01 08
WINTER 2008
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Winter in cijfers Minister Rouvoet: ‘Waar het mij om gaat is dat ik mijn eigen beleid voer’ Jan Latten in gesprek met Samira Bouchibti CBS treedt op een nieuwe manier met zijn buurtstatistieken naar buiten
Winter in cijfers De winter, een heerlijk seizoen waarin veel mensen genieten van een Hollandse stamppot. Bijvoorbeeld van hutspot. Een combinatie van aardappelen, klapstuk, uien en peen. Maar hoe zit het eigenlijk met die winterpeen? In 2006 werd in Nederland 404 miljoen kilo winterpeen geproduceerd. Om een beeld te krijgen: de oogst aan winterpeen paste in 10 duizend vrachtauto’s met een laadvermogen van 40 ton. Wortels zijn rijk aan bètacaroteen, dat in het lichaam wordt omgezet in vitamine A. Dus niet alleen lekker zo’n winterstamppot, maar ook gezond.
01 08 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Gosse van der Veen Directeur-generaal CBS
01 08
WINTER 2008
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Winter in cijfers Minister Rouvoet: ‘Waar het mij om gaat is dat ik mijn eigen beleid voer’ Jan Latten in gesprek met Samira Bouchibti CBS treedt op een nieuwe manier met zijn buurtstatistieken naar buiten
Colofon
01/08 is het relatiemagazine van het CBS dat als doelstelling heeft de externe relaties van het statistiekbureau te informeren over het CBS en met het CBS verwante relevante maatschappelijke ontwikkelingen. 01/08 verschijnt 4 keer per jaar. Uitgave: Centraal Bureau voor de Statistiek. Hoofdredactie: Hans van Brussel, Miriam van der Sangen. Medewerkers: Paul Bransz, Hans van Brussel, Daan Dijksman, Jan Latten, Roos Schlikker, Pauline Smabers, Ron Storm, Diederik Visser, Herjet van Zoest-Visser. Cover: Tweede Kamerlid Samira Bouchibti. Fotografie: PP Fotografie Zoetermeer, ANP Fotoarchief, Simon Jol/CBS. Illustraties: Andy Grogan. Oplage: 10.00 exemplaren. Concept: Hans van Brussel. Vormgeving: Jan van Halm. Opmaak: Centraal Bureau voor de Statistiek, Grafimedia. Druk: OBT bv, Den Haag. Reacties op het blad zijn welkom via e-mail:
[email protected].
Voorwoord Dit is al weer de twee editie van het externe relatieblad van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Op de eerste editie, die in de tweede helft van 2007 verscheen, kregen we tientallen reacties. De meeste constructief en een aantal met concrete suggesties voor verbeteringen en aanvullingen. Dank u wel daarvoor. Met dit blad willen we de mensen achter de cijfers – degenen die er mee werken, er aan werken en degenen die ze aan ons verstrekken – in beeld brengen. We willen laten zien hoe belangrijk cijfers kunnen zijn in verschillende toepassingen en voor verschillende doeleinden. En ten slotte leest u misschien wel over cijfers waarvan u niet wist dat ze bestonden en dat we ze bij het CBS hebben en graag aan iedereen beschikbaar stellen. U vindt in deze tweede uitgave een interview met André Rouvoet, vice-ministerpresident in het kabinet Balkenende IV en minister voor Jeugd en Gezin. Eén van de redenen om met hem in gesprek te raken was de lancering, nog niet zo lang geleden, van de Jeugdmonitor (http://jeugdmonitor.cbs.nl), een belangrijk digitaal hulpmiddel voor jeugdbeleid waaraan het CBS met meerdere ministeries werkt. Ook ziet u portretten van de mensen zonder wie we ons werk niet zouden kunnen doen: degenen die onze enquêtes met enige regelmaat invullen, het is een dwarsdoorsnede van het Nederlandse bedrijfsleven. Samira Bouchibti, Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid, wordt in dit nummer de maat genomen door CBS-woordvoerder en hoogleraar Jan Latten. Hoe groot is haar parate kennis van de voor haar relevante cijfers over de voor haar relevante onderwerpen? Jaarlijks maakt het CBS tal van publicaties die allemaal wel – de een wat meer dan de ander – de pers halen, (Kamer)vragen oproepen en mede richting geven aan het publieke debat. Hoe komt zo’n publicatie tot stand? In dit nummer het wordings proces van ‘De Nederlandse Economie’, één van onze belangrijkste publicaties. En ten slotte aandacht voor een nieuwe website van het CBS: CBS in uw buurt (www.cbsinuwbuurt.nl). Als u dit leest is de site officieel gelanceerd door staats secretaris Frank Heemskerk die, zoals u in het vorige nummer kon lezen, niet alleen ambtshalve ‘iets met het CBS heeft’. In dat artikel leest u ook hoe u CBS-buurt gegevens in Google Earth kunt gebruiken. Er is nog veel meer en ik hoop dat u er plezier aan beleeft en misschien ook wel iets van leert. Gosse van der Veen, Directeur-generaal
Aan dit nummer werkten mee... Daan Dijksman (1948) studeerde aan de School voor de Journalistiek en was redacteur van opinieweekblad HP, lid van de hoofdredactie van HP/De Tijd, hoofdredacteur van Vara TV Magazine en is op dit moment onder meer betrokken bij het literaire kwartaalblad Torpedo.
Roos Schlikker (1975) studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde, speelt toneel en schrijft als freelancer voor tal van bladen waaronder FEM/De Week, HP/De Tijd en Volkskrant Magazine.
Pauline Smabers (1965) studeerde Nederlands in Groningen met als afstudeerrichting taalkunde. Zij begon haar loopbaan als bureauredacteur van de Dikke van Dale en werkte daarna voor diverse communicatieadviesbureaus. Sinds 2003 is ze werkzaam als zelfstandig communicatieadviseur.
Hans van Brussel (1952) begon zijn loopbaan als kunstenaar en werd na een aantal reclame-opleidingen te hebben gevolgd copywriter. Vervolgens was hij uitgever van diverse tijdschriften, waaronder HP/De Tijd. Sinds november 2006 is hij werkzaam als hoofd Communicatie bij het CBS.
Jan Latten (1952) is hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam en werkzaam bij het CBS als onderzoeker en woordvoerder. Hij publiceert onder andere over trends op het gebied van relaties in samenhang met maatschappelijke en economische ontwikkelingen.
Herjet van Zoest-Visser (1977) studeerde pedagogische wetenschappen aan de Universiteit van Leiden met als afstudeerrichting onderwijskunde. Sinds 2000 is zij werkzaam als communicatieadviseur bij de sector Communicatie van het CBS.
01 08 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Hans Boer: ‘Ik denderde de hele organisatie door om die cijfers boven water te halen’
10
Het verhaal achter de cijfers
Minister Rouvoet van Jeugden Gezinszaken: ‘Waar het mij om gaat is dat ik mijn eigen beleid voer’
34
Jan Latten in gesprek met Samira Bouchibti
22
12
Inhoud
En hoe zit het in uw wijk?
44
Volkstellingen in Nederland: van face-to-face naar virtueel
54
kort CBS 6–7 kort algemeen 8–9 Hans Boer:‘Ik denderde de hele organisatie door om die cijfers boven water te halen’ 10 Minister Rouvoet van Jeugd- en Gezinszaken: ‘Waar het mij om gaat is dat ik mijn eigen beleid voer’ 12 kort sport 18–19 Jeroen Scheerman:‘Het CBS moet zichzelf beter verkopen’ 20 Jan Latten in gesprek met Samira Bouchibti 22 kort IT 28–29 Martin Nijenhuis: ‘Een krant is geen lopendebandwerk. Het nieuws bepaalt de sfeer in het bedrijf’ 30 kort reizen 32–33 Het verhaal achter de cijfers 34 kort culinair 40–41 Gaston van Leeuwen: ‘Het CBS zou best wat strenger mogen zijn’ 42 En hoe zit het in uw wijk? 44 kort actueel 50–51 Rob Verbeek: ‘Ik doe voor mijn bedrijf wat het CBS voor Nederland doet’ 52 Volkstellingen in Nederland: van face-to-face naar virtueel 54 recente publicaties 60
kort CBS
2.920 baardvleermuizen in Nederland De baardvleermuis (Myotis mystacinus) is een vleermuis van de familie der gladneuzen en een kleine soort van 4 tot 8 gram met een spanwijdte van 19 tot 22,5 centimeter. In 2007 werden er 2.920 van geteld in Nederland; wat sinds 1986 een toename is van bijna 1.880. Hoe weten we nu hoeveel vleermuizen er zijn? De vleermuizen worden jaarlijks geteld tijdens de zogenaamde wintertellingen in groeven, forten, bunkers e.d. De vleermuizen houden dan een winterslaap en zijn op die plekken goed te tellen. Baardvleermuizen komen in bijna heel Nederland voor, maar ze hebben een voorkeur voor parkachtige landschappen. Daar jagen ze, met hun voor mensen onhoorbaar hoge sonargeluiden, op insecten. Wanneer u een vleermuis in huis hebt, kunt u het beste het raam tijdens de avondschemering open zetten; de vleermuis vliegt dan vanzelf weg. Heeft u veel vleermuizen in huis… bel dan een vleermuisdeskundige en ga niet zelf aan de slag. Bijtwonden kunnen gevaarlijk zijn. (Bron: CBS, Netwerk Ecologische Monitoring, www.vleermuis.net)
Gemiddeld zijn ze 3.434 gram schoon aan de haak Eén van de eerste dingen die gedaan worden wanneer er een baby geboren wordt, is wegen. Natuurlijk wordt door de trotse vader eerst de navelstreng doorgeknipt, maar daarna wordt de nieuwe telg gauw aan de haak gehangen. Het gemiddelde geboortegewicht voor baby’s lag in de periode 2004/2006 op 3.434 gram. Jongetjes wegen gemiddeld iets meer: 3.488 gram. Meisjes zijn iets lichter, namelijk 3.379 gram. Natuurlijk zijn er ook uitzonderingen naar boven en beneden. Acht op de duizend baby’s wegen minder dan 1.500 gram en in 3,7 procent van de gevallen meer dan 4,5 kilo. In Siberië is onlangs een vrouw bevallen van een kind(je) dat bij de geboorte 7,75 kilo woog. De lieflijke babykleertjes in maatje 56 zijn waarschijnlijk gelijk op de Siberische ‘marktplaats’ gezet. (Bron: CBS)
6
53 hoogbejaarde auto’s In Nederland waren er op 1 januari 2007 nog 53 auto’s met het bouwjaar tussen 1900 en 1909. Echte oudjes dus. Deze auto’s mogen niet meer standaard op de snelweg rijden in verband met hun lage snelheid. Vaak is het zo dat er een vergunning om te rijden aangevraagd moet worden en dat gaat dan meestal onder politiebegeleiding. De eerste auto reed in Nederland in 1896, in 1898 waren dat er 60. Mede op initiatief van importeur Aertnijs werd een echte automobielwedstrijd georganiseerd van Parijs naar Amsterdam. Dat was voor minister Lely aanleiding om in 1898 ook wetgeving te maken voor de auto. Dat hield in dat er een maximumsnelheid kwam, dat de auto remmen moest hebben en een claxon. In die wet was ook opgenomen dat paarden voorrang hadden. (Bron: CBS, Nederlands Automobielmuseum)
kort CBS
Wordt er bij 51 procent van de huishoudens lustig op los genaaid? In 2005 had 51 procent van de huishoudens een elektrische naaimachine in huis. Procentueel gezien is dat een daling ten opzichte van 1985, toen was er namelijk in 72 procent van de huishoudens zo’n elektrisch hulpmiddel aanwezig. Wat is een naaimachine eigenlijk? Een definitie is: een apparaat waarmee het naaien van stoffen half geautomatiseerd kan plaatsvinden. Rond 1755 werd in verschillende Europese landen geprobeerd om een machine uit te vinden die het naaien met de hand zou kunnen vervangen. Dit richtte zich vooral op de grote kleermakerijen. Rond 1830 verschenen in Frankrijk de eerste naaimachines in de ateliers. De heer Barthlemy Thimonnier ontwikkelde trouwens de eerste bruikbare naaimachine. Hij
kreeg daarna gelijk een contract voor het produceren van de Franse legeruniformen. In het begin van de 19e eeuw was de naaimachine zover doorontwikkeld dat hij ook gebruikt kon worden door de ‘huisvrouw’. Dit was toen nog een trapnaaimachine, maar al een hele verbetering omdat de handen nu beide gebruikt konden worden voor het naaigoed. De doorstap naar de elektrische naaimachine was rond 1905 en die gebruiken we nu nog steeds. Hoeveel huishoudens in Nederland hebben nu eigenlijk een naaimachine in huis? In 2005 ging dat om ruim 3,6 miljoen huishoudens. Dat zijn er bijna 370 duizend minder dan in 1985, toen hadden bijna 4 miljoen huishoudens al zo’n elektrisch hulpmiddel. (Bron: CBS en Wikipedia)
7
kort algemeen
1.200 keer Neerlands trots Vorig jaar stonden alle 1.200 molens in Nederland even in het zonnetje vanwege ‘Het jaar van de molen’. Nog maar 1.200 zijn er over van de 10.000 molens die er ooit op Nederlandse bodem hebben gestaan. Van de huidige molenpopulatie zijn de meeste te vinden in Zuid-Holland, namelijk circa 220 molens. Utrecht is landelijk gezien ’molen-arm’ te noemen met maar 33 molens. Ook al is het aantal molens drastisch afgenomen, het blijven stuk voor stuk imposante bouwwerken. Gebouwen waar men als Nederlander best trots op mag zijn. (Bron: www.moleneducatief.nl)
Vrouwen van 1,65 meter en 82 kilo mogen geen paard rijden
1,5
tot 4 minuten ‘Dancing with keffers’ Veel rages komen uit de Verenigde Staten overgewaaid. Zo ook de nieuwste manier om tijd door te brengen met je hond. Het zogenaamde dogdancing wordt buiten de grenzen van de VS ook steeds bekender. Het is zelfs een erkende sportdiscipline. Het is niet de bedoeling dat u met uw hond hele walsroutines doorneemt en daarbij de nodige ‘lifts’ inzet. Dogdancing is vooral een mix tussen spel, gehoorzaamheid en artistieke dans. Het correct uitvoeren van dans en choreografie levert punten op. Er zijn verschillende disciplines, maar zeker is dat een voorstelling ongeveer 1,5 tot 4 minuten duurt. Dat is dus voor bepaalde, meer gevorderde honden 4 minuten met de pootjes van de vloer. (Bron: www.e-gezondheid.nl)
8
Wie te zwaar is, mag eigenlijk geen paard rijden. Dat blijkt uit onderzoek van manege De Gompert in Hengelo. Door gebruik te maken van de Body Mass Index (BMI) wordt nu in Hengelo eerst bekeken of ruiters wel op het paard kunnen rijden zonder het dier klachten te bezorgen. Een vrouw van 1,65 meter met een gewicht van 82 kilo zal toch moeten ‘Sonja Bakkeren’ eer zij een Hengelose viervoeter mag bestijgen. Niet alleen de gezondheid van het paard wordt zo in de gaten gehouden, ook uit economisch oogpunt is het een verstandige zet. Paarden met rugpijn en andere lasten zijn langer uit de running en daardoor minder vaak in te zetten. (Bron: Manege De Gompert, Hengelo)
kort algemeen
6 uur verhoor en daarmee basta! Mocht u binnenkort worden aangehouden door de politie, dan volgen hier enkele bepalingen die zeker van pas kunnen komen. De politie mag u bijvoorbeeld maar 6 uur verhoren. U hoeft bij deze verhoren niet te antwoorden. Dat kan dus resulteren in een monoloog van de agent in kwestie van 360 minuten. Mocht u om acht uur ’s avonds worden aangehouden dan telt de 6-uursregel niet. U wordt dan dus niet tot twee uur ‘s nachts verhoord, maar tot middernacht en de volgende dag nog twee uur. En dat begint pas om 9 uur ’s ochtends. U kunt dus nog redelijk fris aan de rest van het verhoor beginnen. Mocht u na deze 6 uur
nog verdacht zijn, dan kunt u in verzekering worden gesteld. Dat mag maximaal drie dagen duren. Na inzage door de Officier van Justitie kunnen er vele verlengingen plaatsvinden. Mocht het allemaal echt tegen zitten, dan kunt u levenslang de bajes in. In 2006 zaten 17 mensen in Nederland levenslang in de cel. En dat is in Nederland ook, anders dan vaak wordt gedacht, écht levenslang. Naast Estland is Nederland het enige land in Europa waar je je leven lang achter de tralies kunt verdwijnen. Om dit alles te kunnen omzeilen, kunt u beter op het rechte pad blijven. (Bron: CBS, www.politie.nl, www.wikipedia.nl)
9
Hans Boer noemt zichzelf ‘rebellerig’. Het is zijn manier om dingen voor elkaar te krijgen. Ontspannen doet hij in de sauna en met een portje bij de open haard. Als tegenwicht voor zijn stressvolle baan.
10
‘Ik denderde de hele organisatie door om die cijfers boven water te halen’ Hans Boer houdt van bouwen. Vijf jaar geleden zette hij de afdeling Reporting & accounting op binnen Nuon. Die afdeling staat. Als een huis. Sinds kort bouwt hij aan een geheel nieuwe afdeling binnen hetzelfde bedrijf. En aan zijn eigen jaren dertig huis in Haarlem.
T
ot augustus van dit jaar was Hans verantwoordelijk voor de rapportages richting het CBS. ‘Ik denderde de hele organisatie door, zowel kwalitatief als kwantitatief, om die cijfers boven water te halen.’ Hans noemt zijn werkstijl uitdagend en prikkelend. ‘Ik houd ervan mensen te verleiden tot een pittige discussie over strategische zaken. Je kunt me misschien rebellerig noemen. Het is mijn manier om mensen te bewegen, dingen voor elkaar te krijgen.’ Het legt hem geen windeieren. Samen met het CBS heeft hij een enorme efficiencyslag gemaakt in de aanlevering van gegevens. Hans: ‘We hadden voorheen 130 bedrijfsonderdeeltjes, die allemaal afzonderlijk de cijfers moesten
aanleveren. Erg ondoorzichtig. Bij veel onderdelen belandden de formulieren onderin de bureaula. We hebben dat nu teruggebracht naar vijf onderdelen. Efficiënter voor ons, maar ook voor het CBS. Daar gaat heel veel denk- en rekenwerk aan vooraf. Op welke manier voeg je die cijfers samen? Hoe haal je de ‘ruis’ er zoveel mogelijk uit? Maar het is gelukt!’ Hans is erg tevre-
Mijn gesprekspartner bij het CBS was heel geduldig. Echt iemand waarmee je iets kunt opbouwen
den over de samenwerking met het CBS. ‘Mijn gesprekspartner was heel geduldig. Echt iemand waarmee je samen zoiets goed en gedegen kunt opbouwen. Ik kan alleen maar zeggen: ga zo door!’ Hans gaat nu de afdeling KAM-support opzetten en zich bezighouden met preventiewerk op ARBO-gebied. Van de cijfers naar de mens dus. ‘Ik heb altijd meer feeling gehad met de menselijke kant.’ In zijn vrije tijd verbouwt hij zijn jaren dertig huis in Haarlem. ‘Ik maak dingen graag naar mijn zin. Ik houd ervan met vrienden een portje te drinken bij mijn nieuwe open haard. Lounge-muziek erbij. Heerlijk!’ Pauline Smabers
11
12
Minister Rouvoet van Jeugden Gezinszaken: ‘Waar het mij om gaat is dat ik mijn eigen beleid voer’
Er zijn zelfs landen, weet minister van Jeugd en Gezin, André Rouvoet, waar de definitie van ‘jeugd’ tot 45 jaar gaat. Dat zou betekenen dat
hijzelf, op de vierde dag van het nieuwe jaar 46 geworden, nog maar net aan die categorie is ontgroeid. Zoals er ook landen zijn, Duitsland bij voorbeeld, waar zijn collega ‘gaat over jongeren, vrouwen, ouderen en allochtonen, zo ongeveer over alles behalve over blanke mannen boven de veertig.’
Dat geldt dus voor de meeste Kamerleden, maar het gaat nog eens extra op voor de leden van een kleine, per definitie generalistisch aangelegde fractie. Na een studie rechten aan de VU begon hij er halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw als fractiemedewerker bij de RPF (de partij die in 2001 als ChristenUnie zou samengaan met het GPV). Sinds 1994 was hij zelf Kamerlid, na daarvoor nog werkzaam te zijn geweest als medewerker en directeur bij het wetenschappelijk bureau van zijn partij. En ook in die laatste hoedanigheid was hij eerder doende met visionaire rapporten in de sfeer van wat willen wij met onze uitgangspunten dan met een cijfermatig gedefinieerde werkelijkheid.
Jeugdmonitor Maar eind vorig jaar was het wel Rouvoet die in het kader van de ‘Operatie Jong’ de door Jeugd en Gezin en het CBS ontwikkelde Jeugdmonitor (http://jeugdmonitor.cbs.nl) ten doop hield. En over die met name digitale databank, bedoeld voor beleidsmakers, -uitvoerders en alle andere denkbare betrokkenen bij het thema jeugd, spreekt hij met het soort aanstekelijke geestdrift die doet vermoeden dat hij zelf kind aan huis is op de website. ’Ik ben er wel mee vertrouwd, maar het echte gebruik ervan is toch meer iets voor mijn ambtenaren. Ik merk nu al wel dat er veel uit wordt geput voor ambtelijke notities, die bij voorbeeld ten grondslag liggen aan Ik heb nooit onder straks mijn dit najaar te verwachten stoelen of banken Gezinsnota en de na de zomer te verschijnen Preventienota. In gestoken dat ik die zin, getrapt, maak ik er dus christen ben en graag en gretig gebruik van. Al wil ik het CBS hierbij wel oproebehoor tot de pen om de jeugdmonitor verder ChristenUnie te vullen en hem toegankelijker
Voor zo ver hij weet is het tamelijk unieke aan zijn ministerschap van Jeugd en Gezin dat hij het vervult vanuit het vice-premierschap (in een coalitiekabinet van CDA, PvdA en zijn ChristenUnie). Het met dat vice-premierschap samenhangende gewicht demonstreerde zich tijdens zijn bezoek eind vorig jaar aan de VN in New York, waar hij als nummer vier of vijf optrad terwijl de sprekerslijst in totaal maar liefst een kleine honderdvijftig sprekers bevatte. Loopbaan Het gesprek is begonnen met de ministeriële mate van affiniteit met statistiek om vervolgens uit te waaieren naar een aantal met cijfermatige hardware samen hangende definitiekwesties. In sneltreinvaart schetst de minister een loopbaan waarin het naar zijn zeggen ’zoals bij iedere volksvertegenwoordiger eerder ging om politieke hoofdlijnen en de daarmee samenhangende visie dan om de uitgewerkte details’.
13
Men lijkt wel eens te denken dat ik mijn geld met moeite her en der bijeen moet sprokkelen, maar dat is een misverstand
te maken voor gebruikers bij gemeenten en provincies.’
collega Koenders, die met Ontwikkelingssamenwerking op Buitenlandse Zaken onderdak vindt bij Maxime Verhagen. ’Het onderscheid is de eigen begroting. Want met alle respect voor wat er in het eind van een verleden onder de staatssecretaris is gebeurd op beleidsonderdelen waarvoor ik nu als Waar het mij om minister verantwoordelijk ben, de staatssecretaris moest bij wijze van gaat is dat er nu spreken met de pet in de hand naar ministers om dingen voor elkaar te eindelijk eens krijgen. Ik hoef niemand iets te vraeen integraal gen en kan gewoon doen. En dat van een bepaald niet kinderachtige eigen jeugdbeleid is. begroting. Ik kan zo zeven of acht Vanuit de Kamer ministers noemen die graag voor dat op hun begroting zouden teheb ik me jaren bedrag kenen. Men lijkt wel eens te denken druk gemaakt dat ik mijn geld met moeite her en der bijeen moet sprokkelen, maar over en me dat is een misverstand. Het gaat om afgezet tegen de méér dan er staat voor Justitie of Binnenlandse Zaken en dat zijn toch verkokering bepaald geen kleintjes.’
Transdepartementaal De conversatie vindt plaats aan het regenachtige maandagmiddag op het ministerie van VWS, alwaar bij de entree (nog) niets wijst op het gegeven dat vanuit deze locatie het ’programmaministerie’ van Jeugd en Gezin ’transdepartementaal’ wordt aangestuurd. De minister zegt er niet rouwig om te kunnen zijn. Rouvoet: ‘Waar het mij om gaat is dat er nu eindelijk eens een integraal jeugdbeleid is. Vanuit de Kamer heb ik me jaren druk gemaakt over en me afgezet tegen de verkokering. Vandaar dat ik er zo aan hecht om vanuit dit programmaministerie over de muren van departementen heen te reiken. Jeugd en Gezin zit niet alleen hier, maar is ook ondergebracht bij Justitie (als het gaat om de kinderbescherming), Onderwijs (als het gaat over zorg in Géén RTL-Z het onderwijs) en Sociale Zaken (als het bij voor- Nee, de behoefte aan een wekelijks forum (zoals colbeeld gaat over het kindgebonden budget). Ik heb lega vice-premier Wouter Bos in zijn rol van minismensen en ambtelijke afdelingen op vier ministeries ter van Financiën op RTL-Z) heeft hij dus niet. Aan en ik heb vanuit die vrees voor verkokering bewust aanbiedingen op dat vlak was er geen enkel gebrek, van een eigen gebouw afgezien. Maar ik ga heus ’maar daar heb ik dus allemaal vriendelijk nee op niet overal in Den Haag bordjes laten ophangen met gezegd, ook al omdat ik vreesde dat zoiets dan toch daarop ’Jeugd en Gezin’. Ik heb hier op VWS prima weer gekoppeld zou gaan worden aan het vice-preambtelijke ondersteuning. Na drie dagen had ik ge- mierschap.’ Hij heeft in de loop van zijn jaren bij de loof ik eigen briefpapier en visitekaartjes, maar van RPF en ChristenUnie een goede staatsrechtelijke aneen eigen huisstijl en een eigen logo heb ik bewust tenne ontwikkeld. Zo weet hij geanimeerd uiteen te afgezien. Waar het mij om gaat is dat ik mijn eigen zetten hoe hij zich destijds ook in zijn rol van parlebeleid voer, met eigen mensen en mentair christenpoliticus gehouden een eigen begroting.’ om ’gansch het Nederlandsche Ik hoef niemand wist volk te dienen.’ Hoezeer hij hecht iets te vragen Pet in de hand aan de staatsrechtelijke nuance blijkt Dat laatste maakt dat we zijn positie ook bij zijn uitleg het niet prettig en kan gewoon (nog los van dat vice-premierschap) te vinden als zijn naam en functie niet mogen vergelijken met die van doen (minister, vice-premier) in de krant
14
15
We zijn nog maar kort bezig en ik heb wat mijn portefeuille betreft al het nodige gerealiseerd
vergezeld gaat van tussen haakjes de toevoeging ’ChristenUnie’. ’Ik heb nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik christen ben en behoor tot de ChristenUnie. De vrijmoedigheid daar blijk van te geven wil ik ook in mijn huidige functie behouden, maar het moge duidelijk zijn dat ik hier niet voor het partijbelang zit. Net zo min als toen ik in de Kamer zat, maar hier geldt nog stringenter het woord van Thorbecke: hoe dichter bij de Kroon, hoe minder partijman.’ Als de politicus Rouvoet zich profileert, dan gaat dat gepaard met prudentie. Hij is er dan ook niet rouwig om dat een topic als ’programmaministerie voor Jeugd en Gezin’ door ’Hilversum’ kennelijk als niet voldoende sexy wordt gepercipieerd voor een avondvullende TV-talkshow. Maar dat gezegd zijnde, we zouden eens moeten weten op hoeveel (media)optredens hij al nee heeft moeten zeggen sinds zijn aantreden, eind februari vorig jaar. Het thema Jeugd en Gezin heeft, sinds hij daar vanuit deze positie politiek invulling aan geeft, nog nimmer zo hoog op de agenda gestaan. En daar is hij ’hartstikke blij mee’.
Geen ‘niksigheid’ De ’niksigheid’ die Arie Slob, fractieleider van de ChristenUnie, eind vorig jaar het kabinet in een Volkskrant-interview meende te moeten verwijten sloeg bepaald niet op wat er allemaal al wél gelukt was en wat er op afzienbare termijn nog zou gaan lukken, maar slechts op de rond het ontslagrecht gerezen beeldvorming. ’Dat was inderdaad ook geen voorbeeld van politieke slagvaardigheid, maar laat u mij nu eens een tegenvraag stellen. Noemt u mij nou nog eens een onderwerp waar het kabinet dit eerste jaar niet uit is gekomen. Inderdaad, dan pleegt het aan de andere kant dus stil te blijven. Niks geen niksigheid dus! We zijn nog maar kort bezig en ik heb wat mijn portefeuille betreft al het nodige gerealiseerd. Neemt u van mij aan dat er ook wat verder in het coalitieakkoord staat de komende jaren gewoon wordt uitgevoerd. Dat is ook in mijn belang en daar zal ik scherp op letten.’ Daan Dijksman
Curriculum vitae André Rouvoet is sinds 22 februari 2007 vice-premier en minister voor Jeugd en Gezin in het vierde kabinetBalkenende. André Rouvoet werd op 4 januari 1962 geboren in Hilversum. Na het behalen van het diploma gymnasium-A studeerde hij rechten aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 1986 behaalde hij zijn doctoraal examen in de wijsgerigtheoretische richting, rechts- en staatsfilosofie. Mr. Rouvoet was medewerker van de Tweede Kamerfractie van de Reformatorische Politieke Federatie (RPF) in 1985–1986 en was daarna ruim een jaar beleidsmedewerker bij een organisatie voor speciaal onderwijs en jeugdgezond heidszorg. In 1987 werd hij wetenschappelijk medewerker en
16
in 1989 directeur van de Marnix van St. Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk instituut van de RPF. Hij was vanaf 1994 lid van de Tweede Kamer, eerst voor de RPF en vanaf 2001 voor de ChristenUnie (ontstaan uit de samenwerking van de RPF met het Gereformeerd Politiek Verbond). In 2002 werd hij voorzitter van de ChristenUniefractie in de Tweede Kamer. Verder was Rouvoet onder meer freelance docent politico logie/staatsinrichting bij de Evangelische School voor Journalistiek in Amersfoort, voorzitter van de Christelijke Gereformeerde Vereniging voor Jeugdwelzijn, lid van het bestuur van de Protestants Christelijke Vereniging Jeugdzorg, lid van het bestuur van de Stichting voor het nieuwe Zuid-Afrika en lid van het deputaatschap Contact met de overheid van de Christelijke Gereformeerde Kerken.
17
kort sport
300.000 ogen volgen de scheidsrechter Spanje, Engeland, Brazilië, Argentinië. In willekeurige volgorde landen met een rijke voetbaltraditie en voor Nederlandse begrippen bijzonder grote stadions. Maar het grootste voetbalstadion staat in Noord Korea. Het ‘May Day Stadium’ in Pyöngyang is met 150.000 zitplaatsen de grootste voetbaltempel. Hoe zou een scheidsrechter zich voelen als de legendarische opmerking van Piet Romeijn (Feyenoord), waarbij ‘de hond’ nadrukkelijk in het nieuws kwam, in dit stadion zou worden gescandeerd door 150.000 kelen? Er zijn overigens nog grotere stadions. In Speedway (Indiana-USA) staat het Indianapolis Stadium. Dit stadion, gebouwd in 1909, biedt plaats aan 250.000 toeschouwers. Voetbalscheidsrechters hoeven zich hier geen zorgen om te maken; het stadion is alleen bestemd voor speedway-races. (Bron: Worldstadiums.com)
14 Hendrik Johannes Cruijff, tegenwoordig vooral bekend als voetbalanalist bij onder andere wedstrijden van het Nederlands elftal en beroemd om zijn bijzondere uitspraken, beleefde in de jaren zestig en zeventig gouden tijden met Ajax. Wie aan Johan Cruijff denkt, denkt aan zijn jaren bij AFC Ajax en FC Barcelona, maar ook aan het rugnummer 14. Toch droeg Cruijff dit nummer pas voor het eerst in 1970, daarvoor was 9 zijn vaste rugnummer. Ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag maakte Ajax in april 2007 bekend dat, om Cruijff te eren, de club met ingang van het seizoen 2007–2008 nooit meer met nummer 14 zal spelen. De laatste Ajacied die in het eerste elftal het rugnummer 14 droeg, was de Belg Jelle van Damme in het seizoen 2003–2004. Eigenlijk vreemd dat zo’n ster door Ajax wordt geëerd door het nooit meer gebruiken van rugnummer 14, het getal dat staat voor matigheid. (Bron: Infonu.nl)
18
Met 370 kilometer door de bocht In 1950 schreef de Fédération Internationale de l’Automobile (FIA) het eerste officiële wereldkampioenschap uit volgens het Formule-1 reglement. Nog voor de Tweede Wereldoorlog vonden reeds Formule-1 Grand Prix plaats. Met name in Europa waren dit de meest belangrijke wedstrijden in de autosport. De eerste Formule-1 Grand Prix voor het wereldkampioenschap vond plaats op zaterdag 13 mei 1950 op het oude circuit van Silverstone (GB). De Italiaan en uiteindelijke winnaar Nino (Giuseppe) Farina haalde in die race een ronderecord van 151,3 kilometer per uur. Het Autodromo Nazionale di Monza is één van de meest snelle banen ter wereld waar vandaag de dag topsnelheden van boven de 370 kilometer per uur worden gehaald. (Bron: Formule1.nl)
kort sport
154 jaar Franeker kaatspartij Elk jaar op de 5e woensdag na 30 juni wordt de grote kaatswedstrijd in Franeker gehouden, de zogenaamde PC. Aan die wedstrijd wordt deelgenomen door de 48 beste mannelijke kaatsers, verdeeld over 16 teams van elk 3 man. Het winnen van de PC is voor een kaatser het hoogst bereikbare. Uit het winnende team wordt de beste speler tot koning van de PC uitgeroepen, waarna de voorzitter van de PC hem de oude koningsbal (sinds 1883) omhangt. De spelregels komen in het kort hier op neer. Kaatsen wordt in de open lucht op een grasveld van 61 x 32 meter gespeeld. Een kaatsteam (‘partuur’) bestaat uit drie personen. In een team heb je een specialistische functie. Je bent of ‘opslager’ (serveerder) of ‘uitslager’ (retourneerder). Bij het kaatsen vorm je met je medespelers afwisselend het opslag- en het uitslagteam. In beide gevallen kun je punten scoren. Het opslagteam begint altijd. Eén van de drie spelers (de opslager) moet vanuit het opslagvak de bal met een onderhandse slagbeweging rechtstreeks in het perk slaan. In het perk staan twee spelers van het uitslagteam, die de bal zo ver mogelijk proberen terug te slaan. Het kaatsen was tot rond 1800 dé nationale sport in Nederland. Hierna ging het met de kaatssport landelijk snel bergafwaarts. Op het dieptepunt, in 1853, richtten liefhebbers de PC op om de kaatssport en de jaarlijkse wedstrijd van de ondergang te redden. Dit lukte en de Franeker Kaatspartij groeide opnieuw uit tot een hoogtijdag. Op 30 juli van dit jaar is de volgende PC. U moet wel even reserveren. (Bron: PC-Franeker.nl)
19
Jeroen Scheerman is gek op vliegtuigen. En op zijn dochtertje Lynn, die tien maanden geleden uit China bij hen kwam. Cijfers over de luchtvaart boeien hem mateloos. Het opleveren van grote hoeveelheden CBScijfers vindt hij een last.
20
‘Het CBS moet zichzelf beter verkopen’ Politieagent wilde hij worden. Geen piloot. Een passie voor vliegtuigen had hij wel. Slechte ogen ook. En nu werkt Jeroen Scheerman bij Transavia. Met uitzicht op de landingsbanen van Schiphol.
H
et zijn dynamische tijden, met al die fusies in de luchtvaart.’ Jeroen werkt bij de afdeling Financial Reporting. ‘Met mijn rapportages help ik mijn collega’s hun beslissingen te onderbouwen. Ik overzie dankzij die cijfers het hele bedrijf. Dat blijft me boei en.’ Jeroen en zijn collega’s ervaren de CBS-enquêtes als een extra administratieve last. ‘Wij moeten onze gegevens bewerken om ze op de CBS-manier te kunnen aanleveren. Zelf zien we daar niets van terug. En mijn commerciële collega’s maken er volgens mij marginaal gebruik van. Het CBS zou moeten vragen: wat hebben jullie nodig? En daar beter op inspelen. Ga de markt op! Verkoop jezelf!’ Hij geeft toe: ‘Intern willen we die
aanlevering en bewerking ook beter organiseren. Dat staat op de agenda.’ Thuis staat het leven van Jeroen helemaal in het teken van zijn tweejarige dochtertje Lynn. ‘Lynn komt uit China, ze is nu tien maanden bij ons. Viereneenhalf jaar hebben we op haar gewacht.’ Lynn’s volledige
Met mijn rapportages help ik mijn collega’s hun beslissingen te onderbouwen. Ik overzie dankzij de cijfers het hele bedrijf
naam is Lynn Yu Cong Scheerman. ‘We wilden haar Chinese naam behouden en hebben daar Lynn aan toegevoegd.’ De dag dat ze het goede nieuws kregen, vergeet Jeroen nooit meer. ‘Ik zat in een cursus, mijn vrouw Lonneke belde en riep: we hebben een dochter! Ik ben meteen in de auto gestapt en naar Wereldkinderen in Den Haag gereden. Daar zagen we de eerste foto’s. Ik ben een vrij nuchter persoon, maar toen moest ik wel een traantje laten. Ze voelde gelijk als mijn dochter.’ Over een tweede kind denken ze nog na. ‘Omdat het nu beter gaat in China zijn de wachttijden nu nóg langer geworden. Tegen die tijd zijn we boven de veertig.’ Pauline Smabers
21
Opiniemakers, politici en journalisten beïnvloeden de gedachtevorming in de samenleving. Ze beroepen zich in het algemeen op grondige feitenkennis. Maar is dat wel altijd het geval? Het CBS wil iedereen van informatie voorzien, want alleen als je de cijfers kent kan een debat op de juiste gronden worden gevoerd. Bovendien heeft eenieder daarmee een gelijk startpunt. In deze rubriek praat Jan Latten met prominente vrouwen uit onze samenleving waarbij hij ook hun feitenkennis toetst. In het vorige nummer deed hij dat bij Cisca Dresselhuys, in deze uitgave legt hij Samira Bouchibti langs de ‘statistische meetlat’.
22
Meten met Latten Jan Latten in gesprek met Samira Bouchibti ‘Ik ben de nieuwe Nederlander’
Samira Bouchibti (1970), geboren in Fez, opgegroeid in Haarlem. Sinds 2006 lid van de Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid en woordvoerder Jeugd en Gezin. Zegt dat de
onderwerpen jeugdparticipatie, integratie, religie, zingeving, emancipatie, internationale solidariteit en media bij haar passen. Op veel van genoemde onderwerpen is ze zelf ervaringsdeskundige. Samira Bouchibti werkte eerder als journalist, programmamaker en had haar eigen bedrijf: Abbos produkties. Een verrassende mix in de persoon van een kosmopolitische jonge vrouw met andere prioriteiten dan rust of zekerheid.
van het Afrikaans continent naar Nederland. Met alleen een treinticket en zo’n 400 euro ging hij de toekomst tegemoet. Dat ondernemende heb ik ook. Als student ging ik ‘even’ naar Griekenland en kwam vervolgens een aantal maanden in ZuidAfrika terecht. Ik zie ook wel iets ondeugends in het karakter van mijn vader, net als bij mij zelf. We erven veel meer van onze ouders dan velen beseffen. Het CBS becijferde onlangs dat een dertiger met laag opgeleide ouders zes keer zoveel kans (feit: exact juist) heeft om zelf ook laag opgeleid te zijn dan een dertiger met hoog opgeleide ouders.’ Er gaan ook stemmen op voor een bredere visie op onderwijs. De Spaanse filosoof Fernando Savater (de waarde van opvoeden, filosofie van onderwijs en ouderschap, F. Savater, Bijleveld, Utrecht 2001) bij voorbeeld is vanuit een uitgesproken humanistisch wereldbeeld pleitbezorger voor menselijkheid als leerdoel. Hij vindt dat ook scholen de zorg dragen op te voeden tot meer menselijkheid.
U heeft een opvallende ontwikkeling doorgemaakt; begonnen als student journalistiek en nu Tweede Kamerlid lijkt ‘communiceren’ het verbindend element in uw loopbaan te zijn. Van wie heeft u de kunst van het communiceren geleerd? ‘Communiceren en bruggen bouwen heb ik van mijn moeder geleerd. Mijn vader was thuis niet Hoe staat u daar in? zozeer de bruggenbouwer. Niet omdat hij niet ‘Ik vind opvoeding belangrijk maar voor mij staat wilde, maar omdat hij er gewoon niet was: hij opvoeding primair als verantwoordelijkheid van werkte keihard. Mijn moeder daarentegen moest ouders. Het onderwijs heeft het al zo druk en moeithuis van alles regelen: laveren tussen een beetje lijk, we hebben te maken met een nieuwe lichting geld of weinig geld, zeven kinderen verzorgen en leerlingen, de problematiek van de verkleuring het iedereen naar de zin maken. Zij was verant- en nieuwe sociaal maatschappelijke problemen. woordelijk voor de binnenwereld, ons gezin, en Maar ik vind wel van belang dat ouders ondersteuning kunnen krijgen. Ik zou ook voor het contact met de eerder ouders iets willen leren in buitenwereld. Van haar heb ik Communiceren en de vorm van opvoedingsondergeleerd om flexibel te zijn en bruggen bouwen steuning en ik vind dat dat dan handreikingen naar buiten te weer de taak van de overheid doen. Mijn vader is vijf jaar geleheb ik van mijn is. Bij die opvoedingsondersteuden overleden. Van hem heb ik moeder geleerd. Dat ning vind ik het belangrijk dat er het ondernemende. Hij was één aandacht is voor communivan die mannen die in de jaren ondernemende heb ook catie en sociale vaardigheden. Ik zestig, zonder enige vorm van ik van mijn vader vind het vreemd dat we van alonderwijs, een reis aandurfden
23
In elk geval ga ik níet een kind nemen om te voorkomen dat ik later spijt krijg les leren, maar ouderschap bijvoorbeeld niet. We moeten er van af dat we ons schamen om te zeggen: ‘Ik vind het moeilijk, ik word straks vader en moeder en ik heb hulp nodig.’ U bent 37 jaar, woont niet samen en heeft geen kinderen. Uit een Oostenrijks onderzoek komt naar voren dat onder hoogopgeleide vrouwen vooral journalisten en sociaalwetenschappers meer dan gemiddeld kinderloos blijven. U heeft dus uw opleiding niet mee als het om kinderen krijgen gaat, en ook niet veel tijd meer. Zou u het erg vinden kinderloos te blijven? Wat zou dat voor u betekenen? ‘Nederlandse vrouwen krijgen gemiddeld laat kinderen, zo rond hun 29e. Volgens mij blijft er van de Nederlandse vrouwen 20 procent kinderloos (feit: juist). Wat mijzelf betreft: Voor nu weet ik het niet wat er komen gaat en of ik iets erg vind. Later, als ik 50 ben, kan ik daarover oordelen. In elk geval ga ik níet een kind nemen om te voorkomen dat ik later spijt krijg. Ja, je wordt bang gemaakt door mensen om je heen: vrienden, familie, mijn moeder. Ze zeggen: ‘Je blijft alleen’, ‘Je hebt niemand die voor je gaat zorgen’. Maar kinderen krijgen biedt daarvoor geen garantie: hoeveel kinderen verzorgen eigenlijk hun ouders? Dan denk ik: we hebben iets gemeen in wat we níet hebben. Eigenlijk vind ik het daarom wel éxtra leuk om jeugd in mijn portefeuille te hebben. Als ik met kinderen wil omgaan kan ik ook gaan werken in een weeshuis. Ik heb niet die drang zelf een kind te moeten hebben.’
God is in mijn opvoeding door mijn ouders overgedragen. Ik ben ook naar een katholieke school geweest. Ik ben dus niet ‘van God los’. Daarbij zijn God en Allah voor mij één. Ik ben niet bang om Allah God te noemen. Als ik bid praat ik tot God en niet een MoslimGod. Ik ben pragmatisch, wil het niet moeilijker maken dan het is. Voor mij persoonlijk is God van belang, omdat er altijd iemand is die onvoorwaardelijk van me houdt. Maar ik kan me ook goed voorstellen dat mensen die niet in God geloven ook gelukkig kunnen zijn.’ Er is veel te doen over identiteit. Volgens onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau verweven Marokkanen in Nederland hun identiteit opvallend sterk met de islam. Op de stelling ‘Niemand mag mijn geloof in twijfel trekken’ antwoordt 10 procent van de autochtonen bevestigend. Onder Marokkanen is dat een veelvoud.
Lijkt u zo’n standpunt niet bijna onleefbaar in een land waar zo veel inwoners zonder kerkelijke gezindte zijn en het grootste deel van de rest zich aan andere geloven lieert? ‘Meer dan de helft van de Marokkanen zal dat vinden (feit: 47 procent), men is daar heel gevoelig voor. Maar dat zal niet zozeer onder de moslims in name only, de mino’s, zijn. Ik vind dat je mag geloven wat je wilt, zoals anderen ook níet mogen geloven. Als de ander jouw geloof in twijfel trekt, dan heb je pech. Zo zie ik het. Je zult moeten accepteren of beargumenteren waarom jij wel gelooft. Een ieder heeft de vrijheid om niet te geloven, dat hoort bij een democratie. Ik krijg op scholen heel vaak commentaar over de standpunten van Wilders. Wat ik Behalve ‘jeugd’ hebben ook ‘religie’ en ‘zingeving’ zelf dan altijd doe is uitleggen dat het met rechten te uw aandacht. Een groot aantal inwoners van Ne- maken heeft. Hij is net zo democratisch gekozen als derland rekent zich niet tot een kerk. ik. Als je er moeite mee hebt dat iemand je geloof in twijfel trekt dan moet je dat toch leren, dan moet je Wat zijn uw gedachten daarbij? je aanpassen. Het hoort bij de vrijheid van onze sa‘Als zo’n 40 procent van de inwomenleving dat iemand iets in twijfel ners zich niet tot een kerk rekent Ik kan me goed voor- mag trekken.’ (feit: 42 procent in 2006) betekent stellen dat mensen Kunt u de Marokkaanse identiteit dat volgens mij niet vanzelfsprekend dat men niet in God gelooft. die niet in God ge- beschrijven in contrast met de Misschien zijn het ietsisten. Ik hoor loven ook gelukkig Nederlandse? bij de meerderheid die wel in God ‘Het koekje van de Nederlanders gelooft. Van thuis uit ben ik moslim. bestaat bij Marokkanen uit vier of kunnen zijn
24
25
Ik spreek inderdaad homoseksuele moslimmeisjes die het moeilijk hebben. Ze leven in angst, in verdriet, in een spagaat, met de belasting van een dubbele loyaliteit vijf verschillende gerechten. Met andere woorden: eten tot je niet meer kan. Eten heeft ook met de traditie te maken, bij voorbeeld met het suikerfeest en het slachtfeest en dus met het geloof. Het samen eten met familie en gasten geeft geborgenheid. Dat is meer aanwezig dan bij de Nederlandse identiteit, maar er is duidelijk minder openheid. Als ik dan bij Marokkanen ben en ze zijn niet openhartig – want er is veel taboe – dan denk ik ‘open je ogen, want je kunt er over praten’. Dat is weer oer-Hollands, lekker bot, kort door de bocht en minder verborgen. Bij Marokkanen vind je meer geborgenheid, maar ook meer verborgenheid. Je merkt dat onder Marokkanen ontzettend veel wantrouwen is daardoor.’ Voelt u zich Nederlands-Marokkaans of MarokkaansNederlands? ‘Wat voorop komt maakt niet uit. Ik ben het echt allebei. Ik ben de nieuwe Nederlander. Tot mijn veertiende dacht ik elke zomer dat wij blijvend terug zouden gaan naar Marokko. Dat doet wat met je. Je koffers staan bij wijze van spreken klaar. Je kunt je niet binden. Je moet erg flexibel blijven. Ik denk dat slechts 30 procent van alle Marokkanen in Nederland niet de Nederlandse nationaliteit bezit (feit: juist). Naarmate je ouder wordt zie je ook de positieve kant. Migreren doet van auw, maar is ook van jippie. Ik kan me nu inderdaad heel makkelijk in situaties aanpassen.’ Niet alleen de tweede generatie Marokkanen worstelt met identiteit, homojongeren ook, soms valt het zelfs samen. Zo las ik in het toegankelijke boekje ‘Out’ deze passage: ‘Jade, 16 jaar: mijn vriendin is moslima. En dat betekent dat het onmogelijk is dat wij openlijk laten zien dat we iets hebben. Mijn moeder weet het wel en bij mij thuis kunnen we ons zelf zijn, maar daarbuiten doen we koeltjes tegen elkaar’. Wat doet dit met u? ‘Dat doet mij pijn. Ik spreek inderdaad homoseksuele moslimmeisjes, moho’s, die het moei-
lijk hebben. Ze leven in angst, in verdriet, in een spagaat, met de belasting van een dubbele loyaliteit. En ook al gaat het niet om grote aantallen – ik denk dat er in Nederland misschien 10 duizend lesbische ouderparen met kinderen zijn (feit: 4.500 paren in 2005) – we moeten er zeker over praten, we moeten daarin een slag maken. De Marokkaanse gemeenschap heeft op dat punt nog een lange weg te gaan.’ Het woord knuffelmarokkaan wordt nogal eens gebezigd. Wordt in Marokkaanse gezinnen geknuffeld? ‘Misschien nu wel, maar vroeger niet. Het leek meer op de Hollandse afstandelijke ouder-kind relatie uit de jaren vijftig. Ik vind inderdaad dat we meer moeten knuffelen, meer over liefdevolle opvoeding moeten praten, niet alleen over de pedagogische aspecten in de opvoeding. Er mag ook wat meer nadruk komen op complimenteren, op het aanraken. Vreemd genoeg raken Marokkanen elkaar wel veel aan, maar juist buiten het gezin, niet in het contact tussen vader en kinderen. Bij Hollanders is het juist meer in het gezin en minder daarbuiten. We zouden naar een combinatiepakket van beide moeten, en daar de vruchten van plukken.’ Uw leven combineert twee landen. Uw carrière combineert meerdere banen en is allesbehalve rustig. U bent in wezen een jobhopper. U woont niet samen, uw leven speelt zich zichtbaar niet af volgens traditionele paden en is op meerdere fronten dynamisch, flexibel, misschien ook wel onrustig. Bent u niet bang dat ‘onrust’ uw levensmotto wordt? ‘Nee, daar ben ik niet bang voor, ik denk wel dat het zo blijft. Ik heb nu als Kamerlid getekend voor vier jaar. Ik weet echt niet wat er over vier jaar gaat gebeuren, dat meen ik. Maar dat vind ik spannend. Ik voel me daar niet onrustig over, eerder voel ik me rijk dat ik mag kiezen. Ik zie het als vrijheid. Ik wil die rust niet eens, ik ben niet bang voor onzekerheid.’
Score op de statistische meetlat 1
26
2
3
4
5
6
7
8
9
10
27
kort IT Microprocessor in 2008 meer dan 33.000 keer zo krachtig als in 1963 De eerste microprocessor uit 1963 telde ‘slechts’ 2.200 transistoren. Begin 2008 komt de 45 nanometerprocessor op de markt. Hierop zitten ongeveer 731 miljoen transistoren. Bij elke nieuwe productiecyclus verdubbelt de prestatie van de volgende generatie computerchips. Volgens deskundigen komt binnenkort een einde aan de fysieke grens van de gebruikte grondstoffen voor microchips en processoren. De huidige computerchips gebruiken als isolatiemateriaal silicium. Voor de 45 nanometerchips wordt gebruik gemaakt van hafnium. De nieuwe generaties chips bieden ook voordelen op het gebied van energiegebruik. Volgens de fabrikanten zijn deze chips 300 procent energiezuiniger dan hun voorgangers. (Bron: www.computable.nl, www.automatiseringsgids.nl)
Vanaf maat 44 vaker shoppend op internet Bikini nodig? Sexy lingerie voor een avondje thuis? Veel vrouwen zouden hiervoor al snel de winkels induiken op een koopavond, maar dat geldt niet voor iedereen. Vrouwen met een maatje meer geven aan dat zij juist voor deze aankopen online webwinkels bezoeken. Uit een onderzoek van Neckermann.nl onder 3.000 vrouwen blijkt dat ruim 60 procent van de (overwegend modebewuste) vrouwen met maat 44 of meer shopt op het internet. Eén op drie vrouwen geeft aan dan vooral badkleding of lingerie te kopen. Een modegril als de triangelbikini of legging zien de ondervraagde vrouwen met een maatje meer als een vervelende ontwikkeling. Mocht zo’n rage toch doorzetten, dan is er geen paniek: webwinkels hebben ook leggings in grotere maten. (Bron: www.neckermann.com)
8
AO-boekjes op papier nog maar door vier procent van de scholieren gebruikt Wie kent ze nog? De AO (Actuele Onderwerpen) boekjes waar vroeger hele werkstukken op gebaseerd werden. Of het onderwerp nou waterpolo of Wereldoorlog II was, er bestond een boekje over. Scholieren van tegenwoordig gebruiken als bron voor hun werkstukken over het algemeen het internet. Volgens Motivaction ‘klikt en tikt’ 87 procent van de scholieren een werkstuk in elkaar. Nog maar 4 procent van de scholieren maakt gebruik van boeken uit de openbare bibliotheek. Mochten de internetgebruikende scholieren toch niks kunnen vinden over een gekozen onderwerp… AO heeft de boekjes tegenwoordig ook digitaal op een website.
kort IT
Voor 26 miljard euro aan hulpmiddelen in de auto De wereldmarkt voor infotainment in auto’s neemt volgens marktonderzoeker Isuppli tot 2012 jaarlijks met 8 procent toe. In 2007 bedraagt de verwachte omzet 26 miljard euro. Nog niet zo lang geleden werd op weg naar de zon vader kwaad omdat moeder de kaart verkeerd had gelezen. Moeder raakte geprikkeld omdat het bandje van ‘Kinderen voor Kinderen’ voor de achtste keer moest worden opgezet om de drie schatjes op de achterbank rustig te houden. Hoe anders is het nu. Een geavanceerd navigatiesysteem wijst de weg en geeft de toeristische attracties aan. De kinderen kijken met een koptelefoon naar een DVD-film, die in de hoofdsteun van de voorstoelen is geplaatst. Eindelijk een rustige reis, alleen die files… (Bron: Isuppli)
9
Martin Nijenhuis werkt bij een krantenuitgever. Hij houdt van de dynamiek, omdat geen dag hetzelfde is. Hij is een actieve sporter en zit het liefst op de mountainbike in de Drentse bossen.
30
‘Een krant is geen lopendebandwerk. Het nieuws bepaalt de sfeer in het bedrijf’ Mountainbiken, hardlopen, squashen: Martin Nijenhuis, financial controller bij krantenuitgever NDC Media Groep, doet niets liever. Met vrienden, maar ook met zijn dochter Marijne van 13.
E
en afspraak maken met Martin: het was niet gemakkelijk. De begroting voor 2008 moest klaar. Ook de invoering van Cognos, een tool waarmee je financiële totaalrapportages kunt maken, zit in een spannende fase. Martin werkt ‘met zijn poten in de inkt’. In het gebouw waar hij zit, staan ook de drukpersen waar onder andere het Dagblad van het Noorden wordt gedrukt. ‘Nu nog wel. In 2010 gaan de drukpersen helemaal naar Leeuwarden.’ Martin houdt van het krantenbedrijf. ‘Een krant is geen lopendebandwerk. Het nieuws bepaalt de sfeer in het bedrijf. Die dynamiek, in combinatie met het fysieke werk van de drukkerij, daar hou ik van.’ Maandelijks vult hij de CBS-enquêtes in. De
productiestatistiek op papier. ‘Dat zijn twee vragen, dus dan is het niet de moeite om je computer op te starten. De omzet statistiek doe ik wel digitaal.’ Martin is heel tevreden over het CBS. ‘Volgende week komt iemand van het CBS langs, om te praten over vermindering van
Het CBS neemt initiatief om te praten over de vermindering van de administratieve lastendruk. Dat vind ik heel goed
de administratieve druk. Op hun eigen initiatief! Dat vind ik echt heel goed.’ Martin is getrouwd met Linda en heeft een dochter van 13. Martin heeft zelden conflicten met zijn dochter. Wat is het geheim? ‘Wat wij haar van jongs af aan hebben geleerd, is dat ze veel vrijheid krijgt als ze open is en haar afspraken nakomt. Daar plukken we nu de vruchten van.’ Hun leven staat veel in het teken van sport. Martin gaat graag hardlopend of op de mountainbike de Drentse bossen in. Hun vakanties zijn actieve vakanties. Snorkelen, mountainbiken, wintersport en tennissen. Martin lacht. ‘Dan krijg ik tennisles van mijn dochter!’ Pauline Smabers
31
kort reizen
100.000 globetrotters bloggen voor het thuisfront Vroeger stuurde je een ansichtkaart. Tegenwoordig gebeurt alles via het internet. Maar een algemene mail sturen naar je familie en vrienden is ook alweer uit. Nu gebruiken veel jonge reizigers sites als www.waarbenjij.nu. Eind 2007 heeft de site haar 100.000ste aanmelding van een reiziger gekregen. De meeste van deze globetrotters zitten in backpack paradijs Australië. Daarnaast zijn er nog veel mensen die studeren in de Verenigde Staten. Het blijft gissen wat de volgende ontwikkeling wordt op het gebied van het ‘op de hoogte houden van de thuisblijvers’. Misschien gaan reizigers zich ter plaatse verenigen in www.waarzijnwe.nu of krijgen we een overzicht van de ontwikkelingen voordat men op reis gaat via de site www.waargaanwenuweernaar.toe. Het thuisfront wacht vol spanning af.
60.000 toeristen willen naar Dubai Drie op de vier mensen wordt er wel eens misselijk van… Reizen is een genot. Dit geldt niet voor iedereen, want drie op de vier Nederlanders heeft wel eens last van reisziekte. Vooral vrouwen en kinderen schijnen bij het reizen last te hebben van gapen, zweten en soms braken. De ergste variant van reisziekte is zeeziekte. Door het schommelen van de boot word je eerst duf, wat al gauw gevolgd wordt door dwangmatig hangen over de reling. Mocht u af en toe last hebben van reisziekte, troost u dan met het volgende: u had bewegingsziekte kunnen hebben. Een reisje met de lift naar de tweede verdieping had u dan al oprispingen gegeven. (Bron: Gezondheidsnet.nl)
Waar gaat de Nederlander in 2010 naartoe op vakantie? Als we de voorspellingen moeten geloven, wordt Dubai de vakantiebestemming bij uitstek. Dubai, één van de Verenigde Arabische Emiraten, is nu al in trek bij een groot aantal Nederlanders. Het aantal bezoekers is in de laatste 9 jaar verzesvoudigd, van ongeveer 10.000 in 1997 naar 60.000 in 2006. Naar verwachting zal dit aantal bezoekers in de toekomst alleen maar stijgen. Wat trekt de toeristen naar Dubai? Vooral de luxe, exclusieve service en de uitstekende keuken zouden zorgen voor drommen toeristen. Deze gestegen interesse heeft een kanttekening: je schijnt in Dubai vaak in de file te staan tussen alle huurlimo’s… (Bron: Vakantieblog.nl, Landenportal.nl)
kort reizen
Verleng je vakantie met 7.000 pillen Gratis op vakantie. Wie wil dat niet? Sommige mensen krijgen nog geld op de koop toe. Meestal is er dan sprake van drugshandel. Maar zoals het Ministerie van Buitenlandse Zaken duidelijk aangeeft: dat is nog niet zo gemakkelijk. Controles zijn streng en de pakkans is groot. Het ministerie is niet laf en zet de relatief lage straffen in Nederland af tegen de straffen die in andere landen gegeven zijn. Stel, je zit opgescheept met 7.000 pillen XTC. Als je op Schiphol gepakt wordt, krijg je maximaal 14 maanden gevangenisstraf. Kom je in Amerika niet door de douane met je pillen gemaakt van sassafrasbestanddelen, dan beland je net wat langer in de bak. De straf die een Nederlandse student kreeg voor het smokkelen van 3.000 pillen was 5 jaar. Met een lading van 7.000 pillen zit je dus al gauw 12,5 jaar van je leven in een cel. Maar het kan nog erger. In Roemenië kun je 17 jaar cel krijgen voor 2.900 pillen XTC. Wat kun je er nou tegen doen? Zoals je moeder vroeger altijd al zei: niks van vreemden aannemen. Vooral niet op het vliegveld. En die gratis vakantie dan? Vliegen is tegenwoordig niet zo duur meer. (Bron: www.minbuza.nl)
Van links naar rechts: Bart Meijer, Bram de Boo en Leo Hiemstra (vooraan)
34
Het verhaal achter de cijfers Hoe komt één van de belangrijkste CBS-publicaties tot stand?
voldoende informatie over heeft, wordt gekozen.’
Worden we rijker of armer? Wat gebeurt er met de koopkracht? Komen er banen bij? Kunnen we onze huizen nog betalen? Kortom: hoe staat Nederland er
economisch en financieel voor? Iedereen die dat wil weten, kan natuurlijk altijd naar het CBS bellen of de CBS-database via internet raadplegen. Maar één keer per jaar, vlak voor Prinsjesdag, worden alle recente cijfers op dit gebied gepresenteerd en toegelicht in een boek: De Nederlandse Economie.
Tone of voice De artikelen in het boek worden zowel door de redactie als door andere medewerkers binnen het CBS geschreven. Leo Hiemstra is één van de mensen die al jaren verantwoordelijk is voor een bepaald hoofdstuk in het boek. Hij zegt: ‘Ik ben projectleider van een afdeling waar een enorme partij cijfers wordt gemaakt. Nadat die zijn aangeleverd maak ik daar een leesbaar hoofdstuk van.’ Dat valt soms niet mee, vindt hij. ‘We moeten altijd goed kijken naar de tone of voice. Wij zijn allemaal technische mensen en willen zo’n verhaal dus feitelijk correct vertellen. Tegelijkertijd moet het toegankelijk zijn. Echt lollig doen, daar zijn we niet zo goed in. Dat hoeven we ook niet als CBS, maar de verhalen moeten wel prettig lezen.’ Volgens Meijer is dat ook hetgeen waarin De Nederlandse Economie steeds meer aan het veranderen is. ‘Vroeger ging het vooral om de feiten, nu proberen we meer te verklaren. We schrijven dus niet alleen dat de economie groeit, maar proberen ook te vertellen waarom en wat de gevolgen ervan zijn. Wij vertellen het verhaal achter de cijfers.’
Maandenlang wordt er aan dit boek gewerkt. Al in januari komen de redactie en de stuurgroep van De Nederlandse Economie bijeen om te bepalen welke onderwerpen er worden behandeld. Bart Meijer, redacteur van het boek, vertelt: ‘Bepaalde onderdelen staan al vast, want die staan er ieder jaar in. Denk aan de meest recente cijfers over de groei van de economie en dergelijke. Daarnaast maken we ieder jaar een aantal hoofdstukken over onderwerpen waarvan wij denken dat ze op dat moment interessant zijn.’ Zijn collega en chef Bram de Boo vult aan: ‘De redactie heeft altijd wel Noodscenario nieuwe plannen over onderwerpen waar we de Uiteindelijk is het wel belangrijk dat al die cijfers focus op kunnen leggen. Hierbij kijken we goed goed leesbaar in het boek terecht komen. Dat is de naar de politieke agenda, naar dat wat er op dat taak van Ben Rehorst, productiecoördinator grafimedia, en zijn collega’s. Rehorst moment speelt. Daarnaast moet vertelt: ‘Wij van grafimedia zorer voor het CBS ook genoeg te gen ervoor dat de aangeleverde melden zijn over het onderwerp. grafieken en Word-bestanden We suggereren daarom altijd Vroeger ging het er netjes opgemaakt uitzien op verschillende onderwerpen vooral om de feiten, papier en op het web en dat ze en doen daar vervolgens een voldoen aan de huisstijl van het haalbaarheidsonderzoek naar. nu proberen we CBS. Dat is een buitengewoon Het onderwerp dat het meest meer te verklaren precies werkje, maar het geeft interessant is en waar het CBS
35
Het geeft een enorme voldoening als alles uiteindelijk op papier staat en klopt een enorme voldoening als alles uiteindelijk op papier staat en klopt.’ Wanneer dit het geval is, moet het boek echt vorm gaan krijgen. Hier is uitgever Foske Kleima verantwoordelijk voor. Al vier maanden voordat het boek verschijnt, is zij bezig met de planning. ‘Het loopt allemaal heel strak op tijd’, verklaart ze. ‘Het boek moet vlak voor Prinsjesdag uitkomen, dus we kunnen ons geen vertragingen veroorloven. Lastig is dat het productieproces altijd precies in de zomervakantie valt. Daarom werken we in fases. Terwijl we normaal proberen alle kopij in één keer te verwerken, doen we het nu in delen, zodat we zeker weten dat we het allemaal redden.’ Af en toe moet er een noodscenario in werking worden gezet. Kleima: ‘Dit jaar stond er een foutje in de tekst. De relatie tussen de economische groei en de milieuverontreiniging klopte niet. Wij moeten dan alle zeilen bij zetten om er voor te zorgen dat er op tijd een erratum wordt geschreven en dat we dat nog bij de publicatie kunnen voegen.’ Gelukkig gebeuren dit soort dingen weinig. ‘Er wordt heel zorgvuldig gewerkt, want De Nederlandse Economie is een belangrijke uitgave. Het is een heel goed gelezen boek.’
zal zijn en daar zoek ik een minister bij uit. Over het algemeen zeggen zij altijd ‘ja’ want het is vlak voor de Algemene Beschouwingen. Alle ministers willen graag hun verhaal kwijt.’ Het afgelopen jaar nam minister Van der Hoeven daarom niet alleen vriendelijk De Nederlandse Economie in ontvangst, ook zette zij een boom op over werkgelegenheid en doorwerken tot na je zestigste. Scharloo: ‘Dat vinden wij helemaal niet erg, zo lang er maar een link is met wat er in het boek staat.’ Extra spannend Dat er altijd een minister op de persconferentie komt, maakt het voor de mensen die achter de schermen werken wel extra spannend. Er wordt dan ook altijd voor gezorgd dat de organisatie van de persconferentie tot in de puntjes is verzorgd en dat het allemaal soepel verloopt. Jaap de Bruijn van de audiovisuele dienst is verantwoordelijk voor de techniek. Hij is heel blij dat er van tevoren diverse try-outs worden gehouden. ‘Dan kunnen we alles even checken en testen. Over een paar maanden zitten we in een nieuw gebouw met een nieuwe zaal. Die heeft heel veel mooie technische snufjes, daar verheug ik me op. Maar tot nu toe deden we alles met standaardapparatuur. Dat kan wel eens misgaan, al is dat gelukkig nog nooit gebeurd.’
Minister Dat weet ook Piet Scharloo die vanuit de persdienst verantwoordelijk is voor de persconferentie die er naar aanleiding van De Nederlandse Economie Hoogtepunt in het woordvoerderschap jaarlijks wordt gehouden. ‘Zo’n persconferentie Doorgaans verlopen de persconferenties voor De is een belangrijk pr-instrument van het CBS’, Nederlandse Economie vlekkeloos. Dat moet ook, vindt hij. ‘Ik sta er altijd in mijn beste pak en leg vindt woordvoerder Michiel Vergeer, die al heel contacten met de journalisten. Het is de dag dat vroeg bij de uitgave van het boek betrokken is. ‘Ik van de televisie zowel RTL als de NOS er zijn, zit in de stuurgroep en bepaal dus mede waar we van de radio ook de NOS, Business het in het boek over gaan hebben. News Radio en de Wereldomroep In de maanden daarna lees ik mee en daarnaast alle landelijke met de redactie en geef ik ook input. Het boek moet dagbladen.’ Die komen niet alleen Ik ben jarenlang hoofdredacteur vlak voor voor de cijfers van het CBS, maar van de uitgave geweest, dus ik ook voor de minister die ieder ken het productieproces van het Prinsjesdag jaar wordt uitgenodigd en aan wie boek heel goed. Mensen denken uitkomen, dus soms dat woordvoerders op het boek wordt gepresenteerd. de dag van de persconferentie Scharloo bepaalt – mede met de we kunnen andere stuurgroepleden van De binnen komen sloffen en aan hun ons geen medewerkers vragen waar ze het Nederlandse Economie – wie dat is. ‘Daar denk ik al lang van tevoren in hemelsnaam over gaan hebben, vertragingen over na. Ik weet dan al wat in het maar het tegendeel is waar. Ik boek het verhaal in grote lijnen ben al maanden voor de grote dag veroorloven
36
7
Ik zie de persconferentie naar aanleiding van dit boek altijd een beetje als een hoogtepunt in mijn woordvoerderschap hiermee bezig.’ Tot en met de laatste try-out bereidt Vergeer zich voor op de vragen van het journaille. ‘Mijn collega’s spelen dan ook even voor kritische journalist zodat ik een beetje kan oefenen. Maar op de dag zelf loopt het altijd weer anders dan je verwacht. Dat is ook het leuke er aan. Ik beschouw De Nederlandse Economie als één van onze belangrijkste uitgaven en zie de persconferentie naar aanleiding van dit boek altijd een beetje als een hoogtepunt in mijn woordvoerderschap.’ Persconferentie Dan breekt de ochtend van de persconferentie aan. ’s Morgens om negen uur worden alle betrokken CBS’ers nog snel geïnformeerd over het laatste economische nieuws. De eerste journalisten zijn dan al gearriveerd en bereiden zich voor. De krantenman zoekt de ADSL-aansluiting, de radioman wil weten hoe laat hij interviews kan afnemen en de tv-ploeg zoekt een goede plek voor de camera. Zodra de persconferentie begint, worden de eerste teksten al door een journalist op de laptop gezet en zo snel mogelijk naar de redactie gezonden. Financiële nieuwsdiensten hebben immers telefonisch contact met hun redactie en brengen de belangrijkste uitkomsten live over.
De Nederlandse Economie 2006 Dagelijks staan in de media berichten met cijfers en feiten over onze economie. Het ontdekken van de samenhang en het totaalplaatje wordt echter maar al te vaak aan de lezer of kijker zelf overgelaten. De Nederlandse economie 2006 van het CBS is een onmisbare gids voor iedereen die de voortdurende informatiestroom goed wil volgen. Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
8
[email protected] (045) 570 62 68 P-19 978-90-357-1769-5 1386-1042 € 16,00 (exclusief administratie- en verzendkosten)
De berichtgeving in de media naar aanleiding van de in het najaar van 2007 gehouden persconferentie over De Nederlandse Economie was divers. Het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) zette de toon met ‘Minder druk op milieu bij economische groei’. NRC Handelsblad kopte met ‘Polen wint snel terrein. Nederland als transportland onder druk’. De economie redactie van Trouw opende met ‘Grotere afhankelijkheid van rente’, terwijl de Volkskrant schreef ‘Economische groei gaat niet meer ten koste van milieu’. De aanwezigheid van minister Van der Hoeven zorgde voor de nodige extra publiciteit, vooral haar uitspraken over de werkweek en de Maasvlakte. Zo berichtte het ANP: ‘Van der Hoeven: 36-Urige werkweek niet heilig’. De uitspraak van de minister over langer doorwerken zorgde meteen voor een kritische reactie van Fatma Koser Kaya, Tweede Kamerlid van D66. In de loop van de dag belden nog verschillende redacties met woordvoerder Michiel Vergeer voor een nadere toelichting. Dat resulteerde uiteindelijk in ruime aandacht voor de Nederlandse economie bij het NOS journaal, de Wereldomroep en Business News Radio. Roos Schlikker
Michiel Vergeer, woordvoerder bij het CBS over de onderwerpen economie en arbeidsmarkt
39
kort culinair
87 kippen vleugellam en een taco van 3.500 kilo Sonya Thomas is een vrouw met een grote maag en een voorkeur voor kippenvleugeltjes. De Amerikaanse verorberde 173 kippenvleugeltjes in amper 12 minuten tijd tijdens het ‘National Buffalo Wing Festival’. Thomas brak daarmee het festivalrecord dat stond op 161 vleugeltjes in 12 minuten tijd. Er zijn ook records met meer diepgang. Zo werd de grootste taco ooit opgediend in het Mexicaanse Chihuahua. De deeglap was groot genoeg om 24.000 mensen te voeden. Gevuld met geroosterd varkensvlees woog de Mexicaanse specialiteit 3.500 kilo en was vier meter hoog. Porties van de taco werden verkocht aan Mexicanen die toekeken terwijl de gigantische delicatesse werd vervaardigd. De opbrengst ging naar projecten voor zwerfkinderen. Het Guinness Book of Records heeft de taco erkend als de grootste aller tijden. (Bron: Guinness Book of Records)
10 miljoen Japanners aan de spruitjes
16.000 kookminuten
Wie kent ze niet, onze oerdegelijke groene winterknikkers: de spruitjes? Ruim 400 Nederlandse bedrijven houden zich met de teelt van spruitkool bezig. Ook in Japan bleef het spruitje niet onopgemerkt. De reden hiervan was dat onderzoek van de Universiteit van Wageningen heeft aangetoond dat het eten van spruiten goed is ter voorkoming van de ziekte van Alzheimer. In de tv-show ‘Hakkutsu! Aruaru Daijiten’ wordt uitgelegd welke dagelijkse ingrediënten zorgen voor een goede gezondheid. Dat in Japan zo’n programma goed scoort blijkt uit de kijkcijfers. Wekelijks trekt het programma 10 miljoen kijkers, maar of ze allemaal aan de spruitjes zijn gegaan... (Bron: spruiten.info)
Uit onderzoek blijkt dat vrouwen in hun leven 665 dagen (bijna 2 jaar!) besteden aan het klaarmaken van eten en drinken. Mannen hebben wat dat betreft nog een flinke inhaalslag te maken, want zij komen uit op 227 dagen. De vraag is dan natuurlijk wat mannen met die extra tijd doen. Mannen houden zich 568 dagen bezig met onderhoudswerk, klussen en tuinieren, terwijl vrouwen hier ‘maar’ 210 dagen aan besteden. Een goede rekenaar zal zich dan afvragen wat er met het restant van de tijd die mannen overhouden gebeurt. Dat is niet onderzocht, maar mogelijk uitbuiken van het lekkere eten? (Bron: CBS/Statline)
0
kort culinair
41.664 Champagneglazen Het wereldrecord piramide bouwen met champagneglazen staat sinds september 2007 op 41.664 champagneglazen. In Goes werd in vijf dagen tijd een piramide gebouwd van 62 etages, ruim zeven meter hoog en 8.500 kilo. Mocht u de bouw van zo’n piramide willen meemaken, dat kan in Las Vegas in de Verenigde Staten. Dit jaar wordt waarschijnlijk een poging gedaan om het wereldrecord te verbreken en uit te komen op 50.000 glazen. Met welke champagne deze glazen gevuld gaan worden is nog niet bekend. Champagne is er namelijk in verschillende typen, van
Brut (minder dan 15 gram suiker per liter) tot Doux (meer dan 50 gram suiker per liter). Champagne mag alleen zo genoemd worden als het uit het wijnbouwgebied Champagne afkomstig is. De druiven die worden gebruikt zijn de Pinot meunier, Pinot noir en de Chardonnay. Als aperitief is 8 oC de beste serveertemperatuur, bij een passend gerecht valt 10 à 12 oC te prefereren. De totale productie is ongeveer 300 miljoen flessen per jaar. Als die flessen op een rij worden gezet is dit een rij van meer dan 25.000 kilometer. Proost! (Bron: diversen)
1
Gaston van Leeuwen ontspant het liefst in zijn sportauto, een Lotus Elise. Een jongensdroom. Ook zit hij veel op internet, vooral op autosites. Elke maand verzamelt hij voor Sara Lee International de cijfers van 270 maatschappijen over de hele wereld.
42
‘Het CBS zou best wat strenger mogen zijn’ De stem van Gaston van Leeuwen wordt zachter als hij het heeft over zijn grote liefde. Elise heet ze. Ze is bloedsnel, prachtig blauw van kleur en alleen in gebruik bij mooi weer.
G
aston werkt op het hoofdkantoor van Sara Lee International, als hoofd van de afdeling Consolidatie. Douwe Egberts, Pickwick, Prodent, Zwitsal: het is maar een kleine greep uit de merken van Sara Lee. Gaston: ‘Wereldwijd rapporteren zo’n 270 maatschappijen maandelijks hun cijfers aan ons. Daarmee doen wij denk ik één van de grootste consolidaties in Nederland. Al die gegevens verwerken we in een enorme database. Voor het CBS halen wij daar de gegevens voor Nederland uit.’ De gegevens moeten dan nog wel handmatig op de CBS-formulieren worden ingevuld. Soms digitaal, soms
nog op papier. Gaston: ‘Als we het druk hebben, krijgt dat wel de laagste prioriteit.’ Gaston’s grote liefde is, naast zijn vrouw Miriam en zijn dochters Bibi en Lotte, zijn sportauto: een Lotus Elise uit 1997. Hij kan er uren over praten, zijn stem daalt, wordt zachter, milder. ‘Die auto is mijn jongensdroom. Niets is
Niets is zo ontspannend als zonder doel rond te rijden. De wind in je haren, de vrijheid
zo ontspannend als zonder doel rond te rijden. De wind in je haren, de vrijheid. Soms op snelheid, soms heel relaxed, hier over de dijk. Mijn vrouw vindt het een prima hobby, maar mijn dochter Elise noemen, dat ging haar te ver!’ Hij wil nog één ding meegeven aan het CBS. ‘Je kunt soms maanden na de uiterste aanleverdatum je gegevens nog aanleveren. Het CBS zou daar best strenger op mogen zijn. De terugkoppeling van de jaarcijfers komt dan veel te laat. Zo’n jaarboek, dat moet je toch binnen twee maanden kunnen maken?’ Pauline Smabers
43
Een deel van de CBS’ers dat betrokken was bij de ontwikkeling van CBS in uw buurt.
44
En hoe zit het in uw wijk? CBS treedt op een nieuwe manier met zijn buurtstatistieken naar buiten
Het Centraal Bureau voor de Statistiek beschikt over een schat aan informatie over ons land en ons allemaal. Heel formeel hebben wij als taak
het verzamelen, bewerken en publiceren van statistieken ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap. Dat klinkt nogal afstandelijk en om daar iets aan te doen is het in toenemende mate ons beleid om andere dan de al bestaande wegen te bewandelen. Om iedereen in dit land er op te wijzen wat we hebben en kunnen. En waar het te vinden is en vooral ook hoe.
Het zal ergens in 2006 zijn geweest dat Ruurd Huisman, destijds hoofd Communicatie bij het CBS, de idee kreeg de cijfers die het CBS heeft over buurten te gaan delen met de hele Nederlandse bevolking. Nu zijn alle gegevens waarover het CBS beschikt al voortdurend beschikbaar voor iedereen, dus zo nieuw was zijn idee ook weer niet. Wat in CBS-termen wel bijzonder was, is dat hij er een aparte website voor wilde inrichten. En het gebruikersgemak zou ook nog eens anders moeten zijn dan die van www.cbs.nl, toegankelijker en dus makkelijker. Breuk met verleden Voor het CBS zou zo’n (www.cbsinuwbuurt.nl)eenbreuk met het verleden betekenen. Tot dan toe was het immers zo dat er één ingang naar de informatie was. Het denken in sites voor specifieke doelgroepen én voor specifieke, toegespitste informatie: dat zou totaal nieuw zijn. Niettemin paste de
gedachte van Huisman in ideeën die er binnen het CBS groeiden over het méér toesnijden van onze informatie op de informatiebehoefte zoals die in de maatschappij leeft. Niet iedereen kan direct goed overweg met de CBS-database StatLine. En zo werd het plan goedgekeurd en werden de nodige budgetten vrijgemaakt. Eind 2006 werd besloten – na een inventarisatie van mogelijkheden, kansen en bedreigingen – een pas op de plaats te maken, er waren teveel onzerheden. Er werd een extern consultant gevraagd de haalbaarheid eerst verder te onderzoeken. Jon Peter van den Oever nam deze taak op zich en rapporteerde terug met suggesties de stap toch te zetten. Van den Oever: ‘Voor mij was het de uitdaging om het project te coördineren en daardoor het visualiseren van een oplossing om op een nieuwe manier met statistieken naar buiten te treden. Met als uiteindelijk doel dat elke internetgebruiker CBS in uw buurt weet te vinden en nieuwe gegevens over zijn of haar buurt ontdekt. Dat buurtstatistieken, die normaal in publicaties staan of alleen via www.cbs.nl opvraagbaar zijn, tot leven komen.’
Uitdaging Er werden – zoals dat gaat bij het CBS – een stuurgroep en een werkgroep gevormd. Voor Steven de Bie, voorzitter van de stuurgroep, was het de uitdaging ‘dat de grote hoeveelheid prachtige regionale gegevens waarover het CBS aparte website beschikt veel meer gebruikt zou worden. En wat is er mooier dan beginnen op het laagst denkbare niveau waarover we zinvol iets te vertellen hebben, het eigen buurtje van Voor het CBS is de nietsvermoedende burger?’ zo’n aparte website Hanneke Imbens, lid van de en verantwoordelijk een breuk met het stuurgroep voor de kwaliteit van de verleden data, zou blij zijn als het veel
45
Steeds meer willen we iedereen informatie op maat aanbieden, daar waar het het meest voor de hand ligt gebruikt wordt. ‘Ik hoor nu al van kennissen in het aardrijkskunde-onderwijs dat ze erg blij zijn met de Google Earth-applicatie met buurtcijfers. Ik hoop van ze te horen dat ze CBS in uw buurt nog veel meer gebruiken.’ Daarmee noemt zij al een ‘bijproduct’ (Google) van het project, maar daarover later méér. Olav ten Bosch, ook stuurgroeplid, heeft nog een heel ander idee: ’Herkenbare cijfers, klopt je gevoel bij een buurt wel of niet?’
combinatie van design en complexe techniek, dat is uitdagend, daar houden we van.’
Het resultaat Als u dit leest is de site gelanceerd, u kunt ‘m zelf bekijken. Het is voor een frequente internetgebruiker misschien niet heel bijzonder qua opzet en gebruiksmogelijkheden, voor het CBS is het toch een flinke sprong voorwaarts in denken en doen. Steeds meer willen we iedereen informatie op maat aanbieden, daar waar het Zelf maken of laten doen? het meest voor de hand ligt dat de informatie zal Er werd (opnieuw) een ontwerp gemaakt worden gezocht. We zijn dan ook blij met het en een plan van aanpak als aanloop naar de resultaat, maar nog lang niet tevreden. De site zal uiteindelijk alles bepalende vraag: wie gaat het in functionaliteit én in inhoud de komende jaren maken? Het CBS beschikt – uiteraard – over een flink gaan groeien. Het op deze manier aanbieden flink leger automatiseerders waaronder ook een van een deel van onze ‘schatkamer’ zal ook model aantal medewerkers dat zich specifiek met de staan voor het aanbieden van andere informatie website bezig houdt. Dan is er om te beginnen in de toekomst: steeds meer toegespitst op onze de capaciteitsvraag. Een project als dit zou een doelgroepen. En wat denken de mensen die het zware hypotheek leggen op de toch al flink belaste hebben gemaakt er nu van? Steven de Bie: ‘Ik ben mensen die het zouden moeten doen. Maar nu al erg tevreden. De site is op dit moment nog ook moesten we de vraag onder ogen durven niet officieel gelanceerd en voor een gebruikerstest zien: kunnen we het? Is het CBS zelf in staat de alleen op een verborgen plek beschikbaar. vertaalslag te maken van onze – zo zelfbewust zijn Desondanks weten allerlei gebruikers hem al te we wel – goede data naar een website waarmee vinden en krijgen we veel lovende commentaren. iedere gebruiker snel en goed overweg kan? Dat Men vindt hem hartstikke leuk! Dat belooft denk vraagt kennis van de allernieuwste ik dat hij veel gebruikt zal gaan webtechnieken. Van interactie tot worden en daarmee komt het ontwerp. En dat alles in combinatie CBS bij de belastingbetaler – en met direct beschikbare capaciteit, bij potentiële respondenten voor want de site zou wel in het najaar het CBS – op een goede manier van 2007 de lucht in moeten. Na onder de aandacht.’ Jos Lindhout, de nodige zelfreflectie besloot het in de stuurgroep verantwoordelijk CBS de bouw en het ontwerp van voor ICT: ‘Ik zag het even niet de site aan te besteden. Er volgde meer zitten toen we in 2006 de een zogenaamde offerteronde Ik hoor nu al van voorloper van dit project de nek om moesten draaien. Maar nu waarvoor drie partijen werden kennissen in het heb ik er vertrouwen in dat dit dé uitgenodigd. Bright Alley, een Amsterdams internetbedrijf, stak van Nederland aardrijkskunde- buurtgegevenssite met kop en schouders boven de wordt.’ En tenslotte Steven Verver onderwijs dat ze van Bright Alley: ‘We hebben rest uit en uiteindelijk konden we het ook nog over de prijs eens met overheden gewerkt, erg blij zijn met vaker worden. Topman Steven Verver van maar van het CBS kan ik zeggen Bright Alley daarover: ‘Voor ons is de Google Earth- dat we niet hadden verwacht dat CBS in uw Buurt een heel leuk het zo’n innovatieve club zou applicatie met project, omdat het ook inhoudelijk zijn. Pragmatisch, met een goede interessant is. Bovendien is het een communicatie.’ Verver heeft nog buurtcijfers
46
7
En het gebruikersgemak zou ook nog eens anders moeten zijn dan die van www.cbs.nl wel wat te wensen: ‘Het lijkt me heel leuk als we in de toekomst Web 2.0-zaken kunnen toevoegen, bijvoorbeeld door mensen op hun eigen sites of blogs informatie van CBS in uw Buurt te laten delen’. Een alleraardigst, min of meer toevallig, product dat inmiddels al door het CBS is gelanceerd, kwam tot stand toen Jos Lindhout van het CBS Google bezocht. Lindhout: ‘Ik ben persoonlijk naar Google gegaan om eens te bespreken wat we voor elkaar konden betekenen. Dat is de basis geweest van
het feit dat we Google-technologie bij CBS in uw buurt gebruiken en dat we ook CBS-gegevens via Google Earth aanbieden.’ Neem zelf de proef op de som en start via de link op de CBS-site (te vinden via www.cbs.nl > Thema’s > Dossiers > Nederland regionaal > Cijfers > Cartografische toegang) het programma Google Earth. (Overigens is versie 4.1 of hoger vereist, gratis te downloaden op http://earth.google.com). In de zoekbalk tikt u de naam van uw woonplaats in. Hans van Brussel
Wat is CBS in uw Buurt, wat kun je ermee? www.cbsinuwbuurt.nl is bedoeld om iedere Nederlander via het internet inzicht te geven in gegevens die het CBS heeft over buurten in gemeentes. Het wordt de gebruiker heel makkelijk gemaakt, in vier stappen komt hij of zij tot een resultaat: 1. Typ je postcode of gemeentenaam in. 2. Er verschijnt een lijst met buurten, kies de buurt. 3. Kies een thema: bevolking, huishoudens, arbeid, inkomen, woningen. 4. Kies bij een thema een onderwerp. Onderwerpen bij bevolking: • aantal inwoners • geboorte • sterfte • leeftijdsopbouw • bevolkingsdichtheid • niet-westerse allochtonen. Onderwerpen bij huishoudens: • samenstelling • gemiddelde grootte • aantal. Onderwerpen bij arbeid: • werkzame personen • bijstandsuitkeringen.
48
Onderwerpen bij inkomen: • gemiddeld inkomen • inkomensverdeling. Onderwerpen bij woningen: • aantal • gemiddelde waarde • huur en koop. Méér mogelijkheden: 1. Op de site kunnen ook complete rapporten over gemeentes (‘Gemeente op maat’) worden gedownload. 2. Er kunnen ook twee wijken vergeleken worden.
De medewerkers van Bright Alley, een Amsterdams internetbedrijf.
49
kort actueel
55 jaar oude Britse atoomcentrale Sellafield gesloopt De atoomcentrale van Sellafield was één van de oudste WestEuropese centrales. Er zijn nu nog 436 actieve kerncentrales. Hiervan staan er 144 in de Europese Unie. In Nederland staan op dit moment 2 kerncentrales, in Dodewaard en Borssele. Wereldwijd wordt 17 procent van de elektriciteitsvraag gedekt door kerncentrales. Voor Europa is dat 31 procent en voor Nederland ongeveer 4 procent. Door de discussie over de opwarming van de aarde is er weer belangstelling voor nucleair opgewekte stroom. De CO2-uitstoot van een kerncentrale is tussen de 8 en 32 gram per kilowattuur geleverde elektriciteit. Gasgestookte centrales produceren tussen 362 en 622 gram CO2 per kilowattuur. In Nederland produceert de energiesector 53 miljard kilo CO2, dat is 29 procent van de totale uitstoot aan CO2. (Bron: CBS, www.kernenergie.nl, www.ecn.nl)
Ruim 22.000 keer ‘The mousetrap’ Op 25 november 1952 ging het toneelstuk ‘The mousetrap’ van Agatha Christie in première. Het toneelstuk is inmiddels aan zijn 55e jaar in een Londens theater toe. Sinds 1952 worden ononderbroken voorstellingen gegeven en in totaal hebben inmiddels 336 acteurs en actrices in ‘The mousetrap’ opgetreden. Het record aantal optredens door één persoon staat op 4.575 voorstellingen. Dit was door David Raven. Nancy Seebrooke heeft het record aantal jaren in één rol op haar naam staan, namelijk 15 jaar. Van ‘The mousetrap’ bestaat geen film. Agatha Christie heeft dat namelijk per testament verboden. Het toneelstuk is ooit als hoorspel geschreven onder de titel ‘Three blind mice’. Het toneelstuk is een cadeau van de schrijfster aan haar enige kleinzoon. (Bron: www.vpsmvaudsav.co.uk, www.uk.agathachristie.com)
0
55.000 verkeersbrigadiers
actief op Nederlandse kruispunten Op schooldagen zijn er ongeveer 55.000 verkeersbrigadiers actief op de Nederlandse kruispunten. 18.000 jeugdverkeersbrigadiers en 37.000 volwassen brigadiers dragen vier keer per dag zorg voor de veiligheid van schoolkinderen en hun begeleiders die op weg zijn van en naar school. In ruim 400 gemeenten zijn de – in oranjekleurige jas en met stopbord uitgeruste – brigadiers op gevaarlijke oversteekplaatsen te vinden. Verkeersbrigadier word je niet zomaar. Er zijn richtlijnen voor selectie, aanstelling, opleiding en uitrusting. Eén ding speelt in ieder geval een belangrijke rol bij de selectie: een verkeersbrigadier moet goed kunnen zien. (Bron: Stichting verkeersbrigadiers)
kort actueel
797 Nobelprijzen In december 2007 hebben 13 winnaars in Stockholm een prestigieuze Nobelprijs ontvangen uit handen van de Zweedse koning. Niet alle Nobelprijswinnaars kregen in Zweden hun prijs. De Nobelprijs voor de vrede werd namelijk in Oslo uitgereikt. De statistieken wijzen uit dat mannen tot nu beter zijn in het verdienen van een Nobelprijs. In totaal hebben namelijk 743 mannen, 34 vrouwen en 20 organisaties ooit een Nobelprijs mogen ontvangen. Die prijs wordt sinds 1901 uitgereikt op de sterfdag van Alfred Nobel. Hij is de naamgever van de prijs en heeft zijn vermogen per testament daarvoor beschikbaar gesteld. In de geschiedenis van de Nobelprijzen is er één familie waarvan de vader, de moeder, de dochter (Marie Curie) en de schoonzoon allemaal ooit ten minste één
Nobelprijs hebben ontvangen. Marie Curie ontving zelfs 2 verschillende Nobelprijzen, één voor chemie en één voor natuurkunde. Alleen Linus Pauling kreeg dat ook voor elkaar. Hij kreeg een Nobelprijs voor natuurkunde en een voor de vrede. In Nederland kregen de broers Tinbergen: Jan (economie) en Nico (medicijnen) een Nobelprijs. Leuk detail is dat Jan Tinbergen van 1929 tot 1945 bij het CBS heeft gewerkt. In totaal hebben tot nu toe 18 Nederlanders een Nobelprijs ontvangen, de meesten voor natuurkunde. De laatste Nobelprijs voor een Nederlander was in 1999. (Bron: www.nobelprize.org)
1
Rob Verbeek zwaait de financiële scepter over 50 NH-hotels. Hij is een gezinsmens. Zijn oudste zoon leert lezen en hij vindt dat grandioos om te zien. Rob heeft veel gereisd, maar is toch het liefste thuis. Hij houdt van jazzmuziek en speelde ooit in een big band.
52
‘Ik doe voor mijn bedrijf wat het CBS voor Nederland doet’ Jarenlang reisde Rob Verbeek naar hotels in Ghana, Israël, Cuba, Zuid-Afrika en Londen en naar het hoofdkantoor van NH Hotels in Madrid. Nu heeft hij een gezin en een vaste werkplek in Hilversum. Reizen doet hij minder en in de zomer gaat hij het liefst kamperen.
R
ob is net terug van een zakenreis naar Madrid. ‘Maar die duurde maar drie dagen, dus dat is een heel ander verhaal.’ Hij is financieel directeur van zo’n 50 NH-hotels; de meeste liggen in de Benelux. ‘Voorheen ging ik in een buitenlands hotel zitten om de lokale controller te ondersteunen bij zijn administratieve organisatie. Nu informeer ik mijn bedrijf over de financiële prestaties. In feite doe ik voor mijn bedrijf wat het CBS in de breedte voor het bedrijf Nederland doet. Alleen doe ik daar dan nog een stukje advies bij.’ Met trots vertelt Rob over zijn twee zonen: Jochem en Casper. ‘Jochem leert nu lezen. Dat leervermogen van die
kinderen is enorm. In financiële termen: de return of investment is grandioos! Iets vergelijkbaars zie ik ook bij mijn medewerkers. Er verandert zoveel in de hotelwereld en in ons bedrijf. Overnames, innovaties. Je moet zelf ook permanent veranderen, anders red je het niet. Ik verbaas me elke dag over het aanpassingsvermogen van mijn mensen.’ Over het CBS is hij goed
Je moet zelf ook permanent veranderen, anders red je het niet
te spreken. ‘Ze zijn altijd bereid om mee te denken. Ik lever nu mijn gegevens aan in een Excel bestand in plaats van op losse formulieren. Wel kan het CBS de vragen misschien anders clus teren. Meer op de doelgroep gericht, want ik merk dat op ver schillende enquêtes soms dezelfde gegevens gevraagd worden.’ Rob is een gezinsmens. ‘In de zomer gaan we altijd kamperen. Lekker buiten, naar het strand met de jongens.’ Feestdagen viert hij altijd met familie, het liefst in Brabant. Want ook al heeft Rob de hele wereld over gereisd: hij blijft een echte Brabander. Pauline Smabers
53
Persaankondiging van Burgemeester & Wethouders dat er een volkstelling aankomt.
Werkzaamheden ten behoeve van de Volkstelling 1930.
Met automatische ponsmachines worden bij de Volkstelling in 1930 vaste gegevens, zoals de code voor de gemeente, in de kaarten geponst.
Volkstellingen in Nederland: van face-to-face naar virtueel De volkstellingen in historisch perspectief*
V
olkstellingen zijn voor het CBS een heel bekend begrip, maar de vraag is of dat voor iedereen zo is. Wat is een volkstelling; waarom werden en worden er volkstellingen gehouden; zijn ze altijd soepel verlopen; hoe ging het vroeger en hoe gaat het nu? De allereerste volkstelling die in Nederland (toen: de Bataafse Republiek) gehouden is, vond plaats in 1795. Dit was slechts een telling van het aantal zielen. In 1829 vond de eerste officiële volkstelling plaats. Er zijn vanaf 1829 in totaal 14 volkstellingen geweest en vanaf 1899 zijn de volkstellingen door het CBS gedaan. In principe één keer in de tien jaar. Uitzondering hierop vormde 1940. Toen is de telling overgeslagen in verband met de oorlog.
Waarom een volkstelling? Het houden van een volkstelling kende een aantal redenen. Allereerst het meten van de bevolkingsomvang op een bepaald moment. Maar een volkstelling was er ook om de bevolkingsboekhouding van de gemeenten te controleren en bij te werken. Daarnaast gaf het gedetailleerde informatie over regio’s en over de demografische en sociaaleconomische structuur van de bevolking. Een volkstel-
ling was dus lang niet alleen het sec tellen van de bevolkingsomvang. Veel meer onderwerpen kwamen aan de orde. Denk daarbij aan de wijze van samenwonen, gezinssamenstelling, leeftijd, regio, burgerlijke staat, nationaliteit, godsdienst, beroep en woongelegenheid. In de loop der tijd nam het aantal onderwerpen toe. Zo werd er vanaf de Volkstelling 1920 ook gevraagd naar de huwelijksvruchtbaarheid en vanaf 1930 naar het gevolgde onderwijs. Er was vanuit de overheid namelijk een toenemende behoefte aan gegevens om sturing te kunnen geven aan het maatschappelijk leven. Niet alle verzoeken om uitbreiding werden overgenomen. Zo kwam er in 1930 een verzoek van het bedrijf Philips om te tellen hoeveel radioluisteraars er in Nederland op dat moment waren. Dat verzoek is toen niet gehonoreerd.
Rumoerige aanloop van de volkstelling 1971 De volkstelling van 1971 is de boeken ingegaan als een volkstelling met een zeer rumoerige aanloop die de discussie over privacy op de agenda heeft gezet. Op dat moment was er in Nederland namelijk nog geen privacywetgeving. Veel overheidsadministraties werden rond die tijd geautomatiseerd en er ontstond een gevoel van Big brother
Sorteer- en telzaal bij de verwerking van de Volkstellingsgegevens uit 1930.
VERBRANDING TELFORMULIEREN Na een vergadering van een aantal groepen die protesteren tegen de Volkstelling van 1971 verbranden een paar mensen bij het monument op de Dam enkele tientallen telformulieren. In een oogwenk komt gereed gehouden politie in actie die zorgt voor verspreiding van de demonstranten. (Foto: www.anpfotoarchief.nl)
6
Cartoon van Gys, Haagsche Courant, 12-2-1971.
is watching you. Die vrees is in die periode op de volkstellingen geprojecteerd. Vooral de invoering van een persoonsnummer in de bevolkingsadministratie vormde een belangrijke voedingsbodem voor deze vrees. Er ontstond daarom heftig protest tegen het gebruik van de volkstellingsgegevens voor niet-statistische doeleinden, zoals het controleren van het bevolkingsregister. Dit ondanks het feit dat het Bureau deze controle uitsluitend beperkt had tot het adres van een persoon. Maar ondanks alle maatregelen van het CBS tot handhaving van de geheimhouding, ontstond veel commotie in de publieke opinie over de privacybescherming van de gegevens.
betekenis konden krijgen. Ook was er een angst voor de verwerking met computers, waardoor bijvoorbeeld de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) er zijn neus in kon steken. Hun laatste zorg was dat 10 procent van de antwoordkaarten 10 jaar of langer bewaard zou worden op het CBS, zonder dat de betrokken personen daarvan op de hoogte waren. Het Actiecomité had een aantal wensen ten aanzien van de volkstelling. Allereerst: volstrekte anonimiteit, niets mocht herkenbaar zijn. Ten tweede: niemand hoefde tegen zijn zin vragen te beantwoorden. Tot slot: het vragenpakket moest zo zijn samengesteld dat het voor zoveel mogelijk groepen in de samenleving iets opleverde.
Actiecomité Waakzaamheid Volkstelling
Privacy en anonimiteit burgers gewaarborgd
Hoe ontstond dat rumoer? In de zomer van 1970 maakte een groepje van zes jongeren in Amsterdam bezwaar tegen het uitvoeren van de volkstelling. De privacy van alle burgers zou in gevaar zijn. Het Actiecomité Waakzaamheid Volkstelling was geboren. Zij waren om een aantal redenen waakzaam. Sommige vragen zouden te indringend zijn; de anonimiteit van de verzonden antwoorden zou niet gewaarborgd zijn en de zekerheid ontbrak dat er met de zeer persoonlijke gegevens niets kon worden uitgehaald. Daarbij kwam ook dat het Comité vond dat de vragen onschuldig leken, maar in combinatie politieke
De commotie die ontstond leverde wel iets op: er werden afspraken gemaakt om de privacy en de anonimiteit van de burgers nog meer te waarborgen. Zo werden bijvoorbeeld de antwoordkaarten gescheiden van de naamkaarten en mocht het CBS de telkaarten die voor 10 jaar bewaard zouden worden niet op naam bewaren. Daarbij kwam dat de enveloppen waarin de telkaarten opgehaald werden bij de mensen thuis dichtgeplakt moesten worden. Op die manier konden de volkstellers en het CBS er niet in kijken en ook niets meer aanpassen.
7
DAGBOEK VAN EEN VOLKSTELLER
Verloop van de volkstelling 1971
De Haagsche Courant heeft 4 dagen lang een dagboek van een volksteller opgenomen. Daarin komen de persoonlijke ervaringen van één van de vele volkstellers aan bod. Hieronder enkele van de citaten uit het dagboek.
Hoe is die volkstelling uiteindelijk verlopen? Op 28 februari 1971 ging de telling van start. In principe werd er vier dagen lang door speciaal geworven volkstellers geteld. Deze mensen ontvingen 30 gulden per dag, schoon aan de haak. Grappig detail is dat de telkaarten alleen met potlood ingevuld mochten worden. Uit onderzoek van het CBS bleek echter dat bijna 40 procent van de huishoudens helemaal geen potlood meer in huis had. Daarom werden speciaal voor de volkstelling halve potloden vervaardigd. De mensen die meewerkten aan de volkstelling mochten het potlood houden. Ondanks alle ophef vooraf is de volkstelling redelijk soepel verlopen en bleef het aantal personen dat weigerde mee te werken beperkt tot 23.000. Deze mensen ontvingen keurig een brief met de vraag om alsnog mee te doen. Vooraf was nog gedreigd met een proces-verbaal, maar in de praktijk bleek dat niet zo eenvoudig. Terugkijkend op deze volkstelling is deze op twee manieren een keerpunt geweest. Allereerst voor de privacywetgeving. Die kwam er uiteindelijk in 1981. En vervolgens voor de volkstellingen zoals die altijd gehouden werden. Het zou namelijk de laatste traditionele volkstelling zijn.
‘Goedemorgen mevrouw, ik kom…’ ‘We zijn met zijn zessen, moet u nog meer weten?’ ‘Meneer, nou u er toch bent, mijn tv is kapot, heeft u er misschien verstand van?’ Een deur verder een man die duidelijk ‘tegen’ was, maar daar allerminst een probleem van maakte. ‘Dat los ik wel even op. Achter de vraag hoeveel ik verdien schrijf ik twee miljoen, want dat verdien ik. Ze vragen toch niet hoeveel ik krijg van mijn baas.’ Belangrijkste conclusie na twee dagen: het potloodje doet het geweldig. De gimmick van de volkstelling, dat potloodje. Er zijn mensen die in tien jaar geen potlood meer hebben gezien. Iedereen vindt het reuze schattig dat ze het niet terug hoeven geven. ‘Eindelijk iets terug van onze centen’. Van een vrouw kreeg ik twee sigaren. ‘Neem ze maar, ze zijn nog van mijn man, die is twee maanden geleden plotseling heengegaan’. Twee volkstellers in mijn wijk bleven ieder met éénmaal ‘niet thuis’ zitten. Door een toeval kwam in het wijklokaal uit dat ze elkaar niet thuis hadden getroffen…
8
Uitstel Volkstelling 1981 Na de rumoerig verlopen Volkstelling van 1971 stond er voor 1981 weer een volkstelling gepland. Uit proeftellingen van het CBS bleek dat er een non-respons (mensen die niet meedoen) verwacht werd van 26 procent en dat zou dan natuurlijk gevolgen voor de betrouwbaarheid van de uitkomsten hebben. De Volkstelling van 1981 werd toen op voorstel van de minister van Economische Zaken, waaronder het CBS viel, voor onbepaalde tijd uitgesteld. De minister stelde dat er een sociaalpsychologisch klimaat was ontstaan dat ongunstig was voor het op korte termijn houden van een succesvolle volkstelling. Het feit dat de Nederlandse overheid de volkstelling uitstelde, betekende niet dat Nederland zich kon onttrekken aan de verplichting om in Europees verband volkstellingsgegevens te leveren. Het CBS heeft toen zowel voor 1981 als voor 1991 op basis van registertellingen en enquêtes vervangende volkstellingsgegevens samengesteld op landelijk niveau. Dus geen informatie gepubliceerd over gemeenten en regio’s. Van integratie van deze gegevens was echter geen sprake. Dit laatste was wel het geval bij de in 2001 gehouden virtuele volkstelling, samengesteld op basis van gegevens afkomstig uit het Sociaal Statistisch Bestand (dat wil zeggen op
basis van beschikbare registers, aangevuld met een aantal grote (bestaande) steekproeftellingen).
Verschillen tussen gewone en virtuele volkstelling Welke verschillen zijn er tussen de gewone volkstelling en de virtuele volkstelling? De virtuele volkstelling is veel goedkoper. Kosten: een paar miljoen euro. Een traditionele volkstelling kost al gauw een paar honderd miljoen euro. Bij de virtuele volkstelling zijn er geen problemen met het niet meewerken aan het onderzoek of het niet invullen van vragen van het onderzoek. Dit levert dus een meer betrouwbaar beeld op. Verder worden bij de virtuele volkstelling alleen de mensen geteld die in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) zijn opgenomen. Iemand die wel in Nederland verblijft, maar niet in de GBA staat, wordt dus niet geteld. Bij traditionele volkstellingen werd de bevolkingsadministratie geactualiseerd en dat is bij een virtuele telling niet zo. Een virtuele volkstelling is veel sneller. Voor de virtuele volkstelling van 2001 is Nederland later gestart dan de meeste andere landen die traditioneel telden, maar de uitkomsten waren eerder beschikbaar. Nadeel van de virtuele volkstelling is dat er minder gedetailleerde informatie beschikbaar komt, omdat variabelen die aanvullend worden gevraagd voor kleine gemeenten niet altijd een betrouwbaar beeld geven.
Toegang tot registers Om een virtuele volkstelling te kunnen houden, is het heel belangrijk dat het CBS toegang heeft tot registers die al beschikbaar zijn. In de nieuwe CBSwet van 2004 is dit dan ook krachtig verwoord. Daarin staat trouwens ook dat het CBS verplicht is om voor alle onderzoeken zoveel mogelijk gebruik te maken van de registers. Dit om de zogenaamde administratieve lastendruk te verminderen.
Hoe doen de landen om ons heen het? Er komt een Europese wet die de landen verplicht om het volk te (blijven) tellen. Nederland doet dat tegenwoordig dus virtueel. Dat wil zeggen dat we zo veel mogelijk gebruik maken van bestaande registers en dat we – waar nodig – aanvullen op basis van steekproefonderzoek. Hoe doen de landen om ons heen het eigenlijk, het volk tellen? Onze buren uit het Noorden (Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken en ook Slovenië) hebben het plan de komende volkstelling helemaal te gaan
baseren op bestaande registers. Na vele jaren hard werken hopen zij voor alle volkstellingsvariabelen uit hun registers te kunnen putten. Daar komt de bevolking niet meer aan te pas. Spanje en Italië hebben bevolkingsregisters. Daar is het echter zo dat de kwaliteit van die registers niet bepaald goed te noemen is. Een belangrijk onderdeel, namelijk de gegevens over emigratie, ontbreekt grotendeels in de Spaanse en Italiaanse bevolkingsregisters en daarom tellen zij traditioneel elke tien jaar in de volkstelling hoeveel mensen er nog wonen.
Grote groep landen volgt werkwijze van Nederland Er is ook nog een grote groep landen die de werkwijze van Nederland volgt. Voor het CBS is dat heel belangrijk omdat dat eigenlijk het bewijs is dat we op de goede weg zijn. Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Hongarije, Tsjechië, Estland, Letland en Litouwen gebruiken allemaal registerinformatie aangevuld met steekproefonderzoek. Een wat merkwaardige uitzondering op dit alles vormt Frankrijk. Als enige land ter wereld maakt Frankrijk gebruik van de zogenaamde Rolling Census. Zij tellen elk jaar een stukje Frankrijk en na vijf jaar is dan zo’n beetje heel Frankrijk geteld. Een probleem dat ze nog niet hebben kunnen oplossen, is hoe om te gaan met mensen die verhuizen. Voor deze methode moet eigenlijk iedereen blijven zitten waar die zit en dat is in de praktijk wel anders. Dat geen enkel land Frankrijk gevolgd is met deze manier van tellen, zegt wel iets over deze methode. Er is nóg een smaak op het gebied van tellen, namelijk de ouderwetse manier. Dat doet de rest van de wereld. Opvallend is dat daar ook Engeland, Canada en de Verenigde Staten van Amerika bij horen. Die hebben namelijk helemaal geen traditie met het opbouwen van registers. Ook zij doen het dus nog gewoon traditioneel. Wilt u meer weten over de volkstellingen in Nederland, kijk dan op www.volkstellingen.nl. In november 2007 is er een publicatie verschenen over 200 jaar volkstellingen: Boonstra, O.W.A.; P.K. Doorn, M.P.M. van Horik, J.G.S.J. van Maarseveen, J. Oudhof (redactie): Twee eeuwen geteld; Onderzoek met de digitale Volks-, Beroepsen Woningtellingen 1795–2001; ISBN 978-906984-533-3. Herjet van Zoest-Visser
* Met dank aan Jacques van Maarsseveen en Eric Schulte Nordholt.
9
recente CBS-publicaties
Gezondheid en zorg in cijfers 2007 In deze editie van Gezondheid en zorg in cijfers is er veel aandacht voor onderwerpen waarover het CBS nieuwe of sterk verbeterde cijfers heeft. Zo worden in deze publicatie onder meer de relatie tussen leefstijl en ziekteverzuim, de gezonde levensverwachting, de kwaliteit van de gezondheidszorg en de groei van de ouderenzorg beschreven. De publicatie bevat ook een apart tabellengedeelte.
60
Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
[email protected] (045) 570 62 68 C-156 978-90-357-1917-0 1871-6156 € 17,00 (exclusief administratie- en verzendkosten)
recente CBS-publicaties
Jaarboek onderwijs 2007 In deze tiende editie van het Jaarboek onderwijs in cijfers worden naast de vaste informatie over leerlingen, onderwijsinstellingen en onderwijsuitgaven ook een aantal thema’s speciaal belicht. Zo is er aandacht voor bedrijfsopleidingen, een Europese vergelijking van het post-initieel onderwijs en studievoortgang van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Het boek is bedoeld als naslagwerk voor iedereen die beroepshalve of anderszins geïnteresseerd is in het onderwijs in Nederland.
Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
[email protected] (045) 570 62 68 F-162 978-90-357-1849-4 1388-9737 € 41,80 (exclusief administratie- en verzendkosten)
61
recente CBS-publicaties
Milieurekeningen 2006 Economie en milieu zijn nauw met elkaar verbonden. Enerzijds heeft de economie als input grondstoffen nodig die afkomstig zijn uit het milieu, anderzijds dragen economische activiteiten bij aan allerlei soorten milieuvervuiling. De publicatie Milieurekeningen 2006 van het Centraal Bureau voor de Statistiek beschrijft en analyseert de relatie tussen milieu en economie in Nederland. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod: luchtvervuiling, watervervuiling, water, afval, energie, milieubelastingen en de aardolie- en aardgasreserves.
6
Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
[email protected] (045) 570 62 68 C-167 978-90-357-1940-8 1873-8419 € 22,75 (exclusief administratie- en verzendkosten)
recente CBS-publicaties
Kennis en economie 2007 Kennis en economie 2007 schetst een beeld van het toepassen van kennis in Nederland. Ten aanzien van de kennis van mensen geldt dat de deelname aan het hoger onderwijs in Nederland nog steeds groeit. Het aantal hoogopgeleiden in Nederland is bovengemiddeld in vergelijking met andere landen binnen de Europese Unie. Meer dan de helft van de hoogopgeleiden is overigens werkzaam bij de overheid en de nietcommerciële dienstverlening.
Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
[email protected] (045) 570 62 68 K-300 978-90-357-1878-4 1384-6973 € 32,65 (exclusief administratie- en verzendkosten)
6