ZORGPLAN augustus Rotterdam

ZORGPLAN augustus 2012

Rotterdam

Inhoudsopgave 1. Inleiding  1.1 Algemeen  1.2 Sterke punten en ontwikkel punten

4 4 4

2. Onze visie op zorg

5

3. De 1 zorg-route  3.1 Algemeen  3.2 Cyclus van handelingsgericht werken met groepsplannen  3.3 Stap 1: De cyclus handelingsgericht werken door de leerkracht  3.4 Stap 2: De groepsbespreking  3.5 Stap 3: De leerling-bespreking  3.6 Stap 4: Het individueel handelingsplan  3.7 Stap 5: Externe zorg: handelingsgerichte diagnostiek en/of handelingsgerichte begeleiding  3.8 Stap 6: Uitstroom

7 7 8 8 9 9 10 10 10 10

4. Taakomschrijving  4.1 Taakomschrijving directie m.b.t. zorgverbreding  4.2 Taakomschrijving intern begeleider m.b.t. zorgverbreding  4.4 Taakomschrijving leerkracht m.b.t. zorgverbreding

11 11 11 13

5. Afstemming

15

6. Begeleiding  6.1 Instrumenten en procedures  6.2 Het analyseren van de voortgang  6.3 Het ontwikkelingsperspectief en de evaluatie

16 16 17 17

7. Zorg  7.1 De signalering  7.2 Het bepalen van de aard van de zorg  7.3 Planmatige invoering van de zorg  7.4 Evaluatie van de effecten van de zorg

19 19 20 21 22

8. Procedure instroom leerlingen  8.1 observatieplaatsen  8.2 indicatie criteria PCL  8.3 Intake gesprek  8.4 Van inschrijving tot plaatsing  8.5 Start op de Logemannschool

23 23 23 24 24 25

9. Procedure door en uitstroom leerlingen  9.2 Procedure doorstroom  9.3 Procedure uitstroom

26 26 27 2

Zorgplan Dr. J. C. Logemannschool

10. Informatie  10.1 Informatie van aanleverende scholen  10.2 Informatie in school

27 27 28

11. Ouders  11.1 Begeleiding ouders keuze V.O.  11.2 Betrekken van ouders bij de zorg

30 30 30

12. Langdurig zieken  12.1 Protocol kort durende ziekte  12.2 Protocol langdurige ziekte

31 32 32

13. Samenwerking met ketenpartners

33

14. Bijlage: 36  14.1 Ontwikkelingsperspectief  14.2 Voorbeelden van groepsplannen/arrangementen  14.3 Handelingsplan  14.4 Zorgkalender  14.5 Protocol cesartherapie, logopedie en school maatschappelijk werk.

3


Hoofdstuk 1

Inleiding

1.1 Algemeen Voor u ligt het zorgplan van de Dr. J. C. Logemannschool. Het zorgplan is een werkdocument dat duidelijkheid schept aan leerkrachten, ouders en bevoegd gezag over de manier waarop wij vorm geven aan de zorgverbreding. Het is een toegankelijk en leesbaar beleidsdocument. Er zijn een aantal zaken die na het lezen van dit zorgplan helder moeten zijn:  Ieders verantwoordelijkheden  De gehanteerde structuur  De verschillende cycli die gebruikt worden  De toetskalender  Welke externe instanties er betrokken zijn bij de school en kunnen worden ingezet In de praktijk van alle dag zal blijken of dit werkdocument bijgesteld moet worden. Aan het einde van het cursusjaar vindt er met het team tijdens een studiedag een evaluatie plaats over het zorgplan. Daarnaast evalueren de directie en de intern begeleider regelmatig het zorgplan . Indien nodig wordt het plan bijgesteld. Wij willen de opbrengsten van onze school vergroten. Om dit te kunnen bereiken, is een juiste afstemming van het onderwijs nodig. Dit gebeurt door het opstellen van een ontwikkelingsperspectief, het opstellen van het groepsplan en het afstemmen van het leerkrachthandelen op dit plan. Dit is een proces. De leerkrachten van de Logemannschool hebben daar de laatste jaren hard aan gewerkt. In studiedagen, vergaderingen en gesprekken is aan deze werkwijze veel aandacht besteed. Wij hebben een hoge ambitie op schoolniveau vastgesteld Onze ambitie is dat 75% van de leerlingen een leerrendement behalen van 75%. Na twee jaar willen wij evalueren of wij op koers zitten en of onze ambitie moet worden bijgesteld. Wij zijn er van overtuigd dat hoge verwachtingen, hogere opbrengsten teweeg brengt. Daarbij zijn leerkrachtvaardigheden(competenties) erg belangrijk. De leerkracht doet er toe. Deze is immers de basis van ons onderwijs. Het doelgericht plannen van het onderwijs aan leerlingen, het maken van beredeneerde keuzes in onderwijsaanbod, een betere afstemming met ouders en leerling over wat de school wil bereiken en een goede overgang naar het voortgezet (speciaal) onderwijs is van essentieel belang.

4


1.2 Sterke en ontwikkelpunten De sterke kanten van de school zijn:  Wij werken met ontwikkelingsperspectieven,vaardigheidsscores,didactische leeftijd, leerrendementen en OC-index.  Wij werken opbrengstgericht  Wij werken met groepsplannen voor taal, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen en sociaal emotionele ontwikkeling.  Wij werken handelingsgericht (1 zorgroute).  Elk kind is ingedeeld in een passend arrangement  De school evalueert en analyseert de toetsgegevens op school niveau.  Alle leerkrachten werken met een digitaal leerlingendossier.  De aanvullende onderwijsbehoeften zijn geclusterd in de groepsplannen. Ontwikkelpunten van de school zijn:  De resultaten van de schoolverlaters worden planmatig geëvalueerd.  Er bestaan groepsplannen voor rekenen met arrangementen.  Verbeteren van opbrengsten.  Verbeteren van leerkrachtvaardigheden.  De afspraken rond didactisch handelen worden door iedereen uitgevoerd.

5


Hoofdstuk 2

Onze visie op zorg

Onze visie op zorg heeft een aantal kenmerken:  Het optimale uit kinderen halen.  Het tegemoet komen aan verschillen tussen leerlingen door te differentiëren, middels intensiveren en dispenseren (convergente differentiatie).  Deze differentiatie bestaat uit het werken met zorgvuldig samengestelde arrangementen in de groepsplannen.  Leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van leerlingen door middel van een kieskast, weektaak etc.  We werken handelingsgericht vanuit een doorgaande leerlijn voor rekenen, spelling, technisch lezen, begrijpend lezen, sociaal gedrag en leren leren aansluitend bij de referentieniveaus. De doelen worden gepland in groepsplannen. De doelen worden getoetst met genormeerde valide toetsen van Cito en SCOL.  Voor leerlingen die extra zorg behoeven proberen we eerst de doelen te behalen door het pedagogisch en didactisch handelen te intensiveren. Wij geven extra instructie en/of verwerking. Wij stapelen bovenop de basisaanpak/ basisarrangement. Voor de leerlingen waar dit niet toereikend is, wordt een individueel handelingsplan opgesteld.  Onze ambitie is een leerrendement van 75% bij 75% van onze leerlingen. Als wij dit vertalen naar de OC index is dit een score >174. Om dit te behalen gaan we het onderwijs intensiveren door extra instructie en/of verwerking te stapelen/ intensiveren bovenop de basisaanpak tot een resterende leertijd van 20 maanden. Bij een resterende leertijd van 20 maanden gaan de leerlingen in een PRO of VMBO klas en/of aanpak.  We geloven in de wisselwerking tussen leerkrachtvaardigheden en resultaten van leerlingen. Om die kwaliteit te bewaken werken we met opgestelde pedagogische standaarden in het basisarrangement. De leerkracht is in staat de resultaten van de leerling positief te beïnvloeden door zijn pedagogisch en didactisch handelen af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Leerkrachtvaardigheden zijn zo essentieel dat ze structureel in kaart worden gebracht en worden besproken.  We denken proactief . In plaats van vooral achteraf te bekijken of een kind de doelen behaald heeft (bijvoorbeeld door te toetsen) en te ‘repareren’ als dit niet het geval blijkt te zijn, hanteert de 1-zorgroute een werkwijze waarbij de leerkracht vooraf nadenkt over wat een kind nodig heeft om de gestelde doelen te bereiken.  Tot slot nemen ouders een belangrijke positie in binnen de 1-zorgroute in. Ouders en leerkrachten hebben een gezamenlijk doel: ze willen het beste voor het kind. Ouders zijn samenwerkingspartners en worden betrokken bij de zorg rondom hun kind.  De leerlingenzorg richt zich op alle leerlingen van de groep.  De rol van de i.b-er is primair gericht op ondersteuning van de leraren.  Verschillen tussen leerlingen worden geaccepteerd en als “gegeven” aanvaard.  Groepsplannen en handelingsplannen worden geschreven volgens een vast format. 6


   

Er wordt met groeps-en handelingsplannen gewerkt. Wij prevaleren het werken met groepsplannen boven het werken met handelingsplannen. Leerling besprekingen worden één op één gevoerd (leerkracht + i.b-er). Na signalering wordt hulp aan kinderen gegeven in de klas. De school hanteert criteria voor toelating, niet ieder kind met een specifiek probleem kan (moet) zo maar geplaatst worden.

7


Hoofdstuk 3

De 1 zorgroute

3.1 Algemeen Op de Dr. J. C. Logemannschool wordt handelingsgericht gewerkt. Hierbij staan de volgende uitgangspunten centaal:  Onderwijsbehoeften van de leerlingen staan centraal.  Leerlingen verschillen, deze verschillen worden gerespecteerd.  De aandacht richt zich op kansen van de leerling (benoemen van kindkenmerken).  Wij richten de aandacht op wat de leerling nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken.  Proactief denken en handelen in plaats van (curatief) de zorg op 'uitvallers' richten.

6. Uitvoeren van het groepsplan.

1. Evalueren groepsplan en verzamelen gegevens in groepsoverzicht.

2. Signaleren van leerlingen met specifieke onderwijs-

5. Het groepsplan opstellen.

behoeften

4. Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften.

3. Het benoemen van de onderwijsbehoeften van leerlingen.

8


3.2 Stap 1: De cyclus handelingsgericht werken door de leerkracht De cyclus handelingsgericht werken bevat de onderstaande zes stappen. 1 Evalueren van het vorig groepsplan en het verzamelen van leerlingengegevens in een groepsoverzicht. 2 Signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften of leerlingen die, gelet op hun ontwikkeling, extra aandacht nodig hebben. 3 Benoemen van de onderwijsbehoeften van de leerlingen. 4 Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften 5 Opstellen van een groepsplan 6 Uitvoeren van het groepsplan.

3.3 Stap 2: De groepsbespreking De groepsbesprekingen worden vier keer per jaar gehouden. Twee keer na afname van de methode onafhankelijke CITO LOVS toetsen. Daarnaast vindt er twee maal per jaar een tussenevaluatie plaats in oktober en maart. Tijdens de tussenevaluaties wordt ook de SCOL en het groepsplan SEO besproken. In de groepsbesprekingen bespreken leerkracht en IB’er systematisch de behaalde resultaten en opbrengsten op het gebied van alle zaakvakken en sociale competentie. Samen met de leerkrachten wordt nagegaan of de gestelde doelen zijn bereikt en of er aanpassingen nodig zijn in het voorgestelde groepsplan voor de komende periode. Per bouw wordt de voorgestelde clustering en indeling van leerlingen in de verschillende onderwijsarrangementen kritisch bekeken. Aan de hand van de deze clustering wordt bekeken of er groepsdoorbroken gewerkt gaat worden. Bijvoorbeeld bij lezen kan er een klas stillezen en een klas hommelen. De IB’er ondersteunt de leerkrachten bij het vinden van de juiste aanpak, instructie en begeleiding en geeft zo nodig aan welke wijzigingen of/en aanpassingen in de instructie, aanpak en/of leertijd nodig zijn. Er wordt besproken met welke toetsen er wordt geëvalueerd, welke methoden en middelen gebruikt kunnen worden en welke maatregelen nodig zijn op het gebied van klassenmanagement. De intern begeleider leidt en coördineert de groepsbesprekingen op de school en ondersteunt de leerkrachten bij het opstellen van de groepsplannen waar nodig.

3.4 Stap 3: De leerlingenbespreking Individuele leerlingenbespreking Elke leerling wordt minimaal 2x per jaar besproken tijdens de groepsbesprekingen waarin alle OPP worden besproken. Als er extra zorg rond een leerling is wordt er een aparte afspraak gemaakt voor de leerlingenbespreking. Indien mogelijk worden de individuele aanpassingen in het groepsplan vermeld. Bij gedrag of werkhoudingproblematiek kan het zijn dat er een individueel handelingsplan gemaakt wordt volgens een vast format. Tijdens de leerlingenbespreking staat het handelen van de leerkracht (en daaraan gekoppeld de hulpvraag van de leerkracht) centraal. Er wordt gesproken over het ontwikkelingsperspectief en de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling en hoe de leerkracht in een groepsplan (incidenteel in een individueel handelingsplan) hieraan tegemoet komt. Er worden afspraken gemaakt over het evalueren of gestelde doelen bereikt zijn. Indien nodig wordt in overleg met de IB’er de expertise van de begeleider leerlingenzorg en/of externe hulpverleners ingeschakeld. 9


Het doel van de leerlingenbespreking is om de leeropbrengsten van de leerling te vergelijken met het opgestelde ontwikkelingsperspectief en om specifieke problematiek te bespreken Hieruit kunnen de volgende conclusies komen:  het ontwikkelingsperspectief moet worden bijgesteld  er worden alternatieve werkwijzen/ aanpakken binnen het groepsplan geformuleerd  er wordt een individueel handelingsplan opgesteld (zie stap 4)  er kan aanvullend onderzoek (HGD: Handelingsgerichte diagnostiek) worden gestart (zie stap 5)  er kan een ander schooladvies geformuleerd worden De leerlingenbespreking is een belangrijk schakelmoment naar externe zorg. De uitkomsten van de leerlingenbespreking worden met de ouders besproken indien er voor een leerling extra zorg nodig is.

3.5 Stap 4: Het individueel handelingsplan Wij prefereren groepsplannen boven individuele handelingsplannen. In incidentele gevallen wordt er een individueel handelingsplan opgesteld. In dit handelingsplan staat aangegeven hoe de komende periode tegemoet gekomen wordt aan de individuele onderwijsbehoeften van de leerling. Wat is de beginsituatie, wat is het doel, welke middelen worden er ingezet, wie doet wat en wanneer is de evaluatie van het handelingsplan.

3.6 Stap 5: Externe zorg: handelingsgerichte diagnostiek en/of handelingsgerichte begeleiding Op basis van de besluiten in de leerlingenbespreking worden extern de onderstaande stappen gezet.  Wat is de onderzoeksvraag van de school en ouders?  Wie kan op basis van deze vraag het beste onderzoek verrichten?  Wat zijn de consequenties van HGD voor het handelen van de leerkracht en heeft de leerkracht aansluitend HGB(handelingsgericht begeleiding) nodig? Wat zijn de doelen van de begeleiding?  Zijn de doelen van de begeleiding bereikt?  Zo ja, de begeleiding wordt beëindigd?  Zo nee, vervolgstappen in de leerlingenbespreking bespreken.

3.7 Stap 6: Uitstroom    

Verwijzing naar een andere vorm van onderwijs vindt plaats wanneer: de leerling op grond van zijn ontwikkeling en leeftijd toe is aan voortgezet onderwijs de leerling op grond van zijn ontwikkeling kan profiteren van regulier basisonderwijs de school niet in staat is tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling 10




Uitstroommogelijkheden zijn:  regulier basisonderwijs  speciaal onderwijs (besluit CvI)  voortgezet onderwijs, eventueel met LWOO- of clusterindicatie (VSO)

11


Hoofdstuk 4

Taakomschrijving

Om de zorg goed vorm te kunnen geven, is een duidelijke taakverdeling en taakomschrijving van belang.

4.1 Taakomschrijving directie m.b.t. zorg Beleidstaken en innovatie taken  Ontwikkelen van beleid op de kwaliteit van de zorg  Kennis hebben van zorgverbreding / zorg (leeren gedragsproblemen, externe hulpverlening, WSNS).  Evalueren van het zorgbeleid op school samen met de intern begeleider. Coördinerende taken  Afstemmen van vraag en aanbod tussen school en externen op het gebied van de zorgverbreding.  Coördineren van het collectief leren en het stimuleren van leren met en van elkaar, bijvoorbeeld door interventies en klassenconsultaties.  Onderhouden van contact met de inspectie van het onderwijs.  Beheren van het budget en de inzet van formatie m.b.t. het traject van leerling-gebonden financiering.  Bespreken van de analyse van de resultaten van het leerlingvolgsysteem op groepen schoolniveau met de intern begeleider. Begeleidende taken  Voeren of bijwonen van gesprekken met ouders van zorgleerlingen.  Onderhouden van contacten met externe instanties en personen.  Observeren in de groep en het geven van feedback aan de leerkracht.

4.2 Taakomschrijving intern begeleider m.b.t. zorg Directie, intern begeleider en leerkrachten delen dezelfde visie op onderwijs en zorg. Mede vormgegeven door de functieomschrijving zoals Kind en Onderwijs Rotterdam die hanteert.  De directie heeft de verantwoordelijkheid voor het zorgsysteem gedelegeerd aan de intern begeleider. Bij knelpunten tussen leerkracht en intern begeleider op het terrein van de zorgverbreding, ontvangt de intern begeleider steun van de directie.  De intern begeleider heeft voor het uitvoeren van zijn taak 3 dagen per week formatieruimte.  Er bestaan duidelijke afspraken t.a.v. de taken en verantwoordelijkheden van de intern begeleider, de directie en de leerkrachten op het terrein van de zorgverbreding.  Er vindt wekelijks overleg plaats tussen de directie en de intern begeleider over de voortgang van activiteiten op het terrein van de zorgverbreding.

12


Beleidstaken/innovatietaken:  Ontwikkelen van beleid m.b.t. de zorgverbreding.  Ontwikkelen en stimuleren van onderwijskundige veranderingen op schoolniveau.  Bijhouden en overdragen van kennis op vaardigheden m.b.t. zorgverbreding aan het team.  Evalueren van het zorgbeleid op school samen met de directie.  Participeren in onderwijskundig beleid met de directie.  Deelnemen aan relevante netwerken op het terrein van interne begeleiding.  Informeren van de directie op het zorgbeleid en voorstellen doen voor veranderingen. Coördinerende taken:  Organiseren en plannen van de leerling-zorg.  Signaleren van problemen rondom begeleiding van leerlingen op individueel niveau als ook op groepsniveau.  Stimuleren van een planmatige aanpak van de leerlingenzorg in de school.  Afstemmen van vraag en aanbod tussen school en externen op het gebied van de zorgverbreding.  Dragen van verantwoordelijkheid voor het instrumentarium van de methodegebonden toetsen.  Opstellen en bewaken van de toetskalender.  Coördineren van de afname van de toetsen van het leerlingvolgsysteem.  Zorg dragen voor registratie en archiveren van deze gegevens in het leerling dossier.  Met leerkrachten de resultaten van de toetsen van het leerlingvolgsysteem analyseren op individueel en groepsniveau.  Analyseren van de resultaten van de toetsen van het leerlingvolgsysteem op schoolniveau.  Bewaken en voorzitten van groepen leerling-besprekingen met leerkrachten.  Leiden van agendapunten m.b.t. zorgverbreding tijdens de teamvergaderingen.  Aanvragen en coördineren van extern onderzoek en verwijzing naar cluster scholen.  Onderhouden van contacten met externe instanties en personen inzake de ontwikkeling van de leerling.  Voeren en bijwonen van gesprekken met ouders van zorgleerlingen.  Bewaken en beheren van de leerling-dossiers.  Beheren en up-to-date houden van de orthotheek.  Multidisciplinair overleg: bijeenkomsten plannen, voorbereiden en notuleren.  Coördinatie inzet school maatschappelijk werk. Begeleidende taken:  Ontwikkelingsperspectief opstellen samen met de leerkracht voor nieuwe leerlingen binnen vier weken.  Bespreken van de analyse van de resultaten van het leerlingvolgsysteem op individueel en groepsniveau met de leerkracht.  Begeleiden van leerkrachten bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van individuele handelingsplannen en groepsplannen. 13


 

Begeleiden en adviseren van leerkrachten bij het ontwikkelen van leerkrachtvaardigheden m.b.t. de zorgleerlingen. Het verrichten van observaties op het gebied van de zorgverbreding in de groep en het geven van feedback aan de leerkracht.

4.3 Taakomschrijving leerkracht m.b.t. zorg Inter-persoonlijk competent:  Professioneel omgaan met leeren gedragsstoornissen bij individuele leerlingen.  Pedagogisch competent  Zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat voor alle leerlingen.  Planmatig volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen.  Signaleren van (gedrags)problemen bij leerlingen en hiervoor hulp inroepen.  Op een juiste wijze werken met uitgestelde aandacht. Vakinhoudelijk en didactisch competent:  In staat om aantrekkelijke instructies op meerdere niveaus te geven (talent, basis, (zeer) intensief).  Daarbij maken we gebruik van het directe instructie model.  Effectief inzetten van de instructietafel bij leerlingen die extra hulp nodig hebben.  Kunnen toepassen van verschillende differentiatieprincipes (belangstelling, hoeveelheid, eisen, tempo en materiaal).  Op de hoogte zijn van de leerlijnen per vakgebied en in staat om te werken met eigen leerlijnen bij individuele leerlingen.  Op de hoogte zijn van de inhoud en het juiste gebruik van het leerlingvolgsysteem.  De resultaten op de methodegebonden toetsen analyseren en het onderwijsaanbod daarop afstemmen.  Met ondersteuning van de intern begeleider de resultaten van de toetsen van het leerlingvolgsysteem analyseren op individueel en groepsniveau.  Opstellen, uitvoeren en evalueren van individuele handelingsplannen en groepsplannen (eventueel met ondersteuning van de intern begeleider).  Gebruik maken van remediërende materialen uit de methode of orthotheek.  Kennis hebben van en signaleren van leeren gedragsproblemen.  Kennis hebben van stoornissen/handicaps van leerlingen in de eigen groep.

14


Organisatorisch competent:  Klassenmanagement toepassen en, indien nodig, afstemmen op de behoeften van zorgleerlingen.  Gebruik maken van organisatievormen die aansluiten bij de behoeften van zorgleerlingen.  De leerkracht is verantwoordelijk voor het up-to-date houden van de gegevens van zijn groep in zowel de leerlingenmap, de groepsmap en de individuele dossiers. Competent in het samenwerken met collega’s:  In groepen leerling besprekingen de ontwikkeling van leerlingen bespreken met de intern begeleider.  Voorbereiden van groepen leerling besprekingen.  Zicht houden op het effect van een individueel handelingsplan of groepsplan en de intern begeleider hierover vertellen.  Gemakkelijk toegankelijke administratie en registratie van gegevens van leerlingen bijhouden t.b.v. een goede overdracht naar collega’s.  Zorgen voor een geordende dossieropbouw van de leerling,  Op constructieve wijze deelnemen aan collegiale consultatie klassenconsultaties. Competent in het samenwerken met de omgeving:  Op een open en constructieve manier de vorderingen van de leerling en diens welbevinden bespreken met ouders/verzorgers.  Voeren van overleg met externe instanties en personen.  Schriftelijk weergeven van gesprekken met ouders of externen als onderdeel van het leerling dossier.  Zorg dragen dat ouders de OPP ondertekenen voor akkoord. Competent in reflectie en ontwikkeling:  In staat zijn de eigen gedragsstijl/aanpak m.b.t. zorgverbreding te wijzigen.  Raadpleegt informatiebronnen om kennis en inzicht te krijgen in leeren gedragsstoornissen.  Staat open voor en vraagt feedback aan collega’s over het eigen functioneren op gebied van de zorgverbreding.

15


Hoofdstuk 5

Afstemming

De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op de verschillen in ontwikkelingen tussen de leerlingen De leraren stemmen de aangeboden instructie af op de verschillen in ontwikkelingen tussen de leerlingen De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten ontwikkelingen tussen de leerlingen

af

op

de

verschillen

in

De leraren stemmen de onderwijstijd af op de verschillen in ontwikkelingen tussen de leerlingen

Als het gaat om opbrengsten hebben wij op schoolniveau een hoge ambitie vast gesteld. Onze ambitie is dat 75% van onze leerlingen een leerrendement van 75% behalen dat is op de OC index een score >174. Op deze ambitie zijn voor de vakken technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en taal in 2011-2012 leerlijnen/arrangementen ontwikkeld. In 2012-2013 wordt het arrangement rekenen ontwikkeld. De arrangementen zijn vastgesteld per leerjaar. Voor elk leerjaar zijn doelen vastgesteld. Omdat wij zijn overgestapt van divergent naar convergente differentiatie zijn de leerlingen goed in te delen in onze arrangementen. De arrangementen zijn tevens onze groepsplannen. Wij brengen de opbrengsten van onze school via de OC index in beeld. Wij hebben gemerkt dat onze ambitie hoger ligt dan de opbrengsten uit de OC index. Toch willen wij deze ambitie vast houden en met elkaar op weg gaan om deze ambitie te bereiken. Na drie jaar evalueren wij onze ambitie en kijken wij of deze moet worden bijgesteld. Hoge verwachtingen heeft hogere opbrengsten als resultaat. Dit alles heeft te maken hoe kijk je naar leerlingen, wat verwacht je en hoe ga jij als leerkracht veranderen in jouw handelen om dit te bereiken. De leerkracht doet ertoe (HGW) Wij verdelen al onze leerlingen op het gebied van taal, technisch lezen , begrijpend lezen en spelling in verschillende arrangementen in. Te weten:  Talenten arrangement  Basisarrangement  Intensief arrangement  Zeer intensief arrangement Deze arrangementen zijn gekoppeld aan doelen, leertijd en verwerkingsopdrachten. Wij kijken n.a.v. de resultaten van methode gebonden toetsen en CITO LOVS toetsen in welk arrangement onze leerling past. De leerkracht past zijn handelen aan de onderwijs behoefte van de leerlingen aan. Het kan zijn dat de hele groep in het intensieve arrangement valt, omdat de opbrengsten van de hele groep lager zijn dan onze gestelde ambitie. Het kan zijn dat de leertijd wordt verhoogd omdat dit past bij de onderwijsbehoefte van de leerling.

16


Alle leerkrachten passen het directe instructiemodel toe in hun lessen. Op deze manier wordt er ruimte gecreëerd om te werken aan verlengde instructie. In 2011-2012 hebben wij geëxperimenteerd met bloktijd. Vanaf 2012-2013 staat bloktijd drie keer in de week vast in het rooster. Op deze tijd krijgen leerlingen extra instructie/ extra verwerkingstijd krijgen.(Intensief arrangement) Dit kan natuurlijk per vakgebied verschillen. Wij houden de ambitie van 75% leerrendement vast tot een resterende leertijd van 20 maanden. Vanaf een resterende leertijd van 20 maanden zijn er twee stromen binnen onze school. De PRO en de VMBO stroming.

17


Hoofdstuk 6

Begeleiding

De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van prestaties en de ontwikkeling van leerlingen. De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. De school stelt bij plaatsing van iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast. De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes.

6.1 Instrumenten en procedures Bij alle leerlingen wordt twee keer per jaar methode onafhankelijke toetsen afgenomen (Cotan gecertificeerd) voor de vakken: technisch lezen, begrijpend lezen (1 keer per jaar), spelling en rekenen: het CITO LOVS systeem. De methode gebonden toetsten worden door de leerkrachten afgenomen na een periode van lesstofaanbod uit de methode (taal, rekenen, wereldoriëntatie). Ze volgen daarbij de instructies en de normering uit de handleiding. Na de toets vullen de leerkrachten desbetreffende groepsoverzichten in. Tijdens de tussenevaluatie van de groepsbesprekingen worden de methode gebonden toetsen bekeken. In de herhalingsweek bij spelling en rekenen worden de minder scorende onderdelen op groepsniveau herhaald. Als leerlingen onvoldoende scoren kan het zijn dat een leerling in een ander arrangement wordt geplaatst. Deze methode gebonden toetsen worden samen met de CITO LOVS toetsen gebruikt als basis voor de groepsbespreking. De leerkrachten analyseren deze toetsen en maken hun groepsplannen. Tijdens de groepsbespreking worden de groepsplannen samen met de i.ber besproken en indien nodig bijgesteld. Twee maal per jaar nemen wij de SCOL af. Naar aanleiding van de SCOL wordt er een groepsplan gemaakt. Dit groepsplan wordt in oktober en maart besproken. Daarnaast krijgen de groepsleerkrachten twee maal per jaar een klassenbezoek m.b.t. het pedagogisch handelen volgens de vooraf gestelde standaarden Leerkracht handelen vormt naar onze mening de basis van het van het pedagogisch klimaat binnen de groep. Het is een belangrijk fundament voor het klimaat en het sociaal welbevinden van de leerling. Op deze wijze proberen wij de gedragsproblemen te reduceren. In januari en juni vinden de groepsbesprekingen plaats en in maart en oktober vinden de evaluatiegesprekken over de groepsplannen plaats. De plannen worden indien nodig bijgesteld.

18


Naast de methode gebonden toetsen worden de volgende toetsen afgenomen:  toets voorbereidend lezen (fonemisch bewust zijn)  LOVS Rekenen voor kleuters  AVI  LOVS Rekenen / wiskunde  tempotoets tafels WIG en de DAT  LOVS Spelling  LOVS Begrijpend lezen  SCOL De gegevens uit CITO LOVS en methode gebonden toetsen vormen de toewijzingscriteria voor het indelen van de arrangementen. Verder gebruiken we deze gegevens om te analyseren welke leerstofdoelen er nog herhaald moeten worden bovenop de gestelde basisdoelen. De school heeft vaste afspraken m.b.t. de procedure afname CITO LOVS. De procedures voor de afname van de CITOLOVS toetsen bevinden zich in de toetsmap. Deze toetsmap is in ieder lokaal aanwezig. De afname momenten van de LOVS CITO toetsen zijn februari en juni. Deze afnamemomenten staan in de jaarplanning van de school. De leerkrachten voeren de resultaten van de LOVS CITO toetsen in ESIS B in. Voor spelling wordt een fouten analyse gemaakt. Deze wordt gebruikt bij het opstellen van het groepsplan.

6.2 Analyseren van de voortgang De school heeft voor alle leerlingen een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld volgens een vast format (zie bijlage) Na elke toetsperiode worden de resultaten van de toetsen door de leerkrachten in het OPP gezet. Ook vult de leerkracht per vakgebied in welk arrangement bij een betreffende leerling past. Het OPP is de basis van de leerlingbespreking/groepsbespreking. In juni wordt gekeken of de uitstroombestemming van de leerling nog juist in het OPP staat.

6.3 Het ontwikkelingsperspectief bij plaatsing Het ontwikkelingsperspectief wordt binnen vier weken na binnenkomst van een nieuwe leerling vastgesteld. Bij binnenkomst wordt de leerling in het basisarrangement geplaatst. Na ongeveer vier weken kan het arrangement worden aangepast. De intern begeleider stelt samen met de leerkracht net OPP op. Door het samen te doen wordt de betrokkenheid van de leerkracht vergroot. Het dossier van de leerling wordt door leerkracht en i.ber gelezen en besproken. Daarna wordt het OPP vastgesteld (zie bijlage). Ouders tekenen het eerste gedeelte van het OPP binnen 6 weken. Het getekende exemplaar zit in de papieren dossiermap. In 2012-2013 wordt van alle leerlingen het eerste gedeelte van het OPP tijdens de eerste rapportbespreking getekend.

19


Het nieuwe ontwikkelingsperspectief bestaat uit twee gedeelten: Het eerste gedeelte is het algemeen gedeelte bestaande uit:  De personalia  Gegevens psychologisch onderzoek  Diagnose/probleemstelling  De instroomgegevens  Onderwijsbehoefte  Begeleidingsadviezen  Gezinssamenstelling  Overige  Betrokken instanties  Tekenen voor gezien He tweede gedeelte wordt elk jaar nieuw opgesteld. Dit bestaat uit:  De personalia  Huidige score per vakgebied  Leerstof aanbod komende periode  Verwachte uitstroombestemming  Leerstofaanbod resterende periode  Toelichting  Aanvullingen onderwijsbehoefte SCOL  Handtekening ouders Alle ontwikkelingsperspectieven staan op het leerkrachtennet onder het kopje zorg. Nadat de opbrengsten van de school beter in beeld zijn gebracht wordt na een periode van drie jaar gekeken of de ambitie van de school moet worden bijgesteld.

6.4 De evaluatie van het ontwikkelingsperspectief Wij hebben voor elke leerling op de Dr. J. C. Logemannschool een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Het ontwikkelingsperspectief wordt twee maal per jaar besproken en indien nodig bijgesteld. De reden van bijstelling wordt in het OPP vermeld. In juni wordt gekeken of het uitstroomprofiel past bij de ontwikkeling van de leerling. Als het OPP wordt bijgesteld kan dit ook betekenen dat het groepsplan en de toewijzing aan de arrangementen wordt aangepast. Daarnaast wordt het tweede gedeelte van het OPP met de ouders besproken tijdens de laatste rapportbespreking van het cursusjaar. Ouders tekenen het tweede gedeelte van het OPP voor gezien. Het is van groot belang ouders in het proces te betrekken. Ouders zijn onze partners. Het OPP willen wij ook met de leerlingen gaan bespreken vanaf groep 7. Dit is een ontwikkelpunt van de school geplant 2013-2014.

20


Hoofdstuk 7

De zorg

De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen. De school voert de zorg planmatig uit. De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg,

7.1 De signalering Tijdens de groepsbesprekingen worden de zorgleerlingen gesignaleerd. De school beschikt over doelen per leerjaar voor de vakken: technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en taal. Naar aanleiding van de resultaten van de methode gebonden en de niet methode gebonden toetsen worden de leerlingen in de arrangementen ingedeeld. Deze arrangementen bepalen de zorg van de leerlingen. De arrangementen en zorg worden vier maal per cursusjaar besproken. In de maanden februari en juni tijdens de groepsbesprekingen en in de maanden oktober en maart tijdens de tussenevaluaties. Op deze wijze signaleren wij de zorg vroegtijdig bij leerlingen. Als het gaat om zorg over de bovengenoemde vakken bestaat de zorg uit extra leertijd, stapelen en /of extra instructie. De leerling wordt dan ook in het intensief of zeer intensief arrangement geplaatst. De zorg komt bovenop het basisaanbod van het betreffende vak. Naast de zorg op het cognitieve vlak kan er ook zorg zijn op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Naar aanleiding van de SCOL wordt er een groepsplan gemaakt. Voor het maken van dit groepsplan maken wij gebruik van de leerlijn leren leren en sociaal gedrag. Kinderen met extra zorg op dit gebied worden op deze wijze gesignaleerd. Daarnaast kan het zijn dat er met een individueel handelingsplan wordt gewerkt als het gaat om leerlingen waar extra zorg om is Wat is een zorgleerling: Een leerling is een zorgleerling als:  De didactische ontwikkeling trager verloopt dan het geschetste ontwikkelingsperspectief, ondanks voldoende planmatig geboden onderwijs in de groep.  Aanpassing van het onderwijs niet leidt tot verbetering van de leerontwikkeling.  De ondersteuningsbehoefte van de leerling onvoldoende kan worden afgestemd op de leerling-kenmerken of wanneer de uitgevoerde ondersteuningsbehoefte van de leerling onvoldoende effect oplevert op de leerontwikkeling of de sociaal emotionele ontwikkeling.  Factoren in de omgeving belemmeren de ontwikkeling van de leerling.  Er geen verklaring is voor een belemmerende ontwikkeling van de leerling.  Een leerling profiteert onvoldoende van het aanbod en/of aanpak dan is er sprake van een specifieke onderwijsbehoefte en dus ook sprake van een zorgleerling. . 21


Door een toename van jonge risico leerlingen heeft de school een gerichte signalering voor deze leerlingen. Bij deze leerlingen wordt een fonemische toets afgenomen en rekenen wiskunde groep 1/2. Op deze wijze kunnen wij de zorg die deze leerlingen nodig hebben goed signaleren en ons onderwijsaanbod hierop afstemmen. Naast de groeps-en leerling besprekingen worden de zorgleerlingen tussentijds besproken met de begeleider leerlingenzorg van WSNS. Ook kan in het MDO (Multi Disciplinair Overleg) een zorgleerling besproken worden als het gaat om een leerling waar op het soc. emotionele /medisch vlak grote zorgen om zijn. Ouders geven hier toestemming voor.

7.2 Het bepalen van de aard van de zorg Wij prefereren groepsplannen boven handelingsplannen. In de groepsplannen worden de leerlingen in het talenten, basis, intensief en de zeer intensief arrangement ingedeeld. Op deze manier wordt aan de onderwijsbehoefte van de leerlingen tegemoet gekomen. Als het gaat om handelingsplannen worden deze in uitzonderlijke gevallen opgesteld. Hoofdzakelijk gaat het hierbij om een gedrag of werkhouding verbeterpunten. Het handelingsplan wordt geëvalueerd met leerkracht en i.ber na een periode van 6 tot 8 weken. Naar aanleiding van de indeling in de arrangementen wordt tevens de zorg van de leerlingen bepaald. De zorg staat beschreven in het groepsplan. Het basisarrangement wordt aan alle leerlingen aangeboden. Daarboven krijgen de leerlingen met een intensief aanbod of zeer intensief aanbod extra leertijd. In deze extra leertijd wordt de leerstof gestapeld voor deze leerlingen. De leerlingen met een talentenarrangement krijgen verdieping in het onderwijsaanbod. Alle leerkrachten passen het directe instructiemodel toe in hun lessen. Op deze manier wordt ter ruimte gecreëerd om te werken aan verlengde instructie. In elke groep zijn drie keer in de week bloktijden ingeroosterd. De bloktijd biedt de mogelijkheid om de extra leertijd, voor leerlingen die het nodig hebben, uit te breiden. De onderwijsbehoeften voor de hele groep staan in de groepsplannen. Dit zijn onderwijsbehoefte die alle leerlingen in die groep nodig hebben. Daarnaast staan er bij sommige leerlingen specifieke onderwijs behoefte ingevuld. Dit is een onderwijsbehoefte specifiek voor deze ene leerling. De leerkracht past zijn handelen daarop aan. (HGW) Onze jonge risico leerlingen hebben niet genoeg aan het onderwijsaanbod in het platte vlak. Om de doelen voor deze leerlingen te behalen is het van belang dat de doelen met materialen ondersteund worden. Deze leerlingen krijgen het basisarrangement in de groep aangeboden en daarnaast een materiële ondersteuning in het aangrenzende lokaal. Op deze wijze krijgen de doelen een goede context. In het cursusjaar 2012-2013 zijn wij begonnen om het onderwijs op deze manier in te richten. Aan het eind van het cursusjaar zal deze aanpak geëvalueerd en eventueel bijgesteld worden. Wij werken in het aangrenzende lokaal met hoeken. 22


7.3 Planmatige uitvoer van de zorg Op onze school worden aan het eind van het cursusjaar de overlegmomenten en evaluaties omtrent de zorg voor het nieuwe cursusjaar ingevoerd in de jaarplanning en de zorgkalender. De planning bestaat uit het vastleggen van : Afname CITO LOVS, SCOL, DAT, Tempotoetsen groepsbesprekingen, leerlingen besprekingen en andere besprekingen. In het cursusjaar 2012-2013 wordt er formats ontwikkeld voor de besprekingen van i.ber en leerkrachten. Inhoud daarvan is: Hoe bereid je je voor op een bespreking. Wat moeten de leerkrachten doen en wat doet de i.ber.      

       

       

Inhoud van het groepsplan: hoe de leerlingen binnen zijn groep zijn verdeeld over de diverse onderwijs arrangementen welke specifieke onderwijsbehoeften heeft een leerling welke streefniveaus bij deze jaargroep horen welke leerstof hij gaat aanbieden hoe en welke opbrengsten worden gemeten welke toets aan het einde van de periode wordt afgenomen. Inhoud van de groepsbespreking: OPP opstellen Zijn alle gegevens volgens de afspraken genoteerd? Zijn de gegevens voldoende gespecificeerd indien nodig? Open velden samen bespreken en invullen Gegevens verzamelen mbt groepsplannen Zijn alle gegevens volgens de afspraken genoteerd? Zijn de gegevens voldoende gespecificeerd indien nodig? Selecteren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Zijn de juiste leerlingen geselecteerd: onvoldoende groei, didactische hiaten of niet gedijend? Benoemen van specifieke onderwijsbehoeften: Geeft de beschrijving voldoende aanpaksuggesties? Toewijzen aan de arrangementen Zijn leerlingen volgens de beslisregels toegewezen aan de onderwijsarrangementen (talent-, basis-, intensief en zeer intensief arrangement)? Opstellen van het groepsplan Zijn de onderwijsarrangementen op maat gemaakt voor deze groep leerlingen? Als de groepsstandaarden verhoogd moeten worden, hoe komt dit in het groepsplan terug? Als er meer dan 20% leerlingen met ongeveer dezelfde specifieke onderwijsbehoeften zijn, is er dan overwogen om het onderwijsaanbod aan (een deel van) de groep structureel aan te passen? Zijn er binnen de arrangementen voor de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften individuele aanpassingen gemaakt? 23


   

Algemeen Selectie van leerlingen voor de leerlingenbespreking Vaststellen begeleidingsbehoefte van de leerkracht Vaststellen begeleidingsbehoefte van de intern begeleider Vaststellen punten voor schoolontwikkeling

. Overlegmomenten van de zorg Overleg tussen IBer en directeur Doel van dit overleg is elkaar te informeren over de dagelijkse gang van zaken op school, zowel op didactische gebied als op het gebied van de zorg. Eenmaal per week.(IBO overleg) Overleg tussen IBer en begeleider leerlingenzorg van WSNS Doel van dit overleg is consultatie en advies aan de school bij leerlingen met leeren/of gedragsproblemen. Eenmaal per twee weken. Overleg tussen IBer en schoolmaatschappelijk werk Doel van dit overleg is het uitwisselen en completeren van informatie betreffende een leerling en zijn ontwikkeling en de opvoedingssituatie. Eenmaal per twee weken. Overleg tussen Cesar therapeut en logopediste IB krijgt de verslagen van Cesar therapeut en logopediste. Indien gewenst worden cesar therapeut en logopediste uitgenodigd voor het MDO of gesprek.

7.4 Evaluatie van de effecten van de zorg Op de Logemannschool evalueren wij regelmatig de zorg volgens een vooraf opgesteld rooster. Via WMK (werken met kwaliteitskaarten) wordt de zorg van de school planmatig geëvalueerd op beleidsniveau. Tijdens het IBO (overleg i.ber en directie) overleg borgen de directie en i.ber de zorg op schoolniveau. Op leerling-niveau hebben de i.ber en de leerkrachten overlegmomenten over de individuele handelingsplannen. Tijdens het maken van het handelingsplan wordt ook een evaluatiedatum vastgesteld na een periode van 8 weken. Tijdens de evaluatie wordt het plan bijgesteld of afgesloten. De groepsplannen worden vier keer per jaar besproken. In juni wordt het OPP geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.

24


Hoofdstuk 8 Procedure instromende leerlingen De school maakt beredeneerde afwegingen bij de instroom van leerlingen binnen de school

8.1 Observatieplaats Een aanmelding voor een observatieplaats wordt afgegeven als het nog niet duidelijk is dat SBO plaatsing het meest geschikt is, of dat onderwijs op een school voor speciaal onderwijs (zgn. Cluster-onderwijs) de meest geschikte vorm van onderwijs is voor de leerling. In de meeste gevallen gaat dit dan om kindkenmerken die zich in een risicogebied bevinden voor plaatsing binnen het een SBO. In een aantal gevallen is er te weinig informatie om direct positief te beschikken. De SBO school krijgt ingeval van een tijdelijke beschikking van de PCL een onderzoeksopdracht . In een groot aantal gevallen luidt deze opdracht: - Voldoet het onderwijs op de SBO school aan de ondersteuningsbehoefte van deze leerling kan voldoen ? Het gaat bij deze optie altijd om twijfel of de leerling past binnen het SBO of beter op zijn/haar plek is binnen het Cluster onderwijs (cluster 3 of 4). Er is hierbij altijd sprake van tenminste 80% zekerheid (of meer) dat de leerling het beste op zijn/haar plek zit op een SBO-school.

8.2 Indicatie criteria PCL  









De leerling is tussen de 5 ½ en 11 ½ jaar oud Het welbevinden van de leerling staat ernstig onder druk. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een laag zelfbeeld, stress, faalangst, onvoldoende aansluiting bij klasgenoten, demotivatie en externaliserende gedragsproblemen.. Het gaat hierbij vooral om factoren die te maken hebben met schoolomstandigheden (directe factoren). Het leerrendement is hoger dan 20% en lager dan 70% op meerdere vakgebieden, of de leervoorwaarden ontbreken. Dit criterium geldt niet als het lage leerrendement het gevolg is van langdurige gebrekkige afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerling. Een groot deel van de leerlingen van de Dr. J. C. Logemannschool is afkomstig uit het reguliere basisonderwijs. Een klein gedeelte van leerlingen dat geplaatst wordt bestaat uit zij-instromer. Sommige leerlingen hebben eerder het Speciaal Onderwijs bezocht (cluster 2,3 of 4 scholen) of een andere SBO school. De gemiddelde verblijfsduur van leerlingen die eerder een andere SBO school bezochten, is relatief kort. Bij deze groep leerlingen gaat het regelmatig om tijdelijke plaatsingen. Alle leerlingen die op de Dr. J. C. Logemannschool geplaatst worden zijn in het bezit van een PCL beschikking afgegeven door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het Samenwerkingsverband Rotterdam Noord. De PCL beslist of een kind toegelaten kan worden tot het Speciaal Basis Onderwijs en stuurt over dit besluit bericht aan de ouders/ verzorgers. De verwijzende school/ instantie krijgt een kopie van het besluit van de PCL. Met de PCL beschikking kunnen ouders/verzorgers hun kind binnen een jaar na de afgiftedatum laten inschrijven op een SBO school naar hun keuze. 25


8.3 Intakegesprek Als de beschikking is afgegeven kunnen ouders hun kind aanmelden bij het SBO. Er vindt dan een intakegesprek plaats. Dit gesprek vindt plaatst met de directeur van de school. In dit gesprek worden de persoonsgegeven van de leerling en ouders genoteerd en gegevens rondom gezondheid en medicatie. Ouders krijgen de gelegenheid in te gaan op de problematiek van hun kind en hun visie op de ontwikkeling en verwachtingen ten aanzien van de plaatsing binnen het SBO.  Bij een inschrijving wordt de ouders/verzorgers gevraagd de volgende documenten mee te nemen:  paspoort/identiteitskaart van degene die tekenbevoegd is  paspoort/identiteitskaart van de leerling  sofi-nummer (BSN nummer)ouders/verzorgers en leerling  pasje van de zorgverzekering  PCL-verklaring

8.4 Van inschrijving tot plaatsing 



 

Zodra een leerling bij de Logemannschool is ingeschreven maakt de directie een inschrijfformulier aan. Zij geeft dit aan de i.ber. Deze zorgt ervoor dat wij de relevante informatie van de verwijzende school krijgen. De administratieve kracht maakt het papieren dossier in orde en zorgt voor de inschrijving in ESIS A. Het is een goed gebruik van de Logemannschool om leerlingen zo snel mogelijk na de inschrijving te plaatsen, waardoor het voorkomt dat leerlingen op school zitten zonder dat alle informatie over betreffende leerlingen op school aanwezig is. Om deze periode zo kort mogelijk te houden en zo snel mogelijk doelgericht met de betreffende leerling aan het werk te kunnen, worden de volgende stappen in het protocol strak gehanteerd. Na plaatsing zorgt de administratieve medewerker ervoor dat het inschrijvingsbewijs wordt opgestuurd aan JOS en de verwijzende basisschool. Van alle ingeschreven leerlingen is een PCL verklaring in het papieren dossier aanwezig. In sommige gevallen, m.n. wanneer er sprake is van een verhuizing, komt het voor dat leerlingen zonder PCL verklaring als gast worden ingeschreven. Wanneer er geen PCL verklaring aanwezig is, is het de verantwoordelijkheid van de i.ber om hier actie op te ondernemen.

26


8.5 Start Binnen vier weken maken de i.ber en de leerkracht het OPP voor de nieuwe leerling. Binnen 6 weken tekenen ouders het OPP deel 1. Tijdens de tweede rapportbespreking wordt jaarlijks het OPP deel 2 getekend.  De leerling wordt in een homogenen groep geplaatst.  Na plaatsing van een leerling op de Logemannschool volgt binnen 3 weken een pedagogisch-didactisch onderzoek indien nodig. Als er recente CITO LOVS gegevens zijn van de verwijzende school is dit niet nodig.. Naast informatie over het niveau van het didactisch functioneren levert dit onderzoek informatie op over de specifieke onderwijsbehoeften van de betreffende leerling. Deze gegevens worden door de IB'er samen met de groepsleerkracht verwerkt in het OPP.  De IB'er maakt samen met de groepsleerkracht een dossieranalyse. Waarbij de onderwijsfactoren worden aangegeven op het gebied van de cognitieve ontwikkeling, medische ontwikkeling ,persoonlijkheidsontwikkeling, werkhouding, gezinsgegevens en de didactische ontwikkeling.  Tevens worden behaalde leerrendementen en de resterende onderwijstijd opgenomen. Op basis van bovengenoemde factoren worden specifieke onderwijsbehoeften benoemd en leerrendementsverwachtingen opgesteld die vertaald worden in te behalen tussendoelen. Afhankelijk van de didactische leeftijd van de geplaatste leerling en de beschikbaarheid van methode onafhankelijke toetsresultaten wordt het voorlopig uitstroomniveau en de uitstroombestemming bepaald.

27


Hoofdstuk 9 Procedure door- en uitstroom van leerlingen De school maakt beredeneerde afwegingen bij de doorstroom van leerlingen binnen de school

9.1 Doorstroom Op de Dr. J. C. Logemannschool doubleren de kinderen niet. Groepen worden samengesteld naar leeftijd. Wij gaan uit van een leerrendement van 75%. Dit is het basisarrangement in de groep. Soms speelt het niveau een rol en wordt een leerling door beredeneerde keuzes in een andere groep geplaatst. De laatste vijf jaar is het niet voorgekomen, dat een leerling doorstroomde naar het reguliere basisonderwijs. Wij hebben het tweemaal overwogen. Gezien de emotionele ontwikkeling van de leerlingen leek ons dit geen goede optie. Het zou kunnen dat er een leerling doorstroomt naar het SO. Dit is in de afgelopen 5 jaar 1 keer voorgekomen. Er is ook 1 maal sprake geweest van een BOS 2 plaatsing. Dit is een observatieplek van drie maanden in het SO. De betreffende leerling is na drie maanden op een andere SBO school geplaatst in onderling overleg met ouders.

9.2 Uitstroom Leerlingen van de eindgroep verlaten aan het einde van het schooljaar de school om door te stromen naar het voortgezet onderwijs. Hiervoor hebben we een schoolverlatersprocedure. Deze is als volgt vastgesteld:  NIO : voor leerlingen die zeker naar VMBO-BBL-LWOO kunnen.  CITO-eindtoets voor leerlingen die naar VMBO Kader,Gemengd,TL kunnen.  Bij de leerlingen voor het praktijkonderwijs en de leerlingen waarbij twijfel is wordt in december de NDT (Nederlandse Differentiatie Testserie) afgenomen. Indien noodzakelijk voor bepaling van het schooladvies wordt nader individueel psychologisch onderzoek afgenomen op het gebied van cognitieve capaciteiten en/of sociaal-emotionele ontwikkeling.  De didactische toetsen (CITO LOVS)worden in januari en juni afgenomen  Afname VISEON (volginstrument sociaal-emotionele ontwikkeling): In november vullen alle leerlingen en leerkrachten van de eindgroepen de VISEON in, waarmee een beeld bepaald wordt van de schoolmotivatie, welbevinden op school en sociaal emotionele aspecten. Hier bestaat ook een lerarenlijst van die de leerkrachten invullen.  Bespreken van de resultaten van de schoolverlaters met psycholoog, leerkracht en internbegeleider/directeur vindt in januari plaats. Hier wordt het advies bepaald betreffende schoolverlating en afgesproken of er nog verdere acties noodzakelijk zijn. In veel gevallen vindt overleg plaats met vertegenwoordigers van het VO.  Opstellen Onderwijskundig rapport (OKR): het onderwijskundig rapport start met een samenvatting van de voorgeschiedenis van de leerling. Vervolgens volgt een beschrijving vanuit de leraar waarin gegevens worden genoteerd over het actuele functioneren van de leerling in de groep wat betreft leerhouding, didactisch functioneren en sociaal emotionele ontwikkeling. In de conclusie wordt het schooladvies verwerkt. 28


 

In januari zijn de adviesgesprekken met de ouders, leerkracht, internbegeleider/directie. In september is er een voorlichtingsavond voor de ouders/verzorgers van de leerlingen van groep 8 over de VO procedure.

Onze leerlingen stromen uit naar het:  V.S.O  Praktijkonderwijs  VMBO BBL / KBL met of zonder leerwegondersteuning  VMBO GTL met of zonder leerwegondersteuning

. 29


Hoofdstuk 10

Informatie

De school gebruikt de informatie van scholen en instellingen waar de leerlingen vandaan komen voor de begeleiding van de leerlingen De school heeft van elke leerlingen een papieren en een digitaal dossier.

10.1 Informatie aanleverende scholen   

 

De school van herkomst levert een dossier aan van de betreffende leerling. De i.ber van de aanleverende school wordt uitgenodigd op de Logemannschool. Er vindt een zogenaamde warme overdracht plaats. De i.ber maakt samen met de leerkracht van iedere nieuwe leerling een OPP. Als er geen recente toetsgegevens zijn van de nieuwe leerling wordt na 3 weken LOVS CITO afgenomen. De beginsituatie wordt in overleg met de leerkracht samen met de i.ber bepaald. In het papierendossier zitten de inschrijving/uitschrijving van de leerling, de zorgbesluiten, het psycho/diagnostisch onderzoek en het dossier van de vorige school. Tijdens het opstellen van het OPP worden de onderwijsbehoefte en de kindkenmerken door leerkracht en i.ber vastgesteld. Op basis van al deze gegevens en de ambitie van de school wordt de leerling in de groepsplannen gezet. Afhankelijk van zijn onderwijsbehoefte en de toetsresultaten wordt de leerling in arrangementen ingedeeld. De interne begeleider stelt de beginsituatie van elke nieuwe leerling vast. Ook worden de zorgbesluiten en de leerlingendossiers overgedragen van de andere school en in het papieren leerlingen dossier gedaan Er wordt een digitaal leerlingendossier aangemaakt door de leerkracht.

10.2 Informatie op school: papieren en digitaal dossier De dossiermappen worden aangemaakt op het moment dat een leerling daadwerkelijk op onze school komt. Ze worden centraal bewaard in een dossierkast. Het dossier is met tabbladen geordend. De leerkracht van een leerling kan het dossier altijd inzien. Ouders kunnen het dossier inzien na afspraak en onder begeleiding van de intern begeleider.

30


Inhoud papieren dossiermap: 1. Algemeen Inschrijfformulier In/uitschrijfbewijs PCL verklaring Verzekeringspasje Kopie identiteitsbewijs/sofinummer 2. WSNS Groeidocument Zorgbesluit OKR schol van herkomst Intelligentie onderzoek 3. Contact externe instanties oa: Leerplicht AMK Schoolarts RIAGG 4. Contact ouders 5. Rapporten OPP deel1 OPP deel 2

Inhoud papieren groepsmap: Het algemene gedeelte:  - roosters  - plattegrond klas  - regels  - absenties  - adressenlijst groep  -dagplanning De didactische resultaten onder tabbladen per vakgebied:  -jaarplanningen per vak  -methode-onafhankelijke toetsen  -methode-gebonden toetsen  -groepsplannen/arrangementen In de papieren i.b mappen:  -groesplannen  -toetsresultaten

31


Overige: In ieder lokaal is een map met de handleiding voor het afnemen van de CITO LOVS. De afname moet uniform zijn en de leerkrachten maken gebruik van dit naslagwerk in de toetsperiode. De digitale gegevens van leerlingen: In ESIS B :  Leerlingvolgsysteem  Leerlingendossier Van iedere leerling is een digitaal dossier in ESIS aangemaakt. Hierin wordt alle relevante informatie over de leerling opgeslagen,zoals verslagen maatschappelijk werk, cesartherapie, logopedie, dagverslagen indien nodig, huisbezoek verslag en allerlei notities. In ESIS A:  Gegevens van de school  Gegevens van de leerlingen  Gegevens van de medewerkers  Schoolloopbaan en groepen  Absentie  Leerlingentelling Op het leerkrachten net:  Alle OPP  De OC index  Kopieermodellen  Roosters  Beleidsplannen Op iedere computer:  Digitale programma’s  Jaarplanning

32


Hoofdstuk 11

Ouders

De school begeleidt de ouders/verzorgers en de leerlingen bij de keuze voor het vervolgonderwijs De school betrekt de ouders/verzorgers van leerlingen bij de zorg van hun kind

11.1 Begeleiding ouders bij keuze VO De school organiseert een informatie avond over het voortgezet onderwijs voor ouders en kinderen. Op deze avond wordt er een voorlichting gegeven omtrent de procedure SBO naar VO. Wij houden in januari adviesgesprekken met ouders en leerlingen en geven daarin het advies voor het mogelijk vervolgonderwijs van hun kind. De leerlingen van de eindgroep verlaten aan het eind van het cursusjaar de school om door te stromen naar het voortgezet onderwijs. De procedure is als volgt:  Bij alle leerlingen wordt in november de NDT of NIO afgenomen. De NDT bij leerlingen met een verwachte uitstroom PRO de NIO bij een verwachte uitstroom VMBO BBL LWOO. Bij leerlingen waarbij wij twijfelen wordt de NDT afgenomen.  In januari worden de LOVS CITO afgenomen.  VISEON wordt bij alle schoolverlaters afgenomen. Op deze manier worden de schoolmotivatie, welbevinden op school en sociale emotionele aspecten in beeld gebracht.  De administratieve kracht begint na de Kerstvakantie met het opstellen van het OKR in onderwijstransparant.  De voorbespreking over de advisering van de schoolverlaters vindt plaats in de 1e week van januari. De i.ber en de groepsleerkracht nemen deel aan dit gesprek. Dit ter voorbereiding op het gesprek met de psycholoog.  De bespreking van de resultaten NIO NDT is in de 2e week van januari met de psycholoog, i.ber en leerkracht.  Het OKR onderwijstransparant wordt na dit gesprek door de leerkracht afgemaakt.  Ouder gesprekken met de leerlingen in de derde week van januari.  De leerkracht bezoekt met de leerlingen een praktijkschool en een VMBO school.  De IB’er vervult in het gehele proces een coördinerende rol.

11.2 Betrekken van ouders bij de zorg De school betrekt ouders bij de zorg van hun kind. Dit gebeurt o.a. tijdens 15 min. gesprekken en eventuele extra gesprekken. Ouders worden op school uitgenodigd als er zorg is omtrent hun kind. Tijdens dit gesprek worden de zorgen besproken en worden eventuele actiepunten besproken. Alle ouders worden aan het begin van het cursusjaar uitgenodigd voor een informatieavond. Op deze infoavond wordt de gang van zaken in de klas besproken door de groepsleerkrachten. De directie verteld de opbrengsten van de schoolverlaters en de beleidsvoornemens voor het nieuwe cursusjaar. In 2012-2013 33


is er een inloop avond voor ouders geweest. De opkomst van de informatieavonden was erg laag. Wij hebben gekozen voor een inloopavond waarop leerlingen hun ouders kunnen rondleiden door de school om op deze manier meer ouders te bereiken. Ook was er een fotorapportage over het kamp en waren er in de klassen fotoreportages over het werken in de klas. Ouders konden op deze manier hun eigen kind zien werken in de klas. Wij proberen zo de opkomst te vergroten. Dit jaar is er subsidie voor ouderbetrokkenheid aangevraagd en toegekend. Dit biedt mogelijkheden om de ouderbetrokkenheid te vergroten. Voor de herfstvakantie wordt er geïnvesteerd in het vergroten van de ouders groep door workshops gezonde traktatie en moeder als duizendpoot. Er is ook door een van de moeders een ontbijt georganiseerd. Na de herfstvakantie investeren wij in ouder als educatiepartner. Wij hebben een enthousiaste oudergroep van ongeveer 15 tot 20 ouders. Ouders kunnen na de vakantie als educatief partner worden benaderd en op deze wijze hun kind beter helpen met bijvoorbeeld lezen. Als er zich iets voordoet met leerlingen op school, worden ouders gebeld of uitgenodigd op school. Het voorval wordt met ouders besproken. Dit is om de betrokkenheid van ouders te vergroten. Wij merken dat in de meeste gevallen ouders het erg waarderen. De ouders worden op de hoogte gesteld van de zorg van hun kind. Ouders worden gebeld en uitgenodigd voor een gesprek. Ouders krijgen ondersteuning in de procedure verwijzing SO of een andere zorginstelling,. Dit gebeurt door schoolmaatschappelijk werk, intern begeleider of groepsleerkracht.

34


Hoofdstuk 12

Beleid zieken op school

De school beschikt over beleid m.b.t. langdurig zieken Voor leerlingen die ziek thuis zijn of in het ziekenhuis liggen is het belangrijk dat het gewone leven zoveel mogelijk doorgaat. Onderwijs hoort daarbij, zodat: • achterstand zoveel mogelijk voorkomen wordt. • de leerling contact houdt met de school. Bij de onderwijsondersteuning aan zieke leerlingen kan de school gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor leerlingen die zijn opgenomen in een academisch ziekenhuis, zijn dat de consulenten van de educatieve voorziening aldaar; voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van bijvoorbeeld de onderwijsbegeleidingsdienst (CED). De consulenten kunnen de school helpen bij het opstellen en uitvoeren van een handelingsplan voor de zieke leerling. Voorts geven de consulenten informatie over de mogelijke gevolgen van de ziekte, medicatie of behandeling op leren en gedrag. Ten slotte kan de consulent in beperkte mate het onderwijs aan de zieke leerling verzorgen. De school heeft voor het onderwijs aan zieke leerlingen de volgende procedure vastgesteld, welke een relatie heeft met de zorgprocedure binnen de school.:

12.1 korte ziekte of ongeval (tot maximaal drie weken)      

De contacten met leerling en ouders worden onderhouden door de groepsleerkracht. Als een leerling 1 week ziek is neemt de leerkracht contact op met de ouders van de leerling. De groepsleerkracht informeert de IBer en de directeur (zo nodig andere leerkrachten die les geven aan deze leerling). Groepsleerkracht en IBer stellen een plan van aanpak op. De groepsleerkracht heeft voortdurend overleg met de IBer over het gezamenlijk opgestelde handelingsplan. Bij een te verwachten langere ziekteperiode en het niet of niet volledig naar school kunnen gaan kan de consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen worden ingeschakeld door groepsleerkracht en IBer. De groepsleerkracht bewaakt de voortgang en meldt eventuele beëindiging van de ondersteuning aan IBer, directeur en overige leerkrachten.

35


12.2 langdurige ziekte, chronische ziekte of ziekenhuisopname Er is sprake van langdurige ziekte, wanneer een kind (prognose) langer dan drie weken ziek is.  De groepsleerkracht onderneemt actie naar de ouders en onderhoudt het contact met ouders en leerling.  De groepsleerkracht informeert IBer, directeur en overige leerkrachten over de situatie en later over de voortgang.  De groepsleerkracht neemt in overleg met de IBer contact op met de consulent onderwijsbegeleiding zieke leerlingen van de schoolbegeleidingsdienst ( CED) of van een educatieve voorziening met de vraag om begeleiding van leerkracht en leerling.  De groepsleerkracht bepaalt met de IBer welk schoolwerk van belang is voor de zieke leerling (handelingsplan).  De groepsleerkracht bespreekt (in overleg met leerling en ouders) de situatie in de groep en stimuleert klasgenoten contacten te blijven onderhouden.  De groepsleerkracht bewaakt de voortgang en meldt eventuele beëindiging van de ondersteuning door de consulent aan alle teamleden.  Groepsleerkracht en IBer bekijken samen met leerling en ouders hoe de terugkeer op school zo prettig mogelijk kan verlopen. Hierbij worden zowel didactische als sociaal-emotionele overwegingen betrokken.  Er wordt gekeken naar de frequentie van de terugkomst, de eventuele lichamelijke zorg die moet worden geboden, de eventuele achterstand op leergebieden, de plaats in de groep en de (on)mogelijkheden van het gebouw. (lift, invalidentoilet en dergelijke).  Met de ouders worden afspraken gemaakt rond de lichamelijke zorg.

36


Hoofdstuk 13

Samenwerking met ketenpartners

De school waarborgt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden De school onderhoudt contacten met instanties en organisaties in het kader van de zorg en begeleiding van de leerlingen De Dr. J. C. Logemannschool is onderdeel van het samenwerkingsverband WSNS Noord en maakt voor de uitvoering van de zorg voor onze leerlingen gebruik van ondersteuning en faciliteiten geboden door dit samenwerkingsverband. www.wsns3107.nl  Begeleider leerlingenzorg Er is regelmatig overleg over leerlingen tussen intern begeleider en de begeleidster leerlingenzorg. Daarvoor hoeft aan ouders geen toestemming gevraagd te worden, wel voor een observatie van een leerling door de begeleidster leerlingenzorg. De begeleider leerlingenzorg heeft verschillende taken: 1. adviseren en ondersteunen bij problemen leerling, 2. observaties in de groep uitvoeren om de leerkracht te ondersteunen, hiervan wordt een verslag gemaakt en deze wordt besproken met de leerkracht, 3. een leerling observeren in de groep met toestemming van ouders. Het schriftelijke verslag wordt besproken met de leerkracht, IB-er en de ouders, 4. neemt, indien noodzakelijk, deel aan het MDO.  Preventieve Ambulante Begeleiding (PAB) Wanneer de leerkracht en/of de interne begeleider problemen bij een leerling signaleert, kan vanuit WSNS kort durende ondersteuning aangevraagd worden. Deze ondersteuning wordt gegeven door ambulante begeleiders van WSNS. Ouders moeten een aanvraagformulier ondertekenen. Als van tevoren al bekend is dat meer ondersteuning nodig is dan deze kort durende begeleiding moet de gewone aanmeld procedure van WSNS worden gevolgd.  WSNS-lezen Wanneer een leerling kampt met langdurige leesproblemen, dan kan er hulp worden geboden door WSNS. Een sbo school mag 1 leerling per jaar aanmelden bij WSNS lezen.  WSNS netwerk voor interne begeleiders Dit netwerk vindt zes keer per jaar plaats. In het netwerk wordt op basis van collegiale consultatie samengewerkt. Ervaringen, ideeën en materialen worden uitgewisseld, deskundigheden kunnen worden bijgebracht en/of verdiept. Daarnaast nodigt WSNS regelmatig collega´s uit die nieuwe ontwikkelingen of een stukje expertise uitdragen.  Rugzakleerlingen Er wordt ambulante begeleiding geboden vanuit het REC (Regionaal Expertise Centrum) als één of meerdere leerlingen met een rugzak aanwezig zijn. De leerling heeft 'leerling gebonden financiering (LFG)'. 37


De begeleiding kent drie onderdelen:  budget voor de aanschaf van specifieke leermiddelen;  formatie voor personeel om specifieke begeleiding in te zetten;  inzet van ambulant begeleider. Er wordt gewerkt met een begeleidingsplan, opgesteld door de ambulant begeleider n.a.v. hulpvragen van ouders, school en de leerling. Vervolgens maakt de interne begeleider rugzak handelingsplannen voor de leerling en wordt geadviseerd door de ambulante begeleider. Regelmatig vinden er observaties en voortgangsgesprekken plaats waar de ambulante begeleider, de leerkracht, de interne begeleider en ook de ouders aan deelnemen. De school blijft eindverantwoordelijk voor de begeleiding van de leerling.  MDO (Multi Disciplinair Overleg) Zes keer per jaar komt het zorgadviesteam (MDO) op school bijeen. Aan dit overleg nemen deel: (indien gewenst) de begeleider leerlingenzorg, de schoolmaatschappelijke werker, de schoolarts, de interne begeleider en (indien gewenst) de directeur. In het MDO worden leerlingen besproken waarbij er sprake is van een complexe vraagstelling. Dit betreft leerlingen die onvoldoende profiteren van de (extra) zorg die zij ontvangen, leerlingen met vermoedens van een ernstige problematiek of stoornis of vermoedens van problematiek in de thuis- of buurtsituatie. Door met verschillende disciplines over de problemen en de hulpvragen van de school te spreken wordt naar oplossingen gezocht van het probleem en wordt besproken welke acties ingezet zullen worden. Ook worden eerder ingezette acties geëvalueerd. De IB’er vervult hierin een coördinerende rol. De interne begeleider bewaakt het plaats vinden van de overleggen. De interne begeleider is tevens verantwoordelijk voor de agenda en verslaglegging van het overleg. Er is toestemming van de ouders nodig wanneer je een leerling wilt bespreken op het overleg. Het is mogelijk de leerling anoniem te bespreken als ouders geen toestemming geven. Wanneer ouders onvoldoende medewerking verlenen en naar de mening van de school en andere deskundigen zorg noodzakelijk is, kan aanmelding bij het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK) plaatsvinden.  Schoolmaatschappelijk werk De school heeft de beschikking over 8 uur SMW per week (inclusief administratie) Inzet van schoolmaatschappelijk werk komt op de volgende manier tot stand: 1. Na signalering door leerkracht en/of intern begeleider wordt de leerling aangemeld bij SMW (ouders moeten daarvoor toestemming geven) 2. Ouders zoeken zelfstandig contact met schoolmaatschappelijk werk. 3. SMW neemt deel aan het MDO Schoolmaatschappelijk werk is in principe kort durende ondersteuning en zo nodig vindt verwijzing naar MEE of andere gespecialiseerde hulpverlening plaats.  Meldcode De Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een stappenplan voor professionals en instellingen bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. De school is verplicht volgens deze code te handelen. Het stappenplan biedt ondersteuning aan professionals door duidelijk te maken wat er van hen wordt verwacht. Dat is niet alleen belangrijk voor de professional zelf, maar draagt ook bij aan effectieve hulp aan slachtoffer en pleger. 38


De Meldcode richt zich op alle professionals en instellingen die in de regio Rotterdam onderwijs, opvang, hulp, zorg of ondersteuning bieden. Dat kunnen docenten en maatschappelijk werkers zijn, maar ook artsen, (psychiatrisch) verpleegkundigen en medewerkers in de (kinder)opvang. www.huiselijkgeweld.rotterdam.nl.  SISA De afkorting SISA staat voor Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak. Het Bestuur Kind en Onderwijs Rotterdam heeft zich hierbij aangesloten. Als school is onze school dus ook aangesloten. Het SISA signaleringssysteem zorgt ervoor dat jongeren in Rotterdam die hulp nodig hebben worden geregistreerd in een computersysteem. Als er meerdere hulpverleners van verschillende instanties met één kind bezig zijn, dan worden de hulpverleners daarvan op de hoogte gesteld om de hulpverlening goed op elkaar af te stemmen. De deelnemende organisaties bepalen zelf wanneer ze een jongere aanmelden bij SISA. Wanneer het bij één melding blijft, blijft de hulpverlenende instantie gewoon zijn werk doen. Wanneer er twee meldingen van verschillende instanties binnen komen, ontstaat er een ‘match’. De hulpverlenende instanties krijgen een signaal dat ook een andere organisatie hulp biedt. De hulpverleners worden met elkaar in contact gebracht en het kind wordt via zijn ouders per brief hierover geïnformeerd. De beheerders van het systeem weten niet wat er met het kind aan de hand is, alleen dát er iets aan de hand is. De beheerders weten wel wie de hulpverleners zijn. Het signaleringssysteem heeft een privacyreglement zoals door de Wet Bescherming Persoonsgegevens wordt voorgeschreven. Deelnemers aan dit systeem zijn partners op het gebied van Werk en Inkomen, Welzijn, Zorg, Politie/Justitie en Onderwijs. Meer informatie is te vinden op www.sisa.rotterdam.nl  Logopedie Leerlingen kunnen in aanmerking komen voor logopedische behandeling als gedurende de schoolloopbaan van een leerling ontstaan er problemen op het gebied van de spraak-taalontwikkeling. Na signalering door de leerkracht wordt het probleem besproken met de interne begeleider en ouders en volgt advies logopedische behandeling. Ouders worden verwezen naar de huisarts en ontvangen een verwijzing voor logopedie. Ouders nemen contact op de logopediepraktijk. Indien gewenst en met schriftelijke toestemming van ouders vindt er overleg en uitwisseling van behandelgegevens plaats.  Cesartherapie Na signalering door de leerkracht of na de motorische screening wordt het probleem besproken met de interne begeleider en volgt advies fysiotherapeutische behandeling. Ouders worden verwezen naar de huisarts en ontvangen een verwijzing voor fysiotherapie. Ouders nemen contact op de fysiotherapiepraktijk. Indien gewenst en met schriftelijke toestemming van ouders vindt er overleg en uitwisseling van behandelgegevens plaats.  GGZ instellingen Ouders kunnen GGZ instellingen inschakelen bij (een vermoeden van) een psychisch of gedragsprobleem . Zij kunnen hun kind via verwijzing van hun huisarts aanmelden met psychische klachten (mild-ernstig) en/of voor informatie over geestelijke gezondheid. Na onderzoek volgt zonodig begeleiding. GGZ instellingen 39


waarmee de school momenteel samenwerkt zijn: MEE, Riagg Rijnmond,bureau van Everdingen.  Onderwijsinspectie Toezichthouder van het Nederlandse onderwijs en uitgever van jaarlijkse onderwijsverslagen, rapportages van scholen en de kwaliteitskaart. De Inspectie van het Onderwijs ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs en valt organisatorisch onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De onderwijsinspectie beoordeelt de kwaliteit van de school aan de hand van ingediende beleidsstukken, en schoolresultaten (Kwaliteitskaarten). De beoordeling wordt gepubliceerd op de website (www.owinspec.nl).  Bureau Leerplicht Leerplicht is de wettelijke verplichting kinderen onderwijs te laten volgen. Kinderen zijn leerplichtig vanaf 5 jaar. Bij verzuim (ook veel te laat komen), meldt de school een leerling schriftelijk aan met het digitale formulier Leerplicht. Na overleg worden zo nodig acties in gang gezet.

40


Hoofdstuk 14     

Bijlage

Ontwikkelingsperspectief Voorbeeld groepsplannen/arrangementen Handelingsplan Zorgkalender Protocol cesartherapie, logopedie en school maatschappelijk werk.

41


ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF

Deel 1 PERSONALIA: Naam leerling: Geboortedatum: School van herkomst: Groepsverloop: Ingestroomd in groep: DL bij instroom:

GEGEVENS PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK: WISC-III: (datum) Opmerkingen vanuit verslag:

TIQ:

PIQ:

VIQ:

DIAGNOSE / PROBLEEMSTELLING: Onderzoek: Opmerkingen vanuit verslag, conclusies op as I t/m V:

Vakgebied

DLE

Datum:

GEGEVENS INSTROOM: VS LR Verwacht uitstroomprofiel

Technisch lezen Begrijpend lezen Rekenen: Spelling:

AANVULLENDE ONDERWIJSBEHOEFTEN: STIMULERENDE FACTOREN: BELEMMERENDE FACTOREN: “Dit kan ik” “Dit heb ik nodig van mijn leerkracht” Structuur:

Structuur:

Leertijd:

Leertijd:

Sociale relaties:

Sociale relaties:

Feedback:

Feedback:

Instructie:

Instructie:

42


OVERIGE BEGELEIDINGSADVIEZEN:  Ook LGF / PGB:  Taalontwikkeling:  Cognitieve ontwikkeling:  Medische ontwikkeling:  Werkhouding:  Relatie leerling- leerkracht:

GEZINSSAMENSTELLING:

OVERIG:

BETROKKEN INSTANTIES:

Ouders

HANDTEKENINGEN VOOR GEZIEN: School

Datum:

Datum:

43


Arrangement Begrijpend lezen groep 5 Naam leerlingen

Aanvullende Onderwijs behoeften

Groepsplan begrijpend lezen Groep 5 Dl van 20-40 maanden Periode:

Talent arrangement Vaardigheidscore op M4 > 19

Leertijd: 3 x per week; totaal 110 minuten per week. Leerstofdoelen: Zie doelen basisarrangement Onderwijsbehoeften:  complexe toepassingsopgaven door hoger niveau tekst (eventueel B)  cognitieve autonomie; door samenwerkend lezen  korte instructie; loslaten na algemene instructie over de strategie van de week  matige hoeveelheid inoefening  meervoudig strategiegebruik; de vijf begrijpend leesstrategieën worden bij andere vakken ook gevraagd toe te passen Streven naar: Januari:afnemen Cito Begrijpend lezen E4 vaardigheidscore > 25

Basisarrangement Vaardigheidscore op M4 tussen -1 en 16

Leertijd: 3 x per week; totaal 110 minuten per week. Deze is als volgt verdeeld: Maandag 1 x 5 minuten onderwerp bekend maken. Vrijdag 1 x 45 minuten basisles Nieuwsbegrip. Dinsdag 1 x 30 minuten woordenschat Nieuwsbegrip XL. Maandag 1 x 30 minuten leestekst Nieuwsbegrip XL. Leerstofdoelen: De leerlingen lezen de teksten Nieuwsbegrip op A niveau De leerling: Past de bij de tekstsoort horende strategieën toe bij het lezen van teksten op AVI M4 en E4 (stappenplan) Ziet aan het uiterlijk van een tekst waarin hij staat(bijv. boek, krant, internet) Voorspelt de inhoud op basis van kopjes, lezen van enkele zinnen etc. Herkent alinea’s Herkent de briefvorm Lost het probleem van een moeilijke zin of zinnen op(herlezen etc.) Herkent a.d.h.v. signaalwoorden de volgorde en vraag/antwoord structuur in een tekst Visualiseert een tekst (schema, web) Bepaalt de functie van leestekens: komma, dubbele punt, aanhalingstekens, puntjes Onderscheidt verschillende soorten teksten, zoals verhalende, informatieve, directiev e, beschouwende en argumentatieve teksten Herkent de structuur van verhalende teksten Koppelt verwijswoorden aan Antecedenten (hetgeen waar het naar verwijst) Leerkrachtvaardigheden: Instructie 5 minuten Doel benoemen alle groep (op strategieniveau) Aandacht voor stappenplan Leerkrachtmodelen voor leerlingen uit de arrangementen:BA, TA, IA (max. 3 min) of Leerlingmodelen (leerlingen uit het basis- of talentarrangement) Verwerking 20 -40 minuten -TA gaat samenwerkend lezen in drietallen (of tweetallen indien niet anders uitkomt) - Verlengde instructie BA en IA ; leerlingen werken in vaste tweetallen - Begeleid inoefenen IA aan de instructietafel - hulprondes (TA, BA, IA) Leerlingen worden in drietallen verdeeld op vaardigheidscore (leerspanne niet groter dan 8-12 vaardigheidspunten) Afsluiting 5 minuten Evaluatie van de strategie, samenwerkend lezen en/ of de gemaakte opdrachten Extra aandacht voor het intensieve arrangement Streven naar: Januari:afnemen Cito Begrijpend lezen E4 vaardigheidscore tussen 3 en 23 Nieuwsbegrip toets in zesde week; strategieanalyse per groepje invullen.

44


Intensief arrangement Vaardigheidscore tussen -9 en -2 en voor leerlingen met een laag technisch leesniveau

Extra aanvullend op het basisarrangement: (stapelen) Extra leertijd bovenop het basisarrangement: 15 minuten maandag preteaching voorbereiden van de tekst met de luisterfunctie op de computer 30 minuten vrijdag strategieles (gepland tijdens zelfstandig werken) Leerstofdoelen Zie doelen basisarrangement. De leerlingen lezen de teksten Nieuwsbegrip op A niveau Onderwijsbehoeften:  meer instructie (met concreet materiaal; filmpje Nieuwsbegrip)  meer inoefening van specifieke enkelvoudig strategiegebruik. Een strategie per keer aanbieden in een afzonderlijke les met de stappenkaart Nieuwsbegrip  ondersteuning van de competentiegevoelens. Veel feedback op het geleerde doel.  Extra ondersteuning technisch lezen door aan het begin van de week de tekst ondersteunend te laten lezen met de luisterfunctie Streven naar: Januari:afnemen Cito Begrijpend lezen E4 vaardigheidscore tussen -4 en 2 of in ieder geval een stijging van 4 punten om op de eigen ontwikkelingslijn te blijven.

Zeer int. arrangement Leerlingen met een technisch leesniveau onder AVI E3 beheersing

Extra op het basisarrangement & intensieve arrangement: (stapelen) Extra leertijd: 15 minuten per week; plannen tijdens zelfstandig werktijd. Onder begeleiding van de leerkracht (op maandag) Leerstofdoelen Extra aandacht voor: Verhogen van het technisch leesniveau door preteaching van de leestekst Nieuwsbegrip op AA niveau Volgens Ralfimethodiek. Toepassen van de stappenkaart Nieuwsbegrip bij het lezen van een boek Principes van Ralfi: R= repeated. Herhalen van teksten. Veel herhaling, streven naar directe woordherkenning in een context. Het oefenen van woordrijen leidt niet tot generalisatie. A= assited. (met ondersteuning; hardop voorlezen, voorzeggen van letter of woord) L= level. Keuze van de tekst passend bij de ontwikkelingsleeftijd en ver boven het instructieniveau. Niet te makkelijke boeken! F= feedback. Positieve feedback op vloeiend lezen. Neutrale feedback op fouten I= interactie. Interactie over de context, personages. De leerling lanceren in de tekst. Opbouw ralfi 4 minuten 4 minuten 4 minuten 3 minuten

herhaald lezen van de Nieuwsbegrip tekst koorlezen van de Nieuwsbegrip tekst doulezen van de Nieuwsbegrip tekst feedback van de Nieuwsbegrip tekst

Streven naar: Naar een technisch leesniveau AVI beheersing M4

Evaluatie Datum evaluatie: Naam Leerling

Afgenomen toets BL: Vaardigheid score

Behaald

Toewijzen aan arrangement (mogelijkheid voor toelichting)

45


Arrangement Taal groep 6 Naam leerlingen


Groepsplan Taal Groep 6 Dl van 30-50 maanden

Talent arrangement Taaltrapeze toets >80%

Periode: Leertijd:Totaal 210 minuten per week, 1x een differentiatieles van 15 minuten per week voor de taalvaardige leerling tijdens een bloktijd, 1x 30 minuten op maandagochtend als zelfstandige start d.m.v. het opzoeken van de nieuwe/ extra kernwoorden in het Taaltrapeze woordenboek/ het lezen van de extra tekst van de week in het informatieboek. Leerstofdoelen: Zie doelen basisarrangement hieronder en doelen differentiatielessen taalvaardige leerlingen (blz. 23 Wegwijzer Deel 5) Onderwijsbehoeften:  Complexe toepassingsopgaven door teksten uit het informatieboek te verwerken in een presentatie  Cognitieve autonomie; door samenwerkend leren  Korte instructie en dan snel aan het werk gaan  Matige hoeveelheid in-oefening  Het opzoeken en opschrijven in een woordenschrift van de betekenissen van de extra woorden in het Taaltrapeze woordenboek  Het maken van de opdrachten in het zelfstandig werkboek  Het spelen van het spel Junglebrug en Topper  Het krijgen van de bouwsteenlesjes voor de taalvaardige leerlingen tijdens het blokuur.  Het houden van interactie in de kleine kring in groepjes van max. vijf leerlingen tijdens de blokuren.  Het maken van de twee kopieerbladen extra woorden/week . Het zelfstandig werkboek in de laatjes Streven naar: >80% op de methodetoetsen Deel 5 op het gebied van strategisch schrijven, taalbeschouwing, onderzoek doen en woordenschat.(Geen toetsen begrijpend lezen)

46


Basisarrangement Taaltrapeze toets 80%

Leertijd: totaal 210 minuten. Deze zijn als volgt verdeeld: Taaltrapeze deel 5: thema 1 Het circus, thema 2 Laat je horen en zien,thema 3 Wat wil ik? , thema 4 Een andere plek Tm januari, thema 5 Milieu, thema 6 Wat een mop, thema 7 Andere talen, thema 8 Samenwerken februari tot de zomervakantie):  Maandagochtend 1x 20 minuten de TA en de BA leerlingen zoeken alvast in tweetallen de betekenissen van de (extra) woorden op in het Taaltrapeze woordenboek, terwijl de IA en ZIA pre-teaching krijgen met de nieuwe kernwoorden/ context van de week.  Maandagmiddag 1 x 35 minuten 1e woordenschatles nieuwe week.  Dinsdag 1 x 35 minuten 2e woordenschatles.  Woensdag 1 x 30 minuten: basisles 4  Donderdag 1 x 30 minuten basisles 5  Vrijdagochtend 1x30 minuten basisles 6, in de middag 30 minuten les 7: controleles van de kernwoorden van de week (werkboek evt. laten maken tijdens bloktijd). Op dinsdag, woensdag en donderdag het 5 minuten consolideren/ oefenen van de kernwoorden van de week onder het eten. Week vier van Deel 5 wordt ingezet voor de methodetoets,presentaties van leerlingen, om lessen in te halen, extra interactie in de kleine kring en bouwsteenlesjes te organiseren(zie differentiatielesjes) . Alle leerlingen maken de opdrachten uit het basiswerkboek. Alle leerlingen leren werken met het Taaltrapeze woordenboek om zo de betekenissen op te kunnen zoeken van de kernwoorden van de week. Onderwijsbehoeften: . Vier semantiserings platen per week hangen zichtbaar in de groep. . Thematafel ingericht met de volgende materialen: Naam van het thema erbij, Praatplaat open bij het juiste thema, het informatieboek open bij de juiste tekst, concrete extra materialen, 2 kopieerbladen extra woorden per week, spel Topper en Junglebrug, enkele Taaltrapeze woordenboeken. Leerkrachtvaardigheden: Oriëntatie ong. 5 min korte terugblik op eerdere les, voorkennis activeren Instructie 10 min (lesdoel concreet maken, kennis nemen, begrijpen, toepassen) iets nieuws leren Verlengde instructie (ZIA-IA)10 min Klassenmanagement volgens de schoolafspraken w.b. zelfstandig werken uitvoeren: Regels stoplicht, werken met timetimer, verlengde instructie aan instructietafel, coöperatief leren van de leerlingen d.m.v. de beschreven werkvormen in de Wegwijzer deel 5 blz. 16. Verwerking 5 min en afmaken tijdens bloktijd zelfstandige verwerking ZIA - IA Hulprondes: TA en BA Afsluiting ong. 5 min Wat heb je geleerd(lesdoel herhalen)? Hoe ging het leren? Waarvoor kun je het in het dagelijkse leven gebruiken? Extra aandacht voor het intensieve arrangement. Wat gaan we de volgende les doen?

47


Basisarrangement Taaltrapeze toets 80%

Leerstofdoelen: Deze doelen krijgen invulling in Taaltrapeze deel 5, de themanummers staan er tussen haakjes achter. (Thema 1 Het circus, thema 2 Laat je horen en zien, thema 3 Wat wil ik?, thema 4 Een andere plek Tm januari,(steeds na vier, max. vijf weken naar een nieuw thema) thema 5 Milieu, Thema 6 Wat een mop, thema 7 Andere talen, thema 8 Samenwerken Tm de zomervakantie) Taal om te leren 1 De leerling verwerft informatie uit gesproken taal: Verhaal –(1,3,5,6,7), informatieve(1,2,4,7), instructieve (4,5) tekst aan de hand van gericht luisteren(1,2,3,4,5,7),begripsvragen stellen(4,5,6,7) 2 De leerling geeft informatie uit een gesproken verhaaltekst mondeling of schriftelijk gestructureerd weer zonder hulp van illustraties(3), door vragen te beantwoorden(3,6,8) en door hoofdcomponenten te onderscheiden: wie,wat,waar,wanneer,waarom en hoe(7,8) 3 De leerling geeft informatie uit een gesproken non-fictietekst mondeling of schriftelijk gestructureerd weer d.m.v. vragen beantwoorden(1,5), inhoud teksten weergeven(1,4,5) volgorde(5) 6 De leerling voert mondelinge schoolse taken uit.(5,6,7,8) Gespreksbijdrage leveren:een mededeling doen(1,2,4),verslag doen van een gebeurtenis(1,4,6) informatie/ uitleg vragen/geven (1,2,3,6,8), mening geven met argumenten (1,2,3,7,8) en op een andere mening reageren(4), een plan maken(3), een probleem bespreken(1,2,5) Presentatie geven: Gebruik maken van mimiek, gebaar en houding(3,4),rekening houden met de voorkennis van luisteraar(s)(6), spreekdurf vertonen(5), zorgen voor een goed spreekvolume en tempo(5), gestructureerd vertellen(2,6,7,8). Taal om te communiceren 7 De leerling vervult in een gesprek alledaagse communicatieve functies binnen of buiten het hier-en-nu: Taalhandelingen (1,2,3,4,5,6,7,8) Smoes (1,2,3,4,5,6,7,8) Mop,grap,raadsel(3,4,5,6,7,8)

48


Informatieverwerving 15 De leerling zoekt informatie in diverse naslagwerken. Taaltrapeze woordenboek(1,2,3,4,5,6,7,8), informatieboeken(2,8),encyclopedie(7)alfabet(1,5,6,7,8), trefwoordenregister(6,8), inhoudsopgave(8), tabellen en grafieken(8)schema’s(8), digitale bestanden(8) 16 De leerling gebruikt strategieën om de gevonden informatie te interpreteren. Hoofdcomponenten aangeven(6), onderstrepen van belangrijke woorden en zinnen(3,7),aantekeningen maken(7) schematiseren(8) 17 De leerling geeft zijn mening over informatie uit geschreven taal en trekt conclusies(1,5,6,7) Feiten, meningen en gevoelens onderscheiden(5) Strategisch schrijven 18 De leerling schrijft teksten:boodschappenlijstje(3),verlanglijstje(3),versje(3,6,7), uitnodiging(4,6,7),brief(2,4,7),strip(1,2,5),formulier(5,7), muurkrant(1),verhaaltekst(8),communicatieve(opval-) tekst(1), overtuigende tekst(1,5,6,8), instructieve (doe-)tekst(5,8). 19 De leerling bepaalt de uitgangspunten bij het kiezen van tekstsoorten en tekstvormen: Onderwerp(2),schrijfdoel(1,2,4)Tekstsoort(5),lezerspubliek(4) 20 De leerling verzamelt materiaal bij het schrijven van de tekst. Brainstormen(7) en opzoeken en ordenen van informatie(3,5). 21 De leerling schrijft een kladversie van een tekst. Passend woordgebruik(1,3,6), in volledige zinnen formuleren(6),inleiding,kern en afsluiting(2,4,8), titel en kopjes(1,2,6) 22 De leerling schrijft een definitieve tekst. De leerling controleert zijn kladversie op inhoud(4), verwerkt opmerkingen bij zijn kladversie(4,6,7,8),vraagteken(5), uitroepteken(5),komma(2,6,7) Leesbaar handschrift(1) Lay-out en vormgeving(7) 23 De leerling schrijft met plezier teksten(7) Woordenschat 24 De leerling verwerft een adequate productieve en receptieve woordenschat .De leerling gebruikt hulpmiddelen voor het leren en onthouden van voor hem onbekende woorden. (Themawoorden, inclusief schooltaalwoorden en vaktaalwoorden): inhoudswoorden(1,2,3,4,5,6,7,8), bijwoorden(4,5,7,8), functiewoorden(1,2,3,4,5,6,7,8), spreekwoorden(1,2,3,4,5,6,7,8) Leeswoordenschat: inhoudswoorden(2,3,4,6,8), structureringswoorden(2,3,4,6,8), afkortingen(2,3,4,6,8). 25 De leerling gebruikt hulpmiddelen voor het leren en onthouden van voor hem onbekende woorden. Woordleerstrategieen:Hulp vragen(1,2,3,4,5,7,8),woordbouw(1,2,3,4,5,7,8), betekenis afleiden uit de context(1,2,3,4,5,6,7,8)Taaltrapeze woordenboek gebruiken(1,2,3,4,5,6,7,8) Woord onthoudstrategieën:associaties maken(woordveld)(1,2,3,4,5,6,7,8), eigen woordenlijst maken(7) , woorden groeperen(1,2,3,4,5,6,7,8) 26 De leerling gebruikt en herkent correcte zinnen. zinsbouw(1,6) 27 De leerling kent begrippen om over taal te denken en te spreken. verzameltermen(5),collocaties(1), woordveld(4,5), figuurlijk taalgebruik(3), zelfstandig naamwoord(2,6), werkwoord(2,6), lidwoord(1,2,3,4,5,6,7,8)doordat de leerkracht altijd de lidwoorden bij de kernwoorden op het bord schrijft en ook in de werkboeken laat zetten, verwijswoord(2), verbindingswoord(2,6,8),bijvoeglijk naamwoord(4,8),voorzetsel(8) Taalvariatie: andere talen(7)

49


Streven naar: 80% op de methodetoetsen deel 5(geen begrijpend leestoetsen) op het gebied van strategisch schrijven, taalbeschouwing, onderzoek doen en woordenschat.

Intensief arrangement Taaltrapeze toets75%

Extra aanvullend op het basisarrangement: (stapelen) Extra leertijd bovenop het basisarrangement: Maandagochtend pre-teaching woordenschat (20 minuten) a.h.v. concrete materialen, context, plaatjes via internet en concrete materialen, plaatjes van het spel Topper, semantiseringsplaten die erbij horen. Dit terwijl de rest van de groep de woorden alvast opzoekt in het Taaltrapeze woordenboek en overschrijft in een persoonlijk woordenschrift. Tijdens het bloktijd worden aan deze kinderen nogmaals de moeilijkheden van de week aangeboden of er wordt gebruik gemaakt van de bouwsteenlessen en interactie in de kleine kring. Na een verlengde instructie aan de instructietafel gaan zij eerst begeleid inoefenen en vervolgens zelfstandig oefenen. Aan het einde van de bloktijd wordt het gemaakte werk besproken. In week 4 deze leerlingen bouwsteenlesjes tweede taal leerders / interactie in de kleine kring geven terwijl de rest zelfstandig werkt. Het spel Topper laten spelen. Dagen bloktijd: dinsdag, donderdag en vrijdag 45 minuten waarvan elke keer 2x20 minuten extra instructie aan de instructietafel door de leerkracht Leerstofdoelen Zie basisarrangement en doelen differentiatielesjes tweede taal leerders zie Wegwijzer blz19). Onderwijsbehoeften:  Meer visualisering in de vorm van Pre-teaching op maandagochtend (met concreet / visueel materiaal)op het gebied van woordenschatdidactiek volgens Verhallen: leerlingen zoeken afbeeldingen op Google van de nieuwe woorden van de week, context visualiseren, een paar woorden laten opzoeken via het Taaltrapeze woordenboek  Meer inoefening van specifiek strategiegebruik op het gebied van schrijven, presenteren volgens stappenplannen.  Ondersteuning van de competentiegevoelens. Veel feedback op het geleerde doel.  Extra ondersteuning op het gebied van :  Extra oefenmateriaal halen uit de kopieerbladen Extra week 4, bouwsteenlesjes (doelen blz.19 Wegwijzer), zelfstandig werkboeken Streven naar: 75% op de methodetoetsen Deel 5 op het gebied van strategisch schrijven, taalbeschouwing, onderzoek doen en woordenschat(geen begrijpend lezen). Individuele doelen a.h.v. het observatieschema uit de handleiding toetsen ingevuld in januari en in juni.

50


Zeer int. arrangement Taaltrapezetoets 70%

Extra op het basisarrangement & intensieve arrangement: (stapelen) Extra leertijd: 15 minuten per week; plannen tijdens zelfstandig werktijd(blokuren). Leerstofdoelen Extra aandacht voor: Werken met het Taaltrapeze woordenboek. Extra Semantiseren en Consolideren van de woorden van de week. Meer oefenen in het werken met de stappenplannen strategisch schrijven, taalhandelingen herhalen,met het samenwerkend leren. Streven naar: 70% methode gebonden toetsen uit deel 5 op het gebied van woord-zinsbouw, taalbeschouwing, woordenschat en strategisch schrijven(geen begrijpend lezen) . Individuele doelen a.h.v. het observatieschema uit de handleiding toetsen ingevuld in januari en in juni.


Afgenomen toets: Soort toets

Score/ Aandachtspunten

Toewijzen aan arrangement (mogelijkheid voor toelichting)

51


Arrangement Spelling groep 6 Naam leerlingen


Groepsplan spelling Groep 6 Dl van 30-50 maanden Periode:

Talent arrangement Vaardigheidsscore ≥ 125 op E4

Vaardigheidsscore ≥ 131 op M5

Leertijd Maximaal 3x 35 minuten Leerstofaanbod Categorieën zijn gelijk aan het basisarrangement, maar het aantal woorden kan uitgebreid worden. Laat de leerling de categorie oefenen in complexe opgaven en toepassen in stelopdrachten. Instructievaardigheden;Didactisch & pedagogisch handelen Dit doet de leerkracht anders in de basisles Verkorte instructie 2-3 minuten Deze leerlingen mogen na instructie punt 3 zelfstandig beginnen met basisactiviteit 1 (tegemoetkomen aan verkorte instructiebehoefte) Verwerking 20 minuten Basisactiviteit 1; de leerlingen uit het talentarrangement mogen zelf 15 woorden bedenken passend bij deze categorie (tegemoetkomen aan cognitieve autonomie). Basisactiviteit 2; de leerlingen overhoren elkaar aan de hand van de 15 zelfbedachte categorie woorden. Basisactiviteit 3: creatief schrijven. De leerlingen omcirkelen de categoriewoorden van die dag (tegemoetkomen aan de behoefte van complexere toepassing van de categorieën) . Onderwijsbehoeften Cognitieve autonomie Korte instructie; loslaten na het benoemen van de categorie, strategie en reeds bekende woorden uit deze categorie (2 minuten) Beperkte hoeveelheid basisoefening, bijvoorbeeld afwisselend basisoefening 1 of 2. Complexe oefeningen of toepassingsmogelijkheden. Let er dan op dat de spelling correct wordt toegepast. Het blijft uiteindelijk een spellingles, geen woordenschat- of taalles. Als de leerling de spellingcategorie echt beheerst, is het zinniger om de tijd ergens anders aan te besteden. Blijf niet onnodig oefenen.

Basisarrangement Vaardigheidsscore 117 -124 op E4

Vaardigheidsscore 122 -130 op M5

Streven naar Cito M5 vaardigheidscore ≥ 131(A-niveau) Cito E5 vaardigheidscore ≥ 136(A-niveau) Leertijd 3x35 minuten per week (nadruk op herhaald schrijven) De beschikbare tijd minimaal over 3 momenten verdelen. Het is effectiever om de woorden herhaald in te oefenen dan 2 keer een uur te plannen. Leerstofaanbod (15 categoriewoorden per les) Bied 15 categoriewoorden aan per les. Bied eens in de 4 weken een woordpakket aan waarin alle categorieën herhaald worden. Naar aanleiding van de fouten die de leerlingen maken kan een leerkracht zelf het beste beoordelen welke categorieën nog eens terug moeten komen. Aangezien de nieuwe leerstof in groep 5 beperkt is, kunt u categorieën uit groep 4 die op groepsniveau aandacht verdienen extra inplannen. Dit is essentieel om de categorieën uit groep 4 in te slijpen, omdat er in groep 4 veel aan de orde is geweest. Leerlingen spellen woorden behorend bij de tussendoelen van E4 naar M5: Categorie 25: Leerlingen spellen hoofdletters aan het begin van een zin en bij namen van personen (Petra, John Demirbas). Leerlingen zetten een punt, een vraagteken of een uitroepteken aan het eind van de zin. Categorie 26: Leerlingen spellen woorden van 2 klankgroepen waarvan de tweede onbeklemtoond is met –ig of - lijk (aardig, moeilijk). Categorie 27: Leerlingen spellen samenstellingen met meer dan twee medeklinkers na elkaar. (valstrik, fietstocht, kerstfeest, marktplein, vluchtstrook). Categorie 28: Leerlingen spellen woorden met twee klankgroepen waarin moeilijke letters als ei, ou/au g/ch herhaald worden (paleis, vijver, opdracht, inhoud, houden, augurk, lachen). Leerlingen spellen woorden behorend bij de tussendoelen van M5 naar E5: Categorie 29: Leerlingen spellen verkleinwoorden op –(d)je -etje, -pje (vriendje, rolletje, boompje). Categorie 30: Leerlingen spellen woorden waar bij verlenging de f in een v of de s in een z verandert (briefbrieven, boosboze). Categorie 31: Leerlingen spellen woorden met –em, -elen, -enen, - eren (stiekem, kinderen, wandelen). Categorie 32: Leerlingen kennen de noodzakelijke begrippen voor werkwoordspelling (onderwerp, werkwoord, persoonsvorm e.d.). Categorie 33: Leerlingen vervoegen en spellen gewone werkwoorden in de tegenwoordige tijd (ik loop, hij loopt, wij lopen, het gebeurt). Categorie 34: Leerlingen vervoegen en spellen bijzondere werkwoorden in de tegenwoordige tijd (hij heeft, jij bent). De leerkracht verdeelt de bovenstaande doelen over de periode tot aan de volgende toets (in het groepsplan).

52


Vervolg basisarrangement

Leerkrachtvaardigheden: De leerkracht verdeelt de bovenstaande doelen over de periode tot aan de volgende toets (in het groepsplan). Instructievaardigheden;Didactisch & pedagogisch handelen Voorbereiding en oriëntatie 3 minuten De leerkracht maakt afspraken m.b.t. klassenmanagement: opgeruimde werkplek en benodigd materiaal, toiletbezoek, de wijze van vragen stellen, wat je moet doen als je klaar bent, etc. Instructie 5-7 minuten 1. De leerkracht benoemt het doel van de les: welke categorie geleerd gaat worden en visualiseert deze categorie op het bord. 2. De leerkracht vraagt de leerlingen of zij al woorden kennen van deze categorie(en). De leerkracht noteert maximaal vijf genoemde woorden per categorie op het bord. 3. De leerkracht leest de categoriewoorden voor en hanteert de correcte uitspraak van deze woorden. Dit is essentieel om fonologische problemen te voorkomen. 4. De leerkracht licht de strategie toe die gebruikt wordt om de categoriewoorden juist te schrijven en zo mogelijk de regel. 5. De leerkracht legt de nadruk op de juiste stappen bij het spellen van de woorden. Verwerking 20 minuten Basisactiviteit 1: (+ 8 minuten) De leerlingen spellen de categoriewoorden middels een stappenplan. De leerkracht doet enkele opgaven met de leerlingen samen (begeleid inoefenen). Als het om werkwoordspelling gaat, vervoegen de leerlingen zes werkwoorden. Basisactiviteit 2: (+ 2-3 minuten) Auditief dictee met een medeleerling. In tweetallen schrijft elke leerling 5 categoriewoorden op die gekozen worden uit basisactiviteit 1. Samen controleren en reflecteren. Controleren: goed of fout, reflecteren: waarom ging het goed of fout. Als het om werkwoordspelling gaat, geven de leerlingen elkaar de opdracht om een werkwoord in een bepaalde persoon enkelvoud of meervoud te vervoegen. Basisactiviteit 3: (+ 9-10 minuten) Doelgerichte opdracht uit de methode voor spelling. Kijk kritisch naar de geschiktheid van de opdracht voor het doel en de doelgroep. De leerkracht geeft positieve tussentijdse feedback op het goed schrijven van de woorden en het hanteren van het stappenplan aan alle leerlingen. De leerkracht probeert door rond te lopen zoveel mogelijk onmiddellijke feedback te geven en te voorkomen dat leerlingen fouten inslijpen. Afsluiting 5 minuten De leerkracht vraagt de leerlingen welke categorie ze hebben geleerd en hoe dit is gegaan. Procesen productgerichte feedback. De leerkracht probeert door rond te lopen zoveel mogelijk onmiddellijke feedback te geven en te voorkomen dat leerlingen fouten inslijpen. Streven naar Cito M5 vaardigheidscore ≥ 126 (B-niveau). Minimaal 122 (C-niveau) Cito E5 vaardigheidscore ≥ 131 (B-niveau). Minimaal 126 (C-niveau)

53


Intensief arrangement Vaardigheidsscore 114- 116 op E4

Vaardigheidsscore 119- 121 op M5

Dit doet de leerkracht extra/ meer, dan het basisarrangement. Leertijd 4x25 minuten per week(basisarrangement) + 2x15 minuten extra (intensief arrangement) De extra leertijd wordt georganiseerd in het zelfstandigwerkenblok Leerstofaanbod Gelijk aan het basisarrangement, herhaling van dezelfde woorden Extra aandacht voor: Voor het juiste klankbeeld van het woord of de letter Leerlingen koppelen letters aan klankengroepen: -aai, -ooi, -oei, -eur, -oor, -eer, -ieuw, -uw. Regel eind –d Open en gesloten lettergrepen Leerlingen analyseren de woorden in klankgroepen. Onderscheiden van onbeklemtoonde lettergrepen ( inclusief ver-, ge-, be-, -ig, -lijk) Extra tijdens de verwerking 20 minuten Basisactiviteit 1: begeleid inoefenen van de categoriewoorden middels een stappenplan samen met de leerkracht. De leerlingen maken de verwerkingsstof van basisactiviteit 1 wel helemaal af. De woorden van basisactiviteit 1 worden op een ander moment op de dag of in de week nogmaals geoefend. (Tegemoetkomen aan de behoefte aan meer leertijd en/of meer verwerking). Leerlingen hebben het stappenplan bij de hand. Verlengde instructie (3 minuten) tijdens hulprondes of aan de instructietafel: Op basis van de gestelde vraag van de leerling of hetgeen de leerkracht waarneemt tijdens het lopen van de hulpronde. Onderwijsbehoeften Meer instructie (tijdens basisles) Meer inoefening van specifieke deelvaardigheden ( in extra leertijd) Ondersteuning van de competentiegevoelens (tijdens basisles en extra leertijd) Hogere voorspelbaarheid m.b.t. structuur Streven naar Cito M5 vaardigheidscore ≥ 122 (C-niveau). Minimaal 119 (D-niveau) Cito E5 vaardigheidscore ≥ 126 (C-niveau). Minimaal 123 (D-niveau)


Afgenomen toets spelling: Vaardigheid score

Naam Leerling

Vaardigheid score

54


Arrangement Technisch Lezen groep 7 Naam leerlingen


Groepsplan technisch lezen Groep 7 Dl van 40-60 maanden Periode:

Talent arrangement Leerlingen met AVI M6 beheersing of hoger

Leertijd: 5 x 35 minuten per week; totaal 175 minuten per week. Stilleesaanpak in een rustige omgeving Leerstofdoelen: Zie doelen basisarrangement Onderwijsbehoeften: Stillees aanpak volgens list  complexe toepassingsopgaven door leesboek op eigen niveau tekst  cognitieve autonomie; door voorbereiden boekpromotie en eigen boekkeuze  korte instructie; direct lekker lezen na de boekenbabbel/ boekpromotie  matige hoeveelheid inoefening; dus nadruk op lekker stil lezen/ leesplezier Streven naar: Streven naar een groei van een ά twee AVI niveau per jaar in vergelijking met de inschaling in het groepsplan (beheersingniveau). Minimaal AVI M7 beheersing.

Basisarrangement Leerlingen met E5 beheersing

Stillezen (aparte groep in een andere ruimte als de hommelgroep) Leesonderwijs: LIST (Lezen IS Top/ Lees interventieproject in scholen met totaalaanpak) Leertijd:180 minuten per week (35 minuten per dag) Aantal boeken: 25 leeftijdsadequate boeken per schooljaar (stripboeken niet meegeteld) Leerlingen kiezen zelf boeken op hun hoogste instructieniveau of op leeftijdsadequaat niveau: - Start groep 7: leeftijdsadequaat niveau is M7 - Midden groep 7; leeftijdsadequaat niveau is E7 Lesopbouw stilleesles: 5 minuten: afspraken m.b.t. klassenmanagement; voldoende leesmateriaal op de tafel. Zorg dat je naar de wc bent geweest voordat het lezen begint. Wees stil, lees en geniet. 5 minuten:(kookwekker aanzetten) * Voorlezen/meelezen: Alle kinderen lezen een korte tekst mee. * Miniles 2x per week leesmotivatie: hoe kies je een boek?, wat doe je als een boek tegenval?, Waarom wind je een boek leuk?, wat kan een boek te maken hebben met je eigen leven? 20 minuten stillezen: Leerlingen zijn aan het stillezen. De leerkracht loopt rond, observeert (aantrekkelijk boekje?, aantrekkelijk genre?, niveau hoog genoeg?) en voert op zachte toon kleine lees gesprekjes aan de tafel bij de leerling. 5 minuten: Boekrespons. Tweetallen, boekreclame, leeslogboekje, terugkoppeling miniles (enthousiasmeren, niet overhoren) Leerkrachtvaardigheden: Ondersteunen; hoge verwachtingen hebben Ondersteunen boekkeuze  Voor ieder kind is ergens een boek  Weten wat kinderen leuk vinden  Kennis van kinderboeken en rijke voorraad Model zijn: leesplezier uitstralen, leerlingen uitdagen na te denken over wat ze lezen Positieve feedback geven op het lezen. Streven naar: AVI E6 Beheersing; 2 x per jaar AVI, bij uitval DMT Leesontwikkeling zorgvuldig volgen met observatieschema technisch lezen Logemann.

55


Intensief arrangement Leerlingen met beheersing M5

Extra aanvullend op het basisarrangement: (stapelen) Extra krijgen ze de ralfi light aanpak. Hanteer het boek wat de leerlingen in de groep zelf gekozen hebben. Extra leertijd bovenop het basisarrangement: Elke dag extra instructie en begeleid inoefenen gericht op vlot leren lezen. Dagelijks 20 minuten extra op de gestelde leertijd minimaal 4-5 keer. Organiseren in zelfstandig werken tijd. Liefst preteaching, voorkomen dat kind in ‘circle of failure’raakt. Extra aandacht voor leesmotivatie. Denk aan principes van Ralfi light:(zonder R). Doel; leerling lanceren in het boek A= assited. (met ondersteuning; hardop voorlezen, voorzeggen van letter of woord) L= level. Keuze van de tekst passend bij de ontwikkelingsleeftijd en ver boven het instructieniveau F= feedback. Positieve feedback op vloeiend lezen. Neutrale feedback op fouten I= interactie. Interactie over de context, personages. De leerling lanceren in de tekst. Opbouw ralfi light 4 minuten voorlezen 4 minuten koorlezen 4 minuten doulezen 3 minuten feedback Onderwijsbehoeften:  meer instructie  meer inoefening van specifieke enkelvoudig strategiegebruik.  ondersteuning van de competentiegevoelens. Veel feedback op het geleerde doel.  Extra ondersteuning technisch lezen voor-koor-door lezen Streven naar: AVI E5 beheersing

Zeer int. arrangement Leerlingen met AVI E4 of lager

De leerlingen volgen in de basis de Hommelaanpak, daarnaast ontvangen ze extra de principes van Ralfi en de leeskliniek wordt ingezet. Leertijd: Dagelijks 20 minuten extra op de gestelde leertijd minimaal 4-5 keer per week.Inzetten externe ondersteuning van de leeskliniek Principes van Ralfi: R= repeated. Herhalen van teksten. Veel herhaling, streven naar directe woordherkenning in een context. Het oefenen van woordrijen leidt niet tot generalisatie. A= assited. (met ondersteuning; hardop voorlezen, voorzeggen van letter of woord) L= level. Keuze van de tekst passend bij de ontwikkelingsleeftijd en ver boven het instructieniveau. Niet te makkelijke boeken! F= feedback. Positieve feedback op vloeiend lezen. Neutrale feedback op fouten I= interactie. Interactie over de context, personages. De leerling lanceren in de tekst. Opbouw ralfi 4 minuten 4 minuten 4 minuten 3 minuten

herhaald lezen koorlezen doulezen feedback

Streven naar: AVI M5 Beheersing


Afgenomen toets AVI/ DMT: AVI Score op DMT

Naam Leerling

AVI Score op DMT

56


Zorgkalender 2012-2013 Maand Augustus September

Actie  Inventariseren zorgleerlingen per groep  Startbesprekingen



Wie 



Leerkracht in overleg met de intern begeleider Intern begeleider, leerkracht  Hoe zijn de eerste weken verlopen? Zijn de leerlingen aan de juiste arrangementen toegewezen? Welke leerlingen behoeven extra zorg? Leerkracht samen met de begeleider leerlingenzorg. Intern Begeleider, leerkracht



Leerkracht



Leerkracht

Afname DAT, Tempotoets (tafels



Remedial teacher

Afname AVI voor de leerlingen die nog niet AVI plus beheersen.



Intern begeleider en leerkracht.  De leerkracht heeft voor de groepsbespreking zelfstandig de resultaten bekeken en een opzet gemaakt voor de nieuwe groepsplannen. Uiterlijk 2 weken na de groepsbesprekingen zijn de nieuwe groepsplannen klaar.



Leerkracht, Begeleider leerlingenzorg



Opstellen IHP. (max 2 leerlingen per groep.) 

Oktober



  

November

PH meting met aansluitend een nagesprek waarin ontwikkelpunten voor de leerkracht besproken worden. Invullen SCOL



Groepsbesprekingen :  Bespreken SCOl en opstellen groepsplan SEO  Bespreken DAT en Tempotoets(en) en opstellen groepsplan DAT  Bespreken uitslagen technisch lezen en eventueel leerlingen aanpassen groepsplan.



Bespreking IHP zorgleerlingen

December 57


Januari



Februari



Maart



PH meting met aansluitend een nagesprek waarin ontwikkelpunten voor de leerkracht besproken worden.



Invullen SCOL

 

Afnemen CITO LOVS:  Rekenen en Wiskunde  Begrijpend Lezen  Spelling  Technisch lezen (AVI) Groepsbesprekingen:  Bespreken resultaten op groepsniveau  Bespreken OPP van alle leerlingen  Toewijzen van leerlingen aan arrangementen in nieuw groepsplan.

Afname DAT, Tempotoets (tafels) Groepsbesprekingen :  Bespreken SCOL en opstellen groepsplan SEO  Bespreken DAT en Tempotoets(en) en opstellen groepsplan DAT



Leerkracht, Remedial Teacher (AVI)

 Intern begeleider en leerkracht.  De leerkracht heeft voor de groepsbespreking zelfstandig de resultaten bekeken en een opzet gemaakt voor de nieuwe groepsplannen. Uiterlijk 2 weken na de groepsbesprekingen zijn de nieuwe groepsplannen klaar.  De leerkracht heeft voor de groepsbespreking het OPP volgens de afspraken ingevuld. Tijdens de groepsbespreking zal het OPP samen met de Intern Begeleider verder ingevuld worden.  Intern Begeleider, leerkracht



Leerkracht

 

Leerkracht Intern Begeleider, leerkracht  De leerkracht heeft voor de groepsbespreking zelfstandig de resultaten bekeken en een opzet gemaakt voor de nieuwe groepsplannen. Uiterlijk 2 weken na de groepsbesprekingen zijn de nieuwe groepsplannen klaar.

April



Tussentijdse evaluatie IHP zorgleerlingen



Leerkracht, Begeleider leerlingenzorg

Mei



Bespreking IHP zorgleerling



Juni



Afnemen CITO LOVS:  Rekenen en Wiskunde  Begrijpend Lezen



Leerkracht, Begeleider leerlingenzorg Leerkracht, Remedial Teacher (AVI) 58


 

Spelling Technisch lezen (AVI)



Groepsbesprekingen:  Bespreken resultaten op groepsniveau  Bespreken OPP van alle leerlingen  Toewijzen van leerlingen aan arrangementen in nieuw groepsplan.



Overdracht leerlingen

 Intern Begeleider, leerkracht  De leerkracht heeft voor de groepsbespreking zelfstandig de resultaten bekeken en een opzet gemaakt voor de nieuwe groepsplannen. Uiterlijk 2 weken na de groepsbesprekingen zijn de nieuwe groepsplannen klaar.  De leerkracht heeft voor de groepsbespreking de toetsresultaten in het OPP genoteerd. Tijdens de groepsbespreking zal het OPP verder ingevuld worden. 

Leerkrachten onderling  De OPP’s van de leerlingen worden doorgenomen met daarnaast bijzonderheden tov gedrag, thuissituatie en eventueel medicijn gebruik.  De leerkrachten hebben het voortgangsverslag van hun eigen leerlingen in ESIS gezet en lezen het voortgangsverslag van hun nieuwe leerlingen.

59


Protocol Cesar Therapie op de Logemannschool. Bij nieuwe leerlingen:  Wanneer er in het dossier vermeld staat dat er Cesar therapie gewenst of al in gang gezet is, meld de leerkracht de leerling aan bij de Cesar therapeut.  De leerkracht vult hiervoor het aanmeldingsformulier digitaal in. Je mag knippen/plakken vanuit het dossier. (Staat op het net onder leerlingenzorg)  Bij een aanvraag voor de fijne motoriek vul je ook het screeningsformulier fijne motoriek in.  Bij een aanvraag voor de grove motoriek hoef je geen extra formulier in te vullen. Zorg wel dat je hulpvraag duidelijk is.  Je print beide formulieren uit. De formulieren worden besproken met de Intern begeleider en worden door de leerkracht en de Intern begeleider ondertekend.  De ondertekende formulieren gaan in het postvak van de Cesar therapeut.  De Cesar therapeut geeft formulieren voor de ouders mee. Houd als leerkracht in de gaten dat de aanmeldingsformulieren ingevuld terugkomen. Het gaat om de verwijsbrief van de huisarts, een formulier waarin toestemming wordt gegeven voor communicatie en een ingevulde motoriek lijst. Deze formulieren aan de therapeut geven of in haar postvak doen. Bij leerlingen die al op de Logemannschool zitten: Voor de leerlingen die al bij ons op school zitten en waar op een gegeven moment ook Cesar thearpie voor gewenst is, vul je het aanmeldformulier en eventueel het screeningsformulier voor de fijne motoriek in. Het dossier zal waarschijnlijk verouderde informatie bevatten waardoor jezelf extra goed zal moeten observeren. De afhandeling van de formulieren gaat verder zoals hierboven beschreven. De Cesar therapeut mag niet zelf screenen ivm de regels van de beroepsgroep. Verslaglegging: De Cesar therapeut maakt twee maal per jaar een voortgangsverslag. De verslagen worden, door door de therapeut, opgeslagen in het dossier van de leerlingen in ESIS. De therapeut mailt de desbetreffende leerkracht en de Intern begeleider wanneer zij een verslag in ESIS heeft geplaatst. De leerkracht en de Intern begeleider lezen dit verslag zodat iedereen op de hoogte is. De therapeut stuurt de verslagen per post naar de ouders en huisarts. Contact ouders: De therapeut nodigt de ouders per brief uit om behandelingen bij te wonen. Verder zal zij, indien nodig, met ouders afspraken maken op de ouderavond.

60


Protocol logopedie op de Logemannschool. Aanmelding: Bij nieuwe leerlingen: Wanneer in het dossier vermeld staat dat een nieuwe leerling logopedie heeft, of dat er logopedie gewenst is, geeft de Intern begeleider dit door aan de logopediste. Bij leerlingen die al op de Logemannschool zitten: Wanneer een leerkracht vindt dat er logopedie gewenst is voor een leerling bespreekt hij/zij dit met de Intern begeleider. De Intern begeleider meldt de leerling aan bij de logopediste. De logopediste geeft een brief voor een verwijsbrief mee naar ouders. De leerkrachten houden in de gaten of de verwijsbrief ook wordt ingeleverd. De verwijsbrief wordt in het postvak van de logopediste gelegd. Verslaglegging: Na 6 maanden wordt een leerling opnieuw getoetst en volgt er een verslag. Dit verslag wordt gestuurd naar ouders en huisarts. De groepsleerkracht krijgt per mail het verslag gestuurd en zetten dit verslag in ESIS. Contact ouders: Ouders zijn altijd welkom tijdens een behandeling. Ouders hebben per brief het telefoonnummer van de logopediste gekregen en kunnen haar bellen voor vragen. Oefeningen: De leerlingen krijgen een mapje met oefeningen mee. Dit mapje kan mee naar huis zodat er thuis ook geoefend kan worden.

61


Protocol SMW (schoolmaatschappelijk werk) op de Logemannschool. Aanmelding leerlingen bij SMW: Wanneer een collega vindt dat een leerling bij SMW moet worden aangemeld gaat dat via de intern begeleider. De leerkracht en Intern begeleider bespreken samen de zorgen rondom de leerling. De Intern begeleider meldt het kind vervolgens aan bij de schoolmaatschappelijk werkster. Samen wordt er besproken wat de vervolgstappen zullen zijn. De schoolmaatschappelijk werkster neemt, indien nodig, contact op met de leerkracht voor verdere informatie. Verslaglegging: De schoolmaatschappelijk werkster houdt de Intern begeleider en de leerkrachten, per mail, wekelijks op de hoogte van de ondernomen acties rondom leerlingen. Deze mail wordt aan alle collega’s gestuurd. Op deze manier zijn alle collega’s op de hoogte. De groepsleerkrachten controleren of er een leerling uit zijn/haar klas in de mail wordt genoemd. Als dit het geval is dan kopiëren ze het verslag en plaatsen dit als een notitie in ESIS. De schoolmaatschappelijk werkster en de Intern begeleider hebben om de week een overleg.

62


Format Individueel Handelingsplan

HANDELINGSPLAN j m

Naam leerling:

___________________________________

Geb. Datum:

__________ Lftd: ___ jr.Groepsverloop:_____________

Leerkracht(en):

___________________________________________________

Periode van:

_______________________ t/m ______________________

Opgesteld door: Onderdeel:

___________________________________________________ _________________________________________________

Waarom? (probleemomschrijving)

Wat?

(doelstelling en deelstappen)

Hoe?

(materialen en methodieken)

Wanneer en hoelang? (frequentie en gepland tijdstip voor evaluatie)

Waar?

Door wie?

Ondertekening ouder :

Ondertekening school:

Datum:

Datum:

63


Evaluatie

Hoe verder?

(Is de doelstelling bereikt?)



verlenging huidige plan



nieuw handelingsplan



overleg met Interne Begeleider



inbrengen leerlingbespreking



afgesloten

Datum JOURNAAL BIJ HANDELINGSPLAN Datum

Inhoud

Opmerkingen

64


Toelichting handelingsplan

STAP 1: WAAROM

OMSCHRIJVING VAN HET PROBLEEM BESCHRIJF HET PROBLEEM WAAR HET OMGAAT ZO NAUWKEURIG MOGELIJK. WEES ZO OBJECTIEF MOGELIJK EN GEEF AAN WELKE GEVOLGEN HET PROBLEEM HEEFT VOOR DE LEERLING ZELF, MAAR EVT. OOK VOOR DE MEDELEERLINGEN EN DE LEERKRACHT. NEEM HIER OOK ANDERE RELEVANTE INFORMATIE OP. NEEM CITO GEGEVENS OP! GEEF OOK AAN OF HET GAAT OM HET OPHEFFEN OF HET ACCEPTEREN VAN HET LEER- OF GEDRAGSPROBLEEM. Alles s.v.p. smart (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden) formuleren.

STAP 2: WAT

Doelstelling en deelstappen GEEF HIER IN EEN DUIDELIJK GEFORMULEERDE DOELSTELLING AAN WELK(E) DOEL(EN) ER BEREIKT MOET(EN) WORDEN AAN HET EINDE VAN HET HANDELINGSPLAN. SLUIT AAN NET ONDER OF OP DE BEGINSITUATIE. AAN HET EINDE VAN HET HANDELINGSPLAN MOET GEMAKKELIJK GEMETEN KUNNEN WORDEN OF HET DOEL IS BEREIKT.

STAP 3: HOE

materialen en methodieken NOTEER HIER WELKE ACTIVITEITEN WORDEN UITGEVOERD EN WELKE HULPMIDDELEN EN MATERIALEN WORDEN GEBRUIKT. DOE DIT ZO VOLLEDIG MOGELIJK, ZODAT LATER DUIDELIJK ACHTERHAALD KAN WORDEN WELKE LEERSTOF EN/OF ACTIVITEITEN REEDS ZIJN GEDAAN. TIP: PLAN DE ACTIVITEITEN EN LEERSTOF PER WEEK.

STAP 4: WANNEER

frequentie EN DUUR GEEF HIER AAN WANNEER EN VOOR HOELANG DE HULP WORDT GEBODEN (DUS WANNEER EVALUATIE VAN DIT PLAN PLAATS ZAL MOETEN VINDEN). TIP: PLAN DE BEGELEIDING OP VASTE TIJDSTIPPEN. DIT IS ZOWEL VOOR DE LEERLING ALS VOOR DE LEERKRACHT HET MEEST PRETTIG.

STAP 5: WAAR EN HOELANG STAP 6: DOOR WIE

Locatie GEEF HIER AAN WAAR HULP WORDT GEBODEN. IS DIT IN DE KLAS OF VINDT DE HULP BUITEN DE GROEP PLAATS? hulpverlener GEEF HIER AAN DOOR WIE HULP WORDT GEBODEN.

STAP 7: EVALUATIE

Is je doelstelling bereikt? NOTEER HIER OP WELKE WIJZE EN DOOR WIE ER IS GEËVALUEERD. WELKE TOETS(EN) IS (ZIJN) AFGENOMEN EN WAT IS HET RESULTAAT. ZIJN ER NOG OPVALLENDE ZAKEN? OP GROND VAN DE EVALUATIEGEGEVENS WORDT EEN BESLISSING GENOMEN OVER DE VOORTGANG. Heeft het uitvoeren van het handelingsplan onvoldoende resultaat opgeleverd? Oorzaak? Bepaal vervolg.

STAP 8: HOE VERDER

BESLISSING KRUIS AAN WELKE BESLISSING ER IS GENOMEN OP GROND VAN DE EVALUATIEGEGEVENS. Meerdere kruisjes zijn hier mogelijk.

STAP 9: JOURNAAL

VUL GEDURENDE DE DUUR VAN HET HANDELINGSPLAN HET JOURNAALBLAD IN ZODAT DUIDELIJK WORDT WELKE ACTIES ONDERNOMEN ZIJN OM HET GESTELDE DOEL (DE GESTELDE DOELEN) TE BEREIKEN.

65


ZORGPLAN augustus Rotterdam

Recommend Documents