenwerkingsverband Jongerenloket beëindigd. De Poortwachtersfunctie is per deze datum overgegaan naar de sociale diensten van de betreffende gemeenten. De begeleiding van jongeren tussen de 18 en 23 jaar die nog geen startkwalificatie hebben is vanaf die datum ondergebracht bij het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (RBL). Het RBL wil vooral inzetten op effectievere trajectbegeleiding door meer aan te sluiten bij scholen, waar veel uitval plaatsvindt. Met het overhevelen van de poortwachtersfunctie naar de gemeenten, ontstaat meer ruimte voor de RMC-functie. Volwasseneneducatie Met ingang van 2013 is het VAVO uit het educatiebudget gehaald. Hierdoor is het landelijke budget voor 2013 gehalveerd. Het educatiebudget kan sinds 2013 alleen nog ingezet worden voor aanbod gericht op de Nederlandse taal en rekenen voor niet-inburgeringsplichtigen. Hoewel het budget voor VE was gehalveerd bleek, door de beperking van het aanbod en de doelgroep, dat de instroom op de cursussen in 2013 toch nog moeizaam is verlopen. Over de verdeling van het landelijke budget voor VE is Holland Rijnland in bezwaar en daarna in beroep gegaan. De indicatoren waarop de budgetten voor 2013 gebaseerd waren multiinterpretabel. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat het ministerie van OCW zich beroept op het opnemen van die indicatoren in de wetgeving. Bondgenootschap Geletterdheid Holland Rijnland Op 18 september 2013 hebben 38 verschillende partijen in de regio een convenant getekend om in 3 jaar gezamenlijk laaggeletterdheid in de regio aan te pakken. Gemeenten, roc’s, de regionale SW-bedrijven, bibliotheken, ondernemers en zorg- en welzijnsinstellingen ontwikkelen hierin samen activiteiten om geletterdheid in de regio te bevorderen. Cultuur Het landelijke Fonds voor Cultuurparticipatie heeft in 2013 met de rijksregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2013-2016 middelen beschikbaar gesteld voor een kwaliteitsimpuls in cultuureducatie voor het primair onderwijs. Deze middelen zijn 100% gematcht door de gemeenten. De culturele instellingen Museumgroep Leiden en Parkvilla in Alphen aan den Rijn hebben
Pagina 8
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
voor de periode van deze rijksregeling een beschikking ontvangen voor programma die aansluiten bij de behoeften van de scholen in het primair onderwijs en ook het beleid van de gemeenten in de regio. Holland Rijnland biedt een platform om over deze programma’s af te stemmen en cultuurbeleid van de gemeenten uit te wisselen. Bestuur Het perspectief op de samenwerking is op dit moment aan verandering onderhevig. De samenwerkende gemeenten zijn bezig met een verkenning voor een nieuwe inhoudelijke agenda en welke vorm van samenwerking daarbij zou horen. Dit proces van positionering en profilering van Holland Rijnland (#Kracht 15) was in december 2013 nog niet afgerond. Wel zijn de eerste contouren zichtbaar waar die samenwerking zich op zou moeten richten. Dat is de Sociale Agenda, economie en duurzame leefomgeving. Ook tekent zich een beweging af van intensievere samenwerking binnen de clusters. De gevolgen voor de organisatie van Holland Rijnland zijn nog niet duidelijk. Pas in 2014 worden hierover besluiten genomen. In het hiernavolgende jaarverslag en in de jaarrekening wordt verder inhoudelijk ingegaan op de programma’s Ruimtelijke Agenda, Sociale Agenda en Bestuur en Middelen. De substantiële afwijkingen tussen begrote en werkelijke bedragen met betrekking tot de materiële kosten worden toegelicht.
Pagina 9
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Pagina 10
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.2 REKENINGRESULTAAT Resultaatbepaling De rekening 2013 sluit met een overschot van € 553.879 na bestemming. In onderstaand overzichten zijn de oorzaken van dit overschot weergegeven, waarbij per post is aangegeven wat de afwijking tussen de begroting en realisatie bedroeg in 2013. Gelijktijdig met deze jaarrekening wordt voorgesteld om nog een tweetal reserveringen voor 2014 goed te keuren ten laste van het resultaat na bestemmingen voor een totaal bedrag van € 553.879. Beide voorgenomen reserves dienen ter dekking van te verwachten kosten in 2014 en latere jaren naar aanleiding van de lopende #Kracht15 discussie en de taakstellende bezuinigingsopdracht van minimaal 25%.
Bovenstaande tabellen dienen duidelijkheid te geven over de wijze van berekenen. De eerste tabel geeft zicht op het verschil op de geraamde lasten à -€ 174.473 en het bedrag van € 90.582 dat in 2013 onttrokken is uit de reserve. De tweede tabel geeft het verschil op de geraamde baten weer (€ 463.297 en -€ 637.770 te weten € 174.473). Hieronder zal uitleg gegeven worden over de verschillen.
Pagina 11
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Baten: 1. Rentebaten 2. Afwikkelingsverschillen voorgaande jaren 3. Overige directe baten van derden Hogere directe baten dan begroot
-€ € € €
156.014 337.858 455.926 637.770
Kosten: 1. Personele kosten 2. Inhuur derden 3. Overige materiële kosten Hogere totale kosten dan begroot
-€ € € €
190.450 117.898 247.025 174.473
Resultaat voor bestemming
€ 463.297
Onttrekking uit reserve RAS (cf. AB-besluit 19 dec. 2012)
€ 90.582
Resultaat na bestemming
€ 553.879
Voorgenomen reserveringen t.l.v. het resultaat Reserve mobiliteitskosten Reserve frictie- en transitiekosten Totaal van de voorgenomen reserveringen:
€ 120.000 € 433.879 € 553.879
Resultaat af te rekenen met de gemeenten
€0
Toelichting op het rekeningresultaat Baten: Ad.1 De baten van de rente zijn lager dan begroot. De deposito-renten zijn dit jaar tot een dramatisch dieptepunt gekelderd. Dit impliceert dat ook Holland Rijnland geen goede resultaten heeft kunnen behalen met het uitzetten van haar gelden (minus € 153.000). De rente inkomsten over de investeringen liggen € 3.000 lager dan begroot. De lagere rentebaten zijn incidenteel van aard, maar dreigen zo langzamerhand een structureel karakter aan te nemen. -
Ad.2 De afwikkelingen van de voorgaande jaren hebben voor € 241.000 betrekking op vrijval van overlopende passiva en hebben een incidenteel karakter. Posten die voorgaande jaren opgeboekt zijn met de verwachting dat de bedragen in de toekomst nodig zouden zijn. Nu blijkt dat deze overlopende passiva geen direct doel meer hoeven te dienen en vallen daarmee dit verslagjaar vrij. Het in totaal vrijgevallen bedrag van € 241.000 is onder te verdelen naar Ruimtelijke Agenda (RuAg) projecten voor € 120.587 en naar Sociale Agenda (SoAg) projecten voor € 120.269.
Voor een specificatie van deze bedragen zie onderstaande tabel, waarbij de nummering correspondeert met die in de Staat van overlopende passiva (hoofdstuk 2.3.2.5).
Pagina 12
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Nr. 04 12 16 + 17 20
22 24 25 30
Omschrijving
Programma
Bedrag
Actualisatie economische visie Afwegingskader economie Gedeeltelijke vrijval RAS 2006-2012
RuAg RuAg
8.712 50.000
3D Projecten Arbeidsmarktbeleid Regionale structuurvisie (RSV) As Leiden-Katwijk (ALK) Verbetertraject RBL
SoAg
28.189
SoAg SoAg
8.051 12.886
RuAg RuAg
34.318 27.558 SoAg
71.144
Korte uitleg omtrent de vrijval: 04 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn is in 2013 het bedrag van € 8.712 vrijgevallen. 12 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de post Afwegingskader economie is in 2013 het bedrag van € 50.000 vrijgevallen. 16+17 Voor de afhandeling van de subsidie is het verwachte bedrag vast gehouden waarmee het saldo mocht vrijvallen. 20 Nadat alle begrote kosten zoals voorgelegd aan het AB zijn opgenomen in deze overlopende passiva resteerde het bedrag van € 8.051 aan vrijval. 22 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn is in 2013 het bedrag van € 12.886 vrijgevallen. 24 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de Regionale Structuurvisie is in 2013 het bedrag van € 34.318 vrijgevallen. 25 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de post As Leiden-Katwijk is in 2013 het bedrag van € 27.558 vrijgevallen. 30 Deze post is afkomstig uit 2007. Nadat de automatisering voltooid is, bestaat er geen grond meer om deze post nog langer te behouden. Voor het Regionaal Project Verkeersveiligheid moest in 2013 de overlopende passiva worden gecorrigeerd met € 80.530 ten lasten van de post afwikkelingsverschillen voorgaande jaren. Dit betreft een incidentele last. Bij de ’Staat van Overlopende passiva’ (hoofdstuk 2.3.2.5) wordt nader ingegaan op bovenstaande overlopende passiva posten. Het terugboeken van nog te betalen vanuit 2012, een niet inbare vordering en een teruggave van de basispremie WAO/WIA bracht een voordeel van € 39.000 op de post afwikkelingsverschillen voorgaande jaren. De Voorziening Organisatorisch aangelegenheden was, in wettelijke zin, als voorziening niet meer voldoende te onderbouwen en is daardoor vrijgevallen voor een bedrag van € 137.000 ten gunst van deze post. Dit betreft een incidentele baat. -
Ad.3 De overschrijding op de overige directe baten van derden worden voornamelijk veroorzaakt door hogere ontvangen subsidies van de Provincie ZH met betrekking tot de Regionale projecten verkeersveiligheid à € 187.645, ontvangen bijdragen van niet aan Holland Rijnland deelnemende gemeenten, de Provincie ZH, de Kamer van Koophandel, het Hoogheemraadschap van Rijnland en twee private aan de projecten Holland Space Cluster à € 71.088 en de Cultuurhistorische atlas Duin- en Bollenstreek à € 72.085. Tevens zijn er extra inkomsten die geboekt zijn bij het onderdeel Jeugd van het programma Sociale Agenda. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking op de in de begroting niet opgenomen subsidie “Transitie decentralisatie Jeugd”. De onttrekking van € 90.582 op Reserve RAS is besteed aan eerder genoemd project. Tezamen met enkele plussen en minnen op andere projecten leidt dit tot een overschrijding van € 455.926.
Pagina 13
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Kosten: Ad.1 De onderuitputting op de personele kosten is een gevolg van openstaande vacatures, lagere inschaling dan geraamd en inhoudingen als gevolg van ouderschapsverlof, langdurige ziekte etc. en is daarmee een incidentele onderuitputting. -
Ad.2 De hoger dan begrote kosten zijn voornamelijk het gevolg van inhuur ter vervanging van langdurige zieken en worden volledig gedekt door de onderuitputting op de personele kosten.
-
Ad.3 De overschrijding op de overige materiële kosten van € 247.025 zijn hoofdzakelijk het gevolg van hogere uitgave op de projecten Holland Space Cluster, de Cultuurhistorische atlas Duin- en Bollenstreek en de Regionale projecten verkeersveiligheid. Binnen het programma Sociale Agenda zijn vooral de hogere materiële uitgave op het deelprogramma Jeugd verantwoordelijk voor de overschrijding. De overschrijding wordt volledig gedekt door de hogere overige directe baten.
Bij de ’Toelichting op de Programmarekening over 2013’ (hoofdstuk 2.3.3) wordt per programma nader ingegaan op de verschillen tussen de jaarrekening en begroting. Bestemming van het resultaat De onttrekking aan de reserve Regionale Agenda Samenleving (RAS) heeft plaatsgevonden conform het AB-besluit van 19 december 2012. In 2012 is genoemd bedrag van € 90.582 ten laste van het positieve rekenresultaat van 2012 gebracht voor het inkopen van preventieve jeugdzorg in 2013 ter aanvulling op het budget RAS. Overeenkomstig de voorschriften van de BBV dient in verslagjaar 2013 mag deze mutatie niet als baat worden meegenomen in het resultaat voor bestemming en dient deze als onttrekking aan de reserve verantwoord te worden. Het bedrag dient ter dekking van uitgave van de RAS. Voorgenomen reserveringen De BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten) schrijft voor, in het bijzonder met betrekking tot de passage inzake de bestemming van het resultaat, dat in het kader van de rechtmatigheid toevoegingen aan de reserves slechts mogen plaatsvinden door middel van een begrotingswijziging die gedurende het begrotingsjaar is vastgesteld. Voor onderstaande reserveringen is dit niet het geval en derhalve worden ze hierbij als voorgenomen reserveringen vermeld. Met de resultaatbepaling dient daarom bij het vaststellen van de jaarrekening 2013 tevens het besluit genomen te worden tot het creëren van deze reserves. Deze worden vervolgens verantwoord in het daarop volgende begrotingsjaar zijnde 2014. Voordelig resultaat na tussentijdse resultaatbestemming en voor beoogde onttrekkingen aan en stortingen in reserves bedraagt hierdoor: reserveringen Reserve mobiliteitskosten Reserve frictie- en transitiekosten Totale toevoegingen
€ €
120.000 433.879 €
Voordelig resultaat af te rekenen met de gemeenten
Pagina 14
€ 553.879
553.879 €
0
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Toelichting op de reserveringen Zoals hierboven aangegeven wordt voorgesteld om een tweetal reserves te creëren voor 2014 voor een totaal bedrag van € 553.879 en dit bedrag ten laste van het rekening resultaat 2013 na bestemming te brengen. Beide reserves zijn ingegeven door de lopende #Kracht15 discussie en de taakstellende bezuinigingsopdracht van minimaal 25% en de hieruit voortvloeiende zorg van Holland Rijnland en de deelnemende gemeenten voor het begeleiden van medewerkers naar andere werkgevers en de kosten die hiermee gemoeid zijn. Om op een zo soepel en zo snel mogelijk wijze van de huidige situatie te komen naar de nieuwe organisatie en om te voorkomen dat in een later stadium geld moet worden opgehaald bij de deelnemende gemeenten, wordt er nu voorgesteld deze reserveringen vast te doen. 1. Reserve mobiliteitskosten De reservering voor mobiliteitskosten in verband met #Kracht15 discussie dient ter bevorde-
ring van de mobiliteit van de medewerkers en de hiermee gepaard gaande te verwachte mobiliteitskosten in 2014 en latere jaren. Ingeschat wordt dat van het huidig aantal medewerkers van 80 personen 25%, zijnde 20 medewerkers, op zoek moet naar ander werk en dat 75% van deze 20 medewerkers, zijnde 16 medewerkers, van werk naar werk begeleid dienen te worden in de vorm van bijvoorbeeld outplacement of extra opleidingen. Uitgaande van een maximaal bedrag per traject van € 7.500 (Car-UWo artikel 10.d16, lid 4) wordt voorgesteld € 120.000 te reserveren. 2. Reserve frictie- en transitiekosten De reservering voor frictie- en transitiekosten in verband met #Kracht15 discussie dient ter
dekking van de te verwachten frictie- en transitiekosten in 2014 en verder. Ingeschat wordt dat gelet op de omvang van het huidige Holland Rijnland organisatie hiervoor een bedrag van € 433.879 gereserveerd dient te worden. Bij de ’Toelichting op de Programmarekening over 2013’ (hoofdstuk 2.3.3) wordt per programma nader ingegaan op de verschillen tussen de jaarrekening en begroting.
Afrekenstaat 2013 na bestemming en na voorgenomen reserveringen Gemeente Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Totaal
Voorschot
Rekening
653.940 288.100 346.610 861.480 1.576.080 378.100 316.270 242.010 348.960 212.350 327.410 167.190 517.790 344.820 115.550
557.635 268.486 314.053 798.629 1.470.320 351.538 290.768 207.145 325.447 196.849 307.590 142.172 481.175 325.087 105.888
6.696.660
6.142.781
Pagina 15
Afrekening Afrekening na 2013 voorgenomen 96.305 20.095 19.614 -2.199 32.557 5.679 62.851 -2.688 105.760 -19.422 26.562 -1.395 25.502 2.086 34.865 6.556 23.513 -3.319 15.501 -947 19.820 -4.364 25.018 5.588 36.615 -804 19.733 -6.037 9.662 1.171 553.879
0
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
BTW-compensatiefonds Van belang is te vermelden dat er over 2013 een bedrag van € 557.403 aan zogenaamde doorschuif btw is gemeld aan de deelnemende gemeenten. Per individuele gemeente moet een opgave worden verstrekt van welk deel van de voorbelasting compensabel is en kan worden doorgeschoven naar de betreffende gemeente (zie hiervoor paragraaf 6 “btw-compensatiefonds”). De deelnemende gemeente kan deze kosten dan meenemen met de opgave voor het btw-compensatiefonds. De gemeenten hebben door de verrekening in het btw-compensatiefonds een financieel voordeel. De terugbetaling komt neer op een bedrag van gemiddeld € 1,05 per inwoner. Besluit Woninggebonden Subsidies Jaarlijks wordt aan de hand van de prognoses bekeken of er een uitkering van BWS-gelden plaatsvindt. De prognoses geven aan dat er over 2013 geen bedragen kunnen worden terugbetaald.
Pagina 16
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.3 BESTUUR Holland Rijnland bestaat uit de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010 heeft Holland Rijnland een nieuw Dagelijks en Algemeen Bestuur gekregen. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 47 leden, met ingang van 27 maart 2013 die door de Holland Rijnland-gemeenten zijn afgevaardigd. Algemeen Bestuur en stemverhouding zittingsperiode 2010-2014
Gemeente
Inwoners
Aantal leden
1.
Alphen aan den Rijn
72.680
5 leden
Stemtotaal 16
2.
Hillegom
20.627
3 leden
6
3.
Kaag en Braassem
25.744
3 leden
6
4.
Katwijk
62.044
3 leden
14
5.
Leiden
117.915
24
6.
Leiderdorp
26.609
7 leden Met de aanwijzing van mevrouw Van Gelderen, zijn er 7 ABleden uit Leiden aanwezig 3 leden
7.
Lisse
22.685
3 leden
6
8.
Nieuwkoop
26.988
3 leden
6
9.
Noordwijk
25.438
3 leden
6
10. Noordwijkerhout
14.601
2 leden
4
11. Oegstgeest
22.767
3 leden
6
12. Rijnwoude
18.465
2 leden
4
13. Teylingen
35.812
2 leden
8
14. Voorschoten
23.865
3 leden
6
15. Zoeterwoude
8.130
2 leden
2
47 leden
120
Pagina 17
6
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Voor elke vergadering van het Algemeen Bestuur wordt een Portefeuillehoudersoverleg gehouden, dat bestaat uit wethouders en/of burgemeesters. Er zijn vijf Portefeuillehoudersoverleggen: Bestuur en Middelen, Economische Zaken, Ruimte, Verkeer en Vervoer en Sociale Agenda. In 2013 vergaderden de portefeuillehouders vier keer. In deze vergaderingen adviseerden de colleges het Dagelijks Bestuur onder meer over de onderwerpen op de agenda van het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur heeft in het verslagjaar op 27 maart, 26 juni, 23 september, 30 oktober en 18 december. De agendastukken zijn steeds ruim verspreid en op de website geplaatst. Ook de leden van de Ambtelijke Adviesgroepen (AAG) van de betreffende Portefeuillehoudersoverleggen hebben alle stukken ontvangen. De reguliere vergadering van het Dagelijks Bestuur is een keer per veertien dagen op donderdag in het regiokantoor. In 2013 bestond het Dagelijks Bestuur uit de volgende zeven leden: H.J.J. Lenferink J. Wienen H.B. Eenhoorn M. Vissers J.B. Uit den Boogaard C.J.M.W. Wassenaar R.A. van Gelderen
voorzitter en portefeuillehouder Algemeen Bestuurlijke Zaken vice-voorzitter, portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening en Wonen vice-voorzitter, portefeuillehouder Natuur en Landschap portefeuillehouder Verkeer en Vervoer portefeuillehouder Arbeidsmarkt en Economie portefeuillehouder Middelen, Communicatie, Boeien en Binden portefeuillehouder Jeugd en Welzijn
In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 27 maart 2013 zijn mevrouw Van Gelderen en de heer Vissers aangewezen als nieuwe leden van het Algemeen Bestuur. Zij zijn beide per die datum ook benoemd als lid van het Dagelijks Bestuur. Mevrouw Van Gelderen vervangt mevrouw Van Oortmerssen die in december 2012 haar functie als wethouder van Oegstgeest neerlegde. De heer Vissers vervangt de heer De Lange die in het voorjaar zijn functie neerlegde als wethouder in de gemeente Noordwijk.
Pagina 18
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.4 PROGRAMMA RUIMTELIJKE AGENDA Doelstelling van het programma Maatschappelijke doelstelling Een duurzame en integrale ruimtelijke ontwikkeling van de regio op de beleidsterreinen wonen, werken, infrastructuur en groen, waarbij de randvoorwaarden vanuit landschap, natuur, water en cultuurhistorie sturend zijn voor de infrastructuur, wonen en werken. Dit betekent: - Evenwichtige stedenbouwkundige ontwikkeling van de stedelijke band langs de Oude Rijn, inclusief een zorgvuldige en duurzame groene inpassing en bebouwing van het voormalige marinevliegkamp Valkenburg. - Realisering van het vastgestelde woningbouw- en herstructureringsprogramma en regionale verdeling van de sociale woningvoorraad, netto toevoeging van 40.000 woningen in de periode van 2000 tot 2020. - Behoud en versterking van het open agrarische karakter van Groene Hart, Duin- en Bollenstreek en Duin Horst Weide en de recreatieve en groenblauwe verbindingen in het landelijk gebied en tussen landelijk en stedelijk gebied. - Realiseren van de benodigde robuuste infrastructuur om ruimtelijk-economische ontwikkeling te faciliteren. Dit alles volgens het adagium: “eerst bewegen, dan bouwen”, waarbij rekening wordt gehouden met een duurzame inpassing. - Realiseren van voldoende ruimte voor het regionale bedrijfsleven door werk te maken van de herstructurering/herontwikkeling van bestaande bedrijventerreinen. - Behoud en ontwikkeling van het bollen- en bomencomplex en de bloementeelt en behoud en concentratie van gespecialiseerde glastuinbouw en uitbreiding containerteelt. - Regionale uitwerking van het Topsectorenbeleid van het Rijk en de provincie op het gebied van Life Sciences, Space Technology, Greenports en Bio-based Economy. Doelstelling Holland Rijnland Het programma Ruimtelijke Agenda van Holland Rijnland heeft tot doel om: - te werken vanuit een gezamenlijke ruimtelijke visie op het gebied en mede op basis hiervan een volwaardige gesprekspartner te zijn in het overleg met omringende regio’s, de provincies, de ministeries en maatschappelijke organisaties; - op strategisch niveau het beleid van andere overheden effectief te beïnvloeden; - de regio te ontwikkelen tot een factor van belang in het bestuurlijke krachtenveld van de Randstad; - een platform te bieden voor de deelnemende gemeenten om actuele ruimtelijke ontwikkelingen te bespreken. Resultaten De belangrijkste resultaten in 2013 kunnen als volgt kort worden weergegeven: Hoogwaardig openbaar vervoer (HOV): verschillende HOV-corridors zijn verder uitgewerkt door provincie, Holland Rijnland en de gemeenten. Holland Rijnland heeft het initiatief genomen om samen met de gemeenten verkenningen uit te voeren naar de OV-corridors Hillegom – Nieuw-Vennep en Leiden – Leiderdorp. De corridor Leiden –Leiderdorp lijkt kansrijk om versneld op R-net niveau te brengen en wordt in 2014 meer gedetailleerd uitgewerkt. Het Algemeen Bestuur heeft in december 2013 ingestemd met de Bestuursovereenkomst HOV Noordwijk – Schiphol. In de Bestuursovereenkomst HOV-corridor Noordwijk – Schiphol leggen betrokken partijen afspraken vast om de voorkeursvariant tot uitvoering te kunnen brengen. In de overeenkomst is onder meer opgenomen dat Holland Rijnland € 5 miljoen RIF-middelen ter beschikking stelt voor deze corridor. RijnlandRoute: 23 september 2013 heeft definitieve besluitvorming plaatsgevonden over cofinanciering vanuit de regio aan de RijnlandRoute. Topsectoren Space technologie en Biobased Economy: op 4 november 2013 is in het bijzijn van minister Kamp het Holland Space Cluster opgericht, waarmee het bedrijfsleven,
Pagina 19
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
kennisinstellingen en overheden gericht willen inzetten op het versterken van de ruimtevaartsector in Nederland. Vanuit de topsector Biobased Economy is in 2013 uitvoering gegeven aan het programma Holland Rijnland Biobased. Dit programma zet in op het aanjagen van projecten, netwerkvorming en meer zicht op de mogelijkheden die Biobased Economy biedt. Belangrijk resultaat was het besluit van een aantal partijen, waaronder de Universiteit leiden, om in het voorjaar van 2014 een proefopstelling te bouwen voor het project Solar Fuels. Greenport Duin- en Bollenstreek: uitvoerder GOM is begonnen met het bouwrijp maken en de verkoop van de glas- en bedrijvenkavel in Kloosterschuur-Trappenberg en Delfweg. Gemeenten in de Duin- en Bollenstreek hebben de samenwerking op het gebied van RO en EZ beter vormt gegeven. Natuur en landschap: de eerste groenprojecten met cofinanciering vanuit het Regionaal Groenprogramma zijn afgerond: Matilo, Oostvlietpolder, ecologische verbindingen in Zoeterwoude en Hillegom, brug Koudenhoorn, Uitkijkpunt Blauwe Hart en de Boterhuispolder. Vanuit het Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek is de Cultuurhistorische Atlas opgesteld. Tevens is een verkenning gestart naar de vormgeving van een Gebiedsfonds groen-blauwe diensten in Holland Rijnland. In juli is besloten om het Gebiedsfonds in eerste instantie af te bakenen voor het beheer van boerenlandpaden en om het fonds zodanig in te richten (organisatie en uitvoering) dat de structuur aansluit bij het nieuwe provinciale groenbeleid en de nieuwe uitvoeringsstrategie van Europa en het Rijk. Holland Rijnland heeft voor de uitwerking van het Gebiedsfonds nauwe samenwerking gezocht met de (samenwerkende) agrarische natuurverenigingen in de regio. Woonruimteverdeling: het Dagelijks Bestuur heeft de ontwerphuisvestingsverordening vastgesteld en vrijgegeven voor de inspraak. Ook zijn er in concept nadere uitvoeringsregels vastgesteld alsmede het convenant woonruimteverdeling met de corporaties. De beide laatste documenten zijn van belang voor een efficiënte werking van de beleidsregels uit de regionale huisvestingsverordening. In 2013 zal besluitvorming plaatsvinden. Huisvesting Arbeidsmigranten: Op de werkconferentie in maart is de Quickscan aantallen arbeidsmigranten gepresenteerd. Gemeenten, werkgevers en huisvesters hebben de mogelijkheden om de huisvesting van arbeidsmigranten beter te regelen en te handhaven besproken. Het ambassadeursteam heeft met input van het Ambtelijk Overleg Wonen de Richtlijnen en het Convenant Huisvesting Arbeidsmigranten opgesteld. De portefeuillehouders Wonen hebben tijdens hun overleg op 6 november 2013 besloten hun colleges te adviseren de Richtlijnen en het Convenant vast te stellen en te tekenen. Kansrijke economische sectoren in de regio: in opdracht van de Stuurgroep #Kracht 15 is in 2013 een onderzoek uitgevoerd naar de kansrijke sectoren. Dit onderzoek, getiteld “Kijk op de regionale economie van Holland Rijnland” levert een aantal bouwstenen op voor de intergemeentelijke samenwerking op economische gebied. In vervolg op de in 2012 vastgestelde Behoefteraming bedrijfshuisvesting 2.0 is in 2013 een onderzoek verricht naar de kwaliteit en de toekomstwaarde van de bedrijventerreinen in Holland Rijnland. Het Uitvoeringsprogramma Fiets is vastgesteld, waarmee Holland Rijnland heeft gekozen voor prioritering van utilitaire fietsroutes. Voor de Corridor N207 is de eerste verkenning afgerond. Op deze corridor wordt gestart met een nadere planstudie naar een aantal varianten.
Deelprogramma’s Binnen de Ruimtelijke Agenda worden de volgende onderdelen onderscheiden: - Ruimtelijke Agenda algemeen - Ruimtelijke Ordening. - Wonen. - Economische Zaken en Toerisme. - Natuur en Landschap. - Verkeer en Vervoer.
Pagina 20
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Financiën
Programma Ruimtelijke Agenda Totaal indirecte kosten materiële kosten
Rekening 2011
Rekening 2012
Rekening 2013
Begroting 2013
Begroting na wijziging 2013
1.660.790 2.124.023
1.808.761 1.971.315
1.724.590 1.990.901
1.777.510 1.684.580
1.777.510 1.874.580
totale lasten
3.784.813
3.780.076
3.715.491
3.462.090
3.652.090
directe baten bijdragen gemeenten
1.016.845 2.767.968
1.082.055 2.698.021
1.238.787 2.476.704
655.590 2.806.500
845.590 2.806.500
De analyse van de verschillen tussen de gerealiseerde en begrote bedragen is weergegeven in de Toelichting op de Rekening van Baten en Lasten 2013.
Pagina 21
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.4.1 Onderdeel Ruimtelijke Agenda Algemeen Monitoring De maatschappelijke doelstelling is het beschikbaar hebben van vergelijkbare actuele en betrouwbare gegevens over Holland Rijnland en de aangesloten vijftien gemeenten. Dat is van groot belang voor de regio. In de afgelopen jaren zijn door het Algemeen Bestuur een aantal belangrijke beleidsdocumenten voor de regio vastgesteld. Ook anderszins zijn door de regiogemeenten afspraken gemaakt. Monitoring van de gemaakte afspraken, ontwikkelingen en trends en het op basis hiervan tussentijds kunnen bijstellen van het beleid is noodzakelijk. Beleidsevaluatie en -monitoring zijn een vast onderdeel van de beleidscyclus. Dit betekent, dat vanaf het begin rekening moet worden gehouden met evaluatie en monitoring door een goede nulmeting te doen, doelen zo "SMART" mogelijk te definiëren, relevante data te verzamelen en middelen te reserveren. Resultaten In 2013 zijn de volgende resultaten geboekt die bijdragen aan de doelstelling: Publicatie Kerncijfers Holland Rijnland 2013-2014 Een nieuwe Kantorenmonitor 2013. De genoemde publicaties zijn een coproductie van Holland Rijnland en de afdeling Beleidsondersteuning en Advies van de gemeente Leiden. Zuidvleugel Doelstelling van het programma Zuidvleugel is: Belangenbehartiging van de regio Holland Rijnland en de gemeenten bij provincie en Rijk; Faciliteren en ondersteunen van het functioneren van regiobestuurders in de Zuidvleugel; Voorbereiding van het BO MIRT en de regionale belangen daarbinnen. Resultaten In 2013 heeft het Samenwerkingsverband Zuidvleugel zich verder ontwikkeld als netwerk van samenwerkende overheden in de Zuidelijke Randstad. Daarbij is de samenwerking met marktpartijen, kennisinstellingen en andere stakeholders versterkt. De versterking als kennisnetwerk is onder andere tot uiting gekomen met het project smart talks, waarin bestuurders hun ervaringen met de gebiedsontwikkeling nieuwe stijl hebben gedeeld. Ook vanuit het programma Stedenbaan zijn weer diverse kennisbijeenkomsten georganiseerd. Op het gebied van duurzaamheid, energietransitie en biobased heeft zich een netwerk met enthousiaste medewerkers van de Zuidvleugelpartners gevormd. De evaluatie van het programma Stedenbaan heeft geleid tot een vernieuwd organisatiemodel waarmee de partners inclusief NS en ProRail het programma met nog meer kracht kunnen gaan uitvoeren. Met de instelling van de IQ (Innovation Quarter, voorheen ROM Zuidvleugel), de start van de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ) en de vaststelling van de Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad 2013-2014 in het BO MIRT zijn inhoudelijk en procesmatig belangrijke randvoorwaarden gecreëerd om als gezamenlijke overheden samen met bedrijfsleven en kennisinstellingen te werken aan verdere versterking van de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat van de Zuidelijke Randstad. Holland Rijnland heeft capaciteit geleverd aan het programmabureau Zuidvleugel ten behoeve van het programma MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport, MIRT). Daarnaast is vanuit de regio inzet geleverd voor de Voorbereidingsgroep BO MIRT, een ambtelijke groep waarin de Zuidvleugelpartijen onderling hun inzet voor de het BO MIRT afstemmen. Dit heeft er onder meer toe geleid dat de Duinpolderweg in het overleg met het Rijk is geagendeerd en de spoorverbinding Leiden – Utrecht (spoorverdubbeling na 2028) genoemd is als regionale inzet voor de Lange Termijnspooragenda. Daarnaast heeft Holland Rijnland in samenspraak met de inliggende gemeenten een actieve bijdrage geleverd aan de Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad. Met deze agenda wordt een uitdagend investeringsperspectief geboden aan de diverse overheden, bedrijven en ondernemers in de Zuidelijke Randstad. Ook voor de sectoren wonen, verkeer en vervoer en economie is capaciteit geleverd.
Pagina 22
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Haarlemmermeer en SMASH Het kabinet heeft de Metropoolregio Amsterdam (MRA) als prioritaire regio aangemerkt, en daarbinnen de Schipholregio (de zuidwestelijke hoek van de Metropoolregio) als cruciaal aangewezen. In het gebied komen meerdere (rijks)belangen en opgaven samen, zoals de mainport Schiphol, infrastructuur (zoals de A4), de Zuid-As, energienetwerken (zoals de 380 kVleiding), de Greenports Aalsmeer en Duin- en Bollenstreek en woningbouw. Het Rijk wil in de Rijksstructuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (SMASH) onderzoeken welke ruimtelijke en infrastructurele randvoorwaarden geborgd moeten worden om versterking van de Schipholregio te realiseren. De samenhang met de overige ruimtelijke opgaven, zoals infrastructuur, waterberging, woningbouw en energie komen daarom ook integraal aan bod. De ruimtelijke keuzes, die het Rijk maakt in SMASH (bijvoorbeeld over de Westflank Haarlemmermeer) zal het Rijk juridisch verankeren in het Luchthavenindelingsbesluit (de Algemene Maatregel van Bestuur Luchthavenindelingsbesluit (Lib)). Resultaten In 2013 zijn inhoudelijke thema’s als veiligheid, bereikbaarheid en de spanning tussen ontwikkeling luchtvaart en woningbouw verder uitgewerkt. Het thema veiligheid is vertaald in aanpassingen in het Luchthaven indelingen besluit (Lib). Deze aanpassingen worden zijn in 2013 in procedure gebracht voor vaststelling. De Duinpolderweg is een belangrijk onderwerp binnen het thema bereikbaarheid. Er zijn scenario’s ontwikkeld waarin verschillende mogelijkheden van geluidscontouren, regimes en woningbouw zijn opgenomen. De actieve inbreng van Holland Rijnland in SMASH heeft er mede toe geleid dat meer draagvlak en voorbereiding nodig wordt geacht voor het vervolgproces; Tevens heeft de actieve inbreng van Holland Rijnland er toe geleid dat er niet alleen gekeken wordt naar effecten in de Noordvleugel, maar ook naar mogelijke effecten in Holland Rijnland. Holland Rijnland werkt hierin nauw samen met de provincie Zuid-Holland. Omgevingsdienst West-Holland Holland Rijnland en de Omgevingsdienst voeren beide taken uit voor of namens de gemeenten in deze regio. Holland Rijnland richt zich vooral op sociale en ruimtelijke vraagstukken op strategisch niveau. De Omgevingsdienst voert binnen de regio Holland Rijnland de gemeentelijke taken uit op het gebied van milieu en duurzaamheid, met de nadruk op uitvoerende taken, zoals vergunningverlening, toezicht en handhaving. Afstemming vindt plaats tussen beide organisaties over het inbrengen van milieu-aspecten in ruimtelijke plannen, zoals de RSV. Resultaten In 2013 hebben Holland Rijnland en de Omgevingsdienst in beeld gebracht hoe duurzaamheid is opgenomen in de werkzaamheden van Holland Rijnland en welke kansen zich voordoen op dit thema, bijvoorbeeld op het gebied van biobased economy en energietransitie.
Pagina 23
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.4.2 Onderdeel Ruimtelijke Ordening Doelstelling van het programma In het gebied van de regio Holland Rijnland concurreren een aantal ruimteclaims: woningen, bedrijven, kantoren, infrastructuur, land- en tuinbouw, water, recreatie en natuur. Enerzijds vragen behoud en versterking van het woon- en leefmilieu en de landschappelijke kwaliteit om aandacht. Anderzijds willen we ruimte bieden aan welvaart en economische groei met de daarbij behorende infrastructuur. Het doel van het deelprogramma Ruimtelijke Ordening is een goed evenwicht te vinden tussen de verschillende ruimteclaims. Context Holland Rijnland wil in het overleg met Rijk en provincie een bestuurlijke factor van betekenis zijn. Daarvoor is het nodig, dat de deelnemende gemeenten een gezamenlijke visie op de ontwikkeling van de regio hebben en waar nodig knopen doorhakken op complexe bestuurlijke dilemma’s, zoals bij de Woonvisie, het bouwscenario tot en met 2019, de Kantorenstrategie en Bedrijventerreinenstrategie. Vanuit de diverse programma’s ontplooien gemeenten en de regio verschillende activiteiten, die elk op een andere manier claims leggen op de inrichting van de ruimte, die tegen elkaar afgewogen moeten worden. Hierbij gaat het onder meer over: - Wonen (afstemming woonbeleid, verkenning en programmering woonbehoefte en herstructurering, het oplossen van de bouwlocatieproblematiek tot 2020). - Werken (revitalisering van bestaande en ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen, ontwikkelingsmogelijkheden van toerisme en recreatie, ontwikkeling en herstructurering Greenport Duin- en Bollenstreek, behoud, concentratie en verplaatsen gespecialiseerde glastuinbouw). - Infrastructuur (inpassing van de RijnlandRoute, HOV-netwerk, Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek). - Natuur en landschap (zorg dragen voor uitwerking Groenprogramma in gebiedsprogramma’s, realisering van projecten Zuidvleugel Zichtbaar Groener, inbreng in Groene Hartbeleid). De Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland (RSV) stemt de verschillende sectorale beleidslijnen op elkaar af. Daarnaast wordt ook gekeken naar de gemeentelijke plannen en visies. In de RSV zijn zeven kernbeslissingen geformuleerd die moeten zorgen voor het behoud en de versterking van de kwaliteiten van de regio: 1. Holland Rijnland is een top woonregio. 2. Leiden vervult een regionale centrumfunctie. 3. Concentratie stedelijke ontwikkeling. 4. Groenblauwe kwaliteit staat centraal. 5. Het Groene Hart, de Bollenstreek, en Duin, Horst en Weide blijven open. 6. Twee speerpunten voor economische ontwikkeling: kennis en Greenports. 7. Verbetering van de regionale bereikbaarheid. Resultaten In 2013 zijn de volgende resultaten geboekt die bijdragen aan de doelstelling: De regionale inbreng in en het overleg over de Visie Ruimte en Mobiliteit van de provincie is gecoördineerd. Er is geregeld overleg tussen provincie, regio en gemeenten, ter afstemming van het ruimtelijk beleid. In 2013 is er twee maal een bestuurlijke tafel tussen gedeputeerde, portefeuillehouder en de wethouders Ruimte geweest, hoofdonderwerp waren de Koersnotitie van de provincie en de Visie Ruimte en Mobiliteit. Bij een van de bestuurlijke tafels waren tevens de gedeputeerde verantwoordelijk voor verkeer en de wethouders Verkeer aanwezig. Door de provincie is gewerkt aan een integrale herziening van de Provinciale Structuurvisie. Dit traject heeft geleid tot een ontwerp Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM), en er
Pagina 24
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
zijn het afgelopen jaar verschillende tussenproducten opgeleverd. De regio heeft in het gehele totstandkomingsproces een bijdrage geleverd, onder andere door diverse tussentijdse reacties op te stellen (zoals een Position Paper in de zomer en een uitgebreide annotatie voor het bestuurlijk overleg in november) Inbreng en ondersteuning van de provincie Zuid-Holland bij het opstellen van de Gebiedsprofielen Ruimtelijke Kwaliteit Duin, Horst en Weide, Duin- en Bollenstreek en Greenport Boskoop, afronding Gebiedsprofiel Wijk en Wouden. Samen met de provincie Zuid-Holland verder vormgeven van de As Leiden-Katwijk, waaronder afstemming op inhoud en planning tussen de projecten, waaronder RijnlandRoute, HOV-net Zuid Holland Noord, Valkenburg, Knoop Leiden West en het Bio Science Park Leiden
Tabel betreffende de programma’s 4.1 en 4.2.:
1 nv
Begroting: Wat zouden we doen? Conform begroting 2013 Niet voorzien
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern
1
Concentreren van verstedelijking in de as Leiden-Katwijk, de Oude Rijnzone en in Alphen aan den Rijn.
d
2
Openhouden van het Groene Hart, de Duin- en Bollenstreek en Duin, Horst en Weide.
d
3
Regionale belangen borgen in provinciaal en Rijksbeleid, onder meer via de gebiedsprofielen, SMASH en de Zuidvleugel.
d
4
Op regionaal niveau afwegen van ruimtelijke plannen.
d
nv
Participeren in gebiedsprogramma’s zoals voor het Groene Hart en ontwikkeling van de Greenport(s); realisatie van projecten uit deze gebiedsprogramma’s staat centraal.
b
nv
Voortgang van de Greenport Ontwikkelings Maatschappij inzichtelijk maken, vooral gericht op de (voorgenomen) regionale investering van € 10 miljoen.
a
Pagina 25
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.4.3 Onderdeel Wonen Doelstelling van het programma Het doel van het deelprogramma Wonen is het stellen van kaders om te komen tot één goed functionerende en open regionale woningmarkt, die aansluit bij de vraag van regionale woningzoekenden. Om de beoogde woningmarkt te bereiken wordt er enerzijds richting gegeven aan het bouwprogramma, anderzijds aan de woningtoewijzing. Het eerste stoelt op de Regionale Woonvisie 2009-2019; de spelregels voor de woningtoewijzing liggen vast in de regionale huisvestingsverordening. De afspraken en beleidsdoelstellingen van dit deelprogramma worden gemonitord. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Blok heeft Holland Rijnland in april 2012 gevraagd om het voortouw te nemen bij het maken van regionale afspraken over de huisvesting van arbeidsmigranten. Context In 2013 zette de trend op de woningmarkt door. Zowel de nieuwbouw als de afgifte van bouwvergunningen nam verder af. Gemeenten hebben hun plancapaciteit verder teruggeschroeft. Ondanks de inzakkende vraag in de koopsector blijft het uitermate moeilijk het kwantitatieve en kwalitatieve woningtekort in Holland Rijnland, mede vanwege de lastige locaties en de uiteenlopende ruimteclaims, terug te dringen. De druk op de woningmarkt blijft hoog, ondanks de crisis. De regiogemeenten hebben zich tot doel gesteld om voldoende woningen te bouwen voor de opvang van de groei van de eigen bevolking en van een deel van de overloop uit de Haarlemmermeer (Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek). De druk op de woningmarkt uit zich ook in de sociale sector. De doorstroming stagneert doordat corporaties van rijkswege ten hoogste 10% van hun aanbod mogen aanbieden aan huishoudens met een inkomen van meer dan 34.085 euro. Deze huishoudens verhuizen niet meer binnen de sociale huursector en de koopsector is voor velen van hen nog niet bereikbaar. Om de schaarse voorraad goed te kunnen verdelen werkt Holland Rijnland aan een nieuw regionaal woonruimteverdeelsysteem. Resultaten In 2013 zijn de volgende resultaten geboekt die bijdragen aan de doelstelling: Op weg naar een nieuw woonruimteverdeelsysteem is de nieuwe huisvestingsverordening vastgesteld. Ook zijn het convenant met de corporaties en de nadere uitvoeringsregels woonruimteverdeling vastgesteld. Er is gestart met de bouw van het systeem wat naar verwachting april 2014 gereed is. Taken die volgen uit de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2009 zijn uitgevoerd, waaronder urgentieverlening en het monitoren van de kwaliteit van de woonruimteverdeling (uitvoering bij woningbouwcorporaties). De opgave voor woonruimteverdeling is omvangrijk; ultimo 2013 waren er circa 56.900 ingeschreven woningzoekenden (4% meer dan in 2012), waarvan 37% procent (20.230) actief zocht. Dit aandeel is de laatste drie jaar nagenoeg gelijk. Alle urgentieverzoeken werden behandeld door de regionale urgentiecommissie. Bezwaarschriften zijn behandeld door de regionale bezwaarschriftencommissie. Bezwaren vanuit Noordwijkerhout werden behandeld door de lokale bezwaarschriftencommissie, die vervolgens advies uitbracht aan het college van Noordwijkerhout. In de Rijnstreek werden de urgentieverzoeken behandeld door het Platform Urgenties van Woonmarkt Rijnstreek. De Klachtencommissie Woonruimteverdeling Rijnstreek behandelde vervolgens de bezwaren tegen afgewezen urgentieverzoeken. In 2013 is er voor 100 woningen in vier gemeenten toestemming verleend voor lokaal maatwerk. In alle gevallen ging het om verzoeken om aangepaste seniorenwoningen eenmalig met voorrang te mogen toewijzen aan de lokale doelgroep. Er was ook sprake van stadsvernieuwing.
Pagina 26
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Companen heeft in opdracht van de regio een woningmarktanalyse uitgevoerd. Per subregio is druk op de markt in beeld gebracht. Op basis daarvan heeft adviesbureau Stec een begin gemaakt met een regionale woonagenda waarin nieuwe afspraken zullen worden gemaakt voor het regionale woningbouwbeleid. Monitoring van de kwantitatieve regionale bouwopgave; in 2013 zet de neergang in de nieuwbouw als gevolg van de crisis door. Voorlopige schatting is dat er ruim 400 nieuwe woningen minder zijn gebouwd dan in 2012. Definitieve cijfers van het CBS en de provincie zijn echter nog niet beschikbaar. Input leveren voor de uitwerking van de verstedelijkingsopgave voor de Zuidvleugel. Een quick scan laten uitvoeren voor de opgave van de huisvesting van arbeidsmigranten in de regio, als basisinformatie voor een werkconferentie die in maart heeft plaatsgevonden over dit thema. Het convenant en richtlijnen voor de huisvesting zijn opgesteld en aangeboden aan de colleges met het advies deze vast te stellen. Instellen kopgroep, bestuurlijk en ambtelijk, die als vliegwiel moet gaan functioneren voor het tot stand brengen van huisvesting voor arbeidsmigranten.
Inzet De volgende activiteiten hebben bijgedragen aan de resultaten in 2013: - Platformfunctie: het voeren van secretariaat voor het Portefeuillehoudersoverleg, de Ambtelijke Adviesgroep Ruimte en het ambtelijk overleg Wonen. Ondersteuning Ambassadeursteam Huisvesting Arbeidsmigranten. - Belangenbehartiging/beleidsadvisering met betrekking tot plannen van Rijk, provincie en Zuidvleugel, regiogemeenten inzake verstedelijking, woningbouw en woonruimteverdeling. - Advisering bestuurlijk overleg tussen vertegenwoordigers van regio, verhuurders en huurders in de Beleidscommissie Woonruimteverdeling. BO met de minister over Huisvesting Arbeidsmigranten. - Uitvoering urgentieregeling en vertegenwoordiging van de regio in en bij de behandeling van bezwaar- en beroepschriften (zie onderstaande staat voor cijfers).
Urgentie afdeling
Jaar
Jaar
Jaar
2011
2012
2013
Aantal ontvangen urgentie-aanvragen Aantal afgewezen urgentie-aanvragen (inclusief adviezen) Aantal toegewezen urgentie-aanvragen (inclusief aanvragen voorgaande jaren)
455
338
299
134
147
91
292
162
148
Aantal behandelde bezwaarschriften Aantal behandelde rechtbankzaken
67 3
99 3
66 6
Aantal vergaderingen Regionale Urgentiecommissie Aantal Stadsvernieuwingsurgenten
35 44
28 224
24 247
Pagina 27
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Begroting: wat zouden we doen? 1 Conform begroting 2013 nv Niet voorzien
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern
1 Herijken Woonvisie met een bouwscenario voor alle vijftien gemeenten van Holland Rijnland en nader gespecificeerde productieafspraken (per gemeente en per jaar).
b
2 Monitoren uitvoeringsprogramma met aandacht voor opnamecapaciteit.
b
3 Overleg voeren met Zuidvleugel, provincie en Rijk over speerpunten woonbeleid, o.a. de realisatie van (binnenstedelijke) locaties.
a/d
4 Beoordelen van urgentieverzoeken en voeren secretariaat urgentiecommissie.
a/d
5 Woonruimteverdeling: vaststelling van de huisvestingsverordening alsmede van het convenant en de nadere uitvoeringsregels.
a
6 Monitoren van prestatieafspraken Wonen, zorg en welzijn.
a
nv Analyseren van demografische ontwikkelingen en bouwmogelijkheden van de gemeenten en corporaties (en daarmede de regio) om zowel het aanbod als de huidige en toekomstige vraag zo goed mogelijk inzichtelijk te maken.
b
nv Quick scan aantallen arbeidsmigranten en opstellen Richtlijnen en Convenant Huisvesting Arbeidsmigranten.
a
Pagina 28
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.4.4 Onderdeel Economische Zaken en Toerisme Doelstelling van het programma In algemene zin is de doelstelling van het programma het bevorderen van een duurzame economische ontwikkeling. In de Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland zijn de kenniseconomie (Bio Science en ruimtevaart) en de Greenports als speerpunten voor de economische ontwikkeling benoemd. Hierbij zijn de volgende kernbeslissingen geformuleerd: - Opschaling van de kenniseconomie op (inter)nationaal niveau door uitbreiding van vooral het Bio Sciencecluster in en om Leiden. - Uitbouw van de internationale economische kracht van de Greenports Duin- en Bollenstreek, Aalsmeer en regio Boskoop. Vanaf 2012 is daar de aandacht voor het Topsectorenbeleid van het Rijk en de Zuidvleugel bijgekomen. Met name voor de sectoren Space Technology en Biobased Economy heeft Holland Rijnland een trekkersrol. Context Het bevorderen van een duurzame economische ontwikkeling betekent primair zorgen voor meer werkgelegenheid in onderzoek en ontwikkeling, kennisintensieve dienstverlening en de recreatief-toeristische sector. Langs verschillende lijnen wordt hier aan gewerkt. In algemene zin is het zorgen voor een goede aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt van groot belang. Verder is er aandacht voor het topsectorenbeleid van het Rijk door de regionale topsectoren (Bio Science, Greenports, Space en Biobased Economy) gericht te versterken, ook door in te spelen op kansen die er liggen vanuit de Europese, landelijke en provinciale/Zuidvleugel en Provinciale Economische Agenda. De Greenportontwikkelingsmaatschappij wordt ondersteund bij de herstructurering van de Greenport Duin- en Bollenstreek tot een vitaal bollen- en glastuinbouwcomplex met behoud van de landschappelijke kwaliteiten. Er is contact en afstemming met de greenports Aalsmeer en regio Boskoop. Om een economisch vitale en concurrerende regio te blijven is het noodzakelijk ruimte te blijven bieden aan bedrijven, die hier al gevestigd zijn of zich in de regio willen vestigen. Dat kan door werk maken van de herstructurering van verouderde bedrijventerreinen, de aanleg van een beperkt aantal nieuwe bedrijventerreinen en de aanpak van de leegstand in kantoren en planologische ruimte voor nieuwe kantoren op een beperkt aantal duurzame locaties. De groei van het aantal vierkante meters kantooroppervlak en hectares bedrijventerrein moet worden afgestemd op de daadwerkelijke vraag vanuit het bedrijfsleven. Hierbij staat toepassing van de zogenoemde Ladder voor duurzame verstedelijking (voorheen SER-ladder) centraal. Op het terrein van de detailhandel is de regio via het geven van detailhandelsadviezen meeverantwoordelijk voor het in standhouden van een gezonde detailhandelsstructuur. Om een aantrekkelijk woon- en werkgebied te blijven is het beter benutten van de toeristischrecreatieve mogelijkheden in de regio erg belangrijk. De benutting ligt voor een deel in de routestructuren voor zowel fietsers, wandelaars als vaarders. Het fietsknooppuntsysteem is landelijk een groot succes en het onderhoud moet gewaarborgd blijven. Het toeristisch potentieel van de waterrecreatie is groot. De regio vervult een aanjaagfunctie in het versterken van de waterrecreatie, in zowel bebording als promotie. Uitbreiding van het sloepennetwerk is een concrete doelstelling. Daarnaast neemt de regio deel aan de pilot Vrijetijdslandschap Leidse Ommelanden om de private recreatieve mogelijkheden van het landschap te verkennen. Resultaten In 2013 zijn de volgende resultaten geboekt die bijdragen aan de doelstelling: Met het Topsectorenbeleid is in 2013 een flinke stap voorwaarts gezet, zowel rondom Space als met Biobased Economy. Voor het oprichten van het Holland Space Cluster is de SpaceStrategie opgesteld, die is vastgesteld in een bijeenkomst met bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden en is toegelicht in het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland op 26 juni. Op basis van de strategie is met financiële ondersteuning van gemeente Noordwijk, Leiden, Den Haag, Delft,
Pagina 29
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
de provincie Zuid-Holland, Kamer van Koophandel en het ruimtevaart bedrijfsleven (SpaceNed) een kwartiermaker aangesteld om het Holland Space Cluster op te richten. Er is een werkconferentie bij ESA ESTEC georganiseerd en de uitkomsten uit de conferentie zijn verwerkt in het werkprogramma Holland Space Cluster. Het Holland Space Cluster bestuur geformeerd. Op 4 november is het Holland Space Cluster officieel gestart door aanbieding werkprogramma Holland Space Cluster aan minister Kamp tijdens een werkbezoek aan ESA BIC in Noordwijk. Aan het programma Holland Rijnland Biobased is uitvoering gegeven langs de lijnen: Verdieping van de netwerkanalyse door gesprekken met diverse partijen Projectontwikkeling met nadruk op de gebieden Inhoudsstoffen, Algen voor afvalwaterzuivering en als bron voor biomassa, Waterstofproductie en efficiënt gebruik Scan naar subsidies uitgevoerd, kansen voor EFRO en clusterregeling provincie (Van der Luyt en Latexfalt zijn projecten die subsidie hebben ontvangen) Promotie van het thema biobased door medewerking aan nieuwsbrieven en het TV programma Zaaamspraak (op Unity FM) en het gebruik van LinkedIn en Twitter Afstemming met provinciale en andere initiatieven op gebied van biobased In het Algemeen Bestuur van 26 juni is besloten om een plan te maken het programma Holland Rijnland Biobased in 2014 voor te zetten. Dit programma is eind 2013 opgesteld. In opdracht van de Stuurgroep #Kracht15 is in 2013 een onderzoek uitgevoerd naar de kansrijke economische sectoren in Holland Rijnland. Dit onderzoek, getiteld “Kijk op de regionale economie van Holland Rijnland” levert een aantal bouwstenen op voor de intergemeentelijke samenwerking op economische gebied. 17 ha herstructurering en 9 ha uitbreiding agro-bedrijventerrein Delfweg en 22 ha herstructurering Kloosterschuur-Trappenberg is vastgesteld. Voor de uitbreiding en landschappelijke inpassing Kloosterschuur-Trappenberg heeft de provincie Zuid-Holland de subsidie opnieuw verleend. Uitvoerder GOM is begonnen met het bouwrijp maken van de glas- en bedrijvenkavel en de verkoop van deze kavels voor de bouw van greenportwoningen. Holland Rijnland heeft de vierde tranche RIF beschikbaar gesteld. Via het fonds contracteringen sluit GOM overeenkomsten met particulieren over het opruimen van verrommeling (met name oud glas en bedrijfspanden) en over bollengrondcompensatie. De GOM heeft nog geen RIF geld geïnvesteerd in landschappelijke inpassing of inrichting. Het plan van aanpak voor de uitvoering van de Kantorenstrategie is opgesteld. Inzet van de procesmanager herstructurering bedrijventerreinen voor gemiddeld twee dagen per week. De procesmanager is sinds 2010 werkzaam in de regio en ondersteunt de gemeenten in Holland Rijnland bij (het op gang brengen van) de herstructurering van de bedrijventerreinen. De focus ligt daarbij op (inmiddels) acht pilotprojecten. Er is samen met de gemeente Leiden geparticipeerd in een onderzoek van de provincie Zuid-Holland naar een alternatief gelijkwaardige locatie voor het geplande (en door Leiden geschrapte) bedrijventerrein in de Oostvlietpolder. De ruimte die dit bedrijventerrein vertegenwoordigde vervulde namelijk een cruciale rol in de behoefte aan bedrijfshuisvesting in de regio. In vervolg op de in 2012 vastgestelde Behoefteraming bedrijfshuisvesting 2.0 is in 2013 een onderzoek verricht naar de kwaliteit en de toekomstwaarde van de bedrijventerreinen in Holland Rijnland. De resultaten van dit onderzoek zijn op 16 oktober 2013 tijdens een bestuurlijke werkconferentie gepresenteerd. Bij deze bijeenkomst waren naast diverse wethouders EZ en RO ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven aanwezig. Voor de perifere detailhandelslocaties zijn 2013 in het portefeuillehoudersoverleg Economische zaken afspraken gemaakt over welke winkels zich waar mogen vestigen. Ook is er bij de provincie Zuid-Holland op aangedrongen de het toelatingsbeleid voor PDV-locaties met het oog op de leegstand iets te versoepelen en de PDV-opvanglocatie in de noordelijke Bollenstreek als zoeklocatie op de provinciale plankaart te laten staan tot er meer duidelijkheid is over de daadwerkelijke behoefte aan een dergelijke locatie. Op verzoek van de betreffende gemeenten zijn REO-adviezen heeft opgesteld bij grootschalige detailhandelsinitiatieven.
Pagina 30
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Rondom toerisme en recreatie is gewerkt aan de afstemming van gemeente overschrijdend beleid en activiteiten. Als uitvloeisel van het Hollandse Utrechts Plassenoverleg heeft in de zomer 2013 wederom het Nationaal Regenboogevenement plaatsgevonden. Holland Rijnland heeft in 2013 een trekkende rol vervuld in verdere uitrol van het Sloepennetwerk naar aangrenzende regio’s. Ook binnen de regio is uitbreiding voorbereid. Hiermee wordt een kritische massa bereikt die het concept ten goede komt. De website en apps zijn verder geprofessionaliseerd. Voor het onderhoud aan het fietsknooppuntennetwerk is de regio accounthouder en wordt gewerkt aan effectiever aanbesteding. Diverse investeringsprojecten t.b.v. waterrecreatie in de Duin- en Bollenstreek zijn samengevoegd in een gebiedsdeal om cofinanciering te krijgen. Verkenning ontwikkelingen en mogelijkheden in het kader van de pilot Vrijetijdslandschap met de ANWB, Servicenet Nationale Landschappen en de provincie Zuid-Holland.
Inzet De volgende activiteiten hebben bijgedragen aan de resultaten in 2013: - Platformfunctie Economische Zaken: het voeren van secretariaat voor het Portefeuillehoudersoverleg en het ambtelijk overleg Economische Zaken en deelname aan de Greenporthouse in de Duin- en Bollenstreek. - Secretariaat Regionaal Economisch Overleg en REO-adviezen bij detailhandelsinitiatieven. - Onderhouden van de relatie met het bedrijfsleven en zijn vertegenwoordigers, zoals de Kamer van Koophandel, VNO-NCW West en Bedrijfsleven Rijnland. - Inzet van een procesmanager voor de herstructurering van bedrijventerreinen, met specifieke aandacht voor de herstructurering van de inmiddels acht pilotprojecten en de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen. - Opstellen van een plan van aanpak voor de uitvoering van de afspraken in de Regionale kantorenstrategie en overleg met de provincie Zuid-Holland hierover. - Deelname aan Greenport Holland overheden en samenwerking met de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij Duin- en Bollenstreek, Stichting Greenport Aalsmeer en de Stichting Greenport regio Boskoop. - Beheer, onderhoud en uitbreiding van het sloepennetwerk en beheer en onderhoud van het fietsknooppuntensysteem. - Platformfunctie Hollandse Plassen: het voeren van het secretariaat van het bestuurlijk en ambtelijk overleg Hollandse Plassen. - Platformfunctie waterrecreatie Groene hart: via deze lijn wordt gewerkt aan een inventarisatie van aanlegsteigers en medewerking in de uitbreiding van het sloepennetwerk - Deelname aan pilot Vrijetijdslandschap Leidse Ommelanden
Pagina 31
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1 nv
Begroting: wat zouden we doen? Conform begroting 2013 Niet voorzien
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern
1
Uitvoeren diverse acties uit de regionale bedrijventerreinenstrategie, zoals experiment Vraag & aanbod bedrijfshuisvesting en begeleiden pilots herstructurering.
a
2
Vraag en aanbod op de kantorenmarkt in balans brengen; monitoren en actualiseren van de regionale kantorenstrategie.
d
3
Bestaande clusters/topsectoren versterken; o.a. doorontwikkeling topsectorenbeleid (inzet op Biobased Economy en Space) en participatie in Greenports Holland. Instandhouden van een robuuste detailhandelsstructuur; actualisering beleid perifere detailhandelslocaties.
a/b
5
Stimuleren waterrecreatie door het laten uitbreiden van recreatieve routestructuren op het water.
a/b
6
Verbeteren verbindingen en vergroten regionaal recreatief fiets- en wandelnetwerk; het efficiënt laten onderhouden van het Fietsknooppuntsysteem.
b
nv
Laten uitvoeren Behoeftenraming bedrijventerreinen 2.0.
a
nv
Deelnemen aan onderzoek Economische Agenda/Kracht 15.
b
nv
Deelnemen aan de pilot Vrijetijdslandschap.
b
4
Pagina 32
a
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.4.5 Onderdeel Natuur en Landschap Doelstelling van het programma Holland Rijnland is een aantrekkelijke woonregio met een gevarieerde groene ruimte, waarin het kustgebied, de Bollenstreek, de landgoederen en het Veenweide- en Plassengebied (Groene Hart) bepalend zijn. Het landelijk en open gebied omsluit het verstedelijkte gebied langs de Oude Rijn. Door de verstedelijkingsdruk van de afgelopen decennia dreigt het landschap zijn waarde te verliezen voor de woonomgeving, recreatie en agrarische activiteiten. Een robuuste groenblauwe structuur is essentieel voor de leefkwaliteit en het vestigingsklimaat in Holland Rijnland. Holland Rijnland heeft een unieke eigen identiteit door de synergie tussen stedelijk en landelijk gebied. De regio wil dit samenspel tussen stad en land behouden waar dat kan en versterken waar dat nodig is. Het thema Natuur en Landschap heeft als doel de landschappelijke kwaliteiten in de regio te beschermen en te versterken én de ontwikkeling en uitvoering van de voor de regio belangrijke landschappelijke plannen te bevorderen. Context Begin 2010 heeft het Algemeen Bestuur het Regionaal Groenprogramma vastgesteld. Via het Regionaal Investeringsfonds is € 20 miljoen gereserveerd voor de uitvoering van dit programma. Clusters van gemeenten vertalen de doelstellingen van het Regionaal Groenprogramma in deelprogramma’s voor hun gebied. Op basis van deze gebiedsprogramma’s verleent Holland Rijnland co-financiering uit het Regionaal Investeringsfonds. De uitvoering van het Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek loopt nog door tot in 2013. Holland Rijnland ondersteunt de gemeenten bij de uitvoering van het Landschapsontwikkelingsplannen (LOP) Rijn- en Veenstreek en Duin, Horst en Weide. Gemeenten hebben tot 2014 budget gereserveerd voor de uitvoering. Het Algemeen Bestuur heeft gevraagd om voor de financiering van beheer en onderhoud van het landschap door particuliere grondeigenaren (groenblauwe diensten) een separaat voorstel te maken. Resultaten In 2013 zijn de volgende resultaten geboekt die bijdragen aan de doelstelling: De eerste groenprojecten met cofinanciering vanuit het Regionaal Groenprogramma zijn afgerond: Matilo, Oostvlietpolder, ecologische verbindingen in Zoeterwoude en Hillegom, brug Koudenhoorn, Uitkijkpunt Blauwe Hart en de Boterhuispolder. Vanuit het Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek is de Cultuurhistorische Atlas opgesteld. Ondersteuning van de uitvoering Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Rijn- en Veenstreek. Realisatie van de Cultuurhistorische Atlas in het kader van het Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek. Inbreng in beleidsopstelling van het Woerdens Beraad. Samen met de provincie is een beleidskader voor het besteden van de provinciale groengelden in de regio opgesteld: “De Tuin van Holland”. Op basis daarvan gaan de gemeenten in de regio het komende jaar gebiedsdeals afsluiten met de provincie. Randvoorwaarden voor het opzetten van een Gebiedsfonds Groenblauwe diensten in Holland Rijnland zijn in beeld gebracht. Deelname plaatselijke LEADER-groep. Dit is een Europees programma voor plattelandsontwikkeling, waarbij plaatselijke groepen projecten voordragen voor financiering. Deelname aan kerngroep Mijn Groen–Ons Groen. Als onderdeel van het Europese InterReg programma werkt de provincie met haar partners aan dit project om op een innovatieve manier gebiedsontwikkeling vorm te geven. Afstemming ruimte, water en milieu met het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Pagina 33
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Begroting: wat zouden we doen? Conform begroting 2013
1 2 3 nv
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern nv=Niet voorzien Financieren groenprojecten en stimuleren realisatie; Uitvoeringsactiviteiten Groenprod gramma, Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek en LOP Rijn- en Veenstreek. Regionale belangen borgen in nationaal en provinciaal beleid; onder meer aandacht d voor Groene Hart via deelname aan Woerdens Beraad. Meedenken bij innovatie landschapsontwikkelingen, o.m. ontwikkeling Gebiedsfonds d/b Groenblauwe diensten. Voorbereiden en maken van nieuwe programma-afspraken met de provincie Zuidb Holland (gebiedsdeals).
nv Verbreding financiële basis Groenprogramma en LOP, o.a. door lobby bij provincie.
Pagina 34
d
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.4.6 Onderdeel Verkeer en Vervoer Doelstelling Door de regio Holland Rijnland samenwerkende gemeenten wordt veel belang gehecht aan het optimaliseren van de mobiliteit en de bereikbaarheid van de regio. Het programma Verkeer en Vervoer van Holland Rijnland heeft tot doel met en voor de gemeenten een gemeenschappelijk regionaal verkeers- en vervoersbeleid te ontwerpen en de uitvoering ervan te waarborgen. Dit beleid is gericht op het: - optimaliseren van de bereikbaarheid met openbaar vervoer, fiets en auto; - verminderen van het aantal verkeersslachtoffers; - het bevorderen van het gebruik van alternatieve vervoerswijzen. Bij de uitvoering van maatregelen is het van belang om milieubelasting en aantasting van landschappelijke waarden, als gevolg van aanleg of uitbreiding van infrastructuur, zoveel mogelijk te voorkomen dan wel te compenseren of te verlichten. Context Verkeer- en vervoersbewegingen storen zich niet aan gemeentegrenzen. De meeste reizigers leggen een afstand tussen de vijf en dertig kilometer per verplaatsing af en passeren daarmee automatisch één of meer gemeentegrenzen. Samenwerking tussen gemeenten is daarom een essentiële voorwaarde om de bereikbaarheid te verbeteren. De samenwerking in Holland Rijnland heeft op de volgende vlakken toegevoegde waarde: - Door een afgestemd maatregelenpakket en een investeringsstrategie worden sneller inhoudelijke doelstellingen bereikt en is het beleid effectiever. - Gezamenlijk kun je de middelen efficiënter benutten, bijvoorbeeld bij de inhuur van personeel voor verkeerseducatie en één beheersorganisatie voor Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV). Sinds 1 januari 2013 gebruiken ook inwoners van Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude de Regiotaxi Holland Rijnland en is er sprake van één CVV-systeem voor de hele regio. In verband met de steeds oplopende kosten is in 2013 in het kader van de drie decentralisaties een onderzoek gestart naar mogelijke efficiency maatregelen in het doelgroepenvervoer in brede zin. Ook de eventuele inzet van het Openbaar Vervoer wordt hierbij betrokken. - Middelen en wettelijke kaders voor verkeer en vervoer zijn grotendeels afkomstig van Rijk en/of provincie. Samenwerkende gemeenten staan sterker bij provincie en Rijk in de lobby voor extra geld voor maatregelen of wetgeving. Bij de werkzaamheden van Holland Rijnland hoort ook het behartigen van belangen en lobbyen bij andere overheden, het voorbereiden en uitwerken van ambtelijke overleggen en het bestuurlijk overleg in het Portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer, het beantwoorden van bestuurlijke vragen en de vertegenwoordiging van Holland Rijnland in diverse overleggen (zoals het Provinciaal Verkeer- en Vervoerberaad, Rijnland Route, HOV-net Zuid-Holland Noord, Breed Bestuurlijk Overleg Grensstreek en Stedenbaan) en het verbreden van de financiële basis om verkeer- en vervoerprojecten te realiseren. Resultaten In 2013 zijn de volgende resultaten geboekt die bijdragen aan de doelstelling: Aanscherping programmamanagement Verkeer en Vervoer, inclusief de verdere opzet van concrete uitvoeringsprogramma’s op alle modaliteiten (auto, OV en fiets). Duinpolderweg: Vaststellen nota Reikwijdte en Detailniveau, waarin staat beschreven waaraan de milieueffectrapportage (MER) moet voldoen. Daarnaast staat in deze notitie het selectieproces van de alternatieven voor de nieuwe verbinding. De uitvoering van de MER is in de tweede helft van 2013 gestart. Rijnlandroute: 23 september 2013 heeft het Algemeen Bestuur ingestemd met de cofinanciering vanuit de regio (€75 miljoen) ten behoeve van de RijnlandRoute. Monitoren voortgang van projecten uit het uitvoeringsprogramma van het Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (UP RVVP). De uitvoeringsprogramma’s Openbaar Vervoer en Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek evenals het Uitvoeringsprogramma Fiets zijn aan
Pagina 35
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
het UP RVVP toegevoegd. Met projectformulieren en het projectenoverzicht (“stoplichtennotitie”) is in het Portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer verslag gedaan van de voortgang van de projecten. HOV: verschillende HOV-corridors zijn verder uitgewerkt door provincie, Holland Rijnland en de gemeenten. In 2013 is het Collectief Vraagafhankelijk Vervoersysteem (CVV), de Regiotaxi Holland Rijnland uitgebreid met nog eens drie gemeenten en regiobreed geworden. Op 1 juli 2014 sluit Boskoop als onderdeel van de gefuseerde gemeente Alphen aan den Rijn eveneens bij dit systeem aan. Voor de Corridor N207 is de verkenning afgerond en is vastgesteld welke varianten worden meegenomen in de planfase. Uitvoeringsprogramma Fiets: in 2013 is het Uitvoeringsprogramma Fiets vastgesteld. Hiermee is een projectenlijst geactualiseerd van te verbeteren fietsverbindingen. Hiervoor is een prioritering aangebracht die utilitaire fietsroutes als eerst van BDU-subsidie voorziet. Daarbij is een eerste analyse gemaakt van potentiële fietssnelwegen in de regio.
Deelprogramma’s Op basis van de doelstelling zijn de volgende deelprogramma’s voor Verkeer en Vervoer geformuleerd: - Bereikbaarheid. - Verkeersveiligheid.
1.4.6.1 Onderdeel Bereikbaarheid Doelstelling Ontwikkelen van haalbaar beleid en uitvoerbare maatregelen voor weg, openbaar vervoer en fiets om de bereikbaarheid van de regio te verbeteren om de ruimtelijke-economische ontwikkeling (Greenports, Bioscience, stedelijke ontwikkeling) van de regio te faciliteren. Hierbij gaat het zowel om de interne bereikbaarheid (gemeenten onderling) als de externe bereikbaarheid (van en naar de regio). Bij de uitvoering van maatregelen worden milieubelasting en aantasting van landschappelijke waarden, als gevolg van aanleg of uitbreiding van infrastructuur, zoveel mogelijk voorkomen. Context De Greenports in het noordelijk deel van Zuid-Holland zijn de afgelopen jaren sterk gegroeid en krijgen door (toekomstige) herstructurering een duidelijk profiel. Het omliggend provinciale wegennet is echter niet meegegroeid. Veelal vindt de ontsluiting naar de grotere provinciale wegen plaats via N-wegen die dwars door kleine kernen lopen. Hier is veelal sprake van verkeersonveiligheid en barrièrewerking en vindt congestie plaats doordat gebruik moet worden gemaakt van verouderde bruggen. De mobiliteit groeit steeds verder. Ook in deze regio is de toename van het autoverkeer goed merkbaar en worden wegen, bussen en treinen in de spits steeds voller. Het kost steeds meer tijd om de regio in te komen of er vandaan te gaan. De regio ontbeert adequate verbindingen om de Greenports, BioScience en overige ontwikkelingen te ontsluiten op de A44, A4 en A12 en op de Mainports (Schiphol en de haven van Rotterdam).
Pagina 36
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Resultaten In 2013 zijn de volgende resultaten geboekt die bijdragen aan de doelstelling: HOV-net; Holland Rijnland heeft het initiatief genomen om samen met de gemeenten verkenningen uit te voeren naar de OV-corridors Hillegom–Nieuw-Vennep en Leiden– Leiderdorp. De corridor Leiden–Leiderdorp lijkt kansrijk om versneld op R-net niveau te brengen en wordt in 2014 meer gedetailleerd uitgewerkt. Voor de HOV-corridor Leiden –Katwijk–Noorwijk zijn de infra-maatregelen verder uitgewerkt en is een exploitatie onderzoek uitgevoerd. Het Algemeen Bestuur heeft in december 2013 ingestemd met de Bestuursovereenkomst HOV Noordwijk–Schiphol. In de Bestuursovereenkomst HOVcorridor Noordwijk–Schiphol leggen betrokken partijen afspraken vast om de voorkeursvariant tot uitvoering te kunnen brengen. In de overeenkomst is ook opgenomen dat Holland Rijnland € 5 miljoen RIF-middelen ter beschikking stelt voor deze corridor. RijnlandRoute; het Algemeen bestuur heeft op 27 september 2013 ingestemd met regionale cofinanciering vanuit het Regionaal Investeringsfonds. Hiermee is vanuit de regio in totaal een bedrag van €75 miljoen toegezegd aan de RijnlandRoute. De voorwaarden van deze regionale financiering zijn vastgelegd door het sluiten van twee bestuurlijke overeenkomsten. Een overeenkomst tussen Holland Rijnland en de inliggende gemeenten die participeren in het Regionaal Investeringsfonds ten aanzien van de tweede tranche bijdrage van €37,5 miljoen en een financieringsovereenkomst tussen de provincie Zuid – Holland en de regio ten aanzien van de scope en overige voorwaarden waar binnen het project gerealiseerd dient te worden. Hierop wordt door de regio gemonitord. Eind 2014 wordt de vaststelling van het provinciaal inpassingsplan voorzien als volgende stap in de opmaat naar realisatie van de Rijnlandroute. Regiotaxi Holland Rijnland; in 2012 zijn de voorbereidingen gestart voor de aansluiting van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude bij het Collectief Vraagafhankelijk Vervoerssysteem, de Regiotaxi. Deze gemeenten hebben zich 1 januari 2013 definitief aangesloten bij de bij de Regiotaxi Holland Rijnland. Hierdoor is een eenduidig systeem voor de hele regio ontstaan. De gemeente Boskoop, nu onderdeel van Alphen aan den Rijn, zal per 1 juli 2014 aansluiten bij dit systeem. Gezien de steeds hoger wordende kosten voor het Wmo-vervoer en de toekomstige verantwoordelijkheid van gemeenten voor andere vormen van doelgroepenvervoer wordt in het kader van de drie decentralisaties onderzoek gedaan naar mogelijke efficiencywinst, bijvoorbeeld te behalen door combinaties van vervoer, gezamenlijke aanbesteding, regie of beheer. Het openbaar vervoer wordt bij dit onderzoek betrokken aangezien hier steeds meer sprake is van betere toegankelijkheid voor klanten met een beperking. Regionale Verkeer en Milieukaart; eind 2011 zijn de werkzaamheden gestart voor de actualisatie van de RVMK en de uitbreiding met de Rijnstreekgemeenten. Oplevering van het verkeersdeel van deze uitgebreide en geactualiseerde RVMK heeft pas eind 2013 plaatsgevonden. Het milieudeel zal begin 2014 geharmoniseerd en geactualiseerd zijn. De bouw en afronding van het verkeersmodel neemt uiteindelijk meer tijd in beslag dan oorspronkelijk geprognotiseerd. Voor een deel is dit veroorzaakt doordat een compleet nieuw verkeersmodel is opgebouwd door de nieuwe contractpartner (4Cast). Er worden nieuwe technieken gebruikt en er is ook een andere insteek (werken vanuit het NRM) gekozen. Daarnaast is er veel discussie binnen de regio over de vulling van de prognosejaren: welke ambities worden meegenomen worden voor de planjaren 2020 en 2030? Waar veel gemeenten nog wel een vastgesteld programma hebben voor de periode tot en met 2020 is dit voor 2030 een stuk moeilijker te bepalen. Voor dit laatste prognosejaar is zoveel mogelijk aangesloten bij de verwachte landelijke groei, zoals ook gehanteerd wordt in het NRM. Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek; het Algemeen Bestuur heeft op 29 juni 2011 het programmaplan Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek vastgesteld, met daarin een indicatieve verdeling van middelen die in het Regionaal Investeringsfonds worden gespaard. In 2013 is verder gewerkt aan de uitvoeringen hier van. De planstudie van de Duinpolderweg is gestart. Medio 2013 is de nota Reikwijdte en
Pagina 37
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Detailniveau vastgesteld, waarin staat beschreven waaraan de milieueffectrapportage (MER) moet voldoen. Daarnaast staat in deze notitie het selectieproces van de alternatieven voor de nieuwe verbinding. De uitvoering van de MER is in de tweede helft van 2013 gestart. Brede Doeluitkering en Duurzaam Veilig; jaarlijks doet de provincie in het kader van de Brede Doeluitkering (BDU) en Duurzaam Veilig een uitvraag op basis waarvan gemeenten via de regio een subsidieaanvraag voor projecten kunnen indienen. Deze projecten moeten deel uitmaken van het uitvoeringsprogramma (met bijlagen) van het Regionaal Verkeer- en Vervoersplan. Doel van deze subsidieregelingen is de uitvoering te stimuleren. De aanvragen van de gemeenten getoetst aan de provinciale en regionale voorwaarden en in een voorstel verwerkt, dat wordt ingediend bij de provincie. Met ingang van het subsidiejaar 2014 stelt de provincie één totaalbedrag beschikbaar voor projecten in het kader van Duurzaam Veilig en voor bovenlokale projecten. Regio’s hebben de vrijheid de keuze te maken wat voor soort projecten zij indienen voor het beschikbare bedrag. Regionaal Verkeer- en Vervoerplan; in dit kader hebben gemeenten diverse projecten uitgevoerd. Om de stand van zaken van verschillende verkeer- en vervoerprojecten te monitoren is ook in 2013 de voortgangsrapportage weer gecontinueerd. Deze rapportage is gebaseerd op de projectenlijst van het in 2012 geactualiseerde uitvoeringsprogramma van het Regionaal Verkeer- en Vervoerplan. Er staan nu ook projecten op waarvoor het trekkerschap bij gemeenten of andere partijen ligt, maar die wel van regionaal belang worden geacht. Het geactualiseerde voortgangsoverzicht (de projectbladen) wordt aan het Portefeuillehoudersoverleg aangeboden. Onderdeel van het Uitvoeringprogramma van het Verkeer en Vervoerplan vormen de Uitvoeringsprogramma’s OV-visie, Fiets en het Programma Ontsluiting Greenport. Busconcessie Zuid-Holland Noord; De regio heeft actief geparticipeerd in het aanbestedingstraject voor de busconcessie Zuid-Holland Noord 2012 – 2020. Resultaat hiervan is dat ondanks bezuinigingen het huidig OV-niveau gehandhaafd blijft. Daarnaast is onder meer een busverbinding met Langeraar (gemeente Nieuwkoop) gerealiseerd. Een lang gekoesterde wens. De regio is ook in 2013 nauw betrokken geweest bij de jaarlijkse inbreng voor de dienstregeling van het volgende jaar. Ook in de verantwoordelijke stuurgroep participeert Holland Rijnland.
Inzet Om deze resultaten te behalen waren in 2013 onder andere de volgende activiteiten nodig: Platformfunctie: het voeren van een secretariaat voor het Portefeuillehoudersoverleg en het Ambtelijke Overleg Verkeer en Vervoer. Belangenbehartiging en beleidsadvisering over nota’s en rapporten van onder andere Rijk en provincie. Het uitvoeren van het uitvoeringsprogramma van het Regionaal Verkeer- en Vervoerplan, uitvoeringsprogramma OV, uitvoering programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek en de jaarlijkse projectenlijst van de Brede Doeluitkering (circa 2,2 miljoen euro). Beheer en uitvoering van de CVV/Regiotaxi Holland Rijnland), regulier overleg met de vervoerder en belangenorganisaties en begeleiden van de laatste finale besluitvormingsfase, jaarlijkse tarievenvoorstellen, contacten provincie en gemeenten. Actualisering van de Regionale Verkeersmilieukaart Een actieve bijdrage leveren in diverse projectgroepen ten behoeve van de uitvoering van verkenningen en planstudies. Opstellen van een Uitvoeringsprogramma Fiets
Pagina 38
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.4.6.2 Onderdeel Verkeersveiligheid Doelstelling Een permanente verbetering van de verkeersveiligheid, via een regionaal programma gericht op gedragsbeïnvloeding van verkeersdeelnemers in alle leeftijdsgroepen. Context Het verkeersveiligheidsbeleid is gericht op kwetsbare groepen als bromfietsers, fietsers en voetgangers. Door educatieve projecten en het verbeteren van de infrastructuur moet de verkeersveiligheid verbeteren. Ook handhaving speelt hierbij een rol. Het Verkeersveiligheidsproject Holland Rijnland heeft als belangrijkste taak activiteiten op dit terrein te faciliteren en uit te voeren. Uit efficiency- en kwaliteitsoverwegingen worden veel projecten in dit kader regionaal uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is de regionale verkeersleerkracht, die een groot deel van de basisscholen in de regio bereikt. Dit hoeft iedere gemeente niet zelf te organiseren. Ook is door de samenwerking beter aan te sluiten op de landelijke en provinciale kaders en ontwikkelingen en efficiënt gebruik te maken van ervaringen in andere Zuid-Hollandse regio’s. De regio onderhoudt hiervoor de contacten en initieert waar nodig onderlinge afstemming. In het kader van de subsidieregeling BDU, onderdeel gedragsbeïnvloeding, wordt subsidie verstrekt aan regionale initiatieven. Voorwaarde voor deze subsidie is een regionale aanpak op basis van een regionaal vastgesteld meerjarenplan. Het in 2013 vigerende meerjarenplan was het Actieprogramma Verkeersveiligheid 2011-2013. Resultaten In 2013 zijn de volgende resultaten geboekt die bijdragen aan de doelstelling: Er is uitvoering gegeven aan de projecten uit het Actieprogramma 2011-1013. De landelijke verkeersveiligheidcampagnes (BOB, dragen veiligheidsgordel) zijn op de borden langs de wegen weergegeven. Een aantal borden is begin 2013 vervangen vanwege slijtage. In september 2013 is er een vervolg gegeven aan de campagne “BOB in de sportkantine” uit 2012. De campagne besloeg dit keer geheel Holland Rijnland en ook meer sporten. Gezien de effecten op het aantal ‘alcomobilisten’ is de campagne een succes gebleken. Er is uitvoering gegeven aan het project “Jongleren”: verkeerseducatie voor 0- tot 4-jarigen, dat jaarlijks op gemiddeld op 28 peuterspeelzalen en kinderdagverblijven plaatsvindt. Er zijn inmiddels 140 lagere scholen die deelnemen of hebben deelgenomen aan het project “SchoolOpSeef“/ Verkeersleerkracht. Het programma Totally Traffic voor het voortgezet onderwijs draait op 25 deelnemende scholen waarmee daar diverse lesmodules verkeer voor het voortgezet onderwijs beschikbaar zijn. Alle scholen kwalificeren het programma als goed doordacht. Voor een structurele inbedding worden contracten afgesloten tussen gemeente, school en Holland Rijnland. In Noordwijkerhout, Alphen aan den Rijn, Leiderdorp en Lisse zijn praktijkdagen voor jonge autorijders georganiseerd. In Alphen aan den Rijn, Katwijk, Hillegom, Noordwijkerhout, Leiderdorp en Zoeterwoude zijn BROEM-cursussen gegeven en in Katwijk, Teylingen, Noordwijk, Hillegom, Noordwijkerhout, Nieuwkoop en Leiderdorp scootmobielcursussen. Bij de start van het schooljaar is in vijf gemeenten de Campagne “De scholen zijn weer begonnen uitgevoerd”. In november 2013 vond de campagne fietsverlichting plaats. In diverse gemeenten is integraal de verbetering van de verkeersveiligheid van schoolomgevingen aangepakt. Hierbij werd door Holland Rijnland ondersteuning aangeboden. De aanvraag en afhandeling van de BDU-subsidiëring voor lokale verkeersveiligheidsprojecten projecten is verzorgd. In januari is een bijdrage geleverd aan de vergadering van de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid (RPV) Holland Rijnland. In deze vergadering werd met gemeenten en maatschappelijke organisaties de voortgang van alle projecten besproken. In januari en november is er een themabijeenkomst Verkeersveiligheid georganiseerd voor wethouders en ambtenaren waarin via workshops een aantal thema’s nader konden worden verdiept en uitgewerkt.
Pagina 39
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Eind 2013 is de geactualiseerde Verkeersveiligheidsatlas Holland Rijnland gereed gekomen. Deze atlas geeft de stand van zaken van de verkeersonveiligheid weer en maakt de aanpak ervan (zowel infrastructureel als gedragsgericht) middels kaartbeelden inzichtelijk.
Begroting: wat zouden we doen? 1 Conform begroting 2013 nv Niet voorzien
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern
1 Afronden projecten 2013 uit het Uitvoeringsprogramma RVVP.
a
2 Uitvoeren projecten Dynamisch Verkeersmanagement.
a
3 Regionaal Investeringsfonds; besluit toekenning middelen uit het RIF aan RijnlandRoute en HOV-net Zuid-Holland Noord.
a
4 Actualiseren Regionale Verkeers- en Milieukaart.
b
5 Ondersteunen uitvoering Collectief Vraagafhankelijk Vervoer.
d
6 Uitvoeren van de projecten uit jaarschijf 2013 van het Actieprogramma Verkeersveiligheid 2011-2013.
d
7 Integraal en breed Uitvoeringsprogramma OV-visie.
a/b
8 Start visie Fiets + uitvoeringsprogramma.
b
nv Ondertekende overeenkomsten met Rijk en provincie (met daarin onomkeerbare afspraken over realisatie infrastructuurprojecten).
a
nv Lobby naar provincie, rijk en Tweede Kamer voor dubbel spoor Utrecht-Leiden.
Pagina 40
a/b
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.5 PROGRAMMA SOCIALE AGENDA Doelstelling Holland Rijnland Met het programma Sociale Agenda ondersteunt het samenwerkingsorgaan de gemeenten van Holland Rijnland op het brede terrein van samenlevingsvraagstukken om te bereiken dat de kwaliteit, omvang en samenhang van sociale voorzieningen in de regio van een goed niveau zijn. Specifieker richt de samenwerking binnen de Sociale Agenda zich op vijf thema’s: 1. Jeugd. 2. Leerplicht en voortijdig schoolverlaten. 3. Participatie (arbeidsmarktbeleid, re-integratie, educatie en inburgering). 4. Zorg. 5. Cultuur. Naast de inzet op bovengenoemde afzonderlijke thema’s vinden in de Sociale agenda ook overkoepelende activiteiten plaats. Bijzonder vermeldenswaard is het 3D-project waarin de gezamenlijke voorbereiding op 3 grote decentralisatie-operaties plaatsvindt, te weten: - de transitie jeugdzorg - de uitbreiding van de WMO - de Participatiewet. Daarnaast is de nodige inzet gepleegd op de Regionale Agenda Samenleving en zijn de bestuurlijke en ambtelijke overleggen gefaciliteerd. Resultaten 3 Decentralisaties In februari 2012 is een visiedocument en een plan van aanpak voor de 3 decentralisaties “Op eigen kracht” in het portefeuillehoudersoverleg Sociale agenda vastgesteld. In 2012 is een projectorganisatie opgezet met als uitgangspunt, dat gemeenten de belangrijkste inzet voor werkzaamheden leveren. Gemeenten hebben trekkers voor de werkgroepen geleverd, de procesregisseur is over het geheel jaar actief geweest en er is een groot aantal werkgroepen actief geweest. De projectorganisatie bleek dus in 2013 van groot nut. 3D thema’s als PGB, Toegang en sociale netwerken zijn uitgewerkt. De producten zijn als handreikingen aangeboden aan de gemeenten onder het motto ‘regionaal voorbakken, lokaal afbakken”. In 2013 kwam naar voren dat elke decentralisatie meer zijn eigen dynamiek begint te kennen. Dit hangt samen met het wetgevingstraject, de organisatie van de taken en beleidsmatige keuzes. Bij de decentralisatie jeugd ligt het accent meer op het schaalniveau van de regio. In de decentralisatie jeugd is een model ontwikkeld van jeugd- en gezinsteams. Bij de Wmo komt het accent meer te liggen op een lokale invulling, in combinatie met subregionale samenwerking. In de voorbereiding is het lastig dat het heel lang onduidelijk is waar de wetgever het onderdeel persoonlijke verzorging wil beleggen. Bij het onderdeel Werk komt enige duidelijkheid bij het Sociaal akkoord van april 2013. Werkgevers-en werknemersorganisaties komen met het Rijk overeen zogenaamde werkbedrijven in te richten. Deze werkbedrijven moeten de schakel gaan vormen tussen werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt en banen die werkgevers ter beschikking gaan stellen. Bij het onderdeel werk ligt het accent meer op de subregionale uitvoering.
Pagina 41
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
De tendens naar een eigen dynamiek per decentralisatie en een grotere nadruk op de subregio’s leidt ertoe, dat eind 2013 plannen gemaakt worden voor een aangepaste projectorganisatie. Nu de uitvoering meer in zicht komt, komt hierin meer aandacht voor de bedrijfsvoering. Het 3D project is gestart met het motto dat vernieuwing in het sociale domein hard nodig is. Burgers kunnen meer zelf en er moet minder verkokerd gewerkt worden. Voor het nadenken over deze vernieuwing zijn in 2013 samen met partners als Zorgbelang, Care to care en het UWV een viertal inspiratiebijeenkomsten georganiseerd. De communicatie heeft in 2013 vorm gekregen met de Nieuwsflits voor ambtenaren en een apart Nieuwsflits voor raadsleden. Gemeenten krijgen te maken met vele werkvelden die tot nu toe onbekend zijn. Holland Rijnland heeft voor ambtenaren en raadsleden kennismakingsbijeenkomsten georganiseerd. Een meer inhoudelijke uitwerking van de drie decentralisaties, is opgenomen in de hoofdstukken jeugd, zorg en welzijn en werk. Regionale Agenda Samenleving In 2012 heeft de provincie Zuid-Holland bekend gemaakt te gaan stoppen met de Regionale Agenda Samenleving. De Regionale Agenda Samenleving was een overeenkomst tussen provincie en regiogemeenten waarin meerjarenafspraken zijn gemaakt op het terrein van: - zorg voor jeugdigen; - cultuurparticipatie; - inzet van uren tweedelijnsondersteuning door provinciale Centra Maatschappelijke Ontwikkeling. Deze overeenkomst is geëindigd per 1 juli 2013. Op het terrein van zorg voor jeugdigen is aansluitend per 1 juli is een nieuwe subsidieregeling van de provincie in werking getreden, die de regiogemeenten in staat stelt om activiteiten in het kader van de voorbereiding op de decentralisatie jeugdzorg hieruit te financieren, het zgn. transitiebudget. Nadere informatie over de in 2013 gepleegde inzet uit de Regionale Agenda Samenleving en uit het nieuwe transitiebudget is te vinden in de volgende paragrafen. Bestuurlijk en ambtelijk platform Sociale agenda In het kader van de platformfunctie zijn in 2013 maar liefst 10 portefeuillehoudersoverleggen en werkbijeenkomsten voor portefeuillehouders Sociale agenda georganiseerd. Verschillende daarvan stonden geheel in het teken van de 3 decentralisaties of een van de afzonderlijke decentralisaties. Daarnaast zijn diverse ambtelijke overleggen op het terrein van Jeugd en Onderwijs, Participatie, Zorg en Cultuur gefaciliteerd. De gemeente Boskoop heeft in 2013 ook geparticipeerd in de verschillende platforms van de Sociale agenda in verband met de aanstaande fusie met de gemeente Alphen aan den Rijn. Organisatie De afdeling Sociale Agenda bestaat uit vier teams: het team beleid, het team leerplicht, het team jongerenloket en het team registratie, monitoring en kwaliteit. De beleidsmedewerkers worden rechtstreeks aangestuurd door de manager Sociale agenda; de uitvoerende teams worden geleid door teamleiders.
Pagina 42
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Financiën
Programma Sociale Agenda
Rekening 2011
Rekening 2012
Rekening 2013
Begroting 2013
Begroting na wijziging 2013
Totaal indirecte kosten materiële kosten
2.822.315 5.610.342
3.096.754 5.849.619
3.090.290 3.986.931
3.199.850 3.374.790
3.199.850 3.655.371
totale lasten
8.432.658
8.946.373
7.077.221
6.574.640
6.855.221
directe baten bijdragen gemeenten Onttrekking Reserve
6.475.748 1.956.910
6.555.918 2.390.455
4.582.190 2.495.031 90.582
4.238.880 2.335.760 0
4.519.461 2.335.760
De analyse van de verschillen tussen de gerealiseerde en begrote bedragen is weergegeven in de Toelichting op de Rekening van Baten en Lasten 2013.
Pagina 43
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.5.1 Onderdeel Jeugd Doelstelling Het realiseren van een efficiënte en effectieve samenwerking tussen alle betrokken partijen op het terrein van de zorg voor jeugdigen. - Voor jeugdigen en gezinnen die een beroep doen op opvoed- en opgroeiondersteuning of (na)zorg is deze tijdig en zo laagdrempelig als mogelijk beschikbaar. Resultaten Op 1 januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. De gemeenten in Holland Rijnland bereiden deze transitie gezamenlijk voor. Dit gebeurde in 2013 binnen het 3D-project, waarbij gebruik werd gemaakt van de organisatievorm van het project Ketenaanpak jeugd. Visie ‘Iedereen doet mee’ is uitgewerkt in toekomstmodel en beleidsplan De visie op de jeugdhulp in Holland Rijnland ‘Iedereen doet mee’ is in het voorjaar vastgesteld in alle gemeenteraden. De visie vormde de basis voor voorstellen om ons verder voor te bereiden op de transitie. Op 20 maart hebben de portefeuillehouders Sociale Agenda ingestemd met de uitwerking van het toekomstmodel Jeugdstelsel Holland Rijnland.
Toekomstmodel Holland Rijnland
6. Verbinding middels
1Gezin1Plan inclusief sociaaldomein
4. Regionale specialistische jeugdhulp
5. Hulp in gedwongen kader
3. Gebiedsgerichte Jeugd&gezinsteams 2. Basisvoorzieningen
CJG
1. Pedagogische civil society Voor de zomer werd de Startfoto Jeugdhulp Holland Rijnland opgeleverd. De in goede samenwerking tussen Holland Rijnland, Zorg & Zekerheid en de Provincie Zuid-Holland opgestelde notitie, gaf een goede blik op de omvang en kosten van de huidige hulp en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen in de regio. Ook is in 2013 het aanbod van hulp in de regio is in kaart gebracht en afgezet tegen de 20 meest voorkomende problemen van jeugdigen en ouders. Het hele jaar door is overleg geweest met de samenwerkingsverbanden voor het passend onderwijs wat heeft geresulteerd in een gemeenschappelijke paragraaf die wordt opgenomen in het regionale beleidsplan van de gemeenten én in de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden voor het passend onderwijs. In het najaar is het regionaal Transitiearrangement Stelselherziening Jeugdzorg Holland Rijnland opgesteld. Dit heeft een aanzienlijk verschil tussen te ontvangen budget conform de meicirculaire en benodigd budget volgens de startfoto in beeld gebracht. Naar aanleiding van
Pagina 44
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
de geconstateerde verschillen heeft het Rijk in het najaar bekend gemaakt landelijk 150 mln extra voor de jeugd-ggz beschikbaar te stellen. Voorts hebben de portefeuillehouders afspraken gemaakt over het onderbrengen van de jeugdbescherming, jeugdreclassering en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Huiselijk geweld (AMHK). Darbij wordt samen opgetrokken met de regio Midden-Holland. Ook is afgesproken samen te gaan werken in het opdrachtgeverschap voor de contractering van jeugdhulp en is opdracht gegeven de invulling en randvoorwaarden voor dit opdrachtgeverschap nader uit te werken. Alle afspraken en meer zijn opgenomen in het Regionaal beleidsplan Transitie Jeugdzorg Holland Rijnland en Boskoop “Hart voor de jeugd”. Dit is in november vastgesteld door de colleges, waarna inspraak mogelijk was. Begin 2014 wordt het beleidsplan geagendeerd in de gemeenteraden. Regionale, provinciale en landelijke vertegenwoordiging De samenwerking tussen gemeenten, zorgaanbieders en zorgkantoor die de afgelopen jaren is ontstaan binnen het project Ketenaanpak Jeugd is een goede uitgangspositie gebleken voor de voorbereiding van de transitie. Bij de transitie jeugdzorg zijn afspraken over bovenlokale samenwerking verplicht. De stuurgroep Ketenaanpak Jeugd, bestaande uit de portefeuillehouders van Leiden, Alphen, Katwijk, Teylingen, en de regio had ook in 2013 een sturende en initiërende rol. De regio is in 2013 vertegenwoordigd in de VNG-subcommissie Transitie Jeugdzorg en in het bestuurlijk platform van de provincie Zuid-Holland. Borging en implementatie 1Gezin1Plan en verwijsindex 1Gezin1Plan (1G1P) is en blijft een belangrijke pijler van de zorg voor jeugd en gezin in Holland Rijnland. Ook in 2013 is daarom de verdere implementatie van het werken volgens de methodiek 1G1P gecontinueerd. Er wordt steeds meer met de eigen kracht van gezinnen en hun sociale netwerk gewerkt. In 2013 zijn er 3 nieuwe partijen aangesloten op JeugdMATCH. Er zijn 2198 signalen geplaatst, dit heeft geleid tot 589 matches, een lichte teruggang vergeleken met 2012.
‘Van indiceren naar arrangeren’ De veelal bureaucratische indicatiestellingen voor de verschillende vormen van jeugdhulp vervallen na de transitie. Maar een professionele afweging voor de ondersteuningstoewijzing blijft noodzakelijk. In 2012 en 2013 hebben groepen hulpverleners en mensen van het onderwijs in Noordwijk, Leiden en Alphen aan den Rijn onderdelen van een nieuwe werkwijze in de praktijk ontwikkeld in de pilots ‘Van indiceren naar arrangeren’. Op basis van de (tussentijdse) resultaten is het toekomstmodel met als kern de Jeugd- en gezinsteams ontwikkeld. In 2014 zullen 6 gemeenten starten met proeftuinen waarin de jeugd- en gezinsteams worden uitgewerkt. Financiële ondersteuning door de Provincie Zuid-Holland De provincie heeft de Regionale Agenda Samenleving (RAS) doorgezet in de eerste helft van 2013. De inkoop van licht ambulante hulp kon daardoor in de eerste helft van 2013 worden voortgezet. Dat ging om: - Begeleiding Risicogezinnen ‘ReSet’ (Activite) - Jeugd Maatschappelijk Werk (Kwadraad) - Opvoedingsondersteuning Positief Opvoeden niveau 3 (GGD Hollands Midden) - Zorg aan leerlingen op het Voortgezet onderwijs / schoolmaatschappelijke werk (Kwadraad en Cardea via de Samenwerkingsverbanden voor voortgezet onderwijs) Cardea en de jeugd- en jongerenwerk organisaties in de regio voeren ‘Talentcoaching voor kwetsbare jongeren’ uit, uit middelen van de provincie voor kwetsbare jongeren.
Pagina 45
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Vanaf 1 juli stelde de provincie in plaats van de RAS-middelen een Transitiebudget beschikbaar. Dit wordt gebruikt voor activiteiten en inhuur expertise bij de voorbereiding op de transitie.
Begroting: wat zouden we doen? 1 Conform begroting 2013 nv Niet voorzien
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern
1 Ondersteunen van ambtelijk platform jeugd Holland Rijnland; 1a Ondersteunen Werkgroep Centrum voor Jeugd en Gezin voor ambtenaren en projectleiders;
a a
2 Coördinatie en ondersteuning projectgroep Ketenaanpak Jeugd, gericht op: 2a Voorbereidingen op de stelselwijziging in de jeugdzorg, waarin de zorg onder regie van de gemeenten zal komen te vallen.
a a
2b Borging en verdere invoering van ontwikkelde producten binnen het project Ketenaanpak Jeugd, waaronder de verwijsindex, de werkwijze voor 1 gezin 1 plan en coördinatie van zorg en de randvoorwaarden Centra voor Jeugd en gezin (CJG). 2c Versterken van de Centra voor Jeugd en Gezin
a
a
2d Afstemming van casuïstiekbesprekingen op terrein van zorg, onderwijs en veiligheid.
b,c*
3 Inkoop uren licht ambulante hulp bij regionale aanbieders met als doel instroom in de jeugdzorg te voorkomen en uitstroom te versnellen.
a
Nv *Voorbereiding zijn gedaan, maar vanwege het nieuwe toekomstmodel is de besluitvorming en uitvoering aangehouden.
Pagina 46
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.5.2 Onderdeel Leerplicht en aanpak voortijdig schoolverlaten Doelstelling Zoveel mogelijk jongeren tussen de 5-23 jaar in regio Zuid-Holland Noord behalen een startkwalificatie. Hiervoor wordt ingezet op: - Een passende onderwijsplek voor iedere jongere: tegengaan ‘thuiszittersproblematiek’; - Het tegengaan van ongeoorloofd schoolverzuim; - Het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en het begeleiden van voortijdig schoolverlaters terug naar school; Sinds 2007 is het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) onderdeel van de Sociale Agenda van Holland Rijnland. In het RBL zijn de handhaving van de leerplicht, de leerlingenadministratie en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voor voortijdig schoolverlaten (RMC) voor RMCregio Zuid-Holland Noord (de twaalf gemeenten in de Leidse regio en Duin- en Bollenstreek) samengebracht. De leerplichttaak wordt in de Rijnstreek uitgevoerd door de gemeente Alphen aan den Rijn. De Rijnstreek valt voor wat betreft de aanpak van voortijdig schoolverlaten onder RMC-regio Zuid-Holland Oost. De verslaglegging over de leerplicht en RMC-functie beperkt zich in dit jaarverslag tot het werkgebied van RBL Holland Rijnland. De leerplicht- en RMC-functie in de Rijnstreek kent haar eigen verantwoordingscyclus en –documenten. De primaire taak van de leerplichtfunctie is het op eenduidige wijze toezicht houden op naleving van de Leerplichtwet, met als doel het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten voor leerlingen tussen de 5-18 jaar. Doelstelling van de RMC-functie voortijdig schoolverlaten is om zoveel mogelijk jongeren van 12-23 jaar een startkwalificatie te laten behalen. Een startkwalificatie is een diploma op mbo2, havo- of vwo-niveau. Jongeren met een startkwalificatie hebben betere kansen op de arbeidsmarkt dan jongeren zonder startkwalificatie. Resultaten 2013 Leerlingenadministratie Het RBL Holland Rijnland voert voor alle gemeenten in regio Zuid-Holland Noord de gemeentelijke leerlingenadministratie uit. Het RBL biedt zo voor haar werkgebied één regionaal loket voor alle scholen waar zowel in- en uitschrijvingen, verzuim als voortijdig schoolverlaten kunnen worden gemeld. De in- en uitschrijvingen van mbo-instellingen en scholen voor voortgezet onderwijs ontvangt het RBL via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Deze mutaties worden digitaal verwerkt in de leerlingenadministratie. De gegevens over in- en uitschrijvingen bij het primair onderwijs, het speciaal onderwijs en bij het particuliere onderwijs worden van de afzonderlijke scholen verkregen. Per januari 2013 waren er 61.642 kinderen in Zuid-Holland Noord in de leerplichtige leeftijd van 5 t/m 17 jaar (CBS, 2013). De leerlingenadministratie controleert of al deze kinderen staan ingeschreven bij een school. In het schooljaar 2012/2013 is 25 keer vastgesteld dat leerplichtigen helemaal niet ingeschreven waren op een school; er is dan sprake van absoluut verzuim.
Pagina 47
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Leerplichthandhaving Verzuimmeldingen Het aantal meldingen van relatief verzuim is in schooljaar 2012/2013 1776. Dit is als volgt onder te verdelen: Luxe verzuim1: 201 meldingen Spijbel verzuim: 826 meldingen Signaal verzuim2: 749 meldingen Het totaal aantal meldingen van relatief verzuim is in schooljaar 2012/2013 ten opzichte van schooljaar daarvoor met 5% toegenomen. De stijging wordt met name veroorzaakt door de toename van de spijbelverzuimmeldingen: 84% stijging ten opzichte van vorig schooljaar. Een verklaring hiervoor is dat scholen het verzuim steeds beter registreren en beter en eerder melden. De afgelopen jaren is er door leerplicht veel aandacht besteed aan de verzuimregistratie en ook het verplicht melden via het verzuimloket van DUO heeft eraan bijgedragen dat er steeds meer gemeld wordt. De afname van het aantal meldingen van signaalverzuim met een kwart wordt vermoedelijk veroorzaakt door het beter melden van spijbelverzuim. Voorheen werd spijbelverzuim ook wel eens als signaalverzuim gemeld. Nu verzuim vaak eerder gemeld wordt, zijn de problemen vaak nog niet zo groot dat het signaalverzuim is. Er is minder luxeverzuim en signaalverzuim gemeld dan vorig schooljaar. Het aantal meldingen van luxeverzuim is 9% lager dan in 2011/2012. Er zijn wel duidelijke verschillen te zien tussen de gemeenten. Deze verschillen kunnen veroorzaakt worden doordat schooldirecties de toestemmingsaanvragen voor luxeverzuim verschillend beoordelen. Het toekennen van verlof voor vakantie of gewichtige omstandigheden onder de tien dagen valt onder de bevoegdheid van de schooldirecteur. Het aantal geconstateerde gevallen van absoluut verzuim is gedaald van 46 gevallen in 2011/2012 naar 25 gevallen in 2012/2013. Absoluut verzuim is in 2012/2013 vooral vsv-problematiek; zeventien jongeren zijn inmiddels 18 jaar geworden. Sommige van hen gaan weer naar school, anderen zijn overgedragen aan het Jongerenloket en worden tot de nieuwe vsv’ers gerekend. Thuiszitters Het aantal thuiszitters volgens de Ingradonorm is in 2012/2013 met 52 leerlingen ongeveer gelijk aan het schooljaar daarvoor, toen het er 50 waren. Het aantal zorgleerlingen, leerlingen die op basis van hun lichamelijke of psychische klachten een geldige reden hebben om een periode niet naar school te gaan maar niet aanmerking komen voor een vrijstelling, is afgenomen van 49 naar 23 leerlingen. Het RBL heeft in het schooljaar 2012/2013 in samenwerking met een aantal ketenpartners in arrondissement Haaglanden gewerkt aan een taxatiemodel voor leerplicht. Het taxatiemodel moet voor de medewerkers van het RBL onderdeel worden van een methodische aanpak voor leerplichtambtenaren. Door te investeren in een gedegen analyse en taxatie, en waar zorg nodig is te werken volgens de uitgangspunten van ‘Eén gezin, één plan’, wordt verwacht dat het aantal thuiszitters teruggedrongen kan worden. Jeugdmatch In sommige gevallen zijn er meerdere partijen betrokken bij de zorg voor een kind of een gezin. Dit is niet altijd bekend bij de verschillende partijen. Het RBL neemt deel aan het convenant voor de verwijsindex risicojongeren, Jeugdmatch, en meldt het RBL kinderen waar grote zorgen over bestaan aan in Jeugdmatch. Het melden in Jeugdmatch gebeurt op basis van daarvoor opgestelde criteria en altijd nadat dit gemeld is aan de ouders/verzorgers. Het afgelopen schooljaar heeft het RBL 44 jongeren in Jeugdmatch gemeld.
1
Betreft vaak vakantie buiten de schoolvakanties om.
2
Verzuim vaak gerelateerd aan zorgproblematiek bij de leerling.
Pagina 48
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Onderwijsinspectie Vanaf 1 januari 2012 is de Leerplichtwet gewijzigd. Dat betekent onder andere dat het toezicht op de naleving van de leerplichtwet 1969 bij de Onderwijsinspectie is belegd. Om uitvoering te geven aan deze opdracht gaat de Onderwijsinspectie samenwerkingsovereenkomsten aan met gemeenten. Het RBL heeft sinds 1 februari 2013 een samenwerkingsovereenkomst met de Onderwijsinspectie. Met een verscherpte en meer nauwkeurige controle op de verzuimregistratie en het melden van verzuim, moet het aantal voortijdig schoolverlaters afnemen. In de regio Holland Rijnland is het aantal voortijdig schoolverlaters van het mbo het hoogst. Om die reden gaat het RBL beginnen met intensievere controles bij de ROC’s en het AOC in de regio Holland Rijnland. Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) Aantal voortijdig schoolverlaters Het terugdringen van voortijdig schoolverlaten (VSV) is prioriteit van de Sociale Agenda van Holland Rijnland. In 2010 is een traject gestart om als gemeenten met het onderwijs tot een gezamenlijke visie en beleidsagenda te komen voor de regionale aanpak van voortijdig schoolverlaten. Dit traject heeft geleid tot een meerjarenprogramma voortijdig schoolverlaten en beleidsplan RMC 2011-2014, welke zijn vastgesteld door het algemeen bestuur op 23 maart 2011. Eind schooljaar 2012/2013 stonden er 2.447 voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) bij het Regionaal Bureau Leerplicht geregistreerd. Het Regionaal Bureau Leerplicht registreert oude en nieuwe voortijdig schoolverlaters. Nieuwe voortijdig schoolverlaters zijn jongeren die in het verslagjaar vsv’er zijn geworden. Oude voortijdig schoolverlaters zijn jongeren die al voor het schooljaar 2012/2013 uitgevallen zijn. Oud (voor Nieuw in Totaal in Oud (voor Nieuw in Totaal 2012/2013) 2012/2013 2012/2013 2011/2012) 2011/2012 2011/2012 Resultaat3
1.738
7094
2.447
1.911
797
2.708
Het aantal (nieuwe) vsv’ers is afgaande op de indicatieve cijfers per 1 oktober 2013 in afgelopen schooljaar verder afgenomen.
3
Het RBL volgt bij de registratie van voortijdig schoolverlaters de definitie van vsv’er zoals het ministerie van OCW die hanteert in de afgesloten VSV-convenanten: leerlingen tussen de 12 en 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten. Deze definitie wijkt af van de RMC-wetgeving waarin de definitie van VSV gehanteerd wordt voor jongeren vanaf 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. 4 Dit betreft het aantal nieuwe vsv’ers zoals bekend op 1 oktober 2013. Dit cijfer is ook opgenomen in het RBL jaarverslag 2011/2012. Dit is een indicatief cijfer; het ministerie van OCW voert op basis van nieuw doorgegeven informatie aan de Dienst Uitvoering Onderwijs achteraf steeds wijzigingen door. De definitieve cijfers over 2012/2013 worden een jaar later, rond 1 oktober 2014 gepubliceerd.
Pagina 49
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Resultaten RMC-trajectbegeleiding en Poortwachterfunctie Jongerenloket In de periode 2008 tot en met 2013 was Holland Rijnland verantwoordelijk voor het Jongerenloket voor Onderwijs en Werk voor de twaalf gemeenten in de RMC-regio Zuid-Holland Noord. In het Jongerenloket werken RMC-trajectbegeleiders van het Regionaal Bureau Leerplicht en trajectbegeleiders van sociale diensten samen om voortijdig schoolverlaters te begeleiden naar onderwijs of, indien onderwijs niet haalbaar blijkt, werk. Het Jongerenloket was aanvankelijk een project voor de duur van twee jaar. Sinds juli 2011 was er een samenwerkingsovereenkomst van kracht waarbij de doelstellingen waren: - Terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters; - Bevorderen dat zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie halen; - Een sluitende aanpak creëren, zodat geen jongere thuis hoeft te zitten maar er een aanbod van onderwijs, werk of een combinatie van beide voorhanden is; - Het invullen van een poortwachterfunctie, zodat voorkomen wordt dat jongeren (tot 27 jaar) een beroep doen op een WIJ-inkomensvoorziening; - Jongeren (tot 27 jaar) op zoek naar onderwijs en werk kunnen terecht voor advies, ondersteuning en/of een trajectaanbod (waarbij het aanbod voor RMCtrajectbegeleiding geldt voor jongeren tot 23 jaar); - Bijdragen aan methodiekontwikkeling om samen met verantwoordelijke partijen in het veld voortijdig schoolverlaten beter te voorkomen en te bestrijden. Het Jongerenloket heeft in 2013 de RMC-trajectbegeleiding en de Poortwachterfunctie uitgevoerd. Tabel 1 Resultaten jongerenloket over periode 2008-20135 2008
2009
2010
2011
2012
2013
Aantal bereikte jongeren
547
846
883
993
1283
1293
Bereikt doel
338
636
674
714
640
654
Bereikt doel t.o.v. gestart
62%
75%
76%
72%
50%
51%
In 2013 is het bereik vergelijkbaar met 2012. In 2013 hebben veel jongeren een beroep op het Jongerenloket gedaan om een uitkering aan te vragen. Dit hangt samen met de sterk gestegen jeugdwerkloosheid. Alle jongeren die zijn uitgevallen van school zijn telefonisch of per brief benaderd. In 2013 zijn de resultaten voor de twee hoofdtaken:
5
de resultaten over de verschillende jaren zijn niet vergelijkbaar zijn. Vanaf 1 juli 2011 heeft het Jongerenloket gewerkt met een tweeledige opdracht, Rmc trajectbegeleiding en poortwachter. Voor Rmc trajectbegeleiding is het doel bereikt indien de jongere uitstroomt naar onderwijs en/of werk; voor de poortwachtersfunctie is het doel behaald indien de jongere geen beroep doet op een uitkering in het kader van de Wet werk en Bijstand. Een tweede belangrijke factor is dat het Jongerenloket zich vanaf 1 juli 2011 gericht heeft op de doelgroep 18 tot 27 jaar. Voor de periode 2008 tot 1 juli 2011 was dat de leeftijdscategorie van 18 tot 23 jaar.
Pagina 50
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Taak 1: Rmc trajectbegeleiding Tabel 2 Resultaten Rmc trajectbegeleiding per jaar Soort doel bereikt
2013
2012
Aantal
%
Aantal
%
Werk
42
31%
123
50%
School
66
48%
78
32%
Zorg
8
6%
17
7%
Leer/werkplek
1
0,5%
12
5%
Combi werk/opleiding werkgever
1
0,5%
4
2%
Overige uitkering Totaal
19
14%
11
4%
137
100%
245
100%
Taak 2: Poortwachter Tabel 3 Poortwachtertrajecten in 2013 Vsv’er Poortwachter
Aantal
Niet-vsv’er %
Aantal
%
Totaal Aantal
%
Aanvraag WWB gedaan
143
38%
337
42%
480
41%
Afgezien van aanvraag WWB
174
46%
356
44%
530
45%
Nog in wachttijd voor WWB Totaal
60
16%
108
14%
168
14%
377
100%
801
100%
1178
100%
Convenant voortijdig schoolverlaten Voor de jaren 2012-2015 is er een vsv-convenant afgesloten tussen het Rijk, de onderwijsinstellingen in RMC-regio Zuid-Holland Noord en RMC-contactgemeente Leiden. De vsvreductiedoelstelling hierin is uitgedrukt in maximale uitvalpercentages per schoolsoort en –niveau: % norm '12-'13
% norm '13-'14
% norm '14-'15
onderbouw voortgezet onderwijs
1.0%
1.0%
1.0%
bovenbouw vmbo
4.0%
4.0%
4.0%
bovenbouw havo/vwo
0.5%
0.5%
0.5%
MBO niveau 1
32.5%
27.5%
22.5%
MBO niveau 2
13.5%
11.5%
10.0%
MBO niveau 3 en 4
4.25%
3.5%
2.75%
Scholen, gemeenten en Regionaal Bureau Leerplicht hebben gezamenlijk een subsidieaanvraag opgesteld om een beroep te kunnen doen op de regiomiddelen die het Rijk op basis van het convenant beschikbaar stelt. Deze middelen zijn bedoeld voor de schooljaren 2012/2013 t/m 2014/2015. De volgende vijf maatregelen zijn afgelopen jaar onder de noemer Dat houdt je bij de les! ingezet: Keuzepallet overgang voortgezet onderwijs – middelbaar beroepsonderwijs; Verzuimaanpak studenten van 18 jaar en ouder; Instroomloket 16+ en begeleiding op maat in het MBO; Beroepscompetenties MBO-studenten; Pluscoaching voor overbelaste jongeren. Schooljaar 2012/2013 was het tweede jaar waarin door het RBL op basis van de inzet van regiomiddelen verzuimmeldingen van leerlingen van 18-23 jaar zijn opgepakt. Er zijn in 2012/2013 824 studenten van 18-23 jaar als verzuimer gemeld. In 2011/2012 waren dit er 571.
Pagina 51
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Regiegroep Voortijdig Schoolverlaten Holland Rijnland ondersteunt de Regiegroep Voortijdig Schoolverlaten, bestaande uit bestuurders van gemeenten, UWV, ROC’s en de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs uit de Leidse regio en de Duin- en Bollenstreek. In deze groep komen het brede beleid op het terrein van voortijdig schoolverlaten en het Jongerenloket aan de orde. De regiegroep is het bestuurlijk gremium waarin onder andere besloten wordt tot ondertekening van het convenant voortijdig schoolverlaten en waar gemeenten en onderwijs afspraken maken over de inzet van Rijksmiddelen ten behoeve van de aanpak van voortijdig schoolverlaten. In 2013 is de groep drie keer bijeen geweest. De regiegroep wordt ondersteund door de werkgroep VSV met vertegenwoordigers van dezelfde instellingen op “ambtelijk” niveau. Beleidsmatige ontwikkelingen aanpak voortijdig schoolverlaten Einde jongerenloket, RMC-functie bij RBL Op 1 januari 2014 is de samenwerkingsbijeenkomst Jongerenloket beëindigd. Vanaf die datum wordt de RMC trajectbegeleiding weer ingebed bij het RBL. Daarbij richt het RBL zich op twee pijlers: versterking van de verbinding van RMC met de mbo’s en versterking van de verbinding van RMC met leerplicht. Om te komen tot een zorgvuldige inbedding van RMC in het RBL, zijn gesprekken gevoerd met de ROC’s om hen te vragen naar hun wensen en ideeën. Daaruit kwam naar voren dat zij het liefst één persoon zien voor de aanpak van verzuim en uitval binnen de ROC’s. Daarnaast zijn ook gesprekken gevoerd met de trajectbegeleiders en de leerplichtambtenaren die het mbo in hun pakket hebben om te kijken hoe de trajectbegeleiding vormgegeven moet worden vanaf 1 januari 2014 en of we daarmee aan de wensen van het mbo tegemoet kunnen komen. Dit heeft geleid tot een besluit over een nieuwe werkwijze waarbij mbo-opleidingen voortaan met één consulent te maken krijgen die zowel de leerplicht/kwalificatieplicht- als rmc-taken oppakt. Ook de verbinding met werk blijft belangrijk. Samenwerking met project JA! en de sociale diensten van de gemeenten blijft nodig bij het tegengaan van vsv en terugleiden van jongeren naar school, werk of een combinatie daarvan. De afgelopen periode is veel geïnvesteerd in de samenwerking met partners door te participeren in het Instroomloket, zorg-overleggen in het mbo en het geven van de training Forward aan voortijdig schoolverlaters. VSV-Kompas Ingrado (de beroepsvereniging voor leerplicht en RMC) werkt aan een instrument om regio’s onderling te kunnen gaan vergelijken op het gebied van schooluitval. Het RBL maakt onderdeel uit van de begeleidingscommissie van dit te ontwikkelen ‘VSV-Kompas’. Het VSV-Kompas bundelt de gegevens van de VSV Verkenner, de RMC effectrapportage en gegevens die regio’s zelf moeten aanleveren over de eigen organisatie. Een belangrijke voorwaarde om dit Kompas te kunnen maken is de toegang tot gegevens die bureaus leerplicht en RMC-regio’s bij het ministerie van OC&W indienen. Ingrado is hierover in gesprek met het ministerie.
Pagina 52
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Begroting: wat zouden we doen? 1 Conform begroting 2013 nv Niet voorzien
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern
1 Uitvoeren leerplichttaken voor gemeenten in Duin- en Bollenstreek en Leidse regio;
a
2 Uitvoeren werkplan Leerplicht 2013;
a
3 Uitvoeren werkplan RMC 2011-2014, onderdeel 2013;
a
4 Uitvoeren leerlingenadministratie-taken;
a
5 Implementeren prestatie-indicatoren leerplicht- en RMC-functie;
a
6 Uitvoering geven aan taken jongerenloket en evaluatie jongerenloket Holland Rijnland;
a
7 Faciliteren werkgroep VSV en regiegroep VSV.
a
8 Uitvoeren Project sluitende aanpak jongeren Rijnstreek (beroepenmanifestatie)
a
nv
Pagina 53
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.5.3 Onderdeel Participatie Doelstelling Terugdringen jeugdwerkloosheid: Leerlingen hoger opleiden door ze langer te scholen en jongeren te ondersteunen bij het vinden en behouden van een baan. Ontwikkelen van regionaal arbeidsmarktbeleid waarbij met onderwijs- en werkgeverspartijen afspraken tot stand komen om beter aan te sluiten op de vraag op de arbeidsmarkt. Verhoging van de maatschappelijke participatie in het algemeen en de arbeidsparticipatie in het bijzonder door een samenhangende inzet van instrumenten in het kader van het participatiebudget. Resultaten Educatie Holland Rijnland verzorgt de inkoop van educatietrajecten bij de roc's voor de hele regio. De gezamenlijke inkoop maakt het mogelijk om voor relatief kleine doelgroepen in de afzonderlijke gemeenten aanbod te realiseren en een regionale infrastructuur voor de educatie van volwassenen in stand te houden. Het ambtelijk overleg Participatie bereidt de inzet van de middelen voor volwasseneneducatie voor en zorgt er voor dat de educatietrajecten vraaggericht wordt ingezet en aansluiten bij andere beleidsterreinen. De inzet van 2013 leidde tot: - 663 trajecten Nederlands als Tweede Taal (NT2) - 313 trajecten Lezen en Schrijven (NT1) - 38 trajecten Rekenvaardigheden Wetswijzigingen per 2013 De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft besloten om met ingang van 2013 het VAVO rechtstreeks vanuit het rijk aan te sturen en te financieren. Zij heeft het totale VE-budget hiermee gehalveerd en bepaald dat het resterende budget door de gemeenten alleen nog ingezet kan worden voor taal- en rekenen. Daarnaast is de doelgroep uitgebreid met vrijwillige inburgeraars. Het budget voor 2013 werd voor de helft bepaald door prestaties die over 2011 zijn geleverd: - Het aantal ingekochte trajecten basisvaardigheden; - Het aantal behaalde certificaten Staatsexamen. Dit had tot gevolg dat Holland Rijnland minder dan de helft van het budget in 2012 voor 2013 kreeg toegekend. Holland Rijnland is hiertegen in bezwaar en in beroep gegaan. De argumenten hiervoor waren als volgt: - Er waren geen richtlijnen of definities van trajecten basisvaardigheden, waardoor dure of goedkopere trajecten financieel hetzelfde gewaardeerd werden; - De gemeenten en roc’s beschikten niet over de resultaten van Staatsexamen en konden dit ook zeer moeilijk achterhalen. - Beide punten hadden tot gevolg dat er een behoorlijke scheefgroei was ontstaan in de verdeling van het landelijk budget voor VE in 2013. Het bezwaar en beroep van Holland Rijnland zijn ongegrond verklaard. Het ministerie beriep zich op de wetgeving waar de prestatie indicatoren zijn opgenomen. Helaas worden voor de middelen voor 2014 wederom dezelfde prestatie indicatoren in 2012 gebruikt en heeft dit wederom nadelige effecten op de verdeling over de gemeenten in het land.
Pagina 54
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Bondgenootschap geletterdheid Holland Rijnland Als opvolger van de campagne Maak een nieuwe start!, waarin veel aandacht werd besteed aan de problematiek van laaggeletterdheid en de werving van de doelgroep voor lees- en schrijfcursussen, is in de regio Holland Rijnland het bondgenootschap Geletterdheid Holland Rijnland in 2013 gevormd. Het bondgenootschap bestaat uit verschillende partijen in de regio: gemeenten, maatschappelijke instellingen, bibliotheken, ondernemingsverenigingen, roc’s, UWV en een communicatiebureau. Samen maken zij afspraken over de aanpak van laaggeletterdheid in de regio. Op 18 september hebben 38 bondgenoten (inmiddels 39) hiervoor een convenant getekend waarin zij voor 3 jaar afspraken hebben gemaakt over gezamenlijke en individuele acties om geletterdheid in de regio te bevorderen. Regionaal arbeidsmarktbeleid Het regionale arbeidsmarktbeleid is één van de beleidsmatige regionale speerpunten in Holland Rijnland. Op 29 juni 2011 heeft het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland de notitie Gezamenlijke focus op regionaal arbeidsmarktbeleid vastgesteld. Hoofddoel is dat Holland Rijnland de platformfunctie tussen onderwijs, overheid en ondernemers faciliteert. Voor 2013 zijn de volgende doelstellingen benoemd:
Terugdringen jeugdwerkloosheid: Jongeren te stimuleren de opleiding af te maken, jongeren hoger op te leiden door ze langer te scholen en jongeren te ondersteunen bij het vinden en behouden van een baan.
Verbinding onderwijsagenda met vraag uit de arbeidsmarkt: Ontwikkelen van regionaal arbeidsmarktbeleid waarbij met onderwijs- en werkgeverspartijen afspraken tot stand komen om beter aan te sluiten op de vraag op de arbeidsmarkt.
Komen tot een hogere arbeidsparticipatie van mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt
Naar meer samenhang in de participatieketen: Verhoging van de maatschappelijke -en arbeidsparticipatie door een samenhangende inzet van instrumenten voor arbeidsreintegratie, inburgering en volwasseneneducatie in het participatiebudget.
Wat hebben we er voor gedaan? Activiteiten in 2013: 1. Ondersteuning voorbereiding decentralisatie Werk Het Rijk streeft ernaar te komen tot één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. In 2013 is een belangrijke basis gelegd in het Sociaal Akkoord, dat afgesloten is tussen werkgevers, werknemers en het Rijk. Werkgevers hebben in dit akkoord afgesproken 100.000 banen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te realiseren. Deze toezegging vormt de basis van de Participatiewet, die 1 januari 2015 van kracht moet worden. Voor invulling van deze banen dient elke arbeidsmarktregio een Werkbedrijf op te zetten. Dit is geen fusiebedrijf maar meer een coördinatiepunt om te zorgen dat deze banen ingevuld worden. In november 2013 heeft het portefeuillehoudersoverleg de uitgangspunten voor de vormgeving van het Werkbedrijf vastgelegd. Belangrijkste punt is dat de uitvoering subregionaal georganiseerd gaat worden en alleen taken op Holland Rijnland niveau uitgevoerd worden, als dit een meerwaarde heeft. Realisatie van een werkbedrijf vraagt een meer eenduidige werkgeversdienstverlening in Holland Rijnland. In juli 2012 is het Afstemmingsteam Werkgeversdienstverlening, waarin hoofden werk en inkomen, SW-directeuren en de regiomanager UWV in participeren, van start gegaan om deze dienstverlening vorm te geven.
Pagina 55
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Holland Rijnland heeft in 2013 beleidsmatige ondersteuning verleend aan het Afstemmingsteam en voorbereidingswerkzaamheden uitgevoerd om tot een goede invoering van de Participatiewet te komen. Hierin is nauw samengewerkt met ambtenaren van de gemeenten, UWV en het Regionaal Platform Arbeidsmarkt Rijn Gouwe. 2. Ondersteuning bij het actieplan jeugdwerkloosheid Gemeente Leiden is trekker voor de uitvoering van het regionale actieplan jeugdwerkloosheid Holland Rijnland. Holland Rijnland ondersteunt de projectleider en neemt als uitvoerder van de RMC-functie deel aan werkgroepen en activiteiten. In 2013 is in het project Kansloket uitvoering gegeven aan het toepassen van onderwijs als voorliggende voorziening voor jongeren tot 27 jaar met een WWB-uitkering die nog recht hebben op studiefinanciering. Het actieplan Jeugdwerkloosheid en het RMC hebben afspraken gemaakt over het stroomlijnen van elkaars werkprocessen om elkaar te versterken in het toeleiden van jongeren zonder startkwalificatie naar onderwijs en/of werk. In 2014 wordt hier verder invulling aangegeven. 3. Ondersteuning uitvoering convenant Bouwen én opleiden Holland Rijnland In september 2012 is het convenant Bouwen en opleiden getekend door vertegenwoordigers van werkgevers in de bouw, opleidingsbedrijven en gemeenten. De afspraak is gemaakt dat bij gemeentelijke opdrachten de mogelijkheid nagegaan wordt om leerlingen te plaatsen. De uitvoering van het convenant is moeizaam op gang gekomen, in de tweede helft van 2013 zijn bij een aantal projecten leerlingen geplaatst. Op basis ervaringen in 2013 wordt voor 2014 convenant verder uitgebouwd. 4. Ondersteunen Human Capital Agenda Greenport Bollenstreek Het Rijk voert topsectorenbeleid, waarbij de greenport hier één van is. Omdat de Bollenstreek zelf nog geen afvaardiging had, heeft Holland Rijnland de greenport Bollenstreek vertegenwoordigd in de werkgroep Human Capital Agenda van VNO-NCW en het agrarische middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Hier wordt het (groene) onderwijsaanbod afgestemd op de vraag van de greenportondernemers. In 2013 zijn er 7 centra voor innovatief vakmanschap voor middelbaar agrarisch beroepsonderwijs gestart. Holland Rijnland is met het Wellant College in gesprek geweest om een centrum in de Bollenstreek te realiseren. Dit is niet gelukt. Het ontbrak aan een lokaal netwerk van (groene) ondernemers rondom het groene onderwijs en een governance structuur op greenportniveau. Wellant zal vanuit haar centrum in Aalsmeer in samenwerking met Innovatie en Demonstratiecentrum van PPI in Lisse activiteiten in de Bollenstreek ontplooien. In 2013 heeft de Bollenstreek een economische agenda opgesteld. Holland Rijnland zal de werkzaamheden rondom de HCA-Agenda greenport Bollenstreek overdragen aan vertegenwoordigers van de economische agenda Bollenstreek. 5. Faciliteren ambtelijk overleg participatie. Holland Rijnland voert het secretariaat van het ambtelijk overleg Participatie. Gemeente Leiden levert de voorzitter. In 2013 is het AO Participatie 9 keer bijeen geweest.
Pagina 56
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Begroting: wat zouden we doen? 1 Conform begroting 2013 nv Niet voorzien
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern
1 Uitvoeren regionale arbeidsmarktagenda 2013; 2 Financieren van en deelname aan Regionaal Platform Arbeidsmarkt Rijn Gouwe; 3 Deelname aan het ambtelijk platform voor samenwerking en kennisuitwisseling tussen gemeenten en sociale diensten in Holland Rijnland;
a a a
4 Ondersteuning van het actieplan jeugdwerkloosheid. 5 Vraaggerichte inkoop taal- en rekentrajecten bij de ROC’s; 6 Afstemmen van inkoop taal- en rekentrajecten op re-integratie, inburgering en maatschappelijke ondersteunen; 7 Faciliteren ambtelijk overleg participatie. 8 Ondersteuning convenant leerlingbouwplaatsen Rijnstreek, dat beoogt opleidingsplaatsen in de bouw te garanderen.
a a a
nv
Pagina 57
a a
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.5.4 Onderdeel Zorg en Welzijn Doelstelling Het bieden van een platform om het gemeentelijke en bovenlokale beleid inzake zorg en welzijn af te stemmen. Daarmee draagt het samenwerkingsorgaan bij aan een voldoende aanbod van zorg- en welzijnsvoorzieningen gericht op integrale zorg en ondersteuning van de burger en afgestemd op de behoefte en mogelijkheden van de burger en zijn/haar sociale omgeving. Resultaten Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De regionale samenwerking op het terrein van de Wet maatschappelijke ondersteuning heeft zich geconcentreerd op de volgende onderdelen: 1. De overheveling van de functie Begeleiding van de AWBZ naar de gemeenten 2. De GGZ subsidieregeling. 3. De maatschappelijke opvang en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. 4. Uitvoering programma van de Centra voor Maatschappelijke Ondersteuning (CMO). 1. De overheveling van de functie Begeleiding van de AWBZ naar de WMO Na een periode van onduidelijkheid heeft het Kabinet eind 2013 besloten om per 1-1-2015 minder AWBZ taken te decentraliseren. Het heeft tot het einde van het jaar geduurd voordat er duidelijkheid is gekomen over de vraag of de Persoonlijke Verzorging aan de WMO wordt toegevoegd. Uiteindelijk heeft het Kabinet besloten om de Persoonlijke Verzorging naar de Zorgverzekeringswet over te hevelen en niet naar de gemeenten. Hiermee zijn aan de ene kant de mogelijkheden van de gemeenten beperkt om stappen te zetten in de richting van een andere werkwijze in het domein van zorg en welzijn. Aan de andere kant is er duidelijkheid geschapen en kunnen de gemeenten concreet aan de slag. Het onderdeel WMO van het regionale 3D traject is sindsdien weer volop op stoom gekomen. In de loop van 2013 zijn de gemeenten van Holland Rijnland tot de conclusie gekomen dat de samenwerking stagneerde vanwege een verschil in visie over de richting van de samenwerking. Hierover is gesproken op twee extra overleggen van de betrokken wethouders van Holland Rijnland op 13 juni en op 25 september. Op de vraag welke onderdelen van de transitie onderdeel uit moeten maken van regionale samenwerking op Holland Rijnland niveau en welke niet is besloten: Om voor de implementatie van de nieuwe taken de nadruk te leggen op samenwerking binnen de drie subregio’s van Holland Rijnland Op Holland Rijnland niveau de volgende thema’s uit te werken: o De samenwerking met zorgkantoor en zorgverzekeraars na de transitie o De relatie nieuwe WMO met de centrumgemeente taken maatschappelijke opvang en de preventieve geestelijke gezondheidszorg o De specialistische zorg en de vraag of en hoe deze regionaal moet worden opgepakt. o De anonieme hulplijn. In de 2e helft van 2013 is er ambtelijk aan deze thema’s gewerkt. 2.De GGZ subsidieregeling Met deze subsidieregeling wordt een aantal regionale WMO-voorzieningen op het terrein van de Geestelijke Gezondheidszorg in stand gehouden. Het gaat daarbij om: - zorgvernieuwingsprojecten geestelijke gezondheidszorg; - collectieve GGZ-preventie; - de vriendendienst. De gemeente Leiden voert deze regelingen onder de naam GGZ-subsidies uit namens de gemeenten van Holland Rijnland op basis van een afzonderlijke gemeenschappelijke regeling. Een klein aantal gemeenten neemt niet deel aan het onderdeel vriendendienst. In 2013 is in
Pagina 58
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
het portefeuillehoudersoverleg van september dieper ingegaan op nut en noodzaak van de collectieve preventie op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg. Vervolgens is besloten om het programma regionaal voort te zetten. 3. Maatschappelijke opvang, verslavingsbeleid en openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ). De gemeente Leiden is door het Rijk aangewezen als centrumgemeente om voor de regio Zuid-Holland Noord voorzieningen op het terrein van met name de verslavingszorg (zie ook onder 4) en zorg voor dak- en thuislozen in stand te houden. Met de invoering van de Wmo hebben de overige gemeenten in de regio hier een nadrukkelijker rol in gekregen. In 2013 is duidelijk geworden dat zowel het takenpakket van de regiogemeenten als die van de centrumgemeente per 2015 aanzienlijk zullen worden uitgebreid. Afstemming tussen regiogemeenten en centrumgemeente vraagt daarmee nog meer aandacht. Aandachtspunten in 2013 waren: De voorbereiding op de nieuwe OOGZ taken van regiogemeenten en centrumgemeente; De realisatie van zogenaamde scheve huisjes in de regio. Het gaat hier om onderdak zonder formele woonstatus (bijvoorbeeld containers of huisje op een camping, waarin verwarming, elektra en water/sanitair aanwezig is of binnen handbereik); Het maken van afspraken over de marginaal gehuisvesten, die door huisvesting in de hiervoor genoemde scheve huisjes niet ingeschreven kunnen staan bij het GBA. Deze groep kan hiervoor worden ingeschreven bij de maatschappelijke opvang in de centrumgemeente (bijvoorbeeld het Papagaaienbolwerk of de Binnenvest; Het voorkomen van het afsluiten van de energie-aansluiting bij gezinnen. 4. Centra voor Maatschappelijke Ondersteuning (CMO). De provincie stelt in het kader van de Regionale Agenda Samenleving uren van de Centra voor Maatschappelijke Ontwikkeling aan de gemeenten van de regio ter beschikking. De provincie wil hiermee het vraaggerichte werken van deze centra bevorderen. De gemeenten maakten met ondersteuning van Holland Rijnland van deze mogelijkheid gebruik door gezamenlijk een programma voor deze centra te ontwikkelen. Hiermee werd het mogelijk om de activiteiten van deze centra goed aan te sluiten op het lokale Wmo-beleid. Het gaat hier om tweedelijns ondersteuning van organisaties die in de eerste lijn op de eerste vijf prestatievelden van de Wmo werkzaam zijn. In 2013 waren er samen met het thema Jeugd 6911 uur voor Holland Rijnland beschikbaar. Deze inzet is afgelopen jaar vooral gekoppeld aan de nieuwe WMO taken van de gemeenten. Regionale Commissie Gezondheidszorg Zuid-Holland Noord In 2013 is besloten om de activiteiten van de Regionale Commissie te beëindigen. De gemeenten van Holland Rijnland maakten deel uit van dit netwerk op het terrein van zorg en welzijn. De werkzaamheden van het ondersteunende bureau zijn per 31-12 2013 gestopt. De deelnemende partijen onderzoeken of een lichtere vorm van netwerk in stand kan worden gehouden. De resultaten van dit onderzoek worden in de eerste helft van 2014 verwacht. Met het beëindigen van de werkzaamheden van de Regionale Commissie is ook het bestuurlijk platform wonen, zorg en welzijn opgeheven. De aandacht vanuit het platform wonen, zorg en welzijn is in 2013 met name gegaan naar de gevolgen van de plannen van het Kabinet om fors te extramuraliseren door in de loop van de komende jaren te bezuinigen op de intramurale zorg. Een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van gemeenten en Zorgkantoor is in het leven geroepen om partijen voor te bereiden op de ingrijpende maatregelen. Gevolgen voor de gemeenten zijn: Een groter beroep op de WMO Meer kwetsbare groepen in de woonomgeving De noodzaak om meer voor deze kwetsbare groepen geschikte woningen te realiseren Leegstand van voormalige woonzorgcomplexen
Pagina 59
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Meer samenwerking met eerste lijn, zorgkantoor en zorgverzekeraars nodig om kwetsbare groepen op te vangen
Afstemming en overleg In 2013 is het regionale ambtelijk overleg zorg en welzijn zeven maal bijeen gekomen. In dit overleg komen aan de orde: de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), het lokale gezondheidsbeleid, de ambtelijke voorbespreking van de bestuurscommissie van de GGD, de centrumtaken van de gemeente Leiden (maatschappelijke opvang, verslavingszorg). Holland Rijnland en de GGD dragen gezamenlijk zorg voor de ondersteuning van het overleg. Naast de bovengenoemde hoofdthema’s zijn in het ambtelijk overleg nog de volgende onderwerpen aan de orde geweest: - De sociale kaart van Holland Rijnland, een gezamenlijk product van de GGD en MEE. - Evaluatie Regionaal Kompas - Ontwikkelingen AMHK - Werkzaamheden vrouwenopvang - Integrale zorg voor jongeren 18+
1 nv
Begroting: wat zouden we doen? Conform begroting 2013 Niet voorzien
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern
1 2
Ondersteunen ambtelijke overleg zorg en welzijn Holland Rijnland Ondersteunen regionale vertegenwoordigers in de bestuurlijke platforms en werkgroepen voor kennisuitwisseling, beleidsontwikkeling en beleidsrealisatie in het kader van de Wmo, Wonen – zorg en welzijn, WPG en OGGZ.
d d
3
Bestuurlijk overleg alcoholmatiging Hollands Midden
a
4
GGZ subsidieregeling
5
Programma CMO
a/d d
nv
Pagina 60
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.5.5 Onderdeel Cultuur Doelstelling Het ondersteunen van de platformfunctie op het gebied van Cultuur. Resultaten Cultuureducatie met Kwaliteit Met ingang van 2013 heeft de provincie Zuid-Holland geen middelen meer beschikbaar gesteld voor het onderdeel Cultuurparticipatie van de RAS. De gemeenten hebben daarom besloten om regionaal samen te werken in het kader van de nieuwe rijksregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2013-2016. Met deze regeling wordt de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs verbeterd. De subsidie is aangevraagd door twee culturele instellingen en 100% gematcht door de gemeenten. De Museumgroep Leiden en Parkvilla in Alphen hebben samen met andere regionale instellingen, het primair onderwijs en de gemeenten een samenhangend meerjarenprogramma voor cultuureducatie opgesteld. Daarvoor is op 14 december 2012 een subsidie aangevraagd bij het Fonds voor Cultuureducatie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. In de loop van 2013 zijn deze aanvragen gehonoreerd. Het programma van de Museumgroep Leiden behelst een kwaliteitsslag over het bestaande aanbod van cultuureducatie in het primair onderwijs in de Leidse Regio en de Duin- en Bollenstreek. Het programma van Parkvilla is vooral gericht op deskundigheidsbevordering op het gebied van cultuureducatie in het primair onderwijs en het ontwikkelen van kwalitatief aanbod. Regionale cultuurnetwerker Sinds 2009 zijn twee cultuurnetwerkers actief in de regio. De cultuurnetwerkers hebben de opdrachtnemers van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit ondersteund en daarnaast hebben zij verbindingen gemaakt tussen vraag en aanbod op het gebied van cultuurparticipatie in de regio. Voor de periode 2013-2016 stelt de provincie jaarlijks € 22.000,00 beschikbaar voor de cultuurnetwerkers. Rol Holland Rijnland In 2013 heeft Holland Rijnland het ambtelijk overleg tussen de gemeentelijke cultuurambtenaren, opdrachtnemers Museumgroep Leiden en Parkvilla en de cultuurnetwerkers gefaciliteerd.
1 nv
1 3 Nv
Begroting: wat zouden we doen? Conform begroting 2013 Niet voorzien
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern
Ondersteunen ambtelijk platform cultuur Aansturen cultuurnetwerker(s)
d d
Pagina 61
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.6 PROGRAMMA BESTUUR EN MIDDELEN Doelstelling van het programma Maatschappelijke doelstelling Holland Rijnland is het samenwerkingsverband voor en door vijftien gemeenten in het centrum van de Randstad. Tussen het verstedelijkte Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Voor ongeveer 525.000 inwoners werkt Holland Rijnland aan ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken, natuur en landschap, verkeer en vervoer, samenleving en welzijn. Deze zijn bepalend voor een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling van het gebied. Doelstelling Holland Rijnland Regio Holland Rijnland heeft als taak deze gemeenschappelijke, regionale belangen te behartigen bij het Rijk, de provincie en andere invloedrijke overlegstructuren. Het samenwerkingsverband wil de deelnemende gemeenten een platform bieden en coördinatie en afstemming bevorderen tussen de gemeenten, onder andere voor het vaststellen van gemeenschappelijk regionaal beleid. Verder voert Holland Rijnland taken uit en verleent diensten die aan het samenwerkingsorgaan zijn overgedragen. Context Maatschappelijke relevantie De regio werkt aan krachtige ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken, natuur en landschap, verkeer en vervoer, samenleving en welzijn. De regio zoekt bij voortduring een goede balans tussen een voorspoedige ontwikkeling van de regio en het behoud van het oorspronkelijke karakter. Zo blijft de streek aantrekkelijk voor bewoners, toeristen en bedrijven. Toegevoegde waarde Holland Rijnland Holland Rijnland ligt middenin de Randstad, tussen de grootstedelijke gebieden Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. Deze ligging in de Randstad biedt kansen, maar maakt het gebied ook kwetsbaar. Door goed en krachtig samen te werken wil Holland Rijnland de regionale belangen goed behartigen bij provincie, Rijk en andere belangrijke overlegstructuren. Ook wordt regionaal gestreefd naar een grote mate van efficiency en effectiviteit, waardoor de lastendruk voor de Holland Rijnland-gemeenten wordt beperkt. Resultaten Bestuur De resultaten van het Bestuur worden verantwoord bij 6.1 Onderdeel Bestuur. Deelprogramma’s De volgende onderdelen kunnen worden onderscheiden: Bestuur. Middelen. Beheer Regionaal Investeringsfonds.
Pagina 62
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Financiën
Programma Bestuur & Middelen totaal indirecte kosten materiële kosten
Rekening 2011
Rekening 2012
Rekening 2013
Begroting 2013
Begroting na wijziging 2013
1.212.998 547.125
1.060.661 508.358
1.093.290 608.422
1.121.260 641.380
1.121.260 691.380
totale lasten
1.760.123
1.569.019
1.701.712
1.762.640
1.812.640
directe baten bijdragen gemeenten
283.697 1.476.426
345.351 1.223.668
440.084 1.261.628
258.240 1.504.400
258.240 1.554.400
De analyse van de verschillen tussen de gerealiseerde en begrote bedragen is weergegeven in de Toelichting op de Rekening van Baten en Lasten 2013.
Pagina 63
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.6.1 Onderdeel Bestuur Doelstelling Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland staat voor een daadkrachtig bestuur voor de regio, een goed contact tussen de deelnemende gemeenten en een goede belangenbehartiger voor de deelnemende gemeenten. Het regionaal bestuur is herkenbaar, effectief, efficiënt, transparant en daadkrachtig en staat pal voor de aan het samenwerkingsorgaan toegekende taken en bevoegdheden. Context Dit deelprogramma is een voortzetting van de bestaande bestuurlijke activiteiten. Maatregelen - Een continue monitoring op het eigen functioneren. - Het optimaliseren van de communicatie. - Het verder stroomlijnen van de besluitvormingsprocessen en deze zo transparant mogelijk laten zijn. - Uitvoeren van de inspanningen bepaald in de uitvoeringsagenda van Focus 2014. Resultaten Bestuur Het Algemeen Bestuur heeft in het verslagjaar op 27 maart, 26 juni, 2 september, 30 oktober en 18 december vergaderd. Voor elke Algemeen Bestuursvergadering wordt een Portefeuillehoudersoverleg gehouden, dat bestaat uit wethouders en/of burgemeesters. Er zijn vijf Portefeuillehoudersoverleggen: Bestuur en Middelen, Economische Zaken, Ruimte, Verkeer en Vervoer en Sociale Agenda. In deze vergaderingen adviseerden de colleges van burgemeesters en wethouders, het Dagelijks Bestuur onder meer over de onderwerpen op de komende Algemeen Bestuursagenda. In 2013 heeft het Portefeuillehoudersoverleg Ruimte vier keer vergaderd: op 13 februari, 15 mei, 18 september, 6 november. Het Portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer heeft zes keer vergaderd: op 15 februari, 17 mei, 21 juni, 4 september, 20 september en 8 november. Het Portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken heeft zes keer vergaderd: op 13 februari, 17 april, 15 mei, 19 juni, 18 september en 6 november. Het Portefeuillehoudersoverleg Sociale Agenda heeft zeven keer vergaderd: op 13 februari, 20 maart, 15 mei, 19 juni, 18 september, 6 november en 4 december. Het Portefeuillehoudersoverleg Bestuur en Middelen is tot slot in 2013 drie maal bijeengekomen, 15 mei en op 4 en 20 september. De geplande vergaderingen van 15 februari en 8 november zijn schriftelijk afgehandeld. De reguliere vergadering van het Dagelijks Bestuur is een keer per twee weken op donderdagochtend in het regiokantoor aan het Schuttersveld in Leiden. De agendastukken zijn steeds ruim verspreid en tijdig op de website geplaatst. Ook de leden van de Ambtelijke Adviesgroepen van de betreffende Portefeuillehoudersoverleggen hebben alle stukken ontvangen, evenals de regiocontactambtenaren. Met ingang van 1 januari 2013, worden geen stukken op papier meer verspreid.
Pagina 64
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Boeien en binden In 2013 is de evaluatie van Boeien en binden uitgevoerd en het bestuur heeft aangegeven dat de aanbevelingen meegenomen worden in het proces van #Kracht15. Daarmee is boeien en binden afgerond. Bij deze evaluatie is tevens de evaluatie over de samenstelling van het Algemeen Bestuur meegenomen Positionering en profilering Holland Rijnland. Het in 2012 ingezette proces om te komen tot een heroriëntatie op de samenwerking tussen de 15 aangesloten gemeenten is voortgezet. In 2013 is door de gemeenten nagedacht op welke onderwerpen zij nog aanknopingspunten zagen voor samenwerking en is een begin gemaakt met een verkenning van de wijze waarop dat zou kunnen. Ten tijde van het schrijven van het verslag is duidelijk dat de agenda zich zal richten op economie, duurzame leefomgeving en sociale agenda. De gemeenten weten nog niet op welke wijze ze de samenwerking willen vormgeven. Communicatie en informatie
Regiocongres Er is een regiocongres georganiseerd voor ambtenaren in het kader van positionering en profilering Holland Rijnland op 21 januari 2013.
Holland Rijnland Berichten Om de week wordt de digitale nieuwsbrief Holland Rijnland Berichten naar bijna 800 abonnees gestuurd. In 2013 is de nieuwsbrief vernieuwd. In deze nieuwsbrief wordt terug- en vooruitgeblikt op de belangrijkste regionale onderwerpen die de bestuurlijke vergadertafels in Holland Rijnland passeren, maar ook onderwerpen die daarop van invloed kunnen zijn. Een abonnement op de Holland Rijnland Berichten is gratis en kan worden verkregen via www.hollandrijnland.net. Website www.hollandrijnland.net De website van Holland Rijnland biedt voor alle regiozaken informatie en alle hiervoor relevante (openbare) documenten. Ook in het verslagjaar is de site bij voortduring geactualiseerd. De inzet van social media bij gemeentelijke samenwerking Uit de aanbevelingen van de werkgroep Boeien en Binden en het onderzoek naar de mogelijkheden van social media is voorgesteld om sociale media in te zetten om de betrokkenheid te vergroten van raads- en collegeleden. Hiervoor is onder andere twitter veelvuldig ingezet. Er is een actief Holland Rijnland-twitteraccount dat goed wordt gevolgd. Via hashtags worden verbindingen over regionale onderwerpen gestimuleerd. Reactie op de rijksbegroting Op dinsdag 17 september 2013 is de rijksbegroting gepresenteerd. De begroting is door Holland Rijnland geanalyseerd, waarop een notitie is gemaakt met daarin de belangrijkste beleidsvoornemens die voor de regio Holland Rijnland van belang zijn.
Pagina 65
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1 nv
Begroting: wat zouden we doen? Conform begroting 2013 Niet voorzien
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern
1 2
Evaluatie voorstellen werkgroep Boeien en Binden; Implementatie aanbevelingen Boeien en Binden voor zover Holland Rijnland hiervoor de trekker is;
a a
3
Uitwerking Focus 2014 en vervolgproduct en uitvoeringsprogramma;
a
4 5
Het verder optimaliseren van de communicatie; Verbeteren van de website; (o.a. integratie website RBL Holland Rijnland bij website Holland Rijnland);
d a
6
Het verder stroomlijnen van de besluitvormingsprocessen en deze zo transparant mogelijk laten zijn;
d
7
Evaluatie discussie samenstelling Algemeen Bestuur.
a
Pagina 66
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.6.2 Onderdeel Middelen Doelstelling Voor de uitvoering van de taken zijn een organisatie, menskracht, fysieke en financiële middelen nodig. Het grootste deel van de financiële middelen is afkomstig van de deelnemende gemeenten. Er wordt gestreefd naar een grote mate van efficiency en effectiviteit, waardoor de lastendruk op de gemeenten wordt beperkt. Context Het deelprogramma Middelen is een voortzetting van de bestaande activiteiten. Hieronder vallen: - Het gebouw met inrichting. - De ondersteuning van de uitvoerende organisatieonderdelen. - Het uitvoeren van de planning- en controlcyclus. - Het in stand houden en waar mogelijk optimaliseren van de ict. - Het bijhouden van de post en het archief. - Het uitvoeren van de financiële administratie. - Het uitvoeren van de beheerstaken. - Het managen van de projectleiders. - Het treasury-management. - De controlling. Maatregelen Waar nodig vindt een versterking en verdergaande professionalisering plaats van de diverse onderdelen. Aandacht is gericht op de kwaliteit en de efficiency van de organisatie. Resultaten Vanaf de begroting 2011 heeft Holland Rijnland te maken met bezuinigingstaakstellingen. De eerste bezuiniging was 5% in 2011 ten opzichte van de begroting 2010. Vanaf 2012 geldt voor alle gemeenschappelijke regelingen (GR’s) in de regio een financiële kaderstelling. Jaarlijks ontvangen de GR’s van de werkgroep financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen van gemeenten in Hollands-Midden een brief met daarin het financieel kader voor het komende begrotingsjaar. Voor het jaar 2012 was de taakstelling ten opzichte van het jaar 2010 5% en voor het jaar 2013 10%. De bezuinigingstaakstelling voor de begroting 2013 van 10% ten opzichte van 2010 is reeds gerealiseerd in de begroting van 2012 en werkt structureel door in de begroting 2013 en volgende jaren. Naast deze taakstellende bezuinigingen is in 2012 ook nog een efficiencywinst van € 120.000 gerealiseerd. Intern is op het gebied van personeel en organisatie weer veel tot stand gebracht. Dit geldt met name voor het implementeren van het digitaal management systeem (DECOS). Voor uitgebreide informatie hierover zie paragraaf 4 Bedrijfsvoering. De organisatie heeft wederom kunnen werken in een stabiele netwerkomgeving, de financiën zijn op orde en de jaarrekening geeft een positief eindresultaat te zien.
Pagina 67
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Begroting: wat zouden we doen? 1 Conform begroting 2013 nv Niet voorzien
a = uitgevoerd b = loopt nog c = niet gedaan d = going concern
1 Uitvoering planning en controlcyclus 2 Treasurymanagement 3 Middelen beheer 4 Het volledig in control komen van de organisatie 5 Verder ontwikkelen van administratieve organisatie en interne controle 6 Het meer SMART krijgen van gegevens van doelstellingen en prestaties. nv Implementatie digitaal management systeem nv Implementatie digitale verwerking facturen
Pagina 68
a a a b b b a b
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.6.3 Onderdeel Regionaal Investeringsfonds In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 19 december 2007 is het Regionaal Investeringsfonds (RIF) ingesteld en de overeenkomst door de deelnemende gemeenten ondertekend. In de RIF zijn de volgende vijf projecten benoemd: RijnlandRoute. HOV-netwerk ZHN. Noordelijke Ontsluiting Greenport. Regionaal Groenprogramma. Vitalisering Greenport Duin- en Bollenstreek. In 2013 hebben de gemeenten rond 1 april 2013 de vijfde bijdrage van € 9.455.330 voldaan. Dit bedrag is direct in het fonds gestort. Onderstaand treft u een overzicht van de aan de vijf projecten toegerekende rente en de stand per 1 januari 2013 per project.
32.715.009
Stand per 1 januari 2013 Ontvangsten: Totaal ontvangen van de gemeenten Totaal gerealiseerde renteopbrengst Totaal te ontvangen in 2013 (1 april) sub-totaal Uitgaven: Rijnlandroute HOV-netwerk ZHN Vitalisering Greenport Duin- en B.’streek Regionaal Groenprogramma Totaal te betalen in 2013 (1 april) Saldo per 31 december 2013
9.454.330 85.678 9.540.008 42.255.017
15.000.000 2.488.600 666.666 107.616 18.262.882 23.992.135
Verantwoording verantwoord op ontvangen RIF-gelden verantwoord op ontvangen RIF-gelden rente-opbrengsten Totaal
Verdeling per project Rijnlandroute HOV-netwerk ZHN Noordelijke ontsluiting Greenport Regionaal Groenprogramma Vitalisering Greenport Duin- en B.’streek
bijdrage gemeenten 0 2.522.800 15.000.000 5.113.038 0 22.635.838
Pagina 69
22.635.838 1.356.297 23.992.135
renteopbrengsten 416.171 233.406 434.962 208.976 62.782 1.356.297
totaal per 31-12-2013 416.171 2.756.206 15.434.962 5.322.014 62.782 23.992.135
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.7 PARAGRAFEN 1.7.1 WEERSTANDSVERMOGEN De verslaggevingsregels BBV schrijven voor een paragraaf over het weerstandsvermogen aan de begrotings- en rekeningstukken toe te voegen. Het is van belang dat gemeenten in staat zijn onverwachte financiële tegenvallers het hoofd te bieden (dit wordt het weerstandsvermogen genoemd). Daarvoor is het nodig te beschikken over een zekere mate van vrije ruimte, een buffer, binnen de begroting en/of vermogenspositie. Deze vrije ruimte wordt aangeduid als weerstandscapaciteit. Deze weerstandcapaciteit bestaat volgens de brief van de provincie uit drie componenten: 1. De omvang van de vrij aanwendbare reserves. 2. De onbenutte belastingcapaciteit. 3. De “lucht” in de begroting. Hierbij merkt de provincie zelf op dat de algemene reserve, die vrij besteedbaar is, bepalend is voor de vraag of men over voldoende vrije buffer beschikt. Het samenwerkingsorgaan beschikt niet over vrije reserves. De deelnemende gemeenten zijn op grond van de regeling geheel gezamenlijk verantwoordelijk voor de financiële situatie bij het samenwerkingsorgaan en mogelijke tekorten of financiële tegenvallers. De buffer voor Holland Rijnland zit dan ook bij de deelnemende gemeenten. Er hoeft dan ook geen weerstandscapaciteit aanwezig te zijn bij Holland Rijnland. Bovenstaande is de uitkomst van de inventarisatie die Holland Rijnland heeft uitgevoerd naar de weerstandscapaciteit. De gemeenten worden tweemaal per jaar geïnformeerd over het verloop van de begroting, namelijk bij de Managementrapportage (Marap) en bij de jaarrekening. Eventuele risico’s worden daarbij aangegeven. De gemeenten moeten dan in staat worden geacht op basis van deze informatie voldoende voorzieningen in de eigen begroting te treffen. Dat risico kan worden betrokken bij het geheel van de door de gemeente gelopen risico’s. Uit dat oogpunt is geen afzonderlijke risicoreserve bij de gemeenschappelijke regeling aangehouden. Risico’s Onder risico's worden verstaan alle voorzienbare risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd, of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie. Uit een inventarisatie van de risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie (hierbij dient bijvoorbeeld te worden gedacht aan risico’s in het kader van organisatieontwikkelingen, rechtmatigheid, garantieverplichtingen en het voldoen aan formele voorschriften met betrekking tot de uitvoering van regelingen door Holland Rijnland) is het volgende naar voren gekomen; de lopende discussie met betrekking tot #Kracht15 is voor Holland Rijnland aanleiding geweest om twee voorgenomen reserves te creëren; de reserve mobiliteitskosten en de reserve frictie- en transitiekosten. Voorgesteld wordt om respectievelijk € 120.000 en € 433.879 aan deze reserves toe te voegen ter dekking van de te verwachten kosten in 2014 en verder. Daar Holland Rijnland eigen risicodrager is voor de WW, zal er afhankelijk van de uitkomst van de discussie wellicht in 2014 ook geld aan deze reserves moeten worden toegevoegd ter dekking van te verwachten WWuitkeringen.
Pagina 70
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Beleid Gelet op het feit dat er bij Holland Rijnland geen weerstandscapaciteit aanwezig is, Holland Rijnland zelf niet beschikt over vrije reserves beschikt en de risico’s bij de deelnemende gemeenten liggen, heeft Holland Rijnland geen beleid ontwikkelt aangaande de weerstandscapaciteit. Debiteurenbeheer De afhandeling van (oude) openstaande posten heeft doorlopend aandacht. Indien onverhoopt mocht blijken dat sommige debiteuren dubieus van aard zijn, dan wordt met een apart voorstel besloten dit administratief af te handelen. Subsidiestromen derden Bij toezeggingen van derden zal er altijd zoveel mogelijk de zekerheid moeten zijn dat de bedragen ook daadwerkelijk worden ontvangen, alvorens tot verplichtingen wordt overgegaan. Ziekteverzuim Holland Rijnland is evenals andere overheidslichamen eigen risicodrager bij ziekte. Dit betekent dat bij ziekte het salaris voor rekening van de werkgever wordt doorbetaald. In de begroting zijn beperkte bedragen opgenomen voor vervanging. Bij veelvuldig en/of langdurig ziekteverzuim wordt er niet aan ontkomen om personeel bij derden in te huren. De kosten hiervan zijn vaak aanzienlijk. Dit betekent dat, bij gebrek aan een eigen voorziening, een beroep moet worden gedaan op de deelnemende gemeenten door middel van een verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
Pagina 71
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.7.2 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN De enige kapitaalgoederen die het samenwerkingsorgaan in bezit heeft is de inventaris, bestaande uit meubilair en automatiseringstoepassingen. Op deze zaken wordt afgeschreven. Het samenwerkingsorgaan beschikt niet over (egalisatie-)reserves voor vervangingen. Kleine aanschaffingen gebeuren binnen de begroting. Grote vervangingen vergen een extra krediet waarvoor dan een voorstel wordt voorgelegd aan het Algemeen Bestuur.
Pagina 72
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.7.3 FINANCIERING Algemeen De exploitatietekorten van het samenwerkingsorgaan worden gefinancierd door de twaalf deelnemende gemeenten. Op basis van de vastgestelde begroting wordt de geraamde gemeentelijke bijdrage als voorschot in rekening gebracht: eerste termijn van vijftig procent aan het begin van het begrotingsjaar en de tweede termijn van vijftig procent op 1 juli van het lopende begrotingsjaar. Bij de vaststelling van de jaarrekening wordt tevens de definitieve bijdrage over het betreffende jaar vastgesteld. Zo spoedig mogelijk daarna vindt er een afrekening plaats met de gemeenten. Daarnaast zijn er geldstromen van ministeries en provincie waarvan de bedragen worden doorgegeven naar de betreffende instanties. Kasgeld Tijdelijke overschotten worden uitgezet bij de NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), ING en Rabobank, of bij publiekrechtelijke lichamen tegen een zo gunstig mogelijke rente. Dit gebeurt in daggeld of in deposito’s. Tijdelijke tekorten komen sporadisch voor en zijn slechts van korte duur. Hiervoor wordt dan gebruikgemaakt van de kredietlimiet (“rood staan”) van de bankinstelling (BNG). Leningenportefeuille Het samenwerkingsverband beschikt niet over een leningenportefeuille. Liquiditeitenplanning Gelet op de bevoorschottingsregeling met de deelnemende gemeenten en het regelmatige uitgavenpatroon is er geen liquiditeitenplanning opgesteld. In- en externe ontwikkelingen Er zijn geen interne of externe ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op de treasuryfunctie, de treasury-organisatie, het risicoprofiel, de financiële posities, de vermogenswaarden en/of de geldstromen. Deze worden ook niet verwacht. Risicobeheer De treasury-functie dient uitsluitend de publieke taak en het beheer van de uitzettingen is prudent. Er wordt ruim voldaan aan de kasgeldlimiet, er zijn geen geldleningen en de kasgeldoverschotten worden tijdelijk uitgezet bij de NV Bank Nederlandse Gemeenten, ING en Rabobank. Renterisico’s Vanwege de zeer beperkte financieringsbehoeften en het prudent wegzetten van overtollige kasgeldmiddelen is het renterisico gering. Holland Rijnland is geen vaste geldleningen aangegaan. Het samenwerkingsorgaan voldoet dan ook aan de rente-risiconorm. Financieringsrisico’s Omdat de gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het financiële beleid van het samenwerkingsorgaan en zich verplicht hebben de tekorten in zijn geheel gezamenlijk te dragen, zijn er geen financieringsrisico’s.
Pagina 73
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Kasgeldlimiet Het samenwerkingsorgaan is steeds gedurende vele jaren binnen de kasgeldlimiet gebleven. De verwachting is ook dat dit ook voor de komende jaren geldt.
Kasgeldlimiet 2013 Bedragen in euro’s per kwartaal x 1000 Kwartaal Kwartaal Kwartaal Kwartaal 1 2 3 4 Omvang begroting per 1 januari 2013 = € 21,2 miljoen (1)Toegestane kasgeldlimiet in procenten in bedrag (2)Omvang vlottende schuld Opgenomen gelden < 1 jaar Schuld in rekening-courant Gestorte gelden door derden < 1 jaar Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld (3)Vlottende kasgeldmiddelen Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden < 1 jaar Toets kasgeldlimiet (4) Totaal netto vlottende schuld (2)-(3) Toegestane Kasgeldlimiet (1) Ruimte(+)/Overschrijding (-); (1) – (4)
8,2% 1.738
8,2% 1.738
8,2% 1.738
8,2% 1.738
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1 18.428 20.750
1 14.657 20.750
1 13.469 20.750
1 30.447 0
- 39.179 1.738 +40.917
- 35.408 1.738 +37.146
- 34.220 1.738 +35.958
- 30.448 1.738 +32.186
Meerjarenprognose / rente-risiconorm Op basis van de meerjaren verwachtingen is de inschatting dat Holland Rijnland ook de komende jaren geen geldleningen hoeft aan te gaan. Een renterisico vaste schuld is dan ook niet aanwezig.
Pagina 74
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.7.4 BEDRIJFSVOERING De rollen en taken van Holland Rijnland zijn als volgt te onderscheiden: 1. Regionaal richtinggevend. Uitvoering Programma van Afspraken november 2002 en Focus 2014. 2. Platformfunctie. Er worden twee soorten onderscheiden. A. Uitgeklede secretariaatsfunctie: een gemeente wil een onderwerp (over een nietovergedragen taak) op de regionale agenda plaatsen. De rol van de regio is beperkt tot het agenderen voor het betreffende overleg of Portefeuillehoudersoverleg. De regio heeft geen taak in de voorbereiding. De aanlevering van de stukken, de vraagstelling en de afhechting komen voor rekening van de initiatiefnemende gemeente(n). B. Inhoudelijke inbreng van de regio voor een niet overgedragen taak alsnog gewenst. Hiervoor dient de initiatiefnemende gemeente(n) een gemotiveerd verzoek in. 3. Efficiency. Indien aantoonbaar is dat door gezamenlijke uitvoering een goedkoper en/of beter product wordt geleverd. 4. Externe partijen vragen de regio een rol/taak op zich te nemen. Voor de punten 2B, 3 en 4 geldt dat de taak alleen wordt opgepakt als de meerwaarde is aangetoond, de inzet van regio en gemeenten goed is gedefinieerd en nadat het Algemeen Bestuur hiertoe heeft besloten. Het bieden van een platform voor onderlinge afstemming tussen de deelnemende gemeenten is en blijft de primaire functie van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. Begroting en uitvoering Voor de begroting 2013 is een werkgroep aan de slag gegaan, bestaande uit deskundigen van een aantal deelnemende gemeenten en Holland Rijnland met als opdracht de begroting van Holland Rijnland met SMART te maken. In de jaarrekening 2013 zijn de eerste resultaten zichtbaar. De taken van Holland Rijnland zijn vertaald in projectbeschrijvingen. Het geeft de projectafbakening weer, de projectaanpak, de planning en de fasering, evenals de personele inzet binnen Holland Rijnland en de externe inzet, de financiële middelen en de verantwoording. Met dit instrument moet een betere beheersbaarheid ontstaan van de verschillende projecten en taken. Voor 2013 werd een bezuinigingstaakstelling van 10% ten opzichte van 2010 opgelegd. Door de bezuinigingstaakstelling 2011, het niet opnemen van compensatie voor loon- en prijsstijgingen in de begrotingen vanaf 2010 en de taakstellende bezuiniging van 5% in 2012 ten opzichte van 2010 heeft Holland Rijnland de bezuinigingsmaatregel voor 2013 ruimschoots gehaald. Ambtelijke organisatie en organisatie-ontwikkeling De ambtelijke organisatie bestaat uit de onderdelen: Ruimtelijke Agenda, Sociale Agenda, Bestuur- en Management Ondersteuning en Middelen, Beheer & Control.
Pagina 75
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Organisatiestructuur Op 1 oktober 2004 zijn de samenwerkingsverbanden Duin- en Bollenstreek en de Leidse Regio gefuseerd tot het samenwerkingsverband Holland Rijnland. De ambtelijke organisatie bestaat formeel sinds 1 januari 2005. In 2008 en in 2011 zijn er in de organisatiestructuur wijzigingen aangebracht, dit heeft geresulteerd in de invoering van onderstaande gewijzigde organisatiestructuur:
Pagina 76
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Personeel en organisatie Algemeen Het jaar 2013 heeft vooral in het teken gestaan van Kracht 15 (Positionering en Profilering Holland Rijnland). Het adviesbureau Hiemstra & de Vries ondersteunt de ambtelijke begeleidingsgroep bij de uitwerking van de nieuwe strategische agenda. Zij maken een analyse van alle taken die het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland voor de gemeenten uitvoert. Daarbij bekijken ze de mogelijke consequenties en alternatieven als Holland Rijnland deze taken niet meer zou uitvoeren. Deze discussie in combinatie met de vereiste bezuinigingen per 2015 zal voor 2014 een organisatieverandering tot gevolg hebben. De komende organisatieverandering heeft impact gehad op het invoeringstraject van Het Nieuwe Werken. Halverwege het jaar is besloten hier niet meer actief mee aan de slag te gaan, maar gebruik te maken van de, met name digitale, mogelijkheden die er zijn. De invoering van Decos (het Document Management Systeem) is in 2013 uitgerold over nagenoeg de hele organisatie. De website www.werkeninhetwesten.nl is in 2013 uitgebreid met een opleidingsmodule, waardoor een ruim scala aan opleidingen zonder of met weinig kosten ter beschikking is gekomen. Holland Rijnland heeft op initiatief van de projectgroep Werken in het Westen dit jaar voor het eerst meegedaan aan de landelijke Train-je-collega week. Er zijn vanuit Holland Rijnland twee workshops aangeboden, maar deze hebben helaas niet geleid tot inschrijvingen. Wel hebben meerdere medewerkers workshops in de regio gemeenten gevolgd. In 2013 is een medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Dit is uitbesteed aan bureau Effectory die ook de afdelingen heeft begeleid bij het verwerken van de uitkomsten. Het eindcijfer was een 7,1 met bij sommige afdelingen wel een aantal belangrijke aandachtspunten. Arbo en ziekteverzuim Het ziekteverzuim over 2013 is 4,71 % inclusief gedeeltelijke re-integratie en 8,33 % exclusief gedeeltelijke re-integratie. De verzuimfrequentie is 1,24 met een totale gemiddelde verzuimduur van 26,03 dagen. In 2013 is het sociaal-medisch team regelmatig bijeen geweest. Het team bestaat uit de bedrijfsarts, de beleidsmedewerker HRM en de manager van de te bespreken medewerker. In december is er vanuit P&O een bijeenkomst georganiseerd voor alle leidinggevenden met de bedrijfsarts en een arbeids- en organisatiedeskundige van ArboNed. Tijdens deze bij-
eenkomst is aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: - hoe houden we onze medewerkers (en onszelf) gezond en gemotiveerd in een tijd van organisatieverandering? Hoe om te gaan met stress en onzekerheid? - en (mede) in het verlengde daarvan: hoe om te gaan met stil verzuim? Medewerkers die zich niet ziek melden, maar niet goed in hun vel zitten en niet productief zijn. Hoe signaleren we dat en wat kunnen we ermee? Er zijn 7 medewerkers die gebruik hebben gemaakt van het wettelijke kortdurende zorgverlof. Van langdurig zorgverlof is geen gebruik gemaakt. Rechtspositieregeling De regeling Algemene Dienst die in de CAO is opgenomen, is begin van dit jaar geïmplementeerd. Met de Ondernemingsraad zijn afspraken gemaakt en alle medewerkers hebben schriftelijk deze wijziging in hun aanstelling ontvangen met nadere informatie. Opleidingen Voor 2013 is een opleidingsplan gemaakt, waarin het opleidingenaanbod is uitgebreid en inhoudelijk is aangesloten bij de kerncompetenties die van onze medewerkers worden gevraagd. Daarbij is gebruik gemaakt van het opleidingenaanbod van Werken in het westen.
Pagina 77
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Aan het einde van 2013 zijn vanwege de migratie naar Office 2013 trainingen georganiseerd voor alle medewerkers op het gebied van Outlook, Word en Excel. Daarnaast komen nog trainingen PowerPoint en Prezi Overleg met de Ondernemingsraad In 2013 is er een wijziging gekomen in de samenstelling. De plek van de bestuurder is ingenomen door de secretaris/directeur en de plek van de P&O adviseur door de interim manager van de afdeling MBC. . Onderwerpen die dit jaar op de agenda stonden zijn, zijn het traject Kracht 15 (Positionering en Profilering Holland Rijnland), de invoering van Het Nieuwe Werken, het medewerkersonderzoek en de gevolgen van de opheffing per 1 januari 2014 van het Jongerenloket. Eind van het jaar zijn er verkiezingen gehouden en is een nieuwe OR geïnstalleerd met uitbreiding tot zes personen. Kwantitatieve personeelsgegevens Op 31 december 2013 telde Holland Rijnland 81 medewerkers en 2 medewerkers via een stage-overeenkomst. De totale formatie (exclusief stagiaires) bedraagt op die datum 66,7 fte. Er werken 19 medewerkers fulltime en 62 parttime. Van de 80 medewerkers zijn er 49 vrouw en 32 man. Leeftijdsopbouw: Leeftijdscategorie 20 - 30 30 - 40 40 – 50 50 – 60 60 – 65
Aantal per 31 december 2013 3 21 26 23 8
De gemiddelde leeftijd van de vrouwelijke medewerkers is 44 jaar en van de mannelijke medewerkers 48 jaar. In- en uitstroom In 2013 hebben 2 medewerkers de organisatie verlaten. Er zijn 2 medewerkers in dienst gekomen. Over het hele jaar is er aan 5 nieuwe stagiaires een kans geboden om ervaring op te doen. Informatie en Automatisering Office 2013 Na een stevige voorbereiding en een aantal (technische) tests is de organisatie eind dit jaar overgegaan op Office 2013. De installatie en verwijdering van de oude software heeft in een avond plaatsgevonden. Parallel hieraan is een opleidingstraject gestart voor alle medewerkers en voor de modules Word Excel Outlook. Door het succes van deze trainingen kon niet iedereen in 2013 worden getraind. Daarom wordt in 2014 nog een serie trainingen verzorgd. Mobiel werken Vanuit het MT is de vraag gekomen om het zakelijk gebruik van de in bruikleen uitgegeven IPADS te inventariseren. Hierom is door I&A een enquête samengesteld. De enquête heeft een hoge invulgraad gehad. De conclusie is dat de IPAD in grote mate het (mobiele) werk ondersteund. Vaak wordt de IPAD als tweede scherm gebruikt om email bij te houden. IPAD
Pagina 78
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
wordt ervaren als handig en laagdrempelig te gebruiken. Echter nog niet alle functies van een PC zijn te vervangen door IPAD. Proactive De facturen werden handmatig verwerkt in Exact. Al langer was er behoefte aan digitalisering van de facturenstroom. Naast digitalisering van de stukken is het dan voor de collega’s ook mogelijk om facturen digitaal te accorderen. Het pakket van Proactive maakt dit mogelijk. Het systeem is op afstand te benaderen en werkt geheel beveiligd in de cloud. Het idee om dit systeem te koppelen met Decos is verlaten, vanwege de grote technische complexiteit. Dit weegt niet op tegen de meerkosten. Het systeem is op dit moment geïmplementeerd. Netwerk PC’s en infrastructuur Het netwerk is ook dit jaar zeer stabiel gebleken en werkt naar behoren. Door proactief te handelen aan servers en PC’s zijn grote storingen voorkomen. Er zijn geen grote technische investeringen gedaan aan servers en het netwerk. Het is technisch mogelijk gemaakt om remote toegang te krijgen tot bedrijfsapplicaties via een mobiel apparaat bv IPAD Timetell app Aan het eind van het jaar is tegen een kleine vergoeding de Timetell app aangeschaft. De achterliggende software voor de app is op onze servers geactiveerd. Begin 2014 zal en de app worden getest en medio 2014 komt de app beschikbaar voor al onze collega’s. Archief DMS traject: Start registratie voor alle organisatieonderdelen vanaf januari 2013 Vanaf eind januari 2013 registreren naast de Woonruimteverdeling, ook alle afdelingen documenten en dossiers in het Documentmanagementsysteem (DMS) Decos D5. Dit vond pas plaats na de conversie van de gegevens uit het oude postregistratiesysteem Walvis Post.
Pagina 79
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Conversie Access De medewerkers in de ambtelijke organisatie maakten gebruik van het centrale adressenbestand in Access voor verschillende doeleinden. Omdat het programma Access na de migratie naar Office 2013 niet meer ondersteund zou worden en het noodzakelijk was dat in het DMS het adressenbestand raadpleegbaar was heeft een conversie van het Access adressenbestand naar Decos. plaatsgevonden. De laatste conversie vond plaats in juni 2013. Workflows subsidies Sociale Agenda Er zijn workflows gebouwd in Decos voor de subsidies die behandeld worden door de afdeling Sociale Agenda. Via deze workflow worden de beleidsmedewerkers geautomatiseerd ondersteund in de uitvoering van de werkprocessen. Trainingen van medewerkers Vanaf februari 2013 zijn er korte basistrainingen gegeven aan de medewerkers per afdeling zodat de uitrol van het gebruik van het systeem gefaseerd kon gebeuren. In juni zijn deze basistrainingen afgerond. Voortgang traject DMS In 2013 hebben we te maken gekregen met extra wensen en behoeften vanuit de organisatie waar we aan hebben kunnen voldoen. Te denken valt hierbij onder meer aan de conversie van het adressenbestand, het door ontwikkelen van het zaaksysteem en het (deel)project Facturatie (ProActive). Nieuwe versie Decos 5.2 In september is een nieuwe versie van Decos beschikbaar gekomen waardoor het nu mogelijk is om Decos op de IPad te raadplegen. Daarnaast zijn er wat wijzigingen doorgevoerd in de licenties. Gebruikersgroep DMS Er is een gebruikersgroep ingesteld om aanvullende wensen en behoeften te inventariseren. Dit was in 2013 nog niet afgerond. Afspraken over aanpassingen Zaaktypencatalogus De zaaktypencatalogus is in 2012 opgesteld en in 2013 is gebleken dat een update nodig is. De catalogus wordt in 2014 aangepast. Migratie Office 2013 In december 2013 heeft de uitrol van Office 2003 naar Office 2013 plaatsgevonden. Voor Decos betekende dit dat alle huisstijlsjablonen die in Decos worden gebruikt, omgezet moesten worden naar nieuwe Office 2013 sjablonen.
Pagina 80
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Administratieve organisatie In het verslagjaar is er ten opzichte van eerdere nog meer aandacht gegeven aan de werkzaamheden voor de Interne Controle. Tevens is eind 2013 een digitaal verwerkingssysteem, ProActive, aangeschaft waarmee inkoopfacturen op een digitale wijze aan de (sub)budgethouders worden aangeboden ter accordering. Begin 2014 is het systeem operationeel geworden. De inkoopfacturen worden digitaal opgeslagen in dit systeem, maar nog niet in Decos. Dit gaat in de toekomst wel gebeuren om te voldoen aan de gestelde eisen in de Archiefwet en het Archiefbesluit. Nagedacht wordt over de aanschaf van een extra module waarmee aangegane verplichtingen extracomptabel bijgehouden zouden kunnen worden. Kansen en bedreigingen Het voortbestaan van Holland Rijnland in zijn huidige vorm is onzeker als gevolg van de #Kracht15 discussie omtrent de profilering en herpositionering die momenteel gevoerd wordt. De uitkomst van de discussie is zeer ongewis, maar er is sprake van een taakstellende bezuiniging vanaf 1 januari 2015 van minimaal 25%.
Pagina 81
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.7.5 VERBONDEN PARTIJEN In deze paragraaf wordt aangegeven met welke partijen het samenwerkingsorgaan bestuurlijke en financiële belangen heeft. Dit betreffen deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Het samenwerkingsorgaan is niet aan andere organen verbonden, maar participeert wel in diverse overlegorganen.
Pagina 82
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1.7.6 COMPENSATIEFONDS BTW Een gemeenschappelijke regeling als Holland Rijnland wordt niet in de btw-heffing betrokken. De btw blijft dan voor de gemeenschappelijke regeling een kostenpost. Alleen een gemeenschappelijke regeling, die op de prestaties een winsttoeslag oplegt en daardoor doet aan vermogensvorming, heeft recht op aftrek van btw. Dit laatste is voor Holland Rijnland niet van toepassing. Voor de begroting van het Holland Rijnland is er daarom niets veranderd. Evenals voorgaande jaren zijn alle lasten bruto geraamd. Met ingang van 1 januari 2003 hebben provincies en gemeenten te maken met het btwcompensatiefonds. Per individuele gemeente moet een opgave worden verstrekt welk deel van de voorbelasting compensabel is en kan worden doorgeschoven naar de betreffende gemeente. De deelnemende gemeente kan deze kosten dan meenemen met de opgave voor het btwcompensatiefonds. Hierna is een overzicht weergegeven van de doorgeschoven btw in 2013.
BTW 2013
Gemeente
Kaag en Braassem Leiden Leiderdorp Voorschoten Zoeterwoude Oegstgeest
25.715 119.800 26.743 24.658 8.122 23.153
Leidse regio
228.191
Hillegom Katwijk Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Teylingen DB-streek Alphen ad Rijn Nieuwkoop Rijnwoude
Totaal 2013
Door te schuiven BTW Aantal inwoners Holland Rijnland 12 gemeenten Bezwarencie per 1 jan 2013 Holland Rijnland urgentie RSB bron CBS oud € € € € € €
23.037 107.325 23.958 22.090 7.276 20.742
€ € € € € €
5.168 24.075 5.374 4.955 1.632 4.653
€ € € € € €
28.205 131.399 29.332 27.045 8.908 25.395
€ € € € € €
18.695 56.160 20.061 22.998 14.101 32.072
€ € € € € €
4.194 12.598 4.500 5.159 3.163 7.194
€ € € € € €
22.888 68.758 24.561 28.157 17.264 39.266
72.913 € 27.082 € 18.577 €
65.320 24.262 16.642
€ € €
65.320 24.262 16.642
- €
557.403
20.868 62.688 22.393 25.671 15.740 35.800 183.160
Rijnstreek
118.572
Totaal
529.923 €
474.739 €
Pagina 83
82.664 €
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
2. JAARREKENING 2013
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
Pagina 84
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
2.1 BALANS en TOELICHTING OP DE BALANS
Pagina 85
Balans per 31 december 2013 (bedragen in euro's)
ACTIVA
Ultimo 2013
Ultimo 2012
PASSIVA
VASTE ACTIVA
0 Eigen vermogen - Algemene reserve - Bestemmingsreserves - Nog te bestemmen resultaat / Af te rekenen met de gemeenten
0
228.027 228.027
263.459
1.996
1.996
Totaal vaste activa
1.435 230.024
263.459 Voorzieningen - Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's - Onderhoudsegalisatievoorzieningen - Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting
Overlopende activa - De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel - Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen Totaal vlottende activa Totaal generaal
553.879
109.156
0
3.061.901
3.061.901
264.893 Totaal vaste passiva
148.909
4.615.383
4.466.474
0
0
3.936.563
5.135.905
1.251.615
1.278.412
VLOTTENDE PASSIVA
Voorraden - Grond- en hulpstoffen - Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie - Gereed product en handelsgoederen - Vooruitbetalingen
Liquide middelen - Kassaldi - Bank- en girosaldi
520.522 411.365
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1.435 één jaar of langer - Obligatieleningen - Onderhandse leningen van: - binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen - binnenlandse bedrijven - overige binnenlandse sectoren - buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren - Waarborgsommen - verplichtingen uit hoofde van financial lease-overeenkomsten
VLOTTENDE ACTIVA
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar - Vorderingen op openbare lichamen - Verstrekte kasgeldleningen - RC-verhoudingen met niet-financiële instellingen - Overige vorderingen - Overige uitzettingen
874.662 320.783
0
129.417 0
251.011
121.595
503 30.446.865 339.211
0 Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar - Kasgeldleningen - Bank- en girosaldi - Overige schulden
570.389 20.750.000 404.751
30.447.368
546.957
207.746
760 19.873.037 0
193.710
21.725.140 Overlopende passiva - Vooruitontvangen bedragen
1.251.615
0
1.278.412 26.287.182
359.068
- Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde ver19.873.797 plichtingen van vergelijkbare volume
123.798
177.160
- De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren
26.163.384
35.106.996
0
0
193.710
- Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen
35.643.224
31.245.337
41.792.647 Totaal vlottende passiva
27.538.797
36.921.636
31.475.360
42.057.541 Totaal generaal
31.475.360
42.057.541
0 0
0 0
- Gewaarborgde geldleningen - Garantstellingen
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Pagina 86
Financiële vaste activa - Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen - gemeenschappelijke regelingen - overige verbonden partijen - Leningen aan: - woningbouwcorporaties - deelnemingen - overige verbonden partijen - Overige langlopende leningen u/g - Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer - Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Ultimo 2012
VASTE PASSIVA
Immateriële vaste activa - Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio - Kosten van onderzoek en ontwikkeling
Materiële vaste activa - Investeringen met een economische nut - gronden uitgegeven in erfpacht - overige investeringen met een economisch nut - Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut
Ultimo 2013
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Toelichting op de afzonderlijke posten van de balans
Boekjaar 2013
Boekjaar 2012
VASTE ACTIVA Materiele vaste activa .- Investeringen met een economisch nut .- overige investeringen met een economisch nut Aansc hafwaarde per 1 januari 2012 Afsc hrijvingen t/m 1 januari 2012 Boekwaarde begin boekjaar Investeringen Verminderingen
491.629 228.169 263.459 41.482 0 304.942 76.915 228.027
512.471 220.698 291.773 56.112 0 347.885 84.426 263.459
533.111 305.084 228.027
568.583 305.124 263.459
1.996 1.996
1.435 1.435
503
760
17.940.947 1.696 4.222 2.500.000 0 10.000.000 30.446.865
7.365.226 2.441 5.370 2.500.000 0 10.000.000 19.873.037
0 0
20.750.000 20.750.000
Afsc hrijvingen Boekwaarde einde boekjaar Aansc hafwaarde einde boekjaar Afsc hrijvingen tot en met boekjaar Totale boekwaarde einde boekjaar * * Voor een nadere spec ific atie zie de 'Investerings- en financ ieringsstaat' Financiële Vaste Activa .- Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Fietsenplan Totaal
VLOTTENDE ACTIVA Liquide middelen .- Kassaldi Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) ING (voorheen Postbank) Rabobank (RC- rekening) Rabobank (bedrijfstelespaarrekening) Rabobank (bedrijfsdepositorekening) Rabobank (bedrijfsbonusrekening) .- Bank- en girosaldi .- Verstrekte kasgeldleningen (per bankinstelling) Rabobank (vaste termijn rekening / deposito's)
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar .- Vorderingen op openbare lichamen Gemeente Alkemade / Kaag en Braassem * Gemeente Alphen a/d Rijn * Gemeente Hillegom * Gemeente Katwijk * Gemeente Leiden * Gemeente Leiderdorp * Gemeente Lisse * Gemeente Nieuwkoop * Gemeente Noordwijk * Gemeente Noordwijkerhout Gemeente Oegstgeest * Gemeente Rijnwoude Gemeente Teylingen * Gemeente Voorsc hoten * Gemeente Zoeterwoude * Belastingdienst * Provinc ie Zuid- Holland Gemeente Den Haag ROV (Reg. Onderst.bureau Verk.veiligh. ZH) .- Voorziening dubieuze vorderingen op openbare lic hamen * is per 26- 02- 2014 afgewikkeld
Pagina 87
per 31-12-2013 1.600 5.608 1.150 2.728 13.270 1.650 1.200 4.166 9.870 900 1.200 1.200 1.900 2.778 700 20.032 50.995 8.470 0 129.417 0 129.417
per 31-12-2012 16.843 5.447 2.400 0 87.318 3.530 0 1.700 0 3.615 0 1.200 1.900 0 700 0 320.170 0 140.418 585.240 14.851 570.389
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
per 31-12-2013
.- Overige vorderingen Diverse debiteuren * (Agr. Natuur- en Landsc hapsvereniging) ANLV Geestgrond Rabobank Leiden/Leiderdorp en Oegstgeest * St. ROC Leiden Stic hting Ingrado * WBV De Sleutels van Zijl en Vliet Stek * Bestuursac edemie Partic ipe Kamer van Koophandel Den Haag * Nederlands Jeugdinstituut Dutc h Spac e B.V. * Spac eNed Saldo van vorderingen op c rediteuren
per 31-12-2012
84 0 50.479 25.072 0 0 1.365 2.554 12.985 10.588 761 2.420 6.050 9.236 121.595
121 81.500 125.646 114.142 17.109 8.060 2.470 0 0 0 0 0 0 55.704 404.751
Totaal van de vorderingen
251.011
21.725.140
Overlopende activa .- De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel zie Staat Verloopoverzic ht ac tiva en passiva
339.211
0
3.786 6.337 4.336 0 110.975 7.171 25.535 9.836 0 1.127 9.350 0 0 0 0 0
207.746
2.897 6.616 4.251 2.365 107.625 6.470 17.554 14.671 800 1.105 9.481 1.409 8.816 100 9.449 100 0 0 0 0 193.710
320.783
411.365
553.879
109.156
0 0 0
0 0 0
553.879
109.156
* is per 26- 02- 2014 afgewikkeld
.- Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen Diverse abonnementen * Diverse verzekeringen 2014 * Onderhoudsc ontrac t / lic entiekosten BWS 2014 * Huur 1e kwartaal 2014 Lisse* Huur en voorsc hot servic e kosten 1e kwartaal 2014 Leiden* Rec htspositie- en Arbo verzuimpakket * Onderhoudsc ontrac ten Hard- en software en Internetdiensten * Diverse c ontributies * Cursussen * Servic e kosten beveiliging * Subsidie Wijk en Wouden 2014 * Advertentie kosten Rec reatiekrant 2014 * Pilot van indic eren naar arrangeren nto: voorsc hot uit kas * nto: 2 x verrekende fac t. Gem. Oegstgeest * nto: borg zaalhuur * nto: nto: nto: nto:
Ricoh 04536820 dubbel betaald * VCD CSS E-xml server fin. dubbel betaald * bijdrage HHS van Rijnland inz. Cultuur hist.atlas D&B bijdrage gem. Duin-en B.'str.inz. Cultuur hist.atlas D&B
Totaal nog te ontvangen bedragen
268 1.210 11.000 16.815
* is per 26- 02- 2014 afgewikkeld
VASTE PASSIVA Eigen vermogen .- Bestemmingsreserves zie Staat van Reserves
.- Nog te bestemmen resultaat / Af te rekenen met de gemeenten (begroting versus rekening 2013) Voorgenomen onttrekkingen aan de reservers Voorgenomen reserveringen Saldo mutaties in de reserves
Voor de aansluiting van Func tie 980 dient het resultaat van het voorgaande boekjaar à € 109.156 buiten besc houwing te worden gelaten. In het resultaat voor bestemming zijn geen mutaties in de reserve opgenomen.
Pagina 88
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Voorzieningen .- Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's .- Onderhoudsegalisatievoorzieningen .- Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting T otaal van de de Staat van Voorzieningen
0 0
148.909 0
3.061.901 3.061.901
4.466.474 4.615.383
1.024.174 0 43 227.398 1.251.615
996.083 0 41.582 240.747 1.278.412
0 0
359.068 359.068
64.385 0 6.000 0 0 0 0 0 15.000 0
86.645 8.000 6.000 2.618 24.000 59 21.651 250 15.000 12.938 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar .- Overige schulden Crediteuren Betalingen onderweg Af te dragen omzetbelasting * Loonheffing / premies IZA, ZVW en WAO * T otaal sc hulden (c onform saldilijst per 31 dec ember 2013) * is per 26- 02- 2014 afgewikkeld
Overlopende passiva .- Overlopende passiva Vooruitontvangen bedragen *
.- Nog te betalen bedragen ntb Gemeente Leiden detac hering ntb uren en middelen GPN en Greenportatlas * ntb div. kn. onderhoud route(structuren) en fietsknooppunten ntb W W -uitk. voormalig personeel dec. 2012 * ntb PZH-subs. 2007 inz. Kanoroutes Hollandse Plassen Rijnstr.beraad * ntb kerstkaarten * ntb ROC's kosten educatie 2012 * ntb gratificatie personeel over 2012 * ntb eindafrek. 2012 Best.Platform Zuidvleugel ntb tw eede 50% uren Kennisalliantie Biobased economy * NTB pensioenpremies 2012 oud-w erkn. met W W : R. Cchung NTB pensioenpremies 2012 oud-w erkn. met W W : E. Stooker NTB pensioenpremies 2012 oud-w erkn. met W W : P. Maduro NTB pensioenpremies 2013 oud-w erkn. met W W : R. Cchung NTB pensioenpremies 2013 oud-w erkn. met W W : E. vd. Beek NTB pensioenpremies 2013 oud-w erkn. met W W : P. Maduro NTB Frisal teveel berekende btw * NTB Greenport 2013 (in 2013: zie cred. LTO Noord Glaskracht) NTB bijdrage VW HR litunov 255294 2013 inschr.w oonzicht * NTB N.Cherkaoui te W arm. /inschr.nr.2597575: overm. aan VW HR * NTB kn. borging v.d. onderst. mbt cultuur historische Atlas D&B NTB Kw adraad 20% Zorg aan leerl. 1e en 2e helft 2013 NTB abonnement vakblad
2.500 1.610 3.000 2.500 2.625 125 90 2.000 10 10 10.000 13.725 218
0
123.798
177.160
26.163.384
35.106.996
.- Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen
0
0
.- Overige vooruitontvangen bedragen Af te wikkelen salarissen * T ussenrekening uitkering levensloop * Af te wikkelen BWS- betaling * Af te wikkelen inc asso's urgentieverlening * Totaal vooruitontvangen bedragen
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
* is per 26- 02- 2014 afgewikkeld
.- De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren
* is per 26- 02- 2014 afgewikkeld
Pagina 89
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Overzicht van niet in de balans opgenomen financiële verplichtingen Onderwerp / omvang van de verplichting * Huur van het pand Schuttersveld 9 (6e, 7e en 8e verdieping, incl. servicekosten) / tot 01-03-2016 elk jaar circa € 447.000 incl. BTW (excl. indexatie). * Huur kopieerapparaten / tot 30-06-2015 elk jaar circa € 117.500 incl. BTW (excl. indexatie).
Geen overschrijdingen van de Wet Normering Topinkomens (WNT) Nadere informatie over de WNT is opgenomen in het overzicht 'Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector'
Pagina 90
Raming begrotingsjaar vóór wijziging Omschrijving programma Programma Ruimtelijke Agenda Programma Sociale Agenda Programma Bestuur en Middelen
Sub-totaal programma's
Raming begrotingsjaar ná wijziging
Realisatie begrotingsjaar
Baten
lasten
Saldo
Baten
lasten
Saldo
Baten
lasten
Saldo
6 55.590
3.462_090
-2.806.500
845.5 90
3.652.090
-2-806_500
1 .2 3 8. 787
3.715.491
-2.476.704
4.238.880
6.574,640
-2.335.760
4.519.461
6.855.221
-2.335.760
4.582.190
7.077.221
-2.495.031
258.240
1 .762.640
-1 .50 4:.40 0
258.240
1.812.640
-1.554.400
440.084
1.701.712
-1.261.628
5.152.710
11.799.370
-6.646.6&0
5.623.291
12.319.951
·6.696.660
6.261.061
12A94.424
·6.233:363
Omschrijving algemene dekkinosmiddelen: Lokale heffingen Algemene uïtkeringen Dividend Saldo Financieringsfunctie
6.546.660
5.646.660
6.6-96 660
6.696_660
6.696.660
6_696_660
6.646.660
6.646.660
6.696.660
6.696.660
6.696.660
6.696.660
Sub-totaal algemene
Pagina 91
dekkingsmiddelen Onvoorzien Resultaat voor bestemming
463.297
Toevoeging/ onttrekking aan reserves: Programma Ruimtelijke Agenda Programma Sociale Agenda
Programma Bestuur en Middelen
0
0
0
90.582
0
90.5 82
a
a
0
0
0
0
0
0
0
9058 2
0
90.5&2
11.799.370
11.799.370
0
12.319.951
12..319.951
0
13.048.303
12.4.94.424
553.879
Sub-totaal mutaties reserves Resultaat na onttrekkingen en stortingen in de res-erves:
Begrotingswijzigingen 2013
Direde baten
Omschrijving programma
lasten
Saldo
Progr�mma Ruimteldke Agenda
190.aoo
190.000
Programma Sociale Agenda
280.581
280.581
0
0
50.000
-50.000
470.5&1
520.581
Programma Bestuur en Middelen
TOTAAL
0
-
50 000 .
De analyses van de verschillen tussen de gerealiseerde en begrote bedragen per programma zijn hieronder weergegeven
r
. '!. ,. . J
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Saldo compensabele BTW en uitkering
BTWcom�ensatiefonds OVerige algemene dekkingsmiddelen
2.2 PROGRAMMAREKENING OVER BEGROTINGSJAAR
Programmarekening over begrotingsjaar 2013
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
2.3 TOELICHTINGEN 2.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening 2013 is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. Voor aanvullende informatie over de waardering van de activa en passiva zie hieronder bij ’Overige investeringen met economisch nut’. Baten en Lasten De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden. Pensioenen Holland Rijnland waardeert de pensioenverplichtingen volgens de ‘verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering’. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de programmarekening verantwoord. De pensioenen van de werknemers van Holland Rijnland zijn ondergebracht bij het ABP (bedrijfstakpensioenfonds). Vereveningsfonds CVV Alle baten en lasten inzake het CVV worden ’bruto’ in de exploitatierekening zichtbaar gemaakt. Het exploitatieresultaat wordt ten laste / bate van de deelnemende gemeenten gebracht. De begrotingsonder- of overschrijding die als gevolg hiervan ontstaat wordt in de jaarrekening toegelicht.
Pagina 92
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
2.3.2 Toelichting op de Balans per 31 december 2013 Vaste activa Materiële vaste activa met economisch nut Overige investeringen met economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd op de historische verkrijgingsprijs verminderd met de gedane afschrijvingen en eventuele investeringsbijdragen. De investeringen worden geactiveerd inclusief BTW, daar de BTW voor Holland Rijnland een onderdeel van de kosten vormt. De afschrijvingen zijn hoofdzakelijk gebaseerd op de verwachte levensduur en in het jaar van aanschaf wordt voor een heel jaar afgeschreven ongeacht de datum van aanschaf c.q. datum van ingebruikname. Tevens is op basis van artikel 7 van de financiële verordening van Holland Rijnland over het waarderings- en afschrijvingsbeleid van de vaste activa het volgende bepaald. De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden, te beginnen in het jaar na aanschaf, lineair afgeschreven, afhankelijk van de economische levensduur, in maximaal: a. 10 jaar voor telefooninstallaties, bekabeling en meubilair; b. 5 jaar voor automatiseringsapparatuur; c. 5 jaar voor software met een verkrijgingprijs van groter dan € 1.500,00. De afschrijving van de niet genoemde soorten investeringen wordt afgestemd op de verwachte economische levensduur. Financiële vaste activa Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Deze financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen en overlopende posten. Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Pagina 93
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Vaste passiva Reserves Indien er middelen ’over’ zijn op een reguliere taak (taak die in de gemeenschappelijke regeling is opgenomen en die jaarlijks in de exploitatie voorkomt) dan worden overschotten op deze gelden die het volgend jaar niet opnieuw begroot worden, aangemerkt als een bestemmingsreserve. Indien er sprake is van cofinanciering met betrekking tot een reguliere taak dan worden de overlopende middelen gesplitst in een bestemmingsreserve en de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Voorzieningen De voorzieningen worden gewaardeerd op nominale waarde. Echter de voorzieningen BWS zijn gewaardeerd tegen de netto contante waarde van de vordering cq de verplichting. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Overlopende passiva Met ingang van 1 januari 2008 schrijft de BBV voor dat in geval van overblijvende middelen op een incidentele, additionele taak / project (er is dus sprake van een concrete bestedingsverplichting) deze middelen dienen te worden opgenomen bij de overlopende passiva onder de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren (denk hierbij bijvoorbeeld aan UP gelden). Ook in geval van Rijksgelden waarbij de gemeenten als doorgeefluik fungeren (denk aan de Vinex-regeling / ISV-gelden) dienen deze gelden te worden opgenomen bij de overlopende passiva onder ’vooruit ontvangen derden gelden’, daar de gelden door derden (lees het Rijk) zijn beklemd. Indien er sprake is van cofinanciering met betrekking tot een reguliere taak dan worden de overlopende middelen gesplitst in een bestemmingsreserve en vooruit ontvangen derden gelden.
Pagina 94
Omschrijving
Oorspronke-
ve
rm eer-
rente
totaal
per
eind
4,0 � 0
kap1taal-
Jaar :lU1J
1-1-lU1J
OtenstJain
totaal afschrii- af_schrijvingen boekwaarde
delingen
anders dan doo
vingenlanos-
:l1-1L-lU1l
lUlJ
arschnJvmg rn
lijk bedrag
andere wijze
J1-1l-lU1J van arschnJVen smgen
het dienstjaar. aanpassing telefoonlns.taflatie 2006
boekwaarde
in het dienst-
verminderingen oorspronke- percentage of
lijk bedrag
lasten
per 1-1-2013
19.449
19.449
10,00%
13.615
1.945
5.835
19:278
6.426
6.425
12.852
3.890
-233
2.178
aanschaf pc's/servers 19278
33.33%
6.42:7
514
2011 3 Dell breedoeelclllatpanel
1.210
1.210
33,33%
403
403
807
403
32
436
2011: 5 Latitude E5520
6.706
6.706
33,33%
2.235
2.235
4.470
2.235
179
2.414
2011: 15 beeldschermen
4.373
4.373
33,33%
1.458
1.458
2.916
1.458
117
1.574
2011: 111pads
6,366
6.366
50.00%
3_183
3.183
3183
127
3.310
2011. 51pads
3.504
3.504
50,00%
1.752
1.752
1.752
70
1.822 3.564
2011: 20x Del I o�tiplex 780
2011: 2 seNers
6.939
15.361
20,00%
3.072
3,072
12.288
9,216
492
5.630
5.630
20,00%
1.126
1.126
4.504
3.378
180
1.306
2011: Management server
5.630
5.630
20,00%
1.126
1.126
4.504
3.378
180
1.306
20.048
20.048
50,00%
10.024
20.048
10.024
802
10.826
9.270
9.270
20,00%
1 854
9.270
7.416
371
2.225
'1.702
2012: 38 lpads 2012: storage en backup aanschaf s oftware 751icenties Time Teil
8.181
8.181
20,00%
6.545
1.636
1.636
65
Licenties Back-up
3.418
3.418
20,00%
2.734
684
684
27
711
40x Windows 7 proffe_sionel
9.710
9.710
20,00%
5.826
1.942
3.884
1.942
155
2.097 1.132
Pagina 95
Office 2010 licenties
4.879
4.879
20,00%
976
976
3.903
2.927
156
Wachtguard firebox
3.436
3.436
33,33%
1.145
1.145
2·.290
1.145
92
'1.237
licenties 2 servers
4.793
4.793
20,00%
959
959
3.835
2.876
153
1.112
software 2 serv�rs
20.799
20.799
�0,00%
4.160
4.160
16.639
12.479
666
4.825
3.608
3.608
20,00%
722
722
2.886
2.165
115
722
licentie file. server
837
licentie management server
3.608
3.608
20,00%
722
2.886
2.1.65
11.5
837
aanschaf GIS software
9.801
9.801
20,00%
1.960
9.801
7.841
392
2.352
13.727
13.727
20,00%
2�145
13.727
10.081
540
3.204
653
licentie Protcdion Suite E:ntcrpricc
3.267
20,00%
3.267
2.614
131
7S4
LBA software uitbre-iding
10.769
10.769
20,00%
0
10.769
0
0
Faktuurbewerking Pro-Aclive
29.522
29522
20,00%
0
29.522
0
0
1.192
1.192
50,00%
0
1192
0
0
software backup uitbreiding
3�267
HP care aanschaf meubilair: meubilair 2004
94.118
94.118
10,00%
89.256
4.862
4.862
194
5.056
meubilair 2006
42.014
42.014
10,00%
29.410
4.201
12.604
8.403
504
4.706
meubilair 200 7
20.693
20.693
10,00%
12A16
2.069
8.277
6.208
.331
2.400
meubilair 2007 RBL
11.2S1
11.251
10,00%
6.751
1.125
4.500
3,375
180
1.305
meubilair 2009
68.010
68.010
10,00%
27.204
6.801
40.806
34.005
1.632
8.433
meubilair 2011
49.492
49.4'92
10,0.0%
4.949
4.949
44.543
39.594
1.782
6.731
228.169
76.915
263.409
22 8.027
10.538
87.453
totaal
491.62 9
41.482
D
533.111
UitFinanciëleverordening 2011:
Artikel 7. Waardering & afschrijving vaste activa 1.
Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een tJepaald actief het saldo van agio en disagio woroen lineair in 4 jaar afgeschreven.
2.
Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van d e exploitatie geb-racht.
3.
Oe materiële activa met· economisch nut woreten, te beginnen in hetjaar na aanschaf, lineair afg eschreve n, afhanKelijKvan de economische levensduur, in maximaal a.
10 jaar voor telefooninstallaties, b-ekabeling en meubilair;
b.
5 jaar voor automatiseringsapparatuur;
c.
5 jaarvoor software met een verkrjjgin_gprijs van groter dan € 1.500.-
0e afsc.hrîjving van de niet genoemde soorten investeringen wordt afgestemd op de verwachta economische levensduur.
�-
De rentetoerekening \oindt plaats op basis van de boekwaarde per 1 januari.
5.
Aankoop en veiVaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij besluitvan het algemeen bestuur wordt afgeweken, wordt hel actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door het algemeen bestuur aan te geven tijdsduur.
. .
.. . 1
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
15.361
2011:File server
2.3.2.1 Investerings- en financieringsstaat
INVESTERINGS-EN FINANCIERINGSSTAAT (ONDERDEEL A), de activa en kapitaallasten
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
2.3.2.2 Verloopoverzicht overlopende activa Staat van 'de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel' Omschrijving
Saldo per 1 januari 2013
Omschrijving specifieke uitkering Subsidie Actieprogramma (mjp) Verkeersveiligheid 2012 Actieprogramma (mjp) Verkeersveiligheid 2013 Cultuurnetwerker 2013 Van indiceren naar arrangeren 2013 Talentcoaching kwetsbare jongeren Bijdrage aan Verzuimproject 18+ Cultuurhistorische atlas Duin- en Bollenstreek Toekomstmodel regionaal budget jeugdzorg 2013 Totaal
Pagina 96
Saldo per 31 december 2013
Ontvangen Toevoegingen bedragen 0 0 0 0 0 0 0 0
83.517 83.517 4.400 20.908 19.980 25.072 10.460 91.357
0 0 0 0 0 0 0 0
83.517 83.517 4.400 20.908 19.980 25.072 10.460 91.357
0
339.211
0
339.211
Omschriivinq
Saldo per
Boekwaarde per
Mutaties
31 december
1 januari
Toevoeging
2013
Bestemming
Onttrekking
Vermindering ter 2013
(tlv exploitatie) (tgv de exploitatie) resultaat 2012
dekking van afschriivinqen
8estemmingsre.serves 1 Decentrale arbeidsvoorwaarden
20.289
20.289
2 BWS DB/ R17
90.221
90.221
3 Overlopende Algemene projecten
54.392
54.392
4 Bestemmingsreserve RBL 5 Ge biedsfonds groenblau w e diensten 5 Regionale Agenda Samenleving (RAS)
45.882 100.000
90.582
411.355
90.582
0
90.582
0
0
0
Pagina 97
Toelichting aard en reden van de reserve: Hieronder is kort per reserve aangegeven de specifieke aard en reden van de reserve. 1 Ter dekking van toekomstige benutting van de decentrale arbeidsvoorwaarden. 2 Om toekomstige renteschommel ingen op te kunnen vangen, is dus ter afdekking van het rente risico binnen de BWS Duin- en Bollenstreek.
3 Ter dekking van nog uit te voeren algemene projecten waarvan de aanvang doorgeschoven is naar v o lgende jaren. 4 Inbreng begin balans van het voormalige Regionaal Bureau Leerplicht per 01-01-2007 voor een bedrag van € 139.587.
5 Conform het AB-besluit van 20 juni 2012 is een bedrag van € 100.000 aan deze post 'Gebiedsfonds' toegevoegd. In 2014 zal het AB worden ingelicht over de stand van z.aken van deze reserve, die dient ter dekking van te maken kosten voor het verhogen van de kwaliteit en de recreatieve bereikbaarheid en bruikbaarheid van het landschap.
6 Overeenkomstig het AB-bes luit van 19 december 2012 een bedrag van € 90.582 toegevoegd aan deze post ter aanvulling op het budget van de RAS 2013. In 2013 heeft conform het besluit de onttrekkin g aan deze reserve ten gunste van de exploitatie plaats gevonden.
320.783
r
. '!. .. . J
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Totaal bestemmingsreserves
45.882 100.000
2.3.2.3 Staat van reserves
STAAT VAN RESERVES 2013
Omschrijving
Mu tat ies
Saldo per
Boekwaarde per
1 j an uari
31 december
Verminderinq en Toevoeging
2013
Vrijval
Aanwending
2013
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's 148.909
1 Organisatie aangelegenheden
0
137 .328
ll.SH
0
Saldo voorzieningen voor verplichtingen, ver-
liezen en risico's
1.48.909
0
11.581
0
1.521
171.222
231.492
171.222
333.927
Door derden beklemde middeJen met een specifieke aanwendingsrichting
Pagina 98
2 Voorziening BWS Duin- en Ballenstreek
404.2 35
3 Voorzien in g BWS Duin- en Bollenstreek
100.914
1.521
505.149
1.521
1.521
4.430
500.000
3.399.227
4.430
504.430
6 Voorziening BWS Rijnstreekberaad
417.306
1.911
7 Voorzien ing BWS Rijnstreekberaad
144.792
Sub-totaal BWS Duin- en Bollenstreek 4 Voorziening BWS Leidse Regio
2.665.198
5 Voorzien in g BWS Leidse Regio
734.029
Sub-totaal BWS Leidse regio
102.435
4.430
577.548
2.083.220 238.459
577.548
155.804 1.911
2.321.680
263.413 142.881
562.098
1.911
1.911
155.804
406.294
een specifieke aanwen dingsricht ing
4.466.474
7.862
507.862
904.573
3.061.901
Totaal
4.615.383
7.862
645.190
916.155
3.061..901
Sub-totaal BWS Rijnstreekberaad
Saldo door derden beldemde middelen met
r
. '!. .. . J
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
137.328
2.3.2.4 Staat van de voorzieningen
STAAT VAN VOORZIENINGEN 2013
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Pagina 99
Omschrijving
Saldo per
1 RIF
gelden
2 RIF rente
Toevoeging
31.398.720
9.680.285
1.316.289
40.008
3 Bedrijventerreinen
9.801
4 Actualisatie economische visie
8.712
5 Evaluatie I
transformatie Landschapsbeleidsplan DB
Boekwaarde per
Mutaties Verminderingen
1 januari 2013
34.887
Vrijval
31 december
Aanwending
2013
18.443.167
22.635.838 1.356.297
370
9.431
34.887
10.285
8.712 10.285
0
6 Regionaal Verkeers- en VervoerPlan - HOV
21.239
7 Verkenning HOV-corridoren
35.374
35.374
0
335.934
146.296
270.168
8
Regionaal Project Verkeersveiligheid (RPV}
9 Uitvoeringsprogramma Fiets
18.359 20.206 50.000 34.533
Pagina 100
7.058
16
8.416
Regionale Agenda Samenleving (RAS} 2006 - 2008 17 Regionale Agenda S amenlevin g {RAS} 2009 - 2012 18 R eg iona le Agen da Samenleving (RAS) 2013 19 Afstemming en ondersteuning transitie J eugdzor g
476.218
Arbeidsmarktbeleid
29.040
23.870
Regi ona le Structuurvisie (RSV) As Leiden-Katwijk (ALK}
25.385
28.189
8.416
0
293.741
179.673 173.895
9.522
413.449
71.173
8.427
8.051
Jongerenloket
55.545
49.730
6.011
0
34.318
0
27.558
0 56.291
0 272.107
8.847
99.127
99.127
18.233
18.233 71.144
32 Sloepenknooppuntensysteem
21.950
33
Beheer en onderhoud fietsknooppuntensysteem 3 4 Landschapsontwikkelingsplan (LOP} Rijn- en Veenstreek
16.901 20.129
3 5 Ondemoudsfonds routestructuren Rijnstreekberaad
48.606
24.000
35.106.996
10.533.639
Totaal
24.055
27.558
114.797
Harmonisatie Rijnstreekberaad
413.449
12.886
82.009
30 Verbetertraject Regionaal Bureau Leerplicht
1.472
34.318
263.260
29 Jongerenloket Rijnstreekberaad
0
94.000
56.291
en Coö rd in a tiepunt (RMC}
39.703 7.058
55.741
26 Woonvisie
31
.
12.886
23 Volwasseneneducatie (WEB)
28
0 274 360
173.895
21 Cultur ele activiteiten
27 Regionaal Meld-
34.133 28.918
50.000
94.000
20 30 Projecten
25
8.029
726
274.360
Groener (ZZG)
15 Oostvlietpolder
24
16.500 8.712
2.360
10.866
0
10.774
104.024 36.226
14.276
16.901 20.129 72.606 334.857
19.142.394
26.163.384
r
. '!. .. . J
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
12 Afwegingskader economie
22
80.530
10.389
10 Regi ona al Uitv oeringsprogramm a OV 11 Regionale Ve rk ee rs milieu kaart {RVMK) 13 Zuidvleugel Zichtbaar 14 Gro enpro gramm a
21.239
2.3.2.5 Staat van overlopende Passiva
Staat van 'de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uit keringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren'
\\ nd'' � �'IRiJ"nland ....•, .. , _ .... Ho a ''I . . · · · ··
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Toelichtingop de aard,reden en mutatie in de overlopende passiva: 1 In totaal is er door de 12 deelnemende gemeenten per 1 april een bedrag van € 9.454.330 gestort. Aan renteopbrengsten is een bedrag van € 45.670 gerealiseerd, waardoor totaal komt op € 9,5 mln. In het kader van het Regionaal Groenprogramma is een bedrag van € 287.901 voor een 3-tal projecten en is er een bedrag van € 180.285 ontvangen met be:rekking tot de afsluiting van het project
Oostvlietpolder fase 1. Aan het GOM is weer de jaarlijkse subsidie van € 666.666 overgemaakt, een bedrag van € 2.488.600 is betaald aan de Provincie ZH voor het HOV-NET en 15 mln. voor de 1e tranche Rijnlandroute. Aan het einde van het boekjaar 2013 bedraagt het saldo ( 22.635.838. 2 Een bedrag van € 40.008 van de gerealiseerde renteopbrengsten toegevoegd aan de investeringssom. Het saldo aan het einde van het boekjaar komt daarmee op € 1.356.297. 3 Van het in 2012 toegevoegde bedrag van € 9.801 aan het project Bedrijvenrerreinen is in 2013 € 370 besteed. Het resterende bedrag van € 9.431 dient ter dekking van de nog te verwachten kosten. 4 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de post 'Actualisatie economische visie', is in 2013 het bedrag van € 8.712 vrijgevallen. 5 De gemaakte kosten in 2013 hadden betrekking op de Evaluatie en transformatie van het Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek. De toevoeging betreft de nog te betalen kosten over 2013 in verband met het digitaal maken van de Cultuurhistorische atlas D&B. 6 Deze post dient ter dekking van uit te voeren verkeersprojecten, waaronder het project Hoogwaardig Openbaar Vervoer corridor Bollen streek - Schiphol (HOV). In 2013 zijn er geen kosten gemaakt met betrekking tot dit project. 7 Het eind 2012 aanwezige bedrag van € 35.374 is in 2013 volledig uitgegeven. 8 Ter dekking van nog onafgeronde Regionale Projecten Verkeersveiligheid in het kader van het Meerjarenplan 2009-2011 en het Meerjaren plan 2011-2013. In 2013 heeft er aan de hand van de SiSa-vaststelling 2011 heeft er een afrekening plaatsgevonden van € 81.616. De aanwendingen in 2013 betreffen onder meer de afrekening Lokale projecten over 2011, een af boeking van een nog ten onrechte opge nomen vordering op de PZH inzake Lokale projecten 2011 en een correctie op een in 2012 per abuis gemaakte onjuiste memoriaal boeking op deze overlopende passiva post aangaande Lokale projecten 2012. De toevoeging betreft een correctie op een onjuiste memoriaal boek king in 2012 met betrekking tot het Actieprogramma I meerjarenplan RPV. De overschrijding op het budget Actieprogramma I mjp RPV van 2013 is ten laste van deze post geboekt. 9 In 2013 zijn er kosten gemaakt ten behoeve van deze overlopende passiva post 'Uitvoer ngsprogramma Fiets'. In 2014 zijn er nog kosten te verwachten, zodat de behoefte aan deze post aanwezig bi ijft. 10 Omdat er in 2013 een verplichting van € 16.500 is aangegaan voor de Monitoring OV-visie en de werkzaamheden in 2014 zullen gaan plaats vinden is genoemd bedrag aan deze post 'Regionaal Uitvoeringsprogramma OV' toegevoegd. In 2013 zijn er voor € 726 aan kosten gemaakt ten behoeve van deze post. 11 Omdat er in 2013 een verplichting van € 8.712 is aangegaan voor de ondersteuning actualisatie verkeers- en milieumodel en de werkzaam heden grotendeels in 2014 zullen gaan plaats vinden is genoemd bedrag aan deze post 'Regionaal Uitvoeringsprogramma OV' toegevoegd. In 2013 zijn er geen kosten ten loste van deze overlo pende passivo post 'Reg. Verkeersmilieukoort (RVMK)' gebracht.
12 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de post 'Afwegingskader economie' is in 2013 het bedrag van € 50.000 vrijgevallen. 13 Deze post betreft het 6-jaar (van 2008 tot en met 2013) lopende project Uitvoering Zuidvleugel Zichtbaar Groener. In 2013 zijn geen kosten gemaakt. In 2014 zal een begin worden gemaakt met de uitvoering van de diverse projecten. 14 In 2013 zijn er de nodige kosten gemaakt ten behoeve van deze overlopende passiva post. De toevoeging betreft een correctie over 2012 naar de overlopende passiva post RIF. In 2014 zijn nog wat kosten te verwachten, zodat de behoefte aan deze post aanwezig blijft. 15 In 2013 zijn er geen kosten ten laste van deze overlopende passiva post 'Oostvlietpolder' gebracht. 16 In 2009 is er afgerekend over de RAS 2006-2008. Het restant bedrag van deze post van C 8.416 is in 2013 toegevoegd aan de over lopende passiva post 'Regionale Agenda Samenleving', die beide dezelfde drie componenten behelst. 17 De toevoeging betreft onder meer de overheveling van het saldo van € 8.416 van de post 'Regionale Agenda Samenleving (RAS) 2006 2008' naar deze post 'RAS 2009-2011' en de nog te betalen kosten in 2014 met betrekking tot de Afbouw preventief jeugdbeleid à € 119.100 en het project Talentcoaching kwetsbare jongeren à € 12.070. Deze in 2009 gelanceerde RAS behelst twee componenten;
Jeugd- en Cultuurbeleid. Daar er in 2014 een bedrag van € 155.618 nodig is ter dekking van de kosten RAS 2013 is er in 2013 een bedrag van € 28.189 vrijgevallen. De aanwending van € 317.796 betreft onder meer de afrekening RAS 2012 à € 180.614. 18 De toevoeging betreft de nog te betalen kosten in 2014 met betrekking tot de Afbouw preventief jeugdbeleid à € 159.125 en het project Talentcoaching kwetsbare jongeren à € 12.070. 19 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de post 'Afstemming en ondersteuning transitie Jeugdzorg', is in 2013 het bedrag van € 94.000 vrijgevallen.
20 In 2013 is er voor € 1.472 kosten gemaakt ten behoeve van de post '3D Projecten'. Conform AB-besluit is er een bedrag van € 206.664 en een bedrag van € 206.785 aan deze overlopende passiva post toegevoegd. Een bedrag van € 8.051 is in 2013 vrijgevallen. 21 In 2013 hebben er de nodige subsidievaststellingen plaats gevonden. De toevoeging betreft een aanvulling op het in 2012 te laag toe gevoegde bedrag. De aanwending betreft de subsidie vaststelling met een aantal subsidie ontvangers. Het restant bedrag van deze over lopende passiva 'Culturele activiteiten' zal in 2014 exact voldoende zijn om de kosten van de laatste afrekeningen te dekken. 22 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de post 'Arbeidsmarktbeleid' is in 2013 het bedrag van € 12.886 vrijgevallen. 23 Ter financiering van de volwasseneneducatie (WEB). Er hebben in 2013 diverse afrekeningen plaatsgevonden inzake Educatie 2012, NT2IBE en VAVO met de ROC's. 24 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de post 'Regionale structuurvisie (RSV)', is in 2013 het bedrag van € 34.318 vrijgevallen. 25 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de post 'As Leiden-Katwijk (ALK)', is in 2013 het bedrag van € 27.558 vrijgevallen. 26 Het eind 2012 aanwezige bedrag van € 56.291 op deze post 'Woonvisie' is in 2013 volledig uitgegeven. 27 De RMC functie zal ook de komende jaren door Holland Rijnland (afd. RBL) vervuld worden. Derhalve blijft de behoefte aan deze over lopende passiva post bestaan. Een bedrag van € 63.873 is in 2013 vrijgevallen ten gunste van de exploitatie ter dekking van gemaakte kosten in 2013. 28 Deze post gaat benut worden om de frictiekosten voor het sinds 2014 opgeheven jongerenloket af te wikkelen in 2014 -2015. 29 Beschikbaar voor knelpunten binnen de Rijnstreek op het terrein van de toeleiding van jongeren naar werk/onderwijs. 30 In het verslagjaar 2013 is een bedrag van € 10.866 ten laste van deze post Verbetertraject Regionaal Bureau Leerplicht gebracht. De be hoefte aan deze post houdt op te bestaan, dus een bedrag van € 71.144 is in 2013 vrijgevallen. 31 Overeenkomstig het DB-besluit van 3 dec. 2010 zijn in 2010 de niet-bestede harmonisatie gelden Rijnstreek gestort in deze overlopende passiva post. In 2013 is er voor een bedrag van € 10.774 aan kosten gemaakt. Het restant bedrag dient ter dekking van de eenmalige kosten woonruimteverdeling. 32 Omdat er in 2013 een verplichting van € 28.553 is aangegaan voor de uitbreiding sloepennetwerk en de werkzaamheden in 2014 zullen gaan plaats vinden en de Provincie ZH zeer waarschijnlijk 50% van deze kosten voor haar rekening zal gaan nemen is de helft van dit be drag, zijnde € 14.276, aan deze post 'Sioepenknooppuntensysteem' toegevoegd. In 2013 zijn er geen mutaties geweest op deze over lopende passiva post, die dient ter dekking van toekomstige uitgave ten behoeve het dit project. 33 In 2013 zijn er geen mutaties geweest op deze post, die dient ter dekking van toekomstige uitgave ten behoeve het project Beheer en onderhoud van het fietsknooppuntensysteem. In 2014 zal de Provincie ZH de borden op de knooppunten actualiseren, waarvoor zij van Holland Rijnland een bijdrage verlangen. 34 Dit boekjaar zijn er geen kosten geweest voor deze overlopende passiva post Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Rijn- en Veenstreek. Het restant bedrag van € 20.129 dient ter dekking van de uitvoering Landschapsontwikkelingsplan 2014-2015. 35 Het Onderhoudsfonds Routestructuren Rijnstreek betreft wandel-, kano- en skeelerroutes. In 2013 is een bedrag van € 24.000 ten bate van deze post gebracht in verband met het feit dat de Provincie ZH de subsidie op het project 'Kano routes Hollandse Plassen' alsnog definitief heeft toegekend. Het bedrag per eind 2013 van € 72.603 zal in 2014 aan de gemeente Alphen a/d Rijn worden overgemaakt in het kader van het overhevelen van de uitvoeringstaken.
Pagina 101
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
2.3.3 Toelichting op de Programmarekening over 2013 Inleiding De rekening 2013 sluit met een overschot van € 553.879 na bestemming. In onderstaand overzicht zijn de oorzaken van dit overschot weergegeven, waarbij per post is aangegeven wat de afwijking tussen de begroting en realisatie bedroeg in 2013. Gelijktijdig met deze jaarrekening wordt voorgesteld om nog een tweetal reserveringen voor 2014 goed te keuren ten laste van het resultaat na bestemmingen voor een totaal bedrag van € 553.879. Beide voorgenomen reserves dienen ter dekking van te verwachten kosten in 2014 en latere jaren naar aanleiding van de lopende #Kracht15 discussie en de taakstellende bezuinigingsopdracht van minimaal 25%.
Baten: 1. Rentebaten 2. Afwikkelingsverschillen voorgaande jaren 3. Overige directe baten van derden Hogere directe baten dan begroot
-€ € € €
156.014 337.858 455.926 637.770
Kosten: 1. Personele kosten 2. Inhuur derden 3. Overige materiële kosten Hogere totale kosten dan begroot
-€ € € €
190.450 117.898 247.025 174.473
Resultaat voor bestemming
€ 463.297
Onttrekking uit reserve RAS (cf. AB-besluit 19 dec. 2012)
€ 90.582
Resultaat na bestemming
€ 553.879
Voorgenomen reserveringen t.l.v. het resultaat Reserve mobiliteitskosten Reserve frictie- en transitiekosten Totaal van de voorgenomen reserveringen:
€ 120.000 € 433.879 € 553.879
Resultaat af te rekenen met de gemeenten
€0
Toelichting op het rekeningresultaat Baten: Ad.1 De baten van de rente zijn lager dan begroot. De deposito-renten zijn dit jaar tot een dramatisch dieptepunt gekelderd. Dit impliceert dat ook Holland Rijnland geen goede resultaten heeft kunnen behalen met het uitzetten van haar gelden (minus € 153.000). De rente inkomsten over de investeringen liggen € 3.000 lager dan begroot. De lagere rentebaten zijn incidenteel van aard, maar dreigen zo langzamerhand een structureel karakter aan te nemen.
Pagina 102
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
-
Ad.2 De afwikkelingen van de voorgaande jaren hebben voor € 241.000 betrekking op vrijval van overlopende passiva en hebben een incidenteel karakter. Posten die voorgaande jaren opgeboekt zijn met de verwachting dat de bedragen in de toekomst nodig zouden zijn. Nu blijkt dat deze overlopende passiva geen direct doel meer hoeven te dienen en vallen daarmee dit verslagjaar vrij. Het in totaal vrijgevallen bedrag van € 241.000 is onder te verdelen naar Ruimtelijke Agenda (RuAg) projecten voor € 120.587 en naar Sociale Agenda (SoAg) projecten voor € 120.269.
Voor een specificatie van deze bedragen zie onderstaande tabel, waarbij de nummering correspondeert met die in de Staat van overlopende passiva (hoofdstuk 2.3.2.5). Nr. 04 12 16 + 17 20
22 24 25 30
Omschrijving
Programma
Bedrag
Actualisatie economische visie Afwegingskader economie Gedeeltelijke vrijval RAS 2006-2012
RuAg RuAg
8.712 50.000
3D Projecten Arbeidsmarktbeleid Regionale structuurvisie (RSV) As Leiden-Katwijk (ALK) Verbetertraject RBL
SoAg
28.189
SoAg SoAg
8.051 12.886
RuAg RuAg
34.318 27.558 SoAg
71.144
Korte uitleg omtrent de vrijval: 04 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn is in 2013 het bedrag van € 8.712 vrijgevallen. 12 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de post Afwegingskader economie is in 2013 het bedrag van € 50.000 vrijgevallen. 16+17 Voor de afhandeling van de subsidie is het verwachte bedrag vast gehouden waarmee het saldo mocht vrijvallen. 20 Nadat alle begrote kosten zoals voorgelegd aan het AB zijn opgenomen in deze overlopende passiva resteerde het bedrag van € 8.051 aan vrijval. 22 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn is in 2013 het bedrag van € 12.886 vrijgevallen. 24 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de Regionale Structuurvisie is in 2013 het bedrag van € 34.318 vrijgevallen. 25 Daar er geen kosten meer te verwachten zijn voor de post As Leiden-Katwijk is in 2013 het bedrag van € 27.558 vrijgevallen. 30 Deze post is afkomstig uit 2007. Nadat de automatisering voltooid is, bestaat er geen grond meer om deze post nog langer te behouden. Voor het Regionaal Project Verkeersveiligheid moest in 2013 de overlopende passiva worden gecorrigeerd met € 80.530 ten lasten van de post afwikkelingsverschillen voorgaande jaren. Dit betreft een incidentele last. Bij de ’Staat van Overlopende passiva’ (hoofdstuk 2.3.2.5) wordt nader ingegaan op bovenstaande overlopende passiva posten. Het terugboeken van nog te betalen vanuit 2012, een niet inbare vordering en een teruggave van de basispremie WAO/WIA bracht een voordeel van € 39.000 op de post afwikkelingsverschillen voorgaande jaren. De Voorziening Organisatorisch aangelegenheden was, in wettelijke zin, als voorziening niet meer voldoende te onderbouwen en is daardoor vrijgevallen voor een bedrag van € 137.000 ten gunst van deze post. Dit betreft een incidentele baat.
Pagina 103
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
-
Ad.3 De overschrijding op de overige directe baten van derden worden voornamelijk veroorzaakt door hogere ontvangen subsidies van de Provincie ZH met betrekking tot de Regionale projecten verkeersveiligheid à € 187.645, ontvangen bijdragen van niet aan Holland Rijnland deelnemende gemeenten, de Provincie ZH, de Kamer van Koophandel, het Hoogheemraadschap van Rijnland en twee private aan de projecten Holland Space Cluster à € 71.088 en de Cultuurhistorische atlas Duin- en Bollenstreek à € 72.085. Tevens zijn er extra inkomsten die geboekt zijn bij het onderdeel Jeugd van het programma Sociale Agenda. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking op de in de begroting niet opgenomen subsidie “Transitie decentralisatie Jeugd”. De onttrekking van € 90.582 op Reserve RAS is besteed aan eerder genoemd project. Tezamen met enkele plussen en minnen op andere projecten leidt dit tot een overschrijding van € 455.926.
Kosten: Ad.1 De onderuitputting op de personele kosten is een gevolg van openstaande vacatures, lagere inschaling dan geraamd en inhoudingen als gevolg van ouderschapsverlof, langdurige ziekte etc. en is daarmee een incidentele onderuitputting. -
Ad.2 De hoger dan begrote kosten zijn voornamelijk het gevolg van inhuur ter vervanging van langdurige zieken en worden volledig gedekt door de onderuitputting op de personele kosten.
-
Ad.3 De overschrijding op de overige materiële kosten van € 247.025 zijn hoofdzakelijk het gevolg van hogere uitgave op de projecten Holland Space Cluster, de Cultuurhistorische atlas Duin- en Bollenstreek en de Regionale projecten verkeersveiligheid. Binnen het programma Sociale Agenda zijn vooral de hogere materiële uitgave op het deelprogramma Jeugd verantwoordelijk voor de overschrijding. De overschrijding wordt volledig gedekt door de hogere overige directe baten.
Bij de ’Toelichting op de Programmarekening over 2013’ (hoofdstuk 2.3.3) wordt per programma nader ingegaan op de verschillen tussen de jaarrekening en begroting. Bestemming van het resultaat De onttrekking aan de reserve Regionale Agenda Samenleving (RAS) heeft plaatsgevonden conform het AB-besluit van 19 december 2012. In 2012 is genoemd bedrag van € 90.582 ten laste van het positieve rekenresultaat van 2012 gebracht voor het inkopen van preventieve jeugdzorg in 2013 ter aanvulling op het budget RAS. Overeenkomstig de voorschriften van de BBV dient in verslagjaar 2013 mag deze mutatie niet als baat worden meegenomen in het resultaat voor bestemming en dient deze als onttrekking aan de reserve verantwoord te worden. Het bedrag dient ter dekking van uitgave van de RAS. Voorgenomen reserveringen De BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten) schrijft voor, in het bijzonder met betrekking tot de passage inzake de bestemming van het resultaat, dat in het kader van de rechtmatigheid toevoegingen aan de reserves slechts mogen plaatsvinden door middel van een begrotingswijziging die gedurende het begrotingsjaar is vastgesteld. Voor onderstaande reserveringen is dit niet het geval en derhalve worden ze hierbij als voorgenomen reserveringen vermeld. Met de resultaatbepaling dient daarom bij het vaststellen van de jaarrekening 2013 tevens het besluit genomen te worden tot het creëren van deze reserves. Deze worden vervolgens verantwoord in het daarop volgende begrotingsjaar zijnde 2014.
Pagina 104
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Voordelig resultaat na tussentijdse resultaatbestemming en voor beoogde onttrekkingen aan en stortingen in reserves bedraagt hierdoor: reserveringen Reserve mobiliteitskosten Reserve frictie- en transitiekosten Totale toevoegingen
€ €
120.000 433.879 €
Voordelig resultaat af te rekenen met de gemeenten
€ 553.879
553.879 €
0
Toelichting op de reserveringen Zoals hierboven aangegeven wordt voorgesteld om een tweetal reserves te creëren voor 2014 voor een totaal bedrag van € 553.879 en dit bedrag ten laste van het rekening resultaat 2013 na bestemming te brengen. Beide reserves zijn ingegeven door de lopende #Kracht15 discussie en de taakstellende bezuinigingsopdracht van minimaal 25% en de hieruit voortvloeiende zorg van Holland Rijnland en de deelnemende gemeenten voor het begeleiden van medewerkers naar andere werkgevers en de kosten die hiermee gemoeid zijn. Om op een zo soepel en zo snel mogelijk wijze van de huidige situatie te komen naar de nieuwe organisatie en om te voorkomen dat in een later stadium geld moet worden opgehaald bij de deelnemende gemeenten, wordt er nu voorgesteld deze reserveringen vast te doen. 1. Reserve mobiliteitskosten De reservering voor mobiliteitskosten in verband met #Kracht15 discussie dient ter bevorde-
ring van de mobiliteit van de medewerkers en de hiermee gepaard gaande te verwachte mobiliteitskosten in 2014 en latere jaren. Ingeschat wordt dat van het huidig aantal medewerkers van 80 personen 25%, zijnde 20 medewerkers, op zoek moet naar ander werk en dat 75% van deze 20 medewerkers, zijnde 16 medewerkers, van werk naar werk begeleid dienen te worden in de vorm van bijvoorbeeld outplacement of extra opleidingen. Uitgaande van een maximaal bedrag per traject van € 7.500 (Car-UWo artikel 10.d16, lid 4) wordt voorgesteld € 120.000 te reserveren. 2. Reserve frictie- en transitiekosten De reservering voor frictie- en transitiekosten in verband met #Kracht15 discussie dient ter
dekking van de te verwachten frictie- en transitiekosten in 2014 en verder. Ingeschat wordt dat gelet op de omvang van het huidige Holland Rijnland organisatie hiervoor spoedig een bedrag van € 433.879 gereserveerd dient te worden.
In de volgende tabel staan de totale lasten en baten 2013, zowel van de primitieve begroting, de begroting na wijziging en de rekening vermeld.
Pagina 105
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Hieronder wordt programma een korte verklaring gegeven van de verschillen tussen de begroting na wijziging en de realisatie.
Programma Ruimtelijke Agenda
De rekening van baten en lasten voor het programma Ruimtelijke Agenda geeft voor zowel de totale lasten als de baten een overschrijding te zien. De overschrijding op de totale lasten van € 63.401 wordt volledig gedekt door de overschrijding op de directe baten van € 393.197. Op de personele kosten is er sprake van een onderschrijding van € 52.920. De hogere dan begrote materiële kosten zijn onder meer het gevolg van het feit dat op een aantal projecten meer is uitgegeven dan op voorhand was ingeschat. Dit wordt ruimschoots gecompenseerd door hogere directe baten van onder meer externe partijen hebben bijgedragen aan de door Holland Rijnland gemaakte kosten in 2013. Per saldo is er sprake van een overschrijding op de materiële kosten van € 116.321. Per saldo is er op het totale programma Ruimtelijke Agenda sprake van een onderschrijding van € 329.796. In onderstaand overzichten worden de directe baten en totale kosten per onderdeel van het Programma Ruimtelijke Agenda vermeld.
Pagina 106
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Toelichting Ruimtelijke Agenda per onderdeel: De hogere directe baten zijn een gevolg van hogere ontvangsten dan begroot, van onder meer de Provincie Zuid-Holland. Het betreft grotendeels de vier hieronder vermelde projecten: 1. het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer van € 56.794 2. de Regionale Projecten Verkeersveiligheid à € 187.645 3. de hoger dan begrote ontvangsten op het onderdeel Economische zaken (Topsectorenbeleid) à € 75.928 4. de hoger dan begrote ontvangsten op onderdeel Natuur en landschap (Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek) à € 72.065. De onderschrijding van € 268.547 op het onderdeel Ruimtelijke Agenda Algemeen is hoofdzakelijk een gevolg van het feit dat de materiële kosten op de projecten Belangenbehartiging (€ 94.288), Monitoring (-€ 23.693), Bestuurlijk Platform Zuidvleugel (-€ 21.600) en de Regionale Structuurvisie (- € 25.000) lager zijn uitgevallen dan begroot. Tevens is er op dit onderdeel voor een bedrag van € 104.590 minder aan uren gemaakt dan begroot. Daarentegen is op het onderdeel Economische Zaken en Toerisme sprake van een overschrijding op de uren van € 101.560 en zijn de materiële kosten vooral op de projecten Bedrijventerreinen (+ € 41.976) en Topsectorenbeleid (betreffende BioBased en Holland Space Cluster, + € 119.153) hoger geweest dan begroot. Met betrekking tot het project Topsectorenbeleid worden deze hogere uitgaven grotendeels gedekt door extra bijdrage van derden à € 75.928.
Programma Sociale Agenda Totaal
2013 3.199.850 3.374.790
Begroting na wijziging 2013 3.199.850 3.655.371
Totaal lasten
6.574.640
Directe baten Bijdragen gemeenten voor bestemming
Personele kosten Materiële kosten
Onttrekking uit reserve Bijdrage gemeenten na bestemming
Begroting
Rekening
Verschil
2013 3.090.290 3.986.931
109.560 -331.560
6.855.221
7.077.221
-222.000
4.238.880
4.519.461
4.582.190
-62.729
2.335.760
2.335.760
2.495.031
-159.271
0
0
0
90.582
2.335.760
2.335.760
2.495.031
-68.689
Pagina 107
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
1. Door een gemiddelde vacature ruimte van 1,63 fte mocht worden verwacht dat de onderschrijding van uren forser zou zijn. Dit is echter gecompenseerd door hogere productiviteit van het werkelijk personeelsbestand. 2. De extra materiële uitgaven kunnen voor een groot deel herleid worden door de extra inkomsten de SoAg mocht ontvangen, die veelal als subsidie is uitbetaald. 3. De extra inkomsten waren zoals hierboven beschreven baten die bedoeld waren als subsidie aan derden. Zie voor details hierna. 4. De onttrekking uit de reserve is door het AB besloten in haar vergadering van 19 december 2012 waarmee het saldo voor Programma Sociale Agenda op € 67.200,- uit komt. Dit wordt meer dan gecompenseerd door met de vrijval van enkele overlopende passiva (€ 120.000) die op functie 922 moeten worden geboekt. In onderstaand overzichten worden de totale kosten en directe baten per onderdeel van het programma Sociale Agenda vermeld.
Toelichting Sociale Agenda per onderdeel: - Bij Sociale Agenda Algemeen zijn de baten en lasten van € 635.250 voor het 3D project separaat bij de gemeenten in rekening zijn gebracht. Zoals afgesproken in het AB van 18 december 2013 is een bedrage van € 206.664- als overlopende passiva opgenomen voor het project 3D in 2014. - De extra inkomsten die geboekt zijn bij Jeugd hebben betrekking op het verschil tussen de geraamde RAS subsidie zoals deze verwacht werd te ontvangen van de Provincie Zuid-Holland voor een totaal jaar en de werkelijk ontvangen subsidie voor RAS voor een half jaar en daarbovenop de in de begroting niet opgenomen subsidie “Tran-
Pagina 108
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
-
-
sitie decentralisatie Jeugd”. De onttrekking van € 90.582 op Reserve RAS is besteed aan eerder genoemd project. Voor het afwikkelingen van de beschikkingen aan de gemeenten en geoormerkte gelden voor de transitie zoals besloten in het AB voorstel “Werkplan en begroting 3D 2014” van 5 maart 2014 is in de overlopende passiva rekening gehouden onder de volgnummers 18 en 19 RAS 2009 - 2012 deze vrijval wordt verantwoord op functie 922. Het verschil bij de inkomsten van € 157.000 bij Leerplicht en aanpak VsV wordt in zijn geheel veroorzaakt door een minder uitnamen uit de post overlopende passiva volgnummer 27 RMC. Vanwege de rijkssubsidie voor RMC wordt hier separaat een accountant verklaring voor afgegeven. De werkelijke uitgaven zijn € 48.000 hoger dan geraamd. Hiervan is € 43.000 een verschil in uren en € 5.000 voor een extra inkomsten dat ook als last is uitgegeven. Bij cultuur is minder uren gemaakt dan begroot wat leidt tot een klein verschil in inkomsten en uitgaven.
-
Programma Bestuur en Middelen
In onderstaand overzichten worden de totale kosten en directe baten per onderdeel van het programma Bestuur & Middelen vermeld.
Toelichting Bestuur en Middelen per onderdeel: - De lagere lasten dan geraamd voor het onderdeel Bestuur is veroorzaakt doordat € 23.000 zijn gemaakt voor het organiseren van bijeenkomsten. Ook de projectkosten voor
Pagina 109
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
-
het communicatiebulletin en de OR waren dit jaar lager dan geraamd voor de overige € 15.000. Bij het onderdeel middelen zijn er twee zaken die bij de baten in het oog springen. De eerste is de rente hiervan zijn de inkomsten sterk achter gebleven met € 156.000 waarvan de oorzaak voor het grootste deel te vinden is in de lage rente vergoedingen die banken ook dit jaar weer geven. De tweede zijn de inkomsten uit voorgaande boekjaren van € 338.000. Het gaat hierbij om terug geven aan de gemeenten van in totaal 241.000 aan overlopende passiva: Nr. 04 12 16 + 17 20
22 24 25 30
Omschrijving
Programma
Bedrag
Actualisatie economische visie Afwegingskader economie Gedeeltelijke vrijval RAS 2006-2012
RuAg RuAg
8.712 50.000
3D Projecten Arbeidsmarktbeleid Regionale structuurvisie (RSV) As Leiden-Katwijk (ALK) Verbetertraject RBL
SoAg
28.189
SoAg SoAg
8.051 12.886
RuAg RuAg
34.318 27.558 SoAg
71.144
Voor een correctie van een onjuiste boeking in 2012 voor het Reg. Project Verkeersveiligheid moest in 2013 deze overlopende passiva worden verhoogd met € 80.500. Het terugboeken van nog te betalen vanuit 2012, een niet inbare vordering en een teruggave van de basispremie WAO/WIA bracht een voordeel van € 39.000 De Voorziening Organisatorisch aangelegenheden was, in wettelijke zin, als voorziening niet meer voldoende te onderbouwen en is daardoor vrijgevallen voor het totale bedrag van € 137.000. In het kader van Kracht15 zal hiervoor een nieuw voorstel worden gedaan. Bij de lasten zijn de kosten die geraamd werden voor derden voor een bedrag van € 23.000 meegevallen.
Pagina 110
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
2.3.3.1 Overzicht incidentele baten en lasten
Pagina 111
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
2.3.3.2 Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid Hieronder zijn een 2-tal tabellen vanuit de Programmarekening over begrotingsjaar 2013 weergegeven, waarbij per programma blijkt in hoeverre er sprake is van een begrotingsrechtmatigheid. Vervolgens wordt er per programma een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening gegeven.
Begrotingsrechtmatigheid: Omschrijving programma Programma Ruimtelijke Agenda Programma Sociale Agenda Programma Bestuur en Middelen
Totaal
lasten -63.401 -222.000 110.928 -174.473
baten 393.197 62.729 181.844 637.770
totaal 329.796 -159.271 292.772 463.297
Zoals uit bovenstaande tabellen blijkt is er in 2013 sprake geweest van een begrotingsonrechtmatigheid op de lasten van de programma’s Ruimtelijke Agenda en Sociale Agenda. Op het programma Bestuur en Middelen is er geen sprake geweest van een begrotingsonrechtmatigheid. Eveneens blijkt dat er in 2013 sprake is van een positief resultaat voor bestemming van € 463.297. Voor het programma Ruimtelijke Agenda telt de onrechtmatigheid niet mee voor het oordeel, daar de kostenoverschrijdingen geheel worden gedekt door direct gerelateerde baten in de vorm van (incidentele) subsidies. Deze hebben gediend als dekking van de hoger dan begrote lasten à € 63.401. Per saldo sprake van een onderschrijding op dit programma van in totaal € 329.796. Voor het programma Sociale Agenda telt de onrechtmatigheid niet mee voor het oordeel, ondanks het feit dat deze kostenoverschrijdingen van € 222.222 slechts gedeeltelijk, voor een bedrag van € 62.729, worden gecompenseerd door direct gerelateerde baten. Dit ligt gelegen in het feit dat de overschrijdingen binnen het uitgezette beleid zijn gebleven. Op het programma Bestuur en Middelen is er in 2013 sprake van lagere lasten en hogere baten die hebben geleid tot een totale onderschrijding van € 292.772. De lagere lasten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door lager dan begrote directe kosten. De extra baten kunnen voornamelijk worden toegeschreven aan afwikkelingen van posten met betrekking tot voorgaande jaren. De lage rente vergoeding van het afgelopen jaar brengt een tegenvaller met zich mee, waardoor het positieve saldo op de baten blijft steken op € 181.844. Investeringskredietoverschrijdingen In 2013 is er geen sprake geweest van overschrijdingen van investeringskredieten op de immateriële en materiële vaste activa.
Pagina 112
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Verschillenanalyse primitieve begroting en begroting na wijziging. In 2013 zijn er begrotingswijzigingen geweest en twee Maraps geweest, die van 19 december 2012 en van 1 april 2013, die van invloed zijn geweest op de primitieve begroting van 2013 en die hebben geleid tot onderstaande overzicht.
3 Decentralisaties Collectief vraagafhankelijk vervoer WEB-gelden - Participatie Project 18+ Culturele aanjager RAS Jeugd Gevolgen BTW-verhoging Totalen
Materiële kosten + 637.250 + 190.000 - 507.340 + 70.000 + 22.000 + 58.670 + 50.000 + 520.580
Directe Baten + 637.250 + 190.000 - 507.340 + 70.000 + 22.000 + 58.670 0 + 470.580
De bijdragen gemeenten zijn door de genoemde begrotingswijzigingen en Maraps gestegen met € 520.580 minus € 470.580 is € 50.000.
Pagina 113
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
2.3.3.3 Informatie Wet Normering Bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector (WNT) Publicatie bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen:
Naam
Functie
H.J.J. Lenferink
Lid Dage-lijks
Duur dienstverband
Omvang Beloning dienstverband
26-5-2010--
Door werkgever Belastbare betaalde
Voorzieningen betaalbaar
vrijwillige SVpremies
op termijn
kostenvergoedingen
Beëindigingsuitkeringen
Onbezol-digd
2012 R. van Netten
Secretaris
1-1-2005-heden
H.J.J. Lenferink
Lid Dage-lijks
26-5-2010--
36 uur
€ 92.761
€0
€0
€ 15.443
€0
€0
€ 40
€ 16.183
€0
Onbezol-digd
2013 R. van Netten H.J.J. Lenferink
Secretaris Lid Dage-lijks Lid Dagelijks H.J.J. Lenferink Bestuur Lid Dagelijks J. Wienen Bestuur Lid Dagelijks M. Vissers Bestuur C.J.M.W. Lid Dagelijks Wassenaar Bestuur Lid Dagelijks R.A. van Gelderen Bestuur J.B. uit den Lid Dagelijks Bogaard Bestuur Lid Dagelijks T.P.J. Bruinsma Bestuur Lid Dage-lijks H.B. Eenhoorn Bestuur Lid Dage-lijks L.A.W. de Lange Bestuur
1-1-2005-heden 26-5-2010-26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 27-3-2013-heden 26-5-2010-heden 27-3-2013-heden 26-5-2010-heden
Lid Algemeen M.H. du Chatinier Bestuur Lid Algemeen T. Hoekstra Bestuur Lid Algemeen G. van As Bestuur Lid Algemeen W.N. Roest Bestuur Lid Algemeen R. Vrugt Bestuur Lid Algemeen M. Kottenhagen Bestuur Lid Algemeen R. de Vries Bestuur Lid Algemeen M.J.S. Vorenkamp Bestuur Lid Algemeen P. Heijkoop Bestuur Lid Algemeen J. Broekhuis Bestuur Lid Algemeen I. ten Hage Bestuur Lid Algemeen A. Th. van Rijnberk Bestuur Lid Algemeen G. Kleijheeg Bestuur K.M. van der Velde- Lid Algemeen Menting Bestuur Lid Algemeen C. Malin Bestuur K.A.M. van der Lid Algemeen Kaaden-van Klink Bestuur Lid Algemeen D.C.W. Binnendijk Bestuur Lid Algemeen M.W.Ch. Udo Bestuur Lid Algemeen I.G. Mostert Bestuur Lid Algemeen W. van Duijn Bestuur M.A.C. van Lid Algemeen Dongen Bestuur M.J. van Gruting- Lid Algemeen Wijnhold Bestuur Lid Algemeen D.J.G. Sloos Bestuur Lid Algemeen A.R. Bonestroo Bestuur Lid Algemeen W. van Peijpe Bestuur Lid Algemeen T.G. Scheffer Bestuur Lid Algemeen L. Rademaker Bestuur Lid Algemeen P.J.R. Kos Bestuur
26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden 26-5-2010-heden
5-3-2014--heden 26-5-2010--1-12014 26-5-2010--27-32013
36 uur
€ 92.906 Onbezol-digd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd
Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd Onbezoldigd
Pagina 114
Jaar beëindiging Motivering
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Pagina 115
Ho\\and
f)' RiJ·. nrand ,''1'1
,
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
···�
3. SISA-BIJLAGE VERANTWOORDINGSINFORMATIE
I
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrclaries
Si Sa bijlage verantwoordingsinformatie
2013 op grond van artike13 van de Regeling informatieverstrekking sisa
IN I&M
E7 2 B
Brede doeluitkering verkeer en vervoer Si Sa tussen medeoverheden
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Besteding Gaar 1) ten laste van provinciale middelen
DIC
A
T
O
RE N
Overige bestedingen (jaarT)
Correctie ten opzichte van Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde
tot jaar T verantwoorde
bestedingen ten laste van
overige bestedingen
provinciale middelen
Provinciale beschikking en/of verordening
Indien de correctie een
Indien de correctie een
vermeerdering van
vermeerdering van
Gemeenten en
bestedingen betreft, mag
bestedingen betreft, mag
Gemeenschappelijke
het alleen gaan over nog
het alleen gaan over nog
Regelingen
niet eerder verantwoorde
niet eerder verantwoorde
bestedingen Aard controle n.vr.
lndicatornummer :
1
E278101
U42 585
PZH-2010-238972269
€ 121.212
€76.942
€ 300.000
€ 54.023
€45.000
€72.994
Aard con
n
troJe .v.r
Cumulatieve besteding ten laste ''llln provinciale middelen tot en met (jaar T)
Cumulatieve overige Toelichting bestedingen tot en met GaarT)
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van dH juistheid en volledigheid van dH verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t.
IIW!Catornummer: E27B/07
Aard controle n.v.r.
lnd1catornummer: E27BI08
1 PZH-201 0-238972269 2 PZH-2013-375282022
€1.3n.755
€481.802
€121.212
€76.942
3 PZH-2012-361329172
€300.000
E 54.023
4 PZH-2013-369650763
<0 45.000
R
fndicatornummer: E27810-'
€72.994
Eindverantwoording Ja/Nee
Als u kiest voor 'ja', betekent dit dat het project is afgerond en u voor de komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Aard controle n.v.t.
fndi catornummer :
Aard controle n.v.t.
lndicatornummer:E278/ 10
E278109
Ja Ja Ja Ja
��---·---t---+---+--1 Hieronder per regel één Besteding (jaarT) gemeente(code) selecteren en participatiebudget in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
(WPB) deel openbaar lichaa�
Aard controle
R
��-------�---+---+---�
lnd1catornummer: E278106
Wet participatiebudget
bestedingen Aard controle
fndicatomummer; E278!04
< 171133
3 PZH-2012-361329172
10
R
lndicatornummer. E278103
4 PZH-2013-369650763
Kopie beschikkingsnummer
G5B
Aard controle
R
2 PZH-2013-375282022
10
SZW
Aard controle
lndicatornummer: E278102
0 2 13
Wet participatiebudget
WaaiVan besteding (jaarT) van Baten (jaarT) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc's
Besteding (jaarT) Regelluw Dit onderdeel is uitls!uitend van toepassing indien in (jaarT-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk zijn gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk
(WPB) Openbaar lichaam
o.g.v. Wgr jSiSa tussen medeoverheden) Hel openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het deel van de regeling dat in ijaar T) door het
Aard controle n.Y.t.
openbaar lichaam is
fndicatornummer: G58101
uitgevoerd.
1 0484 Alphen Aan Den Ri·n
Aard controie
lndicat ornumm er :
R
G!"!B I 02
c 203.466,00
Aa rd contr o le R lndicatornummer: G58I03
Aard controle
Aard controle
R
lndicatornummer: G58104
{: 41.275,00
€0
{: 60.153,00
c 60.153,00
€0
c 173.530,00
c 173.530,00
<0
{: 448.988,00
c 448.988,00
€0
€ 92.658,00
€ 92.658,00
€0
€ 67.699,00
c 67.699,00
c 37.572,00
€ 37.572,00
€0
9 0575 Noordwïk
€ 52.686,00
€ 52.686,00
€0
10 0576 Noordwi"kerhout
c 24.617,00
t: 24.617,00
€0
11 0579 Oeastaeest
€ 23.065,00
c 23.065,00
€0
12 1672 Rlnwoude
c 28.054,00
€ 28.054,00
<0
13 1525
c 83.701,00
{: 83,701,00
€0
c 143.631,00
c 143.631,00
€0
€ 13.323,00
c 13.323,00
2 0534 Hilleaom
3 1884 Kaagen Braassem 4 0537 Katwïk
5 0546 Leiden
6 0547 Leiderdorp) 7 0553 Lisse
8 0569 Nieuwkoop)
e lingen 14 0626 (Voorschoten 15 0638 Zoeterwoude
R
lndicatornummer: G!"!B IO-'
Aard contle R ro lndicatomummer: G!58I06
c 203.466,00
c 41.275,00
���------t-- -----+---+---��--� �� �------t-- -----+---+---��--�
1 00
Pagina 116
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
4. BESLUIT Het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland; gezien de rekening van lasten en baten van het samenwerkingsorgaan over het jaar 2013; gelet op artikel 197 en volgende van de gemeentewet; besluit: a.
het bedrag van lasten en baten van die rekening vast te stellen als volgt: de LASTEN op:……………………………………… € 12.494.424 de BATEN op:……………………………………….. € 12.494.424
b.
het rekeningresultaat ad. € 463.297 als volgt te bestemmen: Voordelig resultaat na tussentijdse resultaatbestemming en voor onttrekkingen aan en stortingen in reserves bedraagt: Onttrekking aan reserves Totaal onttrekkingen:
€ 90.582
Stortingen in reserves Totaal stortingen:
€
Saldo mutaties in reserves:
463.297
0 €
Voordelig resultaat af te rekenen met de gemeenten: (rekening houdend met de in rekening gebrachte voorschotten) c.
€
€
90.582 553.879
de toelichting bij de jaarrekening 2013 vast te stellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland, gehouden op 26 juni 2014 de secretaris,
de voorzitter,
R. van Netten
H.J.J. Lenferink
Pagina 117
'\' Ho\ a
�tRijn lan d nd':\'''f' · ·
�·
.... .... � •...
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
•·
5. CONTROLEVERKLARING
Deloitte.
DeloltteAccountants B.V. O�ypleln 10 1043 OP Ams1erdam Postbus 58110 1040 HC Ams1erdam Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9739 www.deloitte.ni
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in de jaarstukken op pagina 84 tot en met 116 opgenomen) jaarrekening 2013 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnla nd te Leiden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de programrnarekening over 2013 met de toelichtingen, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage.
Verantwoordelijkheid
van
het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording pro vincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing
Wet normeri n g bezoldiging topfu nctionari ssen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven, en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting, en met de relevante wet- en regelgeving waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling en het Controleprotocol WNT van de B e le idsre gels toepassing WNT. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarre kening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Deloitle Acc ountants B.V. is ingeschreven In het handelsf09ÎSter van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
Memberof Detoitte Touche Tohmatsu Limitoei
3113599660/20187/02/ac
Pagina 118
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Pagina 119
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Pagina 120
BMO
MBC
Secretaris
RuAg
SoAg
Leerplicht
RMC/Jongerenlo ket
RMC
448.765 23.700 187.580
739.286 41.825 63.706 185.110
173.912 10.786 74.630
1.191.719 24.806 27.225 2.352 579.590
554.093 12.339 285.720
973.033 67.402 32.895 304.810
361.431 10.040 23.769 132.250
241.039 62.623 78.220
Totale Lasten
908.827
660.045
1.029.927
259.328
1.825.692
852.152
1.378.140
527.490
381.882
Baten I00 I32 I34
Saldo kostenplaatsen Huuropbrengsten Diverse ontvangsten
-5 -17.788 -754
18.645 -0
3.384 -16.081
2 -0
-12.792 -0
36.443 -9.105
-68.097 -30.283
-25.838 -13.392
46.928 -0
I62 I62 I62 I62 I62 I62 I62 I62 I62 I62 I62 I62
BMO MBC Secretaris RuAg SoAg Leerplicht RMC/Jongerenloket RMC Prod. BMO Prod. MBC Prod. RuAg Prod. SoAg
-89.710 -185.110 -29.900 -228.620 -110.500 -145.780 -63.250 -37.410 -
-12.110 -101.570 -54.680 -398.800 -1.850 -14.780 -94.900
-97.870 -32.620 -249.400 -120.540 -159.030 -69.000 -40.810 -44.470 -139.710 -51.530 -12.250
-259.330 -
-144.430 -6.470 -1.658.280 -3.720
-81.260 -4.010 -794.220
-11.630 -1.268.130
-488.260
-428.810
-908.827
-660.045
-1.029.927
-259.328
-1.825.692
-852.152
-1.378.140
-527.490
-381.882
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Pagina 121
11.634 813.914 83.279 -
Totale Baten
Saldo kostenplaatsen Salariskosten (staat model B kapitaallasten Inhuur Aankoop kantoormachines Diverse uitgaven (A) Kapitaallasten
Algemene kostenplaats
6. BIJLAGEN
Lasten U00 U10 U20 U30 U33 U34 U61 U62
Omschrijving
6.1 Kostenverdeelstaat
Eco.cat
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
6.2 Kosten Woonruimteverdeling Bijdrage gemeenten Gemeente Inwoners Kaag & Braassem Hillegom Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Totaal
op basis van bovenstaande berekeningen Urgentie bezwarencie beleidscie totaal 389.188 181.548 35.340 606.076
25.711 20.866 62.693 119.746 26.743 22.399 25.667 15.734 23.134 35.794 24.651 8.122
24.331 19.746 59.328 113.319 25.308 21.197 24.289 14.890 21.892 33.873 23.328 7.686
14.024 11.382
411.260
389.188
12.619
2.209 1.793 5.387 10.290 2.298 1.925 2.206 1.352 1.988
37.890 30.750 92.391 176.470 39.411 33.010 37.826 23.187 34.093
19.524 13.446 4.430
3.076 2.118 698
52.750 36.328 11.969
181.547
35.340
606.075
65.317 14.587 12.218 14.000
6.3 Bijdrage gemeenten op basis van leerlingenaantallen Bijdrage gemeenten Gemeente aantal lln 5 tm 17 jaar Kaag & Braassem Hillegom Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Totaal
Bijdrage regio
RMC functie
totaal
1.160.844
107.250
1.268.094
4.145 3.098 10.635 14.354 4.332 3.450 3.577 2.495 3.917 6.316 4.044 1.273
78.066 58.347 200.298 270.341 81.588 64.977 67.369 46.990 73.772 118.955 76.164 23.976
7.213 5.391 18.505 24.977 7.538 6.003 6.224 4.341 6.816 10.990 7.037 2.215
85.279 63.738 218.803 295.314 89.126 70.980 73.593 51.331 80.588 129.945 83.201 26.191
61.636
1.160.843
107.250
1.268.093
Pagina 122
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
6.4 Overzicht Besluit Woning gebonden Subsidies
Pagina 123
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Pagina 124
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
Pagina 125
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
6.5 Overzichten inkomende en uitgaande subsidies
Pagina 126
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
6.6 Overzicht baten en lasten
Pagina 127
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
6.7 Bijdragen gemeenten per taak Omschrijving
Regionaal 15 gemeenten
Plustaak 12 gemeenten
Plustaak RBL
Plustaak Rijnstreek gemeenten
Onderdeel Ruimtelijke Ordening Monitoring UP ReginaleStructuurvisie UPStudie Integrale benadering/ RIF Bestuurlijke Platform Zuidvleugel RSB Algemeen Ruimtelijke Agenda Algemeen RuAg Algemeen Belangenbehartiging Ontwikkelingen Haarlemmermeer RO Belangenbehartiging Provinciale RSV ALK RO plannen
568.980 78.880 30.080 8.840 129.100
-
Onderdeel Wonen Wonen belangenbehartiging UP Regionale beleidsvisie wonen Verstedelijkingsafspraken Bouwregisseur Woonruimteverdeling 2012 Beleidsadvisering woonruuimteverdeling Woonruimteverdeling urgentie Reg. Commissie bezwaar en Beroep Woonruimteverdeling urgentie Rijnstreek Beheer BWS budget Uitvoering BLS RSB Wonen
239.100 37.460 47.820
Onderdeel Natuur en Landschap N&L Belangenbehartiging Milieuoverleg Groenprogramma Gebiedsuitbreiding Regionaal Groenprogramma LPB D&B Proviciaal Landschap LOP Groene Hart/Woerdens Beraad Zuidvleugel Zichtbaar Groener
308.310 51.670 4.090 128.380 4.250 12.080 15.100 46.070 34.080 12.590
-
-
-
308.310
238.373 13.596 8.520 172.127 920 15.000 8.950 18.730 530
-
-
Onderdeel Verkeer en Vervoer V&V Belangenbehartiging Actualisatie RVVP Regionale Verkeersmilieukaart UP OV-visie Dynamische verkeersmaatregelen Rijnlandroute RijnGouweLijn West Noordelijke Ontsluiting Greenport Coördinatie Brede Doeluitkeringen Verkeersveiligheid Collectief Vraagafhankelijk Vervoer FIetsbereikbaarheid OV-bereikbaarheid Auto-bereikbaarheid
755.330 85.140 4.250 26.800
25.630
-
-
780.960
660.747 117.935 3.500 51.038
25.630
Totaal
Regionaal 15 gemeenten
Plustaak 12 gemeenten
Plustaak RBL
Plustaak Rijnstreek gemeenten
300.433 36.497 440 3.090 151.610
-
-
-
300.433
268.547
570.736
-
35.340
759.757
25.043
-
238.373
69.937
-
-
686.377
94.583
-
-
-
491.764
-128.314
Rekening
Begroting -
-
568.980
240.030 17.110 19.570 11.050 26.020 4.420 3.880
Verschil
30 20.712 14.270 12.174 53.600 2.760 5.250 510.360
-
35.340
784.800
153.681 49.240 20.470
85.330 45.980
24.940 46.080 510.360
389.188 181.548 35.340
35.340
22.510
12.951
12.440
8.510 189.760 14.880 9.400 229.210 174.940
Totaal
4.360
7.970 228.915 9.500 42.510 149.519 45.500
25.630
Onderdeel Economische Zaken en Toerisme EZ Belangenbehartiging UP Bedrijventerreinenstrategie Greenport Kantorenstrategie Detailhandelstrategie REO en KBB Instandhouding ANWB-route Toerisme Waterrecreatie Actualisatie Economische Agenda / Visie Topsectorenbeleid
363.450 19.790 68.700 54.800 43.540 20.860
Onderdeel Sociale Agenda Algemeen projecten Sociale Agenda 3 decentralisaties
211.130 158.750 52.380
-
-
-
211.130
51.549 2.854 48.695
-
-
-
51.549
159.581
116.110 64.160 25.010 26.940
-
-
-
116.110
382.035 -24.632 381.477 25.190
-
-
-
382.035
-265.925
63.700
197.500
1.335.520 1.335.520
-
1.596.720
79.270
197.500
1.268.094 1.268.094
-
1.544.864
51.856
79.270 -
197.500
Onderdeel Jeugd Ketenaanpak Jeugd RAS 2009 - 2012 Ambtelijke platform jeugd Onderdeel Leerplicht & VSV Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) RMC Kwalificatieplicht Meerjarenprogramma VSV Jongerenloket Onderdeel Participatie Regionaal Arbeidsmarkt Beleid Inkoop Volwasseneneducatie Sluitende aanpak jongeren Ambtelijk platform participatie
-
-
-
363.450
491.764 30.931 112.336 40.100 15.496 30.772
25.630
123.230 32.530
57.467 42.970 10.267 151.425
63.700 197.500 246.070 151.070 70.870 5.000 19.130
-
-
-
246.070
220.954 128.564 77.750 370 14.270
-
-
-
220.954
25.116
Onderdeel Zorg Ambtelijk platform Zorg & W elzijn Maatschappelijke ondersteuning Regionale Cie Gezondheidszorg
118.850 63.110 55.740
-
-
-
118.850
161.591 40.700 120.891
-
-
-
161.591
-42.741
Onderdeel Cultuur Cultuurparticipatie AO cultuur
46.880 40.190 6.690
-
-
-
46.880
43.456 43.236 220
-
-
-
43.456
3.424
Onderdeel Bestuur Bestuurskosten Bestuursondersteuning Werkgroep Boeien en Binden Focus 2014 Communicatie Website Organisatie conferenties Ondernemingsraad
1.308.470 49.880 937.210 3.610 46.270 62.130 54.100 81.990 73.280
-
-
-
1.308.470
1.265.752 42.422 921.052 4.670 100.740 114.086 5.068 77.714
-
-
-
1.265.752
42.718
Onderdeel Middelen P & C-cyclus Liquiditeit Het nieuwe Werken Overige middelen
245.930 190.170 -243.650
-
-
-
245.930
-141.452 188.889 -93.555 1.452 -238.238
137.328
-
-
-4.124
250.054
-
-
-
6.696.660
3.908.153
931.194
Onderdeel Beheer RIF Beheer Regionaal Investeringsfonds Totaal generaal
299.410 -
-
4.592.310
733.490
1.335.520
35.340
Pagina 128
137.328 -
1.268.094
35.340
6.142.781
553.879
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
6.8 Overzicht bijdrage gemeenten per regionale taak en plustaak Inwonertal informatie CBS 01-01-2013 Leidse Regio Rijstreek Duin- en Bollenstreek
217.236 129.437 183.153 529.826
Omschrijving
Plustaak RBL
Plustaak Rijnstreek gemeenten
Totaal
Regionaal 15 gemeenten
Plustaak 12 gemeenten
Onderdeel Ruimtelijke Ordening
300.433
-
-
-
300.433
Onderdeel Wonen
153.681
570.736
-
35.340
759.757
Onderdeel Natuur en Landschap
238.373
-
-
-
238.373
Onderdeel Verkeer en Vervoer
660.747
25.630
-
-
686.377
Onderdeel Economische Zaken en Toerisme
491.764
-
-
-
491.764
51.549
-
-
-
51.549
382.035
-
-
-
382.035
79.270
197.500
1.268.094
-
1.544.864
Onderdeel Participatie
220.954
-
-
-
220.954
Onderdeel Zorg
161.591
-
-
-
161.591
Onderdeel Cultuur
43.456
-
-
-
43.456
Onderdeel Bestuur
1.265.752
-
-
-
1.265.752
Onderdeel Middelen
-141.452
137.328
-
-
-4.124
-
-
3.908.153
931.194
Rekening
Onderdeel Sociale Agenda Algemeen Onderdeel Jeugd Onderdeel Leerplicht & VSV
Onderdeel Beheer RIF Totaal generaal
Gemiddeld bedrag per inwoner
7,38
(a)
1.268.094
2,33
(b)
Leidse Regio Rijnstreek Duin- en Bollenstreek
3,08
(c)
(a + b) (a + d) (a + b + c)
Pagina 129
35.340
0,27
6.142.781
11,59
(d)
9,70 7,65 12,79
Alphen ad Rijn
Hillegom
Kaag & Braassem
Katwijk
Leiden
Leiderdorp
Lisse
Nieuwkoop
Noordwijk
72.900
20.866 20.866 20.866 20.866
25.711 25.711 14.840 14.840 14.840 10.871
62.693 62.693 62.693
119.746 119.746 119.746 119.746 119.746
26.743 26.743 26.743 26.743 26.743
22.399 22.399 22.399 22.399
27.080
25.667 25.667 25.667 25.667
Inwoners HR 15-gemeenten: bron C BS 01-01-2013 Inwoners HR 12-incl Jacobswoude: bron C BS 01-01-2013
Inwoners HR 12-excl Jacobswoude: bron C BS 01-01-2013 Inwoners HR 10-excl Jacobswoude: bron C BS 01-01-2013 Inwoners Leidse regio-gemeenten: bron C BS 01-01-2013 Inwoners RSB: bron C BS 01-01-2013
72.900
Oegstgeest
Rijnwoude
Teylingen
Voorschoten
Zoeterwoude
Totaal
23.134 23.134 23.134 23.134 23.134
18.586
35.794 35.794 35.794 35.794
24.651 24.651 24.651 24.651 24.651
8.122 8.122 8.122 8.122 8.122
529.826 411.260 400.389 321.962 217.236 129.437 183.153
27.080
20.866
Inwoners DB: bron C BS 01-01-2013
Noordwijkerhou t 15.734 15.734 15.734
62.693
18.586
22.399
25.667
15.734
35.794
PROGRAMMA RUIMTELIJKE AGENDA
41.337
11.832
14.579
35.549
67.902
15.164
12.701
20.282 11.766
116.396 67.522
25.995 15.080
21.772 12.630
6.052 38.100
14.425 8.368 2.968 7.458 33.219
60.939 0
Totaal onderdeel Ruimte en Wonen
0 0 19.903 21.145 41.048
18.185 79.124
34.734 218.652
7.757 48.832
Totaal onderdeel Natuur en Landschap
32.798
9.388
11.568
28.206
53.874
12.032
Totaal onderdeel Ruimtelijke Agenda Algemeen Woonruimteverdeling Reg commissie Bezwaar en Beroep Woonruimteverdeling Rijnstreek Overige deelprogramma Wonen
C ollectief Vraagafhankelijk Vervoer (C VV) Overig deelprogramma Mobiliteit Totaal onderdeeldeel Mobiliteit Totaal onderdeel Economische Zaken en Toerisme
0 90.914 90.914
1.336 26.022 27.358
950 32.064 33.014
4.013 78.185 82.198
7.665 149.335 157.000
1.712 33.351 35.063
14.554
8.922
13.118
24.949 14.473
15.294 0
22.487 13.045
6.497 40.899
0 0 7.394 7.855 15.249
7.445 46.867
4.564 19.858
10.077
12.184
11.548
7.079
1.434 27.934 29.368
15.355
0 33.772 33.772
1.643 32.009 33.652
1.007 19.622 20.629
20.297
13.978
4.606
300.433
34.793 20.184
23.961 13.900
7.895 4.580
6.710 42.242
0 0 5.075 5.391 10.466
10.382 65.359
7.150 45.011
2.356 14.831
389.188 181.548 35.340 153.681 759.757
10.408
8.362
16.104
11.091
3.654
238.373
1.481 28.850 30.331
10.539
0 23.179 23.179
2.291 44.639 46.930
1.578 30.742 32.320
520 10.129 10.649
25.630 660.747 686.377
19.367
23.864
58.189
111.144
24.820
20.790
25.135
23.823
14.604
21.472
17.251
33.223
22.880
7.539
491.764
106.045
116.244
283.266
608.572
135.911
113.835
101.695
130.444
71.092
117.571
69.797
181.913
125.280
41.279
2.476.704
Totaal onderdeel Sociale Agenda Algemeen
7.093
2.030
2.502
6.100
11.650
2.602
2.179
2.635
2.497
1.531
2.251
1.808
3.483
2.398
790
51.549
Totaal onderdeel Jeugd
52.565
15.046
18.539
45.206
86.343
19.283
16.151
19.526
18.507
11.345
16.681
13.402
25.810
17.775
5.856
382.035
0 0
0 7.320 85.279 3.847 96.446
0 30.925 218.803 9.380 259.108
0 59.066 295.319 17.916 372.301
0 13.192 89.126 4.001 106.319
0 11.049 70.980 3.351 85.380
0 0
0 7.761 51.331 2.354 61.446
0 11.411 80.588 3.461 95.460
0 0
4.052 4.052
0 12.661 73.593 3.840 90.094
2.781 2.781
0 17.656 129.945 5.355 152.956
0 12.160 83.201 3.688 99.049
0 4.006 26.191 1.215 31.412
0 197.500 1.268.094 79.270 1.544.864
PROGRAMMA SOCIALE AGENDA
Pagina 130
Totaal onderdeel Leerplicht en VSV
10.907 10.907
0 10.293 63.738 3.122 77.153
Totaal onderdeel Participatie
30.402
8.702
10.722
26.145
49.937
11.153
9.341
11.293
10.704
6.562
9.648
7.751
14.927
10.280
3.387
220.954
Totaal onderdeel Zorg
22.234
6.364
7.842
19.121
36.520
8.156
6.831
8.259
7.828
4.799
7.056
5.669
10.917
7.518
2.477
161.591
Jongerenloket Jongerenloket plustaak Regionaal Bureau Leerplicht Overig onderdeel Onderwijs
Totaal onderdeel C ultuur TOTAAL PROGRAMMA SOCIALE AGENDA
5.979
1.711
2.109
5.145
9.821
2.193
1.837
2.221
2.105
1.290
1.897
1.524
2.936
2.022
666
43.456
129.180
111.006
138.160
360.825
566.572
149.706
121.719
47.986
131.735
86.973
132.993
32.935
211.029
139.042
44.588
2.404.449
174.158
49.849
61.423
149.773
286.074
63.889
53.511
64.694
61.318
37.588
55.267
44.402
85.512
58.891
19.403
1.265.752
0 -19.463 -19.463
7.157 -5.571 1.586
5.090 -6.864 -1.774
21.503 -16.738 4.765
41.070 -31.969 9.101
9.172 -7.140 2.032
7.683 -5.980 1.703
0 -7.230 -7.230
8.803 -6.853 1.950
5.397 -4.201 1.196
7.935 -6.176 1.759
0 -4.962 -4.962
12.277 -9.556 2.721
8.455 -6.581 1.874
2.786 -2.168 618
PROGRAMMA BESTUUR & MIDDELEN Totaal onderdeel Bestuur Vrijval voorziening organisatie aang Overige middelen Totaal onderdeel Middelen
137.328 -141.452 -4.124
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
TOTAAL PROGRAMMA BESTUUR & MIDDELEN
154.695
51.435
59.649
154.538
295.175
65.921
55.214
57.464
63.268
38.784
57.026
39.440
88.233
60.765
20.021
1.261.628
Totaal exploitatiebegroting
557.635
268.486
314.053
798.629
1.470.320
351.538
290.768
207.145
325.447
196.849
307.590
142.172
481.175
325.087
105.888
6.142.781
557.635
268.486
314.053
798.629
1.470.320
351.538
290.768
207.145
325.447
196.849
307.590
142.172
481.175
325.087
105.888
6.142.781
430.127
368.865
1.764.337
3.076.651
571.022
409.567
585.348
378.658
400.880
731.905
572.420
164.550
9.454.330
698.613
682.918
2.562.966
4.546.971
922.560
700.335
910.795
575.507
708.470
1.213.080
897.507
270.438 15.597.111
Totaal onderdeel Beheer RIF
Bijdragen gemeenten Rekening 2013 Regionaal InvesteringsFonds Totaal generaal
557.635
207.145
142.172
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
67.663 273.760
TOTAAL PROGRAMMA RUIMTELIJKE AGENDA
6.9 Bijdragen gemeenten rekening (na bestemming)
Gemeente
J Jaarverslag Holland Rijnland 2013
6.10 Afrekenstaat (na bestemming en voorgenomen reserveringen) Gemeente Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Totaal
Voorschot
Rekening
653.940 288.100 346.610 861.480 1.576.080 378.100 316.270 242.010 348.960 212.350 327.410 167.190 517.790 344.820 115.550
557.635 268.486 314.053 798.629 1.470.320 351.538 290.768 207.145 325.447 196.849 307.590 142.172 481.175 325.087 105.888
6.696.660
6.142.781
Pagina 131
Afrekening Afrekening na 2013 voorgenomen 96.305 20.095 19.614 -2.199 32.557 5.679 62.851 -2.688 105.760 -19.422 26.562 -1.395 25.502 2.086 34.865 6.556 23.513 -3.319 15.501 -947 19.820 -4.364 25.018 5.588 36.615 -804 19.733 -6.037 9.662 1.171 553.879
0
Deloitte.
Deloitte Accountants B.V. Orlyplein 10 1043 OP Amsterdam Postbus 58110 1040 HG Amsterdam Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9739 www.deloitte.nI
Controleverkiaring van de onafhankelijke accountant Aan: het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland Verkiaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in de j aarstukken op pagina 84 tot en met 116 opgenomen) j aarrekening 2013 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland te Leiden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de programmarekening over 2013 met de toelichtingen, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondsiagen voor financiële versiaggeving en andere toelichtingen, aismede de SiSa-bijiage. Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), aismede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven, en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting, en met de relevante wet- en regelgeving waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling en het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevoig van fraude of fouten.
Deloitte Accountants B.V. is ingeschreven in het handeisregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
3113599660/20187/02/ac
Deloitte.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over dejaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (B ado) en het op 31 oktober 2012 door het algemeen bestuur vastgestelde Controleprotocol voor de accountantscontrole op de j aarrekening 2013 en de B eleidsregels toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de j aarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn athankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat dejaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevoig van fraude of fouten. B ij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, aismede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondsiagen voor financiële versiaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, aismede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De financiële rechtmatigheidscriteria zijn met het normenkader ter kennisgeving aangeboden aan het algemeen bestuur op 24 april 2014 en de operationalisering van het normenkader voor rechtmatigheid in de beheersorganisatie van de gemeenschappelijke regeling. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door het algemeen bestuur bij besluit van 31 oktober 2012 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
3113599660/20187/02/ac
Deloitte.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten aismede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling en het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. Verkiaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder de Gemeentewet vermelden wij dat hetjaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de j aarrekening. Amsterdam, 5 juni 2014 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. M.E. Dubbelman RA
3113599660/20187/02/ac
Het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland; gelet op het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 10 april 2014 inzake een tweetal reserveringen; besluit: naar aanleiding van bovengenoemd voorstel de programmabegroting voor het jaar 2014 als volgt te wijzigen: Lasten: Programma Bestuur & Middelen Functie 980
verhoging
€
553.879
Baten: Reservering mobiliteitskosten Reservering frictie- en transitiekosten
verhoging verhoging
€ €
120.000 433.879
Aldus besloten in de openbare vergadering op 25 juni 2014
Het Algemeen Bestuur Holland Rijnland, de secretaris,
de voorzitter,
R.M. van Netten
drs. H.J.J. Lenferink
�) A nd a l n " " R ' • "'{.,. !! \ d n a \\ '{ tto
.
��··· n4•••4 •·· 4• R•
CONTROLEVERORDENING SAMENWERKINGSORGAAN HOLLAND RIJNLAND 2011 1 januari 2011
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Tel. 071
-
523 90 90
Fax. 071
-
523 90 99
[email protected] www. holla ndrijnland. net
_--- � .-.:=.- --
- ..
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011
CONTROLEVERORDENING SAMENWERKINGSORGAAN HOLLAND RIJNLAND
(DE VERORDENING EX ARTIKEL 213 VAN DE GEMEENTEWET)
Wettechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van het samenwerkings orgaan Holland Rijn la nd 2011
Citeertitel
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland2011 (Verordening ex artikel213 gemeentewet)
Vastgesteld door
Algemeen Bestuur Holland Rijnland financiën
Onderwerp Eigen onderwerp
geen
Opmerking m.b.t. de regeling Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd • • •
Artikel213 Gemeentewet Besluit accountantscontrole decentrale overheden Artikel28 Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Datum inwerkingtreding
1 januari2012
1 januari 2011
Terugwerkende kracht t/m
1 januari2011
Datum uitwerkingtreding
Betreft
n.v.t.
Nieuwe regeling
Datum ondertekening Bron bekendmaking
Kenmerk voorstel
Pagina 1 van 13
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder: accountant a. een door het algemeen bestuur benoemde: • •
•
registeraccountant of accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregis ter als bedoeld in het derde lid van artikel 36, Wet op de Accountant Administratieconsulenten of organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwer ken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.
accountantscontrole b. de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door het algemeen bestuur benoemde accountant van: •
het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en
•
de grootte en samenstelling van het vermogen; het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;
•
het In overeenstemming zijn van de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarre kening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoelt in artikel 186 Gemeentewet;
•
de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;
waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen. c. rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit ac countantscontrole decentrale overheden. qoedkeurinqstolerantie d. De goedkeuringstolerantie is het bedrag dat de som van fouten in de jaarrekening of onzeker heden in de controle aangeeft, die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers kan worden beïnvloed. rapporterinqstolerantie e. De rapporteringtolerantie(s) is een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de bedragen voort vloeiend uit de goedkeuringstolerantie. Bij overschrijding van dit bedrag vindt rapportering plaats in het verslag van bevindingen. Een lagere rapporteringstolerantie leidt in beginsel niet tot aanvullende controlewerkzaamheden, maar wel tot een uitgebreidere rapportage van be vindingen. De rapporteringstolerantie kan worden vastgesteld op een percentage, bijvoor beeld 80%, van de goedkeuringstolerantie of op een maatschappelijk relevant geacht abso-
1 januari 2011
Pagina 2 van 1 3
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Ri jnland 2011
fuut bedrag. De rapporteringtoleranties kunnen zich verder toespitsen op die elementen die het bestuur specifiek nader terug wil zien, zonder dat dit de controletoleranties zelf beïnvloedt f. deelverantwoording een In opdracht van het algemeen bestuur ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen het samenwerkingsorgaan, welke verantwoording onderdeel uit maakt van de jaarrekening.
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
1.
De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door het algemeen bestuur te benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van 4 jaar.
2. 3.
Het dagelijks bestuur bereidt in overleg met het algemeen bestuur de aanbesteding van de accountantscontrole voor. Het algemeen bestuur stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het pro gramma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse ac countantscontrole opgenomen: a.
de toe te passen goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties) bij de controle van de jaarrekening;
b.
de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen omvangsbases en goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties);
c. d.
de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen; de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;
e.
de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering
f.
en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar: de posten van de jaarrekening en deelverantwoordingen met bijbehorende afwij kende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden;
g.
de producten en of organisatieonderdelen met bijbehorende afwijkende rapporte ringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.
4.
In afwijking van het gestelde in lid 3, letters f en g kan het algemeen bestuur in het programma van eisen opnemen, dat het algemeen bestuur jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant vaststelt de posten van de jaar rekening, de posten van de deelverantwoordingen, producten en organisatieonderde len, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden en
5.
welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren. De te hanteren goedkeurings- en rapportagetoleranties zijn als volgt:
Goedkeuringstolerantie Fouten in de jaarrekening(%lasten) Onzekerheden in de controle (%lasten)
Goedkeurend �1%
Beperking >1%<3%
Oordeelonthouding -
:53%
>3%<10%
� 10%
Afkeurend �3% -
Voor de rapporteringstolerantie stelt het Algemeen Bestuur als maatstaf dat de accountant elke ongecorrigeerde fout of onzekerheid � € 25.000 rapporteert.
1 januari 2011
Pagina 3 van 13
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011
Artikel 3. Informatieverstrekking door het dagelijks bestuur
1.
Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.
2.
3.
Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen/ nota'sr besluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen1 overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn. Bij de jaarrekening bevestigt het dagelijks bestuur schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.
4.
5.
Het dagelijks bestuur overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de controle verklaring en het verslag van bevindingen voor uiterlijk 1 juli aan het algemeen be stuur. Alle informatie die na afgifte van de controleverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in het algemeen bestuur beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het dagelijks bestuur aan het al gemeen bestuur en de accountant gemeld.
Artikel 4. Inrichting accountantscontrole
1.
De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.
2.
De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder
3.
voorafgaande kennisgeving uitvoeren. Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt perio diek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en de (concern-)controller en de coördinator financiën en indien noodzakelijk tussen (een vertegenwoordiger uit) het algemeen bestuur, de portefeuillehouder financiën en de secretaris van het samen werkingsorgaan.
Artikel 5. Toegang tot informatie
1.
De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen1 waardepapieren en voor raden en het inzien van alle boeken1 notulen1 brieven1 computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het dage lijks bestuur draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn contro lewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren/ magazijnen,
2.
werkplaatsen/ terreinen en informatiedragers van het samenwerkingsorgaan. De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlich tingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.
3.
Het dagelijks bestuur draagt er zorg voorr dat alle organisatie-eenheden van het sa menwerkingsorgaan zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat
1 januari 2011
Pagina 4 van 13
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Ri jnland 2011
de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige tot standkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie. Artikel 6. Overige controles en opdrachten
1.
Het dagelijks bestuur kan de door het algemeen bestuur benoemde accountant op dracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijk heid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het dagelijks bestuur infor meert het algemeen bestuur vooraf over deze aan de accountant te verstrekken op drachten.
2.
Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het dagelijks bestuur is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uit
3.
keringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het algemeen bestuur benoemde accountant, indien dit in het belang van het samenwerkingsorgaan is. Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belasting dienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde contro le-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het dagelijks bestuur bevoegd hiervoor de opdracht verlenen aan een andere dan de door het algemeen bestuur benoemde accountant, indien dit in het be lang van het samenwerkingsorgaan is.
Artikel 7. Rapportering
1.
Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan het algemeen bestuur en zendt een afschrift hiervan aan het dagelijks bestuur.
2.
In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de ac countant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijn bevindin gen van niet van bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, het hoofd van de dienst waar de ambtenaar werkzaam is, de (concern-)controller en het hoofd financiën dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.
3.
De controleverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan het algemeen bestuur door de accountant aan het dagelijks bestuur voorgelegd met de mogelijkheid voor het dagelijks bestuur om op deze stukken te reageren.
4.
De accountant bespreekt, indien daar behoefte aan is, voorafgaand aan het algemeen bestuursbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen met (een voor dit doel door het algemeen bestuur ingestelde vertegenwoordiging van) het algemeen bestuur.
Artikel 8. Intrekking oude regeling
De Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland vastgesteld door het Alge meen Bestuur op 14 december 2004, wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.
1 januari 2011
Pagina 5 van 13
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011
Artikel 9. Inwerkingtreding Deze verordening treedt, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011 met dien verstande dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoor dingen) van het verslagjaar 2011 en later, in werking op 1 januari 2012.
Artikel 10. Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als "Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van het samenwer kingsorgaan Holland Rijnland op 14 december 2011
de voor:7ittec,
t
R. v' n Netten
1 januari 2011
IFU.J� Lenferink
Pagina 6 van 13
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rij nland 2011
Toelichting oo de artikelen
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
Na afloop van ieder begrotingsjaar moet het dagelijks bestuur verantwoording afleggen aan het algemeen bestuur over het gevoerde bestuur door overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag (artikel 197, lid 1 Gemeentewet). Voor het overleggen van deze stukken aan het algemeen bestuur moeten de jaarrekening door een bevoegd accountant zijn gecontroleerd (artikel 197, lid 2 Gemeentewet). De accountant controleert de jaarrekening in opdracht van het algemeen bestuur. Het is dan ook het algemeen bestuur, die de accountant aanwijst (arti kel 213, lid 2 Gemeentewet). Het algemeen bestuur is echter niet het bestuursorgaan, dat de overeenkomst met de accountant ondertekent. Het is de voorzitter, die de overeenkomst voor de accountantscontrole met de accountant moet sluiten. De voorzitter vertegenwoordigt het samenwerkingsorgaan in en buiten rechte, luidt het derde lid van artikel 21 Gemeenschappe lijke regeling Holland Rijnland. Een bevoegd accountant voor de controle van de jaarrekening is een registeraccountant, een accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als be doeld in het derde lid van artikel 36 Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of een organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken. Het zevende lid van artikel 213 Gemeentewet zegt, dat de bevoegde accountant in gemeentelijke dienst kan worden aangesteld. Wel dient dan de benoeming, schorsing en het ontslag van de accountant door het algemeen bestuur te geschieden. Artikel 2 van de verordening regelt de opdrachtverlening van de accountantscontrole van de jaarrekening. Het eerste lid legt de periode van de verbintenis met de accountant voor de controle van de jaarrekening vast. Het tweede lid regelt dat het dagelijks bestuur verant woordelijk is voor de uitvoering van de aanbesteding van de accountantscontrole van de jaar rekening. De periode van de verbintenis met de accountant uit het eerste lid impliceert niet dat daarna van accountant wordt gewisseld. De accountant maakt bij de nieuwe aanbesteding wederom kans op de opdracht. Een algemeen bestuur die per periode wil wisselen van contro lerend accountant zal hierbij met de aanbesteding rekening moeten houden, door de controle rend accountant van de afgelopen periode uit te sluiten. Voor de accountantscontrole geldt het Besluit accountantscontrole decentrale overheden dat krachtens het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet door de minister is vastgesteld. Het Besluit accountantscontrole decentrale overheden bevat onder andere regels voor de om vangsbasis en goedkeuringstoleranties voor de controleverklaring en de rapporteringstoleran tles voor het verslag van bevindingen. In het hierna opgenomen schema zijn de goedkeuringstolerantie en de rapporteringtoleran tie(s) opgenomen zoals door de het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling zijn vastgesteld.
Goedkeuringstolerantie Fouten in de jaarrekening(%lasten) Onzekerheden in de controle (%lasten)
Goedkeurend �1%
Beperking >1%<3%
Oordeelonthouding Afkeurend :;:::3%
�3%
>3%<10%
:;::: 10%
-
-
Voor de rapporteringstolerantie stelt het Algemeen Bestuur als maatstaf dat de accountant elke ongecorrigeerde fout of onzekerheid :;::: € 25.000 rapporteert.
1 januari 2011
Pagina 7 van 13
':\lC> tRijnland \'{r
Holtand
.., .. , 4• �... � ....
.... .. ot•d ..
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011
Voor de begrippen goedkeuringstolerantie en rapporteringstolerantie en de mogelijkheden die het algemeen bestuur daarmee heeft wordt hier verwezen naar het onderdeel Inleiding in dit hoofdstuk. In het derde lid van artikel 2 wordt invulling gegeven aan het gebruik van de mo gelijkheden van het algemeen bestuur met betrekking tot de nadere bepaling van de toleran ties. Ze moeten al bij de aanbesteding van de accountantscontrole worden bepaald en zo doende worden opgenomen in het programma van eisen. Een aanscherping van de eisen door het algemeen bestuur zal in veel gevallen leiden tot een hogere prijsstelling door de accoun tant(s). Daarnaast zijn onder dit lid aanvullende zaken opgenomen over eisen die het alge meen bestuur kan stellen aan de werkzaamheden van de accountant, zoals aanvullende in richtingseisen voor het verslag van bevindingen en aanvullende extra rapportages en contro les. Als blijkt dat de gerealiseerde lasten zoals weergegeven in de jaarrekening hoger zijn dan de geraamde bedragen met inbegrip van de laatste begrotingswijziging, is- voor zover het de begratingsoverschrijdingen betreft - mogelijk sprake van onrechtmatige uitgaven. De over schrijding kan namelijk in strijd zijn met het budgetrecht van het Algemeen Bestuur Voor de afsluitende oordeelsvorming is van belang in hoeverre de begratingsoverschrijding past bin nen het door het algemeen bestuur geformuleerde beleid en/of wordt gecompenseerd door aan de lasten gerelateerde hogere inkomsten. Het bepalen àf respectievelijk welke begra tingsoverschrijdingen al dan niet verwijtbaar zijn, is voorbehouden aan het Algemeen Be stuur. Overigens werken begratingsonrechtmatigheden niet door naar het accountantsoor deeL Eventuele materiële begratingsafwijkingen zullen daarom niet in de accountantsverkla ring vermeld worden, maar wel in het verslag van bevindingen worden gerapporteerd.
Conform het Programma van Eisen valt onder de accountantscontrole de controle op de ge trouwheid van de gemeenterekening, op de rechtmatigheid van baten, lasten en balansmuta ties, op de overeenstemming met bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, alsmede op de inrichting van het financiële beheer en de financiële organisatie. De controlewerkzaamheden betreffen derhalve ook de administratieve organisatie en (verbij zonderde) interne controle. Als referentiekader gelden hierbij de (Gemeente)wet, het Besluit Begroting en Verantwoording, het Besluit Accountantscontrole decentrale overheden , richtlij nen in het kader van de single audit, wettelijke regelingen, controleprotocollen van de diverse departementen, besluiten, verordeningen, gemeentelijke voorschriften en richtlijnen van Hal land Rijnland. Mogelijk zal het algemeen bestuur de onderdelen van de jaarrekening, de onderdelen van deelverantwoordingen en organisatieonderdelen van het samenwerkingsorgaan jaar op jaar willen vaststellen. Dit daar het algemeen bestuur dan rekening kan houden met gewijzigde politieke omstandigheden. Hierin voorziet het vierde lid van artikel 2. Het is raadzaam om ook hierover bepalingen in het programma van eisen bij de aanbesteding en opdrachtverlening op te nemen. Het is mogelijk dat het bedrag dat is gemoeid met de accountantscontrole van de jaarreke ning zo hoog is, dat de accountantscontrole Europees moet worden aanbesteed. Dit hangt natuurlijk ook af van de contractsduur, die met de accountant wordt aangegaan. Bij een lan gere contractsduur zal de prijs van het contract eveneens hoger zijn. Bij Europese aanbeste ding zijn het de selectiecriteria en de bijbehorende wegingsfactoren, die uiteindelijk de selec tie van de accountant voor de controle van jaarrekening bepalen. Het algemeen bestuur is het bestuursorgaan, dat de accountant aanwijst en dat dus de selectiecriteria en de bijbehorende wegingsfactoren moet vaststellen.
1 januari 2011
Pagina 8 van 13
Ho'''\an
d
'A ê'IR1•1·nrand ,,
''I
......
4'" ' ... ••·· . < R••
,
......
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011
Artikel 3. Informatieverstrekking door het dagelijks bestuur
In de nieuwe gedualiseerde verhoudingen Is het dagelijks bestuur verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening en het jaarverslag. Ten opzichte van het algemeen bestuur is het dagelijks bestuur ook verantwoordelijk voor de samenstelling van eventuele door het algemeen bestuur geëiste deelverantwoordingen. Artikel 3 van de verordening regelt de ver plichtingen van het dagelijks bestuur voor de verstrekking van de achterliggende informatie aan de accountant. Voor de controle van de jaarrekening doet de accountant onderzoek naar de achterliggende bescheiden. Het tweede lid draagt aan het dagelijks bestuur op deze achterliggende beschei den goed toegankelijk ter inzage aan de accountant beschikbaar te stellen. Het derde lid is een optioneel lid. Het verplicht het dagelijks bestuur een verklaring af te ge ven aan de accountant, waarin het dagelijks bestuur verklaart geen informatie die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening, te hebben achtergehouden. De verklaring wordt ook wel een LOR (Letter Of Representation) genoemd. Hoewel het een algemeen gebruik is, is het geen wettelijke verplichting, dat het dagelijks bestuur een dergelijke verklaring verstrekt. In het vierde lid wordt een uiterlijke datum aan het dagelijks bestuur gesteld voor de overleg ging van de gecontroleerde jaarrekening aan het algemeen bestuur. De jaarrekening moet namelijk binnen twee weken na vaststelling, maar in elk geval voor 15 juli worden toegezon den aan gedeputeerde staten (artikel 34 Wet gemeenschappelijke regelingen). Voor deze da tum, 1 juli, moet de jaarrekening door het algemeen bestuur zijn behandelt en moet een eventuele erop volgende indemniteitsprocedure (artikel 198 Gemeentewet) zijn doorlopen en de jaarrekening wel of niet zijn vastgesteld. De accountant verzendt de controleverklaring en het verslag van bevindingen rechtstreeks aan het algemeen bestuur. Het tweede lid van artikel 197 Gemeentewet bepaalt echter, dat het dagelijks bestuur bij de overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag aan het alge meen bestuur daarbij moet toevoegen de controleverklaring en het verslag van bevindingen. Het vijfde lid van het artikel gebiedt het dagelijks bestuur alle informatie die van invloed is op het beeld van de jaarrekening en pas na de afgifte van de controleverklaring, maar voor de vaststelling van de jaarrekening door het algemeen bestuur aan het dagelijks bestuur bekend is geworden, terstond te melden aan het algemeen bestuur en de accountant. Het sluit ver rassingen tijdens het algemeen bestuursbehandeling uit.
Artikel 4. Uitvoering controle Artikel 4 van de verordening regelt de bevoegdheidsverdeling tussen de accountant en het dagelijks bestuur ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. De accountant is leidend ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. Hij mag zelfs onaangekon digd controles uitvoeren. Het dagelijks bestuur is hierin volgend. Wel moet er ter bevordering van een soepele accountantscontrole periodiek overleg worden gevoerd tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van het samenwerkingsorgaan. Ook is uitwisseling van informatie gewenst over specifieke aandachtsgebieden bij de accountantscontrole. Artikel 5. Toegang tot informatie
In het vorige artikel hebben we gezien dat de accountant leidend is voor wat betreft de inrich ting van de accountantscontrole. Om een goede controle uit te voeren moet hij echter ook onbelemmerd onderzoek kunnen doen. Artikel 5 van de verordening kent de bevoegdheid om onbelemmerd onderzoek te doen toe aan de accountant. Dit natuurlijk met in achtneming van de afspraken met het algemeen bestuur, zoals neergelegd in het programma van eisen bij de
1 januari 2011
Pagina 9 van 13
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011
aanbesteding. Het artikel legt aan het dagelijks bestuur de plicht op om er voor te zorgen, dat de accountant een onbelemmerde toegang heeft tot alle burelen van het samenwerkingsor gaan en de ambtenaren van het samenwerkingsorgaan volledig meewerken aan de accoun tantscontrole.
Artikel 6. Overige controles en opdrachten
Naast de controle van de jaarrekening zijn er meer werkzaamheden binnen het samenwer kingsorgaan die de inzet van een accountant (kunnen) vereisen. Zo eisen ministeries voor de verantwoording over de uitvoering van de medebewindstaken door gemeenten (specifieke uitkeringen) vaak een aparte controleverklaring. De aanwijzing van de accountant voor onder andere dit soort accountantscontroles is een bevoegdheid van het dagelijks bestuur. Ook kan het dagelijks bestuur besluiten om advieswerkzaamheden uit te besteden aan de door het algemeen bestuur benoemde accountant. Het betreft hier vanzelfsprekend advieswerkzaam heden die samenhangen met de natuurlijke adviesfunctie van de accountant die de onafhan kelijkheid van de accountant niet in gevaar brengen. Het eerste lid van artikel 6 van de verordening regelt hoe het dagelijks bestuur moet omgaan met de uitbesteding van "advieswerkzaamheden" zoals de verbetering van de administratieve organisatie, aan de door het algemeen bestuur benoemde accountant. Door deze werkzaam heden te gunnen aan de door het algemeen bestuur benoemde accountant kan de onafhanke lijkheid en daarmee de integriteit van de accountant ten aanzien van zijn controlewerkzaam heden voor het algemeen bestuur in het geding komen. Op de loer liggende belangenver strengeling tussen het dagelijks bestuur en accountant kan mogelijk een weerslag hebben op de kwaliteit van de controle van de jaarrekening. Hetzelfde geldt voor die gevallen waarbij de accountant bij de accountantscontrole zijn eigen werk moet controleren. Het lid bepaalt, dat het dagelijks bestuur voor advieswerkzaamheden, zoals bijvoorbeeld op het gebied van de bestuurlijke informatieverzorging of de rechtmatigheid, de door het algemeen bestuur be noemde accountant kan inschakelen. Indien het dagelijks bestuur dit voornemen heeft, dient hij het algemeen bestuur hier vooraf over te informeren. Dit biedt het algemeen bestuur de mogelijkheid om over de desbetreffende uitbesteding van werkzaamheden zijn oordeel te vormen en zijn bedenkingen aan het dagelijks bestuur kenbaar te maken. Overigens wordt de accountantswetgeving op het gebied van dit soort advieswerkzaamheden de komende jaren aangescherpt. Het tweede en het derde lid regelen, dat het dagelijks bestuur voor de overige controlewerk zaamheden in het algemeen de door het algemeen bestuur benoemde accountant inschakelt. Het dagelijks bestuur mag hiervan afwijken indien dit in het belang van het samenwerkings orgaan is. De accountant die de jaarrekening controleert, is vaak bekend met de administra ties. Daarbij kunnen controles van de jaarrekening en controles van medebewindstaken tege lijkertijd door één accountant worden uitgevoerd (single audit). Dit levert een aanzienlijke besparing op. In bepaalde gevallen is inschakeling van een andere accountant raadzaam en soms zelfs onoverkomelijk. De reden hiervoor kan van prijstechnische aard zijn, maar ook van bijvoorbeeld organisatorische aard (zo kunnen de controlewerkzaamheden gemeenschappe lijke activiteiten met een andere gemeente betreffen en de accountantscontrole hiervan door de accountant van de andere gemeente worden uitgevoerd). De verordening regelt dat het dagelijks bestuur in deze gevallen vrij is in de keuze van de accountant.
Artikel 7. Rapportering
Het derde en vierde lid van artikel 213 Gemeentewet regelt de rapportering en de Inhoud daarvan van de accountant aan het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Aanvullend daarop kan het algemeen bestuur in zijn programma van eisen bij de aanbesteding aanvul-
1 januari 2011
Pagina 10 van 13
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011
lende inhoudelijke eisen stellen, maar ook aanvullende rapporteringen van de accountant ver langen (artikel 2, lid 3, letters c & e van deze verordening). Artikel 7 regelt aanvullende zaken aangaande de rapportering op grond van de door de accountant uitgevoerde controles. Zaken die dan natuurlijk wel in het programma van eisen bij de aanbesteding moeten worden gere geld. Naast de uiteindelijke eindcontrole van de jaarrekening verricht de accountant meestal meer dere controles. Dit kunnen door het algemeen bestuur in het programma van eisen van de aanbesteding opgenomen tussentijdse controles (interim-controles) zijn. Het eerste lid van artikel 7 regelt, dat het dagelijks bestuur in elk geval bij geconstateerde afwijkingen door de accountant die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de jaarreke ning, een afschrift krijgt van de schriftelijke mededeling hierover aan het algemeen bestuur. Dit opdat het dagelijks bestuur (in overleg met het algemeen bestuur en de accountant) mo gelijk nog tijdig maatregelen tot herstel kan treffen. Het tweede lid van artikel 7 regelt, dat het management een rapportage krijgt van de door de accountant uitgevoerde (deel)controles. In deze rapportage worden kleine afwijkingen en tekortkomingen die niet leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring en niet van bestuurlijk belang zijn, aan het management meegedeeld. Het gaat hierbij om bijvoor beeld opmerkingen over (kleine) rubriceringfouten en (kleine) onvolkomenheden in de admi nistratieve organisatie, welke eenvoudig in onderling overleg met het management van het samenwerkingsorgaan kunnen worden opgelost. Het management kan op grond van de rap portage actie ondernemen voor herstel van de afwijkingen en onvolkomenheden. Voorts is in het artikel een lid opgenomen voor de procedure van hoor en wederhoor. De con stateringen in het verslag van bevindingen worden voorafgaand aan verzending van de con troleverklaring en het verslag van bevindingen aan het algemeen bestuur door de accountant besproken met het dagelijks bestuur. Het geeft het dagelijks bestuur de mogelijkheid kantte keningen te plaatsen bij de constateringen in het (concept-)verslag van bevindingen. Tot slot in het vierde lid van dit artikel opgenomen, dat de accountant zijn verslag van bevin dingen aan het algemeen bestuur mondeling toelicht.
Artikel 8. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in de plaats van de vorige op grond van artikel 213 Gemeentewet (oud) opgestelde verordening. De nieuwe verordening 213 Gemeentewet moet binnen twee weken na vaststelling door het dagelijks bestuur naar gedeputeerde staten worden verzonden (artikel 214 Gemeentewet).
Artikel 9. Citeertitel
In dit artikel wordt de naam gegeven waarmee in stukken naar deze verordening kan worden verwezen.
1 januari 2011
Pagina 11 van 13
''l
tto' a
nd''�'It) f)'IRijnland �···
"'' j .. R••
4
•••
�···� �····
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011
Bijlage 1: Inventarisatie wet- en regelgeving i.h.k.v de rechtmatigheidcontrole
In het navolgende overzicht is een inventarisatie gegeven van de in het kader van de recht matigheidcontrole relevante algemene wet- en regelgeving. Dit overzicht moet als volgt wor den gelezen: In de eerste kolom wordt een algemene omschrijving gegeven die overeenkomt met de aanduiding van programma's en/of producten. In de tweede kolom wordt een en an der nader uitgewerkt naar de specifieke activiteiten welke onder zo 'n programma/product vallen. In de kolom wetgeving extern wordt de te toetsen algemene wet- en regelgeving aan gegeven die direct een relatie heeft met het financieel beheer en de inrichting van de finan ciële organisatie van de gemeenschappelijke regeling. Het feitelijke toetsingkader voor een specifieke geldstroom moet echter veelal nog nader worden uitgewerkt. Voor subsidies van en voor derden worden bijvoorbeeld nadere subsidieregels opgesteld. De randvoorwaarden waarbinnen uitgaven (lasten) mogen worden (aan)gedaan worden onder meer ontleend aan de begroting, de financiële verordening en het delegatie en mandaatbe sluit. De eigen verordeningen met een direct financieel belang zijn uitgewerkt in de kolom wetge ving intern. Het financiële belang van de onderhavige wet- en regelgeving wordt uiteraard mede bepaald door de omvang van de geldstroom die daarmee direct is gemoeid. Daarnaast zijn echter de potentiële risico's van belang welke kunnen ontstaan wanneer relevante wet- en regelgeving niet wordt nageleefd, bijvoorbeeld op het gebied van Europese aanbesteding. Dergelijke risi co's kunnen indirect tot geldstromen gaan leiden wanneer bijvoorbeeld schadeclaims moeten worden gehonoreerd of op een onjuiste titel verkregen gelden moeten worden geretourneerd.
Programma's
S pecifieke
Wetgeving extern
activiteit Bestuur en ondersteunende pro-
Algemeen financieel middelenbeheer
Grondwet Burgerlijk Wetboek Gemeentewet Besluit Begroting en Verantwoording Wet gemeenschappeiijke regelingen Algemene Wet Bestuursrecht
Verordening ex art 212: financieel beleid, beheer en inrichting financiële organisatie Verordening ex art. 213: controle Mandaatregeling
Treasurybeheer
Wet financiering decentrale overheden Ambtenarenwet Fiscale wetgeving Sociale verzekeringswetten CAR/UWO
Treasurystatuut
EU-aanbestedingsreqels Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS)
Geen
cessen
Arbeidsvoorwaarden en personeelsbeleid
Ruimte
1 januari 2011
Regelgeving intern
Inkopen en contractbeheer Beheer BWS-budget
Verordening Woninggebonden Subsidies Holland Rijnland 2005
Pagina 12 van 13
Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011
Sociale Agenda
Verkeersveiligheid en cvv Programma Samenleving van de provincie
Volwasseneneducatie
1 januari 2011
Brede Doel Uitkering Verkeer en Vervoer Algemene Subsidieverordening provincie Zuid Holland (projectsubsidie) Wet Volwasseneneducatie
Pagina 13 van 13
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Oplegvel 1.
Onderwerp
2.
3.
Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Regionaal belang
4.
Behandelschema:
Datum: Informerend
DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad
5.
Advies PHO
6.
Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken
7.
Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat)
8.
Inspraak
Basistaak
Datum: Adviserend
Datum: Besluitvormend
10 april 2014 16 mei 2014 22 mei 2014 25 juni 2014
Vaststellen van de begroting 2015 en de meerjarenbegroting 2015-2018 De vast te stellen begroting is een beleidsarme begroting waarin de taakstelling volgens de “Strijknorm” van 5,31% is verwerkt. De intentie is om in het kader van #Kracht15 een herziene begroting 2015 aan het Algemeen Bestuur voor te leggen waarin de taakstelling van minimaal 25 % is verwerkt. De hierboven vermeldde 5,31% maakt daar onderdeel van uit. Nee Ja, door: Wanneer:
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
[email protected]
Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden
www.hollandrijnland.net
Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
BNG 28.51.13.992
9.
Financiële gevolgen
Binnen begroting Holland Rijnland is een taakstelling gerealiseerd van 5,31% en een loon- en prijscompensatie van 1.41% op basis van de “Strijk-norm”. Buiten begroting (extra bijdrage gemeenten) te weten: RIF-gelden
Structureel/incidenteel Relevante regelgeving:
10.
Bestaand Kader
Eerdere besluitvorming: 11.
Lokale context (in te vullen door griffier)
* weghalen wat niet van toepassing is
2
Adviesnota AB
Vergadering:
Algemeen Bestuur
Datum: Locatie:
25 juni 2014 Oegstgeest
Agendapunt: Onderwerp: Begroting 2015 en de meerjarenbegroting 2015-2018
Beslispunten: Vast te stellen de begroting 2015 en de meerjarenbegroting 2015-2018 van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. Inleiding: Bijgaand treft u aan de begroting van het samenwerkingorgaan Holland Rijnland voor het jaar 2015 en de meerjarenbegroting 2015-2018. Voor de opbouw van deze begroting en de toelichting hierop wordt verwezen naar de in het begrotingsboekwerk opgenomen Algemene Beschouwingen. Voorgesteld wordt deze begroting voor het jaar 2015 en de meerjarenbegroting 2015-2018 vast te stellen. Deze ontwerp-begroting is voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten met het verzoek hun gevoelen met betrekking tot de ontwerp-begroting bij voorkeur voor 12 juni 2014 schriftelijk aan ons kenbaar te maken. De tijdig binnengekomen reacties van de gemeenteraden worden tussen 16 juni en 20 juni aan de leden van het Algemeen Bestuur nagezonden. Beoogd effect: Door tijdige aanbieding van de begroting 2015 aan Gedeputeerde Staten zal Holland Rijnland ook in het jaar 2015 onder repressief toezicht blijven vallen. Argumenten: 1.0 Bestuurlijke vaststelling begroting 2015 U wordt gevraagd de ontwerp-begroting 2015 en de meerjarenbegroting 2015-2018 vast te stellen 1.1 Begroting is conform uitgangspunten Kadernota De begroting is opgesteld conform de uitgangspunten zoals opgenomen in de Kadernota die door het Algemeen Bestuur op 5 maart 2014 is vastgesteld. Door de gemeenten op de schaal van de veiligheidsregio Hollands Midden is het initiatief genomen om te komen tot gezamenlijke afspraken over de financiële kaderstelling van gemeenschappelijke regelingen binnen het gebied. Voor de uitwerking daarvan is een financieel overleg van gemeenten samengesteld. Namens dit financieel overleg van gemeenten heeft de gemeente Leiden ons per brief van 1 november 2013 het financieel kader voor de begroting 2015 voorgelegd. Over dit kader is overeenstemming bereikt met alle betrokken gemeenten. Dit uitgangspunt houdt in dat in de begroting 2015 het gemiddelde bedrag per inwoner (= totaal bijdragen gemeenten / totaal aantal inwoners) uitkomt op het bedrag voor 2015 namelijk: € 12,19.
3
Kanttekeningen/risico’s: 1.0 Kracht #15. In de loop van 2012 is door de gemeenten het traject positionering en profilering Holland Rijnland gestart (#Kracht 15). In 2014 zal de richtinggevende uitspraak van het Algemeen Bestuur worden uitgewerkt voor de organisatie. Dit heeft gevolgen voor de begroting 2015 en die zal in de loop van het jaar bijgesteld worden. 1.1 Financieel kader voor gemeenschappelijke regelingen Door de gemeenten op de schaal van de veiligheidsregio Hollands Midden is het initiatief genomen om te komen tot gezamenlijke afspraken over de financiële kaderstelling van gemeenschappelijke regelingen binnen het gebied. Voor de uitwerking daarvan is een financieel overleg van gemeenten samengesteld. Namens dit financieel overleg van gemeenten heeft de gemeente Leiden ons per brief van 1 november 2013 het financieel kader voor de begroting 2015 voorgelegd. Over dit kader is overeenstemming bereikt met alle betrokken gemeenten. De afspraken hebben betrekking op: 1. de indexering 2. de nacalculatie van de indexering 3. de indexering van lonen en prijzen in de meerjarenramingen 4. het bepalen van bezuinigingstaakstellingen voor gemeenschappelijke regelingen 5. de gemeenschappelijke regelingen waarop de kaderstelling van toepassing is. Het beoogd effect is dat alle genoemde gemeenschappelijke regelingen dezelfde uitgangspunten hanteren voor wat betreft kostenstijgingen en bezuinigingspercentages, waardoor discussies binnen elke gemeenschappelijke regeling afzonderlijk, met wellicht verschillende uitkomsten, worden voorkomen. Hiermee wordt ook voor de genoemde gemeenschappelijke regelingen eenzelfde taakstellende bezuiniging opgelegd. De uitgangspunten zijn: a. Eén voor alle gemeenschappelijke regelingen geldend indexeringspercentage voor het bepalen van de jaarlijkse prijsontwikkeling. De indexering wordt bepaald aan de hand van de publicatie van de nominale ontwikkeling (gebaseerd op het BBP uit het MEV) in de septembercirculaire van het nieuwe begrotingsjaar. Hiermee wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de ontwikkelingen van het gemeentefonds. Voor 2015 is dit 1,41%. b. Nacalculatie van het percentage vindt plaats in de loop van het begrotingsjaar. Er is voor gekozen om één nacalculatie moment te hanteren. Dit betreft de septembercirculaire over het verloop van het gemeentefonds van het betreffende begrotingsjaar. c. In de meerjarenbegroting uit te gaan van constante prijzen. De meerjarenramingen worden opgesteld op basis van gelijkblijvende (constante) prijzen. De meerderheid van de gemeenten hanteert ook deze methodiek. d. Toepassen indexering en bezuinigingstaakstelling 2015 De uitgangspunten voor 2015 zijn een loon- en prijsindexering van plus 1,41% en een bezuinigingstaakstelling van 5,31% structureel vanaf 2015. Dit betreft een uniforme taakstelling voor alle regelingen als aandeel in de neergang van het Gemeentefonds in de periode 2015 – 2018. Uitwerking.
4
Voor Holland Rijnland zijn dit werkbare uitgangspunten. Voor wat de toepassing van het indexeringspercentage en de bezuinigingstaakstelling luidt het beeld als volgt: Onderstaande tabel geeft helder weer welke financiële taakstellingen Holland Rijnland tot en met 2014 heeft gerealiseerd. In 2014 was de totale bezuiniging al bijna 11% en met de taakstelling van 2015 komt het percentage totaal op ruim 15,5% ten opzichte van de 2010
De taakstelling Om de “Financieel kader gemeenschappelijke regelingen 2015 -2018” te kunnen realiseren moest in de begroting gesneden worden. Holland Rijnland heeft de taak om gemeenschappelijke gemeenten per saldo € 266.650 minder te laten bijdragen dan volgens de primitieve begroting van 2014. De taakstelling is bij Holland Rijnland als volgt gerealiseerd. Personele lasten Projectbudget Inhuurbudget Totaal
€ 201.000 € 38.650 € 27.000 €266.650
Financiën: De begroting 2014 in cijfers Het bedrag per inwoner komt voor 2015 uit op € 12,19 gemiddeld, als volgt berekend: Primitieve begroting 2014 Bezuiniging 5,31% Nominale ontwikkeling 1,41% Toename inwoners 55 * € 12,19
€ 6.725.120 -/- € 357.100 € 89.780 € 670
Totaal begroting 2015
€ 6.458.470
Bedrag per inwoner € 6.458.470 : 529.921 inwoners = € 12,19.
Per gemeente kan de inwonerbijdrage verschillen. Deze hangt namelijk af van de taken die worden uitgevoerd. Voor alle Holland Rijnland-gemeenten geldt een basisbijdrage voor de gezamenlijke taken van € 9,84 per inwoner. De gemeenten uit de Duin- en Bollenstreek en de Leidse Regio betalen daarnaast € 0,06 per inwoner voor CVV. Zij betalen ook voor het Regionaal Bureau Leerplicht € 2,96 per inwoner, dat is € 19,80 per leerling (5-17 jarigen).
5
Concreet betekent dit per gemeente voor de inwonerbijdrage:
Alphen ad Rijn Hillegom Kaag & Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude
Inw bijdrage 2013 647.030 285.860 349.170 854.740 1.563.270 375.220 313.840 239.460 346.210 210.660 324.950 165.430 513.950 342.200 114.670
Inw bijdrage 2014 657.860 289.290 350.760 860.710 1.586.640 378.510 313.210 244.370 350.850 212.290 331.080 167.720 517.760 350.020 114.050
Inw bijdrage Saldo 2014 2015 2015 880.130 222.270 271.750 -17.540 339.240 -11.520 812.740 -47.970 1.487.250 -99.390 353.120 -25.390 293.280 -19.930 260.520 16.150 328.600 -22.250 201.660 -10.630 309.980 -21.100 -167.720 484.280 -33.480 329.460 -20.560 106.460 -7.590
Totaal
6.646.660
6.725.120
6.458.470
-266.650
NB. De Bijdrage van Alphen ad Rijn wijkt af door de herindeling en de bijdrage woonruimteverdeling en bezwaarschriften Dit leidt tot de volgende cijfers: 2013 2014 2015 Basispakket 4.542.310 4.626.800 5.215.362 pluspakket SDB/SLR 2.069.010 2.060.600 1.243.108 pluspakket Rijnstreek 35.340 37.720 0
Totaal budget
6.646.660
6.725.120
6.458.470
Communicatie: Via het reguliere besluitvormingsproces, waarin de raden de gelegenheid krijgen om alvorens het Algemeen Bestuur de begroting vaststelt hun zienswijze kenbaar te maken Bijlagen: Begroting 2015 (www.hollandrijnland.net/begroting-2015)
6
Begroting 2015 Algemeen Bestuur van 25 juni 2014
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag & Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Begroting Holland Rijnland 2015
-2-
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Inhoudsopgave Pagina
1.
Algemene beschouwingen _________________________________ - 5 Inleiding ______________________________________________________________ Aandachtspunten _______________________________________________________ De begroting 2015 in cijfers . _____________________________________________ Meerjarenbegroting _____________________________________________________ Bijdrage aan het Regionaal Investeringsfonds _________________________________ Rollen van Holland Rijnland _______________________________________________ -
2.
5 5 6 7 8 8
-
Uitgangspunten begroting 2015 ____________________________ - 9 -
Kadernota 2015 _________________________________________________ - 9 Begrotingsopzet _______________________________________________________ - 11 Uitgangspunten voor opstellen begroting ___________________________________ - 11 -
3.
Programma’s __________________________________________ - 13 -
3.1 Ruimtelijke ordening__________________________________________ - 13 Wat willen we bereiken? ________________________________________________ - 13 Wat mag het kosten ? __________________________________________________ - 14 Onderdeel Ruimtelijke Ordening __________________________________________ - 15 Onderdeel Verkeer en Vervoer ____________________________________________ - 19 Onderdeel Natuur en Landschap __________________________________________ - 23 Onderdeel Wonen ______________________________________________________ - 27 Onderdeel Economische Zaken en Toerisme _________________________________ - 31 Onderdeel Monitor _____________________________________________________ - 37
-
3.2 Sociale Agenda ______________________________________________ - 39 Wat willen we bereiken? ________________________________________________ - 39 Wat mag het kosten ? __________________________________________________ - 40 Onderdeel Jeugd ______________________________________________________ - 41 Onderdeel Leerplicht en aanpak voortijdig schoolverlaten ______________________ - 45 Onderdeel Participatie __________________________________________________ - 49 Onderdeel Zorg _______________________________________________________ - 53 Onderdeel Cultuur _____________________________________________________ - 55
-
3.3 Bestuur en Middelen __________________________________________ - 57 Wat willen we bereiken? ________________________________________________ - 57 Wat mag het kosten ? __________________________________________________ - 58 Onderdeel Positie van de regio ___________________________________________ - 59 Onderdeel Samenwerking en betrokkenheid _________________________________ - 63 Onderdeel Middelen ____________________________________________________ - 65 Onderdeel Regionaal Investeringsfonds _____________________________________ - 67
-
4.
Paragrafen ____________________________________________ - 71 Weerstandsvermogen __________________________________________________ Debiteurenbeheer _____________________________________________________ Dekking personeelskosten uit subsidiestromen derden. ________________________ Automatisering ________________________________________________________ Rentedaling __________________________________________________________ Onderhoud kapitaalgoederen _____________________________________________ Financiering __________________________________________________________ Kasgeld _____________________________________________________________ Liquiditeitenplanning ___________________________________________________ Kaslimiet ____________________________________________________________ Meerjarenprognose ____________________________________________________ -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
-3-
71 71 72 72 72 72 73 73 73 74 74
-
Begroting Holland Rijnland 2015
Bedrijfsvoering ________________________________________________________ - 75 Verbonden partijen ____________________________________________________ - 76 Btw-compensatiefonds __________________________________________________ - 77 -
5.
Meerjarenbegroting 2015 – 2018 __________________________ - 79 -
6.
Staten _______________________________________________ - 81 Overzicht van Incidentele baten en lasten ___________________________________ Bijdrage gemeenten per deelprogramma ___________________________________ Bijdrage per gemeente _________________________________________________ Kostenverdeling Woonruimteverdeling _____________________________________ Kostenverdeling Regionaal Bureau Leerplicht ________________________________ Regionaal Investerings Fonds (RIF) ________________________________________ Salarisstaat __________________________________________________________ Staat van investeringen en financiering _____________________________________ Staat van Reserves ____________________________________________________ Staat van Voorzieningen ________________________________________________ Staat van Overlopende passiva ___________________________________________ Kostenverdeelstaat ____________________________________________________ Besluit ______________________________________________________________ -
-4-
81 82 83 84 84 85 86 87 88 89 90 92 93
-
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
1. Algemene beschouwingen Inleiding Voor u ligt de begroting 2015 van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 25 juni 2014 wordt deze begroting ter vaststelling aangeboden. In de vergadering van 5 maart 2014 zijn de uitgangspunten voor deze begroting door het Algemeen Bestuur vastgesteld. In de loop van 2012 is door de gemeenten het traject positionering en profilering Holland Rijnland gestart. In 2013 heeft dat verder gestalte gekregen onder de naam #Kracht15. De 14 aangesloten gemeenten bekijken of en op welke onderwerpen er een gemeenschappelijke inspirerende agenda te vinden is om op samen te werken. Het Algemeen Bestuur heeft op 5 maart 2014 een richtinggevende uitspraak gedaan over de gewenste toekomst van Holland Rijnland. Er is nog niet bekend wat de precieze gevolgen van #Kracht15 zullen zijn voor organisatie van de samenwerking. Holland Rijnland legt de begroting 2015 voor aan het AB van 25 juni 2014. Bij het opstellen van de begroting is het daarom ook nog niet mogelijk deze gevolgen te verwerken. Het Dagelijks Bestuur heeft er daarom voor gekozen deze begroting beleidsarm op te stellen wat de uitkomsten #Kracht15 betreft. Uiteraard zal besluitvorming over de toekomstagenda leiden tot wijziging van beleid en inzet van middelen. Aandachtspunten Vaststelling Volgens wettelijk voorschrift moet de begroting van een gemeenschappelijke regeling, uiterlijk 15 juli in het voorafgaande jaar ter goedkeuring aan de provincie worden aangeboden. Verder bepaalt de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland dat de begroting minimaal acht weken voor aanbieding aan het Algemeen Bestuur, aan de deelnemende gemeenten moet worden voorgelegd. Dit houdt in dat de ontwerp-begroting 2015 medio april 2014 gereed moet zijn. SMART Bij het opstellen van deze begroting is rekening gehouden met het SMART-principe. Dat betekent dat de zogeheten drie W-vragen moeten worden beantwoord: Wat willen we bereiken, Wat gaan we ervoor doen en Wat gaat het kosten. Het principe houdt ook in dat niet op de input of het proces (inspanning) wordt gestuurd maar op de output (resultaat). Deze resultaten zijn Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden (SMART). Uitgangspunten voor de begroting 2015 zijn op 5 maart 2014 door het Algemeen bestuur vastgesteld en zijn in het volgende hoofdstuk opgenomen Door de gemeenten op de schaal van de veiligheidsregio Hollands Midden is het initiatief genomen om te komen tot gezamenlijke afspraken over de financiële kaderstelling van gemeenschappelijke regelingen binnen het gebied. Voor de uitwerking daarvan is een financieel overleg van gemeenten samengesteld. Namens dit financieel overleg van gemeenten heeft de gemeente Leiden ons per brief van 1 november 2013 het financieel kader voor de begroting 2015 voorgelegd. Over dit kader is overeenstemming bereikt met alle betrokken gemeenten. De begroting die nu voor u ligt gaat uit van de vastgestelde taakstelling. De inwonerbijdrage zal hierdoor lager uitkomen dan de bijdrage in 2014. Door het verwerken van de nullijn vanaf 2010 tot en met de taakstelling voor 2015 is een bezuiniging gerealiseerd van 15,56% effectief. Dit uitgangspunt houdt in dat in de begroting 2015 het gemiddelde bedrag per inwoner (= totaal bijdragen gemeenten / totaal aantal inwoners) € 12,19 gaat bedragen. Per individuele gemeente is het bedrag per inwoner afhankelijk van de deelname aan de taken.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
-5-
Begroting Holland Rijnland 2015
Voor de ramingen voor 2015 is het inwonertal is ten opzichte van de begroting 2014 niet gewijzigd. Vanaf 2015 wordt gebruikt gemaakt van de laatst gepubliceerde cijfers van het CBS. De begroting 2015 in cijfers . Het bedrag per inwoner komt voor 2015 uit op € 12,19 gemiddeld, als volgt berekend: Primitieve begroting 2014 Bezuiniging 5,31% Nominale ontwikkeling 1,41% Toename inwoners 55 * € 12,19
€ 6.725.120 -/- € 357.100 € 89.780 € 670
Totaal begroting 2015
€ 6.458.470
Bedrag per inwoner € 6.458.470 : 529.921 inwoners = € 12,19
Per gemeente kan de inwonerbijdrage verschillen. Deze hangt namelijk af van de taken die worden uitgevoerd. Voor alle Holland Rijnland-gemeenten geldt een basisbijdrage voor de gezamenlijke taken van € 9,84 per inwoner. De gemeenten uit de Duin- en Bollenstreek en de Leidse Regio betalen daarnaast € 0,06 per inwoner voor CVV. Zij betalen ook voor het Regionaal Bureau Leerplicht € 2,96 per inwoner, dat is € 19,80 per leerling (5-17 jarigen). Concreet betekent dit per gemeente voor de inwonerbijdrage: Inw Inw Inw bijdrage bijdrage bijdrage Saldo 2014 2013 2014 2015 2015 Alphen ad Rijn 647.030 657.860 880.130 222.270 Hillegom 285.860 289.290 271.750 -17.540 Kaag & Braassem 349.170 350.760 339.240 -11.520 Katwijk 854.740 860.710 812.740 -47.970 Leiden 1.563.270 1.586.640 1.487.250 -99.390 Leiderdorp 375.220 378.510 353.120 -25.390 Lisse 313.840 313.210 293.280 -19.930 Nieuwkoop 239.460 244.370 260.520 16.150 Noordwijk 346.210 350.850 328.600 -22.250 Noordwijkerhout 210.660 212.290 201.660 -10.630 Oegstgeest 324.950 331.080 309.980 -21.100 Rijnwoude 165.430 167.720 -167.720 Teylingen 513.950 517.760 484.280 -33.480 Voorschoten 342.200 350.020 329.460 -20.560 Zoeterwoude 114.670 114.050 106.460 -7.590
Totaal
6.646.660
6.725.120
6.458.470
-266.650
NB. De Bijdrage van Alphen ad Rijn wijkt af door de herindeling en de bijdrage woonruimteverdeling en bezwaarschriften Dit leidt tot de volgende cijfers: 2013 2014 2015 Basispakket 4.542.310 4.626.800 5.215.362 pluspakket SDB/SLR 2.069.010 2.060.600 1.243.108 pluspakket Rijnstreek 35.340 37.720 0
Totaal budget
-6-
6.646.660
6.725.120
6.458.470
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
De taakstelling Om de “Financieel kader gemeenschappelijke regelingen 2015 -2018” te kunnen realiseren moest in de begroting gesneden worden. Holland Rijnland heeft de taak om gemeenschappelijke gemeenten per saldo € 266.650 minder te laten bijdragen dan volgens de primitieve begroting van 2014. De taakstelling is bij Holland Rijnland als volgt gerealiseerd. Personele lasten Projectbudget Inhuurbudget Totaal
€ 201.000 € 38.650 € 27.000 €266.650
Meerjarenbegroting Op 15 december 2010 heeft een overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van alle colleges van de gemeenten binnen de veiligheidsregio. Doel van deze bijeenkomst was om te komen tot eenduidigheid van uitgangspunten c.q. kadernota’s voor 2012 en volgende jaren van de in deze regio bestaande gemeenschappelijke regelingen. Om dit te bewerkstelligen is een werkgroep/klankbordgroep met daarin een aantal bestuurders geformeerd. De werkgroep heeft een voorstel gedaan over de afspraken die zijn gemaakt met betrekking tot: a. het accrespercentage b. begrotingssystematiek en meerjarenplanningen c. bezuinigingspercentages. Het voorstel voor 2015 is in deze begroting verwerkt. Ook voor de langere termijn is het de bedoeling om de doelstellingen SMART weer te geven. Voor de volgende bestuursperiode wordt ook een vierjarenprogramma opgesteld. Voor de meerjarenbegroting - dat onder een apart hoofdstuk is opgenomen- is uitgegaan van de doorrekening van de begroting 2015 naar de jaren 2016 tot en met 2018. Conform de Uitgangspunten is rekening gehouden met een jaarlijkse stijging van 0.00% voor lonen en 0.00% voor prijzen en zijn de inwonertallen op het niveau van 1 januari 2013 gehouden. Dit zijn de laatst gepubliceerde cijfers van het CBS.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
-7-
Begroting Holland Rijnland 2015
Bijdrage aan het Regionaal Investeringsfonds Bijdrage per gemeente Gemeenten
Bijdrage Bijdrage Bijdrage t/m 2014 2015 t/m 2015 Alkemade 2.582.055 368.865 2.950.920 Hillegom 3.010.889 430.127 3.441.016 Katwijk 12.350.359 10.391.637 22.741.996 Leiden 21.536.564 19.449.352 40.985.916 Leiderdorp 3.997.154 1.325.996 5.323.150 Lisse 2.866.969 409.567 3.276.536 Noordwijk 4.097.436 585.348 4.682.784 Noordwijkerhout 2.650.606 378.658 3.029.264 Oegstgeest 2.806.160 400.880 3.207.040 Teylingen 5.123.335 731.905 5.855.240 Voorschoten 4.006.940 572.420 4.579.360 Zoeterwoude 1.151.850 164.550 1.316.400 Subtotaal 66.180.317 35.209.305 101.389.622 Rentecorrectie 319.683 45.669 365.352 Totaal 66.500.000 35.254.974 101.754.974 *) Na een berekeningsfout is de bijdrage van Zoeterwoude naar beneden bijgesteld waardoor **) Katwijk en Leiden dragen, conform art 1, € 8.627.300 en € 16.372.700 extra bij voor de Rijnlandroute, de overige € 12.500.000 worden door alle deelnemende gemeenten bijeen gebracht door de bijdrage met twee jaar te verlengen. Leiderdorp draagt extra bijdrage Rijnlandroute in 2015 af
Rollen van Holland Rijnland De rollen van Holland Rijnland zijn onderverdeeld in vijf categorieën. Elke rol vraagt een andere betrokkenheid van raden en colleges. 1. Richtinggevende rol Samenwerking bij onderwerpen waarvan de gemeenten met elkaar vinden dat deze een aanpak op de schaal van Holland Rijnland vereisen. De gemeenten doen hierbij via het Algemeen Bestuur richtinggevende uitspraken. Deze activiteiten passen in het basispakket van Holland Rijnland. 2. Platformfunctie Er zijn twee manieren waarop het samenwerkingsorgaan de rol van platform kan vervullen: Een ‘uitgeklede secretariaatsfunctie’. Een of meer gemeenten willen een onderwerp op de regionale agenda plaatsen. Deze gemeenten werken het onderwerp zelf verder uit. De regio zet het alleen op de agenda. Onderwerpen die het Dagelijks Bestuur op de agenda wil zetten en waarvan men ook zelf de voorbereiding doet. 3. Efficiency Dit zijn taken waarvan de gemeenten met elkaar vinden dat het efficiënt is deze op de schaal van Holland Rijnland uit te voeren, omdat dit beter of goedkoper is. 4. Op verzoek van derden Regelmatig zien andere partijen (provincie, maatschappelijke organisaties) een rol/taak voor het samenwerkingsverband weggelegd. De regio kan zo’n rol/taak oppakken als die goed past in de primaire taak van het samenwerkingsverband. In elk geval moet de vraag worden beantwoord of de samenwerkende gemeenten zo’n rol/taak ook zouden oppakken als een derde dit niet zou hebben gevraagd. 5. Bedrijfsvoering Projecten en activiteiten die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van Holland Rijnland vallen onder deze categorie.
-8-
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
2. Uitgangspunten begroting 2015 Kadernota 2015 Inleiding Ten tijde van het schrijven van de kadernota 2015 wordt in het kader van het proces “Profilering en Positionering” nog volop nagedacht en gesproken over de toekomst van de gemeenten samenwerken van de 14 gemeenten. Het resultaat van dit proces kan helaas niet meegenomen worden binnen de vast te stellen programmabegroting van 2015. Besluitvorming over de resultaten van #Kracht15 wordt later in 2014 verwacht. Voorgenomen is dat de uitwerkingen van #Kracht15 financiële gevolgen moeten hebben. In het AB van 30 oktober 2013 is ervan uitgegaan dat de gemeentelijke bijdrage met 25% wordt teruggebracht. Dit percentage zal worden verwerkt in de programmabegroting van 2015, waarbij niet in alle gevallen beleidsaanpassingen kunnen worden aangegeven. In de kadernota wordt daardoor uitgegaan van de primitieve begroting van 2014 en de begrotingswijzingen in de Marap van 2013. De kaders die hier voor gesteld zijn, waren afkomstig van de werkgroep financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen van gemeenten in Holland Rijnland. In 2013 is er door de werkgroep een extra taakstelling toegevoegd. Deze taakstelling zal verwerkt worden in de programmabegroting 2015 en zichtbaar worden gemaakt in een aparte paragraaf van de programmabegroting 2015 en zal onderdeel zijn van de 25% terugbrengen van de gemeentelijke bijdrage. In deze begroting wordt wel Strijk-norm als uitgangspunt gehanteerd. De inzet van 25% bezuiniging zal in het tweede halfjaar van 2014 in de vorm van een begrotingswijziging (of een geheel herziene begroting) aan het Algemeen Bestuur ter besluitvorming worden voorgelegd. Financieel kader gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland Het bestuurlijk overleg financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen van gemeenten in de regio Hollands-Midden hebben in de brief van 1 november 2013 “Financieel kader gemeenschappelijke regelingen 2015 -2018” de volgende financiële kaders voor Holland Rijnland benoemd: In de brief van 1 november 2013 zijn door de werkgroep financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen van gemeenten in Holland Rijnland de kaders voor het begrotingsjaar 2015 aangeboden. Voor Holland Rijnland zijn deze als volgt: 1. De indexering vanaf 2012 te baseren op de publicatie van de nominale ontwikkeling (gebaseerd op het BBP uit de MEV) in de septembercirculaire (T-2) van het nieuwe begrotingsjaar. (zie pagina 33, septembercirculaire 2010) ) a. Voor 2014 bedraagt de verwachte nominale ontwikkeling plus 1,40%. b. Voor 2015 bedraagt de verwachte nominale ontwikkeling plus 1,27%, vanwege verschil taakstelling en nominale ontwikkeling in 2014 wordt deze in 2015 voor Holland Rijnland gesteld op 1,41% c. Als gevolg van het hanteren van de nullijn een aanvullende structurele bezuinigingstaakstelling van 1,54% door te voeren ingaande 2014. d. Door teruggang van inkomsten uit het Gemeentefonds wordt een structurele bezuiniging van 5,31% doorgevoerd in 2015 2. De indexering toepassen op de bijdrage per inwoner en voor leerplicht op het bedrag per leerling. 3. De indexering op basis van de vastgestelde index BBP voor begroting jaar T-0 op basis van septembercirculaire jaar T-1 na te calculeren per bijdrage inwoner of een andere van toe passing zijnde verreken grondslag en deze nacalculatie te verwerken in de begroting T+1. 4. De Meerjarenramingen op te stellen op basis van constante prijzen. 5. Nvt Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
-9-
Begroting Holland Rijnland 2015
6. De Gemeenschappelijke Regelingen een uniforme bezuinigingstaakstelling mee te geven ten opzichte van de meerjarenraming 2011 – 2014. met een nieuwe taakstelling voor de periode 2015 en verder. 7. Taakstelling bedraagt vanaf 2015 5,31% nominaal. 8. Vanaf 2016 zal de taakstelling nog nader bepaald worden aan de hand van de meicirculaire 2014. 9. De taakstelling is van toepassing op de bijdrage per inwoner en voor leerplicht op het bedrag per leerling. 10. Het gaat om een reële verlaging van de bijdrage, dus onder verrekening van de prijsontwikkeling op basis van de index BBP en taakwijziging. 11. Het DB van 28 november 2013 heeft de taakstelling geaccepteerd en de heer Strijk hiervan per brief op de hoogte gesteld. 12. Teruggave van een positief rekenresultaat aan de deelnemers vanaf JR’13 13. Paragraaf over toepassing financieel kader in begroting en rekening opnemen. Financieel Onderstaande tabel en de grafiek geven helder weer welke financiële taakstellingen Holland Rijnland tot en met 2014 heeft gerealiseerd. In 2014 was de totale bezuiniging al bijna 11% en met de taakstelling van 2015 komt het percentage totaal op ruim 15,5% Gedeeltelijk zal gekeken worden of de prijsstijgingen binnen de begroting kunnen worden opgevangen. Daarnaast zal gekeken worden of een deel van de in #Kracht15 voor te stellen aanpassingen vooraf kan worden opgenomen in de begroting 2015. Verwacht wordt dat Holland Rijnland hierdoor ruimschoots zijn taakstelling zal kunnen inboeken.
- 10 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Voorbereiding op nieuwe taakstelling vanaf 2015 Voor wat betreft het beleid voor de periode 2015-2018 is er een grote mate van afhankelijkheid van de uitkomsten van #Kracht15. Er is voorlopig uitgesproken dat de agenda zich gaat richten op het sociale domein, economie en duurzame leefomgeving. In dit kader is in de AB vergadering van 05 maart 2014 ook uitgesproken dat er een taakstelling komt van minimaal 25 %. In de bezuinigingstaakstelling #Kracht15 gaat Holland Rijnland nog veel verder dan de 5,31% die op dit moment door u wordt voorgesteld. Inzet is dat 1 januari 2015 de nog te nemen besluiten in het kader van #Kracht15 zijn geïmplementeerd. De bezuiniging boven 5.31% zal via een begrotingswijziging of een geheel nieuwe begroting plaatsvinden. Begrotingsopzet De begroting voor het jaar 2015 bevat twee onderdelen: a. Programmabegroting 2015 en meerjarenbegroting 2015-2018 De begroting wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. De begroting 2015 is onderverdeeld in: Ruimtelijke Agenda, Sociale Agenda en Bestuur en Middelen. Zo ontstaat de volgende indeling: 1. Algemene beschouwingen 2. Algemene financiële beschouwingen 3. Programma’s 4. Paragrafen (nieuw hierin zal zijn de paragraaf “Toepassing financieel kader”) 5. Financiële overzichten b. Activiteitenboek 2015 De programma’s met de daaraan gekoppelde projecten en activiteiten liggen ten grondslag aan de activiteitenboek 2015. Het activiteitenboek wordt vastgesteld door het Managementteam en ter kennisname voor het Dagelijks Bestuur. Uitgangspunten voor opstellen begroting Bij het opstellen van de begroting voor het jaar 2015 worden uitgaande van de bovengenoemde kaders de onderstaande uitgangspunten en richtlijnen in acht genomen. Bij relevante afwijking van prognoses kan bijstelling plaatsvinden. a. Algemeen - Als gevolg van het feit, dat de ontwerpbegroting 2015 rond 1 april 2014 o.a. vanwege - de behandelingstermijn aan de raden van de deelnemende gemeenten dient te zijn opgesteld, wordt in deze begroting een aantal aannames meegenomen. - Voor het inwoneraantal van de samenwerkende gemeenten wordt als peildatum 1 januari 2014 (CBS voorlopige cijfers) aangehouden. - Het ramen van inkomsten en uitgaven geschiedt op basis van bestaand beleid. Nieuwe beleidsvoornemens zullen in de begroting na wijziging worden opgenomen. - De in de begroting opgenomen cijfers voor 2014 (vorig jaar) betreffen de primitieve begroting 2014 en de begrotingswijziging 2014 als gevolg van de Marap 2013 - De baten en lasten zijn inclusief btw geraamd. b. Rentepercentages Bij de berekening van de renten voor investeringen en reserves wordt in 2015 uitgegaan van een percentage van 3,0. Dit is het afgeronde percentage (peil 31 december 2013) van de rente voor langlopende leningen. Opgemerkt wordt dat de rentepercentages alleen van toepassing zijn voor interne berekeningen en afwijkingen geen gevolg hebben op de bijdragen van de gemeenten. c. Meerjarenraming
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 11 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Uitgegaan wordt van: - ongewijzigd/bestaand beleid; - basisjaren gelijk aan ontwerpbegroting + drie volgende jaren; - gelijkblijvende inwonersaantallen; - constante prijsniveau - Afwijkende ramingen die binnen de planperiode vallen, worden toegelicht en onderbouwd. d. Specifiek In het kader van de nieuwe samenwerking als gevolg van #Kracht15 wordt de SMARTontwikkeling van de agenda, de programma’s en projecten/activiteiten opnieuw ter hand genomen. Daarin worden de aanbevelingen van de werkgroep met vertegenwoordigers uit gemeenten in Holland Rijnland opnieuw betrokken.
- 12 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
3. Programma’s 3.1 Ruimtelijke ordening
Wat willen we bereiken? Een duurzame en integrale ruimtelijke ontwikkeling van de regio op de beleidsterreinen wonen, werken, infrastructuur en natuur en landschap, waarbij de randvoorwaarden vanuit landschap, natuur, water en cultuurhistorie (de groen-blauwe onderlaag) sturend zijn voor de infrastructuur, wonen en werken. In 2009 is de Regionale StructuurVisie 2020 Holland Rijnland (RSV) vastgesteld, als kader voor de komende jaren voor de ruimtelijke, economische en bereikbaarheidsontwikkelingen voor de twaalf gemeenten, die in 2009 deel uitmaakten van Holland Rijnland. In de Regionale Structuurvisie zijn in een zevental kernbeslissingen de belangrijkste keuzes vastgelegd. In 2010 hebben de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude zich aangesloten bij Holland Rijnland. De Regionale Structuurvisie is hier op aangepast, waarmee een gezamenlijke strategische agenda is ontstaan op het schaalniveau van de nieuwe regio. Daarmee beschikken de veertien deelnemende gemeenten over een integrale visie als kader voor de ruimtelijke ontwikkeling in de periode tot 2020 met een doorkijk naar 2030. Centraal uitgangspunt is dat Holland Rijnland zich kan ontwikkelen tot een internationaal aansprekend topmilieu waar het goed wonen, werken en recreëren is. Aanvullend is voor de bestuursperiode 2010-2014 een hernieuwde regionale agenda opgesteld, als richtinggevend kader voor de samenwerking, Focus 2014. In Focus 2014 hebben de deelnemende gemeenten en het samenwerkingsorgaan voor de bestuursperiode 2010-2014 de hoofdopgaven benoemd. Voor de Ruimtelijke Agenda stonden drie opgaven centraal:
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 13 -
Begroting Holland Rijnland 2015
a. verbeteren regionale bereikbaarheid; b. woningbouw; c. behoud en versterken van landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Goede regionale bereikbaarheid is een harde voorwaarde om de woningbouwopgave te realiseren. Voorbereiding en aanleg van de Rijnlandroute, de maatregelen in het Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek en het maatregelpakket rond de Corridor N207 zijn samen met het realiseren van een hoogwaardig netwerk van openbaar vervoer, eerste prioriteit. Gelijktijdig wordt ingezet op het realiseren van een forse woningbouwopgave, met behoud van de verschillende kwaliteiten in het gebied. De Regionale Structuurvisie vormt het kader van de begroting 2015 van de Ruimtelijke Agenda Holland Rijnland. In de volgende onderdelen wordt de aanpak voor 2015 nader uitgewerkt: Ruimtelijke Ordening Verkeer en Vervoer Natuur en Landschap Ruimte en wonen Economische Zaken en Toerisme Monitor Binnen de onderdelen wordt ingegaan op de vragen: Wat willen we bereiken Wat is het maatschappelijk effect Wat zijn de relevante documenten Wat gaan we er voor doen Hoe gaan we dit meten Wie zijn de deelnemers Wat gaat het kosten Wat mag het kosten ?
- 14 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Ruimtelijke Ordening
Wat willen we bereiken? Hoofddoel van het onderdeel Ruimtelijke Ordening is het versterken van de regionale ruimtelijke structuur. Het instrumentarium dat de regio hiervoor heeft is de Regionale Structuurvisie (RSV) waarin alle regionale ruimtelijke belangen staan geformuleerd. De RSV dient als afwegingskader van ruimtelijke belangen bij nieuwe ontwikkelingen of initiatieven vanuit de markt of als ijkpunt wanneer andere overheden (gemeenten, provincie en Rijk) nieuwe beleidsvisies ontwikkelen. Het vastgesteld regionale ruimtelijke kader vormt dan de basis voor de regionale zienswijzen. Wat is het maatschappelijk effect? In de geactualiseerde RSV (2012) staan zeven kernbeslissingen centraal: 1. Het reserveren van grond voor woningen heeft ruimtelijke prioriteit. 2. De regio kiest voor versterking van de centrumfunctie van Leiden. 3. De bebouwing wordt geconcentreerd in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie van Katwijk tot en met Leiden, langs de Oude Rijn tussen Leiden en Alphen aan den Rijn (conform de Transformatievisie Oude Rijnzone) en in Alphen aan den Rijn. Dit binnen de randvoorwaarden van een duurzame en klimaatbestendige samenleving. 4. Het groen-blauwe raamwerk staat centraal bij alle ruimtelijke ontwikkelingen. 5. Blijvende openheid van het Groene Hart, de Bollenstreek en Duin, Horst en Weide. 6. Twee dragers als speerpunt voor de regionale economie: a. opschaling van de kenniseconomie op nationaal en internationaal niveau, door uitbreiding van vooral het cluster Bio Science in en om Leiden; b. uitbouw van de internationale economische kracht van de Greenports Duin- en Bollenstreek, Aalsmeer en regio Boskoop. 7. Het verbeteren van de bereikbaarheid is essentieel voor de regio. Het maatschappelijk effect van het regionale ruimtelijke beleid is dat de stedelijke ontwikkelingen in de regio plaatsvinden langs de As Leiden-Katwijk en rondom de Oude Rijnzone en in Alphen aan Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 15 -
Begroting Holland Rijnland 2015
den Rijn. En dat de Greenport Duin- en Bollenstreek, het Groene Hart en Duin, Horst en Weide open landschap blijven. Maatschappelijke ontwikkelingen De ruimtelijke ordening in Nederland is flink in beweging. Door het eerste kabinet Rutte is een koers ingezet van verdere decentralisering van de ruimtelijke ordening. Dit komt tot uiting in de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu (SVIR). Het Rijk legt in de SVIR sterk de nadruk op de economie (Mainports, Brainports en Greenports) en laat het ruimtelijk beleid voor een groot deel over aan provincies en gemeenten. Het Rijk heeft het beleid met betrekking tot de nationale landschappen en Rijksbufferzones losgelaten (wat consequenties kan hebben voor het Groene Hart en Duin, Horst en Weide). Voor de regio is de provincie nu de belangrijkste samenwerkingspartner geworden op dit beleidsterrein. De mainport Schiphol is van nationaal belang. Het Rijk stimuleert de ontwikkeling van deze mainport. Het kabinet Rutte II heeft de ontwikkeling van een structuurvisie voor Schiphol (Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer, kortweg SMASH) voortgezet. Duidelijk is dat de ontwikkelingen rondom Schiphol ook consequenties voor onze regio kunnen hebben. In 2013 is een integrale herziening van de Provinciale Structuurvisie (PSV) gestart, de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). Tegelijkertijd heeft de provincie een nieuwe Verordening Ruimte, een uitvoeringsprogramma Ruimte en een uitvoeringsprogramma Mobiliteit opgesteld. Deze vier documenten worden in 2014 vastgesteld. De provincie actualiseert jaarlijks de programma’s Ruimte en Mobiliteit van de VRM. Holland Rijnland levert daarvoor input vanuit het regionale ruimtelijke kader. Relevante documenten Geactualiseerde Regionale Structuurvisie (vastgesteld in 2012) Visie Ruimte en Mobiliteit, Verordening Ruimte, uitvoeringsprogramma’s Ruimte en Mobiliteit (Provincie, vaststelling in 2014) Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (vastgesteld in 2012) Wat gaan we ervoor doen? Concentreren van verstedelijking in de as Leiden-Katwijk, de oude Rijnzone en in Alphen aan den Rijn: Woningbouw en ontwikkeling van kantoren en bedrijventerreinen zal vooral plaatsvinden in deze gebieden. Dit is centraal uitgangspunt in de structuurvisie maar komt ook tot uiting in de woonagenda, de kantorenstrategie en bedrijventerreinenstrategie. En vervolgens natuurlijk in de bouwplannen. Holland Rijnland stimuleert de ruimtelijke ontwikkelingen in de gebieden, monitort en draagt zorg voor onderlinge afstemming, door onder andere: scannen lokale structuurvisies en masterplannen grote bouwprojecten ambtelijke en bestuurlijke afstemming woningbouwplannen, plannen voor bedrijventerreinen en kantoorlocaties. Openhouden van het Groene Hart, de Duin- en Bollenstreek en Duin, Horst en Weide De contramal van wat hier boven is geschetst. Ruimtelijke ontwikkelingen in deze gebieden worden in beperkte mate en onder bepaalde voorwaarden toegelaten. Holland Rijnland ziet er op toe dat deze gebieden open blijven, monitort en draagt zorg voor onderlinge afstemming, door: het scannen van lokale structuurvisies het lobbyen tegen grootschalige ontwikkelingen in het buitengebied Regionale belangen borgen in provinciaal en Rijksbeleid De RSV is het ruimtelijk kader. Van daaruit beoordeelt Holland Rijnland of het regionale ruimtelijke belang in voldoende mate tot uiting komt in nieuwe provinciale en landelijke plannen (zoals de SVIR en de Visie Ruimte en Mobiliteit, door: het inbrengen van de regionale ruimtelijke belangen in de (jaarlijkse actualisatie van) VRM, met de daarbij horende Verordening en de uitvoeringsprogramma’s mee te denken bij het opstellen van gebiedsprofielen Ruimtelijke Kwaliteit het inbrengen van de regionale ruimtelijke belangen in SMASH deelnemen aan overleg en afstemming in de Zuidvleugel indien nodig: indienen van zienswijzen op provinciale en nationale ruimtelijke plannen.
- 16 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Op regionaal niveau afwegen van ruimtelijke plannen De RSV is het afwegingskader van ruimtelijke belangen bij nieuwe ontwikkelingen of initiatieven vanuit de markt of overheden. Dit komt tot uitdrukking in: afstemming in Ambtelijk Advies Groep Ruimtelijke Agenda en Ambtelijk Overleg Ruimtelijke Ordening en het PHO Ruimte indien nodig: indienen van zienswijzen op lokale structuurvisies of masterplannen. Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) Concentreren van de verstedelijking; monitoren van de gemaakt woningbouwafspraken in de regio, en specifiek in de as Leiden-Katwijk, rond de oude Rijnzone en in Alphen aan den Rijn, met behulp van de woningbouwmonitor van de provincie Zuid-Holland die jaarlijks wordt geactualiseerd. Openhouden van het Groene Hart, de Duin- en Bollenstreek en Duin, Horst en Weide: Monitoren van de ontwikkelingen in dit gebied, met behulp van de woningbouwmonitor van de provincie Zuid-Holland en in overleg met het GOM (Greenport Ontwikkelings Maatschappij). Het open houden van genoemde landschappen borgen in de Gebiedsprofielen Ruimtelijke Kwaliteit van de provincie Zuid-Holland. Regionale belangen borgen in provinciaal en ruimtelijk beleid: Organiseren van periodieke afstemmingsmomenten met Rijk, provincie en regio. Indien aan de orde, regionale belangen in provinciale en nationale documenten kenbaar maken door middel van overleg, bestuurlijk inzet en eventueel zienswijzen. Op regionaal niveau afwegen van ruimtelijke plannen: Monitoren van de ruimtelijke ontwikkelingen. en het onder de aandacht brengen van regionale afspraken door middel van overleg, bestuurlijke en inzet en eventueel zienswijzen op lokale structuurvisies en masterplannen. Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? Binnen het onderdeel Ruimtelijke Ordening vindt nauw overleg plaats met de 14 Holland Rijnland gemeenten, de provincies Zuid- en Noord-Holland, buurgemeenten (waaronder Haarlemmermeer en de gemeenten in regio Haaglanden), het Rijk en marktpartijen. Wat gaat het kosten? - Algemeen budget Ruimtelijke Ordening (lobby, ondersteuning, etc.) €75.000,- Bijdrage samenwerking Zuidvleugel €70.000,- Activiteiten ten aanzien van visievorming (RSV/VRM/ALK) €45.000
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 17 -
Begroting Holland Rijnland 2015
- 18 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Verkeer en Vervoer
Wat willen we bereiken? Hoofddoel van het programma is het verbeteren van de regionale bereikbaarheid, waarbij verkeer en vervoer faciliterend is aan ruimtelijk-economische ontwikkeling. Dit dient op een goede duurzame manier te gebeuren. Hierbij wordt gekeken naar alle modaliteiten (fiets, openbaar vervoer en auto). Het gaat daarbij niet alleen om nieuwe verbindingen, maar ook om een betere benutting van het totale netwerk door de ‘missing links’ aan te leggen, goede overstapfaciliteiten, doorstromingsmaatregelen en een herkenbare inrichting van het systeem. Verkeersveiligheid is hierbij een belangrijk thema. Wat is het maatschappelijk effect? De bereikbaarheid van de regio en de doorstroming in het gebied zijn niet goed. Er lopen goede, internationale verbindingen in noord-zuid richting door de regio (A4, A44, spoor) maar door het ontbreken van adequate oost-west verbindingen, zowel voor de weg als het openbaar vervoer, is de regio daar slecht op aangesloten. Mede vanwege de ruimtelijke en economische ambities van Holland Rijnland is het van belang om de aansluiting op het nationale hoofdwegennet en spoornet te verbeteren. Het gaat daarbij om goede verbindingen tussen en ontsluiting van onder meer de
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 19 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Brainports (Biosciencepark en Esa Estec), de drie Greenports, de Oude Rijnzone en de realisatie woningbouwprogramma waaronder ontwikkeling Valkenburg. De Greenports en Brainports zijn de afgelopen jaren sterk gegroeid en hebben door (toekomstige) herstructurering een duidelijk profiel. Het omliggend provinciale wegennet is echter niet meegegroeid. Veelal vindt de ontsluiting naar de grotere provinciale wegen plaats via N-wegen die dwars door kleine kernen lopen. Hier kan sprake zijn van barrièrewerking en verkeersonveiligheid en vindt congestie plaats doordat gebruik moet worden gemaakt van verouderde bruggen. Daarnaast is de afwikkeling op de grotere provinciale wegen richting A4, A12, en A44 beneden peil. Investeringen in de infrastructuur in de regio zijn dan ook nodig. Op eigen initiatief heeft Holland Rijnland in 2009 een visie op het openbaar vervoer vastgesteld met als doel om in de periode tot en met 2020 een substantiële verbetering van het openbaar vervoer in de regio te realiseren. In de OV-visie is een OV-netwerk van HOV-verbindingen op R-netkwaliteit ontworpen. Het netwerk sluit aan bij de hoogfrequente sprinters van Stedenbaanplus en wordt aangevuld met ontsluitende busdiensten en aanvullend openbaar vervoer (o.a. regiotaxi). Een duidelijke lijnvoering, snelle verbindingen en hoge frequenties moeten zorgen voor een significante stijging van het aantal openbaar vervoerreizigers. Als vraagafhankelijk vervoerssysteem rijdt de Regiotaxi Holland Rijnland in de gehele regio, als aanvullende voorziening op het reguliere Openbaar Vervoer zowel als voorziening voor mensen met een beperking die aan vergoeding krijgen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Er is sprake van integratie van beide gebruikersgroepen in de taxi. Daarnaast heeft Holland Rijnland in 2013 een Uitvoeringsprogramma Fiets vastgesteld. Op basis van dit uitvoeringsprogramma wordt prioriteit gegeven aan snelle woon-werkverbindingen en vindt hierop een actieve lobby bij de provincie plaats. Samen met de gemeenten wordt gekeken welke ontbrekende schakels op het totale fietsnetwerk alvast kunnen worden gerealiseerd. Maatschappelijke ontwikkelingen De middelen voor infrastructuur en goede inpassing daarvan zijn schaars en moeten voor een groot deel betrokken worden bij rijk en provincie. Daarin concurreert de regio met regio’s in de Zuidvleugel en in de rest van het land. Een eis die steeds vaker wordt gesteld om aan middelen te komen, is dat er een integrale en afgestemde visie moet zijn op de ontwikkelingen in de regio. Daarom werkt de regio samen met de provincie aan diverse uitvoeringsprogramma’s waaronder het Uitvoeringsprogramma OV-visie, programmaplan Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek, programma Corridor N207 en een uitvoeringsprogramma fiets. Deze wijze van samenwerking – gericht op concrete realisatie - wordt in 2015 gecontinueerd. De ontwikkeling van het aantal verkeersslachtoffers in het gebied van Holland Rijnland vertoont een gunstige tendens. Begin 2013 is een tweede versie van het zogenaamde Verkeersveiligheidsprofiel voor Holland Rijnland verschenen. Dit profiel laat zien dat sinds 2001 het aantal verkeersdoden per jaar sterk wisselt, maar geleidelijk lijkt te dalen en in alle jaren onder de doelstellingslijn van het landelijke Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008-2020 ligt; deze doelstellingslijn geeft het toegestane maximum aan verkeersdoden weer. Over de ontwikkeling van de ziekenhuisgewonden doet het Verkeersveiligheidsprofiel geen uitspraak. De registratiegraad is hiervoor te laag. Relevante documenten Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer Vervoer Plan Uitvoeringsprogramma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek OV-visie + uitvoeringsprogramma Uitvoeringsprogramma Fiets Regionale Investeringsstrategie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2014-2016 Geactualiseerde Regionale Structuurvisie (vastgesteld in 2012) Wat gaan we ervoor doen? Vanuit dit onderdeel wordt een bijdrage geleverd aan de volgende projecten: Uitvoering UP-RVVP Uitvoering programma dynamische verkeersmaatregelen Regionaal Investeringsfonds Regionale Verkeersmilieukaart (RVMK) Collectief Vraagafhankelijk Vervoer Uitvoering Meerjarenplan verkeersveiligheid - 20 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
OV Visie + uitvoeringsprogramma RijnlandRoute, programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek (ondermeer Duinpolderweg), corridor N207, aansluitingen N11 HOV-net Zuid Holland Noord, incl. implementatie R-net Coördinatie Brede Doel Uitkering Uitvoeringsprogramma Fiets
Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) ondertekende overeenkomsten met Rijk en provincie (met daarin onomkeerbare afspraken over realisatie infrastructuurprojecten, zowel auto als OV); toezien op besteding middelen uit Regionaal investeringsfonds aan RijnlandRoute, programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek en het regionaal OV-programma; Inzichtelijk beeld benodigde investeringen en lobby voor dubbel spoor Utrecht-Leiden start visieontwikkeling N11; monitoring en sturing realisatie uitvoeringsprogramma’s OV, Fiets en Corridor N207; aantal uitgevoerde projecten uit het Actieprogramma Verkeersveiligheid 2014 – 2016; aantal lessen verkeersonderwijs op basisscholen in de regio sturing op kwaliteit Regiotaxi; aantallen klachten punctualiteit volgens eisen in bestek. Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? Binnen het onderdeel verkeer en vervoer vindt nauw overleg plaats met de 14 Holland Rijnland gemeenten, de provincies Zuid- en Noord Holland, buurgemeenten (waaronder Haarlemmermeer en de gemeenten in regio Haaglanden), het Rijk en marktpartijen. Wat gaat het kosten? De kosten van de projecten uit het Actieprogramma Verkeersveiligheid zijn in 2015 €612.780. De subsidie uit de BDU is €447.585. De voor CVV geraamde projectkosten bedragen € 360.000. Daarnaast bedragen de beheerkosten zo’n €90.000,-, hiervan wordt € 45.000 gedekt een bijdrage van de Provincie ZuidHolland en de overige €45.000,- wordt door Holland Rijnland ingebracht in uren. In het Regionaal Investeringsfond (RIF) zijn middelen gereserveerd voor een aantal infrastructurele projecten: - RijnlandRoute (€75 miljoen) - Programma Ontsluiting Greenport (€37,5 miljoen): HOV-corridor Bollenstreek – Schiphol (€5 miljoen) Maatregelen Middengebied (€20 miljoen) Duinpolderweg (€12,5 miljoen) - HOV-net Zuid – Holland Noord (€37,5 miljoen) Daarnaast is er een jaarlijks budget voor de ondersteuning van lobby en activiteiten op het gebied van openbaar vervoer (bijvoorbeeld bijdrage Stedenbaan €30.000, Uitvoeringsprogramma OV), dynamisch verkeersmanagement, beheer van het regionaal verkeersmodel (RVMK en infrastructuur (bijvoorbeeld Duinpolderweg, RijnlandRoute, N207). Dit budget bedraagt zo’n €168.000.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 21 -
Begroting Holland Rijnland 2015
- 22 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Natuur en Landschap
Wat willen we bereiken? Hoofddoel van het programma is om de landschappelijke kwaliteiten in de regio te beschermen en te versterken en de ontwikkeling en uitvoering van (regionale) landschappelijke plannen te bevorderen. Kortweg gaat het om het versterken van het landschappelijk netwerk. Holland Rijnland heeft een unieke eigen identiteit door de synergie tussen stedelijk en landelijk gebied. De regio wil dit samenspel tussen stad en land behouden waar dit kan en versterken waar dit nodig is. Dit dient als tegenwicht voor de grootschalige stedelijke ontwikkelingsopgave waarvoor Holland Rijnland zich de komende jaren gesteld ziet. Wat is het maatschappelijk effect? in 2020 is Holland Rijnland een aantrekkelijke regio om in te wonen, te werken en te recreëren, dankzij de aanwezigheid van een aantal karakteristieke en verschillende landschappen (visie Regionaal Groenprogramma). De stedeling kan via aantrekkelijke fiets-, wandel- en vaarroutes deze groene ruimte bereiken vanuit de stad. De landschappen zijn onderling met elkaar verbonden, zowel recreatief als ecologisch. De groenblauwe verbindingen zijn in 2020 uitgegroeid tot doorgaande verbindingen voor natuur en water. Waar mogelijk zijn deze toegankelijk voor (water)recreanten. Het karakteristieke open landschap van Holland Rijnland is bereikbaar en toegankelijk voor de inwoners van de regio en recreanten van buiten. De recreanten vinden een gevarieerd aanbod van recreatievoorzieningen en agrotoerisme. Cultuurhistorische elementen zijn versterkt en zichtbaar gemaakt. Landbouw is behouden als drager van het open landschap. Maatschappelijke ontwikkelingen In het algemeen is er minder geld beschikbaar bij Europa, Rijk, provincie en gemeenten, waardoor de overheid op zoek is naar nieuwe financieringsmogelijkheden. De provincie heeft haar ambities voor het groendossier uitgewerkt in de Beleidsvisie en het Uitvoeringsprogramma Groen. De focus op groen om de stad, kan als gevolg hebben dat in het Groene Hart minder ontwikkelingen mogelijk zullen zijn. Medewerking van grondeigenaren, meestal agrariërs, is steeds belangrijker voor ontwikkelingen in het landelijk gebied. Met de uitbreiding van het gebiedsfonds voor groenblauwe diensten zoekt de regio naar financieringsconstructies en organisatiestructuur voor de vergoeding van het beheer dat deze grondeigenaren verrichten. Hierbij sluit de regio aan bij het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouw Beleid van Europa met haar aanpak gericht op gebiedscollectieven. Het nieuwe plattelands-
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 23 -
Begroting Holland Rijnland 2015
ontwikkelingsprogramma van Europa lijkt zich vooral te gaan richten op agrarisch ondernemerschap en innovatie en minder of niet op recreatie en cultuurhistorie. Relevante regionale documenten Regionaal groenprogramma 2010-2020 Regionale structuurvisie 2020 Landschapsontwikkelingsplan Rijn- en Veenstreek, 2010 Landschapsontwikkelingsplan Duin Horst Weide, 2012 Wat gaan we ervoor doen? Financieren groenprojecten en stimuleren realisatie Uitvoeren Regionaal Groenprogramma Afronden Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek Ondersteuning Landschapsontwikkelingsplan Rijn- en Veenstreek en ondersteuning Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide Zuidvleugel Zichtbaar Groener overeenkomst Gebiedsfonds groenblauwe diensten implementatie rond boerenlandpaden en uitbreiding Regionale belangen borgen in nationaal en provinciaal beleid Platformfunctie en belangenbehartiging Management / Kennis vergaren, belangenbehartiging en netwerken, o.a.: o klankbordgroep Wandelroutenetwerk o Beleidsvisie en Uitvoeringsprogramma Groen provincie Zuid-Holland, inclusief regionaal kader ‘de Tuin van Holland’ en de gebiedsdeals. o Beleidsvisie en uitvoeringsprogramma Cultureel Erfgoed provincie Zuid-Holland o Hoogheemraadschap van Rijnland o Omgevingsdienst West–Holland o De Groene Klaver o Ambtelijk en Bestuurlijk Overleg Natuur, Landschap en Recreatie o Plaatselijke Groep LEADER Leidse Ommelanden o Groene Hart / Woerdens Beraad Meedenken bij innovatie landschapsontwikkelingen Gebiedsfonds Groenblauwe/maatschappelijke diensten uitbreiden met privaat geld / agrarisch natuurbeheer vanuit het GLB / blauwe diensten InterReg: mijn groen - ons groen Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) Financieren groenprojecten en stimuleren realisatie aantal gerealiseerde projecten uitgave middelen Regionale belangen borgen in nationaal en provinciaal beleid Zichtbaarheid Holland Rijnland in nationaal en provinciaal beleid Medefinanciering voor groenprojecten in Holland Rijnland Actieve deelname aan het Woerdens Beraad Indien nodig: inbreng en/of zienswijze op provinciale of nationale beleidsvisies groen Bevorderen innovatie landschapsontwikkelingen Gebiedsfonds Groenblauwe diensten uitbreiden tot Gebiedscollectief inclusief agrarisch natuurbeheer (GLB) en blauwe diensten (Hoogheemraadschap) Businesscase mijn groen – ons groen Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? Regionaal Groenprogramma: gemeenten Hillegom, Kaag & Braassem (deel Alkemade), Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
- 24 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Landschapsontwikkelingsplannen: Duin- en Bollenstreek: Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Teylingen Rijn- en Veenstreek: gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem en Nieuwkoop. Duin, Horst en Weide: gemeenten Pact van Duivenvoorde (Voorschoten, Wassenaar, Leidschendam-Voorburg) Overige: Holland Rijnland-gemeenten, provincie Zuid-Holland, Hoogheemraadschap van Rijnland, Omgevingsdienst West-Holland, regio Haaglanden, samenwerking Leidse Ommelanden, de Groene Klaver, LEADER en het Woerdens Beraad. Wat gaat het kosten? - Voor lobby en onderzoek € 30.000 - Bijdrage Groene Hart / Woerdens Beraad €7.500 - Binnen het RIF is rekening gehouden met een totaalbedrag van € 20 miljoen voor de uitvoering van het Regionaal Groenprogramma. Zie Programma Bestuur en Middelen: Onderdeel RIF.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 25 -
Begroting Holland Rijnland 2015
- 26 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Wonen
Wat willen we bereiken? Hoofddoel van het programma is het verbeteren van de balans tussen aanbod en vraag op de regionale woningmarkt. Concreet gaat het er om te komen tot één open, goed functionerende, woningmarkt die aansluit bij de vraag van regionale woningzoekenden. Binnen die regionale woningmarkt worden subregionale en lokale verschillen onderkend en benut. Holland Rijnland is een aantrekkelijke woonregio. De druk op de markt blijft groot. Maar niet elk bouwplan kan worden gerealiseerd. Afstemming is nodig zodat de randvoorwaarden er zijn om de juiste woningen, op de goede locatie en op het juiste moment in de markt te kunnen zetten. Ook willen we hiermee de verantwoording van bestemmingsplannen aan de provincie vereenvoudigen. In het bijzonder willen we ervoor zorgen dat er voldoende woningen en woonvormen beschikbaar zijn voor ouderen, zorgbehoevenden, mensen met een functiebeperking en tijdelijke arbeidsmigranten. Wat is het maatschappelijk effect? Er mag worden verwacht dat door regionale afstemming de harde plancapaciteit toeneemt en er naar verhouding meer woningbouwplannen daadwerkelijk worden gerealiseerd. Uitgangspunt is verder om de kwaliteit van projecten beter te laten aansluiten bij de vraag. Voor sociale huurwoningen geldt dat deze op een eenvoudige, eerlijke en transparante wijze worden verdeeld. Het is de bedoeling, dat woon-zorgconcepten integraal onderdeel uitmaken van woningbouwplannen en dat deze worden gespreid waar dat mogelijk en noodzakelijk is. Afstemming tussen gemeenten moet ook leiden tot effectiever gebruik van in regio aanwezige kennis. Uiteindelijk gaat het om transparantie, afstemming en efficiëntie is in het ontwikkelingsbeleid en toewijzingsbeleid. Maatschappelijke ontwikkelingen Holland Rijnland is een regio waar de druk op de woningmarkt hoog is en in de komende jaren naar verwachting ook hoog blijft. Maar de druk is tijdelijk minder door de crisis en de stagnatie op de
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 27 -
Begroting Holland Rijnland 2015
woningmarkt. Bovendien verschilt de druk tussen subregio’s: in het stedelijk gebied is die hoger dan in het landelijk gebied. Kwaliteit wordt steeds meer onderscheidend in de vragersmarkt. Het gaat om zaken als gebruikswaarde (zoals energiezuinig bouwen, efficiënte indeling), belevingswaarde (locatie, groen) en toekomstwaarde (duurzaamheid, bereikbaarheid). Gemeenten hebben elkaar nodig om in de behoeften te voorzien. Niet elke gemeente kan elk woonmilieu realiseren. Ook voor de verdeling van de sociale huursector is afstemming nodig vanwege de schaarste. Het gegeven, dat er sprake is van een regionaal woonruimteverdeelsysteem verbreedt en vergroot de keuzemogelijkheden en de kansen voor woningzoekenden. Er is een zeker spanningsveld, omdat er naast de behoefte aan uniforme regionale regelgeving en vestigingsvrijheid er ook ruimte moet zijn om lokale volkshuisvestingsvraagstukken op te pakken (via afwijkend lokaal maatwerk). Tot slot groeit de druk in de woonzorgsector. Door vergrijzing en medische mogelijkheden neemt de vraag naar zorg toe. Die zorg wordt echter steeds minder in grote intramurale instellingen geleverd en meer in kleinschalige woonvormen en thuis. De realisatie van geschikte (extra- en intramurale) woonzorgvormen op de juiste plek vergt goede afstemming. Relevante documenten Regionale StructuurVisie 2020 Holland Rijnland [2012] Regionale Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2013 Regionale Woonagenda Holland Rijnland (vaststelling 2014) Visie Ruimte en Mobiliteit, Verordening Ruimte, uitvoeringsprogramma’s Ruimte en Mobiliteit, Provincie Zuid-Holland (vaststelling in 2014) Gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland en Verstedelijkingsstrategie Strategie Wonen Groene Hart Plannen voor afbouw intramurale capaciteit (Zorgkantoor)Monitor Woningbouwplannen provincie Zuid-Holland Wat gaan we ervoor doen? 1. Monitoren en afstemmen van het uitvoeringsprogramma (lijst woningbouwplannen) door o.a. terugkerend overleg met marktpartijen over opnamecapaciteit; bevorderen input gegevens provinciale monitor Ruimte en Wonen; 2. Verantwoording van woningbouwplannen aan de provincie Zuid-Holland; 3. Overleg met Zuidvleugel, provincie en Rijk over speerpunten voor het (boven)regionaal woonbeleid (o.a. Valkenburg, Stedenbaanpluslocaties, transformaties en binnenstedelijke locaties, Groene Hart); 4. Monitoren uitvoering Convenant huisvesting arbeidsmigranten; 5. Beoordelen urgentieverzoeken en voeren secretariaat urgentiecommissie; 6. Beleidsevaluatie woonruimteverdeling (ondersteuning beleidscommissie); 7. Belangenbehartiging gemeenten in ambtelijke en bestuurlijke overleggen met corporaties, zorgaanbieders en –vragers. Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) 1. Regionale Woonagenda met een flexibel uitvoeringsprogramma voor alle veertien gemeenten van Holland Rijnland. 2. De planlijst van het uitvoeringsprogramma is door de provincie geaccepteerd als verantwoordingsintrument voor bestemmingsplannen; 3. Verhoging van het aandeel harde plancapaciteit, gerelateerd aan ontwikkeling woningbehoefte en marktopnamecapaciteit; netto toevoeging van een proportioneel deel van de woningen die voor 201-2020 in de woonagenda zijn afgesproken; aandeel sociale huurwoningen per gemeente in de nieuwbouw; aandeel woningen voor verzorgd/beschut wonen; 4. Aantal woonlocaties voor arbeidsmigranten binnen de afspraken van het Convenant huisvesting arbeidsmigranten; 5. Aantal urgentieverzoeken en verleende urgenties; 6. Gemiddelde regionale slaagkans en de lokale slaagkans; aantal woningen dat is toegewezen o.g.v. lokaal maatwerk; Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? Regionale Woonagenda: Holland Rijnland en regiogemeenten (i.o.m. derden zoals provincie, corporaties, zorgkantoor); - 28 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Uitvoeringsprogramma: Holland Rijnland, regiogemeenten, corporaties en andere ontwikkelaars, zorgkantoor, provincie; Beleidsevaluatie Huisvestingsverordening: Holland Rijnland i.s.m. koepels van woningcorporaties en huurdersorganisaties; Uitvoering Huisvestingsverordening: koepel van woningcorporaties en lokale overheid en corporatie voor lokaal maatwerk; Uitvoering Convenant Huisvesting arbeidsmigranten: koepel van woningcorporaties, lokale overheid en werkgevers; Urgentieverlening: onafhankelijke commissie ondersteund door Holland Rijnland; Bezwaarschriftencommissie: onafhankelijke commissie ondersteund door lokaal apparaat en/of regio. Wat gaat het kosten? Lobby en onderzoek regionale woonagenda en uitvoeringsprogramma: € 30.000 urgentiecommissie: € 72.500 (Exclusief personeelskosten) bezwaarschriftencommissie: € 220.000 (Exclusief beleidsadvisering) beleidscommissie Woonruimteverdeling: € 10.000 (voor verkrijgen benodigde onderzoeksdata) Uitvoering BWS € 4.150
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 29 -
Begroting Holland Rijnland 2015
- 30 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Economische Zaken en Toerisme
Wat willen we bereiken? Hoofddoel van het programma is het stimuleren van de regionale economie. Holland Rijnland wil voldoende ruimte blijven bieden aan het bedrijfsleven. Dit vraagt om duurzame en toekomstbestendige werklocaties met een efficiënt ruimtegebruik (bedrijventerreinen, kantoorlocaties en een robuuste winkelstructuur). De topsectoren Life Science and Health, Space (onderdeel van High Tech), Biobased Economy en de Greenports Duin- en Bollenstreek, regio Boskoop en Aalsmeer wil Holland Rijnland versterken. Bij recreatie en toerisme zet Holland Rijnland in op het versterken van de netwerken voor waterrecreatie, fietsen en wandelen. Wat is het maatschappelijk effect? Door herstructurering (van onderhoud openbare buitenruimte tot totale herontwikkeling) van de bestaande en deels verouderde bedrijventerreinen en kantoorlocaties moeten de vestigingsvoorwaarden verbeteren om ook in de toekomst aantrekkelijke vestigingsplaatsen te blijven voor het bedrijfsleven. Het is van belang om ruimte te blijven bieden aan het bedrijfsleven en op deze wijze zoveel mogelijk bedrijven voor de regio te behouden en nieuwe vestigingen te stimuleren. De werkgelegenheid blijft hierdoor kwantitatief en kwalitatief op peil. Holland Rijnland wil de innovatieve speerpunten, de niches en specialiteiten die moeten zorgen voor extra groei, stimuleren. Dit zorgt voor een duidelijke economische identiteit en levert de regio een aantrekkelijk economisch en kennisklimaat op. Door rondom de topsectoren speerpuntenbeleid te voeren kunnen optimaal de mogelijkheden worden benut die het provinciale en nationale topsectorenbeleid en het Europees beleid biedt. Als topsectoren worden beschouwd: Life science & Health (Bio Science Park Leiden), Space Technology (ESA Estec), de Greenports en Biobased Economy. Het detailhandelsbeleid draait om het in stand houden van bereikbare en aantrekkelijke winkelgebieden op korte afstand van de consument. Dit vraagt om een regionale detailhandelsstructuur
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 31 -
Begroting Holland Rijnland 2015
waarin de verschillende aankoopplaatsen in stads- en dorpscentra en op aangewezen clusters voor perifere detailhandel (PDV) elk hun functie kunnen vervullen. Stimulering van recreatie en toerisme is van groot belang voor de regio. Niet alleen vanwege de mogelijkheden en inkomsten voor ondernemers maar ook vanwege het woon- en vestigingsklimaat. Agrariërs met een teruglopend inkomen kunnen met hun landelijke locaties profiteren van meer toegankelijkheid voor recreatieve doeleinden door het ontwikkelen van recreatiemogelijkheden op de boerderij. Dergelijke functiemenging straalt ook innovatie uit. Maatschappelijke ontwikkelingen Alle signalen wijzen er op, dat de Nederlandse economie langzaam uit de recessie komt, waarin deze sinds 2009 heeft verkeert. De recessie heeft - ook in Holland Rijnland - grote gevolgen (gehad) voor de detailhandel, kantoren en bedrijfsgebouwen. En geleid tot leegstand van bijvoorbeeld kantoren en winkels. Het Nederlandse bedrijfsleven is van oudsher sterk internationaal georiënteerd. Groei is sterk afhankelijk van de mate waarin het bedrijfsleven, de universiteiten en de kennisinstellingen marktkansen weten te verzilveren en bedrijven, mensen en kennis aan Nederland weten te binden. De Zuidvleugel, de provincie, het Rijk en Europa leggen de focus in het beleid op het versterken van een beperkt aantal topsectoren, die de basis moeten vormen voor de groei van de gehele economie. Deze topsectoren moeten voorop lopen in het vinden van innovaties oplossingen voor wereldwijde uitdagingen op het gebied van gezondheid, klimaat, water, voedsel en veiligheid. De vastgoedmarkt is de afgelopen jaren al belangrijk veranderd: van een aanbodgeoriënteerde markt in een vraaggerichte markt. Ook de vraag naar bedrijfsruimte is in ontwikkeling: meer vraag naar kleinschaliger bedrijfs- en kantoorunits op informele werklocaties en minder vraag naar grote units op formele kantoorlocaties en bedrijventerreinen. De uitgifte van bouwrijpe grond is tijdelijk gestagneerd en het aantal transacties voor kantoor- en bedrijfspanden is aanzienlijk teruggelopen. Op verschillende plekken is er sprake van structurele leegstand. Zowel het Rijk als de provincies dringen er bij gemeenten aan op maatregelen. Bij de provincies is er minder geld beschikbaar voor de noodzakelijk herstructurering. Herstructurering wordt daardoor ook een gezamenlijke opgaven van markt en overheid. Vooral door de achterblijvende consumentenbestedingen, veranderende consumentenvoorkeuren en de sterke groei van de verkoop via internet is de winkelmarkt sterk veranderd met in toenemende mate leegstand op alle typen aankoopplaatsen. PDV-clusters dringen aan op het toelaten van andere branches op hun locatie naast de traditionele volumineuze branches. Dit raakt het functioneren van de detailhandelsstructuur. Mensen hebben (tijdelijk) minder te besteden maar hechten wel meer aan ontspanning, beleving, rust, gezondheid. Het open landschap in de regio is aantrekkelijk voor een grote groep personen en biedt belangrijke kansen voor impulsen op het gebied van recreatie en toerisme. Relevante documenten - Regionale StructuurVisie 2020 Holland Rijnland (2012) - Kijk op de regionale economie van Holland Rijnland (2013) - Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland - Bedrijventerreinenstrategie Oude Rijnzone/Rijnstreek - Regionale kantorenstrategie Holland Rijnland - Behoefteraming bedrijfshuisvesting 2.0 - Conclusies Economische Effectrapportages bedrijventerreinen Holland Rijnland (2013) - Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek - Meerjarenprogramma Greenport Duin- en Bollenstreek - Quick Scan: Topsectorenbeleid en kansen voor Holland Rijnland - Werkprogramma Holland Space Cluster - Programma Holland Rijnland Biobased 2014 - Strategie voor detailhandel op perifere locaties - Beleidsagenda Regionale Economie en Energie van de provincie Zuid-Holland - Actieagenda’s van de Topteams Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, Agrofood, Life Science and Health en High Tech. - Visie Ruimte en Mobiliteit (2014) provincie Zuid-Holland - Economische Agenda Greenport Duin- en Bollenstreek (2013) - Economische Agenda en Uitvoeringsprogramma Leidse Regio (2013)
- 32 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Wat gaan we ervoor doen? Voldoende ruimte blijven bieden aan het bedrijfsleven en daarbij de ruimte duurzaam gebruiken Inzet op regionaal niveau voor herstructurering bedrijventerreinen en regionale bedrijventerreinenprogrammering nader af te stemmen met de gemeenten. Actualiseren bedrijventerreinstrategie Holland Rijnland naar aanleiding van nieuwe Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). Mogelijk als onderdeel van een integrale strategie voor werklocaties (kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel) Vraag en aanbod op de kantorenmarkt in balans brengen Ambtelijke projectgroep transformatie voor kennisdeling. Actualiseren kantorenstrategie Holland Rijnland naar aanleiding van nieuwe Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). Mogelijk als onderdeel van een integrale strategie voor werklocaties (kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel) Bestaande clusters / topsectoren versterken Positie regionale topsectoren bij het opstellen economische en ruimtelijk beleid van Zuidvleugel, provincie en Rijk versterken. De Biobased Economy stimuleren door het programma Holland Rijnland Biobased Actief participeren in het Holland Space Cluster Actief participeren in Greenports Holland Ondersteunen Uitvoering Meerjarenprogramma Greenport Duin- en Bollenstreek Voortgang bewaken ILG/Nota Ruimte projecten Kloosterschuur-Trappenberg en Delfweg In standhouden van een robuuste detailhandelsstructuur Advisering over winkelinitiatieven die volgens de provinciale Verordening Ruimte een advies van het Regionaal Economisch Overleg behoeven ter toetsing van de effecten op de regionale detailhandelsstructuur. Actualiseren detailhandelsbeleid naar aanleiding van nieuwe Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). Mogelijk als onderdeel van een integrale strategie voor werklocaties (kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel). Waterrecreatie stimuleren Door ontwikkelen van het regionaal vaarnetwerk. koppelen van het vaarnetwerk aan wandel- en fietsnetwerken. Opdrachtgever onderhoud en aanjager uitbreiding sloepennetwerk Hollandse Plassen Ondersteunen Hollands Utrechts Plassenberaad. Toeristisch aanbod beter beleefbaar maken mede door stimuleren handige routestructuren Aantrekkelijk, toegankelijk en dekkend recreatief netwerk door cros verbanden met landschapsinrichting, utilitair fietsgebruik en cultuurhistorie. Informatievoorziening verbeteren door het stimuleren van een overzichtelijk en actueel aanbod via internet, van routes, activiteiten etc. Coördinatie onderhoud fietsknooppuntennetwerk Holland Rijnland. Deelname aan innovatieve ontwikkelingen, bijvoorbeeld door deelname aan de pilot Vrijetijdslandschap. Economische beleidstaken voor de clusters (Duin- en Bollenstreek, Leidse regio en Rijn- en Veenstreek. Er is sprake van een verschuiving van het regionaal beleid op Holland Rijnland niveau naar de beleid in de clusters. De economische agenda Greenport Duin- en Bollenstreek, en de economische agenda Economie 071 zijn hier voorbeelden van. Hierdoor ontstaat er enige ruimte in capaciteit en budget binnen de organisatie Holland Rijnland. De ontstane ruimte binnen Holland Rijnland organisatie wordt, in afwachting van het #Kracht15 traject, ingezet om samen met de betreffende gemeenten beleidstaken voor de clusters op te pakken. Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) Voldoende ruimte blijven bieden aan het bedrijfsleven en daarbij de ruimte duurzaam gebruiken Periodieke monitoring en opstellen voortgangsrapportages en deze ter bespreken voorleggen aan het PHO Economische zaken Vraag en aanbod op de kantorenmarkt in balans brengen Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 33 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Periodieke monitoring en opstellen voortgangsrapportages en deze ter bespreking voorleggen aan het PHO Economische zaken Bestaande clusters / topsectoren versterken Topsectoren en clusters van Holland Rijnland zijn zichtbaar in het beleid van de provincie / Zuidvleugel, het Rijk en Europa. En regionale topsectoren weten gebruik te maken van kansen (o.a. subsidies) die het topsectorenbeleid van provincie, Rijk en Europa biedt. In standhouden van een robuuste detailhandelsstructuur Bespreken van detailhandelsplannen in het portefeuillehoudersoverleg Economische zaken, waarbij gekeken wordt of de initiatieven passen in de regionale detailhandelsstructuur en de ruimtelijke effecten op de omliggende winkelcentra en omgeving worden getoetst. Waterrecreatie stimuleren Herkenbaar regionaal vaarregime, uitbreiding product sloepennetwerk. Toeristisch aanbod beter beleefbaar maken door stimuleren routestructuren Nieuwe projecten op gebied van fietsgebruik en beleving van cultuurhistorie stimuleren, effectiever onderhoud routestructuren. Economische beleidstaken op het niveau van de clusters/subregio’s (Duin- en Bollenstreek, Leidse regio en Rijn- en Veenstreek). Nader te bepalen, afhankelijk van de behoefte binnen de clusters. Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? Voldoende ruimte bieden aan het bedrijfsleven en daarbij de ruimte duurzaam gebruiken Holland Rijnland en de veertien deelnemende gemeenten (ambtelijk en bestuurlijk) in samenwerking met de provincie Zuid-Holland en waar nodig met inschakeling van externe deskundigheid Vraag en aanbod op de kantorenmarkt in balans brengen Holland Rijnland en de veertien deelnemende gemeenten in samenwerking met de provincie ZuidHolland en waar nodig met inschakeling van externe deskundigheid Bestaande clusters / topsectoren versterken Holland Rijnland in samenwerking met bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen en andere overheden. Uitvoering Meerjarenprogramma Greenport Duin- en Bollenstreek is een taak van de GOM. Holland Rijnland heeft een controlerende taak. In standhouden van een robuuste detailhandelsstructuur Het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland als REO-stuurgroep en het portefeuillehoudersoverleg Economische zaken als adviesorgaan van het Dagelijks Bestuur Waterrecreatie stimuleren Holland Rijnland, gemeenten, ondernemers, ondernemersplatforms, cultuurorganisaties, kamers van koophandel, bureaus voor toerisme etc. Toeristisch aanbod beter beleefbaar maken door stimuleren handige routestructuren Holland Rijnland, gemeenten, ondernemers, ondernemersplatforms, cultuurorganisaties, kamers van koophandel, bureaus voor toerisme etc. Economische beleidstaken op het niveau van de clusters/subregio’s (Duin- en Bollenstreek, Leidse regio en Rijn- en Veenstreek). De clusters in samenwerking met Holland Rijnland. Wat gaat het kosten? Voldoende ruimte blijven bieden aan het bedrijfsleven en daarbij de ruimte duurzaam gebruiken - Procesmanagement: € 30.000,- (6 maanden eerste halfjaar 2015) - Regionale bedrijventerreinenprogrammering en versterken samenwerking: € 20.000,Vraag en aanbod op de kantorenmarkt in balans brengen: - Werkbudget € 10.000,Bestaande clusters / topsectoren versterken - Programma Holland Rijnland BioBased € 40.000 - Participatie Holland Space Cluster € 20.000 - Participatie Greenport Holland € 12.000 - Greenport / RIF: € 10 miljoen (in 15 jaartranches tot 2022). Zie Programma Bestuur en Middelen: Onderdeel RIF - 34 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
In standhouden van een robuuste detailhandelsstructuur: Geen kosten naast reguliere arbeidsuren Toeristisch aanbod beter beleefbaar maken door stimuleren handige routestructuren - Totale kosten voor onderhoud, promotie en kwaliteitsverbetering van fiets-, wandel- en vaarroutes indicatief € 90.000; fysieke aanleg van nieuwe paden en watergangen valt in aanleg niet in dit budget. Economische beleidstaken op het niveau van de clusters/subregio’s (Duin- en Bollenstreek, Leidse regio en Rijn- en Veenstreek). - Werkbudget € 30.000,-
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 35 -
Begroting Holland Rijnland 2015
- 36 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Monitor
Wat willen we bereiken? Doelstelling: Voor het ontwikkelingen en evalueren van beleid is het noodzakelijk om inzicht te hebben in relevante trends en ontwikkelingen en te beschikken over betrouwbare cijfers. Wat is het maatschappelijk effect? Betere onderbouwing van beleidsvoorstellen. Maatschappelijke ontwikkelingen Zie de verschillende hiervoor beschreven onderdelen. Relevante documenten Zie de verschillende hiervoor beschreven onderdelen. Wat gaan we ervoor doen? Permanent verzamelen van relevante informatie Jaarlijks een publicatie met kerncijfers over Holland Rijnland uitbrengen Jaarlijks een monitor bedrijventerreinen of een feitenblad bedrijventerreinen uitbrengen Jaarlijks een kantorenmonitor of een feitenblad kantoren uitbrengen Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? Holland Rijnland werkt bij het verzamelen van data en het opstellen van verschillende publicaties samen met de Afdeling Strategie & Onderzoek van de gemeente Leiden. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande data uit externe bronnen zoals het CBS de provincie Zuid-Holland. De Holland Rijnland gemeenten leveren voor zover nodig aanvullende gegevens. Daarnaast worden aanvullende gegevens bij externe bureaus ingekocht. Wat gaat het kosten? Voor het verzamelen, bewerken en publiceren van data is jaarlijks een bedrag van € 30.000,- nodig.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 37 -
Begroting Holland Rijnland 2015
- 38 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
3.2 Sociale Agenda
Wat willen we bereiken? Met het programma Sociale Agenda ondersteunt het samenwerkingsorgaan de gemeenten binnen Holland Rijnland op het brede terrein van samenlevingsvraagstukken om te bereiken dat de kwaliteit, omvang en samenhang van voorzieningen in de regio Holland Rijnland van een goed niveau zijn. Specifieker richt de samenwerking binnen de Sociale Agenda zich op 5 onderdelen: Jeugd; Leerplicht en voortijdig schoolverlaten; Participatie en arbeidsmarktbeleid Maatschappelijke ondersteuning; Cultuur. Context De regionale sociale agenda beslaat een zeer breed terrein, van onderwijs en jeugdbeleid tot werk en inkomen, van zorg en welzijn tot cultuur. Op dit brede terrein heeft samenwerking tussen gemeenten meerwaarde wanneer het gaat om het aanpakken van maatschappelijke problemen die gemeentegrensoverstijgend zijn, die erg complex zijn, waar schaalvoordelen behaald kunnen worden in de uitvoering, of waar gemeenten door regionaal opererende organisaties en provincie worden aangesproken op het gezamenlijke beleid. Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland vervult op deze onderwerpen veelal een platformfunctie. Binnen de sociale agenda is een goede traditie opgebouwd dat gemeenten samen initiatieven nemen en uitwerken, en daarbij soms licht, soms zwaarder worden ondersteund vanuit het samenwerkingsorgaan. Daarnaast heeft Holland Rijnland binnen de sociale agenda een aantal uitvoerende taken die zijn vastgelegd in de Gemeenschappelijke regeling, namelijk de inkoop van educatieve trajecten in het kader van de Wet Participatiebudget, en de uitoefening van de leerplichthandhaving en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voor voortijdig schoolverlaten (RMC-functie) voor de 12 gemeenten van de Leidse regio en Duin- en Bollenstreek.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 39 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Drie decentralisaties (3D) Met ingang van 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor een groot aantal nieuwe taken in het sociale domein. De taken van de gemeenten worden door decentralisaties op het gebied van de Wet maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), jeugdhulp en werk enorm uitgebreid. Vanwege de omvang en complexiteit van deze opgaven hebben gemeenten de afgelopen periode de in hun organisaties beschikbare kennis en ervaring gebundeld om zich zo efficiënt en effectief mogelijk voor te bereiden op de nieuwe taken. Dit is gebeurd binnen de projectorganisatie 3D. Het lijkt zinvol om ook in 2015 nog samen te werken binnen de 3 decentralisaties. Dit zal in ieder geval gebeuren op taken die regionaal moeten worden opgepakt, zoals het opdrachtgeverschap jeugdhulp en de samenwerking in het regionale werkbedrijf. Ook op andere onderwerpen zal vanuit de platformfunctie naar verwachting nog de nodige gezamenlijke inzet worden geleverd, daar de te realiseren transformaties nog de nodige tijd zullen vergen. Het is lastig om nu reeds vast te stellen hoe de regionale samenwerking met betrekking tot 3D er in 2015 uit zal zien. Holland Rijnland faciliteert de samenwerking. Het is op dit moment niet duidelijk of dit ook in 2015 tot extra benodigde middelen zal leiden. Deze zijn op dit moment niet begroot. In deze begroting wordt onder de onderdelen jeugd, participatie en zorg nader ingegaan op de opgave voor elke decentralisatie. Binnen de hiernavolgende deelprogramma’s wordt ingegaan op de vragen: Wat willen we bereiken Hoe gaan we dit meten Wat zijn de relevante documenten Wie zijn de deelnemers Wat gaan we er voor doen Wat gaat het kosten Wat mag het kosten ?
- 40 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Jeugd
Wat willen we bereiken? Doelstelling: Een ambtelijk en bestuurlijk platform bieden voor het beleidsterrein jeugd. Naar een goede samenwerking in de jeugdketen: het realiseren van een efficiënte en effectieve samenwerking tussen alle betrokken partijen op het terrein van de zorg voor jeugdigen. Naar een sluitend aanbod van zorg voor jeugd en gezin: voor jeugdigen en gezinnen die een beroep doen op jeugdhulp of nazorg is deze tijdig en zo laagdrempelig als mogelijk beschikbaar. Naar een nieuw jeugdstelsel waarmee vanaf 1 januari 2015 invulling wordt gegeven aan de verantwoordelijkheid van de gemeenten voor alle jeugdhulp. Hoe gaan we dit meten? (maatschappelijk effect) in alle gemeenten functioneren jeugd- en gezinteams; relevante zorgpartijen participeren in de jeugd- en gezinteams; de Centra voor Jeugd & Gezin (CJG’s) zijn versterkt en vormen de toegang tot het nieuwe jeugdstelsel in de regio; Gemeenten, organisaties en medewerkers voeren hun taak in het nieuwe jeugdstelsel uit; De regio faciliteert voor gemeenten in het vervullen van de opdrachtgeversrol richting jeugdhulpinstellingen. aantal kinderen die behandeld wordt in zware jeugdzorg en gedwongen kader. Maatschappelijke ontwikkelingen Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle jeugdhulp en moeten zij ervoor zorgen dat er voldoende jeugdhulp beschikbaar is. Gemeenten zijn opdrachtgever en subsidiëren of contracteren zorgaanbieders voor het geven van jeugdhulp. Gemeenten hebben uitgesproken dat zij met elkaar willen samenwerken op dit terrein. De portefeuillehouders hebben in het portefeuillehouderoverleg Sociale Agenda van maart 2014 aangegeven het gezamenlijke opdrachtgeverschap voor de jeugdhulp te willen beleggen bij Holland Rijnland, waarbij voor de gespecialiseerde jeugdhulp sprake zal zijn van financiële risicospreiding tussen gemeenten.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 41 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Het gaat bij de transitie van de jeugdzorg niet alleen om het overnemen van taken die nu ergens anders zijn belegd. Van gemeenten wordt verwacht dat zij de jeugdhulp inhoudelijk transformeren. Het moet een overzichtelijker stelsel worden dat in staat is jeugdhulp te bieden van hogere kwaliteit en tegen minder kosten. In 2013 is het toekomstmodel jeugdstelsel Holland Rijnland vastgesteld en verder uitgewerkt. Dit model gaat uit van een vijftal pijlers: 1. de pedagogische gemeenschap 2. basisvoorzieningen 3. jeugd & gezinteam 4. specialisten 5. verbinding met andere stelsels: 1Gezin1Plan Met name pijler 3, jeugd- en gezinteams, vormt een nieuw aspect dat nog verder uitgewerkt en ingebed moet worden. Hiertoe draaien in 2014 zes proeftuinen. De ontwikkeling en inbedding van de jeugd- en gezinteams zal in 2015 voortgezet worden. De regio zal de gemeenten hierbij ondersteunen. Relevante documenten Notitie gezamenlijk opdrachtgeverschap jeugdhulp (februari 2014) Regionaal beleidsplan transitie jeugdzorg (december 2013) Regionaal transitiearrangement stelselherziening jeugd Holland Rijnland (oktober 2013) Werkplan project 3D 2014 (februari 2014) Toekomstmodel Jeugdstelsel Holland Rijnland (maart 2013) Bedrijfsplan CJG’s Holland Rijnland en bijbehorend actieplan Uitwerkingsconvenanten Ketenaanpak jeugdbeleid, jeugdzorg en gezinsondersteuning ZuidHolland Noord, te weten: Algemene convenant jeugdzorg-jeugdbeleid 2009-2012, Samenwerkingsconvenant model zorgcoördinatie en werken met 1 Gezin 1 Plan, Samenwerkingsconvenant Verwijsindex risico’s jeugdigen JeugdMATCH Zuid-Holland Noord en Aansluitovereenkomst landelijke Verwijsindex Risicojongeren Wat gaan we ervoor doen? Resultaat/Activiteiten in 2015: ondersteunen van ambtelijk platform jeugd Holland Rijnland; coördineren en ondersteunen van de projectgroep Ketenaanpak Jeugd, gericht op: uitwerking, invoering en borging van het toekomstmodel jeugdstelsel Holland Rijnland en het regionaal transitiearrangement. versterken van de Centra voor Jeugd en Gezin waarvan de jeugd- en gezinteams onderdeel uitmaken. Realiseren van een sluitend aanbod van zorg voor jeugdigen en gezinnen. Ondersteunen van gemeenten bij de transformatie van het jeugdstelsel.
- 42 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) Periodieke tevredenheidsmetingen over de jeugd- en gezinsteams onder cliënten en specialistische zorg verlenende partijen. Het aantal gestarte gezinsplannen (1Gezin1Plan) in de regio stijgt. Het hieronder genoemde aantal plannen voor 2013, 2014 en 2015 zijn schattingen gebaseerd op het werkelijke aantal plannen in 2012:
Totaal Stijging in %
2012 878
2013 966 10%
2014 1.062 10%
2015 1.168 10%
omvang financiële inzet in relatie tot aantal geleverde uren/trajecten zorg door aanbieders jeugdhulp; aantal gezinnen, c.q. jeugdigen dat jeugdhulp van het jeugd- en gezinsteam heeft ontvangen. aantal gezinnen dat na afloop van hulp binnen de jeugd- en gezinteams geen specialistische jeugdhulp nodig heeft.
Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? 1. a. ambtenaren van de 14 gemeenten uit de regio Holland Rijnland nemen deel aan het ambtelijke overleg (ao) jeugd en dragen bij aan uitwisseling van kennis en ervaringen en aan de voorbereiding van beleidsnotities; b. één van de gemeenten levert de voorzitter voor het ao jeugd en Holland Rijnland de secretaris; 2. a. gemeenten trekken deeltrajecten binnen de kolom jeugd. Alle gemeenten en maatschappelijke partners zijn vertegenwoordigd in het Platform Ketenaanpak en in diverse werkgroepen, waarbij inzet wordt geleverd.H b. olland Rijnland levert ambtelijke ondersteuning en coördinatie voor ambtelijk platform en project Ketenaanpak Jeugd. c. maatschappelijke instellingen (bijvoorbeeld GGD, Kwadraad, BJZ, Cardea) participeren in project ketenaanpak. d. Regionaal Bureau Leerplicht sluit aan op het project Ketenaanpak door te werken met Eén gezin, één plan en de Verwijsindex.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 43 -
Begroting Holland Rijnland 2015
- 44 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Leerplicht en aanpak voortijdig schoolverlaten
De uitvoering van de leerplicht- en RMC-functie beperkt zich tot de gemeenten in de Leidse regio en de Duin- en Bollenstreek. De uitvoering van de leerplicht- en RMC-functie in de gemeenten Nieuwkoop en Alphen aan den Rijn valt buiten deze begroting en wordt hier verder niet besproken. Wat willen we bereiken? Doelstellingen: Alle kinderen 5 tot 18 jaar op (een passende) school: Het waarborgen van het recht op onderwijs voor leerplichtige of kwalificatieplichtige kinderen. Terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters: Alle jongeren (tot 23 jaar) die daartoe in staat zijn verlaten het onderwijs met een startkwalificatie (diploma op niveau mbo-2, havo of vwo). Hoe gaan we dit meten? (maatschappelijk effect) In 2014 wordt een nieuw beleidsplan leerplicht en RMC 2015-2018 opgesteld. In dit beleidsplan worden indicatoren opgenomen die het gewenst maatschappelijk effect van uitvoering van de leerplichtfunctie monitoren. In het convenant voortijdig schoolverlaten 2012-2015 is opgenomen dat het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters in schooljaar 2014/2015 (peildatum 1 oktober 2015) per niveau maximaal op een vooraf gesteld uitvalpercentage mag uitkomen: Onderbouw VO Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo/vwo MBO niveau 1 MBO niveau 2 MBO niveau 3 en 4
maximum uitvalpercentage 2014/2015 1,0% 4,0% 0,5% 22,5% 10% 2,75%
Maatschappelijke ontwikkelingen Holland Rijnland voert de leerplichtfunctie uit voor de 12 gemeenten uit de Leidse regio en Duin- en Bollenstreek. Ook de leerlingenadministratie en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voor voor-
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 45 -
Begroting Holland Rijnland 2015
tijdig schoolverlaten (RMC-functie) wordt voor deze gemeenten uitgevoerd. Hiermee is er in dit gebied één aanspreekpunt voor scholen voor in- en uitschrijvingen van leerlingen, en het behandelen verzuimmeldingen en meldingen van voortijdig schoolverlaten: het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (RBL). Per 2014 is het jongerenloket als samenwerkingsverband van diensten sociale zaken van gemeenten en het RMC opgehouden te bestaan. De RMC-trajectbegeleiding is met ingang van 2014 weer regulier onderdeel van het RBL. Het RBL heeft de RMC-trajectbegeleiding gekoppeld aan de leerplichthandhaving op het mbo, zodat er voortaan één gezicht voor de mbocontactpersonen en –leerlingen is. Het Rijk heeft met scholen en de RMC-contactgemeenten voor de periode 2012-2015 een convenant voortijdig schoolverlaten afgesloten. In het convenant staan prestatieafspraken met betrekking tot het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Op basis van het convenant kunnen scholen prestatiemiddelen ontvangen en zijn er op regionaal niveau middelen beschikbaar om school-overstijgende maatregelen uit te voeren. Deze zijn in de periode 2012-2015 in regio ZuidHolland Noord uitgevoerd in het programma “Dat houdt je bij de les!”. Dit programma loopt tot en met einde schooljaar 2014/2015. Het is op het moment van schrijven van deze begroting nog onduidelijk of en hoe het Rijk ook na deze periode naast de reguliere RMC-middelen, extra middelen in gaat zetten ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten. Voor de periode 2015-2018 wordt in 2014 een nieuw beleidsplan leerplicht en RMC opgesteld. In dit beleidsplan wordt verwoord welke rol de leerplicht en RMC-functie kunnen en zullen spelen in een aan verandering onderhevige omgeving: invoering passend onderwijs, transities jeugdzorg, werk en zorg naar gemeenten, het actieplan jeugdwerkloosheid en wijzigingen in het onderwijs (o.a. Focus op vakmanschap in het mbo). Relevante documenten Convenant voortijdig schoolverlaten 2012-2015 (19 maart 2012) Overeenkomsten met gemeenten inzake leerlingenadministratie Wettelijke bepalingen inzake leerplicht, RMC en leerlingenadministratie en overige onderwijswetgeving, met name Passend Onderwijs Nog op te stellen beleidsplan en werkplan leerplicht en RMC 2015 Wat gaan we ervoor doen? Uitvoeren leerplichttaken voor gemeenten in Duin- en Bollenstreek en Leidse regio Uitvoeren beleidsplan Leerplicht en RMC 2015-2018, onderdeel werkplan 2015 Uitvoeren leerlingenadministratie-taken voor gemeenten in Duin- en Bollenstreek en Leidse regio Faciliteren werk- en regiegroep Voortijdig School Verlaten Ondersteunen uitvoering vsv-convenant en programma ‘Dat houdt je bij de les!’ Participeren in het Actieplan Jeugdwerkloosheid Holland Rijnland Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) Met ingang van 2013 is een samenwerkingsovereenkomst met de onderwijsinspectie afgesloten om de controle van de verzuimadministratie van scholen op een gestandaardiseerde wijze te controleren. Handhaving en sanctionering blijven de verantwoordelijkheid van de onderwijsinspectie. Het Regionaal Bureau Leerplicht maakt in haar jaarverslag melding van haar bevindingen. De prestatie-indicatoren voor de leerplicht- en RMC-functie zijn als volgt: Prestatie-indicatoren uitvoering leerplichtfunctie: Op 100% van het gemelde wettelijke verzuim volgt actie van leerplicht 80% van de geconstateerde meldingen voor verzuim wordt met 1 interventie afgedaan en leidt niet tot een tweede melding Prestatie-indicatoren RMC-functie: Percentage en aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters dat een aanbod voor trajectbegeleiding heeft gekregen
- 46 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Percentage en aantal oude voortijdig schoolverlaters dat een aanbod voor trajectbegeleiding heeft gekregen Aantal aanmeldingen van voortijdig schoolverlaters voor RMC-trajectbegeleiding met en zonder een recent aanbod voor trajectbegeleiding Aantal plaatsingen van RMC-trajecten uitgesplitst naar soort. De volgende soorten plaatsingen worden onderscheiden (per jongere zijn meerdere plaatsingsresultaten mogelijk, categorieën sluiten elkaar niet uit): - Volledig dagonderwijs (BOL) - Leren en werken (BBL) (inschrijving bij een ROC op een BBL-opleiding) - Overig opleiding (dit zijn opleidingen zoals Voortgezet Volwassenen Onderwijs (VAVO), afstandsonderwijs (schriftelijke cursussen via LOI etc.), etc. - Combi werk/opleiding werkgever (niet in BBL-variant, wel arbeidscontract) - Werk - Zorg - Project Jongeren naar de Arbeidsmarkt (project JA!) - Overig (bijv. uitkeringsvoorziening zoals WW,Wajong en WSW) - Aantal ‘ spontane’ herplaatsingen (herinschrijvingen) op kwalificerend onderwijs waardoor de leerling niet meer als voortijdig schoolverlater wordt aangemerkt
In het werkplan leerplicht en RMC 2015 worden variabelen opgenomen die de bedrijfsvoering van de uitvoering van de leerplicht- en RMC-functie monitoren. Hierover wordt eveneens in het jaarverslag van het Regionaal Bureau Leerplicht gerapporteerd. Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? gemeenten: deelname van gemeenteambtenaren uit Leidse regio en Duin- en Bollenstreek in ambtelijk overleg jeugd en onderwijs van Holland Rijnland vertegenwoordiging van deze gemeenten door Leiden, Leiderdorp, Katwijk en Teylingen in de werkgroep voortijdig schoolverlaten Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland: uitvoering leerplichtfunctie, RMC-functie en leerlingenadministratie voor gemeenten in de Leidse regio en de Duin- en Bollenstreek Sociale agenda Holland Rijnland: faciliteren ambtelijk overleg jeugd en onderwijs en werk-/ regiegroep voortijdig schoolverlaten onderwijsinstellingen, zorginstellingen, gemeentelijke sociale diensten en UWV Werkbedrijf: mede vorm en invulling geven aan beleid inzake terugdringen voortijdig schoolverlaten, samenwerken met en/of participeren in werk- en regiegroep vsv en werkgroep actieplan jeugdwerkloosheid Holland Rijnland Wat gaat het kosten? De volgende projecten vallen onder dit deelprogramma: Leerplichthandhaving Kwalificatieplichthandhaving RMC-functie / aanpak voortijdig schoolverlaten Project sluitende aanpak jongeren Rijnstreek (beroepenmanifestatie)
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 47 -
Begroting Holland Rijnland 2015
- 48 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Participatie
Wat willen we bereiken? Doelstellingen: Terugdringen jeugdwerkloosheid: Jongeren te stimuleren de opleiding af te maken, jongeren hoger op te leiden door ze langer te scholen en jongeren te ondersteunen bij het vinden en behouden van een baan. Verbinding onderwijsagenda met vraag uit de arbeidsmarkt: Ontwikkelen van regionaal arbeidsmarktbeleid waarbij met onderwijs- en werkgeverspartijen afspraken tot stand komen om beter aan te sluiten op de vraag op de arbeidsmarkt. Komen tot de een meer inclusieve arbeidsmarkt met een hogere arbeidsparticipatie van mensen met en grotere afstand tot de arbeidsmarkt. In dit kader het komen tot oprichting van het werkbedrijf voor de arbeidsmarktregio Holland Rijnland. Dit Werkbedrijf is essentieel voor invulling 125.000 Sociaal Akkoord banen. Naar meer samenhang in de participatieketen: Verhoging van de maatschappelijke participatie in het algemeen en de arbeidsparticipatie in het bijzonder door een samenhangende inzet van instrumenten in het kader van het participatiebudget en het budget van de arbeidsmarktregio. Hoe gaan we dit meten? (maatschappelijk effect) a) Percentage jeugdwerkloosheid b) Ontwikkeling arbeidsparticipatie van de beroepsbevolking c) Ontwikkeling aantal niet werkende werkzoekenden d) Afname aantal (langdurig) uitkeringsgerechtigden e) Het aantal deelnemers in educatieve trajecten Opmerking: Holland Rijnland heeft voor de criteria a tot en met d geen directe invloed. De verantwoordelijkheid en sturingsmogelijkheden liggen bij de gemeenten en UWV. Maatschappelijke ontwikkelingen Arbeidsmarktbeleid is geformuleerd als speerpunt voor de sociale en economische agenda. In het regeerakkoord Bruggen Slaan is de nieuwe Participatiewet aangekondigd. De strekking van deze wet is, dat meer mensen met afstand tot de arbeidsmarkt bij reguliere werkgevers aan de slag
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 49 -
Begroting Holland Rijnland 2015
moeten. Dit gaat samen met een omvangrijke bezuinigingsopgave op de sociale zekerheid. De Participatiewet is in februari 2014 aangenomen door de Tweede Kamer. Arbeidsmarktbeleid is per definitie regionaal. Het kabinet heeft voor het uitvoeren van dit beleid arbeidsmarktregio’s ingesteld. Holland Rijnland minus Voorschoten en inclusief de gehele heringedeelde gemeente Alphen aan den Rijn is aangewezen als arbeidsmarktregio. Binnen de arbeidsmarktregio vervult de centrumgemeente een trekkersrol. Voor onze arbeidsmarktregio is de centrumgemeente Leiden. In april 2013 is het Sociaal Akkoord afgesloten. Werkgevers, werknemers en het Rijn zijn overeengekomen 125.000 banen te realiseren voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Het op te richten Werkbedrijf moet de schakel gaan vormen tussen deze banen en mensen die door hun afstand tot de arbeidsmarkt, niet voor reguliere banen in aanmerking komen. Het op te richten Werkbedrijf moet per 1 januari 2015 operationeel zijn. Dit werkbedrijf kan meer gezien worden als een bestuurlijk platform, waar tussen werkgevers, werknemers en overheid afspraken gemaakt worden. De gemeenten in Holland Rijnland hebben een gezamenlijke aanpak voor de drie decentralisaties geformuleerd. Voor werk liggen er dwarsverbanden met de wmo, de jeugdhulp en (passend) onderwijs. Participatiewet -> Werkgeversdienstverlening Na akkoord Eerste kamer zal naar verwachting per 1 januari 2015 is de nieuwe Participatiewet van kracht worden. Het Rijk zet daarbij sterk in op verbetering van de dienstverlening aan werkgevers. Gemeenten en UWV moeten hierin nauw samenwerken. Per arbeidsmarktregio moet er een gemeenschappelijke benadering van werkgevers geformuleerd worden. Een goede werkgeversdienstverlening is een belangrijke randvoorwaarde om het hoofddoel van de Participatiewet te bereiken: het meer plaatsen van werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt bij reguliere werkgevers. Aanvraag middelen Europees Sociaal Fonds Nederland zet middelen uit het Europees Sociaal Fonds in om te komen tot een inclusieve arbeidsmarkt. Dit sluit aan op de doelstellingen van de Participatiewet. De arbeidsmarktregio kan voor 2014 en 2015 een bedrag van 1,6 miljoen euro krijgen. Hierbij is de voorwaarde dat de regio een zelfde bedrag inlegt. 30% van dit bedrag is bestemd voor schoolverlaters van het Voortgezet Speciaal- en het Praktijkonderwijs. Jeugdwerkloosheid Speciale aandacht blijft uitgaan naar het voorkomen en bestrijden van jeugdwerkloosheid. De gemeenten in de regio hebben samen met bedrijfsleven en onderwijspartners de handen ineen geslagen en voor de periode een actieplan jeugdwerkloosheid opgesteld dat doorloopt tot en met halverwege 2015. De aanpak kent de volgende actielijnen: 1) Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 2) Regionale samenwerking 3) Matching-offensief: vraag en aanbod bij elkaar brengen 4) Leerwerkbanen/stagebanen 5) Jongere centraal/aanpak jongere in kwetsbare positie Regionaal Arbeidsmarktbeleid Holland Rijnland ondersteunt vanuit de ruimtelijke agenda de economische ontwikkeling van de regio door middel van het bedrijfsterreinen- en kantorenbeleid en de projecten op het gebied van biolifesciences en spacesciences (de inzet van Holland Rijnland vanuit de ruimtelijke agenda wordt elders in deze begroting beschreven). Vanuit de sociale agenda is de verbetering van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt één van de manieren om de ontwikkeling van de regionale economie te stimuleren. In 2010 heeft het Dagelijks Bestuur Holland Rijnland besloten het Regionaal Platform Arbeidsmarkt Rijn Gouwe (RPA) structureel te financieren voor een deel van de uitvoering van het regionaal arbeidsmarktbeleid. Dit betreft de uitvoering van de platformfunctie en agendering van het thema aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. in het RPA is een groot aantal partijen vertegenwoordigd op het niveau van Holland Rijnland en Midden-Holland: gemeenten, onderwijsinstellingen, werkgevers en werknemersorganisaties. Het RPA geeft met netwerkbijeenkomsten invulling aan uitwisseling tussen de drie O’s, onderwijs, ondernemers en overheid om de aansluiting tussen de vraag van de arbeidsmarkt en het aanbod van arbeidspotentieel te matchen. - 50 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
De inzet van de Participatiewet is, dat het op te richten Werkbedrijf een platformfunctie gaat vervullen. In de tweede helft 2014 wordt de verhouding tussen het RPA en het op te richten Werkbedrijf nader bezien. Volwasseneneducatie Volwasseneneducatie levert een bijdrage aan de algemene doelstellingen van het participatiebeleid. Trajecten voor volwasseneneducatie (VE) worden tot en met 2014 ingekocht door Holland Rijnland. De minister van OCW wil met een wetswijziging met ingang van 2015 het beleid voor op de volgende aspecten veranderen: - Het budget is geen onderdeel meer van het Participatiebudget; - Het budget VE wordt toegekend aan de centrumgemeente van de arbeidsmarktregio en de centrumgemeente wordt verantwoordelijk voor de inzet van de middelen; - De verplichte winkelnering bij de roc’s wordt opgeheven. Hiervoor wordt een afbouwregeling voorgesteld van 75% in 2015, 50% in 2016, 25% in 2017 en 0 in 2018; - De regio kan de middelen in zetten voor taal- en rekenaanbod bij andere aanbieders; - Er is formeel, informeel en non-formeel -aanbod mogelijk; - Verdeling van middelen door het Rijk op basis van objectieve maatstaven in plaats van prestatie indicatoren. In de loop van 2014 zal de regio zich voorbereiden op deze verandering. Hierbij moeten er besluiten genomen worden over: wie de inkoop gaat uitvoeren voor de arbeidsmarktregio; welk aanbod taal- en rekenen waar wordt ingekocht; bij welke aanbieder de trajecten worden ingekocht. Het budget voor 2015 is naar verwachting ongeveer gelijk aan het budget van 2014. Relevante documenten Voorbereiding taken decentralisatie werk februari 2012 Beginselverklaring Werkgeversdienstverlening oktober 2012 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014 – 2015 Aangepast op de aanvraag ESF J3 Regio Holland Rijnland, definitieve versie 1.0 dec 2013 Wat gaan we ervoor doen? Resultaat/Activiteiten in 2015: 1. Financieren van en deelname aan drie O overleg (Regionaal Platform Arbeidsmarkt Rijn Gouwe/ werkbedrijf Holland Rijnland in oprichting) 2. ondersteunen regionale initiatieven op het terrein van aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 3. Ondersteuning invoering Participatiewet met als belangrijke onderdelen werkgeversdienstverlening, oprichten Werkbedrijf Holland Rijnland en het bieden van ondersteuning bij uitwerking van de quotumregeling. 4. Ondersteuning Management Overleg Werkgeversdienstverlening 5. Ondersteuning ESF aanvraag voor werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt 6. Ondersteuning aanpak jeugdwerkloosheid 7. Ondersteuning aanpak kwetsbare jongeren 8. Vraaggerichte inkoop educatietrajecten bij de roc’s; 9. Afstemmen van inkoop taal- en rekentrajecten op re-integratie, inburgering en maatschappelijke ondersteuning; 10. Faciliteren ambtelijk overleg participatie. 11. Ondersteuning convenant leerling-bouwplaatsen Rijnstreek, dat beoogt opleidingsplaatsen in de bouw te garanderen. Hoe gaan we dit meten? (effecten) Ad 3: aantal ingevulde Sociaal Akkoord banen Ad 5: aantal toegeleide werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt Ad 5 en 6: met de middelen voor educatie in het participatiebudget worden minimaal 500 educatietrajecten ingekocht bij de roc’s en andere aanbieders. Ad 6: inzet middelen jeugdwerkloosheid moet ertoe leiden, dat jeugdwerkloosheid in Holland Rijnland één van de laagste van het land blijft.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 51 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Ad 11: aantal gerealiseerde leerlingbouwplaatsen en aantal gerealiseerde leerlingplaatsen in het kader van Social Return. Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? de 14 deelnemende gemeenten: deelname in ambtelijk platform participatie; Onderwijs, Overheid en Ondernemers, verenigd in het regionaal platform arbeidsmarkt Rijn Gouwe (RPA) De 14 deelnemende gemeenten participeren in de 3D aanpak. Decentralisatie Werk maakt deel uit van 3D aanpak. samenwerkingsorgaan Holland Rijnland ondersteunt ambtelijke en bestuurlijke platforms, initieert en onderneemt zelf de voorgenomen activiteiten arbeidsmarktbeleid; koopt met de middelen voor educatie in het participatiebudget taal- en rekentrajecten in bij de roc’s; stemt de inkoop van deze educatietrajecten af op het beleid van volwasseneneducatie, reintegratie, inburgering en maatschappelijke ondersteuning van de gemeenten. Wat gaat het kosten? De volgende projecten vallen onder dit deelprogramma: regionaal arbeidsmarktbeleid; contributie Regionaal platform Arbeidsmarkt Rijn Gouwe (RPA) ambtelijk platform participatie; inkoop taal- en rekentrajecten met middelen voor educatie in het budget van de arbeidsmarktregio.
- 52 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Zorg
Wat willen we bereiken? Doelstelling: Het ondersteunen van de platformfunctie op het gebied van Maatschappelijke ondersteuning. Hoe gaan we dit meten? (maatschappelijk effect) Gemeenten hebben na de overheveling van taken voldoende voorzieningen voor dagbesteding en individuele begeleiding Alle gemeenten beschikken in aansluiting op de regionale woonagenda over een lokaal beleid wonen, zorg en welzijn en voeren deze uit Maatschappelijke ontwikkelingen Gemeenten zijn inmiddels een belangrijke speler op het gebied van publieke gezondheid, zorg en welzijn. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Wet Publieke Gezondheid hebben deze positie aanzienlijk versterkt. Met de uitbreiding van de WMO per 1 januari 2015 worden de gemeenten een belangrijke speler in dit veld. Gemeenten zijn partners van en vaak ook (mede) verantwoordelijk voor regionale aanbieders van zorg en welzijn. De vergrijzing, de vermaatschappelijking en extramuralisering van de zorg zal de komende jaren een grote inspanning van gemeenten, zorgvragers, andere zorgfinanciers en woning corporaties vragen als het gaat om de extramurale zorg voor kwetsbare ouderen. Het huidige Kabinet heeft zich voorgenomen per 1 januari 2015 een aanzienlijke taakverschuiving van AWBZ naar gemeenten te realiseren. De gemeenten in Holland Rijnland voeren de nieuwe taken vooral lokaal of subregionaal met elkaar uit. Holland Rijnland zal in 2015 echter nog wel een platform bieden voor uitwisseling van kennis en ervaringen. Voor veel zorgonderwerpen is een integrale aanpak noodzakelijk en een regionale aanpak/afstemming wenselijk en wordt de platformfunctie van Holland Rijnland benut door agendering in het portefeuillehouderoverleg Sociale agenda. Holland Rijnland heeft in het kader van de RAS (Regionale Agenda Samenleving) een rol van de provincie toebedeeld gekregen in het aanbieden van 2e lijns-ondersteuning van uitvoerende organisaties op het gebied van de WMO (prestatievelden 1 en 4). Het gaat daarbij om het coördineren van de totstandkoming van een jaarlijkse aanvraag vanuit de gezamenlijke gemeenten en GGD voor inzet van ondersteuningsuren door het Centrum voor Maatschappelijke Ondersteuning JSO. Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 53 -
Begroting Holland Rijnland 2015
In de Startnotitie Beleidskader Maatschappelijke Participatie 2013 – 2016 van de provincie wordt aangegeven dat dit beleid tot en met 2016 met een substantiële afbouw van de financiële middelen, wordt voortgezet. Relevante documenten Samenwerkingsovereenkomst met Zorg&Zekerheid Regionaal Kompas Planning uren 2015 Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Strategische visie en plan van aanpak 3D Wat gaan we ervoor doen? Resultaat/Activiteiten in 2015 1. Ondersteunen ambtelijk overleg zorg en welzijn Holland Rijnland en daaruit voortkomende werkgroepen en activiteiten 2. Ondersteunen van het project 3D met name het onderdeel decentralisatie van de functie Begeleiding. Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) 1. Voldoende voorzieningen op het terrein van de functie Begeleiding. 2. Aantal gemeenten dat een beleid voor wonen, zorg en welzijn in uitvoering hebben. Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? 1. De beleidsmedewerkers zorg&welzijn van de gemeenten van Holland Rijnland 2. Voor de decentralisatie AWBZ/uitbreiding WMO is een overleg van lokale projectleiders in het leven geroepen. Wat gaat het kosten? Het Platform Zorg en Welzijn valt onder dit deelprogramma.
- 54 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Cultuur
Wat willen we bereiken? Doelstelling: Het ondersteunen van de platformfunctie op het gebied van Kunst en Cultuur. Hoe gaan we dit meten? (maatschappelijk effect) Meer deelname aan activiteiten op het gebied van kunst, cultuur, erfgoed en recreatie en toerisme in de regio Verhoging van de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs. Maatschappelijke ontwikkelingen Het rijk stelt in de periode 2013-2016 middelen beschikbaar aan culturele instellingen voor het bevorderen van de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs. Deze middelen moeten 100% gematcht worden door de gemeenten. De gemeenten van Holland Rijnland plus Wassenaar hebben met elkaar besloten om de Museumgroep Leiden en Parkexpressie de opdracht te geven om voor deze periode een subsidieaanvraag in te dienen en deze met gemeentelijke middelen te matchen. Het gaat om een samenhangend programma van bestaande producten die gedragen worden door het primair onderwijs en de gemeenten. Relevante documenten Subsidieregeling Cultuureducatie met kwaliteit 2013-2016 Subsidieaanvragen Cultuureducatie met kwaliteit 2013-2016 Wat gaan we ervoor doen? Resultaat/Activiteiten in 2015 Ondersteunen ambtelijk platform cultuur Aansturen cultuurnetwerkers Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) Vier maal per jaar wordt er door Holland Rijnland een ambtelijk overleg Cultuur georganiseerd voor de ambtenaren Cultuur in de regio. In de regio Holland Rijnland wordt door de cultuurnetwerker minimaal 280 uur per jaar inzet gepleegd voor ondersteuning van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit, cultuurparticipatie in het algemeen en netwerkontwikkeling in de regio. Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? De 14 deelnemende gemeenten: deelname aan ambtelijk overleg, informatie uitwisselen, kennis delen en volgen van programma’s Cultuureducatie met kwaliteit. samenwerkingsorgaan Holland Rijnland: faciliteren ambtelijk overleg, administratieve taken inzake verantwoording en subsidieaanvragen voor de cultuurnetwerkers en aansturen van de cultuurnetwerkers.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 55 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Provincie Zuid-Holland: beschikbaar stellen financiën voor cultuurnetwerker en inzet culturele ondersteuningsinstellingen Het rijk: beschikbaar stellen financiering cultuureducatie in het primair onderwijs. Diverse culturele instellingen: uitvoering van producten in het regionale programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Primair onderwijs: uitvoering van programma cultuureducatie met doorlopende leerlijn.
- 56 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
3.3 Bestuur en Middelen
Wat willen we bereiken? Het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op de in de gemeenschappelijke regeling genoemde beleidsterreinen binnen de ruimtelijke en sociale agenda die bepalend zijn voor een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling van het gebied, vanuit de gedachte van verlengd lokaal bestuur en met inachtneming van wat in de gemeenschappelijke regeling is bepaald. Maatschappelijke ontwikkelingen Holland Rijnland is een samenwerkingsverband van 14 gemeenten. Het ligt midden in de Randstad en telt ongeveer 530.000 inwoners. De regio werkt gezamenlijk aan ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken, natuur & landschap, verkeer & vervoer, samenleving en welzijn. Daarbij moet een goede balans gevonden worden tussen ontwikkeling van de regio en het behoud van het oorspronkelijke karakter, zodat de streek aantrekkelijk blijft voor bewoners, toeristen en bedrijven. De regio ligt tussen de grootstedelijke gebieden Rotterdam, Den Haag, Amsterdam en Utrecht. Dit biedt kansen, ondermeer door de centrale ligging en maakt het gebied ook kwetsbaar. Door een goede samenwerking op een aantal terreinen binnen de Ruimtelijke en Sociale Agenda is Holland Rijnland een goede speler in dit krachtenveld. De doelstelling van het programma Bestuur en Middelen is uitgewerkt in de volgende onderdelen: Positie van de Regio Samenwerking en betrokkenheid Middelen Beheer regionaal investeringsfonds Binnen deze deelprogramma’s zal antwoord gegeven worden op de vragen: Wat willen we bereiken? Hoe gaan we dit meten? Wat zijn de relevante documenten? Wie zijn de deelnemers? Wat gaan we er voor doen? Wat gaat het kosten?
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 57 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Wat mag het kosten ?
- 58 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Positie van de regio
Wat willen we bereiken? Doelstelling: Het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland wil de positie van de regio versterken. We willen dit bereiken door versterking van het bestuur, het versterken van de relaties met de samenwerkingspartners en stakeholders op de verschillende projecten en het versterken van de organisatie. Hoe gaan we dit meten? (maatschappelijk effect) 1. Versterking van het bestuur In 2008 heeft een evaluatie van Holland Rijnland plaatsgevonden. Uit deze evaluatie is 2009 de werkgroep Boeien en Binden ontstaan. In 2013 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de uitwerking van de aanbevelingen van de werkgroep Boeien en Binden. De aanbevelingen die voortkomen uit de evaluatie worden meegenomen in discussie rond de toekomst van Holland Rijnland en #Kracht15. In maart 2011 is de strategische agenda “Focus 2014” door het Algemeen Bestuur vastgesteld. De ingezette programma’s worden voortgezet voor zover de uitkomsten van #Kracht 15 niet tot een andere benadering leiden. #Kracht15 is het traject van de samenwerkende gemeenten waarin gekeken wordt naar de positionering en profilering van Holland Rijnland en de gewenste samenwerkingsvorm die daarbij hoort. Dit leidt tot een andere benadering van de samenwerking, die in 2014 verder wordt uitgewerkt. 2. Versterking van de relaties met samenwerkingspartners/stakeholders op projecten Door de strategische advisering op bestuurszaken, een goede bestuurlijk juridische ondersteuning op projectniveau en op concernniveau worden de relaties versterkt. Daarnaast zal het vormgeven
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 59 -
Begroting Holland Rijnland 2015
aan de vernieuwde samenwerking als uitwerking van #Kracht 15 een inspanning vergen in de relaties tussen de samenwerkende gemeenten en stakeholders. . 3. Versterking van de organisatie De versterking van de organisatie zal terug te vinden zijn in een goede ondersteuning op algemeen, communicatief, bestuurlijk en juridische gebied. Door kwaliteitsborging op de genoemde gebieden is de organisatie in staat het bestuur goed te ondersteunen en te versterken. Dit heeft een positieve invloed op de positie van de regio. Maatschappelijke ontwikkelingen Dit onderdeel van het programma is voor een deel afhankelijk van ontwikkelingen in de (bestuurlijke) omgeving van het samenwerkingsverband. Op moment van schrijven is de discussie rondom de bestuurlijke toekomst van het middenbestuur en de bestuurlijke toekomst is nog volop bezig. Daarnaast ontstaat beweging in het zoeken naar logische samenwerkingspartners en agenda’s. Op het maatschappelijk gebied spelen verder onder andere de decentralisaties binnen het sociaal domein en de impact van de financiële en economische crisis. Al deze ontwikkelingen zullen haar impact op de regio en het samenwerkingsorgaan hebben en zijn aanleiding geweest voor de gemeenten om #Kracht 15 te starten en de richtinggevende uitspraak uit te werken. Dat zal in 2015 operationeel zijn. Relevante documenten Gemeenschappelijke regeling Uitwerking #Kracht 15 Missie visie document Holland Rijnland
Wat gaan we ervoor doen? Resultaat/Activiteiten in 2015 1. Versterking Bestuur a. Reguliere taken bestuursondersteuning en bestuursjuridische advisering b. Uitvoering geven aan resultaten Positionering en profilering #Kracht 15 Holland Rijnland; 2. Versterking van de relaties met samenwerkingspartners en stakeholders op projecten a. Versterking communicatie b. Strategische advisering bestuurlijke zaken en bestuursjuridische ondersteuning en communicatieondersteuning op project/afdelingsniveau. 3. Versterking van de organisatie a. Op goede wijze invulling geven aan de nieuwe taken b. Invulling consulentschap op gebied van communicatie en juridische zaken c. Uitvoering projectgebonden communicatieplannen Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) Aan de hand van de bovengenoemde activiteiten wordt bekeken in hoeverre deze uitgevoerd worden. 1. Versterking bestuur a. Aantal georganiseerde DB en AB-vergaderingen en themabijeenkomsten. Aantal werkbezoeken van het dagelijks bestuur b. Door de uitvoering van de resultaten van #Kracht 15 . 2. Versterking van relaties met samenwerkingspartners/stakeholders op projecten a. Reguliere adviestaken op gebied van communicatie op projectniveau en organisatieniveau goed ingevuld. b. Daarnaast alle taken op gebied van bestuurlijke en juridische advisering uitvoeren.
- 60 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
3. Versterking van de organisatie Door juridische kwaliteitsbewaking en communicatieadvies de producten van het samenwerkingsorgaan te verbeteren.
Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen 1,2 en 3 Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 1, 2 De vijftien deelnemende gemeenten Wat gaat het kosten? De volgende projecten vallen onder dit onderdeel: Bestuursondersteuning Bestuurlijk juridische advisering Strategische advisering bestuurszaken Strategische communicatie Aanpassing verordeningen Voorbereiding werkbezoeken Bestuur
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 61 -
Begroting Holland Rijnland 2015
- 62 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Samenwerking en betrokkenheid
Wat willen we bereiken? Doelstelling: Het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland wil de onderlinge samenwerking en betrokkenheid binnen de regio vergroten. De onderlinge samenwerking en betrokkenheid wil het samenwerkingsorgaan bevorderen door de samenwerking te faciliteren en het verbeteren van de contacten tussen de regio en de gemeenten op ambtelijk en bestuurlijk niveau. Hoe gaan we dit meten? (maatschappelijk effect) Om als samenwerkingsorgaan effectief te zijn is het noodzakelijk dat de gemeenten onderling een gevoel van verbondenheid delen. Dat komt bij elkaar in het samenwerkingsorgaan. Elkaar kennen is daarbij essentieel. Maatschappelijke ontwikkelingen De heroriëntering van gemeenten op de samenwerking binnen #Kracht 15 heeft gevolgen voor Holland Rijnland. Daarnaast ontstaan op onderwerpen nieuwe samenwerkingsinitiatieven, wordt landelijke en bovenregionaal en subregionaal gekeken naar schaalniveau en op welke wijze de meeste winst te behalen is. Verregaande taakstellingen en bezuinigingen zijn ook van invloed op de samenwerking.
Relevante documenten Gemeenschappelijke regeling Verordeningen Missie visie document Holland Rijnland Wat gaan we ervoor doen? Resultaat/Activiteiten in 2014 1. Faciliteren samenwerking gemeenten onderling In stand houden en uitbouwen Kennismanagement
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 63 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Het verder optimaliseren van de communicatie; o.a. door inzet sociale media; nieuwsbrieven en website; organisatie regiocongres en digitaal aanbieden van alle vergaderstukken e.d. 2. Verbeteren contacten regio en gemeenten op ambtelijk en bestuurlijk niveau Het verder ontwikkelen kennismanagement, relatiebeheer gemeenten e.d. Organisatie bezoeken Dagelijks Bestuur aan raden en colleges en ambtelijke Managementteams aan Managementteams. Onderhouden relatiebeheer secretarissenkring, bestuursecretariaten, regiocontactambtenaren en griffiers. Het organiseren van een regiocongres. Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) Aan de hand van de bovengenoemde activiteiten wordt bekeken in hoeverre deze uitgevoerd worden. 1. Faciliteren samenwerking gemeenten onderling a. Holland Rijnland is in grote lijnen op de hoogte van wat er speelt binnen de gemeenten. Daarvoor worden actief contacten onderhouden via internetfora. b. Er wordt minimaal 10 keer per jaar een e-nieuwbrief uitgezet, er gaan minstens 40 tweets uit en het aantal volgers blijft stabiel. 2. Verbeteren contacten Regio en gemeenten op ambtelijk en bestuurlijk niveau c. Kennismanagement vindt ook plaats op gebied van communicatie, bestuurssecretariaten, en bestuurlijk-juridisch gebied. d. Het aantal georganiseerde bijeenkomsten van het Algemeen Bestuur, de portefeuillehouderoverleggen, het Dagelijks Bestuur e.d. worden geregistreerd. Het streven is dat alle gemeenten in elk geval jaarlijks bezocht worden. De verschillende ambtelijke en gemeenteoverschrijdende overleggen worden bezocht worden door vertegenwoordigers van Holland Rijnland. e. Daarnaast wordt er in ieder geval een regiocongres georganiseerd en geëvalueerd. Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? 1 en 2 Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 1 en 2 De vijftien deelnemende gemeenten
Wat gaat het kosten? De volgende projecten vallen onder dit onderdeel: Bestuurskosten Bestuursondersteuning Bestuurlijk juridische advisering Beheer corporate communicatiemiddelen Organisatie Conferenties Ondernemingsraad
- 64 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Middelen
Wat willen we bereiken? Doelstelling: Een grote mate van efficiëntie en effectiviteit. Beperkte lastendruk op de gemeenten. Voor de uitvoering van de taken zijn een organisatie, menskracht, fysieke en financiële middelen nodig. Het grootste deel van de financiële middelen is afkomstig van de deelnemende gemeenten. Er wordt gestreefd naar een grote mate van efficiency en effectiviteit, waardoor de lastendruk op de gemeenten wordt beperkt. Hoe gaan we dit meten? (maatschappelijk effect) Planning & Controlcyclus (begroting, managementrapportage, jaarverslag en –rekening) Maatschappelijke ontwikkelingen Dit deelprogramma is een voortzetting van de bestaande activiteiten. Relevante documenten Gemeenschappelijke regeling Financiële verordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Instructie controller Treasurystatuut
Wat gaan we ervoor doen? Resultaat/Activiteiten in 2015 uitvoering planning en controlcyclus treasurymanagement middelen beheer het in control komen van de organisatie verder ontwikkelen van administratieve organisatie en interne controle verdere ontwikkeling van het meer SMART krijgen van gegevens van doelstellingen en prestaties.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 65 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) vaststelling begroting vaststelling jaarrekening managementrapportage verlaging accountantskosten
Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? De vijftien deelnemende gemeenten Wat gaat het kosten? De volgende projecten vallen onder dit deelprogramma: P & C cyclus Liquiditeit Overige middelen
- 66 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Onderdeel Regionaal Investeringsfonds
Wat willen we bereiken? Doelstelling: Goed beheer van de in het RIF gestorte gelden. Hoe gaan we dit meten? (maatschappelijk effect) Voor de RIF wordt een liquiditeitsbegroting bijgehouden. De realisaties van de vijf projecten zullen de effecten dienen te zijn. Maatschappelijke ontwikkelingen In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 19 december 2007 is ingestemd met het opzetten van het Regionaal Investerings Fonds (RIF). De uitwerking hiervan vindt plaats in de beheersverordening RIF, waarin de vijf volgende projecten zijn genoemd: RijnlandRoute Hoogwaardig Openbaarvervoernetwerk Zuid-Holland Noord (HOV-net ZHN)Programma ontsluiting Greenport de realisatie van het Regionale groenprogramma (inclusief projecten in het Groene Hart)De versterking van de Greenport Duin- en Bollenstreek
Relevante documenten - Beheersverordening Regionaal Investerings Fonds - Financiële verordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland - Controleverordening samenwerkingsorgaan Holland Rijnland - Instructie controller - Treasurystatuut Wat gaan we ervoor doen? Resultaat/Activiteiten in 2015: Zorgdragen voor inning van de gelden bij de twaalf deelnemende gemeenten. Het leveren van de financiële bijdragen aan de projecten Rijnland Route, HOV-net Zuid-Holland Noord West, programma Ontsluiting Greenport, Greenport Ontwikkelings Maatschappij en Groenprogramma. Conform de Verordening vindt er een prudent beheer plaats van de gelden. Dit resulteert in een financieel overzicht bij de jaarrekening. Hoe gaan we dit meten? (meetbare resultaten) Door middel van een jaarlijks overzicht wordt inzage verschaft in het verloop van het fonds en de gegenereerde rente.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 67 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Activiteiten in 2015 en 2016 Beheer van het regionaal Investeringsfonds wordt gecontinueerd.
Wie zijn de deelnemers en wie gaat wat doen? De twaalf aan het Fonds deelnemende gemeenten Wat gaat het kosten? De volgende projecten vallen onder dit deelprogramma: Beheer Regionaal Investerings Fonds Als gevolg van aanpassingen binnen het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten worden de gelden ten behoeve van het Regionaal Investerings Fonds niet meer verantwoord in de begroting van baten en lasten. Vanaf 2009 wordt het te ontvangen bedrag van € 9.454.330 direct op de balanspost vooruitontvangen bedragen verantwoord. Inmiddels vinden de uitbetalingen voor de projecten Greenport en RijnGouwelijn West van de jaarbedragen plaats. Van de renteopbrengsten wordt jaarlijks een bedrag van € 45.670 toegevoegd aan de investeringssom (als gevolg van in de overeenkomst aangepaste bijdrage gemeente Zoeterwoude). Overzicht stand van zaken Regionaal Investerings Fonds (RIF) Stand per 1 januari 2015 Ontvangsten: Totaal ontvangen van de gemeenten (incl € 25,0 miljoen Leiden en Katwijk) Totaal te verwachten renteopbrengst Totaal te betalen voor 1 april 2015 sub-totaal Uitgaven: Rijnlandroute HOV-netwerk ZHN Noordelijke ontsluiting Greenport Versterking van de Greenport D&B Regionaal Groenprogramma Totaal te betalen in 2015 Saldo per 31 december 2015
20.398.976
35.209.305 49.951 35.259.256 55.658.232
27.500.000 2.488.600 4.000.000 666.666 1.112.034 35.767.300 19.890.932
Verantwoording verantwoord op ontvangen RIF-gelden correctie op ontvangen RIF-gelden
18.157.526 365.352 18.522.878 1.368.054 19.890.932
Rente saldo Totaal
Verdeling per project
Rijnlandroute HOV-netwerk ZHN Noordelijke ontsluiting Greenport Versterking van de Greenport D&B Regionaal Groenprogramma
Bijdrage renteopbreng Saldo gemeenten sten 31-12-2015 minus uitname 754.974 411.563 1.166.537 57.000 257.034 314.034 13.500.000 419.386 13.919.386 5 67.496 67.501 4.210.899 212.575 4.423.474 18.522.878
- 68 -
1.368.054
19.890.932
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Regionaal investeringsfonds Prognose cash-flow 2008-2022 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Totaal
te reserveren 9.500.000 9.500.000 bijdrage Leiden en Katwijk Leiderdorp correctie Zoeterwoude -45.669 -45.669 Bijdrage gemeenten 9.454.331 9.454.331
9.500.000
9.500.000
9.500.000
9.500.000
9.500.000
9.500.000
9.500.000
9.500.000
9.500.000
9.500.000
9.500.000
9.500.000
-45.669 9.454.331
-45.669 9.454.331
-45.669 9.454.331
-45.669 9.454.331
-45.669 9.454.331
9.500.000 25.754.974 -45.669 35.209.305
-45.669 9.454.331
-45.669 9.454.331
-45.669 9.454.331
-45.669 9.454.331
-45.669 9.454.331
-45.669 9.454.331
-45.669 9.454.331
9.500.000 -573.780 -45.669 8.880.551
9.500.000 -181.194 -45.669 9.273.137
15.000.000
2.500.000
27.500.000
2.500.000
2.500.000
2.500.000
2.500.000
2.500.000
2.500.000
15.000.000
75.000.000
2.488.600
4.977.200
2.488.600
2.488.600
2.488.600
2.488.600
2.488.600
2.488.600
2.488.600
2.488.600
37.363.200
INKOMSTEN 161.500.000 25.000.000 -776.373 185.723.627
UITGAVEN Rijnland Route HOV-net ZHN
7.500.000
2.488.600
Programma Ontsluiting HOV-corridor Noordwijk-Schiphol Maatregelen Duinpolderweg
2.500.000 4.000.000
4.000.000
5.000.000 4.000.000
4.000.000
4.000.000
20.000.000 12.500.000
12.500.000
Versterking van de Greenport D&B
1.999.998
Regionaal Groenprogramma Totaal Uitgaven
2.500.000
666.666
666.666
666.666
666.666
666.666
666.666
666.666
666.666
666.666
666.666
666.666
1.219.511
1.559.839
107.616
2.456.768
1.112.034
3.544.232
2.000.000
2.000.000
2.000.000
2.000.000
2.000.000
666.676
10.000.000 20.000.000
0
0
9.499.998
4.374.777
2.226.505
18.262.882
13.100.634
35.767.300
15.699.498
11.655.266
11.655.266
11.655.266
20.155.266
7.655.266
18.155.276
0
0
Saldo 9.454.331 Rente opbrengst/kosten 318.665 Saldo incl rente 9.772.996
9.454.331 552.464,95 10.006.796
-45.667 209.570,39 163.903
5.079.554 294.838,73 5.374.393
7.227.826 169.095,40 7.396.921
-8.808.551 85.677,00 -8.722.874
-3.646.303 53.144 -3.593.159
-557.995 49.951 -508.044
-6.245.167 38.018 -6.207.149
-2.200.935 30.083 -2.170.852
-2.200.935 24.656 -2.176.279
-2.200.935 -10.700.935 19.215 -115.206 -2.181.720 -10.816.141
1.799.065 -104.036 1.695.029
-8.700.945 -382.135 -9.083.080
8.880.551 -197.498 8.683.053
9.273.137 -13.669 9.259.468
179.863.200
Begroting Holland Rijnland 2015
- 69 -
Begroting Holland Rijnland 2015
- 70 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
4. Paragrafen Weerstandsvermogen Door de provincie Zuid-Holland is in het kader van het financiële toezicht voorgeschreven om een paragraaf over het weerstandsvermogen bij de begroting en rekeningstukken toe te voegen. Het is van belang dat gemeenten in staat zijn onverwachte financiële tegenvallers het hoofd te kunnen bieden (dit wordt het weerstandsvermogen genoemd). Daarvoor is het nodig te beschikken over een zekere mate van vrije ruimte, een buffer, binnen de begroting en/of vermogenspositie. Deze vrije ruimte wordt aangeduid als weerstandscapaciteit. Deze weerstandcapaciteit bestaat volgens de brief van de provincie uit een drietal componenten: de omvang van de vrij aanwendbare reserves; de onbenutte belastingcapaciteit; de “lucht” in de begroting. Hierbij merkt de provincie op dat de algemene reserve, die vrij besteedbaar is, bepalend is voor de vraag of men over voldoende vrije buffer beschikt. Het samenwerkingsorgaan beschikt niet over vrije reserves. De deelnemende gemeenten zijn op grond van de regeling geheel gezamenlijk verantwoordelijk voor de financiële situatie bij het samenwerkingsorgaan en mogelijke tekorten of financiële tegenvallers. De buffer voor Holland Rijnland zit dan ook bij de deelnemende gemeenten. Er hoeft binnen Holland Rijnland dan ook geen weerstandscapaciteit aanwezig te zijn. De gemeenten worden driemaal per jaar geïnformeerd over het verloop van de begroting, namelijk bij marap en bij de jaarrekening. Eventuele risico’s worden daarbij aangegeven. De gemeenten moeten dan in staat worden geacht op basis van deze informatie voldoende voorzieningen in de eigen begroting te treffen. Dat risico kan betrokken worden bij het geheel van de door de gemeente gelopen risico’s. Uit dat oogpunt is geen afzonderlijke risicoreserve bij de gemeenschappelijke regeling aangehouden.
Risico’s Onder risico's worden verstaan alle voorzienbare risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd, of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie. Debiteurenbeheer De afhandeling van (oude) openstaande posten heeft doorlopend aandacht. Indien onverhoopt mocht blijken dat sommige debiteuren dubieus van aard zijn, dan zal door een apart voorstel besluitvorming plaatsvinden omtrent de verdere administratieve afhandeling. Subsidiestromen derden Bij toezeggingen van derden zal er altijd zoveel mogelijk de zekerheid moeten zijn dat de bedragen ook daadwerkelijk worden ontvangen alvorens tot verplichtingen wordt overgegaan. Personeelskosten De onderhandelingen voor de cao na april 2013 zijn op het moment van de samenstelling van de begroting niet bekend. In de begroting is uitgegaan van een loonstijging van 0,00%. Een hogere uitkomst zal leiden tot hogere lasten. Zie hiervoor ook hoofdstuk 2 Uitgangspunten. Een mogelijk beroep op de bovenwettelijke werkloosheidsregeling is niet te voorzien en kan als risico worden aangemerkt.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 71 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Dekking personeelskosten uit subsidiestromen derden. In enkele gevallen is het mogelijk, dat uit de subsidiestromen van derden tijdelijk een gedeeltelijke dekking van de formatie van onze organisatie kan plaatsvinden. Het wegvallen van deze subsidie zal niet direct inkrimping van de formatie tot gevolg kunnen hebben. Daar waar de dekking vanuit de subsidiestroom tot (tijdelijke) uitbreiding van de formatie leidt, zal bij het wegvallen van de subsidie ook deze uitbreiding te niet worden gedaan. Toepassing cafetariamodel op gebied van personeelszaken De omvang van het verkopen van verlofuren is op voorhand moeilijk in te schatten. Het risico bestaat dat niet alle verkochte uren gefinancierd kunnen worden uit bestaande begrotingsposten. Ziekteverzuim Holland Rijnland is evenals andere overheidslichamen eigen risicodrager bij ziekte. Dit betekent dat bij ziekte het salaris voor rekening van de werkgever wordt doorbetaald. In de begroting zijn beperkte bedragen opgenomen voor vervanging. Bij veelvuldig en/of langdurig ziekteverzuim wordt er niet aan ontkomen om personeel bij derden in te huren. De kosten hiervan zijn vaak aanzienlijk. Dit betekent dat, bij gebrek aan een eigen voorziening, een beroep moet worden gedaan op de deelnemende gemeenten door middel van een verhoging van de gemeentelijke bijdrage. Automatisering De bedrijfsvoering is afhankelijk van de automatisering. Systeemstoringen en uitval kan de bedrijfsvoering belemmeren. Voor het gebruik en de toepassingen is een beveiligingsplan opgesteld. Rentedaling In de begroting is een renteopbrengst van € 2,5 ton geraamd. Grote rentedalingen dragen er toe bij dat deze renteopbrengst niet wordt gerealiseerd. Hierdoor kan er een tekort ontstaan. Onderhoud kapitaalgoederen De enige kapitaalgoederen die het samenwerkingsorgaan in zijn bezit heeft is de inventaris, bestaande uit meubilair en automatiseringstoepassingen. Op deze zaken wordt afgeschreven. Het orgaan beschikt niet over (egalisatie-)reserves voor vervangingen. Kleine aanschaffingen vinden binnen de begroting plaats. Grote vervangingen vergen een extra krediet waarvoor dan een voorstel wordt voorgelegd aan het Algemeen Bestuur.
- 72 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Financiering
Algemeen De exploitatietekorten van het samenwerkingsorgaan worden gefinancierd door de vijftien deelnemende gemeenten. Op basis van de vastgestelde begroting wordt de geraamde gemeentelijke bijdrage als voorschot in rekening gebracht en wel de eerste termijn ad 50% aan het begin van het begrotingsjaar en de tweede termijn ad 50% op 1 juli van het lopende begrotingsjaar. Bij de vaststelling van de jaarrekening wordt tevens de definitieve bijdrage over het betreffende jaar vastgesteld. Zo spoedig mogelijk daarna vindt er een afrekening plaats met de gemeenten. Daarnaast zijn er geldstromen van ministeries en provincie waarvan de bedragen worden doorgesluisd naar de betreffende instanties. Kasgeld Tijdelijke overschotten worden in verband met het Schatkistbankieren uitgezet bij de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten. Dit gebeurt in daggeld of in deposito’s. Tijdelijke tekorten komen sporadisch voor en zijn slechts van korte duur. Hiervoor wordt dan gebruik gemaakt van de kredietlimiet (rood staan) van de bankinstelling (BNG)
Leningenportefeuille Het samenwerkingsverband beschikt niet over een leningenportefeuille. Liquiditeitenplanning Gelet op de bevoorschottingsregeling met de deelnemende gemeenten en het regelmatige uitgavenpatroon is er geen liquiditeitenplanning opgesteld.
In- en externe ontwikkelingen Er zijn geen interne of externe ontwikkelingen en deze worden ook niet verwacht, die invloed kunnen hebben op de treasuryfunctie, de treasuryorganisatie, het risicoprofiel, de financiële posities, de vermogenswaarden en/of de geldstromen. Risicobeheer De treasuryfunctie dient uitsluitend de publieke taak en het beheer van de uitzettingen is prudent. Er wordt ruim voldaan aan de kasgeldlimiet, er zijn geen geldleningen en de kasgeldoverschotten worden tijdelijk uitgezet bij de Bank Nederlandse Gemeenten of Rabobank. Renterisico’s Vanwege de zeer beperkte financieringsbehoeften en het prudent wegzetten van overtollige kasgeldmiddelen is het renterisico gering. Holland Rijnland is geen vaste geldleningen aangegaan. Het samenwerkingsorgaan voldoet dan ook aan de renterisiconorm. Financieringsrisico’s Omdat de gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het financiële beleid van het samenwerkingsorgaan en zich verplicht hebben de tekorten in zijn geheel gezamenlijk te dragen, zijn er geen financieringsrisico’s. Kasgeldlimiet Het samenwerkingsorgaan is steeds gedurende vele jaren binnen de kasgeldlimiet gebleven. De verwachting is ook dat dit ook voor de komende jaren zal blijven gelden.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 73 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Kaslimiet
Meerjarenprognose Op basis van de meerjarenverwachtingen is de inschatting dat Holland Rijnland ook de komende jaren geen geldleningen behoeft aan te gaan. Een renterisico vaste schuld is dan ook niet aanwezig.
- 74 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Bedrijfsvoering Rollen van Holland Rijnland De rollen van Holland Rijnland zijn onderverdeeld in vijf categorieën. Elke rol vraagt een andere betrokkenheid van raden en colleges. 1. Richtinggevende rol Samenwerking bij onderwerpen waarvan de gemeenten met elkaar vinden dat deze een aanpak op de schaal van Holland Rijnland vereisen. De gemeenten doen hierbij via het Algemeen Bestuur richtinggevende uitspraken. Deze activiteiten passen in het basispakket van Holland Rijnland. 2. Platformfunctie Er zijn twee manieren waarop het samenwerkingsorgaan de rol van platform kan vervullen: Een ‘uitgeklede secretariaatsfunctie’. Een of meer gemeenten willen een onderwerp op de regionale agenda plaatsen. Deze gemeenten werken het onderwerp zelf verder uit. De regio zet het alleen op de agenda. Onderwerpen die het Dagelijks Bestuur op de agenda wil zetten en waarvan men ook zelf de voorbereiding doet. 3. Efficiency Dit zijn taken waarvan de gemeenten met elkaar vinden dat het efficiënt is deze op de schaal van Holland Rijnland uit te voeren, omdat dit beter of goedkoper is. 4. Op verzoek van derden Regelmatig zien andere partijen (provincie, maatschappelijke organisaties) een rol/taak voor het samenwerkingsverband weggelegd. De regio kan zo’n rol/taak oppakken als die goed past in de primaire taak van het samenwerkingsverband. In elk geval moet de vraag worden beantwoord of de samenwerkende gemeenten zo’n rol/taak ook zouden oppakken als een derde dit niet zou hebben gevraagd. 5. Bedrijfsvoering Projecten en activiteiten die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van Holland Rijnland vallen onder deze categorie. Alle taken zijn uitgeschreven in projecten en samengevoegd in het projecten- en activiteitenboek. Dit boekwerk wordt vastgesteld door het Dagelijks Bestuur en is bestemd voor de interne organisatie. Organisatorische speerpunten: De verdere uitwerking van de resultaten en adviezen van de gehouden Risico Inventarisatie & Evaluatie en van het medewerkersonderzoek. Implementatie van Het Nieuwe werken Implementatie van een Document Management Systeem (DMS) Aandacht voor de invoering van competentiemanagement. Het optimaliseren van het in control zijn van de organisatie.
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 75 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Verbonden partijen In deze paragraaf vindt u met welke partijen het samenwerkingsorgaan bestuurlijke en financiële belangen heeft. Dit betreffen deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Het samenwerkingsorgaan is niet aan andere organen verbonden, maar participeert wel in diverse overlegorganen.
- 76 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Btw-compensatiefonds Een gemeenschappelijke regeling in de vorm als dit samenwerkingsorgaan wordt niet de btwheffing betrokken. De btw blijft dan voor de gemeenschappelijke regeling een kostenpost. Alleen een gemeenschappelijke regeling die op de prestaties een winsttoeslag oplegt en daardoor doet aan vermogensvorming, heeft recht op aftrek van btw. Dit laatste is niet voor Holland Rijnland van toepassing. Voor de begroting van het Holland Rijnland is er dan ook niets veranderd. Evenals voorgaande jaren zijn alle lasten bruto geraamd. Met ingang van 1 januari 2003 hebben provincies en gemeenten te maken met het btw-compensatiefonds. Per individuele gemeente zal een opgave moeten worden verstrekt welke voorbelasting compensabel is en kan worden doorgeschoven naar de betreffende gemeente. De deelnemende gemeente kan deze kosten dan meenemen met de opgave voor het btw-compensatiefonds. Hierna is een overzicht weergegeven van de te verwachten doorschuif-btw in 2015. Verdeling BTW voor BCF gemeenten 2015
Inwoners
Begroting 2015
HR 14 HR 12 gemeenten gemeenten
RSB gemeenten
25.715 119.800 26.743 24.658 8.122 23.153
25.458 118.603 26.476 24.412 8.041 22.922
20.805 96.926 21.637 19.950 6.571 18.732
4.653 21.677 4.839 4.462 1.470 4.189
0 0 0 0 0 0
Hillegom Katwijk Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Teylingen
20.866 62.688 22.393 25.671 15.740 35.800
20.657 62.061 22.169 25.414 15.583 35.442
16.882 50.719 18.117 20.769 12.735 28.964
3.776 11.343 4.052 4.645 2.848 6.478
0 0 0 0 0 0
Alphen ad Rijn Rijnwoude Nieuwkoop
91.490 0 27.082
74.021 0 21.911
74.021 0 21.911
529.921
503.170
428.740
Kaag & Braassem Leiden Leiderdorp Voorschoten Zoeterwoude Oegstgeest
Totaal
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
0 0 0 74.430
0
- 77 -
Begroting Holland Rijnland 2015
- 78 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
2016
Baten
Bijdrage gemeenten
Programma
Lasten
2017
Baten
Bijdrage gemeenten
Lasten
2018
Baten
Bijdrage gemeenten
Lasten
Baten
Bijdrage gemeenten
Ruimtelijke Agenda
3.659.886
877.585
2.782.301
3.655.566
877.585
2.777.981
3.655.566
877.585
2.777.981
3.655.566
877.585
2.777.981
Sociale Agenda
5.950.387
3.660.623
2.289.764
5.902.434
3.660.623
2.241.811
5.902.434
3.660.623
2.241.811
5.902.434
3.660.623
2.241.811
Bestuur en Middelen
1.643.465
257.060
1.386.405
1.695.738
257.060
1.438.678
1.695.738
257.060
1.438.678
1.695.738
257.060
1.438.678
11.253.738
4.795.268
6.458.470 11.253.738
4.795.268
6.458.470 11.253.738
4.795.268
6.458.470 11.253.738
4.795.268
6.458.470
0 9.454.330
0 0
Totaal Exploitatie begroting Onttrekking/Toevoeging Reserves Regionaal investeringsfonds Totaal generaal
20.708.068
0 9.454.330
0 9.454.330
4.795.268 15.912.800 20.708.068
0 0
0 9.454.330
4.795.268 15.912.800 20.708.068
Bij het opstellen van deze meerjarenbegroting is rekening gehouden met de in hoofdstuk 2 vermelde uitgangspunten, te weten:
de huidige deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling en het samenwerkingsgebied Holland Rijnland; ongewijzigd/bestaand beleid; basisjaren gelijk aan ontwerpbegroting + 3 volgende jaren; gelijkblijvende inwonersaantallen; mutaties als gevolg van incidentele/tijdelijke aangelegenheden.
Bijdrage gemeenten
Totaal
Inwoners 91.490 20.866 25.715 62.688 119.800 26.743 22.393 27.082 25.671 15.740 23.153 0 35.800 8.122 529.921
2015 880.130 271.750 339.240 812.740 1.487.250 353.120 293.280 260.520 328.600 201.660 309.980 0 484.280 106.460
2016 880.130 271.750 339.240 812.740 1.487.250 353.120 293.280 260.520 328.600 201.660 309.980 0 484.280 106.460
2017 880.130 271.750 339.240 812.740 1.487.250 353.120 293.280 260.520 328.600 201.660 309.980 0 484.280 106.460
2018 880.130 271.750 339.240 812.740 1.487.250 353.120 293.280 260.520 328.600 201.660 309.980 0 484.280 106.460
6.458.470
6.458.470
6.458.470
6.458.470
0 0
0 9.454.330
0 9.454.330
4.795.268 15.912.800 20.708.068
0 0
0 9.454.330
4.795.268 15.912.800
- 79 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Alphen ad Rijn Hillegom Kaag & Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Zoeterwoude
0 9.454.330
5. Meerjarenbegroting 2015 – 2018
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
2015 Lasten
Begroting Holland Rijnland 2015
- 80 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
6. Staten Overzicht van Incidentele baten en lasten
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 81 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Bijdrage gemeenten per deelprogramma Inwonertal informatie CBS 01-01-2013 Leidse Regio Rijstreek Duin- en Bollenstreek
217.316 129.447 183.158 529.921
Omschrijving
Regionaal 15 gemeenten
Plustaak 12 gemeenten
Plustaak RBL
Plustaak Rijnstreek gemeenten
Totaal
Onderdeel Ruimtelijke Ordening
597.181
0
0
0
597.181
Onderdeel Wonen
778.271
0
0
0
778.271
Onderdeel Natuur en Landschap
187.123
0
0
0
187.123
Onderdeel Verkeer en Vervoer
673.459
25.630
0
0
699.089
Onderdeel Economische Zaken en Toerisme
520.637
0
0
0
520.637
Onderdeel Sociale Agenda Algemeen
177.098
0
0
0
177.098
Onderdeel Jeugd
193.860
0
0
0
193.860
Onderdeel Leerplicht & VSV
247.493
0
1.217.478
0
1.464.971
Onderdeel Participatie Onderdeel Zorg
284.585 119.080
0 0
0 0
0 0
284.585 119.080
Onderdeel Cultuur
50.170
0
0
0
50.170
Onderdeel Bestuur
1.359.230
0
0
0
1.359.230
27.175
0
0
0
27.175
0
0
0
0
0
5.215.362
25.630
1.217.478
0
Onderdeel Middelen Onderdeel Beheer RIF Totaal generaal
Gemiddeld bedrag per inwoner
9,84
(a) Gemiddeld bedrag per leerling
Leidse Regio Rijnstreek Duin- en Bollenstreek
- 82 -
0,06
(b)
2,96
(c)
0,00
6.458.470
12,19
(d) 19,80
(a + b) (a + d) (a + b + c)
9,91 9,84 12,87
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Inwoners HR 15-gemeenten: bron C BS 01-01-2013
Hillegom
91.490
Inwoners HR 12-incl Jacobswoude: bron C BS 01-01-2013 Inwoners HR 12-excl Jacobswoude: bron C BS 01-01-2013 Inwoners Woonruimteverdeling: bron C BS 01-01-2013 Inwoners bezw cie: bron C BS 01-01-2013
91.490 91.490
Kaag & Braassem
20.866 20.866 20.866 20.866 20.866
25.715 25.715 14.840 25.715 25.715
Leiden
62.688 62.688 62.688 62.688
14.840 10.875
Inwoners Leidse regio-gemeenten: bron C BS 01-01-2013 Inwoners RSB: bron C BS 01-01-2013
Katwijk
91.490
Leiderdorp
Lisse
119.800 119.800 119.800 119.800 119.800 119.800
26.743 26.743 26.743 26.743 26.743 26.743
Nieuwkoop
22.393 22.393 22.393 22.393 22.393
Noordwijk
27.082
27.082 27.082
Noordwijkerh out
Oegstgeest
25.671 25.671 25.671 25.671 25.671
15.740 15.740 15.740 15.740
23.153 23.153 23.153 23.153 23.153 23.153
25.671 3.555
15.740 2.558
3.893
Teylingen
Voorschoten
Zoeterwoude
24.658 24.658 24.658 24.658 24.658 24.658
8.122 8.122 8.122 8.122 8.122 8.122
35.800 6.271
4.112
1.251
529.921 411.349 400.474 529.921 451.493 217.316 129.447 183.158 61.477
35.800 35.800 35.800 35.800 35.800
27.082
Totaal
20.866 3.123
4.105
62.688 10.673
14.252
4.249
22.393 3.435
103.100
23.510
28.980
70.640
135.011
30.140
25.240
30.520
28.930
17.740
26.090
40.340
27.790
9.150
597.181
Totaal onderdeel Ruimte en Wonen
65.670 42.550 32.450 140.670
14.980 9.710 7.400 32.090
18.460 11.960 9.120 39.540
44.990 22.230 67.220
85.982 55.710 42.499 184.191
19.190 12.440 9.480 41.110
16.070 10.420 7.940 34.430
19.440 12.600 9.600 41.640
18.420 11.940 9.100 39.460
11.300 5.580 16.880
16.620 10.770 8.210 35.600
25.690 16.650 12.700 55.040
17.700 11.470 8.740 37.910
5.830 3.780 2.880 12.490
380.342 210.000 187.929 778.271
Totaal onderdeel Natuur en Landschap
32.310
7.370
9.080
22.140
42.293
9.440
7.910
9.560
9.060
5.560
8.180
12.640
8.710
2.870
187.123
Totaal onderdeeldeel Mobiliteit
116.270 116.270
1.340 26.520 27.860
950 32.680 33.630
4.010 79.670 83.680
7.670 152.249 159.919
1.710 33.990 35.700
1.430 28.460 29.890
34.420 34.420
1.640 32.620 34.260
1.010 20.000 21.010
1.480 29.420 30.900
2.290 45.500 47.790
1.580 31.340 32.920
520 10.320 10.840
25.630 673.459 699.089
Totaal onderdeel Economische Zaken en Toerisme
89.890
20.500
25.260
61.590
117.707
26.270
22.000
26.610
25.220
15.460
22.750
35.170
24.230
7.980
520.637
482.240
111.330
136.490
305.270
639.121
142.660
119.470
142.750
136.930
76.650
123.520
190.980
131.560
43.330
2.782.301
Totaal onderdeel Sociale Agenda Algemeen
30.580
6.970
8.590
20.950
40.048
8.940
7.480
9.050
8.580
5.260
7.740
11.960
8.240
2.710
177.098
Totaal onderdeel Jeugd
33.470
7.630
9.410
22.930
43.830
9.780
8.190
9.910
9.390
5.760
8.470
13.100
9.020
2.970
193.860
16.130 16.130
9.630 81.290 4.530 95.450
23.480 211.370 11.050 245.900
44.872 282.238 21.121 348.231
10.020 84.150 4.710 98.880
8.390 68.030 3.950 80.370
4.770 4.770
9.620 70.400 4.520 84.540
5.900 50.660 2.770 59.330
8.670 77.100 4.080 89.850
13.410 124.190 6.310 143.910
9.240 81.430 4.350 95.020
3.040 24.770 1.430 29.240
154.092 1.217.478 93.401
Totaal onderdeel Leerplicht en VSV
7.820 61.850 3.680 73.350
Totaal onderdeel Participatie
49.130
11.210
13.810
33.670
64.335
14.360
12.030
14.540
13.790
8.450
12.430
19.230
13.240
4.360
284.585
Totaal onderdeel Zorg
20.560
4.690
5.780
14.090
26.910
6.010
5.030
6.090
5.770
3.540
5.200
8.040
5.540
1.830
119.080
Inwoners DB: bron C BS 01-01-2013 leerling DB: bron LBA 19-3-2014 PROGRAMMA RUIMTELIJKE AGENDA Totaal onderdeel Ruimtelijke Agenda Algemeen Woonruimteverdeling Bezwaren commissie Woonruimteverdeling Rijnstreek tot 1 april 2014 Overige deelprogramma Wonen
TOTAAL PROGRAMMA RUIMTELIJKE AGENDA
Bijdrage per gemeente
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Alphen ad Rijn
Gemeente
PROGRAMMA SOCIALE AGENDA
RMC Regionaal Bureau Leerplicht Overig onderdeel Onderwijs
Totaal onderdeel C ultuur TOTAAL PROGRAMMA SOCIALE AGENDA
1.464.971
8.660
1.980
2.430
5.930
11.360
2.530
2.120
2.560
2.430
1.490
2.190
3.390
2.330
770
50.170
158.530
105.830
135.470
343.470
534.714
140.500
115.220
46.920
124.500
83.830
125.880
199.630
133.390
41.880
2.289.764
Totaal onderdeel Bestuur
234.670
53.520
65.960
160.790
307.280
68.590
57.440
69.460
65.850
40.370
59.390
91.830
63.250
20.830
1.359.230
Totaal onderdeel Middelen
4.690
1.070
1.320
3.210
6.135
1.370
1.150
1.390
1.320
810
1.190
1.840
1.260
420
27.175
Totaal onderdeel Beheer RIF
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
TOTAAL PROGRAMMA BESTUUR & MIDDELEN
239.360
54.590
67.280
164.000
313.415
69.960
58.590
70.850
67.170
41.180
60.580
93.670
64.510
21.250
1.386.405
Totaal exploitatiebegroting
880.130
271.750
339.240
812.740
1.487.250
353.120
293.280
260.520
328.600
201.660
309.980
484.280
329.460
106.460
6.458.470
880.130
271.750
339.240
812.740
1.487.250
353.120
293.280
260.520
328.600
201.660
309.980
484.280
329.460
106.460
6.458.470
430.127
368.865
1.764.337
3.076.651
571.022
409.567
585.348
378.658
400.880
731.905
572.420
164.550
9.454.330
701.877
708.105
2.577.077
4.563.901
924.142
702.847
913.948
580.318
710.860
1.216.185
901.880
271.010
Bijdragen gemeenten begroting 2015
- 83 -
Regionaal InvesteringsFonds Totaal generaal
880.130
260.520
#######
Begroting Holland Rijnland 2015
PROGRAMMA BESTUUR & MIDDELEN
Begroting Holland Rijnland 2015
Kostenverdeling Woonruimteverdeling Bijdrage gemeenten Totaal Alphen ad Rijn Nieuwkoop Kaag & Braassem (LR) Hillegom Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Totaal
380.342
210.000
-
590.342
91.490 27.082
65.670 19.440
42.550 12.600
-
108.220 32.040
14.840 20.866 62.688 119.800 26.743 22.393 25.671 15.740 23.153 35.800 24.658 8.122
18.460 14.980 44.990 85.982 19.190 16.070 18.420
11.960 9.710 55.710 12.440 10.420 11.940
-
30.420 24.690 44.990 141.692 31.630 26.490 30.360
11.300 16.620 25.690 17.700 5.830
10.770 16.650 11.470 3.780
-
11.300 27.390 42.340 29.170 9.610
400.474
380.342
210.000
-
590.342
Kostenverdeling Regionaal Bureau Leerplicht Bijdrage gemeenten Gemeente
Kaag & Braassem Hillegom Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Totaal
- 84 -
aantal lln Bijdrage 5 tm 17 jaar 1.217.478
Totaal 1.217.478
4.105 3.123 10.673 14.252 4.249 3.435 3.555 2.558 3.893 6.271 4.112 1.251
81.290 61.850 211.370 282.240 84.150 68.030 70.400 50.660 77.100 124.190 81.430 24.770
81.290 61.850 211.370 282.240 84.150 68.030 70.400 50.660 77.100 124.190 81.430 24.770
61.477
1.217.480
1.217.480
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Regionaal Investerings Fonds (RIF)
Gemeenten Alkemade Hillegom Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Subtotaal Rentecorrectie Totaal
Bijdrage t/m 2014 2.582.055 3.010.889 12.350.359 21.536.564 3.997.154 2.866.969 4.097.436 2.650.606 2.806.160 5.123.335 4.006.940 1.151.850 66.180.317 319.683 66.500.000
Bijdrage Bijdrage 2015 t/m 2015 368.865 2.950.920 430.127 3.441.016 10.391.637 22.741.996 19.449.352 40.985.916 1.325.996 5.323.150 409.567 3.276.536 585.348 4.682.784 378.658 3.029.264 400.880 3.207.040 731.905 5.855.240 572.420 4.579.360 164.550 1.316.400 35.209.305 101.389.622 45.669 365.352 35.254.974 101.754.974
*)
Na een berekeningsfout is de bijdrage van Zoeterwoude naar beneden bijgesteld waardoor het totaal niet meer uitkomt op € 142,5 mln. Wordt gecorrigeerd door de rentebaten. **) Katwijk en Leiden dragen, conform art 1, € 8.627.300 en € 16.372.700 extra bij voor de Rijnlandroute, de overige € 12.500.000 worden door alle deelnemende gemeenten bijeen gebracht door de bijdrage met twee jaar te verlengen. Leiderdorp draagt extra bijdrage Rijnlandroute in 2015 af
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 85 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Salarisstaat
- 86 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Staat van investeringen en financiering
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 87 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Staat van Reserves Omschrijving
Saldo per Mutaties 1 januari 2015* Toevoeging Onttrekking Bestemming (tlv exploitatie) (tgv de exploitatie) resultaat
Boekwaarde per 31 december Vermindering ter 2015 dekking van afschrijvingen
Bestemmingsreserves 1 2 3 4 5
Decentrale arbeidsvoorwaarden BWS DB / R17 Overlopende Algemene projecten Bestemmingsreserve RBL Gebiedsfonds groenblauwe diensten
Totaal bestemmingsreserves
20.289 90.221 64.392 45.882 0
220.783
20.289 90.221 64.392 45.882 0
0
0
0
0
220.783
* beginsaldo conform jaarrekening 2013 inclusief mutaties begroting 2014
Toelichting aard en reden van de reserve: Hieronder is kort per reserve aangegeven de specifieke aard en reden van de reserve. 1 2 3 4 5
Ter dekking van toekomstige benutting van de decentrale arbeidsvoorwaarden. Om toekomstige renteschommelingen op te kunnen vangen, is dus ter afdekking van het rente risico binnen de BWS Duin- en Bollenstreek. Ter dekking van nog uit te voeren algemene projecten waarvan de aanvang doorgeschoven is naar volgende jaren. Inbreng begin balans van het voormalige Regionaal Bureau Leerplicht per 01-01-2007 voor een bedrag van € 139.687. Conform het AB-besluit van 20 juni 2012 is een bedrag van € 100.000 aan deze post 'Gebiedsfonds' toegevoegd. In 2014 zal het AB worden ingelicht over de stand van zaken van deze reserve, die dient ter dekking van te maken kosten voor het verhogen van de kwaliteit en de recreatieve bereikbaarheid en bruikbaarheid van het landschap.
- 88 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Staat van Voorzieningen
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 89 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Staat van Overlopende passiva
- 90 -
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 91 -
Kostenverdeelstaat
- 92 -
Begroting Holland Rijnland 2015
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
Begroting Holland Rijnland 2015
Besluit
Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur Van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland In de vergadering van 25 juni 2014
R. van Netten secretaris
H.J.J. Lenferink voorzitter
Programma begroting 2015 (PB15) Holland Rijnland (AB Definitief)
- 93 -
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Oplegvel 1.
Onderwerp
2.
Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
3.
Regionaal belang
4.
Behandelschema:
DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad 5.
Advies PHO
6.
Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken
Beschikbaar stellen van de reserve mobiliteitskosten X Basistaak Efficiencytaak Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur Platformtaak volgens gemeente Vloeit voort uit de Wet en uit de gemeenschappelijke regeling.
Datum: Informerend
Datum: Adviserend
Datum: Besluitvormend
10 april 2014 15 mei 2014
25 juni 2014 Het portefeuillehoudersoverleg Bestuur&Middelen adviseert positief, met dien verstande dat slechts het bedrag van € 120.000 van de reserve mobiliteitskosten beschikbaar gesteld wordt in het begrotingsjaar 2014. Voor de reserve frictie- en transitiekosten is vooralsnog geadviseerd deze niet beschikbaar te stellen.
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
[email protected]
Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden
www.hollandrijnland.net
Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
BNG 28.51.13.992
7.
Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat)
Het mogelijk maken van bestedingen in 2014 ten laste van de in de jaarrekening 2013 opgenomen reserve mobiliteitskosten voor € 120.000. Dit om het DB de mogelijkheid te geven adequaat te kunnen handelen waardoor de mobiliteit in de organisatie wordt bevorderd. Het eerdere voorstel voor het beschikbaar stellen van de reserve frictie- en transitiekosten is komen te vervallen. Zodra nadere onderbouwing mogelijk is (vanuit #Kracht15) zal er een voorstel komen.
8.
Inspraak
X Nee Ja, door: Wanneer:
9.
Financiële gevolgen
In 2014 kan Holland Rijnland over bovenstaande bedrag beschikken.
10.
Bestaand Kader
Relevante regelgeving: Gemeentewet, Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de Gemeenschappelijke Regeling. Eerdere besluitvorming: n.v.t.
11.
Lokale context (in te vullen door griffier)
* weghalen wat niet van toepassing is
2
Adviesnota AB
Vergadering:
Algemeen Bestuur
Datum: Agendapunt:
25 juni 2014 08
Kenmerk:
14/
Portefeuillehouder: De heer C.J.M.W. Wassenaar
Onderwerp: Beschikbaar stellen van de reserve mobiliteitskosten
Beslispunten: 1. In te stemmen met het beschikbaar stellen van de reserve mobiliteitskosten à € 120.000 in het begrotingsjaar 2014. Inleiding: Met het vaststellen van de jaarrekening 2013 van Holland Rijnland is een tweetal reserveringen gecreëerd voor 2014 ten laste van het positieve rekeningresultaat van 2013. Beide reserves zijn ingegeven door de lopende #Kracht15 discussie en de taakstellende bezuinigingsopdracht van minimaal 25% en de hieruit voortvloeiende zorg van Holland Rijnland en de deelnemende gemeenten voor het begeleiden van medewerkers naar andere werkgevers en de kosten die hiermee gemoeid zijn. Argumenten: 1. In te stemmen met het beschikbaar stellen van de reserve mobiliteitskosten à € 120.000. Om het Dagelijks Bestuur de mogelijkheid te geven op een zo soepel en zo snel mogelijk wijze te kunnen acteren met betrekking tot de gevolgen de #Kracht15 wordt voorgesteld om in 2014 te kunnen beschikken over de gecreëerde reserve mobiliteitskosten. Dit onder meer ten behoeve van de bevordering van de mobiliteit van de organisatie Holland Rijnland. Beoogd effect: Adequaat kunnen inspelen op personele ontwikkelingen die mogelijk voortvloeien uit de huidige #Kracht15 discussie en de taakstellende bezuinigingsopdracht van minimaal 25%. Kanttekeningen/risico’s: Niet van toepassing. Financiën: Is verwerkt in de begrotingswijziging resultaat bestemming behorende bij de jaarstukken 2013.
3
Communicatie: Het portefeuillehoudersoverleg Bestuur & Middelen adviseerde 16 mei 2014 positief ten aanzien van het beschikbaar stellen van deze reserve. Het portefeuillehoudersoverleg Bestuur & Middelen adviseerde negatief om reeds nu ook de reserve frictie- en transitiekosten beschikbaar te stellen. Geadviseerd werd daarvoor een voorstel te doen met nadere onderbouwing. Evaluatie: Niet van toepassing. Bijlagen: 1. Begrotingswijziging beschikbaar stellen reserve mobiliteitskosten
4
Het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland; gelet op het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 10 april 2014 inzake een reservering; besluit: naar aanleiding van bovengenoemd voorstel de programmabegroting voor het jaar 2014 als volgt te wijzigen: Lasten: Reservering mobiliteitskosten
verhoging
€
120.000
Baten: Programma Bestuur & Middelen Functie 980
verhoging
€
120.000
Aldus besloten in de openbare vergadering op 25 juni 2014
Het Algemeen Bestuur Holland Rijnland, de secretaris,
de voorzitter,
R.M. van Netten
drs. H.J.J. Lenferink
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Oplegvel 1.
Onderwerp
2.
Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
3.
Regionaal belang
4.
Behandelschema:
Gebiedsfonds Groenblauwe diensten Holland Rijnland Basistaak (Regionaal Groenprogramma) Efficiencytaak Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur Platformtaak volgens gemeente Het Gebiedsfonds groenblauwe diensten voor landschapsbeheer en kleinschalige recreatie heeft als doel het versterken van de gebruiks-, belevingsen toekomstwaarde van het landschap. Dit sluit aan bij doelstellingen van onder meer het Regionaal Groenprogramma Holland Rijnland, het Landschapsontwikkelingsplan Rijn- en Veenstreek en de provinciale Beleidsvisie Groen. In eerste instantie zorgt het Gebiedsfonds voor het duurzaam onderhouden van circa 75 km boerenlandpad tot 2020. Datum: Datum: Datum: Informerend Adviserend Besluitvormend
DB BO Natuur en Landschap DB AB
24 april 2014 5 juni 2014 22 mei 2014 25 juni 2014
5.
Advies Bestuurlijk overleg Natuur en Landschap (BO N&L)
PM, het BO N&L is op 5 juni 2014. De portefeuillehouder Natuur en Landschap geeft een mondelinge terugkoppeling van het BO N&L.
6.
Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken
Nvt
[email protected] Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
www.hollandrijnland.net IBAN nr. NL87BNGH0285113992 KvK nr. 27365539 BTW nr. NL813768068B01
7.
Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat)
1. In te stemmen met het oprichten van een Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland op basis van de uitgangspunten (bijlage 1); 2. Het Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland in eerste instantie toe te spitsen op het beheer van boerenlandpaden in Holland Rijnland; 3. Kennis te nemen van de gebiedsvoorstel van het Groene Klaver Collectief i.o. voor het beheer van boerenlandpaden in Holland Rijnland de periode 2015-2022; 4. De gereserveerde middelen van € 100.000 vrij te maken voor het Gebiedsfonds Holland Rijnland; 5. Het DB Holland Rijnland opdracht te geven om samen met de provincie Zuid-Holland en het (te vormen) bestuur van de Stichting Gebiedsfonds mogelijke uitbreiding van het Gebiedsfonds Holland Rijnland met andere groenblauwe diensten en andere partijen verder vorm te geven.
8.
Inspraak
Nee Ja, door: Wanneer:
9.
Financiële gevolgen
Binnen begroting Holland Rijnland Buiten begroting (extra bijdrage gemeenten) te weten:
10.
Bestaand Kader
Structureel/incidenteel Relevante regelgeving: Eerdere besluitvorming: AB 17 februari 2010: besluit om de mogelijkheid om vanuit de RIF-gelden voor het Regionaal Groenprogramma een bijdrage te leveren aan beheerskosten van particuliere grondeigenaren te schrappen. Het DB heeft in deze vergadering beloofd om te onderzoeken op welke manier een regeling voor beheerkosten kan ontstaan. AB 20 juni 2012: besluit om samen met de provincie Zuid-Holland te werken aan het instellen van een Gebiedsfonds groenblauwe diensten en hiervoor € 100.000 (uit het rekeningresultaat 2011) vast te leggen als reservering voor dit gebiedsfonds.
11.
Lokale context (in te vullen door griffier)
2
Adviesnota AB Vergadering:
Algemeen Bestuur
Datum: Locatie: Agendapunt: Kenmerk:
25 juni 2014 Raadszaal Oegstgeest 09 14/
Onderwerp: Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland
Beslispunten: 1. In te stemmen met het oprichten van een Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland op basis van de uitgangspunten (bijlage 1); 2. Het Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland in eerste instantie toe te spitsen op het beheer van boerenlandpaden in Holland Rijnland; 3. Kennis te nemen van het gebiedsvoorstel van het Groene Klaver Collectief i.o. voor het beheer van boerenlandpaden in Holland Rijnland de periode 2015-2022; 4. De gereserveerde middelen van € 100.000 vrij te geven voor het Gebiedsfonds Holland Rijnland en hiervoor de begroting 2014 te wijzigen; 5. Het DB Holland Rijnland opdracht te geven om samen met de provincie Zuid-Holland en het (te vormen) bestuur van de Stichting Gebiedsfonds mogelijke uitbreiding van het Gebiedsfonds Holland Rijnland met andere groenblauwe diensten en andere partijen vorm te geven. Inleiding: Tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur op 17 februari 2010 heeft het Dagelijks Bestuur toegezegd om te onderzoeken op welke manier een regeling voor financiering van beheerkosten van particulieren kan ontstaan. Het gaat om het vergoeden van ‘beheer en onderhoud’ van landschapselementen, die de kwaliteit van het buitengebied van Holland Rijnland verhogen en waaraan agrariërs grond, tijd en geld kwijt zijn. Het uitvoeren van dit beheer en onderhoud wordt het verlenen van groenblauwe diensten genoemd. Het gaat bijvoorbeeld om het beheer van bloemrijke akkerranden, ecologische oevers of boerenlandpaden. Via het onderdeel Regionaal Groenprogramma van het Regionaal Investeringsfonds (RIF) investeert Holland Rijnland in de realisatie van elementen in het landschap die de groenblauwe en recreatieve structuur versterken. Voor het beheer en onderhoud door particulieren zijn via het RIF geen middelen beschikbaar. Het Algemeen Bestuur heeft op 20 juni 2012 besloten om in samenwerking met de provincie Zuid-Holland te werken aan het instellen van een Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland. Het AB heeft in deze vergadering € 100.000 gereserveerd voor het gebiedsfonds. In afwachting van het Gebiedsfonds heeft het DB in 2011/2012 een subsidie van € 13.599 respectievelijk € 18.831 beschikbaar gesteld voor het beheer van boerenlandpaden in Wijk en Wouden voor de periodes 2011-2012 en 2013-2014. Om het beheer van deze en andere boerenlandpaden in de regio te kunnen continueren is duidelijkheid nodig of Holland Rijnland ook na deze periode een bijdrage wil leveren. Het praktische vraagstuk beheer van boerenlandpaden, en in navolging daarvan de voorbereiding van het Gebiedsfonds, loopt parallel aan de voorbereidingen in de regio voor 3
het nieuwe Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en daarbinnen het Plattelands Ontwikkelingsprogramma (POP3), dat op nationaal niveau vertaald is in het stelsel Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer 2016. Het DB en Bestuurlijk Overleg Natuur & Landschap hebben in juli 2013 besloten om het Gebiedsfonds zodanig in te richten dat de structuur aansluit bij het nieuwe beleid van Europa en Rijk. Momenteel worden daarom twee parallelle sporen uitgewerkt die sterk met elkaar samenhangen: 1. Het praktische beheer van boerenlandpaden in de regio vanaf 2015 met behulp van een Gebiedsfonds; 2. De voorbereiding in de regio op het nieuwe GLB en POP3. Zoals besloten door het DB en het Bestuurlijk Overleg Natuur en Landschap in juli 2013 moeten besluiten over het beheer van boerenlandpaden passen binnen het nieuwe GLB en POP3. Niet alleen Holland Rijnland, maar ook de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland bereiden zich voor op het nieuwe POP3. In het Bestuurlijk overleg Natuur en Landschap van februari 2014 is besloten om de werkzaamheden van deze drie partijen op elkaar af te stemmen. De Groene Klaver is als uitvoerende partij en beoogd gebiedscollectief met alle drie de partijen in gesprek hierover. Beoogd effect: Het Gebiedsfonds groenblauwe diensten voor landschapsbeheer en kleinschalige recreatie heeft als doel het versterken van de gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde van het landschap. Dit sluit aan bij doelstellingen van onder meer het Regionaal Groenprogramma Holland Rijnland, het Landschapsontwikkelingsplan Rijn- en Veenstreek en de provinciale Beleidsvisie Groen. In eerste instantie zorgt het Gebiedsfonds voor het duurzaam onderhouden van circa 75 km boerenlandpad tot 2020. Uiteindelijk zorgt het Gebiedsfonds voor de duurzame financiering van alle groenblauwe diensten in Holland Rijnland. Argumenten: 1.1 In overleg met de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Rijnland en de Groene Klaver zijn zeven uitgangspunten benoemd voor het Gebiedsfonds 1. Aansluiten bij de ontwikkelingen in het kader van het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) en daarbinnen het Platteland Ontwikkelingsprogramma (POP3). Dit heeft meerdere voordelen. Voor de agrariërs ontstaat er zo één systeem waar zij terecht kunnen voor vergoedingen voor agrarische natuurbeheer en groenblauwe diensten. Daarnaast kunnen betrokkenen (overheden en agrarische natuurverenigingen) zich de komende tijd concreet voorbereiden op hun nieuwe rol en verantwoordelijkheden die het nieuwe stelsel met zich meebrengt. 2. Scheiden uitvoering maatregelen en geldbeheer van Gebiedsfonds. Op deze manier wordt de verantwoordelijkheid voor het beheer van de middelen en de uitvoering van maatregelen gescheiden. Voor het Gebiedsfonds moet dan een aparte privaatrechtelijke rechtsvorm ingesteld worden. De meest voor de hand liggende rechtsvorm voor het Gebiedsfonds is een stichting. 3. Adequate boekhouding. Het is de verwachting dat in de toekomst meerdere financiers hun middelen gaan stallen op de rekening van het Gebiedsfonds. De kans is groot dat financiers hun middelen toekennen om specifieke doelen te realiseren. Het labellen van budgeten voor specifieke doelen en een adequate boekhouding zijn daarom cruciaal om gespecificeerde verantwoording mogelijk te maken. 4. Bestuursleden werven op basis van functieprofiel. De samenstelling van het bestuur is een belangrijke succesfactor. Het bestuur is voor een deel ambassadeur van de uitgevoerde maatregelen. Dit vraagt om bestuursleden met specifieke kwaliteiten en een passend netwerk.
4
5. Geld beschikbaar voor professionele ondersteuning van het collectief. De uitvoerende partijen die zich verenigen in een collectief moeten een professionaliseringsslag maken. Het collectief neemt in hun begroting daarom niet alleen een vergoeding op voor maatregelen die zij gaan uitvoeren, maar ook een post voor professionalisering en overheadskosten voor organisatorische en administratieve activiteiten. 6. Zowel publieke als private middelen in het Gebiedsfonds. Om het beheer van boerenlandpaden en op termijn andere groenblauwe diensten te kunnen blijven uitvoeren, zijn naast publieke middelen ook private middelen nodig. Het Gebiedsfonds zal deze private middelen actief dienen te verwerven. 7. Het Gebiedsfonds is een groeidiamant. Door nu een fonds op te richten voor een beperkt pakket maatregelen (beheer boerenlandpaden) creëren we meer kansen en tijd om andere partijen uit te nodigen om ook in het fonds te investeren. Een nadere toelichting op de uitgangspunten staat in bijlage 1. 1.2 Vaststellen uitgangspunten is nodig om volgende stappen te kunnen zetten De uitgangspunten zijn zowel van toepassing op het doel voor de korte termijn, het beheer van boerenlandpaden regelen, als op de doelstelling voor de langere termijn, het in werking treden van een Gebiedsfonds en het (doen) uitvoeren van een breder scala aan groene en blauwe diensten. Het vaststellen van deze uitgangspunten is nodig voor zowel het beoordelen van het gebiedsvoorstel van het Gebiedscollectief voor het beheer van boerenlandpaden als voor het opzetten van de organisatie van het Gebiedsfonds (benoemen bestuursleden, opzetten statuten, juridische oprichting rechtsvorm, etc.). 1.3
Het Gebiedsfonds is een middel om geld beschikbaar te houden op lange termijn om groenblauwe doelstellingen te bereiken Met een gebiedsfonds kunnen we er voor zorgen dat de duurzame, langjarige financiering van particulier beheer van projecten, die worden uitgevoerd in het kader van het Regionaal Groenprogramma, het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Rijn- en Veenstreek en de provinciale beleidsvisie Groen, voldoende geborgd is. Het Gebiedsfonds beheert de eerste storting van Holland Rijnland en draagt zorg voor het groeien van het kapitaal door samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie. Daarnaast gaat het Gebiedsfonds op zoek naar private partners om ook geld uit de markt te verwerven. Het Gebiedsfonds krijgt de opdracht mee om de uitgaven uit het fonds zo te administreren dat alle private en publieke bijdragen te herleiden zijn naar de groenblauwe diensten, waarvoor de stortingen bedoeld waren. Het Gebiedsfonds krijgt de opdracht mee om het kapitaal aan te vullen voordat de eerste storting van Holland Rijnland uitgeput is in 2020 en om ernaar te streven uiteindelijk zoveel vermogen op te bouwen, dat de groenblauwe diensten uit het rendement gefinancierd kunnen worden. 2.1 Een fonds met een beperkt aantal maatregelen geeft een basis om op voort te bouwen Gezien de beperkte middelen en de complexe materie, is het aan te bevelen om het aantal maatregelen waarvoor via het Gebiedsfonds in eerste instantie financiering te verkrijgen is, te beperken. Dit sluit aan bij uitgangspunt 7 (bijlage 1): het Gebiedsfonds is een groeidiamant. Het Gebiedsfonds houdt zich in eerste instantie bezig met het beheer van boerenlandpaden, en in een later stadium kunnen andere groene en blauwe diensten worden toegevoegd. Oftewel: Learning by doing. Het DB en het Bestuurlijk Overleg Natuur en Landschap (BO N&L), waarin gemeenten, regio, provincie en hoogheemraadschap zijn vertegenwoordigd, hebben hiermee ingestemd. 2.2 Toegankelijkheid is essentieel voor beleefbaarheid landschap Holland Rijnland. Eén van de doelstellingen van het Regionaal Groenprogramma is het verbeteren van de toegankelijkheid van het landelijk gebied voor recreatief medegebruik. Hieraan geven we onder andere invulling door het ontwikkelen van een netwerk van wandelpaden. De
5
wandelnetwerken lopen zowel over openbare wegen en paden als over particuliere grond (boerenlandpaden). Het netwerk van wandelpaden kan alleen gerealiseerd worden met hulp van de verschillende grondeigenaren, in veel gevallen agrariërs. Het totale wandelroutenetwerk in de regio is een geschatte 375 km, waarvan zo’n 75 km boerenlandpaden. 3.1 In het gebiedsvoorstel geeft het Groene Klaver Collectief (i.o.) inzicht in de uitvoering van het beheer van de boerenlandpaden in Holland Rijnland Het Groene Klaver Collectief i.o. is een samenwerking tussen vijf Agrarische Natuurverenigingen (ANV’s) in de regio en dus de samenwerking van de grondeigenaren, die de groenblauwe diensten gaan uitvoeren. De ANV’s hebben nu al een belangrijke rol in het subsidieproces voor boerenlandpaden. Zij helpen bijvoorbeeld individuele agrariërs bij de subsidieaanvraag en verantwoording. Het Groen Klaver Collectief i.o. heeft goede kennis van het gebied en de daarin werkzame agrarische ondernemers, hun leden. Het gebiedsvoorstel voldoet aan de uitgangspunten zoals verwoord in bijlage 1. In het gebiedsvoorstel gaat het Groene Klaver Collectief i.o. in op uitvoering, controle, organisatie, kosten en verantwoording van het beheer van de boerenlandpaden in Holland Rijnland. Zie bijlage 2. Het Gebiedsfonds geeft het geld voor het beheer dus niet rechtstreeks uit aan de uitvoerders van de diensten, maar via het Groene Klaver Collectief i.o. 4.1 Voor het beheer van enkele boerenlandpaden is op korte termijn nieuwe financiering nodig Holland Rijnland levert momenteel een financiële bijdrage aan het beheer van de boerenlandpaden in Wijk en Wouden. Deze bijdrage loopt tot en met december 2014. Om het beheer van deze paden en op termijn de andere paden in de regio te kunnen continueren, is snel duidelijkheid nodig of de regio een financiële bijdrage kan leveren. 4.2 De bijdrage van Holland Rijnland is een aanvulling op reeds beschikbare middelen van provincie Zuid-Holland en gemeenten Met het gereserveerde bedrag van Holland Rijnland als aanvulling op provinciale (via de Subsidieregeling Landelijk Gebied) en gemeentelijke middelen, kan het beheer van boerenlandpaden tot 2020 gedekt worden. Met aanvulling van private middelen wordt deze periode langer en/of kunnen andere groenblauwe diensten uitgevoerd worden. Een nadere detaillering van de financiën voor het beheer van boerenlandpaden staat in het gebiedsvoorstel van het Groene Klaver Collectief i.o. (bijlage 2) en de toelichting financiën, bijlage 4. 4.3 Een substantiële bijdrage van Holland Rijnland leidt tot een vliegwieleffect Doordat Holland Rijnland geld beschikbaar stelt voor het Gebiedsfonds groenblauwe diensten, heeft het Gebiedsfonds een startbedrag beschikbaar. Het Gebiedsfonds kan hiermee op korte termijn functioneren. Naast het financieren van beheer en onderhoud van de boerenlandpaden is het verwerven van aanvullend kapitaal de eerste prioriteit. Andere partijen zullen eerder geneigd zijn geld te storten in een reeds functionerend Gebiedsfonds. Hierdoor creëren we een vliegwieleffect, zoals ook te zien is bij de uitvoering van het Regionaal Groenprogramma. 5.1 Holland Rijnland wil de uitbreiding van het Gebiedsfonds stimuleren Voor de vulling van het Gebiedsfonds doet het bestuur van het Gebiedsfonds een beroep op provincie, gemeenten, waterschap, bedrijven en particulieren. Het is waarschijnlijk eenvoudiger geld van (private) partijen te verkrijgen voor een operationeel Gebiedsfonds. Wanneer meer middelen beschikbaar zijn, is er ook ruimte om het Gebiedsfonds uit te breiden met ander doelstellingen en de daarbij horende maatregelen zoals waterelementen en bloemrijke akkerranden. Holland Rijnland en de provincie Zuid-Holland bieden ondersteuning
6
aan het bestuur van het Gebiedsfonds bij de uitbreiding met andere groenblauwe diensten en partijen. 5.2 Het Hoogheemraadschap van Rijnland overweegt om blauwe diensten via Gebiedsfonds te laten lopen Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft in 2014 en 2015 enkele pilotprojecten voor blauwe diensten. Deze staan nu nog los van het Gebiedsfonds. Het Hoogheemraadschap overweegt bij een positieve uitkomst van de pilots om vanaf 2016 middelen in het Gebiedsfonds te storten en het Gebiedsfonds te vragen om uitbreiding met de gewenste blauwe diensten. 5.3 Stichting Land van Wijk en Wouden heeft reeds interesse getoond De Stichting Land van Wijk en Wouden kan andere activiteiten aanbieden in Holland Rijnland die passen bij de doelstellingen van het Gebiedsfonds. De Stichting zet zich in voor het versterken en behouden van de identiteit van het gebied, het vergroten van de betekenis van het platteland voor de stad, het verbeteren van de stad-landrelatie en het versterken van de plattelandseconomie. Het werkgebied van de Stichting breidt zich voor steeds meer projecten uit naar heel Holland Rijnland, bijvoorbeeld een set kaarten met boerenlandpaden in Holland Rijnland. In bijlage 3 staat een overzicht van de activiteiten van de Stichting Land van Wijk en Wouden. Kanttekeningen/risico’s: 3.1 Het Groene Klaver Collectief i.o. voorziet niet in het beheer van boerenlandpaden in de gemeente Alphen aan den Rijn Het Groene Klaver Collectief i.o. is een samenwerkingsverband van vijf agrarische natuurverenigingen waarvan het werkgebied grotendeels in het werkgebied van Holland Rijnland valt. Het Groene Klaver Collectief i.o. is wel werkzaam in de gemeente Alphen aan den Rijn, maar de Stichting Landschapsfonds Alphen aan den Rijn voorziet daar in het beheer van de boerenlandpaden. Financiën: Het Algemeen Bestuur heeft € 100.000 gereserveerd voor het Gebiedsfonds. Met dit bedrag als aanvulling op beschikbare provinciale en gemeentelijke middelen, is het beheer van boerenlandpaden tot 2020 gedekt. Met aanvulling van private middelen wordt deze periode langer. In bijlage 4 staat een toelichting op de financiën. Het perspectief voor de langere termijn is dat het gebiedsfonds zorg draagt voor financiering van meerdere groene en blauwe diensten. Het gebiedsfonds moet hiervoor gevuld worden met aanvullende publieke en private middelen. Voor sommige diensten zijn reeds middelen beschikbaar, waarvoor agrariërs nu aparte subsidieaanvragen kunnen indienen bij gemeenten, provincie of Hoogheemraadschap. Door deze middelen op termijn ook via het gebiedsfonds te laten stromen, ontstaat voor de agrariërs één loket voor verschillende subsidies. Het beschikbaar stellen van de reserve Gebiedsfonds groenblauwe diensten leidt tot een begrotingswijziging voor het jaar 2014. Zie bijlage 5. Indien het AB besluit de gereserveerde € 100.000 niet in te zetten voor het Gebiedsfonds groenblauwe diensten, zal het geld teruggestort worden aan de gemeenten. In bijlage 4 is weergegeven om welk bedrag per gemeente het gaat.
7
Communicatie: - Het besluit van het Algemeen Bestuur wordt gecommuniceerd via een bericht op de website, Twitter en de nieuwsbrief Holland Rijnland Berichten. Ook wordt een persbericht verstuurd. - De oprichting van de stichting voor het Gebiedsfonds groenblauwe diensten wordt gecommuniceerd met een bericht op hollandrijnland.net, Twitter en de nieuwsbrief Holland Rijnland Berichten. Daarnaast wordt een persbericht en een persmoment gepland. Evaluatie: Het bestuur van het Gebiedsfonds Holland Rijnland verantwoord jaarlijks de besteding van de middelen aan alle partijen die geld in het fonds gestort hebben. Bijlagen: 1. Uitgangspunten Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland (inclusief bijlagen A, C en D); 2. Gebiedsvoorstel ‘Beheer van boerenlandpaden Holland Rijnland’ van het Groene Klaver Collectief i.o.; 3. Activiteiten Stichting Land van Wijk en Wouden voor de regio Holland Rijnland; 4. Toelichting financiën; 5. Begrotingswijziging.
8
Bijlage 1 Voorstel uitgangspunten organisatie Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland Samenvatting uitgangspunten: In overleg met de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Rijnland en de Groene Klaver zijn zeven uitgangspunten benoemd voor het Gebiedsfonds: 1. Aansluiten bij de ontwikkelingen in het kader van het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) en daarbinnen het Platteland Ontwikkelingsprogramma (POP3). Dit heeft meerdere voordelen. Voor de agrariërs ontstaat er zo één systeem waar zij terecht kunnen voor vergoedingen voor agrarische natuurbeheer en groenblauwe diensten. Daarnaast kunnen betrokkenen (overheden en agrarische natuurverenigingen) zich de komende tijd concreet voorbereiden op hun nieuwe rol en verantwoordelijkheden die het nieuwe stelsel met zich meebrengt. 2. Scheiden uitvoering maatregelen en geldbeheer van Gebiedsfonds. Op deze manier wordt de verantwoordelijkheid voor het beheer van de middelen en de uitvoering van maatregelen gescheiden. Voor het Gebiedsfonds moet dan een aparte privaatrechtelijke rechtsvorm ingesteld worden. De meest voor de hand liggende rechtsvorm voor het Gebiedsfonds is een stichting. 3. Adequate boekhouding. Het is de verwachting dat in de toekomst meerdere financiers hun middelen gaan stallen op de rekening van het Gebiedsfonds. De kans is groot dat financiers hun middelen toekennen om specifieke doelen te realiseren. Het labellen van budgeten voor specifieke doelen en een adequate boekhouding zijn daarom cruciaal om gespecificeerde verantwoording mogelijk te maken. 4. Bestuursleden werven op basis van functieprofiel. De samenstelling van het bestuur is een belangrijke succesfactor. Het bestuur is voor een deel ambassadeur van de uitgevoerde maatregelen. Dit vraagt om bestuursleden met specifieke kwaliteiten en een passend netwerk. 5. Geld beschikbaar voor professionele ondersteuning van het collectief. De uitvoerende partijen die zich verenigen in een collectief moeten een professionaliseringsslag maken. Het collectief neemt in de begroting van hun voorstel daarom niet alleen een vergoeding op voor maatregelen die zij gaan uitvoeren, maar ook een post voor professionalisering en overheadskosten voor organisatorische en administratieve activiteiten. 6. Zowel publieke als private middelen in het Gebiedsfonds. Om het beheer van boerenlandpaden en op termijn andere groenblauwe diensten te kunnen blijven uitvoeren, zijn naast publieke middelen ook private middelen nodig. Deze private middelen dienen actief te worden geworven. 7. Het Gebiedsfonds is een groeidiamant. Door nu een fonds op te richten voor een beperkt pakket maatregelen (beheer boerenlandpaden) creëren we meer kansen en tijd om andere partijen uit te nodigen om ook in het fonds te investeren. In deze notitie staat een nadere toelichting op de uitgangspunten. Aanleiding In 2013 is in opdracht van Holland Rijnland en de provincie Zuid-Holland een verkenning gestart naar de vormgeving van een Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland. In juli 2013 is door het bestuurlijk overleg Natuur en Landschap, waarin gemeenten, regio, provincie en het waterschap vertegenwoordigd zijn, besloten om het Gebiedsfonds in eerste instantie toe te spitsen op het toegankelijk houden van het landelijk gebied, in het bijzonder het beheer van boerenwandelpaden. Gedurende het proces is de samenwerking opgezocht met De Groene Klaver (koepel van de 4 agrarische natuurverenigingen in het westen van Holland Rijnland). In het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van Europa, het Platteland
1
Ontwikkelingsprogramma (POP3) daarbinnen en de uitwerking van het agrarisch natuurbeheer op nationaal niveau, bleek in het voorjaar van 2013 dat gebiedscollectieven een belangrijke rol krijgen. De Groene Klaver positioneert zich in deze regio als een beoogd gebiedscollectief onder de naam het Groene Klaver Collectief i.o. (GKC i.o.). Het is de bedoeling dat een gebiedscollectief de provincie een aanbod doet voor het agrarisch natuurbeheer in de vorm van een gebiedsvoorstel. Holland Rijnland heeft met De Groene Klaver gezocht naar het combineren van de vragen vanuit Holland Rijnland en de provincie omtrent de beheeropgave van boerenwandelpaden op korte termijn, het vormgeven van het Gebiedsfonds voor de langere termijn en de vorming van een gebiedscollectief. In het najaar van 2013 heeft de Groene Klaver de uitdaging opgepakt om tot een organisatiestructuur te komen die voor al deze opgaven toekomstbestendig is. Het beheer van boerenwandelpaden is daarbij het eerste concrete onderwerp. De verwachting is dat op termijn ook andere (publieke en private) partijen het Groene Klaver Collectief i.o. verzoeken om een actieve rol te spelen in beheer van het landelijk gebied. Zo verkent het Hoogheemraadschap van Rijnland momenteel het vormgeven van blauwe diensten in de regio. Ook zij hebben het Groene Klaver Collectief i.o. benaderd voor de uitvoering. In februari 2014 is door het bestuurlijk overleg Natuur en Landschap afgesproken om de genoemde processen zo goed mogelijk af te stemmen. In deze notitie staat een voorstel voor de uitgangspunten voor de organisatie van een Gebiedsfonds groenblauwe diensten Holland Rijnland. Deze uitgangspunten zijn zowel van toepassing op het doel voor de korte termijn, het beheer van boerenwandelpaden regelen, als op de doelstelling voor de langere termijn. Inhoudelijke doelstelling Het gebiedsfonds groenblauwe diensten voor landschapsbeheer en kleinschalige recreatie heeft als doel het versterken van de gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde van het landschap. Het sluit aan bij doelstellingen van onder meer het Regionaal Groenprogramma Holland Rijnland en de provinciale Beleidsvisie Groen. Het gebiedsfonds is een middel om geld beschikbaar te houden op lange termijn om groenblauwe doelstellingen te bereiken. Voor de korte termijn is besloten om het Gebiedsfonds te focussen op het beheer van boerenwandelpaden. Het doel hiervan is om het buitengebied beter toegankelijk, beleefbaar en aantrekkelijk te maken. Voor de toekomstvastheid van het Gebiedsfonds is het belangrijk om het lange termijn perspectief te formuleren. Het is duidelijk dat het gebiedsfonds de komende jaren in dienst staat van het zorgdragen van financiering van groene en blauwe diensten. GKC i.o. heeft daarnaast uitgesproken dat het als gebiedsalliantie op lange termijn een bredere en integrale doelstelling voor ogen heeft. GKC i.o. plaatst zijn plattelandsambitie juist ook in het teken van de veranderende rolverdeling die we op dit moment zien ontstaan tussen publieke en private partijen. Op het gebied van landschapsbehoud en plattelandsversterking wordt zelfsturing door maatschappelijke partijen en ondernemers steeds belangrijker1. Onderstaand schema geeft een beeld
Recent is een interessante publicatie van het NSOB verschenen waar deze transitie in wordt beschreven: ‘Popup publieke waarde, Overheidssturing in de context van maatschappelijke zelforganisatie’, NSOB, 2013, zie http://www.nsob.nl/wp-content/uploads/NSOB_Denktank_Pop-up-DEF_web.pdf
1
2
van de ‘overgang’ van deze in eerste instantie sectorale doelstelling naar een integrale plattelandsdoelstelling.
Uitgangspunten organisatiemodel Gebiedsfonds 1. Aansluiten bij de ontwikkeling van gebiedscollectieven Het Europese en het Rijksbeleid voor agrarisch natuurbeheer worden hervormd. In de loop van 2013 zijn de EU lidstaten, Europese Commissie en het Europese Parlement tot een akkoord gekomen over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en het Platteland Ontwikkelingsprogramma (POP3) daarbinnen. In aansluiting daarop, hebben het Ministerie van Economische Zaken en het Interprovinciaal Overleg (IPO) op 18 september 2013 met de presentatie van het natuurpact definitief besloten over de vernieuwing van het nationale stelsel agrarisch natuurbeheer. Vanaf 1 januari 2016 gaat in Nederland het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer 2016 (ANLb2016) van start. Het (agrarisch) collectief heeft in POP3 en het ANLb2016 een centrale rol: een samenwerkingsverband van boeren en grondgebruikers. Uitgangspunten voor het vernieuwde stelsel zijn een effectiever en efficiënter beheer, meer natuurwinst, ruimte voor regionaal maatwerk en agrarisch ondernemerschap. De collectieven worden verantwoordelijk voor het aanvragen van en verantwoording afleggen over vergoedingen voor agrarisch natuurbeheer. Het werken met collectieven heeft zowel voor de agrariërs als voor de overheden voordelen. Voordelen voor de agrariërs zijn onder meer minder administratieve lasten, één loket voor verschillende subsidies en uitwisseling van kennis en ervaring binnen het collectief. Voor de overheden zijn de voordelen onder meer dat zij minder contractpartners (en daarmee minder administratieve lasten) hebben en dat de controle effectiever, efficiënter en goedkoper is (collectief voert zelf controle, betaling en eventuele sanctionering uit). Tenslotte is er ook voordeel voor het landschap te behalen. Door gebiedsgericht te werken zijn er meer en betere mogelijkheden voor het koppelen van verschillende maatregelen (bijvoorbeeld een wandelpad langs een bloemrijke berm).
3
De groenblauwe diensten die Holland Rijnland met het Gebiedsfonds beoogt, zijn complementair aan het agrarisch natuurbeheer. Omdat voor het agrarisch natuurbeheer gebiedscollectieven zo’n grote rol krijgen, is het wenslijk om voor het Gebiedsfonds dezelfde organisatiestructuur te gebruiken. 2. Scheiden uitvoering maatregelen en geldbeheer van Gebiedsfonds Een belangrijke vraag is hoe het gebiedsfonds zich verhoudt tot de uitvoeringsorganisatie. Er zijn verschillende mogelijkheden. Het is a) mogelijk om een fondsconstructie integraal onderdeel uit te laten maken van de uitvoeringsorganisatie. Een voorbeeld van een uitvoeringsorganisatie die het stallen en uitkeren van middelen organisatorisch geïntegreerd vormgeeft is de Stichting Landschapsfonds Alphen aan den Rijn (zie bijlage A). Er is geen apart vehikel ingesteld om de middelen van vragende partijen te stallen. Daarnaast b) kennen we in Nederland veel verschillende fondsconstructies met een eigen rechtsvorm. Deze fondsen zijn in de meeste gevallen niet rechtstreeks verbonden aan een uitvoeringsorganisatie die afspraken maakt met particulieren grondeigenaren voor het borgen van groen blauwe diensten. De meeste gebiedsfondsen kennen incidentele middelen toe aan particuliere initiatiefnemers op het gebied van integrale plattelandsontwikkeling. De situatie in Holland Rijnland is in die zin bijzonder te noemen. Er is een uitvoeringsorganisatie opgestaan (GKC i.o.) die aan ‘de achterkant’ een duidelijk beeld heeft van beheer van landschapselementen, maar die aan ‘de voorkant’ een loket wil inrichten om publieke en private middelen te ontsluiten. Het GKC i.o. heeft zijn voorkeur uitgesproken over het scheiden van deze acquisitie- en kassiersfunctie aan de ene kant en de uitvoeringsfunctie aan de andere kant. Zij willen dat er een aparte privaatrechtelijke rechtsvorm ingesteld wordt voor het gebiedsfonds. Het collectief dient een voorstel in bij het bestuur van het gebiedsfonds voor de uit te voeren maatregelen, de zogenoemde gebiedsvoorstel. Het bestuur van het gebiedsfonds besluit hoeveel middelen worden toegekend aan het collectief op basis van de voorstel. Op deze manier wordt de verantwoordelijkheid voor het beheer van de middelen en de uitvoering van maatregelen gescheiden en hoeft het bestuur van het collectief niet haar ‘eigen vlees’ te keuren. Interessant om te vermelden dat in een ander gebied, namelijk de Achterhoek, een vergelijkbaar proces plaatsvindt. Een samenwerkingsverband van 6 ANV’s, verenigd in de VALA, is op dit moment een gebiedsfonds aan het oprichten dat een eigen rechtsvorm krijgt. Rechtsvorm Wanneer we kijken naar de meest voor de hand liggende rechtsvorm voor het Gebiedsfonds Holland Rijnland, dan zien we dat in vrijwel alle gebiedsfondsen sprake is van een stichting. Een stichting is een rechtspersoon en wordt opgericht bij notariële akte, door één of meerdere natuurlijke of rechtspersonen. Voor de meeste streekfondsen is de stichtingsvorm het meest geëigend, omdat: - een stichting een slagvaardiger en efficiënter werkapparaat is dan een verenigingsvorm. Een stichting kent immers geen leden met een uiteindelijke beslissingsbevoegdheid. Het bestuur heeft het mandaat om te beslissen. Het schijnbare nadeel dat het werk binnen een stichting minder transparant en democratisch toetsbaar is, kan maximaal worden ondervangen door een goede vormgeving van bestuur, organisatie en heldere communicatielijnen; - in het verlengde van het vorige punt: een stichting is de beste vorm om publieke en private middelen aan te trekken. Het bestuur krijgt de statutaire bevoegdheid om te middelen te beheren en toe te wijzen. In het geval van subsidies is een stichtingsvorm zelfs in de meeste gevallen een eis vanuit de subsidieverstrekker.
4
In sommige gevallen worden stichtingen van gebiedsfondsen ondersteund door een Raad van Toezicht en/of Comité van Aanbeveling. Gebiedsfondsen kennen een bestuur en worden vaak ondersteund door professionele krachten. In bijlage D zijn als voorbeeld de statuten van het gebiedsfonds in Het Groene Woud (Stichting Streekrekening Het Groene Woud) toegevoegd. De taak van het bestuur is met name om de voorkant van de totale beheerketen te organiseren. De stichting creëert daarmee voor een deel het bestaansrecht van de uitvoeringsorganisatie, waaruit blijkt dat de wisselwerking en afstemming tussen beide entiteiten essentieel is. 3. Adequate boekhouding Zoals eerder geschreven is het de verwachting dat in de toekomst meerdere financiers hun middelen gaan stallen op de rekening van het gebiedsfonds. De kans is groot dat financiers hun middelen toekennen om specifieke doelen te realiseren, waardoor het scheiden van budgetten en een adequate boekhouding cruciaal is. Ook met het oog op Europese regelgeving is dit belangrijk omdat het uitkeren van private middelen niet gebonden is aan de zogenoemde Catalogus Groenblauwe Diensten. De Europese Commissie heeft in deze Catalogus een maximumbedrag bepaald voor groenblauwe diensten om oneerlijke staatssteun te voorkomen. Publieke bijdragen aan groene- en blauwe diensten dienen binnen deze catalogus te blijven omdat zij zo aan de staatssteuntoets voldoen, maar voor private middelen geldt dat niet. Met private middelen zou daarmee een ‘plus’ op de reguliere vergoedingen kunnen worden gegeven. Het is aan te bevelen om gebruik te maken van de expertise van het Nationaal Groenfonds. Deze organisatie, waar we in het najaar van 2013 een oriënterend gesprek mee hebben gehad, assisteert veel gebiedsfondsen bij het kassieren, financieren, labellen en verslagleggen van geldstromen. 4. Functieprofiel opstellen voor bestuursleden Gebiedsfonds De samenstelling van het bestuur voor het Gebiedsfonds is een belangrijke succesfactor. Het bestuur is voor een deel het gezicht van de inspanningen die uiteindelijk bij de leden van het collectief plaatsvinden. Dit vraagt om bestuurders met een groot netwerk in de regio, met intrinsieke motivatie, goede communicatieve vaardigheden en overtuigingskracht. In bijlage C is een (concept) functieprofiel weergegeven voor een bestuurszetel van Gebiedsfonds Holland Rijnland. Om geschikte bestuurders te werven is het raadzaam om met alle partijen (gemeenten, regio, provincie, waterschap en de Groene Klaver) een longlist te maken van potentiële bestuursleden op basis van de gewenste kwaliteitskenmerken. De eerder uitgevoerde netwerkanalyse heeft veel bruikbare informatie opgeleverd om te komen tot een longlist. Voor een overzicht van de uitkomsten wordt verwezen naar bijlage B. Een eerste selectie van circa 10 personen (telefonisch of face-to-face) moet leiden tot een eerste groepsgesprek met 5 à 6 personen. Een eerste oriënterend gesprek moet duidelijk maken of er interesse is om te komen tot een rechtsvorm en aanpak zoals voorgesteld in deze notitie. 5. Geld beschikbaar voor professionele ondersteuning collectief De praktijk leert dat de kracht van een gebiedsfonds niet alleen afhangt van een kundig en enthousiast bestuur voor het Gebiedsfonds. Ook het collectief moet een professionaliseringslag maken. Het collectief neemt in de begroting van de gebiedsvoorstel daarom niet alleen de vergoeding voor maatregelen op, maar ook een post voor menskracht. Overigens is in huidige beheervergoedingen ook een opslag voor administratieve lasten opgenomen en is dit in die zin niets nieuws.
5
Het is voor het collectief raadzaam om met name in de opstartfase een persoon aan te stellen die de ruimte krijgt om het collectief te ondersteunen in de nieuwe situatie (richtlijn is ca. 0,1 fte). Met ondersteuning wordt bedoeld het voorbereiden van de gebiedsvoorstel, contracten met agrariërs, verslaglegging en administratie. Raadzaam is om een procedurebeschrijving van taken en werkzaamheden op te stellen, zodat ook juiste type profiel wordt aangesteld. Als het collectief vertrouwd is met de nieuwe werkwijze, is met name ondersteuning in administratieve zin van belang en zal er voor de het collectief een betaalde kracht nodig zijn, die zorgt dat de administratie juist is en het bestuur van het gebiedsfonds de juiste gegevens krijgt om de bank opdracht te geven voor betalingen aan de boeren. De administratieve last verschuift in feite van de individuele agrariër in de huidige situatie naar het collectief. Wat betreft aansturing van het proces merken we op dat het, in de lijn van eerder genoemde transitie, verstandig is dat het GKC i.o. vanaf de start de regie heeft. Holland Rijnland, provincie, waterschap en het ministerie van Economische Zaken (via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, RVO.nl) kunnen het proces ondersteunen met o.a. expertise, netwerk en opstartmiddelen. 6. Zowel publieke als private middelen in het Gebiedsfonds Bij het opstarten van een gebiedsfonds is het goed om vooraf verwachtingen uit te spreken ten aanzien van de hoeveelheid middelen die binnen een bepaalde termijn moeten worden gegenereerd. Gezien de aanvliegroute die in dit proces is gekozen (korte termijn ambitie wat betreft boerenwandelpaden) is de ambitie helder. Het is immers duidelijk hoe groot het budget de komende jaren moet zijn om beheer van de wandelpaden voort te zetten. Een eerste inschatting om het beheer van boerenwandelpaden voort te kunnen zetten is dat er circa €90.000 per jaar nodig is. Bijna de helft (45%) van het benodigde budget is beschikbaar bij de provincie (Subsidieregeling Landelijk Gebied). Daarnaast hebben de meeste gemeenten in de regio geld gereserveerd voor het beheer van boerenlandpaden. Het resterende tekort kan worden gedekt uit een bijdrage van Holland Rijnland en nog te werven private middelen. Het werven van private middelen is te vertalen in een afbakenbare acquisitieopdracht voor het bestuur. De ervaring leert dat een vraaggerichte benadering kan rekenen op betrokkenheid en bereidwilligheid bij private partijen (bedrijven, organisaties, burgers). Simpelweg bedrijven aanschrijven met de mededeling dat er een tekort is aan middelen is weinig succesvol. Het gaat er om, om met slimme concepten en sterke propositie bereidheid te creëren om bij te dragen. Niet vragen om geld, maar iets te bieden hebben. Onderstaand schema helpt om zicht te krijgen op de mogelijke verschillende fondsconcepten. De blauw gemarkeerde onderdelen hebben betrekking op middelen die vanuit overheden kunnen worden aangewend. De donkergele vakjes wijzen op marktgeoriënteerde concepten en betreft privaat geld. De streekrekening als bijzonder concept is paars gemarkeerd.
6
In deze fase maken we nog geen selectie van de in te zetten concepten. Om de bestuursleden mee te nemen in het proces is het goed om ook hun deelgenoot te maken van de strategie. Veel elementen kunnen al worden voorbereid en vormen al een goede basis, maar een kant-en-klare aanpak voorschotelen zou te ver doorschieten. In de kennismakingsbijeenkomst worden de opties geschetst om in de loop van enkele vervolgbijeenkomsten te komen tot een selectie van 3 à 4 private fondsconcepten. Speciale aandacht verdient het concept van de streekrekening, dat door Rabobank Nederland is ontwikkeld. In andere gebieden blijkt echter dat de lokale Rabobanken niet bij voorbaat staan te springen om een streekrekening open te stellen, dus een algemene inventarisatie naar bereidwilligheid bij de verschillende lokale Rabobanken is aan te raden. 7. Het Gebiedsfonds is een groeidiamant De ervaring in andere gebieden leert dat het weinig zinvol is om een geforceerd stappenplan te formuleren. Zeker in dit stadium waarin De Groene Klaver zich nog aan het oriënteren is op haar rol als toekomstige gebiedscollectief en het proces binnen de provincie Zuid-Holland zich nog aan het uitkristalliseren is. Ook merken we dat publieke partijen graag eerst positief verrast willen worden door een goed functionerend gebiedsfonds, voordat er lange termijn commitment wordt uitgesproken. Daarnaast hangt het van de intrinsieke motivatie en slagkracht van het nog te vormen bestuur af, welke concrete prestaties op lange termijn met elkaar worden vastgesteld. Kortom: de onzekerheid die de context met zich meebrengt vraagt om een laagdrempelig begin dat van onderop moet worden vormgegeven. Wij geloven dan ook in de strategie van een groeidiamant: het fonds houdt zich in eerste instantie bezig met boerenwandelpaden, waar in een later stadium andere groene en blauwe diensten (en producten) aan kunnen worden toegevoegd. Oftewel: learning by doing. De eerste stappen zijn gezet (zoals de inventarisatie mogelijke fondsconstructies, netwerkanalyse en kennisuitwisseling met andere gebiedsfondsen en collectieven). Indien het Algemeen Bestuur de uitgangspunten in deze notitie onderschrijft, biedt dit voldoende basis om een startbijeenkomst te organiseren met 4 à 5 potentiële
7
bestuursleden. Doelstelling en functie van het Gebiedsfonds is voor een groot deel helder. De administratieve en juridische basis is ook voorhanden en zal door middel van een notaris nog moeten worden geëffectueerd. Samen met het bestuur in spé kan de financiële vulling van het Gebiedsfonds verder vormgegeven worden. Planning Onderstaande planning geeft een beeld van de vervolgstappen voor het vormen van een Gebiedsfonds in 2014: mei
juni
juli
augustus
september oktober
november december
Samenstellen bestuur Opstellen functieprofiel en groslijst potentiele bestuursleden Eerste benadering (telefonisch en gesprekken) Gezamenlijk kennismakingsgesprek Formeren potentieel bestuur Doel gebiedsfonds bepalen Excursie PG gebiedsfonds Amstelland Bijeenkomst potentieel bestuur en werkgroep Uitwerken doel van het gebiedsfonds Organisatiemodel en rechtsvorm Uitwerken mogelijke rechtsvorm en organisatiemodel Bijeenkomst potentieel bestuur en werkgroep Uitwerken organisatiemodel en rechtsvorm Gesprek Nationaal Groenfonds Beschrijven rollen, taken en verantwoordelijkheden tussen gebiedsfonds Oprichten rechtsvorm Acquisitiestrategie Uitwerken fondsconstructies voor HR Bijeenkomst bestuur en werkgroep Uitwerken 1e aanzet aquisitiestrategie
8
Bijlage A overzicht gebiedsfondsen als los document bijgevoegd
9
Bijlage B: netwerkanalyse Op 5-2-2013 uitgevoerd onder begeleiding van Eelke Wielinga (provincie Zuid Holland), door: Claudia de Kort, Godelieve Mars (Holland Rijnland), Hans Koot (provincie Zuid-Holland), Bart van Dijk (Leiden), Danielle van den Berg (Alphen aan de Rijn), Gijs Imthorn (Noordwijkerhout) Job Wittens, Antoinet van Helvoirt (Praedium). Leveranciers
Beleidsmakers
HUB
cooperatief denken
partnership
Schiphol (via Joost Wagemakers)
Innovatie
intellectueel kapitaal
Greenports Aalsmeer en Boskoop
koplopers innovatieve bedrijven
Topsector Greenport
Bestuur HHvR, HH AGV en HH Stichtse Rijnlanden
Amsterdams Waterleiding Bedrijf
Robuust watersysteem
ODWH: (A): Rommie van Rossum
DB ODWH
Dunea
Leidse Ommelanden: (B) Frank de Wit
Colleges B&W gemeenten
DB Holland Rijnland
Daadkracht
Clustervorming
Circulair denken
Akzo Nobel
HHvR: (A) Henno Dokkum
Gezicht, ambassadeur, boegbeeld
Besturen nieuwe stijl
win-win Economische crises overleg met koepel midden- en kleinbedrijf
Prov. ZH: (A) Hans (B) Han Weber
Moed, lef
Heineken
Holland Rijnland: (A) Godelieve + Claudia (B) Bas Eenhoorn, Henri Lenferink
MVO-par. Bedrijven
Leiden: (A) Bart (B) Frank de Wit
generatiebestendig Supermarkten: C1000: Edwin van Beek; Hoogvliet: ??
Lef loslaten in vertrouwen
Bestuurlijk draagvlak
Adoptie door Randstad / grote steden
Journalisten / Pers
Rabobank
Nationaal Groenfonds
Landschapsbeleid, Rotterdam, Den Haag, ISG, RSV, PSV Amsterdam, Utrecht GS PZH
Pers; Leids Dagblad: Wilfried Simons
Digitale communities
veranderingen in beleid/wetgeving/vera ntwoordelijkheden overheden
Rijksoverheid, Europa
Financieel beheer middelen
bekendheid / marketing
Ecologie
Supermarkten: Ekoplaza: ??
Alphen a/d R: (A) Danielle (B) Kees van Velzen
Teruggang biodiversiteit
Locale producten
Beheer en onderhoud op particuliere grond voor toegankelijk, leefbaar en duurzaam landschap.
Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten
Trots
Bollenstreek: (A) Gijs (B) ? Kees van Velzen (Teylingen)
Landschap ZH: (B) Michiel Houtzager
Greenbee
Zoeterwoude: (A) Liselotte (B) Mirjam Ates
Koeien in de wei (ipv steeds meer op stal)
bevorderen ondernemerschap
Passie en plezier
cultuurhistorie
biodiversiteit
investeringsbereidheid
ANLV's
Cultuurhistorisch genootschap
Verrijken Landschap
overleg met agrarische belangenverenigingen
Landschapsbeheer ZH: (A) Pieter Balkenende
SOVON, Vogelwerkgroep
Bekendheid landschap
ondernemers verenigingen
Struinen en Vorsen (activiteiten GH)
NME-centra
Kennis van het gebied
Betrokkenheid ondernemers
overleg met schoolbesturen
basisscholen
musea, bezoekerscentra
Educatie / NME
eigen verantwoordelijkheid nemen
GGD
Universiteit
Stadslandbouwinitiatie ven
Bewustwording
St. Land van Wijk en Woude: Marijke en Hannie
ANWB
Ziekenhuis
IVN
vervreemding stad voedselproductie
Boeren voor natuur
Hollands Plassenberaad
VVV
Zorg en Zekerheid
Betrokkenheid burgers / gebruikers
vanuit intrinsieke motivatie
Recreatie-ondernemers
Fietsbond
Recron
Maatschappelijk belang
risico durven nemen
ANLV's
Lokale verenigingen
Te Voet / lopende zaken
Eigen belang
ANLV Hollandse Venen: Ben Verkleij SLA: Joost van Groene Klaver: Beek Theo v. Leeuwen, Jan Hogeveen LTO, vz regio oost HR: overleg met koepel Klaas Barendrecht; verenigingsleven LTO, regio B-streek: Andries Middag
GOM
KNHS
Recreatie en toerisme
LTO
Stichting Duinbehoud
Bereikbaarheid
Passie en plezier
Bedrijfsvergroting landbouw
ondersteunen initiatieven
Voor wie doen we het --> doelgroep gebruikers landschap
ondernemersgeest
nieuwe economische dragers
Fietspaden, ruiterpaden, wandelpaden, kanoroutes
wegvallen streven naar noodzaak vermindering landschapselement chemische en agrarische bestrijdingsmiddelen bedrijfsvoering economisering kwaliteit landschap landschap Verbreding agrarisch diversiteit inkomen met landschappen recreatieve diensten Vliegwieleffect
toename vrije tijd / recreatie
Bewoners stedelijk gebied betrekken
nieuwe verdienmodellen / financiering
Stimuleren beweging Imago, Autenticteit, dicht bij huis herkenning
voorbeelden best practice / pilots ter inspiratie
Gebruikers
10
Bijlage C Concept functieprofiel bestuur Gebiedsfonds als los document bijgevoegd
11
Bijlage D Voorbeeld statuten gebiedsfonds als los document bijgevoegd
12
Bijlage A Verkenning streekfondsen Het Groene Woud Doel
Regeling Groen Blauwe Diensten Overijssel Landschapsversterking op politieke agenda gezet (PvA in 2005)
Via Natura
Midden Delfland
I.h.k.v. proeftuin ‘OoijpolderGroesbeek’ is een LOP opgesteld. Gebrek aan vertrouwen in overheid maakt dat er gekozen is voor een organisatie buiten de overheid als verantwoordelijke voor realisatie LOP (2007)
Afronding reconstructie (erkenning open midden gebied) i.c.m. discussie over gemeentelijke herindelingen. Grote steden zag belang van behoud open gebied in (2006)
Aanleiding
Eigen financieringsstroom voor duurzame ontwikkeling HGW (2007)
Doel
Versterken van de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap HGW op een duurzame manier
Instandhouding en ontwikkeling van karakteristieke landschapselementen. Met GB Diensten bundelen provincie, gemeenten, bedrijfsleven, agrariërs en particulieren hun krachten om Overijsselse landschap te behouden
Het op vrijwillige basis versterken van de kwaliteit van het agrarisch cultuurlandschap samen met het gebied
Het in stand houden van het agrarisch cultuurlandschap, maar ook het versterken van de relatie tussen stad en land door educatie en recreatie
Betrokken partijen
Innovatieplatform Duurzame Meierij, gemeenten in HGW, gemeente Boxtel trekker
Provincie en Landschap Overijssel
Beleidskader
Onafhankelijk maar met inachtneming Visie NL HGW, Stika
Projectplan legt link tussen bestaand landschap, visie op gewenst landschap en keuze van landschapselementen met bijbehorende diensten. Voor de provinciale subsidie aan de gemeente is een
Gemeente Groesbeek, Millingen, Ubbergen, Provincie Gelderland (Ministerie als financier proeftuin) Later ook Stichting Landschapskapitaal (zie onderdeel fondsconstructie) LOP van gemeenten. In die tijd eerste voorbereidingen stimuleringsregeling GB diensten
Gemeente Midden-Delfland, Delft, Den Haag. Later sluit ook Maassluis aan. Verder is in 2012 een bijdrage ontvangen als kwaliteitsmaatregel vanuit de aanleg van de A4.. O.b.v. kwaliteiten open gebied (gebiedsvisie Midden Delfland 2025) intergemeentelijke samenwerking
Opgesteld in opdracht van:
Stichting Landschapsfonds Alphen Realisatie verbindingszone aansluitend aan natuurgebied het Zaanse Rietveld (ten zuiden van Alphen Grootte ca 30 ha). Vanwege mislukte kavelruil heeft gemeente voorgenomen om d.m.v. groene diensten een vergelijkbaar doel te realiseren (2007) Behouden, ontwikkelen en ontdekken van het agrarische natuur- en cultuurlandschap; Het versterken van de relatie stad en platteland in Alphen aan den Rijn en omgeving Mede uitvoering Structuurvisie Buitengebied Alphen aan den Rijn Gemeente AdrR, ANV Water en Weidepracht, ANV de Wetering
Notitie Groene Diensten in het Zaanse Rietveld (2008),
Het Groene Woud
Uitbetalin gen
Fondsconstructi e
Regeling Groen Blauwe Diensten Overijssel provinciale regeling ingesteld. Aanleg / herstel op basis van begroting (apart), beheer en waardedaling (klein aantal opengesteld, minimaal gebruik)
Via Natura
Midden Delfland
Stichting Landschapsfonds Alphen
O.b.v. bedrijfslandschapsplannen worden kosten voor aanleg, herstel en beheer vergoed, dit loopt via projectaanvragen (bij gemeenten, provincie en stichtingsbestuur) Overeenkomst tussen stichting en grondeigenaar
Inspanningen en inkomstenderving aan deelnemers wordt vergoed via puntensysteem. Initiatiefnemer kan kiezen uit ‘boxen’
Co financiering door stichting indien beheer en onderhoud niet door andere subsidiebronnen wordt gedekt
De agrarische natuurvereniging is de intermediair tussen de deelnemende boeren en de stichting als beheerder van het fonds. 6 jaarlijkse contracten
Contract tussen stichting en deelnemer (incidenteel ondersteund door beheerplan)
Beheer structureel (alleen in de beginfase toe de goedkeuring vanuit Brussel op zich liet wachten, is zijn er eenmalige projecten gefinancierd). Toets doorlopen, maatregelen zijn opgenomen in de catalogus GBD
Structureel / eenmalig (b.v. vogelijkhut)
Vermogensfonds
Beheer- en vermogensfonds
Systeem
Projectvoorstellen worden getoetst aan criteria
Juridische basis
Beschikking
Beheercontract, een overeenkomst tussen stichting waarop het landschapsfonds staat geregistreerd en beheerder
Looptijd
Volgens afgesproken kasritme
6 en 10 jaar (afhankelijk van publieke/private financier)
Eenmalig/ structureel
Eenmalig, projecten
21 tot 30 jaar, in projectplan moet financiering voor de diensten voor deze periode vanuit het landschapsfonds zijn veiliggesteld. Deelnemers sluiten beheercontract voor 21 tot 30 jaar af met lokale rechtspersoon (3x7 jaar of 5x6 jaar). Eenmalig (aanleg/herstel) en structureel beheer
Staatssteun
Nvt ivm privaat geld, directe betaling door overheden wordt rekening mee gehouden
Catalogus GBD
Type fonds
Streekrekening basis: extra rentegift door Rabobank over gezamenlijk saldo. Daarnaast
Voorwaarde vanuit EU is dat deze één keer in de 6 jaar worden herijkt daarom is de looptijd een samenstel van perioden (3X7 of 5X6 jaar) Gemeente stelt projectvoorstel op waarin tenminste begrenzing,
Opgesteld in opdracht van:
Eenmalig (aanleg/herstel) en structureel beheer
Sinds 2011 is nieuw vermogen aan de nieuwe Stichting Landschapskapitaal
3 tot 10 jaar
Catalogus GBD
Het Groene Woud kunnen private rekeninghouders private rentegift aangeven
(Co)financiering
Financiers
Zowel private als publieke partijen hebben een streekrekening. Van de publieke partijen komt alleen de rentevergoeding van de bank in het fonds. Private partijen (bedrijven uit de omgeving, stichtingen of verenigingen) kunnen naast de vaste bijdrage een rentegift doen. Door het afsluiten van een streekrekening commiteren partijen zich aan doelstellingen
Omvang fonds
Sept 2012: ca € 71 miljoen gestald via streekrekening (saldo neemt ondanks crisis
Opgesteld in opdracht van:
Regeling Groen Blauwe Diensten Overijssel analyse, visie, maatregelen, begroting & financiering, organisatie & planning en communicatieplan is opgenomen. Op basis van dit projectplan wordt een lokaal landschapsfonds opgericht op naam van een lokale stichting of bestaande stichting GBD Overijssel (samenwerking Landschap Overijssel en Natuurlijk Platteland Oost), het fonds dient ondergebracht te worden bij Nationaal Groenfonds Uitvoering projectplan (inclusief proces ondersteuning) 50 % – 50 % (provincie en gemeente / waterschap / privaat geld). Uitvoering vanuit één loket vanuit de stichting op wiens naam het lokale landschapsfonds is geregistreerd. In projectplan staat opzet en organisatie van het loket omschreven, hiervoor kan een derde partij worden ingeschakeld (bv. Lokale ANV). Maximaal 15% mag besteed worden aan proceskosten. Nationaal Groenfonds beheert de gelden en keert de vergoedingen uit. Beschikbaar budget € 60 – 65 miljoen (tot eind 2013 gegarandeerd)
Via Natura
Midden Delfland
Stichting Landschapsfonds Alphen
Aanzienlijk deel privaat geld aangetrokken door samenwerking met Poctcodeloterij. Middelen ondergebracht bij Stichting Landschapskapitaal. Publieke gelden gestald bij gemeenten
Bij aanvang eenmalige storting. Daarnaast afdracht per ontwikkelde woning en uitgegeven bedrijfsterreinen in Harnaspolder en woningbouwgebied bij Den Hoorn. Recent ook storting van ca. € 1 miljoen door provincie a.g.v. ontwikkeling A4. Verder is onlangs in samenwerking met de Rabobank een streekfonds opgericht.
Gemeente heeft bij oprichting bedrag gefinancierd (€ 250.000,-). Daarnaast hebben 4 bedrijven (vnl bouwbedrijven) bij aanvang als sponsor geld gestort
Privaat fonds voor grondvergoeding Ca € 1-2 miljoen grotendeels via
Totale gestald vermogen ca € 7 miljoen, beschikbaar budget ca € 230.000,- p.j.
Beschikbaar budget reeds grotendeels gereserveerd voor gesloten contracten (dus
uitbesteed, mede opgezet met impuls vanuit project vanuit Ministerie VROM.
Het Groene Woud
Regeling Groen Blauwe Diensten Overijssel
toe). Jaarlijks uitgeefbaar budget: ca. € 200.00,- (incl. giften)
Organisati e/ uitvoering
Via Natura sponsoring Postcodeloterij (stichting Landschapskapitaal) Fonds voor beheervergoedingen Ca 1-2 miljoen? Publiek geld bij gemeente Ubbergen en Groesbeek. Stichting met onafhankelijk bestuur. Bestuur beslist over fondsuitgaven
Midden Delfland
Stichting Landschapsfonds Alphen nu nauwelijks ruimte om langjarige afspraken aan te gaan)
Fonds is een stichting met betrokken gemeenten als bestuurslid. ANV Vockestaert biedt offerte (plan met maatregelen voor 6 jaar) aan dat door bestuur wordt goedgekeurd.
Onafhankelijke stichting, bestuur besluit over toekenningen
De agrarische natuurvereniging (ANV) ondersteunt en adviseert de beheerders en zorgt voor de monitoring. Fonds gaat over tot de betaling van de beheersvergoeding aan de beheerder na akkoord ANV. Stichting maakt (meerjaren) afspraken met ANV en betaalt jaarlijks bedrag voor administratieve en uitvoerende werkzaamheden Assistentie door gemeentelijk coördinator landschapsontwikkelingsplan (adviseur). Stichtingsbestuur beheert fonds
Rechtsvorm/ta ken
Onafhankelijke stichting, bestuur besluit over projectvoorstellen
Bestuur van de stichting waarin het lokale landschapsfonds is ondergebracht (lokale stichting of stichting groenblauwe diensten Overijssel) is verantwoordelijk
Uitvoeringsorganisatie
Bestuur (onafhankelijk op persoonlijke titel), Raad van Toezicht (persoonlijke titel), acquisitiewerkgroep (incl PL), projectsecretaris, Rabobank, medewerkers streekhuis
Stichting op wiens naam het lokale landschapsfonds is geregistreerd (lokaal of provinciaal) stelt contactpersoon landschapsfonds aan. Deze contactpersoon adviseert en ondersteunt deelnemers bij het indienen van de aanvraag voor beheercontract.
Bestuur wordt ondersteund door PL, die de dagelijkse gang van zaken organiseert. Daarbij worden andere partijen ingeschakeld (bv ANV De Ploegdriever)
Uitvoering, administratie, gezicht in het veld is ANV. Stelt eigen begroting op
Fondsbeheerde r
Rabobank is financieel beheerder streekrekeningen en streekfonds
Lokale stichting die het lokale landschapsfonds beheerd. Er kan ook gekozen worden voor de stichting Groenblauwe Diensten Overijssel. Landschapsfonds moet ondergebracht worden bij
Stichting Landschapskapitaal beheert fonds voor grondvergoedingen, het geld staat deels bij de Rabobank. Het geld voor beheervergoedingen voor 30 jaar van groenblauwe
Fondsvermogen wordt beheerd door Loyalis, tegen een bepaald rendement en zekerheid
Opgesteld in opdracht van:
Het Groene Woud
Verslaglegging
Sturing door financiers
Bank geeft inzicht in financiën die jaarlijks beschikbaar komen in streekfonds. Inzicht in streekfonds is er d.m.v. bankafschriften. Inhoudelijke rapportage gebeurt door stichting (jaarverslag) Financiers geen directe sturing op uitgaven, geld is van streekfonds.
Overig
Contact
Opgesteld in opdracht van:
Desiree van Laarhoven (Van ’t Laarhof)
Regeling Groen Blauwe Diensten Overijssel Nationaal Groenfonds. Nationaal Groenfonds beheert de gelden en keert de vergoedingen uit. Jaarlijkse rapportage van stichting aan gemeente op basis van het projectplan
Provincie meeste invloed, grootste deel van beschikbaar budget is van provincie,
Merendeel van de projecten (90%) heeft betrekking op herstel en beheer van bestaande landschapselementen met name houtwallen en singels. Wandelpaden komen moeilijk van de grond. Hans Gerritsen (Landschap Overijssel)
Via Natura
Midden Delfland
Stichting Landschapsfonds Alphen
Gemeente Midden-Delfland is administrateur en zorgt voor jaarlijkse begroting en uitkering aan ANV. ANV betaalt overeenkomsten. Beide hebben een jaarverslag. Financiers vormen fondsbestuur en gemeente Midden-Delfland voert secretariaat.
Jaarverslag, v.a. 2010 ook meerjarenplanning
Ingrid ter Woorst (gemeente Midden Delfland)
Danielle van den Berg (gemeente Alphen ad Rijn)
diensten staat bij de gemeentes (Ubbergen en Groesbeek) Dmv begrotingen, jaarverslagen opgesteld door de penningmeester en projectleider is inzicht in bestedingen
Omdat subsidies belangrijke inkomstenbron is, hebben financiers invloed op de uitgaven. Voor de uitvoering van het LOP heeft het fonds ook eigen middelen beschikbaar gesteld. Overheden hebben invloed middels ambtelijk overleg.
Tiny Wigman (bureau Niche) / Arno van der Kruis (Via Natura)
Gemeente belangrijkste geldschieter (subsidie bij oprichting), geborgd via adviseurschap gemeente
Bijlage C Concept functiebeschrijving Bestuurder Stichting Streekfonds Holland Rijnland
1. Organisatie Stichting Streekfonds Holland Rijnland is een stichting in oprichting (i.o.). De stichting wordt opgericht met als doel het bijdragen aan de versterking van de landschappelijke kwaliteit van Holland Rijnland. Het bestuur van de stichting zal bestaan uit minimaal 3 en maximaal 5 bestuurders. De Stichting verwerft fondsen voor het streekfonds en kent middelen toe aan landschapsgerelateerde projecten in Holland Rijnland. Het streekfonds stelt zich ten doel: behoud en herstel van landschappelijke waarden. Private partijen wordt de mogelijkheid geboden om geld te storten in het fonds. Dit kan in de vorm van het openen van een streekrekening, waarbij de Rabobank de ‘rente op rente’ doneert aan het fonds. Daarnaast worden andere mogelijkheden geboden via sponsoring, legaten, enzovoorts. De stichting werkt nauw samen met uitvoeringsorganisatie De Groene Klaver. Daarnaast kunnen initiatiefnemers ook zelf projectvoorstellen indienen die op grond van de inhoudelijke gebiedsdoelen worden beoordeeld.
2. Werkzaamheden De stichting tracht de doelen te verwezenlijken door: het bevorderen van promotie van het streekfonds en het inhoudelijke programma; het communiceren met de inwoners en gebruikers Holland Rijnland met betrekking tot het streekfonds; het uitgeven van folders, informatiepakketten, etcetera ten behoeve van werving fondsen en ter promotie van het streekfonds; het samenwerken met overheden, agrarische organisaties, natuurbeschermingsinstanties en overige partners binnen Holland Rijnland en organisaties en bedrijven met interesse en affiniteit met duurzaamheid; het samenwerken met organisaties die de doelstellingen van het streekfonds ondersteunen; het actief participeren in samenwerkingsverbanden met andere vergelijkbare gebieden binnen Nederland, Europa of anderszins. De bestuurder is mede verantwoordelijk voor het functioneren van en vertegenwoordigt de stichting. Op het functioneren van de bestuurder wordt toegezien door een Raad van Toezicht van de stichting. De bestuurder legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht: het bestuur verschaft tijdig de noodzakelijke gegevens en inlichtingen betreffende de aangelegenheden van de stichting; periodiek komen bestuur en raad van toezicht in vergadering bijeen ter bespreking van de algemene lijnen.
3. Vaardigheden en eigenschappen. -
Betrokkenheid bij en affiniteit met de streek Holland Rijnland; Gevoel voor politiek bestuurlijke verhoudingen; Aandacht voor representativiteit van en namens streek t.b.v. promotie;
-
Interesse in bestuurlijk pionieren; Beschikking over maatschappelijk c.q. zakelijk netwerk binnen (en buiten) de streek.
Het bestuur (minimaal 3 en maximaal 5 leden) zal bestaan uit personen met diverse achtergronden. Er wordt gestreefd naar een goede balans tussen zakelijke ervaring (huidige c.q. voormalig ondernemers), bestuurlijke ervaring (huidige c.q. voormalige maatschappelijke functionarissen) en financiële ervaring (financiële sector). Enige bestuurlijke ervaring en indien mogelijk bereidheid tot participeren worden gezien als een pré.
4. Waardering van de functie Statutair zal worden bepaald dat de bestuurder geen bezoldiging ontvangt voor de werkzaamheden. Bestuurders hebben recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
5. Planning We zijn voornemens om in december 2014 de stichting bij notariële akte op te richten. Een (her)benoeming geldt voor de periode van 5 jaar.
2
Bijlage D Voorbeeld statuten Statuten Stg. Streekrekening Het Groene Woud Heden, drie september tweeduizend acht, verscheen voor mij, mr. MONIQUE VAN 'T HOOFT-KNIEST, notaris te Boxtel: de heer Gerardus Hubertus Cornelis VAN DEN OETELAAR, wonende te XXXX XX XXXXXXX, XXXXXX, geboren te XXXXXX op XX XXXXX XXXXXXXXXXXXX , zich legitimerende met zijn rijbewijs, nummer XXXXXXXXXX, uitgegeven te Boxtel op XXXXXX, te dezen handelend als voorzitter van de statutair te Boxtel gevestigde stichting STICHTING STREEKREKENING HET GROENE WOUD, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Brabant onder nummer 17195930 en als zodanig deze stichting conform haar statuten te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigend, de stichting STICHTING STREEKREKENING HET GROENE WOUD hierna te noemen: "de stichting". De comparant, handelend als gemeld, verklaarde: - dat gemelde stichting werd opgericht bij akte op tweeëntwintig mei tweeduizend zes verleden voor mr. M. van 't Hooft-Kniest, notaris te Boxtel; - dat de statuten van de stichting nimmer zijn gewijzigd; - dat het bestuur van de stichting in haar vergadering van zevenentwintig februari tweeduizend acht heeft besloten de statuten te wijzigen, in welke vergadering alle bestuursleden aanwezig danwel vertegenwoordigd waren, en welk besluit met algemene stemmen werd aangenomen, waarvan blijkt uit de aan deze akte gehechte notulen; - van de instemming van de raad van toezicht als bedoeld in artikel 11 lid 7 van de statuten blijkt uit een aan deze akte gehecht stuk. De comparant, handelend als gemeld, verklaarde ter uitvoering van gemeld bestuursbesluit de statuten van de stichting IN ZIJN GEHEEL te wijzigen, zodat zij komen te luiden als volgt: STATUTEN. NAAM, ZETEL EN DUUR. Artikel 1. 1. De stichting draagt de naam: STICHTING STREEKREKENING HET GROENE WOUD. 2. Zij heeft haar zetel in de Gemeente BOXTEL. 3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. DOEL. Artikel 2. 1. De stichting heeft ten doel: a. het verwerven van fondsen ten behoeve van de Streekrekening; b. het beheren van de fondsen op de Streekrekening; c. het beheren van het subsidieprogramma waarmee de gelden beschikbaar gesteld kunnen worden ten behoeve van projecten die Het Groene Woud versterken; d. behoud, herstel en toename van de biodiversiteit in Het Groene Woud; e. behoud en herstel van cultuurhistorische waarden in Het Groene Woud; f. behoud en herstel van landschappelijke waarden in Het Groene Woud; g. bevorderen van agrarische, recreatieve en andere economische activiteiten die bijdragen aan de eerdergenoemde doelstellingen; h. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. Onder Het Groene Woud wordt verstaan het totale gebied in de stedendriehoek 's-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven. 2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door: 1
- het bevorderen van promotie rond de Streekrekening Het Groene Woud; - het bevorderen van promotie rond Het Groene Woud; - het communiceren met de inwoners en gebruikers van Het Groene Woud met betrekking tot de Streekrekening Het Groene Woud en Het Groene Woud zelf; - het uitgeven van folders, informatiepakketten, etcetera ten behoeve van werving fondsen en ter promotie van de Streekrekening en het subsidieprogramma; - beschikbaar hebben van informatie op de websites www.streekrekeninghetgroenewoud.nl en www.hetgroenewoud.com; - het samenwerken met overheden, agrarische organisaties, natuurbeschermingsinstanties, overige partners binnen Het Groene Woud, organisaties en bedrijven die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben; - het samenwerken met organisaties die de doelstellingen van de Stichting Streekrekening Het Groene Woud ondersteunen; - het actief participeren in samenwerkingsverbanden met andere vergelijkbare gebieden binnen Nederland, Europa of anderszins. VERMOGEN. Artikel 3. Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door: rentebaten, subsidies en donaties; schenkingen, erfstellingen en legaten; alle andere verkrijgingen en baten. BESTUUR. Artikel 4. 1. Het bestuur van de stichting bestaat uit tenminste drie leden. Het aantal leden wordt met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde door het bestuur met meerderheid van stemmen vastgesteld. 2. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. 3. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden met meerderheid van stemmen (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de vacatures daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolger(s). 4. Mocht(en) in het bestuur, om welke reden dan ook, één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur, behoudens het bepaalde in artikel 13. 5. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten. De maximum kostenvergoeding voor het bestuur wordt door de raad van toezicht vastgesteld. Deze vergoeding wordt in de jaarrekening zichtbaar gemaakt en nader toegelicht. 6. Bestuursleden kunnen geen familierelaties of vergelijkbare relaties met elkaar hebben en zij kunnen als privé-persoon niet in aanmerking komen voor welke vorm van financiering dan ook vanuit de Stichting Streekrekening Het Groene Woud. 7. De leden van het bestuur treden periodiek af. Benoemingen en herbenoemingen geschieden voor een periode van maximaal vijf jaar. BESTUURSVERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN. Artikel 5. 1. De bestuursvergaderingen worden gehouden in Nederland op de plaats als bij de oproeping is bepaald. 2. leder kalenderkwartaal wordt tenminste één vergadering gehouden. 3. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één der andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave der te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft, in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de 2
vereiste formaliteiten. 4. De oproeping tot de vergadering geschiedt behoudens het in lid 3 bepaalde door de voorzitter, tenminste zeven dagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven of e-mail. 5. De oproepingsbrieven of e-mails vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen. 6. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met meerderheid van stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen. 7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan. 8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd. 9. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid zijner in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een mede bestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter der vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één mede bestuurslid als gevolmachtigde optreden. 10. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, per telefax of per e-mail hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt, onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden, door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede ondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd. 11. leder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven, worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen. 12. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. 13. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. 14. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter. BESTUURSBEVOEGDHEID EN VERTEGENWOORDIGING. Artikel 6. 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. 2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, alsmede tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk mede schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt, of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. 3. Het bestuur heeft het recht een voordracht te doen voor een nieuw lid van de raad van toezicht. 4. Het bestuur waakt tegen verstrengeling van de belangen van de stichting en die van de leden van haar bestuur en/of haar medewerkers. Artikel 7. 1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte. 2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee of meer gezamenlijk handelende bestuursleden. 3. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. 3
EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP. Artikel 8. Het bestuurslidmaatschap eindigt: - door overlijden van een bestuurslid; - bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen; - bij schriftelijke ontslagneming (bedanken); - alsmede bij ontslag op grond van artikel 298 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; - via ontslag door het bestuur vanwege disfunctioneren; - door expiratie van de termijn van benoeming, behoudens herbenoeming. RAAD VAN TOEZICHT. Artikel 9. 1. De stichting kent een raad van toezicht. De raad van toezicht heeft tot taak het toezicht houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting alsmede het uitoefenen van die taken en bevoegdheden die in deze statuten aan de raad van toezicht zijn opgedragen of toegekend. 2. De raad van toezicht bestaat uit tenminste drie leden. 3. De leden van de raad van toezicht worden uiterlijk één januari tweeduizend acht benoemd. De eerste keer worden ze benoemd door Stichting Innovatieplatform Duurzame Meierij. Daarna worden de leden van de raad van toezicht benoemd door de raad van toezicht. 4. De raad van toezicht wijst uit zijn midden een voorzitter en een secretaris aan. 5. De leden van de raad van toezicht kunnen geen deel uitmaken van het bestuur. 6. Het bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens en voorts aan ieder lid van de raad alle inlichtingen betreffende de aangelegenheden van de stichting die deze mocht verlangen. De raad van toezicht is bevoegd inzage te nemen en te doen nemen van alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting. 7. De raad van toezicht kan zich voor rekening van de stichting in de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door een of meer deskundigen. 8. Een lid van de raad van toezicht defungeert: a. door zijn overlijden; b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen; c. door zijn aftreden; d. door zijn toetreding tot het bestuur; e. door ontslag hem verleend door de raad van toezicht. Een besluit tot ontslag als in dit lid bedoeld, kan slechts worden genomen in een vergadering van de raad van toezicht waarin alle leden van de raad van toezicht, met uitzondering van het lid wiens ontslag aan de orde is, aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 9. Het bepaalde in de artikelen 5 en 6 is op de raad van toezicht zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. De raad van toezicht komt ten minste twee maal per jaar bijeen. GEMEENSCHAPPELIJKE VERGADERING VAN HET BESTUUR EN DE RAAD VAN TOEZICHT. Artikel 10. 1. Ten minste een maal per jaar komen het bestuur en de raad van toezicht in gemeenschappelijke vergadering bijeen ter bespreking van de algemene lijnen van het gevoerde en in de toekomst te voeren beleid. 2. Tot de bijeenroeping van een gemeenschappelijke vergadering zijn het bestuur en de raad van toezicht gelijkelijk bevoegd. 3. De gemeenschappelijke vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Indien deze afwezig is voorzien de aanwezige bestuurders en leden van de raad van toezicht in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door het in leeftijd oudste aanwezige lid van het bestuur. BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN. Artikel 11. 4
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend. 3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans, de staat van baten en lasten en een activiteitenjaarverslag van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen. De balans, de staat van baten en lasten en het activiteitenjaarverslag behoeven de goedkeuring van de raad van toezicht. Daartoe worden de vastgestelde stukken binnen één maand na de vaststelling aan de raad van toezicht toegezonden. De raad van toezicht kan, alvorens zijn goedkeuring te verlenen, het bestuur opdragen de balans en de staat van baten en lasten te doen onderzoeken door een door de raad van toezicht aangewezen registeraccountant, accountant-administratieconsulent dan wel een andere deskundige in de zin van artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de raad van toezicht en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de in het vorige lid bedoelde stukken. Hij brengt zijn verslag ter kennis van het bestuur. 4. De raad van toezicht is bevoegd de bestuurders decharge te verlenen voor hun bestuur, voor zover daarvan uit de vastgestelde stukken blijkt of anderszins aan hem bekend is gemaakt. 5. Het bestuur stelt voor het einde van het boekjaar een begroting vast voor het volgende boekjaar. Een bestedingsplan is onderdeel van die begroting. De begroting dient zoveel mogelijk te zijn ingericht volgens de voor verslaglegging geldende richtlijnen voor fondsenwervende instellingen. De besteding van middelen dient overeenkomstig de begroting plaats te vinden en dient schriftelijk te worden vastgelegd. Van de begroting afwijkende bestedingen dienen te zijn geaccordeerd door een daartoe strekkend bestuursbesluit. 6. De jaarverslaglegging dient zoveel mogelijk te zijn ingericht overeenkomstig de daarvoor geldende eisen ingevolge de Richtlijn Verslaglegging Fondsenwervende instellingen. De jaarverslaglegging is openbaar en zal na publicatie desgewenst worden verstrekt aan geïnteresseerden, tegen vergoeding van de kosten van reproductie. 7. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren. 8. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt. 9. Voor het wijzigen van de statuten heeft de raad van toezicht na één januari tweeduizend acht instemmingsrecht. REGLEMENT. Artikel 12. 1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat. 2. Het reglement mag niet met de Wet, of deze statuten, in strijd zijn. 3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen. 4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 13 lid 1 van toepassing. 5. In het reglement zijn minstens de volgende zaken opgenomen: a. het fonds van de streekrekening wordt gevuld via diverse "opbrengstmethoden": rentesurplus, subsidies, legaten, groenfinanciering van projecten, etcetera; b. een meerjarig subsidieprogramma waaraan de te beoordelen projecten objectief kunnen worden getoetst. Dit programma dient voor de eerste keer gebaseerd te 5
zijn op het huidige LeaderPlus-programma voor de Meierij en vooral programmapunten te bevatten die niet danwel moeilijk via andere fondsen gerealiseerd kunnen worden; c. een overeenkomst met een organisatie die de daadwerkelijke voorbereidende toetsing uitvoert. Voor de eerste twee jaren zal dit gebeuren door voormelde stichting STICHTING INNOVATIEPLATFORM DUURZAME MEIERIJ; d. een protocol met de werkwijze van de toetsingsorganisatie en het bestuur van de stichting STICHTING STREEKREKENING HET GROENE WOUD; e. de manier waarop betalingen, monitoring en nacontroles plaatsvinden; f. de prioriteitenaandachtsgebieden die per jaar mogen wijzigen; g. het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen. 6. De bepalingen in dit artikel zijn van overeenkomstig toepassing op de raad van toezicht. STATUTENWIJZIGING. Artikel 13. 1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden genomen met algemene stemmen, in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat. 2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. 3. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het daartoe bestemde register, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen welker gebied de stichting haar zetel heeft. ONTBINDING EN VEREFFENING. Artikel 14. 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 13 lid 1 van toepassing. 2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan, voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 3. De vereffening geschiedt door het bestuur. 4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 13 lid 3. 5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. 6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting. 7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende dertig jaren berusten onder de jongste vereffenaar. SLOTBEPALINGEN. Artikel 15. In alle gevallen, waarin zowel de Wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur. Terzake van de uitvoering van deze overeenkomst, ook voor fiscale gevolgen, wordt woonplaats gekozen ten kantore van de bewaarder van deze akte. WAARVAN AKTE, is verleden te Boxtel op de datum als in het hoofd van deze akte vermeld. De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. De inhoud van de akte is aan hem opgegeven en toegelicht. De verschenen persoon heeft verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, tijdig voor het verlijden van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en met de inhoud in te stemmen. Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de verschenen persoon en vervolgens door mij, notaris
6
Bijlage 2, Concept gebiedsvoorstel bij AB-voorstel Gebiedsfonds Groenblauwe diensten
Het Groene Klaver Collectief
(GKC) CONCEPT GEBIEDSVOORSTEL
Voorstel: Datum: Auteur: Contact:
onderhoud boerenwandelpaden 14 mei 2014 Jos Beugelsdijk (secretaris)
[email protected]; gsm 0651-514036
INHOUDSOPGAVE 1. ORGANISATORISCH ................................................................................................................................. 3 De vereniging ............................................................................................................................................................... 3 De bestuurlijke organisatie ........................................................................................................................................... 3 Het Groene Klaver Collectief ......................................................................................................................................... 3 Gebiedsvoorstel ........................................................................................................................................................... 3
2. ONDERHOUD VAN BOERENWANDELPADEN .................................................................................. 4 Stakeholders ................................................................................................................................................................ 4 Organisatie onderhoud boerenwandelpaden ................................................................................................................ 4 De werkwijze ................................................................................................................................................................ 4 Controle ....................................................................................................................................................................... 5 Evaluatie ...................................................................................................................................................................... 5 Begrotingsopzet ........................................................................................................................................................... 7
3. BIJLAGEN ..................................................................................................................................................... 8
2
GKC onderhoud boerenwandelpaden
1. Organisatorisch De verenigingi Het Groene Klaver Collectief is een samenwerkingsverband tussen de vijf ANV’s die rondom de stad Leiden zijn gesitueerd en ‘voor het grootste deel in het gemeentelijk samenwerkingsverband ‘Holland Rijnland vallen. Een klein deel van ons gebied is gelegen in het stadsgewest Haaglanden en in de provincie Utrecht. De vereniging bestaat uit de volgende AN(L)V’s: - De Hollandse Venen met als werkgebied Nieuwkoop-Zevenhoven; - Geestgrond met als werkgebied de Duin- en Bollenstreek; - VANAde met als werkgebied de Hollandse Plassen; - Santvoorde met als werkgebied Haaglanden; - Wijk en Wouden met als werkgebied de westkant van het Groene Hart. De bestuurlijke organisatie Het Groene Klaver Collectief i.o. is een voortzetting van de Groene Klaver, die een juridische entiteit in de vorm van een vereniging. Het doel van de vereniging is vastgelegd in de statuten, waarvan het doel in de bijlage is opgenomenii. Het organigramiii van de bestuurlijke organisatie is opgenomen in de bijlage. Het Groene Klaver collectief i.o. zal statutair worden verankerd, waarbij de rechtsvorm nog onderzocht wordt. Het Groene Klaver Collectief (GKC) De Groene Klaver is uitgebreid naar Het GKC i.o. dat wordt opgericht om te voldoen aan de eisen die gesteld zijn in het kader van het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid. Dit beleid is erop gericht dat het behoud, onderhoud en inrichting van het landelijke gebied in verantwoordelijkheid wordt gelegd bij agrarische natuurverenigingen (ANV). Deze ANV’s bestaan uit boeren en burgers die het landelijk gebied een warm hart toedragen en die een breed draagvlak hebben in de maatschappij, die de expertise hebben ten aanzien van de cultuurhistorische elementen van het landelijk gebied en waarvan de boeren voor een groot deel eigenaar zijn van het landelijke gebied en er baat bij hebben om het landelijke gebied te behouden. Dit behoud willen die ondernemers samen met de burgers van het landelijk gebied vorm en inhoud geven. Een ANV is een organisatorische institutie om dit te realiseren. Als voorloper van dit collectief doet de Groene Klaver, voor het gebied van het gemeentelijke samenwerkingsverband Holland Rijnland het aanbod om het onderhoud van alle bestaande en nieuw aan te leggen boerenwandelpaden in het buitengebied te gaan organiseren. Het onderhoud van de boerenwandelpaden is één van de activiteiten die zal gaanvallen onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het Groene Klaver Collectief i.o. Naast het onderhoud wandelpaden zal het GKC i.o. ook de verantwoordelijkheid nemen voor alle GroenBlauwe Diensten, natuurbeheer, weidevogelbeheer, recreatieve diensten enz. Alle beleidsdoelen waar burgers en boeren een meerwaarde in zien en die bijdrage aan het behoud en ontwikkeling van het buitengebied, wil het GKC i.o. voor haar verantwoordelijkheid nemen. Gebiedsvoorstel Om tot een goede en concurrerende gebiedsvoorstel te komen zal gezorgd worden voor: Per ANV de stakeholders informeren. Doel is helder te laten zijn waar de verantwoordelijkheid ligt; Voor ieder gebied zal een onderhoudsplan worden opgesteld, die afgestemd is met de agrarische ondernemers; Een uitvoering die onder verantwoordelijkheid staat van het GKC en die geheel of bijna geheel door de agrarische ondernemer zelf zal worden uitgevoerd, zodat de ondernemer zelf aangesproken kan worden op ondeugdelijk onderhoud; Een heldere organisatie vorm waarin de administratie, controle en overlegstructuren duidelijk in zijn verwoord; Een financieel duidelijk, doorzichtig en flexibel geheel, waarin aanpassingen mogelijk blijven. Geen keurs-
3
GKC onderhoud boerenwandelpaden
lijf maar mee kunnen groeien met de praktijk zonder af te wijken van de EU en provinciale regelgeving; De plaatselijke ANV en vrijwilligers in het veld die controles uitvoeren; Een professional die de dagelijkse aansturing doet, zorgdraagt voor de secretariële werkzaamheden en direct aanspreekpunt is voor Holland Rijnland en provincie Zuid-Holland.
2. Onderhoud van boerenwandelpaden Het Groene Klaver Collectief i.o. heeft de ambitie geuit om het onderhoud van bestaande en nieuwe boerenwandelpaden in het gehele gebied van Holland Rijnland te gaan organiseren en uitvoeren. Over geheel Nederland wordt een wandelnetiv aangelegd en in de nota Hoofdlijnen van de provincie Zuid-Hollandv wordt het beheer daarvan overgedragen naar de gemeenten. Daar boerenwandelpaden voor het belangrijk deel over en door agrarisch gebied gaan, is het Groene Klaver Collectief de meest logische partner om het onderhoud daarvan op te pakken. Daarbij gaan we de volgende werkwijze hanteren waarbij we ons bewust zijn van verschillende belangen die we als volgt benoemen; Stakeholders Wandelen geschiedt door alle lagen van de bevolking en ieder heeft daar zo z’n eigen beeld bij. Er zijn wandelaars die het liefst in de vrije natuur lopen, alleen de geluiden van de natuur willen horen en dat het meest waarderen als ze daar uren van kunnen genieten. Daarnaast zijn er groepen wandelaars die in diezelfde natuur het zo comfortabel mogelijk willen hebben, regelmatig op zoek zijn naar een recreatieve plek en geen smerige schoenen willen krijgen. Ook door hondenliefhebbers zal het boerenwandelpad gebruikt gaan worden. Al die verscheidene wandelaars hebben hun eigen wensen, waar we kaders voor gaan stellen zodat een ieder zijn/ haar beleving heeft, daar zich zoveel mogelijk in kan vinden, zonder dat de belangen van andere wandelaars daarin worden geschaad. Als organisatie weten we ook dat we het niet iedereen naar de zin kunnen maken. Een heldere en regelmatige communicatie zal daarbij noodzakelijk zijn. We willen voorkomen dat door een communicatiegebrek ruis gaat ontstaan tussen de agrarische ondernemers en de wandelaars. Wandelen doe je voor je plezier en de agrarische ondernemer heeft zich bereid verklaard om wandelaars op zijn eigendom toe te laten. Het onderhoud van de boerenwandelpaden kan het plezier van beide partijen verder vergroten. Organisatie onderhoud boerenwandelpaden Er is één aanspreekpunt bij het onderhoud van boerenwandelpaden, waarbij de kennis en knowhow van de plaatselijke ANV wordt ingezet op het gebied van de ondernemers en het de cultuur van het gebied. Indien er boerenwandelpaden zijn die door natuurgebieden lopen zullen de plaatselijke natuurorganisaties daar de knowhow voor kunnen leveren. Het GKC is en blijft aanspreekpunt en direct verantwoordelijk. Het Groene Klaver Collectief wil het onderhoud ook zo dicht mogelijk bij de ondernemers neerleggen. Vrijwilligers die het gebied kennen zijn daarvoor de aangewezen controleurs, hebben een direct contact met het secretariaat en rapporteren. De werkwijze Om gestructureerd te gaan werken zal het secretariaat met goedkeuring van het GKC bestuur: Een algemeen onderhoudsplan opstellen en die verfijnen in overleg met de plaatselijke ANV; Het onderhoudsplan doornemen met de grondgebruikers; Met de grondgebruikers een contract afsluiten die juridisch de afspraken vastlegt; Een controle systeem opzetten en daar vrijwilligers voor aanstellen; Het secretariaat als eindverantwoordelijke houden die rechtstreeks wordt aangestuurd door het GKC bestuur; Controleurs aanstellen die uit het gebied zelf komen. Zij staan in direct contact met de plaatselijke ANV, ze kennen het gebied en de ondernemers, zijn op de hoogte van de cultuurhistorische aspecten en weten waar de (on)mogelijkheden liggen.
4
GKC onderhoud boerenwandelpaden
Het Groene Klaver Collectief gaat het onderhoud ter hand nemen met behulp van: De grondgebruikers omdat: o zij de gronden beheren; o klein onderhoud vaak beter door de grondeigenaren kan worden opgepakt. Denk daarbij aan maaien, rommel opruimen enz.; o er bij elk onderhoud een contract is afgesloten. Loonwerkers voor: o werkzaamheden die speciale apparatuur vereist; o er een duidelijk opdracht ligt; o er sprake is van groot onderhoud. Controle Om herkenbaarheid en controle zo simpel mogelijk te houden, zullen controleurs gezocht worden die betrokken zijn in het gebied en de plaatselijke ANV’s en het gebied goed kennen. Voorwaarden daarbij is: Dat de controleurs een controle rapportage schriftelijk doet; Dat deze door het secretariaat wordt behandeld; Dat er op geregelde tijden een mystery guest controle komt; Dat het secretariaat de terugkoppeling doet naar de grondeigenaren. Voor het Groene Klaver Collectief is het van belang dat de controle zo dicht mogelijk bij de gebruikers van de boerenwandelpaden plaats vindt. Het beheer en onderhoud van boerenwandelpaden is pas goed te organiseren als het draagvlak voor goed onderhouden boerenwandelpaden zo breed mogelijk is. De sociale controle is onontbeerlijk om de ambtelijke benadering zo laag mogelijk te houden. Mocht die toch nodig zijn dan heeft dat ook het meest effect als dat in de maatschappij wordt herkend en erkend. Evaluatie Goed en regelmatig onderhoud kan alleen worden gerealiseerd als de uitvoerder, de agrarische ondernemer zich bewust is van zijn / haar taak en die ook zorgvuldig uitvoert. Om daarbij als GKC goed de vingers aan de pols te houden, willen we jaarlijks een evaluatie moment inbouwen. Evaluatie zal deels geschieden door een schriftelijke rapportage en deels door fysieke bijeenkomst te organiseren, waarin de onderhoudsplichtige en controleurs voor worden uitgenodigd. Of dat gezamenlijke of gescheiden bijeenkomsten moeten worden, zal de praktijk uitwijzen. Daarbij is het tevens voor de organisatie een leermoment om misstanden vroegtijdig te signaleren, onvrede op te sporen en goed contact te houden met de onderhoudsplichtige en controleurs. Ook het groot onderhoud zal daar geïnventariseerd worden om te voorkomen dat er achteraf veel kosten moeten worden gemaakt en om ongelukken te voorkomen. Boerenwandelpaden onderscheiden zich door een gevarieerde structuur, geen gladde gepolijste ondergrond die nat en glad kan zijn en door oneffenheden. Dit kenmerk moet zeker behouden blijven omdat dit door de wandelaar \natuurliefhebber op prijs wordt gesteld en dit steeds meer en vaker voldoet aan een maatschappelijke wens. De geoefenden wandelaar zal dan ook met het traditionele boerenwandelpad geen enkel probleem hebben en genieten van deze vorm van recreatieve mogelijkheid. We realiseren ons dan ook wel terdege dat niet ook niet geoefende wandelaars van deze vorm gebruik gaan maken, dat er situaties gaan voordoen waar vooraf geen rekening mee is gehouden. Ook zal de natuur regelmatig de structuur van het boerenwandelpad opeens behoorlijk kunnen veranderen, waardoor situaties gaan ontstaan die tot ongevallen kunnen leiden. Als voorbeeld kan je daarbij gladheid op bruggetes en overgangen noemen, natte grondstructuur en dergelijke die gemakkelijk tot valpartijen kunnen gaan leiden. Nogmaals de geoefende wandelaar met goede wandelschoenen, -laarsen zal zo’n situatie niet deren. De evaluatie gesprekken zullen daarbij bedoeld zijn om zulke situaties vroegtijdig te signaleren en daar, waar mogelijk en gewenst, maatregelen voor te treffen. Ook het parkeerbeleid en de gemeentelijke infrastructuur nemen we in deze evaluatie gesprekken mee.
5
GKC onderhoud boerenwandelpaden
Begroting Financieringsplaatje Omdat een aantal paden nog bestaande contracten kennen, zal het onderhoud daarvan pas in de loop van de komende jaren overgenomen gaan worden. In de berekening naar de financieringsbehoefte per jaar zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Een vergoeding van € 0,99 inclusief btw per strekkende meter; Vanaf 2016 een gemiddelde inf1atiecorrectie van 1 % per jaar; De contracten worden afgesloten voor een periode van 7 jaar, per ondernemer. Dat betekent dat er nog veel contracten ook na 2022 doorlopen. De berekening is dan ook doorgerekend na 2022 om de totale kosten tot en met het einde van de contractduur in beeld te brengen. Het volgende overzicht houdt rekening met contracten die in de loop van de jaren worden overgenomen en contracten die ook na 2022 doorlopen. Dit overzicht geeft onze financieringsbehoefte per jaar aan. Financieringsbehoefte per jaar
jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 subtotaal
lengte in m1 1.873 1.873 2.373 2.373 23.548 23.548 41.098 56.207 56.207
2023 55.707 2024 55.707 2025 32.659 2026 32.659 2027 15.109 2028 2029 einde contractduur
6
bedrag € 1.854,27 ‐ 1.854,27 ‐ 2.372,76 ‐ 2.396,49 ‐ 24.018,91 ‐ 24.259,10 ‐ 42.762,47 ‐ 59.068,21 ‐ 59.658,90 € 218.245,39 ‐ 59.719,47 ‐ 60.316,67 ‐ 35.715,10 ‐ 36.072,25 ‐ 16.854,95 ‐ ‐ ‐ ‐ € 426.923,81
GKC onderhoud boerenwandelpaden
Begrotingsopzet per meter
Begroting onderhoud agrarische wandelpaden vaste kosten 1. bestuurskosten variabele kosten 2. controle wandelpaden - mystery guest - veldcontroleurs * aantal personen 3. secretariaat\organisatie - medewerker - secretariaatskosten
projectdeel 20%
aantal
van € 11.485,00 €
uren
2 20
1
á
20 € 45,00 100 €
4,50
200 - 45,00
subtotalen relatief 2.297,00 2%
bedrag €
1.800,00
-
9.000,00
-
-
10.800,00
9%
-
12.000,00
10%
-
92.838,00
75%
5.250,00 € 123.185,00
4% 100%
9.000,00 3.000,00
4. vergoeding en onderhoud door landeigenaren ANV De Hollandse Venen Wijk en Wouden VANAde Santvoorde Geestgrond
per strekkende m 1 aantal 24.192 64.063 13.170 13.855 8.504 123.784
-
á 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
bedrag - 18.144,00 - 48.047,25 - 9.877,50 - 10.391,25 - 6.378,00
5. groot onderhoud uren * materiaalkosten * loonwerk
á
50 - 55,00
bedrag -
2.500,00 2.750,00
Totaal vaste kosten 6. onderhoudskosten per strekkende meter overheadkosten controle wandelpaden secretariaat/organisatie vergoeding en onderhoud landeigenaren groot onderhoud Totaal per m 1
€ -
0,01 0,09 0,09 0,75 0,05
€
0,99
7
GKC onderhoud boerenwandelpaden
3. BIJLAGEN
i
Het Groene Klaver Collectief i.o. Is een samenwerkingsverband tussen de vijf verenigingen: De Hollandse Venen, Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Wijk en Wouden, Agrarisch Natuur- en Landschapsvereniging Geestgrond, Santvoorde en Vereniging Agrarisch Natuurbeheer in Ade (de VANAde') bij dezen een vereniging oprichten in de zin van artikel 2:26 Burgerlijk Wetboek en daarvoor de volgende statuten vaststellen. ii
De statuten (zijn van de Groene Klaver en dienen als basis voor de juridische vastlegging van het GKC)
Artikel 1 - Naam en zetel 1. De vereniging draagt de naam: Het Groene Klaver Collectief. 2. Zij is gevestigd in de gemeente Zoeterwoude. Artikel 2 - Doel 1. De vereniging heeft ten doel: het bevorderen van agrarisch natuur-, landschap- en waterbeheer en het bevorderen van verbrede agrarische activiteiten en diensten in het totale werkgebied van de leden, alles in de ruimste zin des woords. 2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door: het bevorderen van samenwerking gericht op natuur-, landschap- en waterbeheer en verbrede landbouw, zulks in de ruimste zin genomen; het namens de leden behartigen van belangen en functioneren als gesprekspartner van overheden, rechtspersonen en natuurlijke personen die activiteiten ontplooien welke relevant zijn voor haar doel; het verlenen van diensten aan de leden; het namens de leden initiëren en coördineren van gebiedsontwikkelingen; het bijeen• brengen van gelden ter realisatie van haar doelstellingen; het dan wel doen verzorgen van bij haar doel passende kennisontwikkeling, voorlichting en onderzoek; al wat verder dienstig wordt geacht ter bevordering van agrarisch natuur-, landschap- en waterbeheer en het bevorderen van verbrede agrarische activiteiten en diensten in het totale werkgebied van de leden. 3. De vereniging heeft geen winstoogmerk. 4. Het vermogen of de vruchten daarvan worden op geen andere wijze aangewend als voorgeschreven in de statuten.
8
GKC onderhoud boerenwandelpaden
iii
Organigram bestuurlijke organisatie het Groene Klaver Collectief
iv
Wandelnet informatie is te vinden op de volgende website: http://wandelnet.nl/themas/wandelnetwerken
v
In het hoofdlijnen akkoord van de provincie Zuid-Holland is opgenomen dat het beheer van recreatiegebieden over te dragen aan de gemeenten. Zie ‘Nota Uitgangspunten overdracht Provinciale Recreatiegebieden, 2 april 2013.
9
GKC onderhoud boerenwandelpaden
Activiteiten Stichting Land van Wijk en Wouden voor de regio Holland Rijnland Hannie Korthof, april 2014
In het kort De Stichting is de uitvoeringsorganisatie van de vroegere Gebiedscommissie Land van Wijk en Wouden. De Stichting zet zich in voor: ‐ ‐ ‐ ‐
Het versterken en behouden van de identiteit van het gebied Het vergroten van de betekenis voor de stad Het verbeteren van de stad‐landrelatie Het versterken van de plattelandseconomie
Speerpunten: ‐ Recreatie en toerisme ‐ Streekproducten ‐ Natuur en cultuurhistorie ‐ Promotie van de regio en educatie Werkgebied: ‐ De regio tussen Leiden, Leiderdorp, Alphen, Zoetermeer en Leidschendam‐Voorburg en steeds meer de hele regio Holland Rijnland Financiën: ‐ Jaarlijks bijdragen van de gemeenten Zoeterwoude, Alphen, Leiden, Leiderdorp en Zoetermeer en het Hoogheemraadschap Rijnland ‐ Inkomsten uit projecten via subsidies, fondsen, sponsoring, bijdragen van gemeenten, etc. De organisatie bestaat uit het projectbureau met twee vaste en twee tijdelijke medewerkers, het bestuur en het gebiedsplatform Het bestuur: ‐ Burgemeester Laila Driessen van Leiderdorp, voorzitter ‐ Gerard van der Hulst van LTO, vicevoorzitter ‐ Theo van Leeuwen, voorzitter Groene Klaver, secretaris ‐ Frank de Wit, wethouder van de gemeente Leiden
‐
Pieter Hellinga van Hoogheemraadschap Rijnland
Activiteiten in de regio Holland Rijnland Kaartenset Recreative kaartemn met routes, fietsknooppunten,boerderijen met huisverkoop, horeca, botenverhuur, cultuurhistorische informatie, etc. Er is een nieuwe set in de maak. Het worden nu vijf kaarten. De regio Alphen‐Nieuwkoop komt erbij. Bovendien krijgen nu de Limes en de Oude Hollandse Waterlinie een plek op de kaarten.
1
Streekproducten
Een website voor Holland Rijnland die laat zien waar je bij de boer aan huis producten kunt kopen, waar je ze op de markt en in de supermarkt of winkel kunt kopen, en hoe je ze online kunt bestellen. Op de site 20 videoportretten van producenten, restauranthouders, winkels, distributeurs van producten uit de regio. Vers uit de regio laat zien welke boeren huisverkoop hebben, wat ze verkopen en wanneer ze open zijn. Op de kaart kun je zienn hoe je er via fietsknooppunten kan komen.
Polderdag Op Hemelvaartsdag vier fietsroutes in het plassengebied, land van Wijk en Wouden en Duin, Horst Weide, met opengestelde bedrijven langs de routes met activiteiten, muziek, etc.
2
KOE Alert Bij KOE Alert krijgen de mensen die zich ervoor aangemeld hebben (een bestand van zo’n 2000 adressen) een oproep per email als de koeien in het voorjaar voor het eerst naar buiten gaan. Het publiek kan dan komen kijken naar de ‘dansende’ koeien. Boerderijen in het Plassengebied en de regio Land van Wijk en Wouden doen eraan mee. In 2013 was de opkomst: 500, 500, 250, 80 en 80 deelnemers.
Bloemrijke Bermen Bermen langs recreatieve routes zeggen veel over de beleefbaarheid van een route. Vanuit recreatief oogpunt zijn bermen zeer waardevol, als deze op een bloemenrijke manier worden ingericht en beheerd. Tegelijkertijd wordt de natuurwaarde van het buitengebied verhoogd. In het project Bloemrijke bermen van Gemeente Leiderdorp en Stichting Land van Wijk en Wouden, wisselen beleidsmedewerkers en beheerders van acht gemeenten in Holland Rijnland en Duin, Horst en Weiden kennis en ervaring uit over ecologisch beheer van bermen en werken samen aan een aantrekkelijk en groen recreatief netwerk. In totaal wordt minimaal 40km bloemrijke berm ingericht.
Bijenproject Op dit moment is de Stichting bezig om in vervolg op Bloemrijke Bermen en in samenwerking met De Groene Klaver, Samen voor Groen, de Provincie Zuid‐Holland, Naturalis, het Hoogheemraadschap, Heineken, gemeenten, imkers en andere partijen een groot bijenproject in de regio Holland Rijnland op te zetten: het bloemrijk inrichten van tuinen, schoolpleinen, bedrijventerreinen en boerenerven en overhoekjes.
Loketfunctie, netwerkfuctie en acquisitie In de afgelopen drie jaar heeft de Plaatselijke Groep van LEADER Leidse Ommelanden al een kleine 30 lokale projecten kunnen ondersteunen. De Stichting heeft de Plaatselijke Groep in 2010 nieuw leven ingeblazen en is actief ambassadeur geweest om projecten in de regio van de grond te krijgen. Ook zelf heeft de Stichting gebruik gemaakt van de Leadersubsidie (Streekshoppen en Bloemrijke Bermen). We naderen nu het eind van de programmaperiode. Op www.leader‐leidseommlanden.nl is een kaart te zien waar alle 33 projecten opstaan.
Boerenlandgidsen De Stichting ondersteunt het project Boerenlandgidsen van De Groene Klaver: groepsarrangementen met een bezoek aan een boerderij en een wandeling/fietstocht/boottocht met een boerenlandgids in de regio Holland Rijnland.
Film Groene Klaver In 2011 ontwikkelde de Stichting samen met De Groene Klaver de film ‘De Groene Klaver in vogelvlucht’ (zie www.degroeneklaver.n/fotomateriaal).
3
En in de regio Land van Wijk en Wouden
Boerenlandpaden Zeven wandelroutes door het Land van Wijk en Wouden leiden dwars door de weilanden, langs koeien en schapen, over smalle loopplanken en slootjes. Dankzij een bijdrage van Provincie Zuid‐Holland, Regio Holland Rijnland en Stichting Landschapsfonds Alphen aan den Rijn kunnen de boerenlandpaden blijven bestaan en onderhouden worden. Dit jaar is het Geerpolderpad erbij gekomen
ATB‐route Van de 40 km lange ATB‐route wordt dankbaar gebruik gemaakt door fietsers. Het is een geliefde route bij lokale fietsclubs, die de route of een deel van de route als oefenrondje gebruiken.
Streekmarkten Op 5 mei 2013 organiseerde Stichting Land van Wijk en Wouden voor de tweede keer een markt in de Doezastraat in Leiden. Dit jaar deden 25 marktkraamhouders mee. De markt werd druk bezocht door het publiek dat afkwam op de feestelijkheden rondom Bevrijdingsdag. Ook kreeg de markt veel positieve aandacht in de pers. In 2014 hebben zich al meer dag=n 35 kraamhouders opgegeven! Op 14 september 2013 vond in de Damstraat in Leidschendam voor de vijfde keer een streekmarkt plaats als onderdeel van de Vlietdagen. Hierbij was een gevarieerde groep van 12 marktkraamhouders aanwezig. Het was een erg regenachtige dag, waardoor er dit keer weinig aanloop was. Aan het eind van de dag trok het aantal bezoekers iets aan.
Proef en beleef de gans In samenwerking met SlowFood Groene Hart, boeren en jagers organiseerde Stichting Land van Wijk en Wouden de middag Proef en Beleef de Gans in Leiderdorp waar werd ingegaan op de ganzenproblematiek en ganzen werden genuttigd. Zo’n 43 deelnemers waren aanwezig op deze geslaagde bijeenkomst.
En verder… ‐ ‐ ‐
4
Cursus Ambassadeurs van het Landschap, om ondernemers te stimuleren samen arrangementen op te zetten. Hazerswoudsche Droogmakerij 250 jaar: in het landschap is aangegeven hoe de polder is drooggemalen, en hoe hoog het water vroeger stond. Limissie, “De Romeinse Limes: kans voor gebiedsontwikkeling”. Voorbeelden van projecten die gerealiseerd zijn of uitgevoerd worden:: dagtochtarrangementen, een App voor de Limes in de regio, een Romeins kookboek met verwijzingen naar het Ommeland en haar lokale producten, arrangementen voor basis‐ en middelbare scholen met de Paardengezelschapswagen naar Matilo met programma over het leven ten tijde van de Romeinen (in ontwikkeling) en het toegankelijk maken van de Zwammerdamschepen voor publiek, een mobiele Limes tentoonstelling, Limeswiki.nl, een Lange Afstands Wandelpad (LAW).
Bijlage 4, Toelichting financiën bij AB-voorstel Gebiedsfonds Groenblauwe diensten Het Algemeen Bestuur heeft € 100.000 gereserveerd voor het Gebiedsfonds. Met dit bedrag als aanvulling op beschikbare provinciale en gemeentelijke middelen, zou het beheer van boerenlandpaden voor de komende vijf jaar gedekt kunnen worden. Met aanvulling van private middelen wordt deze periode langer. Hieronder staat een toelichting op het benodigd budget per jaar voor het beheer van boerenlandpaden en mogelijke dekking. Benodigd budget beheer boerenlandpaden In tabel 1 is beknopt de financieringsbehoefte voor het beheer van boerenlandpaden in de periode 2014-2022 weergegeven. In deze tabel zijn per jaar de bedragen weergegeven die nodig zijn om contracten van bestaande paden te kunnen verlengen en om contracten voor nieuwe boerenlandpaden te kunnen sluiten. De basis van de deze tabel is het overzicht van de provincie Zuid-Holland van alle boerenwandelpaden in de Holland Rijnland. In de berekening is uitgegaan van overeenkomsten van 7 jaar. Het totaalbedrag voor 7 jaar wordt in één keer uitgekeerd. De vergoeding is opgebouwd uit beheerkosten, inkomstenderving en administratiekosten. De vergoeding voor het beheer van boerenlandpaden varieert in de regio van €0,95 tot €1,05 per strekkende meter per jaar. De vergoeding varieert door het verschil in beheerkosten en in inkomstenderving voor het deel van het veld/de akker waar het pad over loopt. In de berekening is uitgegaan van indexeren met 1,5% inflatie per jaar, bij het afsluiten van een nieuw contract. Tabel 1: Financieringsbehoefte boerenlandpaden Holland Rijnland 2014-2022 Alle bedragen zijn in € Gemeente Alphen aan den Rijn Huidige paden Nieuwe paden Kaag en Braassem Huidige paden Nieuwe paden Leiderdorp Huidige paden Lisse Huidige paden Nieuwkoop Huidige paden Noordwijk Huidige paden Noordwijkerhout Huidige paden Zoeterwoude Huidige paden Voorschoten Nieuwe paden Duin- en Bollenstreek Nieuwe paden Totaal benodigd budget:
2014
2015
6.080
2016
2017
3.302
2018
2019
76.348
2020
2021
2022
18.094 40.625 49.892 20.776
17.669 16.206 30.939 3.457 11.812 1.037*
20.657**
61.346
6.650
50.099 7.117
27.307
3.302
--
155.362
--
130.400
*contracten uit 2009, die maar voor 4 jaar beheer gesloten zijn en tot 31-7-2014 lopen. ** financieringstekort op lopende contracten. De contracten lopen tot en met 2017.
111.500
--
Dekking benodigd budget De provincie Zuid-Holland geeft een bijdrage van € 0,45 per meter per jaar via de Subsidieregeling Landelijk Gebied. Daarnaast hebben een aantal gemeenten in de regio geld gereserveerd voor het beheer van boerenlandpaden. De gemeente Alphen aan den Rijn heeft het beheer van boenrenlandpaden geregeld via de Stichting Landschapsfonds Alphen aan den Rijn (SLA) en komt niet ten laste van het Gebiedsfonds. De bijdrage van Alphen aan den Rijn aan de SLA is apart in de tabel opgenomen. Het resterende tekort kan gedekt worden uit de bijdrage van Holland Rijnland en nog te werven private middelen. In de laatste rij van de tabel is het resterende budget in het Gebiedsfonds opgenomen, indien Holland Rijnland € 100.000 euro inzet en er nog geen andere bijdragen geworven zijn. Het budget is dan toereikend voor het beheer van boerenlandpaden tot 2020. Het bestuur van het Gebiedsfonds zal voor 2020 aanvullende financiële middelen moeten vinden om het beheer van boerenlandpaden te kunnen continueren. Tabel 2: Mogelijke dekking benodigd budget beheer boerenlandpaden Holland Rijnland 2014-2022 Alle bedragen zijn in € Bijdrage provincie Beschikbaar budget Alphen aan den Rijn / SLA Bijdragen gem. Duin- en Bollenstreek Benodigd uit Holland Rijnland, gemeenten of andere bronnen Nog beschikbaar vanuit Holland Rijnland, indien € 100.000 inzet
2014 3.371
2015 3.150
2016 1.748
2017 --
2018 80.576
2019 --
2020 61.357
2021 52.820
2022
3.200
--
1.554
--
32.670
--
8.515
--
--
--
--
--
--
--
6.423
--
--
546
24.157
--
--
42.116
--
54.105
58.680
--
99.454
75.297
75.297
75.297
33.181
33.181
-20.924
-79.604
-79.604
--
Geen bijdrage Holland Rijnland Het Algemeen Bestuur heeft op 20 juni 2012 besloten om uit het rekeningresultaat 2011 € 100.000 te reserveren voor het Gebiedsfonds groenblauwe diensten. Indien het AB nu besluit de gereserveerde € 100.000 niet in te zetten voor het Gebiedsfonds groenblauwe diensten, zal het geld teruggestort worden aan de gemeenten. In tabel 3 is weergegeven om welk bedrag per gemeente het gaat.
2
Tabel 3: terug te storten bedrag per gemeenten indien het AB besluit de gereserveerde middelen niet in het Gebiedsfonds te storten
Gemeente Alphen aan den Rijn * Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Totaal
Terug te storten bedrag (€) 17.349 3.926 4.900 11.810 22.442 5.065 4.318 5.137 4.842 2.970 4.334 6.817 4.543 1.547 100.000
*Het bedrag in de tabel voor de gemeente Alphen aan den Rijn bestaat uit de oorspronkelijke bijdragen van de gemeente Rijnwoude (€ 3.515) en de gemeente Alphen aan den Rijn (€ 13.834).
3
Bijlage 5
bij AB-voorstel Gebiedsfonds Groenblauwe diensten
Het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland; gelet op het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 22 mei 2014 inzake een reservering; besluit: naar aanleiding van bovengenoemd voorstel de programmabegroting voor het jaar 2014 als volgt te wijzigen: Lasten: Reservering Gebiedsfonds groenblauwe diensten
verhoging
€
100.000
Baten: Programma Ruimtelijke Agenda Functie 980
verhoging
€
100.000
Aldus besloten in de openbare vergadering op 25 juni 2014
Het Algemeen Bestuur Holland Rijnland, de secretaris,
de voorzitter,
R.M. van Netten
drs. H.J.J. Lenferink