UITVOERINGSPLAN MILIEU 2014 Gemeente Purmerend
1
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding
3
2. Kwaliteit van wonen
4
3. Kwaliteit van werken
12
4. Kwaliteit van recreëren
16
2
1. INLEIDING Voor u ligt het milieu uitvoeringsprogramma 2014. Dit uitvoeringsprogramma is gebaseerd op het milieuprogramma 20122016, dat op 28 april 2011 is vastgesteld door de gemeenteraad van Purmerend (nummer 11-21). Bij de vaststelling van het milieuprogramma heeft de gemeenteraad ervoor gekozen het programma budgetneutraal te vast te stellen. Bij de activiteiten voor 2014 wordt aangesloten bij de programmabegroting 2014- 2017. In dit uitvoeringsprogramma is daarom geen financiële paragraaf opgenomen. In het milieu uitvoeringsprogramma 2014 wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken (tot en met oktober 2013) met betrekking tot de beleidsdoelstellingen en wordt aangegeven welke activiteiten in 2014 worden ondernomen om de beleidsdoelstelling te halen. In het Milieu Uitvoeringsprogramma 2013 zijn, op verzoek van de gemeenteraad, de activiteit die geen extra inspanning vragen, in een bijlage opgenomen. In dit Uitvoeringsplan zijn alle acties uit het Milieubeleidsprogramma 2012-2016 benoemd en is, indien mogelijk, aangegeven welke acties in 2013 zijn ondernomen en is aangegeven wat de verwachting is, voor 2014. Daarnaast is aangegeven in welke beleidsdocumenten of -programma's de betreffende actie is opgenomen. Op deze manier wordt integraal inzichtelijk gemaakt wat in de gemeente Purmerend concreet gebeurd ten behoeve van de uitvoering van het milieubeleidsprogramma 2012-2016.
3
2. KWALITEIT VAN WONEN. Purmerend heeft de ambitie een goed leefklimaat te realiseren voor alle bewoners van de gemeente, met voldoende aanbod en kwaliteit van woningen, een aantrekkelijke woon- en werkomgeving en goed bereikbare voorzieningen zoals onderwijs en zorg. De gemeente heeft de wettelijke taak om de belangen van het milieu en daarmee van de leefomgeving te beschermen. Daarom ziet Purmerend erop toe dat de kernwaarden op het gebied van lucht, geur, geluid, gezondheid en externe veiligheid worden gehandhaafd. Belangrijke instrumenten voor het gemeentelijke milieubeleid zijn de vergunningverlening en toezicht en handhaving op grond van de Wet milieubeheer (Wm) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). 2.1 Het nieuwe wonen Trekker: afdeling RO (met ingang van 1 januari 2014 SO) Bij het 'nieuwe wonen' wordt onderscheid gemaakt tussen 1. Ontwerp en inrichting op stedenbouwkundig niveau; 2. Herstructurering en renovatie van bestaande woningen. In het milieubeleidsprogramma zijn hiertoe de volgende acties opgenomen. Code 3.1.11
3.1.4
1
Beleid Bij ieder bouwplan van 30 woningen of meer, stelt de ontwikkelde partij, in overleg met de gemeente Purmerend, een energievisie op stedenbouwkundig niveau op. De gemeente beoordeelt de energievisie op basis van de zgn. Trias Energetica. In volgorde van belangrijkheid gelden de volgende criteria: 1. besparing van energie; 2. gebruik van duurzame energie; 3. efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen.
Investering 100 uur per jaar
Resultaat 2013 Besteed: 100 uur. Op 30 mei 2013 heeft de gemeenteraad het document "Organische gebiedsontwikkeling Kop van West" (d.d. 28 maart 2013) vastgesteld. Hierin is opgenomen dat "in een nadere uitwerking van de duurzaamheidsambities bij kleinschaligere ontwikkelingen, zal mede in relatie tot de stadsverwarming worden bekeken hoe deze individuele initiatieven voor duurzaamheidsambities niet hoeven te worden geblokkeerd." In het najaar 2013 is gestart met een nadere uitwerking van de duurzaamheidsambities in de Kop van West. Bij het uitwerken wordt rekening
Verwachting 2014 In 2014 heeft dit beleid prioriteit voor wat betreft de ontwikkeling van nieuwbouwprojecten van 30 woningen of meer.
Deze codes corresponderen met de codes uit het Milieubeleidsprogramma 2012-2016 en niet met de hoofdstukindeling van dit uitvoeringsprogramma.
4
gehouden met het principe van de ontwikkeling van de Kop van West (flexibel en organisch), en wordt het "Warmte, tenzij"-principe (zie 3.1.3) uitgewerkt. Bij de ontwikkeling van de Kanaalzone (Weidevenne) heeft, bij de keuze van de ontwikkelaar, duurzaamheid een rol gespeeld. Dit heeft ertoe geleid dat in de stedenbouwkundige visie een uitwerking is gegeven van de Trias Energetica. 3.1.2
De bestaande kennis binnen de organisatie op gebied van duurzaam bouwen wordt (kwantitatief en kwalitatief) op peil gehouden.
40 uur per jaar
Ca 40 uur besteed aan het op pijl houden en ontwikkelingen van kennis op het gebied van duurzaam bouwen, waaronder gevolgen aanpassingen EPC norm.
Het rijksbeleid is erop gericht dat in 2015 de EPC verlaagd wordt naar 0,4 en in 2020 zelfs naar 0. In 2014 wordt nagegaan wat deze ontwikkeling voor Purmerend betekent.
3.1.3
Het "warmte, tenzij-"principe wordt gehanteerd: nieuwe bouwwerken worden aangesloten op het warmtedistributienet van Purmerend, tenzij dit economisch niet rendabel is (e.e.a. conform gemeentelijke bouwverordening)
N.v.t. 2
Op 1 maart 2013 is het Bouwbesluit gewijzigd, o.a. ten aanzien van de aansluitplicht op een distributie voor warmtenet. Hierdoor zijn de bepalingen over de aansluitplicht uit de bouwverordening vervallen en is er op basis van de bouwverordening geen verplichting meer aan te sluiten. In het bouwbesluit is het Warmteplan3 geïntroduceerd als instrument om de aansluitplicht te regelen. In het Milieubeleidsprogramma is het 'warmte, tenzij'- principe verankerd. Dit principe wordt bij nieuwe ontwikkelingen gehanteerd.
Bij nieuwe ontwikkelingen wordt het 'warmte, tenzij'-principe gehanteerd (zie 3.1.1).
2
Niet van toepassing: in het milieubeleidsprogramma 2012-2016 is ten aanzien van deze actie opgenomen: 'geen extra investering; past in de huidige taakvoering'. Deze actie vraagt geen extra investering. 3 Een warmteplan is gedefinieerd als: een besluit van de gemeenteraad voor een periode van ten hoogste 10 jaar, inzake de aanleg van een distributienet voor warmte in een bepaald gebied, waarin voor die periode de mate van energiezuinigheid en bescherming van het milieu gebaseerd op de energiezuinigheid van dat distributienet en het opwekkingsrendement van de over dat distributienet getransporteerde warmte bij aansluiting op dat distributienet is opgenomen, waarbij moet worden uitgegaan van het voor die periode geplande aantal aansluitingen op dat distributienet.
5
3.1.5
Eens per half jaar besteedt de gemeente middels voorlichting aandacht aan energiebesparing in bestaande woningen en aan eventueel daarvoor te verkrijgen subsidies
40 uur per jaar
3.1.6
Aansluiting op een publieke voorziening voor verwarming stimuleren, waar renovatie of aanpassing van bestaande bouw aan de orde is.
N.v.t.
3.1.7
Stimuleren Stadsverwarming Purmerend om het warmtenet verder te verduurzamen
50 uur per jaar
In 2013 is een plan van aanpak opgesteld voor de ontwikkeling en het bijhouden van een duurzaamheidspagina op de website. Het opzetten en bijhouden van deze site zal in feite een grotere inzet betekenen dan 40 uur per jaar die in het kader van het milieubeleidsprogramma is opgenomen. De website is eind 2013 gereed. Op ambtelijk en bestuurlijk niveau hebben diverse overleggen VVE's gevoerd over dit onderwerp. Uitgangspunt vanuit de gemeente is het 'warmte, tenzij'-princiepe. Besteed in 2013: 50 uur.
Zie ook Actielijst duurzaamheid onder 2.5. Up to date houden van de website.
In augustus 2013 heeft de Stadsverwarming een kwaliteitsverklaring van Ecofys ontvangen.
De kwaliteitsverklaring van Ecofys is gebaseerd op de standaard modellen. Hierin kunnen bepaalde maatregelen die de SVP neemt (zoals het toepassen van buffers met duurzame warmte) niet meegenomen worden. SVP werkt aan een aanvullende kwaliteitsverklaring waarbij het warmtenet nog beter werkt. Dit is belangrijk met het oog op de verlaging van de EPC. (In 2015 mogelijk 0,4 en in 2020 mogelijk 0,0).
Met deze kwaliteitsverklaring (bijlage 1) is het totale rendement van het warmtenetwerk van de stadsverwarming berekend. Het totale rendement is een van parameters die de EPC bepaalt. Tot op heden werd gerekend met een zgn. forfaitaire waarde, deze waarde was gebaseerd op andere uitgangspunten dan een warmtenetwerk met biowarmte. Er wordt dus nu een reëlere waarde van de EPC berekend.
Dit beleidsuitgangspunt wordt voortgezet.
2.2 Beleid bodemkwaliteit Trekker: afdeling VTH In het Bodembeleidsplan 2009 zijn de regels opgenomen die gelden bij bodemgerelateerde activiteiten. Het beleidsplan heeft betrekking op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (de chemische kwaliteit). Het beleid zoals dat in het milieubeleidsplan 2012-2016 ten aanzien van bodem is opgenomen, sluit aan op het bodembeleidsplan. In 2014 wordt een nieuw bodembeleidsplan uitgewerkt en vastgesteld.
6
Code 3.2.1
3.2.2
3.2.3
Beleid De bodemkwaliteit en de functie die de bodem heeft, worden op elkaar afgestemd. Schone grond moet schoon blijven, licht en matig verontreinigde grond moet worden beheerd en ernstig verontreinigde grond, waarbij actuele risico's zijn, moet worden gesaneerd. De bodemkwaliteitskaarten en bodembeheersplannen worden voor het totale grondgebied van de gemeente Purmerend geoptimaliseerd. Op deze wijze kunnen grondstromen en het toepassen van grond in werken en projecten beter worden gereguleerd en beheerd. Dit wordt meegenomen bij de reguliere en wettelijk verplichte actualisatie van de bodemkwaliteitskaarten en bodembeheersplannen. Grondstromen in werken en projecten reguleren en te beheren.
Investering N.v.t.
Verwachting 2014 Dit uitgangspunt wordt gehandhaafd bij nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast wordt in 2014 een nieuw bodembeleidsplan uitgewerkt en vastgesteld. Dit beleidsplan heeft m.n. betrekking op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem.
10.000,- (één optimalisatieslag)
Deze optimalisatieslag wordt begin 2014 uitgevoerd.
N.v.t.
Voor 'eigen grond' wordt nagegaan of dit gerecycled kan worden.
Beleid geluidhinder Trekker: afdeling VTH Binnen de gemeente Purmerend is geen apart geluidsbeleid opgesteld. Nieuwe ontwikkelingen worden getoetst aan de randvoorwaarden van de Wet geluidhinder, en als daaraan kan worden voldaan, wordt eventueel meegewerkt aan een hogere waarde. Code 3.3.1
Beleid In de leefomgeving vindt geen toename plaats van de geluidbelasting. Alleen wanneer aan de randvoorwaarden van de Wet geluidhinder wordt voldaan, kunnen hogere geluidswaarden worden vastgesteld.
Investering N.v.t.
Resultaat 2013 In 2013 is een hogere waarde besluit vastgesteld, ten behoeve de herontwikkeling van de Hoornse buurt.
Verwachting 2014 Dit beleid blijft gehandhaafd.
7
Beleid luchtkwaliteit en geurhinder Trekker: afdeling VTH Binnen de gemeente Purmerend is geen apart beleid voor luchtkwaliteit en geurhinder opgesteld. Nieuwe ontwikkelingen worden getoetst aan de randvoorwaarden van de Wet milieubeheer, en als daaraan kan worden voldaan, kan worden meegewerkt aan een nieuwe ontwikkeling (mits natuurlijk ook aan andere randvoorwaarden wordt voldaan). Code 3.4.1
Beleid Blijven voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit, welke zijn weergegeven in de Wet milieubeheer.
Investering N.v.t.
Verwachting 2014 Dit beleid blijft gehandhaafd.
Beleid externe veiligheid Trekker: afdeling VTH Binnen de gemeente Purmerend is geen integraal externe veiligheidsbeleid. Met ingang van 1 oktober 2013 is de vergunningverlening en handhaving van de lpg-stations overgegaan naar de RUD. Code 3.5.1
3.5.2
Beleid De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld beperkt te houden tot de wettelijke aanvaarde normen. Dit geldt voor activiteiten met gevaarlijke stoffen zowel op het gebied van vervoer als gebruik van deze stoffen binnen inrichtingen. Het up-to-date houden van de risicokaart. (wettelijk verplicht).
Investering Nv.t.
Verwachting 2014 Via de vergunningverlening en handhaving wordt ervoor gezorgd dat de risico's waaraan burgers in de leefomgeving worden blootgesteld beperkt blijven tot de wettelijke norm. Op basis van de Nota integrale handhaving heeft de handhaving van externe veiligheid een hoge prioriteit. Dit betekent dat hier de meeste inzet op wordt gepleegd. De inzet die hiervoor nodig is, wordt geborgd via de Nota integrale handhaving.
N.v.t.
Dit betreft een wettelijke plicht, en blijft gehandhaafd. De risicokaart is up to date en wordt up to date gehouden.
Beleid integraal waterbeheer Trekker: Afdeling SB Het beleid voor integraal waterbeheer is neergelegd in het Waterplan 2005 - 2015. In dit waterplan zijn doelstellingen opgenomen over het gewenste functioneren van het geïntegreerd watersysteem in 2015. De uitvoering van het waterplan 2005-2015 bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Aanpassing van de riolering (actie 3.6.3) 2. aanleggen van natuurvriendelijke oevers (actie 3.6.1); 3. duurzaam beheren en onderhouden van het watersysteem (actie 3.6.2) 4. Nemen van maatregelen om wateroverlast te voorkomen (actie 3.6.2) 5. monitoren van het watersysteem. 8
De acties die zijn opgenomen in het Milieubeleidsprogramma vloeien voort uit het Waterplan 2005-2015 en de daarbij horende deelplannen (het Oeverplan, het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017, Baggerplan, Onderhoudsplan, Monitoringsplan en het Whh maatregelen plan). De werkzaamheden die hiervoor worden gedaan, vallen onder het budget van de uitvoering van het waterplan.
Code 3.6.1
Beleid Bij de aanleg van nieuwe wateren of de herinrichting van bestaande wateren, wordt rekening gehouden met grond door de constructie van natuurlijke oevers. Uitwerking is locatieafhankelijk.
Investering Valt onder budget t.b.v. uitvoering van het Waterplan Purmerend en uitvoeringsplan beschoeiingen& bruggen.
2013 In 2013 is op een aantal punten verbeteringen bij de natuurvriendelijke oevers aangebracht. Het gaat hier o.a. om projecten in het Leeghwaterpark, de Gorsplas Zuid, OVerwhere, Weidevenne, Purmer Zuid en Pumeren Noord. De locaties zijn opgenomen in de Uitvoeringsplanning van het Oeverplan.
Verwachting 2014 Voor 2014 zijn verbeteringen gepland rond o.a. de Ringvaartstrook, de Gorsplas en op andere locaties verspreid over Purmerend. De locaties zijn opgenomen in de uitvoeringsplanning van het Oeverplan.
Indien zich kansen voordoen om natuurvriendelijke oevers te ontwikkelingen, deze signaleren en hier op anticiperen. Bij de constructie van oeverbeschoeiing wordt rekening gehouden met duurzame materialen, vervaardigd uit afvalplastic. Bij de aanleg van nieuwe bruggen of renovatie van bestaande wordt rekening gehouden met duurzamere materialen zoals kunststoffen / composieten en indien nodig specifieke aangepaste constructie. Op termijn (2013 - 2017) worden veel houten bruggen vervangen door meer duurzame materialen, zoals kunststoffen, composieten en metaal. Op een aantal plaatsen zijn reeds bruggen vervangen zoals Scholeneiland Overwhere Noord, Mulderslaantje, Koog- en Rietsingel.
In 2014 worden in De Gors en Wheermolen 10 bruggen vervangen door duurzame composiet bruggen, met ruimte voor faunapassage.
9
3.6.2
Bij herinrichtingen van straten en plantsoenen, waar mogelijk klimaatbestendige bestrating/inrichting toepassen, om het afvloeien van regenwater te verminderen en het bufferend vermogen te vergroten.
Projectafhankelijk
3.6.3
Integraal vervanging en dus ook afkoppeling vuil- en schoonwaterriolering in OverwhereZuid en Wheermolen (onderdeel waterplan).
N.v.t.
In Londonhaven (Weidevenne) de toepassing van waterdoorlatende verharding (Aquaflow) onderzocht. Het water wordt ondergronds opgevangen en afgevoerd. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat deze methode voor dit deel van Purmerend niet geschikt is, en hoge kosten met zich meebrengt. De integrale vervangsprojecten lopen op schema en komende jaren wordt dit verder uitgevoerd. De projecten zijn opgenomen in het Onderhoudsplan 2013 en betreffen het gefaseerd afkoppelen van Overwhere Zuid.
In projecten dat dit aan de orde is, wordt met dit uitgangspunt rekening gehouden.
Verwachting 2014 In 2014 wordt de Groenstructuurvisie ter vaststelling aangeboden.
Voor 2014 wordt Overwhere Zuid verder gefaseerd afgekoppeld.
Beleid natuurbeheer . Trekker afdeling RO (met ingang van 1 januari 2014; SO) Code 3.7.1
Beleid Groen in stedelijke omgeving behouden
Investering Nv.t.
Resultaat 2013 De voorbereidingen voor de Groenstructuurvisie zijn opgestart. Uitgangspunt bij deze visie is dat het groen in de stedelijke omgeving behouden blijft, en waar nodig, verbeterd. Onderdeel van de groenstructuurvisie vormt het bomenbeleidsplan.
3.7.2
Recreatief groen behouden
N.v.t.
Zie 3.7.1.
Beleid verkeer en vervoer Trekker afdeling RO (met ingang van 1 januari 2014; SO) In 2010 heeft het college het 'Fiets beleidsplan 2010-2015 ' vastgesteld. In dit beleidsplan is de ambitie opgenomen dat de gemeente het fietsklimaat in Purmerend verbetert. In dit beleidsplan gaat het om de volgende maatregelen: - 'afmaken' van het fietsnetwerk; - voldoende fietsstallingsvoorzieningen; - Beïnvloeden van gedrag door middel van handhaving, voorlichting en communicatie. Jaarlijks wordt nagegaan welke maatregelen worden uitgevoerd om de doelstellingen uit het fietsbeleidsplan te bereiken.
10
Code 3.8.1
Beleid Bestaande fietsvoorzieningen in stand houden.
Investering N.v.t.
Resultaat 2013 De uitvoering van de maatregelen 'uitbreiden aantal fietsparkeerplaatsen' en 'herkenbare fietsenstalling Plantsoenstraat' is doorgeschoven naar 2014.
Verwachting 2014 De maatregelen uit de Parkeervisie worden uitgevoerd (uitbreiden fietsparkeerplaatsen en herkenbare fietsenstalling Plantsoenstraat). Uitvoering uitbreiding fietsparkeren Jan Blakenbrug (in combinatie met de herinrichting kruispunt Gorslaan-Jaagweg
3.8.2
Streven naar instandhouding van het fijnmazig openbaar vervoersystemen
N.v.t.
Toegankelijke bushaltes Er zijn twee haltes niet toegankelijk gemaakt, omdat zij deel uitmaken van het project 'verkeer binnenstad'. De inrichting van deze haltes is meegenomen in dit project. Ten behoeve van de verbetering van de doorstroming, zijn de betreffende haltes verlengd, zodat meerder bussen kunnen halteren. DRIS Eind 2013 wordt gestart met de realisatie van het nieuwe busstation op het Tramplein.
In 2014 wordt het nieuwe busstation Tramplein verder gerealiseerd, inclusief vijf DRISpanelen.
Studie Bereikbaarheid Waterland de maatregelen doortrekken busbaan N235 bij Het Schouw en verplaatsen pontje zijn in 2013 uitgevoerd.
11
3. DE KWALITEIT VAN WERKEN Purmerend kent een goed ondernemersklimaat. De gemeente telt een groot aantal bedrijven en bedrijfjes die in en/of vanuit de gemeente hun werk verrichten. De kwaliteit van werken hangt sterk samen met de algehele omgevingskwaliteit. Op verschillende manieren wil Purmerend bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van de gemeente, hieronder worden deze bijdragen aangegeven. Beleid Mobiliteit Trekker afdeling RO (met ingang van 1 januari 2014; SO) Code 4.1.1
Beleid Nieuwe ontwikkelingen en plannen zodanig uitvoeren dat wonen, werken en ondernemen in Purmerend goed mogelijk en aantrekkelijk is.
Investering 80 uur per jaar Kosten: PM (afhankelijk van situatie)
Resultaat 2013 Verkeer binnenstad In oktober 2013 zijn de inrichtingsvoorstellen aan de commissie SOB voorgelegd.
Verwachting 2014 Verkeer binnenstad Naar aanleiding van de bespreking in de commissie SOB worden de voorstellen in 2014 opnieuw aan de raad voorgelegd. De uitvoering hiervan vindt mogelijk in 2014 plaats.
Inzet digitale snelheidsborden Het doel hiervan is de rijsnelheid verlagen (minder uitstoot).
Inzet digitale snelheidsborden Het continuering van de inzet in 2013.
Verwachting Resultaat 2013 De vergunningverlening en handhaving van enkele vergunningplichtige bedrijven is m.i.v. 1 oktober 2013 overgedragen aan de RUD. Het betreffen hier ondermeer de LPGstations en vuurwerkverkoopinrichtingen alsmede een aantal metaalbewerkingsbedrijven
Verwachting 2014 Voor 2014 wordt een Handhavingsprogramma vastgesteld. Vaststelling hiervan loopt parallel aan de vaststelling van dit uitvoeringsprogramma.
Beleid vergunningverleningen en handhaving Trekker: afdeling VTH. Code 4.2.1
Beleid Het actueel houden van vergunningen in het meldingensysteem. Toezicht op en handhaving van de daarbij behorende regels vindt frequent plaats.
Investering N.v.t.
In het handhavingsprogramma 2013, dat is vastgesteld op 11-12-2012 , is aangegeven op welke wijze de beschikbare toezicht- en handhavingscapaciteit in 2013 wordt ingezet. Naast de reguliere activiteiten wordt ingezet op themagerichte activiteiten, waaronder geluidmetingen bij evenementen en programmatisch integrale toezicht en handhaving milieu en brandpreventie.
12
4.2.2
4.2.3 4.2.4
Eens in de vijf jaar wordt een analyse en prioriteitstelling milieuwethandhaving opgesteld (wettelijk verplicht). Regelmatig, meer in elk geval naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie, wordt nagegaan of het handhavingsbeleid moet worden aangepast.
250 uur per 5 jaar + 80 uur per jaar
In 2012 is de Nota Integrale Handhaving vastgesteld, jaarlijks wordt een handhavingsuitvoeringsprogramma opgesteld (zie 4.2.1) en jaarlijks wordteen evaluatie van de handhaving opgesteld.
Invoeren overdracht van kennis en informatie Bij het verlenen van omgevingsvergunningen wordt rekening gehouden met het milieubeleidsplan
40 uur per jaar
Deze actie is onderdeel van het reguliere werk.
40 uur per jaar
Deze actie is onderdeel van het reguliere werk.
Zie ook 4.2.1
Het college stelt dit uitvoeringsprogramma en het evaluatieverslag vast, het wordt ter kennisname aangeboden aan gemeenteraad.
Beleid voorbeeldfunctie gemeentelijke organisatie Trekker: afdeling Bedrijfsvoering Code 4.3.1
Beleid Waar mogelijk en wenselijk koopt Purmerend producten en diensten duurzaam in.
Investering 50 uur per jaar
Resultaat 2013 Het uitgangspunt is verwerkt in het inkoopjaarplan 2013.
Verwachting 2014 In 2014 wordt, samen met het Servicepunt Duurzame energie, gestart met een zgn. Esco (energie service company) om het energiegebruik in het gemeentehuis te beperken en te verduurzamen. Het is de bedoeling dat de besparingen die dit oplevert, weer terugkomen bij de gemeente Purmerend.
13
Beleid maatschappelijk verantwoord ondernemen Trekker afdeling RO (met ingang van 1 januari 2014; SO) Code 4.4.1
Beleid Middels het regulerende spoor ondernemers stimuleren om verdergaande milieumaatregelen in de bedrijfsvoering door te voeren.
Investering 50 - 100 uren
Resultaat 2013 Eind 2013 / begin 2014 wordt, in samenwerking met de Stadsverwarming Purmerend bv, voor de bedrijven op de Baanstee Oost en - West en De Koog een energiescan aangeboden. Hierdoor wordt voor het MKB zichtbaar op welke manier zij energie kunnen besparen in de bestaande bedrijfsvoering. Deze actie is opgenomen in de Actielijst duurzaamheid 2013.
2014 In 2014 wordt een algemene bijeenkomst georganiseerd om na te gaan of het mogelijk is collectieve (energie)voorzieningen op de betreffende bedrijventerreinen te realiseren.
De gesprekken met gegadigden over vestiging Baanstee-Noord zijn voortgezet. Met het reguliere spoor kan ook gedacht worden aan vergunningverlening, toezicht en handhaving. Door middel van toezicht en handhaving op de Wet Milieubeheer wordt beoogd dat de nadelige gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk worden voorkomen dan wel worden beperkt. Voor 2013 waren 530 controles gepland.
Het handhavingsuitvoeringsprogramma 2014 wordt vastgesteld, hierin worden de acties uit 2013 geëvalueerd en wordt aangegeven hoeveel bedrijven in 2014 zullen worden gecontroleerd en hoeveel capaciteit dit vraagt.
Resultaat 2013 In 2013 heeft de gemeente Purmerend zich aangesloten bij het project 'Elektrisch vervoer' van de Metropoolregio Amsterdam (MRA-E).
Verwachting 2014 De komende jaren zullen 20 laadpalen in Purmerend worden gerealiseerd.
Beleid stimulering duurzame ontwikkeling Trekker afdeling RO (met ingang van 1 januari 2014; SO) Code 4.5.1
Beleid Waar mogelijk en wenselijk stimuleert de gemeente initiatieven op het gebied van elektrisch vervoer, toepassing van alternatieve motorbrandstoffen, groene grondstoffen en duurzame elektriciteit.
Investering 160 uur per jaar. Deze uren worden intern voor dit doel vrijgemaakt.
Zie ook Actielijst duurzaamheid 2013, actie 3.1.
14
Beleid voor duurzame bedrijfslocaties Trekker afdeling RO (met ingang van 1 januari 2014; SO) Code 4.7.1
Beleid In voorkomende gevallen bedrijfsterreinen duurzaam revitaliseren. Waar mogelijk duurzame revitalisatie stimuleren.
Investering PM afhankelijk van keuzes en mogelijkheden.
Resultaat 2013 In 2013 heeft geen revitalisering van de bedrijventerreinen plaatsgevonden. Wel is op de bestaande bedrijventerreinen een energiescan uitgevoerd (zie ook code 4.4.1 en de Actielijst duurzaamheid 2013.
Verwachting 2014 De Baanstee Noord wordt verder ontwikkeld. Een 'duurzaamheidsadviseur' adviseert ondernemers over het treffen van duurzaamheidsmaatregelen in de te realiseren bedrijfspanden.
Beleid gemeentelijke wagenpark en vervoersbewegingen Trekker: afdeling Uitvoering Code 4.8.1
Beleid Bij vervanging van de gemeentelijke voertuigen afwegen of overstappen op milieuvriendelijke alternatieven rendabel en wenselijk is.
Investering pm
Verwachting 2014 Bij de aan te schaffen vrachtauto's wordt de genoemde afweging gemaakt, binnen de randvoorwaarden van het beschikbare budget en functionaliteit. Uitgangspunt is dat de vrachtauto's voldoen aan Euro-6 normen.
15
4. DE KWALITEIT VAN RECREËREN Er zijn raakvlakken tussen milieuthema's en recreatie en toerisme. Inzetten op duurzame recreatie betekent enerzijds het behouden van de natuurwaarden van de recreatiegebieden, en anderzijds het zo beperkt mogelijk houden van de milieubelasting. Daarnaast Purmerend een levendige stad, gedurende het jaar worden een groot aantal evenementen georganiseerd. Een duurzaam evenement resulteert in een winwinsituatie voor alle betrokken partijen en de omgeving waar het evenement plaatsvindt. In onderstaande tabel wordt aangegeven welke ambities er zijn, en hoe daar mee om wordt gegaan. Beleid duurzame recreatie Trekker afdeling RO (met ingang van 1 januari 2014; SO). Code 5.3.1
5.3.2
5.3.3
Beleid Behouden van de recreatieve waarden van het Purmerbos, zodat duurzame recreatie mogelijk blijft Bij de uitvoering van het actieplan waterrecreatie rekening houden met duurzame vaarrecreatie.
Investering Geen: past in de huidige taakuitvoering Geen; past in de huidige taakuitvoering.
Purmerend stimuleert initiatiefnemers van evenementen tot invoering van duurzaamheidsaspecten c.q. maatschappelijke verantwoord ondernemen.
Geen: past in de huidige taakuitvoering.
Resultaat 2013 Geen ontwikkelingen.
Verwachting 2014
De realisering van het actieplan is mede afhankelijk van het verkrijgen van subsidies. Deze subsidies zijn in 2013 aangevraagd bij de provincie. Besluitvorming hierover wordt eind 2013 verwacht. In het actieplan is ook rekening gehouden met de realisering van elektrisch varen in stad en regio.
De realisatie van de voorzieningen zal in 2014/2015 geschieden.
Op 23 april 2013 heeft de gemeenteraad de Evenementenvisie Purmerend 2012-2022 vastgesteld. Het streven is erop gericht om evenementen duurzaam te laten organiseren. Dit betekent dat aan organisatoren wordt verzocht: - het afval te beperken en te scheiden; - gebruik te maken van recyclebare materialen; - water en energie te besparen; - aandacht te hebben voor bereikbaarheid op de fiets of met openbaarvervoer.
Naar aanleiding van de besluitvorming om de gemeenteraad op 23 april 2013 zal nader overleg gevoerd worden met evenementen organisaties over het treffen van duurzaamheidsmaatregelen tijdens de evenementen.
16