Zorgplan IJsselcollege 2014 – 2015
ZORGPLAN 2014 – 2015
1
Inhoudsopgave I. Inleiding ...................................................................................................... 3 II. De visie op leerlingenzorg.............................................................................. 3 III. De piramide van zorg en drie niveaus van leerlingzorg ...................................... 3 IV. De basiszorg en de leerlingbespreking ............................................................ 4 V. De tweede lijn van zorg en het interne zorgteam. ............................................. 5 VI. De derde lijn van zorg en het Zorg Advies Team .............................................. 5 e) De taken van het Zorg Advies Team zijn: ........................................................ 5 VII. De rol van de zorgcoördinator ........................................................................ 6 VIII. De rol van de locatieleiding ........................................................................... 6 IX. Interne specialisten ...................................................................................... 7 X. Samenwerking met externe partners ............................................................. 7 XI. Ontwikkelingen in de zorg ............................................................................. 7 XII. Speerpunten van ontwikkelingen 2014-2015 ..................................................10 XIII. Bijlage: schoolprofielen locaties………………………..………………................................11
ZORGPLAN 2014 – 2015
2
I.
Inleiding Voor u ligt het zorgplan van het IJsselcollege voor het cursusjaar 2014-2015. In het zorgplan is onze visie op zorg en de structuur van de zorg beschreven. Waar nodig zijn specifieke verschillen tussen de locaties benoemd. In aparte hoofdstukken zijn de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de leerling zorg van diverse functionarissen in de school nader uitgewerkt. In het zorgplan is een apart hoofdstuk opgenomen met een beschrijving van belangrijke ontwikkelingen op het gebied van de zorg en de daarbij door de school geformuleerde de ontwikkeldoelen voor de periode 2014-2015.
II.
De visie op leerlingenzorg Zorg voor de leerling is een vorm van belangstelling voor de dagelijkse gang van zaken op school met als doel een zo gunstig mogelijke leer -en leefsituatie te creëren waarbinnen de leerling tot optimale resultaten kan komen. Onder belangstelling verstaan we: in de professionele houding van de leerkracht moet aandacht zijn voor de individuele leerling. De docent moet tijdig kunnen en willen signaleren en ondersteuning bieden. Indien de situatie dit vereist moet tijdig verwezen worden naar professionele hulp. Als het gaat om de dagelijkse gang van zaken op school wordt bedoeld: de organisatie binnen de school, het contact tussen docent en leerling in de lessituatie en de relaties tussen de leerlingen onderling. Met een optimale leer –en leefsituatie bedoelen we: sfeer en veiligheid op school en het ontwikkelen van een groepsgevoel: ik mag er zijn – ik mag er zijn zoals ik ben het samen hier verantwoordelijk voor zijn. Het streven naar optimale resultaten moet leiden tot: wat in aanleg bij een leerling aanwezig is moet tot uitdrukking komen in prestaties en welbevinden op school. Activiteiten binnen en buiten de school moeten hierop gericht zijn. Het bovenstaande vraagt van docenten en andere medewerkers de intentie om vanuit een professionele attitude met leerlingen om te gaan.
III.
De piramide van zorg en drie niveaus van leerlingzorg
De piramide van zorg is uitgangspunt voor de leerlingbegeleiding. De piramide van zorg geeft van onder naar boven de zorg voor leerlingen weer van algemeen naar specifiek, van basiszorg voor alle leerlingen tot meer specifieke zorg in de school en/of buiten de school voor bepaalde leerlingen. De lagen 1, 2 en 3 vormen de basiszorg, 4 is de tweede lijn van zorg, 5 is de derde lijn van zorg.
ZORGPLAN 2014 – 2015
3
Verwijzing zp externe zorg Zorg aan individu
Specialistische zorg binnen de school Zorg door de mentor Zorg vanuit het team
Zorg vanuit het team Niet probleem gestuurde zorg Niet-probleemgestuurde zorg
De leerlingenzorg vindt plaats binnen drie lagen. De basiszorg is voor alle leerlingen, vindt plaats in de klas/school en wordt geboden door de docent, de mentor en (op afstand) de teamleider. In verschillende vormen van leerlingbesprekingen worden de voorkomende leer- en gedragsproblemen besproken en afspraken gemaakt voor het handelen van docenten en mentoren. Voor een deel van de problemen is een bredere bespreking nodig. Voor deze problematiek is de tweede laag van zorgoverleg, het Interne Zorgteam. Vanuit dit overleg kunnen verdere acties ondernomen worden. Het Interne Zorgteam kan verwijzen naar het overleg met externe partners, namelijk het Zorg Advies Team(ZAT). Voor aanmelding in het IZT en ZAT zijn criteria en formulieren ontwikkeld. Voor het goed functioneren van de drie lagen is het volgende noodzakelijk: de afspraken over taken en verantwoordelijkheden dienen voor ieder in de organisatie duidelijk te zijn; de werkwijze en procedures van de drie lagen moeten goed op elkaar af gestemd zijn; het kwadrantenmodel is een instrument om informatie over leerlingen overzichtelijk in beeld te brengen; ontwikkelingen en afspraken m.b.t. de zorg voor leerlingen worden vastgelegd in het digitale LVS van de school de zorg die de school kan en wil bieden heeft zijn grenzen. Deze zorgbreedte moet duidelijk gedefinieerd worden; de noodzakelijke regelgeving met betrekking tot bescherming van privacy moet worden nageleefd.
IV.
De basiszorg en de leerlingbespreking De basiszorg per locatie is vastgelegd in het ondersteuningsprofiel Koers VO, het samenwerkingsverband van de regio. (zie bijlage) De leerlingbesprekingen (waaronder we ook de rapportvergaderingen verstaan) voeren we 5x per jaar volgens een vaste kwaliteitscyclus van verzamelen informatie, analyseren, probleem formuleren, bespreken, handelingsplan vaststellen en uitvoeren, evalueren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het leerlingvolgsysteem Magister.
ZORGPLAN 2014 – 2015
4
V.
De tweede lijn van zorg en het interne zorgteam.
De taken van het interne zorgteam zijn: Bespreken van de gesignaleerde leerlingen met problemen; diagnosticeren van problemen; adviseren docenten(-teams) en mentoren; aanbevelingen geven voor een handelingsplan; eventueel onderzoek laten verzorgen; afspraken maken over doorverwijzing naar plusvoorziening, ZAT en/of externe instanties; evalueren van het resultaat van de gegeven adviezen; Het interne zorgteam bestaat uit: de zorgcoördinator (voorzitter); de schoolmaatschappelijk werker; de (betrokken) teamleiders; de begeleider plusvoorziening; de jeugdverpleegkundige de remedial teacher (locatie Kanaalweg). Frequentie en duur van het overleg Locatiespecifiek worden er afspraken gemaakt over het vergaderrooster. Om de week is er een IZT. Werkwijze en procedures In de schoolgids wordt vermeld dat leerlingen voor het intern zorgoverleg besproken kunnen worden. Er wordt vooraf geen toestemming gevraagd aan ouders/verzorgers. Elke mentor kan een leerling uit zijn/haar klas voordragen bij de teamleider ter bespreking in het intern zorgoverleg. De mentor levert schriftelijk de hulpvraag en de benodigde informatie uit het LVS van de leerling en de teamleider draagt de leerling voor bij het intern zorgteam. De zorgcoördinator stelt de agenda vast en zorgt voor de verspreiding. De verslaglegging wordt gedaan door de teamleider in het LVS. De afspraken worden indien nodig door de teamleider en de mentor in het handelingsplan opgenomen en verspreid naar het docententeam van de leerling. Het intern zorgoverleg spreekt per besproken leerling een evaluatiemoment af. Dit wordt vastgelegd in het LVS door de teamleider.
VI.
De derde lijn van zorg en het Zorg Advies Team
De taken van het Zorg Advies Team zijn: bespreken van de gesignaleerde leerlingen met leer-en gedragsproblemen, multiproblemen; adviseren teamleiders, mentor en team van docenten; aanbevelingen geven voor een handelingsplan; eventueel onderzoek laten verzorgen; afspraken maken over doorverwijzing naar externe instanties; evalueren van het resultaat van de gegeven adviezen; Het Zorg Advies Team bestaat uit: de zorgcoördinator (voorzitter); de schoolmaatschappelijk werker; de betrokken teamleider(s);
ZORGPLAN 2014 – 2015
5
de leerplichtambtenaar; de jeugdverpleegkundige; de begeleider Plusvoorziening een vertegenwoordiger van Rec 2 (op afroep) de orthopedagoog / adviserend psycholoog (op afroep)
Frequentie en duur van het overleg Het ZAT vindt een maal per zes weken plaats op een vaste dag en tijd. De planning wordt jaarlijks in juni vast gelegd. Een bijeenkomst duurt anderhalf uur. Werkwijze en procedures Er wordt voorafgaande aan de bespreking mondeling toestemming gevraagd aan ouders/verzorgers. Van de gemaakte afspraak wordt voorafgaande aan het ZAT een schriftelijke bevestiging gestuurd. Elke teamleider kan een leerling uit een van de klassen die onder haar/zijn verantwoording vallen voordragen ter bespreking ZAT. De teamleider levert uiterlijk zeven werkdagen voor een vergadering schriftelijk de hulpvraag en de benodigde gegevens uit het LVS aan bij de zorgcoördinator. De zorgcoördinator stelt de agenda vast en zorgt voor de verspreiding van agenda en stukken. Deze verslaglegging wordt gedaan aan de hand van een afsprakenformulier. De teamleider noteert in magister. De zorgcoördinator maakt een verslag van de bespreking en zorgt voor spoedige verspreiding daarvan. Het ZAT spreekt per besproken leerling een evaluatiemoment af. Bij de hele procedure volgen we het privacyprotocol, zoals dat gepubliceerd is op de portal.
VII.
De rol van de zorgcoördinator
De zorgcoördinator is een functionaris, die primair belast is met de zorgstromen binnen de locatie en de contacten met derden. De zorgcoördinator is de spin in het web van de zorg op de locatie. De zorgcoördinator valt functioneel onder het lid van de locatieleiding met zorg in zijn/haar pakket. De werkzaamheden van de zorgcoördinator bestaan uit acties m.b.t. de ontwikkeling en de uitvoering van het zorgbeleid. Deze werkzaamheden zijn nader uitgewerkt in het document Taakomschrijving Zorgcoördinator. Daarin zijn eveneens opgenomen de competenties en facilitering van de zorgcoördinatoren.
VIII. De rol van de locatieleiding De locatiedirecteur of plv. locatiedirecteur is eindverantwoordelijk voor de leerlingzorg. De taken van dit lid van de locatieleiding zijn:
het aansturen van de zorgcoördinator, schoolmaatschappelijk werkende en decanen; het bewaken van de procedures binnen de zorg; het volgen van maatschappelijke ontwikkelingen op lange en middellange termijn en het bezien van de gevolgen daarvan voor het zorgbeleid; het ontwikkelen van nieuwe initiatieven m.b.t. het zorgsysteem en hiervan voorstellen doen voor de locatieleiding; het organiseren en voeren van overleg binnen en buiten de school over (samenwerkings-)projecten en ontwikkelingen;
ZORGPLAN 2014 – 2015
6
IX.
het evalueren van toegekende projecten ; het vertegenwoordigen van de school in diverse overlegorganen buiten de school; zorg dragen voor het jaarlijkse schoolbrede evaluatieverslag over de zorg in het kader van het kwaliteitsbeleid.
Interne specialisten
Iedere locatie beschikt over een aantal specialisten. In het MAVO/HAVO/VWO aan de locatie Alkenlaan zijn dat de dyslexiecoach, faalangstreductietrainer, begeleider plusvoorziening, schoolverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werkster. De taken in verband met vakhulp en studievaardighedentraining worden door docenten uitgevoerd, die zich daarin bekwaamd hebben. Het VMBO aan de locatie Kanaalweg beschikt over remedial teachers, faalangstreductietrainer, een orthopedagoge ( op afroep), begeleider plusvoorziening, schoolverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werkster. Het Praktijkonderwijs aan de Wiekslag beschikt over remedial teacher, orthopedagoge, schoolverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werkster.
X.
Samenwerking met externe partners
Samenwerkingspartners van de school op het gebied van leerlingzorg zijn: Centrum voor Jeugd en Gezin Leerplichtambtenaar Samenwerkingsverband Koers VO , waaronder het onderwijszorgloket Bureau Jeugdzorg, van wie met name de voorpostfunctionaris Ambulante begeleiding Scoor
XI.
Ontwikkelingen in de zorg
Het ministerie van OC&W heeft in 2011 twee ontwikkelingen in gang gezet die hun uitwerking hebben op het zorgbeleid van het IJsselcollege, te weten Plusvoorziening en Passend Onderwijs. Plusvoorziening Een deel van de jongeren in de Nederlandse samenleving raken steeds verder overbelast. Deze jongeren bevinden zich onder andere op onze VO-scholen. Zonder steun van anderen bestaat het gevaar dat deze jongeren stoppen met hun schoolcarrière zonder dat zij een startkwalificatie behalen. In navolging van het rapport ‘Vertrouwen in de school’ waarin door P. Winsemius gepleit wordt voor Plusvoorzieningen voor deze overbelaste jongeren, is OC&W met een subsidieregeling gekomen om de ontwikkeling van deze voorzieningen te stimuleren. Het IJsselcollege is een plusvoorziening gestart om de overbelaste jongeren bij het IJsselcollege een oplossing te bieden, afstroom en VSV te voorkomen. De geplande voorziening is een voorziening op het IJsselcollege zelf. We onderscheiden daarbij de volgende doelen: a) Leerlingen die door leer- en/of gedragsproblemen dreigen af te stromen zo te ondersteunen, dat zij de lessen op hun eigen niveau kunnen blijven volgen.
ZORGPLAN 2014 – 2015
7
b) Leerlingen die door leer- en/of gedragsproblemen dreigen uit te vallen uit het VMBO zo te ondersteunen dat zij het reguliere onderwijs (weer) kunnen volgen. c) Het handelingsrepertoire van docenten zodanig verbreden, dat zij leerlingen met leer- en gedragsproblemen beter kunnen signaleren, begeleiden en lesgeven. Dit doel biedt de school een kans op een meer duurzame aanpak van de gesignaleerde problematiek. Op het IJsselcollege wordt veel energie gestoken in het verbeteren van de interne zorgstructuur. Onderdeel daarvan is het opzetten van een systeem van vroege signalering waarbij de plusvoorziening een belangrijke rol speelt in signalering, preventie en remediëring. Leerlingen worden voor deze plusvoorziening aangemeld via een vaste procedure. De begeleider plusvoorzieningen is een externe deskundige, die gedetacheerd is bij het IJsselcollege. Het complete plan, met tijdpad, doelen en evaluatiemomenten staat beschreven in het document Plan Plusvoorziening IJsselcollege. Passend Onderwijs In november 2012 is een wetsvoorstel ten behoeve van de invoering Passend Onderwijs voorgelegd aan de kamer. In het schooljaar 2014-2015 zal deze definitief van kracht worden. Wat het gevolg van de invoering van Passend Onderwijs voor onze school zal zijn, welke voorbereidingen we kunnen en moeten treffen is in de notitie Passend Onderwijs IJsselcollege verwoord. Hieronder een verkorte weergave van de paragrafen die beschrijven wat de invoering Passend Onderwijs van de school vraagt. a) Intake en plaatsing We kunnen leerlingen niet zonder meer afwijzen, we moeten binnen het samenwerkingsverband kunnen aantonen dat plaatsing van een bepaalde leerling te veel vraagt van de school en de docenten en/of medeleerlingen. We zullen vaker te maken krijgen met leerlingen die extra zorg behoeven, het zal naar verwachting niet gaan om heel grote aantallen, maar wel om leerlingen ( en ouders/verzorgers) die relatief veel van de talenten en de energie van docenten en mentoren zullen vragen. De omvang van de extra zorg die tot nu toe geboden kon worden aan de voormalige rugzakleerling zal in ieder geval kleiner zijn, tenzij de school uit eigen middelen extra zorg inzet. Het formuleren van duidelijke criteria voor plaatsing en het formuleren van criteria voor afwijzen kan ons helpen te bepalen waar we op dit moment en in de toekomst sterk in willen zijn en waar we de grenzen willen leggen. Het opstellen van een ontwikkelingsperspectief moet vast onderdeel worden van de procedure van plaatsing. b) Dekkend onderwijsaanbod Binnen het samenwerkingsverband moet een dekkend aanbod gerealiseerd zijn. Om binnen het samenwerkingsverband het gesprek over onze rol in dat dekkende aanbod goed te kunnen voeren is het van belang te bepalen hoe ver wij zijn met de verplichte basiszorg en wat wij aan basiszorg+ kunnen bieden. Het communicatiemodel Onderwijszorgprofiel kan ons helpen dit nader te definiëren. Uitgangspunt voor basiszorg is de verplichte basiszorg die van alle scholen wordt verwacht. Basiszorg+ is de extra zorg die bepaalde scholen kunnen bieden.
ZORGPLAN 2014 – 2015
8
Het is van belang een duidelijk beeld te krijgen van de voornemens van de andere scholen in de regio. c) Ontwikkelingsperspectief Als een leerling tot de school is toegelaten, wordt de eventuele extra ondersteuning opgenomen in het ontwikkelingsperspectief. Het ontwikkelingsperspectief komt in de plaats van het handelingsplan. Het ontwikkelingsperspectief wordt na overleg met de ouders vastgesteld. Indien voor het kind of het gezin ook opvoed- en opgroeihulp vanuit het gemeentelijke domein nodig is, kan dit worden opgenomen in het ontwikkelingsperspectief. We hebben in de school al enige ervaring met het werken met het maken van op ontwikkeling gerichte plannen. In de huidige aanpak wordt binnen PRO en LWOO gewerkt met handelingsplannen voor zorgleerlingen. Binnen PRO wordt ook gewerkt met Individuele Ontwikkelplannen. Binnen M/H/V is ruime ervaring opgedaan met ‘rugzakleerlingen’. Voor deze leerlingen werd en wordt systematisch gewerkt met handelingsplannen. Voor het bieden van de benodigde zorg binnen het Ontwikkelingsperspectief is een goede relatie met de ketenpartners zoals CJG noodzakelijk. De school is deelnemer in een overleg samenwerking CJG- Onderwijs binnen Capelle aan den IJssel. d) Kwaliteit van het onderwijs Minder leerlingen zullen in aanmerking komen voor de indicatie LWOO of PRO. Veel vaker zullen relatief zwakke leerlingen in een grote klas terecht komen. Het risico van voortijdig schoolverlaten wordt daardoor groter en de school loopt een risico op de kwaliteitskaart. Ook binnen MHV-groepen lopen we een risico op het behalen van de huidige kwaliteit omdat meer van de docenten gevraagd wordt in meer complexe groepen met relatief veel leerlingen die extra zorg behoeven, maar dat onvoldoende krijgen. Het goed gebruik maken van het LVS van Magister, het werken met landelijk genormeerde toetsen ( Cito Vas, Diataal), het bieden van een extra onderwijsaanbod voor de toegenomen eisen voor taal en rekenen en het vaststellen van samenhangend toetsbeleid per locatie kan ons voorbereiden op de wijze waarop de overheid de kwaliteit van het onderwijs in de toekomst zal volgen. Ook het systematisch bespreken en duiden van de gegevens van onze school zoals opgenomen in VVV/Kwaliteitsscholen kan ons helpen bepalen op welke plekken in de organisatie wij extra inspanningen te verrichten hebben. e) Ontwikkeling van docenten De invoering van Passend Onderwijs doet een beroep op competenties die niet bij alle docenten in voldoende mate aanwezig zijn. De minister wil blijven investeren in de ontwikkeling van de kwaliteit van de docenten. De lerarenbeurs blijft gehandhaafd en veel docenten in het onderwijs hebben in de afgelopen twee jaar gekozen voor de Master Special Educational Needs. Deze Master kan een bijdrage leveren aan de professionalisering van docenten op het gebied van extra leerlingzorg. Het perspectief op een LC-functie kan docenten stimuleren om deel te nemen aan scholingstrajecten die goed voorbereiden op het werken met zorgleerlingen binnen het regulier voortgezet onderwijs. De invoering van Passend Onderwijs maakt het meer dan ooit van belang dat de school systematisch werkt aan het versterken van de competenties van al haar docenten door te werken met een meerjaren professionaliseringsagenda. De school zal bij de aanpak gebruik maken van de initiatieven van de VO-raad en van de extra budgetten van de overheid voor professionalisering van docenten en schoolleiders. f) De financiën ZORGPLAN 2014 – 2015
9
De middelen van de oude rugzakregeling gaan na een bezuinigingsmaatregel ( 30%) naar de SMV. De extra benodigde zorg kan vanuit het SMV naar de scholen gaan o.a. in de vorm van ambulante begeleiding. Over de wijze waarop deze extra zorg verdeeld wordt vanuit het SWV moet binnen het SWV een plan gemaakt worden. De omvang van de extra zorg die tot nu toe geboden kon worden aan de voormalige rugzakleerling zal in ieder geval kleiner zijn, tenzij de school ergens bezuinigd en uit eigen middelen extra zorg inzet. Leerlingen zullen mogelijk vaker moeten terugvallen op een plek in het speciaal onderwijs. De kosten voor speciaal onderwijs liggen bij het SMV. De middelen voor LWOO en PRO gaan (voorlopig) nog naar de scholen op basis van de indicatiestelling. Het totale budget wordt wel beperkt. Leerlingen kunnen minder gemakkelijk toegang krijgen tot het VSO, dus meer leerlingen zullen toestromen naar LWOO en PRO. Meer leerlingen voor een lager budget. Dat heeft als gevolg dat minder leerlingen de middelen zullen krijgen toegewezen, vermoedelijk door een strengere indicatie. Als gevolg hiervan zullen meer VMBO leerlingen in een reguliere, grotere VMBO klas geplaatst worden. Voor onze school betekent dat dat het totaal aantal klassen, dus arbeidsplaatsen, zal afnemen. Ten behoeve van de professionalisering van docenten blijft de lerarenbeurs bestaan. Door docenten te stimuleren om gebruik te maken van deze beurs kan de school met behulp van subsidie werken aan versterken van de competenties van de medewerkers. g) Onze rol binnen Koers VO De ontwikkelkracht van een kleine bestuur is beperkt. We zijn goed vertegenwoordigd binnen de verschillende geledingen van KOERS VO en dat biedt ons kansen om onze invloed op de processen en resultaten aan te wenden. We zullen alert moeten zijn op de ontwikkelingen binnen de Rotterdamse schoolbesturen voor VO. De besturen zijn veel groter en hebben te maken met meer complexe grootstedelijke problematiek met relatief veel kansarme jongeren. Anti-pestprogramma In het schooljaar 2013-2014 heeft de overheid de scholen verplicht een antipestcoördinator aan te stellen en een erkend anti-pestprogramma in het curriculum op te nemen. De functie is nieuw op het IJsselcollege; de gebruikte antipestprogramma’s zullen gewogen worden en zo nodig aangepast aan de wettelijke voorschriften.
XII. Speerpunten van ontwikkelingen 2014 - 2015 Voor de locatie Alkenlaan staan in dit schooljaar de volgende ontwikkelingen centraal: Inwerken en scholen nieuwe zorgcoördinator Aanstellen anti-pestcoördinator en aanpassen anti-pestprogramma Het uitvoeren en evalueren van de Plusvoorziening; aanpassen aan het Rotterdamse model tot Schoolloopbaancoaches Verder verbeteren van de intakeprocedure en uitvoeren van de vernieuwde intakeprocedure Verbeteren gebruik magister als instrument voor effectieve leerlingbegeleiding door mentoren en docenten; Verbeteren basiszorg aan leerlingen door vernieuwde taakomschrijving mentoren Vervolgen van onderzoek met betrekking tot de afstroom/uitstroom van leerlingen; op grond daarvan acties formuleren; Borgen van de procedures m.b.t. absenties, ziekteverzuim van leerlingen; Beleid opstellen inzake Passend Onderwijs en bespreken met docententeam Opnieuw bijstellen Schoolprofiel
ZORGPLAN 2014 – 2015
10
Onderzoek doen naar mogelijkheid/wenselijkheid van LWOO binnen onze mavoafdeling Uitbreiden van de mogelijkheden voor het gebruik van Kurzweil
Voor de locatie Kanaalweg staan in dit schooljaar de volgende ontwikkelingen centraal: Verbeteren van de intakeprocedure in samenwerking met de locaties Alkenlaan en Wiekslag; Aanstellen anti-pestcoördinator en aanpassen anti-pestprogramma Ter voorbereiding op invoering Passend Onderwijs: a) Docenten informeren over recente Ontwikkelingen Passend Onderwijs b) Het (voorlopige) schoolprofiel in de teams bespreken; Versterken van het pedagogisch klimaat; vastleggen van een vijf kernpunten in de benadering van alle leerlingen; “leren in veiligheid” op nieuw introduceren Versterken van de vaardigheden die nodig zijn om te werken met individuele handelingsplannen; Het uitvoeren en evalueren van de Plusvoorziening; bij positief resultaat aanvraag van de voortzetting Plusvoorziening; aanpassen aan het Rotterdamse model Schoolloopbaancoaches Voor de locatie Wiekslag staan in dit schooljaar de volgende ontwikkelingen centraal:
Verbeteren van de intakeprocedure in samenwerking met de locatie Kanaalweg; Aanstellen anti-pestcoördinator en aanpassen anti-pestprogramma Ontwikkelen van een onderwijsaanbod voor leerlingen op het grensgeboed VMBO LWOO en PRO ( PRO +); IOP in alle leerjaren; voeren van coachinggesprekken door mentoren met leerlingen met behulp van het IOP; ouders/verzorgers informeren over de ontwikkeling IOP versus de oude rapporten; Versterken van de vaardigheden die nodig zijn om te werken met individuele handelingsplannen; Blijvende aandacht voor Passend Onderwijs: a) Docenten informeren over recente Ontwikkelingen Passend Onderwijs b) Het (voorlopige) schoolprofiel in de teams bespreken;
XIII. Bijlagen: Schoolprofiel (format Koers VO) voor Alkenlaan, Kanaalweg en Wiekslag
ZORGPLAN 2014 – 2015
11