De voorzitter nodigt de leden van de Drechtraad uit voor de openbare vergadering van de Drechtraad die op dinsdag 2 november 2010 in Cultureel Centrum Landvast te Alblasserdam gehouden wordt van 21.30 – 22.15 uur De voorzitter van de Drechtraad, drs. A.A.M. Brok
Agenda Nr. Onderwerp
Stukken (bijlage)
1. Opening 2. Vaststelling agenda en mededelingen 3. Ingekomen stukken Voorstel: voor kennisgeving aannemen.
Vergadernotitie (1) Lijst ingekomen stukken (2)*
*Dit stuk ontvangt u op maandag 1 november 2010 per e-mail.
4. Vaststelling samenvattend verslag Drechtraad 5 oktober 2010 Voorstel: vaststellen van het verslag 5. Commissie Scholten II en Meijdam Voorstel: de te beleggen acties uit beide rapporten vaststellen
Vergadernotitie conceptverslag (3)
Vergadernotitie (4)
6. 1e MARAP GR Drechtsteden Voorstel: de 1e MARAP GR Drechtsteden vaststellen
Vergadernotitie (5)
7. Kredietaanvragen IP&A deelprogramma IB en II Voorstel: de kredieten voor beide deelprogramma’s te verstrekken
Memo (6a) Vergadernotitie IB (6b) Vergadernotitie II (6c) U kunt de onderliggende stukken tevens vinden op www.drechtraad.nl
6. Rondvraag en sluiting
Aanmelden als spreker De leden van de Drechtraad die bij een onderwerp in eerste termijn het woord willen voeren kunnen zich tot 19.15 uur aanmelden bij de coördinerend griffier met vermelding namens wie zij spreken. Aan de hand van de aanmeldingen van sprekers kan bij de vaststelling van de agenda geschoven worden met de benodigde tijd per agendapunt. De leden van de Drechtraad die zich niet hebben aangemeld voor de eerste termijn kunnen alleen in tweede termijn reageren op de woordvoerders in de eerste termijn en geen nieuwe punten inbrengen. Informatieve vragen Over alle onderwerpen van de agenda kunnen tot 26 oktober feitelijke vragen worden gesteld via het emailadres
[email protected]. Deze worden uiterlijk 1 november via Bureau Drechtsteden beantwoord. Aanlevering moties en amendementen In verband met een goed verloop van de vergadering wordt u gevraagd digitale teksten van moties (en/of amendementen) op dinsdag 2 november 2010 uiterlijk om 19.00 uur via uw griffier beschikbaar te hebben, zodat deze klaargemaakt kunnen worden voor projectie en vermenigvuldiging. Indienen Vragen Vragenhalfuur Onder verwijzing naar de afgesproken spelregels kunt u vragen voor agendapunten uiterlijk tot vrijdag 29 oktober a.s. 12.00 uur via het e-mailadres
[email protected] bij de voorzitter van de Drechtraad aanmelden. Uw vragen kunnen betrekking hebben op actuele politieke thema’s voor de Drechtsteden en op aangelegenheden waarvoor het Drechtstedenbestuur bevoegd is. Spreekrecht voor het publiek Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige insprekers het woord voeren over geagendeerde onderwerpen (totaal maximaal 30 minuten en per spreker maximaal 5 minuten). Aanmelden hiervoor kan bij de coördinerend griffier tot een half uur voor de vergadering. Onderwerpen waartegen door sprekers beroep of bezwaar is aangetekend en benoemingen zijn van het inspreekrecht uitgezonderd.
Bijlage 1 Agendapunt 3
Vergadernotitie
datum
voor de D rechtraad op 2 november 201 0
12 oktober 2010 steller Hanneke Moret
Onderwerp
Ingekomen stukken
doorkiesnummer 078 6398515 e-mail
[email protected]
Bijlagen Lijst met ingekomen stukken Gevraagde beslissing Stukken voor kennisgeving aannemen Communicatie Niet van toepassing Financiële consequenties Niet van toepassing Toelichting De ingekomen stukken worden meteen na ontvangst op de website www.drechtraad.nl geplaatst. Op de vrijdag vóór de Drechtraad wordt de lijst afgesloten, waarna de lijst met andere na te zenden stukken op de maandag vóór de Drechtraad via de mail wordt toegezonden. Hiermee wordt bereikt dat stukken die tot kort voor de Drechtraad binnenkomen, nog ter kennis van de Drechtraad worden gebracht. Raadsinformatiebrieven van het Drechtstedenbestuur en de Bestuurscommissie SDD worden als ingekomen stuk verwerkt. Wel worden deze brieven in uitzondering op de andere ingekomen stukken meteen na ontvangst via de mail naar de leden en plaatsvervangende leden van de Drechtraad gezonden. Ook de griffiers krijgen een mail, zodat zij op de gebruikelijke wijze hun raadsleden kunnen informeren.
Bijlage 3 Agendapunt 4
Vergadernotitie
datum
voor de D rechtraad op 2 november 201 0
12 oktober 2010
Onderwerp
Concept-verslag van de Drechtraad van 5 oktober 2010
Bijlagen Concept-verslag van de Drechtraad van 5 oktober 2010. Gevraagde beslissing Vaststellen van het concept-verslag van de Drechtraad van 5 oktober 2010
pagina 1 van verslag plenaire Drechtraad d.d. 5 oktober 2010
Concept samenvattend verslag van de plenaire vergadering van de Drechtraad van 5 oktober 2010 De volgende plenaire vergadering van de Drechtraad vindt plaats op 2 november 2010. Locatie: Cultureel Centrum Landvast te Alblasserdam.
1. Opening De voorzitter, de heer A.A.M. Brok opent de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. Berichten van verhindering/vervanging: Alblasserdam: R. van Lavieren Dordrecht: J.L.M. van Benthem (vervanger D. Pols), A.G. Hoogerduijn (vervanger B. Staat), H.J. Tazelaar Hendrik-Ido-Ambacht: G. de Jong (vervanger W. Schneider), J.C.W.H. Groos Papendrecht: A. de Graaf (vervanger C.A. Verver-van Geesbergen), C. de Kraker (vervanger M.C. Hoogland) Sliedrecht: D. van Meeuwen, R.G. van de Ven Zwijndrecht: W. van der Does (vervanger M. Pater) 2. Vaststelling agenda en mededelingen De voorzitter deelt mee dat mevrouw Van Hall (griffier Dordrecht) en de heer Vogelaar (secretaris GRD) allebei weer herstellende zijn en langzamerhand hun werkzaamheden weer oppakken. Beiden waren vanmiddag zelfs al weer aanwezig. De heer Clements (namens regiofractie CU/SGP) heeft een ordevoorstel voor agendapunt 5. De Kadernotitie Water in de Drechtsteden is een beschrijvende notitie met daarin nauwelijks beslispunten en de beslispunten die worden genoemd worden gedekt door de Wateragenda Drechtsteden 2010-2014. Het voorstel is de Kadernotitie ter kennisname aan te nemen en de Wateragenda vast te stellen. Mevrouw De Smoker (namens regiofractie D66) vraagt hoe dan wordt omgegaan met de projecten die worden voorgesteld op blz. 42 van de Kadernotitie. De heer Loos (namens lokale partijen) deelt mee dat hij een amendement indient op de Kadernotitie. Deze zal dan wel besproken moeten worden. De heer Clements is van mening dat de activiteiten waar concreet aandacht voor gevraagd wordt staan in bijlage B (Wateragenda). De voorzitter geeft het ordevoorstel in stemming. De Drechtraad stemt tegen het ordevoorstel. 3. Ingekomen stukken De ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. De lijst met ingekomen stukken is te raadplegen via www.drechtraad.nl/vergaderstukken/5 oktober 2010. 4. Vaststelling samenvattend verslag Drechtraad 7 september 2010 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 5. Water in de Drechtsteden
pagina 2 van verslag plenaire Drechtraad d.d. 5 oktober 2010
De Drechtraad wordt gevraagd de Kadernotitie Water in de Drechtsteden en de Wateragenda Drechtsteden 2010-2014 vast te stellen en kennis te nemen van de bij de Wateragenda behorende activiteiten voor 2010. De heer Clements (namens regiofractie CU/SGP): leerpunt voor de agendacommissie is wat ons betreft een notitie als deze voortaan te splitsen in een beschrijvend deel en een beslispuntendeel. We kunnen verder met dit stuk maar geven daarbij wel aan dat in het meerjarenprogramma en de begroting aangegeven dient te worden welke concrete plannen er uitgewerkt gaan worden en wat de kosten van de Wateragenda voor de toekomst zullen zijn. Mevrouw Van Dongen (namens lokale partijen): onze fracties kunnen zich vinden in deze notitie. Met één onderdeel zijn we niet zo gelukkig en daarvoor dienen we een amendement in. De woordvoering daarover wordt gevoerd door de heer Loos. De heer Loos: we kunnen ons vinden in de woorden van dhr. Clements. Er is één passage, betreffende het grondwater op blz. 20, die wat ons betreft een straatlengte te ver gaat. We hebben een amendement ingediend met het verzoek de tekst aan te passen en een tweetal alinea’s te schrappen. Het amendement wordt getoond en uitgereikt. De heer Don (namens Gemeentebelangen H.I.-Ambacht): alhoewel wij het genoemde amendement getekend hebben, zijn wij van mening dat er nog iets aan toegevoegd dient te worden. Hiervoor hebben wij een sub-amendement ingediend. Het sub-amendement wordt getoond en uitgereikt. De heer Van Verk (namens PvdA regiofractie): wij kunnen instemmen met de Kadernotitie Water in de Drechtsteden. Wat willen de indieners bereiken met het amendement. Kunnen ze mij vertellen wat de gevolgen op lange en middellange termijn zijn? De heer Loos: de gevolgen zijn voor ons nog niet bekend, omdat er nog veel zaken onder de rechter zijn. Maar het gaat ons te ver om uit te spreken dat de overlast volledig het probleem is van de huiseigenaar. De heer Van Verk: door aan te geven dat er zorgplicht is, zeg je toch ook dat de gemeente hierin een verantwoordelijkheid heeft? De heer Loos: het gedeelte over de zorgplicht blijft wat ons betreft ook staan. Mevrouw Van Dongen: het betreft hier de Wet Gemeentelijke Watertaken. Voor de zorgplicht ten aanzien van de watertaken moeten gemeenten uiterlijk in 2013 beleid hebben ontwikkeld. Dit is verder aan de gemeenten en niet iets voor deze notitie. De heer Don: het is belangrijk dat burgers weten dat hiervoor een loketfunctie bij de gemeenten aanwezig is. De heer Clements: het karakter van deze nota is beschrijvend. Een uitspraak in een kadernota van de Drechtraad kan toch niets af of toe doen aan de taak van de gemeente? De heer Loos: daarom willen we de 2 alinea’s ook schrappen. Mevrouw De Klerk (namens regiofractie GroenLinks): onze fractie heeft een aantal vragen aan de portefeuillehouder over genoemde activiteiten. Een aantal activiteiten is behoorlijk gedateerd. Zijn deze nog realistisch, bijv. Kennisinstituut EcoShape op locatie Maasterras? Is het deelprogramma Rijnmond/Drechtsteden geformaliseerd? De heer Ouwerkerk (namens regiofractie VVD): in de kadernotitie wordt goed verwoord wat er moet gebeuren of al gebeurd moet zijn. Wat we missen is dat gemeenten wel ondersteunend en faciliterend moeten zijn. Tot op heden komt de burger vaak voor een dicht loket bij problemen met water. De heer Van Verk vraagt hoe die faciliterende taak dan ingevuld dient te worden? De heer Ouwerkerk: bij het loket voor burgers zou de betreffende ambtenaar de burger concreet wegwijs moeten maken als het gaat om een probleem met water.
pagina 3 van verslag plenaire Drechtraad d.d. 5 oktober 2010
Mevrouw De Smoker (namens regiofractie D66): de Kadernotitie is niet concreet en geeft alle bewegingsvrijheid. Wij gaan er vanuit dat wat in de Kadernotitie staat voldoet aan de wet. Beantwoording door de heer Sleeking (portefeuillehouder Fysiek: ruimtelijke ontwikkeling, water, Piek Binnenstad, Regionaal mediabeleid): Vandaag stond de Themadag Water geagendeerd. Deze Themadag had de nodige onduidelijkheden weg kunnen halen. De Themadag is nu waarschijnlijk komende maand. Ook de Provincie wil op deze dag haar bijdrage leveren. Gedetailleerde vragen over het programma kunnen ook daar aan de orde komen. De Kadernotitie kan zoals dhr. Clements aangeeft, voor het grootste gedeelte voor kennisgeving aangenomen worden. De notitie heeft een beschrijvend karakter en verwijst naar landelijke wetgeving. Het is goed, gezien al het werk dat aan deze notitie vooraf is gegaan, dat er vanavond op deze manier aandacht voor is. Vastgesteld kan worden dat de notitie voldoende body heeft tezamen met de daaraan gekoppelde Wateragenda. De aandacht is met name gericht op het ontwikkelen van de netwerkfunctie, op nieuw beleid, op het versterken en ondersteunen van elkaar en afstemming van de werkzaamheden. We moeten vooral geen dingen dubbel doen. Vandaar dat gepleit wordt voor kennisuitwisseling op verschillende niveaus. Er moeten scherpe keuzes gemaakt worden. Deze keuzes zijn afhankelijk van de verschillende gemeenten. In Dordrecht is bijv. al enkele jaren op verschillende gebieden een heel actieve rol weggelegd voor de gemeente en is de gemeente volop vertegenwoordigd in netwerken en projecten in wijken en nieuwbouwprojecten. Het grondwaterbeheer is ook een aandachtspunt. De gemeentelijke grondwatertaak is vastgelegd in de Waterwet. Dordrecht heeft aanvullend wettelijk beleid geformuleerd rondom de funderingsproblematiek. Dordrecht zou hierin ook andere gemeenten kunnen ondersteunen, maar de verantwoordelijkheid ligt bij de verschillende gemeenten. Het Waterforum is een uitstekend instrument voor intergemeentelijk samenwerken. De loketfunctie is een lokale opdracht die voortvloeit uit de wettelijke opdracht. Het is aan te bevelen gebruik te maken van opgebouwde ervaring en deskundigheid elders om zo te zorgen dat de loketfunctie in alle gemeenten goed functioneert. Vertegenwoordiging in het netwerk Rijnmond/Drechtsteden is geregeld en wordt gecontinueerd. De aanvulling op het amendement (sub-amendement) lijkt me overbodig. Wat het amendement betreft hebben gemeenten zorgplicht, dit lijkt me voldoende vastgelegd, de overige tekst zou wat mij betreft weggelaten kunnen worden. De heer Van Verk vraagt om een korte schorsing t.b.v. overleg in de fractie. Mevrouw Hofland (CDA, Zwijndrecht) vraagt aan de portefeuillehouder of hij het amendement overneemt. De tekst in de notitie verwijst toch naar landelijke wetgeving? De voorzitter deelt mee dat de inspanningsverplichting voldoende is, dus beide alinea’s zouden geschrapt kunnen worden. Na een korte schorsing stelt de voorzitter voor te gaan stemmen. In eerste instantie met handopsteking, mocht dit niet duidelijk genoeg zijn, zal er gewogen gestemd worden. De heer Van Verk: binnen onze fractie hebben we vastgesteld dat e.e.a. in de wet geregeld is dat er al wel degelijk jurisprudentie is over dit onderwerp. We denken dat wanneer je dit niet helder en duidelijk in een kadernotitie zet je mensen op het verkeerde been kunt zetten. Daarom stemmen we niet voor het amendement van de heer Loos. De heer Clements: wat het amendement betreft blijf ik bij mijn woordvoering in 1e termijn. Wij vinden dat beschrijvende teksten niet behoeven te worden geamendeerd. De heer Don: de Wet Gemeentelijke Watertaken is duidelijk, maar het is voor de burger wel makkelijk om te weten dat er een loketfunctie is bij de gemeente.
pagina 4 van verslag plenaire Drechtraad d.d. 5 oktober 2010
De voorzitter geeft aan dat er gestemd zal worden. Allereerst voor het subamendement. Middels handopsteking is duidelijk dat het sub-amendement geen 60% van de aanwezige stemmen haalt. De Drechtraad stemt dus tegen dit subamendement. Bij het amendement is stemmen door handopsteking niet duidelijk en wordt gekozen voor een gewogen stemming. Uit deze gewogen stemming blijkt dat 467 stemmen voor het amendement stemmen en 519 tegen. De 60% norm (in dit geval 592 stemmen) wordt niet gehaald en geconcludeerd wordt dat het amendement niet is aangenomen. De Drechtraad neemt het voorstel aan. 6. Rondvraag en sluiting Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. De voorzitter sluit de vergadering.
Concept samenvattend verslag van de plenaire vergadering van de Drechtraad van 5 oktober 2010 De volgende plenaire vergadering van de Drechtraad vindt plaats op 2 november 2010. Locatie: Cultureel Centrum Landvast te Alblasserdam.
1. Opening De voorzitter, de heer A.A.M. Brok opent de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. Berichten van verhindering/vervanging: Alblasserdam: R. van Lavieren Dordrecht: J.L.M. van Benthem (vervanger D. Pols), A.G. Hoogerduijn (vervanger B. Staat), H.J. Tazelaar Hendrik-Ido-Ambacht: G. de Jong (vervanger W. Schneider), J.C.W.H. Groos Papendrecht: A. de Graaf (vervanger C.A. Verver-van Geesbergen), C. de Kraker (vervanger M.C. Hoogland) Sliedrecht: D. van Meeuwen, R.G. van de Ven Zwijndrecht: W. van der Does (vervanger M. Pater) 2. Vaststelling agenda en mededelingen De voorzitter deelt mee dat mevrouw Van Hall (griffier Dordrecht) en de heer Vogelaar (secretaris GRD) allebei weer herstellende zijn en langzamerhand hun werkzaamheden weer oppakken. Beiden waren vanmiddag zelfs al weer aanwezig. De heer Clements (namens regiofractie CU/SGP) heeft een ordevoorstel voor agendapunt 5. De Kadernotitie Water in de Drechtsteden is een beschrijvende notitie met daarin nauwelijks beslispunten en de beslispunten die worden genoemd worden gedekt door de Wateragenda Drechtsteden 2010-2014. Het voorstel is de Kadernotitie ter kennisname aan te nemen en de Wateragenda vast te stellen. Mevrouw De Smoker (namens regiofractie D66) vraagt hoe dan wordt omgegaan met de projecten die worden voorgesteld op blz. 42 van de Kadernotitie. De heer Loos (namens lokale partijen) deelt mee dat hij een amendement indient op de Kadernotitie. Deze zal dan wel besproken moeten worden. De heer Clements is van mening dat de activiteiten waar concreet aandacht voor gevraagd wordt staan in bijlage B (Wateragenda). De voorzitter geeft het ordevoorstel in stemming. De Drechtraad stemt tegen het ordevoorstel. 3. Ingekomen stukken De ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. De lijst met ingekomen stukken is te raadplegen via www.drechtraad.nl/vergaderstukken/5 oktober 2010. 4. Vaststelling samenvattend verslag Drechtraad 7 september 2010 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 5. Water in de Drechtsteden De Drechtraad wordt gevraagd de Kadernotitie Water in de Drechtsteden en de Wateragenda Drechtsteden 2010-2014 vast te stellen en kennis te nemen van de bij de Wateragenda behorende activiteiten voor 2010. De heer Clements (namens regiofractie CU/SGP): leerpunt voor de agendacommissie is wat ons betreft een notitie als deze voortaan te splitsen in een beschrijvend deel en een beslispuntendeel. We kunnen verder met dit stuk maar geven daarbij wel aan dat in het
pagina 2 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 5 oktober 2010
meerjarenprogramma en de begroting aangegeven dient te worden welke concrete plannen er uitgewerkt gaan worden en wat de kosten van de Wateragenda voor de toekomst zullen zijn. Mevrouw Van Dongen (namens lokale partijen): onze fracties kunnen zich vinden in deze notitie. Met één onderdeel zijn we niet zo gelukkig en daarvoor dienen we een amendement in. De woordvoering daarover wordt gevoerd door de heer Loos. De heer Loos: we kunnen ons vinden in de woorden van dhr. Clements. Er is één passage, betreffende het grondwater op blz. 20, die wat ons betreft een straatlengte te ver gaat. We hebben een amendement ingediend met het verzoek de tekst aan te passen en een tweetal alinea’s te schrappen. Het amendement wordt getoond en uitgereikt. De heer Don (namens Gemeentebelangen H.I.-Ambacht): alhoewel wij het genoemde amendement getekend hebben, zijn wij van mening dat er nog iets aan toegevoegd dient te worden. Hiervoor hebben wij een sub-amendement ingediend. Het sub-amendement wordt getoond en uitgereikt. De heer Van Verk (namens PvdA regiofractie): wij kunnen instemmen met de Kadernotitie Water in de Drechtsteden. Wat willen de indieners bereiken met het amendement. Kunnen ze mij vertellen wat de gevolgen op lange en middellange termijn zijn? De heer Loos: de gevolgen zijn voor ons nog niet bekend, omdat er nog veel zaken onder de rechter zijn. Maar het gaat ons te ver om uit te spreken dat de overlast volledig het probleem is van de huiseigenaar. De heer Van Verk: door aan te geven dat er zorgplicht is, zeg je toch ook dat de gemeente hierin een verantwoordelijkheid heeft? De heer Loos: het gedeelte over de zorgplicht blijft wat ons betreft ook staan. Mevrouw Van Dongen: het betreft hier de Wet Gemeentelijke Watertaken. Voor de zorgplicht ten aanzien van de watertaken moeten gemeenten uiterlijk in 2013 beleid hebben ontwikkeld. Dit is verder aan de gemeenten en niet iets voor deze notitie. De heer Don: het is belangrijk dat burgers weten dat hiervoor een loketfunctie bij de gemeenten aanwezig is. De heer Clements: het karakter van deze nota is beschrijvend. Een uitspraak in een kadernota van de Drechtraad kan toch niets af of toe doen aan de taak van de gemeente? De heer Loos: daarom willen we de 2 alinea’s ook schrappen. Mevrouw De Klerk (namens regiofractie GroenLinks): onze fractie heeft een aantal vragen aan de portefeuillehouder over genoemde activiteiten. Een aantal activiteiten is behoorlijk gedateerd. Zijn deze nog realistisch, bijv. Kennisinstituut EcoShape op locatie Maasterras? Is het deelprogramma Rijnmond/Drechtsteden geformaliseerd? De heer Ouwerkerk (namens regiofractie VVD): in de kadernotitie wordt goed verwoord wat er moet gebeuren of al gebeurd moet zijn. Wat we missen is dat gemeenten wel ondersteunend en faciliterend moeten zijn. Tot op heden komt de burger vaak voor een dicht loket bij problemen met water. De heer Van Verk vraagt hoe die faciliterende taak dan ingevuld dient te worden? De heer Ouwerkerk: bij het loket voor burgers zou de betreffende ambtenaar de burger concreet wegwijs moeten maken als het gaat om een probleem met water. Mevrouw De Smoker (namens regiofractie D66): de Kadernotitie is niet concreet en geeft alle bewegingsvrijheid. Wij gaan er vanuit dat wat in de Kadernotitie staat voldoet aan de wet. Beantwoording door de heer Sleeking (portefeuillehouder Fysiek: ruimtelijke ontwikkeling, water, Piek Binnenstad, Regionaal mediabeleid): Vandaag stond de Themadag Water geagendeerd. Deze Themadag had de nodige onduidelijkheden weg kunnen halen. De Themadag is nu waarschijnlijk komende maand. Ook de Provincie wil op deze dag haar bijdrage leveren. Gedetailleerde vragen over het programma kunnen ook daar aan de orde komen. De Kadernotitie kan zoals dhr. Clements aangeeft, voor het grootste gedeelte voor kennisgeving aangenomen worden. De notitie heeft een beschrijvend karakter en verwijst naar landelijke wetgeving. Het is goed, gezien al het werk dat aan deze notitie vooraf is gegaan, dat er vanavond op deze manier aandacht voor is. Vastgesteld kan worden dat de
pagina 3 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 5 oktober 2010
notitie voldoende body heeft tezamen met de daaraan gekoppelde Wateragenda. De aandacht is met name gericht op het ontwikkelen van de netwerkfunctie, op nieuw beleid, op het versterken en ondersteunen van elkaar en afstemming van de werkzaamheden. We moeten vooral geen dingen dubbel doen. Vandaar dat gepleit wordt voor kennisuitwisseling op verschillende niveaus. Er moeten scherpe keuzes gemaakt worden. Deze keuzes zijn afhankelijk van de verschillende gemeenten. In Dordrecht is bijv. al enkele jaren op verschillende gebieden een heel actieve rol weggelegd voor de gemeente en is de gemeente volop vertegenwoordigd in netwerken en projecten in wijken en nieuwbouwprojecten. Het grondwaterbeheer is ook een aandachtspunt. De gemeentelijke grondwatertaak is vastgelegd in de Waterwet. Dordrecht heeft aanvullend wettelijk beleid geformuleerd rondom de funderingsproblematiek. Dordrecht zou hierin ook andere gemeenten kunnen ondersteunen, maar de verantwoordelijkheid ligt bij de verschillende gemeenten. Het Waterforum is een uitstekend instrument voor intergemeentelijk samenwerken. De loketfunctie is een lokale opdracht die voortvloeit uit de wettelijke opdracht. Het is aan te bevelen gebruik te maken van opgebouwde ervaring en deskundigheid elders om zo te zorgen dat de loketfunctie in alle gemeenten goed functioneert. Vertegenwoordiging in het netwerk Rijnmond/Drechtsteden is geregeld en wordt gecontinueerd. De aanvulling op het amendement (sub-amendement) lijkt me overbodig. Wat het amendement betreft hebben gemeenten zorgplicht, dit lijkt me voldoende vastgelegd, de overige tekst zou wat mij betreft weggelaten kunnen worden. De heer Van Verk vraagt om een korte schorsing t.b.v. overleg in de fractie. Mevrouw Hofland (CDA, Zwijndrecht) vraagt aan de portefeuillehouder of hij het amendement overneemt. De tekst in de notitie verwijst toch naar landelijke wetgeving? De voorzitter deelt mee dat de inspanningsverplichting voldoende is, dus beide alinea’s zouden geschrapt kunnen worden. Na een korte schorsing stelt de voorzitter voor te gaan stemmen. In eerste instantie met handopsteking, mocht dit niet duidelijk genoeg zijn, zal er gewogen gestemd worden. De heer Van Verk: binnen onze fractie hebben we vastgesteld dat e.e.a. in de wet geregeld is dat er al wel degelijk jurisprudentie is over dit onderwerp. We denken dat wanneer je dit niet helder en duidelijk in een kadernotitie zet je mensen op het verkeerde been kunt zetten. Daarom stemmen we niet voor het amendement van de heer Loos. De heer Clements: wat het amendement betreft blijf ik bij mijn woordvoering in 1e termijn. Wij vinden dat beschrijvende teksten niet behoeven te worden geamendeerd. De heer Don: de Wet Gemeentelijke Watertaken is duidelijk, maar het is voor de burger wel makkelijk om te weten dat er een loketfunctie is bij de gemeente. De voorzitter geeft aan dat er gestemd zal worden. Allereerst voor het sub-amendement. Middels handopsteking is duidelijk dat het sub-amendement geen 60% van de aanwezige stemmen haalt. De Drechtraad stemt dus tegen dit sub-amendement. Bij het amendement is stemmen door handopsteking niet duidelijk en wordt gekozen voor een gewogen stemming. Uit deze gewogen stemming blijkt dat 467 stemmen voor het amendement stemmen en 519 tegen. De 60% norm (in dit geval 592 stemmen) wordt niet gehaald en geconcludeerd wordt dat het amendement niet is aangenomen. De Drechtraad neemt het voorstel aan. 6. Rondvraag en sluiting Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. De voorzitter sluit de vergadering.
bijlage 4 agendapunt 5
Vergadernotitie voor de Drechtraad
datum
op 2 november 201 0
5 oktober 2010 steller S.M. van der Stel
Onderwerp
Beleggen acties uit rapporten commissies Scholten II/Meijdam Bijlagen - brief aan de Drechtraad d.d. 26 augustus 2010, besproken op 7 september
doorkiesnummer 078-6398531 e-mail
[email protected]
Gevraagde beslissing Instemmen met het beleggen van de acties uit de rapporten Scholten II/Meijdam op advies van deelsessie Bestuur & Organisatie tijdens Drechtstedendinsdag 7 september 2010 Procedure Procedure - De brief aan de Drechtraad d.d. 26 augustus 2010 is besproken in een opiniërende kamer op de Drechtstedendinsdag 7 september jl. De deelnemers aan deze kamer hebben geadviseerd het stuk door te geleiden naar de Drechtraad voor besluitvorming. - Portefeuillehouder, de heer A.B. Blase, monitort het uitvoeren van de opdrachten van de Drechtraad d.d. 16 juni 2010. De overige belegde acties worden via de diverse programma’s in procedure gebracht. - Per brief informeren van de colleges van B&W over besluit Drechtraad 2 november 2010 Communicatie Regelmatig informeren van de Drechtraad m.b.t. stand van zaken acties/dossiers Financiële consequenties Niet van toepassing Toelichting Tijdens de eerste Drechtstedendinsdag op 7 september 2010 stond in de deelsessie Bestuur&Organisatie een voorstel op de agenda over het beleggen van de acties uit de rapporten van de commissies Scholten II & Meijdam. Portefeuillehouder Blase heeft de stand van zaken van de opdrachten van de Drechtraad d.d. 16 juni 2010 toegelicht en legde de aanwezigen een aantal vragen voor. Daarna vond een opiniërende discussie plaats over hoe om te gaan met de dan nog overblijvende acties uit beide rapporten. Vanuit de deelsessie Bestuur & Organisatie luidt het advies aan de Drechtraad als volgt:: - de stand van zaken rondom de vier opdrachten van de Drechtraad d.d. 16 juni 2010 voor kennisgeving aannemen; - de adviezen op de voorgestelde wijze beleggen (zie voor het complete overzicht de brief aan de Drechtraad d.d. 26 augustus 2010). De besluitvorming wordt daarmee neergelegd waar deze hoort. En ten aanzien van enkele specifieke punten luidt het advies: - vorm en inhoud geven aan samenwerking met partners: externe partners in belangrijke mate en op actieve wijze betrekken bij het opstellen van het regionaal Meerjarenprogramma en andere grote trajecten. Maak hiervoor een lange termijn planning en procesvoorstellen waarin inbreng op proces en inhoud van externe partners wordt geborgd. Zorg voor opiniërende bijeenkomsten voor raadsleden waarin van gedachten kan worden gewisseld met externe partijen.
pagina 2, agendapunt
- Verenigde vergadering als alternatief voor de Drechtraad?: mede op basis van de binnengekomen reacties van de gemeenten op de rapporten Scholten II en Meijdam het voorstel voor een verenigde vergadering niet omarmen en niet invoeren in de Drechtsteden. Er zijn voldoende mogelijkheden tijdens de Drechtstedendinsdag.
bijlage 5 agendapunt 6
Vergadernotitie
datum
voor de Drechtraad op 2 november 2010
7 oktober 2010 steller J. van Dijk
Onderwerp e
1 Marap 2010 GR Drechtsteden Bijlagen e 1 marap 2010 Gevraagde beslissing 1. Kennis nemen van de 1e marap 2010. 2. Vaststellen van: a. de voorgestelde begrotingswijzigingen b. de voorgestelde gemeentelijke bijdragen
doorkiesnummer 078 6398513 e-mail
[email protected] bestuurlijk portefeuillehouder mw. M.W.M. de Vries akkoord bestuurlijk portefeuillehouder d.d 7 oktober 2010
Verdere procedure Niet van toepassing. Communicatie Niet van toepassing. Financiële consequenties Op basis van de prognoses worden een aantal begrotingswijzigingen, en wijzigingen in de gemeentelijke bijdragen voorgesteld. Toelichting De behandeling van de 1e marap in de Drechtraad is laat in het jaar. De raad heeft daarmee niet voldoende mogelijkheden betrokken te zijn bij noodzakelijke bijsturingsmaatregelen. Hoewel de e behandeling formeel conform de (oorspronkelijke) jaarplanning is moet de 1 marap eerder in e procedure komen. In 2011 zal de 1 marap daarom voor eerste bespreking in de Drechtraad van juni 2011 beschikbaar zijn. Door de late behandeling is ook de actualiteitswaarde beperkt. Mede om hieraan tegemoet te komen wordt aan de agendacommissie voorgesteld om in de Drechtraad van 2 november 2010 een overzicht gegeven worden van de actuele stand van zaken bij de belangrijkste dossiers. e
De 1 marap 2010 geeft een prognose van de financiële uitkomsten voor 2010, op basis van de realisatie in de eerste vier maanden. De marap heeft daarbij het karakter van een uitzonderingsrapportage; alleen daar waar de prognose afwijkt van de begroting is er een nadere uitwerking. De belangrijkste financiële uitkomsten zijn als volgt. Bureau Drechtsteden De prognose laat een negatief saldo van € 450.000 zien, dit is nog exclusief de taakstelling van de brede doorlichting. Hogere kosten komen onder andere uit bovenregionale trajecten en lobbywerkzaamheden. Bijsturingsmaatregelen zijn in gang gezet om het tekort terug te dringen.
pagina 2 van agendapunt: 1e Marap GRD 2010
Sociale Dienst De economische teruggang laat een fors oplopende toestroom zien aan klanten voor ondersteuning bij het vinden van werk, voor inkomensondersteuning en voor het oplossen van problematische schulden. Op nagenoeg alle producten prognosticeert de Sociale Dienst dan ook hogere lasten dan het beschikbare budget. Op de bijstandsuitkeringen wordt een tekort geprognosticeerd. Eind juli 2010 heeft het ministerie laten weten het bijstandsbudget (WWB 65-, WIJ, IOAW en IOAZ) te verlagen met landelijk 10%. Voor de Drechtsteden betekent dit een korting van € 6,8 mln. Deze korting komt bovenop de al voorziene tekorten bij de eerste marap. Er is een landelijke lobby opgestart om de budgetkorting terug te laten draaien. Afhankelijk van het effect daarvan en de ontwikkeling van het klantenaantal zal het tekort 2010 uitkomen op € 7 a € 11 mln. Het ministerie zal deze tekorten niet afdekken. De SDD heeft een beperkte risicoreserve voor dit onderdeel van € 2,4 mln. De SDD heeft besloten tot extra acties om instroom te voorkomen, en uitstroom te bevorderen, zoals via het actieprogramma jeugdwerkeloosheid. Om de toeloop van klanten op te vangen wordt extra personeel ingehuurd. Financiering hiervan gebeurt ten laste van het participatiebudget. WMO-huishoudelijke hulp laat een positieve prognose zien van ruim € 1 miljoen, veroorzaakt door lagere lasten. Ingenieursbureau Bij het Ingenieursbureau is afgestapt van de winstdoelstelling. Er wordt nu gewerkt met een nulbegroting. De uurtarieven die bij de klanten in rekening worden gebracht zijn in 2010 dan ook verlaagd. Het ingenieursbureau voorziet verder een lagere omzet. Servicecentrum Het Servicecentrum verwacht hogere lasten van totaal € 3 miljoen, waarvan € 1,8 miljoen samenhangt met extra dienstverlening die wordt gedekt door extra inkomsten uit dienstverlenings-overeenkomsten. Bij ICT-beheer dreigt een kostenoverschrijding van € 1,0 miljoen, aangezien het aantal werkplekken en applicaties niet is afgenomen. Zoals eerder besloten worden deze meerkosten in rekening gebracht bij de klantorganisatie waar het meergebruik zich voordoet. Het aandeel van GR Drechtsteden in de kosten van dat meergebruik, € 424.000, is niet de maraponderdelen van de GRD-dochters verwerkt. Gemeentebelastingen De financiële prognose wijkt niet significant af van de begroting. Onderzoekcentrum De financiële prognose laat een licht positief resultaat zien.
pagina 3 van agendapunt: 1e Marap GRD 2010
De prognoses over de uitkomsten van 2010 leiden tot de volgende voorstellen van begrotingswijzigingen. Begrotingsprogramma Bureau Drechtsteden
Manden Maken Social Dienst Drechtsteden
Bedrag (x €1.000) Lasten Baten 125 125
500
500
326
326
77
77
2.420
2.420
116
116
542
542
800
800
Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen (aanwenden renteresultaat)
-500 -410 1.842
-410 1.842
215
215
-135
-135
1.031
1.031
100
100
347
100 Totaal .
7.996
7.049
Toelichting Kosten energieprogramma Drechtsteden te dekken via extra bijdrage gemeenten (SLOKuitkering) Onttrekking aan BWS-reserve; bedrag wordt toegevoegd aan de algemene reserve Technische wijziging; verwachte onttrekkingen aan het investeringsfonds Hogere lasten kinderopvang te dekken door extra gemeentelijke bijdrage Hogere lasten inkomensondersteuning gedekt door onttrekking aan de reserve Hogere lasten minimabeleid gedekt door onttrekking aan de reserve Hogere lasten WMO hulpmiddelen gedekt door meeropbrengst debiteuren; per saldo daling van de gemeentelijke bijdragen Hogere apparaatslasten wegens extra inhuur voor de crisisaanpak, gedekt uit participatiebudget Lagere baten door afstappen van de winstdoelstelling Lagere baten en lasten door teruglopende omzet Hogere baten en lasten voor extra dienstverlening volgens afgesloten dienstverleningsovereenkomsten Hogere lasten voor uitbreiding FAG gedekt door extra bijdragen deelnemers Lagere lasten voor salarisgaranties leiden tot lagere bijdragen van deelnemers Hogere lasten ICT beheer te dekken door extra bijdragen deelnemers op basis van meergebruik Hogere lasten voor ontwikkelingsbudget gedekt uit Algemene dekkingsmiddelen Toevoeging aan de algemene reserve; de algemene reserve is hiermee eind 2010 weer geheel aangevuld tot nul Dekken ontwikkelingsbudget SCD
1e MARAP 2010
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden 1e marap 2010
Inhoudsopgave
Pagina
1.
Inleiding
2.
Programma’s
2.1
Bureau Drechtsteden
2.2
Manden maken
20
2.3
Sociale Dienst Drechtsteden
21
2.4
Ingenieursbureau Drechtsteden
39
2.5
Servicecentrum Drechtsteden
43
2.6
Gemeentebelastingen Drechtsteden
60
2.7
Onderzoekcentrum Drechtsteden
63
2.9
Algemene dekkingsmiddelen
66
3
5
2.10 Samenvattend overzicht
67
Bijlage: bijdragen per gemeente
69
2
1. Inleiding Twee keer per jaar wordt de Drechtraad geïnformeerd over de uitvoering van de begroting. De voorliggende managementrapportage (marap) is de eerste tussentijdse rapportage voor 2010. Deze eerste marap beslaat de realisatie over de eerste vier maanden van het jaar. Op basis daarvan wordt een prognose gegeven van de uitkomsten over heel 2010. De marap draagt nadrukkelijk het karakter van een afwijkingsrapportage. Alleen daar waar een duidelijke afwijking van de prognose ten opzichte van de begroting bestaat, vindt een verdere uitwerking plaats. Naast een financieel overzicht over 2010, bevat de marap bij de begrotingsprogramma’s een weergave van de gang van zaken in de eerste vier maanden. Dit is bedoeld om een beeld te geven van een aantal ontwikkelingen binnen de dochters van de GRD. Afwijkingen van de financiële prognose ten opzichte van de begroting leiden in een aantal gevallen tot een voorstel tot wijziging van de begroting. Uitgangspunt is echter dat bijsturingsmaatregelen worden voorgesteld en genomen, zodat dreigende overschrijdingen kunnen worden voorkomen of beperkt. Voorstellen tot het wijzigen van de begroting zijn bij de desbetreffende begrotingsprogramma’s toegelicht. Een recapitulatie van de voorstellen is opgenomen in hoofdstuk 2.10. Voorzover een wijziging invloed heeft op de gemeentelijke bijdrage wordt dit opgenomen met een specificatie van de nieuwe bijdrage per gemeente. In de bijlage is een overzicht opgenomen met de nieuwe gemeentelijke bijdragen. De primaire begroting 2010 van de GR Drechtsteden is door de Drechtraad vastgesteld in juni 2009. Daarna zijn nog wijzigingen hierop vastgesteld in december 2009, maart en juni 2010. Waar in de marap cijfers als begroting 2010 worden gebruikt is dat inclusief de wijzigingen die door Drechtraad tot en met juni 2010 zijn vastgesteld. Actieprogramma Bedrijfsvoering De Drechtraad is in juni 2010 met een raadsinformatiebrief op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen binnen de portefeuille Bestuur en Middelen. Daarin is opgenomen dat op korte termijn een actieprogramma bedrijfsvoering wordt opgesteld dat moet leiden tot een samenhangend programma waarin de diverse opgaven op het gebied van bedrijfsvoering zijn vertaald in concrete, en in de tijd gedefinieerd, acties. In september 2010 wordt het actieprogramma met de leden van de auditcommissie besproken. In deze marap is het onderdeel externe inhuur nog niet afzonderlijk opgenomen. Bij de Sociale Dienst (€ 4,7 miljoen), het Ingenieursbureau ( € 1,9 miljoen) en het Servicecentrum (€ 4,5 miljoen) staan wel e een prognose en toelichting. Er bestaat op dit moment echter nog geen integraal beeld. Bij de 2 marap wordt dit gepresenteerd. Financiële resultaten Hierna vindt u per programma een verkorte weergave van de belangrijkste afwijkingen in de prognoses. Bureau Drechtsteden De jaarprognose laat een tekort van € 450.000 zien, dit is nog exclusief de taakstelling van de brede doorlichting. Dat tekort dreigt indien geen extra maatregelen worden genomen. Het negatieve saldo wordt veroorzaakt doordat niet altijd bij een besluit voor (nieuwe) activiteiten is gezorgd voor een gedegen financiering. Hogere kosten komen onder andere uit bovenregionale trajecten en lobbywerkzaamheden. Bijsturingsmaatregelen zijn in gang gezet om het tekort terug te dringen. Sociale Dienst De economische teruggang laat een fors oplopende toestroom zien aan klanten voor ondersteuning bij het vinden van werk, voor inkomensondersteuning en voor het oplossen van problematische schulden. Op nagenoeg alle producten prognotiseert de Sociale Dienst dan ook hogere lasten dan het beschikbare budget. Op de bijstandsuitkeringen wordt een tekort geprognotiseerd. Dit tekort zal slecht gedeeltelijke uit de beschikbare reserve kunnen worden gedekt.
3
De SDD heeft besloten tot extra acties om instroom te voorkomen, en uitstroom te bevorderen, zoals via het actieprogramma jeugdwerkeloosheid. Om de toeloop van klanten op te vangen wordt extra personeel ingehuurd. Financiering hiervan gebeurt ten laste van het participatiebudget. WMO-huishoudelijke hulp laat een positieve prognose zien van ruim € 1 miljoen, veroorzaakt door lagere lasten. Ingenieursbureau Bij het Ingenieursbureau is afgestapt van de winstdoelstelling. Er wordt nu gewerkt met een nulbegroting. De uurtarieven die bij de klanten in rekening worden gebracht zijn in 2010 dan ook verlaagd. Het ingenieursbureau voorziet verder een lagere omzet. Servicecentrum Het Servicecentrum verwacht hogere lasten van totaal € 3 miljoen, waarvan € 1,8 miljoen samenhangt met extra dienstverlening die wordt gedekt door extra inkomsten uit dienstverlenings-overeenkomsten. Bij ICT-beheer dreigt een kostenoverschrijding van € 1,0 miljoen, aangezien het aantal werkplekken en applicaties niet is afgenomen. Zoals eerder besloten worden deze meerkosten in rekening gebracht bij de klantorganisatie waar het meergebruik zich voordoet. Het aandeel van GR Drechtsteden in de kosten van dat meergebruik, € 424.000, is niet de maraponderdelen van de GRD-dochters verwerkt. Gemeentebelastingen De financiële prognose wijkt niet significant af van de begroting. Onderzoekcentrum De financiële prognose laat een licht positief resultaat zien. Brede doorlichting Bij de GR Drechtsteden is een traject gestart van brede doorlichting. Doelstelling daarbij is financiële ruimte te vinden, hetzij om gemeenten tegemoet te komen in de tegenvallende ontwikkeling van de uitkering uit het Gemeentefonds, hetzij om de financiering van nieuw beleid of beleidsintensiveringen mogelijk te maken. Aan de brede doorlichting is een financiële taakstelling verbonden van € 1,5 miljoen voor 2010, € 2,0 miljoen voor 2011, en € 3,5 miljoen structureel met ingang van 2012. De brede doorlichting wordt gerealiseerd door per GRD-dochter kansrijke projecten uit te werken in businesscases. De taakstelling voor 2010 is als volgt naar de GRD-dochters vertaald:
Bureau Drechtsteden Sociale Dienst Ingenieursbureau Servicecentrum Gemeentebelastingen Onderzoekcentrum Overkoepelende thema’s Totaal
Bedrag (x € 1.000) 200 826 60 28 60 326 1.500
De uitwerking van de business cases is nog niet zo ver dat een vertaling in de vorm van begrotingswijzigingen per begrotingsprogramma al mogelijk is. Bij de 2e marap 2010 wordt dit ingevuld. In de Drechtraad van december 2009 is besloten, met het vaststellen van de actualisering van begroting 2010, dat in 2010 de opbrengst uit de brede doorlichting wordt aangewend voor het dekken van de kosten van de netwerkontwikkeling (budget € 1,3 miljoen).
4
2
Programma’s
2.1 Bureau Drechtsteden Inleiding en bestuurlijke verantwoording Bureau Drechtsteden hangt direct onder het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad als het proces- en programmabureau voor ondersteuning van het bestuur en het totaal van de netwerkorganisatie (én daarmee de gemeenten). Het gaat dan om advisering aan het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad en samenhangend daarmee het coördineren van het Regionaal Meerjarenprogramma, inclusief de regie op de voortgang daarvan. Gedurende het opstellen van dit document is het niet makkelijk, door invloeden van buitenaf en de politiekgevoeligheid van Bureau Drechtsteden, de toekomst goed in te schatten. Toch hopen we hier een meer dan redelijk beeld te kunnen geven over de verwachtingen van 2010 waarin ambities gerealiseerd kunnen worden. U ziet een aantal “claims” met betrekking tot het nieuwe Meerjarenprogramma. Voor deze claims en verdere nieuwe ambities geldt natuurlijk de spelregel dat eerst een gedegen financiering wordt gevonden. Dat kan door extra bezuinigingen, het niet uitvoeren van reeds begrote activiteiten, of door innovatie. De arbeidsmarkt en de woningmarkt vertonen nog steeds weinig tekenen van herstel. Dat is kort gezegd de conclusie van de crisismonitor van het OCD, die loopt tot en met februari 2010. Na een gestage daling in 2008 loopt de werkloosheid weer geleidelijk op en ligt sinds juli 2009 boven het niveau van één jaar eerder. Momenteel valt weer een geleidelijke groei van de werkloosheid te constateren, die sinds begin december nagenoeg op het landelijk gemiddelde ligt. Het aantal openstaande vacatures vertoont een grillig karakter. Vooral in de tweede helft van 2008 zakte het aantal flink in om na een stabiele periode tot en met september 2009 toe te nemen, en vanaf oktober weer te dalen. Hetzelfde beeld zien we in 2010. De situatie in februari 2010 vertoont weer een toename van het aantal openstaande vacatures. Bij de leegstand in verkoopruimten in het kernwinkelgebied van Dordrecht is sprake van een sterke stijging. Tussen eind augustus 2009 en eind maart 2010 is het aantal leegstaande ruimten gestegen van 31 naar 45. Ook aan de woningmarkt valt af te leiden dat er nog weinig tekenen van herstel zijn. Dit kan worden geconcludeerd uit het aantal woningen in aanbod en de gemiddelde verkooptijd. De verkoop van e nieuwbouwwoningen is vooral in het 4 kwartaal van 2008 fors ingezakt. In 2009 zien we een licht herstel, maar het niveau van gemiddeld 43 woningen per maand, blijft beduidend achter bij de eerste drie kwartalen van 2008 (gemiddeld 62 per maand). Januari en februari 2010 werden 30 en 33 woningen verkocht. Programmaverantwoording De verschillende beleidsvelden worden als deelprogramma toegelicht. Deelprogramma Bestuur en communicatie Bestuur Het eerste kwartaal van 2010 stond in het teken van de afronding van de bestuursperiode 2006 – 2010 en de voorbereiding op de periode na de verkiezingen van maart 2010. Na de verkiezingen zijn twee introductieprogramma’s georganiseerd voor de raadsleden in de Drechtsteden. In de Drechtraad van februari heeft het Drechtstedenbestuur inhoudelijke overdrachtsdossiers aangeboden over de Pieken in de Drechtsteden, het Meerjarenprogramma en het rapport van de commissie Scholten II. Het bestuur zal in 2010 in opdracht van de Drechtraad het regionale Meerjarenprogramma opstellen en starten met de uitvoering ervan. De formatie van het nieuwe Drechtstedenbestuur is gestart nadat de colleges in de Drechtsteden waren gevormd. Daarnaast zijn ook de inhoudelijke voorbereidingen voor het nieuwe meerjarenprogramma gestart.
5
In maart en april heeft de Drechtraad extra vergaderd. Eind maart vond de installatievergadering plaats en de raadscarrousel van april werd ingewisseld voor een middag- en avondprogramma als introductie in de Drechtsteden. Pieken De Drechtraad heeft de notitie ‘Pieken in de Drechtsteden. Koersvast ontwikkelen van de Drechtsteden’ in februari 2010 als overdrachtsdossier voor de nieuwe Drechtraad vastgesteld. Ondertussen zijn de Pieken verder doorontwikkeld in het licht van de resultaten uit de commissie Meijdam. De Pieken in de Drechtsteden moeten in 2010 leiden tot een strategische investeringsagenda die tevens aansluit bij de agenda van andere overheden. Deze strategische investeringsagenda wordt een integraal onderdeel van het regionaal Meerjarenprogramma. Netwerkontwikkeling Het budget netwerkontwikkeling bedraagt voor 2010 € 1,3 miljoen en is onderdeel van begrotingsprogramma van Bureau Drechtsteden. Het budget wordt gedekt uit de opbrengsten van de brede doorlichting binnen de GRD. In 2010 zijn er hogere kosten, onder andere voor de commissie Meijdam, en voor de invulling van de functies van voorzitter van de Netwerkdirectie en algemene directeur GR Drechtsteden. Lagere kosten zijn er bij de Control & Compliance functie omdat de versterking van die functie is vertraagd. Vooralsnog worden de proceskosten voor de uitvoering van het Regionaal Innovatieprogramma gefinancierd uit het budget netwerkontwikkeling. Deze kosten zijn voor 2010 geraamd op €350.000. Deelprogramma Ruimtelijke Ontwikkeling Wat willen we bereiken? Met de Realisatiestrategie Ruimte geven willen de Drechtsteden hun koers ten opzichte van de omringende regio’s en als onderdeel van Deltapoort, Zuidvleugel en Rijn-Schelde Delta vastleggen en concretiseren. Medio december 2009 heeft de Drechtraad ingestemd met een aanpassing van het strategisch ruimtelijk programma, de aangegeven relatie tussen ruimtelijk programma, de inzet in de diverse lobbytrajecten en met de projecten die de aandacht van de regio vragen. Belangrijke kapstok van de ruimtelijke strategie is de uitwerking van de vier onderscheiden Assen A15, A16, GroenBlauw Netwerk en Rivier en Land alsmede van de knooppunten van deze Assen. Tot slot willen de Drechtsteden de ruimtelijke kwaliteit in het gebied blijven bevorderen. Wat gaan we hiervoor doen? In 2010 zal invulling worden gegeven aan de opdracht van de Drechtraad van december 2009 door over te gaan tot een aantal vervolgstappen. Deze houden in: een actieve deelname bij het verder uitwerken van het Regiopark Merwede uit het Uitvoeringsprogramma Transformatievisie Merwedezone, een verdere uitwerking van de As Rivier en Land, het organiseren van een discussie over gewenste ontwikkelingen op de knooppunten van de vier Assen en de invulling van een regionale programmasturing en sturen op kwaliteit. Op basis van de Visie Ruimte Geven zijn in de Realisatiestrategie de ruimtelijke projecten benoemd waar in de periode 2010-2020 aan gewerkt wordt. Naast stedelijke projecten, wonen en bedrijventerreinen is hier ook de groenstructuur opgenomen, die deel is van de piek landschap. De Drechtsteden zullen hun bovenregionale positie blijven versterken door continuering van hun deelname in bovenregionale gremia als de Verkenning Meerjaren Investeringsprogramma Ruimtelijke ordening en Transport voor het gebied Antwerpen-Rotterdam (MIRT-VAR), Deltapoort, Zuidvleugel en Rijn-Schelde Delta. Een punt van aandacht is de financiering van de deelname in Deltapoort. Indertijd is besloten deze niet ten laste te brengen van de reguliere Drechtstedenbegroting, maar binnen te halen door een “collecte” bij de vijf Drechtstedengemeenten (Dordrecht draagt zelfstandig bij). De bereidheid tot een financiële bijdrage in Deltapoort blijkt bij de gemeenten af te nemen, waardoor een financieel tekort voor de Drechtsteden dreigt te ontstaan. Uiteindelijk kan hierdoor de –op zich door ieder wenselijk geachte- participatie in Deltapoort in gevaar komen. Eenzelfde probleem is niet uit te sluiten voor bijvoorbeeld het deelprogramma Rijnmond-Drechtsteden van het Deltaprogramma. Dit vraagt om een fundamentele discussie. Hier wordt een afzonderlijk financieringsvoorstel voor opgesteld.
6
Hoe gaan we dat meten? In de monitor Milieu in de Drechtsteden, zijn naast milieu tevens de stand van zaken 2009 en een doorkijk 2010 voor de beleidsvelden ruimte, groen en water meegenomen. Deelprogramma Economie Wat willen we bereiken? De hoofddoelstelling voor de regionale economie is het realiseren van een duurzame economische groei in de Drechtsteden. Om dit te bereiken worden activiteiten ontplooid om de werkgelegenheid te vergroten, de economische structuur te versterken en de economische concurrentiepositie van de regio te verstevigen. Streven voor 2010 is de geplande activiteiten uit het Meerjarenprogramma 20072010 af te ronden. Wat gaan we hiervoor doen? Proeftuin Maritieme Innovatie. In samenwerking met ondernemers, onderwijs en onderzoeksinstellingen is, parallel aan de uitwerking van de Piek Maritiem, een businesscase uitgewerkt voor een proeftuin maritieme innovatie. Doel van deze proeftuin is zowel het innovatieve vermogen in het maritiem cluster te versterken als ook de aansluiting te verbeteren tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De businesscase gaat uit van een projectbegroting van € 1,5 miljoen over 3 jaren. Op basis van de businesscase is begin 2010 een aanvraag voor EFRO subsidie aangevraagd. Deze aanvraag is nog in behandeling. Definitieve besluitvorming wordt nog voor de zomer verwacht. Na toekenning van de subsidie kan het project van start, bij het begin van het nieuwe schooljaar. Het Drechtstedenbestuur heeft eind 2009 in principe ingestemd met een projectbijdrage van €300.000 voor de duur van het project. In 2010 bedraagt onze bijdrage € 120.000. De EFRO-subsidie is inmiddels toegekend. Er komt nog een bestuurlijk voorstel voor de financiering van de regionale bijdrage, waarbij een keuze moet worden gemaakt hoe dekking kan worden gevonden. Uitvoeringsprogramma Bedrijventerreinen In het vierde kwartaal van 2009 is een start gemaakt met het uitwerken van een Uitvoeringsprogramma Bedrijventerreinen (UPB), op basis van de reeds vastgestelde beleidskaders. Een eerste concept UPB is besproken in het PFO Economie & Bereikbaarheid van 11 februari. Geconstateerd is dat de ambities uit het programma nader afgestemd moeten worden met gemeenten, bedrijfsleven en partners als ROM-D. Deze afstemming vindt plaats in de loop van 2010. Streven is het Uitvoeringsprogramma eind 2010 op te leveren. We gaan er vooralsnog vanuit dat deze uitwerking binnen de financiële kaders van het werkprogramma economie kan plaatsvinden. Het UPB wordt medegefinancierd door de provincie (€ 25.000) en de Kamer van Koophandel (€ 5.000). Economische promotie en acquisitie Op 18 maart 2010 heeft het Drechtstedenbestuur de kadernota economische promotie en acquisitie vastgesteld. Voor het realiseren van de ambities op economisch gebied is promotie en acquisitie een belangrijk instrument. Structureel moet hiervoor budget vrijgemaakt worden. Voor 2010 hebben wij een beperkt bedrag (€ 25.000) vrij kunnen maken, waarmee enkele activiteiten uit de kadernota opgestart kunnen worden. Structurele dekking van deze activiteit moet meegenomen worden in het kader van het Meerjarenprogramma 2010-2014. Met de provincie zijn wij in gesprek over een cofinanciering van de promotie- en acquisitieactiviteiten voor 2010 en opvolgende jaren. Structuurvisie detailhandel Bij de evaluatie van de Structuurvisie Detailhandel en Horeca Drechtsteden (SDH) is gebleken dat deze een aantal beperkingen kent en daarom in 2010 geactualiseerd moet worden. Om middelen vrij te spelen voor het opstarten van de economische promotie en acquisitie, is besloten de actualisatie van deze structuurvisie te temporiseren. In 2010 wordt volstaan met het opstellen van een plan van aanpak. Het daadwerkelijke opstellen van de nota vindt plaats in 2011.
7
Regie ROM-D In de vergadering van oktober 2009 heeft de Drechtraad de nieuwe koers van de ROM-D uitgezet. De directie van de ROM-D heeft met kracht de kaders uit de beslisnotitie opgepakt. Naar verwachting worden de uitwerkingsbesluiten nog voor de zomerperiode aan de betrokken gremia binnen de ROMD structuur voorgelegd. In de Drechtsteden-organisatie is de volmacht constructie uitgewerkt in een concept volmacht en aandeelhoudersovereenkomst. Beide documenten zijn aan de colleges ter besluitvorming voorgelegd. Zodra alle colleges hierover besloten hebben, kan het Drechtstedenbestuur opereren als enig opdrachtgever van de ROM-D. Deze nieuwe rol brengt extra taken met zich mee voor Bureau Drechtsteden, wat gevolgen heeft voor de organisatie. De komende maanden wordt binnen de organisatie beoordeeld hoe dit op te vangen. Deelprogramma Bereikbaarheid Wat gaan we daarvoor doen in 2010? Herziening Mobiliteitsplan Tijdens een workshop op 16 december 2009 zijn samen met vertegenwoordigers van belangengroeperingen de thema’s (fiets, verkeersveiligheid, auto en openbaar vervoer) verkend die aan de basis staan van het nieuwe mobiliteitsplan. Dit plan moet een beperkt aantal prioriteiten opleveren als regionaal uitvoeringsprogramma voor de komende jaren. Het streven is het plan in het najaar van 2010 door de Drechtraad te laten vaststellen. Uit het mobiliteitsplan wordt een zogenoemd Position Paper opgesteld. Dit is een bestuurlijk onderhandelingsdocument waarmee bestuurders uit de Drechtsteden de belangrijkste regionale knelpunten voor de Drechtsteden onder de aandacht kunnen brengen bij Provincie en rijk. Aansluitingen A16-A15-N3 Ter bekrachtiging van het op 28 oktober 2008 in het bestuurlijke overleg MIRT Zuidvleugel genomen besluit, hebben de desbetreffende partijen op vrijdag 11 september 2009 het convenant ondertekend ter uitwerking van het top 6 programma aansluitingen in de zuidvleugel. Voor de Drechtsteden betreft dit de projecten A16-Mijlweg, A16-N3 en A15-N3. Met rijk en provincie zijn afspraken gemaakt om de voorbereiding van de uitvoering nu voortvarend ter hand te nemen. Stedenbaan De werkzaamheden in 2010 concentreren zich op de invloed in de nationale discussie over het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS), de voorbereiding van de nieuwe concessie voor NS en de verstedelijkingsafspraken in 2010. Deze zijn in grote mate bepalend voor de toekomst van het Stedenbaanprogramma in de Drechtsteden. Er zal ook een heroverweging plaats vinden in de programmatische afspraken in het ruimtelijke programma. Daarnaast wordt de aandacht gevestigd op de versterkte communicatie van Stedenbaan in- en extern en op de coördinatie van de afspraken die gemaakt zijn in het kader van ketenmobiliteit: P&R, fietsparkeren, voor- en natransport en de kwaliteit van de Stationsomgevingen. Waterbus De aanbesteding voor de waterbus is succesvol afgerond. Hierdoor bestaat voor de Drechtsteden tot 2022 de zekerheid over continuïteit en kwaliteit van de waterbus. Deze icoon van de regionale samenwerking in de Drechtsteden neemt ook een bijzondere plek in bij verdere uitwerking van de piek landschap. Hoogwaardig Openbaar Vervoer Drechtsteden De gemeenten hebben bevestigd dat de projecten voor de tweede fase HOVD daadwerkelijk uiterlijk 31 december 2011 in uitvoering worden genomen. Ter voorbereiding hierop worden deze projecten verder uitgewerkt, de planning nader gedetailleerd en de definitieve kosten geraamd. Na uitvoering van fase 2 zijn alle belangrijke OV knooppunten gereconstrueerd, is de doorstroming op de meest belangrijke buscorridors verbeterd door de aanleg van busbanen en de implementatie van KAR (aansturing verkeerslichten door de bussen) en staat er op circa 250 haltes dynamische reisinformatie (DRIS).
8
Mobiliteitsmanagement December 2009 is door rijk, provincie en de Drechtsteden de overeenkomst ondertekend voor de uitvoering van projecten mobiliteitsmanagement in de Drechtsteden. Tijdens het ondernemersontbijt op 3 februari 2010 is, in aanwezigheid van een groot aantal ondernemers en `koploperbedrijven` de aftrap gegeven voor de uitvoering. Inmiddels is een mobiliteitsmakelaar aan het werk om samen met de betrokken partijen invulling te geven aan het terugdringen van de automobiliteit. Verkeersveiligheid De RPV (Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid) is een samenwerkingsverband op het gebied van gedragsbeïnvloeding ten bate van de verkeersveiligheid. Hiertoe worden gezamenlijk diverse activiteiten uitgevoerd zoals School op Seef of BROEM-cursussen. De activiteiten van de RPV vinden hun basis in het Meerjarenplan 2008-2010. Deze activiteiten verlopen zeer voorspoedig. De gestelde doelstellingen worden ruim voor het aflopen van het MJP behaald. In 2010 wordt gewerkt aan een nieuw Meerjarenprogramma. Deelprogramma Wonen en Stedelijke Vernieuwing Wat gaan we ervoor doen in 2010? Uitvoering Woonvisie De komende periode staat het sturen op de uitvoering van het gewenste woningbouwprogramma centraal. Het maken van afspraken (PALT en gemeenten) en het (kunnen)nakomen ervan, ook in tijden van crisis spelen hierbij een belangrijke rol. In samenhang met de aanpak van ‘Pieken in de Drechtsteden’ moet ook vanuit wonen worden bijgedragen aan het verhogen van de kwaliteit en aan een beter vestigingsklimaat. Ingezet wordt daarom op aantrekkelijke woonmilieus. Gezien de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad en de relatie met de aanwezige bevolking ligt de nadruk van het bouwprogramma op duurdere woningen. Daarnaast wordt ingezet op herstructurering. Ook in de bestaande wijken en de bestaande woningvoorraad zijn verbeteringen nodig om ze aan te passen aan de veranderde woningbehoeften. Prestatie Afspraken Lange Termijn (PALT) Ter uitvoering van de regionale Woonvisie worden er met de corporaties regionale prestatieafspraken lange termijn (PALT) gemaakt. Het is bijzonder dat de Drechtsteden dit regionaal doen, VROM en provincie benadrukken met regelmaat dat we best trots mogen zijn op deze samenwerking. Het afgelopen jaar is gewerkt aan de PALT 2010-2020. De afspraken (het onderhandelingsresultaat) zijn in het eerste kwartaal 2010 in concept gereed gemaakt. Zowel de woningcorporaties als de vorige portefeuillehouders willen de nieuwe colleges in de gelegenheid stellen om inhoudelijk aan PALT 2010-2020 bij te dragen of bij te sturen. De zomerperiode wordt hiervoor benut. Het streven is om de definitieve tekst vervolgens in het eerste Portefeuillehouderoverleg Wonen en Stedelijke Vernieuwing na de zomer te behandelen, zodat de PALT in oktober ondertekend kunnen worden. Coördinatie Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) De verantwoording ISV2 (periode 2005-2010) is in concept gereed en zal voor de zomer bij de provincie ingediend worden. Dit geldt ook voor de Bestuursovereenkomst ISV3 (periode 2010-2015). Uitgangspunt is, dat de ISV3 middelen uiterlijk in 2014 worden besteed en dat de prestaties vóór 2015 geleverd kunnen worden. Bij de midtermreview in 2012 wordt nader bekeken of de voortgang van de projecten volgens planning verloopt. Mocht in 2012 blijken dat de uitvoering van een project pas na 2014 zal plaatsvinden, vallen de gereserveerde middelen vrij voor herverdeling naar ISV-projecten die wél tijdig gerealiseerd worden. Besluit Locatie Gebonden Subsidie(BLS) In 2004 hebben de gezamenlijke gemeenten in de Drechtsteden een convenant afgesloten met de Provincie Zuid-Holland en het Ministerie van VROM over de woningbouwtaakstelling in de periode 2005 tot 2010 en de locatiegebonden subsidies die daarvoor beschikbaar komen. In 2005/2006 is uitgewerkt hoe de gemeenten hier mee om gaan. Eind 2006 heeft de provincie een verordening vastgesteld met daarin de voorwaarden waarop de subsidies worden toegekend. Voor de afhandeling van de Locatiegebonden Subsidies hebben de regio en de gemeenten in 2007 een overeenkomst
9
gesloten voor de afhandeling ervan. 2009 is het laatste jaar waarover subsidie werd toegekend. In 2010 moet de eindafrekening van de regeling worden ingediend en afgehandeld. Task Force Woningbouw Drechtsteden (TFWD) De TFWD houdt zich bezig met de voortgang van de woningbouwprojecten 2010-2020 en de invloed van de economische crisis daarop. Een toetsronde langs de gemeenten (ambtelijk en bestuurlijk) zal na de zomer plaatsvinden. De bestuurlijke rapportage volgt hierop. Daarnaast onderzoekt de TFWD de mogelijkheden tot verbreding van haar taken op grond van ondermeer het woningbouwprogramma (kwaliteit naast kwantiteit), de verstedelijkingsafspraken, de “pieken”. Tevens wordt er in het eerste kwartaal een bijdrage geleverd aan het efficiënt rapporteren over het Jaarplan Wonen en Stedelijke Vernieuwing, de Woonmonitor en de rapportage TFWD. Jaarplan Wonen en Stedelijke Vernieuwing Het Jaarplan voor 2010, in het eerste kwartaal bestuurlijk vastgesteld, moet gezien worden als een overgang naar een nieuw jaarlijks product, waarin Woonmonitor, Rapportage Taskforce Woningbouw en Jaarplan Wonen worden opgenomen. In dit product zal de monitoring meer gericht zijn op het geformuleerde beleid en zullen de sturingsvoorstellen beter op elkaar zijn afgestemd. Woonmonitor De Woonmonitor Drechtsteden 2010 geeft een actueel beeld van de ontwikkelingen op de woningmarkt binnen de Drechtsteden. Daarnaast is het een goede vergelijkingsmogelijkheid met landelijke woningmarktontwikkelingen. Concluderend valt te stellen dat de gerealiseerde woningbouwproductie de eigen woningbehoefte opvangt, maar dat de komende periode de woningproductie in verband met de crisis scherp in de gaten gehouden moet worden. Om er zodoende voor te zorgen dat de doelstellingen ook de komende jaren gehaald worden en er ook gebouwd kan worden voor het aantrekken van de woningbehoefte vanuit omliggende regio’s om de gewenste kwaliteitsslag te maken. Ten aanzien van de landelijke trends in de WOZ-waarde en de verkoop van nieuwbouwwoningen kan geconcludeerd worden dat de WOZ-waarde in de Drechtsteden de landelijke dalingstrend volgt. Daartegenover is de daling van de verkoop van nieuwbouwwoningen minder dan in Nederland, waaruit geconcludeerd kan worden dat er behoefte is aan de huidige kwaliteit van nieuwbouwwoningen. Tenslotte wordt door de crisismonitor en de verkoopmonitor van het OCD maandelijks gemonitord op de ontwikkelingen in de woningmarkt van de Drechtsteden en de gevolgen van de huidige crisis in de woningmarkt, waardoor snel ingrijpen gewaarborgd is. Tenslotte is het van belang dat nieuwbouwwoningen voldoen aan de regionale kwaliteitseisen en dat nieuwbouwprojecten daarop worden getoetst. De problemen met toetsing worden aangepakt door aansluiting te zoeken bij een landelijk systeem van GPR, waardoor er afspraken aan de voorkant worden gemaakt. Kwaliteitsbeleid Momenteel worden in de Drechtsteden de ‘Kwaliteitseisen Nieuwbouwwoningen’ en de ‘Checklist Duurzaam Bouwen’ naast elkaar gehanteerd. Het betreft hierbij twee regionale lijsten met aanvullende eisen ten aanzien van nieuwbouw, bedoeld om de kwaliteit van de nieuwbouw in de Drechtsteden te verhogen. Deze eisen zijn niet wettelijk afdwingbaar, doordat zij het bouwbesluit te boven gaan. Gezien de opgave van de Woonvisie om de kwaliteit van de regionale woningmarkt te verbeteren, is het belangrijk om ontwikkelaars en corporaties zo ver te krijgen dat zij deze eisen ten aanzien van kwaliteit en duurzaamheid ondanks dat zij niet wettelijk afdwingbaar zijn, toch toepassen. Gezien de kwetsbaarheid van eigen, regionale lijsten, adviseert het PFO WSV om gebruik te gaan maken van een landelijk gebruikt systeem, zijnde GPR Gebouw. Dit systeem heeft als voordeel dat het landelijk bekend is en door verschillende ontwikkelaars die ook in de Drechtsteden actief zijn, elders al wordt gebruikt. Verder is het een flexibel systeem, waardoor maatwerk mogelijk is. En tot slot wordt het systeem extern beheerd, waardoor het niet afhankelijk is van regionale ambtelijke kennis en capaciteit. Dat is momenteel nog wel eens een knelpunt, als het om kwaliteitseisen gaat. Voor de invoering van GPR Gebouw wordt door de opsteller van de notitie een handleiding opgesteld. Iedere gemeente zal in ieder geval één contactpersoon aanstellen die zich het GPR Systeem eigen maakt, om plannen te kunnen toetsen, al dan niet op basis van een steekproef.
10
Verstedelijkingafspraken 2010 - 2020 De huidige woningbouwafspraken zijn gemaakt voor de periode tot en met 2009. Het ministerie van VROM wil voor het tijdvak 2010-2020, niet opnieuw woningbouwafspraken maken, maar regiospecifieke, integrale verstedelijkingsafspraken maken. Deze afspraken zijn toegespitst op de problemen van de regio waarbij de verschillende beleidsterreinen in samenhang aan de orde komen. De rijksinstrumenten worden zo slim mogelijk ingezet. Er worden niet alleen afspraken gemaakt over geld, maar ook over regelgeving en andere vormen van stimulering. Gezien de samenhang van de opgaven in de stedelijke gebieden in Zuid-Holland is in Zuidvleugelverband afgesproken om deze afspraken goed op elkaar af te stemmen. In het eerste kwartaal van 2010 is gewerkt aan een aangescherpt document voor bespreking in het Bestuurlijk Overleg MIRT van mei 2010. Woonruimteverdeling Het beleid wordt doorlopend gevolgd, en waar nodig bijgesteld op basis van ontwikkelingen, veranderende inzichten en (wijzigende) regelgeving. Stichting Woonkeus Drechtsteden heeft in 2009 een combinatiemodel voor de woonruimteverdeling ingevoerd. De woningen worden nu op 3 manieren verdeeld, via het bestaande aanbodmodel, op basis van opties en via loting. Het combinatiemodel wordt in 2010 geëvalueerd. De evaluatie wordt na de zomer gestart. Een advies naar aanleiding daarvan kan waarschijnlijk pas in de eerste helft van 2011 tegemoet worden gezien. Het Rijk werkt aan een nieuwe huisvestingswet. Het ontwerp daarvoor ligt op het moment van het schrijven van deze offerte bij de Tweede Kamer. Afhankelijk van de parlementaire behandeling treedt de nieuwe wet op 1 januari 2011 in werking. De nieuwe wet heeft gevolgen voor de woonruimteverdeling in de regio Drechtsteden, omdat die onder de nieuwe wet alleen nog via een huisvestingsverordening en dan nog voor een beperkte periode mag worden geregeld. De consequenties van de nieuwe wetgeving worden in de tweede helft van 2010 in beeld gebracht. Mocht dit aanleiding geven om een nieuwe huisvestingsverordening vast te stellen dan moet dit binnen een half jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe wet gebeuren; dat wil zeggen voor de zomer van 2011. Sinds 1 januari 2000 is in de regio Drechtsteden een regionaal aanbodmodel woonruimteverdeling in werking en de regionale klachtencommissie en voorrangscommissie ingesteld. Beide commissies brengen jaarlijks een jaarverslag uit. Woonpromotie Marktpartijen en wethouders hebben aangegeven in 2010 weer op dezelfde wijze woonpromotie te willen organiseren in 2009. Het is een formule die zich bewezen heeft. De Woondag geeft als enige manifestatie – van de regio Drechtsteden – een overzicht van alle bouwactiviteiten en woningbouwplannen. Het laat de vitaliteit van het gebied zien aan bewoners, woningzoekenden en bedrijfsleven. De Woondag 2010 zal plaatsvinden op 9 oktober a.s. op de locatie Baanhoek-West in Sliedrecht. De voorbereidingen zijn momenteel in volle gang. Daarnaast wordt 2010 gebruikt om woonpromotie/marketing door te ontwikkelen. De financiering zal door de Drechtsteden, marktpartijen en Dordrecht Marketing opgebracht moeten worden. Er wordt zo mogelijk ook afgestemd met economische en gebiedspromotie. Deelprogramma Groen, water, milieu Wat willen we bereiken? De Drechtsteden, samen stad aan het water, zijn op vele fronten bezig om de leefomgevingskwaliteit te verbeteren. Daarvoor is het nodig de huidige milieukwaliteit te verbeteren en te voorkomen dat nieuwe milieuproblemen ontstaan. In onderlinge samenhang wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van de ruimte, in groene gebieden, energie en klimaat en in de wateropgave. Ook het bevorderen van milieubewust gedrag is een belangrijk doel. Hiertoe voert het NMC Weizigt in onze opdracht een aantal activiteiten uit. Basis voor deze activiteiten zijn het Meerjarenprogramma 2007-2010 en het werkplan 2010.
11
Wat gaan we ervoor doen in 2010? De regio zet allereerst in op het voorkomen en verminderen van overlast van bedrijven en verkeer die in een stedelijk gebied als de Drechtsteden nu eenmaal onvermijdelijk zijn. Alle milieuaspecten worden hiertoe integraal afgewogen in het ruimtelijk programma, het concept-Mobiliteitsplan, de uitvoeringsstrategie Bedrijventerreinen en het nieuwe Milieubeleidsplan Drechtsteden, dat in 2010 wordt opgesteld. Gestreefd wordt naar een vroegtijdige afstemming tussen het milieuprogramma, de Realisatiestrategie Ruimte geven en diverse sectorale regioprogramma’s. Hiermee wordt een goede inbedding van de milieucomponent in de diverse programma’s gerealiseerd. In de afgelopen jaren zijn bij de invulling hiervan op diverse terreinen vorderingen gemaakt. Het Regionaal Programma Luchtkwaliteit 2006-2015 is in uitvoering. Onder andere is de doorstroming op lokale wegen verbeterd en zijn maatregelen voorbereid aan de A16/N3, A15/N3 en A16/Mijlweg. Deze lijn wordt ook naar de toekomst doorgetrokken. In 2010 realiseren we de aanleg van walstroomvoorzieningen voor de binnenvaart en bereiden we het wegennet voor op Hoogwaardig Openbaar Vervoer. We vinden het ook belangrijk te laten zien dat inwoners en bedrijven hun bijdrage kunnen leveren aan energiebesparing en een gezonde leefomgeving. Daartoe is de publiekscampagne ‘Lucht Leeft’ en het project ‘Rijden op aardgas’ gestart. Voorts voert, in opdracht van de Drechtsteden, het NMC Weizigt activiteiten uit op het gebied van de natuur- en milieu-educatie, -participatie en -communicatie. Centraal in 2010 staan de thema’s klimaat/energie, water en groen. In 2010 zal de uitvoering van start gaan van het in 2009 vastgestelde klimaatprogramma Drechtsteden voor 2009-2012. Het programma is gericht op het structureel stimuleren van energiebesparing, duurzame energie en de reductie van broeikasgassen. Medefinanciering van het programma door het Rijk (SLOK-regeling) is randvoorwaarde. Het energieprogramma Drechtsteden is in uitvoering en loopt door in 2010; de benutting van restwarmte van bedrijven voor verwarming van gebouwen is daar onderdeel van. In de regionale wateragenda zijn de specifieke watergerelateerde opgaven voor de Drechtsteden benoemd. In 2010 zullen de daaruit voortvloeiende actiepunten verder worden opgepakt. Dat zal gebeuren in nauwe samenwerking met de waterpartners. Tevens zal een Wateragenda voor de nieuwe raadsperiode worden uitgewerkt. Op basis van het uitvoeringsprogramma Groenblauw Netwerk Drechtsteden 2008-2013 worden met regionale ondersteuning de prioritaire projecten ontwikkeld, uitgevoerd en onderling afgestemd. Ook wordt het programma jaarlijks geactualiseerd en worden instrumenten ontwikkeld en toegepast om de uitvoering te versnellen. Begin 2010 zijn drukbezochte werkconferenties over Water en over Groen georganiseerd. Onmisbaar voor het verkrijgen van financiële en beleidsmatige steun bij deze voornemens is het breed uitdragen van de kernboodschap en het ondernemen van lobby-activiteiten. Deze worden in 2010 verder geïntensiveerd Deelprogramma Sociaal Wat willen wij bereiken? In de begroting 2010 zijn de volgende ambities, overgenomen uit het MJP, voor het sociaal programma geformuleerd: 1. Vergroten van de ontwikkelkansen van de jeugd 2. Versterken en verbeteren van de kennisinfrastructuur en het terugdringen van de schooluitval 3. Versterken van de sociale infrastructuur, het bevorderen van maatschappelijke participatie en het vergroten van het cultuurbereik 4. Het vormen van een vangnet voor kwetsbare burgers en het bevorderen van de zelfredzaamheid. Wat gaan we ervoor doen? In de eerste periode van 2010, het laatste jaar van de programmaperiode van het MJP, is gewerkt aan de lopende zaken die voortvloeien uit de bovenstaande ambities. Hierbij zijn geen afwijkingen te melden. Op het gebied van jeugd zijn de afspraken met de provincie en de uitvoerende partijen gemaakt om bij de Jeugdzorg de instroom te beperken en de uitstroom te vergroten. Hiervoor worden de middelen met de provincie Zuid Holland, krijgen. Hiervoor worden de middelen ingezet die wij in het kader van de Regionale Agenda Samenleving 2009 – 2012, bestuursovereenkomst met de provincie Zuid
12
Holland, krijgen. Daarnaast wordt samengewerkt t.a.v. de ontwikkeling van Centra voor Jeugd & Gezin, de Integrale Jeugdgezondheidszorg en eventueel gewenste Nazorg in de regio na intramurale Jeugdzorg. Bij Cultuurparticipatie vindt de uitvoering van de activiteiten in het kader van het programma naar behoren plaats. De afwikkeling van de provinciale RAS-middelen over 2009, zowel t.a.v. Jeugd als Cultuur vraagt veel inzet. Op het gebied van maatschappelijke participatie wordt later dit jaar de visie geformuleerd die richting geeft aan de inzet van middelen en instrumenten als P-budget, WMO, WSW. Ook wordt later dit jaar gerapporteerd over het onderzoek doelgroepenvervoer, op basis waarvan besloten wordt over verdere samenwerking hierbij. Het feit dat 2010 het jaar is van gemeenteraadsverkiezingen, waardoor nieuwe bestuurders in de regio aantreden, maakt dat beleidsontwikkeling en formulering van meerjarenprogramma’s pas werkelijk op stoom komen in het tweede deel van het jaar. Bij sociaal, inclusief cultuur en sport, gaat het hierbij om het vervolg op de Maatschappelijke agenda. Domeinen met ambities zijn geformuleerd. Die moeten nu een concrete vertaling naar een uitvoeringsprogramma krijgen, als onderdeel van het Meerjarenprogramma 2010 – 2014. Politieke keuzes en prioriteiten, ook in verband met de veranderde financiële situatie bij gemeenten, zijn van belang voor de, financiële, kaders van deze uitvoeringsagenda. Wat gaat het kosten? Programma Bureau Drechtsteden bedragen Actuele begroting x € 1.000 2010 lasten baten saldo Resultaat voor 12.862 6.335 -6.527 bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
12.862
6.527
6.527
12.862
-
Resultaatanalyse Bedragen x € 1.000 Lasten Bovenregionaal Interne doorbelastingen Slok-uitkeringen Subtotaal
Prognose 2010 lasten baten saldo 13.437 500 13.937
Voordelen Inc. Struct.
0
lasten baten
-6.977
575
125
-450
7.027
6.527
500
500
0
13.487
-450
1.075
625
-450
125 125
Saldoeffecten
200 200
-200 -200
400
-400
50
-50
Baten Binnenmaas Slok-uitkeringen Subtotaal
125 125
0
0
50
-50
Totaal generaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal generaal na bestemming
125 500 625
0 0 0
125 500 625
450 0 450
-450 0 -450
13
saldo
6.460
Nadelen Inc. Struct.
0
Afwijking
Analyse verwijzing A B D
C D
E
Toelichting Bedrijfsvoering Voor een drietal financiële knelpunten binnen de bedrijfsvoering van BDS is momenteel nog geen oplossing voorhanden en wordt nog naarstig gezocht naar compensatie en/of dekking elders. Het betreft zaken die in de afgelopen jaren zijn ontstaan, maar niet middels verhoging van de inkomsten resp. verminderen van (mogelijk andere) activiteiten zijn gecompenseerd en zonder bestuurlijke afwegingen een structureel karakter hebben. In de actualisering van de begroting 2010 zijn hierover al enkele opmerkingen opgenomen, maar in tegenstelling tot overige dochters binnen de GRD zijn deze extra kosten niet gecompenseerd of in hogere doorbelastingen of inwonerbijdragen verwerkt. In totaal gaat het om een bedrag ter grootte van ca € 450.000, waarvoor passende oplossingen zullen moeten worden gevonden. Het betreft de volgende onderwerpen: A. Toegenomen inspanningen op activiteiten voor bovenregionale zaken, lobby- en subsidietrajecten. In de afgelopen jaren zijn deze activiteiten geïntensiveerd, en met succes. Bij de evaluatie van het MJP 2007-2010 is vastgesteld, dat de Drechtsteden beter op de landelijke kaart staan en er aanzienlijke geldstromen / subsidies richting de Drechtsteden gaan (ca € 300 miljoen). De (extra) geldstromen die door de lobbyactiviteiten worden gerealiseerd komen rechtstreeks ten goede aan de individuele gemeenten; de kosten voor die lobby-activiteiten komen echter ten laste van Bureau Drechtsteden. B. De interne doorbelastingen. De kosten van o.a. het SCD worden op grond van de bestuurlijk vastgestelde verdelingsmaatstaven omgeslagen naar de deelnemende organisaties, gebaseerd op de personele formatie (aantal fte’s). Als gevolg van die berekeningsmethodiek zijn de bijdragen van het Bureau sedert 2007 (toen de secundaire processen nog door ZHZ en stafdiensten Dordrecht werden geleverd en doorbelast) met ca € 200.000 gestegen. In tegenstelling tot de overige dochters binnen de GRD zijn deze extra (niet-beïnvloedbare) doorbelastingen echter niet in de tarieven en de begroting verwerkt door het verhogen van de algemene inwonerbijdragen, resp. gecompenseerd door vermindering van activiteiten binnen het MJP. Weliswaar heeft verhoging van de doorbelastingen bij BDS geleid tot niet traceerbare verlaging van de kosten elders binnen het Drechtstedennetwerk (waarschijnlijk bij de gemeenten zelf die minder fte’s in dienst hebben dan voor de oprichting van het SCD het geval was), maar hiermee is ten nadele van BDS binnen de begroting van BDS een structureel dekkingstekort ontstaan, dat tot nu toe niet werd gecompenseerd. C. Het uittreden van de gemeente Binnenmaas per 1 januari 2009. Dit heeft geleid tot een verlaging van de inkomsten bij BDS van ca € 50.000 (algemene inwonerbijdrage), terwijl de bestuurskosten in principe niet zijn gedaald. In 2009 is getracht dit probleem incidenteel in de rekening op te vangen en niet direct compensatie aan het bestuur te vragen. Voor 2010 zijn hiervoor echter vooralsnog nog geen mogelijkheden voorhanden. Overig D. Tevens zal voor de SLOK-uitkeringen ten behoeve van het energieprogramma een specifieke bijdrage per gemeenten in rekening worden gebracht zoals vastgesteld in het Drechtstedenbestuur van februari 2010. De totale exploitatie hiervan bedraagt €125.000. E. Onttrekking aan de BWS-reserve. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de algemene reserve, teneinde de negatieve stand van de algemene reserve aan te vullen. Verplichte paragrafen Voortgang investeringen Niet van toepassing voor Bureau Drechtsteden. Personeel Geraamde formatie 27,95 fte
Bezetting 27,95 fte
14
Van de 27,95 fte zijn in 2010 6,65 fte gedetacheerd bij Rom-D en andere organisaties, waarbij een 100%-dekking tegenover staat. Geraamd ziekteverzuim 4%
Werkelijk ziekteverzuim 4,59 %
Als gevolg van een situatie van langdurig ziekteverzuim – de betreffende medewerker is sinds medio 2009 niet aan het werk – loopt het ziekteverzuimcijfer voor BDS, dat zich al enkele jaren beperkt tot ca 3,25% bevindt, dit jaar fors op. Aan een éénmalige verhoging ervan valt helaas niet te voorkomen. Met de bedrijfsarts vindt regelmatig overleg plaats over de voortgang ervan. Resultaten brede doorlichting Als onderdeel van de brede doorlichting binnen de GRD zijn voor BDS 2 businesscases (BC) opgesteld, te weten een externe BC en een interne BC. De externe BC bestaat uit diverse door BDS aangedragen suggesties en ideeën, die inmiddels zijn opgenomen in de netwerkdoorlichting en daar verder worden uitgewerkt. De interne BC betreft direct door BDS zelf beïnvloedbare zaken binnen de activiteiten en bedrijfsvoering van het Bureau. De opgelegde taakstelling van de interne BC loopt op van € 100.000 in 2010 naar structureel € 200.000 in 2012 en verder. Ter uitwerking van deze taakstelling is een intern verbeterplan opgesteld, dat momenteel wordt uitgevoerd. De in deze paragraaf bedrijfsvoering vermelde realisatie van verbeteringen maakt onderdeel uit van het interne verbeterplan. Onderzocht wordt in hoeverre een verschuiving binnen de personele formatie kan leiden tot enerzijds de gewenste verbeteringen op het terrein van sturing, beheersing en bestuursondersteuning en anderzijds tot de gewenste bezuinigingen op de personele kosten. Verreweg het grootste gedeelte van het BDS-budget van € 13 miljoen is echter gelabeld, en niet beïnvloedbaar. De besparingsruimte is daarmee beperkt. Risico’s Proeftuin Maritieme Innovatie. Het Drechtstedenbestuur heeft eind 2009 in principe ingestemd met een projectbijdrage van € 300.000 voor de duur van het project. In 2010 bedraagt onze bijdrage € 120.000. De werkbegroting 2010 van Bureau Drechtsteden is gericht op het afronden van het huidige MJP en lijkt vooralsnog geen ruimte te bieden deze investering te dekken. Wanneer de komende periode deze dekking niet e gevonden wordt, berichten wij u hierover in de 2 Marap. Geadviseerd wordt de benodigde dekking voor 2011 en 2012 mee te nemen in het kader van het Meerjarenprogramma 2010-2014. Reservepositie (bedragen x € 1.000) Stand per 31-12-2009 Bestemmingsreserve
Toevoeging
Onttrekking
Stand per 31-12-2010
BWS
3.075
-
1.010
2.065
BLS
6.431
-
6.431
-
Bestemmingsreserve Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) De reserve omvat door het Rijk aan de regio gedecentraliseerde middelen, die overeenkomstig de regels van het Rijk vrij besteedbaar zijn. De Drechtraad besluit jaarlijks een bedrag te onttrekken ten gunste van de exploitatie van Bureau Drechtsteden. De reserve wordt gevoed door de middelen die vrijkomen door het renteresultaat, en doordat er geen bestedingsplicht meer op rust. In de begroting is hiervoor vooralsnog geen bedrag opgenomen. Bij de besluitvorming over de diverse scenario’s voor de inzet van de BWS-reserve is besloten jaarlijks een onttrekking te doen ten gunste van de uitvoering van de deelprogramma’s van Bureau Drechtsteden. In 2011 wordt voor dit doel € 510.000 onttrokken. Daarnaast is afgesproken om in 2010, net als in 2009, € 500.000 extra te onttrekken en daarmee de algemene reserve aan te vullen. Dit is nu als begrotingswijziging opgenomen. Voeding en onttrekking van de BWS-reserve lopen beide via het begrotingsprogramma Bureau Drechtsteden.
15
Bestemmingsreserve Besluit Locatiegebonden Subsidies(BLS) In december 2007 is de overeenkomst afgesloten over de herverdeling van de BLS-subsidies. In 2008 is het BLS-fonds, in de vorm van een bestemmingsreserve gevormd. De provinciale subsidies die de gemeenten ontvangen worden daarbij aan de GR Drechtsteden overgedragen en aan het BLS-fonds toegevoegd. Op basis van de feitelijke woningproducties ontvangen de gemeenten een uitkering uit het fonds. Volgens de planning vindt in 2010 de afrekening plaats, zodat het fonds per ultimo 2010 een nul-stand heeft. Bedrijfsvoering Evenals het geval was in 2009 zijn in de eerste maanden van 2010 binnen de bedrijfsvoering van Bureau Drechtsteden (BDS) diverse ontwikkelingen en verbeteringen ingezet, ingevoerd of afgerond. Reden om hier in deze paragraaf extra bij stil te staan. Als basis en referentiekader gelden de volgende documenten: • De vastgestelde begroting 2010. • Elementen uit de 2e Marap 2009 met doorwerking naar 2010 en de jaarrekening 2009. • Opmerkingen van de accountant in de interimcontrole najaar 2009 voor BDS. • Bevindingen van de accountant bij de jaarrekeningcontrole 2009 voor BDS. • Het Jaarplan BDS en het Bedrijfsplan BDS voor 2010. • De vastgestelde rapportage over de evaluatie van het MJP 2007-2010. • Brede doorlichting GRD en taakstelling voor het Bureau Drechtsteden. Algemeen Evenals in de laatste fase van 2009 is in de eerste maanden van 2010 veel werk verzet en extra aandacht gegeven aan verbetering van inzicht en processen in de bedrijfsvoering van BDS, met inbegrip van aanpassingen als gevolg van bestuurlijke wensen (Drechtstedenbestuur en Drechtraad) en gesprekken met onze accountant (interimcontrole 2009, opzet subsidiedossiers, periodieke analyse van tussenrekeningen, enz). Ook het anticiperen op de verbetervoorstellen vanuit de commissie Scholten en de acties in het kader van de brede doorlichting van BDS zijn hierbij betrokken. Daarnaast is extra inzet gepleegd ten behoeve van – sturing op – het realiseren van de gestelde doelen in de begroting 2010, verbetering van de strategische en operationele beleids- en bestuursondersteuning, de realisatie van de jaarschijf uit het Meerjarenprogramma (MJP) inclusief afronding van het MJP 2007-2010, en de sturing op het investeringsprogramma Manden Maken. Ook het proces ten behoeve van de nieuwe bestuursperiode (nieuwe Drechtraad en DSB, voorbereiding nieuw meerjarenprogramma en investeringsschema 2011-2014, enz.) heeft extra inzet gevraagd. Het onderbrengen van taken en bijbehorende formatie op het terrein van de GRD, zoals concerncontrol en –compliance bij de Regionale Staf ZHZ/GRD/VR, in praktische zin al sinds het 2e kwartaal 2009 gerealiseerd en eind 2009 geformaliseerd, heeft bijgedragen tot een duidelijker interne taakverdeling tussen BDS in zijn oorspronkelijke en “zuivere” vorm en het GRD-concern. Het sinds 2009 ingestelde budget netwerkontwikkelingen is per 2010 ondergebracht in het begrotingsprogramma Bestuur, binnen BDS. Ook de ondersteuning van de NDD wordt vanuit BDS georganiseerd. De activiteiten van de inmiddels ingestelde Regionale Staf, waarin op GRD-niveau onder andere de P&C-cyclus, concerncontrol en concernadvies zijn ondergebracht (als onderdeel van ZHZ, met rechtstreekse aansturing vanuit de concerndirecteur GRD), zijn in deze Marap van BDS buiten beschouwing gelaten. e In het hieronder gegeven overzicht worden op diverse terreinen de tot de 1 Marap behorende relevante inzet, acties en gerealiseerde verbeteringen binnen BDS uitgewerkt en toegelicht. Een onderscheid is gemaakt in de volgende terreinen: • Sturing en beheersing. • Professionalisering, kwaliteit en cultuurtraject. • Financiën. • HRM/P&O, medewerkers. • Informatievoorziening en communicatie. • Overige bedrijfsvoering. • Speciale aandachtspunten en knelpunten.
16
Sturing en beheersing • Jaarplan en Bedrijfsplan 2010 (interne sturing). Voor het eerst zijn voor het Bureau een Jaarplan (wat gaan we realiseren) en Bedrijfsplan (hoe gaan we realiseren) opgesteld, als vertaling van de door de Drechtraad vastgestelde begroting 2010. Doelen en plannen, projecten en realisatie, alsmede inzet van middelen zijn met elkaar verbonden en kunnen zo periodiek worden gemonitord. • Opdrachtgeverschap richting IKC (externe sturing). Invoering van het maandelijks voortgangsoverleg tussen de leidinggevenden van BDS en het Intergemeentelijk KennisCentrum heeft geleid tot versnelling van de jaarlijkse trajecten van offerte tot opdracht, zodat voor uitvoering van de opdrachten in het kader van het MJP binnen de jaarschijf van de begroting meer tijd beschikbaar is en mede daardoor de jaarlijks te grote onderuitputting van de beschikbare middelen kan worden voorkomen. Hiermee worden de in de kaderbrief IKC gestelde voorwaarden van meer concrete sturingsafspraken voorzien. Tevens zijn afspraken gemaakt om de voortgang van de projecten en facturering vanuit het IKC periodiek te monitoren en desgewenst bij te stellen. De afronding van het MJP 2007-2010 is eind dit jaar voorzien. • Terugdringen inhuur externen. Er wordt sterker dan voorheen ingezet op terugdringen van de inhuur van externen. Voor BDS e betrof de externe inhuur in het 1 kwartaal de inzet ten behoeve van de strategische communicatie GRD en het traject van professionalisering en cultuurverandering BDS dat in 2009 was ingezet. Beide activiteiten zijn inmiddels beëindigd. Met externe inhuur wordt hier overigens niet de inhuur van kennis en ondersteuning vanuit het netwerk van de Drechtsteden bedoeld: veel BDS-activiteiten vinden plaats met inzet vanuit Dordrecht of andere gemeenten, waar in de meeste gevallen een factuur tegenover staat. Voorbeelden hiervan zijn het IKC voor de beleidskennis en projecten en de inzet van Dordtse specialisten voor de (boven)regionale trajecten, lobby en subsidietrajecten. Zo blijft de kennis in de gemeenten zelf aanwezig en wordt die regionaal ingezet. • In het wekelijks voortgangsoverleg van het Bureau is ook 1x per maand plaats gemaakt voor onderwerpen en thema’s die de bedrijfsvoering betreffen, zoals P&C, financiën, HRM, ziekteverzuim, Arbo-zaken, medezeggenschap. Hierdoor is de koppeling tussen resultaten en middelen beter geborgd. Professionalisering, kwaliteit en cultuurtraject • Het extern ondersteunde traject van professionalisering en cultuurverandering binnen BDS is inmiddels afgerond. Integraal werken is versterkt, verbetering van onderlinge afstemming bij vermindering van het aantal werkoverleggen is ingevoerd, casemanagement leidt tot effectiever en efficiënter werken. Als bijkomend voordeel is de focus meer op de omgeving van het Bureau gericht. • Subsidies van de provincie ZH (RAS, Mandenmaken, enz) worden bij doorschuiven aan instellingen of gemeenten inmiddels bij beschikking voorzien van de voorwaarden, geregistreerd en bijgehouden (dossiervorming), alsmede centraal gecoördineerd. Daarmee wordt zowel richting de provincie (beschikkingen op aanvraag, soms te laat de bijzondere voorwaarden bekend, met terugwerkende kracht aanpassingen) als richting de instellingen (verantwoording) de vinger aan de pols gehouden en veel herstel en overleg achteraf voorkomen. Subsidiedossiers en coördinatie zijn medio 2010 ingevoerd. Afspraken met de provincie en instellingen zijn gemaakt en worden gemonitord. Financiën • Als gevolg van de financiële uitwerking van de begroting is voor BDS een interne beheersbegroting opgesteld, waardoor het inzicht van management en medewerkers is verbeterd. Diverse werkprocessen binnen de interne P&C-cyclus zijn aangepast, waardoor betere tussentijdse sturing op middelen kan plaatsvinden. • Het systeem van maandelijkse verstrekking van financiële voortgangsoverzichten is dit voorjaar ingevoerd, inclusief verplichtingenadministratie en eindejaarsprognose. • Bij de interimcontrole 2009 van de accountant werd geadviseerd de tussenrekeningen – van oudsher een zwak punt bij organisaties in verandering – niet slechts bij de reguliere Marapmomenten te analyseren, maar deze regelmatig te analyseren en te “ledigen”. Dit is inmiddels ingevoerd en leidt tot actueler overzichten en minder herstel achteraf. • Overleg met derden (gemeenten, instellingen) heeft geleid tot een betere dekking op de detacheringen van medewerkers van BDS, die elders tegen betaling worden ingezet. Als
17
•
•
uitgangspunt wordt in principe een volledige dekking van de kosten gehanteerd, indien van langduriger detachering sprake is. Onderhandelingen met de provincie hebben geleid tot overeenstemming over de inzet van BDS-medewerkers voor het beheer van o.a. subsidiedossiers en centrale coördinatie vanuit de Regionaal Agenda Samenleving (RAS), waardoor de dekking van deze kosten is verbeterd. Zie ook “knelpunten” in paragraaf “2.5 Wat gaat het kosten”
HRM/P&O, medewerkers, medezeggenschap • Als onderdeel van het in de GRD ingevoerde beleid op het terrein van HRM zijn binnen BDS afspraken resp. protocols opgesteld voor Werving & selectie, Gezondheidsbeleid en ziekteverzuim, en Arbo-aangelegenheden. • Ter versterking van de interne informatievoorziening zijn enkele themabijeenkomsten georganiseerd, enerzijds voor “Bedrijfshulpverlening, ontruimingen en calamiteiten” en anderzijds voor “Gezondheidsbeleid en ziekteverzuim”, terwijl het thema “Personeelsgesprekken” nog voor deze zomer is ingepland. • Als gevolg van een situatie van langdurig ziekteverzuim – de betreffende medewerker is sinds medio 2009 niet aan het werk – loopt het ziekteverzuimcijfer voor BDS, dat zich al enkele jaren beperkt tot ca 3,25% bevindt, dit jaar fors op. Aan een éénmalige verhoging ervan valt helaas niet te voorkomen. Met de bedrijfsarts vindt regelmatig overleg plaats over de voortgang ervan. • De als gevolg van Arbo-wetgeving uitgevoerde risicoanalyse voor BDS – in lijn met het in 2009 uitgevoerde medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) – heeft geleid tot een Plan van Aanpak voor de diverse geconstateerde “medewerkersrisico’s”. De uitvoering van dit Plan van aanpak loopt geheel volgens schema. • De leidinggevende van BDS voert in het kader van de WOR regelmatig overleg met de ondernemingsraad, voor zover het zaken betreft die binnen BDS afgedaan kunnen worden en niet op het terrein leggen van de Centrale OR van de GRD. • De huisvesting van BDS is nog een heikel punt, dat eerst tegen het einde van 2010 lijkt te worden opgelost. Eerder is in de Drechtraad gemeld dat forse verbouwingen in deze tijd van bezuinigingen wellicht vermeden kunnen worden, door innovatief te bezien of andere oplossingen mogelijk zijn. Het eerder beschikbaar gestelde verbouwingskrediet is vervolgens “teruggegeven” en er wordt nu een zeer beperkte aanpassing op de bestaande werkvloer e voorbereid. Het Bureau blijft dan op de 5 verdieping van het gebouw Noordendijk 250, waaraan vrijwel geen kosten zijn verbonden. Bestuursondersteuning, informatievoorziening en communicatie • Binnen BDS wordt al geanticipeerd op de voorstellen van de commissie Scholten, waar het bijvoorbeeld de verbetering van de bestuurlijke ondersteuning en het invoeren van een Drechtstedendinsdag betreft. De voorbereidingen hiervan zullen voor de zomer afgerond zijn. Daarbij wordt ook de informatievoorziening en communicatie betrokken. Hoewel binnen de taakstelling van de brede doorlichting een korting op de kosten van BDS is voorzien (die vanwege de aard van het bureau vrijwel uitsluitend in loonkosten kan worden gevonden), is een beperkte verhoging van de personele formatie op dit gebied (ca 1 fte) noodzakelijk om invulling te kunnen geven aan de voorstellen. • Na het vertrek van de communicatiefunctionaris bij BDS is in principe de weg vrijgemaakt om deze functie voortaan van het SCD te betrekken. Hierover zijn onlangs de eerste afspraken gemaakt, waar het gaat om de inzet van de strategische en operationele (bestuurs)communicatie. Binnenkort zal deze kwestie worden afgerond. Follow-up bevindingen accountant jaarrekening 2009 Projectbeheersing Bureau Drechtsteden ontvangt meerdere subsidies voor het realiseren van projecten. De bestede gelden van deze subsidies dienen achteraf verantwoord te worden aan de subsidiegever. In voorgaande jaren was een groot risico dat door onvolledige dossiervorming en het op diverse wijzen kunnen interpreteren van de regelgeving een situatie kon ontstaan dat de rechtmatigheid van de bestede gelden niet toetsbaar was. Het risico hierbij is dat een accountant geen oordeel kon geven over de ontvangen subsidie en hierdoor gelden terugbetaald dienen te worden aan de subsidiegever. Bureau Drechtsteden heeft voor 2010 vooraf duidelijke afspraken gemaakt met de accountant en de
18
subsidiegever om voornoemd risico te minimaliseren. Tevens zijn er in maatregelen genomen zijn om de dossiervorming in orde te hebben. Voor het beheer van verstrekte subsidies is inmiddels het initiatief genomen om een standaard indeling van een subsidiedossier op te zetten. De accountant heeft deze standaardindeling beoordeeld en geconstateerd dat hiermee in opzet een toereikend subsidiedossier kan worden opgesteld. Beheersing tussenrekeningen Bij de interimcontrole 2009 van de accountant werd geadviseerd de tussenrekeningen – van oudsher een zwak punt bij organisaties in verandering – niet slechts bij de reguliere Marap-momenten te analyseren, maar deze regelmatig te analyseren en te “ledigen”. Dit is inmiddels ingevoerd en leidt tot actueler overzichten en minder herstel achteraf. Gevraagd besluit - Verhogen van de begroting met € 125.000 voor uitvoering van het Energieprogramma Drechtsteden. De kosten worden gedekt uit een gemeentelijke bijdrage conform de SLOK-uitkering uit het gemeentefonds. - Onttrekken aan de BWS-reserve van € 500.000 en dit bedrag toevoegen aan de algemene reserve.
19
2.2 Manden Maken Het Investeringsfonds heeft op dit moment een stand van circa € 2 miljoen. Inmiddels is 2/3 van alle projecten afgerond én uitbetaald. Aan deze projecten is in het Eindbod een bedrag van € 32,6 miljoen toegekend. Hiervan is nu € 28,4 miljoen uitgekeerd aan de gemeenten. Wanneer ook de resterende verplichtingen op deze projecten zijn uitbetaald, resteert een vrijval van € 2,6 miljoen. Voor twaalf projecten geldt dat deze nog in uitvoering zijn. De afwikkeling van deze projecten zal in de komende periode beslag krijgen. Met de inzet op de pieken en de doorvertaling van de pieken naar een investeringsagenda, is het van belang Manden Maken af te hechten. Naar verwachting besluit de provincie de komende maanden € 10 miljoen in te zetten als kapitaalstorting in ROM-D Capital. Door dit besluit dreigt in Manden Maken een substantieel tekort te ontstaan; bij de opzet van Manden Maken is dit bedrag beschouwd als projectensubsidie. De komende maanden brengen wij de consequenties van het beoogd provinciaal besluit nader in kaart. Zowel de verwachte omvang van het dreigend tekort wordt in beeld gebracht als ook mogelijke maatregelen om het risico te reduceren. Wat gaat het kosten? Programma Manden Maken bedragen Actuele begroting x € 1.000 2010 lasten baten saldo Resultaat voor 4.000 0 -4.000 bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Prognose 2010 lasten baten saldo
Afwijking lasten baten
saldo
4.326
0
-4.326
326
0
-326
0
4.000
4.000
0
4.326
4.326
0
326
326
4.000
4.000
0
4.326
4.326
0
326
326
0
Toelichting In 2010 vindt de doorloop van Manden Maken plaats. Naar alle waarschijnlijkheid zal in 2010 €4,3 mln. worden onttrokken aan de reserve Manden Maken. De verwachting is dat het fonds eind 2010 de stand nihil heeft bereikt. Risico's Er is nog geen zekerheid over de omvang van de bijdrage van de Provincie Zuid-Holland. De onzekerheid bedraagt een bedrag van € 10 miljoen. Hierdoor bestaat een risico voor de continuïteit van de uitvoering van het vastgestelde programma. Inmiddels is het dossier bestuurlijk belegd, waarbij risico’s en oplossingsrichtingen in kaart worden gebracht. Gevraagd besluit Wijzigen van de begroting waarmee de reserve eind 2010 de stand nihil bereikt. Dit is een technische wijziging die geen invloed heeft op het resultaat en de gemeentelijke bijdragen.
20
2.3 Sociale Dienst Drechtsteden
Inleiding en bestuurlijke verantwoording In de eerste maanden van 2010 heeft de SDD te maken gehad met een enorme toestroom aan klanten voor ondersteuning bij het vinden van werk (WWB en WIJ; wet investeren in Jongeren) en het oplossen van problematische schulden. De situatie is ten opzichte van eind 2009 drastisch verslechterd. De werkloosheid stijgt in de Drechtsteden momenteel veel sneller dan landelijk gemiddeld. Net als onze ketenpartner UWV betekent dit dat we alle zeilen moeten bijzetten om de dienstverlening op peil te houden. Extra tijdelijk personeel wordt ingezet, gefinancierd vanuit de participatiemiddelen. De effectiviteit van onze re-integratie inspanningen, gemeten in uitstroom naar werk, staat echter onder druk. Vacatures ontbreken simpelweg; jongeren verlaten ondanks de slechte economie de schoolbanken. Extra inspanningen, met name gericht op de grote groep jongeren die nu in de bijstand terecht komt, moeten de rest van 2010 het tij zoveel mogelijk keren. We verwachten echter niet dat we met die bijsturing onze doelstellingen op het aantal WWB-klanten en de uitstroom naar werk nog gaan halen. De huidige hoge klantenaantallen hebben vergaande financiële consequenties. We verwachten tekorten op de bijstandsverlening (tenzij het Rijk ruimhartig bijspringt) en het minimabeleid die niet vanuit de reserves opgevangen kunnen worden. De beschikbare middelen voor re-integratie slinken snel. We gaan meer uitgeven dan het toegekende budget 2010, wat mogelijk is door inzet van overschotten uit voorgaande jaren. Vanaf 2011 zullen we de tering naar de nering moeten zetten, wat pijnlijke keuzes noodzakelijk maakt. In de tweede helft van dit jaar doen we daarvoor voorstellen. Met alle aandacht die uitgaat naar de klanten op zoek naar werk zouden we vergeten dat we mooie prestaties leveren op andere terreinen. Ondanks het stijgende aantal mensen dat een beroep doet op de SDD voor hulp bij het oplossen van problematische schulden, dalen de wachttijden en stijgt het aantal geslaagde schuldregelingen. Het bereik van ons inburgeringsbeleid is hoog en behoort tot de beste van Nederland, terwijl de Drechtsteden als totaal op de uitvoeringskosten 2010 € 0,5 miljoen over houden: de bijdrage aan de SDD voor de uitvoering van de inburgering is lager dan de budgetten die het Rijk aan de gemeenten beschikbaar stelt. Dat laat onverlet dat er kritisch gekeken moet worden, en wordt, naar de effectiviteit van de ingezette middelen. Een voorstel voor de inburgeringsagenda 2011 is in voorbereiding. De uitvoering van de WMO individuele voorzieningen verloopt goed en de klanttevredenheid over het collectief personenvervoer is gestegen. Ook halen we nagenoeg ons doel met betrekking tot het aantal klanten met een arbeidsplicht die een traject volgen. Gezien de enorme instroom is het tenslotte een vermeldenswaardige prestatie dat wij de aanvragen toch tijdig afhandelen. Wat de kosten van de eigen organisatie betreft: daar ligt een grote uitdaging. De stijgende klantenaantallen vergen extra personele capaciteit, extra werkplekken etc. Deze tijdelijke extra benodigde kosten dekken we volgens de regelen der kunst uit tijdelijke middelen, voornamelijk het participatiebudget. Het Rijk bezuinigt de komende jaren fors op die middelen. Maar ook de Algemene Uitkering slinkt. Kostenreductie door een combinatie van procesinnovaties en vervanging van dure externe krachten door eigen personeel zijn onvermijdelijk. Ook hierover bereidt de SDD voorstellen voor die in 2010 en 2011 het bestuur zullen bereiken. Programmaverantwoording Wat willen wij bereiken? Bij de SDD gaan we ervan uit dat mensen zelfstandig willen zijn. Mensen willen de regie over hun eigen leven. Wanneer dat minder of niet lukt, dan ondersteunen wij hen om zo snel mogelijk weer zelfstandig te zijn. Dit doen wij met activiteiten op het gebied van re-integratie op de arbeidsmarkt, inburgering, inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en zorgvoorzieningen (woon- of vervoersvoorzieningen, huishoudelijke hulp). De SDD stuurt bij de uitvoering van deze activiteiten op de volgende 10 doelen:
21
Hoe kunnen we dit meten? Top 10 per 1 mei 2010. Kritische succesfactor
Prestatie-indicator
Normering
Realisatie 2010
Omvang De daling van het aantal 3% gunstiger klantenWWB (incl. WIJ) klanten. dan het bestand WWB landelijk gemiddelde.
Wij verwachten voor 2010 een landelijke stijging van 13,68%, op basis van 3 maanden realisatie CBS cijfers. Tot en met 30 april is ons klantenbestand met 7,34% gestegen. Dit betekent een verwachte stijging over heel 2010 van 22,02%, dat is 8,34% slechter dan landelijk wordt verwacht. We verwachten deze doelstelling, ook met inzet van bijsturingsmaatregelen, niet te halen.
Effectiviteit re- Het percentage mensen integratie dat deelneemt aan onze trajecten en uitstroomt naar werk.
35%
240 van de 2.734 klanten op traject zijn uitgestroomd naar regulier werk (incl. verloning/arbeidspool werkgever). Dit is 8,78%. Voor 2010 prognosticeren wij een uitstroom van 26,34%. We verwachten deze doelstelling, ook met inzet van bijsturingsmaatregelen, niet te halen.
Bereik reintegratie
Het percentage WWB klanten met een arbeidsplicht op een traject.
95%
3.601 van de 3.812 klanten met een arbeidsplicht zitten op traject. Dit is 94,46%. We verwachten deze doelstelling te halen.
Dienstverlening
Het percentage 80% aanvragen dat binnen 20 dagen is afgehandeld.
WWB levensonderhoud 86% Bijzondere bijstand 91% WMO 78%We verwachten voor alle producten deze doelstelling te halen.
Armoedebestrijding
Besteding budget voor Minimabeleid aan mensen voor wie deze budgetten bestemd zijn.
Tot en met 30 april is 41,93% van het budget besteed. Voor 2010 prognosticeren wij, dat we meer dan het huidige budget gaan besteden.
Dienstverlening
De wachttijd voor ≤ 20 schuldhulpverlening is op werkdagen. 1 juli 2010
Op 1 april was de wachttijd voor toegewezen stabilisatie 31,65 werkdagen en toegewezen schuldregelingen 22,27 werkdagen. We verwachten vanaf 1 juli deze doelstelling te halen.
Handhaving
Het percentage fraudeonderzoeken dat leidt tot wijziging of beëindiging van de uitkering.
60%
75,84% (135 van de 178 afgehandelde fraudeonderzoeken).
Onze klanten waarderen onze dienstverlening.
≥7
Dienstverlening
100%
We halen deze doelstelling ruim.
Dit jaar zal een onderzoek naar onze dienstverlening plaatsvinden. De resultaten verwachten we in de tweede helft van het jaar.
22
Kritische succesfactor
Prestatie-indicator
Rechtmatigheid
Onze uitgaven voldoen aan de rechtmatigheidnormen van het Rijk.
Bereik inburgering
Aantal personen gestart met een inburgeringcursus.
Normering
Realisatie 2010 Op basis van de rechtmatigheidscontroles over de afgelopen 4 maanden, verwachten we dat we gedurende 2010 voldoen aan de rechtmatigheidnormen van het Rijk.
≥ 820
Tot en met 30 april zijn er 429 personen met een inburgeringscursus gestart. Voor 2010 prognosticeren we dat we de doelstelling ruim halen.
Wat gaan wij daarvoor doen in 2010? Afwijkingen op de realisatie van de top-10 doelstellingen Op dit moment lopen wij op drie van onze doelstellingen achter. Met name valt ons de stijging van het aantal personen met een WWB- of WIJ uitkering, weliswaar verklaarbaar vanwege de economische malaise, erg tegen. De gevolgen van de economische crisis zijn zeer duidelijk in de regio Drechtsteden zichtbaar. Zowel op het gebied van de ontwikkeling van het aantal werkzoekenden als het aantal mensen met een bijstandsuitkering. Ondanks het feit dat de werkloosheid in de regio van het Werkplein Drechtsteden nog steeds onder het landelijk gemiddelde ligt, is het aantal niet werkende werkzoekenden in de afgelopen twaalf maanden twee keer zoveel gestegen als elders. Bedroeg de landelijke stijging van de totale werkloosheid 13%, in de Drechtsteden was dit 34%. Het totale aantal werkzoekende jongeren steeg zelfs met 60%! In tijden van crisis blijken jongeren extra kwetsbaar te zijn. Jongeren hebben op een arbeidsmarkt waar weinig vacatures zijn, minder werkervaring dan hun concurrenten. Als ze werk kunnen bemachtigen is dit dikwijls een tijdelijk contract, zodat ze, wanneer er minder werk is, vaak als eerste aan bod komen voor ontslag. Dit geldt specifiek voor jonge, laagopgeleide werkzoekenden. Onder de jongeren is er sprake van een bovengemiddelde stijging van werkzoekenden met een hboen mbo-opleiding. Vanwege het geringe aantal vacatures is het dus ook voor jongeren met een startkwalificatie moeilijk een baan te vinden. De Drechtsteden zijn de afgelopen twaalf maanden extra hard getroffen door de economische crisis. Hoewel er aanwijsbare factoren zijn dat dit met de regionale arbeidsmarkt te maken heeft (veel industrie en productie) valt de sterke stijging niet exact te duiden. Wij hebben daarom het Onderzoekscentrum Drechtsteden gevraagd een onderzoek te verrichten of er nog andere aanwijsbare omgevingsfactoren zijn die de forse stijging van het aantal werkzoekenden en bijstandsgerechtigden ten opzichte van de landelijke ontwikkeling kunnen verklaren. Ondanks de sombere ontwikkelingen zijn er signalen dat de economie weer gaat aantrekken. Het is echter te vroeg om hier al conclusies aan te verbinden. Doelstelling 1; “De daling van het aantal WWB klanten is 3% gunstiger dan het landelijk gemiddelde.” Het aantal klanten met een WWB uitkering is de eerste vier maanden fors gestegen. De instroom van nieuwe klanten was ongekend hoog en de uitstroom uit de uitkering viel de eerste maanden tegen. Eind april telden wij 4.870 WWB en WIJ klanten. Dit betekent een stijging van 7,34% ten opzichte van eind 2009. De bovengenoemde relatief hoge stijging van het aantal werkzoekende jongeren is ook af te lezen aan de stijging van het aantal jongeren in de WWB/ WIJ. Op 30 april bedroeg het aantal jongeren in de WWB/ WIJ 645 personen. Een stijging van 30%, ten opzichte van eind 2009. Mogelijke oorzaken van de sterke stijging hebben wij in de vorige paragraaf genoemd.
23
Op basis van de huidige ontwikkelingen verwachten wij landelijk een stijging van 13,68%. Als de huidige trend in bestandsontwikkeling van de SDD zich doorzet is in heel 2010 de stijging van ons bestand 8,34% slechter dan landelijk wordt verwacht. In april zien wij een lichte verbetering ten opzichte van voorgaande maanden. Er stroomden minder mensen in dan in maart. Ook de uitstroom nam in april toe en komt boven het gemiddelde per maand in 2009. Of deze ombuiging zich doorzet is nog onzeker. In de stijging van het aantal WWB-klanten valt vooral de sterke toename van het aantal mannen op. Gedurende het eerste kwartaal 2010 is het mannelijke klantenbestand met 200 gestegen en het vrouwelijke met 107. Jongeren in de bijstand Op 30 april jl. ontvingen 645 jongeren (< 23 -27 jaar) een WWB-uitkering. Dit is een stijging van 30,3% ten opzichte van 31 december 2009, zijnde 495. Niettemin blijft de ambitie van de dienst te streven naar een realisatie van jongeren in de bijstand tussen de 450 – 500. Dit streven gaan we ondersteunen door specifieke extra maatregelen op het actieprogramma jeugdwerkeloosheid. Extra maatregelen Vanwege de verontrustende stijging hebben wij tot extra acties besloten. Deze zijn op een drietal hoofdlijnen te onderscheiden: • Acties gericht op het voorkomen van instroom, zoals in samenwerking met het UWV het voortijdig ondersteunen van mensen met een WW-uitkering die binnen 6 maanden de maximale uitkeringsduur bereiken (is in de eerste vier maanden de belangrijkste reden van instroom in de bijstand); • Het bevorderen van de uitstroom naar werk zoals het starten van een vacatureoffensief en een selectieve integrale benadering van klanten die kort in de uitkering zitten; • Jeugdwerkloosheid en Actieprogramma Jeugdwerkloosheid. De verontrustende stijging van het aantal werkzoekende jongeren noopt ons tevens tot het leggen van extra accenten op de jongerenaanpak. De volgende extra acties ondernemen wij hiervoor: ∗ onze bijdrage aan het Actieprogramma Jeugdwerkloosheid: - het inzetten van extra personeel voor jongeren door uitbreiding van de matchingscapaciteit met 1 fte en het klantmanagement 3 fte; - het project Talent Training (het ontwikkelen van drie aparte arrangementen voor 70 jongeren op het gebied van logistiek/transport, beveiliging en het opleiden van intercedenten voor het opzetten van een uitzendbureau voor jongeren); - het op een baan plaatsen van 40 jongeren, die nog niet job-ready zijn, via de arbeidspool; - de website 'Xanne 2.0', waar jongeren vragen en antwoorden kunnen vinden over de mogelijkheden van werk en school na hun examen; - intensivering van jongeren op de AKA opleidingen (AKA coaches) en de inzet van routecoaches voor jongeren tot 27 jaar; - het bijdragen in het voorkomen van de voortijdige uitval van jongeren in het middelbaar beroepsonderwijs (DaVinci); - het in samenwerking met Drechtwerk realiseren van een branchegerichte werkplaats die vanzelfsprekend uitermate geschikt is voor jongeren; - het geven van workshops 'in house' speciaal voor jongeren. ∗ vanwege het grote aanbod van jongeren en de beschikbare matchingscapaciteit zijn wij voornemens op korte termijn de capaciteit voor de ondersteuning, begeleiding en de matching van jongeren met een aantal fte uit te breiden. Nog niet alle acties zijn operationeel, de meeste zijn gestart in april.
24
Aantal cliënten
Prognose ontwikkeling WWB Drechtsteden 2010
5500
Werkelijke stand WWB - SDD
5200
Prognose CBS
4900
Extrapolatie SDD 2010
4600
- 3% beter dan landelijk gemiddelde
4300 dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Maanden dec 09 t/m dec 10
Nieuwe wijze van ondersteuning Naast de bovengenoemde acties realiseren wij dit jaar een omslag van onze dienstverlening aan onze klanten. Wij hebben het Drechtstedenbestuur daar met onze nota "Werken aan Zelfstandigheid" al over geïnformeerd. De dienstverlening kenmerkt zich door: • De klant krijgt in de nieuwe dienstverlening te maken met één vaste contactpersoon. • Een intensieve begeleiding van de klant door deze vaste contactpersoon die de regie voert op de door hem ingezette interne en externe producten en diensten. Een selectieve vraaggerichte ondersteuning naar werk en zelfstandigheid. Het automatisme dat iedere klant 'hetzelfde' traject krijgt aangeboden komt te vervallen. In de nieuwe werkwijze staat de klant en zijn vragen centraal. Aanbesteding nieuwe producten Bij de nieuwe werkwijze horen ook nieuwe producten. De contracten die wij bij de inwerkingtreding van de WWB zijn aangegaan lopen af en kunnen niet meer worden verlengd. Deze producten zijn in het verleden succesvol gebleken maar ze voldoen niet meer aan de huidige eisen van onze nieuwe werkwijze zoals hierboven genoemd. De aanbesteding van de diverse nieuwe re-integratieproducten loopt momenteel. Naar verwachting is deze in september afgerond. Overige dienstverlening Opvallend en verklaarbaar was een forse stijging in het eerste kwartaal van 2010 van het aantal ZZPers die informatie wilde hebben over de mogelijkheden van de BBZ. Er was sprake van een stijging van 49% ten opzichte van de laatste helft van 2009. Een oorzaak van de toename was de publiciteit die destijds landelijk is gegeven aan de problematiek van kleine zelfstandigen. Onder de aanmeldingen waren veel ZZP-ers uit de bouwsector die niet konden werken in verband met de langdurige vorstperiode. Een deel hiervan konden later alsnog weer aan het werk waardoor ook het aantal informatieve gesprekken afnam in maart. Veel mensen hadden ook een verkeerde verwachting van de mogelijkheden die de BBZ kan bieden. Immers de BBZ is geen regeling die gezien kan worden als de "WW voor zelfstandigen". Diegenen die mogelijk in aanmerking kwamen voor de BBZ werden met voorrang door het IMK beoordeeld op levensvatbaarheid. Echter dit heeft niet tot een flinke toename van het aantal toegekende aanvragen BBZ geleid ten opzichte van vorig jaar.
25
Doelstelling 2; “Wij realiseren dat minimaal 35% van het aantal mensen dat deelneemt aan onze trajecten uitstroomt naar werk.” Van de 2.734 klanten die op traject zitten zijn er 240 uitgestroomd naar regulier werk. Dit is 8,8%. Voor 2010 prognosticeren wij een uitstroom van 26,3%. Dit is weliswaar beter dan in 2009 maar onder onze doelstelling. De maatregelen die wij nemen om onze doelstelling te bereiken zijn genoemd onder doelstelling 1. Tekort aan kinderopvang Wij ontvangen regelmatig van onze klantmanagers signalen dat de re-integratie van enkele tientallen klanten vertraging ondervindt omdat er geen voorziening kan worden getroffen voor de opvang van kinderen. Er is in deze gevallen sprake van een wachtlijst. Ondanks acties van onze kant in 2009 om het tekort aan kinderopvangplaatsen op te lossen, is het niet gelukt het probleem op te lossen. Wij verwachten medio 2010 uitsluitsel te hebben of er een structurele oplossing mogelijk is voor het tekort aan kinderopvang. Hierbij zijn wij afhankelijk van uitbreidingsmogelijkheden bij kinderopvangorganisaties, die op hun beurt moeten voldoen aan vestigings- en kwaliteitseisen. In voorkomende situaties dat kinderopvang niet direct mogelijk is betekent dit dat wij andere mogelijkheden onderzoeken zoals opvang door gastouders, opvangmogelijkheden binnen het netwerk van de klant zelf en maatwerk in ons trajectaanbod. Het tekort op kinderopvangplaatsen wordt in de tweede helft van 2010 exact in kaart gebracht en waar mogelijk van oplossingen voorzien, gezien de budgettaire beperkingen die inmiddels zichtbaar zijn geworden. Doelstelling 3; “95% van onze WWB klanten met een arbeid- en/of scholingsplicht zit op een traject.” 3.601 van de 3.812 klanten met een arbeidsplicht zitten op traject. Dit is 94,46%. Deze doelstelling is nagenoeg gehaald. Het verschil met het aantal klanten op traject bij doelstelling 2 is gelegen in het feit dat bij doelstelling 2 alleen trajecten gericht op uitstroom worden geteld. Bij doelstelling 3 worden alle trajecten geteld, waaronder bijvoorbeeld het traject vrijwilligerswerk (Brug), dat gericht is op het bereiken van een volgende stap op de participatieladder, maar niet direct op uitstroom. Doelstelling 4; “80% van de aanvragen zijn binnen 20 dagen afgehandeld.” De forse instroom van nieuwe aanvragen levensonderhoud in de eerste twee maanden van 2010 zorgde dat ook extra inspanningen nodig waren om de gewenste maximale doorlooptijd te handhaven. Dat is niet zonder resultaat gebleven: 87% van de aanvragen levensonderhoud zijn in de achterliggende periode binnen 20 dagen afgehandeld. De ‘prijs’ voor de hoge instroom aan aanvragen levensonderhoud is dat het percentage aanvragen bijzondere bijstand binnen de 20 dagen iets is verlaagd naar 92%, maar nog steeds royaal aan de norm voldoet. De gemiddelde instroom ligt in de verslagperiode nog steeds 12% hoger dan gemiddeld in 2009 (266 vs. 237). Mede door de extra bezetting bij de afdeling klantmanagement inkomen is de verwachting gerechtvaardigd, dat de norm ook voor de rest van 2010 haalbaar is. De doorlooptijd van de WMO komt in de eerste vier maanden van 2010, ten opzichte van 2009, ongeveer op hetzelfde niveau uit, n.l. 78% van de aanvragen is binnen 20 dagen afgehandeld. In 2009 hebben we de doelstelling uiteindelijk gehaald. We verwachten ook in 2010 de doelstelling van 80% te halen. Ons streven is in de laatste acht maanden met name de doorlooptijd van aanvragen rolstoelen en woonvoorzieningen te verbeteren.
26
Doelstelling 5; “De budgetten voor Minimabeleid komen volledig terecht bij de mensen voor wie deze budgetten bestemd zijn.” Het palet aan minimaregelingen en de hoogte van de vergoedingen zijn in 2010 niet gewijzigd ten opzichte van 2009. Toch laten de cijfers zien dat op enkele punten sprake is van meeruitgaven. Zo zullen in 2010 ruim 600 kinderen meer worden bereikt met een voorziening via het SMS kinderfonds. Met de Stichting Leergeld heeft hierover rond de jaarwisseling overleg plaatsgevonden. De subsidie voor 2010 is daarom voor 2010 voorlopig met € 151.000 verhoogd ten opzichte van 2009. Ook de nieuwe instroom per 2010 van circa 500 nieuwe verzekerden in de collectieve zorgpolis IZA Cura Drechtsteden zorgt voor meeruitgaven. Als derde verwachten wij een toename van de uitgaven voor internetaansluitingen voor gezinnen met schoolgaande kinderen ad. € 350.000. Het beroep op deze regeling neemt toe. Overigens communiceert de SDD terughoudend over deze regeling, om het beroep tot een minimum te beperken. Wie aan de voorwaarden voldoet moeten we deze voorziening geven. Zonder beleidsaanpassing / stopzetten van de voorzieningen kunnen we niet op de kosten van het minimabeleid bijsturen (open einde regeling). Nadat eerder al in 4 Drechtstedengemeenten afspraken waren gemaakt voor de vergoeding van de meerkosten van thuisbezorgde maaltijden voor ouderen, zijn soortgelijke afspraken deze periode ook tot stand gekomen met de ouderenorganisaties in Hendrik Ido Ambacht en Alblasserdam. Dat betekent dat ouderen ook in deze gemeenten voor deze vergoeding verlost worden van een forse administratieve belasting, terwijl de uitvoering van de regeling ook voor de dienst eenvoudiger is geworden. In 2010 vinden in tal van gemeenten manifestaties plaats in het kader van het ‘European year against poverty’. Alle G-32 steden zijn benaderd met het verzoek om aan deze ‘stedenestafette’ mee te doen. Op het aan Dordrecht gerichte verzoek is door de dienst toegezegd om in het najaar een manifestatie in het kader van deze ‘stedenestafette’ te organiseren. Doelstelling 6; “De wachtlijst voor schuldhulpverlening is op 1 juli 2010 maximaal 20 werkdagen.” De vraag om schuldhulpverlening nam toe. In de eerste vier maanden van 2010 was het aantal aanmeldingen 19% hoger dan gedurende dezelfde periode in 2009 (respectievelijk 703 en 592 aanmeldingen van januari t/m april). Daarentegen nam de wachttijd af. De wachttijd is gedefinieerd als de gemiddelde wachttijd van mensen die in de periode 1 januari tot 1 mei 2010 bij de afdeling Budgetadvies en schuldbemiddeling zijn ingestroomd. Op 1 mei was de gemiddelde wachttijd voor het product schuldregelingen 22,27 werkdagen, en voor het product stabilisatie 31,65 werkdagen. Eind 2009 was de wachttijd op beide producten nog 60 werkdagen, dus de ontwikkeling is positief. Als deze positieve lijn zich voortzet (en daar sturen we op) zullen we deze doelstelling per 1 juli op beide producten halen. Doelstelling 7; “Van de gestarte fraudeonderzoeken leidt 60% tot wijziging of beëindiging van de uitkering.” Het percentage wijzigingen en beëindigingen naar aanleiding van een fraudeonderzoek is in de verslagperiode verder gestegen naar 75,84%. Vermeldenswaard is dat de fraudeonderzoeken in de verslagperiode hebben geleid tot 76 beëindigingen. Ter vergelijking: in dezelfde periode in 2009 was het aantal beëindigingen na een fraudeonderzoek bijna de helft lager. De fraudeonderzoeken leiden dus nu verhoudingsgewijs tot meer beëindigingen in vergelijking met 2009. Doelstelling 8; “Onze klanten waarderen onze dienstverlening met minimaal een 7.” In de WMO (artikel 9) is geregeld dat gemeenten jaarlijks een tevredenheidsonderzoek moeten houden. Het tevredenheidsonderzoek wordt in 2010 opnieuw uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn bij de volgende marap bekend. Begin 2010 is opnieuw een klanttevredenheidsonderzoek (KTO) onder de reizigers met de Drecht- en Sliedrecht Hopper uitgevoerd. Ten opzichte van vorig jaar (een 7) is de tevredenheid verbeterd.
27
De gemiddelde score is nu 7,3. Het algemene KTO wordt nu voorbereid. Het 1e deel (kwalitatief onderzoek) wordt voor de zomer uitgevoerd, het 2e deel (kwantitatief onderzoek) na de zomer. Rapport wordt in november 2010 opgeleverd. Doelstelling 9; “Onze uitgaven voldoen aan de rechtmatigheidnormen van het Rijk.” De aan de SDD overgedragen regelingen werden in het eerste kwartaal goed uitgevoerd. De interne tekortkomingen bleven binnen de toegestane marges. De uitgaven en ontvangsten voor deze regelingen zijn rechtmatig te noemen, omdat de bedragen van de onzekerheden ook binnen de wettelijke toleranties blijven. Doelstelling 10; "In 2010 starten 820 personen met een inburgeringscursus" Een positieve ontwikkeling in onze doelstelling betreft de inburgering. Tot en met 30 april zijn er 429 personen met een inburgeringcursus gestart. Daarvan is ongeveer 11% vrijwillig inburgeraar We zitten dus nu al op de helft. Voor 2010 prognosticeren we dat we de doelstelling halen. Wij denken dat het goede resultaat onder meer gelegen is in: • Het groot aantal nieuwkomers uit Europese landen dat gemotiveerd is deel te nemen aan een inburgeringcursus. • De wijziging in de werving van (vrijwillige) inburgeraars, zoals onder andere het meer gebruik maken van 'vindplaatsen' en het verzorgen van groepsintakes.
Wat gaat het kosten? Programma Sociale Dienst Drechtsteden bedragen x € 1.000
Actuele begroting 2010 Lasten Baten Saldo Totaal 184.367 184.367 0 Uitsplitsing programma Participatiebudget 39.399 39.399 0 Kinderopvang WKO 508 508 0 Kinderopvang SMI 0 0 0 Inkomensondersteuning 70.435 70.435 0 Minimabeleid 5.717 5.717 0 WMO huishoudelijke hulp 25.861 25.861 0 WMO hulpmiddelen 13.139 13.139 0 Schuldbemiddeling en Budgetadvies 70 70 0 Apparaatskosten 29.238 29.238 0
Prognose 2010 Afwijking Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo 185.409 183.458 -1.951 1.042 -909 -1.951
28
34.200 459 77 75.780 6.240 24.590 13.681
34.200 459 77 72.855 5.874 25.861 13.681
0 0 0 -2.925 -366 1.271 0
-5.199 -49 77 5.345 523 -1.271 542
-5.199 -49 77 2.420 157 0 542
0 0 0 -2.925 -366 1.271 0
24 30.358
70 30.381
46 23
-46 1.120
0 1.143
46 23
Resultaatanalyse Bedragen x €1.000
Voordelen inc.
Nadelen
struc.
inc.
Saldo effecten
struc.
Lasten Participatiebudget WKO SMI Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO huishoudelijke hulp WMO hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaat
5.199 49
Subtotaal
6.565
5.199 49 -77 -5.345 -523 1.271 -542 46 -1.120
77 5.345 523 1.271 542 46 1.120 0
7.607
0
-1.042
Baten Participatiebudget WKO SMI Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO huishoudelijke hulp WMO hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaat
77 2.420 157 0 542 0 1.143
Subtotaal
4.339
Totaal
5.199 49
10.904
5.248 12.855
-5.199 -49 77 2.420 157 0 542 0 1.143 -909 -1.951
Participatiebudget Resultaat op de lasten: € 5.199.000 (prognose < begroot) overschot Het participatiebudget is een rijksbudget en moet bij overschotten of tekorten worden afgerekend met het Rijk. In de begroting is zowel het toegekende budget als de reserveringsregeling vanuit 2009 ad. € 8,8 miljoen opgenomen als baten. Ieder jaar wordt door middel van de zogeheten reserveringsregeling het overschot overgeheveld naar het volgende jaar. De prognose is dat op 31 december 2010 € 5,2 miljoen wordt overgeheveld naar 2011. Het toegekende budget 2010 (€ 30,6 miljoen, zie onderstaande tabel) wordt op basis van deze prognose meer dan volledig benut (€ 34,2 miljoen) en er hoeft dus niets terugbetaald te worden aan het Rijk. Onderstaande tabel geeft inzicht in het verloop van het meerjarige participatiebudget 2009 – 2011 en het uitgavenverloop ten laste van het participatiebudget tot en met 2011 bij gelijkblijvend beleid en niet verder toenemende klantenaantallen. Enerzijds wordt het budget jaarlijks afgeroomd, anderzijds is in de bezuinigingsronde van Prinsjesdag 2009 besloten tot het terugbrengen van de reserveringsregeling van 60 naar 25%. Bij gelijkblijvend uitgavenpatroon (en dat is een positieve aanname; gezien de huidige klantenontwikkeling moeten we uitgaan van stijgende uitgaven!) blijkt dat wij vanaf het jaar 2011 “pijnlijke” keuzes moeten maken voor wie of waaraan wij het participatiebudget gaan uitgeven. Hier wordt een afzonderlijk bestuurlijk voorstel voor opgesteld. Het voorstel beoogt de klantenaantallen strikt te koppelen aan de capaciteit die benodigd is voor re-integratie en tijdelijke inkomensondersteuning. Per jaar wordt besloten hoe deze capaciteit wordt ingevuld (eigen personeel, inhuur) en hoe die wordt gefinancierd (gemeentelijke bijdrage, doeluitkeringen zoals het participatiebudget, overige inkomsten).
29
Participatiebudget 2009 definitief 2009 Re-integratie definitief 2009 Inburgering definitief 2009 Educatie Totaal 2009 meeneemregeling budget 2008 Totalen 2009 Reserveringsregeling voor bezuinigingsronde Prinsjesdag Reserveringsregeling na bezuinigingsronde Prinsjesdag Participatiebudget 2010
Reserveringsregeling 2009 Totalen 2010 Participatiebudget 2011
Reserveringsregeling 2010 Schat t ing Totalen 2011
Baten 26.838.975 3.914.095 3.300.618 34.053.688 17.102.078 51.155.766
Lasten 32.972.780 1.519.000 3.259.419 37.751.199 nvt 37.751.199
21.124.810
21.124.810
8.802.004
8.802.004
30.596.666 8.802.005 39.398.671
34.200.000 nvt 34.200.000
29.500.000 5.199.000 34.699.000
34.200.000 nvt 34.200.000
Resultaat op de baten: € 5.199.000 (prognose < begroot) overschot Het participatiebudget is een rijksbudget. Het overschot dient onder aftrek van de 25% reserveringsregeling afgerekend te worden met het Rijk. Op basis van de geprognosticeerde uitgaven 2010 hoeft er niets terugbetaald te worden aan het Rijk. Kinderopvang (WKO) Resultaat op de lasten: € 49.000 (prognose < begroot) Kinderopvang wordt op basis van voor- en nacalculatie in rekening gebracht. Verwacht wordt dat de uitgaven 2010 het bedrag ad. € 50.000 niet overschrijdt. Een begrotingswijziging (afwijking > 50.000) is niet van toepassing. Resultaat op de baten: € 49.000 (prognose < begroot) De baten zijn, door toepassing van het principe van nacalculatie, gelijk. Kinderopvang Sociaal Medische Indicatie (SMI) Resultaat op de lasten: € 77.000 (prognose > begroot) Kinderopvang met een sociaal medische indicatie vertoont een grillig karakter. Op basis van de financieringsafspraken wordt de SMI op nacalculatie bij de gemeenten in rekening gebracht. Door middel van een begrotingswijziging wordt de begroting aangepast aan de prognose. Resultaat op de baten: € 77.000 (prognose > begroot) De baten zijn gelijk aan de lasten. Inkomensondersteuning Resultaat op de lasten: € 5.345.000 (prognose > begroot) tekort De geprognosticeerde lasten Inkomensondersteuning zijn fors hoger dan de totale begrote lasten. Dit staat in schril contrast met de verwachting die we in februari 2010 presenteerden, waarbij we nog een overschot op de Inkomensondersteuning prognotiseerden van maximaal € 1 mln. Het WWB (incl. WIJ) klantenbestand van de SDD is gedurende de periode 1 januari tot en met 30 april 2010 gestegen van 4.537 klanten naar 4.870 klanten, een stijging van 333 klanten zijnde een percentage van 7,34%.
30
Indien deze stijging zich in deze trend gedurende het jaar 2010 verder doorzet stijgt ons bestand gedurende het jaar 2010 met 22,02%. De prognose van de uitkeringslasten bij dit scenario is bij de huidige voorlopige budgetten van het ministerie van SZW € 5.345.000 negatief. De in het verleden gevormde reserve Inkomensondersteuning, groot € 2.420.000, is bij dit scenario ontoereikend dit negatieve resultaat te kunnen dekken. Vanuit het behoedzaamheidsprincipe onttrekken we het volledige saldo van de reserve Inkomensondersteuning (begrotingswijziging). Het tekort dat zal ontstaan als SZW de budgetten niet voldoende opwaarts bijstelt, is voor rekening gemeenten. Vooralsnog betekent deze begrotingswijziging geen extra bijdrage door de gemeenten, de voorgestelde ophoging vindt haar dekking middels de onttrekking uit de reserve. Resultaat op de baten: € 2.420.000 (prognose > begroot) De geprognosticeerde baten zijn € 2,4 mln. hoger dan de totale begrote baten, vanwege de hierboven genoemde onttrekking aan de reserve Inkomensondersteuning. In de maand juni 2010 komt het ministerie van SZW met de aangepaste, nadere voorlopige budgetten 2010 en de daarbij behorende aangepaste volumeverwachting voor het jaar 2010. Bij tweede marap zullen we die budgetaanpassingen verwerken in de begroting. Vooralsnog wordt geen extra bijdrage van de gemeenten gevraagd. Bedragen x € 1.000 Inkomensondersteuning Prognose tekort WWB- I deel Stand van de reserve per 1 januari 2010
5.345 2.420
Het bedrag in de reserve is ontoereikend dit negatieve resultaat te kunnen dekken. Het tekort dat zal ontstaan is voor rekening van de gemeenten. Per gemeente betekent dit, geen rekening houdend met budgetbijstelling door SZW, een bijbetaling van: Alblaserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
4,23 69,35 2,46 6,13 5,16 12,67
% % % % % %
124 2.028 72 179 151 371 2.925
Minimabeleid Resultaat op de lasten: € 523.000 (prognose > begroot) tekort De geprognosticeerde lasten Minimabeleid zijn hoger dan de totale begrote lasten. De voornaamste redenen daarvoor zijn de verwachte toename van de lasten in verband met de stijging van het klantenbestand en het bereik gedurende het jaar, de verwachte toename betreffende de lasten inzake het SMS- Kinderfonds, de IZA ziektekostenpolissen en de verwachte toename in de lasten betreffende internetaansluitingen. Resultaat op de baten: € 157.000 (prognose > begroot) tekort De geprognosticeerde baten zijn hoger dan de totale begrote baten. De redenen daarvoor zijn de hoger dan geraamde inkomsten uit terugvorderingen bijzondere bijstand en aflossingen leenbijstand, en de onttrekking uit de reserve Minimabeleid om het geprognosticeerde tekort deels te dekken. Door de stijging van het aantal verstrekkingen in voorgaande jaren neemt ook het bedrag aan aflossingen gedurende het jaar 2010 toe.
31
Sinds de start van de SDD zien we een van jaar op jaar toenemend beroep op de Minimaregelingen. Het nu voor het jaar 2010 geprognosticeerde negatieve resultaat van € 482.000 is dan ook geen toeval. Er is sprake van een structurele ontwikkeling, die versterkt wordt door de huidige economische situatie. Voor het geprognosticeerde negatieve resultaat voor het jaar 2010 ad. € 482.000 wordt een begrotingswijziging voorgesteld in die zin, dat de beschikbare reserve minimabeleid op begrotingswijziging wordt ingezet als dekking door de meerkosten. Bij tweede marap zal een betrouwbaardere prognose van de lasten gemaakt kunnen worden, en zullen baten en lasten daarop worden aangepast, met mogelijk een extra bijdrage door gemeenten als gevolg. Vooralsnog wordt geen extra bijdrage van de gemeenten gevraagd. Bedragen x € 1.000 Minimabeleid Prognose tekort Minimabeleid Stand van de reserve per 1 januari 2010
482 116
Het bedrag in de reserve is ontoereikend dit negatieve resultaat te kunnen dekken. Het tekort dat zal ontstaan (nu berekend op 366) is voor rekening van de gemeenten. Per gemeente betekent dit op basis van huidige inzichten een bijbetaling van: Alblaserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
4,23 69,35 2,46 6,13 5,16 12,67
% % % % % %
16 254 9 22 19 46 366
WMO huishoudelijke hulp Resultaat op de lasten: € 1.271.000 (prognose < begroot) overschot De geprognosticeerde lasten WMO huishoudelijke hulp in natura of PGB’s zijn lager dan de totale begrote lasten. Het resultaat op de lasten wordt verklaard doordat bij de begroting de lasten gelijk zijn gesteld aan de gemeentelijke bijdragen zoals vastgesteld door de regiegroep WMO. Hierbij wordt vooralsnog geen relatie gelegd met de werkelijke uitgaven. Momenteel wordt door de SDD een voorstel voorbereid voor een nieuwe bekostigingssystematiek WMO huishoudelijke hulp. Doelstelling daar bij is te komen tot een reële begroting en een bijpassende afrekensystematiek van de kosten van de uitvoering van de WMO huishoudelijke hulp. Voor deze andere ramingssystematiek wordt een afzonderlijk bestuurlijk voorstel opgesteld. Na besluitvorming e worden de financiële resultaten in de begroting verwerkt. Waarschijnlijk is dat nog niet bij de 2 marap 2010. De besparing als gevolg van deze nieuwe bekostigingssystematiek is voor € 0,9 miljoen meegenomen in de bijdrage SDD aan de taakstelling Brede Doorlichting GRD. Het geprognotiseerde overschot wordt vanwege de Brede Doorlichting en het behoedzaamheidsprincipe (tekorten wel onttrekken aan een reserve; overschotten niet toevoegen aan een reserve) niet omgezet in een begrotingswijziging. Resultaat op de baten: € 0 (prognose = begroot) De geprognosticeerde baten zijn gelijk aan de totale begrote baten. Effecten vanuit de jaarrekening 2009 In het resultaat van de jaarrekening 2009 is een incidenteel voordeel opgenomen van € 889.000 over 2008. Het betreft hier een voorlopig resultaat, omdat een aantal zorgaanbieders bezwaar hebben
32
aangetekend. In 2010 wordt het incidentele voordeel over 2008 definitief vastgesteld. Tijdens het jaarrekening traject 2009 is er meer duidelijkheid gekomen over de stand van zaken met betrekking tot de afrekening WMO HH 2008. Dit kon niet meer worden opgenomen in de cijfers zoals verwerkt in de jaarrekening 2009. Het incidentele voordeel van € 889.000, is met de huidige kennis € 338.000 te hoog. Over het restant, van € 551.000, wordt nog met enkele zorgaanbieders gesproken over de afwikkeling. Dit geeft een onzekerheid die in 2010 kan leiden tot een incidenteel nadeel, bij de tweede marap van de GRD zal de SDD hier het definitieve resultaat naar verwachting afgeven. WMO hulpmiddelen Resultaat op de lasten: € 542.000- (prognose > begroot) hogere lasten De geprognosticeerde lasten WMO hulpmiddelen zijn hoger dan de totale begrote lasten. Het resultaat op de lasten wordt verklaard doordat het aantal klanten dat gebruik maakt van de Hopper met 4% is gestegen ten opzicht van de zelfde periode in het voorgaande jaar. Als gevolg van deze stijging is het aantal verreden ritten/zones en de daarbij behorende lasten toegenomen. Dit resulteert in een ophoging van de begroting van € 362.000. In de prognose 2010 is het besluit van de BC SDD (d.d. 17 mei 2010), om in verband met het behalen de vooraf afgesproken kwaliteitsafspraken een incentive van € 90.000 toe te kennen over 2009 aan Personenvervoer Drechtsteden, meegenomen. Bij toekenning van een incentive over 2010 (geprognosticeerd eveneens € 90.000) worden deze lasten eveneens ten laste van 2010 gebracht. De hogere lasten groot € 542.000 worden omgezet in een begrotingswijziging. Resultaat op de baten: € 542.000 (prognose > begroot) hogere opbrengst De geprognosticeerde baten zijn hoger dan de totale begrote baten. De hogere baten zijn gelijk aan de hogere lasten vanwege de afgesproken financieringswijze (voor- en nacalculatie). De begrotingswijziging op de baten bestaat uit: • Meerontvangsten debiteuren (waaronder de eigen bijdrage Hoppers). Vanuit het BBV (Besluit begroting verantwoording) wordt voorgeschreven dat alle inkomsten in de begroting dienen te worden opgenomen. Middels deze 4-maands marap geeft de SDD hier vorm aan. Voor de debiteuren WMO betekent dit dat er een bedrag aan inkomsten wordt opgenomen van groot € 281.000 (dit is een prognose verwachting gebaseerd op de eerste 4 maanden 2010). Voor de eigenbijdragen van de klanten die gebruikmaken van de Sliedrechthopper of de Drechthopper is er een inkomstenpost van € 404.000. Ook deze wordt middels deze marap opgenomen in de begroting. In het totaal bedraagt de ophoging van de baten van derden € 685.000. • De begrotingswijziging resulteert hiermee op het product WMO hulpmiddelen in een lagere bijdrage door de gemeenten ad € 143.000. In onderstaande tabel wordt de geprognosticeerde verlaging in bijdrage op dit onderdeel weergegeven. Bedragen x €1.000 Gemeente Alblasserdam Dordrecht Hendrik Ido Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht * Totaal
Bedrag 23 85 5 4 27 -1 143
* Dit is het saldo van hogere lasten en hogere eigen bijdrage. Voor Zwijndrecht leidt dat tot een stijging met €1.000.
33
Schuldhulpverlening Resultaat op de lasten: € 46.000 (prognose < begroot) overschot De geprognosticeerde lasten schuldhulpverlening zijn vooralsnog lager dan de totale begrote lasten. We verwachten in 2009 wel het totale budget te benutten en stellen geen begrotingswijziging voor. Resultaat op de baten: € 0 (prognose = begroot) De geprognosticeerde baten zijn gelijk aan de totale begrote baten. Apparaat Op de apparaatskosten laat de prognose zien dat de financiële ruimte op de formatie (bewuste vacatureleegstand omdat een deel van de formatie tijdelijk is; incidenteel voordeel) onvoldoende is om de meerkosten als gevolg van externe inhuur te dekken. Deze vacatureruimte bestaat uit tijdelijke formatie schuldbemiddeling en inburgering, en frictieleegstand als gevolg van personeelsverloop. Het incidentele nadeel wordt veroorzaak doordat de tijdelijke toegekende formatie grotendeels wordt ingevuld door inhuur. Daarnaast is er externe inhuur als gevolg van de economische crisis. Om de toename van de WWB klanten te kunnen beheersen, wordt er 11,03 fte extra ingehuurd voor deze crisisaanpak. Deze inhuur voor de crisisaanpak wordt volledig gefinancierd uit het participatiebudget (opbrengst tijdschrijven). Het incidentele voordeel op baten van het apparaat betreft opbrengsten detacheringen en hogere opbrengsten uit tijdschrijven. Beiden hebben een incidenteel karakter. De SDD heeft een onderzoek laten uitvoeren door BMC naar de benodigde formatie voor Werk en Inkomen, gerelateerd aan de (van jaar op jaar fluctuerende) hoeveelheid uit te voeren werk. Het onderzoek toont een discrepantie aan tussen de huidige formatie en de benodigde formatie en doet aanbevelingen voor oplossingen. Het advies zal binnenkort aan het bestuur worden voorgelegd. Momenteel loopt er bij de GRD een functiewaarderingstraject. De SDD heeft sinds 1 januari 2007 indicatief gewaardeerde functies. Het huidige functiewaarderingstraject GRD betekent een reëel risico dat enkele functies op een schaalniveau hoger gewaardeerd gaan worden dan het indicatieve niveau. Bij herwaardering met terugwerkende kracht betekent dit een financieel risico van enkele tonnen. Een exactere inschatting is in deze fase van het functiewaarderingstraject nog niet te geven. Verplichte paragrafen Voortgang investeringen Bedragen x €1.000 Omschrijving
Voortgang t.o.v. planning
Drechtraad
Krediet
Besteed
Huisvesting Sociale Dienst Drechtsteden (SDD)
December 2008
328
228
Uitkeringssysteem SDD
December 2008
200
0
In 2010 zal een nieuwe versie van het uitkeringssysteem worden geïmplementeerd. De kosten verbonden aan deze implementatie zullen naar verwachting € 215.000 bedragen. Dit bedrag is inclusief de bijdrage van € 60.000 voor de nieuwe hoofdserver.
Voorbereiding Werkplein
December 2009
300
229
De werkzaamheden zullen binnen het beschikbaar gestelde krediet worden uitgevoerd. De voorbereiding van het werkplein wordt binnen de planning uitgevoerd
34
Het krediet zal met € 70.000 worden overschreden. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door de hogere kosten van de verbouwing van de toiletten.
Personeel Geraamde formatie
Bezetting
308
280
De vaste formatie betreft 287,6 fte en de tijdelijke formatie (inburgering en schuldhulpverlening) betreft 20,4 fte. De onderbezetting betreft dus voor 7,6 fte reguliere vacatureruimte (frictieleegstand als gevolg van personeelsverloop). De tijdelijk toegekende formatie wordt ingevuld door externe inhuur. Inhuur De totale kosten van externe inhuur voor 2010 worden geprognosticeerd op € 4.657.000. Inhuur wordt gefinancierd vanuit de vacatureruimte, opbrengst detacheringen en opbrengst tijdschrijven. De inhuur overschrijdt de begrote budgetten als gevolg van de economische crisis. Er wordt bij de SDD tijdelijk extra personeel ingehuurd vanwege de capaciteitsproblemen veroorzaakt door de toename van de WWB-klanten. Deze inhuur wordt gefinancierd uit het participatiebudget (opbrengst tijdschijven). Dit resulteert in een extra onttrekking uit het participatiebudget van € 0,8 mln. ten gunste van de inhuurbudgetten. Geraamd ziekteverzuim
Werkelijk ziekteverzuim
5%
4,72%
Resultaten brede doorlichting De SDD heeft in 2010 te maken met twee door het Rijk opgelegde kortingen; de ketenkorting van € 0,8 mln. en een korting op de gemeentelijke bijdrage voor de formatie van € 0,9 mln. In de huidige gemeentelijke bijdrage is hiermee al voorcalculatorisch rekening mee gehouden. De ketenkorting zal naar verwachting gedekt kunnen worden uit de opbrengsten van een andere ramingssystematiek voor de WMO huishoudelijke hulp. De SDD heeft hiernaar onderzoek laten uitvoeren door Deloitte. Ook de benodigde uitvoeringsbudgetten en de omvang van de risicoreserve waren onderwerp van de adviesaanvraag. Rond de zomer zal dit onderzoek aan het bestuur worden voorgelegd voor besluitvorming. De verwachting is dat de geraamde opbrengst van dit onderwerp €0,9 mln. oplevert vanaf 2010. Het voorstel om de afhandeling van de aanvragen voor gehandicaptenparkeerkaarten te regionaliseren is in deze periode door een HBO student uitgewerkt. De businesscase over dit onderwerp zal na de zomer aan gemeenten en GRD worden voorgelegd voor besluitvorming. Invoering zou bij positieve besluitvorming mogelijk zijn per januari 2011. De opbrengst zal naar verwachting een bescheiden kostenverlaging bij gemeenten zijn. Ook de goedkopere uitvoering van het Generaal Pardon levert op (moet blijken uit definitieve afrekening met de gemeenten, geraamd wordt ongeveer € 0,2 mln.). Dit incidentele voordeel komt niet ten goede van de SDD, maar van de gemeenten. Daarnaast is er naar het zich laat aanzien een voordeel op de uitvoeringskosten voor inburgering; die worden niet volledig opgehaald bij de gemeenten. Het precieze bedrag is nu nog niet bekend, vooral doordat de budgetten van het Rijk nog niet bekend zijn. In de nieuwe inburgeringsagenda 2011-2013 zal hierover meer duidelijk worden De korting op de gemeentelijke bijdrage voor de formatie wordt in 2010 opgelost, door meer baten uit tijdschrijven op het participatiebudget. Vanaf 2011 moet naar structurele oplossingen gezocht worden voor de financieringsproblematiek van de SDD-organisatie. Daarnaast kort het Rijk op het participatiebudget met een bedrag van € 3,3 mln. Deze korting is van een andere orde dan bovenstaande twee, omdat deze korting alleen met maatregelen binnen het participatiebudget op te lossen is. De korting op het participatiebudget leidt niet tot beleidsaanpassingen dit jaar; we blijven nu nog ruim binnen de beschikbare middelen, al overschrijden we het voor 2010 toegekende budget. Dit heeft te maken met onderbesteding op het budget voorgaande jaren.
35
De middelen vanuit de meeneemregeling slinken snel, waardoor aanpassingen vanaf 2011 zeer waarschijnlijk wel nodig zijn. De overige door de SDD aangedragen onderwerpen voor de Brede Doorlichting GRD zijn nog in een voorbereidende fase. Risico’s De financiën van de SDD staan als gevolg van de economische crisis onder druk. De financiële risico’s zijn op enkele terreinen groter dan met de aanwezige reserves opgevangen kunnen worden. Per risicogebied is de situatie als volgt: Bijstandsverlening De afspraken tussen het Rijk en de gemeenten over de bijstandsbudgetten zijn in 2008 aangepast. De financiële risico’s op de bijstandsverlening zijn door deze afspraken voor gemeenten toegenomen. Waar tot 2009 de gerealiseerde uitgaven van enig jaar direct betrokken werden bij de bepaling van het landelijk beschikbare macrobudget voor het volgende jaar, is dat nu niet meer zo. Het macrobudget is meerjarig vastgelegd; alleen afwijkingen buiten een afgesproken bandbreedte compenseert het Rijk. Gemeenten hebben als gevolg daarvan in deze economische crisis te maken met een structureel tekort. De SDD heeft in 2009 een tekort gerealiseerd van € 1,5 mln. op de bijstandsverlening. Verwacht mag worden dat dit tekort de eerstkomende jaren minimaal opnieuw gerealiseerd zal worden, tenzij de Drechtsteden in positieve zin afwijken van de landelijke trend. De klantenaantallen stijgen op dit moment echter aanzienlijk sneller dan landelijk gemiddeld. De verwachte consequentie hiervan is dat de budgetaanpassing op het WWB I-deel die het Rijk in de loop van 2010 zal doen, niet toereikend zal zijn om de extra bijstandslasten te dekken. Het risico is reëel dat in 2010 een groter tekort gerealiseerd zal worden dan in 2009. De risicoreserve bijstandsverlening bevat na resultaatbepaling 2009 nog € 2,4 mln. De reserve zal in 2010 worden uitgeput (begrotingswijziging bij deze marap). Minimabeleid Na resultaatbepaling 2009 zal de reserve minimabeleid nog € 116.000 bevatten. Het nu voor het jaar 2010 geprognosticeerde negatieve resultaat ad € 482.000 is het gevolg van een structurele ontwikkeling, die versterkt wordt door de huidige economische situatie. Deze reserve is ontoereikend om de financiële risico’s op het minimabeleid meerjarig op te vangen. In 2010 wordt hij uitgeput (begrotingswijziging bij deze marap). Beleids- of budgetaanpassing is nodig. Participatie De risico’s op de uitgaven voor re-integratie en participatie zijn als gevolg van de economische crisis enorm. In 2010 zullen we nog middelen overhouden, maar dat zal dit jaar voor het laatst zijn. Het beleid om iedereen (95% van de klanten zonder vrijstelling of ontheffing) een traject aan te bieden komt onder druk te staan. Dalende budgetten in combinatie met stijgende klantenaantallen maken dat keuzes voor 2011 en volgende jaren onvermijdelijk worden. Op dit beleidsterrein bestaat geen reserve. De zogenaamde meeneemregeling, op basis waarvan gemeenten in beperkte mate budgetten over de jaargrens heen mogen tillen, zorgt dat enige egalisatie tussen jaren mogelijk is. Beleidsaanpassing/ prioritering in doelgroepen zal ervoor moeten zorgen dat we ook na 2010 binnen de beschikbare budgetten (inclusief schuifmogelijkheden) blijven. Voorstellen hiervoor worden in 2010 voorbereid om in 2011 geëffectueerd te kunnen worden. WMO Huishoudelijke Hulp Tijdens het jaarrekening traject 2009 is er meer duidelijkheid gekomen over de stand van zaken met betrekking tot de afrekening WMO HH 2008. Dit kon niet meer worden opgenomen in de cijfers zoals verwerkt in jaarrekening 2009. Het incidentele voordeel van € 889.000, is met de huidige kennis € 338.000 te hoog. Over het restant, van € 551.000, wordt nog met enkele zorgaanbieders gesproken over de afwikkeling. Dit geeft een onzekerheid die in 2010 kan leiden tot een incidenteel nadeel, bij de tweede marap van de GRD zal de SDD hier het definitieve resultaat naar verwachting afgeven. Bedrijfsrisico’s SDD De SDD is een organisatie die met van jaar op jaar sterk fluctuerende hoeveelheden werk te maken heeft. De klantenaantallen WWB namen alleen al in de eerste vier maanden van 2010 met 7,5% toe. De bedrijfsrisicoreserve SDD bevat na resultaatbestemming 2009 nog slechts € 220.000. Dit is niet eens voldoende voor het financieren van 4 fte. In relatie tot een totale begroting van € 29 mln. zou de
36
bestaande reserve volstrekt onvoldoende zijn, tenzij men het standpunt huldigt dat de SDD als verlengd lokaal bestuurder geen eigen weerstandscapaciteit nodig heeft. Tot op heden is het participatiebudget qua omvang en regelgeving een goede buffer van waaruit de risico’s op de apparaatskosten opgevangen kunnen worden. Nu de participatiemiddelen slinken en de klantenaantallen toenemen moet deze aanwending van hat participatiebudget worden heroverwogen. Dit onderwerp zal aan het bestuur worden voorgelegd naar aanleiding van het eerder genoemde BMC advies. Reservepositie (bedragen x € 1.000) Reserve Stand 31-12-2008
Programmareserve inkomensondersteuning Programmareserve minimabeleid Programmareserve WMO Programmareserve WI Bedrijfsrisicoreserve SDD Innovatiereserve SDD
Stand 31-12-2009
Stand na resultaatbestemming 2009
Stand na 1e Marap 2010
Maximale reserve financieringsafspraken
3.998
2.422
2.422
0
4.500
300
116
116
0
300
3.883 468 394 400
7.883 468 394 320
2.900 800 220 320
2.900 800 220 0 *)
5.000 800 710 n.v.t.
*) bij tweede begrotingswijziging die is vastgesteld in de Drechtraad van juni 2010, is besloten de innovatiereserve in te zetten voor de doorontwikkeling van het Werkplein WMO Huishoudelijke hulp Op de huishoudelijke hulp is sprake van minder grote uitgavenschommelingen van jaar tot jaar dan op de bijstandsverlening. De uitgavenontwikkelingen lijken - na drie jaar ervaring met de uitvoering van deze regelgeving - redelijk voorspelbaar. De risicoreserve WMO zal na resultaatbestemming 2009 € 2,9 mln. bevatten. Deze omvang lijkt voldoende om de risico’s op te vangen. Inburgering Deze risicoreserve is gevormd om het (prijs) risico op de inburgering af te dekken. Wij verwachten dat omvang van de reserve voldoende is om in de toekomst eventuele risico’s te kunnen opvangen. De overige reserves zijn toegelicht in de risicoparagraaf. Bedrijfsvoering Klachten en bezwaar Wij werken doorlopend aan de verbetering van onze dienstverlening. De afhandeling van klachten en bezwaarschriften geeft ons inzicht in de fouten die we maken en waarop we moeten verbeteren. De afhandeling van klachten en bezwaarschriften wordt daarom voortvarend opgepakt. Voor 2010 is als doelstelling geformuleerd dat wij alle klachten binnen 6 weken worden afgehandeld. Voor zover we klachten niet tijdig afhandelen is dat aan ons te wijten en niet aan de klant. In de eerste 4 maanden van 2010 zijn 25 klachten ingediend. Er zijn ook 25 klachten afgehandeld. Daarvan zijn 22 klachten (dat is 88%) binnen 6 weken afgehandeld, en 3 klachten niet. In 2009 was het tijdigheidpercentage 80%. Een belangrijk speerpunt bij bezwaarschriften is dat 100% van de bezwaren wordt afgehandeld binnen de wettelijke termijn (maximaal 24 weken). Daarnaast is als doelstelling geformuleerd dat 60% wordt afgehandeld binnen 12 weken. In de eerste 4 maanden van 2010 zijn 340 bezwaarschriften binnengekomen en zijn 429 bezwaarschriften afgehandeld. Van deze 429 bezwaarschriften is 61% binnen 12 weken afgehandeld. De bezwaarschriften worden nagenoeg binnen de wettelijke termijn, zijnde 100%, afgehandeld.
37
We hebben in de afgelopen periode 1 dwangsom verbeurd op het onderdeel bezwaarschriften: besluit op bezwaar was 5 dagen te laat, dwangsom dus € 100 (€ 20 per dag). Follow-up bevindingen accountant jaarrekening 2009 De accountant heeft in zijn rapport van bevindingen over de SDD 3 opmerkingen gemaakt. Ze betroffen: 1. het in 2009 gerealiseerde verbeterde beheer van tussenrekeningen; 2. de adequate reactie op de gewijzigde regelgeving voor het over de jaargrens meenemen van middelen uit het participatiebudget; 3. de prognose van de jaarlast WMO HH die verbetering behoeft. Het beheer van tussenrekeningen zal ook in 2010 aandacht houden. In het najaar wordt een Interne Controle uitgevoerd naar de kwaliteit van het beheer. De tweede opmerkingen betreft een compliment over een eenmalig probleem. Dit vergt geen followup. WMO Huishoudelijke hulp De factuurcontrole WMO HH wordt per 1 januari 2010 door het WMO kantoor gedaan. Het WMO kantoor controleert per 4 weken de factuur van de zorgaanbieder op klantniveau met de SDD indicatie stellingen. Definitieve afrekening vindt direct plaats waardoor prognoses kunnen worden uitgevoerd op basis van afgerekende bedragen. Ten opzichte van 2009, toen prognoses gebaseerd werden op voorschotten, zullen hoge correcties daardoor in de toekomst uitblijven. Gevraagd besluit Vaststellen van de volgende begrotingswijzigingen: o Kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie: baten en lasten plus € 77.000. o Inkomensondersteuning onttrekken reserve € 2.420.000; baten en lasten ophogen met dit bedrag. o Minimabeleid onttrekken reserve € 116.000; baten en lasten ophogen met dit bedrag; o WMO hulpmiddelen baten en lasten omhoog met verwachte extra lasten: € 542.000 (nacalculatiesystematiek). o Begrotingswijziging apparaat: € 0,8 mln. extra budget ten behoeve van inhuurbudgetten. Dit wordt gedekt uit de opbrengst tijdschrijven c.q. participatiebudget.
38
2.5 Ingenieursbureau Drechtsteden
Inleiding en bestuurlijke verantwoording De eerste vier maanden van 2010 stonden vooral in het teken van de op handen zijnde organisatieaanpassing. Samen met adviseur KplusV is er een organisatieplan voor het IBD tot stand gekomen, dat gereed is voor bestuurlijke besluitvorming en dat advies van de Ondernemingsraad behoeft. Dit laatste traject zal voor de zomervakantie doorlopen worden. Parallel aan dit traject is er met de gemeenten Alblasserdam, H-I-Ambacht, Papendrecht en Sliedrecht overleg geweest over een mogelijke aansluiting bij het IBD. Dit heeft er met name bij Alblasserdam en Sliedrecht toe geleid dat men de intentie heeft om nog voor 1 januari 2011 in het IBD deel te nemen. Het managementteam heeft zich deze eerste vier maanden hoofdzakelijk een beeld gevormd van activiteiten, die voor de organisatieaanpassing dienen te worden ondernomen. Acties, die zijn te omschrijven als laaghangend fruit, zijn daarbij al ingezet. Er is een eerste aanzet gemaakt voor het werken in projectteams en projectateliers. Projectleiders en adviseurs hebben een training adviesvaardigheden gevolgd. Ook is er aandacht besteed aan de competenties van medewerkers en hoe deze in een veranderende organisatie passen. De OR is bij planvorming en voorbereiding van de organisatieaanpassing nauw betrokken geweest en heeft daarvoor gebruik gemaakt van een werkgroep, bestaande uit een representatieve vertegenwoordiging van alle medewerkers.
Programmaverantwoording Wat willen wij bereiken? De ontwikkelingen in 2010 zijn sterk afhankelijk van de keuze die over de positie van het Ingenieursbureau worden gemaakt. De besluitvorming hierover is vertraagd. Toch heeft het e Ingenieursbureau alvast een 1 stap gemaakt om de adviesrol te verzwaren. Daarnaast wordt er gewerkt aan een verbetering van het Imago van het IBD, met oude beelden moet afgerekend worden. Op basis van de vaste bezetting en inhuur worden er 100.000 productieve uren begroot. De begrote winstdoelstelling van € 500.000 is verlaten en er wordt nu gewerkt met een 0 begroting. De uurtarieven zijn dan ook in 2010 verlaagd. (begrotingswijziging is bijgevoegd) Wat gaan wij daarvoor doen? Product/activiteit/project Productieve uren t/m 30 april
Beoogd resultaat
Stand van zaken
34.742 uur
34.701 uur
Wat gaat het kosten? Programma Ingenieursbureau Drechtsteden bedragen Actuele begroting x € 1.000 2010 lasten baten saldo Resultaat voor 8.830 9.330 500 bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Prognose 2010 lasten baten saldo
Afwijking lasten baten
saldo
8.420
8.420
0
-410
-910
-500
0
0
0
0
0
0
0
0
0
8.830
9.330
500
8.420
8.420
0
-410
-910
-500
39
Resultaatanalyse
Voordelen
Bedragen x € 1.000 LASTEN Personeelslasten Kapitaallasten Materiële budgetten overhead Materiële budgetten projecten-OHD
Inc.
Subtotaal
336
Nadelen
Struct.
Inc.
Saldoeffecten
Analyse verwijzing
Struct.
166
A B C
48 27 170
D
75
-
BATEN Doorberekening naar klantorganisaties
-
-
411
500
-500
Subtotaal
336
75
411
500
-500
TOTAAL GENERAAL VOOR BESTEMMING
336
75
411
500
-500
336
75
500
-500
E
Resultaatbestemming TOTAAL GENERAAL NA BESTEMMING
411
A. Door verwachte dalende omzet (bezuinigingen Drechtsteden) zijn de inhuurlasten lager dan begroot. B. Kapitaallasten was dubbel begroot, daarom lagere structurele lasten C. Lagere doorberekening huisvestingslasten als gevolg van dubbele berekening van pand Noordendijk 252 waar de Onderhoudsdienst is gevestigd. D. In de begroting van het Ingenieursbureau is een standaard bedrag opgenomen voor projectkosten die door IBD betaald worden en 1 op 1 doorberekend worden naar de klantorganisaties. De fluctuatie van dit bedrag is heel divers en is niet echt goed te ramen. De benodigde materialen van de onderhoudsdienst is geheel afhankelijk het aantal calamiteiten welke in het jaar opgelost moeten worden. De wijziging van deze budgetten hebben geen enkele consequentie op het begrote saldo van het Ingenieursbureau. E. De afname van de inkomsten wordt veroorzaakt door 2 onderdelen te weten: - Incidenteel – lagere projectkosten die doorberekend worden naar klantorganisaties - Structureel – Lagere inkomsten doordat de uurtarieven van het Ingenieursbureau zijn verlaagd om te komen tot een 0 begroting. In het verleden werd het beoogde positiefsaldo alsnog verrekend met de 2 aandeelhouders op basis van de gerealiseerde omzet. Door verlaging van de tarieven komen deze voordelen nu direct op de projecten terecht van de aandeelhouders Dordrecht en Zwijndrecht. Personeel Geraamde formatie
Bezetting
75 fte
65 fte
De lagere bezetting wordt ingevuld door inhuur, dit om flexibel in te kunnen spelen op de vraag van de klantorganisaties. Ook gezien de ontwikkelingen en de koers van het Ingenieursbureau worden er minimaal vacatures ingevuld in 2010.
40
Inhuur Op basis van de huidige gegevens is de verwachting dat er in totaal voor € 1,9 miljoen aan inhuur word gerealiseerd. Het betreft ongeveer 30.000 productieve uren met een gemiddeld inhuur tarief van € 60. Alle productieve uren worden doorberekend naar de opdrachtgevers. Geraamd ziekteverzuim
Werkelijk ziekteverzuim
6%
Voortschrijdend jan t/m april 6,22 %
Het voortschrijdend ziekteverzuim is hoger dan geraamd wat veroorzaakt is door de maanden januari en februari. Inmiddels is het maandpercentage van maart en april tot onder de 6 % gezakt. Geraamde productiviteit
Gerealiseerde productiviteit
78 %
78 %
Risico’s Het grootste risico van het Ingenieursbureau is de opdrachtenstroom vanuit de klantorganisatie Dordrecht en Zwijndrecht. Beide partijen hebben zich garant gesteld dat 90 % van de begrote omzet (primaire begroting) door beide partijen totaal wordt afgenomen. Voor Dordrecht betekent dit een afname verplichting van € 5,4 miljoen. Voor Zwijndrecht betekent dit een afnameverplichting van € 1,19 miljoen. Bedragen x € 1 81 % deel Dordrecht
Begrote omzet Werkelijke omzet
tot 30 april tot 30 april
verschil 19 % deel Zwijndrecht
Begrote omzet Werkelijke omzet
tot 30 april tot 30 april
Verschil
Totaal
Beheer
Bouw
Civiel
5.419.876
400.000
705.252
4.314.624
1.771.883
130.769
230.563
1.410.550
1.474.537
186.601
159.358
1.128.579
297.346
55.831-
71.206
281.971
1.195.798
183.726
-
1.012.072
390.934
60.064
-
330.870
748.630
78.463
1.055
669.113
357.696-
18.398-
1.055-
338.243-
tekort aan omzet
overschot omzet
Over de eerste 4 maanden van dit jaar voldoet de gemeente Dordrecht niet aan deze garantie De gemeente Zwijndrecht voldoet wel aan zijn verplichting. Mede door het feit dat er meer gewerkt wordt aan Zwijndrecht, marktactiviteiten en aan de overige Drechtsteden kan de totale begrote omzet worden gehaald.
41
Toch zien we nu in het bouwkundige deel van het IBD dat de architecten te weinig opdrachten ontvangen. Over de eerste 4 maanden levert dit een omzetverlies op van € 50.000. Mocht het werk aan derden wegvallen dan is het onvermijdelijk dat het IBD in de rode cijfers kan komen. Dit zou betekenen dat de beide aandeelhouders een bijdrage moeten leveren aan het Ingenieursbureau. Reservepositie Aan de reservepositie verandert niets in het jaar 2010. De opgebouwde reserve blijft tot het maximum bedrag aanwezig. (€ 100.000) Bedrijfsvoering Inmiddels is de upgrade van de applicatie projectadministratie voltooid. De mogelijkheden om de projecten intern IBD te bewaken is daarmee vergroot en vereenvoudigd. Middels automatische signalen krijgen projectleiders tekens wanneer budgetten dreigen te overschrijden. Dit betekent dat er eerder inzicht wordt verkregen over mogelijke overschrijdingen, benodigd meerwerk etc. Rechtmatigheid Middels de bijgevoegde begrotingswijziging is de verwachting dat er geen begrotingsonrechtmatigheid zal ontstaan aan het eind van 2010. follow-up bevindingen accountant jaarrekening 2009 Bij de accountantscontrole van de jaarrekening 2009 is er door Deloitte één onderwerp aangekaart namelijk het treffen van een voorziening van een mogelijke niet invorderbare inkomst. Vooralsnog is niet duidelijk of deze vordering ook daadwerkelijk wordt ontvangen. Gevraagd besluit • Kennis nemen van het risico – afname verplichting • Vaststellen van de begrotingswijzigingen: o Door het loslaten van de winstdoelstellingen dalen baten en resultaat met € 500.000; o Door lagere omzet dalen baten en lasten met € 410.000.
42
2.6 Servicecentrum Drechtsteden Inleiding en bestuurlijke verantwoording Het SCD bestond op 1 april 2010 twee jaar. De jaarrekening 2009 is positief afgesloten. Financiële doelstelling SCD Bij de start werd er op gerekend dat het SCD zou leiden tot 20% kostenreductie voor de eigenaren. Dit bedrag is direct ingeboekt en verwerkt in de begrotingen van de gemeenten. Gedurende de eerste twee jaren is een deel van dit besparingsbedrag nog aan het SCD toegekend voor transitiekosten. Hoewel de transitiekosten, met name op het terrein van ICT, hoger lagen dan voorzien, leverde het SCD toch al in zijn tweede levensjaar een netto besparing op voor de eigenaren (zie paragraaf 2.5). Dit (al ingeboekte) voordeel zal de komende jaren alleen maar toenemen. Naast deze kostenreductie in de uitvoering van het werk, levert het SCD ook op andere wijze geld op. Bijvoorbeeld door de grotere schaal waarmee goederen en diensten kunnen worden ingekocht en de nieuwe advisering en ondersteuning die het SCD door zijn schaalgrootte kan leveren. Zo heeft het polisbeheer bij verzekeringen voor het totale netwerk al € 1 miljoen opgeleverd in twee jaar tijd. De BTW-advisering heeft in die periode voor het totale netwerk € 1,2 miljoen opgeleverd. Door de advocaten die het SCD in dienstbetrekking heeft kunnen veel meer juridische procedures met eigen mensen, zonder inschakeling van een veel duurdere externe advocaat, worden gevoerd. In de toekomst kan het SCD met zijn advisering nog veel grotere bedragen helpen besparen. Een ruwe schatting van het bedrag dat in de hele regio met inkoop is gemoeid, is € 300 miljoen. Als hier bijvoorbeeld 4% op bespaard zou kunnen worden levert dat al € 12 miljoen op. De besparingen die het SCD op deze wijze voor de gemeenten oplevert, zijn niet in de begroting van het SCD terug te vinden. Die komen direct ten goede aan de eigenaren, de gemeenten. Kwalitatieve doelstelling SCD Naast de financiële doelstelling had het SCD ook een belangrijke kwalitatieve doelstelling. De gedachte was dat een bedrijf dat zich helemaal kan richten op de ondersteunende processen, ook beter kan sturen op de doorontwikkeling en kwaliteit daarvan. Tevens levert de schaalgrootte de mogelijkheid tot verdere professionalisering van de medewerkers. Inmiddels gaat, na de voorspelbare dip die ontstond na de ‘big bang’ start, de kwaliteit van de advisering en ondersteuning gestaag omhoog. In de afgelopen twee jaar is al veel tot stand gebracht. Werkprocessen zijn (deels) gestandaardiseerd en efficiënter ingericht. Vooral bij de uitvoerende en beheersmatige taken wordt het werk met minder mensen verricht. NB: bij de advies- en beleidstaken worden door de klanten uren afgenomen. Het is daar dus alleen mogelijk om het werk met minder mensen te doen wanneer ook daadwerkelijk minder advies wordt geleverd of beleid wordt gemaakt. Hier is door de klanten tot nu toe nauwelijks voor gekozen. De prestaties zijn inzichtelijker geworden en worden gemonitord. Was vorig jaar het betalingsproces van facturen een grote zorg (belangrijkste oorzaak: de overgang van 8 financiële systemen naar het ene Key2Fin), inmiddels wordt 80 à 85% van alle facturen op tijd betaald. Het SCD gaat dit jaar de klantorganisaties helpen om hun deel van het betalingsproces ook tijdig af te ronden. Doelstelling is om eind dit jaar samen op 90% tijdige afdoening van facturen te komen. Prioriteiten in 2010 In 2010 ligt de nadruk voor het SCD op • het halen van de financiële targets, • het verder standaardiseren en innoveren van werkprocessen, • het verkrijgen van inzicht in en verbeteren van de kwaliteit van de prestaties (actief sturen op prestatie-indicatoren en op houding en gedrag) • en het vergroten van de effectiviteit van het management. In de hierna volgende paragrafen wordt dit verder toegelicht. Hierin staat ook een aantal risico’s vermeld.
43
De transitiebudgetten moeten in 2010 zijn afgebouwd. Daarbovenop heeft het SCD in 2009 nieuwe targets opgelegd gekregen voor 2011 en 2012 (€ 1,3 miljoen VIP). De efficiëntie van de werkprocessen zal daarom nog verder moeten worden vergroot. Met behulp van innovaties in en verdere standaardisatie van de werkprocessen zullen de uitvoerende en beheersmatige taken met nog minder mensen moeten worden verricht om binnen de afgesproken financiële kaders te blijven. Hiervoor is hulp van de eigenaren/partners overigens wel essentieel. Zonder hun medewerking aan standaardisatie en innovatie is het niet mogelijk om de huidige taken met nog minder mensen te verrichten. Het SCD zal ook geld nodig hebben om de investeringen die nodig zijn voor deze innovaties, te financieren (zie par. 5). Daarnaast wordt in de organisatie scherp gekeken naar mogelijkheden om de overhead te verminderen. Risico’s Een belangrijk risico ligt op het personele vlak. De spankracht van de organisatie is begrensd. De medewerkers van het SCD hebben in korte tijd veel veranderingen meegemaakt. Ze zijn allen nieuw in het SCD. De organisatie zelf is nieuw. In het management en de werkprocessen is veel veranderd in twee jaar tijd. Het is heel anders werken voor 18 verschillende klanten (6 gemeenten plus alle regionale organisaties) dan binnen één organisatie. Met name klantgerichte communicatie is iets wat veel mensen echt nog moeten leren. En op veel plekken moet men het werk doen met minder collega’s en weet men al dat er nog meer bezuinigd zal moeten worden. Dat alles leidt op sommige plaatsen tot verlies aan motivatie en een hoog ziekteverzuim. Daarnaast zijn er risico’s die gemoeid zijn met reorganisatiekosten. En ook in 2010 zijn er de nodige risico’s in het ICT domein. Tenslotte Het SCD is opgericht om tegen lagere kosten betere kwaliteit van dienstverlening te leveren. Die belofte maakt het SCD waar, in een sneller tempo dan normaal gesproken verwacht zou mogen worden. Maar ook het SCD kan alleen scoren als er een realistische verwachting is over de resultaten die het boekt.
Programmaverantwoording Wat willen wij bereiken? (doelstelling & taken) In de begroting 2010 zijn doelstellingen en taken opgenomen per dochter. In dit onderdeel wordt een nadere toelichting hierop gegeven. Zoals hiervoor vermeld ligt in 2010 de nadruk voor het SCD op • het halen van de financiële targets; • het verder standaardiseren en innoveren van werkprocessen,; • het verkrijgen van inzicht in en verbeteren van de kwaliteit van de prestaties (actief sturen op prestatie-indicatoren en op houding en gedrag); • het vergroten van de effectiviteit van het management.
44
Hoe kunnen we dit meten? Het SCD is in gesprek met de eigenaren over de kwaliteit van de diensten die het levert. Onderdeel hiervan is dat het SCD in zijn sturing in 2010 met een balanced scorecard werkt. Als hulpmiddel om de organisatie te ontwikkelen en prestaties zichtbaar te maken. 1. Financiën/Eigenaar 2. Klant Kritische succesfactor (KSF): financiële beeld Kritische succesfactor (KSF): klanttevredenheid Prestatie-indicator Norm Werkelijk Prestatie-indicator Norm Werkelijk Vermoedelijk beloop *Uitputting personeelsbudget *Uitputting IP&A 1B *Uitputting overige Aantal vacatures SCD
100% 100% 100% 100% -
3. Medewerker Kritische succesfactor (KSF): medewerkerstevredenheid Prestatie-indicator Norm Ziekteverzuim MTO
5,4% 7
102,4 % Klantprestatie-indicatoren 102,7% KTO (1) 104,2% 100% 5
Werkelijk 7,12% 6,4*
(paragraaf 3) 7 -
4. Vernieuwing Kritische succesfactor (KSF): medewerkerstevredenheid Prestatie-indicator Norm *Aanpakken knelpunten *VIP-projecten -Aantal VIP-projecten -Aantal businesscases -Hoeveel in uitvoering(2)
-
Werkelijk
27 7 13
1. MTO van april 2009 2. niet voor elk project is een businesscase nodig. De komende maanden zullen nog verfijningen worden aangebracht. Medio dit jaar ontwikkelen we voor de interne sturing ook meer gedetailleerde balanced scorecards op clusterniveau. De balanced scorecard is op hoofdlijnen een samenvatting van de Marap. Onderdelen worden verder op in de tekst toegelicht. Met behulp van de balanced scorecard en de prestatie-indicatoren (zie hieronder) kan het bestuur de kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van het SCD volgen. Klantprestatie-indicatoren (kpi’s) Het SCD werkt in 2010 met klantprestatie-indicatoren (KPI’s). Daardoor kunnen we aan de eigenaren/klanten een beter beeld geven over het niveau en de ontwikkeling van de dienstverlening. Bovendien zullen dergelijke indicatoren de interne sturing op de dienstverlening bevorderen en bijdragen aan het verbeteren van prestaties door bijvoorbeeld training, procesaanpassingen of andere organisatie-inrichting. Inmiddels is een aantal indicatoren opgesteld die de komende maanden verder worden uitgewerkt. Op alle indicatoren die achter blijven bij de norm wordt door het MT en in vervolg daarop door de afdelingshoofden sterk gestuurd. Waar nodig worden verbeterplannen opgesteld.
45
Klantgerichte Prestatie-Indicatoren SCD 2010
Prestatie-indicator Taakveld Betalen
Inkoop
PA
Product Registratie
5 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD
32,3*
34%
90%
KO: Coderen en accorderen
% gecodeerd en geaccordeerd 20 kalenderdagen na ontvangst door klantorganisaties van SCD
85,3%
77,8%
90%
Fiatteren en betalen
% facturen betaald 5 kalenderdagen na terugontvangst bij SCD
91,2%
95%
90%
SCD+KO: betalen facturen
% facturen betaald 30 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD
85,0%
79,6%
90%
% besparingen uitgevoerde aanbestedingen (t.o.v. oude inkoopbedragen) Personeelsadministratie % mutaties verwerkt op tijd Melding ziekteverlof % meldingen op tijd
3,5%
31%
2,5%
83%
88%
95%
87%
96%
95%
Beter meldingen
% meldingen op tijd
85%
93%
95%
Bezwaarprocedures
% besluiten geleverd binnen afgesproken termijn (met hoorzitting/bezwaarci e’s) % aantal afgewikkelde vacatures jaar t /aantal afgewikkelde vacatures jaar t-1 % binnen 5 dagen afgehandeld % binnen 5 dagen afgehandeld % binnen 3 dagen afgehandeld % dossiers binnen 24 uur uitgeleverd % tijdig afgehandelde werkorders VSR kwaliteitsmetingen
43%
65%
80%
95%
92%
80%
82%
77%
90%
96%
93%
90%
35%
54%
90%
Inkopen
JKC
Werving Werving en selectie Incidenten*
ICT
FM
Jan/feb Maart-april Norm
Aanmelding nieuwe medewerker Wijzigingsverzoeken** DIV Beheer FM
Schoonmaak
62%
90%
45%
60% 70%
90%
6 – 6,5
6,5
7
*De KPI’s voor ICT zijn ten opzichte van eerdere PFO-rapportages gewijzigd. De score op incidenten is redelijk, maar nog niet op niveau. Hiervoor dient een herziening op de service levels plaats te vinden. Voor wijgingen geldt dat een normtijd van 3 dagen niet past bij het werkaanbod. Ook hier wordt aan gewerkt. Opmerking: de KPI’s (en de normering) zijn nog in ontwikkeling.
Legenda: Rood licht: Oranje licht: Groen licht:
Ruim slechter dan norm; negatieve afwijking van 5 % of meer iets slechter dan norm; negatieve afwijking tot 5% op of beter dan norm
46
Wat gaan wij daarvoor doen in 2010? Betalingstermijnen: crediteuren Het gebruik van Digifac draagt bij aan het op tijd betalen van facturen. De gemeente Papendrecht is als laatste gemeente in april 2010 overgegaan op Digifac. De planning is dat de Milieudienst in juni 2010 en de GGD en ambulancedienst in september 2010 overgaan op Digifac. Vanaf dat moment gebruiken alle partners Digifac. De afdeling Debiteuren, Crediteuren Beheer (DCB) kan dan beter procesgericht werken. We zijn inmiddels gestart met het onderzoeken van verbeterstappen na de invoering van Digifac. Hierbij kijken we naar de mogelijkheden van OCR (optisch inlezen van facturen) en E-facturering (digitaal ontvangen en inlezen facturen), waardoor een efficiency- en kwaliteitsslag bij zowel het SCD als de klantorganisaties wordt bewerkstelligd. Deze innovaties zijn onderdeel van het VIP-programma. Het zijn enkele van de maatregelen die het SCD neemt om de bezuinigingsdoelstelling (1 miljoen in 2011 en 0,3 extra in 2012) te realiseren. De invoering van OCR en E-facturering wordt ondergebracht bij het IP&A-programma. Als streefdata voor het daadwerkelijk kunnen gebruiken van OCR en Efacturering zijn met IP&A respectievelijk 1 augustus 2010 en 1 oktober 2010 afgesproken. In het Regionaal Controllersoverleg van 7 april 2010 zijn nadere uitwerkingsafspraken gemaakt over de eerdere notitie betaaltermijnen. Het uitdrukkelijke doel is om goed opgestelde en aangeboden facturen binnen 30 dagen na ontvangst bij het SCD te betalen. Van deze termijn krijgt het SCD 5 dagen voor de registratie, de partners 20 dagen voor het coderen/accorderen en het SCD 5 dagen voor de feitelijke betaling. Uit de tabel met klantprestatie-indicatoren in paragraaf 3 blijkt dat bij beide nog winst te behalen valt. Los van voorgaande acties hebben we diverse interne procedures verbeterd. Partners ontvangen overzichten van openstaande facturen in omloop, waarmee zij hun deel van het betaalproces kunnen aansturen. Betalingstermijnen: debiteuren Bij de partners wordt het digitaal aanleveren van opdrachten voor het aanmaken van debiteurennota’s uitgerold. Hierdoor kan DCB beter procesgericht werken. Als vervolg hierop is opdracht verleend voor het ontwikkelen van een debiteuren-webformulier. Hiermee kunnen klantorganisaties gebruik maken van gegevens die bij het SCD in de database staan. Opdrachten kunnen daardoor sneller worden gegeven en verwerkt. Naast de efficiencyverbetering is het ook een kwaliteitsverbetering. Voortgang Personeelszaken Bij de start van het SCD zijn de werkzaamheden binnen de zgn. personeelskolom opgedeeld over verschillende afdelingen (P-beleid, P-beheer, P-advies etc). Deze afdelingen zijn weer verdeeld over verschillende clusters. Hierdoor is de samenwerking en de eindverantwoordelijkheid voor het totale proces niet optimaal. We houden de organisatie en werkprocessen binnen het P-domein nu opnieuw tegen het licht. Doelstelling is een verdere kwalitatieve doorontwikkeling en verbetering van de dienstverlening. Nog dit jaar willen we alle onderdelen die zich binnen het SCD met personeelszaken bezig houden, bij elkaar brengen en de werkprocessen daarbinnen opnieuw inrichten. Daarbij zal de noodzaak om onze klanten beter te bedienen, centraal staan. Tegelijkertijd bereiden we via een VIP project ook de regionale invoering van E-HRM voor. Met dit project kunnen veel administratieve handelingen door medewerkers en managers zelf worden verricht. Dit zal in 2011 moeten leiden tot een reductie van het aantal medewerkers dat werkzaam is binnen het P-domein. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan onze financiële doelstellingen. Naast businesscases die het SCD heeft opgesteld voor het SCD zelf, zijn businesscases uitgewerkt voor directe besparingen in het domein van Personeelszaken voor gemeenten (onder andere regionale aanbesteding inhuur externen, inhuur externen ICT in vaste dienst) en worden in 2010 aanvullende businesscases opgeleverd. Mogelijkerwijs worden deze ondergebracht in het regionale innovatieprogramma van de Netwerkdirectie Drechtsteden (NDD). Voortgang ICT In overleg met de CIO Drechtsteden is in september 2009 een audit uitgevoerd naar het beheer van de ICT door het SCD De resultaten laten zien dat de procesmatige kant van ICT- beheer niet
47
voldoende op niveau is en dat beheerwerkzaamheden nog niet op beheerste en routinematige wijze plaatsvinden. Het daarop gestarte verbetertraject laat in hoog tempo verbeteringen zien op de proceskant. Het PFO-overleg Middelen van 28 oktober 2009 heeft besloten dat de ICT dienstverlening beter moet worden genormeerd. De afgelopen periode heeft het SCD een document opgeleverd waarin we beschrijven welke diensten en producten geleverd worden binnen de financiële kaders van het SCD. Dit onder het motto “waar voor je geld”. Dat houdt in dat producten die daar niet onder vallen dan ook niet meer gratis worden geleverd. Bij meerverbruik zal op basis van transparante rapportages worden doorbelast. Dit zal bijdragen aan het beheersbaar houden van het ICT-verbruik in de regio. Het concept document is inmiddels breed besproken en positief ontvangen. Het definitieve document wordt eerst in het Coördinatieplatform IP&A en Coördinatie Overleg bedrijfsvoering (COB) besproken, waarna we het aan de NDD+ de regiodirecteur-secretaris GR ZHZ ter besluitvorming zullen voorleggen. Naar verwachting vindt eind juni een formalisatie van de normen plaats. De grootste risico’s voor 2010 zijn gelegen in de grote hoeveelheden werk die op de ICT organisatie afkomen. In dit jaar moet de nieuwe regionale infrastructuur (GRID) worden geïmplementeerd en gelijktijdig moeten we de bestaande, sterk verouderde systemen zoveel als mogelijk ondersteunen. Gelet op de beperkte capaciteit die beschikbaar is voor wijzigingen in systemen en administraties, zullen keuzes onvermijdelijk zijn. In overleg met de ambtelijk portefeuillehouder SCD binnen de NDD is de volgende prioriteitsstelling vastgesteld: 1. Doorvoeren van wettelijke verplichtingen in systemen en administraties 2. Ondersteunen van de GRID migratietrajecten 3. Doorvoeren van wijzigingen als gevolg van het regionale i-plan 4. Overige wijzigingen In de vorige management- en PFO-rapportages is dit punt gemeld, even als in een brief aan alle partnerorganisaties. Desondanks is afname van de werkstroom niet merkbaar. Partnerorganisaties leggen sterk de druk op prioriteit 4. Dit leidt tot grote capaciteitsproblemen, omdat ook de migraties in hoog tempo verlopen en veel ondersteuning vragen. Maandelijks worden ongeveer 85 wijzigingsverzoeken gemeld die in totaal een toename in werk van ongeveer 1200 uur opleveren waar ruimte is voor 400. Het capaciteitstekort levert onherroepelijk onvrede bij de klanten op. Nog niet alle organisatorische problemen zijn opgelost maar structurele verbetering is wel merkbaar. Door de grote druk zoals hiervoor geschetst is het tempo niet conform verwachting maar zal halverwege 2011 het ICT beheer op hoger niveau zijn dan voor de start van het SCD. Kortom: het SCD heeft via normering en prioritering duidelijk gemaakt wat wel en wat niet onder de SCD begroting is gefinancierd. De klanten moeten zelf sturen op meer- of minder gebruik. Meergebruik leidt onherroepelijk tot extra kosten voor hen zelf. DIV Bij de afdeling DIV is vanaf de start van het SCD sprake van een hoge bovenformativiteit (ca 10 fte). Deze was ook nodig om het werk aan te kunnen. De O&F-formatie ging immers uit van gestandaardiseerde werkprocessen en gedigitaliseerde archieven zonder achterstanden, terwijl dit bij de start van het SCD nog niet gerealiseerd was. Helaas moeten we melden dat dit nog steeds niet zo is. Er bestaan op dit moment nog 150 maatwerkafspraken met de partnerorganisaties, de werkprocessen bij gemeenten zijn in veel mindere mate gedigitaliseerd dan was voorzien en de meeste partners hebben een achterstand in hun archivering. Daar komt bij dat het aantal registraties van poststukken en de hoeveelheid beheer van archieven (vraagkant) is toegenomen. Dit leidt er toe dat de kwaliteit die de afdeling levert onvoldoende is, de klant niet tevreden is, en de medewerkers onder hoge druk staan. We hebben een inmiddels een plan opgesteld om de condities te scheppen waardoor we binnen de O&F-formatie en op een hoger kwalitatief niveau het werk kunnen doen. Om dat te realiseren moeten we investeren in mensen en middelen (digitalisering van werkprocessen, scanapparatuur etc). Op dit moment zoeken we het hiervoor benodigde budget. In de volgende Marap komen we hierop terug met een kredietvoorstel. De kosten van de personele reorganisatie zijn nog niet goed in te schatten. Het SCD heeft overigens geen budget voor reorganisatiekosten. Zie voorts de risicoparagraaf (par. 3.4).
48
Schoonmaak Ten opzichte van de vorige periode zien we een kleine verbetering in de kwaliteit van de schoonmaak dienstverlening. De gesprekken met de huidige leveranciers werpen hun vruchten af. Het gemiddeld cijfer voor de schoonmaakkwaliteit komt hiermee op een 6,5. Verder zijn zij geïnformeerd over de aankomende Europese Aanbesteding. Ook dit heeft een positieve uitwerking op de kwaliteit van de schoonmaak. Hoewel wij een verbetering van de prestaties van de leveranciers constateren neemt het aantal storingsmeldingen niet af. De afhandeling van deze klachten blijft voor ons een aanhoudend aandachtspunt. Beheer FM Het percentage op tijd afgehandelde werkorders is in de afgelopen periode uitgekomen op 70%. Dit is een behoorlijke stijging ten opzichte van de voorgaande periode. We zien een stijgende lijn welke het gevolg is van een betere sturing op deze werkorders. Door meer aandacht te schenken aan deze tijdige afhandeling wordt dit uiteindelijk een automatisme. Ook is er meer ruimte voor planning van de werkzaamheden waardoor werkorders ook efficiënter worden behandeld. We verwachten deze stijgende lijn de komende periode door te kunnen zetten. Effectiviteit management Om de kwaliteit van de sturing door het management te vergroten investeert het SCD dit jaar in een Management-Development traject voor alle leidinggevenden. Wat gaat het kosten? Programma Servicecentrum Drechtsteden bedragen Actuele begroting x € 1.000 2010 lasten baten saldo Resultaat voor 41.990 41.990 0 bestemming 0 0 0 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
41.990
41.990
0
Prognose Afwijking 2010 lasten baten saldo lasten baten saldo* 45.043 44.012 -1.031 3.053 2.022 -1.031 0
0
0
0
0
0
45.043
44.012
-1.031
3.053
2.022
-1.031
* Dit is exclusief de, conform de in het PFO-middelen van 28 oktober 2009 geaccordeerde notitie ‘ICTbeeld 2009 en verder’, nog in rekening te brengen extra werkplekken en applicaties (zie hierna punt 1 en 2). Met in achtneming van deze opbrengsten is er geen geprognosticeerd tekort voor het SCD.
49
Resultaatanalyse Bedragen x € 1
Voordelen Inc.
Nadelen
Struct.
Inc.
Totaal
Analyse verwijzing
Struct.
LASTEN -2.752.963
Personeel Overige personele kosten Huisvesting Apparaatskst, bedrijfsapplicaties Schoonmaak, rest. voorz., beveiliging Rekencentrum IPA 1B Voorgeschoten kosten
Subtotaal BATEN Basispakket Additioneel pakket Pluspakket DVO's/ overige opbrengsten IPA 1B Salarisgaranties Voorgeschoten kosten Overige Subtotaal TOTAAL VOOR BESTEMMING
-300.000 0
0 -3.052.963
-315.000
-2.752.963 0 0 0 0 0 -300.000 0 0 -3.052.963
0
-315.000 0 0 -1.842.149 0 135.108 135.108 0 0 0 135.108 -2.022.041
2.157.149
0 -3.052.963
-135.108 -1.030.922
2.157.149
0 -3.052.963
-135.108 -1.030.922
-1.842.149
-2.157.149
0
Resultaatbestemming TOTAAL NA BESTEMMING
In de tekst hieronder wordt een toelichting gegeven op de afwijkingen (zie ‘vet’ gedrukte tekst voor de verwijzing naar de letters in de kolom analyse verwijzing. De overschrijding op de personeelskosten (€ 2,8 miljoen) zie Analyse verwijzing A is ontstaan door: 1. Extra formatie die noodzakelijk is voor het beheer van de extra werkplekken. Overigens worden deze kosten in rekening gebracht aan de afnemer conform de in het Portefeuillehouderoverleg Middelen/P&O+ZHZ van 28 oktober 2009 behandelde notitie “Beeld ICT kosten 2009 en verder”. 2. Extra inzet Financiële administratie en ontwikkeling (€ 315.000). Hier staat overigens extra dekking tegenover zie Analyse verwijzing C. Deze extra inkomsten zijn opgenomen in de bijdragestaat. 3. De overige extra personele kosten (€ 1,8 miljoen) worden gemaakt om extra dienstverlening in te kunnen vullen. Deze extra uitgaven worden gedekt door de extra inkomsten op DVO’s zie analyse verwijzing D De extra uitgaven voor de werkplekkosten (IP&A 1B) zie analyse verwijzing B worden veroorzaakt door extra werkplekken. De inkomsten voor salarisgaranties zie analyse verwijzing E (€ 135.000) verminderen doordat (steeds) minder medewerkers van het SCD onder deze regeling vallen. Dit is overigens conform de doelstelling die meegegeven is aan het SCD om medewerkers zo veel mogelijk te plaatsen in de functie die aansluit bij het werkelijk salarisniveau.
50
A
B
C
D E
Acties/maatregelen ten behoeve van de begrotingsrechtmatigheid Punt 1. Groter aantal werkplekken en applicaties: extra personeelslasten ICT (€ 726.000) Bij de voorbereiding op de uitrol van de uniforme werkplek is gebleken dat het aantal werkplekken en applicaties veel groter is dan de aantallen die bij de start door de deelnemers zijn opgegeven. Het begrote aantal werkplekken bedroeg in eerste instantie 3330. Uit de werkplektelling van oktober 2009 bleek dat er binnen de regio 4000 werkplekken in gebruik waren. In de notitie die in het PFO-middelen van 28 oktober 2009 is geaccordeerd (‘ICT-beeld 2009 en verder’) is afgesproken dat klantorganisaties die het grote aantal extra werkplekken niet terugbrengen deze in rekening gebracht krijgen. Dit omdat iedere werkplek extra beheerscapaciteit vraagt. Uit gegevens van het SCD blijkt dat het aantal werkplekken sindsdien niet is afgenomen. Het in rekening de brengen van de meer kosten is gelijk aan de systematiek zoals toegepast in de 2 management rapportage 2009. Zie de tabel hieronder: Doorberekening AT&B-P kosten middels additionele dienstverlening Deelnemer
Alblasserdam Dordrecht Hendrik Ido Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht GR Drechtsteden Regio ZHZ Totaal
Werkplekken * 35
Beheerskosten door extra werkplekken en applicaties 57.485
38 38 11 74 181 65 442
62.412 62.412 18.067 121.540 297.280 106.758 725.955
* extra aantal werkplekken september 2009 t.o.v. werkplekinventarisatie impactanalyse IP&A, excl. Dordrecht ivm lagere afname
Aandachtspunt is dat er naast het extra aantal werkplekken ook aanzienlijk meer applicaties zijn. Het geschatte aantal te migreren applicaties bedroeg aanvankelijk 800. In oktober 2009 verwachtten we nog op 1200 applicaties uit te komen. Thans is de verwachting dat er uiteindelijk 1500 applicaties overblijven. Daarnaast moeten ook applicaties worden onderhouden die nog niet direct kunnen worden opgeruimd. Ook het aantal accounts, belangrijk in verband met kosten voor licenties en migratie, is met 1000 een e stuk hoger dan voorzien. Bij de 2 marap wordt het precieze aantal weergegeven. NB: wellicht ten overvloede, maar de sturing op aantallen werkplekken en applicaties kan alleen door de klantorganisaties zelf gebeuren. Het SCD en IPA ondersteunen de klanten door rapportages over deze aantallen. Punt 2. Groter aantal werkplekken en applicaties: extra exploitatie- en kapitaallasten De onder punt 1 genoemde redenen hebben niet alleen effect op de beheerscapaciteit. Duidelijk zal zijn dat de extra (fysieke) werkplekken samen met de benodigde licenties inclusief migratie ook extra geld kosten. De marginale meerkosten van een werkplek kunnen worden geschat op ca. € 700 €1000 (excl. beheer). Voor 2010 wordt daarom, in de lijn van de notitie "Beeld ICT kosten en verder", € 300.000 doorberekend aan de klant organisaties. De doorberekening van de kosten ziet er als volgt uit:
51
Doorberekening extra investering 1B en migreren bedrijfsapplicaties Deelnemer Extra inves t Werkplek- en migratie ken * applicaties 35 24.221 38 26.297 38 26.297 11 7.612 74 51.211 181 125.259 65 44.982 442 305.880
Alblas serdam Dordrecht Hendrik Ido Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht GR Drechtsteden Regio ZHZ Totaal
* extra aantal w erkplekken september 2009 t.o.v. w erkplekinventarisatie impactanalyse IP&A, excl. Dordrecht ivm lagere af name
Punt 3. Grotere afname van ICT producten De kosten voor printers en telefonie (inclusief mobiel / blackberry) zijn ten opzichte van 2007-2008 fors hoger. De oorzaak kan zijn dat de klantorganisaties veel meer kosten maken. Een andere verklaring kan zijn, dat kosten in het verleden op andere budgetten werden geboekt, en bij de overgang naar het SCD zichtbaar worden als aan ICT gerelateerde kosten. De overgedragen exploitatiebudgetten zijn hier in ieder geval niet op berekend. Bovendien zijn er nog geen normafspraken gemaakt met de klantorganisaties. Het is helaas nog niet mogelijk om een juiste opgave over deze meerkosten in 2010 te doen. Er lopen aanbestedingen voor telefonie en printers. De daaruit te behalen voordelen laten zich op dit moment nog moeilijk berekenen. In de 2e Marap rapporteren we over deze extra kosten. Met het oog op de beheersbaarheid van de ICT-kosten stellen we voor de eventuele declaraties van de partnerorganisaties te maximeren op die van 2009. We stellen tevens vast dat de extra bijdrage niet valt onder de werkingssfeer van de bestaande garantie-afspraken met Papendrecht, Sliedrecht en Zuid-Holland Zuid. De consequentie hiervan is dat de partnerorganisaties het meergebruik ten opzichte van 2009 in rekening gebracht krijgen. Punt 4. Door ontwikkeling servicecentrum Drechtsteden: FAG/ Ontwikkelbudget Op 18 maart 2010 heeft het Drechtstedenbestuur positief gereageerd op de versterking van de afdeling Financiële administratie en Grootboek (FAG). Deze versterking heeft onder andere plaatsgevonden op de adviezen van de accountant. Binnen de GRD begroting moeten hiervoor middelen gevonden. Daarnaast heeft het Bestuur besloten dat binnen de begroting van de GRD geld gevonden moet worden voor een ontwikkelbudget. In de tabellen hieronder worden de consequenties inzichtelijk gemaakt. In de samenvattende tabel staan de consequenties per partnerorganisatie voor 2010. Vanaf 2011 zal dit in de begroting worden verwerkt. In de tabel hieronder wordt weergegeven welke keuze de partnerorganisaties hebben gemaakt voor de versterking van FAG. Klantorganisatie
Alblasserdam Dordrec ht GR Drec htsteden *) GR ZHZ *) H. I. Ambac ht Papendrec ht Sliedrec ht Zwijndrec ht Totaal extra bijdragen
Bijdragen Bijdragen in in euro's communicatie uren 9.865 1.298 44.843 44.720 10.776 17.349 214 22.798 150.351 1.512
52
Samenvattende tabel bijdrage per partnerorganisatie. Klantorganisatie
Alblasserdam Dordrec ht GR Drec htsteden *) GR ZHZ **) H. I. Ambac ht Papendrecht Sliedrec ht Zwijndrec ht Totaal extra bijdragen
Bijdragen extra tbv FAG financiering FAG 9.865 44.843 44.720 10.776 17.349
65.000
22.798 150.351
65.000
onwikkelbudget Totaal
9.865 0 100.000 209.843 44.720 10.776 17.349 0 22.798 100.000 315.351
*) Formele bsluit moet nog intern bij GRD besproken worden **) Uren communicatie beperkt om als dekking FAG in te zetten
Voortdurend Inventief Presteren Het servicecentrum moet een omvangrijke transformatie doormaken om met de vastgestelde formatie alle werkzaamheden uit te kunnen voeren. Hiervoor is een verdere verbetering/vernieuwing van systemen en processen noodzakelijk. In de kredietaanvraag van oktober 2007 is hiermee een begin gemaakt. In het VIP programma gaan we hiermee verder. Het VIP-programma (Voortdurend Inventief Presteren) heeft als doel de kwaliteit en efficiency te verhogen en een forse structurele besparing te genereren van € 1,3 miljoen. Daarnaast moet het continu verbeteren en vernieuwen ingebed worden in de organisatie. We bereiden een kredietaanvraag voor, waarbij we het Bestuur verzoeken om deze aanvraag voor te leggen aan de Drechtraad van november 2010. Een deel van de projecten wordt ondergebracht in het Informatieplan van de Drechtsteden dat door de CIO Drechtsteden via het Bestuur eveneens aan de Drechtraad zal worden voorgelegd. Overige maatregelen t.b.v. begrotingsrechtmatigheid Lasten catering, beveiliging en schoonmaak Het SCD heeft verplichtingen van de gemeenten overgenomen in de sfeer van inhuur voor catering, schoonmaak en beveiliging. Het SCD had eind 2009 nog niet inzichtelijk, welke verplichtingen dit allemaal betreft. Voor 2008 en 2009 zijn daarom in de financieel perspectief nota afspraken gemaakt voor het maximale bedrag dat een klantorganisatie kan declareren. Omdat nog niet alle contracten van de gemeenten zijn overgenomen en daarom nog niet alle verplichtingen inzichtelijk zijn, is er ook voor 2010 nog een financieel risico. Contracten voor catering, beveiliging en schoonmaak worden zo snel mogelijk door het SCD overgenomen. Er loopt inmiddels een aanbestedingstraject. Doel is dit per 1 december 2010 gerealiseerd te hebben. Om deze reden wordt voorgesteld om het bedrag aan catering, beveiliging en schoonmaak net als voorheen, voor elke klantorganisatie te maximeren op het gedeclareerde bedrag van 2009. Punt 7. Creëren van een bestemmingsreserve Voor 2011 en 2012 heeft het SCD een taakstelling van € 1,3 miljoen. Deze taakstelling wordt gerealiseerd door projecten binnen het VIP programma en terugbrengen van overhead. De opbrengsten van dit programma worden voor een deel al gerealiseerd in 2010 en voor een deel gedurende 2011. Om de mismatch van de opbrengsten en de begrotingsjaren op te vangen wordt voorgesteld om een bestemmingsreserve te creëren. Hiervoor wordt in de volgende managementrapportage een voorstel gedaan. Punt 8. Automatiseringsinvesteringen Ook de nieuwe GRID infrastructuur is aan veroudering onderhevig. Bij het huidige investeringsbeleid zal dit leiden tot grote investeringen in 2013/2014. De omvang zal wel beperkter zijn dan nu en het zal tegen lagere kosten kunnen geschieden. Het is echter niet mogelijk om alle onderhoudsinvesteringen uit te stellen tot die datum. Onderzocht wordt welke onderhoudsinvesteringen te
53
verwachten zijn tot 2014. Dit zal leiden tot een meerjaren onderhoudskalender met bijbehorende investeringen. Een aantal eerste noodzakelijke investeringen is reeds geïdentificeerd zoals een opwaardering van Oracle, Key2Finance en basiscomponenten van Mozaiek. In de 2e marap 2010 wordt over dit onderwerp verder gerapporteerd. Meerjarenperspectief Het financiële meerjarenperspectief van het SCD ten opzichte van de situatie voordat het SCD werd opgericht, komt overeen met wat in eerdere rapportages is gemeld. Ten opzichte van de situatie voor de start van het SCD is in 2008 € 2,9 miljoen bespaard. In 2010 gaat het om € 4,1 miljoen. Wanneer het VIP-programma (Standaardisatie en Innovatie) zijn effect krijgt, valt de komende jaren een steeds groter deel van het besparingsvoordeel toe aan de deelnemers. Overigens geldt hierbij wel, dat de deelnemende organisaties zelf een deel van de potentiële besparingsmogelijkheden alleen daadwerkelijk realiseren als zij hiermee corresponderende maatregelen in de eigen organisatie weten te effectueren. Naar verwachting realiseren we vanaf 2012 het volledige besparingspotentieel. Een en ander resulteert in het volgende meerjaren besparingsbeeld:
Besparingsvoordeel (x 1000) Besparingsvoordeel (onderkant bandbreedte)
2009
2010
€ 6.800
2011
€
6.800
€
400
2012
€ 6.800
2013
2014
€ 6.800
€ 6.800
€ 6.800
Incidentele kosten Transitiekosten*
€
1.400
Extra transitiekosten ICT
€
1.465
Budgetten ICT tbv opbouw nieuwe werkplekken, afbouw oude contracten, kapitaallasten oude apparatuur
€
-
€
1.283
€
1.005
€
855
€
449
€
-
€
1.000
€
1.000
€
1.000
€
1.000
€
1.000
€
1.000
Structurele kosten ICT Structurele besparingen Middels VIP SUBTOTAAL BESPARING
€ € 2.935
€
4.117
1.000- €
€ 5.795
1.300- €
€ 6.245
1.300- €
€ 6.651
1.300-
€ 7.100
Kosten door extra afname klantorganisaties Telefonie, printers
€
349
Additionele p-kosten SCD door extra afname werkplekken (700 st)
€
712
Additionele IP&A kosten TOTAAL BESPARING
€ 1.874
54
?
?
?
?
?
€
725
?
?
?
?
€
300
€
3.092 n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Verplichte paragrafen Voortgang investeringen Het SCD heeft onderstaand krediet ontvangen:
Omschrijving
Huisvesting SCD
Drechtraad d.d.
Krediet
dec 2008, 2009
600
Besteed
Voortgang t.o.v. planning
532 * zie toelichting *
Toelichting: Het restant zal in 2010 volgens prognose worden besteed. Personeel Geraamde formatie
Bezetting
374,4
398,79
De afwijking wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: 1. Toegestane overbezetting in de transitieperiode. Deze overbezetting moet/wordt tijdens de transitie periode teruggebracht. 2. Extra bezetting voor de uitvoering van aanvullende opdrachten: dienstverleningsovereenkomsten (DVO). Inhuur Geprognosticeerde inhuurkosten bedragen € 4,5 miljoen in 2010. Deze kosten worden gedekt door extra kort lopende dienstverleningsovereenkomsten ter waarde van € 2,7 miljoen, een transitiebudget ter grootte van € 1,4 miljoen en overige inkomsten ter grootte van € 0,4 miljoen. Dit betreft dekking vanuit o.a. catering, beveiliging en schoonmaakbudget (hierop wordt namelijk ingehuurd naast de contracten met derden), zwangerschap vergoedingen en inzet bij IPA. Geraamd ziekteverzuim 5,4%
Werkelijk ziekteverzuim 7,12%
Het 12 maandelijks voortschrijdend gemiddeld ziekteverzuim is 7,12%. Een aantal service-eenheden kampt met langdurig zieken. Met alle leidinggevenden en met de bedrijfsarts is hierover gesproken. Het ziekteverzuimpercentage wordt actief gevolgd in de gesprekken tussen de managers en de afdelingshoofden. De afdelingshoofden zullen per afdeling een actieplan opstellen. Veel ziekteverzuim is overigens langdurig van karakter. Zoals bekend vraagt dit een langere doorlooptijd. Zoals in de inleiding is aangegeven, is de onzekerheid die voor veel medewerkers gepaard gaat met de ontwikkeling van het SCD en de financiële doelstellingen, mede oorzaak van het hoge verzuim. Resultaten brede doorlichting Het SCD heeft bij de Brede Doorlichting GRD een extra taakstelling opgelegd gekregen van € 0,3 miljoen in 2012. Deze taakstelling is onderdeel van het VIP programma, zie hierboven.
55
Risico’s We zien de volgende risico’s: Risico In de notitie "Beeld ICT-kosten 2009 en verder" is aangegeven dat vanaf 2013 besparingsvoordelen zullen ontstaan binnen het ICT-domein. Dit omdat migraties binnen één infrastructuur beduidend goedkoper zullen zijn dan de opgave waar we nu voor staan, namelijk een migratie van negen infrastructuren naar één infrastructuur. De werkplekkosten dalen dan van gemiddeld € 6,5 miljoen (exclusief meerwerk dat naar klant organisaties moet worden doorbelast voor aantallen werkplekken en applicaties) naar gemiddeld € 5,25 miljoen (dit is het totaal van exploitatie en kapitaallasten). Het werkplektarief daalt hiermee aanzienlijk: van € 1.978 nu naar € 1.573. ICT blijft overigens wel één van de belangrijkste risico’s. Eventuele vertraging van het IP&A-project zou leiden tot een latere afbouw van de oude ICT-infrastructuur en daarmee tot hogere kosten. De ondersteuning voor de GRID migraties staat onder druk. De migratieprojecten starten later dan gepland, bij een gelijkblijvende opleverdatum. Daardoor is de piek-inspanning voor het SCD hoger dan verwacht. Omdat AT&B niet is begroot op dergelijke piekinspanningen levert dit een knelpunt op. Dit risico zullen we in goed overleg trachten te beheersen. Daarnaast dreigen de bestedingen op 1B het budget te overschrijden. Dat komt omdat het verdieneffect van nieuwe infrastructuurcomponenten nog niet zichtbaar is. Na de implementatie van de nieuwe telefonie en printinfrastructuur zullen de kosten aanzienlijk dalen. Dit verdieneffect is pas in de tweede helft van 2010 van toepassing. Het zal voor 2010 € 400.000 voordeel op telefonie moeten opleveren en € 150.000 voordeel op print. Deze opbrengst is overigens al ingeboekt. Het aantal applicaties zal ook veel hoger uitvallen dan tot nog toe aangenomen. Waar de budgettering van beheer op 400 applicaties is berekend, zullen de meerkosten als gevolg van extra applicaties oplopen tot zo’n € 500.000 per jaar. Dit wordt doorberekend aan de veroorzakers. Het aantal printers in de regio is erg hoog; zo’n 600 stuks. Bij gelijkblijvend aantal zal ook dit tot meerkosten leiden. Voor print is € 700.000 jaarlijks gebudgetteerd. Bij de genoemde aantallen leidt dit tot een overschrijding van € 300.000 jaarlijks. Het realiseren van de financiële taakstelling op onze personeelskosten betekent concreet een afbouw van de formatie in 1 jaar tijd met ca 30 fte ten opzichte van de huidige situatie. De kosten die daardoor voortvloeien uit het sociaal plan zijn aanzienlijk. De SCD leiding zal het uiterste doen om, met de hulp van de partners, dit risico zoveel mogelijk te beperken door tijdige externe plaatsing. Voorlopig gaan we uit van outplacementkosten voor 10 medewerkers a €50.000. In de 2e marap worden kosten gespecificeerd en formuleren we een voorstel hoe deze te dekken. Mozaïek vervult een cruciale rol in zowel de dienstverlening als de bedrijfsvoering van de Drechtsteden. Het ziet er naar uit dat we nog een periode van ongeveer 3,5 jaar met deze “suite” zullen werken, voordat een gewenste oplossing door een marktpartij kan worden ingezet. Dit is een langere periode dan voorzien. Als gevolg daarvan wordt de continuïteit van Mozaïek bedreigd. Allereerst zijn het applicatiebeheer en de ontwikkelfunctie belegd bij externen. Daarbij komt dat de lasten hiervoor financieel (geschat op €150.000 structureel) niet zijn afgedekt. Omdat de continuïteit van Mozaiek essentieel is voor de werkprocessen van alle partners in de regio, moeten deze kosten toch worden gemaakt. Zonder nadere dekking
56
Kans Gemiddeld
Impact Groot
Gemiddeld
Groot
Groot
Gemiddeld
Groot
Groot
Gemiddeld
Groot
Groot
Groot
levert dit in 2010 een tekort op in de personele lasten van IVT ter grootte van € 150.000. Verder gaat Mozaïek in de loop van 2010 over naar de nieuwe GRID omgeving. Om dit te kunnen realiseren is een onderzoek nodig naar de te ondernemen acties om de bedrijfszekerheid van Mozaïek, met inachtneming van de levensduurverwachting, op peil te houden. Ook moet daarbij gekeken worden naar de te verwachten groei van het systeem en het gebruik ervan (geschatte kosten eenmalig € 25.000). Tenslotte is er naar de huidige inschatting eenmalig € 10.000 nodig om de documentatie van het systeem op peil te brengen, alsmede te komen tot vastgestelde procedures, richtlijnen en standaarden. Zo kan overdracht aan nieuwe beheerders en transitie naar een ander systeem in de toekomst, soepel verlopen. Op dit moment wordt bezien hoe deze kosten gedekt worden. Mogelijk wordt in de actualisatie van de begroting in het najaar hier op teruggekomen. In 2010 zal het SCD een nieuw functiewaarderingstraject starten. Dit kan leiden tot hogere personeelskosten. Of dit zich inderdaad voor doet zal in het najaar blijken. Sinds eind 2008 loopt er discussie tussen de Regio Zuid-Holland Zuid en het SCD (formeel de GR Drechtsteden) over dienstverlening (omvang, kwaliteit, mismatch), samenloop met deelprogramma 1B van het programma Informatisering, Processen & Automatisering (IP&A) en verschuldigde bijdragen, mede in relatie tot de garantieafspraken. Op dit moment worden gesprekken gevoerd die moeten leiden tot een packagedeal met ZHZ, waarbij langs een aantal sporen tot een voorstel voor het oplossen van de discussiepunten wordt gekomen. Onderdeel van de packagedeal wordt een financiële bijdrage van de GRD aan de financiële problematiek. Deze financiële bijdrage is niet in de begroting 2010 opgenomen.
Gemiddeld
Gemiddeld
Groot
Groot
Op de genoemde risico-punten zijn wij extra waakzaam, zonodig wordt bijgestuurd. Reservepositie Niet van toepassing. Bedrijfsvoering Kostenverdeling en inhoud van dienstverlening aan ZHZ De eigenaren van het SCD (waaronder de Regio ZHZ/VR) hebben met elkaar afspraken gemaakt over de verdeling van de kosten van het SCD. Over de effecten daarvan op de verschillende partners is discussie tussen de eigenaren. Daarnaast is het dienstverleningspakket dat het SCD aan de dochters van ZHZ/VR levert, op onderdelen aangepast aan hun wensen en behoeften. De dochters van ZHZ/VR willen voor de omvang en inhoud van de dienstverlening nieuwe afspraken maken. Op dit moment wordt tussen ZHZ/VR en de Drechtsteden overlegd. Doelstelling is om per 1-1-2011 goede afspraken te hebben tussen de eigenaren over de kostenverdeling en tussen SCD en ZHZklanten over de inhoud van de dienstverlening. Daarbij wordt bezien of de verdeling van kosten tussen de eigenaren te baseren is op meer parameters dan enkel fte’s en werkplekken, en of de afrekening voor ZHZ/VR dan ook via die methode kan geschieden. NB: bij de toetreding zijn aparte afspraken gemaakt voor ZHZ/VR over de financiële bijdrage voor het SCD in de vorm van een speciaal arrangement. Follow-up bevindingen accountant jaarrekening 2009 Verbijzonderde interne controle In de managementletter van de interim controle 2009 stipt Deloitte het aandachtspunt aan over de inrichting van de verbijzonderde interne controle. De verbijzonderde interne controle functie diende in zijn geheel nog opgepakt te worden door het SCD. Vanaf oktober 2009 zijn concrete stappen genomen in de invulling daarvan. Bedrijfsvoering SCD heeft audits uitgevoerd op de deelgebieden debiteuren en crediteuren. Vanuit de regiostaf is samen met medewerkers van de klantorganisaties een audit uitgevoerd naar de personele lasten. Voornoemde acties hebben uiteindelijk in 2010 geleid
57
tot het verstrekken van een assurance rapport door Deloitte (zogenaamde systeemverklaring) voor elke klantorganisatie. Gevraagd besluit 1) Maximering declaraties catering beveiliging en schoonmaak (CBS) Omdat nog niet alle contracten van de gemeenten zijn overgenomen en daarom nog niet alle verplichtingen inzichtelijk zijn, is er ook voor 2010 nog een financieel risico. Om deze reden wordt voorgesteld om het bedrag aan catering, beveiliging en schoonmaak net als voorheen, voor elke klantorganisatie te maximeren op het gedeclareerde bedrag van 2009. 2) Maximering declaraties ICT Met het oog op de beheersbaarheid van de ICT-kosten de eventuele declaraties van de partnerorganisaties te maximeren op die van 2009. 3) Vaststellen van de voorgestelde begrotingswijzigingen: - Verhogen van baten en lasten met € 1,8 miljoen voor extra dienstverlening op basis van afgesloten dienstverleningsovereenkomsten. - Verhogen van baten en lasten met € 215.000 voor de versterking van de afdeling Financiële administratie en Grootboek. Hogere lasten worden gedekt door extra bijdragen van deelnemers en minder communicatie-uren. - Verlagen van baten en lasten met € 135.000 door lagere kosten van salarisgaranties - Verhogen van baten en lasten met € 1,0 miljoen voor hogere kosten van ICT-beheer door meergebruik, en de meerkosten door te belasten naar de klantorganisatie waar dat meergebruik zich voordoet. - Verhogen van baten en lasten met € 100.000 voor een ontwikkelbudget. Om verder te kunnen doorontwikkelen heeft het SCD een structureel ontwikkelbudget nodig van € 100.000. Bij de 2e marap en jaarrekening wordt verder gerapporteerd over de besteding daarvan. Dekking vindt plaats vanuit de Algemene dekkingsmiddelen van de GRD. Samenvatting voorgestelde begrotingswijziging bedragen x € 1.000
Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting Begrotingswijziging 2010 lasten baten saldo lasten baten saldo 41.990 41.990 0 3.053 3.053 0
Begroting 2010 na wijziging lasten baten saldo 45.043 45.043 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
41.990
41.990
0
3.053
3.053
0
45.043
45.043
0
58
Samenvatting bijdrage per deelnemer (bedragen x €1.000) 2010 1ste marap Alblasserdam Dordrecht HI Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Regio ZHZ GR Drechtsteden Totaal
basispakket*
Pluspakket
1.225 9.471 1.329 2.137 1.543 2.851 5.659 5.355 29.570
Additioneel pakket
1.396 174 1.569
1.573 40 79 1.691
Deelprogram ma 1B** 359 2.166 497 528 338 936 1.515 2.716 9.055
Totaal
* Basispakket, Ontwikkeling/versterking FAG en Salarisgaranties (bijdragen salarisgaranties in bijlage opgenomen) ** Deelprogramma 1B, additionele beheerkosten en extra investeringen, migratie applicaties Aansluiting begroting met bijdragestaat (bedragen x € 1.000) Begroting na wijziging Aansluiting totale inkomsten Bijdragenstaat aanvullende opdrachten materiële voorzieningen ZHZ aanpassing DVO Totaal inkomsten
45.043 41.885 2.861 883 -586 45.043
De bijdrage voor de salarisgaranties is als volgt (bedragen x € 1.000) Partnerorganisatie Alblasserdam Dordrecht HI Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Regio ZHZ GR Drechtsteden Totaal
Salarisgaranties 32 248 27 40 19 96 75 536
59
1.584 14.606 1.826 2.665 1.881 3.961 7.214 8.150 41.885
2.7 Gemeentebelastingen Drechtsteden Inleiding en bestuurlijke verantwoording Gemeentebelastingen Drechtsteden is op grond van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden bevoegd in naam van de gemeenten Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht lokale belastingtaken uit te voeren. Deze bevoegdheid omvat de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en taken aangaande bezwaar en beroep binnen het domein van de lokale heffingen. Gemeentebelastingen Drechtsteden is eerste adviseur van de gemeenten op het gebied van de lokale heffingen. In deze eerste managementrapportage van 2010 wordt geen verantwoording afgelegd over de belastingopbrengsten van de vijf gemeenten omdat deze geen onderdeel uitmaken van de begroting van de GBD. Dit vindt plaats in een afzonderlijke “Verantwoording belastingopbrengsten GBD per gemeente”. Aan de gemeente Alblasserdam worden inmiddels taken op het gebied van de beleids- en bestuursondersteuning aangeboden. Gemeentebelastingen Drechtsteden is binnen het Drechtstedengebied kennisdrager en uitvoerder van lokale heffingen.
Wat gaan we hiervoor doen en wat hebben we tot nu toe gedaan? Om dit te bereiken worden de volgende activiteiten ondernomen: • doelmatig, duidelijk en tijdig bepalen van de WOZ-waarden van de in de gemeenten gelegen onroerende zaken; • het waarborgen van een volledige, juiste en rechtmatige toepassing en uitvoering van alle verordeningen op het gebied van heffing en invordering, behoudens grafrechten, marktgelden, havengelden, leges en eventueel andere met de deelnemende gemeenten overeengekomen uitzonderingen; • behandelen van verzoeken om kwijtschelding; • behandelen van bezwaar- en beroepschriften; • formuleren en bewaken van dienstverleningsnormen; • degelijke informatieverstrekking aan gemeenten en belastingplichtigen verzorgen over lokale heffingen. Naast deze activiteiten zal Gemeentebelastingen Drechtsteden volgens wettelijk voorschrift tijdig correcte en volledige levering van WOZ-data verzorgen naar de Belastingdienst, het CBS, het Waterschap Hollandse Delta en het Waterschap Rivierenland. De GBD verzorgt tevens gevraagd en ongevraagd de advisering aan de deelnemende gemeenten over belastingaangelegenheden in brede zin. Stand van zaken april 2010 (afwijkingen productie): Uit de afzonderlijke verantwoording van de opbrengsten aan de gemeente is een achterstand in de productie geconstateerd (jaarrekening 2009). Deze achterstand vraagt extra aandacht. De achterstand wordt vooral veroorzaakt de kwaliteit van de verschillende bronbestanden waarvan Gemeentebelastingen Drechtsteden gebruik heeft gemaakt. Veel van deze bestanden misten de juistheid, volledigheid en actualiteit om direct ingelezen te worden in de nieuwe enkelvoudige database. Er moest meer tijd gestoken worden in het opwerken van deze data dan gepland. Ook de daardoor noodzakelijke scherpere controle op uitgaande kohieren gaf extra druk op de productiecapaciteit. Inmiddels is, naar aanleiding van de verantwoording op de opbrengsten, overleg gestart met de deelnemende gemeenten over de aanpak van het wegwerken van deze achterstand. Geen extra budgettaire lasten zijn voorzien voor deze inloopactie. Hiervoor wordt een nog resterend deel gebruikt van de ontwikkelingscapaciteit. In de komende evaluatie van Gemeentebelastingen Drechtsteden wordt aandacht besteed aan structurele maatregelen ter versterking van het datamanagement. De gemeenten worden door middel van tussenrapportages frequenter dan in geïnformeerd over de
60
belastingopbrengsten dan in de huidige verantwoordingscyclus is voorzien. De eerste tussenrapportage verschijnt rond 1 juli 2010. Om de oorzaken van de achterstanden grondig aan te pakken en te voorkomen dat de slechte e kwaliteit van de bronbestanden verlies van opbrengsten zou veroorzaken, is in de 2 marap 2009 aangekondigd dat Gemeentebelastingen Drechtsteden, vooruitlopend op de kredietaanvraag, een systeemconvergentie (naar één belastingsysteem) zou uitvoeren die de kwaliteit van de databestanden aanmerkelijk zou verbeteren. Dankzij het welslagen van deze operatie is ook de eerste grote kohierrun (eind februari) succesvol verlopen. Er is, ook dankzij de systeemconvergentie, op dit moment geen aanleiding de geprognosticeerde opbrengsten voor de gemeenten bij te stellen. Uit het tijdschrijfsysteem blijkt een verschuiving in urenbesteding aan de afzonderlijke gemeentelijke heffingen. Deze verschuiving heeft geen gevolgen voor het begrotingssaldo en de hoogte van de bijdragen van de gemeenten. Wel zal er een effect optreden bij de kostentoerekening aan de verschillende gemeentelijke heffingen. In de tweede marap zal hieraan meer aandacht gegeven worden. Als extra uitgevoerde activiteiten noemen wij: -
Het ontwikkelen van eigen opleidingstrajecten (GBD-Academie) Organiseren inloopavonden burgers Deelnemen aan landelijk pilot ‘inzetten van mediationvaardigheden’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Analyseren systematiek verantwoording nog op te leggen heffingen Datavalidatie organiseren watergegevens en reinigingsrecht Opstarten project structurele regeling inzake data bouwvergunningen Uniformering uitvoeren taxatieverslag deelnemende gemeenten Ondersteunen BAG-ontwikkeling
Overige productiegegevens Naast de opbrengstprognoses zijn de volgende prestatie-indicatoren in de begroting vermeld: Product Prestatie-indicator Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZ-beschikkingen 95% voor 1 maart 2010 2010 97% voor 1 april 2010 99% voor 1 mei 2010 100% voor 1 juni 2010 Verzenden overige aanslagen overeenkomstig opbrengstprognose Afdoen verzoeken om kwijtschelding 99% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen 6 maanden na indiening Afdoen bezwaarschriften 25% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen de wettelijke termijn Zoals reeds vermeld, is de inhaaloperatie voor de achterstanden in volle gang. Op 1 mei 2010 is naar raming 94,6% verzonden. Het aangepaste streefcijfer is minimaal 99% op 1 oktober 2010. Aan de prestatie-indicatoren voor het afdoen van verzoeken om kwijtschelding en van bezwaarschriften wordt ruimschoots voldaan.
61
Wat zijn de kosten? bedragen x € 1.000
Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2010 lasten baten saldo
Prognose 2010 lasten baten saldo
Afwijking lasten baten
saldo
5.249
5.249
0
5.249
5.249
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.249
5.249
0
5.249
5.249
0
0
0
0
Gemeentebelastingen Drechtsteden zal in 2010 extra kapitaallasten in haar begroting moeten opnemen als gevolg van het krediet voor de uitvoering van de systeemconvergentie (€ 57.000; 5 jaar) en de aanschaf van meubilair (raming € 4.144; 10 jaar). De dekking voor deze extra lasten worden binnen de begroting gevonden. Het krediet voor de systeemconvergentie is toegekend in de Drechtraad van juni 2010 en is onderdeel van het plan inzake de uitvoering van de Brede Doorlichting. Overigens zijn de opbrengsten van de Brede Doorlichting nog niet verwerkt in de concerncijfers De evaluatie van het functioneren van Gemeentebelastingen Drechtsteden dit jaar kan aanleiding zijn voor maatregelen in de bedrijfsvoering. We verwachten hier geen aanmerkelijke effecten op de begroting. In de kostenverdeling naar gemeenten worden geen wijzigingen aangebracht. In de sfeer van de eigen inkomsten (aanmaningen en dwangbevelen) staat de geraamde inkomstenpost van € 300.000 op dit moment niet onder druk. Bedrijfsvoering De ambities, ontwikkelingen en nieuwe bedrijfsvoeringaspecten komen vooral tot uitdrukking in de vijf speerpunten zoals Gemeentebelastingen Drechtsteden die in haar plan voor de bijdrage aan de Brede Doorlichting heeft opgenomen. Standaardisering en bundeling van werkprocessen dienen zorg te dragen voor verbetering van de tijdigheid, doelmatigheid, doeltreffendheid en kwaliteit van het werk van Gemeentebelastingen Drechtsteden. Effecten van deze speerpunten worden ingebracht in het proces van de aangekondigde Brede Doorlichting van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. 1. 2. 3. 4. 5.
Convergeren belastingsysteem Synchroniseren taxatieondersteunende software Synchroniseren werkprocessen Vaststellen Leidraad Invordering Verkorten afhandeltermijnen bezwaarschriften
Door middel van het uitvoeren van deze projecten wordt een totale besparing van structureel € 516.000 in 2012 gerealiseerd. Op dit moment loopt de uitvoering van alle projecten op schema. De uitkomsten van project 3 (synchroniseren van werkprocessen) zijn nog onzeker. Het betreft hier vooral maatregelen als betaaltermijnen en heffingsmethoden. De mate waarin dit project impact heeft op de besparingen is afhankelijk van de bereidheid van de gemeenten het (uitvoerings)beleid meer gezamenlijk te definiëren. De besparingen Brede Doorlichting hebben direct effect op de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Formatie inclusief plan Brede doorlichting
Formatie Ontwikkelcapaciteit
Toegestaan per 1-1-2010 48,8 5,0
Bezetting/ benutting 1-1-2010 45,39 inhuur
62
Toegestaan per 1-7-2010 48,8 2,5
Toegestaan per 1-1-2011 46,75 2,5
2.8 Onderzoekcentrum Drechtsteden Inleiding en bestuurlijke verantwoording Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) heeft zich in de afgelopen twee jaar stevig neergezet als regionaal onderzoekcentrum en onderdeel van de GR Drechtsteden. Onze basisproducten zijn vrijwel volledig geregionaliseerd, ons kwaliteitssysteem is opgezet en operationeel en onze profilering leidt tot een toenemende bekendheid in de Drechtsteden en daarbuiten. Wij gaan in 2010 verder op de ingeslagen weg, waarbij wij onze missie ‘partner voor beleid’ te zijn voor de Drechtsteden gemeenten en de organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden steeds meer invullen. In 2009 heeft er binnen de GR Drechtsteden een brede doorlichting plaats gevonden met als doel innovatief bezuinigen. Voor het OCD betekent dit dat wij in 2010 de doorlichting van onze basisproducten en het opzetten van een onderzoeksprogramma voor de Drechtsteden prominent op de agenda hebben staan. Wij streven naar een slank, efficiënt en effectief pakket aan basisproducten dat voor alle Drechtsteden gemeenten relevante informatie oplevert. Hiervoor gaan we onze monitoren kritisch tegen het licht houden. Daarnaast inventariseren we in gesprekken met de Drechtsteden gemeenten en de GR Drechtsteden de onderzoekswensen voor de komende jaren. Op basis hiervan stellen we een onderzoeksprogramma op dat jaarlijks geactualiseerd wordt. De nieuwe collegeperiode vormt een startpunt voor nieuwe accenten in gemeentelijk en regionaal beleid. Wij ondersteunen met onze kennis en expertise de Drechtsteden gemeenten bij het ontwikkelen van hun –gemeentelijke en regionale - meerjarenprogramma, waarin het beleid voor de komende vier jaar wordt vastgelegd. En wij doen actief mee aan de verdere netwerkontwikkeling binnen de Drechtsteden Programmaverantwoording Wat willen we bereiken? Het OCD heeft voor 2010 als belangrijkste doelstellingen geformuleerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
opzetten van een toegankelijke digitale database met relevante kerncijfers opstellen van een onderzoeksprogramma voor de komende vier jaar doorlichten van de monitoren in het basispakket afronden kwaliteitssysteem gemiddeld rapportcijfer van 7,5 of meer van onze opdrachtgevers voor onderzoeksopdrachten 7% van de omzet inverdienen via betaalde opdrachten van – externe of interne opdrachtgevers
Wat gaan wij daarvoor doen? Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
opzetten toegankelijke database met kerncijfers
3 kwartaal afgerond
kernindicatoren per themagebied zijn vastgesteld
opstellen onderzoeksprogramma voor de komende vier jaar
4e kwartaal
eerste ronde gesprekken geweest, heeft nog relatief weinig opgeleverd; na vaststellen collegeprogramma’s opnieuw inventarisatieronde maken
doorlichten monitoren
3 kwartaal
afronden kwaliteitssysteem
4 kwartaal
e
Stand van zaken
e
helft monitoren is intern doorgelicht
e
doorlichting processen loopt
gemiddeld rapportcijfer onderzoeksopdrachten 7,5
voorbereiding en uitvoering: 7,5; inhoud 7,2; eindproduct: 7,4
63
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
7% omzet inverdiend
per 1 mei is ongeveer 5% van de te verwachten omzet inverdiend
In de eerste vier maanden van 2010 hebben de medewerkers van het OCD vooral gewerkt aan producten uit het basispakket. Daarnaast heeft het OCD aan additionele onderzoeksprojecten gewerkt voor Alblasserdam, Dordrecht, Papendrecht, Zwijndrecht en de Sociale Dienst Drechtsteden.
Wat gaat het kosten? Programma Onderzoekcentrum bedragen Actuele begroting x € 1.000 2010 lasten baten saldo Resultaat voor 1.538 1.538 0 bestemming Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Prognose 2010 lasten baten saldo
Afwijking lasten baten
saldo
1.593
1.638
45
55
100
45
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.538
1.538
0
1.593
1.638
45
55
100
45
Bedragen x € 1.000
Voordelen Inc. Struct.
Inc.
Nadelen Struct.
Saldoeffecte
Totaal
Analyse verwijzing
LASTEN Personeelslasten Materiële kosten
-
1731-
7-
48-
7-
Subtotaal
-
BATEN Inkomsten externe opdrachten
100
Subtotaal
100
-
-
TOTAAL GENERAAL VOOR BESTEMMING
100
-
48-
1738-
7-
-
100
-
45
Resultaatbestemming TOTAAL GENERAAL NA BESTEMMING
A. B.
C.
55-
100 -
A B
C
100
-
48-
7-
-
45
De afwijking van de personeelslasten wordt o.a. veroorzaakt door reiskosten en inhuur. De afwijking bestaat voor € 31.000 uit incidentele extra kosten. Hiervan wordt € 25.000 veroorzaakt door extra opdrachten gemeenten en externe opdrachten, dit wordt gedekt door extra inkomsten (zie C). Hiervan wordt € 6.000 veroorzaakt door overhead kosten huur locatie Zwijndrecht 2008-2009, deze kosten waren niet voorzien bij de jaarrekening 2008 en 2009. De structurele kosten € 7.000 worden veroorzaak door doorbelasten van overhead kosten locatie Zwijndrecht, deze zijn niet begroot. De afwijking van € 100.000 zijn incidentele inkomsten voor extra opdrachten.
Verplichte paragrafen Voortgang investeringen n.v.t
64
Personeel Geraamde formatie
Bezetting
14,60 Fte
14,41 Fte
De geraamde formatie komt vrijwel overeen met de daadwerkelijke formatie. Geraamd ziekteverzuim
Werkelijk ziekteverzuim
4,0%
3,1%
Het ziekteverzuim is de eerste vier maanden van 2010 relatief laag. Geraamde productiviteit
Gerealiseerde productiviteit
69%
68%
De productiviteit van het OCD wordt gemeten op basis van het aandeel declarabele uren, de uren die besteed worden aan activiteiten voor onze eigen producten en kwaliteitsborging. Wij zitten hiermee vrijwel op het streefpercentage. Resultaten brede doorlichting In het kader van de brede doorlichting zou het OCD in 2010 7% van haar omzet inverdienen. Hiervan is inmiddels zo’n 5% gerealiseerd. Risico’s Door de bezuinigingsopdracht die gemeenten hebben kan er op termijn sprake zijn van een kleinere opdrachtenportefeuille van interne opdrachtgevers, die maar beperkt gecompenseerd kan worden via externe opdrachten. Onduidelijk is of dit in 2010 al een mogelijk knelpunt gaat worden. Reservepositie n.v.t. Bedrijfsvoering Geen bijzonderheden.
65
2.9 Algemene dekkingsmiddelen Het algemeen renteresultaat wordt in de begroting opgenomen als algemeen dekkingsmiddel. Hieronder is de gecomprimeerde rekening weergegeven (bedragen x € 1.000). Omschrijving
Algemene rente
Prognose 2010
Actuele begroting 2010 lasten baten saldo 0
700
Afwijking
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
447
1.000
651
447
300
-147
700
Renteresultaat Het renteresultaat wordt gevormd door het rentebestanddeel van de kapitaallasten, en door rentebaten en - lasten bij het uitzetten en aantrekken van liquide middelen. Het algemene renteresultaat is het nettoresultaat na de toerekening van rente aan de reserves (Manden Maken, BLS, BWS). Conform de financiële kadernota is de rekenrente voor de kapitaallasten 5%. Eind 2009 is het overschot aan liquide middelen omgeslagen in een tekort. Gedurende de eerste maanden van 2010 is het tekort redelijk stabiel gebleven, rond de € 4 miljoen. Er is dus nog geen aanleiding geweest een langlopende geldlening af te sluiten. Verwachting is wel dat het tekort aan liquide middelen dit jaar verder oploopt. Ook gezien de rentestand wordt het tekort vooralsnog gefinancierd via rekening-courant en kasgeldleningen, binnen de bepalingen van het financieringsstatuut. De omvang van het tekort aan liquide middelen en het rentepercentage zijn lager dan begroot. Per saldo is de prognose dat de algemene rentebaten daardoor € 300.000 hoger uitvallen. Renteopbrengst Bedragen x € 1.000 Rentebestandeel kapitaallasten Liquide middelen Totaal
Begroting 2010
Prognose 2010
1.500
1.500
-800
-500
700
1.000
Gevraagd besluit Vaststellen van de voorgestelde begrotingswijziging: - Van het renteresultaat € 347.000 aanwenden voor een storting in de algemene reserve. De algemene reserve komt dan per 31-12-2010 weer op een stand van 0. - Van het renteresultaat € 100.000 aanwenden voor het ontwikkelbudget van het Servicecentrum.
66
67
Resultaat
258.835
0
1.538
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen
5.249
41.989
Servicecentrum Drechtsteden
Gemeentebelastingen Drechtsteden
8.830
184.367
4.000
12.862
Lasten
260.035
700
1.538
5.249
41.989
9.330
184.367
4.000
12.862
Baten
Begroting 2010
Ingenieursbureau Drechtsteden
Sociale Dienst Drechtsteden
Manden maken
Bureau Drechtsteden
Programma
1.200
700
0
0
0
500
0
0
0
Saldo
264.424
447
1.593
5.249
45.043
8.420
185.409
4.326
13.937
Lasten
261.690
1.100
1.638
5.249
44.012
8.420
183.458
4.326
13.487
Baten
Prognose 2010
-2.734
653
45
0
-1.031
0
-1.951
0
-450
Saldo
7.996
447
0
0
3.053
-410
3.955
326
625
Lasten
7.049
0
0
0
3.053
-910
3.955
326
625
Baten
-947
-447
0
0
0
-500
0
0
0
Saldo
Begrotingswijziging
266.832
447
1.538
5.249
45.043
8.420
188.322
4.326
13.487
Lasten
267.085
700
1.538
5.249
45.043
8.420
188.322
4.326
13.487
Baten
253
253
0
0
0
0
0
0
0
Saldo
Begroting na wijziging
2.10 Samenvattend overzicht (bedragen x € 1.000)
Overzicht begrotingswijzigingen Begrotingsprogramma Bureau Drechtsteden
Manden Maken Social Dienst Drechtsteden
Bedrag (x €1.000) Lasten Baten 125 125
500
500
326
326
77
77
2.420
2.420
116
116
542
542
800
800
Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen (aanwenden renteresultaat)
Toelichting Kosten energieprogramma Drechtsteden te dekken via extra bijdrage gemeenten (SLOKuitkering) Onttrekking aan BWS-reserve; bedrag wordt toegevoegd aan de algemene reserve Technische wijziging; verwachte onttrekkingen aan het investeringsfonds Hogere lasten kinderopvang te dekken door extra gemeentelijke bijdrage Hogere lasten inkomensondersteuning gedekt door onttrekking aan de reserve Hogere lasten minimabeleid gedekt door onttrekking aan de reserve Hogere lasten WMO hulpmiddelen gedekt door meeropbrengst debiteuren; per saldo daling van de gemeentelijke bijdragen Hogere apparaatslasten wegens extra inhuur voor de crisisaanpak, gedekt uit participatiebudget Lagere baten door afstappen van de winstdoelstelling Lagere baten en lasten door teruglopende omzet Hogere baten en lasten voor extra dienstverlening volgens afgesloten dienstverleningsovereenkomsten Hogere lasten voor uitbreiding FAG gedekt door extra bijdragen deelnemers Lagere lasten voor salarisgaranties leiden tot lagere bijdragen van deelnemers Hogere lasten ICT beheer te dekken door extra bijdragen deelnemers op basis van meergebruik Hogere lasten voor ontwikkelingsbudget gedekt uit Algemene dekkingsmiddelen Toevoeging aan de algemene reserve; de algemene reserve is hiermee eind 2010 weer geheel aangevuld tot nul Dekken ontwikkelingsbudget SCD
-500 -410 1.842
-410 1.842
215
215
-135
-135
1.031
1.031
100
100
347
100 Totaal
7.996
7.049
68
Alblasserdam
Dordrecht
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
Totaal
Bijlage: bijdragen per gemeente (bedragen x € 1.000)
184 3 40 5 4 27 4 4 -
1.153 17 367 30 23 169 28 23 63
245 3 42 6 5 36 6 5 12
308 4 66 8 6 45 7 6 15
233 3 57 6 5 34 5 12
433 6 107 11 8 63 10 8 22
2.556 37 680 67 50 375 56 50 125
Sociale Dienst Drechtsteden Participatie Kinderopvang Bijstandsverlening Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies WMO - uitvoeringskosten Apparaatskosten
1.067 18 2.811 205 1.689 1.093 1 62 1.019
22.137 441 45.353 3.369 10.688 6.480 24 395 16.704
745 2 1.628 120 1.297 938 1 48 593
1.604 13 4.076 298 2.195 1.241 2 81 1.476
1.283 27 3.638 251 2.332 1.122 2 86 1.243
3.761 84 9.205 616 4.260 2.122 4 158 3.052
30.597 585 66.710 4.858 22.461 12.996 35 830 24.086
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket IP&A deelprogramma 1B
1.225 359
9.471 1.396 1.573 2.166
1.329 497
2.137 528
1.543 338
2.851 174 936
18.556 1.569 1.573 4.824
-
2.639
485
503
505
815
4.947
82
642
90
145
106
190
1.255
Programma Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Bijdrage wonen Natuur en Milieu Educatie Wet Educatie en Beroepsonderwijs Energieprogramma (SLOK)
Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden
Totaal
9.902 125.351
69
8.133 14.764 12.831 28.896 199.878
Memo Aan
De leden van de Drechtraad
Van
J.P. Tanis (portefeuillehouder Bestuur&Middelen / IP&A Drechtsteden)
Onderwerp
Kredietaanvragen IP&A, beantwoording vragen kamer ‘Kredietaanvragen IP&A’ 5 oktober jl.
Datum
8 oktober 2010
Geachte leden van de Drechtraad, Voor de noodzakelijke aanpassingen qua informatievoorziening, procesverbetering en automatisering heeft uw raad in juni 2008 een programma IPA vastgesteld, dat betrekking heeft op de periode 2008 t/m/ medio 2011. Dit programma bestaat enerzijds uit informatievoorzieningsprojecten ter ondersteuning van modernisering van de dienstverlening, invoering van het stelsel van basisregistraties en invoering van nieuwe wetgeving (deelprogramma II) en anderzijds uit een programma voor standaardisering/vernieuwing van de ICT-infrastructuur (deelprogramma I.B). Voor dit programma wordt het krediet in jaarlijkse tranches gevraagd. De kredietaanvragen voor 2010, aangevuld met een kredietaanvraag voor oplossen van achterstallig onderhoud en meer applicaties en werkplekken, zijn n.a.v. een informatiebijeenkomst in januari 2010 aangehouden. Deze gaf naar uw oordeel informatie, maar die was onvoldoende om tot een beoordeling van de kredietaanvragen te komen. Vervolgens is vanwege de verkiezingen tot een verder uitstel van een nieuwe informatiebijeenkomst gekomen. Inmiddels heeft deze op 7 september 2010 plaatsgevonden. Het DSB heeft inmiddels in zijn vergadering van 22 april 2010 de kredietaanvragen II en deelprogramma 1.B incl. het aanvullend bedrag van € 7,5 miljoen goed gekeurd. Vervolgens heeft het DSB deze kredietaanvragen bij u in behandeling gebracht. Achtereenvolgens op 7 september 2010 en 5 oktober 2010 hebben wij de aanvragen toegelicht in uw kamer. Op 5 oktober heeft u aangegeven dat de onderbouwing voor de kredietaanvragen van deelprogramma 2 en de jaarschijf 2010 van I.B voldoende is voor besluitvorming. Daarom bieden wij deze graag ter besluitvorming aan voor de Drechtraad van november (zie bijlagen). Daarnaast hebben enkele fracties aangegeven dat voor de aanvullende kredietaanvraag van € 7,5 miljoen nog nadere informatie nodig is en dat het DSB wordt gevraagd tot sturing te komen om dit bedrag naar beneden te brengen. Ik merk daarbij op dat de Drechtraad reeds eind vorig jaar is meegedeeld dat deze overschrijding als gevolg van achterstallig onderhoud, meer applicaties, werkplekken en accounts zou plaatsvinden. Om die reden is zoals gezegd kort daarna deze kredietaanvraag ingediend. De kapitaallasten van deze (en de andere kredietaanvragen) zijn integraal in de begroting van het SCD opgenomen (daartoe heeft u bij begroting van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden besloten) en gemeenten financieren deze door de bijdrage aan het SCD via het werkplektarief. Uit de bespreking van deze kredietaanvraag kwam naar voren dat er onduidelijkheid is over de onderbouwing van dit bedrag en de wijze waarop de dekking daarvan via het werkplektarief plaatsvindt. Deze aanvullende kredietaanvraag zal ik later in gewijzigde vorm ter besluitvorming aanbieden. Ik ben ervan overtuigd dat de extra kosten, die tot dit moment gemaakt zijn en in de toekomst nog gemaakt zullen worden, noodzakelijk zijn. Zoals u weet zullen er als gevolg van de migratie van nog meer applicaties dan verwacht (als gevolg van te lage opgave van de klantorganisaties) zelfs nog meer kosten gemaakt moeten worden. Om u over het totaal van de extra kosten (die dus al voor een groot deel verwerkt zijn in begroting SCD en werkplektarief) voor te lichten en aan te geven waar nog eventuele “knoppen zitten om aan te draaien” is ons voorstel in november een informatiebijeenkomst en daaropvolgend ook een opiniërende bijeenkomst te houden. Ten behoeve van deze bijeenkomst zullen we de vragen van de fractie van CU/SGP beantwoorden alsmede een analyse geven van
-2sturingsmogelijkheden. Voor de begrotingsrechtmatigheid is het noodzakelijk dat de besluitvorming in december 2010 kan worden afgerond. Hieronder geven we een extra toelichting op de kredieten die we wel op dit moment indienen, omdat die volledig in lijn zijn met de begroting in het door u in juni 2008 goedgekeurde plan. Ik hecht nu aan een besluit gezien de langdurige behandeltijd van dit voorstel en de daaruit volgende onrechtmatigheid van de uitgaven zolang een besluit uitblijft. Indien er geen besluit wordt genomen rest ons niets anders dan het stilzetten van de migratie. 1. De kredietaanvraag derde tranche IP&A deelprogramma II regionale informatievoorzieningen ad € 2,2 miljoen. De kredietaanvraag betreft de derde tranche van het Regionale Informatiseringsprogramma binnen IP&A. Dit deel van IP&A betreft de uitvoering van projecten in het kader van dienstverlening (o.a. Antwoord en zaakgericht werken), nieuwe wetgeving (bijv. WABO) en invoering van basisregistraties (bijv. BAG). Deze projecten zijn gebaseerd op het in juni 2008 door uw raad vastgestelde plan en blijven binnen de in dit plan opgenomen kaders. De gemeenten hebben hun bijdrage per inwoner reeds geleverd aan de GR Drechtsteden en dit krediet leidt niet tot nieuwe kosten voor de gemeenten. Voor de goede orde staat hierna het totaaloverzicht. 2. De kredietaanvraag derde tranche voor de invoering van de nieuwe ICT-infrastructuur UW/GRID ad € 4,0 miljoen Volgens plan IPA1 (prijspeil 2008)
€ 5.700.000
Kredieten jaartranche 2008 jaartranche 2009 jaartranche 2010 (ligt voor) totaal
€ 1.500.000 € 2.000.000 € 2.200.000 € 5.700.000
Dit deel van IP&A betreft de uitvoering van projecten voor het tot stand brengen van één gestandaardiseerde en geïntegreerde infrastructuur voor Drechtsteden ter vervanging van de negen verouderde en niet geïntegreerde bestaande ICT- infrastructuren. De kredietaanvraag betreft de derde tranche die past binnen het in het in de Drechtraad van juni 2008 vastgestelde IP&A-programma. Hierna staat het totaaloverzicht opgenomen. Dit krediet leidt tot kapitaallasten die reeds opgenomen zijn in de begroting van het SCD (werkplektarief) en derhalve in de begrotingen van de gemeenten.
Kredieten jaartranche 2008 jaartranche 2009 vooruitlopend op jaartranche 2010 2e Marap jaartranche 2010 (ligt voor) 3) totaal
€ 5.900.000 € 5.000.000 € 1.000.000 € 4.000.000 € 15.900.000
J.P. Tanis Portefeuillehouder Bestuur&Middelen / IP&A Drechtsteden
bijlage 6b agendapunt 7
Concept - ve rgadernotitie
datum
voor de Drechtraad op 2 november 2010
10 september 2010 steller J. van Dijk
Onderwerp
Kredietaanvraag IP&A deelprogramma 1B
doorkiesnummer 078 6398513 e-mail
[email protected]
Bijlagen Geen
bestuurlijk portefeuillehouder
Gevraagde beslissing Beschikbaar stellen van een krediet voor IP&A deelprogramma 1B: Jaarschijf 2010 van € 4,0 miljoen.
J.P. Tanis akkoord bestuurlijk portefeuillehouder d.d. 15 september 2010
Communicatie Niet van toepassing. Financiële consequenties Exploitatielast is verwerkt in de begroting van het SCD, en gedekt via het werkplektarief. De benodigde investering leidt tot extra jaarlijkse lasten van € 0,9 miljoen. Op de langere termijn zullen de jaarlijkse lasten dalen. Toelichting In de Drechtraad van juni 2008 is het IP&A-programma (voluit Informatievoorziening, Processen en Automatisering) vastgesteld in het Strategisch plan IP&A 2007-2011. Deelprogramma 1B heeft tot doel het tot stand brengen van één gestandaardiseerde en geïntegreerde infrastructuur voor Drechtsteden. Deze vervangt de negen verouderde en niet geïntegreerde bestaande ICT- infrastructuren. In 2008 is de investering begroot op € 15,9 miljoen. Hiervan is met jaarkredieten inmiddels €11,9 miljoen beschikbaar gesteld. De Drechtraad wordt nu gevraagd het restant van het krediet, de jaarschijf 2010 van € 4,0 miljoen, beschikbaar te stellen. De opbouw van de kredieten is als volgt:
Kredieten jaartranche 2008 jaartranche 2009 vooruitlopend op jaartranche 2010 2e Marap jaartranche 2010 (ligt voor) 3) totaal
€ 5.900.000 € 5.000.000 € 1.000.000 € 4.000.000 € 15.900.000
Deze kredieten vermeerderd met de exploitatiekosten leiden tot een jaarlast van € 6,6 miljoen. Deze jaarlast is structureel opgenomen in de begroting van het SCD. De jaarlast omvat dus zowel de kapitaallasten als de kosten van exploitatie. De consolidatiekosten van de consolidatie/migratie naar één standaard ICT, met name ook externe inhuur worden aangemerkt als investering en zijn ook als kapitaallast inbegrepen in deze jaarlast. Dit krediet heeft betrekking op het oorspronkelijk begroot volume van 3330 werkplekken, 4000 accounts en 800 applicaties.
bijlage 6c agendapunt 7
Concept - ve rgadernotitie
datum
voor de Drechtraad op 2 november 2010
10 september 2010 steller T. Mol
Onderwerp
Kredietaanvraag IP&A deelprogramma II Bijlagen Geen. Gevraagde beslissing Beschikbaar stellen van een krediet van € 2,2 miljoen voor de uitvoering van IP&A deelprogramma II.
doorkiesnummer 078 639 6516 e-mail
[email protected] bestuurlijk portefeuillehouder J.P. Tanis akkoord bestuurlijk portefeuillehouder d.d. 15 september 2010
Verdere procedure nvt Communicatie nvt Financiële consequenties Voor de GR Drechtsteden zijn er geen consequenties. Dekking vindt plaats uit de bijdrage van de gemeenten van maximaal € 6,50 (prijspeil 2008) per inwoner per jaar over de jaren 2008, 2009, 2010 en 2011 (tot 1 juli). Gemeenten hebben deze bijdragen al in hun begrotingen opgenomen. Toelichting Tijdens de themabijeenkomst over IP&A op dinsdag 7 september 2010 is gepresenteerd hoe het IPA1programma overgaat in het IPA2-programma. Daarbij is aangegeven dat van het IPA1-programma de jaarkredieten voor 2010 nog door de Drechtraad beschikbaar moeten worden gesteld. De voorliggende kredietaanvraag betreft de jaarschijf 2010 van het deelprogramma II. Het IPA1-programma, voluit het Strategisch plan Programma IP&A Drechtsteden 2007 tot 2011, is in de vergadering van de Drechtraad van juni 2008 vastgesteld. Deelprogramma II, regionale informatie- en procesinrichting, betreft de vernieuwing van de informatievoorziening als gevolg van de invoering van de elektronische overheid en wettelijke maatregelen en heeft een aantal onderdelen: A. Wet- en regelgeving. B. (Stelsel van) Basisregistraties en Gegevensmanagement. C. Dienstverlening. D. Bedrijfsvoering. De uitvoering van dit deelprogramma is ver gevorderd en nadert zijn afronding. Al gerealiseerd zijn onder andere: - de invoering van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening; - de Europese Dienstenrichtlijn; - GBA Vingerscan; - de basisregistratie personen; - de regionale midoffice; - uitrol van elektronische dienstverlening plateaus 2008 en 2009; - uitrol van het concept Antwoord en een regionaal intranet.
pagina 2 van agendapunt: 1e Marap GRD 2010
Op dit moment zijn onder andere projecten in uitvoering: - voor de Wabo en de WION; - basisregistratie voor adressen en gebouwen; - onderzoek naar het meervoudig gebruik van basisgegevens; - uitrol van elektronische dienstverlening plateau 2010; - voorzieningen voor klant contact centra; - een systeem voor het presenteren van geografische gegevens (de digitale kaart). De totale uitvoering van het huidige deelprogramma II omvat een bedrag van € 5,7 miljoen (prijspeil 2008). Aan de Drechtraad zijn in september en december 2008 al kredieten gevraagd ter hoogte van respectievelijk € 1,5 en € 2.0 miljoen. Voor de nog resterende investeringen voor dit lopende deelprogramma wordt de Drechtraad nu een krediet van € 2.2 miljoen gevraagd. Met het totale krediet worden alle geplande projecten gerealiseerd met uitzondering van een aantal projecten voor het stelsel van basisregistraties. Dit totale stelsel wordt duurder dan in 2007 geschat doordat de Rijksoverheid meer basisregistraties in het stelsel heeft opgenomen. Hierdoor kan het stelsel niet in zijn geheel in deze planperiode gerealiseerd worden en schuift een deel door naar de nieuwe planperiode. De financiering van deelprogramma II vindt plaats door een bijdrage van de gemeenten van (maximaal) € 6,50 (prijspeil 2008) per inwoner per jaar gedurende de planperiode. Verlenging van het programma. Op dit moment wordt gewerkt aan een voorstel om het programma IP&A te verlengen tot eind 2015. De reden hiervoor is dat de digitalisering van de maatschappij en de overheid onverminderd doorzet. Nieuwe impulsen aan de elektronische overheid worden gegeven door plannen van Wallage / Postma die vertaald zijn in een Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP). Het NUP is ondersteunend aan de plannen van de commissie Jorritsma die gericht zijn op de gemeente als “het loket” voor de overheid. Gemeenten (VNG) hebben zich gecommitteerd aan deze plannen, dus ook de Drechtsteden zullen overgaan tot uitvoering hiervan. Bij de uitvoering van deze plannen zal nauw samengewerkt worden met de Regionale Stuurgroep Dienstverlening en wordt ook rekening gehouden met de regionale ambities. Het stelsel van basisregistraties is een belangrijke pijler onder de elektronische overheid. Een deel van dit stelsel moet nog ingevoerd worden. Ook zijn er kansvolle toepassingen van ICT op het gebied van de bedrijfsvoering waarmee een bijdrage geleverd wordt aan de bezuinigingen. Daarvoor wordt nauw samengewerkt met twee andere lopende programma’s: • Het programma VIP van het SCD; • De brede doorlichting. Een deel van de voor deze programma’s benodigde investeringen worden gefinancierd uit de voor deelprogramma II IP&A gevraagde middelen.