02 12
zomer 2012
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Interview met wetenschapsechtpaar Karel Davids en Marjolein 't Hart In gesprek met Jeanine Hennis-Plasschaert CBS op de innovatieve toer Babyboomers in de etalage
Nederland exporteert veel rozen In 2011 exporteerde Nederland 5,2 miljard stuks verse snijbloemen. Dit zijn vooral rozen (twee derde) en chrysanten (een kwart). Deze snijbloemen worden voornamelijk afgezet binnen de Europese Unie. Belangrijkste afnemers zijn Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Deze drie landen zijn samen goed voor 60 procent van de export. Naar Duitsland worden vooral rozen uitgevoerd, terwijl chrysanten zeer geliefd zijn in het Verenigd Koninkrijk. Belangrijkste afnemer buiten de Europese Unie is Rusland met een aandeel van 6 procent. Ook hier zijn het vooral chrysanten die worden uitgevoerd. (Bron: CBS)
02 12 Gosse van der Veen Directeur-Generaal CBS
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Voorwoord
Colofon
02/12 is het relatiemagazine van het CBS dat als doelstelling heeft de externe relaties van het statistiekbureau te informeren over het CBS en met het CBS verwante relevante maatschappelijke ontwikkelingen. Het relatiemagazine verschijnt 4 keer per jaar. Uitgave: Centraal Bureau voor de Statistiek. Hoofdredactie: Miriam van der Sangen. Medewerkers: Jaap van Sandijk, Miriam van der Sangen, Annemieke Bos, Anita Toet, Cor Kooijman, Masja de Ree en Rosenbaum Selekt. Cover: Jeanine HennisPlasschaert is lid van de Tweede Kamer voor de VVD. Fotografie: ANP, Sjoerd van der Hucht. Illustraties: Andy Grogan. Oplage: 6 500 exemplaren. Concept: Hans van Brussel.
Innovatie moet het ons mogelijk maken om tegemoet te komen aan de vraag naar steeds nieuwe en steeds snellere informatie. En dat zonder stijging van de kosten en zonder dat we mensen en bedrijven onnodig lastigvallen met vragenlijsten en enquêtes. Om die inno vatie een extra impuls te geven heeft het CBS het programma Kennis en Innovatie opgezet. Doel is medewerkers te stimuleren anders over hun werk na te denken en kennis en expertise uit ver schillende onderdelen van de organisatie samen te brengen. In het artikel ‘CBS op de innovatieve toer’ vertellen Marleen Verbruggen, Maarten Emons en Nico Heerschap iets over onze aanpak. Dat innovatie lonend is bewijst het Sociaal Statistisch Bestand (SSB), dat uitgebreid in dit nummer wordt belicht. Door het koppelen en combineren van gegevens uit een groot aantal verschillende bron nen, was het CBS als eerste in staat om de in Europa verplichte volkstelling virtueel uit te voeren. Dat leverde, naast een scala aan nieuwe onderzoeksmogelijkheden, ook een enorme besparing op. Niet alles in dit magazine staat in het teken van innovatie. In het interview met het Tweede Kamerlid Jeanine Hennis-Plasschaert komen onder andere haar ervaringen in achtereenvolgens de loka le, Europese en nationale politiek aan de orde. En dat je niet uit sluitend op innovatie hoeft te vertrouwen, maar dat er ook lessen uit het verleden zijn te leren, blijkt uit het interview met Karel Davids en Marjolijn ’t Hart naar aanleiding van hun boek ‘De wereld en Nederland’. Daarin beschijven zij de sociale en economische geschiedenis van de wereld en van Nederland vanaf het jaar 1000 tot nu.
Vormgeving: Jan van Halm. Opmaak: Centraal Bureau voor de Statistiek, Grafimedia. Druk: Tuijtel, HardinxveldGiessendam.
Gosse van der Veen, Directeur-Generaal
Reacties op het blad zijn welkom via e-mail:
[email protected].
3
Aan dit nummer werkten mee... Miriam van der Sangen (1958) studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Daarna volgde zij diverse opleidingen op het gebied van management en journalistiek. Begin jaren tachtig trad zij in dienst van het CBS, waar zij verschillende functies bekleedde. De afgelopen 18 jaar werkte zij bij de sector Communicatie.
Masja de Ree (1973) studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Ze was docent Nederlands en alfabetisering en werkt sinds 2003 als zelfstandig bedrijfsjournalist en eindredacteur voor opdrachtgevers bij de overheid en in de gezondheidszorg.
Annemieke Bos (1966) volgde de opleiding Voorlichtingskunde aan de Haagse Hogeschool. Zij werkte vijf jaar als voorlichter bij de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf (tegenwoordig Fundeon) en daarnaast als freelance journaliste voor de Delftsche en Westlandsche Courant. Sinds 1995 is ze actief als freelance tekstschrijver/redacteur.
Jaap van Sandijk (1960) studeerde aan de Pedagogische Academie, maar koos na de afronding daarvan voor de journalistiek. Na ervaring te hebben opgedaan bij de regionale radio en het Leidsch Dagblad vestigde hij zich als freelance journalist. Hij schrijft voor diverse vakbladen, waaronder Adformatie, Salesmanagement en Twinkle.
4
02 12 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Interview met het wetenschapsechtpaar Davids en 't Hart
10
In gesprek met Jeanine Hennis-Plasschaert
20
CBS op de innovatieve toer
30
Inhoud
Peter Hein van Mulligen: 'Economische cijfers toelichten én duiden'
8
Babyboomers in de etalage
kort gezond 6–7 Peter Hein van Mulligen: ‘Economische cijfers toelichten én duiden’ 8–9 Interview met het wetenschapsechtpaar Davids en ‘t Hart: ‘Er is gebrek aan historisch geheugen’ 10–15 kort IT 16–17 Ellen Brinksma: ‘Nieuwe gebruiksmogelijkheden vinden voor onze schat aan milieudata’ 18–19 In gesprek met Jeanine Hennis-Plasschaert: ‘Ik ervaar in de Tweede Kamer een heel directe vorm van democratie’ 20–25 kort sport 26–27 Terug naar de Antillen… 28–29 CBS op de innovatieve toer 30–35 kort reizen 36–37 Babyboomers in de etalage 38–41 kort actueel 42–43 Sociaal Statistisch Bestand schatkamer van het CBS 44–51 kort culinair 52–53 recente publicaties 54–55 Op een doorsnee dag 56
38
5
kort gezond Gemiddelde leeftijd werkzame beroepsbevolking 41,2 jaar De gemiddelde leeftijd van de werkzame beroepsbevolking is tussen 1990 en 2011 met 5 jaar gestegen tot 41,2 jaar. Begin jaren negentig was die gemiddelde leeftijd nog 36 jaar. Geen verrassende ontwikkeling: de bevolking is tussen 1990 en 2011 steeds ouder geworden en ook de arbeidsparticipatie van de 50- tot 65-jarigen is in die periode flink gegroeid (van 35 procent in 1990 tot 60 procent in 2011). Met 44 jaar is de gemiddelde leeftijd het hoogst in de landbouw en visserij. Werkenden in de horeca zijn met ruim 34 jaar het jongst. (Bron: CBS)
661 verkeersdoden in 2011 In 2011 kwamen 661 mensen om in het verkeer. Dit is 3,3 procent meer dan de 640 doden in 2010. De toename van het aantal verkeersslachtoffers was het sterkst bij fietsers. Het aantal slachtoffers onder deze groep verkeersdeelnemers nam tussen 2010 en 2011 met 38 toe tot 200. Bijna tweederde van alle slachtoffers onder fietsers in 2011 was 65-plusser. Bij deze oudere fietsers steeg het aantal verkeersdoden van 93 in 2010 tot 128 in 2011. (Bron: CBS, Dienst Verkeer en Scheepvaart)
Bijna 50 procent van de 75-plussers zit thuis In 2010 zat op een doorsnee dag bijna de helft van de 75-plussers thuis. Vooral lichamelijke beperkingen verhinderden hen om het huis uit te gaan. Maar ook slechte weersomstandigheden houden 75-plussers aan huis gebonden. Wanneer zij wel op pad gaan, gaat er bijna een kwart van de keren iemand mee, meestal als chauffeur. Als 75-plussers zelfstandig reizen gaan ze vaker lopend of met de fiets dan met de auto. (Bron: CBS)
6
kort gezond
Levensverwachting hoogopgeleiden 6 á 7 jaar hoger De levensverwachting van hoogopgeleide mensen is 6 à 7 jaar hoger dan die van laagopgeleiden. Hoogopgeleiden leven ook veel langer in goede gezondheid dan laagopgeleiden. Goede gezondheid kan worden gedefinieerd als de afwezigheid van chronische ziekten dan wel lichamelijke beperkingen, of als goed ervaren gezondheid of als goede geestelijke gezondheid. In de afgelopen 10 jaar zijn deze verschillen tamelijk constant gebleven. Mensen met een hbo- of wo-opleiding leven bijna 20 jaar langer in een als goed ervaren gezondheid dan mensen met maximaal basisonderwijs. Bij de levensverwachting zonder chronische ziekten, zonder lichamelijke beperkingen en in goede geestelijke gezondheid zijn de verschillen tussen hoog- en laagopgeleiden iets kleiner, maar toch is er dan nog sprake van een verschil van zo’n 10 tot 14 jaar. (Bron: CBS)
7
aan het woord...
Peter Hein van Mulligen (38) is gepromoveerd econoom. Bijna tien jaar lang was hij economisch onderzoeker binnen het CBS met als specialisatie prijsindexcijfers en inflatie. De laatste twee jaar combineerde hij het onderzoekswerk met de functie van CBS-woordvoerder economische statistieken. Sinds januari van dit jaar is hij fulltime woordvoerder economie.
8
‘Economische cijfers toelichten én duiden’ De cijfers van het CBS worden veel gebruikt door de wetenschap, de politiek en het beleid, maar ook door de media. De contacten met vertegenwoordigers van de media verlopen via de persvoorlichting. Zo nodig brengt deze dienst journalisten in contact met een specialist voor een bepaald onderwerp of een woordvoerder. Peter Hein van Mulligen is één van die woordvoerders.
‘H
et is mijn taak de cijfers die uit onze onderzoeken naar voren komen toe te lichten en te duiden. Ik lepel niet zomaar wat cijfers op uit een tabel, maar moet ook inhoudelijk behoorlijk wat van het betreffende onder werp af weten. Denk aan econo mische groei, inflatie, werkloos heid, internationale handel, de arbeidsdeelname van vrouwen, enzovoorts.’ Veel vragen van de media spitsen zich momenteel toe op de economische recessie. ‘Dat is ook niet zo gek,’ stelt van Mulligen vast. ‘We publiceren bijna dagelijks over zaken als het afnemende consumentenvertrou wen, de vastgelopen huizenmarkt en het aantal schuldsaneringen. De ramingen van het CPB zijn ook somber. Geen wonder dus dat de pers daar aandacht voor heeft.’ In de meeste gevallen
heeft Van Mulligen het ant woord op de vragen wel paraat. Lastig wordt het wanneer de pers vraagt naar de toekomst. ‘Het CBS doet geen voorspellin gen, dus dan verwijs ik hen naar het CPB.’ De kritiek dat de cijfers van het CBS niet altijd even ac tueel zijn, kan Van Mulligen wel begrijpen. ‘Ik zou zelf ook graag meer recente cijfers hebben, maar tussen het verzamelen en verwerken van gegevens zit nu eenmaal wat tijd. We werken er hard aan dat proces te versnel
Journalisten zien het CBS als degelijk en betrouwbaar. En terecht
len, maar soms kan het niet an ders. Gelukkig zien de journalis ten het CBS als heel degelijk en betrouwbaar. En terecht. Onze cijfers kloppen.’ Het meest boeiend vindt Van Mulligen dat zijn werk het ge hele vakgebied van de economie bestrijkt. ‘Ik houd me bezig met alle economische statistieken en de samenhang daartussen. Juist door op de verbanden te wijzen kan ik mijn toegevoegde waarde bewijzen. Voor een econoom als ik is dat smullen. Het is zó divers en breed dat ik er mijn ei in kwijt kan. Ik bouw een relatie op met de pers en dat wordt ge waardeerd. Bovendien ben ik het ‘economische gezicht’ van het CBS naar de buitenwereld. Dat is goed voor de herkenbaar heid.’ Annemieke Bos
9
relaties
Karel Davids en Marjolein 't Hart zijn de auteurs van het boek 'De wereld en Nederland'.
10
‘Er is gebrek aan historisch geheugen’ Interview met het wetenschapsechtpaar Davids en ‘t Hart en van Nederland vanaf 1000 tot nu. De auteurs Karel Davids en Marjolein ’t Hart vertellen welk beeld dat oplevert en welke lessen we kunnen trekken uit het verleden. ‘Ook in de achttiende eeuw stortten de beurzen in,’ aldus Davids.
schrijven die geschiedenis als een samenhangend geheel. In de samenleving is grote behoefte aan kennis over globalisering en over de plaats van Nederland daarin. Debatten over de Nederlandse identiteit en de plaats van Nederland in de wereld maken die behoefte alleen maar groter.’
Ongelijkheden tussen landen In het boek, waaraan Davids en ’t Hart van 2007 tot 2011 werkten met collega-historici Lex Heer Het boek ‘De wereld en ma van Voss, Manon van der Heijden, Leo Lucas Nederland’ beschrijft de sen en Jeroen Touwen, wordt de Industriële Revo sociale en economische lutie in West-Europa omschreven als cruciaal. ‘Tot geschiedenis van de wereld 1800 ontliepen de levensstandaarden in de landen elkaar niet erg’, zegt ’t Hart. ‘Elk land had een be De ontvangst in Heemstede, onder de rook van hoorlijke landbouwproductiviteit, er was handel Haarlem, is hartelijk en herkenbaar Nederlands. en er was krediet. Maar alle landen hadden te ma Het wetenschapsechtpaar schenkt koffie en ser ken met het zogeheten Malthusiaans plafond – ge veert een plakje cake. Een setting die een aardige noemd naar de Britse demograaf en econoom opmaat vormt voor het gespreksonderwerp op Thomas Malthus. Na elke welvarende periode deze rustige ochtend: wat is eigenlijk de plaats van groeit een bevolking sneller dan de economische Nederland in de wereld? Nader toegespitst: wat mogelijkheden toestaan en volgt hongersnood en zijn de connecties tussen Nederland en ‘de wereld’ stagnatie. De hoeveelheid landbouwgrond is im op sociaal en economisch terrein en hoe hebben mers niet oneindig. Het was moeilijk om dat te deze zich sinds het jaar 1000 ontwikkeld? Het re doorbreken en tegelijkertijd economische groei cent verschenen boek ‘De wereld en Nederland’ – vast te houden. Dat veranderde met de Industriële een handboek voor HBO- en WO-studenten, maar Revolutie. Door mechanisatie nam de arbeidspro interessant voor elke belangstellende – geeft hier ductiviteit toe en er werden nieuwe energiebron op een antwoord. Opmerkelijk is dat dit het eerste nen gebruikt. De levensstandaard en het inkomen boek is dat de Nederlandse soci groeiden. Dit noemen we de ale en economische geschiede Great Divergence: je ziet de onge In de samenleving is lijkheid tussen landen sterk toe nis van de laatste ruim duizend jaar plaatst in een wereldwijd met name de afstand een grote behoefte nemen; kader. ‘Het handboek dat tot nu tussen Europa en Azië is toen toe werd gebruikt in het hoger veel groter worden.’ aan kennis over onderwijs ging uit van natiesta ten en was ook heel erg geschre globalisering en over Politieke fragmentatie ven vanuit een West-Europese Waarom vond de Industriële Re de plaats van visie,’ legt ’t Hart uit. ‘Dat von volutie juist plaats in Europa, als Nederland daarin den wij achterhaald. Wij be er daarvoor weinig verschil was
11
Na elke welvarende periode groeit een bevolking sneller dan de economische mogelijkheden toestaan en volgt hongersnood en stagnatie
in welvaart in de wereld? ‘Dat heeft Het voordeel van de richting van een verenigd Euro deels te maken met de economische pa gaan. Als historicus constateer ik: ontwikkelingen,’ verklaart Davids. Europa was dat je kunt nog zo veel willen, maar ‘Europa gaat expanderen, met name ontwikkelingen voltrekken zich afwijkende overzee en dat brengt economische voor een groot deel buiten je om. Je bloei. China deed ook aan expansie ideeën daar veel kunt je afvragen hoe belangrijk na over zee, maar dat viel stil.’ ’t Hart tiestaten op den duur nog zullen meer kans geeft een tweede belangrijke verkla blijven. Opvallend is wel dat je na hadden ring. ‘Europa wordt – met al haar na tiestaten steeds minder belangrijk tiestaten – gekenmerkt door politieke ziet worden. Daarentegen zie je dat fragmentatie, China daarentegen door politieke steden en regio’s zich steeds steviger positioneren.’ eenheid. Het voordeel voor Europa was dat afwij ’t Hart vult aan: ‘Ik vind dat je er wel rekening kende ideeën daar veel meer kans hadden. Als je mee moet houden dat er een verenigd Europa iets in het ene land niet voor elkaar kreeg, lukte komt. Wat belangrijk is, is dat dat op een democra dat wel in een ander land. Er was meer vrijheid tische manier gebeurt. Dat zou moeten lukken.’ van denken, meer dynamiek en een meer demo Over de anti-Europese beweging zegt ze: ‘Het is cratisch opgebouwde samenleving. Minder top een eerste reactie op globalisering: laten we het down dan in China.’ eerst voor onszelf allemaal goed organiseren. Ook in het verleden werd met terugtrekkende reacties Onderlinge samenwerking gereageerd op vernieuwing en werden barrières Even een sprong naar het heden: werkt die frag opgeworpen.’ De roep om een terugkeer naar de mentatie – in tijden van globalisering – nu juist gulden is daarvan een voorbeeld, vindt de histori niet tégen Europa? ‘Bij globalisering merk je dat cus. ‘Maar in een globaliserende wereld is het niet eenheid en grootschalige structuren van enorm echt handig om je op je eigen territoriumpje terug voordeel zijn,’ beaamt ’t Hart. ‘Daar profiteren te trekken. In de Republiek der Nederlanden was China en de VS enorm van.’ Krijgen we daarom men niet voor niets blij toen er uiteindelijk een straks te maken met een nieuwe Great Divergence gezamenlijke gulden kwam voor het hele land. – maar dan in tegengestelde richting? In China We zullen langzaam aan de globalisering moeten groeit de economie in een ongekend tempo. ‘Het wennen.’ zal zich allemaal niet zo snel voltrekken als tijdens de Industriële Revolutie,’ denkt Davids. ‘Maar er Plaats van Nederland tekent zich wel een verschuiving af. Het aantal De tweede kop koffie brengt ons weer terug bij spelers met gewicht in de wereldeconomie is gro Nederland. Want wat is nu eigenlijk de plaats van ter dan dertig jaar geleden. Kijk ook maar naar de ons land in wereldperspectief? ‘In de Gouden opkomst van India en Brazilië.’ Wat betekent dat Eeuw was Nederland sociaal en economisch spel voor Europa? Moeten de landen niet veel nauwer bepaler en in de twintigste eeuw gedurende een gaan samenwerken om zich staande te houden in korte periode trendsetter op sociaal-cultureel ge de nieuwe globaliserende wereld? Davids: ‘Dat ge bied. Dat was de periode dat Nederland op ethisch beurt al, maar met horten en stoten. Je ziet dat de gebied heel even gidsland was,’ vertelt Davids. onderlinge samenwerking groter ‘Maar over het algemeen geldt dat wordt. Duitsland neemt de zaak op In China groeit we in de negentiende en twintigste sleeptouw.’ Is een verenigd Europa eeuw een relatief marginaal en on daarmee onontkoombaar – ondanks de economie in belangrijk land zijn geweest.’ het verzet van anti-Europese bewe van de redenen dat ‘De wereld een ongekend Eén gingen? ‘Zo ver wil ik niet gaan. en Nederland’ begint bij het jaar Maar je ziet wel allerlei krachten in tempo 1000, is dat vanaf die periode de gro
12
13
Je ziet de samenwerking tussen landen groter worden. Duitsland neemt de zaak op sleeptouw
te ontginning van Nederland plaatsvond. Dat bleek de oorsprong van de sociale en economische inrich ting van het land. ‘Vanaf de elfde eeuw werd er ontwaterd en ingepolderd. De gevestigde orde moest mensen aantrekken om dat werk uit te voe ren,’ doceert Davids. ‘Dat gebeurde tegen gunstige voorwaarden. Waar in de rest van Europa horig heid de regel was, was dit in Nederland een uitzon dering. Er was sprake van een vrije arbeidsmarkt. Tegelijkertijd waren er efficiënte instituties die zorgden voor regulering. En er was – heel belang rijk – rechtszekerheid.’ ’t Hart onderstreept: ‘Die vrije arbeidsmarkt – zowel voor mannen als vrou wen – was een uiterst gunstige factor voor de latere economische ontwikkeling van ons land. Door landbouw ontstond handel en kwamen er steden.’ Gebrek aan historisch geheugen Als we dan toch bezig zijn met het verklaren van het heden aan de hand van het verleden: hoe zit het eigenlijk met de crisis waarin we momenteel verkeren? Waarom zijn er geen lessen getrokken uit het verleden? Davids: ‘Als historicus word je ge confronteerd met het merkwaardige ‘dit keer is het anders’-syndroom. Men denkt: nu weten we waar we op moeten letten, dit keer zal het niet gebeuren. Ook in de achttiende en twintigste eeuw zijn de beurzen ingestort. En net als toen dacht men ook nu: dit keer zal het niet gebeuren. Welke les je daaruit moet trekken? Zorg dat er voldoende toe zicht is. Want zodra dat afneemt, zie je het fout gaan. Neem de jaren dertig: na de crisis voerde de toenmalige Amerikaanse president Roosevelt een goed toezichtsysteem in. Sinds de jaren negentig is dat echter steeds verder ontmanteld, waardoor het zelfde als in de jaren twintig kon gebeuren. Men dacht: we weten nu wel hoe de markt werkt, toe zicht is niet meer nodig. Maar men vergeet dat in stellingen nodig zijn om de markt goed te laten draaien. Er is een gebrek aan historisch geheugen. Ook bij overheden.’
14
Tot slot: hoe kan Nederland goed uit de crisis ko men? Historici zijn weliswaar geen toekomstvoor spellers, maar de bekende geschiedkundige Willem Bilderdijk (1756–1831) zei ooit: ‘In het heden ligt het verleden, in het nu wat worden zal’. Moet Ne derland een voorbeeld nemen aan Duitsland, dat als toeleverancier veel zaken doet met China en nauwelijks wordt geraakt door de crisis? ‘Je moet je niet altijd met Duitsland willen vergelijken,’ zegt Davids. Hij onderbouwt zijn antwoord met histori sche feiten: ‘Nederland heeft van oudsher weer an dere sterke punten, zoals dienstverlening en land bouw. Daar moet het zich met name op richten.’ Jaap van Sandijk Karel Davids, Marjolein 't Hart (red.): ‘De wereld en Nederland’ Uitgever: Boom uitgevers Amsterdam ISBN-nr: 9789461052698
Beknopte cv’s Karel Davids EN Marjolein’t Hart Prof. dr. Karel Davids (1952) is sinds 1994 hoogleraar Economische en Sociale Geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij studeerde Economische en Sociale Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden. Davids was eerder werkzaam als academieonderzoeker aan de Universiteit Leiden. Dr. Marjolein 't Hart (1955) is sinds 1990 verbonden aan de Leerstoelgroep Economische en Sociale Geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam, tegenwoordig als universitair hoofddocent. Zij studeerde Sociale en Economische Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2010 vervulde zij de Queen Wilhelmina leerstoel aan de Columbia University (New York).
15
kort IT
53 procent van de internetgebruikers op sociale netwerken U kent ze wel, de werkwoorden hyven, twitteren en facebooken. In een in 2011 gehouden onderzoek gaf 53 procent van de internetgebruikers aan dat ze in de voorafgaande drie maanden actief waren geweest op sociale netwerken zoals Hyves, Facebook of Twitter. Vooral jongeren tot 25 jaar maken hier veel gebruik van. 88 procent van hen zegt actief te zijn binnen deze netwerken. 1 op de 5 internetgebruikers is actief op de netwerksite LinkedIn, die zich vooral richt op zakelijke contacten. (Bron: CBS)
Nederlandse e-shopper is man, hoogopgeleid en tussen 25 en 44 jaar Mannen gek op shoppen? Mannen gaan toch liever naar het voetbalstadion of naar het café? Het zal u misschien verbazen, maar de frequente Nederlandse e-shopper is mannelijk, hoogopgeleid en tussen de 25 en 44 jaar oud. Van de mannelijke internetgebruikers kan 57 procent worden aangemerkt als frequente e-shopper. Bij de vrouwelijke internetgebruikers is dat 53 procent. (Bron: CBS)
Bijna 50 procent van de jongeren zoekt online naar informatie over onderwijs Onderwijs en internet gaan prima samen. In 2010 ondernam bijna 35 procent van de internetgebruikers internetactiviteiten die zijn gerelateerd aan onderwijs. Hierbij wordt internet vooral gebruikt om informatie op te zoeken en om zelfstandig te leren. Met name jongeren zijn actief op dit gebied. 49 procent van de 12- tot 25-jarige internetgebruikers zoekt online naar informatie over onderwijs. Het volgen van cursussen via internet is minder ingeburgerd. Iets meer dan 5 procent van de internetgebruikers heeft in 2010 een online cursus gevolgd. (Bron: CBS)
16
kort IT
37 procent doet aan instant messaging Door de vele toepassingen van sociale media als Facebook, Twitter en Hyves kun je van alles met elkaar delen – van foto’s en filmpjes tot muziek. Maar welke toepassing van deze nieuwe media wordt het meest gebruikt? In 2010 was dat instant messaging, ofwel het uitwisselen van tekstberichtjes. Ruim een derde van de internetgebruikers – 37 procent – maakte daar gebruik van. Een net iets kleiner percentage (35) leest weblogs (ook wel blogs genoemd). Het zelf actief schrijven en bijhouden van een weblog is echter minder populair: op dit gebied is 12 procent van de internetgebruikers actief. Overigens zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen in het gebruik van sociale media vrij klein. Mannen gebruiken sociale media net iets vaker, terwijl vrouwen net iets actiever zijn in het bijhouden van een weblog. (Bron: CBS)
17
aan het woord...
Ellen Brinksma (43) is gepromoveerd sterrenkundige en werkte bij het KNMI en het European Space Agency. Het waarnemen van de atmosfeer rond de aarde, luchtvervuiling en de ozonlaag zijn terugkerende thema’s in haar loopbaan. Haar baan als manager van het team Milieu bij het CBS sluit hier goed op aan.
18
‘Nieuwe gebruiksmogelijkheden vinden voor onze schat aan milieudata’ De totale milieukosten bedragen in Nederland ruim 11 miljard euro. Jaarlijks produceren we per persoon ongeveer 550 kilo huishoudelijk afval. De uitstoot van verzurende stoffen zoals ammoniak en stikstofoxiden is fors afgenomen in de afgelopen periode. Dit zijn allemaal gegevens van het CBS.
H
et CBS heeft een schat aan data in huis, ook op milieugebied. Sa men met haar team van 28 me dewerkers is Ellen Brinksma sinds februari 2010 verantwoor delijk voor het produceren van deze cijfers. ‘Je moet dan den ken aan cijfers over de uitstoot naar de lucht, het water en de bodem, over de kosten en op brengsten van milieu en over afval. Veel van die cijfers zijn ge koppeld aan wettelijke regelin gen. We produceren deze gege vens voor beleidsmakers bij ministeries, planbureaus, het RIVM, Agentschap NL, etc. Ons doel voor de komende jaren is met de enorme hoeveelheid mi lieugegevens die we verzamelen ook nieuwe klanten te bereiken. Zo hebben we pasgeleden een sa menwerkingsproject over Elek tronisch Afval afgerond en gepre
senteerd aan onder andere de Europese afvalverwerkers en gro te ondernemingen zoals Panaso nic en Philips.’ Waar Brinksma ook blij mee is, is het Compen dium voor de Leefomgeving. Dat is een website die het CBS samen met het Planbureau voor de Leefomgeving en Wagenin gen Universiteit en Research centrum heeft ontwikkeld. Op deze site staan alle feiten over milieu, natuur en ruimte in Ne derland overzichtelijk en toe gankelijk bij elkaar, met context
Via twitterberichten koppelen we de actualiteit aan de achterliggende cijfers
en uitleg erbij. ‘Belangrijk, want milieu is geen losstaand thema meer, maar onderdeel van de leefomgeving’, aldus Brinksma. ‘Via twitterberichten koppelen we de actualiteit aan de achter liggende cijfers. Daarnaast kij ken we verder dan onze wette lijke verplichting om statistieken te maken. Het is een uitdaging om te onderzoeken wat er nog meer kan met de cijfers. Door bijvoorbeeld economische cijfers uit de Nationale Rekeningen te koppelen met milieucijfers, wor den ze voor een breder publiek interessant. Kijk maar naar het Compendium (website www. clo.nl) en op twitter (Compen dium_CLO). Ja, milieu is een boeiend onderwerp. Het werkt op vele terreinen door. Er is nog veel te ontdekken!’ Annemieke Bos
19
In gesprek met…
Jeanine Hennis-Plasschaert is sinds 17 juni 2010 werkzaam in de Tweede Kamer als lid van de VVD-fractie. Ook bij de komende verkiezingen in september aanstaande staat zij weer op de kandidatenlijst van de VVD-fractie.
20
In gesprek met Jeanine Hennis-Plasschaert
‘Ik ervaar in de Tweede Kamer een heel directe vorm van democratie’ fractie van de VVD. Zij was van 2004 tot 2010 lid van het Europees Parlement. Hennis werkte eerder bij de Europese Commissie in Brussel en Riga en was politiek assistent van wethouder Van der Horst van Amsterdam. Jeanine Hennis-Plasschaert (1973) is sinds 17 juni 2010 lid van de Tweede Kamer-
Welke eigenschappen hebt u van uw moeder en welke van uw vader? Mijn moeder zei altijd tegen mij: zorg dat je op eigen benen kunt staan! Dat heeft onmiskenbaar zijn weerslag op mij gehad, dat was een rode draad in mijn jeugd. Het is een belangrijke levensles. Mijn vader is een behoorlijke controlfreak, in de goede zin van het woord. Hij houdt van nette dos siers, wil graag zijn administratie geordend heb ben. Dat soort dingen heb ik absoluut van hem, net zoals doorzetten als het tegen zit. Wat is uw levensmotto? Vrij om te zijn wie je bent en vrij om te zeggen wat je denkt. In 1998 werd u door de Europese Commissie voor drie jaar naar Letland uitgezonden. Die periode noemde u 'de meest vormende in uw leven.' Kunt u daar iets over vertellen? In 1995 begon ik heel jong bij de Europese Com missie. Ik kreeg na een paar jaar de mogelijkheid te worden uitgezonden naar Letland. Die kans greep ik met beide handen aan. Ik was mij ervan bewust dat wij op een historisch punt stonden: de hereni ging van Oost en West in de Europese Unie. Als kind ben ik in een vrije en veilige omgeving opge
groeid. Ik heb dat eigenlijk altijd als vanzelfspre kend ervaren. In Letland werd ik heel direct gecon fronteerd met de geschiedenis van dat land, de directe gevolgen van de Sovjetoverheersing. Wat een gebrek aan vrijheid en veiligheid met een land en met een volk kan doen! Ik zag een samenleving in transitie. Met argwaan, pijn, armoede en onze kerheid. Dat vond ik enorm indrukwekkend. Ik re aliseerde mij in die periode pas echt dat je elke dag moet knokken voor vrijheid en veiligheid. Mijn echte politieke bewustzijn groeide dus vooral in Letland. Toen ik in 2000 terugkwam in Nederland, ben ik heel bewust lid geworden van de VVD. U bent uw politieke carrière begonnen bij de VVD in Amsterdam, als politiek assistent van een wethouder. Wat waren de belangrijkste lessen die u er leerde? Met wethouder Mark van der Horst had ik meteen een klik. Hij was een enorme aanpakker, dossier vreter en hij maakte een directe vertaalslag naar de praktijk. Ik heb van hem geleerd dat je niet in de theorie kunt blijven hangen, want daarmee wordt de boterham niet belegd. Je zult de vertaal slag moeten maken. Je kunt niet alleen maar in grote idealen blijven praten. Je moet terug naar waar het in de dagelijkse praktijk om gaat. Daar heeft hij mij enorm in gestimuleerd. In 2004 bent u vertrokken naar het Europese Parlement. Was dat niet een enorme overstap van de lokale politiek naar de Europese? Ik had natuurlijk al gewerkt bij de Europese Com missie. Europa was dus voor mij geen onbekend ter rein. Ik kende de lidstaten, ik kende de Europese Commissie, ik kende het Europese Parlement, maar perspectief. Ik had natuurlijk vanuit ambtenaren geen ervaring als volksvertegenwoordiger. Ik was weliswaar politiek assistent geweest, maar dat is iets totaal anders dan het zelf moeten voeren van een debat en zelf de speeches moeten houden. Dat heeft mij in het begin wel wat uurtjes gekost, hoor! Ook was ik erg onder de indruk van de expertise en erva
21
De emotie en de waan van de dag, de actualiteit, heeft in de Tweede Kamer veel meer invloed dan in het Europees Parlement
ring om mij heen. Het Europese Parlement wordt overbevolkt door oud-premiers, oud-ministers en andere oudgedienden. Ik ben van de weeromstuit me als een bezetene gaan inwerken op mijn dossiers. Op inhoud zouden ze me niets kunnen maken. Waar bent u het meest trots op als u nu terugkijkt op uw tijd in het Europese Parlement? Er zijn heel veel momenten die ertoe hebben ge daan, maar wat de meeste aandacht heeft gekregen, was het delen van bankgegevens van Europeanen met de Amerikanen. Daar heb ik toen pas op de plaats gemaakt. Ik stelde voor het akkoord te ver werpen en mijn voorstel werd door een grote meer derheid aangenomen. Het Europese Parlement maakte toen voor het eerst gebruik van zijn nieuwe bevoegdheden uit het Verdrag van Lissabon. Voor alle duidelijkheid, het is van belang dat Europa in alle opzichten nauw optrekt met de Amerikanen, zowel financieel-economisch als bijvoorbeeld op het gebied van de strijd tegen terrorisme. Maar wij wa ren na 09/11 in een soort spiraal beland waarbij de Amerikanen vroegen en Europa tóch wel draaide. We waren onze eigen waarden op een aantal terrei nen uit het oog verloren en onze eigen wet- en re gelgeving met voeten aan het treden. Het Parlement, dat voor het eerst de EU-lidstaten een halt toeriep, voor het eerst gebruik maakte van nieuwe bevoegd heden onder het Lissabon-regime, een Parlement dat voor het eerst tegen de Amerikanen opstond en zei: we zijn bondgenoten, maar dat betekent óók op gelijke voet durven te opereren. Dat was in alle op zichten een bijzonder moment. Inmiddels bent u Tweede Kamerlid voor de VVD. Was het wennen als volksvertegenwoordiger in de Tweede Kamer? Natuurlijk. Wáár je ook volksvertegenwoordiger bent, op welk niveau ook, je controleert en bent mede-wetgever. Maar Europa is voor heel veel mensen letterlijk ver weg. Ik ervaar hier in de Tweede Kamer een heel directe vorm van demo cratie. Ik kreeg in het Europees Parlement ook veel mails van burgers, maar dat was peanuts in vergelij king met wat je hier elke dag voor je kiezen krijgt! Geen enkele keer in mijn zes jaar als Europarle mentariër ben ik op vergelijkbare wijze dagelijks
22
met zoveel emoties geconfronteerd als hier. Het was voor mij een eye-opener, omdat je veel meer in de samenleving geduwd wordt en veel meer zicht hebt op de emoties in de samenleving. Het is een veel minder institutionele benadering; alleen al daarom is het goed dat Kamerleden naar Europa gaan en Europarlementariërs naar de Kamer, om dat je dan de verschillen ziet. Het is allebei fantas tisch, hoor. Het is weliswaar vergelijkbaar, maar toch ook weer heel anders. De emotie en de waan van de dag, de actualiteit, heeft hier veel en veel meer invloed dan in het Europese Parlement. U bent woordvoerder openbare orde en veiligheid voor de VVD in de Tweede Kamer. Wat is volgens u belangrijk in de discussie over openbare orde en veiligheid? Preventie en repressie. Preventie is en blijft van belang, maar het is een illusie dat je het met pre ventie kunt redden. Het is een traject dat parallel ingezet dient te worden. Wie de grenzen van de wet overschrijdt, moet worden aangepakt. Iedere crimineel verdient straf; dat had de VVD als uit gangspunt tijdens de campagne en dat is ook mijn uitgangspunt als Kamerlid. Van winkeldiefstal tot georganiseerde misdaad. De georganiseerde mis daad is voor veel mensen onzichtbaar en dit feno meen lijkt er in het publieke debat dan ook min der toe te doen. Vroeg of laat ontwricht het de samenleving. Neem het witwassen: wij werken niet voor niets aan het verhogen van de strafmaat. Als je dat laat lopen, is straks het hek van de dam.' Maakt u gebruik van de cijfers van het CBS, bijvoorbeeld op het gebied van criminaliteit? Ja, we maken ondermeer gebruik van de veilig heidsmonitor. Cijfers zeggen natuurlijk niet altijd alles, maar er worden in die monitor ook dingen gemeten als het veiligheidsgevoel. In de VVD zeg gen wij altijd: 'peilingen zijn palingen.' Je moet erg oppassen om je volledige beleid alleen maar te baseren op percentages, cijfers en getallen. Tegelij kertijd is het onmisbaar voor ons om zicht te krij gen op bepaalde ontwikkelingen in de samenle ving. Met alleen de theorie red je het zeker niet. Er is onlangs onderzoek gedaan naar het Nederlandse politieapparaat. Sinds 1994 is het met bijna de helft
Opiniemakers, politici en journalisten beïnvloeden de gedachtevorming in de samenleving. Ze beroepen zich in het algemeen op grondige feitenkennis. Maar is dat wel altijd het geval? Het CBS wil iedereen van informatie voorzien, want alleen als je de cijfers kent, kan een debat op de juiste gronden worden gevoerd. Bovendien heeft eenieder daarmee een gelijk startpunt. In deze rubriek praat Miriam van der Sangen met prominente vrouwen uit onze samenleving. In de vorige nummers vonden gesprekken plaats met Cisca Dresselhuys, Samira Bouchibti, Rita Verdonk, Agnes Jongerius, Joan Ferrier, Mirjam Sterk, Isa Baud, Inez Weski, Annemarie Jorritsma, Liesbeth van der Pol, Karla Peijs, Jeltje van Nieuwenhoven, Joanne Kellermann, Liesbeth Zegveld en Petra Stienen. In deze uitgave wordt Jeanine Hennis-Plasschaert geïnterviewd.
23
Als Tweede Kamer hebben wij unaniem voor de Nationale Politie gestemd
toegenomen, maar het leeuwendeel van die agenten is niet op straat terecht gekomen maar achter een bureau. Die mensen houden zich bezig met cijfers en procedures. Wat vindt u daarvan? Het is een slechte zaak, want uiteindelijk wordt elke diender opgeleid om op te sporen en de orde te hand haven. Veruit de meeste agenten die ik spreek, willen dat ook. Maar door de jaren heen zijn er voor elke oprisping en elk issue nieuwe regeltjes bedacht. Daar is de politiek debet aan want wij hebben als politiek, die enorme administratieve last en bureaucratie waarmee de politie geconfronteerd wordt, in het ver leden mede vorm gegeven. Minister Opstelten heeft een ‘aanvalsplan’ opgesteld om de onnodige bureau cratie en administratieve lasten terug te dringen. Bin nenkort zal er ook een verzamelwet administratieve lasten worden ingediend. Ik hoop dat we dan echt kunnen gaan snijden in de hoeveelheid protocollen en regeltjes waaraan de politie moet voldoen. Daar naast hebben wij natuurlijk een politieorganisatie die nu nog is verdeeld in 26 korpsen. Die zijn door de ja ren heen als eigen 'koninkrijkjes' gaan functioneren en dat heeft ook weer heel veel bureaucratie en admi nistratieve lasten met zich meegebracht. Als Tweede Kamer hebben wij unaniem voor de Nationale Politie gestemd. Het moet nog wel door de Eerste Kamer, maar het zal zeker gaan bijdragen aan het terugdrin gen van onnodige bureaucratie en administratieve lasten. En daarmee kan meer capaciteit worden vrij gespeeld voor het echte politiewerk: het opsporen van misdrijven en het handhaven van de orde. Daar zal ook ik een speerpunt van blijven maken. Er is nog een probleem gesignaleerd in het onderzoek dat ik net noemde, namelijk dat er door de week sprake zou zijn van overcapaciteit bij de politie en onderbezetting 's avonds en 's nachts. Daar worden dan particuliere beveiligingsorganisaties voor ingezet. Wat vindt u daarvan? Ook daar zijn in het verleden met alle goede bedoe lingen allerlei regels bedacht. Uiteindelijk is het poli tieambt natuurlijk wel een uniek beroep. Het is geen baan van negen tot vijf. Elke diender verdient goede arbeidsomstandigheden en voldoende rust. Dat is cruciaal. Wel zijn er te veel regels bedacht, waardoor er op de verkeerde momenten te veel capaciteit be
24
schikbaar is. Dat kán gewoon niet! Daar moeten we naar kijken, het maakt deel uit van de cao-onder handelingen. Wat de inschakeling van particuliere beveiligingsbureaus betreft. Dat is geen vies woord, hoor, maar mensen slaan heel snel aan op BOA's (bijzonder opsporings ambtenaar, red.) en particu liere beveiligers. Ik pas daarvoor, want het zijn ge woon heel integere mensen die goed werk doen. De politiecapaciteit zal altijd beperkt blijven. Dat bete kent dat je prioriteiten moet stellen. Zichtbaar toe zicht en handhaving is in het belang van veiligheids gevoelens. Dat kunnen lokale toezichthouders óók doen. Dat is niet verkeerd, daar moet je gewoon heel pragmatisch mee omgaan. Dan geldt wel dat de ope rationele samenwerking tussen politie, lokale toe zichthouders en particuliere beveiligers cruciaal is en nog beter verankerd moet worden. U hebt ook emancipatie en homobeleid in uw portefeuille. Het percentage homo's dat zich in Nederland gediscrimineerd voelt of te maken krijgt met geweld is iets meer dan 70 procent. Wat moet er volgens u gebeuren om discriminatie terug te dringen? Discriminatie, in welke vorm ook, is onacceptabel. Huidskleur, seksuele geaardheid, het doet er gewoon niet toe. Je discrimineert gewoon niet. De realiteit is helaas dat het wél gebeurt. Kijk naar agressie en ge weld tegen homoseksuelen en lesbiennes. Dit feno meen wordt hard aangepakt. Onder dit kabinet is de strafeis voor gewelddaden waaraan discriminatie ten grondslag ligt, verhoogd. Dat is alvast een belangrijk signaal. Wij hebben 'Roze in Blauw'. Dit is van start gegaan als een voorzichtige pilot bij de politie maar het zal nu landelijk worden uitgerold. Met ondermeer het COC zijn wij hard bezig om concreet invulling te geven aan het verhogen van aangiftebereidheid, want dat is cruciaal. Verder zie je dat burgemeesters in feite over voldoende instrumenten beschikken om op te treden, maar ze nog niet altijd volledig en voldoende benutten. We moeten dus oppassen dat wij niet in een reflex schieten en steeds weer nieuwe regels afkondigen als de ruimte, de instrumenten en de regels er allang zijn. Hoe dan ook, er is dus echt heel veel aandacht voor. En terecht. Miriam van der Sangen
25
kort sport
46 procent maakt uitstapje in de natuur Even lekker naar buiten voor wat frisse lucht en sportiviteit. Wandelen in de natuur is één van de meest aantrekkelijke manieren om in beweging te blijven. Je geniet niet alleen van de omgeving, maar loopt ook de noodzakelijke uurtjes. In 2011 maakte 46 procent van de Nederlanders een uitstapje in de vrije natuur. Als we kijken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen, zien we dat beide seksen gelijk opgaan. (Bron: CBS)
3,6 kilometer reizen naar het zwembad Nederland is een waterland en een zwemland. Bij de Olympische Zomerspelen is zwemmen vaak de meest succesvolle sport voor ons land. En zelf duiken we ook graag het water in om recreatief te zwemmen in één van de vele zwembaden die ons land telt. Een zwembad is eigenlijk altijd wel in de buurt. De CBS-statistiek ‘afstand tot voorzieningen’ geeft aan dat Nederlanders op gemiddeld 3,6 kilometer afstand van een zwembad wonen. (Bron: CBS)
1,8
procent van de Nederlandse bevolking speelt basketball Basketball een Amerikaanse sport? Ook in Nederland werpen we graag een bal in het net en worden wedstrijden door het publiek over het algemeen goed bezocht. Maar – en daarin zijn we geen uitzondering ten opzichte van andere landen – basketball blijkt een mannensport. In totaal beoefent 1,8 procent van de Nederlandse bevolking tussen 6 en 79 jaar deze sport. Van de mannen doet 2,6 procent aan basketball, tegenover 0,9 procent van de vrouwen. (Bron: CBS)
26
kort sport
1,6 procent speelt jeu de boules Jeu de boules is een populaire Franse sport, die ook in Nederland steeds vaker wordt beoefend. Van de Nederlandse bevolking tussen 6 en 79 jaar beoefent 1,6 procent deze sport. Mannen laten de bal net iets vaker rollen dan vrouwen: 1,8 procent van de mannen speelt jeu de boules, tegenover 1,5 procent van de vrouwen. Overigens waren al in de jaren vijftig jeu de boulesverenigingen actief in ons land, maar de Nederlandse Jeu de Boules Bond (NJBB) werd pas in 1972 opgericht. Inmiddels beschikt de NJBB over zo’n 18 000 aangesloten leden, verdeeld over 210 verenigingen door het hele land. (Bron: CBS, NJBB)
27
aan het woord...
Henk van de Velden (39) studeerde econometrie en promoveerde in de economie. Als onderzoeker bij de Bank van de Nederlandse Antillen werkte hij bijna vier jaar op Curaçao. Terug in Nederland begon hij in augustus 2009 bij het CBS als methodoloog. Sinds medio 2010 werkt hij als coördinator van de statistieken over Caribisch Nederland. Op 19 april van dit jaar vertrok hij met zijn vrouw en twee kleine kinderen voor het CBS naar Bonaire.
28
Terug naar de Antillen… Bonaire, Sint-Eustatius en Saba hebben sinds oktober 2010 een nieuwe status als bijzondere gemeenten van Nederland. Het CBS is verantwoordelijk voor de statistieken over deze eilanden. Henk van de Velden coördineerde de werkzaamheden tot voor kort vanuit Nederland, maar is in april dit jaar naar Bonaire vertrokken. De komende twee jaar gaat hij daar helpen bij de ontwikkeling van de statistieken over Caribisch Nederland. De overgang is groot. Niet alleen qua klimaat en cultuur, ook wat betreft werkomgeving en -me thoden. Van het moderne kan toor in Den Haag met ruim 1000 collega’s, stapt Van de Velde over naar een bescheiden gebouw met twee andere medewerkers. Zijn enthousiasme is er niet minder om. Al eerder werkte hij op de Nederlandse Antillen. Weliswaar op het grotere eiland Curaçao, maar daarmee was zijn liefde voor de Cariben wel gebo ren. Hij houdt van het Antilli aanse leven. ‘De temperatuur, het buitenleven, de minder drukke agenda’s, etc. Denk nu niet dat ik daar in een hangmat lig, hoor! We werken gewoon volle dagen. Ik heb er enorm veel zin in.’ In de afgelopen ja ren is al uitgebreid onderzocht welke statistische informatie be langrijk is en hoe deze kan wor
den verzameld. Inmiddels is er een bedrijvenenquête gehouden om de twee handelsregisters van de Kamer van Koophandel te actualiseren. Dat kan daar door middel van bedrijfsbezoeken. Saba telt bijvoorbeeld zo’n 130 bedrijven en organisaties. Van de Velde is zich er goed van be wust dat het werken op de ei landen anders is dan in Neder land. ’Wat we in Nederland doen, kan niet zomaar ook op Caribisch Nederland. Daarvoor is de omvang te klein en zijn de
Men begint vertrouwd te raken met het nieuwe CBS op de eilanden
middelen te beperkt. We zullen ook vertrouwen moeten win nen bij de bevolking. Men be gint vertrouwd te raken met het nieuwe CBS op de eilanden doordat we sinds ruim een jaar op kwartaalbasis rapporteren over de ontwikkeling van de prijzen.’ Van de Velde wil ervoor zorgen dat de kennis en metho dieken die in Caribisch Neder land aanwezig zijn, niet alleen in de hoofden van de medewerkers blijven, maar ook worden gedo cumenteerd. Daarnaast wil hij over twee jaar gedegen econo mische statistieken hebben ont wikkeld die op reguliere basis zullen worden gepubliceerd. ’De statistieken die wij maken zijn van belang voor de Nederlandse ministeries. De resultaten publi ceren we steeds afzonderlijk.’ Annemieke Bos
29
CBS-project
Maarten Emons en Marleen Verbruggen zijn nauw betrokken bij het CBS-brede programma Kennis en Innovatie.
30
CBS op de innovatieve toer Intensief samenwerken met derden om te innoveren
Het CBS is steeds op zoek naar nieuwe manieren om data te verzamelen, processen efficiënter te organiseren
en de klant beter te bedienen. Dat doet het CBS onder meer door medewerkers te stimuleren zelf met ideeën te komen en uit te werken. Wat dat oplevert vertellen Maarten Emons, Marleen Verbruggen en Nico Heerschap.
maken die klanten goed kunnen gebruiken. Ver bruggen: ‘De ideeën waren er al. Veel CBS’ers zien mogelijkheden om bijvoorbeeld nieuwe techno logie in te zetten bij de productie van onze statistieken. Nieuw is dat wij helpen om die ideeën uit te werken door mensen van binnen en buiten het CBS met elkaar in contact te brengen en te ondersteunen met de benodigde middelen, bijvoor beeld in onze nieuwe innovatielabs.’ Maarten Emons, beleidsmedewerker, vult aan: ‘Het innova tieprogramma werkt met een vijf stappenplan: het begint met een idee of met de constatering dat iets niet goed loopt en anders kan. Vervolgens zoek je mensen bij elkaar, leg je contacten en – stap drie – zorg je voor een sponsor. Als de sponsor, dat wil zeggen een manager bij het CBS, a chter het idee staat, wordt het gezamenlijk concreet gemaakt, worden partners gezocht en middelen.’ Verbrug gen: ‘Bij al die zaken kunnen wij assisteren.’ De vijfde stap is de uitwerking van het idee in een proof of concept. Dan wordt aangetoond of een idee werkt. Als een idee haalbaar blijkt, volgt daarna een tatietraject in samenwerking met de implemen sponsor. Deze aanpak vraagt professionaliteit van ritisch de medewerkers en die is er. ‘Mensen zijn k en het helpt dat wij ze vragen zelf met hun idee aan de slag te gaan. Dan blijkt snel genoeg wat goed en bruikbaar is en wat niet.’
‘In vergelijking met andere statistiekbureaus lopen we op het gebied van innovatie in de voorhoede. Er is de afgelopen maanden veel in gang gezet, ook in samenwerking met externe partijen’, zegt Marleen Verbruggen, directeur van het CBS-brede programma Kennis en Innovatie dat sinds dit jaar bestaat. Dit programma richt zich op innovatie op het gebied van waarneming (data verzamelen) en output (hoe we die data presenteren), op effi ciënte processen en op de toepassing van zoge noemde big data, hele grote databestanden. Ver bruggen: ‘Die thema’s zijn verbonden met de strategische visie van het CBS. Hierin staat ook dat we onze statistieken voor een goede prijs Veel CBS’ers zien willen maken met een minimale belasting voor onze responden mogelijkheden om ten.’ Stappenplan Innovatie en samenwerking zijn nodig om goed in te spelen op vragen uit de samenleving. En dat is wat het CBS wil: producten
nieuwe technologie in te zetten bij de productie van statistieken
Internet als nieuwe databron Een voorbeeld van innovatie zijn de mogelijkheden die internet biedt als nieuwe databron voor het maken van statistieken. In maart vond hierover een sympo sium plaats. Nico Heerschap, programmamanager Impact ICT: ‘In 2009 startte het CBS zijn eer ste experimenten met internet als databron. Met behulp van
31
Samenwerking met de buitenwereld is erg belangrijk. Er is veel contact met universiteiten, andere overheidsinstellingen en het bedrijfsleven
Er wordt veel i nternetrobots (software-applicaties kwaliteit worden verbeterd en de die automatische opdrachten op lastendruk voor bedrijven worden met kleine, internet uitvoeren, red.), werden verlaagd. Maar onderzoek in het prijswaarnemingen gedaan op het afgelopen jaar wijst uit dat er nog kortdurende gebied van vliegreizen en benzine. de nodige stappen te zetten zijn om experimenten Ook op het terrein van de woning deze voordelen ook daadwerkelijk markt hebben we het afgelopen jaar te verzilveren’. Volgens Verbrug gewerkt. We zijn een succesvolle pilot met internetro gen ligt het CBS in vergelijking met op zoek naar bots uitgevoerd. Daarnaast onder andere statistiekbureaus voorop zoeken we de mogelijkheid om met onderzoek naar het gebruik innovaties die vacatures van bedrijven van het van internet als databron. ‘Maar internet te halen. Gebleken is dat dát er, in combinatie met b estaand er toe doen technisch veel mogelijk is. De uitda onderzoek, statistieken gaan ko gingen liggen vooral op het terrein men op basis van internetwaarne van de verwerking en analyse van ming is aannemelijk.’ de data en dan met name bij de methodologie. De inzet van internetrobots en smartphones biedt ze Samenwerking met de buitenwereld ker mogelijkheden om statistieken te maken of be ‘Wat nieuw is voor het CBS, is niet altijd nieuw staande statistieken te ondersteunen. Bij internet voor de buitenwereld’, benadrukt Verbruggen. robots heeft prijswaarneming potentie. Bij ‘Daarom is samenwerking met die buitenwereld smartphones gaat het niet alleen om het bel- en zo belangrijk. Er is veel contact met universiteiten, internetgedrag van mensen, maar ook om de andere overheidsinstellingen en het bedrijfsleven’. mogelijkheid om via het registreren van de locatie Emons: ‘We zoeken daarbij ook in voor ons onge waar iemand zich bevindt statistieken te maken bruikelijke richtingen: een opleiding marketing over verplaatsingen, tijdsbesteding en toerisme’. Bij weet bijvoorbeeld veel van sociale media. Zij het toepassen van dit soort nieuwe technieken hebben kennis die wij iets minder in huis hebben. speelt ook de privacy en het vertrouwelijk omgaan met de data een belangrijke rol. Heerschap. ‘Wij hebben vanuit het CBS onderzoek gedaan naar de Symposium over internet als privacyaspecten en konden concluderen dat er vol databron doende ruimte is voor statistiek en onderzoek. Relaties van het CBS die als partner of betrokkene in Privacy en het zorgvuldig omgaan met de data is en maart van dit jaar het symposium over internet als blijft natuurlijk altijd een harde randvoorwaarde. databron bezochten, blikken enthousiast terug. Theo Als CBS mogen we geen informatie verstrekken die Fielmich van het ministerie van Economische Zaken, te herleiden is naar individuele bedrijven of perso Landbouw en Innovatie: ‘Ik heb gemerkt dat er door het nen.’ Voordelen Wat zijn de voordelen van de inzet van internet als databron? Heerschap: ‘In potentie zijn de voor delen groot. Zo kun je nieuwe statistieken maken en sneller publiceren. Ook zie je sneller nieuwe trends en omslagpunten, bijvoorbeeld als er spra ke is van een crisis. Door de grote hoeveelheid data die je kunt waarnemen kan ook gedetailleer der gepubliceerd worden. En als je internetdata combineert met bestaande statistieken kan de
32
CBS inmiddels forse stappen zijn gezet’. Bas Straathof en Henry van der Wiel van het Centraal Planbureau sluiten zich daarbij aan: ‘Het was vooral interessant om te horen hoe je aan de hand van smartphonegebruik mensen kunt categoriseren’. Mark de Reuver van de TU Delft, die samen met het CBS onderzoek doet naar waarneming met de smartphone, voorspelt: ‘De smartphone met zijn veelheid aan functies zoals gps wordt een belangrijk onderzoeksmiddel. Dat zal zeker leiden tot snellere en meer nauwkeurige waarneming’.
Nico Heerschap: ‘Gebleken is dat technisch veel mogelijk is bij het produceren van statistieken op basis van internetdata.’
33
Een idee dat we de komende periode verder willen verkennen is een summer school voor promovendi, die het CBS s amen met de universiteiten zou kunnen opzetten Aan de andere kant: als één van gen in kaart te brengen. Ook voor Dat er onze plannen werkt, willen we dat het CBS is dit een goede bron. economische ook graag over de bühne brengen.’ Emons: ‘We onderzoeken nu hoe In april spraken CBS’ers en ver statistieken gaan we die gegevens van de weg kun tegenwoordigers van universiteiten nen inzetten, bijvoorbeeld voor komen op basis statistieken over verkeersbewegin in het kader van de intensivering van de samenwerking over de gen en drukke en minder drukke van internetthema’s onderzoek, onderwijs en momenten op de weg. Dat levert datalevering. Verbruggen: ‘We informatie op voor waarneming is belangrijke hebben gekeken op welke punten beleidsmakers’. aannemelijk we samen verbeteringen kunnen realiseren. Een idee dat we de Het CBS streeft met het programma komende periode verder willen verkennen is een Kennis en I nnovatie een innovatieve basishouding, summer school voor promovendi, die het CBS denken in kansen en werken vanuit vertrouwen samen met de universiteiten zou kunnen opzet na. Er wordt veel met k leine, kortdurende experi ten. Promotie studenten hebben baat bij kennis menten gewerkt. Verbruggen: ‘We zijn op zoek over het opzetten van statistisch onderzoek en het naar innovaties die er toe doen, voor het CBS én CBS komt in contact met potentiële medewerkers. voor de g ebruikers van onze statistieken.’ Emons: We zoeken steeds naar win-winsituaties.’ ‘Naar innovaties die lastenverlichting voor de respondenten betekenen bijvoor Big data beeld. Net als de rest van de rijks Ook op het gebied van big data kan overheid wil het CBS zo klant samenwerking veel opleveren. Het Het werken met gericht mogelijk zijn. Met de werken met grote bestanden vraagt bezuinigingen die ook het CBS grote bestanden treffen, is het daarbij des te be om nieuwe methoden en technie ken. Daarbij kunnen instellingen langrijker om het werk effectiever vraagt om van elkaar leren. Een voorbeeld en efficiënter te maken. Om dat te nieuwe van big data zijn de gegevens die bereiken zijn ideeën belangrijk. afkomstig zijn van de meetpunten Dat blijft mensenwerk’. methoden en in de weg. Rijkswaterstaat gebruikt deze om files en verkeersbewegin Masja de Ree/Jaap van Sandijk technieken
34
Maarten Emons: ‘Als één van onze plannen werkt, willen wij dat graag over de bühne brengen.’
35
kort reizen Autobussen goed voor 627 miljoen kilometer Niet alle autobussen zijn hetzelfde. Een lijndienstbus heeft een heel andere functie dan een touringcar. Maar hoe zijn de afgelegde buskilometers in ons land verdeeld? In 2009 legden Nederlandse en buitenlandse autobussen gezamenlijk 627 miljoen kilometers af op Nederlands grondgebied. Lijndienstbussen namen daarvan driekwart voor hun rekening. Een vijfde deel werd gereden door Nederlandse touringcars en 4 procent werd verreden door buitenlandse autobussen. (Bron: CBS, Nationale Autopas)
Personenauto’s tot 2 jaar rijden 20 600 kilometer Heeft u een auto van negen jaar of jonger? Dan is de kans heel erg groot dat u meer kilometers per jaar rijdt dan uw collega die in het bezit is van een oudere auto. Cijfers wijzen namelijk uit dat oude auto’s minder kilometers maken dan jonge. Uit gegevens over het jaar 2010 blijkt dat auto’s met een leeftijd tussen de 1 en 2 jaar gemiddeld 20 600 kilometer afleggen. Auto’s die ouder zijn dan 9 jaar rijden ruim 10 000 kilometer. (Bron: CBS)
55 procent van de mannen heeft een auto Autobezit is veelal een mannenzaak. 55 procent van de mannen heeft 1 auto en 10 procent van hen heeft 2 of meer auto’s op zijn naam staan. Bij de vrouwen is dit respectievelijk 33 en 2 procent. Bij mannen stijgt het autobezit met de leeftijd tot ongeveer 75 jaar. Van de jonge mannen van 18 tot 25 jaar heeft een kwart ten minste 1 auto. Dat aandeel loopt op tot drie kwart bij mannen van 65 tot 75 jaar. De vrouwen kunnen daar niet aan tippen: bij hen is het autobezit het hoogst in de leeftijdsgroep van 35 tot 55 jaar. Dan heeft ongeveer 45 procent van de vrouwen een auto. (Bron: CBS)
36
kort reizen
7,7 miljoen personenauto’s Nederland telde op 1 januari 2011 ruim 7,7 miljoen personenauto’s. Dat komt neer op 462 auto’s per 1 000 inwoners. Dat zijn er minder dan in onze buurlanden Duitsland en België, waar in 2009 respectievelijk 509 en 483 auto’s per 1 000 inwoners op de weg waren. Bijna 6,9 miljoen van de ruim 7,7 miljoen personenauto’s in Nederland stonden op naam van een particulier of een leasemaatschappij. Werkgevers leasen auto’s voor hun werknemers omdat zij hierdoor geen kapitaal in hun wagenpark hoeven te stoppen. In totaal heeft ongeveer 8 procent van de huishoudens een leaseauto die ook privé wordt gebruikt. Vooral hogere inkomens hebben een leaseauto. Huishoudens met een leaseauto hebben een besteedbaar inkomen van bijna 37 000 euro. Bij huishoudens zonder leaseauto is het besteedbaar inkomen gemiddeld 23 000 euro. (Bron: CBS, Eurostat)
37
CBS-project
Linda Schaefer en Ronald van der Bie: ‘We brengen on- en offline samen.’
38
Babyboomers in de etalage Nieuwe publicatie combineert oude en nieuwe media
Eind april verscheen de CBSpublicatie ‘Babyboomers. Indrukken vanuit de
statistiek’. Het boekje bestaat uit een aantal observaties over verleden, heden en toekomst van de groep 55- tot 65-jarigen in Nederland. ‘Deze generatie is verantwoordelijk voor de snelle vergrijzing, een fenomeen dat grote invloed heeft op de Nederlandse samenleving. Dat maakt deze publicatie relevant’, aldus auteur Ronald van der Bie.
Hij bracht de tekst en het beeld voor Babyboomers samen: ‘Mensen vinden tegenwoordig dat baby boomers het maar gemakkelijk hebben: ze verdie nen over het algemeen goed, zitten aan de top van hun loopbaan en wonen riant in hun eigen woning. Wat vergeten wordt, is dat deze g eneratie in de ja ren vijftig thuis in het sop van hun zusje of broertje in de gootsteen is gewassen. In de woonhuizen za ten geen centrale verwarming of andere comfort voorzieningen die nu vanzelfsprekend zijn, zoals bijvoorbeeld een douche. Ik ben zelf van een vol gende generatie, maar ik heb nog meegemaakt dat ’s ochtends vroeg thuis de ijsbloemen op de ruit stonden.’ De reacties op de publicatie zijn positief. Vooral de nozems op hun brommers doen het goed.
In de periode 1946–1955 zijn in ons land 2,4 mil joen kinderen geboren. Ook in andere landen piek ten de geboorten na de oorlog, maar in Nederland Grote oplage bleef het geboortecijfer tot eind jaren vijftig het Linda Schaefer is binnen het CBS werkzaam als hoogste van alle West-Europese landen. ‘De gevol uitgever van de CBS-publicaties: ‘Wij willen het gen van de babyboom waren per levensfase voor CBS graag in de etalage zetten met zijn producten. Nederland enorm: overvolle lagere scholen in de Daarom kiezen we een thema dat het werk van jaren vijftig, een grote toestroom naar de het CBS in de breedte laat zien, dus over de tradi arbeidsmarkt en het hoger onderwijs in de jaren tionele onderwerpen en afdelingen heen. Dat zestig, flinke bouwinspanningen in de jaren thema wordt verwerkt in een vierkant boekje. Die zeventig en vanaf 2011 een versnelde toename van zijn bestemd voor het algemene publiek en ver 65-jarigen’, aldus Van der Bie. De komende jaren schijnen in een grote oplage. Het streven is om per jaar twee van deze uitgaven te neemt de druk op de kosten van publiceren. In dezelfde reeks zijn de gezondheidszorg in Nederland toe door een versnelde aanwas De directe aanleiding ook de titels Terugblikken. Een eeuw in statistieken en Nederland van 80-plussers. ‘De directe aan om dit thema uit door de crisis verschenen.’ leiding om dit thema uit te wer ken was de grote toename van te werken was de Tekst en film het aantal gepensioneerden in Bijzonder aan Babyboomers is dat maart en april 2011. En die groei grote toename er tekst en bewegend beeld in is voorlopig nog niet afgelopen.’ van het aantal wordt gecombineerd. ‘Zo zijn er twee filmpjes opgenomen met Beeldvorming gepensioneerden in fragmenten uit polygoonjour Van der Bie werkt als weten schappelijk redacteur bij het CBS. maart en april 2011 naals en drie speciaal voor ons
39
Bijzonder aan Babyboomers is dat er tekst en bewegend beeld in wordt gecombineerd
geproduceerde animaties. We Iedereen kan het behoefte blijven aan mooi vorm brengen de publicatie ook ditmaal gegeven gebonden uitgaven.’ boek gratis als e-book uit. Maar een enhanced e-book, met tekst én filmmateriaal, downloaden en Alexander Klöpping, bekend als is nieuw voor het CBS’. Iedereen social media-trendwatcher en re op een e-reader gelmatig te gast in ‘De Wereld kan het boek gratis downloaden en op een e-reader of tablet lezen en Draait Door’ plaatste een leuke of tablet lezen bekijken. In de gedrukte uitgave tweet over een animatie ‘Op een zijn QR-codes toegevoegd, waar doorsnee dag’ van het CBS. ‘Dan en bekijken mee je op een smartphone de film zie je het aantal hits direct stijgen. pjes kunt bekijken. ‘We brengen Het is mooi om te zien wat de online en offline samen: door de kracht van sociale netwerken kan beelden krijgt de tekst meer lading. Ik voorzie dat zijn en een prachtig compliment voor ons werk’, we in de toekomst gebruik blijven maken van aldus Schaefer. nieuwe media om kennis te verspreiden.’ Frank van der Vorst Nieuwe distributiekanalen Babyboomers is in een oplage van 27 000 stuks in Bent u geïnteresseerd in de animaties in de publicatie boekvorm verschenen, in het Nederlands en het ‘Babyboomers’? Ga naar: Engels. Daarnaast lijken ook de nieuwe distribu www.cbs.nl/babyboomers-totale-levensloop tiekanalen aan te slaan. Schaefer verwacht dat de www.cbs.nl/babyboomers-gezinsvorming oplagen van gedrukte CBS-uitgaven de komende www.cbs.nl/babyboomers-nozems-en-brommers jaren slinken. ‘Die trend zie je in de uitgeefwereld apier en steeds ook: er wordt steeds minder op p meer online gepubliceerd. Mensen downloaden sneller een pdf of e-book. Maar ik denk niet dat het papieren boek zal verdwijnen. Er zal altijd ook
40
Een still uit één van de animaties die in de publicatie ‘Babyboomers’ te zien zijn.
41
kort actueel Ruim 50 procent van de volwassenen bereid tot orgaandonatie Het is geven en nemen in het leven. Maar soms liggen verhoudingen ietwat scheef. Bijvoorbeeld op het gebied van orgaandonatie. Zo geeft 63 procent van de Nederlandse bevolking aan een orgaan te willen ontvangen als dat nodig is. Het aandeel van de bevolking dat organen wil afstaan bij overlijden is met 54 procent wat kleiner. Levensovertuiging en leeftijd spelen een belangrijke rol bij de keuzes. Nietgelovigen zijn vaker bereid tot afstaan dan gelovigen en ouderen zijn minder geïnteresseerd in orgaanontvangst dan jongeren. (Bron: CBS)
1 op de 10 is zzp’er 1 op de 10 mensen in de werkzame beroepsbevolking is zzp’er, ofwel een zelfstandige zonder personeel. Dat is een flinke toename ten opzichte van 2001: in dat jaar was de verhouding nog 1 op de 14. Nederland telt inmiddels 722 000 zelfstandigen zonder personeel, zo blijkt uit cijfers over het eerste kwartaal van 2011. Dat zijn er 250 000 meer dan 10 jaar daarvoor. (Bron: CBS)
75 procent van de werknemers werkt op vaste tijden Elke dag bepalen hoeveel uren je wilt werken? Bijna 8 procent van de werknemers kan dat, mits de begin- en eindtijden binnen vaste tijdvakken vallen (het werken in zogeheten bloktijden). De overgrote meerderheid van de werknemers in Nederland (ruim 75 procent) werkt echter op vaste tijden of op variabele tijden die door de werkgever worden vastgesteld. In de gezondheidszorg, handel, vervoer en horeca hebben werknemers het minst vaak invloed op de eigen werktijden. (Bron: CBS)
42
kort actueel
Energie 9 procent duurder Als iets de laatste jaren duurder is geworden, is dat de energie wel. De laatste 15 jaar zijn de energieprijzen ruim 3 keer zo hard gestegen als de prijzen van andere goederen en diensten. De energieprijzen waren in januari 2012 namelijk bijna 120 procent hoger dan 15 jaar geleden. En dat terwijl de consumentenprijsindex (een belangrijke maatstaf voor het meten van de gemiddelde prijsontwikkeling in Nederland) de laatste 15 jaar toenam met 35 procent. De prijssprong van energie wordt vooral veroorzaakt door de stijging van de leveringskosten voor gas (met 9 euro per maand. Deze kosten zijn sterk afhankelijk van de olieprijs en die is in 2011 behoorlijk gestegen). Maar ook de hogere transportkosten en de energiebelasting dragen bij aan de verhoging. (Bron: CBS)
43
CBS-project
Van links naar rechts: Bart Bakker, Egon Gerards en Ruben van Gaalen. Zij zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) van het CBS.
44
Sociaal Statistisch Bestand schatkamer van het CBS Externe onderzoekers hebben toegang tot SSB via remote access gelegd: een verzameling van registers met demografische en sociaaleconomische data, die onderling gekoppeld kunnen worden. Inmiddels is het uitgegroeid tot een schatkamer, waarvoor ook veel belangstelling is van externe onderzoekers. Vijftien jaar geleden werden de eerste bouwstenen van het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) van het CBS
Geschiedenis Midden jaren negentig is het CBS begonnen met het digitaal binnenhalen van administratieve data: gege vens uit de Gemeentelijke Basisadministratie Perso nen (GBA) en de UWV-bestanden. ‘Het SSB ont stond met het idee om die administratieve data te koppelen’, zegt Bakker, bijzonder hoogleraar regis ter-methodologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en methodoloog bij het CBS. Eerst moest onderzocht worden of dat technisch mogelijk was. Als er fouten zitten in de variabelen die je gebruikt om personen in de registraties te identifice ren – bijvoorbeeld een sofinummer met een type fout erin – kun je de informatie over deze persoon niet koppelen. Ook ontbreken in de data gegevens over illegalen en mensen die hier legaal zijn, maar zich niet hebben laten registreren. En dan zijn er nog mensen die in België of Duitsland wonen, maar hier werken. ‘We hebben methodes ontwikkeld om deze problemen te tackelen, maar er was nog iets anders’, zegt Bakker. ‘Mensen waren er nog niet aan gewend dat het CBS administratieve data gebruikte. We waren bang dat er maatschappelijke onrust zou ont staan. Maar tot onze verbazing leverden twee artike len in de krant nauwelijks reacties op. We hebben daarin natuurlijk wel benadrukt dat we om de tafel zaten met de toenmalige registratiekamer om de beveiliging van de gegevens goed te regelen én dat een gekoppeld registerbestand de samenleving geld en enquêtedruk bespaart.’
Als ouders in het verleden betrokken zijn geweest bij criminele activiteiten, is er een grotere kans dat hun kinderen ook crimineel gedrag gaan vertonen. ‘Dat weten we dankzij het SSB’, zegt Ruben van Gaalen. ‘Daarmee is het mogelijk gegevens van kinderen en ouders te koppelen én personen gedurende jaren te volgen.’ Ook maakt het SSB het mogelijk onderzoek te doen naar heel kleine groepen. ‘Op dit moment onderzoeken we bijvoorbeeld of jonge kinderen van criminele ouders een grotere kans hebben eerder te overlijden. Het gaat om een marginale groep. Maar omdat het SSB gegevens over alle Nederlanders bevat, kunnen we die samenhang toch inzichtelijk maken.’ Van Gaalen ontwikkelt als projectleider nieuwe statistieken en maakt daarbij gebruik van het SSB. ‘En omgekeerd, als we nieuwe bronnen gebruiken, dan Dankzij het SSB is zorg ik ervoor dat die ook in het het mogelijk SSB komen.’ ‘Het SSB is nooit af’, benadrukt teammanager Egon gegevens van Gerards. ‘Het is een combinatie van techniek, methoden en in kinderen en ouders houd. De datastroom houdt nooit te koppelen én op. Daarnaast maken ontwikke lingen in de techniek het mogelijk personen gedurende steeds efficiënter met het SSB te jaren te volgen werken.’
Snel terugkijken De werkelijke start van het SSB heeft nog wat voeten in aarde ge had. Bakker: ‘De volkstelling van 2001 werd onze eerste toepas sing, maar uiteindelijk hebben we pas in 2003 gepubliceerd. We hebben er vijf jaar over gedaan om van alle data die we binnen haalden, statistische data te ma ken. Onder meer omdat we op
45
Marina Pool: ‘De vele mogelijkheden die het SSB biedt, zorgen er wel voor dat ook de vragen steeds complexer worden.'
46
Het SSB is een combinatie van techniek, methode en inhoud. De datastroom houdt nooit op
lossingen moesten vinden voor de combineert. Je bent niet meer alleen De vele structurele fouten die registers be met je eigen onderwerp bezig.’ ‘En mogelijkheden we kunnen veel, maar niet alles’, vatten.’ Inmiddels bevat het SSB zo’n achthonderd variabelen, van zegt Gerards. ‘We zijn bij het kop die het SSB uitkeringsgegevens, tot ziekenhuis pelen van variabelen gehouden aan biedt, zorgt er bezoeken en WOZ-waardes. Van ons meerjarenprogramma. Externe Gaalen: ‘Zaken die eerder in het le waar we mee samen wel voor dat ook onderzoekers ven van een persoon zijn gebeurd, werken zeggen soms: geef ons maar kunnen invloed hebben op het nu de vragen steeds alle informatie die beschikbaar is en de toekomst. Zo hangen gebeur over een onderwerp. Dat kan en complexer tenissen in de vroege levensloop, mag niet. Het beschermen en bewa bijvoorbeeld een scheiding van de ken van de privacy is erg belangrijk worden ouders, samen met het hoogst be voor het CBS. Onderzoekers, zowel haalde opleidingsniveau en daar intern als extern, mogen alleen on mee met de arbeidsmarktkansen van jongvolwas der strikte voorwaarden beschikken over gegevens senen. Die samenhangen kun je onderzoeken met die ze nodig hebben voor hun onderzoek en alle het SSB en dat levert belangrijke informatie op data die we koppelen zijn geanonimiseerd en voor zowel beleidsmakers als wetenschappers.’ bevatten geen indentificerende gegevens.’ Ook de Conjunctuurinvloeden zijn alleen op de langere grootte van de bestanden kan een beperking zijn bij termijn te beoordelen, net als de mate waarin mi het uitvoeren van een onderzoek. Het rekenen met granten integreren en het succes van beleidsmaat die bestanden kan lang duren. ‘Dan loop je tegen regelen. ‘De politiek wil graag snel antwoorden. grenzen op’, aldus Van Gaalen. ‘Soms is de oplos Met het SSB kunnen we in elk geval snel terugkij sing om een steekproef uit het SSB te gebruiken. ken en uitspraken doen over de grootte en ken Dat werkt goed, omdat je dan niet te maken hebt merken van bepaalde groepen in de samenleving. met selectieve non-respons.’ Complexere vragen vergen echter zorgvuldig on derzoek en dus tijd.’ ‘We hebben steeds nagedacht Samenwonen over de vraag hoe we de data ter beschikking kon Omdat het SSB informatie bevat over de gehele den stellen voor het hele CBS’, zegt Bakker. ‘Het bevolking, kun je heel specifieke zaken onderzoe was daarbij van belang dat de data op een stan ken. Clara Mulder, hoogleraar demografie en daard manier werden opgeslagen, voorzien van ruimte aan de Rijksuniversiteit Groningen: ‘De duidelijke documentatie en ingebed in een goed soort informatie en met name de hoeveelheid data ICT-netwerk. Leo van Toor was hier maken het SSB een belangrijke bron bij de architect van de techniek.’ voor ons.’ Ze noemt een aantal voor beelden: ‘In 2010 onderzocht één Al vanaf 2005 Grenzen van mijn promovendi de intergene Binnen het team onderwijs wordt kunnen externe rationele overdracht van woning bijvoorbeeld bekeken hoe de over hoe verhoudt de waarde onderzoekers waarde: gang van school naar werk verloopt. van de woning van ouders en hun Marina Pool: ‘De vele mogelijkheden onze data op kinderen zich tot elkaar? Dankzij het die het SSB biedt, zorgen er wel voor SSB konden we die woningwaarde afstand dat ook de vragen steeds complexer goed in kaart brengen. Een onder worden. Werken met het SSB vraagt zoek naar het uit huis gaan van jon raadplegen via om goede samenwerking met de geren in verschillende etnische groe remote access pen hadden we met een enquête andere afdelingen omdat je thema’s
47
De mogelijkheid verschillende bestanden over verschillende jaren te koppelen maakt het SSB uniek
Kennisinstellingen moesten betalen voor de docu nooit kunnen uitvoeren. Dan zou de hoeveelheid data veel te mentatie die speciaal voor hen kunnen klein zijn geweest om er conclu gemaakt werd. Inmiddels be sies uit te trekken. Hetzelfde taalt het CBS die kosten zelf. En toestemming geldt voor een onderzoek naar vanaf 2005 kunnen externe on krijgen om de data derzoekers onze data op afstand dertigers die in één huis gingen wonen met hun ouders.’ De ge raadplegen, via remote access. in het SSB zelf te bruikersvriendelijkheid van het Hierdoor zijn de data veel toe gebruiken voor SSB kan nog beter, vindt Mulder: gankelijker geworden, hoewel ‘De procedures om de uitkom het lastig is dat je data tijdens onderzoek sten te laten controleren zijn het proces niet kan printen. De duur en intensief in verband met wachtlijst voor het verkrijgen gegevensbeveiliging. En soms van remote access-aansluitin zitten er onverklaarbare fouten in de data of is niet gen moet ook nog worden verkort.’ duidelijk hoe betrouwbaar de gegevens zijn. Deels Het SSB maakt onderzoek tot op details mogelijk. komt dat overigens doordat we vaak gebruik Maar er mogen nooit zoveel variabelen met elkaar maken van bestanden die nog niet uitontwikkeld gecombineerd worden dat het mogelijk wordt perso zijn.’ nen te herkennen in de uitkomsten van het onder zoek. Gerards: ‘Het CBS controleert dit goed, ook bij Niet herkenbaar onderzoeken van externen. Dat kost wel tijd.’ Kennisinstellingen kunnen toestemming krijgen om de data in het SSB zelf te gebruiken voor Duur onderzoek. Daar is veel interesse voor. Bakker Na de conferentie in 2003 is het SSB samen met vertelt over een eerste conferentie voor univer externe onderzoekers verder ontwikkeld. Daar siteiten en planbureaus in 2003. ‘Zij waren direct kwam een aantal projecten uit voort die goed enthousiast. Maar er was ook kritiek: het SSB was scoorden in de media. Bakker: ‘Bijvoorbeeld de in die tijd alleen bij het CBS te raadplegen en het eerste publicatie waarin verdachten werden uitge gebruik was duur omdat de geïnteresseerden splitst naar herkomstgroepering en sociaalecono mische status.’ In 2005 volgde een nieuwe confe rentie en daarna nam het gebruik van het SSB een Wim van Nunspeet vlucht. Mede dankzij remote access. Waarom is de Wim van Nunspeet, hoofddirecteur Sociaal-economische belangstelling zo groot? ‘Zelf data verzamelen is en Ruimtelijke Statistieken bij het CBS: ‘Het SSB maakt duur en universiteiten krijgen steeds minder sub onderzoek mogelijk, dat er anders niet zou zijn, doordat sidie van de NWO’, zegt Bakker. ‘Analyse op be het meerdere aspecten over de bevolking en de economie staande data biedt dan uitkomst. Het SSB is een bij elkaar brengt. Het CBS let er goed op dat de data die schatkamer. Je kunt heel kleine groepen onder we koppelen ontdaan zijn van herkenbare gegevens als zoeken en generaties met elkaar vergelijken. Je naam, adres en sofinummer. In- en externe onderzoekers kunt achteraf extra dwarsverbanden leggen, mogen alleen beschikken over data die van belang zijn waardoor je heel flexibel bent als nieuwe vragen voor hun onderzoek. Met het SSB is een standaard manier rijzen, bijvoorbeeld vanuit de politiek. In het hui van data opslaan ontstaan, waardoor de uitkomsten van dige SSB kun je mensen elf jaar lang volgen. Als je onze onderzoeken eenduidig zijn. We breiden het SSB dat met een enquête probeert, stuit je op metho steeds verder uit, zodat deze voordelen straks gelden voor dologische bezwaren. Niet iedereen zal steeds ál onze data.’ opnieuw meedoen en wie wel en niet meedoet, is selectief - ongezonde mensen doen bijvoorbeeld 48
Wim van Nunspeet, hoofddirecteur Sociaal-economische en Ruimtelijke Statistieken bij het CBS: ‘Het SSB maakt onderzoek mogelijk, dat er anders niet zou zijn.'
49
De soort informatie en met name de hoeveelheid data maken het SSB een belangrijke bron voor ons
vaker mee aan een enquête over gezondheid dan gezonde.’ Het SSB groeit nog steeds. Er wordt bijvoorbeeld hard gewerkt om het opleidingsarchief compleet te maken, door verschillende bronnen te combi neren. Deze informatie wordt door veel externe onderzoekers gemist. Maar ook nog lang niet alle data over personen en huishoudens die het CBS heeft, maken deel uit van het SSB. Gerards: ‘Het vraagt wat van medewerkers en de interne orga nisatie om het SSB steeds verder uit te breiden en de thema-overstijgende mogelijkheden te benut ten.’ De toekomst ligt ook bij het onderzoek naar de methodologie. Bakker: ‘Het gebruik van admi nistratieve data is nog niet wijdverbreid. De
methodologie staat in de kinderschoenen en was lange tijd gebaseerd op best practices. Het CBS doet nu veel onderzoek, samen met de Vrije Universiteit. In 2010 hebben we een conferentie over dit on derwerp georganiseerd die resulteerde in een pu blicatie* waaruit nog steeds veel geciteerd wordt’. Masja de Ree
* Registers in sociaalwetenschappelijk onderzoek. Mogelijkheden en valkuilen (CBS, 2010).
Roel Jennissen
Marcel Spijkerman
Roel Jennissen is verbonden aan het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Veiligheid en Justitie: ‘Het SSB maakt het voor ons mogelijk specifiek onderzoek te doen naar verdachten. Met het SSB koppelen we de politiebestanden met verdachten aan sociaaleconomische gegevens. Zo hebben we onder meer belangrijk onderzoek kunnen doen naar criminaliteit onder etnische groepen. Vroeger werd bij dit onderwerp in de volksmond gesproken van ‘de buitenlander’. Nu ligt de vinger veel meer op de zere plek. Het blijkt bijvoorbeeld dat vooral jonge tweede generatie Marokkanen en eerste generatie Antillianen vaak betrokken zijn bij criminele activiteiten. Andere groepen, bijvoorbeeld Turken, Surinamers of oudere Marokkanen, vallen in dit kader minder op en worden daardoor dankzij dit onderzoek niet langer ‘gedemoniseerd’. Er zijn ook etnische groepen die juist minder crimineel zijn dan de autochtone bevolking, bijvoorbeeld Chinezen. Deze informatie is erg belangrijk om goed beleid te ontwikkelen. Het brengt ons dichterbij de oplossing van de problemen.’
Marcel Spijkerman werkt bij SEOR, een zelfstandig onderzoeksbureau onder de paraplu van de Erasmus Universiteit, dat zich toelegt op sociaal economische vraagstukken: ‘Wij gebruiken het SSB voor verschillende onderzoeken. Een voorbeeld is het onderzoeksprogramma arbeidsmarkt, zorg en welzijn, dat we in opdracht van onder andere het ministerie van VWS uitvoeren. We gebruiken het SSB daarbij om individuen in de tijd te volgen. Werkt die vrouw een jaar later nog steeds in het ziekenhuis of is ze in een andere branche terecht gekomen? Of haar baan verloren? De mogelijkheid verschillende bestanden over verschillende jaren te koppelen maakt het SSB uniek: je kunt niet alleen zien dát iemand uitstroomt uit een bepaalde branche, maar ook waarnaar toe. Het CBS biedt ons met het Sociaal Statistisch Bestand veel mogelijkheden. De CBS-data worden steeds toegankelijker. Het is wel zo dat de bestanden zo groot worden dat het koppelen ervan technisch soms lastig is. Dat is uiteraard een consequentie van onze wens met grote bestanden te werken. Mogelijk biedt nieuwe techniek in de toekomst uitkomst.’
50
Marcel Spijkerman (SEOR): ‘De CBS-data worden steeds toegankelijker. Het is wel zo dat de bestanden zó groot worden dat koppelen ervan technisch soms lastig is.'
51
kort culinair
2,4 procent meer omzet voor horeca In het vierde kwartaal van 2011 heeft de horeca (inclusief verblijfsrecreatie en cateringbedrijven) meer omzet behaald dan in het vierde kwartaal van 2010. Restaurants en cafetaria’s hebben het meest bijgedragen aan de omzetgroei in dit kwartaal. Zij behaalden een meer dan gemiddelde omzetgroei. Voor restaurants bedroeg die groei 4 procent en voor cafetaria’s zelfs 7,5 procent. Hotels, café's, verblijfsrecreatie en catering deden het minder goed. (Bron: CBS)
6
procent van de ingevoerde wijn komt uit Zuid-Afrika Stellenbosch, Skoonuitsig, Paarl: geen onbekende namen voor de echte liefhebbers van Zuid-Afrikaanse wijn. Maar wel namen die we steeds minder tegenkomen in onze winkels. De Nederlandse wijnimport uit Zuid-Afrika neemt namelijk steeds verder af. In 2010 kwam nog maar 6 procent van de ingevoerde wijn uit dit land. Binnen de totale invoer is het aandeel van Zuid-Afrikaanse wijn in 6 jaar tijd meer dan gehalveerd. (Bron: CBS)
18 000 banen bij groentebedrijven Het eten van groenten is niet alleen lekker en gezond, het is ook nog eens goed voor de werkgelegenheid. In de tuinbouwsector zorgen groentebedrijven namelijk voor het grootste deel van de werkgelegenheid. In 2010 waren de tuinbouwbedrijven goed voor ongeveer 94 000 banen. De bedrijven met groenten onder glas telden daarvan 18 000 banen. Daarmee zorgden ze voor het grootste deel van de werkgelegenheid in de tuinbouw. Op de tweede en derde plaats volgen boomkwekerijen en bedrijven met bloemen onder glas met elk 14 000 banen. (Bron: CBS)
52
kort culinair
2 procent van de landbouwbedrijven werkt biologisch We leven en eten steeds bewuster. Biologische voeding wordt dan ook steeds belangrijker. Zowel supermarkten als restaurants breiden hun assortiment er steeds verder mee uit. Maar in hoeverre wordt er biologisch gewerkt op de landbouwbedrijven in Nederland? Cijfers uit 2011 wijzen uit dat 2 procent van de landbouwbedrijven werkt volgens een biologische productiewijze. Dit betekent dat er geen kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast, maar organische mest en biologische gewasbescherming. Daarnaast zijn er onder andere voorschriften bij het gebruik van krachtvoer en diergeneesmiddelen voor het vee. Ook is er voor het vee een uitloopmogelijkheid. Het aandeel biologisch gehouden dieren ligt ook rond de 2 procent. Van het rundvee (vooral melkvee), schapen en kippen (bijna 2 miljoen) wordt ongeveer 2 procent biologisch gehouden. Bij varkens is dit ongeveer een half procent. Met 7 procent is het aandeel biologisch gehouden geiten relatief hoog. (Bron: CBS)
53
recente CBS-publicaties
Bestellingen E-mail:
[email protected] Fax: (045) 570 62 68 Kengetal: V-65 ISBN: 978-90-357-1657-5 Prijs:
€ 14,30 (exclusief verzendkosten)
De pdf van deze publicatie kunt u ook gratis downloaden vanaf de website van het CBS.
Welvaart in Nederland Inkomen, vermogen en bestedingen van huishoudens en personen De afgelopen drie decennia zijn de Nederlandse huishoudens gaandeweg steeds welvarender geworden. Een doorsneehuishouden had in 2010, gecorrigeerd voor inflatie en huishoudensomvang, een kwart meer te besteden dan in 1977. Grotendeels in lijn met de conjuncturele ontwikkeling nam de koopkracht vrijwel voortdurend toe. In 2001 was er een piek door de belastingherziening in dat jaar. Maar in 2010 daalde de koopkracht met 0,5 procent, de grootste teruggang sinds 1985. Ook zagen huishoudens de laatste jaren hun vermogen flink afnemen. Dit zijn enkele conclusies uit de publicatie ‘Welvaart in Nederland’ waarin de meest actuele landelijke en regionale cijfers over aspecten van welvaart, zoals inkomens, vermogens en bestedingen, worden gepresenteerd. Ook komen lange trends aan bod.
54
recente CBS-publicaties
Bestellingen E-mail:
[email protected] Fax: (045) 570 62 68 Kengetal: V-4 ISSN: 1573-2215 Abonnementsprijs: € 55,80 Prijs per los nummer: € 15,35 Prijzen zijn inclusief administratieen verzendkosten De pdf van deze publicatie kunt u ook gratis downloaden vanaf de website van het CBS.
Sociaaleconomische trends 2012 Het CBS verricht veel onderzoek naar ontwikkelingen en achtergronden op sociaaleconomisch terrein. Het kwartaalblad Sociaaleconomische trends is het belangrijkste medium om de resultaten hiervan in uitgebreidere artikelen onder de aandacht te brengen. De eerste bijdrage in het eerste nummer van 2012 handelt over het gebruik van de huurtoeslag, terwijl de volgende ingaat op de vraag in hoeverre de arbeidsduur kan worden vergroot van werknemers die parttime werken. Daarnaast bevat dit nummer artikelen over het bezit van personenauto’s, de arbeidsmarktpositie van geregistreerde verpleegkundigen, de Citotoets en de schoolloopbaan. In het uitgebreide achtergrondartikel wordt het verschil tussen de CCS-definitie en de ILO-definitie van de beroepbevolking belicht.
55