ZOMER 2009
02 09 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Zomer in cijfers Jan Latten in gesprek met Mirjam Sterk Groeiende pershonger naar CBS-berichten Vijfenzestig jaar een nationaal jaarverslag
02 09 Gosse van der Veen Directeur-Generaal CBS
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
ZOMER 2009
02 09 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Zomer in cijfers Jan Latten in gesprek met Mirjam Sterk Groeiende pershonger naar CBS-berichten Vijfenzestig jaar een nationaal jaarverslag
Colofon 02/09 is het relatiemagazine van het CBS dat als doelstelling heeft de externe relaties van het statistiekbureau te informeren over het CBS en met het CBS verwante relevante maatschappelijke ontwikkelingen. 02/09 verschijnt 4 keer per jaar.
Zomer in cijfers Hyacinten, narcissen, tulpen en gladiolen. Veel mensen stoppen in het najaar de bollen in de grond om een paar maanden later de kleurenpracht te kunnen bewonderen. Lang niet alle bollen komen in de Nederlandse tuinen terecht, want ook in het buitenland genieten ze van onze bloemen. In 2008 zijn er bijna 4 miljard bollen uitgevoerd. De Verenigde Staten en Duitsland zijn de grootste afnemers. De waarde van de uitgevoerde bollen bedroeg in 2008 ruim 360 miljoen euro.
Uitgave: Centraal Bureau voor de Statistiek. Hoofdredactie: Hans van Brussel, Miriam van der Sangen. Medewerkers: Hans van Brussel, Jan Latten, Pauline Smabers, Jaap van Sandijk, Ron Storm, Miriam van der Sangen, Peter Olsthoorn en Annemieke Bos. Cover: Mirjam Sterk, lid van de Tweede Kamer voor het CDA. Fotografie: PP Fotografie Zoetermeer, ANP, Hans van Brussel, Dirk-Jan Hoogerdijk.
Velen van u hebben gehoor gegeven aan ons verzoek – u trof het aan in het vorige nummer – ons te laten weten wat u van ons blad vindt. Hartelijk dank daarvoor. Uit uw reacties maken we op dat we op de goede weg zijn. U stelt er prijs op ons blad te blijven ontvangen en u geeft de inhoud gemiddeld een ruime zeven. Daar zijn we blij mee. Ik praat u even bij over de inhoud van dit nummer. De rubriek ‘Meten met Latten’ waarin CBS-woordvoerder Jan Latten prominente vrouwen interviewt en tegelijk test op hun statistische kennis is in korte tijd een aansprekend deel van het blad geworden. Deze keer is Tweede Kamerlid Mirjam Sterk aan de beurt. Kort geleden vierden we het 65-jarig bestaan van de Nationale rekeningen, het huishoudboekje van Nederland. We doen er uitgebreid verslag van. Hoewel het CBS haar werkprogramma uiteraard gewoon volgens plan uitvoert lijkt het erop dat wij veel meer in het nieuws zijn. Voor een deel klopt dat ook omdat onze cijfers in deze tijden van economische tegenwind meer dan ooit in de belangstelling staan. We vroegen aan een kring van mensen uit de media wat dit voor hun werkzaamheden betekent. De Verenigde Staten zijn in de ogen van velen van u de belangrijkste factor in het ontstaan maar mogelijk ook weer verhelpen van de kredietcrisis. De cijfers die de Amerikaanse tegenhanger van het CBS, het in Washington gevestigde Census Bureau, produceert staan daarom meer dan ooit in de belangstelling. In dit nummer een portret van het Bureau.
Vormgeving: Jan van Halm.
Zoals u inmiddels gewend bent ook in deze editie portretten van de mensen die onze enquêtes invullen – een dwarsdoorsnede van het Nederlandse bedrijfsleven – en tientallen korte onderwerpen waarvan u nooit zou hebben vermoed dat het CBS er informatie over heeft.
Opmaak: Centraal Bureau voor de Statistiek, Grafimedia.
Veel leesplezier. Hebt u suggesties? Laat het mij weten.
Illustraties: Andy Grogan. Oplage: 10.000 exemplaren. Concept: Hans van Brussel.
Druk: OBT bv, Den Haag. Reacties op het blad zijn welkom via e-mail:
[email protected].
2
Voorwoord
Gosse van der Veen, Directeur-Generaal
3
02 09
Aan dit nummer werkten mee... Peter Olsthoorn (1960) volgde een studie maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij werkte in vaste dienst voor onder meer het Economisch Dagblad en vervolgens freelance voor een grote verscheidenheid aan dagbladen, vak- en managementtijdschriften, radio en tv in onder meer Oost-Europa. Hij was in 1995 één van de eerste internetjournalisten in Nederland bij Planet Internet, zette Netkwesties.nl en Leugens.nl op.
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Jos Driessen van DHL Solutions: ‘Het mag wel iets persoonlijker’
8
Pauline Smabers (1965) studeerde Nederlands in Groningen met als afstudeerrichting taalkunde. Zij begon haar loopbaan als bureauredacteur van de Dikke van Dale en werkte daarna voor diverse communicatieadviesbureaus. Sinds 2003 is ze werkzaam als zelfstandig communicatieadviseur.
Hans van Brussel (1952) begon zijn loopbaan als kunstenaar en werd na een aantal reclame-opleidingen te hebben gevolgd copywriter. Vervolgens was hij uitgever van diverse tijdschriften, waaronder HP/De Tijd. Sinds november 2006 is hij werkzaam als hoofd Communicatie bij het CBS.
Groeiende pershonger naar CBS-berichten
Jan Latten in gesprek met Mirjam Sterk
20
10
Inhoud
Het belangrijkste statistiekbureau in de VS: het Census Bureau
32
Jan Latten (1952) is hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam en werkzaam bij het CBS als onderzoeker en woordvoerder. Hij publiceert onder andere over trends op het gebied van relaties in samenhang met maatschappelijke en economische ontwikkelingen.
Jaap van Sandijk (1960) studeerde aan de Pedagogische Academie, maar koos na de afronding daarvan voor de journalistiek. Na ervaring te hebben opgedaan bij de regionale radio en het Leidsch Dagblad vestigde hij zich als freelance journalist. Hij schrijft voor onder meer Marketingtribune, Salesmanagement en Update, het relatiemagazine van de Sky Radio Group.
4
kort gezond 6–7 Jos Driessen van DHL Solutions: ‘Het mag wel iets persoonlijker’ 8–9 Jan Latten in gesprek met Mirjam Sterk 10–15 kort sport 16–17 Pank Hertsenberg: ‘Het CBS heeft ons goed geïnformeerd over de aangiften’ 18–19 Groeiende pershonger naar CBS-berichten 20–25 kort IT 26–27 Vincent van Dijk: ‘Ondernemen zonder zorgen’ 28–29 kort reizen 30–31 Het belangrijkste statistiekbureau in de VS: het Census Bureau 32–37 kort culinair 38–39 Vijfenzestig jaar een nationaal jaarverslag 40–45 Jeroen Driessen: ‘Vooral nu zijn cijfers waardevol voor ondernemers’ 46–47 kort actueel 48–49 recente CBS-publicaties 50–51
Vijfenzestig jaar een nationaal verslag
40
5
kort gezond
kort gezond
20 procent van gescheiden 50- tot 80-jarigen heeft gezondheidsproblemen Geen levenspartner hebben is voor veel ouderen niet alleen eenzaam en ongezellig, het blijkt ook nog eens ongezond te zijn. Zo heeft 20 procent van de gescheiden mensen van 50 tot 80 jaar psychische problemen en beschikt 14 procent over een slechte fysieke gezondheid. Dat is veel meer dan bij leeftijdgenoten mét een levenspartner, waarvan ruim 8 procent een slechte fysieke en psychische gezondheid heeft. Moeten contactadvertenties voortaan dan ook maar in de medische rubrieken worden ondergebracht? (Bron: CBS)
56 procent voldoet aan beweegnorm Goede voornemens of niet, vorig jaar lag het percentage Nederlanders van 12 jaar of ouder dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen op 56 procent: evenveel als in 2007. Mannen en vrouwen bewegen ongeveer even veel, maar onder 12- tot en met 17-jarigen en onder 55-plussers bewegen jongens en mannen meer dan meisjes en vrouwen. Ouderen halen hun norm veel vaker dan jongeren: tussen de 12 en 17 jaar voldoet maar 1 op de 4 aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, terwijl dat onder 55-plussers 2 op de 3 is. De norm verschilt overigens per leeftijdsgroep en is vastgesteld op minimaal 5 dagen in de week 30 minuten matig intensief bewegen. (Bron: CBS)
1 op de 10 is zware drinker Een op de tien Nederlanders van 12 jaar of ouder is een zware drinker. Dat heeft niets te maken met lichaamsgewicht, maar alles met de hoeveelheid drank die naar binnen gaat. Een zware drinker drinkt minimaal één keer in de week minstens zes glazen alcoholhoudende drank. Sinds 2001 is sprake van een licht dalende trend in het percentage zware drinkers. Zowel bij mannen als bij vrouwen en in alle leeftijdsgroepen tot 65 jaar daalt het aantal zware drinkers. (Bron: CBS)
130
procent meer opnamen voor longontsteking Tussen 1981 en 2005 is het aantal ziekenhuisopnamen voor een longontsteking met 130 procent toegenomen. Onder 65-plussers is het aantal opnamen hiervoor zelfs verdriedubbeld. Mogelijke verklaring hiervoor kan een toename van het aantal mensen met een verminderde weerstand zijn. Door de toegenomen en verbeterde behandeling van kanker kunnen kankerpatiënten namelijk te maken krijgen met een verzwakte afweer, waardoor er meer kans is op een longontsteking. (Bron: CBS)
6
7
‘Het mag wel iets persoonlijker’ Warehousing, supply chains, orderpicking, global forwarding. Jos Driessen van DHL Solutions raakt er niet over uitgepraat. ‘Iedereen kent DHL van de geel-rode bestelbusjes. Maar wij doen zoveel meer!’
JOS DRIESSEN van DHL Solutions is 57 en werkt zijn hele leven al in de transportsector. Een dynamische branche, waar de crisis nu ook voelbaar is. Hij is bijna 30 jaar getrouwd met Lya, een kunstenares. Elke maand is Jos te vinden bij beleggingsclub N€urootje. Binnenkort vertrekt hij met zijn vrouw per caravan naar Italië. Om rond te trekken, met vrienden.
8
J
os werkt als consultant bij het Centrale Douaneteam. Het meest is hij te vinden in Beringe bij Venlo, waar zich een gloednieuwe opslagloods bevindt van ruim 100.000 vierkante meter. ‘Daar komen goederen vanuit de hele wereld binnen, van bijvoorbeeld Nikon, Kyocera en HP. Op het moment dat die bij ons binnenkomen, zijn het meestal nog douanegoederen. Wij voeren alle noodzakelijke douanehandelingen uit. Daar hebben wij een landelijke douanevergunning voor. Vervolgens worden de goederen gelost, opgeslagen, per order verzendklaar gemaakt en doorgestuurd naar magazijnen of winkels.’ Elke maand leveren Jos en zijn collega’s gegevens aan het CBS. Geautomatiseerd. Als tip wil hij graag iets meegeven. ‘Ik vind het
CBS soms wat afstandelijk. Als je nog niet alle gegevens hebt, kun je daar niet altijd iets aan doen. Maar je krijgt wel meteen een brief. Ik zou dan liever gebeld worden. Iets persoonlijker mag van mij wel.’ Jos Driessen werkt zijn hele leven al in de expeditiebranche. Hij begon zijn carrière bij een grensexpeditiekantoor en werkte daarna voor een textieltransporteur. Dankzij diverse overnames en samenvoegingen kwam hij bij DHL terecht. Jos lacht: ‘Als je niet van hectiek en
Mijn beleggingsclub maakt veel gebruik van de conjunctuurklok van het CBS
veranderen houdt, moet je niet in de transportwereld werken! De eerste keer denk je: wat gaat er gebeuren? Je neemt afscheid van collega’s en dat is altijd wrang, maar op den duur leer je ermee leven.’ Thuis bevindt Jos zich in rustiger vaarwater: hij is al bijna 30 jaar getrouwd met Lya. Zijn zoon en dochter zijn al een tijdje het huis uit. Zijn vrouw schildert. Daarnaast is Jos lid van beleggingsclub N€urootje. ‘Wij maken veel gebruik van de conjunctuurklok van het CBS, die op de CBS-website staat. Daarmee proberen wij een beetje te voorspellen wat de koersen gaan doen. Vorig jaar zijn we wel in de min geëindigd, maar we hebben het toch minder slecht gedaan dan andere clubs!’ Pauline Smabers
9
Meten met Latten Jan Latten in gesprek met Mirjam Sterk ‘De vraag is wat we nu echt verantwoord vinden om op internet te laten zien’
Willemina Roziena Catharina (Mirjam) Sterk, geboren in 1973 te Zeist. Opgegroeid in een protestants milieu. Studeerde theologie in Utrecht, werd docent godsdienst,
Opiniemakers, politici en journalisten beïnvloeden de gedachtevorming in de samenleving. Ze beroepen zich in het algemeen op grondige feitenkennis. Maar is dat wel altijd het geval? Het CBS wil iedereen van informatie voorzien, want alleen als je de cijfers kent kan een debat op de juiste gronden worden gevoerd. Bovendien heeft eenieder daarmee een gelijk startpunt. In deze rubriek praat Jan Latten met prominente vrouwen uit onze samenleving waarbij hij ook hun feitenkennis toetst. In de vorige nummers deed hij dat bij Cisca Dresselhuys, Samira Bouchibti, Rita Verdonk, Agnes Jongerius en Joan Ferrier, in deze uitgave legt hij Mirjam Sterk langs de ‘statistische meetlat’.
10
werkte bij de IKON. Kwam in 2000 in contact met de politiek. Voorafgaand aan de verkiezingen werd ze in een enquête gekozen tot aantrekkelijkste van de potentiële Kamerleden. Op menige website terug te vinden als ‘Tweede Kamer Babe’. Sinds 2002 Tweede Kamerlid voor het CDA. Woordvoerder gezins- en jeugdbeleid, kinderopvang, nationaliteitswetgeving en Randstad 2040. Inmiddels moeder van twee kinderen.
Ik zie een cv met een heel godsdienstige achtergrond. Tegelijk wordt u op internet gebombardeerd tot een ‘Tweede Kamer Babe’. Daar kunt u niets aan doen, good looks krijg je, maar het blijft een opvallende combinatie. Bent u niet bang dat het u tot een Arie Boomsma van het CDA kan maken? In het begin had ik er moeite mee dat ik – nog voordat ik in de Kamer kwam – op basis van een foto werd gekozen tot ‘mooiste Kamerlid’. Dat vond ik best wel vervelend. Ik had immers nog helemaal niets gezegd en werd in feite beoordeeld op mijn uiterlijk. Je weet hoe kwetsbaar dat is in zo’n wereld. Maar ik denk dat ik inmiddels wel heb kunnen bewijzen dat ik ook echt iets te melden heb. Daardoor maak ik me er eerlijk gezegd niet meer zo veel zorgen over. U heeft theologie gestudeerd en bij de IKON gewerkt. Wat heeft u qua godsdienst van uw ouders meegekregen? Ik ben een domineesdochter, dus het geloof is me met de paplepel ingegoten. Ik kom uit een heel vrij gezin. Helemaal niet dogmatisch. Mijn vader was redelijk rationeel denkend en stond open voor de
ontwikkelingen die er waren op theologisch gebied. Mijn moeder is wat piëtistischer, wat vromer. Ze was nog echt een domineesvrouw, van de generatie waarvoor het gebruikelijk was dat je stopte met werken zodra je kinderen kreeg. Ze deed wel ontzettend veel vrijwilligerswerk en was heel erg actief, maar niet in de zin van betaald werk. Mijn moeder was altijd meer de doener en mijn vader meer een denker. Ik zelf ben zowel een denker als een praktisch ingesteld iemand. Kent u het percentage Nederlanders dat zich niet tot een kerkelijke gezindte rekent? Volgens mij noemt 35 procent zich niet kerkelijk gezind (feit: 43 procent in 2007). ‘Jongeren denken dat alles om seks draait, een jongen met veel bedpartners is stoer, maar een meisje met zo’n achtergrond is een hoer’, aldus een landelijke krant. Het zou komen door de eenzijdige manier waarop jongeren hun nieuwe normen leren. Vooral via de media en minder via thuis, school en kerk. Hoe ziet u dat? Ik denk dat het pilgebruik bij meisjes onder de twintig nog steeds lager ligt dan boven de twintig (feit: andersom), maar los daarvan: ik denk wel dat de beeldcultuur ons voor nieuwe vragen stelt. Tegenwoordig wordt alles met beeld versterkt en jongeren denken ook veel meer in beelden. Echt alles is te vinden op internet en soms ook op televisie. De vraag is wat we nu echt verantwoord vinden om te laten zien? Wat willen we, als samenleving, met elkaar? Het CDA heeft opgeroepen tot een gedragscode voor de media. Ik moet helaas constateren dat de commerciëlen actiever zijn dan de publieke omroep om tot zo’n gedragscode te komen. Ik denk dat er een soort algemene maatschappelijke verantwoordelijkheid ligt; maar hoe geef je die vorm? Hoe voorkomen we bijvoorbeeld misbruik van kinderen? Op internet kun je
11
Het gaat erom dat je ook overeind blijft als dingen niet gaan zoals je zou willen je immers voordoen als iedereen. Voor wat betreft deze discussie staan we nog maar aan het begin. Het blijkt nog best ingewikkeld. Kun je zeggen dat de nieuwe tijd een andere aanpak vereist? Dat klopt. Gelukkig gaan technische ontwikkelingen heel snel en je hebt tegenwoordig allerlei filtersystemen, die binnenkort waarschijnlijk ook op leeftijd kunnen filteren; daar wil ik wel voor pleiten. Sites moeten tijdens de technische bouw ook leeftijdscriteria vastleggen, zodat het echt niet kan dat een kind van veertien jaar op een site komt die pas vanaf zestien jaar toegankelijk is. Er zijn steeds meer alleenstaanden. In het boek ‘Liefde à la Carte’ zegt een dertigjarige vrouw: ‘Op een gegeven moment heb ik het maar uitgemaakt. Niet omdat het niet ging met die relatie, maar ik dacht: is dat nu de laatste man met wie ik naar bed ga?’ Die onrust van de jonge generatie, herkent u dat? Ik weet niet precies hoeveel alleenstaanden of alleenstaande dertigers er zijn, maar ik weet wel dat veel dertigers een probleem hebben met kiezen. Ze willen op alle fronten excelleren en kunnen er niet mee leven dat je gewoon keuzes moet maken en dat dit bij het leven hoort. We zijn met elkaar een soort van maakbaarheidscultuur aan het neerzetten waarbij alles mogelijk moet zijn. We kunnen de hele wereld over. We kunnen worden wie we willen, denken we. Dat zie je ook op het gebied van de spiritualiteit. Daar leeft het idee dat als je maar genoeg mediteert of maar genoeg naar jezelf kijkt je het kwaad kunt overwinnen. Ik vind dat gevaarlijk, want zo werkt het volgens mij niet in het leven. Het gaat erom dat je ook overeind blijft als dingen niet gaan zoals je zou willen. Ik denk dat dit de basis van het ‘dertigersdilemma’ is. Met name veel vrouwen zijn hier ‘slachtoffer’ van. Ik zie dit bij mezelf soms ook hoor. Je wilt en een goede moeder zijn en een goed Kamerlid en een goede vriendin en een goede partner en je wilt nog wat tijd voor jezelf overhouden als dat kan. Dat vraagt heel veel van mensen. Niet iedereen kan dat. Denken de nieuwe dertigers teveel dat alles maakbaar is? Dat speelt zeker een rol. De pedagogiek van tegenwoordig is zeer gericht op het beste uit jezelf halen
12
en je eigen talenten ontplooien, terwijl de pedagogiek van de jaren veertig en vijftig er vooral op gericht was kinderen op te voeden voor het algemeen belang. Als burger voor de samenleving. Ik vind niet dat wij helemaal terug moeten naar de jaren vijftig, maar vind dat we te ver doorgeschoten zijn in het ander. We accepteren niet meer dat er ook grenzen zijn; dat we dingen ook misschien niet kunnen. Ik zie het als opvoedingsideaal dat we meer aandacht besteden aan hoe wij onze kinderen opvoeden tot burger van de samenleving. Tot een prettig mens, ook voor anderen, dus niet alleen voor zichzelf. U pleit voor de bouw van meergeneratiewoningen. Heeft u enig idee hoeveel 30-plussers met hun ouders samen willen wonen? Ik weet dat er 30.000 meergeneratiegezinnen zijn in Nederland (feit: ruim 30.000). Ik weet ook dat er kort geleden een onderzoek is geweest met betrekking tot de vraag: ‘Als u zorg nodig hebt, zou u dan ook denken aan een meergeneratiewoning?’ Uit dit onderzoek bleek dat 70 procent dat inderdaad een interessante optie vindt. Een meergeneratiewoning spreekt natuurlijk het meest tot de verbeelding als het twee gekoppelde huizen zijn waar de ouders naast de jongere generatie wonen, maar ik zou me ook heel goed kunnen voorstellen dat vrienden ervoor kiezen om op die manier bij elkaar te wonen. Je zou het nieuwe leefvormen kunnen noemen en het past wel bij de trend. Het aantal plaatsen in verzorgingshuizen gaat afnemen de komende jaren. Dat betekent dat het aantal beschikbare plaatsen heel beperkt zal zijn. Daarnaast zien we dat zorgkosten toenemen. Willen we dat alles met elkaar opvangen, dan zal er een grote groep van mantelzorgers moeten komen waar je nieuwe passende woonvormen voor moet vinden. Rachida Dati, voormalig minister van Justitie in Frankrijk, werd als allochtone 40-plusser zwanger, wilde niet zeggen wie de vader is en haar kind alleen opvoeden. Een BAM-moeder pur sang. Denkt u ook aan woningen voor alleenstaande moeders? Je ziet dat veel vrouwen druk bezig zijn met hun carrière en pas op latere leeftijd wat vastere relaties aangaan. Op een dag ontdekken ze dat ze nog
13
Heel veel vrouwen die geen kinderen hebben, willen ook graag in deeltijd werken. Dat is luxe wel kinderen willen en ze kiezen er dan voor dat te doen via bijvoorbeeld spermadonatie. Ik vind zelf dat een kind in principe recht heeft op twee ouders. Daarmee zeg ik niet dat een alleenstaande moeder niet goed zou kunnen zorgen voor haar kinderen, maar ik wil wel het uitgangspunt hanteren dat kinderen recht hebben op twee ouders. Dat is natuurlijk meer een ethische opvatting. Volgens mij hoef je niet speciaal te bouwen voor BAM-moeders, omdat dit een ontwikkeling is die nog niet zo sterk is dat we daar in het ruimtelijke ordeningsbeleid rekening mee moeten gaan houden. Weet u hoeveel van de 185.000 baby’s in 2008 het eerste kind waren van een 40-plus moeder? Dat zal onder de 8 procent liggen (feit: 1 procent). U hebt zelf een partner en kinderen. Hoe combineert u moederschap met uw werk en dat van uw partner? Zoals een heleboel gezinnen in Nederland: met kinderopvang. Ik heb één dag een oppas aan huis en ouders en schoonouders die soms inspringen. Mijn man is één dag in de week thuis voor zijn ‘papadag’ en ik probeer ook een ochtend en soms een dag thuis te zijn c.q. thuis te werken. We hebben er bewust voor gekozen om onze kinderen niet drie of vier dagen naar de kinderopvang te doen, maar om ze in eerste instantie – ook omdat ze nog zo klein zijn – thuis op te vangen in hun eigen omgeving. Hoog opgeleide vrouwen leren tijdens hun studie hoogopgeleide mannen kennen. Er ontstaat een nieuwe elite van ‘power-koppels’. Dat contrasteert sterk met de onderkant van de samenleving. Worden de verschillen tussen gezinnen groter? De term power-koppels is nog niet eerder in de politiek gevallen. Je hebt tegenwoordig twee inkomens nodig om een huis te kunnen kopen; daar zie je het al een beetje aankomen. Nu raken Nederlanders wel steeds hoger opgeleid en er zullen dan ook meer power-koppels komen. Ik denk dat het van groot belang is om die andere, kwetsbare groep niet uit het oog te verliezen. Het zijn mensen die van het vmbo komen en aan wie het leven gewoon minder vanzelfsprekende kansen biedt dan wanneer je een hbo-opleiding hebt gedaan.
De emancipatie gaat voor sommigen te traag, anderen denken dat voor vrouwen een ‘Gouden eeuw’ is aangebroken Ik denk dat inmiddels 15 à 20 procent van de vrouwen rond de dertig hoog is opgeleid (feit: 38 procent van de 25- tot 34-jarige vrouwen is hoog opgeleid (hbo of vwo) in 2007). Vrouwen zullen daardoor in de komende tijd meer kansen gaan krijgen. Dit komt ook omdat er in organisaties enorme druk ontstaat om diversiteit onder het personeel te stimuleren. Vrouwen komen er daardoor soms makkelijker dan mannen. Dat is niet zoals ik die ‘Gouden eeuw’ voor mij zou willen zien. Zo was er een poosje geleden nog de discussie binnen de politieorganisatie, waarbij er perse een vrouw op een plek moest komen. Ik vind dat erg geforceerd. Dat doet af aan de kwaliteit die er ook is onder mannen. Uiteindelijk krijg je door voorkeursbehandelingen heel rare mechanismen. En vergeet niet, inmiddels heeft toch al 15 à 20 procent van de gemeenten een vrouw als burgemeester (feit: 20 procent in 2008). Het salaris van mannen is – zelfs bij vergelijkbare functies – hoger dan van vrouwen. Dat zou een weerslag zijn van keuzes die vrouwen maken. Liever een leuke baan die minder goed betaalt dan een beter betaalde baan die niet leuk is? Dat vrouwen soms minder verdienen heeft er ook mee te maken dat ze er bijvoorbeeld even uit zijn geweest om kinderen te krijgen. Dat verklaart voor een deel ook inkomensverschillen bij een gelijke functie. Ook in de toekomst zullen het altijd vrouwen zijn die kinderen krijgen. Als je minder hebt gewerkt of minder uren werkt dan is het logisch dat je daar minder voor krijgt. Dat zal dus niet zo snel veranderen. Ik denk aan de andere kant wel dat vrouwen zich steeds bewuster zullen zijn van het feit hoe je kunt onderhandelen over salarissen en dat verschillen kleiner worden en in sommige functies nauwelijks meer spelen. Overigens is het interessant dat er altijd gedacht werd dat vooral vrouwen met kinderen in deeltijd werken, maar heel veel vrouwen die geen kinderen hebben, willen ook graag in deeltijd werken. Dat is luxe.
Score op de statistische meetlat 1 14
2
3
4
5
6
7
8
9
10 15
kort sport
kort sport
1,5 duizend maneges en paardrijscholen Paardensport wordt in ons land steeds populairder. In 2006 zijn er bijna 1,5 duizend maneges en paardrijscholen, die gezamenlijk 234 duizend klanten en cursisten tellen. Het aantal bedrijven in deze branche is sinds 2000 met 26 procent toegenomen, terwijl het aantal klanten met 14 procent steeg. Niet alleen het aantal maneges en paardrijscholen zit in de lift, ook het aantal paardensportclubs groeit. In 2006 waren er 1,7 duizend paardensportclubs met in totaal 127 duizend leden. Het aantal clubs steeg ten opzichte van 2000 met ruim 5 procent, hun ledenaantal met ruim 11 procent. Gaan we straks de Britten als paardennatie naar de kroon steken? (Bron: CBS)
27.000 sportverenigingen Hoewel de individuele sport in Nederland flink groeit, bewegen we ook nog volop in verenigingsverband. Ons land telt in totaal 27.000 sportverenigingen. De baten van een sportclub (met gemiddeld 190 leden) bedroegen in 2006 gemiddeld 40.000 euro. De helft daarvan wordt opgebracht door de contributies van de leden van de vereniging. De andere helft wordt eerlijk verdeeld door twee andere financiële bronnen: enerzijds de sponsorgelden en subsidies, anderzijds de kantineopbrengsten. (Bron: CBS)
216 euro per jaar voor sport Sporten is belangrijk. Maar sporten kost ook geld. Alleen geven we daar de laatste paar jaar wel wat minder aan uit. Trokken we in 2004 per hoofd van de bevolking nog 228 euro uit voor sport, in 2006 was dat bedrag gedaald naar 216 euro. Contributies, lesgelden en entreegelden maken het grootste deel van die uitgaven uit. In 2006 ging bijna de helft van de uitgaven aan sport (46 procent) hieraan op. (Bron: CBS)
16
Golfclubs: 6 procent jeugdleden Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Maar op welke sportclubs is deze uitdrukking vooral van toepassing? Welke sporten trekken het grootst aantal jongeren onder de 18 jaar? Dat blijken de kracht- en vechtsport, individuele zaalsport, zwem- en duiksport, veldsporten en voetbal. Clubs die zich met deze sporten bezighouden bestonden in 2006 voor een bovengemiddeld groot
deel uit jeugdleden, namelijk 50 tot 56 procent. Ter vergelijking: van alle sportclubs is gemiddeld één op de 3 leden jonger dan 18 jaar. Clubs die weinig jongeren trekken zijn er natuurlijk ook. Die zijn actief op het gebied van de hengelsport (9 procent), wielersport (12 procent), tennis (24 procent) en golf (6 procent). (Bron: CBS)
17
‘Het CBS heeft ons goed geïnformeerd over de aangiften’ Pank Hertsenberg rijdt vanuit zijn woonplaats Nunspeet afwisselend naar Ede en Waddinxveen, waar Toyota Material Handling Nederland (TMHNL) is gevestigd. Hoewel het bedrijf geen auto’s verkoopt, wordt er wel Toyota gereden. Of Lexus, zoals door Pank.
T PANK HERTSENBERG is een echte automan. Hoewel hij bij Toyota werkt, heeft hij dagelijks niets met personenwagens te maken. Dat compenseert hij ruimschoots met zijn grote passie: rallyrijden in zijn oude Lancia.
18
oyota Material Handling Nederland verkoopt en onderhoudt vorkheftrucks en magazijntrucks. Het bedrijf is ontstaan door samenvoeging van de importeursbedrijven van Toyota en BT. ‘Door die integratie zijn we in één klap marktleider in Nederland,’ aldus Pank die het bedrijf leidt. ‘We kunnen het ons dus niet permitteren om het niet goed te doen. We leggen de lat hoger en besteden veel energie aan onze kernwaarden: denk vooruit, luister goed, gebruik je talent, doe wat je belooft en doe het samen.’ Pank signaleert dat klanten hun investeringsbeslissingen momenteel uitstellen. ‘Gelukkig zit er nog wel continuïteit in de operational leasecontracten en in het onderhoud van machines.’ Nauwlettend houdt
hij de prestaties van collega’s bij via statistieken van de brancheorganisatie. Ook cijfers van het CBS over de ontwikkeling van de economie en het producentenvertrouwen raadpleegt hij regelmatig. ‘Het CBS beschikt over veel cijfermateriaal. Dat zouden ze best wat proactiever mogen publiceren.’ Sinds een half jaar levert TMHNL cijfers aan voor CBS-statistieken. ‘We werden geselecteerd uit een steekproef. De adviseur van het CBS heeft
Het CBS beschikt over veel cijfermateriaal. Ik raadpleeg het regelmatig
ons uitgebreid en heel correct geïnformeerd en vervolgens is het aanleveren opgestart. Dat loopt goed.’ Na een drukke dag zoeft Pank graag op zijn mountainbike door de bossen achter zijn huis. Even het hoofd leegmaken. Echte passie voelt hij voor de Lancia Fulvia 1600 HF uit 1972 die hij zelf heeft opgeknapt. Daarmee rijdt hij regelmatig rally’s. ‘Het rijdt zo anders dan die luxe Lexus. Deze auto maakt meer lawaai, je voelt ’m echt. Dit wilde ik van jongs af aan al.’ Waar de vakantie dit jaar heen voert, is nog niet beslist. ‘Dat hangt ervan af of we onze jonge Belgische herder, Luca, uit kunnen besteden. Als dat kan, gaan we naar Italië, anders wordt het Frankrijk.’ Annemieke Bos
19
Groeiende pershonger naar CBS-berichten ‘Hoe gaan journalisten om met berichten van het CBS?’
Zeker is dat de financiële crisis is gevolgd door een economische recessie. Volstrekt onzeker is het verloop ervan. De pers duikt op elk signaal dat
MICHIEL VERGEER, woordvoerder bij het CBS over de onderwerpen economie en arbeidsmarkt.
20
enige zekerheid kan brengen, dus de CBS-berichten zijn meer dan welkom. Het CBS schrijft toegankelijk, zodat journalisten berichten snel kunnen verwerken. Maar hoe gaan journalisten er precies mee om? We vroegen het aan de chefs van de Economieredacties, met de nadruk op het consumentenvertrouwen.
Scherper letten op het consumentenvertrouwen Uit de opsomming van Google News blijkt dat website NuZakelijk om 9.46 uur en Nu.nl om 9.53 uur op 22 april de eerste bekende media waren die het nieuws op internet publiceerden, tegelijk met de regionale dagbladen van Wegener die het ANPnieuws ook direct in hun site laten lopen. Het ANP is de leverancier. ‘Dat doen we meestal voor standaard nieuws,’ zegt Maarten Keswiel, de chef van de vijf personen tellende redactie van de Economieredactie van Nu.nl en NuZakelijk.nl. ‘We houden de agenda goed bij en het CBS houdt zich als geen ander aan het vaste publicatietijdstip van half tien. Zeker nu met de crisis let iedereen veel scherper op het consumentenvertrouwen, al blijft het natuurlijk een vaag, indicatief begrip.’ NuZakelijk.nl maakt volgens Keswiel meestal niet zelf een ‘follow-up’. Dat doet het ANP ook. ‘Wij voegen wel waarde toe door zo’n bericht te koppelen aan andere nieuwsfeiten en op het web doe je dat letterlijk.’ Inderdaad heeft NuZakelijk het eerste bericht om 12.27 uur aangepast met nader ANP-nieuws, het commentaar van CBSwoordvoerder Michiel Vergeer. Ook in dit bericht ‘schieten de optimisten als krokusjes uit de grond’. Vergeer mag met 6 punten verbetering ook spreken van een ‘spectaculaire verbetering’.
Fokke Obbema, chef economie van de Volkskrant: ‘Soms nemen we het CBS-bericht mee, afhankelijk van de verandering van de cijfers en de betekenis. En niet te vergeten van de noden van de krant, want nieuws heeft ook een hiërarchie en die bepaal je per dag op grond van het aanbod. Een groot bankroet en een belangrijke overname kunnen dan bijvoorbeeld ineens het nieuws van het CBS van de ladder stoten.’ De Volkskrant belt volgens Obbema meestal CBSwoordvoerder Michel Vergeer voor een toelichting. ‘In deze crisistijden doen we dat iets vaker Meerwaarde en met iets meer belangstelling, omdat het con- Ook beleggingssites blijken snel te zijn met het sumentenvertrouwen een belangrijke indicator nieuws volgens Google News. Ze dragen namen is voor al dan niet economisch herstel.’ Op 22 als Beurs.nl, Beursduivel en Belegger.nl. De bekendste en grootste is IEX.nl, april citeerde de Volkskrant met in maart 2009 bijna 1,6 Michiel Vergeer: Volgens hem Volgens Michiel miljoen unieke bezoekers. Re‘schieten de optimisten als krodacteur Peter van Kleef: ‘Het kusjes uit de grond’. Vergeer Vergeer schieten belangrijkste is dat we snel zijn, legt voor de lezers en kijkers de optimisten als zodat we beleggingsbeslissinook verbanden, in dit geval gen kunnen ondersteunen. We met spaargedrag. ‘Volgens Verkrokusjes uit de laten dus het nieuws van Dow geer zijn de Nederlanders aan grond Jones automatisch binnenlopen het oppotten,’ citeert de krant.
21
We houden de agenda goed bij en het CBS houdt zich als geen ander aan het vaste publicatietijdstip van half 10
op de website.’ In uitzonderlijke gevallen voegt de (kleine) redactie er nog iets aan toe: ‘Voor ons is belangrijk dat er voer is voor discussie en commentaar. Soms pakt één van onze columnisten het op. En berichten worden al snel meegenomen door de vele deelnemers in onze forums. Ze discussiëren over de betekenis van de cijfers en geven hun eigen mening. Dat zorgt bij ons voor de meerwaarde.’
‘Soms doen we er een grafiek of animatie bij, afhankelijk van de tijd die resteert. Productie van animaties is verhelderend, maar duurt uren.’ Rondje bellen Werkt de NOS integraal voor verschillende media, bij De Telegraaf zijn de financiële site DFT.nl en De Telegraaf gescheiden. Adriaan Janszen, waarnemend chef van de financiële redactie van De Telegraaf: ‘Voor DFT.nl telt snelheid. Wij kondigen het in de krant van die ochtend wel aan dat er CBS-nieuws zal verschijnen op de site, maar wij hebben zelf vanaf half tien de hele dag nog tot de volgende ochtendkrant. Bovendien komt de krant behalve na internet ook na radio en tv.’ Dus probeert de krant meer te duiden: ‘Als het cijfer van betekenis is, gaan we een rondje bellen. Meestal zijn dat de analisten en handelaren die de gevolgen van zo’n cijfer voor hun handel goed kunnen beoordelen. Aan het CBS zelf vragen we meestal geen commentaar.’
Direct publiceren Bart Kamphuis, plaatsvervangend chef economie van de NOS, strijdt op een aantal fronten, met televisie, teletekst, radio en internet. ‘Het staat in onze agenda’s, want voor radio, internet en teletekst moeten we het nieuws direct publiceren en voor de dagjournaals en het Radio1Journaal van twaalf uur snel erna. De grote Journaals, om 18.00 uur en misschien nog om 20.00 uur, hebben een langere voorbereidingstijd en kunnen indien nodig wat meer achtergronden meenemen en verbanden leggen.’ De NOS had het nieuws in de 10.00 uur radiojournaals en snel op internet Verschillende interpretaties met een beknopte tekst met een heldere uitleg Jeroen Windt, chef economie van RTL Nieuws en (‘Dat het cijfer negatief is, wil zeggen dat er meer van RTL-Z: ‘Zeker in deze tijden kijken we heel pessimisten zijn dan optimisten.’) Commentaar goed naar de cijfers van het CBS. We beginnen ontbreekt. Kamphuis: ‘Als we er iets naders mee direct voor RTL-Z en internet en heeft het veel doen, vragen we meestal Michiel Vergeer van het betekenis dan kan het de basis vormen voor een CBS. Dat gebeurt wat vaker dan in de afgelopen onderwerp in het half acht Nieuws van RTL.’ Op jaren,’ denkt Kamphuis hardop. ‘Er is meer be- de website heeft RTL een bericht dat verschillende langstelling voor economisch nieuws vanwege de keren is aangevuld, onder meer met de grafieken van het CBS. In tegenstelling tot crisis en recessie.’ Beeld telt zwaar de ‘spectaculaire toename’ waar de op televisie. Kamphuis: ‘Soms doen ConsumentenCBS-woordvoerder van sprak houdt we straatinterviews, uitsluitend ter vertrouwen is RTL het bij: ‘Consumentenvertrouillustratie van de gegeven trend. herstelt licht.’ Zo heeft één cijStraatinterviews staan nooit op zichnu bijna altijd wen fer altijd verschillende interpretaties. zelf. Deskundigen vragen we liever niet. We proberen zo veel mogelijk nieuwswaardig, CBS-berichten wegen zwaar bij RTL volgens Windt: ‘Het consumentenzelf toe te lichten of met Michiel behalve als de vertrouwen is nu bijna altijd nieuwsVergeer.’ Ook maakt de NOS regelbehalve als de beweging matig gebruik van archiefbeelden beweging echt waardig, echt voorspelbaar is. De tijdstippen met de consumentenberichten van voorspelbaar is wanneer ze komen, staan vast en het het CBS, zoals van winkelstraten.
22
JEROEN WINDT, chef economie van RTL Nieuws en van RTL-Z: ‘Zeker in deze tijden kijken we heel goed naar de cijfers van het CBS.’
23
Er is meer belangstelling voor economisch nieuws vanwege de crisis en recessie
soort berichten. Liever plaatsen we er een grafiek bij. We kunnen de data en grafieken van het CBS keurig in ons grafiekenprogramma laten lopen en het komt er in onze huisstijl uit.’ Op internet kan NRC sneller publiceren: ‘Meestal heeft het nu ook weer niet zo’n hoge prioriteit dat we zeggen: het moet direct het net op. Het hangt ook af van het overige nieuws van die dag. Soms gaat het mee op internet, soms niet.’
CBS is een instelling met status waar beleggers en beleidsmakers vertrouwen in hebben.’ Met commentaar begint RTL meer dan eens met Michiel Vergeer: ‘Maar we bellen ook andere economen wel eens of commentatoren op de beurs waarmee we veel contact hebben. Bij een flinke verandering proberen we ook met mensen in winkels het verhaal wat beeldender en sprekender te maken. Dat vertrouwen krijgt dan ook een gezicht.’
Van Eijk was, toen hij nog zelf schreef, de meest intensieve gebruiker en producent van tabellen en grafieken, bijvoorbeeld met onderzoek voor innovaties met verkiezingen. Vindt hij het CBS betrouwbaar? ‘Het is in elk geval een te citeren bron. Het CBS turft ook maar wat het binnen krijgt en dat is oncontroleerbaar. Zeker met het consumentenvertrouwen gaat het om meningen. Maar je weet in elk geval dat de verwerking en weergave bij het CBS betrouwbaar zijn.’ Peter Olsthoorn
Opvallende daling of stijging NRC Handelsblad heeft als voordeel dat het als middagkrant de genoemde ochtendkranten vóór is. Dick van Eijk, chef economie: ‘We houden de CBS-agenda goed bij. Of we er met spanning op wachten hangt af van wat er aan de hand is. Afgelopen najaar keken we er zeker met enige spanning naar uit. Er zijn twee redenen om erover te schrijven: als het cijfer zelf opvallend daalt of stijgt of als er ontwikkelingen zijn die het cijfer relevant maken. Het is tenslotte ook een indicatie hoe de consumenten de ontwikkelingen waar wij dagelijks veel over schrijven dan interpreteren. Meestal hebben we geen commentaar bij dit
24
JEROEN WINDT: ‘Het CBS is een instelling met status waar beleggers en beleidsmakers vertrouwen in hebben.’
25
kort IT
kort IT
10.000 huishoudens hebben mobiele tv Tv-kijken via internet is in korte tijd razend populair geworden. Het aandeel tv-kijkers onder internetters is in Nederland in rap tempo toegenomen van 26 procent in 2005 naar 52 procent in 2008. Vooral jongeren gebruiken internet steeds meer om tv te kijken. Ook het online radio luisteren neemt flink toe. Maar dat is nog niet alles, want de volgende ontwikkeling is inmiddels ook al in gang gezet: mobiel kijken en luisteren. In 2008 beschikten meer dan 10.000 huishoudens over mobiele tv. En daarmee is tv meer dan alleen een medium van bewegende beelden – zelfs de kijkers bewegen nu mee. (Bron: CBS)
7,5
miljoen Nederlanders shoppen online Het aandeel Nederlanders dat elektronisch winkelt is in de afgelopen vijf jaar toegenomen van 36 naar 56 procent. In 2008 winkelden 7,5 miljoen Nederlanders van 16–74 jaar via internet. Samen met de Britten en Denen zijn we daarmee binnen de Europese Unie het meest kooplustige volk op het gebied van online shoppen. Reizen, vakanties, boeken, kleding en kaartjes voor evenementen blijken onze favoriete producten. Voor online gokken lopen we niet warm. Maar ja, dat compenseren we flink met de Postcodeloterij, de Lotto, de Sponsor Bingo Loterij en ál die andere loterijen waar we zo graag aan meedoen. (Bron: CBS)
26
32 procent heeft een DigiD 1,2
miljoen Nederlanders hebben thuis geen internet Zonder dat we er echt veel moeite voor hebben gedaan, hebben we toch weer een Europese titel in de wacht gesleept: Nederland heeft het hoogste percentage huishoudens met internettoegang in de Europese Unie. Slechts 1 op de 8 Nederlanders heeft thuis geen internet (1,2 miljoen mensen) of maakt er geen gebruik van (een half miljoen inwoners). Tweederde van de personen zonder toegang tot internet thuis is relatief laag opgeleid. Ongeveer de helft is 65-plusser en/of alleenstaand. Van de jongeren tot 25 jaar heeft slechts 2 procent thuis geen internet. (Bron: CBS)
Het afgelopen jaar heeft het digitale paspoort – ook wel DigiD genoemd – steeds meer aan populariteit gewonnen. Hoewel volgens critici nog wel wat valt op te merken over de veiligheid van de DigiD, groeit het gebruik ervan in hoog tempo. Op 1 januari 2008 had 32 procent van de Nederlandse bevolking een DigiD – en dat is heel wat meer dan de 11 procent op 1 januari 2007. Vooral allochtonen hebben een inhaalslag gemaakt. Het zijn vooral de leeftijdsafhankelijke wettelijke regelingen zoals de AOW en de Wet Studiefinanciering 2000 die, samen met de aangifte inkomstenbelasting, een grote invloed hebben op het bezit van DigiD. Digitaler kan de overheid het niet maken – maar is het ook makkelijker? (Bron: CBS)
27
‘Ondernemen zonder zorgen’ Op zijn vijftiende vluchtte hij met zijn familie voor de burgeroorlog in Oost-Suriname. Nu woont hij in Capelle aan den IJssel en werkt hij als belastingadviseur bij BDO. ‘Ik ben trots op wat mijn familie en ik ondanks alles hebben bereikt.’
H
VINCENT VAN DIJK is 37 jaar. Hij liet zijn hele familie achter in Suriname om in Nederland te kunnen gaan studeren. Hij is er trots op dat hij zijn studie heeft afgemaakt en nu een goede baan heeft. Hij houdt van dansen en kookt graag Surinaams.
28
et is een bijzonder verhaal dat Vincent van Dijk heeft. Hij groeide op in het bauxietstadje Moengo, in het oosten van Suriname. ‘Iedereen werkte daar in de bauxietindustrie. Mijn vader ook, mijn moeder was lerares.’ In 1987 vluchtte het gezin Van Dijk voor het geweld van de guerillaoorlog. Ze kwamen in Paramaribo terecht. ‘Daar moesten we helemaal opnieuw beginnen. Ik heb de middelbare school goed afgerond en kon op mijn negentiende naar Nederland om te studeren.’ Vincent liet zijn hele familie achter en kwam de eerste maanden bij een tante van zijn moeder in Den Bosch terecht. Hij rondde de opleiding Fiscale economie met succes af en na twee jaar in Woerden gewerkt te hebben ging hij aan de slag bij BDO CampsObers Accountants & Belastingadviseurs BV in
Rotterdam. ‘Ik treed – samen met mijn collega’s Damaris, Stefan en Fatma – op als fiscaal vertegenwoordiger voor zo’n vijftig buitenlandse bedrijven. Die bedrijven hebben geen vestiging in Nederland, maar voeren wel goederen in of door Nederland. Nederland distributieland! Wij nemen die ondernemingen eigenlijk alle belastingzaken uit handen, waaronder de BTWaangifte. Dat is ook waar BDO voor staat: vrij ondernemen. Ondernemen zonder zorgen. Wij verzorgen voor die bedrijven ook de Intrastat-aangiftes voor het CBS. Elke maand weer. Het CBS wil bijvoorbeeld weten om welke
Ik neem ondernemingen alle belastingzaken uit handen
goederen het gaat, hoe de goederen getransporteerd worden, om welke hoeveelheden en bedragen het gaat en waar de goederen naartoe gaan.’ Vincent vindt de contacten met het CBS heel plezierig. ‘Ik heb de directe nummers van een aantal mensen en dat werkt heel prettig. En als ik eens te laat ben, wat ik natuurlijk probeer te voorkomen, dan word ik gebeld en kan ik uitleggen waarom het niet gelukt is.’ Vincents Surinaamse wortels zitten diep. ‘Ik hou van Surinaams koken, dat heb ik nog van mijn oma afgekeken. Ik kan heerlijke pom maken! Ook mag ik graag de salsa en de merengue dansen en houd ik van Caribische muziek.’ Binnenkort gaat Vincent weer naar Suriname. Naar zijn familie, om de zestigste verjaardag van zijn vader te vieren. Pauline Smabers
29
kort reizen
kort reizen
31 procent heeft last van geluidshinder van het wegverkeer In Nederland zijn maar weinig plekken te vinden waar het echt stil is. Plekken waar geluidshinder kan worden verwacht, zijn veel makkelijker te vinden: langs de snelweg en het spoor bijvoorbeeld. En die geluidshinder groeit. Het aandeel personen dat geluidshinder ervaart van het wegverkeer is in de periode van 1997 tot 2008 gestegen van 27 naar 31 procent. Geluidshinder van het railverkeer nam in die zelfde periode toe van 5 naar 7 procent. Het vliegverkeer zorgde daarentegen voor minder geluidsoverlast. Het aandeel personen dat daar last van had daalde van 19 naar 16 procent. (Bron: CBS)
Ruim 2 miljoen grijze auto’s Grijs is nou niet bepaald een opwindende kleur. Het wordt gebruikt in termen als ‘de grijze massa’ en als de weerman een grijze lucht vol sluierbewolking voorspelt, worden we daar ook niet vrolijk van. Maar als het gaat om de kleurkeuze van onze auto denken we daar heel anders over. Grijs behoort, samen met blauw en zwart, tot de meest voorkomende autokleuren in ons land. Op 1 januari 2008 stonden in Nederland 7,4 miljoen
personenauto’s geregistreerd. Grijs is de meest voorkomende kleur: ons land telde ruim 2 miljoen grijze auto’s. Blauw is goede tweede met een score van ruim 1,6 miljoen auto’s en het aantal zwarte personenauto’s met Nederlands kenteken was bijna 1,3 miljoen. Sinds 2000 is het aandeel rode, groene en witte auto’s steeds verder afgenomen. De kleurrijke Nederlandse samenleving wordt op de weg dus in ieder geval niet weerspiegeld. (Bron: CBS)
20.000 treinkilometers Nederland heeft het drukst bereden spoor van de Europese Unie. In 2006 werden in ons land in totaal maar liefst 20.000 treinkilometers (dat is het verkeer van zowel passagierstreinen als van goederentreinen) afgelegd – tweemaal zoveel als het gemiddelde van de Europese Unie. Nederland was in dat jaar het enige land met meer dan 20.000 kilometers op het spoor. Op de tweede plaats kwam Oostenrijk met 18 duizend treinkilometers. (Bron: CBS)
54 procent van de verkochte auto’s is klein Korte vakanties, dagjes uit: we trekken er met zijn allen graag op uit en we doen dat veelal met de auto. Maar we blijven wel Nederlanders, dus we verplaatsen ons zonder al te veel kosten te hoeven maken. Het aandeel van kleine auto’s (waarvan de meeste energiezuinig zijn) in de totale verkoop van nieuwe auto’s aan particulieren is vorig jaar dan ook gestegen van 49 procent in 2007 naar 54 procent in 2008. En o ja, we kopen natuurlijk ook meer kleine auto’s omdat dat milieuvriendelijker is… (Bron: CBS)
30
31
Afgezien van de vraag of de huidige wereldwijde economische crisis werd veroorzaakt door de Verenigde Staten staat het in elk geval wel vast dat hij er begon. Berichtgeving over de ontwikkeling van de economie in de VS is steevast een aanjager van positieve of negatieve mediaaandacht en de gang van zaken op de beurs. Vervolgens reageert het consumentenvertrouwen daar weer sterk op.
Z
oals het CBS in Nederland grotendeels verantwoordelijk is voor de feiten over de gang van zaken in ons land, zo geldt dat in de Verenigde Staten voor het Census Bureau. Het Bureau is, net als het CBS in Leidschenveen en binnenkort Heerlen, gevestigd in nieuwbouw in een buitenwijk van Washington D.C. waar veel regeringsgebouwen staan. Alles is er groot en de beveiliging gaat zover dat je als bezoeker dagen tevoren nogal wat persoonlijke informatie moet mailen voordat je het formele fiat voor je bezoek krijgt. Eenmaal in het gebouw wordt zelfs je laptop bij aankomst en vertrek geregistreerd en gecontroleerd. Maar daarna is de ontvangst ook joviaal en ruimhartig. Er wordt met enthousiasme verteld over het werkprogramma en de collega’s zijn ook zeer geïnteresseerd in hoe wij de dingen in Nederland doen. Na een presentatie van www.cbsinuwbuurt.nl en www.cbsvooruwbedrijf.nl wordt het aan de andere kant van de tafel stil: zover zijn ze voorlopig nog niet.
Toonaangevend
Het belangrijkste statistiekbureau in de VS: het Census Bureau 32
De Verenigde Staten hebben niet één statistiekbureau. Een aantal ministeries en andere instituten heeft eigen faciliteiten om statistieken te maken, in totaal zijn dat er 12. Toch is het Census Bureau, dat is gevestigd in Washington D.C., hét toonaangevende bureau op dit gebied. Naast de hoofdvestiging in Washington, waar ruim 4.300 mensen werken, is er een flink aantal decentrale vestigingen verspreid over de diverse staten met in totaal 8.500 werknemers. Is het CBS een Zelfstandig Bestuurs Orgaan (ZBO), het
33
De multiculturele samenleving is in de VS nu eenmaal een fact of life en het Census Bureau houdt daar rekening mee door de vragenlijsten in zes talen uit te geven
Census Bureau is onderdeel van het Department of Commerce, in Nederland vergelijkbaar – maar niet helemaal – met het ministerie van Economische Zaken. Ook is de manier van budgetteren een andere. Het Census Bureau werkt met 10-jarenplannen en vindt zichzelf, in elk geval uiterlijk, elke 10 jaar voor een belangrijk deel opnieuw uit. Voor die 10 jaar wordt het budget vastgesteld. Het jaarbudget bedraagt 3,1 miljard dollar in 2009 (vergelijk CBS: circa 190 miljoen euro).
Elke tien jaar nieuwe focus Elke tien jaar is er sprake van een nieuw logo dat een nieuw thema ondersteunt, maar ook is er sprake van een bijgestelde inventarisatie van doelgroepen. De multiculturele samenleving is in de VS nu eenmaal een fact of life en het Census Bureau houdt daar rekening mee door de vragenlijsten in zes talen uit te geven en de heldpdesk dienovereenkomstig te bezetten. Promotiemateriaal is er in meer dan 60 talen. De afgelopen tien jaar zijn er nieuwe doelgroepen vastgesteld, zoals immigranten uit het voormalige Oostblok (vooral Rusland) en het Midden-Oosten (vooral Irak en
34
Afghanistan) en zij worden in het volgende tienjarenplan direct als focusgroepen (‘emerging audiences’) opgenomen. Net als het CBS probeert het Bureau zijn missie en werkzaamheden steeds meer bekendheid te geven onder alle lagen van de bevolking. In de VS wordt veel geld uitgegeven aan betaalde voorlichtingscampagnes op tv, kranten, tijdschriften en het internet. Het 2010-tienjarenplan onderkent emerging audiences zoals Arabisch, Russisch en Pools sprekende bevolkingsgroepen.
Missie en geschiedenis Formeel is het Census Bureau the leading source of quality data about the nation’s people and economy. Hoewel de geschiedenis terug gaat naar 1790 is er sinds 1840, toen de Census Act werd aangenomen, sprake van een centraal bureau voor alle staten. In 1902 werd het toenmalige Census Office een onderdeel van het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Zaken, maar al in 1903 veranderde de
Elke tien jaar wordt er door het huidige Census Bureau een volkstelling in alle staten uitgevoerd en de uitkomst is bepalend voor de verdeling van de zetels in the House of Representatives
naam in Bureau of the Census en werd het ondergebracht bij het toenmalige Department of Commerce and Labor. Elke tien jaar wordt er door het huidige Census Bureau een volkstelling uitgevoerd in alle staten en de uitkomst is bepalend voor de verdeling van de zetels in the House of Representatives. Elke vijf jaar worden er grote onderzoeken gedaan naar de stand van zaken in de economie en die bij de overheden. Daarnaast is er een veelheid van cijfers die met een veel hogere frequentie wordt verzameld en gepubliceerd, zowel socio-demografisch als economisch. Die frequentie is jaarlijks, per kwartaal of maand en sluit goed aan bij wat we in Nederland gewend zijn.
Volkstelling Op 1 april 2010 zullen alle Amerikanen weer geteld zijn. Er wordt daarbij niet gevraagd naar de formele status van een inwoner, legaal of niet. Het is een enorme operatie waarbij tijdelijk 1,3 miljoen werknemers worden ingezet die de beschikking hebben over vragenlijsten in het Engels, Spaans, Chinees,
35
Capitol Hill
White House
Washington Monument
Vietnam Monument Lincoln Memorial
Koreaans, Vietnamees en Russisch en – voor speciale gevallen – in nog 59 andere talen. De schatting is dat er 310 miljoen inwoners zullen zijn. De vragenlijst is de kortste in de geschiedenis. Hij moet binnen 10 minuten ingevuld kunnen zijn en beperkt zich tot vragen over naam, geslacht, leeftijd, ras, oorsprong, burgerlijke staat en of de persoon een huis huurt of bezit. Vragen over hoe Amerikanen leven (werk, inkomen, opleiding, etc.) worden op dat moment niet gesteld. Ze lopen mee in een jaarlijks onderzoek, de American Community Survey. Meedoen aan de volkstelling is in de Verenigde Staten verplicht. Dat geldt, net als in Nederland overigens, ook voor deelname aan de enquêtes onder het bedrijfsleven. De uitkomsten daarvan leiden op allerlei onderwerpen (internationale handel, detailhandel, huizenmarkt) jaarlijks tot meer dan 400 rapporten. Hans van Brussel
36
Washington D.C. Washington D.C. is de hoofdstad van de Verenigde Staten. Het ligt in een speciaal federaal district (‘district of Columbia’) en daar is destijds voor gekozen om het neutrale karakter te benadrukken: de toen nieuwe hoofdstad mocht niet deel uit maken van een al bestaande staat, dat was te politiek gevoelig. Daarom nemen de inwoners van ‘D.C.’ ook niet deel aan de verkiezingen van het Amerikaanse Congres, want dat vertegenwoordigt immers de staten. Wel nemen ze deel aan de presidentsverkiezingen.
Washington is vernoemd naar George Washington, de eerste president van de VS. De rivier de Potomac scheidt het oude, meer traditionele deel (waarin zeker naar Amerikaanse maatstaven relatief laag is gebouwd) van het deel aan de overkant dat meer een skyline heeft van wolkenkrabbers. De stad telt niet meer dan een kleine 600.000 inwoners die overwegend african-american zijn. Maar op een doordeweekse dag is het straatbeeld wel anders. ’s Morgens komen meer dan een miljoen forensen de stad binnen om hem ’s avonds weer te verlaten. Forensen die overwegend blank zijn en in het aanpalende Maryland,
Virginia en West Virginia wonen. En dan hebben we het nog niet over – elke dag weer – honderdduizenden toeristen. De vorige volkstelling in 2000 leverde dit beeld van de samenstelling van de bevolking van Washington op: ongeveer 7,9 procent bestaat uit Hispanics en Latino’s, 60 procent is van Afrikaanse oorsprong en 2,7 procent van Aziatische oorsprong. Het basisstratenplan van Washington D.C. werd ontworpen door Pierre Charles L’Enfant (Parijs, 2 augustus 1754 - Prince George’s County, 14 juni 1825), een Amerikaans architect en stadsontwerper van Franse afkomst. Hij ging in 1777 naar Noord-Amerika om daar in de Amerikaanse Revolu-
tie te vechten aan de kant van de Amerikanen en de Franse bondgenoten. In 1791 werd hij door president George Washington uitgekozen om de nieuwe hoofdstad te ontwerpen. Wie door Washington loopt en ook Parijs en Londen kent, kan niet om de gelijkenis heen. Het door hem ingediende ontwerp voor de stad werd weliswaar goedgekeurd, maar na vele ruzies werd L’Enfant in 1792 uit zijn functie ontslagen. Zijn opvolger week in veel opzichten af van het plan en L’Enfant wachtte jarenlang op erkenning. Hij overleed in 1825, verbitterd en zonder ooit betaald te zijn geweest voor zijn werk. Aan het begin van de twintigste eeuw werd L’Enfant gerehabiliteerd. Hij werd (her)begraven op Arlington, op een plek met
uitzicht op zijn Washington D.C. In 1968 werd L’Enfant Plaza in Washington geopend, een complex van kantoorgebouwen, winkels en een hotel. Ook werd daar later één van de centrale metrostations onder het complex aangelegd, station L’Enfant Plaza.
Het oorspronkelijk stratenplan van Washington. >
37
kort culinair
kort culinair
25 procent van de spruitoogst op ons bord Typisch Hollands wordt-ie genoemd: de muffe spruitjesgeur. Vooral Nederlanders met bekrompen opvattingen worden nogal eens geassocieerd met deze typische lucht. Spruiten en Nederland hebben wel degelijk wat met elkaar: met een oogst van 77 miljoen kilo is het een belangrijk koolgewas voor ons land. De spruit wordt vooral geteeld in Zuid-Holland, Flevoland, Zeeland en Noord-Brabant. Maar waarom de spruitjeslucht met Nederland wordt geassocieerd lijkt niet echt duidelijk, want slechts een kwart van de oogst komt op de Nederlandse tafel terecht. De rest van de oogst gaat naar het buitenland. (Bron: CBS)
373,7 miljoen kilo kool
2geteeld procent van de granen biologisch Op zoek naar een lekker biologisch broodje? Dat kan een flinke speurtocht worden, want biologische granen zijn in ons land niet bepaald dik gezaaid. In 2008 is 2 procent van de granen (en van de bollen en knollen) in ons land op biologische wijze geteeld. De reden waarom biologische akkerbouw niet echt van de grond komt, is hoogstwaarschijnlijk een economische: de opbrengst van de biologische akkerbouw is (veel) lager dan van de gangbare akkerbouw. In de biologische teelt wordt namelijk geen gebruik gemaakt van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen en dat leidt tot lagere opbrengsten per hectare dan bij de gangbare teelt. (Bron: CBS)
38
Vorig jaar was een goed en vooral productief kooljaar in Nederland: de oogst van alle koolsoorten tezamen steeg in 2008 met ruim 6 procent ten opzichte van 2007. In totaal werd 373,7 miljoen kilo kool geoogst. De witte kool is met 144 miljoen kilo goed voor bijna 40 procent van de totale kooloogst van vorig jaar. De populariteit van witte kool is eenvoudig te verklaren: deze vormt de basis voor zuurkool. De witte kool wordt gesneden, gezouten en luchtdicht afgesloten, waardoor de kool gaat gisten. Door de inwerking van diverse melkzuurbacteriën worden zetmeel en suikers omgezet in melkzuur en voilá, na drie tot acht weken is de witte kool veranderd in zuurkool. (Bron: CBS)
1.289 hectare aan bessen Heerlijk, zo’n verse bes in een frisse salade of als lekker sapje. Maar welke bessen kennen we eigenlijk in Nederland? Tijd voor een korte les over de bes. In Nederland groeit de blauwe, rode en zwarte bes. De blauwe bes zien we vooral in De Peel, omdat deze het goed doet op luchtige zand- of veengrond met een hoge zuurgraad. De zwarte bes, die vroeg bloeit (van april tot mei) komen we tegen in het Zeeuwse Zuid-Beveland, omdat daar de teeltomstandigheden gunstig zijn: de warmte van het Scheldewater beperkt de kans op nachtvorst. De rode bes doet niet zo moeilijk, die is bij elke grondsoort geschikt of geschikt te maken voor teelt. Al die bessen groeien op steeds meer oppervlakten grond. In 2008 besloeg de oppervlakte bessen 1.289 hectare. Dit is 190 hectare meer dan in 2007 en bijna 800 hectare meer dan in 1992. Als u zich niet precies een voorstelling van een hectare weet te maken: dat is ongeveer anderhalf voetbalveld. Zo’n 1.933 voetbalvelden vol bessen dus. (Bron: CBS)
39
Prof.dr. J. Tinbergen
Vijfenzestig jaar een nationaal jaarverslag Prof.dr. J. Tinbergen (zittend, in het midden) met zijn collega’s van het Bureau voor Conjunctuuronderzoek van het CBS in 1936.
Van rekenliniaal tot personal computer
N
ationale rekeningen vierde op 26 maart in de Glazen Zaal in Den Haag zijn 65-jarig bestaan met een congres dat zich vooral richtte op de toekomst van dit belangrijke onderdeel van het CBS. Maar hoe heeft het zich ontwikkeld? En wat komt er allemaal bij kijken om het jaarverslag van de Nederlandse economie op te stellen?
Directeur-Generaal Abrahamse (midden) en minister Andriessen van Economische Zaken (tweede van links) bekijken het boekwerk ‘Vijftig jaar Nationale Rekeningen in Nederland’ tijdens het economiefestival in de Beurs van Berlage te Amsterdam op 27 december 1993.
40
Het nationale huishoudboekje. Zo worden de Nationale rekeningen van het CBS in de wandelgangen genoemd. Maar is dat eigenlijk ook zo? De benaming strookt niet helemaal met de werkelijkheid, vindt Peter van de Ven, sectorhoofd Nationale rekeningen. ‘Een vergelijking met het jaarverslag van een bedrijf is een betere. De Nationale rekeningen bieden namelijk een veel completer overzicht dan alleen een huishoudboekje: naast een beschrijving van het productieproces brengen we alle inkomsten en uitgaven in beeld en ook de investeringen en beleggingen. Dat leidt gezamenlijk tot een balans, waardoor we kunnen zien hoe ons land er voorstaat.’
Bronstatistieken In de Nationale rekeningen komen veel statisti-
sche gegevens samen. Tal van statistiekbronnen van het CBS en diverse externe bronnen, waaronder De Nederlandsche Bank, zijn er voor nodig om de nationale verlies- en winstrekening en balans op te kunnen maken. Belangrijke bronnen voor het nationale jaarverslag zijn de gegevens die het productieproces en de financiële gang van zaken meten bij onder meer bedrijven, financiële instellingen, overheid en huishoudens. Ook gegevens over de in- en uitvoer en andere transacties met het buitenland vormen belangrijke bouwstenen. Als je al die bronstatistieken bij elkaar optelt, kennen de Nationale rekeningen veel deelnemers. Om een indruk te geven: voor alleen al de productiestatistiek (die omzet, voorraden en kosten van bedrijven meet) worden jaarlijks zo’n 80 duizend bedrijven benaderd.
Speurneuzen Maar hoe verwerk je al die afzonderlijke bronnen tot dat ene landelijke jaarverslag? Door de gehaktmolen en maar kijken wat eruit rolt? ‘Zo werkt dat niet,’ merkt Peter op. ‘Onze voornaamste taak is het consistent, ofwel het kloppend maken van de gegevens per kwartaal en jaar. Daar besteden ongeveer honderd medewerkers de meeste tijd
41
VAN NATIONALE BOEKHOUDING NAAR NATIONALE REKENINGEN Bronstatistieken, die een belangrijke basis vormen voor de Nationale rekeningen, worden al gemaakt sinds het bestaan van het CBS, dat is opgericht in 1899. Natuurkundige Jan Tinbergen, die sinds 1926 verbonden was aan het CBS (aanvankelijk als gewetensbezwaarde), ontwikkelde als een van de eersten ter wereld een econometrisch model dat de relaties tussen de economische variabelen inzichtelijk maakte. Tinbergen vond de gegevensverzameling tot dan toe te fragmentarisch en onsamenhangend en pleitte voor een nationale boekhouding. Dat leidde tot de oprichting van de afdeling Nationale boekhouding in januari 1943, die later van naam veranderde in Nationale rekeningen. Tinbergen was er vroeg bij. Dankzij hem was Nederland een van de eerste landen ter wereld met een set van nationale rekeningengegevens. Na de Tweede Wereldoorlog, toen Europese landen aan de VS cijfers moesten overleggen om voor de Marshallhulp in aanmerking te komen, werden ook in andere landen Nationale rekeningen opgezet. Jan Tinbergen werd later de eerste directeur van het Centraal Planbureau en ontving als eerste de Nobelprijs voor de Economie.
aan.’ Dat kloppend maken is bittere noodzaak, omdat statistieken nu eenmaal steekproeven zijn en er ook nog zoiets als meetfouten bestaat. En zeker waar zoveel bronnen bij elkaar komen, kán simpelweg niet alles direct kloppend zijn. Dat consistent maken van de cijfers is niet bepaald natte vinger werk – integendeel, het is de specialiteit van de speurneuzen van Nationale rekeningen. Peter: ‘Tijdens dat proces kijken we bijvoorbeeld naar de verschillen tussen betaalde en ontvangen rente en naar de verschillen tussen het aanbod en de vraag van producten. Daartussen kan geen verschil bestaan. Wat we doen, is dus het opsporen van fouten.’ Peter van de Ven (links) is sectorhoofd Nationale rekeningen. Samen met een groot aantal collega’s vierde hij eind maart het 65-jarig bestaan van de Nationale rekeningen.
Peter van de Ven in discussie met collega’s over de toekomst van de Nationale rekeningen.
42
Belangrijk vertrekpunt bij de analyse van de statistische bronnen zijn de cijfers van voorgaande jaren. Voorop staat namelijk dat de Nationale rekeningen een goede beschrijving bieden van de ontwikkelingen in de nationale economie. In de afgelopen 65 jaar is de manier van werken drastisch veranderd en veel efficiënter geworden. Eigenlijk kan de historische tijdbalk van Nationale rekeningen in drie periodes worden opgedeeld: in de eerste decennia werd gewerkt met de aloude rekenliniaal, waarna tot het einde van de jaren zeventig een periode volgde waarin werd gewerkt met tel- en rekenmachines, die alleen geschikt waren voor gebruik op een tafel of bureau. Begin jaren tachtig deed de personal computer zijn intrede.
met de rekenmachine meegemaakt. Midden jaren tachtig kwam er één personal computer die we onderling moesten delen. Daarvoor was er al wel een grote centrale computer die in de catacomben van het gebouw was opgesteld. Gegevens werden uitgeprint op kettingpapier dat in grote dozen op steekwagentjes door het gebouw werd vervoerd. Dat was toen heel innovatief, zoiets hadden we nog nooit eerder gezien.’ Nog verder terug in de tijd – bij de start van Nationale rekeningen in 1943, dat toen nog Nationale boekhouding heette – werd, zoals gezegd, gewerkt met rekenlinialen en werden gegevens op grote vellen papier geschreven. Gert, die zich heeft verdiept in de historie van de Nationale rekeningen: ‘Er was één persoon, met een heel mooi handschrift, die de tabellen op die vellen volschreef.’ Zijn armen spreidend: ‘Enórme papieren waren het!’ Door de fysieke beperking (de vellen konden nu eenmaal niet eindeloos lang worden) werd niet zoveel geregistreerd als nu. Dat is door de automatisering veranderd. Er wordt nu sneller gewerkt en er kunnen ontwikkelingen in de tijd worden aangegeven en scherpe analyses worden gemaakt. Als een thermometer van de Nederlandse economie meet Nationale rekeningen per kwartaal de economische groei van het land. Aan de hand van die cijfers maakt het Centraal Planbureau de economische voorspellingen en stelt het de Macro-economische Verkenningen (MEV) op, die een belangrijke bron zijn voor de Miljoenennota.
Mooi handschrift
Gegevens per branche
Econoom en statistisch onderzoeker Gert den Bakker trad in 1979 in dienst bij de Nationale rekeningen. Hij weet nog goed hoe hij in zijn beginjaren zijn werk uitvoerde. ‘Ik heb nog de periode
Ondernemers vormen een cruciale bron voor de Nationale rekeningen. Zij doen mee aan verschillende steekproeven. Die kunnen gaan over uiteenlopende onderwerpen als handel met het buiten-
Van rekenliniaal tot personal computer
43
Gijs Weenink (links) van de Debat Academie leidde het levendige debat over waar de Nationale rekeningen moeten staan over 35 jaar.
Een mooie bokaal voor de beste debater.
Paula Schouten van Pieterman Glastechniek: ‘Ik ben geen liefhebber van het werk dat ik voor het CBS moet doen, maar het moet nu eenmaal gebeuren en dan wil ik dat het ook goed gebeurt.’
land en bijvoorbeeld het aantal arbeidsplaatsen. Jos Meijers uit Tiel heeft een eenmanszaak in herenmode en doet al jaren mee aan een steekproef. Maandelijks levert hij zijn omzetgegevens aan het CBS, naar boven afgerond in duizend euro. Veel werk is dat niet, zegt hij, en hoewel hij het nut van zijn medewerking inziet, ergert de ondernemer zich eraan dat hij er niets voor terugkrijgt. ‘Ik baseer mijn eigen zakelijke beleid op mijn eigen gevoel en op de informatie die ik haal uit vakbeurzen en vakbladen, maar ik zou graag CBSgegevens per branche willen terugzien, zodat ik bepaalde tendensen in mijn eigen bedrijf kan herkennen.’ Hij juicht het dan ook toe dat het CBS sinds kort iets terugdoet voor bedrijven in de vorm van onder meer een speciale website voor ondernemers en een ondernemersadviesraad, waarin belangenorganisaties als MKB-Nederland zitting hebben. Deze raad adviseert het CBS over hoe de lastendruk op bedrijven kan worden verlaagd. Pieterman Glastechniek in Vlaardingen doet mee aan Intra Communautaire Leveringen en Intra Communautaire Verwervingen, een onderzoek
dat de Nederlandse in- en uitvoer van en naar landen van de Europese Unie in kaart brengt. Omdat Pieterman Glastechniek voldoet aan de gestelde financiële grenzen van in- en uitvoer is het verplicht om aan de enquête mee te doen. ‘Ik kan niet zeggen dat we dit uit alle liefde doen’, zegt algemeen directeur Rob Pieterman. Toch worden elke maand de enquêteformulieren netjes op tijd naar het CBS gezonden. Boekhouder Paula Schouten zegt zes uur per maand nodig te hebben om de gegevens in het CBS-systeem te zetten: ‘Ik ben geen liefhebber van het werk dat ik voor het CBS moet doen en zal dat ook nooit worden. Maar het moet nu eenmaal gebeuren en dan wil ik ook meteen dat het goed gebeurt.’ Beide ondernemingen zijn slechts twee radertjes in het grote geheel dat Nationale rekeningen heet. Een nationale coproductie waarin veel Nederlanders, van huishoudens tot bedrijven, een rol vervullen. Het CBS zorgt er als regisseur van die coproductie voor dat het eindproduct een betrouwbare weergave is van onze nationale economische gezondheid.
Divisiedirecteur Bert Kroese wordt naar zijn mening gevraagd.
Een jury beoordeelde wie tijdens het debat de beste debater was.
Jaap van Sandijk Tijdens het congres over de toekomst van nationale rekeningen was er een levendig debat. De 150 gasten liepen voortdurend heen en weer tussen twee vakken om aan te geven of ze het eens of oneens waren met één van de stellingen.
44
45
‘Vooral nu zijn cijfers waardevol voor ondernemers’ Vijf jaar geleden stapte Jeroen Driessen in het bedrijf van zijn vader. Sindsdien speelt Driessen HRM_ Payroll een belangrijke rol in zijn leven. Privé besteedt hij zijn tijd het liefst aan zijn vrouw en twee dochtertjes. JEROEN DRIESSEN is mededirecteur van het bedrijf dat zijn vader 16 jaar geleden oprichtte. Hij steekt er bijna al zijn tijd en energie in. Naast zijn werk is hij actief in ondernemersverenigingen en -commissies. In het weekend staat hij graag in de keuken om zelfbedachte gerechten uit te proberen. Jeroen is getrouwd en heeft twee dochters van anderhalf en drie jaar.
46
J
eroen studeerde personeelswetenschappen en werkte als managementconsultant bij een HRM-adviesbureau. ‘Ik had het erg naar mijn zin, maar ontdekte dat ik dingen aan het doen was die ik ook heel goed voor het familiebedrijf zou kunnen doen. Het was ook een logisch moment om in te stappen. Het bedrijf stond op het punt een flinke groei door te maken. We zijn van 55 medewerkers gegroeid naar 130.’ Driessen HRM_ Payroll biedt een breed pakket aan HRM-diensten voor overheid, zorg- en onderwijsinstellingen. ‘We nemen onze klanten onder andere arbeidsvoorwaardelijke, juridische, administratieve en procedurele zaken uit handen. Daardoor krijgen zij weer ruimte voor de mense-
lijke aspecten. Nee, het CBS is nog geen klant van ons. Da’s jammer! We zouden best meer willen aanleveren dan alleen cijfers.’ Samen met een collega voert Jeroen de dagelijkse leiding. Vader Jan richt zich vooral op de financiële zaken. ‘Zowel zakelijk als persoonlijk staan we dicht bij elkaar. Op deze manier is ondernemen een feest!’ Vrijwel elke minuut van de dag is Jeroen met de zaak bezig. ‘Zelfs thuis voor de tv heb ik de laptop
Het CBS is nog geen klant van ons. Graag leveren we meer aan dan alleen cijfers
naast me staan. En als die dicht is, denk ik na over het werk.’ Over de waarde van cijfers voor een ondernemer is Jeroen heel stellig: ‘In deze tijden is die waarde alleen maar groter. Je kunt erop sturen; het helpt zaken te relativeren. Benchmarkinformatie bijvoorbeeld helpt je een beeld te vormen van de markt.’ Jeroen is niet alleen zakelijk een ondernemer in hart en nieren. Ook thuis draait hij met veel plezier mee in de ‘BV Driessen_Gezin’. ‘Twee jonge dochters betekent vroeg opstaan om samen aan de dag te beginnen.’ Ook ’s avonds zorgt hij ervoor meestal thuis te eten en soms kookt hij. ‘Laatst heb ik nog zalm op Japanse wijze in de oven klaargemaakt.’ Annemieke Bos
47
kort actueel
kort actueel Ziekteverzuim in 2008: 4,3 procent Het ziekteverzuim van Nederlandse werknemers kwam in 2008 uit op 4,3 procent. Dat is hetzelfde percentage als in de vier voorafgaande jaren: sinds 2004 is het ziekteverzuim in Nederland vrijwel hetzelfde gebleven. Werknemers in de landbouw en visserij hebben met 2,9 procent het laagste verzuimcijfer. De verzuimcijfers zijn het hoogst in de bedrijfstakken openbaar bestuur (5,6 procent) en gezondheids- en welzijnszorg (5,3 procent). Zou het toch zo zijn dat werken in de buitenlucht wonderen doet? (Bron: CBS)
Een omzetgroei die daalt van 5 naar 2 procent Het lijkt een logisch oorzaak-gevolg verhaal: een dalend consumentenvertrouwen en minder bezoeken aan de kapsalon en de schoonheidssalon. Het zal velen niet echt verbazen dat het omzetvolume in de kappersen schoonheidsbranche in 2008 iets lager was dan in 2007. De omzetgroei van kappers en schoonheidsspecialisten liep daardoor in één jaar tijd terug met meer dan de helft, namelijk van ruim 5 procent in 2007 tot ruim 2 procent in 2008. (Bron: CBS)
1 op de 4 is slachtoffer van criminaliteit Nederland telt 16,5 miljoen inwoners ‘15 miljoen mensen, op dat hele kleine stukje aarde.’ De tekst van de hit van Fluitsma en Van Tijn uit 1996 is natuurlijk niet actueel meer. Inmiddels telt ons land sinds maart van dit jaar officieel 16,5 miljoen inwoners. Het afgelopen jaar kwamen er in ons land dagelijks ongeveer 200 mensen bij. Om een indruk van de snelle groei te geven: in vijf jaar tijd stegen we van 15,5 miljoen naar 16 miljoen inwoners. De piek ligt waarschijnlijk in 2038 als we met 17,4 miljoen op dat kleine stukje aarde zijn. (Bron: CBS)
48
Nederlanders hebben de afgelopen jaren geleidelijk minder last gekregen van criminaliteit. Eind 2008 was één op de vier Nederlanders in de daaraan voorafgaande twaalf maanden slachtoffer van criminaliteit. Het gaat dan om veel voorkomende criminaliteit, waaronder geweldsdelicten, vermogensdelicten en vandalisme. Dat is een verbetering ten opzichte van 2005, toen nog bijna één op de drie
Nederlanders slachtoffer was van criminaliteit. Burgers zijn voornamelijk slachtoffer van delicten in de eigen woonomgeving. Ruim vier van de vijf delicten gebeuren in de eigen gemeente. Drie van de vijf delicten vinden in de eigen woonbuurt plaats. Het gaat daarbij vooral om vandalisme en om diefstallen van en uit de auto. (Bron: CBS, ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie)
49
recente CBS-publicaties
recente CBS-publicaties Monitor Duurzaam Nederland 2009
Statistisch Jaarboek 2009 Het Statistisch Jaarboek verschaft u actuele cijfers over vrijwel alle aspecten van de Nederlandse samenleving. Het is een onmisbare steun als u zich wilt oriënteren op welk gebied dan ook: bevolking, gezondheid, onderwijs, werkloosheid, landbouw, bouwnijverheid en industrie, handel, milieu en vele andere onderwerpen. Meer publicaties en statistische informatie vindt u op onze website: www.cbs.nl
De Monitor Duurzaam Nederland geeft een beeld van de duurzaamheid van de Nederlandse samenleving. Hij laat zien op welke terreinen het goed gaat en waar er vanuit een duurzaamheidsoptiek ‘zorgen voor morgen’ bestaan. Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
Bestellingen E-mail: Fax: ISBN: ISSN: Prijs:
[email protected] (045) 570 62 68 A-317 978-90-357-1650-6 1877-461X € 23,10 (exclusief administratieen verzendkosten)
Het boek is tevens verkrijgbaar via de reguliere boekhandel en de Sdu Klantenservice.
Kennis en economie 2008
The Digital Economy 2008
Het is voor een land van groot belang om producten te maken die andere landen niet kunnen maken. Het innovatieve vermogen van een land steunt onder andere op de verrichte Research and Development (R&D). In deze publicatie passeren de volgende onderwerpen de revue: het aantal R&Darbeidsjaren, het uitbesteden van R&D en de financiering van R&D.
In de Engelstalige publicatie ‘The Digital Economy’ staat dat Nederland zich op ICT-gebied goed kan meten met andere toonaangevende landen. De publicatie verschaft ook informatie over de ICT-sector, over de relatie tussen ICT en economie en over de telecommunicatie-infrastructuur. Deze editie bevat voor het eerst een apart hoofdstuk waarin kennis over ICT centraal staat.
Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
50
[email protected] (045) 570 62 68 K-300 978-90-357-1817-3 1384-6973 € 20,75 (exclusief administratieen verzendkosten)
[email protected] (045) 570 62 68 978-90-357-1710-7 0924-2686 € 19,60 (exclusief administratie- en verzendkosten)
[email protected] (045) 570 62 68 P-38 978-90-357-1688-9 1871-9759 € 34,00 (exclusief administratieen verzendkosten)
51