2015
Zorgplan Bavoschool
Bavoschool 1-1-2015
Zorgplan Bavoschool
2015
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ...................................................................................................................................2 Inleiding..............................................................................................................................................3 Deel 1 Samenwerkingsverband De Westfriese Knoop .........................................................................4 Uitgangspunten De Westfriese Knoop .............................................................................................5 Handelingsgericht werken algemeen...............................................................................................5 Continuüm aan zorg ........................................................................................................................6 Deel 2 De Bavoschool, de structuur van de zorg ..................................................................................8 Niveau 1 Handelingsgericht werken in de groep. .............................................................................8 Fase 1 Waarnemen ................................................................................................................... 10 Fase 2 Begrijpen ........................................................................................................................ 10 Fase 3 Plannen .......................................................................................................................... 10 Fase 4 Realiseren ...................................................................................................................... 10 Niveau 2 Intern handelen op schoolniveau .................................................................................... 11 Zorgoverleg ............................................................................................................................... 11 Leerlingbespreking .................................................................................................................... 11 Extra begeleiding....................................................................................................................... 11 Gedragsspecialist ...................................................................................................................... 11 Niveau 3 Extern handelen op schoolniveau ................................................................................... 12 Het ondersteuningsteam ........................................................................................................... 12 Niveau 4 Externe zorg d.m.v. verwijzing ....................................................................................... 13 Procedure ................................................................................................................................. 14 Deel 3 Het leerlingvolgsysteem ......................................................................................................... 14 Toetsen en observatielijsten...................................................................................................... 14 Uitleg CITO-scores ..................................................................................................................... 14 CITO-eindtoets en NIO .............................................................................................................. 15 Sociaal-emotionele ontwikkeling ............................................................................................... 15 Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) ................................................................................................ 15 Het entreeformulier .................................................................................................................. 15 Individueel handelingsplan ........................................................................................................ 16 Individuele leerlijn (leerrendement/uitstroomperspectief) ........................................................ 16 Inhoud eigen leerlijn ................................................................................................................. 16 Opbrengsten eigen leerlijn ........................................................................................................ 16 Toetsen en rapporten................................................................................................................ 17
2
Zorgplan Bavoschool
2015
Overgang voortgezet onderwijs zorgleerlingen.......................................................................... 17 Leerwegondersteunend onderwijs( LWOO) ............................................................................... 17 Praktijkonderwijs (PRO)............................................................................................................. 18 Deel 4 Protocollen ............................................................................................................................ 19 Protocol dyslexie ....................................................................................................................... 19 Protocol zittenblijven ................................................................................................................ 20 Protocol versnellen ................................................................................................................... 20 Protocol overgang groep 2 naar groep 3 .................................................................................... 20 Protocol langdurig zieken .......................................................................................................... 20 Deel 5 Bijlagen .................................................................................................................................. 21 Lijst van veelgebruikte verklaringen en afkortingen ................................................................... 21 Schematische weergave leerlingenzorg ..................................................................................... 22 Toetsoverzicht methodeonafhankelijke toetsen ........................................................................ 25 Toetskalender Cito 2014-2015................................................................................................... 26 Formulier zorgoverleg ............................................................................................................... 28 Formulier leerlingbespreking ..................................................................................................... 30 Formulier individueel handelingsplan ........................................................................................ 32 Dyslexiezorg: wat is er veranderd na 1 januari 2015? ................................................................ 33
Inleiding In dit document wordt de zorgstructuur van de Bavoschool beschreven. Het beschrijft op welke wijze vorm wordt gegeven aan de zorg. Het accent in de begeleiding van zorgleerlingen is de laatste jaren
3
Zorgplan Bavoschool
2015
steeds meer verschoven van individuele zorg buiten de klas naar het meedenken met de leerkracht over een adequate aanpak van zorgleerlingen in de groep. De afgelopen jaren is gewerkt aan het invoeren en ontwikkelen van de interne onderwijszorgstructuur in het kader van de 1-Zorgroute (Clijsen, 2007). Dit proces is nog steeds gaande. Het zorgplan sluit aan bij de schoolgids en het schoolplan. In het schooljaar 2012-2013 is het regionale samenwerkingsverband De Westfriese Knoop opgericht dat bestaat uit SWV Hoorn 1, Hoorn 2 en De Streek. De Bavoschool maakt deel uit van dit samenwerkingsverband. De meeste van de zorgverbredingsactiviteiten op de Bavoschool staan in relatie met wat binnen het SWV aan de orde komt. Onze deelname aan het samenwerkingsverband geeft ons de mogelijkheid samen te werken met andere basisscholen en met scholen voor speciaal (basis)onderwijs met als doel om uitvoering te geven aan de wet Passend Onderwijs die in augustus 2014 van kracht is geworden. Binnen het samenwerkingsverband De Westfriese Knoop zijn daartoe kleine “knoopjes” geformeerd. Aan elk knoopje zijn twee experts toegevoegd die vanuit hun expertise hulp bieden bij het opstellen en uitvoeren van ondersteuningsarrangementen. In deel 1 wordt de visie van WSNS beschreven waar onze school in participeert. Vervolgens wordt in deel 2 en deel 3 duidelijk hoe op de Bavoschool gestalte wordt gegeven aan de 1-zorgroute. Deel 4 geeft informatie over de verschillende protocollen die opgesteld zijn en volgens welke gehandeld wordt . In deel 5 de bijlagen.
Deel 1 Samenwerkingsverband De Westfriese Knoop
Visie en ambities De Westfriese Knoop is een regionaal samenwerkingsverband waarin 17 schoolbesturen participeren. Samen telt zij ca. 75 scholen voor primair onderwijs, 3 scholen voor speciaal basisonderwijs en 2 scholen voor speciaal onderwijs. De samenwerking is erop gericht om de kinderen die binnen het samenwerkingsverband naar school gaan de zorg te geven waar zij recht op hebben, ofwel voor ieder kind een passend onderwijsaanbod in de regio te realiseren.
4
Zorgplan Bavoschool
2015
Traject afstemming In augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Het belangrijkste doel van Passend Onderwijs is om kinderen verantwoord en kwalitatief goed onderwijs te bieden, zoveel mogelijk binnen de eigen reguliere basisschool. Binnen het Samenwerkingsverband zijn de intern begeleiders geschoold in het Handelings Gericht Werken. Kern van HGW is de afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van kinderen. Het zijn de leerkrachten die de praktijk van ‘afgestemd onderwijs’ binnen de school vormgeven. Intern begeleiders ondersteunen de leerkrachten op de werkvloer, directies geven leiding aan de invoering van deze andere manier van werken. Handelingsgerichte Proces Diagnostiek (HGPD) Basisscholen hebben een zorgstructuur die handelingsgericht is. Deze zorgstructuur betekent dat leerkrachten in staat zijn om goed te handelen in een situatie die specifieke aandacht vraagt. De schoolinterne zorg is erop gericht dat leerkrachten hun onderwijs steeds beter leren afstemmen op wat kinderen nodig hebben. De intern begeleider (IB.) speelt hierin een belangrijke rol. In voorkomende situaties kan bovenschools een beroep gedaan worden op ondersteuning van specialisten. Aan elke school is een ondersteuningsteam verbonden waarin (naast de directeur en de intern begeleider) een schoolmaatschappelijk werker, een orthopedagoog en een medewerker van SBO De Piramide zitting hebben.
Uitgangspunten De Westfriese Knoop Gemeenschappelijke uitgangspunten van de leerlingenzorg: 1. De ondersteuningsbehoefte van de leerling vormt het uitgangspunt van het handelen. 2. De leerlingenzorg beweegt zich van curatief naar meer preventief. Het zo-zo-zo-zo principe staat hierbij centraal (zo vroeg mogelijk, zo snel mogelijk, zo licht mogelijk en zo dichtbij mogelijk). Er wordt laagdrempelig gewerkt, gericht op maatwerk. 3. Er wordt een omslag gemaakt naar handelingsgericht werken; er wordt vooral gekeken naar mogelijkheden en rekening gehouden met beperkingen. De onderwijsbehoefte van de leerling staat hierbij centraal. 4. De zorg wordt in de buurt van het kind afgestemd met betrokkenen (ouders, instellingen). 5. SBO-scholen als lesplaats en expertisecentrum inzetten. Daarnaast worden er kort-tijdelijke zorgarrangementen in de buurt van het kind ontwikkeld. Er moet gekeken worden naar voorzieningen tussen basisonderwijs (BAO), speciaal basisonderwijs (SBO) en speciaal onderwijs (SO). 6. Nadrukkelijk de samenwerking in de regio realiseren op het gebied van Passend Onderwijs.
Handelingsgericht werken algemeen Uitgangspunt is het handelingsgericht werken, zoals dat door Pameijer&van Beukering beschreven wordt in het praktijkmodel voor diagnostiek en advisering bij onderwijsleerproblemen: Handelingsgerichte Diagnostiek (Pameijer & van Beukering,2006) De onderwijsbehoeften van een leerling staan centraal De werkwijze is systematisch en transparant De werkwijze is doelgericht Leerkrachten realiseren passend onderwijs Leraren, Ib-ers, ouders, diagnostici en begeleiders werken constructief samen Positieve aspecten van de leerling, leraar, IB en ouders zijn van groot belang Er is samenwerking tussen leerkracht, IB, ouder, kind en externe deskundigen. Voor kinderen is een onderwijsaanbod, waarmee doelgericht en systematisch aan de onderwijsbehoeften wordt voldaan, cruciaal voor een optimale ontwikkeling. Het clusteren van leerlingen met gelijke onderwijsbehoeften is een belangrijk aspect voor de onderwijsplanning van de groep. Deze clusters worden opgenomen in één of meerdere pedagogische
5
Zorgplan Bavoschool
2015
en didactische groepsplannen. Om vorm te kunnen geven aan handelingsgericht werken wordt met groepsplannen gewerkt. Het is van belang dat gebruik wordt gemaakt van handelingsgerichte informatie en dat er zicht is op de protectieve factoren van zowel het kind als zijn omgeving. Door observaties en registraties van leerprocessen en met behulp van gegevens uit het leerlingvolgsysteem worden leerlingen op een systematische wijze gevolgd.
Continuüm aan zorg Vanuit een continuüm aan zorg worden de stappen die in de zorg voor leerlingen gezet worden in 4 niveaus beschreven: 1. Niveau 1: Handelingsgericht werken in de groep (groepsniveau). Het handelingsgericht werken (HGW) in de groep is de start van de onderwijs-zorgketen. Het is de meest bepalende schakel in de kwaliteit van het onderwijs. 2. Niveau 2: Intern handelen (schoolniveau). Het intern handelen op schoolniveau is mede bepalend in de kwaliteit van onderwijs. Daarbinnen spelen verschillende processen een rol. Zo kan er onderscheid gemaakt worden tussen: - Zorgoverleg - Leerlingbespreking 3. Niveau 3: Extern handelen (bovenschoolse zorg). Wanneer de school vanuit de interne zorgstructuur niet voldoende antwoord kan bieden op zorgvragen/zorgbehoeften van het kind behoort bespreking in het ondersteuningsteam tot de mogelijkheden. 4. Niveau 4: Externe zorg d.m.v. verwijzing. Indien de school, in samenspraak met de ouders, tot de conclusie komt dat de basiszorg van de school niet toereikend is en er geen passend onderwijsarrangement geboden kan worden, kan een leerling verwezen worden naar externe zorg in de vorm van een verwijzing naar een andere basisschool, een school voor Speciaal Onderwijs, of een school voor Speciaal Basisonderwijs (SBO). Vanaf augustus 2014 zal moeten worden bekeken, of er binnen de regio een school is die kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van het kind. Schematische weergave zorgniveaus 1t/m 4, zie fig.1.
6
Zorgplan Bavoschool
2015
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Fig. 1
7
Zorgplan Bavoschool
2015
Deel 2 De Bavoschool, de structuur van de zorg Niveau 1 Handelingsgericht werken in de groep. In het schooljaar 2010-2011 is er een begin gemaakt met het werken met groepsplannen in het kader van handelingsgericht werken. Een groepsplan is een beschrijving van het onderwijsaanbod voor een bepaalde periode. Het beschrijft welke aanpak en interventies de leerkracht uitvoert om de doelen te bereiken. Het groepsplan is van toepassing op alle leerlingen in de groep. Deze periode kan variëren van vier weken tot een half jaar. Een groepsplan is doelgericht, met hoge verwachtingen ten aanzien van alle leerlingen, om te komen tot betere resultaten. Een groepsplan omvat altijd de volgende onderdelen: doelen, inhoud, instructie, organisatie (tijd!) en evaluatie. Belangrijk in het groepsplan is het plannen van de leerstof gekoppeld aan de effectieve leertijd (effectiviteit van de leertijd zegt iets over de mate waarin de leerlingen de gerealiseerde lestijd benutten. De hoeveelheid leerstof en de leertijd dienen op elkaar afgestemd te zijn, zodat een zo hoog mogelijk rendement gerealiseerd wordt). Een groepsplan is altijd dynamisch van opzet, een bijstelling op basis van observatie en tussentijdse methodegebonden toetsen is gewenst. Het groepsplan wordt opgesteld door de leerkracht. Bij de invoering hiervan is gebruik gemaakt van de expertise van de Onderwijsbegeleidingsdienst Noordwest. Gestart is met het werken met een groepsplan voor rekenen in de groepen 3 t/m 8, waarbij in 3 niveaugroepen gewerkt wordt. Per subgroep wordt de methodiek, de aanpak en de organisatie benoemd. Er wordt gewerkt volgens het directe instructiemodel en er is gekozen voor convergente differentiatie. Het G.I.P. model is de organisatievorm waarbinnen het werken met een groepsplan mogelijk wordt. De cyclus voor opbrengstgericht werken op groepsniveau is gebaseerd op de cyclus handelingsgericht werken (1-Zorgroute, Clijsen, 2007), te weten: waarnemen, begrijpen, plannen en realiseren (fig. 2 schematische weergave handelingsgericht werken in de groep). De cyclus wordt minimaal 2x per jaar doorlopen. In het schooljaar 2014-2015 wordt gewerkt met een groepsplan voor rekenen en spelling. Ook de kleutergroepen werken met groepsplannen. De informatie hiervoor wordt gehaald uit OVM (Ontwikkelingsvolgmodel van Memelink). Voor de vakken waarvoor geen groepsplan wordt opgesteld, wordt voor de kinderen die een V-score hebben behaald op de Cito-toets van dat vak een beredeneerd aanbod beschreven. Hier hoort ook bij dat de verwachte groei in vaardigheidsscore wordt aangegeven. In de 1-zorgroute sluiten groepsplannen op elkaar aan en hebben alle leerlingen hier een plek in, dit in tegenstelling tot de werkwijze voorheen waarin slechts enkele kinderen met een handelingsplan werkten. In individuele gevallen worden er handelingsplannen opgesteld die als aanhangsel aan het groepsplan worden toegevoegd. De groepen zijn als volgt samengesteld: Instructieonafhankelijke leerlingen (Cito niveau I en I+): verkorte instructie Dit zijn de vlotte leerlingen die zich goed ontwikkelen. Deze leerlingen hebben vaak aan een verkorte instructie genoeg om zelfstandig aan het werk te kunnen gaan. Bij deze leerlingen is het van belang hen voldoende uit te dagen en activiteiten aan te bieden op een hoger niveau. Instructiegevoelige leerlingen (Cito niveau II en III): basisinstructie Deze leerlingen vormen meestal de grootste groep. Het zijn de leerlingen die zich met de basisinstructie van de leerkracht, de begeleide oefening en de zelfstandige verwerking doorgaans goed ontwikkelen. Het zijn de leerlingen die bij toetsing op niveau scoren. Instructieafhankelijke leerlingen (Cito niveau IV en V): verlengde instructie Dit zijn de leerlingen die op de toetsen onder niveau scoren. Zij hebben meer tijd nodig en zijn afhankelijk van verlengde instructie en begeleiding door de leerkracht om hun ontwikkeling goed te
8
Zorgplan Bavoschool
2015
laten verlopen. In het groepsplan krijgen deze leerlingen per week ongeveer een uur verlengde instructie en oefentijd met de leerkracht. Voor kinderen met een V-score wordt een handelingsplan opgesteld dat regelmatig geëvalueerd wordt. Dit handelingsplan wordt toegevoegd aan het groepsplan. In de groepen 1-2 wordt met groepsplannen voor taal en rekenen gewerkt. Er worden drie groepsplannen per jaar opgesteld voor deze ontwikkelingsgebieden. Daarnaast zijn er groepsplannen die per thema opgesteld worden. De doelen waaraan gewerkt wordt komen uit het Ontwikkelingsvolgmodel van Memelink (OVM) 1. Dit is het instrument dat in groep 1-2 gehanteerd wordt. Het is een observatiesysteem waarin allerlei aspecten van de kinderlijke ontwikkeling in de vorm van ontwikkelingslijnen met ontwikkelingsfasen per half jaar zijn uitgewerkt. Het instrument wordt gebruikt in de dagelijkse onderwijsleersituatie bij verschillende activiteiten en in gevarieerde situaties. De activiteiten die gekoppeld worden aan de doelen staan in relatie met het thema dat op dat moment actueel is. Zo is het mogelijk om zowel thematisch als doelgericht te werken. Ook in groep 1-2 wordt in drie groepen gewerkt. In het schooljaar 2012-2013 is gestart met een traject spellingbegeleiding onder leiding van het Centraal Pedagogisch Studiecentrum (CPS). Het aanbieden, inoefenen en evalueren van spellingproblemen volgens de 7 stappen (bouwstenen) van het CPS is behandeld in een aantal bijeenkomsten van leerkrachten. Het IGDI-model is het instructiemodel waarmee gewerkt wordt (IGDI staat voor Interactieve Gedifferentieerde Directe Instructie). Essentieel hierbij is dat de leerkracht centraal staat tijdens het instructieproces (leerkrachtgestuurd onderwijs). De volgende fasen zijn hierbij te onderscheiden: Voorbereiding Dagelijkse terugblik Instructie Begeleide inoefening Zelfstandige verwerking Afronding Terugkoppeling.
1
Ontwikkelingsvolgmodel jonge kinderen. Memelink, D.J.; Bonthond-oosterhaven, N. Hogeschool van utrecht Seminarium Orthopedagogiek, Utrecht, 1999.
9
Zorgplan Bavoschool
2015
Fig. 2 Fase 1 Waarnemen Stap 1: In de fase van het waarnemen verzamelt en ordent de leerkracht gegevens over alle leerlingen en over de resultaten van het aanbod in een didactisch groepsoverzicht. Het gaat om gegevens uit observaties, analyses van het werk, gesprekken met leerlingen, ouders/verzorgers en de resultaten op methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen. Zowel leerlingen met een ontwikkelingsachterstand als leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong worden op deze manier gesignaleerd. De leerkracht vat deze gegevens samen, trekt conclusies en verwerkt deze in het groepsoverzicht. Met deze gegevens wordt de beginsituatie beschreven, worden de doelen voor de komende cyclus bepaald en worden de doelen van de vorige cyclus geëvalueerd. Stap 2. Signaleren van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Welke leerlingen hebben extra begeleiding nodig om deze doelen te behalen? Fase 2 Begrijpen Stap 3. Benoemen van de onderwijsbehoeften van leerlingen. De onderwijsbehoefte van elke leerling wordt benoemd in concrete gedragstermen. Wat vraagt dit kind van de leerkracht? Hoe leert deze leerling het beste? Hier wordt heel beknopt aangegeven wat in het algemeen goed werkt bij deze leerling. Fase 3 Plannen Stap 4. Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften. Leerlingen die extra begeleiding nodig hebben zijn geselecteerd (stap 2) en doelen en onderwijsbehoeften zijn voor hen geformuleerd (stap 3). Er is nu goed zicht op de groep. Leerlingen die een zelfde aanpak nodig hebben worden samengevoegd in één of meer subgroepen van enkele leerlingen. In de kleine begeleidingsgroep wordt tegemoet gekomen aan de onderwijsbehoefte van de leerlingen. Er is tevens de mogelijkheid van interactie tussen de leerlingen onderling zodat zij van en met elkaar kunnen leren. Stap 5: opstellen van het groepsplan Nadat de leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften geclusterd zijn, wordt het onderwijsaanbod voor de komende periode beschreven (voor de hele groep, de subgroepjes en eventueel enkele individuele leerlingen). Er is op de Bavoschool voor gekozen om regelmatig in teamof werkbijeenkomsten een groepsplan op te stellen, al dan niet met behulp van deskundige ondersteuning. Wat is een groepsplan? Een groepsplan is een format waarmee alle leerkrachten op school werken. Het is digitaal in te vullen. Het bevat informatie over de inhoud van het aanbod (wat) en de methodiek of aanpak (hoe) voor de komende periode. Het beschrijft het: Basisaanbod voor de hele groep: Wat heeft deze groep nodig? Aanbod voor een aantal subgroepjes: Welke subgroep heeft wat nodig? Met name het specifieke aanbod voor de subgroepjes is een fase die aandacht behoeft op de Bavoschool. Het vergt de nodige creativiteit om hier ruimte in het rooster voor te zoeken. Fase 4 Realiseren Stap 6: uitvoeren van het groepsplan Het succes van het groepsplan hangt voor een groot deel af van een degelijke voorbereiding, organisatie en een goed klassenmanagement. Als het groepsplan is afgerond wordt het groepsoverzicht weer bijgewerkt.
10
Zorgplan Bavoschool
2015
Niveau 2 Intern handelen op schoolniveau Zorgoverleg In dit overleg bespreekt de groepsleerkracht met de intern begeleider alle zaken die betrekking hebben op het functioneren van de leerlingen en het omgaan met de groep. Bij het zorgoverleg zijn de IB-er en de groepsleerkracht(en) aanwezig. Er wordt 4 bijeenkomsten per jaar. De intern begeleider leidt het zorgoverleg. Afspraken en besluiten worden schriftelijk vastgelegd en in de groepsmap van Parnassys geplaatst. De groepsleerkracht maakt het verslag, hij/zij is n.l. verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan. Voorafgaand aan het zorgoverleg vullen de intern begeleider en de groepsleerkracht het formulier zorgoverleg in (bijlage 4). Hierin kan de leerkracht zowel als de intern begeleider aangeven welke punten in ieder geval aan de orde moeten komen. Na afloop van het zorgoverleg moet t.a.v. het groepsplan helder zijn wat de onderwijsbehoeften van de leerlingen zijn, hoe de leerlingen geclusterd zijn en moet de leerkracht voldoende handvatten hebben om het groepsplan op te stellen. Het zorgoverleg duurt in principe niet langer dan één uur. Onderwerpen van het zorgoverleg zijn: 1. Evaluatie vorig groepsplan 2. Bespreken clustering van leerlingen 3. Verzamelen praktische handvatten voor opstellen van een nieuw groepsplan 4. Afspraken maken over de begeleiding van leerkrachten 5. Aanmelden leerlingen voor leerlingbespreking of ondersteuningsteam. 6. Vragen van de leerkracht, of van de IB. Het succes van het zorgoverleg staat of valt met een grondige voorbereiding door de groepsleerkracht en de intern begeleider Leerlingbespreking Een leerlingbespreking kan een gevolg zijn van het zorgoverleg, maar het is ook mogelijk dat de zorgvraag zo evident is, dat buiten de gewone cyclus van zorg moet worden gestapt. Indien een leerkracht tegen grote problemen aanloopt en zich echt handelingsverlegen blijkt te voelen t.a.v. een leerling, kan het kind ingebracht worden in de leerlingbespreking. De leerlingbespreking vindt 4 keer per jaar plaats: twee keer voor de onderbouw en twee keer voor de bovenbouw en wordt geleid door de intern begeleider. De bespreking vindt plaats volgens de incidentmethode (zie bijlage). Het verslag van de leerlingbespreking komt in Parnassys bij de betreffende leerling te staan. Na afloop van de leerlingbespreking kan besloten worden te starten met het invullen van het groeidocument (zie bijlage). Dit document wordt ingevuld voor kinderen met een complexe problematiek bij wie aanmelding bij het ondersteuningsteam overwogen wordt. Extra begeleiding Op de Bavoschool is een beperkte mogelijkheid voor extra hulp buiten de groep (remedial teaching). 2 Ochtenden per week is er ondersteuning voor kinderen met lees-reken-en/of spellingproblemen. Gedragsspecialist Binnen de school is een gedragsspecialist aanwezig. Hieronder volgt de taakomschrijving van de gedragsspecialist. Begeleidende en coachende taken: Ondersteuning bieden bij het opzetten en efficiënt benutten van het leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het voeren van groepsbesprekingen met de leerkrachten, specifiek gericht op sociaal emotionele ontwikkeling en gedrag. Als voorbereiding hiervoor vullen de leerkrachten het observatiesysteem van ZIEN in. De resultaten hiervan worden besproken.
11
Zorgplan Bavoschool
2015
Naar aanleiding van de groepsbesprekingen hulp bieden bij het opstellen van individuele- en groepsplannen. Leerkrachten begeleiden in het handelingsgericht werken: 1. Waarnemen: evalueren en signaleren 2. Begrijpen: vaststellen van onderwijsbehoeften 3. Plannen: Clusteren op onderwijsbehoeften en instructie, opstellen en het uitvoeren van het groepsplan 4. Realiseren: uitvoeren van het groepsplan en de individuele handelingsplannen. Samen met de leerkrachten en/of ouders hulpvragen formuleren. Klassenbezoeken afleggen, met de intentie om de deskundigheid van collega’s te versterken. De gedragsspecialist begeleidt leerkrachten in de interactie leerkracht-groep, leerkrachtleerling, leerling-leerling. Bespreken van de observatie met de leerkracht en ouders. Samen met de leerkrachten en ouders antwoorden op hulpvragen vinden en creëren, zodat leerlingen effectief en constructief gedrag in de groep kunnen laten zien, en zich verder goed kunnen ontwikkelen. Het bewaken van gemaakte afspraken. Leerkrachten ondersteunen bij het zoeken van aanvullend en ondersteunend materiaal, passend bij het schoolbeleid rond de sociaal-emotionele ontwikkeling. Leerkrachten ondersteunen bij gesprekken met ouders van leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Deelnemen aan verschillende overlegvormen binnen de leerlingbegeleiding en de leerlingzorg van de school; leerlingbespreking, zorgteam etc. Taken ten aanzien van onderzoek: Interpreteren van onderzoek door externen; de vertaalslag maken wat dit onderzoek voor de onderwijspraktijk betekent en het proces daaropvolgend aansturen en bewaken. Het leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling actueel houden. Organisatorische taken: Maken van een trendanalyse op groeps- en schoolniveau, indien nodig vanuit het leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Maken van een eigen werkplanning op basis van de taakomschrijving en deze planning uitvoeren. Innoverende taken: Het team informeren over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkelingen en het pedagogisch klimaat. Het verbeteren en optimaliseren van de leerlingbegeleiding en het handelingsgericht werken. Zorgen voor kennisoverdracht bij vergaderingen. Voorstellen doen voor nieuwe methoden en deze mede implementeren en daarmee een bijdrage leveren aan de vernieuwing van het onderwijsaanbod. Professionalisering: Vereiste bekwaamheden op peil houden en deze zo nodig uitbreiden. Deelnemen scholings- en ontwikkelingsactiviteiten. Zichzelf op de hoogte houden van de ontwikkelingen op het vakgebied en het bestuderen van vakliteratuur.
Niveau 3 Extern handelen op schoolniveau Het ondersteuningsteam Aan de Bavoschool is een ondersteuningsteam verbonden, dat bestaat uit de directeur, de intern begeleider, een medewerker van de Piramide (SBO-school), een orthopedagoog en een
12
Zorgplan Bavoschool
2015
schoolmaatschappelijk werker (SMW). Deze laatste functionaris is toegevoegd aan het ondersteuningsteam omdat in een toenemend aantal gevallen de thuissituatie de ontwikkeling van kinderen negatief beïnvloedt. De school heeft hierop maar zeer beperkt greep. Door deelname van SMW aan de besprekingen wordt de thuissituatie beter bereikt. In de afgelopen jaren hebben de (ondersteuningsteams een grotere autonomie gekregen in de vorm van eigen urenbudgetten en een kortere zorgroute. Het ondersteuningsteam komt 4 x per jaar bij elkaar. De schoolmaatschappelijk werker is 4 keer per jaar aanwezig bij de besprekingen. Voorafgaand aan de bespreking wordt een week van tevoren de agenda door de IB opgemaakt en verstuurd. Vragen kunnen betrekking hebben op de volgende situaties: - als een leerling onvoldoende profiteert van het groepsaanbod, de doelen zijn niet gehaald; - als niet begrepen wordt waarom een leerling zich anders ontwikkelt of gedraagt dan verwacht; - als er geen zicht is op wat reële doelen voor deze leerling zijn, het ontwikkelingsperspectief is onduidelijk; - als een leerkracht (en IB) behoefte heeft aan feedback op de aanpak van een specifieke leerling of op samenwerking met bepaalde ouders - als het niet lukt om de onderwijsbehoeften van de leerling te formuleren; - als er een vermoeden is van ernstige of complexe problematiek en onderzoek en/of aanmelding of verwijzing naar een externe instelling of andere school voorbereid moet worden. Binnen het ondersteuningsteam is er ruimte voor verschillende soorten vragen: - Onderkennende vragen; wat is er aan de hand, om wat voor probleem gaat het? Is de situatie ernstig? - Verklarende vragen; we begrijpen deze situatie niet, hoe komt het? Waarom zijn deze problemen er? Welke kenmerken van kind, school of ouders kunnen het verklaren? - Indicerende vragen: welke aanpak heeft deze leerling nodig? Hoe kan hij/zij het beste geholpen worden? Wat zijn de onderwijsbehoeften? Bijvoorbeeld opzet van een ontwikkelingsperspectief (OPP) en/of advies SO/SBO. Vooraf wordt aan de ouders toestemming gevraagd om het kind in te mogen brengen in het ondersteuningsteam. De leerkracht en de ouders vullen het groeidocument in. De ouders zijn bij de bespreking aanwezig. Het is goed als zij vooraf vragen formuleren die zij in de bijeenkomst willen stellen. Na afloop van de bespreking wordt een verslag gemaakt door de intern begeleider. Het verslag wordt aan de deelnemers van de bespreking gestuurd. Het groeidocument. Het formulier wordt ingevuld door de leerkracht en/ of de IB en geeft overzicht en inzicht in de vraag over de leerling en de verwachting van de leerkracht. Gelet wordt op: leerlingkenmerken, omgevingskenmerken binnen de school en omgevingskenmerken buiten de school. Bij deze drie kenmerken wordt ingezoomd op belemmeringen, maar vooral ook op de mogelijkheden en de kansen om tot oplossingen te komen. Het groeidocument vormt de basis voor het gesprek. Tevens dient het als verslaglegging van het actieplan, de voortgang en de evaluatie. Vanaf januari 2015 wordt het groeidocument digitaal ingevuld (www.groeidocument.nl)
Niveau 4 Externe zorg d.m.v. verwijzing Wanneer de school en/of de ouders ernstige problemen constateren met betrekking tot de ontwikkeling van hun kind en wanneer de basiszorg van de school niet meer toereikend is, kan het kind ingebracht worden bij het kleine “knoopje”( samenwerkingsverband van 13 scholen uit de omgeving). De ouders ontvangen informatie over de procedure die gevolgd gaat worden. Binnen dit samenwerkingsverband wordt bekeken of het kind in aanmerking komt voor een zorgarrangement, of dat plaatsing op een andere school moet worden overwogen. Het gaat dan om een school die de
13
Zorgplan Bavoschool
2015
zorg kan bieden die het kind nodig heeft. Dit kan een andere basisschool zijn, of een school voor speciaal (basis) onderwijs. Procedure Het kind is in het ondersteuningsteam besproken en gevolgd (minimaal 6 maanden). Het groeidocument is door de school en de ouders ingevuld. Het dossier wordt in het “knoopje” behandeld.
Deel 3 Het leerlingvolgsysteem Toetsen en observatielijsten Het leerlingvolgsysteem is een vorderingenregistratie ofwel een ontwikkelingsregistratie. Het bestaat uit een samenhangend geheel van gestandaardiseerde toetsen op het gebied van lezen, rekenen, spellen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling (Zien!). Het leerlingvolgsysteem bestaat uit: Methodegebonden toetsen. Bij deze toetsen gaat het om kennis die recent verworven is. Methodeonafhankelijke toetsen. Deze toetsen kennis/vaardigheden over een langere periode en zijn niet gerelateerd aan een bepaalde methode. Observatielijsten die gebruikt worden voor de toets Motorische Remedial Teaching MRT) en voor het sociaal-emotionele leerlingvolgsysteem Zien!. De methodeonafhankelijke toetsen zijn CITO-toetsen (Centraal Instituut voor de Toetsontwikkeling). Het leerlingvolgsysteem is een concreet hulpmiddel voor leerling-groeps- en schoolevaluatie. De methodegebonden toetsen en CITO-toetsen worden door de leerkracht afgenomen en worden op de computer geregistreerd in het digitale leerlingvolgsysteem Parnassys. Het is hierdoor mogelijk om: 1. Snel een leerlingdossier in te zien en een uitdraai te maken van alle afgenomen toetsen,, 2. De ontwikkeling van leerlingen te volgen, 3. Een overzicht over groepsresultaten te hebben, 4. De vaardigheidsgroei te meten van leerlingen, 5. Trends in schoolresultaten snel te signaleren 6. Schoolresultaten te vergelijken met de inspectienormen. Het leerlingvolgsysteem start bij de kleuters en gaat door tot halverwege groep 8. Aan de hand van de toetskalender (CITO) worden de toetsen, verdeeld over het jaar, afgenomen. De meeste toetsen kennen twee afnamemomenten (midden en eind van het jaar). Bij de kleuters is ervoor gekozen de afname M1 niet meer te doen. Het OVM geeft genoeg informatie om een goed beeld van de ontwikkeling van jonge kinderen te hebben. Op de Bavoschool wordt bij de kleuters de reken- en taaltoets M2 afgenomen. In individuele gevallen kan gebruik worden gemaakt van de toetsen M1, E1 en E2. De toets M2 wordt bij alle oudste kleuters afgenomen en bij de kinderen die tussen september en januari 5 jaar worden (protocolleerlingen). Uitleg CITO-scores CITO-scores worden uitgedrukt in Romeinse cijfers. Niveau I (20%) : hoogst scorende leerlingen Niveau II (20%) : boven het landelijk gemiddelde Niveau III (20%) : landelijk gemiddelde Niveau IV (20%): onder het landelijk gemiddelde Niveau V (20%) : laagst scorende leerlingen Op de Bavoschool wordt gebruik gemaakt van vaardigheidsscores om de vooruitgang van een kind aan te geven. Aan de hand van de vaardigheidsscores worden streefdoelen per kind en per groep aangegeven. In de rapportage naar de ouders worden de vaardigheidsscores gebruikt om de groei van een kind weer te geven.
14
Zorgplan Bavoschool
2015
Per vakgebied zijn er voor elke groep streefdoelen opgesteld, die bij de toetsafnames van Cito (twee keer per jaar) gehaald moeten worden. CITO-eindtoets en NIO De CITO-eindtoets is de laatste toets die afgenomen wordt (groep 8, april). In het najaar wordt in groep 8 de Nederlandse intelligentie test voor het onderwijs (NIO) afgenomen en de Nederlandse Persoonlijkheids Vragenlijst voor Jeugdigen (NPV-J). De NIO (+NPV-J), het leerlingvolgsysteem en het advies van de school, zijn de pijlers waarop het advies voor het voortgezet onderwijs is gebaseerd. Als laatste wordt de CITO-eindtoets afgenomen. Valt de uitslag van deze laatste toets hoger uit dan kan het advies voor het voortgezet onderwijs worden bijgesteld, valt de uitslag lager uit, dan wordt het gegeven advies gehandhaafd. Als kinderen aangemeld zijn bij het vervolgonderwijs volgt er in veel gevallen een zgn. “warme” overdracht (gesprek tussen de groepsleerkracht(en) van groep 8 en een docent van de school voor voortgezet onderwijs). Sociaal-emotionele ontwikkeling Zien! Is de naam van het leerlingvolgsysteem sociaal-emotionele ontwikkeling dat op de Bavoschool gehanteerd wordt. Zien! maakt deel uit van Parnassys. Het brengt de voorwaarden om tot leren te komen en het sociaal functioneren van kinderen in kaart. Dat gebeurt zowel op individueel als op groepsniveau. Wanneer daar aanleiding toe is, geeft het programma indicaties voor hulp. De leerkracht bepaalt vervolgens waar een kind in versterkt kan worden. Zien! Geeft vervolgens doelen waaraan gewerkt wordt om de sociaal-emotionele vorming te versterken. De manier waarop deze doelen bereikt kunnen worden is te vinden in het uitgebreide arsenaal van handelingssuggesties, die voorgeselecteerd worden voor de leerkracht. Er zijn twee graadmeters (Welbevinden en Betrokkenheid) en 5 vaardigheden (Sociaal Initiatief, Sociale Flexibiliteit, Sociale Autonomie, Impulsbeheersing en Inlevingsvermogen). Twee keer per jaar vult de groepsleerkracht de signaleringslijst in. Als Welbevinden en Betrokkenheid goed zijn, is er alle kans dat een leerling tot leren in staat is. Is de score laag dan geeft het systeem aan op welke van de 5 vaardigheden versterking of compensatie wenselijk is. De eerste aanpak is dus altijd op groepsniveau. De groepskaart van Parnassys neemt de scores voor Welbevinden en Betrokkenheid over vanuit Zien! Zo is in één oogopslag te zien wat de relatie is tussen de pedagogische en de didactische ondersteuningsbehoefte van de leerling en van de groep. Voor de oudere leerlingen (vanaf groep 5) is er ook een leerlingvragenlijst waarop leerlingen uitspraken kunnen doen t.a.v. welbevinden en betrokkenheid. Dit biedt een goed handvat voor een gesprek met de leerling. Zien! Heeft een positieve COTAN-beoordeling. In de groepen 1-2 wordt Zien! incidenteel ingevuld voor kinderen met opvallend gedrag. Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) In de groepen 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) van Memelink. Dit is een observatiesysteem waarin allerlei aspecten van de kinderlijke ontwikkeling in de vorm van ontwikkelingslijnen met ontwikkelingsfasen per half jaar zijn uitgewerkt. Het instrument wordt gebruikt in de dagelijkse onderwijsleersituatie bij verschillende activiteiten en in gevarieerde situaties. De CITO-toetsen voor kleuters (Taal voor kleuters en Rekenen) worden in Parnassys geregistreerd om een doorgaande lijn te bewerkstelligen. In de bijlage is een overzicht van alle gebruikte toetsen. Het entreeformulier Voordat een kind op school start wordt door de ouders het Entreeformulier ingevuld. Dit formulier geeft informatie over de voorschoolse periode. Eventuele bijzonderheden in de ontwikkeling van het
15
Zorgplan Bavoschool
2015
kind worden op deze manier kenbaar gemaakt. Als een kind een peuterspeelzaal of een kinderdagverblijf heeft bezocht en er is een verslag gemaakt dan verzoeken wij de ouders om inzage in het verslag te mogen hebben. Individueel handelingsplan Het uitgangspunt is om waar mogelijk binnen het groepsplan aan de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen tegemoet te komen. Het werken met een veelheid aan individuele handelingsplannen bleek in de praktijk niet haalbaar. Er wordt op de Bavoschool naar gestreefd om zo weinig mogelijk met individuele handelingsplannen te werken. Er wordt besloten om een individueel handelingsplan op te stellen als de bijzondere aanpak van een leerling onvoldoende gespecificeerd kan worden in het groepsplan. In een individueel handelingsplan staat aangegeven hoe in de komende periode tegemoet wordt gekomen aan de specifieke onderwijsbehoefte van een leerling. Het handelingsplan is een bijlage van het groepsplan en is erop gericht dat een leerling weer gaat profiteren van het groepsplan. Het is een verbijzondering van het groepsplan en is tijdelijk van aard (voor een periode van ca. 8 weken). Hierna wordt het handelingsplan geëvalueerd. Bij onvoldoende resultaat wordt een nieuw handelingsplan opgesteld. Als het gaat om een leerling met lees-en/of spellingproblemen wordt gehandeld volgens het dyslexieprotocol, omdat er mogelijk een aanvraag bij de zorgverzekeraar voor een dyslexieonderzoek gedaan wordt. Bij deze leerlingen dient een periode handelingsgericht gewerkt te worden, individueel of in een kleine groep. Individuele leerlijn (leerrendement/uitstroomperspectief) Als een leerling na intensieve begeleiding te weinig vooruitgang boekt en het groepsplan/individueel handelingsplan niet meer volstaat, behoort een eigen leerlijn voor één of meerdere vakken tot de mogelijkheden. Dit wordt pas overwogen als na herhaalde E-scores en het bieden van extra hulp tijdens het uitvoeren van groepsplannen blijkt dat het verschil tussen DL en DLE 10 of meer is geworden. Bij voorkeur start een eigen leerlijn vanaf groep 6, omdat dan de leerstof steeds moeilijker wordt. Daarvoor wordt geprobeerd met extra hulp de groep zo lang mogelijk bij elkaar te houden en te werken met een minimumprogramma. Inhoud eigen leerlijn Voor een kind dat een eigen leerlijn krijgt wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld (verwachte leeropbrengst). Dit wordt uitgewerkt in concrete tussendoelen. Gebruik wordt gemaakt van het boekje Van Kerndoel tot Leerlijn van M. van de Stap 2 Voor het opstellen van een eigen leerlijn wordt gebruikt gemaakt van een speciaal format. Er wordt gebruik gemaakt van een format dat door de Westfriese Knoop is ontwikkeld en dat (mogelijk) beantwoordt aan de eisen van de inspectie. Het DLE is richtinggevend voor de keuze van de tussendoelen. Een eigen leerlijn bevat altijd: Een ontwikkelingsperspectief voor het betreffende vakgebied dat is bepaald aan de hand van het verwachte uitstroomniveau van de leerling. Tussendoelen die bepaald zijn aan de hand van het ontwikkelingsperspectief Een beredeneerd gepland aanbod, dat is bepaald op basis van de tussendoelen. Bij de beslissing om over te gaan op een eigen leerlijn is de toestemming van de ouders/verzorgers een vereiste. Opbrengsten eigen leerlijn Om aan te kunnen tonen dat een leerling met specifieke onderwijsbehoeften zich naar verwachting (dus volgens gestelde doelen) ontwikkelt, wordt een uitstroomperspectief bepaald. Hiervoor wordt
2
Stap van der, M. (vierde druk, februari 2010) Van kerndoel tot leerlijn, Uitgeverij SWP Amsterdam.
16
Zorgplan Bavoschool
2015
het leerrendement van de leerling tot nu toe gebruikt. Het leerrendement wordt als volgt berekend: (DLE x 100) : DL= Rendement. Het uitstroomperspectief bij een eigen leerlijn wordt op de volgende manier berekend: (DL x rendement) : 100= Uitstroomperspectief. In Parnassys wordt het leerrendement automatisch berekend. Vanaf groep 6 wordt er ook een ontwikkelingsperspectief in Parnassys aangemaakt. In onderstaande tabel wordt de relatie uitstroomprofiel versus voortgezet onderwijs aangegeven.
IQ/Eindniveau voortgezet onderwijs Praktijkonderwijs IQ 55-80 (PRO) LeerWeg IQ 75-90 Ondersteunend IQ 80-90 +specifieke Onderwijs (LWOO) stoornis
IQ 90-120+sociaal emotionele problemen Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (VMBO)
Leerrendement <50%
Eindniveau eind groep 5
Leerrendement 50%-75% Leerrendement 50%-75%
Eindniveau eind groep 6 Eindniveau eind groep 6 voor het betreffende vakgebied.
Leerrendement 50%-75%
Eindniveau eind groep 7
Leerrendement >75%
Eindniveau eind groep 7
De evaluaties van de eigen leerlijn vinden twee keer per jaar plaats (medio en eind). Een psychologisch onderzoek is geen voorwaarde voor een ontwikkelingsperspectief. Toetsen en rapporten Alleen kinderen die werken met een ontwikkelingsperspectief worden getoetst op het niveau van de leerstof die zij aangeboden hebben gekregen. In het rapport wordt het kind beoordeeld ten aanzien van zijn ontwikkeling op zijn eigen leerlijn. De prestaties worden niet vergeleken met de eigen groep. Zowel de ouders/verzorgers als de leerling zijn op de hoogte van deze manier van rapporteren. In rapportgesprekken wordt, indien nodig, de eigen ontwikkeling afgezet tegen de klassikale ontwikkeling. Dit om duidelijk over te komen naar de ouders/verzorgers en om geen verkeerde verwachtingen te wekken. Bij het rapport wordt een overzicht gevoegd van alle afgenomen toetsen, waarop de voortgang van het kind is af te lezen. Overgang voortgezet onderwijs zorgleerlingen Leerlingen die extra zorg nodig hebben, zullen ook na de basisschool specifieke ondersteuning nodig hebben in het voortgezet onderwijs. Er zijn voor deze kinderen drie uitstroommogelijkheden: Leerwegondersteunend Onderwijs, Praktijkonderwijs en het Orthopedagogisch en Didactisch Centrum. Leerwegondersteunend onderwijs( LWOO) LWOO: Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften kunnen LeerWeg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) volgen. Het LWOO geldt voor een leerling die voldoende capaciteiten heeft om een VMBOdiploma te halen, maar door een leerachterstand of andere omstandigheden extra hulp nodig heeft. De leerling zit op het VMBO en volgt onderwijs in één van de vier leerwegen. Na vier jaar wordt het
17
Zorgplan Bavoschool
2015
VMBO-examen afgelegd. Scholen kunnen zelf bepalen of en hoe zij LWOO aanbieden. Dat kan variëren van bijlessen en huiswerkbegeleiding tot trainingen om leerlingen beter te laten studeren. De klassengrootte kan ook een manier zijn om kinderen beter/intensiever te begeleiden. Ouders/verzorgers kunnen hun kind aanmelden voor LWOO als het kind hiervoor een advies heeft gekregen van de basisschool. Als het kind is aangemeld bij een VMBO-school, bekijkt de school of het kind in aanmerking komt voor LWOO. De VMBO- school doet soms aanvullend onderzoek. Daarnaast bekijkt de school het onderwijskundig rapport van het kind. Hierin zijn de leerresultaten van het kind gebundeld, de gepleegde interventies en (eventueel) uitslagen van onderzoeken die zijn uitgevoerd. Het onderwijskundig rapport is met de ouders/verzorgers besproken. Praktijkonderwijs (PRO) Het PRO is een vorm van voortgezet onderwijs dat leerlingen voorbereidt op de arbeidsmarkt. Praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen die hiervoor een advies hebben gekregen van de basisschool of die niet mee kunnen komen in het reguliere voortgezet onderwijs (VO) en die dus naar verwachting geen VMBO-diploma kunnen halen. De volgende criteria gelden voor aanmelding bij het PRO of het LWOO: Criteria Leerachterstand
PRO >50% op minimaal 2 domeinen (vakken)
Capaciteiten
Een IQ van minimaal 55 en maximaal 80
Sociaal-emotionele problematiek
LWOO Tussen 25% en 50% op minimaal 2 domeinen (vakken) Een IQ van 75 tot en met maximaal 90
Tussen 25% en 50% op minimaal 2 domeinen (vakken) Een IQ boven de 90, maar maximaal 120 Faalangst en/of prestatie/motivatie problemen en/of emotionele instabiliteit.
Het schema laat zich als volgt lezen: De leerachterstanden 1. De leervorderingen moeten op 4 domeinen (vakken) worden vastgesteld, te weten; technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en inzichtelijk rekenen. 2. Er dient op minimaal twee van de vier domeinen sprake te zijn van een leerachterstand. Eén van de domeinen met leerachterstand dient begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen te zijn. 3. De leervorderingen dienen gemeten te worden met een toets die voorkomt op de lijst van toegestane instrumenten. De toetsen dienen afgenomen te zijn in het leerjaar dat de aanvraag gedaan wordt. De capaciteiten Voor zowel een LWOO-als een PRO-beschikking geldt een minimum en een maximum IQ-score. Deze dienen verkregen te zijn met één van de tests op de lijst van toegestane instrumenten. Sociaal-emotionele problematiek Bij een IQ van 90 tot en met 120 is allereerst een vereiste dat voldaan wordt aan het criterium leerachterstand. Daarnaast dienen er op sociaal-emotioneel gebied problemen aangetoond te worden die het leerproces dusdanig belemmeren dat extra zorg noodzakelijk is. De conclusie dat LWOO noodzakelijk is, dient gedaan te worden door een daartoe bevoegd orthopedagoog/psycholoog op grond van kritieke scores op één of meer testen van de lijst van toegestane instrumenten.
18
Zorgplan Bavoschool
2015
De leerkracht van groep 8 zal regelmatig contact hebben met de ouders/verzorgers om de procedures toe te lichten en om de aanmelding naar het voortgezet onderwijs soepel te laten verlopen.
Deel 4 Protocollen Protocol dyslexie Voor een optimale begeleiding van leerlingen met: lees-en/of spellingproblemen dyslexie en voor de onderkenning van dyslexie is het van groot belang dat er een dossier is met daarin de overzichten van de afgenomen toetsen, de gepleegde interventies en de eventuele aanpassingen in het onderwijs. Vanaf 1 januari 2009 worden de diagnostiek en de behandeling van ernstige dyslexie vanuit het basispakket van de zorgverzekering vergoed. Dit geldt sinds 2013 voor kinderen vanaf 7 jaar en ouder. Vanaf 1 januari 2015 gaat de diagnostiek en de behandeling van kinderen met dyslexie van de zorgverzekering over naar de gemeente. De vergoede zorg geldt voor kinderen met ernstige dyslexie. Als ouders aanspraak willen maken op vergoeding van diagnostiek en behandeling moet de school het leerlingdossier leveren waarmee het vermoeden van dyslexie wordt onderbouwd. De belangrijkste criteria zijn de achterstand en de hulp die de school heeft verleend. Meer informatie hierover is te vinden op www.masterplandyslexie.nl In het schooljaar 2012-2013 is er een nieuw protocol lees en/of spellingproblemen opgesteld door de Samenwerkingsverbanden PO-VO West-Friesland. Onderstaand stroomdiagram laat het beslissingsschema zien ten aanzien van het opbouwen van een leesdossier.
19
Zorgplan Bavoschool
2015
Protocol zittenblijven Zie map protocollen Bavoschool Protocol versnellen Zie map protocollen Bavoschool Protocol overgang groep 2 naar groep 3 Zie map protocollen Bavoschool Protocol langdurig zieken Zie map protocollen Bavoschool
20
Zorgplan Bavoschool
2015
Deel 5 Bijlagen Lijst van veelgebruikte verklaringen en afkortingen
CJG: Centrum jeugd en Gezin is de fysieke vraagbaken van gemeenten voor, kinderen, ouders/verzorgers, jongeren tot 23 jaar en professionals. Zij kunnen hier terecht voor vragen over opvoeden en opgroeien van kinderen en problemen die daarbij kunnen ontstaan. Vanaf 2012 dient elke gemeente een CJG te hebben. Het doel van het Centrum voor Jeugd en Gezin is de jeugdzorg dichter bij de burger te brengen door deze taak over te dragen aan de gemeenten. De rol van het CJG hierin is de vragen en problemen verzamelen, om deze vervolgens te coördineren naar een antwoord of een oplossing. CPO: Centrum Passend Onderwijs. Dit is het expertisecentrum waarop een beroep gedaan kan worden als het gaat om ondersteuning, kennis en trainingen voor de begeleiding van kinderen met speciale behoeften. DL: Didactische leeftijd Het aantal maanden onderwijs dat een kind heeft gevolgd vanaf groep 3. Elk schooljaar telt 10 onderwijsmaanden. DLE: Didactisch leeftijdsequivalent De toetsscore omgerekend naar het aantal maanden onderwijs. Hiermee is vast te stellen of de didactische leeftijd overeenkomt met de onderwijsleeftijd (het DLE). HGW: Handelingsgericht werken IB: Intern begeleider IGDI-model: Interactief, gedifferentieerd, directe instructie model. Dit instructiemodel geeft stapsgewijs aan wanneer welke groep betrokken moet worden bij de instructie. Essentieel hierbij is dat de leerkracht centraal staat tijdens het instructieproces (leerkrachtgestuurd onderwijs). Individuele leerlijn: We spreken van een individuele leerlijn als een kind een onderwijsaanbod krijgt dat past bij de eigen mogelijkheden en dat dus afwijkt van het lesprogramma en de omschreven einddoelen van het basisonderwijs. LGF: Leerlinggebonden financiering De overheid faciliteert kinderen die voorheen naar het speciaal onderwijs verwezen weren in de vorm van een zogenoemd “rugzakje”. Vanuit dit rugzakje kan extra zorg en extra middelen betaald worden. Leerrendement: Dit is de verhouding prestatieniveau (DLE) versus het aantal manden onderwijs (DL) uitgedrukt in procenten. Zo kan vastgesteld worden hoeveel leerwinst de leerling heeft geboekt. LOVS: Cito volgsysteem primair onderwijs Met de toetsen van LOVS kan de ontwikkeling van leerlingen en groepen leerlingen op school gevolgd worden. Het is tevens mogelijk de prestaties af te zetten tegen het landelijk gemiddelde, zodat de school kan zien hoe de prestaties zich verhouden t.o.v. andere scholen. LWOO: Leerweg ondersteunend onderwijs Afdeling binnen het voorbereidend beroepsonderwijs voor leerlingen die moeite hebben het gewone lesprogramma te volgen, omdat zij meer individuele begeleiding nodig hebben. OPDC: Orthopedagogisch en didactisch centrum Het centrum is opgericht door het samenwerkingsverband van scholen voor voortgezet onderwijs. Het centrum verzorgt onderwijs voor leerlingen op VMBO-niveau. De leerlingen komen vrijwel altijd voor LWOO in aanmerking. OPP: Ontwikkelingsperspectief Met het opstellen van een ontwikkelingsperspectief geeft de school een inschatting van ontwikkelingsmogelijkheden voor een langere periode. Dit betekent dat er einddoelen en tussendoelen gesteld moeten worden, die haalbaar zijn voor de leerling waarvoor het ontwikkelingsperspectief is opgesteld. OT: Ondersteuningsteam PO:Primair onderwijs
21
Zorgplan Bavoschool
2015
PRO: Praktijk onderwijs Afdeling binnen het voorbereidend beroepsonderwijs voor leerlingen die veel moeite hebben om het gewone lesprogramma te volgen, die veel individuele begeleiding nodig hebben en die niet in staat zijn een diploma in het reguliere voortgezet onderwijs te halen. SBO: Speciaal Basis Onderwijs. Voor de Bavoschool is dit De Wissel in Hoorn. Ursem kent echter ook grensverkeer. Ouders kiezen liever voor een SBO-school in Heerhugowaard omdat bijna alle kinderen naar scholen voor voortgezet onderwijs in Heerhugowaard gaan. SMW: School Maatschappelijk Werk. Aan elk ondersteuningsteam binnen het Samenwerkingsverband De Westfriese Knoop is een schoolmaatschappelijk werker verbonden. Voor de Bavoschool is dat Mevr. M. Kamp. SO: Speciaal Onderwijs SWV: Samenwerkingsverband Uitstroomperspectief: Geeft aan welke vorm van voortgezet onderwijs haalbaar is voor een leerling WSNS: Weer samen naar school VO: Voortgezet Onderwijs.
Schematische weergave leerlingenzorg
22
Zorgplan Bavoschool
2015
23
Zorgplan Bavoschool
2015
24
Zorgplan Bavoschool
2015
Toetsoverzicht methodeonafhankelijke toetsen Kleuters Cito rekenen voor kleuters Cito taal voor kleuters
(groep 2) (groep 2)
Groep 3 t/m 8 Drie-Minuten-Toets (LOVS) Begrijpend lezen (LOVS) Leestempo & leestechniek Schaal Vorderingen Spellingvaardigheid (LOVS) SVS Werkwoorden Woordenschattoets (LOVS) Rekenen-Wiskunde (LOVS) Cito eindtoets NIO-toets en NPV-J vragenlijst Leerlingvolgsysteem sociaal-emotionele ontwikkeling Zien!
(groep 3 t/m 8) (groep 3 t/m 8) (groep 3 t/m 8) (groep 3 t/m 8) (groep 7-8) (groep 3 t/m 8)) (groep 3 t/m 8) (groep 8) (groep 8) (groep 3 t/m 8)
25
Zorgplan Bavoschool
2015
Toetskalender Cito 2014-2015 sept. okt. nov.
dec.
jan.
LOVS Rekenen voor kleuters
M2
LOVS Taal voor kleuters
M2
LOVS Rekenenwiskunde
M3-M8
Leestechniek& leestempo
M3-M7 (M8 alleen voor zwakke lezers) M4-M8
LOVS DMT en AVI-nieuw*
feb.
maart
april
mei
juni
E3-E7
M3 (na kern 6)
E3-E7
LOVS Begrijpend lezen
M4-M8
E3-E4
LOVS Spelling
Tweede helft januari of eerste week februari M3-M8
E3-E4E5-E6E7
LOVS Spelling
M8
E7
werkwoorden LOVS
M3-M8
Woordenschat Eindtoets
M8
Basisonderwijs Groep 3 t/m 8
Zien
sept.
okt.
Groep 3 t/m 7 nov.
dec.
jan.
feb.
maart
april
mei
juni
Kleuters
26
Zorgplan Bavoschool
2015
*De toetsen Rekenen voor kleuters en Taal voor kleuters M2 worden alleen bij de oudste kleuters afgenomen en bij de kinderen die tussen september en januari 5 worden. In individuele gevallen wordt gebruik gemaakt van een andere toetsversie. Toetsen groep 3 Afname M-3 Rekenen, DMT, woordenschat, spelling, AVI. Afname E-3 Rekenen, DMT, leestempo, spelling, AVI-LOVS, begrijpend lezen LOVS
27
Zorgplan Bavoschool
2015
Formulier zorgoverleg Checklist voorbereiding zorgoverleg/zorgoverleg Tijdens een zorgoverleg staan het groepsoverzicht (groepskaart in Parnassys) en het groepsplan centraal. Doel hiervan is dat jij gemotiveerd bent om het groepsplan te realiseren. Het is daarom van groot belang dat je zelf aangeeft welke punten en vragen je hebt. Deze checklist is bedoeld als een middel om dit helder te krijgen. Je hoeft dus niet alle vakjes in te vullen. Bespreekpunten en vragen betreffende
Concrete bespreekpunten
De organisatie, sfeer en communicatie Hoe verloopt het klassenmanagement en zelfstandig werken? - Hoe verloopt de samenwerking tussen leerlingen onderling en met jou? - Hoe verlopen de gesprekken met ouders? - Waar ben je tevreden over? Welke twijfels heb je nog? De leerlingen die extra begeleiding nodig hebben -
Is het gelukt om de leerlingen te signaleren die: - extra begeleiding nodig hebben? - meer uitdaging en verdieping nodig hebben? De leerlingen waarvan je hun onderwijsbehoeften nader wilt bespreken Wat is precies je vraag bij die leerlingen? Bij welke leerlingen denk je aan nader onderzoek? Bij welke leerlingen denk je aan aanmelding voor een leerlingbespreking of zorgteam en met welke vraag? - Welke voorbereiding is daarvoor nodig? Wie zou je bij die bespreking willen uitnodigen en waarom? De clustering van leerlingen -
Welke vragen/twijfels heb je ten aanzien van het clusteren? - Is deze clustering voor jou haalbaar qua organisatie? - Wat zijn jouw ontwikkelpunten en begeleidingsvragen? Het opstellen van het groepsplan -
-
-
Welke vragen heb je bij de doelen voor de hele groep, de subgroepjes of een individuele leerling? Denk hierbij ook aan doelen in vaardigheidsscores. Welke vragen heb je over het onderwijsaanbod voor
28
Zorgplan Bavoschool
2015
de hele groep, de subgroepjes of een individuele leerling? - Is duidelijk wanneer, hoe en door wie er geëvalueerd wordt of de doelen bereikt zijn? Het realiseren van het groepsplan. Stel je zelf voor hoe de uitvoering van het groepsplan er in de praktijk uitziet! Denk ook aan tijd/ruimte om aan aanvullende doelen te werken. Hoe maak je de vertaling naar de week- en dagplanning? - Waar twijfel je over en wat zijn je vragen? - Hoe schat jij in dat de samenwerking met de andere betrokkenen zal verlopen? - Wat heb jij nodig aan ondersteuning of begeleiding om je groepsplan uit te voeren? - Welke observatie- en/of bespreekpunten heb je voor het groepsbezoek? Welke punten zou je ook nog in het zorgoverleg willen bespreken -
29
Zorgplan Bavoschool
2015
Formulier leerlingbespreking Formulier leerlingbespreking volgens de incidentmethode Alle aanwezigen brengen een probleem naar voren. De groep beslist met welk probleem ze willen beginnen. Er kunnen maximaal 3 cases besproken worden. Stap 1
5 min.
Inbrenger:
Door inbrenger
- Casus
(groeps-leden mogen niet reageren)
Schets van het probleem; kindgegevens, situatie/proces; achtergrond; Schets het probleem in zichtbaar gedrag, zichtbare feiten; geen interpretatie. - Hulpvraag van de leerkracht
Stap 2
10 min.
Groepsleden:
Door
- Groepsleden formuleren vragen:
Groeps-leden
* Verhelderingvragen
En inbrenger
Inbrenger geeft antwoord op de vragen Verheldering Groepsleden zijn benieuwd naar vaardigheden, oplossingen die eerder al gewerkt hebben, onderzoek van de inbrenger en feiten die ertoe doen om een oplossing dichterbij te brengen. Ieder stelt om de beurt een vraag. De voorzitter ziet erop toe dat de groep zich aan de regels houdt. Anderen mogen op een vraag doorvragen bij hun eigen beurt.Vooral vragen naar (alledaagse) feiten worden gesteld: wat, wanneer, waar, wie, hoe e.d. “Waarom”-vragen worden ontmoedigd. Liever vragen: “Waardoor kwam het dat …” of “Wat maakt dat …” Inbrenger herformuleert vervolgens het probleem.
Stap 3
10 min.
Groepsleden formuleren:
Door groeps-leden
* kennisadviezen
(inbrenger mag niet reageren)
* handelingsadviezen * externe hulp adviezen Ieder teamlid noemt op volgorde iets wat in deze situatie ”zou kunnen werken”. Eén onderwerp/idee per keer. Er mag worden voortgebouwd op wat een ander heeft ingebracht.
30
Zorgplan Bavoschool
2015
De inbrenger reageert NIET (maar noteert evt. de ideeën). Stap 4
5 min.
Inbrenger reageert:
Door
* Wat is bruikbaar en waarom
Inbrenger
* Wat is mogelijk bruikbaar * Wat is niet bruikbaar * Hoe is de bespreking verlopen De inbrenger reageert op wat er in de reflectieronde is gezegd. Doorgaans om aan te geven wat het meest nuttige idee (of ideeën) in deze situatie is/zijn en welke actie hij/zij ermee van plan is. Wat is nuttig/uitvoerbaar? De andere teamleden blijven stil.
Stap 5
Groepsleden vragen na een paar weken bij de inbrenger hoe het gaat.
31
Zorgplan Bavoschool
2015
Bijlage Formulier individueel handelingsplan Persoonsgegevens Naam Datum Groep Groepsleerkracht(en) Vak/ontwikkelingsgebied Ingevuld door: Signalering Wat valt je op? Wanneer valt het je op? Wat is je zorg? Wat heb je al gedaan? Toetsgegevens Relevante toetsuitslagen.
Doelstelling Wat wil je binnen een korte termijn bereiken? Als het doel ver weg ligt, kun je een tussendoel aangeven. Probeer het doel zo specifiek mogelijk aan te geven.
Methodiek Op welke manier en met welke hulpmiddelen ga je dat doen? Organisatie Wanneer ga je dat doen (dag, tijd, frequentie)? Waar ga je dat doen (in de klas, buiten de klas)? Wat doen de ouders eventueel (hoeveel keer in de week)? Evaluatie Wanneer ga je kijken of het gelukt is? Hoe ga je kijken of het gelukt is (toets, materiaal, observatie, enz.)? Wanneer ga je dit met de ouders en het kind bespreken? Wat ga je vervolgens doen (stoppen, doorgaan, enz.)? Handtekening groepsleerkracht
Handtekening Ouders
Dit document is vertrouwelijk en dient als zodanig behandeld te worden. Het handelingsplan wordt in Parnassys in het dossier van de betreffende leerling geplaatst.
32
Zorgplan Bavoschool
2015
Dyslexiezorg: wat is er veranderd na 1 januari 2015? De zorg voor kinderen met Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED), dyslexiezorg, is per 1 januari 2015 onder de Jeugdwet komen te vallen. ‘Enkelvoudig’ betekent dat het kind naast dyslexie geen GGZstoornis, beperking of andere taal- of leerstoornissen heeft die belemmerend zijn voor een dyslexieonderzoek en/of behandeling. Wat doen scholen?
De school is de eerst verantwoordelijke om kinderen lees- en spellingsonderwijs te bieden (ondersteuning t/m niveau 3* in De Westfriese Knoop, Samenwerkingsverband regio WestFriesland). Als intensieve begeleiding op school onvoldoende resultaat oplevert, is doorverwijzing naar meer gespecialiseerde zorg aan de orde. De school en de ouders stellen een lees-dossier (leerlingendossier) samen, dat ondertekend door ouders en directie richting één van de zorgverleners gaat. De zorgverlener onderzoekt en stelt vast of de leerling voldoet aan de criteria van EED. Daar hoort ook een intelligentie-onderzoek bij. (Dit onderzoek wordt betaald door de gemeente.) Het diagnostisch onderzoek kan uitwijzen dat een leerling aanvullende specialistische behandeling nodig heeft; het kind krijgt dan de diagnose EED. Vanaf 1 januari 2015 valt de diagnose en behandeling van EED onder de Jeugdwet en betaalt de gemeente deze zorg. Wat doet de gemeente? Vanaf 1 januari 2015 valt de diagnose en behandeling van EED onder de Jeugdwet en betaalt de gemeente deze zorg. In 2015 geldt voor de lopende behandelingen continuïteit van zorg. Gemeenten hebben hierover afspraken gemaakt met de bestaande zorgverleners. In de gemeente Koggenland zijn dat 1. Stichting OBD Noordwest; 2. Instituut Jesri (Zwaag); 3. IWAL Instituut voor dyslexie (o.a. Heerhugowaard). Voor nieuwe cliënten is de gemeente verantwoordelijk voor het organiseren van een passend dyslexiezorgaanbod. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: o Gemeente is in dit kader alleen verantwoordelijk voor jeugdigen in de basisschoolleeftijd (7 – 13 jr.); o Het leerlingendossier dient als basis en wordt aangeleverd door de school; o School draagt het leerlingendossier in overleg met de ouders over aan een door de gemeente gecontracteerde zorgverlener; o De schoolmaatschappelijk werkers/het zorgteam/de casemanager worden hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht door de school; o Diagnose en de eerste standaard behandeling (looptijd 1 tot 1½ jaar) worden door de gemeente vergoed; o Hulpmiddelen zoals o.a. software komen niet voor vergoeding van de gemeente in aanmerking; (zie voor andere financiële mogelijkheden www.steunpuntdyslexie.nl). o Over de wijze waarop wordt omgegaan met dyslexie op het voortgezet onderwijs verwijzen wij u naar het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs. Dit is gratis te downloaden via www.steunpuntdyslexie.nl. Dit protocol is een handleiding voor docenten om dyslexie beter te signaleren, te begeleiden en leerlingen met dyslexie de juiste hulpmiddelen aan te reiken.
33
Zorgplan Bavoschool o
2015
Wanneer u op grond van het bovenstaande niet in aanmerking komt voor vergoeding voor dyslexiezorg staan de volgende mogelijkheden nog eventueel voor u open: via de zorgverzekering, mits er sprake is van ernstige dyslexie. via de ggz via een aanvullende verzekering voor psychologische hulp via de gemeente via het Ango fonds ondersteuning uit het onderwijsbudget
*niveau 1 => gewone ondersteuning (binnen de school) *niveau 2 => extra ondersteuning (binnen de school, als het gewone aanbod onvoldoende oplevert) *niveau 3 => intensieve ondersteuning (binnen de school) indien leerling 3x op rij Cito-score V haalt voor technisch lezen of spelling; leerling behoort steeds tot 20% landelijk slechtst renderende leerlingen) *niveau 4 => externe ondersteuning (buiten de school) als intensieve hulp gedurende een half jaar onvoldoende resultaten oplevert en vastgesteld is dat er sprake is van EED)
34
Zorgplan Bavoschool
2015
35