LENTE 2011
01 11 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Interview met VNO/NCWvoorzitter Bernard Wientjes In gesprek met Jeltje van Nieuwenhoven UK Statistics in the picture CBS intensiveert samenwerking met universiteiten
Export van bloembollen Nederland heeft in 2010 bijna 4 miljard bloembollen geëxporteerd. Meer dan de helft zijn tulpenbollen, gevolgd door gladiolen met een aandeel van meer dan een kwart. De Verenigde Staten zijn de belangrijkste afnemer. Een vijfde van alle bloembollen, 800 miljoen, vond het afgelopen jaar zijn weg naar dit land.
2
01 11 Gosse van der Veen Directeur-Generaal CBS
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
LENTE 2011
01 11
Voorwoord
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Interview met VNO/NCWvoorzitter Bernard Wientjes In gesprek met Jeltje van Nieuwenhoven UK Statistics in the picture CBS intensiveert samenwerking met universiteiten
Colofon 01/11 is het relatiemagazine van het CBS dat als doelstelling heeft de externe relaties van het statistiekbureau te informeren over het CBS en met het CBS verwante relevante maatschappelijke ontwikkelingen. 01/11 verschijnt 4 keer per jaar. Uitgave: Centraal Bureau voor de Statistiek. Hoofdredactie: Miriam van der Sangen. Medewerkers: Jaap van Sandijk, Ron Storm, Miriam van der Sangen, Annemieke Bos, Carina Fransen, Ronald van der Bie en Rosenbaum Selekt. Cover: Jeltje van Nieuwenhoven was de eerste vrouwelijke voorzitter van de Tweede Kamer. Sinds maart 2010 is zij lid van de Haagse gemeenteraad namens de PvdA. Fotografie: PP Fotografie Zoetermeer, ANP, Miriam van der Sangen, Joop Schuitemaker, Ap Smulders. Illustraties: Andy Grogan. Oplage: 7.500 exemplaren. Concept: Hans van Brussel. Vormgeving: Jan van Halm. Opmaak: Centraal Bureau voor de Statistiek, Grafimedia. Druk: OBT bv, Den Haag. Reacties op het blad zijn welkom via e-mail:
[email protected].
Voor u ligt het eerste nummer van het CBS-relatiemagazine van 2011. Daarin een uitgebreid interview met VNO/NCW-voorzitter Bernard Wientjes. We spraken met hem over ondernemerschap en het belang van een krachtig ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de invloed vanuit Brussel, de arbeidsmarkt die op slot zit, flexibel werken en de krimp in Zeeland en Limburg. In de serie over prominente vrouwen in onze samenleving wordt Jeltje van Nieuwenhoven geïnterviewd. Zij was niet alleen decennialang lid van de Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid, maar ook de eerste vrouwelijke Kamervoorzitter. Nu is zij nog steeds actief en wel als raadslid in de Haagse gemeenteraad. Zij vertelt onder andere over haar overstap naar de politiek, de resulaten die ze als Tweede Kamerlid boekte, het belang van een schone, veilige stad en haar zorg om de oudere allochtone vrouwen. Verder hadden we een gesprek met Jil Matheson, als ‘national statistician’ hoofd van de Government Executive van de UK Statistics Authority. Het statistiekbureau van het Verenigd Koninkrijk is het uitvoerend orgaan van de UK Statistical Authority. Matheson laat ons kennis maken met allerlei interessante aspecten van haar organisatie. In dit nummer ook aandacht voor de steeds intensiever wordende samenwerking tussen het CBS en de universiteiten. De instelling van een aantal leerstoelen heeft daar een grote rol bijgespeeld. Op deze manier kan een belangrijke brug worden geslagen tussen wetenschap en statistiek. Drie bijzondere hoogleraren, tevens werkzaam bij het CBS, vertellen over hun ervaringen. In deze aflevering ook een artikel over de revolutiekoorts op het CBS in de jaren twintig van de vorige eeuw. Belangrijke hoofdrolspelers daarbij waren Clara Wichmann (strafrechtjuriste en sinds 1914 sous-chef van de afdeling gerechtelijke statistiek bij het CBS) en Bernard Reyndorp. Laatstgenoemde was werkzaam als schrijver bij het CBS en anarcho-socialistisch filosoof en vrijdenker. Tot slot interviews met klanten van het CBS. Zij vertellen welke gegevens van het CBS zij gebruiken en wat ze er verder meedoen. En natuurlijk zijn er ook deze keer weer de korte rubriekjes met allerlei wetenswaardigheden over gezondheid, sport, eten, IT en actuele zaken. Veel leesplezier. Hebt u suggesties? Laat het mij weten. Gosse van der Veen, Directeur-Generaal
3
Aan dit nummer werkten mee... Miriam van der Sangen (1958) studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Daarna volgde zij diverse opleidingen op het gebied van management en journalistiek. Begin jaren tachtig trad zij in dienst van het CBS, waar zij verschillende functies bekleedde. De afgelopen 15 jaar werkte zij bij de sector Communicatie.
Carina Fransen (1963) voltooide de opleiding Nederlands recht, internationaalrechtelijke richting in Leiden. Naast fractiewerk in de Tweede Kamer, gaf zij repetitorcursussen Europees recht en schreef zij voor het Leids Liberaal Bulletin. Sinds 2001 werkt zij bij het CBS, de laatste jaren bij de centrale beleidsstaf internationale zaken.
Ronald van der Bie (1959) studeerde geschiedenis en economie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij was bedrijfsleider in een café, broodschrijver, docent en onderzoeker. Hij publiceerde over tabaksteelt, sociale zorg, drankgebruik en drankbestrijding en historische nationale rekeningen. Hij werkt bij het CBS als wetenschappelijk redacteur en doet er onder meer historisch tijdreeksonderzoek.
Annemieke Bos (1966) volgde de opleiding Voorlichtingskunde aan de Haagse Hogeschool. Zij werkte vijf jaar als voorlichter bij de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf (tegenwoordig Fundeon) en daarnaast als freelance journaliste voor de Delftsche en Westlandsche Courant. Sinds 1995 is ze actief als freelance tekstschrijver/redacteur.
Jaap van Sandijk (1960) studeerde aan de Pedagogische Academie, maar koos na de afronding daarvan voor de journalistiek. Na ervaring te hebben opgedaan bij de regionale radio en het Leidsch Dagblad vestigde hij zich als freelance journalist. Hij schrijft voor onder meer Marketingtribune, Salesmanagement en Update, het relatiemagazine van de Sky Radio Group.
4
01 11 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek Interview met Bernard Wientjes, VNO/NCWvoorzitter
10
In gesprek met Jeltje van Nieuwenhoven
UK Statistics in the picture
30
20
Inhoud
Marcel Warnaar: ‘Grip krijgen en houden op de huishoudfinanciën’
18
CBS intensiveert samenwerking met de universiteiten
40
kort gezond 6–7 Edwin Vlems van MCB Nederland: ‘Dagelijks op maat gesneden nieuwsberichten voor 5.000 klanten’ 8–9 Bernard Wientjes: ‘Met stille diplomatie bereik je het meest’ 10–15 kort IT 16–17 Marcel Warnaar van Nibud: ‘Grip krijgen en houden op de huishoudfinanciën’ 18–19 In gesprek met Jeltje van Nieuwenhoven 20–25 kort sport 26–27 Peter van Leeuwen van de Raad voor Werk en Inkomen: Zoeken naar antwoorden in de ‘intellectuele speeltuin’ 28–29 UK Statistics in the picture 30–35 kort reizen 36–37 Femke Ellenbroek van woningcorporatie Ymere: Met onderzoek bijdragen aan goede sociale huisvesting 38–39 CBS intensiveert samenwerking met universiteiten 40–45 kort actueel 46–47 Hein Bos van Vastgoed Belang: Cijfers zijn hard nodig voor goede belangenbehartiging 48–49 Revolutiekoorts op het CBS 50–55 kort culinair 56–57 recente publicaties 58–59
5
kort gezond
744 procent p bezoekt huisarts Ste Steeds S meer mensen brengen een bezoek aan d huisarts, tandarts of fysiotherapeut. Logisch, de z l u zeggen, de bevolking wordt steeds ouder. zul zult M Maar de toename heeft slechts ten dele te m maken met de vergrijzing. De afgelopen dertig ja laten het volgende cijferverloop zien: jaar in 19 1981 bezocht bijna 70 procent minstens één m a per jaar de huisarts, tegenover 74 procent in maal 0 H tanda n 2009. Het tandartsbezoek steeg van 62 procent in 1981 naar 7 p c t in 2009. 220 De fysiotherapeut werd in 2009 bezocht 78 procent 2 p c t va door 20 procent van de bevolking. In 1981 zag deze specialist g 6 procent o n in n zzijn praktijk. (Bron: CBS) nog
1 op de 8 Nederlanders heeft migraine Migraine is de meest voorkomende chronische ziekte in Nederland. 1 op de 8 Nederlanders heeft hiermee te kampen. Ook hoge bloeddruk en gewrichtsslijtage komen vaak voor. Ouderen hebben vaker een chronische ziekte dan jongeren en vrouwen hebben dit vaker dan mannen. Vrouwen op middelbare leeftijd hebben het vaakst last van migraine. Onder vrouwelijke 65-plussers is gewrichtsslijtage de meest voorkomende ziekte: ruim 4 op de 10 bejaarde vrouwen heeft deze aandoening. Ouderdom komt met gebreken…(Bron: CBS)
400.000 bloeddonors in Nederland Nederland telt zo’n 400.000 bloeddonors. Dat is 4 procent van de 18- tot 70-jarigen, de leeftijdsgroep die donor mag zijn. Donors zijn vaker te vinden onder hoogopgeleiden dan onder laagopgeleiden. Qua sekse is het donorschap beter verdeeld: vrijwel evenveel mannen als vrouwen doneren bloed. Van de mannelijke donors is de helft ouder dan 50 jaar, bij de vrouwen is dat nauwelijks één op drie. Het hoogste aandeel dat bloed geeft, komt overigens voor bij mannen van 50 tot 60 jaar. Deze leeftijdsgroep is goed voor een aandeel van 7 procent. (Bron: CBS)
6
kort gezond
500.000 500 00 00 000 6565-plussers 5 pplussers s e erbij b N d rl d vergrijst. Nederland e rij t D Dat at iiss op p zich ich n niet i t bij bijzonder, z d r maar a r de snelheid e e waarin w a datt gebeurt e u iis d dat w wel. wel. De e komende o e e jaren e vergrijst v g s N Nederland e a namelijk m l in vverdubbeld d b d tempo tempo. e p Voor o 2015 2 5 hebben e e we w er e 500 5500.000 0 0 65-plussers 000 - u e bij bij,, terwijl r deze e leeftijdsgroep in de afgelopen 5 jaar toenam met ‘slechts’ 250.000. Die versnelling wordt veroorzaakt door de zogeheten babyboomgeneratie, de mensen die zijn geboren vlak na de Tweede Wereldoorlog. Deze ‘boomers’ vieren de komende jaren allemaal hun 65e verjaardag. Na deze golf volgt trouwens nog een tweede: ook tussen 2016 en 2040 komt er een respectabel aantal 65-plussers bij (1,5 miljoen om precies te zijn). In 2040 staat de teller dan in totaal op 4,6 miljoen. Ter vergelijking: momenteel telt ons land 2,6 miljoen 65-plussers. Pas na 2040 zet een daling in. Tot die tijd vormt grijs een steeds vaker voorkomende kleur in Nederland. (Bron: CBS)
7
aan het woord...
EDWIN VLEMS werkt als marketingmanager bij MCB Nederland, groothandel voor de metaalverwerkende industrie. Het werkt boeit hem omdat hij met een helikopterview de ontwikkelingen in de wereld volgt en de relevante aspecten oppikt voor MCB en haar klanten. Dagelijks stipt om drie uur voorziet hij hen van actuele informatie.
8
Dagelijks op maat gesneden nieuwsberichten voor 5.000 klanten MCB Nederland levert metalen in allerlei vormen en kwaliteiten. Afnemers zijn bedrijven in de metaalindustrie. De klanten vinden in MCB niet alleen een groothandel, maar ook een dienstverlener die hen voorziet van relevante branche-informatie. Die informatie verzorgt marketingmanager Edwin Vlems.
D
agelijks stipt om drie uur verstuurt MCB een elektronisch nieuwsbericht naar 5000 klanten. ‘Dat zijn op maat gesneden nieuwsberichten,’ vertelt Edwin. ‘We stellen die samen aan de hand van het inkoopgedrag van de klant en maken dankbaar gebruik van CBS-informatie.’ Aanvankelijk verzamelde de afdeling marketing van MCB vooral gegevens voor de eigen bedrijfsvoering. ‘We monitoren continu welke ontwikkelingen er spelen in onze branches. Die ontwikkelingen gaan snel. Daar willen we ook onze klanten van op de hoogte stellen. Als extra service zijn we daarom met de dagelijkse mailservice begonnen. Onze klanten stellen dat zeer op prijs. Zij kunnen de informatie onder andere gebruiken als on-
derbouwing naar hun afnemers, bijvoorbeeld als de prijzen van hun producten zijn gestegen. Die ontwikkeling lijkt namelijk onontkoombaar met het schaarser worden van de grondstoffen.’ Bij het samenstellen van de informatie kijkt Edwin naar wat interessant kan zijn voor de klanten van MCB. ‘Veel is interessant. De CBS-database StatLine bevat heel veel gegevens over tal van industrieën. De informatie uit de StatLine updates sturen we door naar klanten in de betreffende branche: bouw/
Veel informatie van het CBS is interessant voor ons en onze klanten
GWW, metaalverwerkende industrie, transport, enzovoorts. Vaak is nog wel een vertaalslag nodig. Het CBS doet erg zijn best om de informatie gebruiksvriendelijk te presenteren, maar naar mijn idee is er toch wel een kloof met de dagelijkse praktijk in de branches. We willen onze klanten daarom extra helpen met het analyseren van de gegevens. Ze waarderen de informatie, maar hebben ook behoefte aan duiding.’ Edwin meent dat er op dat vlak ook voor het CBS nog kansen liggen. ‘Het CBS beschikt over een schat aan informatie, maar brengt die maar ten dele onder de aandacht. Ze zouden meer kunnen publiceren en de informatie in gewone taal toegankelijk kunnen maken.’ Annemieke Bos
9
relaties
VNO/NCW-voorzitter Bernard Wientjes: ‘Als er één land is dat elke dag weer profiteert van Europa, dan is dat Nederland.’
10
‘Met stille diplomatie bereik je het meest’ Interview met Bernard Wientjes, voorzitter VNO/NCW
Op de barricaden zul je hem niet vinden. VNO/ NCW-voorzitter Bernard Wientjes gelooft heilig in stille diplomatie en lobbyt
graag in de luwte. Dan bereik je het meest, vindt hij. Met optredens in de media is hij bewust spaarzaam. Na zijn verkiezing tot meest invloedrijke Nederlander sloeg Wientjes consequent alle uitnodigingen over dit onderwerp af. ‘Het moet om de inhoud gaan.’
De werkgeversvoorzitter hoopt van harte dat dat gebeurt. ‘Er is een soort opluchting onder ondernemers,’ beschrijft hij de positieve stemming onder zijn leden. ‘We staan weer eens centraal, hoor ik ze zeggen. Ons land is afhankelijk van ondernemerschap en het creëren van economische groei. Heel goed dat dat nu onverbloemd in het regeerakkoord staat. Waar vorige kabinetten de taart verdeelden, kiest dit kabinet voor het vergroten van die taart.’
Superministerie Natuurlijk moeten die woorden nog wel worden omgezet in daden, weet Wientjes. Maar hij is hoopvol en verwacht veel van het nieuwe superministerie van EL&I, waarin economie, landbouw en innovatie zijn samengevoegd. ‘De komst van EL&I is De inrichting van Wientjes’ werkkamer – twaalf het zichtbare bewijs van de toegenomen aandacht hoog in de Haagse Malietoren – kan het best worden voor economie en ondernemerschap. De positie omschreven als strak en zakelijk. Een opgeruimd van het ministerie van Economische Zaken zag je bureau en dito tafel, symmetrisch geplaatste orna- de afgelopen decennia steeds zwakker worden. Het menten en een strategisch opgesteld klokje op een was een uitgehold ministerie, zonder kracht en met dressoir. ‘Ik vind het onbeleefd tegenover mijn be- een klein budget. Er zaten te weinig mensen die zoekers om telkens op mijn horiets van het bedrijfsleven afwisloge te kijken,’ zegt hij daarover. ten.’ Wientjes is blij dat is gekoDe maximumtermijn van zes jaar zen voor een beleid dat de naDe komst van zit er bijna op – maar toch gaat druk legt op topsectoren en met de VNO/NCW-voorzitter voorlode doorzettingsmacht die mihet ministerie pig door. Vanwege de onstabiele nister Verhagen van EL&I heeft van Economische economische situatie leek het de bij het besteden van financiële leden beter een uitzondering op middelen. ‘Hierdoor kan hij bijZaken, Landbouw de regel te maken en hem te hervoorbeeld innovatiegelden ooren Innovatie is het merken voor de topsectoren. De benoemen tot mei 2014. (Wientjes: ‘Midden in het vuur is het minister heeft nu echt de midzichtbare bewijs lastig mensen vervangen.’) De delen in handen om grote spronherbenoeming betekent dat het van de toegenomen gen te maken op het gebied van kabinet-Rutte de laatste regering economische groei,’ constateert aandacht voor is die Wientjes als VNO/NCWhij. ‘Bovendien leidt Verhagen voorzitter meemaakt. Dat wil niet alleen een superministerie, economie en zeggen: als het minderheidskabihij is ook vice-premier en is geondernemerschap net van CDA en VVD de rit uitzit. pokt en gemazeld in de politiek.’
11
Ons land is afhankelijk van ondernemerschap en het creëren van economische groei. Heel goed dat dat nu onverbloemd in het regeerakkoord staat
De leden van VNO/NCW gaven het kabinet in een enquête recentelijk een 6,7 – een historisch hoog cijfer. ‘Als het deze waardering weet te handhaven en belangrijke economische resultaten weet neer te zetten, hang ik aan het eind van de rit de vlag uit.’
Jongens, hou nou toch op! Grond beweegt niet.’ Brussel heeft ook het probleem dat het zich niet goed vermarkt en een gemakkelijk zwart schaap is, aldus Wientjes. ‘Een minister wil successen graag naar zich toe rekenen. Voor de mislukkingen heeft hij iemand anders nodig.’
Het afbreukrisico van de PVV Die figuurlijke vlag heeft Wientjes nooit willen hij- Onderneem activiteiten sen voor Geert Wilders. Sterker nog, hij heeft in Terug naar Nederland. Een aantal provincies, waarhet verleden gewaarschuwd voor de leider van de onder Zeeland en Limburg – wordt geconfronteerd PVV. Een partij die een gevaar is voor de stabiliteit met het probleem van krimp en vergrijzing van de in het land? ‘Dat heb ik nooit zo gezegd. Ik heb wel bevolking, terwijl het in de Randstad alleen maar gezegd dat ondernemers niet willen dat de PVV in drukker wordt. Welke oplossing ziet Wientjes voor het kabinet komt. Dat zou een te groot afbreuk- dit probleem? ‘Onderneem activiteiten! Onlangs risico zijn voor Nederland. Welnu, de PVV regeert sprak ik op een gelegenheid waar een masterplan niet mee en is gedoogpartner. Daarom hebben wij werd overhandigd aan minister Verhagen. Een plan met de komst van dit kabinet ingestemd. We lob- voor een versnelde ontwikkeling van de Chemelot byen met een minderheidskabinet dat bestaat uit Campus in Sittard-Geleen en de Maastricht Health twee partijen en dat op een deel van het beleid een Campus. Daardoor ontstaan in de komende tien jaar gedoogakkoord heeft.’ Over Wilders’ partij zegt hij 2100 nieuwe banen voor kenniswerkers en vele duiverder: ‘De doelstellingen van de PVV staan haaks zenden extra arbeidsplaatsen aan indirecte werkgeop de belangen van ondernemend Nederland. Het legenheid in die regio. Ik begrijp werkelijk niet hoe is, economisch gezien, een naar binnen gerichte je zoiets moois kunt ontplooien en tegelijkertijd over partij die anti-Europa is en de neiging heeft een krimp en de afbraak van huizen kunt praten. Dat grote muur om Nederland te bouwen, terwijl wij heb ik ook letterlijk zo tegen de aanwezige politiek ons geld juist in Europa verdienen. We exporte- gezegd. Hou op met praten over krimp en begin met ren meer naar Italië dan naar alle BRIC (Brazilië, ondernemen van activiteiten. Ik heb nog nooit een Rusland, India en China, JvS)-landen tezamen. En bedrijf meegemaakt dat zei: ik heb een groeiscenario meer naar Griekenland dan naar Brazilië en China voor de toekomst en ik ga tegelijkertijd krimpen.’ samen. Als er één land is dat elke dag weer profiteert van Europa, dan is dat Nederland. We zijn Ondernemers zijn niet gek de grootste haven van Duitsland. Rotterdam heeft Over de toekomst gesproken: de discussie over de arbeidsmarkt zit op slot. De arbeidsmeer goederen voor Duitsland dan markt blijft zoals-ie is, tot teleurstelHamburg.’ Mooie economische arguHou op met ling van VNO/NCW. ‘Op dat punt menten die het bestaan van het Brushebben we kritiek op het kabinet. Er selse kantoor van VNO/NCW rechtpraten over wordt helemaal niets gedaan aan het vaardigen, maar Wientjes weet toch ontslagrecht bijvoorbeeld. Daardoor ook dat Europa staat voor bemoeikrimp en blijft de arbeidsmarkt dicht en dat is zucht en soms belachelijke regelgebegin met het slecht met het oog op de vergrijzing. ving? ‘Brussel moet zich niet met alles bemoeien. De kwaliteit van lucht ondernemen van Er komen steeds meer oudere werknemers bij die door het huidige sysen water, oké, daar kan ik me iets bij activiteiten teem relatief kostbaar zijn. Dat is een voorstellen. Maar de grondkwaliteit?
12
13
Brussel moet zich niet met alles bemoeien. De kwaliteit van lucht en water, oké, daar kan ik mij iets bij voorstellen, maar de grondkwaliteit?
barrière voor ontslag en voor het aannemen van oudere werknemers.’ Datzelfde volgens Wientjes absurde ontslagrecht vormt wel weer een enorme stimulans voor flexibele arbeid. ‘De schok van de crisis zit er bij bedrijven nog zó in, dat ze zeggen: dit zal me niet nog een keer overkomen. Je ziet bedrijven overal wel weer mensen aannemen, maar bijna nergens zie je nog een vast contract. Zo lang we in dit land niet de fundamentele discussie aangaan over het arbeidscontract en het onaantrekkelijk voor bedrijven blijft om mensen vast aan te nemen, komt er geen oplossing voor die op slot zittende arbeidsmarkt. Ondernemers zijn niet gek. Die gaan geen vast contract aanbieden als het ook flexibel kan.’ Wientjes denkt dat flexibel werken alleen maar zal toenemen. ‘Ik schat dat de uitzendkrachten zes tot zeven procent van de markt zullen uitmaken. Ook het aantal zzp’ers blijft groeien.’ Hij benadrukt dat de flexibele werknemers Nederland voor een belangrijk deel door de crisis hebben geholpen. ‘Zzp’ers hebben geleden, maar ze hebben ons land mede gered. Het CPB had gruwelijke werkloosheidsvoorspellingen, tot 800 duizend. Dat is erg meegevallen.’ Politieke moed Als het om de toekomst van de overheid gaat, heeft de VNO/NCW-voorzitter (wiens organisatie pleit voor een kleinere en slagvaardiger overheid) een ideaalbeeld: ‘Dertig tot veertig gemeenten, dat zou heel mooi zijn. Dan heb je de provincies ook niet meer nodig. Je moet natuurlijk wel zorgen dat je dicht bij de burger blijft, maar dat kun je oplossen
met loketten in de wijk – en niet met stadsdeelraden. Ik zou het kabinet suggereren: begin nou eens met een personeelsstop, zoals in Frankrijk. Daar wordt één op de drie vertrekkende ambtenaren opgevolgd. Dat vond Donner maar niks. Als rijksoverheid kunnen we dat de gemeenten niet voorschrijven, zei minister Donner me, toen ik hem erover sprak. Wij vinden echter dat je als rijk een bestuursakkoord zou moeten sluiten met gemeenten. Met de geldbuidel van het Gemeentefonds, van waaruit gemeenten gefinancierd worden, heb je daartoe een mooie stimulans. Maar ja, voor zoiets is politieke moed nodig.’ Tot slot nog even twee persoonlijke vragen: Wientjes is 67 jaar en heeft de pensioengerechtigde leeftijd van dit moment ruimschoots overschreden. Is hij een workaholic? ‘Nee. Ik vind alleen dat er geen enkele reden is om te stoppen op je 65ste, behalve als je het niet meer kan. We gaan naar een maatschappij waarin je op je kwaliteit wordt beoordeeld en niet op je leeftijd. Ik vind het fijn dat ik nog even aanblijf, maar ik blijf nooit langer dan mijn vereniging wil.’ En zijn uitverkiezing tot meest invloedrijke Nederlander door de Volkskrant – wat doet hem dat? ‘Als ik die titel zou mogen kiezen, had ik nee gezegd. Onze kracht is dat we niet voorop lopen en geen publiciteit zoeken. Het moet om de inhoud gaan. Toeteren in de pers? Nee, dat doen we alleen bij uitzondering, als het echt nodig is. Met stille diplomatie bereik je het meest.’ Jaap van Sandijk
CURRICULUM VITAE Bernard Wientjes (19 mei 1943, Amsterdam) is sinds 30 mei 2005 voorzitter van de ondernemingsorganisatie VNO/NCW. Voordat hij voorzitter werd bij VNO/NCW maakte hij deel uit van het dagelijks bestuur van VNO/NCW als voorzitter van de Werkgeversorganisatie AWVN. Hij nam vanuit deze positie namens VNO/NCW zitting in de Sociaal Economische Raad. Als voorzitter van VNO/NCW is hij vice-voorzitter van de SER. Van 1967 tot 1999 was hij directeur-eigenaar van Wientjes Beheer bv in Roden, een bedrijf dat hij zelf opbouwde. Inmiddels heeft hij alle onderdelen van zijn onderneming verkocht. Eén daarvan, de door Wientjes opgerichte en ontwikkelde werkmaatschappij Ucosan, werd in 1999 overgenomen door Villeroy & Boch AG. Bernard Wientjes voltooide het Gymnasium B en studeerde vervolgens Nederlands privaatrecht in Amsterdam.
14
15
kort IT Jongeren: 91 procent heeft account op sociale l le netwerksite Nederlandse jongeren lopen voorop in Europa op het gebied van social media. 91 procent van de jongeren tussen de 16 en 25 jaar heeft een account r r. op een netwerksite zoals Hyves, Facebook en Twitter. Binnen Europa zijn alleen leeftijdsgenoten in Polen actiever. Daar is 94 procent actief op één of meer netwerksite(s). Hekkensluiters zijn de Roemeense en Ierse jongeren. De jongeren gebruiken de sociale netwerksites vooral voor het uitwisselen van informatie. Ze schrijven berichtjes naar elkaar, lezen weblogs, doen mee aan een nieuwsgroep of digitaal discussieforum of zijn te vinden op een chatsite. (Bron: CBS)
96 procent van de niet-westerse allochtonen online
75 5 procent pprocent o n van vn internetters t n t s bbezorgd og
over misbruik of financiële schade
Internetten vanuit je luie stoel – lekker relaxt. Even shoppen, een reisje boeken en o ja, ook nog even dat boek aanschaffen. Maar zo relaxt is dat allemaal niet. Zo blijkt dat drie kwart van de internetters in Nederland bezorgd is over misbruik of financiële schade. Volgens cijfers uit het jaar 2010 heeft 8 procent van de internetgebruikers daadwerkelijk te maken gehad met misbruik of financiële schade door internet. Dus ook de digitale snelweg is niet zonder gevaren… (Bron: CBS)
16
Met een aandeel van 96 procent beschikken niet-westerse allochtonen vaker thuis over een internetverbinding dan autochtonen, van wie 93 procent thuis kan internetten. Daarmee maken niet-westerse allochtonen een inhaalslag, want in 2005 kon nog ‘maar’ 80 procent van hen thuis internetten. Op het gebied van internetgebruik rschillen. s i n Zo o gebruiken e u e n niet t zijn er belangrijke verschillen. nietn internet e vaker a r om m westerse allochtonen ar de tv tte kijken ij e de krant te lezen, naar isteren s r d dan n en naar de radio te luisteren ebruiken b k n autochtonen. Deze gebruiken w op hun beurt internet weer n of meer om te bankieren n, te shoppen. E-mailen, e online reizen boeken en n software downloaden doen beide groepen even graag. (Bron: CBS)
kort IT
43 procent van de bedrijven heeft last van incidenten ICT-beveiliging Uitval van diensten, aanvallen van buitenaf of datavernietiging door virussen. Veel grote Nederlandse bedrijven hebben last van incidenten op het gebied van ICT-beveiliging. 43 procent van de ondernemingen heeft hier ervaring mee, zo blijkt uit cijfers over het jaar 2009. Daarmee steekt Nederland schril af tegen de rest van Europa. In de Europese Unie had 25 procent van deze bedrijven last van zulke problemen. Ten opzichte van onze buren doen we het ook niet zo best. In België heeft 24 procent last van deze incidenten, Duitsland 22 procent en in het Verenigd procent. p c t Nederland e is n nog net niet e het e sslechtste h t Koninkrijk slechts 10 procent. Die d dubieuze b z eeer gaat a naar a r jongetje van de klas. D cent e van v n de Finland, waar 47 procent an n bedrijven last heeft van n. beveiligingsincidenten. Overigens zijn het juist de landen met veel en geavanceerd ICT-gebruik die naar verhouding vaker met deze incidenten te maken krijgen. (Bron: Eurostat, CBS)
17
aan het woord...
MARCEL WARNAAR is senior onderzoeker bij het Nibud. Hij is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de Nibudreferentiecijfers. Daarmee kunnen consumenten hun uitgavenpatroon spiegelen aan vergelijkbare huishoudens. Vooral het vertalen van complexe materie naar praktische toepassingen interesseert Marcel in zijn werk.
18
‘Grip krijgen en houden op de huishoudfinanciën’ Goed omgaan met geld is niet voor iedereen even makkelijk. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) helpt consumenten grip te krijgen op hun geld. Via een uitgebreide website met informatie, tips en handige rekenmiddelen, boeken en lespakketten vervult het Nibud zijn rol.
‘O
mgaan met geld, dat kun je het beste zo jong mogelijk leren’, vertelt Marcel Warnaar. Hij is senior onderzoeker bij het Nibud. ‘Kinderen die al jong zelf leren kiezen waar zij hun geld aan uitgeven, blijken later minder snel in de financiële problemen te komen.’ De missie van het Nibud is de financiële zelfredzaamheid van consumenten te verhogen. ‘We maken daarbij veel gebruik van referentiecijfers’ aldus Marcel. ‘Op basis daarvan kan men zien of men nu meer of minder uitgeeft aan bepaalde zaken dan vergelijkbare huishoudens. Voor het samenstellen van het referentiemateriaal maakt het Nibud veel gebruik van CBS-gegevens. ‘We stellen bijvoorbeeld minimumbedragen vast die een huishouden nodig heeft voor bepaalde posten zoals voeding, kleding en energie. De
prijsinformatie voor deze posten komt ook bij het CBS vandaan. Dat zijn geen standaardgegevens, zoals ze op StatLine te vinden zijn. Wanneer we meer nodig hebben, vragen we het CBS om bepaalde bestanden of analyses. Het contact is goed, men is erg bereidwillig.’ In de 15 jaar dat Marcel bij het Nibud werkt, heeft hij tal van verschillende projecten gedaan. ‘Het boeiende van mijn werk is om ingewikkelde materie te vertalen naar praktisch toepas-
De Nibudreferentiemethodiek was voor andere EU-landen een eye-opener
bare informatie. Via handige rekenmiddelen bijvoorbeeld. Het CBS is daar ook mee bezig, ik zie op de website steeds meer voorbeelden van manieren om cijfers toegankelijk weer te geven. Daar maken wij dankbaar gebruik van.’ Het meest trots is Marcel op de ontwikkeling van de Nibud-referentiecijfers. Deze worden inmiddels ook gebruikt door hypotheekverstrekkers en schuldhulpverleners. ‘We hebben de methodiek uitgewerkt in Europees verband. Voor diverse andere EU-landen was het een eye-opener.’ De ambities voor de toekomst liggen op het terrein van de financiële planning op de langere termijn. ‘We willen de consument ook helpen met bijvoorbeeld richtlijnen voor bedragen op een spaarrekening en reserveringen voor het pensioen.’ Annemieke Bos
19
In gesprek met…
20
In gesprek met Jeltje van Nieuwenhoven
‘Nu vindt iedereen de wet gelijke behandeling vanzelfsprekend’
Jeltje van Nieuwenhoven (1943). Eerste vrouwelijke voorzitter van de Tweede Kamer. Actief bij de Rooie Vrouwen, bibliothecaresse van de Wiardi Beckman Stichting
en assistent van PvdApartijvoorzitter Max van den Berg. In 1981 werd ze Tweede Kamerlid. In 1998 werd ze tot Kamervoorzitter gekozen. Na de verkiezingsnederlaag van 2002 was ze fractievoorzitter van de PvdA. Twee jaar later werd ze gedeputeerde van Zuid-Holland. In maart 2010 was ze lijsttrekker van de PvdA bij de raadsverkiezingen in Den Haag. Daar zit ze nu een klein jaar in de gemeenteraad.
Vertrouwen en respect Jeltje van Nieuwenhoven werd geboren in het Friese Noordwolde in de hete zomer van 1943, in oorlogstijd. Het gezin Van Nieuwenhoven had het niet breed, haar vader was fabrieksarbeider. Ze groeide op in een tijd waarin bepaalde dingen niet konden, omdat er geen geld was. Belangrijke waarden die ze van haar ouders heeft meegekregen zijn respect en vertrouwen. ‘Vroeger moest ik voor alles en iedereen opstaan in het openbaar vervoer, dat had ik zo geleerd. Tegenwoordig staat er bijna niemand meer op.’ Uiterlijk lijkt ze heel veel op haar moeder, qua karakter lijkt ze het meest op haar vader. ‘Die was snel, probleemoplossend, wilde zaken realiseren en concreet dingen doen. Zo ben ik ook!’
Voorliefde voor boeken We spreken Van Nieuwenhoven in het mooie Van Nieuwenhoven ging na de lagere school naar de Haagse stadhuis aan het Spui. Het is de dag na de MULO. Eigenlijk wilde ze naar het gymnasium en spannende verkiezingen voor de Provinciale Sta- daarna geschiedenis studeren, maar het liep anders. ten. Natuurlijk gaat onze eerste vraag over wat zij ‘Dat ik bibliothecaresse werd, was eigenlijk toeval. vindt van de resultaten die de PvdA heeft geboekt Ze vroegen op een bepaald moment iemand om in bij de verkiezingen. ‘Ik ben zeker tevreden als ik de bibliotheek te werken. Dat leek mij wel wat en zo de opiniepeilingen in ogenschouw neem. We zijn ben ik er in gerold’. Ze lacht en denkt terug aan haar qua zetels gelijk gebleven, hebben zelfs in een jeugd toen ze met haar poppen al vaak bibliotheekje paar provincies gewonnen, zoals Zeeland en Fries- speelde. Haar voorliefde voor boeken zat er al vroeg land.’ Ze is vol lof over al die mensen van haar in. ‘Na de MULO ben ik in 1960 in de bibliotheek partij die de afgelopen maanden keihard gewerkt van Wolvega gaan werken. Daar reden we met de hebben om de PvdA op allerlei bibliotheekbus, een geweldig inimanieren onder de aandacht te tiatief. We hadden echt het gevoel brengen, van het rondbrengen Belangrijke dat we kennis naar de mensen toe van flyers tot het uitdelen van brachten. We werden altijd enwaarden die ik rode rozen. ‘Ook in Den Haag thousiast ontvangen, vaak stonhebben we gewonnen en daar den de mensen ons al buiten op te van mijn ouders ben ik heel erg trots op. En de wachten en klapten.’ Ze verwijst heb meegekregen opkomst bij deze verkiezingen naar strenge winters in die tijd, was ook heel goed, dat doet mij waarin de lijnbussen niet meer zijn respect en als sociaal-democraat natuurlijk reden, maar de bibliotheekbus deugd.’ vertrouwen wel. ‘Zó gemotiveerd waren we.’
21
De bibliotheekbus was een prima initiatief. We hadden echt het gevoel dat we kennis naar de mensen toe brachten
Overstap naar de politiek ter werd ze gedeputeerde van Zuid-Holland. Op Na nog een aantal banen als bibliothecaresse advies van haar huisarts moest ze echter rustiger kwam Van Nieuwenhoven in 1974 bij de biblio- aandoen. Ze besloot terug te treden. ‘Toen belde de theek van de Wiardi Beckman Stichting terecht. minister van Verkeer en Waterstaat en die vroeg Daar was ze vijf jaar werkzaam. Aan het eind van of ik OV-ambassadeur wilde worden. Daar heb ik diezelfde periode maakte ze de overstap naar de ‘ja’ opgezegd en dat heb ik vier jaar met heel veel locale politiek. Zo werd ze in 1978 namens de plezier gedaan. Het Openbaar Vervoer is iets wat PvdA lid van de gemeenteraad van Vinkeveen en heel erg over mensen gaat, dat vergeten bestuurWaverveen. Ze was er enige tijd wethouder. Haar ders weleens. We hebben in oktober 2006 dan ook politieke carrière nam een vlucht, een werkplan opgesteld, waarbij de in 1981 kwam ze al in de Tweede reiziger het uitgangspunt was.’ Van Kamer terecht. Wat heeft ze in verwijst naar de De kinderopvang Nieuwenhoven die functie kunnen bereiken? ‘Ik invoering van de OV-chipkaart, die heb twee zaken altijd belangrijk niet probleemloos is verlopen. ‘Die speelde zich gevonden. Allereerst de kinderopOV-chipkaart had veel geleidelijker begin jaren vang. Die speelde zich in die tijd af moeten worden ingevoerd.’ in de marge, daar heb ik erg hard tachtig af in de Schoon en veilig aangewerkt om dat te veranderen. marge, daar Na het OV-ambassadeurschap volgTweede belangrijke zaak was het haar kandidaatstelling voor de wetsontwerp gelijke behandeling, heb ik erg hard de Haagse gemeenteraad. Ze wilde het dat mijn fractiegenote Haas-Berger en ik indienden en overgenomen aangewerkt om rustig aandoen, maar daar kwam niet veel van terecht toen een werd door het Kabinet in 1989. Nu vindt iedereen het vanzelfsprekend dat te veranderen aantal PvdA-leden haar wel zagen zitten als lijsttrekker. Sinds maart dat de wet gelijke behandeling er 2010 is Van Nieuwenhoven dan is, maar toen was dat zeker niet zo. ook lid van de Haagse gemeenteIk heb het altijd heel erg mooi gevonden hieraan meegewerkt te hebben.’ Ook haar raad voor de PvdA. ‘Ik voel me heel goed in deze functie als voorzitter van de Tweede Kamer ervoer functie, vind het heel leuk. Ik ben altijd wel op ze als erg boeiend. ‘Ik hechtte veel belang aan Eu- campagne als ik door de stad loop, ik word ook ropa, was van mening dat we meer moesten doen vaak door mensen aangesproken op zaken die met Europa. Daarom nodigde ik regelmatig Euro- niet goed gaan. Die stel ik dan soms binnen de pese fractievoorzitters uit. Ook het minderheden- gemeenteraad aan de orde.’ We vragen aan Van vraagstuk had mijn belangstelling. Ik vind dat je Nieuwenhoven wat haar belangrijkste aandachtsniet op voorhand al bepaalde minderheidsgroepen punten zijn. Ze antwoordt resoluut: ‘Eerlijk delen!’ Ze wijst er op dat de gemeente Den Haag kunt uitsluiten.’ het momenteel financieel moeilijk heeft en dat De reiziger als uitgangspunt de landelijke bezuinigingen daar nog een schepje Na de verkiezingsnederlaag van de PvdA in 2002 bovenop doen. Aandacht wil ze vooral voor de was Van Nieuwenhoven fractievoorzitter, maar in krachtwijken. ‘We moeten kijken waar de krachoktober van dat jaar werd ze bij een ledenraad- ten van de stad liggen.’ Naast eerlijk delen vindt ze pleging verslagen door Wouter Bos. Twee jaar la- het ook van belang dat de stad schoon en veilig is.
22
Opiniemakers, politici en journalisten beïnvloeden de gedachtevorming in de samenleving. Ze beroepen zich in het algemeen op grondige feitenkennis. Maar is dat wel altijd het geval? Het CBS wil iedereen van informatie voorzien, want alleen als je de cijfers kent kan een debat op de juiste gronden worden gevoerd. Bovendien heeft eenieder daarmee een gelijk startpunt. In deze rubriek praat Miriam van der Sangen met prominente vrouwen uit onze samenleving. In de vorige nummers deed Jan Latten dat met Cisca Dresselhuys, Samira Bouchibti, Rita Verdonk, Agnes Jongerius, Joan Ferrier, Mirjam Sterk, Isa Baud, Inez Weski, Annemarie Jorritsma, Liesbeth van der Pol en Karla Peijs. In deze uitgave wordt Jeltje van Nieuwenhoven geïnterviewd.
23
Veilig betekent meer dan alleen politie op straat, het gaat ook over de vraag: gaan mijn kinderen naar een goede school en gaat het goed met de zorg voor mijn ouders
‘En veilig betekent meer dan alleen politie op straat, het gaat ook over de vraag: gaan mijn kinderen naar een goede school en gaat het goed met de zorg voor mijn ouders.’
Allochtone vrouwen in ons land moeten in eigen kring zoveel leren dat zij de strijd met de samenleving aankunnen
Verbinden van mensen Eén van de sterke eigenschappen van Van Nieuwenhoven is het verbinden van mensen. Hoe geeft zij daar vorm aan als gemeenteraadslid? ‘Het is erg belangrijk te kunnen luisteren. Luisteren doe je met je oren, niet met je mond. Ik kan heel goed luisteren. Als mensen een klacht hebben en je hebt het geduld om te luisteren, dan zijn ze al voor een belangrijk deel tevreden.’ Van Nieuwenhoven staat bekend om haar steun aan het emancipatie-gedachtengoed. Ook in Den Haag houdt ze zich daarmee bezig. Vooral de situatie van allochtone vrouwen heeft haar aandacht. Zo bracht ze laatst een werkbezoek aan ‘De Koffiepot’, een multicultureel ontmoetingscentrum voor vrouwen in het Haagse Laakkwartier. Ze is enthousiast over de jonge, sterke vrouwen die ze er heeft gezien. De allochtone vrouwen van de eerste generatie baren haar echter zorgen. ‘Allochtone vrouwen in ons land moeten in eigen kring zoveel leren dat zij de strijd met de samenleving aankunnen. Er is nog heel wat te doen en dan denk ik
24
vooral aan de taal. De oudere generatie allochtone vrouwen heeft geen Nederlands geleerd, maar dat is wél noodzakelijk. Toen de eerste gastarbeiders naar Nederland kwamen, vond men het leren van de taal niet belangrijk. Maar de werkgevers hadden de mannen moeten opdragen de taal te leren.’
Van Nieuwenhoven is nu 67 jaar en staat nog volop in het leven. Is er nog een leven na de politiek? ‘Ja zeker, ik heb veel hobby’s en die hebben altijd een relatie met de samenleving. Ik lees erg veel. Daar word je wijzer van en doe je veel kennis door op. Ik kan helemaal in een boek opgaan. ’s Zondags met een goed boek op de bank vind ik heerlijk. Daarnaast houd ik van fietsen en ben ik erg gesteld op de zon. ’s Zomers ga ik vaak naar het strand, waar ik boeken lees. Verder ben ik erg geïnteresseerd in wat er in de samenleving gebeurt, ik lees vier kranten per dag. Mijn vader had ook die enorme nieuwsgierigheid, hij kon urenlang in een encyclopedie lezen. Soms stel ik mij voor hoe hij zou hebben genoten van alles wat er nu mogelijk is met internet.’ Miriam van der Sangen
25
kort sport
69 proc procent o van sportdeelname in avond en weekend Een n gezond gezonde e geest in een gezond lichaam. Sport vormt een mooie a n ll d activiteit op onze dagelijkse werkzaamheden, die velen vaak aanvullende zzittend itte d uitvo itv uitvoeren. Omdat het overgrote deel van de bevolking een negen tot o vijf vvijf-baan b a heeft, is het niet verbazingwekkend dat de sportactiviteiten baan o r het over e alge algemeen plaatsvinden in het weekend of in de avonduren. Dat is het h g geval v met 69 procent van de sportdeelname. Wat het bezoeken v sport van ssportwedstrijden o betreft zijn de cijfers nog duidelijker: 94 procent daarvan a a vindt plaats in het weekend of in de avonduren. Het zal d duide d duidelijk zijn dat het arbeidsritme de sport en het verenigingsleven dict rt. (Bron: CBS) r : B dicteert.
90 minuten gym Scholen zijn er niet alleen om de hersenen te laten gymmen. Ook bewegingsonderwijs is belangrijk. Maar hoeveel tijd besteedt het onderwijs aan beweging? Op de basisschool blijkt dit gemiddeld 90 minuten per week te zijn. In het voortgezet onderwijs zijn de leerlingen 2 tot 2,5 uur per week in beweging. Overigens heeft ongeveer de helft van de basisscholen de beschikking over een vakleerkracht lichamelijke opvoeding. Deze wordt m t name ingezet g e in n met g e groepen, r p p de hogere op g o r scholen c o n en op p grotere b s c o basisscholen in Randstad a s d dee Randstad. (Bron: CB B (Bron: CBS)
26
1 op de 6 vrouwelijke 65-plussers is te zwaar Sporten is een prima middel om overgewicht te voorkomen of aan te pakken. Kijkend naar de cijfers over overgewicht in Nederland zou er een grijze golf aan sporters moeten zijn. Ouderen kampen namelijk het meest met ernstig overgewicht. 1 op de 6 vrouwen van boven de 65 heeft ernstig overgewicht. Overgewicht wordt vastgesteld met de zogeheten ‘Body Mass Index’ (BMI). Deze waarde wordt verkregen door het lichaamsgewicht (in kilo’s) te delen door het kwadraat van de lichaamslengte (in meters). Bij een BMI van 25 tot 30 is sprake van matig overgewicht, vanaf 30 van ernstig overgewicht. (Bron: CBS)
kort sport
47 pprocent r c t van a de jongeren n e n iss lidd va van s v e gn sportvereniging Lid zzijn van L n een e vereniging v e g is in i trek r bij zowel w jongeren j g r als a oouderen. ouderen e n Met M een e n aandeel e van v 50 50 procent procent o n zijn i jongeren j g e v 18 ttot 225 van 25 jaar jaar a even e vvaak k lid d van a verenigingen e i e aals oouderen. e V Vooral r jjongeren g e vvan 12 ttot 18 jaar j r zijn j eechte verenigingsmensen. e n gi gs e e In d deze e leeftijdscategorie e j c eg iss zelfs e 63 procent p c n lid d van a eeen vvereniging. re g g M Maarr alss het e gaatt om g m het e lidmaatschap d a s a vvan een n sportvereniging, p t r i n sscoren r de jjongeren g e h het best. s 447 procent e van n hen is aaangesloten h g s e b bij eeen ssportvereniging, o e n i , ttegenover e e v 27 227 procent p c t van a d de 25 25-plussers. 5 l s rs Die 225 D Di 25-plussers pl s zzijn ij – in in ttegenstelling g n telli tot o jongeren jongeren – o e vaker k lid van v n e politieke een i k p partij t of m a h p l e organisatie maatschappelijke organisatie. r n a . (Bron: CBS) (Bron: B C S CBS)
27
aan het woord...
PETER VAN LEEUWEN werkt als adviseur Onderzoek & Analyse bij de Raad voor Werk en Inkomen. Een ‘intellectuele speeltuin’ noemt hij zijn onderzoeksterrein. Samen met het CBS heeft hij al vele onderzoeksvragen weten te beantwoorden.
28
Zoeken naar antwoorden in de ‘intellectuele speeltuin’ De Nederlandse arbeids- en reïntegratiemarkt vormt het werkveld voor Peter van Leeuwen. Hij is adviseur Onderzoek & Analyse bij de Raad voor Werk en Inkomen (RWI).
W
at zijn precies de kenmerken van uitkeringsgerechtigden? Wat gebeurt er met mensen die vanuit een uitkering naar werk gaan? Wat voor banen vinden zij? Hoe ziet de groep niet-uitkeringsgerechtigden eruit die wel werkloos is? Zomaar een greep uit de onderzoeksvragen die Peter van Leeuwen zoal stelt namens zijn opdrachtgevers. ‘Ik werk in een intellectuele speeltuin. Er zijn veel mogelijkheden om onderzoeken uit te zetten. Dat maakt dit werk erg boeiend. We verkennen nieuwe terreinen. Het liefst zijn we natuurlijk de eerste die met bepaalde beleidsinformatie naar buiten komen.’ RWI doet al jaren onderzoek op data van het CBS. ‘Ik ben heel tevreden over de samenwerking’, stelt Peter. ‘We hebben een vaste contactper-
soon die onze onderzoeksbehoefte goed begrijpt. Dat maakt snel schakelen mogelijk. Het is nooit één statistiek waar we uit putten, maar altijd een combinatie van meerdere statistieken. Veelvuldig stellen we maatwerkvragen aan het Centrum voor Beleidsstatistiek van het CBS. Het CBS denkt met ons mee en vervult een goede faciliterende rol. We hebben bijvoorbeeld samen met hen het onderzoek ‘Geen kans of geen keuze?’ uitgevoerd. Dat is een onderzoek naar het arbeidspotentieel
Er is veel expertise opgebouwd. Daar moet je zuinig op zijn
zonder inkomsten: mensen die niet werken, geen uitkering ontvangen en niet naar school gaan. We hebben niet alleen cijfers verzameld over deze groep, maar ook typologieën ontwikkeld van de verschillende typen personen binnen deze groep, zodat gericht beleid kan worden ontwikkeld. Daarbij hebben we ook gebruik gemaakt van de Enquête Beroepsbevolking van het CBS. Ik vind het interessant om te zien dat er een omslag gaande is binnen het CBS wat betreft het gebruiken van databestanden waardoor de kosten op termijn dalen. We zien echter ook dat het CBS bezuinigt. Dat baart ons wel zorgen. Er is, samen met stakeholders, veel expertise opgebouwd. Daar moet je zuinig op zijn.’ Annemieke Bos
29
internationaal
UK Statistics in the picture 30
In dit interview maken wij kennis met mevrouw Jil Matheson, als ‘national statistician’ hoofd van de Government Statistical Service en Chief Executive van de UK Statistical Authority. Het statistiekbureau van het Verenigd Koninkrijk (ONS, Office for National Statistics) is het uitvoerend orgaan van de UK Statistical Authority. Jil Matheson vertelt ons over haar organisatie en de meest actuele ontwikkelingen.
H
et voornaamste kenmerk van de organisatiestructuur van ONS is dat het gedecentraliseerd is. Matheson daarover: ‘Het ONS is het nationaal instituut voor de statistiek, de grootste producent van officiële statistieken in het Verenigd Koninkrijk. Maar er zijn ook statistici van de Governmental Statistical Service werkzaam bij allerlei beleidsafdelingen in het hele land. Behalve in het ONS werken er eveneens statistici bij de ministeries van Binnenlandse Zaken, Financiën en alle andere departementen. Ook in Schotland, Wales en Noord-Ierland. In totaal zijn er ongeveer dertig departementen in het Verenigd Koninkrijk die betrokken zijn bij de productie van officiële statistieken.’
Begroting Graag willen we van Matheson weten wie er beslist over de jaarlijkse begroting van het ONS en waar hun inkomsten vandaan komen. ‘Het ONS is een niet-ministerieel departement. We zijn dus wel een overheidsinstantie, maar we zijn geen verantwoording schuldig aan een bepaald ministerie. De regering wijst ons via het ministerie van Financiën de middelen toe die wij jaarlijks mogen besteden aan statistische doeleinden. Een interessante vernieuwing sinds onze statistiekwet twee jaar geleden in werking is getreden, is dat de regering via het ministerie van Financiën weliswaar beslist over de begroting, maar dat het werkprogramma wordt bepaald door de Statistics Authority. Die is op zijn beurt weer verantwoording verschuldigd aan ons parlement.’
Onafhankelijk We willen van Matheson graag horen in hoeverre het ONS onafhankelijk is en hoe zij omgaan met politieke druk. ‘Het is heel interessant hoe de zaken sinds de wetgeving zijn veranderd. Hoe men door middel van wetgeving en de oprichting van de Statistics Authority Board de onafhankelijkheid van het ONS wil garanderen en afschermen van politieke druk. Om die reden wordt onze begroting bepaald door de regering, maar het werkprogramma niet. Hierdoor worden
31 Een deel van het Engelse statistiekbureau is gevestigd in Newport.
Er zijn enkele voorbeelden waarin politici het advies van statistici naast zich hebben neergelegd
beschuldigingen vermeden als zou de regering de krenten uit de pap pikken of alleen maar de dingen doen die ze interessant vindt. Het versterkt dus de boodschap dat we onafhankelijk zijn.’ Matheson vertelt dat de Statistics Authority uit zeven door de overheid aangestelde personen bestaat (geen statistici) met verschillende achtergronden, die als taak hebben de statistieken te beoordelen en in te grijpen als er enige suggestie ontstaat van politieke inmenging in de statistieken of met betrekking tot de statistici. ‘Ze doen dat publiekelijk. Er zijn enkele voorbeelden waarin politici het advies van statistici naast zich hebben neergelegd. De Statistics Authority grijpt dan publiekelijk in, levert commentaar en meldt dit aan het parlement. Ieder jaar moeten ze verslag uitbrengen aan het parlement over hun bevindingen. In de praktijk is natuurlijk puur het feit dat zij dit kunnen doen al heel belangrijk, omdat het betekent dat er maar weinig voorbeelden zijn waarin ingrijpen noodzakelijk was.’
Bezuinigingen We leggen aan Matheson uit dat het CBS de afgelopen jaren te kampen heeft gehad met bezuinigingen vanuit de politiek op de begroting. Onze vraag is of het statistiekbureau van het Verenigd Koninkrijk soortgelijke problemen kent. ‘Wij hebben hier precies hetzelfde,’ bevestigt Matheson. ‘Daar zijn we op verschillende manieren mee omgegaan. Zo hebben we goed gekeken naar wat we doen en onze gebruikers eind vorig jaar openlijk om advies gevraagd over de prioriteiten voor de komende
32
vier jaar. Een heel positieve actie, omdat statistiekprogramma’s zich moeten blijven ontwikkelen. Ze moeten rekening houden met nieuwe omstandigheden, nieuwe manieren om dingen te doen en nieuwe verschijnselen die moeten worden gemeten. Momenteel bekijken we hoe wij ons werkprogramma binnen een nieuwe afgeslankte begroting kunnen passen. We zijn streng als het gaat om nieuw werk en zullen ons ook richten op het binnenhalen van inkomsten. Als iemand iets nieuws gedaan wil hebben, prima, maar dan zullen ze ervoor moeten betalen. We kijken heel erg goed naar hoe wij de zaken aanpakken. Wat zijn onze dure processen en hoe kunnen wij onze werkwijze transformeren, ofwel door anders te werken of door technologie toe te passen?’
Belangrijke kans Dan komt het gesprek op de komende volkstelling, 2011 Census. Hoe wordt zo’n project aangepakt? Matheson: ‘Het is een gigantisch groot project en een goede gelegenheid om het publiek bij de statistiek te betrekken. Iedere burger is verplicht hieraan mee te doen. Ik zie het dus als een grote kans om op het publiek af te gaan en uit te leggen wat statistieken zijn, waar-
We hebben onze gebruikers eind vorig jaar openlijk om advies gevraagd over de prioriteiten voor de komende vier jaar
om ze belangrijk zijn, waarom vertrouwelijkheid voor ons zo belangrijk is en hoe we de gegevens gebruiken. De oproep tot de census is op zichzelf belangrijk, maar het is ook een belangrijke kans. Onze census wordt op 27 maart van dit jaar gehouden en we zijn voor de Census 2011 al in 2004 met onze voorbereidingen begonnen. Het is dus een behoorlijk programma.’ Matheson legt op ons verzoek globaal uit hoe haar organisatie de census aanpakt. ‘Wij hebben veel werk – onder onze leiding en onder ons toezicht – aanbesteed bij particuliere organisaties omdat het team van ONS beperkt is. Denk hierbij aan de data capture, het printen, de enquêtes per post, het retourneren van de vragenlijsten, de codering, het opschonen en de verwerking van de gegevens. We hebben deze keer ook de werving, opleiding en loonadministratie van de ongeveer 35.000 volkstellers die we in dienst zullen hebben, uitbesteed.’
Opleidingsprogramma’s UK Statistics investeert veel in opleidingsprogramma’s. We zijn dan ook benieuwd hoe de belangrijkste opleidingsprogramma’s er uitzien. Matheson legt het uit. ‘Het is van essentieel belang. In de functieomschrijving van de statistici in dienst van de regering staat dat wordt verwacht dat zij zich in hun beroep voortdurend verder bekwamen. Er worden ook officiële opleidingen georganiseerd. Wij hebben bijvoorbeeld een mastersopleiding officiële statistiek van de universiteit van Southampton. Er zijn ook Royal Statistical Society examens die mensen kunnen
33
afleggen, allemaal afhankelijk van hun achtergrond.’ Matheson vertelt trots dat ze bij UK Statistics nog iets belangrijks hebben ontwikkeld. ‘Het is wat minder statistisch en lijkt meer op een consultancy-training. Het betreft vaardigheden om statistici beter in staat te stellen goede gesprekken met hun gebruikers te voeren en het juiste effect te bereiken met hun bevindingen. We hebben dus heel veel interne cursussen ontwikkeld over hoe je statistieken kunt presenteren, hoe je over statistieken kunt schrijven, hoe je moet spreken, hoe je interviews moet afnemen, mediatrainingen en ook nog wat managementachtige opleidingen. Het is dus niet alleen maar statistiek wat de klok slaat.’
Prioriteiten voor 2011 Als we Matheson vragen naar de prioriteiten voor 2011 noemt ze naast de volkstelling het werkprogramma. ‘Binnen een kleinere begroting moeten we daarmee uit de voeten kunnen en er voor zorgen dat wij datgene wat wij doen goed blijven doen. Dat is één van de dingen die volgden uit onze besluitvorming: we snijden liever in het programma dan dat we concessies doen aan de
34
kwaliteit, tenzij dit een bewuste keuze is. In het werkprogramma kijken we naar nieuwe manieren om dingen aan te pakken en het gaat om toegankelijkheid. Ik denk dat we meer moeten doen om onze gegevens en onze statistieken toegankelijk te maken voor een breder publiek. Er wordt momenteel te weinig gebruik van gemaakt, het gaat erom de gegevens die we verzamelen zo goed mogelijk te benutten. Dat zijn drie punten. Ik heb daar een uitdrukking voor, niet alleen met betrekking tot onze prioriteiten voor 2011: de juiste statistieken, op de juiste manier verzamelen, met het juiste effect. Dat is onze toets. Maken we nog de goede statistieken, zijn ze relevant? Doen we alles nog op de goede manier of zijn er nieuwere methoden? Bereiken we zoveel mogelijk effect met wat we doen? Dat zijn de drijfveren achter onze prioriteiten.’
Internationaal aanzien Het Engelse statistiekbureau geniet op een aantal statistische terreinen internationaal aanzien. Matheson zegt daarover: ‘Ons bureau richt zich volledig op de Europese statistiek. Ook willen we
op een aantal terreinen een leiderschapsrol op ons nemen. Er is vanaf 1996 veel geïnvesteerd in het ontwikkelen en produceren van officiële duurzaamheidsindicatoren. Dit had internationaal een grote en brede invloed. In het verlengde hiervan is ook een nieuwe impuls gegeven aan de ont-
wikkeling van indicatoren voor welzijn en tevredenheid. In ons land is zelfs een nationaal debat gaande over het meten van geluk en wat er toe doet voor mensen.‘ Carina Fransen/Miriam van der Sangen
LONDEN Londen is de hoofdstad en grootste stad van zowel Engeland als het Verenigd Koninkrijk. In de regio GrootLonden, waarvan de begrenzing tegenwoordig vaak gelijk wordt gesteld aan die van de stad Londen, wonen ongeveer 7,5 miljoen mensen. Hiermee is Londen de stad met de meeste inwoners van de Europese Unie. De hele metropoolregio strekt zich evenwel nog ver uit buiten de grenzen van Groot-Londen. De grenzen hiervan zijn niet gemakkelijk aan te geven, maar gedacht moet worden aan een gebied van ongeveer 8.000 km2 met 12 tot 14 miljoen inwoners. De stad is, naast de hoofd- en grootste stad van
het Verenigd Koninkrijk, ook het politieke, economische en culturele centrum van dat land. Ook in Europa en de wereld vervult ze een belangrijke functie op diverse gebieden. Londen bevat vier plaatsen die op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO staan: de Tower of London, de historische nederzetting van Greenwich, de Kew Gardens, en een gezamenlijke inschrijving bestaande uit het Palace of Westminster, Westminster Abbey en Saint Margaret’s Church. In een grote stad als Londen is de bevolkingssamenstelling zeer divers. In de stad wonen meer dan 100 verschillende nationaliteiten en er worden meer dan 300 talen gesproken.
35
kort reizen
27 procent meer nieuwe personenauto’s verkocht ocht h De verkoop van personenauto’s in Nederland zit in de lift. ft. IIn ft n euwe w het derde kwartaal van 2010 werden 27 procent meer nieuwe 99. Het H is personenauto’s verkocht dan in dezelfde periode in 2009. v bovendien het derde kwartaal op een rij waarin sprake iss van eken e met m stijgende verkoopcijfers. En dat is nog niet alles: vergeleken n ons n land l d onze buurlanden België en Duitsland loopt de verkoop in tellen… e … beter. De autobranche lijkt zich in sneltreinvaart te herstellen… (Bron: CBS)
137.000 kilometer aan wegen
55.000 0000 meter wegen per vierkante kilometer landoppervlak Nederland heeft een gemiddelde wegendichtheid van 5.000 meter per vierkante kilometer landoppervlak. De hoogste van deze dichtheden komen voor in het westen en het midden van het land en in de grote steden. De vier grote gemeenten hebben een dichtheid tussen de 10.000 (Rotterdam) en ruim 13.000 (Den Haag). Leiden heeft met een wegendichtheid van bijna 16.000 de hoogste wegendichtheid van ons land. Schiermonnikoog heeft met nog geen 1.000 de laagste. Niet zo gek, want bezoekers aan dit eiland moeten hun auto aan de vaste wal achterlaten… (Bron: CBS)
36
De afgelopen 10 jaar is de lengte van het Nederlandse wegennet met bijna 7.000 kilometer toegenomen tot ruim 137.000. Daarmee is het wegennet in die periode met 5 procent gegroeid. Die groei is vrijwel volledig toe te schrijven aan nieuwe gemeentelijke wegen. Deze zijn sinds 2001 met 6.708 kilometer uitgebreid. De lengte van de rijkswegen nam toe met ruim 200 kilometer. Wist u trouwens dat de totale lengte van 137.000 kilometer aan Nederlandse wegen gelijk staat aan ruim 3 keer op en neer rijden naar Nieuw-Zeeland? Waarin een klein land al niet groot kan zijn… (Bron: CBS)
kort reizen
1,441 1 441 4 miljard iljj rd eeuro r aaann opcenten p n m motorrijtuigenbelasting t rjug b l t g Een n deel e vvan n de motorrijtuigenbelasting o r u e b s n b betalen we e aan de e provincie, o i i , iin d de vvorm m vvan d de opcenten c t motorrijtuigenbelasting. ot rijtui e bel sti g De provincies D o in i s m mogen e h hett ttarief i fd daarvoor r o –– tot t t een b bepaald e a ld d maximum – maximum a m m zelff bepalen bepalen. e l In 2011 2 verwachten e w h n dee provincies o n e 11,441 miljard 441 4 m miljard j d euro u tte ontvangen a g aan n deze e opcenten c t . Dat a is opcenten. 11,9 procent 9 procent o n meer m e dan a in i 2010 2010. 0 0 Daarmee a m e vormt o m dit i de e kleinste e s stijging sinds i s dee eeuwwisseling eeuwwisseling. e w s l Verklaring e a n vvoorr deze e k kleine i stijging iss dee geringere r g e groei r van n het e wagenpark w e p k (deze e steeg e in 2010 2 0 met e 11 procent procent o n en n in n de periode r d 22000–2009 0 0 met e gemiddeld e i e 2,1 procent). o n Maar a oook 2,1 procent). de zuinige auto’s met een lage CO2-uitstoot helpen mee aan die kleine stijging. Sinds 2010 hoeven de eigenaren van deze zuinige auto’s helemaal geen opcenten motorrijtuigenbelasting meer te betalen. Dat zijn dus met recht blije rijders… (Bron: CBS)
37
aan het woord...
FEMKE ELLENBROEK studeerde sociale geografie. Sinds twee jaar werkt ze bij woningcorporatie Ymere. Daar doet ze demografisch onderzoek voor strategiebepaling en specifieke projecten. Veel van de benodigde gegevens vindt ze in de StatLine-database van het CBS.
38
Met onderzoek bijdragen aan goede sociale huisvesting Woningcorporatie Ymere is actief in steden als Amsterdam, Haarlem, Almere en Haarlemmermeer. Om goede beslissingen te kunnen nemen over de samenstelling van het aanbod en nieuwe investeringen, verzamelt Ymere gegevens over de wijken en buurten waar zij actief is. Femke Ellenbroek duikt daarvoor regelmatig in de CBS-database.
‘I
k doe demografisch onderzoek op wijkniveau’ vertelt Femke. Zij werkt als adviseur Markt & Vastgoed bij Ymere. ‘Ik verzamel gegevens over huishoudens en inwoners. Denk bijvoorbeeld aan gezinssamenstelling, leeftijdsopbouw, inkomens en inkomensgroei. Ik zoek antwoorden op vragen als: ‘Wie wonen er?’, ‘Wat doen de bewoners en hoe ervaren zij hun buurt?’ Veel gegevens vind ik bij het CBS. Ook put ik uit andere databases, zoals Cendris en de Leefbarometer van VROM. De gegevens gebruiken we vervolgens voor strategische doeleinden en voor specifieke projecten zoals herstructureringen. Onlangs heb ik gezorgd voor het basismateriaal voor het formuleren van de visie van Ymere voor
de komende 10 jaar. Ik vind het boeiend om boven water te krijgen hoe het zit in een wijk. Om gefundeerd te laten zien of een bepaald gevoel dat men erover heeft, waar is of niet. Ook geeft het voldoening dat je met onderzoek kunt bijdragen aan goede sociale huisvesting.’ StatLine, de database van het CBS, biedt Femke tal van wijk- en buurtgegevens voor haar onderzoeken. Ook GIS-kaarten met basisdata en gegevens over leeftijdsopbouw zijn er beschikbaar. ‘Er staat ontzettend veel informatie
Het CBS is de beste dataleverancier
in StatLine en die is ook makkelijk te verwerken’, aldus Femke. ‘Ik kan wel stellen dat het CBS de beste leverancier van data is. Jammer vind ik het dat je bij het zoeken de betreffende gemeente steeds opnieuw moet selecteren. Het systeem houdt dat niet vast. Ook zijn sommige gegevens helaas verouderd. Inkomensgegevens hebben we bijvoorbeeld het liefst zo actueel mogelijk, zeker in deze tijd.’ Als rechtgeaarde geografe maakt Femke graag verre reizen. Zo trok ze door Indonesië en Zuid-Amerika. Aangezien ze pas moeder is geworden, liggen de reisdoelen de komende tijd wat dichter bij huis. Daarnaast roeit ze graag en doet ze aan hardlopen. Annemieke Bos
39
CBS-project
Hans Schmeets is bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Maastricht.
Ger Snijkers is bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht.
40
CBS intensiveert samenwerking met universiteiten Leerstoel moet brug slaan tussen wetenschap en statistiek
In de afgelopen jaren heeft het CBS de samenwerking met universiteiten geïntensiveerd. Dat gebeurde door de instelling van een aantal leerstoelen aan
universiteiten, waardoor een belangrijke brug kon worden geslagen tussen wetenschap en statistiek. Bert Balk, Ger Snijkers en Hans Schmeets zijn werkzaam bij het CBS en bekleden als bijzonder hoogleraar zo’n leerstoel. We gingen met hen in gesprek over de toegevoegde waarde van de samenwerking tussen het CBS en de universiteiten. Ook komen een aantal promovendi aan het woord. Zij combineren het schrijven van hun proefschrift met werk.
Waardering Wat is volgens Balk de toegevoegde waarde van zijn aanstelling als bijzonder hoogleraar en de daaruit voortvloeiende samenwerking tussen het CBS en de universiteit van Rotterdam. Balk: ‘Voordat ik werd aangesteld als hoogleraar had ik een gesprek met de toenmalige decaan van wat toen nog de faculteit bedrijfskunde heette. Hij gaf aan dat er vooral behoefte was aan mensen voor onderzoek. Dat ben ik toen gaan doen.’ Balk verrichtte niet alleen onderzoek, maar publiceerde ook de nodige artikelen op het gebied van productiviteit. Hij stak tevens veel tijd in de uitbreiding van het netwerk tussen de Erasmus Universiteit en het CBS. Zo fungeerde hij als intermediar om medewerkers van de EUR in contact te brengen met CBS’ers, bijvoorbeeld op het gebied van research, development en innovatie. Daarnaast hield hij zich bezig met de begeleiding van studenten en was hij een aantal keren co-promotor. Wat is de uiteindelijke winst van dit alles? Balk: ‘Het CBS is in de perceptie van velen aan de universiteit ten voordele veranderd. Er is veel waardering ontstaan voor de kennis en het niveau van de CBS’ers.’
Bert Balk was één van de eerste CBS’ers die tot bijzonder hoogleraar werd benoemd aan een universiteit. Balk studeerde van 1964 tot 1971 wiskunde in Leiden en Utrecht. Later promoveerde hij in de economie aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 1973 werkt Balk bij het CBS, eerst als chef studiedienst bij de statistieken van de prijzen en later tevens als plaatsvervangend hoofd van die Het CBS is in de afdeling. In 1994 werd hij onderperceptie van velen zoeker bij de afdeling statistische methoden. In de periode 1998– aan de universiteit 2004 zette hij het economisch ten voordele microdataonderzoek op. Bijzonder hoogleraar bij de Rotterdam veranderd. Er is veel School of Management/Erasmus Universiteit werd hij in 2001. Hij waardering ontstaan houdt er zich bezig met het mevoor de kennis en ten in de economie (met name prijs-, hoeveelheids- en produchet niveau van de tiviteitsveranderingen) en econoCBS’ers misch statistisch onderzoek.
Hoogleraar methodeleer Ger Snijkers is werkzaam bij het CBS als methodoloog. Daarnaast is hij bijzonder hoogleraar methodeleer van survey-onderzoek bij bedrijven aan de Universiteit van Utrecht. Snijkers studeerde politicologie aan de Universiteit van Amsterdam van 1981–1987. In 1987–1988 behaalde hij hier tevens zijn propedeuse wiskunde. In 2002 promoveerde hij aan de Universiteit van Utrecht. Snijkers begon in 1987 als onderzoeker bij het CBS in Voorburg op
41
De meerwaarde voor mij is dat ik nu veel meer de mogelijkheid heb om stukken te schrijven, die voldoende niveau hebben voor een wetenschappelijk tijdschrift en mijn dissertatie
de afdeling methoden. Vanaf 1992 werkte hij bij het CBS in Heerlen bij het vragenlab aan onderzoek naar vragenlijsten. Vanaf 2000 was hij projectmanager van methodologische onderzoeksprojecten bij zowel persoons- als bedrijfsonderzoeken. Een aanstelling als bijzonder hoogleraar volgde in 2006.
Het praktijkgerichte onderzoek van het CBS en het meer theoretische onderzoek aan de universiteit zijn moeilijk te verenigen
Vakgebied Volgens Snijkers is door de instelling van de leerstoel ‘Methodenleer van survey-onderzoek bij bedrijven’ bij de universiteit van Utrecht het nog relatief jonge vakgebied duidelijk neergezet. ’De methodologische kennis die het CBS daarover heeft, hebben we zowel bij de universiteit als internationaal breed kunnen uitdragen, bijvoorbeeld door het geven van colleges. Internationaal komt het onderwerp tijdens een workshop die we één keer in de twee jaar organiseren aan de orde. Daar is een groot aantal collega’s van allerlei statistiekbureaus aanwezig. De workshops die er gegeven worden zijn met name een forum voor vakgenoten: tijdens de discussies kan men problemen en ervaringen met elkaar delen.’ De kennis die zo is opgebouwd wordt momenteel door Snijkers – samen met zijn internationale collega’s – verwerkt tot een handboek. Snijkers ziet het met name als zijn taak om praktijk en theorie tot elkaar te brengen. Als Snijkers naar de toekomst kijkt, op welk gebied is er dan in het kader van de samenwerking tussen het CBS en de Universiteit van Utrecht nog winst te behalen? ‘Het viel me op dat het praktijkgerichte onderzoek van het CBS en het meer theoretische onderzoek aan de universiteit moeilijk te verenigen zijn. Om daar verandering in aan te brengen zou het CBS – los van de instelling van leerstoelen – meer tenders kunnen uitschrijven naar universiteiten. Ook zou het CBS een eigen lesprogramma
42
over ‘statistiek in de praktijk’ kunnen opzetten en presenteren aan studenten.’
Socioloog Hans Schmeets is opgeleid als socioloog, in het bijzonder in de methoden en technieken van sociaalwetenschappelijk onderzoek. Sinds 1987 is hij werkzaam bij het CBS. Daar heeft hij onderzoek verricht naar een breed scala aan onderwerpen, waaronder de achtergronden naar stemgedrag, religie, vrije tijd, vrijwilligerswerk, milieu, allochtonen en oorzaken naar nonrespons. In 2002 promoveerde hij op onderzoek naar het beoordelen van het democratische gehalte van verkiezingen. Met ingang van 1 april 2008 volgde zijn benoeming tot bijzonder hoogleraar ‘Sociale Statistiek, in het bijzonder de empirische bestudering van sociale samenhang’ bij de faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen van de Universiteit Maastricht. Uitwisseling van kennis Bijzonder hoogleraar Schmeets ziet zichzelf als brug tussen het CBS en de Universieit Maastricht. ‘Ik probeer human capital te verenigen met kennis en databestanden van het CBS. Dat levert een aantal resultaten op. Zo zijn er 4 studenten van de Universiteit Maastricht werkzaam geweest bij het CBS voor 1 dag in de week. Het doel is kennis opdoen over het gebruik van data, bijvoorbeeld door het schrijven van een paper. Tegelijkertijd worden ze ingezet voor specifieke onderzoekstaken, waar we zelf niet aan toekomen.’ Schmeets zelf is actief op de universiteit op het gebied van adviseren over de opzet van onderzoek, waaronder de vragenlijsten. Medewerkers van de universiteit brengen regelmatig een bezoek aan het CBS om bijvoorbeeld over steekproeven te praten. Daar worden
Bert Balk was één van de eerste CBS’ers die tot bijzonder hoogleraar werd benoemd aan een universiteit.
43
De combinatie van theorie en praktijk geeft mij extra motivatie. De resultaten van mijn proefschrift zullen in de praktijk gebruikt worden door het CBS
de CBS-collega’s van de afdeling te behalen is. ‘Ik heb geconstateerd methodologie bij betrokken. Studat de faculteit nogal kwalitatief gedenten van de Universiteit Maasoriënteerd is. Mijn doel is ook het Ik probeer tricht hebben binnen het recent kwantitatieve aspect uit te breiden, opgestarte Research Master European mede aan de hand van CBS-cijfers. human capital Studies ook een bezoek gebracht Daarnaast zou ik een specifieke te verenigen aan het CBS, waar presentaties masteropleiding willen inrichten werden gegeven over de opzet van over het onderwerp ‘Democratisemet kennis en enquêteonderzoek. Schmeets coörring van verkiezingen’. Begin april databestanden organiseert Schmeets overigens dineert binnen dit Master het methodenblok en begeleidt binnen de een internationale conferentie van het CBS ‘School of Governance’ promovendi over het beoordelen van verkiemet de opzet van hun dissertazingen. Deze tweedaagse conferentie. In zijn functie van hoogleraar tie met onder andere sprekers van schrijft Schmeets ook wetenschapinternationale organisaties en wepelijke artikelen namens het CBS en de universitenschappers wordt financieel ondersteund door teit en geeft hij les aan zowel tweedejaars als aan de Universiteit Maastricht en het CBS. Schmeets: een groep van geselecteerde studenten. ‘Het is de eerste keer dat de academische wereld en de mensen uit de praktijk bij elkaar worden Net als zijn collega’s Balk en Snijkers constateert gebracht. Dat moet wel iets moois opleveren!’ ook Schmeets dat er in het kader van de samenwerking met de universiteit nog verdere ‘winst’ Miriam van der Sangen
44
Annemieke Luiten promoveert op non-respons bij sociale statistieken. ‘Alhoewel ik al een flink aantal jaren bij het CBS werk, ben ik nu aangesteld als AIO (assistent in opleiding, red.). Dat betekent dat de helft van mijn werk uitsluitend bedoeld is voor het schrijven van mijn proefschrift en de andere helft voor het reguliere werk bij het CBS. Mijn proefschrift gaat over non-respons bij sociale statistieken. Ik heb bewust voor de combinatie van theorie en praktijk gekozen, want nu is er tijd voor verdieping. Mijn interne begeleider is Hans Schmeets. Hij is mijn inhoudelijk klankbord en speelt een grote rol bij de contacten met de Universiteit van Utrecht, waar mijn promotor zit. Hans heeft veel ervaring met het publiceren van artikelen, van die ervaring steek ik heel veel op.’
Deidre Giesen promoveert op vragenlijstontwerp en het responsproces bij bedrijfsenquêtes. ‘Ik ben methodoloog bij het CBS. Toen iemand mij vroeg of ik een kandidaat wist voor een promotieonderzoek naar de waarneming bij bedrijven bedacht ik dat ik dat eigenlijk wel zelf wilde doen. De meerwaarde voor mij is dat ik nu veel meer de mogelijkheid heb om stukken te schrijven, die voldoende niveau hebben voor een wetenschappelijk tijdschrift en mijn dissertatie. Daarvoor moet je toch een paar slagen dieper de literatuur, analyses en argumentaties in. De begeleiding vanuit het CBS is prima. Ik vind het fantastisch dat het management mij deze kans geeft.’
Vanessa Torres van Grinsven promoveert op manieren om respondenten van bedrijfsenquêtes te motiveren tot respons. ‘Ik werk bij het CBS aan verschillende projecten. Het voornaamste project gaat o.a. over het gebruik van statistieken door bedrijven en de motivatie van respondenten bij bedrijfsenquêtes. Het onderwerp van mijn proefschrift sluit hier nauw bij aan. De combinatie van theorie en praktijk geeft mij extra motivatie. De resultaten van mijn proefschrift zullen in de praktijk gebruikt worden door het CBS. Dat gaf mij een extra ‘drive’ om op deze plek te solliciteren. Het is een aantrekkelijke onderzoeksplek, ik ben blij dat ik hiervoor ben aangenomen.’
Fanny Cobben promoveerde op typen nonrespondenten bij survey-onderzoek onder personen en huishoudens. ‘Ik studeerde econometrie aan de Universiteit van Amsterdam. Daar vond ik het doen van onderzoek heel leuk. Omdat ik het onderzoek aan de universiteit te theoretisch vond, besloot ik als AIO in 2004 bij het CBS te gaan werken. Op die manier kon ik de theorie combineren met de praktijk en iets nuttigs bedenken, waar het CBS mee vooruit kan. In 2009 ben ik gepromoveerd. Meerwaarde van het promotie-onderzoek bij het CBS waren de goede contacten met collega’s – ik kon altijd bij ze binnen lopen voor advies – en de hele goede faciliteiten van het CBS. Denk bijvoorbeeld aan de bibliotheek en mijn bezoeken aan internationale congressen.’
45
kort actueel
5 uur u r vrijw uur vrijwilligerswerk rw per week Nederland N de l d iis E Europees koploper op het gebied van vrijwilligers. Ons land heeft h eft van a aalle Europese landen het hoogste aandeel vrijwilligers in de ssamenleving. samen m n Ruim 1 op de 5 geeft aan vrijwilligerswerk te doen. D Daa a Daarmee is het vrijwilligerslegioen de afgelopen 10 jaar licht ge e gestegen. Vrijwilligers besteden gemiddeld zo’n 5 uur per week aaan onbetaalde activiteiten voor organisaties. Het aandeel van vrijwilligers in een samenleving is belangrijk, omdat de inzet r jw g vvoor o organisaties rg n a s een e van burgers alss vrijwilliger ndicator o iss voor o de ssamenhang m n ng in essentiële indicator eving. n H Het vertrouwen r e b binnen n de de samenleving. e ssamenleving m l n iis in n het e afgelope f l en Nederlandse afgelopen n ook o licht i t toegenomen. e n m n decennium dan (Bron: CBS)
43.000
werknemers met ouderschapsverlof In 2009 gingen in totaal 43.000 werknemers met ouderschapsverlof. Ruim de helft van hen werd tijdens dit verlof geheel of gedeeltelijk doorbetaald. Uit de cijfers blijkt dat werknemers bij de overheid en de zorg hun ouderschapsverlof veel vaker krijgen doorbetaald dan werknemers in marktsector. r o IIn 20099 kreeg e g 79 procent 79 procent o n de marktsector r s werkzaam e z m in n de e van de werknemers rheid i een zorg o geheel h e off gedeeltelijk e l hun n overheid erschapsverlof c a v l d doorbetaald. r t l ouderschapsverlof e marktsector m k e o In de d dat a voor o gold procent. p c t 25 procent. anks k Ondanks het feit datt kgevers e r werkgevers rincipe i ci e in principe erschapscha ouderschapsofuren niet e verlofuren ven n uitt hoeven etalen, etalen l , te betalen, eurt r gebeurt dit dus wel. on: CBS) C S (Bron: CBS)
46
1
op oopp de 5 jongeren godsdienstige 5 jjongeren o g r bbezoekt e ektt god od di tti bij bbijeenkomst k t De jjeugd, g hoee kerkelijk e e k is d die eigenlijk? Steeds minder, zzo blijkt. b k In n 1997 9 gaff 55 pro o 55 procent van de jongeren van 12 ttot 225 jaarr aan tot o een e k kerk k kerkelijke gezindte te behoren. In 2009 2 9 was a d dit g gedaald a d tott minder dan de helft van de jjongere g e (44 procent). De meeste jongeren jjonger n r gaan zelden of nooit naar nger jongeren de kerk r moskee of andere religieuze kerk, instelling. instelling t i 1 op de 5 van hen ging in 2009 0 wel e eens naar een godsdienstige b bijeenko e o bijeenkomst, de rest zelden of nooit. (Bron: C o C (Bron: CBS)
kort actueel
Sinds 1956 meer dan 55 duizend kinderen geadopteerd Sinds de invoering van de Nederlandse adoptiewet in 1956 zijn in Nederland ruim 55 duizend kinderen geadopteerd. Adoptiekinderen komen vooral uit het buitenland. Het aantal buitenlandse adoptiekinderen is met 39.000 ruim tweemaal zo groot als het aantal Nederlandse adoptiekinderen. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werden vooral Nederlandse kinderen geadopteerd. In de jaren zeventig nam dat sterk af. Dit kwam door de introductie van de pil en de groeiende tegenstand in Nederland om kinderen af te staan. Halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw was Colombia het belangrijkste herkomstland van adoptiekinderen. Aan het eind van de vorige eeuw nam China deze positie over. In 2004 was bijna 60 procent van de buitenlandse adoptiekinderen van Chinese afkomst. (Bron: CBS)
47
aan het woord...
De vereniging Vastgoed Belang behartigt de belangen van particuliere beleggers in vastgoed. Goede cijfers zijn hard nodig om de argumenten van de vereniging aannemelijk te maken richting ministeries en gemeenten. Directeur HEIN BOS mist de benodigde cijfers echter in de database van het CBS.
48
Cijfers zijn hard nodig voor goede belangenbehartiging Zestig procent van de jaarlijkse investeringen in vastgoed in Nederland wordt gedaan door particuliere beleggers. De vereniging Vastgoed Belang behartigt hun belangen. Goede cijfers zijn onontbeerlijk om deze taak uit te voeren.
‘O
nze belangenbehartiging is gericht op het verbeteren van het rendement van de particuliere beleggers’, vertelt directeur Hein Bos. ‘Enerzijds doen we dat door hun deskundigheid te bevorderen, via informatie en advies. Anderzijds reageren we op overheidsmaatregelen die het rendement kunnen aantasten.’ De behoefte van de vereniging aan statistische gegevens om haar argumenten te onderbouwen, is groot. ‘Het is moeilijk om bruikbare cijfers boven water te krijgen’, stelt de heer Bos. ‘Rendementscijfers bijvoorbeeld. Van institutionele beleggers en woningcorporaties zijn die er wel, maar niet van de particuliere sector. Wij zouden het heel fijn vinden wanneer het CBS die zou kunnen bieden. Neem nou de fiscale wetgeving, die is gewijzigd. Men moet de
WOZ-waarde van verhuurde beleggingen in box 3 aangeven en de bruto-huurontvangsten. Met deze gegevens kun je het rendement berekenen. Dergelijke cijfers kan het CBS toch uit de administratie van de belastingdienst halen? We zijn afhankelijk van anderen om onze belangenbehartiging goed in te vullen. Als je het hele proces van een particuliere belegging analyseert, stuit je op tal van momenten waarop behoefte is aan sta-
De woningmarkt, woningvoorraden, verbouwkosten, ik zou er graag eens een boom over opzetten met het CBS
tistische gegevens. Zo zijn bij de start prijsindexcijfers nodig over verbouwkosten. Die houdt het CBS echter niet meer bij. Breder kijkend kun je ook inzoomen op processen op de woningmarkt. Het CBS registreert wel verhuizingen, maar wat weten we over de deelprocessen die daaraan voorafgaan? Hoeveel mensen schrijven zich in voor een woning? In welke woningen komen woningzoekenden uiteindelijk terecht? Nog een ander terrein: de woningvoorraad. De getallen over de woningen van particuliere verhuurders lopen nogal uiteen: van 450.000 tot 700.000. Meer inzicht in dit aantal en de ontwikkelingen in deze voorraad zou aardig zijn. Het is interessante materie. Ik zou er graag eens een boom over opzetten met het CBS.’ Annemieke Bos
49
historie
Clara Wichmann (1885–1922), strafrechtjuriste en sinds 1914 sous-chef van de afdeling gerechtelijke statistiek van het CBS.
Bernard Reyndorp (1870–1950), schrijver bij het CBS en anarchosocialistisch filosoof en vrijdenker (Bron: IISG Amsterdam).
Mr. J.R.B. de Roos, adjunctdirecteur bij het CBS in het begin van de vorige eeuw.
50
Revolutiekoorts op het CBS Over emancipatie en de zelfbevrijding van arbeiders
H
et was 1918. Bart was de kamer van Clara binnengestormd. In de wereld woedde een oorlog, bij de oosterburen een revolutie. En in het hoofd van Bart woedde onvrede. Hij vroeg Clara wat de essentie is van de bevrijding van de mensheid. ‘Zelfbevrijding tot vrij denken’, had Clara geantwoord. De mens zat gevangen in het bruikbaarheidsdenken van de kapitalistische maatschappij. Daaruit moest hij zich bevrijden, zich losmaken uit het streven naar gewin. ‘We verbloemen onze belangen. De mens verstopt zijn belang achter een heilige zaak. Voor hen die het goed hebben, is alle verandering een aanranding van heilige zeden.’ Maar er kwam een tijd dat de arbeiders de sprong zouden wagen naar het rijk der vrijheid. Bart zuchtte dat dit nog wel een tijdje zou duren. ‘Neem mijzelf Clara. Hier werk ik, ver onder mijn graad van kunnen, dienstwillig onder het commando van…’ De rest slikte hij in, want Clara’s chef, De Roos, kwam binnen.
Zelfbevrijding In vergelijkbare bewoordingen heeft deze discussie zich afgespeeld buiten het CBS. De wereld stond in brand. Ons land was het toneel van voedselrellen, in Den Haag waren opstootjes om de halvering van de broodrantsoenen, in de le-
gerplaats de Harskamp staken soldaten barakken in brand uit protest tegen het intrekken van de verloven en de slechte voeding. Later dat jaar zou Pieter Jelles Troelstra de revolutie uitroepen. Ook op het CBS brak de ‘revolutionairenkoorts’ uit. Clara was dr. Clara Wichmann (1885–1922), strafrechtjuriste en sinds 1914 sous-chef van de afdeling gerechtelijke statistiek van het CBS. Bart was Bernard Reyndorp (1870–1950), schrijver op diezelfde afdeling en een anarcho-socialistisch filosoof en vrijdenker. De Roos was mr. Jacques de Roos, de chef van de afdeling.
Een menselijkere samenleving Het gaat te ver om Wichmann en Reyndorp leden te noemen van een actieve, subversieve cel binnen het nog jonge statistiekbureau, die streed voor een nieuwe samenleving. Als ze het waren geweest, zaten ze op de beste plek voor actie, in de kelders van het Binnenhof waar het CBS was gevestigd. Een nieuwe samenleving was wel hun streven, maar zij wilden geen gewelddadige omverwerping, wel een ‘menselijkere’ samenleving, een ‘communisme’, dat zij wilden bereiken door zelfbevrijding van onderop. Emancipatie en de zelfbevrijding van arbeiders waren de voorwaarden voor de samenleving die Wichmann en de haren voor ogen stond.
51
Bron foto’s: CBS-archief.
52
Reyndorp en Wichmann kenden elkaar van de bijeenkomsten bij Geertruida Kapteyn-Muysken, een spil in een klein Haags netwerk van sociaal bewogen intellectuelen en anarchisten. Wichmann had Reyndorp, een voorheen werkloze boekhandelsbediende, het baantje bij het CBS bezorgd.
Vooraanstaand critica Clara Wichmann was haar carrière begonnen als advocate en curator, maar is dat slechts kort geweest. Een nieuwe functie als adjunct-directrice van de School voor Maatschappelijk Werk te Amsterdam, hield ze evenmin lang vol. Ze vond de meisjes er te zwaar op de hand: ‘ze voelden alle ellende van de realiteit van het leven te diep.’ Op advies van haar promotor solliciteerde zij bij het CBS. Ze werd aangenomen als adjunct-commies en werd verantwoordelijk voor de inleidingen op de Crimineele Statistiek. Ze maakte snel carrière en in 1919 volgde ze De Roos op als chef van de afdeling gerechtelijke statistieken. Wichmann was een vooraanstaand critica van het stafrechtelijke regime dat zij formeel maar ook persoonlijk van dichtbij kende. Zij was in 1912 in Leiden cum laude gepromoveerd op het proefschrift Beschouwingen over de historische grondslagen der tegenwoordige omvorming van het strafbegrip. In 1921 trouwde zij met Jo Meijer, een voormalige gedetineerde dienstweigeraar.
Comité van actie In 1919 was Wichmann één van de oprichters van het Comité van Actie tegen de bestaande opvattingen omtrent Misdaad en Straf. In het oprichtingsmanifest had ze geschreven dat de gevangenisstraf de mensen klein, gedwee en mat maakte, ‘om ze te fnuiken en te knauwen.’ Gevangenisstraf was onmenselijk. Straf vernederde en kneep het laatste restje weerstand uit mensen. Met het organiseren van vergaderingen en het uitgeven van brochures bracht het comité de belangen van de gevangenen onder de aandacht. Wichmann was ook op andere terreinen actief, als ‘ethisch’ feministe, en als bestuurslid van, onder andere, de Vereeniging tot Verbetering van den Maatschappelijken en den Rechtstoestand der Vrouw in Nederland, de Nederlandschen Bond voor Vrouwenkiesrecht. Ze was historica van de vrouwenbeweging, mede-redacteur van het Encyclopaedisch Handboek: De vrouw, de vrouwenbeweging en het vrouwenvraagstuk (1914–1918) en ze was medeoprichtster van de Bond van Revolutionair Socialistische Intellectuelen (1919) en van de Bond van Religieuze Anarcho-Communisten (1920).
Vrijdenker Bernard Reyndorp was haar compaan, binnen en buiten het CBS. Hij was de zoon van een reizend variétéartiest, maar groeide op bij een oud-oom die hem een streng-katholieke opvoeding gaf. Na het lezen van Multatuli zwoer hij het geloof af en koos voor het socialisme. Hij was een autodidact. Hij had zichzelf Duits, Frans en Engels geleerd en las het werk van filosofen, anarchisten en denkers als Ludwig Büchner, Gustav Landauer, Charles Darwin en Pierre Joseph Proudhon in de eigen taal. Van enkelen vertaalde hij het werk in het Nederlands. Hij verdiepte zich in het anarchisme en was van 1894 tot 1896 uitgever en redacteur van het blad De Anarchist. Orgaan der Hollandsch sprekenden Anarchisten. In 1906 verscheen van zijn hand Het anarchistisch-socialisme en de economische actie. Vanaf 1907 publiceerde hij in De Vrije Gedachte, het weekblad van de vrijdenkersvereniging De Dageraad. Hij was anti-militarist en schreef in 1916 het anti-oorlogsboek In den greep van het barbarisme. Een sociaal-psychologische diagnose van den wereldoorlog. Het was een bundeling van de bijdragen die hij in de eerste oorlogsjaren in De Vrije Gedachte had geschreven. Het uitbreken van de wereldoorlog was volgens hem een gevolg van de zakelijke, materiële en onmenselijke verhoudingen van het kapitalisme. De oorlog toonde het ‘ontzaggelijk tekort aan geestelijke en moreele persoonlijkheid, aan karakter en overtuiging van de mensheid’, en daar ging hij zwaar onder gebukt. Reyndorp verdiende de kost voor zijn groot gezin – hij was vader van acht kinderen – als schrijver bij het CBS. Op het bureau bracht hij zijn dagen door met ‘het zetten van streepjes op statistiekkaarten betreffende sexuele criminaliteit’. In de pauzes ging hij lezen in de Koninklijke Bibliotheek.
Nieuwe richting De Roos en Wichmann waren geëngageerde juristen, vertegenwoordigers van de zogeheten Nieuwe richting in het strafrecht, die in de jaren tachtig van de 19de eeuw was ontstaan rond de Amsterdamse hoogleraar G.A. van Hamel en die de hervorming van het strafrecht beoogde. De Roos, een student van Van Hamel, noemde die beweging eens ‘de frissche wind die zooveel heeft omver geblazen, die eindelijk ook uit de bladen der gerechtelijke statistiek den sleur wist te verdrijven.’ Wichmann en De Roos schreven jarenlang uitvoerige inleidingen en thematische supplementen op de Crimineele Statistiek van het CBS. De invoering in 1896 van strafregisters en de zogeheten
53
antropometrische signalementskaarten, formulieren waarop de persoonlijke kenmerken van de veroordeelden stonden, hadden de registratie van de veroordeelden sterk verbeterd en hielpen om meer inzicht te krijgen in de achtergronden van delinquent gedrag en in het opstellen van daderprofielen.
Misdaad een maatschappelijk verschijnsel De Roos ontpopte zich als een (internationaal) vooraanstaand publicist op het gebied van de criminele oorzakenleer (etiologie). Zijn Inleiding tot de beoefening der crimineele aetiologie met gebruikmaking van Nederlandsche gegevens (Haarlem 1908) was een standaardwerk. De conclusies die De Roos in de Crimineele Statistiek trok uit de cijfers, waren soms meer dan louter statistische analyses en leken veel op criminologische beschouwingen. In 1911 kreeg hij daarvoor van de minister een reprimande. Degelijke studies in een van regeringswege gepubliceerde (en gefinancierde) statistiek mochten voortaan alleen nog na machtiging van de minister zelf worden gepubliceerd. Zijn deskundigheid op het gebied van de criminele etiologie bezorgde De Roos én het CBS een internationale faam op het vakgebied. Op de congressen van het Institut International de Statistique hield hij inleidingen. Op de zitting van het instituut in Caïro (1927) werd hij benoemd tot voorzitter van een commissie die tot taak had om richtlijnen op te stellen voor een internationaal vergelijkbare criminele statistiek. Op bijeenkomsten van het instituut in Warschau (1929) en Madrid (1931) bracht hij van dit onderzoek verslag uit. Volgens W.A. Bonger, de eerste hoogleraar criminologie, en van 1920 tot zijn zelfgekozen dood in 1940 prominent lid van de Centrale Commissie voor de Statistiek, lag de waarde van de criminele statistiek vooral in de solide grondslag die het vormde voor het inzicht dat misdaad niet een individueel maar een maatschappelijk verschijnsel was, met aanwijsbare, telkens terugkerende oorzaken.
54
De werkzaamheden van de afdeling Gerechtelijke statistieken en de rol van De Roos en Wichmann als opinion leaders laten zien dat het statistiekbureau al vroeg in de twintigste eeuw een ankerpunt was geworden in het maatschappelijke debat, als aanjager en beschouwer van beleidsdiscussies. Het verzamelen van statistische gegevens ging noodzakelijk aan de beleidsvoorbereiding vooraf. De statistiek was het noodzakelijke instrument in handen van een staat die de ambitie had om sturing te geven aan de samenleving. Cijfers gaven discussies handen en voeten, zorgden voor de solide basis om beleid op te baseren en te evalueren. Ronald van der Bie
Literatuur Bie, R.J. van der, De macht van de statistiek. De Centrale Commissie voor de Statistiek, samenstelling en recrutering, 1892–1899 (Amsterdam 2009). Bie, R.J. van der, ‘De gerechtelijke statistieken van het CBS’, in: Bronnen voor de criminaliteit en strafrechtpleging vanaf 1811 tot heden. Broncommentaren 7. Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. (Den Haag 2009), 243–285. Houkes, J., en G. Harmsen, ‘Reyndorp, Bernard Daniël Guillaume Charles’, in: Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland 8 (2001), 220–224. Smolenaars, E., Passie voor vrijheid. Clara Wichmann (1885–1922). (Amsterdam 2005)
Bron foto’s: CBS-archief.
55
kort culinair Meer dan 100 miljoen kippen Het wordt wel het meest veelzijdige stukje vlees genoemd: kip. Maar hoeveel kippen telt ons land eigenlijk? In 2010 hadden de landbouwbedrijven in Nederland er gezamenlijk 101 miljoen. Een toename van ruim 4 miljoen in vergelijking met het jaar daarvoor. Het aantal bedrijven met kippen bleef echter nagenoeg gelijk: 2.400. Het aantal kippen per bedrijf stijgt dus. Bij de bedrijven met vleeskuikens waren in 2010 gemiddeld 70.000 vleeskuikens te vinden. Bedrijven met leghennen hebben gemiddeld 33.000 van deze tweepoters. In vergelijking met 2000 steeg het aantal vleeskuikens per tal a bedrijf met 50 procent en was er een stijging van het aantal leghennen per bedrijf met 73 procent. (Bron: CBS)
113 miljoen liter Franse wijn
28.000 28 00 000 hectare aan uien Dankzij een beroemd schilderij van Vincent van Gogh zijn Nederlanders en aardappels onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar er zijn wel meer gewassen waarmee we een sterke band hebben. Die met de ui bijvoorbeeld lijkt steeds inniger te worden. Zo nam in 2010 het areaal uien ten opzichte van 2009 toe met 10 procent. Dat betekent dat ons land in totaal 28.000 hectare aan uien heeft. Die stijging is bijna geheel te danken aan de toename van zaaiuien. Ook het aantal uientelers nam toe en wel met 35 procent. Ons land telt nu 3.500 uientelers. (Bron: CBS)
56
Du pain en du vin gaan prima samen, ook qua land van herkomst. Naast de meeste wijn levert Frankrijk namelijk ook het meeste graan aan Nederland. Bijna een derde van alle in Nederland ingevoerde graan komt uit Frankrijk. Het gaat hier vooral om tarwe en maïs. Hoewel Frankrijk met een aandeel van ruim 28 procent de belangrijkste wijnleverancier van ons land blijft, is wel sprake van een dalende lijn. In 2009 daalde het aandeel Franse wijn in de Nederlandse wijnaanvoer voor het zesde achtereenvolgende jaar. Nederland importeerde in 2009 ruim 398 miljoen liter wijn. (Bron: CBS)
kort culinair
80.000 0 kkalkoenen lkk e e iin 22 Limburgse Lii b rg e gemeentenn Het is officieel: eel: in de d L Limburgse m r e gemeenten e e t w n s telt) l een V Venray r Leudal (dat 36.741 inwoners oners) e ) wonen n ongeveer n v r even v veel el (42.718 inwoners) l m mensen. n e IIn b beide ide plaatsen l t n zijn ij kalkoenen als k zo zo’n o n 880.000 kalkoenen 80 0000 kalkoenen e n tee vinden vinden. n n gezamenlijk gek, k want w t dee provincie o n e Limburg m u Op zich niet zo gek 53 procent 3 procent o van v hett totale t arsenaal s a is goed voorr 53 eren. H eren Het aaantal n kalkoenen l e n in n aan deze dieren. edrijven i nam a in d de lloop p der e jaren a n landbouwbedrijven de p periode e o 2000–2010 0 2 overigens wel aaf. IIn d jjna een n derde e e gedaald ge tot is dit met bijna uks. s (Bron: CBS) B n C ) 1 miljoen stuks.
57
recente CBS-publicaties Internationalisation Monitor 2010 The ongoing process of globalisation has instigated animated debates among academics, policymakers and the public at large. Questions are asked not only with respect to the trends in globalisation, but especially regarding its effects for the Netherlands in terms of economic growth, employment and sustainability. Bestellingen E-mail:
[email protected] Fax: (045) 570 62 68 Key figure: M21 ISBN: 978-90-357-1506-7 Price: € 49,70
Het Nederlandse ondernemingsklimaat in cijfers 2010 In deze publicatie beschrijft het CBS aan de hand van 36 indicatoren de eerste gevolgen van de financiële crisis voor het ondernemingsklimaat in Nederland. De geselecteerde indicatoren zijn over verschillende thema’s verdeeld en lopen uiteen van macro-economische variabelen zoals de omvang van de staatsschuld tot het aantal nieuwe ondernemingen. Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: ISSN: Prijs:
58
[email protected] (045) 570 62 68 I-74 978-90-357-1656-8 1872-325X € 24,70 (exclusief verzendkosten)
recente CBS-publicaties Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt geeft antwoord op vragen als: welke werknemers lopen een risico hun baan te verliezen? Welke werknemers wisselen van baan of beroep en waarom doen ze dat? Wat zijn de effecten van bedrijfseconomisch ontslag op de beroepsloopbaan? Welke werklozen slagen erin om weer aan het werk te komen? Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: Prijs:
[email protected] (045) 570 62 68 V-61 978-90-357-1937-8 € 55,75 (exclusief verzendkosten)
Terugblikken, een eeuw in statistieken Op de lange termijn, 111 jaar statistiek in tijdreeksen geeft een bloemlezing van de thema’s en onderwerpen waarover het CBS al meer dan een eeuw informatie verzamelt en publiceert. Dan blijkt hoeveel er in de afgelopen eeuw is veranderd in ons land. Bestellingen E-mail: Fax: Kengetal: ISBN: Prijs:
[email protected] (045) 570 62 68 A-321 978-90-357-1622-3 € 3,45 (exclusief verzendkosten)
59
Centraal Bureau voor de Statistiek