Zorgvisie gemeente Purmerend
Inleiding Mede door de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning is de behoefte ontstaan om een gemeentelijke zorgvisie op te stellen. Deze moet op hoofdlijnen duidelijkheid geven over de te volgen koers voor de komende jaren en een richting bieden aan de ontwikkelingen binnen het brede terrein van de zorg. Het is een kader waarbinnen de gemeente Purmerend haar beleidskeuzes gaat maken en die duidelijkheid geeft aan maatschappelijke organisaties over waar de prioriteiten komen te liggen. Maar het begrip zorg kan op verschillende manieren worden uitgelegd. Om te voorkomen dat alles onder het begrip zorg wordt geschaard, wordt als eerste een afbakening gemaakt. Dit maakt helder op welke terreinen de zorgvisie van toepassing is. De volgende onderwerpen worden onder de zorgvisie geplaatst: - de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), voor wat betreft de prestatievelden die directe betrokkenheid hebben op zorg (2 t/m 9, waarvan sommige op onderdelen); - de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv)*. Door deze afbakening is gelijk een eerste keuze gemaakt waar de gemeente Purmerend de prioriteiten legt. Bij deze wetten gaat het namelijk om preventie, om ondersteuning van mensen met een beperking, om lichte vormen van hulpverlening en om bemoeizorg*. De civil society* wordt als basis / uitgangspunt genomen. Het begrip 'civil society' wordt op pagina 3 nader toegelicht. De visie op zorg wordt vanuit dit perspectief uitgewerkt. Voor alle duidelijkheid wordt nog vermeld dat een visie een ideaalsituatie is waar de gemeente Purmerend naar toe wil werken. Het is een richtinggevend denkkader, bedoeld als input voor beleid en uitvoeringsplannen. Ze kent geen specifieke tijdhorizon. Ze geeft de ambitie van het stadsbestuur op langere termijn weer.
Relatie met andere gemeentelijke visies Een zorgvisie is niet de enige visie die de gemeente Purmerend heeft beschreven. Er bestaan verschillende visies. Enkelen staan op een hoger niveau, een aantal staat op gelijk niveau met de zorgvisie. Belangrijke visies die een nauwe relatie hebben met de zorgvisie worden hieronder schematisch weergegeven. Visie op de Wet maatschappelijke ondersteuning 26 september 2006 vastgesteld
Toekomstige Visie op welzijn (uitwerking van de kaderstelling herijking welzijnsbeleid)
Woonvisie 26 april 2007 vastgesteld
Cultuurnota 26 april 2007 vastgesteld
Zorgvisie
De visie op de Wet maatschappelijke ondersteuning ligt aan deze zorgvisie ten grondslag. De belangrijkste aspecten van deze visie worden kort genoemd om aan te geven binnen welke kaders de zorgvisie een nadere uitwerking gaat krijgen. Purmerend is een stad waarin alle inwoners goed gedijen, omdat ze deelnemen aan het maatschappelijke, sociale en culturele leven en waar ze veilig en plezierig wonen in buurten en wijken. Inwoners hebben aandacht voor elkaar, helpen elkaar en worden uitgedaagd en zonodig geholpen om mee te doen. Burgers, instellingen, bedrijven en gemeente pakken hierbij hun eigen verantwoordelijkheid op .
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
2
De Wmo-visie is nader uitgewerkt aan de hand van drie beleidssporen*. In onderlinge samenhang versterken zij elkaar in hun bijdrage aan het centrale thema van de Wmo: iedereen participeert op basis van een zo groot mogelijke zelfredzaamheid. 1. Purmerend is een leefbare stad met een grote sociale samenhang in de wijken en buurten. Dit eerste beleidsspoor is gericht op het bevorderen van participeren door beleid dat gericht is op de leefbaarheid en sociale samenhang op wijk en buurtniveau in algemene zin en voor elke inwoner. 2. In Purmerend zijn de inwoners zelfredzaam en betrokken bij hun omgeving: ze nemen zoveel mogelijk hun eigen verantwoordelijkheid en ondersteunen elkaar onderling waar dat mogelijk is. Het tweede beleidsspoor is gericht op het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid en de inzet van burgers en maatschappelijke organisaties bij het ondersteunen van inwoners die op eigen kracht (tijdelijk) nu of mogelijk in de toekomst niet optimaal kunnen participeren. 3. In Purmerend worden burgers die (tijdelijk) niet meer op eigen kracht kunnen meedoen of zich afgewend hebben van de maatschappij, ondersteund bij het (weer) op een volwaardige manier kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Het derde beleidsspoor is gericht op het bij de samenleving betrokken houden of weer betrekken van de diverse doelgroepen en kwetsbare individuen (vangnetfunctie en bemoeizorg) die tijdelijk of blijvend onvoldoende zelfredzaam zijn.
De civil society als basis voor de zorgvisie Met de Wmo als meest omvangrijke wettelijke taak van de gemeentelijke zorgtaken, speelt de civil society een belangrijke rol bij de visie op zorg. Door ook vanuit zorg te werken aan de civil society, wordt een grote bijdrage geleverd aan de eerste twee beleidssporen van de Wmo-visie. De gemeente Purmerend vindt dat mensen pas goed tot hun recht komen in relatie tot anderen. Ze heeft de overtuiging dat investeringen op deze beleidssporen de kwaliteit van het leven van de inwoners van Purmerend verhogen en uiteindelijk het beroep op zorg uitstellen en verminderen. De meest gangbare vertaling van civil society is samenleving waarin het maatschappelijk middenveld leidend is . Tussen markt en staat bevinden zich in elke samenleving veel verschillende vormen waarin mensen samenwerken. Mensen maken er vrijwillig deel van uit. Dat brede scala aan activiteiten, non-profit organisaties en informele verbanden valt onder de noemer civil society. Hiertoe behoren onder andere kerken, vakbonden, milieuorganisaties, buurtcomités, sportverenigingen en het vrijwilligerswerk en mantelzorg. De civil society staat bovendien voor betrokkenheid van burgers bij de publieke zaak, vergroting van maatschappelijk zelfbestuur, beperking van commerciële invloeden en versterking van gemeenschapszin en tolerantie. Kortweg" meedoen aan de samenleving. Het gaat om de vorming van sociaal kapitaal: een burgermaatschappij die zich zonder winstoogmerk inzet voor haar medeburgers, een maatschappelijke organisatie of vereniging. Daarom gaat Purmerend de civil society vertalen met het begrip 'de betrokken samenleving'. Dit moet leiden tot mensen die vertrouwen krijgen in zichzelf en elkaar, tot betekenisvolle relaties en zich thuis voelen in hun eigen buurt / leefomgeving. Dit alles leidt tot de volgende visie op zorg: Binnen de ideaal functionerende betrokken samenleving in Purmerend voelen mensen zich verantwoordelijk voor zichzelf en hun omgeving. Deze verantwoordelijkheid blijkt in de zorg voor elkaar in de vorm van burenhulp, vrijwilligerswerk en mantelzorg. Burgers leveren
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
3
daarmee in eerste instantie ondersteuning en zorg aan elkaar. Wanneer de benodigde zorg of ondersteuning voor een korte of langere periode te zwaar wordt, is er vanuit professionele organisaties een vangnet aanwezig. De gemeente Purmerend zal dit in eerste instantie bieden met reguliere welzijnsactiviteiten. Pas daarna komen specifieke zorgorganisaties of zorgvoorzieningen in beeld. Voor mensen die volledig buiten de maatschappij (dreigen te) vallen wordt bemoeizorg georganiseerd, met als doel het meedoen aan de samenleving (opnieuw) mogelijk te maken . Deze definitie betekent dat de gemeente Purmerend, als eerste partij, de betrokken samenleving wil faciliteren. De gemeente wil het mogelijk maken dat mensen elkaar kunnen ontmoeten, ondersteunen en inspireren, waarmee betekenisvolle relaties kunnen ontstaan die weer leiden tot onderlinge hulp en ondersteuning. Van gelijk belang is het voorkomen dat mensen buiten de samenleving komen te staan. Daarmee komen de prioriteiten van de gemeente Purmerend op het gebied van zorg te liggen bij: - het creëren van een samenleving waarin mensen een zinvolle dagbesteding kunnen hebben, elkaar kunnen ontmoeten en duurzame relaties kunnen aangaan die de onderlinge verbondenheid en solidariteit versterken; - preventie activiteiten om gezondheidsproblemen te voorkomen of om de gezondheid te bevorderen; - een goede en tijdige signalering van gezondheidsproblemen en een snelle en adequate toeleiding naar benodigde zorg; - het bieden van ondersteuning en/of lichte hulpverlening aan mensen die vanwege gezondheidsproblemen (psychisch, psychiatrisch, lichamelijk of verstandelijk ongemak) niet meer in staat zijn (volledig) aan de samenleving deel te nemen; - het bieden van bemoeizorg aan mensen die niet meer aan de samenleving (kunnen) meedoen. Deze betrokken samenleving kan een sterke impuls krijgen met goed beleid op vrijwilligerswerk en mantelzorg*. Het gaat daarbij om een lokale organisatie, die dicht bij de burger staat en goed is ingebed in een netwerk met andere vrijwillige en professionele organisaties. Dit vraagt om een zelfstandige en onafhankelijke (niet verbonden met een commerciële of andere partij) organisatie die zich volledig kan richten op alle vormen van vrijwillige inzet. In nieuw beleid worden deze prioriteiten geconcretiseerd, bijvoorbeeld in het Stedelijk Kompas, de nieuwe nota jeugdbeleid of de uitwerking van de kaderstelling herijking welzijnsbeleid.
De gemeentelijke rol op het terrein van zorg Op de deelterreinen van de zorg waarbij de gemeente betrokken is, heeft ze een regierol. Zo is de gemeente in sommige gevallen opdrachtgever. Bij de subsidieverlening maakt ze dan afspraken met instellingen over de verwachte prestaties, zodat haar inwoners de benodigde zorg kunnen ontvangen. In sommige gevallen is de gemeente zelf uitvoerder. Het Wmo-loket is daar een voorbeeld van. Tenslotte is de gemeente ketenregisseur1. De gemeentelijke regierol moet leiden tot betrokken zorg en goede dienstverlening aan de inwoners, cliënten en patiënten. 1
Deze specifieke regierol wordt op de volgende bladzijde nader toegelicht
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
4
In de Wmo-visie is een regiemodel neergezet dat goed past bij deze ontwikkelingen in de samenleving. Het gaat om de volgende vier onlosmakelijk met elkaar verbonden elementen: 1. Richting geven: de gemeente Purmerend geeft richting door te werken vanuit een inhoudelijke visie, vertaald in doelen, prestaties en opdrachtformuleringen. Zij stelt kaders en prioriteiten, geeft spelregels aan, verleidt partijen, bevordert binding, jaagt processen aan, stimuleert met initiatieven en remt soms af. 2. Ruimte geven: de gemeente Purmerend geeft ruimte door partijen te vertrouwen, los te laten, initiatieven positief te benaderen, risico s te nemen, fouten te accepteren, te ondernemen en te experimenteren. 3. Resultaten vragen: de gemeente Purmerend vraagt resultaten door partijen aan te sturen op gewenste effecten en te behalen resultaten. 4. Rekenschap geven: de gemeente Purmerend en uitvoerende instellingen geven rekenschap door verantwoording over hun handelen af te leggen aan burgers, en zichzelf te vergelijken met andere, vergelijkbare gemeenten en instellingen. Zij communiceren regelmatig en zijn daarin transparant. Het is niet een lineair proces* van de gemeente die de richting bepaalt, ruimte geeft, resultaten zichtbaar laat zijn en rekenschap geeft. Het kiezen van een richting door de gemeente moet het resultaat zijn van het geven van rekenschap en moet op interactieve wijze tot stand komen. Het vragen van resultaten door de gemeente is nodig om die te kunnen toetsen aan de gekozen richting. Het geven van rekenschap is niet alleen een zaak van de gemeente, maar ook van de instellingen. Het is een continue kritische toetsing door de gemeente, betrokken instellingen en cliënten, die het geheel maakt tot een cirkel die permanent doorlopen wordt. Ontwikkelingen in de samenleving worden in deze toetsing meegenomen. De uitvoerende vrijheid in deze regierol gaat uit van een situatie waarin alle partijen op een verantwoorde en volwassen wijze vorm geven aan hun taken en verantwoording afleggen. Het onderlinge vertrouwen moet aanwezig zijn. Wanneer het vertrouwen beschaamd is, dan zal dat consequenties hebben voor de wijze waarop de gemeente Purmerend met een betrokken instelling om zal gaan. De gegeven ruimte aan een partij kan daarmee ingeperkt worden. In het uiterste geval kan dit ook leiden tot de keuze om een andere partij te selecteren voor de uitvoering van bepaalde taken. Naast deze algemene uitgangspunten van de regierol, is voor het brede terrein van de zorg nog een meer specifieke regierol van belang: de gemeente als ketenregisseur. Een keten is een samenwerkingsverband tussen partijen die zowel zelfstandig als afhankelijk van elkaar functioneren. Ze voeren gelijktijdelijke of volgtijdelijke handelingen of activiteiten uit, weliswaar gericht op afzonderlijke doelen, maar zodanig gecoördineerd dat de cliënt dit als samenhangende hulp ervaart. Bij de ordening en afstemming van activiteiten houden de partijen dan ook het oog op de cliënt die het primaire proces doorloopt (de opeenvolgende stappen in de dienstverlening). Een keten kent de volgende kernmerken: - Het is meestal moeilijk om één organisatie aan te wijzen die verantwoordelijk is voor het geheel; - De partners zijn vaak afzonderlijke organisaties met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Maar ze kunnen niet zonder elkaar; - Alle ketenpartners hebben eigen doelen en middelen, die niet noodzakelijk in elkaars verlengde liggen.
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
5
Ketenregie kan daarmee gedefinieerd worden als het organiseren en ontwikkelen van (betere) dienstverlening zoals ervaren door de cliënt, door ketenpartners te verleiden tot betere afstemming van hun dienstverlening . Ketenregie verbindt de partners aan de wensen van de cliënt. De organisaties hebben elkaar nodig om vraaggericht te handelen en zo de gewenste kwaliteit van dienstverlening te bereiken en te borgen. Het draait daarbij om maatwerk, differentiatie en flexibiliteit. Dit is de taak waar de gemeente Purmerend de verantwoordelijkheid voor neemt, daar waar dit nodig is. De keuze kan daarbij gemaakt worden om de taak van ketenregisseur zelf uit te voeren of bij een externe partij te beleggen. Belangrijk is steeds dat het bij regie gaat om verleiden (onderhandelen, overleggen en overtuigen) en niet van opleggen en afdwingen. Bij ketenregie gaat het om communiceren, verantwoordelijkheid nemen, transparante processen organiseren (inclusief afspraken over wie wat doet), doelen en prioriteiten stellen, verbindingen tussen mensen leggen, informatie-uitwisseling faciliteren en het gedrag van de cliënt kennen en hierop inspelen. Goede ketenregie moet in ieder geval bestaan uit de volgende onderdelen: - Strategie en doelstelling: duidelijke focus en een gedeelde richting. - Besturing: aantoonbare ketenregie en processturing. - Samenwerking: aantoonbare samenwerking. - Resultaat: aantoonbare resultaten voor de burger/cliënt en omgeving. Bij het formuleren van nieuw beleid zal het begrip ketenregie uitgewerkt worden naar de specifieke situatie die op dat beleid van toepassing is.
Wijze van uitvoering op het terrein van zorg A) Interne organisatie Doordat de betrokken samenleving de basis is voor de zorgvisie wordt duidelijk dat niet alleen zorgactiviteiten een bijdrage leveren aan de gezondheidsbeleving van mensen. Ook andere activiteiten hebben daarop hun invloed. Te denken valt bijvoorbeeld aan de wijze waarop mensen wonen, de welzijnsactiviteiten die worden aangeboden, de toegankelijkheid van straten en openbare gebouwen voor gehandicapten. Dit heeft als consequentie voor de interne (ambtelijke) organisatie van de gemeente Purmerend, dat er goed moet worden samengewerkt tussen afdelingen en beleidsterreinen. Deze integrale wijze van werken dient te starten vanaf de totstandkoming van beleid. Het aanbod aan diensten en voorzieningen komt vraaggericht en in participatie* met de cliënt tot stand. Ook dit betekent dat integraliteit van groot belang is. De vraag van de cliënt dient immers vanuit verschillende invalshoeken beoordeeld te worden. Dit is alleen maar mogelijk als de interne organisatie van de gemeente Purmerend afdelingsoverstijgend denkt en werkt. B) Interne of externe uitvoering In de Wet maatschappelijke ondersteuning staat expliciet vermeld dat de uitvoering van de maatschappelijke ondersteuning zo veel mogelijk door derden dient te worden verricht, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is. Reden hiervoor is dat externe partijen vaak de noodzakelijke ervaring en kwaliteit hebben voor een goede uitvoering. De gemeente is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het beleid en draagt zorg voor de uitvoering. Door uitbesteding aan derden kan de gemeente zich beter concentreren op de kerntaak: namelijk de integrale beleidsvorming, de regiefunctie en het vormen van een oordeel over de gewenste en geleverde kwaliteit. Daarom wordt de uitvoering van de werkzaamheden in principe aan derden overgelaten.
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
6
C) Marktwerking De gemeente is in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning vrij om de uitvoering door derden, binnen de daarvoor toepasselijke regelgeving, via subsidies of aanbesteding vorm te geven. De raad heeft bij het stellen van de kaders voor het welzijnsbeleid d.d. 29 november 2007 gekozen voor meer marktwerking, waarbij de gemeente vooraf de gevraagde kwaliteit formuleert, met de kanttekening dat rekening gehouden dient te worden met de aard van het werkterrein waardoor marktwerking minder gewenst kan zijn. De gemeente Purmerend heeft op een aantal terreinen binnen de zorg te maken met marktwerking. Hierbij gaat het om Europese aanbestedingen met betrekking tot hulpmiddelen, hulp bij het huishouden en aanvullend openbaar vervoer. Met deze aanbestedingen wil de gemeente kwalitatief goede middelen en diensten inkopen tegen een redelijke prijs. Kwaliteit blijft echter het belangrijkste uitgangspunt. Daarnaast heeft de gemeente Purmerend met diverse instellingen een subsidierelatie. Deze subsidierelaties zijn belangrijk voor de gemeente Purmerend. Vaak zijn dit in zowel tijd als kwaliteit duurzame relaties. Zeker bij de belangrijke functie van ketenregie, is het noodzakelijk om langdurige relaties aan te gaan. Echter, de gemeente Purmerend neemt de vrijheid om over te gaan tot (openbare) aanbestedingen. Zij zal dit per situatie overwegen bij nieuwe uitvoeringstaken en bij onvoldoende presteren door een externe partij. In dit laatste geval hebben gesprekken tussen deze instelling en de gemeente niet tot gewenste resultaten geleid.
Regionale samenwerking Op het gebied van de verslavingszorg en de maatschappelijke opvang heeft de gemeente Purmerend de wettelijke centrumfunctie voor het gebied Waterland. De keuze is gemaakt om deze centrumfunctie te vervullen voor de gehele openbare geestelijke gezondheidszorg (Oggz). Voorwaarde bij de centrumfunctie is dat de gemeente Purmerend over het beleid en de besteding van de middelen overleg pleegt met de Waterlandse gemeenten. Dit overleg zal, indien mogelijk, tijdig en volledig plaatsvinden. Het Platform Oggz speelt hierbij een belangrijke rol. Met betrekking tot de WCPV-taken (Wet collectieve preventie volksgezondheid) wordt zoveel als mogelijk regionale uitvoering gegeven aan de gezondheidstaken. Naast de uniforme taken is ook maatwerk mogelijk. Door de intensieve samenwerking vindt geregeld kruisbestuiving en/of olievlekwerking plaats van succesvolle projecten of activiteiten. Voor het overige beleid op het terrein van zorg is de gemeente Purmerend bereid en in staat om haar expertise met de Waterlandse gemeenten te delen. Dit zal mogelijk moeten worden door die andere gemeenten onder andere de mogelijkheid te bieden om producten af te nemen tegen kostprijs. Tot slot bestaat er nog de situatie dat niet Purmerend als centrumgemeente is aangewezen, maar dat Zaanstad de centrumfunctie heeft voor de regio Zaanstreek/Waterland. Dit betreft het beleidsterrein van de vrouwenopvang. In deze situatie wil de gemeente Purmerend een actieve rol vervullen in het meedenken bij de beleidsvorming.
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
7
Bijlage 1 In deze bijlage wordt een nadere uitwerking gegeven van de zorgvisie op het niveau van doelgroepen. Deze uitgangspunten vormen de basis voor nieuw te ontwikkelen beleid. Ze vormen het vertrekpunt voor nieuw beleid. De doelgroepen zijn: - Iedereen - Mensen met een beperking - Kwetsbare inwoners - Jongeren - Ouderen - Mantelzorgers
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
8
Iedereen Wat wordt verstaan onder iedereen ? Onder iedereen worden alle inwoners van de gemeente Purmerend verstaan. De gemeente is immers verantwoordelijk voor de collectieve preventieve op het gebied van de volksgezondheid. Het bevorderen van gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en ziektepreventie is iets dat van toepassing is op en ten goede komt aan alle inwoners van Purmerend. Wat is het uitgangspunt bij het beleid voor iedereen ? Volgens de definitie van de WHO (World Health Organization / Wereldgezondheidsorganisatie) is gezondheid niet alleen de afwezigheid van ziekte of gebrek, maar een situatie van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden. De gemeente Purmerend onderschrijft deze definitie. Mensen die deelnemen aan de maatschappij voelen zich gezonder en andersom maakt een goede gezondheid in zowel psychisch, sociaal als fysiek opzicht deelname aan de maatschappij weer mogelijk. Een kwalitatief goed leven draagt bij aan het creëren van een betrokken samenleving. Wanneer mensen een kwalitatief goed leven leiden zullen zij meer openstaan voor de maatschappij om hen heen. De gemeente Purmerend wil daarom (blijven) investeren in preventietaken en preventieactiviteiten die voorafgaan aan activiteiten op het gebied van welzijn en zorg. De gemeente Purmerend wil dit actief, ongevraagd en anticiperend gaan doen op zowel fysiek, sociaal en psychisch terrein. Want preventie en gezond gedrag leidt tot meer gezonde levensjaren en daarmee tot meer kwaliteit van leven. De speerpunten voor toekomstig preventief beleid zijn obesitas, overmatig alcoholgebruik en opvoedingsondersteuning. De uitkomsten van de jaarlijkse gezondheidsmonitors* (0-11 jaar, 11-18 jaar, 18-70 jaar en 70-plussers) gaan bepalen welke accenten er gelegd worden binnen de diverse speerpunten, afgestemd op de lokale en regionale situatie. Daarnaast zal de aandacht uitgaan naar de versterking van de 1stelijns-gezondheidszorg. Dit kan onnodige doorgeleiding naar de 2de en 3de-lijnszorg voorkomen. Door samenwerking tussen de 1stelijnszorg en andere preventiepartners in de keten (welzijn, sport, onderwijs) wordt de signaleringsfunctie versterkt en kan preventiebeleid eerder en effectiever worden ingezet. Tot slot wil de gemeente Purmerend integraal gezondheidsbeleid realiseren binnen de gemeente, door ook aandacht te hebben voor gezondheidspreventie op andere terreinen. Bij belangrijke beleidsbeslissingen moeten zij vooraf de gezondheidseffecten meewegen.
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
9
Mensen met een beperking Wat wordt verstaan onder mensen met een beperking? Conform de (toelichting op de) Wet maatschappelijke ondersteuning wordt hieronder verstaan: mensen met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische of anderszins chronische psychische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap. Het gaat hier in alle gevallen om kenmerken van de persoon. Iemand is bijvoorbeeld door ouderdom slecht ter been geworden, is van kinds af aan zintuiglijk gehandicapt, of heeft door ziekte of door een ongeval een of meer lichaamsfuncties verloren. Of er zijn problemen in de relatie met anderen. In dit laatste geval is sprake van een 'psychosociaal probleem'. Naar hun oorzaak, kan men drie soorten beperkingen onderscheiden: de aangeboren of erfelijke, de door een ziekte ontstane en de gevolgen van normale veroudering. Wat is het uitgangspunt bij het beleid voor mensen met een beperking? Het uitgangspunt is dat mensen met een beperking recht hebben op een gelijke behandeling (in vergelijking tot mensen zonder een beperking). Dit houdt echter in dat mensen met een beperking beginnen met hun eigen (ook financiële) verantwoordelijkheid voor het eigen leven. Zij zijn volwaardig burger en individu. De samenleving moet zo ingericht zijn dat zij hun beperking zelf kunnen compenseren. Dit betekent een inclusieve samenleving : toegankelijke en bereikbare openbare voorzieningen, een recht op gelijke behandeling en prikkels tot participatie. Door het uitgangspunt van gelijke behandeling neemt de gemeente Purmerend de plicht op zich om de redenering door te voeren bij haar eigen beleidsvorming. Dit betekent dat bij het maken van nieuw beleid op het gebied van bijvoorbeeld sport of welzijn, er als vanzelfsprekend aandacht is voor mensen met een beperking. Slagen mensen er, door buiten hun invloedssfeer liggende redenen, niet in de regie over hun leven te voeren, dan kan de gemeente (tijdelijk) ondersteuning bieden. Dit dient individueel maatwerk te zijn: een gericht aanbod van individuele ondersteuning van wonen, werken, welzijn, (voort)bewegen en het aangaan van sociale relaties. De gemeente Purmerend wil deze ondersteuning in eerste instantie bieden met reguliere welzijnsactiviteiten, bijvoorbeeld met een goed aanbod aan voorliggende voorzieningen. Pas in tweede instantie met collectieve of individuele voorzieningen op grond van de Wmo (in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget*). Deze voorzieningen zullen na indicatiestelling toegekend worden. Belangrijk daarbij is dat de indicatiestelling onafhankelijk plaatsvindt, of in geval van bezwaar en beroep een onafhankelijk oordeel wordt gevraagd.
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
10
Kwetsbare inwoners Wat wordt verstaan onder kwetsbare inwoners? Onder kwetsbare inwoners wordt verstaan inwoners die op meerdere leefgebieden tegelijk problemen hebben. Hierbij gaat het om de volgende groepen: - mensen met zware psychosociale problemen; - mensen met psychische beperkingen; - mensen met (licht) verstandelijke beperkingen; - mensen met forse schulden; - mensen met verslavingsproblemen; - mensen die zichzelf, hun gezin en/of hun huishouden verwaarlozen; - mensen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld en/of mishandeling. Een specifiek kenmerk bij de groep kwetsbare inwoners is dat zij vaak (soms tijdelijk) niet in staat zijn om de regie te voeren over hun eigen leven. Zij hebben zorg of ondersteuning nodig maar kunnen dit niet altijd kenbaar maken. Soms keren zij zich zelfs af van de hulpverlening. Ook slagen zij er niet altijd in om een zorgtraject af te maken of hun gedragsverandering vol te houden. In een aantal gevallen raken mensen dak- of thuisloos. Wat is het uitgangspunt bij het beleid voor kwetsbare inwoners? Kwetsbare inwoners dienen in eerste instantie persoonlijk benaderd te worden en beschermd te worden. Niet alleen zijzelf, maar ook de uitvoerende afdelingen van de gemeente en maatschappelijke organisaties nemen het initiatief bij het verlenen van zorg. Zo nodig wordt er achter de voordeur gekeken, wanneer kwetsbare inwoners tegen zichzelf of tegen familie/huisgenoten beschermd moeten worden. Kwetsbare inwoners dienen zorg en ondersteuning te krijgen op diverse leefgebieden: zorg, inkomen, (passende) huisvesting, zinvolle dagbesteding en het aangaan van sociale relaties. Het gaat hierbij om outreachend* werken, bemoeizorg en indien nodig zelfs dwangbehandeling. Tot slot dient nazorg veel aandacht te krijgen. Het gaat immers om kwetsbare inwoners, bij wie het terugvallen in oude (levens)gewoonten snel kan gebeuren. Daarom moet het beleid erop gericht zijn om na behandeling alsnog nazorg aan te bieden tot het moment dat een cliënt weer kan meedoen aan de samenleving. Bij een aantal cliënten zal altijd een vorm van begeleiding nodig blijven. Zij hebben dan de maximale eigen verantwoordelijkheid die ze kunnen dragen bereikt. Daarnaast is het belangrijk dat er voldoende passende mogelijkheden zijn voor een zinvolle dagbesteding. Daarom is het belangrijk dat er een onafhankelijke organisatie is, goed ingebed in en afgestemd op de lokale situatie, die de vrijwillige inzet kan organiseren. Dit moet uiteindelijk leiden tot een passende dagbesteding voor elke doelgroep. Het beleidsplan 'Stedelijk Kompas voor de regio Waterland' bundelt de concrete maatregelen die de gemeente Purmerend op dit terrein wil nemen.
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
11
Jeugd in het kader van de jeugdzorg Wat wordt verstaan onder jeugd in het kader van de jeugdzorg? Onder jeugd wordt verstaan elk kind in de gemeente Purmerend in de leeftijd van min negen maanden tot 24 jaar. Maar omdat in deze leeftijdscategorie vooral hun ouders of verzorgers de verantwoordelijkheid hebben worden ook zij, met betrekking tot de rol van opvoeder, onder deze doelgroep geschaard. Het gaat om op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. Het heeft betrekking op jeugd (en in voorkomende gevallen hun ouders of verzorgers) bij wie sprake is van een verhoogd risico als het gaat om ontwikkelingsachterstand of uitval zoals schooluitval of criminaliteit. Wat is het uitgangspunt bij het beleid voor jeugd? Elk kind en hun ouders of verzorgers hebben recht op een goede ondersteuning bij de ontwikkeling en ontplooiing tot volwassenheid en participatie in de maatschappij. Het is belangrijk dat de jeugd gezond blijft en zich in alle opzichten goed kan ontwikkelen op psychisch, sociaal, cognitief en lichamelijk gebied, en actief worden betrokken bij de samenleving. Geïndiceerde hulpverlening op grond van de Wet op de Jeugdzorg is nog niet nodig, en wordt zo mogelijk voorkomen door een goed collectief preventief aanbod, georganiseerd door de gemeente Purmerend. De komende jaren zal de aandacht onder andere uitgaan naar de ontwikkeling van een Centrum voor Jeugd en Gezin, het herorganiseren van de jeugdgezondheidzorg van nul tot negentien jaar en het invoeren van de Verwijsindex* en het Elektronisch Kinddossier*. Bij de vorming van het Centrum voor Jeugd en Gezin heeft de gemeente Purmerend het standpunt dat iedereen er terecht moet kunnen met vragen, en niet alleen wanneer er problemen zijn. De achterliggende gedachte hierbij is dat opvoeden en opgroeien nog beter kan dan het al gaat. Daarnaast heeft het Centrum voor Jeugd en Gezin aandacht voor de volgende onderwerpen: - preventie van problemen - vroegsignalering - licht pedagogische hulpverlening - coördinatie van zorg en voorzieningen - het bieden van bemoeizorg. Belangrijke thema s hierbij zijn: gezondheid en leefstijl, jeugd en veiligheid, opleiding, werk en inkomen, jeugdhulpverlening en opvang en de aanpak van multiprobleem gezinnen met.
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
12
Ouderen Wat wordt verstaan onder ouderen? Onder ouderen wordt verstaan het aandeel 65-plussers van de Purmerendse bevolking. Nederland vergrijst de komende decennia sterk. Landelijk gezien neemt het aandeel 65plussers in de totale bevolking met ruim 10% toe in 2040 (van 13,7 procent naar 23,4 procent van de gehele bevolking ouder dan 65 jaar is. Ook in Purmerend neemt het aantal ouderen toe. Wijk
Centrum Overwhere Wheermolen De Gors Purmer-Noord Purmer-Zuid Weidevenne
Percentage zelfstandig wonende 65-plussers in 2007 29 % 22% 18% 11% 10% 11% 6%
Percentage zelfstandig wonende 65-plussers in 2022 35% 27% 22% 20% 16% 19% 12%
Percentage alleenwonende 65plussers in 2007 56% 45% 36% 32% 40% 35% 24%
Veel ouderen kampen met gezondheidsproblemen. En ook gevoelens van eenzaamheid komen onder ouderen regelmatig voor. Actieve ouderen Heel veel ouderen hebben geen zorg nodig. Zij leiden (nog) een actief leven. Deze groep ouderen vormen bij uitstek het sociaal kapitaal dat nodig is om vorm te geven aan de betrokken samenleving. Zij beschikken vaak over ervaring, kennis en tijd. Het is een speerpunt van beleid om deze groep te motiveren en te ondersteunen in een actieve deelname aan de betrokken samenleving. Wat is het uitgangspunt bij het beleid voor ouderen? Ouderen moeten zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen (woon)omgeving kunnen blijven. Daarnaast is het belangrijk dat zij blijven participeren in de samenleving. Om dit te kunnen realiseren is het belangrijk dat ouderen gebruik kunnen maken van een passend aanbod aan activiteiten op voor hen goed bereikbare plaatsen. Deze moeten niet te ver van hun woonomgeving zijn, maar vooral wijkgericht of soms zelfs op buurtniveau georganiseerd worden. Belangrijke welzijnsactiviteiten worden de ondersteunende diensten bij klussen in- en om het huis. Dit komt tegemoet aan één van de grootste behoeften van ouderen. Ook wordt aandacht besteed aan nieuwe vormen van vrijwillige inzet waarmee ouderen hun opgedane levenservaring in beroep of hobby kunnen delen met anderen. Dit verhoogt de maatschappelijke participatie van ouderen en levert een bijdrage aan de samenleving. Tot slot is eenzaamheidsbestrijding een prioriteit voor de gemeente Purmerend. Dit wordt desnoods in de vorm van bemoeizorg geleverd. In de woonvisie is genoemd dat er 'een thuis voor alle mensen' moet zijn, 'een woning met een evenwichtig aanbod van welzijn en zorg, zodat ook zij zich werkelijk thuis voelen in deze stad'. Dit betekent dat er in de toekomst meer alternatieven aanwezig moeten zijn van
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
13
woonzorgcomplexen, afgestemd op onder andere draagkracht en achtergrond van de bewoners. Bij al het nieuw te ontwikkelen beleid voor ouderen moet rekening gehouden worden met de standaard van de 'nieuwe' ouderen. Deze nieuwe ouderen zijn gemiddeld beter opgeleid, welvarender, assertiever en hebben een grotere diversiteit in behoeften en wensen. De vraag is of deze nieuwe ouderen in toenemende mate zelf kunnen en willen voorzien in hun eigen zorgbehoefte. Mantelzorgers Wat wordt verstaan onder mantelzorgers? Mantelzorgers zijn mensen die intensief zorgen voor een chronische zieke, gehandicapte of anderszins hulpbehoevende naaste (partner, ouder, kind of ander familielid of vriend). Mantelzorgers zijn geen professionele zorgverleners, maar geven zorg uit moreel plichtsbesef omdat zij een persoonlijke band hebben met de zorgbehoevende. Mantelzorgers zijn geen zorgvrijwilligers. Vrijwilligers kiezen er immers voor zorg te verlenen en kunnen bij de organisatie die hen inzet aangeven hoe lang en vaak ze willen werken. Mantelzorgers zijn daarentegen in de zorgsituatie terecht gekomen. Het is hen min of meer overkomen. Wat is het uitgangspunt bij het beleid voor mantelzorgers? De gemeente Purmerend hecht veel waarde aan mensen die mantelzorg verlenen. Daarom wil zij mantelzorgers ondersteunen in hun taak en voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken. Is er toch overbelasting ontstaan dan worden er omstandigheden gecreëerd waarmee mensen zich kunnen opladen. Tevens wil de gemeente Purmerend zich inspannen voor bekendheid en bewustwording van mantelzorg, de ondersteuningsmogelijkheden en de taak van de mantelzorger bij werkgevers onder de aandacht brengen. Hiervoor is het nodig dat de gemeente Purmerend meer mantelzorgers in beeld krijgt. Zowel nader onderzoek als de indicatiestelling in het Wmo-loket kan hieraan een bijdrage leveren. Er moet een onafhankelijk steunpunt zijn die mantelzorgers een ondersteuningsaanbod aanbiedt die past bij de individuele situatie (maatwerk). Een onafhankelijk steunpunt is niet verbonden aan een commerciële of andere organisatie. Het is goed ingebed in het lokale netwerk en zorgt in goede samenwerking en onderlinge afstemming met andere partijen, voor lokaal maatwerk. Overbelasting van mantelzorgers wordt zoveel mogelijk voorkomen, door diverse vormen van ondersteuning te bieden. Hierbij moet gedacht worden aan emotionele ondersteuning, ondersteuning door deskundigheidsbevordering, ondersteuning bij regeltaken (bijvoorbeeld een mantelzorgmakelaar), een lokaal aanbod van respijtzorg* door de inzet van vrijwilligers. Hiermee wil de gemeente Purmerend bereiken dat er ook in de toekomst voldoende mensen bereid en in staat zijn om mantelzorg uit te voeren.
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
14
Bijlage 2 In deze bijlage worden een aantal begrippen uit de zorgvisie uitgelegd. Begrippenlijst
Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) Deze wet verplicht alle Nederlandse gemeenten actief te zijn op het gebied van de volksgezondheid. Bij de invoering van de WCPV in 1989 is gekozen voor een gezondheidsdienst bij de gemeente (de GGD) en voor gemeentelijke beleidsvrijheid bij de organisatie van de werkzaamheden. De WCPV wijst ook taken aan die onder verantwoordelijkheid van de gemeente worden uitgevoerd. Bemoeizorg Bij deze vorm van zorg richten hulpverleners zich voornamelijk op de zogenaamde 'zorgmijders'. Het gaat hier om mensen die in behoeftige of anderszins verkommerde omstandigheden leven, maar de stap naar de reguliere hulpverlening (nog) niet kunnen of willen maken. Civil society Letterlijk vertaald: burgermaatschappij. De meest gangbare vertaling van 'civil society' is 'samenleving waarin het maatschappelijk middenveld leidend is'. Op pagina 3 wordt 'civil society' nader toegelicht. Beleidsspoor Een zijtak van een beleid: alle sporen samen vormen het beleid. Mantelzorg De zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door naasten: familieleden, vrienden, kennissen en buren. Kenmerkend is de al bestaande persoonlijke band tussen de mantelzorger en zijn of haar naaste. Daarnaast gaat het om langdurige zorg die onbetaald is. Op pagina 14 wordt 'mantelzorg' nader toegelicht. Lineair proces Eenrichtingsverkeer. Participatie Samenwerking, deelgenoot. Gezondheidsmonitor Bevat informatie over gezondheid, ziekte en sterfte van de bevolking en laat de samenhang zien met onder andere leefstijlfactoren en sociaal-economische omstandigheden. Persoonsgebonden budget Een persoonsgebonden budget (pgb) is een geldbedrag waarmee de persoon zelf zijn/haar zorg en begeleiding kan inkopen. De persoon kiest zelf zijn/haar zorgverleners en begeleiders uit of huurt een organisatie in.
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
15
Outreaching Letterlijk vertaald: uitreiken. Pro-actieve werkwijze waarbij hulpverleners actief op zoek gaan naar inwoners die baat kunnen hebben bij hun diensten. Verwijsindex Automatiseringssysteem dat risicomeldingen van hulpverleners over een bepaalde jongere bij elkaar brengt en hen informeert over hun betrokkenheid bij deze jongere. Elektronisch Kinddossier Het gedigitaliseerde dossier van kinderen in de jeugdgezondheidszorg. Respijtzorg Een verzamelterm voor een scala van voorzieningen dat mantelzorgers in de gelegenheid stelt hun zorgtaken af en toe, of regelmatig, over te laten aan een beroepskracht of een vrijwilliger. De bedoeling is dat de mantelzorger even vrijaf van de zorg kan hebben.
* zie begrippenlijst (bijlage 2)
16