01 12
LeNTE 2012
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Interview met Jan Meerman, voorzitter CBW-Mitex In gesprek met Arabiste Petra Stienen Servicepunt biedt heldere blik op Europese Statistiek Belangrijke rol voor het CBS op de Floriade
Areaal fruitteelt neemt af De oppervlakte fruitteelt is in 2011 in ons land met 246 hectare afgenomen tot 19,2 duizend hectare. Dat is een afname van 1,3 procent ten opzichte van 2010. Het areaal perenteelt en kleinfruit steeg en het areaal appels daalde fors. De daling van het areaal appels is de laatste jaren de belangrijkste oorzaak van de afname in het totaal areaal fruit. (Bron: CBS).
01 12 Gosse van der Veen Directeur-Generaal CBS
Colofon
01/12 is het relatiemagazine van het CBS dat als doelstelling heeft de externe relaties van het statistiekbureau te informeren over het CBS en met het CBS verwante relevante maatschappelijke ontwikkelingen. Het relatiemagazine verschijnt 4 keer per jaar. Uitgave: Centraal Bureau voor de Statistiek. Hoofdredactie: Miriam van der Sangen. Medewerkers: Jaap van Sandijk, Ron Storm, Miriam van der Sangen, Annemieke Bos, Anita Toet, Ferry Lapré, Wiel Packbier, Masja de Ree en Rosenbaum Selekt. Cover: Jan Meerman. Fotografie: PP Fotografie Zoetermeer, ANP, Sjoerd van der Hucht. Illustraties: Andy Grogan. Oplage: 6 500 exemplaren. Concept: Hans van Brussel. Vormgeving: Jan van Halm. Opmaak: Centraal Bureau voor de Statistiek, Grafimedia.
Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Voorwoord Het eerste nummer van het CBS-relatiemagazine van dit jaar ligt voor u. Daarin een uitgebreid interview met Jan Meerman, voorzitter van CBW-Mitex en vice-voorzitter van MKB-Nederland. We spraken met hem over de hedendaagse ondernemer, winkelcriminaliteit, kredietverlening door de banken, retail 2020 en administratieve lastendruk. In de serie over prominente vrouwen in onze samenleving wordt Petra Stienen geïnterviewd. Zij is voormalig diplomaat en werkte jarenlang voor het ministerie van Buitenlandse Zaken in Egypte en Syrië. Twee landen waar begin vorig jaar de Arabische Lente begon. Over de recente ontwikkelingen in die landen en de context waarin we die moeten zien, hadden we een gesprek met haar. Verder vertelt CBS-collega Hans Schmeets over zijn werkzaamheden als waarnemer eind vorig jaar bij de verkiezingen in Rusland. Het belang van statistiek bij het analyseren en interpreteren van de waarnemingen licht hij nader toe. In dit nummer aandacht voor drie CBS-projecten. In het eerste project spraken we met collega Ron van Weel over het Nederlandse servicepunt voor Europese statistische informatie bij het CBS, waar iedereen gratis Europese cijfers kan aanvragen. Ook laten we collega’s aan het woord over de rol die het CBS speelt bij de komende Floriade in Venlo. Verder wordt de CBS-persprijs belicht, die deze keer werd gewonnen door Elisa Hermanides van Het Financieele Dagblad. Drie klanten van het CBS gaan nader in op de gegevens die zij van het CBS gebruiken en wat zij er mee doen. Tot slot onze korte rubriekjes met allerlei wetenswaardigheden over gezondheid, sport, culinair, IT en actuele zaken, allemaal gebaseerd op CBS-cijfers.
Druk: Tuijtel, HardinxveldGiessendam.
Veel leesplezier. Hebt u suggesties? Laat het mij weten.
Reacties op het blad zijn welkom via e-mail:
[email protected].
Gosse van der Veen, Directeur-Generaal
3
Aan dit nummer werkten mee... Miriam van der Sangen (1958) studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Daarna volgde zij diverse opleidingen op het gebied van management en journalistiek. Begin jaren tachtig trad zij in dienst van het CBS, waar zij verschillende functies bekleedde. De afgelopen 15 jaar werkte zij bij de sector Communicatie.
Masja de Ree (1973) studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Ze was docent Nederlands en alfabetisering en werkt sinds 2003 als zelfstandig bedrijfsjournalist en eindredacteur voor opdrachtgevers bij de overheid en in de gezondheidszorg.
Annemieke Bos (1966) volgde de opleiding Voorlichtingskunde aan de Haagse Hogeschool. Zij werkte vijf jaar als voorlichter bij de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf (tegenwoordig Fundeon) en daarnaast als freelance journaliste voor de Delftsche en Westlandsche Courant. Sinds 1995 is ze actief als freelance tekstschrijver/redacteur.
Jaap van Sandijk (1960) studeerde aan de Pedagogische Academie, maar koos na de afronding daarvan voor de journalistiek. Na ervaring te hebben opgedaan bij de regionale radio en het Leidsch Dagblad vestigde hij zich als freelance journalist. Hij schrijft voor diverse vakbladen, waaronder Adformatie, Salesmanagement en Twinkle.
4
01 12 Het relatiemagazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek
Interview met Jan Meerman, voorzitter CBW-Mitex
10
In gesprek met Arabiste Petra Stienen
20
Rol statistieken bij oordeel over Russische verkiezingen
30
Inhoud
Wout Ultee: Sociologisch onderzoek naar een hoger plan
18
kort gezond 6–7 Leo van Wissen: ’Historisch materiaal levert kennis op voor vandaag‘ 8–9 Interview met Jan Meerman 10–15 kort IT 16–17 Wout Ultee: ’Sociologisch onderzoek naar een hoger plan‘ 18–19 In gesprek met Arabiste Petra Stienen 20–25 kort sport 26–27 Jeroen Rijlaarsdam: ’Alle feiten op een rij in een leuk jasje‘ 28–29 Rol statistieken bij oordeel over Russische verkiezingen 30–35 kort reizen 36–37 Servicepunt biedt heldere blik op Europese statistiek 38–43 kort actueel 44–45 CBS-prijs voor journaliste van Het Financieele Dagblad 46–51 kort culinair 52–53 Belangrijke rol voor het CBS op de Floriade 54–58 Recente publicaties 59 Op een doorsneedag 60
Servicepunt biedt heldere blik op Europese Statistiek
38
5
kort gezond Aantal rokers daalt naar
22,6 procent
Het aantal dagelijkse rokers in Nederland daalt. In 2009 bedroeg het aandeel rokers 22,6 procent, terwijl dit aandeel in 1999 nog op 27,8 procent stond. Ons land is hiermee niet bijzonder: op Griekenland en Tsjechië na is in ieder OESO-land het percentage dagelijkse rokers gedaald. De Denen spannen de kroon met een daling van maar liefst 40 procent. (Bron: OESO, CBS).
Pensioenleeftijd werknemers ruim
63 jaar
Met zijn allen werken we steeds langer door. De gemiddelde leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan, is in 2011 gestegen tot ruim 63 jaar. Als gevolg van wetswijzigingen en regelgeving zit de pensioenleeftijd sinds 2007 flink in de lift. Daarvoor, tussen 2000 en 2007, bleef de gemiddelde pensioenleeftijd steeds hangen op 61. (Bron: CBS).
30 procent van verpleegkundigen is 50-plusser Wie hulp nodig heeft van een verpleegkundige heeft steeds meer kans dat hij te maken krijgt met een zorgverlener van 50 jaar of ouder. De groep verpleegkundigen die werkt in de zorg is namelijk aanzienlijk aan het verouderen. Het aandeel 50-plussers onder verpleegkundigen nam toe van 14 procent in 1999 tot 30 procent in 2008. Dat betekent dat er in de toekomst hard moet worden gewerkt aan instroom van nieuwe verpleegkundigen. (Bron: CBS).
6
kort gezond
12 procent heeft obesitas 12 procent van de inwoners van Nederland heeft obesitas. Bij mensen met obesitas is geen sprake van een kilootje te veel, maar van ernstig overgewicht. Het gaat hier namelijk om personen van 20 jaar of ouder die een Body Mass Index (BMI) hebben van 30 of meer. Het percentage (afkomstig uit 2009) is een verdubbeling ten opzichte van 20 jaar daarvoor, toen nog 6 procent van de inwoners obesitas had. Nederland doet het nog niet zo slecht ten opzichte van het gemiddelde van de OESO-landen: daar is het percentage in 20 jaar bijna verdubbeld tot 17 procent. De meeste zwaarlijvigen zijn te vinden in het Verenigd Koninkrijk (23 procent) en de Verenigde Staten (daar heeft ruim 1 op de 3 inwoners ernstig overgewicht). De landen met de laagste percentages zijn Japan en Zuid-Korea. (Bron: OESO, CBS).
7
aan het woord...
Prof. dr. LEO VAN WISSEN is directeur van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Dit instituut doet onderzoek naar bevolkingsvraagstukken. De kennis en informatie uit de onderzoeken stelt het beschikbaar aan gebruikers in wetenschap, beleid en de samenleving. Regelmatig wordt samengewerkt met het CBS en vrijwel dagelijks raadpleegt men de CBS-databases.
8
‘Historisch materiaal levert kennis op voor vandaag’ In de jaren zeventig waren het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en het CBS een tijdlang samen in een kantoorpand in Voorburg gehuisvest. Inmiddels is dat veranderd, maar de band is blijven bestaan. Regelmatig werken beide instituten samen aan onderzoeken en wisselen ze medewerkers uit.
H
et NIDI doet onderzoek naar bevolkingsvraagstukken en geeft daar ook voorlichting over. ‘Denk aan thema’s als vergrijzing, prognoses en migratie’, vertelt directeur Leo van Wissen. ‘Samen met het CBS doen we onderzoek naar retourmigratie: wanneer en onder welke omstandigheden keren migranten terug naar hun land van herkomst? We doen bovendien onderzoek naar alle levensfasen waarin belangrijke demografische beslissingen genomen moeten worden, zoals de fase tussen adolescentie en volwassenheid, gezinsvorming, pensionering.’ Naast demografen werken ook economen, geografen en socio logen mee aan de onderzoeken van het NIDI. ‘Door ook andere disciplines erbij te betrekken ontstaat er een combinatie van perspectieven. De synergie tussen de verschillende manieren van den-
ken, dat is de kracht van het NIDI.’ Veelvuldig maken de onderzoekers gebruik van CBSmateriaal. ‘We raadplegen vrijwel dagelijks de sociaal statis tische bestanden via StatLine. Het is ook geweldig dat we kunnen werken met microgegevens. Daar heeft het CBS grote stappen in genomen. We werken nauw samen met het CBS om gegevens die niet in de standaarddatabase zitten toch boven tafel te krijgen. Dat kan bijvoorbeeld door bestanden te koppelen. Zo probehalen welke ren we te achter effecten de hongerwinter heeft op de g ezondheid van de mensen later in hun leven. Onderzoek
Politici hebben vaak geen idee hoeveel werk het is
doen naar de gezondheid van ouderen is een belangrijk onderzoeksterrein met de vergrijzing van de samenleving. Historisch materiaal kan daarbij helpen, het levert kennis op voor vandaag. Het werk van het CBS is daarbij ongelooflijk belangrijk. Daarop bezuinigen is dodelijk, daar moeten we als onderzoekers mistegen neschien meer stelling men. Politici hebben vaak geen idee hoeveel werk het is.’ Van Wissen vindt het intrigerend om te zien dat er veel simheden zijn. ‘De pele wetmatig demografische regelmatigheid is soms opzienbarend. Neem bijvoorbeeld de levensverwachting van mensen. Op wereldniveau is deze sinds 1850 iedere tien jaar met steeds twee jaar toegenomen. De grafiek laat een griezelig rechte lijn zien! Dat zijn mooie dingen.’ Annemieke Bos
9
relaties
Jan Meerman is voorzitter van CBW-Mitex en vicevoorzitter van MKBNederland
10
‘De politiek doet nauwelijks moeite de ondernemer te begrijpen’ Interview met bestuurder Jan Meerman
Jan Meerman (1959) is voorzitter van CBW-Mitex, de brancheorganisatie voor ondernemers in de
woon-, mode-, schoenenen sportartikelenbranche. Daarnaast is hij vice-voorzitter van MKB-Nederland, met de detailhandel in zijn portefeuille. Hij maakt zich in deze economisch woelige tijden sterk voor de belangen van de MKB-detaillist. Een gesprek met een optimistisch man over grote zorgen, maar ook over kansen voor ondernemers.
sportartikelenbranche. Bij elkaar zijn ze goed voor 25 miljard omzet per jaar, gerealiseerd in circa 17 000 winkels in Nederland. De brancheorganiondersteunt hen met individueel advies, satie hulp bij cao-onderhandelingen, marktonderzoek en de CBW-erkennings regeling. Bovendien ver tegenwoordigt de vereniging de ondernemers in Den Haag en Brussel. De ondersteuning is geen overbodige luxe, want er wordt nogal wat gevraagd van de ondernemer van tegenwoordig. ‘De hedendaagse detaillist moet van vele markten thuis zijn’, stelt de voorzitter. ‘Personeelszaken, strategie, ict, social media. B ovenal moet hij op en top zijn markt én zijn klanten kennen. Het betekent dat hij 24 uur per dag met z’n onderneming bezig moet zijn. Hij moet vooral ook investeren in zijn personeel. De medewerkers in de winkel maken het verschil. Zij moeten alles doen om de klant te behagen. De klant van vandaag wordt betiteld als grillig en moeilijk te grijpen, dus dat is best lastig. Hij verwacht ook het nodige: winkels moeten als het ware kroegen zijn waar de klant graag komt, waar hij iets beleeft. Ondernemers die daarin s lagen, bewijzen dat dat werkt. Dat is soms ingewikkeld, zeker in deze lastige tijden. Wij bieden prikkels, inspiratie, voorbeelden, opleiding en coaching om dat voor elkaar te krijgen.’
Na een gesprek over het belang van ‘het juiste pak’ voor een eerste fotosessie, beginnen we met de vraag welke meerwaarde de dubbelfunctie van Meerman biedt nu hij zowel voorzitter is van CBW-Mitex als vice-voorzitter van MKB-Nederland. ‘Als brancheorganisatie heeft CBW-Mitex een club als MKB-Nederland nodig om echt invloed uit te oefenen in Den Haag’, legt Meerman uit. ‘CBW-Mitex is met 7 000 leden een behoorlijke vereniging, maar toch te klein om in politiek Den Haag iets te betekenen. Een ander voordeel is dat we met MKB-Nederland een enorm netwerk naar ons toehalen van mensen uit de belangen behartigingswereld, maar ook collega’s uit andere Winkelcriminaliteit branches. Tot slot biedt MKB-Nederland ons func- CBW-Mitex is volgens Meerman een allesbehalve tionele voordelen als het gaat om de dienstver traditionele brancheorganisatie. ‘Ondernemerlening aan onze leden. Ze hebben bijvoorbeeld schap is de rode draad. Bij alles wat we doen, een goed werkende servicedesk bedenken we: wat heeft de waar onze leden gebruik van ondernemer eraan? In ons kunnen maken.’ bestuur zitten acht rasonder De omzetgegevens nemers. Zij brengen een behoorzijn eigenlijk al De hedendaagse ondernemer lijke dosis ondernemerschap in. De 7 000 aangesloten leden van Soms gaat het er emotioneel aan tien jaar CBW-Mitex zijn actief in de toe en wat kort door de bocht, niet goed woon-, mode- , schoenen- en maar het is onze taak om dat te
11
We kunnen niet genoeg benadrukken hoe vervelend winkelcriminaliteit is. Vooral de niet-materiële schade moet veel meer aandacht krijgen.
vertalen naar onze eigen activiteiten Laat een goed geloof ik niets van. Ik hoor elke en naar Den Haag. Daar treffen we week andere dingen van onder evenwicht allesbehalve ondernemerschap. De nemers. Ik ben de laatste die zegt dat politiek doet nauwelijks moeite om de ontstaan tussen iedere ondernemer krediet moet ondernemer te begrijpen.’ De ervarinkrijgen. Maar nu is elke vorm van praktijk en gen met de falende politiek kan Meertwijfel aanleiding voor de bank om man illustreren aan de hand van een niet te financieren. Een jaar omzetwetenschap hot item in de detailhandel: winkel daling bijvoorbeeld, of een verliescriminaliteit. ‘We kunnen niet genoeg jaar na vijf jaar winst, of teveel voorbenadrukken hoe vervelend dat is. De raad. De ratio’s waarop ondernemers materiële schade is nog het minst erg. De niet- worden beoordeeld, zijn bovendien strenger materiële schade moet veel meer aandacht krijgen. geworden. Wat ik daar heel schadelijk aan vind, is De detailhandel doet er alles aan om winkeldief- dat de accountmanager van de bank zich erachter stallen en -overvallen te voorkomen. Denk aan verschuilt. De rekenmeesters beslissen, en dat zijn preventiemaatregelen zoals poortjes, camera’s, arti- geen ondernemers. Tot slot worden de eisen bij kelbeveiliging, enzovoorts. Dat loopt echt in de financiering zó hoog opgeschroefd dat het elke miljarden. Daarnaast doen we ook veel aan training motivatie bij de ondernemer ontneemt; onredelijke van medewerkers, slachtofferhulp en nazorg. En rentepercentages, strenge aflossingsvoorwaarden dan overkomt het je als ondernemer en dan heb je etc. Serieuze starters lopen tegen hetzelfde proellende: medewerkers komen in de ziektewet of bleem aan. Begrijp me goed: vier van de vijf starters zelfs in de WIA (voorheen WAO, redactie). Terwijl de moeten er helemaal niet aan beginnen. Die hebben ondernemer aangifte aan het doen is, staat de dader een slecht plan, niet goed nagedacht, zijn onvolalweer op straat! We hebben niet het idee dat de doende voorbereid en weten niet genoeg van de politiek er alles aan doet. We voelen ons in de steek branche. Dat is risicofactor maal drie! Wij willen gelaten. Het is een maatschappelijk probleem dat hen helpen. Eigenlijk moet elke starter die zich bij bij ons op het bord wordt gegooid. De pakkans de Kamer van Koophandel meldt, automatisch moet omhoog, die zit nog steeds onder de 30 pro- worden doorverwezen naar de brancheorganisatie. cent. De kans dat de dader er zonder straf vanaf Nog even terugkomend op de kredietverlening: je ovendien te hoog. En als het tot een ver- hebt als ondernemer echt een goede adviseur nodig komt, is b oordeling komt, is de strafmaat een bron van frus- die helpt voorbereiden, die meegaat op gesprek. tratie. Dat gaat wel de goede kant op, maar mag CBW-Mitex kan dit ook doen. Dat verhoogt de nog wel een graadje meer. Kortom: er is nog veel te slagingskans. Naast de slechte economische situatie doen. Zo’n publiekscampagne als in Rotterdam, en het lage consumentenvertrouwen is de daar werken we dan ook graag aan mee. Hoe meer haperende kredietverlening een van onze grootste aandacht voor dit onderwerp, hoe beter.’ zorgen. De banken lijken er nauwelijks op aanspreekbaar. We hebben contacten met de grote Kredietverlening drie, op directieniveau. Men erkent Niet alleen de politiek vormt een bron het wel, maar het daalt totaal niet af van frustratie. Ook de banken maken in de organisatie.” De banken het de ondernemer met uitbreidingsof startersplannen lastig. Meerman Retail 2020 leggen het veert op. ‘Het is ronduit ernstig hoe Het Nederlandse midden- en klein investerings- bedrijf krijgt de komende jaren met het eraan toe gaat in de kredietver lening. De banken leggen het investeingrijpende veranderingen te maken. klimaat plat ringsklimaat plat momenteel. Het Zo is becijferd dat het aantal zelfstanverhaal dat dat niet waar is, daar momenteel dige ondernemers de komende jaren
12
13
Minstens 30 procent van de meters winkeloppervlak moet verdwijnen
met 30 tot 50 procent zal afnemen door de ver grijzing. Daarnaast verandert het gedrag van de consument en speelt internet een steeds belangrijkere rol. Bij CBW-Mitex en MKB-Nederland is men zich er terdege van bewust dat de ondernemer hierop moet anticiperen. ‘We hebben alle trends in kaart gebracht in het rapport ‘Retail 2020’, legt Meerman uit. ‘En wat blijkt? De voorspellingen komen tot op heden uit en veel sneller dan gedacht. De consument is leading. Die gebruikt internet steeds meer als oriëntatiebron en deels ook om te kopen. Uitsluitend kopen via internet gaat niet het succes worden dat wel wordt voorspeld. Ik denk dat 95 procent van de webwinkels niet winstgevend is. Wij adviseren ondernemers dan ook om te zorgen voor een goede website én een fysieke winkel. Een goede site genereert extra klanten in de winkel. En daarnaast geldt zoals ik al eerder zei: ken je klant. De consument verandert. Die communiceert via social media, is kritisch op de herkomst van producten, zeer goed geïnformeerd en wil ‘beleving’. Speel daar op in.’ Een andere - zorgwekkende - ontwikkeling is het teveel aan winkels. ‘Er zijn teveel slecht lopende winkels op beroerde locaties’, meent Meerman. ‘En tegelijkertijd hebben veel gemeenten uitbreidingsplannen! Dat wordt alleen maar meer van hetzelfde, met alle risico’s van leegstand. Begrijp me goed: wij zijn niet tegen nieuw, maar doe het dan daar waar het de bestaande detailhandel in de centra versterkt. En zeker niet in krimpregio’s. Het CBS heeft daar heel heldere cijfers over. Ik denk dat minstens 30 procent van de meters winkeloppervlak moet verdwijnen. Daar ligt echt een taak voor de overheid.’ Omzetcijfers Meerman is een optimistisch mens. Toch moet hij met lede ogen aanzien dat de omzetontwikkeling van de detaillisten in de non-food al een aantal jaren onder de maat blijft. Zelfs in tijden van economische groei wisten de mode- en woon winkels niet te profiteren. ‘De omzetcijfers zijn eigenlijk al tien jaar niet goed’, bekent de voorzitter. ‘We houden niet eens de inflatie bij. In de woonbranche gaat het nog slechter dan in de kledingbranche. Hoe dat komt? Daar ligt een scala
14
aan oorzaken aan ten grondslag: het consumentenvertrouwen, de crisis, de opkomst van o nline aan kopen. En laten we ook de hand in eigen boezem steken: gebrek aan innovatie. Noch in producten, noch in techniek zie je vernieuwing.’ Meerman blijft desondanks optimistisch: ‘In tijden van crisis neemt de creativiteit toe en wij helpen de ondernemers waar we kunnen.’ Daarbij maakt de organisatie veelvuldig gebruik van CBS-gegevens, bijvoorbeeld de data die de branchemonitor biedt. Deze monitor is ontwikkeld in samenspraak met MKB-Nederland en VNO/NCW en biedt statistische informatie per bedrijfstak en per bedrijfsgrootte over omzet, financiële kengetallen, economische betekenis en een benchmark. Meerman is zeer te spreken over dit instrument: ‘Ik zou tegen het CBS willen zeggen: blijf ermee doorgaan, maak het nog beter. Verfijn het nog verder zodat aken in je je als ondernemer vergelijkingen kunt m eigen segment én dan misschien ook nog per regio. Zorg daarnaast dat de ondernemer maar één keer gegevens hoeft in te voeren, maak het nog meer custom-made.’ Meerman mist bij de cijfers doorgaans nog een toelichting. ‘Ik denk dat een interpretatie erbij de cijfers doet leven. Er zou een denktank van experts uit diverse branches geformeerd kunnen worden die commentaar geven op de cijfers.’ Beter communiceren Meerman heeft nog een advies voor het CBS: ‘Koppel meer terug naar de ondernemer. Maak duidelijk waarom hij de enquêtes moet invullen, wat je met de gegevens doet. De administratieve lastendruk is wel verminderd, maar ondernemers beleven dat nog niet zo. Het CBS is op de goede weg met het verlagen van de administratieve lastendruk, maar het kan nog beter. Daarvoor is een andere manier van denken nodig. Meer vanuit de gebruiker. Je kunt ook betrouwbaar en degelijk zijn zonder te overdrijven.’ Het streven naar betrouwbaarheid gaat vaak ten koste van de snelheid vindt Meerman: ‘Als het CBS de snelheid kan bevorderen, kan het enorm scoren.’ Annemieke Bos
15
kort IT
2
Prijzen softwareconsultancy ruim procent lager De prijzen van softwareconsultancy staan onder druk. In het tweede kwartaal van 2011 lagen de prijzen in deze bedrijfstak ruim 2 procent lager dan een jaar eerder. Hoewel de omzet in dat kwartaal wel steeg, kon dit aan het begin van het derde kwartaal de sombere stemming onder ondernemers in de softwarebranche niet wegnemen. De ondernemers verwachten voor het derde kwartaal een verdere daling van de tarieven die zij hun klanten in rekening brengen. (Bron: CBS).
6 op de 10 ouderen online Het aantal ouderen dat actief is op internet groeit flink. In 2011 maakten zes op de tien 65- tot 75-jarigen in Nederland gebruik van het wereldwijde web. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2005, toen nog ruim drie op de tien ouderen online actief waren. Wat ze online doen? In elk geval niet chatten of gamen. Ouderen gebruiken internet het meest voor het versturen of ontvangen van e-mails en het zoeken van informatie over goederen of diensten. Ook internetbankieren en het lezen of downloaden van kranten of nieuwsbrieven zijn favoriete activiteiten. (Bron: CBS, Eurostat).
93 procent internetters koopt bij Nederlands bedrijf of persoon Het is een wereldwijd web, maar als het gaat om het kopen van spullen blijven Nederlandse internetters toch vooral in eigen land. 93 procent van de frequente e-shoppers koopt online bij Nederlandse bedrijven of personen. 72 procent koopt uitsluitend nieuwe goederen; 4 procent koopt alleen tweedehands goederen. Bijna een kwart koopt zowel gebruikte als nieuwe goederen. 1 op de 5 internetters koopt online wel eens iets in een ander EU-land en 1 op de 10 doet dat in andere delen van de wereld. (Bron: CBS).
16
kort IT
53 procent internetgebruikers actief op Hyves, Facebook of Twitter In 2011 gaf 53 procent van de internetgebruikers aan dat ze actief waren geweest op sociale netwerken zoals Hyves, Facebook of Twitter. Vooral jongeren tot 25 jaar maken hier veel gebruik van (88 procent). Daarnaast is één op de vijf internetgebruikers actief op de netwerksite LinkedIn, die meer op de zakelijke contacten gericht is. Bijna 80 procent van de internetgebruikers heeft in 2011 goederen gekocht via internet. Het aandeel e-shoppers ligt daarmee iets hoger dan een jaar eerder. De toename is de laatste twee jaren echter minder groot dan gemiddeld sinds 2002. (Bron: CBS).
17
aan het woord...
Prof. dr. WOUT ULTEE begon in 1986 als hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Nijmegen. Het vakgebied stond er toen niet zo goed voor. In de loop der jaren verbeterde dat, onder andere dankzij de inspanningen van Ultee voor het doen van origineel onderzoek. De cijfers van het CBS zijn daarbij van grote waarde.
18
Sociologisch onderzoek naar een hoger plan Hoogleraar sociologie Wout Ultee gaf eind vorig jaar zijn laatste college. Vijfentwintig jaar was hij verbonden aan de Universiteit van Nijmegen. In die periode voerde hij een aantal omvangrijke en langlopende onderzoeksprojecten uit.
‘W
e zijn heel ver g ekomen’, stelt Ultee terugblikkend vast. ‘Dat is mede te danken aan het CBS.’ Hij onderzocht relaties tussen opleiding, werk, trouwen en geloof. ‘Vanaf 1983 heb ik het beroepsprestige o nderzoek gedaan. Daarbij brachten we over een langere periode de loopbaan van mensen in kaart. Wat voor banen kozen zij en voor hoe lang? We betrokken er ook geloof en opvoeding bij. Op welk moment vielen de o ndervraagden van hun geloof? Dat blijkt veelal te gebeuren op het moment dat men het ouderlijk huis verlaat.’ Ultee ontdekte dat het eerste beroep sterk bepalend is voor de rest van iemands loopbaan. ‘Een goed begin versterkt het verloop van je carrière. Ook het beroep en de opleiding van je vader speelt een belangrijke rol.’ Voor de onderzoeken raadpleegde Ultee veelvuldig de CBS-statis
tieken zoals de Arbeidskrachtentelling en de Enquête Beroepsbevolking. ‘We hebben zelfs de volkstelling van 1960 aan de praat gekregen. Dankzij de toegang tot de oorspronkelijke bestanden konden we verban den aantonen tussen opleiding en beroepsniveaus, man/vrouw, burgerlijke staat, kinderen enzovoorts. Tegenwoordig kan het CBS steeds meer bestanden koppelen en bijvoorbeeld onderzoeken of het geloof invloed heeft op iemands inkomen of andersom.’ Het meest boeiend vindt Ultee de CBS-enquête die inzicht geeft in het trouwgedrag van mensen: ‘Wie trouwt met wie, kijkend naar opleiding of naar geloof? En dat dan over
Met de cijfers in je hand kun je een discussie voeren op feiten
een lange periode gezien. Is het ‘soort zoekt soort’? Dat blijkt inderdaad het geval, ondanks de secularisatie.’ Ultee zal zich ook nu hij is gepensioneerd nog blijven b emoeien met de sociologie. Via pleidooien tijdens congressen bijvoorbeeld. Zo’n pleidooi kan zijn wens om meer langetermijnvragen te stellen tot onderwerp hebben. ‘Vraag niet wat er veranderd is in een perikorter dan vijf jaar. Echte ode veranderingen zie je pas op de langere termijn. Voor dat soort onderzoeken heb je het CBS nodig. We kunnen nog veel verder komen. Dan zou het wel prettig zijn als de gegevens van het CBS nog iets beter beschikbaar w erden. Daarmee bedoel ik dat ze wat minder streng zouden kunnen zijn met hun privacy regels, vooral als het om oudere informatie of om plaatselijke gegevens gaat.’ Annemieke Bos
19
In gesprek met…
Petra Stienen is Arabiste. Als diplomaat was zij werkzaam in Egypte en Syrië. Thans is zij publiciste en zelfstandig adviseur. Zij schrijft onder andere voor NRC Handelsblad en De Volkskrant
20
In gesprek met Arabiste Petra Stienen
‘Egypte haalt het beste uit mij naar boven’
Petra Stienen (1965) studeerde Arabisch en Midden-Oostenstudies.
Ze werkte bijna tien jaar bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, woonde en werkte als diplomaat in Egypte en Syrië. Thans is zij publiciste en zelfstandig adviseur. Ze schrijft onder andere voor NRC Handelsblad, De Volkskrant en Opzij en treedt regelmatig op als commentator in radioen televisieprogramma’s.
gaat kijken. Altijd als iemand een mening of analyse heeft, ben ik benieuwd naar de andere kant van het verhaal. Ik wil dat verhaal of die mening dan niet ontkrachten, maar ik denk dat het goed is om onder de steen te kijken. Na uw studie kwam u via allerlei omzwervingen als diplomaat terecht bij Buitenlandse Zaken. Uw eerste post was in Egypte. Dat land voelt als mijn tweede vaderland, zei u laatst in een tv-programma. Hoe kwam dat? Op mijn tweeëntwintigste ben ik als reisleidster in Egypte gaan werken. Al na één dag had ik het gevoel alsof ik er al heel vaak was geweest. Egypte haalt het beste uit mij naar boven. Het is een heel heftig land met ongelooflijk veel intensiteit en diversiteit in de goede zin van het woord. Er zijn heel veel verschillende soorten mensen. Wij zien zulke landen en denken: moslimbroeders, dictatuur, mensen zijn gemuilkorfd. Dat is allemaal waar, maar ik zag ook iets anders. Ik zag levenslust, daadkracht, de enorme veerkracht van mensen. Voor mij is verscheidenheid iets waar kracht in zit en niet een probleem. Dat heb ik echt wel van dat land geleerd. Verder hebben veel belangrijke momenten in mijn leven zich afgespeeld in dat land, ik ben er volwassen geworden, mijn dochter is er geboren en ik heb er nog steeds veel vrienden.
Wat waren uw drijfveren om Arabisch en MiddenOostenstudies te gaan studeren? Nieuwsgierigheid! Ik was 16 of 17 indertijd. Voor geschiedenis moest ik een werkstuk schrijven, maar ik had het niet op tijd af. Een vriendje van me zei: ‘Je kunt dat van mij wel overschrijven.’ Zijn werkstuk ging over de Islam. Ik las het en het raakte iets bij mij en ik heb uiteindelijk het werkstuk zelf geschreven. Ik was altijd al erg geïnteresseerd in hoe mensen met religie omgaan, want ik kom zelf uit het katholieke zuiden. Dat fascineerde mij. Die studie heeft mij ongelooflijk veel gebracht, wel heb ik me meer op de taal dan religie geconcentreerd. De taal was voor mij de sleutel tot een andere wereld, een andere cultuur. Dat heb ik nog steeds; taal is voor mij een heel belangEgypte is een heel rijke sleutel voor ontmoeting. Ik ben eigenlijk iemand die heel heftig land met erg op zoek gaat naar iets wat ongelooflijk veel anders is. Dus niet ernaast kijken, anders kijken. Dat heeft intensiteit en de studie Arabisch mij in elk gediversiteit in de val gebracht. Het is letterlijk een ander perspectief. Je moet goede zin van het immers van rechts naar links lezen! Waardoor je ook anders woord
Als we nu kijken naar het vertrek van Mubarak, ongeveer een jaar geleden, en naar de situatie van dit moment. Egypte staat er niet zo rooskleurig voor – er waren allerlei verwachtingen op allerlei fronten. Wat moet er volgens u gebeuren om de gewenste politieke, sociale en economische hervormingen te verwezenlijken? En hoe kan het Westen daarbij helpen? Het ging heel slecht met Egypte onder Mubarak. Toen hij aan de
21
Egypte is een ander pad ingeslagen, er is geen ontsnappen meer aan
macht was, was er ogenschijnlijk economische groei, maar dat verdween allemaal in de zakken van zijn familie en vrienden. Er was ook grote armoede. Ik geloof dat 40 procent van de bevolking leeft van een bedrag van minder dan 2 dollar per dag. Er is heel veel geweld in de samenleving, op allerlei niveaus: tegen vrouwen, maar ook tegen mannen. Er zijn veel mensenrechtenschendingen. Tijdens de Arabische Lente hebben die mensen gevraagd om iets waar wij in het westen volgens mij nog steeds niet goed naar luisteren. Het ging over waardigheid. Hun slogan was: brood, vrijheid en sociale rechtvaardigheid. Hoe krijg je brood? Door goede banen. Hoe krijg je waardigheid? Door als burger te worden behandeld en niet als onderdaan. Hoe krijg je sociale rechtvaardigheid? Door het kapitaal van de staat, of dat nu grondstoffen of inkomsten uit toerisme zijn, niet bij een kleine groep terecht te laten komen. Er moet iets economisch gebeuren; er moeten banen geschapen worden. Het ontwikkelingsfonds van de Verenigde Naties heeft uitge rekend dat er tot 2020 zo’n 50 miljoen banen bij moeten komen in de Midden-Oostenregio om jongeren aan werk te helpen. Dat betekent dus dat je innovatiekracht nodig hebt, creativiteit. Egyptenaren zijn ook zeer creatief. Maar door de combinatie van dictatuur en heel slecht onderwijs staat het onafhankelijk nadenken niet voorop. Daarom is nu een mentaliteitsverandering nodig! De uitgangspositie is niet gunstig, maar de mensen kunnen vanuit hun eigen kracht de situatie wel keren. Het volk, de ‘gewone’ man, komt steeds verder af te staan van de protesterende mensen op het Tahrirplein in Caïro die allerlei veranderingen willen in de samenleving. De gewone man ziet dat het toerisme tot stilstand is gekomen. Hij ziet zijn inkomen achteruit gaan, zijn bestaansmiddelen wegvallen. Heeft de roep om verandering zonder deze grote groep dan nog wel kans van slagen? In Egypte heb je de staatstelevisie, die het verhaal de wereld in heeft gebracht dat de ellendige toestand in het land te wijten is aan de jongens en meisjes op dat plein. Dat is niet waar, want het ging al heel slecht in Egypte en het gaat nu op
22
sommige punten nog slechter. De verantwoordelijkheid ligt op het moment bij de regering en de zakelijke elite. De Arabische Lente ging over brood, vrijheid en sociale rechtvaardigheid. Daar zie ik nog steeds wel kansen. Het zal lange tijd duren, maar mensen laten zich niet meer op hun kop zitten. Het speelt op heel veel verschillende niveaus, in gezinnen, fabrieken, etc. Er is een soort mondigheid onder de mensen gekomen; ze gaan plotseling staken voor meer loon! Egypte is een ander pad ingeslagen. Er is geen ontsnappen meer aan. De muur van angst is doorbroken. Mensen zijn bereid om op leven en dood te vechten voor een nieuwe maatschappij. Als je naar de rol van de social media kijkt, denkt u dan dat de Arabische Lente er niet geweest zou zijn zonder de social media? Dat is slechts gedeeltelijk waar. In de Arabische wereld is de helft van de bevolking per definitie heel jong, waarbij ruim 50 procent onder de 25 jaar is. Maar er stonden ook heel veel mensen op de pleinen en in de straten van 40, 50 en 60 jaar. Die waren al tientallen jaren bezig met vertrouwen, mensenrechten, sociale rechten. In de vakbond, in de media. Dat vind ik onderbelicht. Het is niet onverwacht wat er nu gebeurt. Elk historisch moment heeft zijn eigen dynamiek. Zo ook de social m edia. Voor mij is Twitter een heel goede bron om snel informatie te krijgen over wat er ter plekke gebeurt. Het was de televisie – vooral de satellietzenders – die heeft uitvergroot wat er op de straten en pleinen is gebeurd. Die heeft in Egypte een belangrijke rol gespeeld. De klassieke media hebben de social media zoals facebook en twitter gebruikt als informatiebronnen. Volgens mij hebben in Egypte zo'n 20 miljoen mensen toegang tot internet. Het schijnt dat er van die 20 miljoen maar iets van 4 of 5 procent sociale media gebruikt. Dat is heel weinig. Heel veel mensen hebben een mobiele telefoon, die dichtheid is bijna één op één. SMS heeft wél een heel grote rol gespeeld! Mensen hebben elkaar via SMS op de hoogte gehouden. Interessant is dat het regime van Mubarak in de eerste dagen van de Arabische Lente het internet en het mobiele telefoonnetwerk heeft afgesloten. Mensen die ik ken zeggen
Opiniemakers, politici en journalisten beïnvloeden de gedachtevorming in de samenleving. Ze beroepen zich in het algemeen op grondige feitenkennis. Maar is dat wel altijd het geval? Het CBS wil iedereen van informatie voorzien, want alleen als je de cijfers kent, kan een debat op de juiste gronden worden gevoerd. Bovendien heeft eenieder daarmee een gelijk startpunt. In deze rubriek praat Miriam van der Sangen met prominente vrouwen uit onze samenleving. In de vorige nummers vonden gesprekken plaats met Cisca Dresselhuys, Samira Bouchibti, Rita Verdonk, Agnes Jongerius, Joan Ferrier, Mirjam Sterk, Isa Baud, Inez Weski, Annemarie Jorritsma, Liesbeth van der Pol, Karla Peijs, Jeltje van Nieuwenhoven, Joanne Kellermann en Liesbeth Zegveld. In deze uitgave wordt Petra Stienen geïnterviewd.
23
Er zijn duizend en één waarheden in het Midden-Oosten
dat dit de grootste fout was, want toen moest iedereen wel naar buiten! U bent ook diplomaat in Syrië geweest. Ook daar gaan mensen de straat op om te protesteren tegen het regime, maar de zaken pakken daar totaal anders uit. Syrië is Syrië, en Egypte is Egypte. Elk land heeft zijn eigen dynamiek. Egypte is een ogenschijnlijk heel homogeen land waar onderhuids ook veel spanningen zijn. Maar Syrië bevindt zich veel meer op de kruispunten van regionale conflicten en spanningen. Dat is de hele geschiedenis al zo. Het komt door de ligging; Syrië ligt ergens anders, het heeft geopolitiek gezien een andere rol, de s amenstelling van de bevolking is totaal anders. Je hebt daar veel meer religieuze en etnische m inderheden. In Syrië kent men 40 jaar een keiharde dictatuur. In de Arabische Lente is ook daar de muur van angst doorbroken. Die mensen zijn daar al sinds 15 maart vorig jaar aan het demonstreren. Ongelooflijk! Dat is enorm moedig! Daarom gaan mensen door met protes teren. De internationale gemeenschap kijkt ernaar en heeft sancties opgelegd. Voor mij is de les dat het Westen moet ophouden te accepteren dat stabiliteit tegenover respect voor mensenrechten staat, of stabiliteit tegenover democratisering. Je kunt geen echte stabiliteit hebben, met echte economische groei, zonder dat de bevolking zich als burger gezien voelt.
Handel van Nederland met Egypte en Syrië beperkt De invoer uit Egypte had in 2010 een waarde van 266 miljoen euro en de uitvoer bedroeg 1,1 miljard euro. Fruit en aardolieproducten zijn de belangrijkste importproducten. Nederland exporteert vooral voeding, chemie en machines naar Egypte. Uit Syrië werd in 2010 voor 294 miljoen euro aan goederen ingevoerd. Dit is voornamelijk ruwe aardolie. De Nederlandse uitvoer naar Syrië had een waarde van 221 miljoen euro. Hier zijn voeding en aardolieproducten de belangrijkste exportproducten. (Bron: CBS).
Wat vindt u van de berichtgeving in de Nederlandse media over de huidige gebeurtenissen in de Arabische wereld? Ik ben blij dat er heel veel meer berichtgeving is en dat er journalisten zijn die ten minste proberen om ook andere verhalen te vertellen en niet dat geijkte beeld van mannen die bidden, vrouwen met hoofddoeken, arme wijken, stenen gooiende jongeren en huilende moeders. Er zijn duizend en één waarheden in het Midden-Oosten. Wat ik onderbelicht vind is de enorme creativiteit. In Syrië, in Egypte, brengt kunst en cultuur mensen bij elkaar. Er is een grappige vingerpoppenserie over een dictator, op YouTube. In Egypte is graffiti echt kunst geworden: prachtige sjablonen op de muur waardoor gewone b urgers denken: héé, er is hier iets aan de hand. Filmmakers zijn bezig met sociaal-economische onderwerpen. In 2008 hebt u het boek geschreven ‘Dromen van een Arabische Lente.’ In hoeverre hebt u toen kunnen voorzien wat er vorig jaar is begonnen en wat er nu nog gaande is? Op de achterflap van mijn boek staat iets heel belangrijks: stemmen over de hoop op verandering. Ik heb toen gevoeld dat mensen echt hoopten dat er verandering kwam. Mensen voelden zich onderdrukt en zagen geen kansen. Zij probeerden van alles en nog wat. Ik wist op een zeker moment wel dat het zo niet meer verder kon; ik verbaas mij er eigenlijk over dat het niet eerder is gebeurd. Kijk, als je een band oppompt en blijft pompen, dan gaat hij knallen. Dan kan er niets meer bij. Dat is wat nu gebeurd is. Mensen die er hun leven wagen, verdienen onze steun. Daarom spreek ik mij daarover uit en heb ik daar ook een boek over geschreven, want die stemmen voor verandering moeten hier doorklinken. En wie weet, kunnen we er nog iets van leren. Ook in ons land gaat het immers steeds vaker over in- en uitsluiting en sociale rechtvaardigheid. Miriam van der Sangen
24
25
kort sport Nederlanders besteden aan wintersport
620 miljoen euro
Crisis of niet, we blijven op vakantie gaan. In 2010 ging 81 procent van de Nederlanders er op uit. In totaal brachten 12,7 miljoen vakantiegangers ruim 36 miljoen vakanties door. Ruim 1 miljoen van die 36 miljoen waren wintersportvakanties. Hieraan gaven de wintersporters met z’n allen 620 miljoen euro uit. Gemiddeld besteedde de Nederlandse wintersporter in 2010 ruim 600 euro aan zijn vakantie in de koude gebieden. (Bron: CBS).
110 000 wintersporters vinden onderdak bij woningen van particulieren Zimmer frei? Wintersporters vinden opvallend vaak onderdak in woningen van particulieren. In 2010 was met een aantal van 110 000 het gebruik van deze woningen nagenoeg even hoog als van pensions en Bed & Breakfasts. Overigens werd bij ruim 380 000 wintersportvakanties in een appartement overnacht. Als vervoermiddel voor de bestemming kiest de wintersporter het vaakst voor de auto. Van het vliegtuig en de trein wordt weinig gebruik gemaakt. (Bron: CBS).
1,3
procent van de bevolking doet aan duiksport Duiken kun je overal. Je hoeft er niet per se voor naar het buitenland, al zijn het Caribisch gebied en Groot Barrièrerif natuurlijk prachtige duiklocaties. Maar vlakt u ook Nederland niet uit op het gebied van de duiksport. De Oosterschelde en de Grevelingen zijn bijvoorbeeld heel geschikte plekken om de duiksport te beoefenen. Plekken die ongetwijfeld bekend zijn bij Nederlandse duikers. Hoeveel dat er zijn? In ons land wordt deze sport in 2007 beoefend door 1,3 procent van de bevolking van 6 tot 79 jaar. Onder mannen bedraagt het percentage 1,9. Onder vrouwen is dit 0,7. (Bron: CBS).
26
kort sport
Skiën bij
75 procent van wintersportvakanties belangrijkste activiteit
Er zijn genoeg redenen om op wintersportvakantie te gaan: van skiën tot rodelen en snowboarden. Als het op de sportieve activiteiten aankomt, blijkt skiën de absolute favoriet onder de wintersporters. Bij driekwart van de wintersportvakanties is deze sport de belangrijkste activiteit. Andere sporten, waaronder schaatsen, volgen pas op grote afstand. Zo is langlaufen bijvoorbeeld bij 3 procent van de vakanties de belangrijkste activiteit. Ja, langlaufen is wel degelijk een sport. Het is bovendien een sport die steeds populairder wordt in Nederland, omdat deze op redelijke afstand (in de Ardennen) al beoefend kan worden. (Bron: CBS).
27
aan het woord...
JEROEN RIJLAARSDAM is docent aardrijkskunde in Amsterdam. ’Met aardrijkskunde haal je de wereld in de klas. Alle thema’s komen erin samen. Je zou kunnen zeggen: aardrijkskunde is de allesverbindende schakel tussen de alfa- en bètavakken.’ Het speciaal voor het onderwijs samengestelde materiaal van ‘CBS in de klas’ helpt hem om de lesstof nog inzichtelijker en afwisselender te maken.
28
‘Alle feiten op een rij in een leuk jasje’ Niet alleen onderzoekers en beleidsmakers gebruiken CBS-materiaal. Ook docenten doen er hun voordeel mee. Speciaal voor hen is ‘CBS in de klas’ ontwikkeld: gratis specifiek CBS-materiaal dat direct bruikbaar is in de klas en dat past in het lesprogramma. Op dit moment biedt het CBS materiaal aan voor de vakken economie, aardrijkskunde en maatschappijleer in het voortgezet onderwijs. Aardrijkskundedocent Jeroen Rijlaarsdam is er enthousiast over.
R
ijlaarsdam doceert aardrijkskunde aan het Vossius Gymnasium en het 4e Gymnasium in Amsterdam. In zijn lessen gebruikt hij voor diverse onderwerpen het materiaal van ‘CBS in de klas’. Als het over demografie gaat bijvoorbeeld. ‘Het CBS biedt een animatie van de bevolkingspiramide die een beeld geeft van de leeftijdsopbouw van de Nederlandse bevolking in de periode 1950– 2060. Dat spreekt meer tot de verbeelding dan een statische grafiek of tabel uit een boek.’ De leerlingen gebruiken het CBSmateriaal ook voor eigen onderzoek. ‘We maken hen wegwijs op de site en leren hoe je data moet opzoeken en verwerken. Vervolgens gaan ze zelf aan de slag met bijvoorbeeld de buurtinformatie. Aan de hand van de CBSbuurtprofielen onderzoeken ze
de e igen leefomgeving. Voorheen moesten ze daarvoor de boeken induiken en sites van gemeenten raadplegen. Nu vinden ze alles bij elkaar en kunnen ze vanuit verschillende geogra fische invalshoeken gegevens vergelijken.’ Rijlaarsdam heeft zijn leerlingen gevraagd wat ze van ‘CBS in de klas’ vinden. ‘Ze zijn er heel positief over. Ze vinden dat de informatie makkelijk te vinden en selecteren is en ook goed te begrijpen. Wat ze erg leuk vinden is het filmpje ‘Op een doorsneedag’, met allerlei weetjes over de Nederlandse bevolking. ‘Alle feiten op een rij in een leuk
’CBS in de klas’ moet een vast onderdeel van het curriculum worden
jasje’, was één van de opmerkingen.’ Het feit dat de CBS-gegevens een betrouwbare bron vormen, legt veel gewicht in de schaal. ‘De juiste bronnen raadplegen is een van de vaardig heden die de leerlingen moeten leren. Niet alles op internet is even betrouwbaar. Wat ze op de CBS-site vinden wel. Zo b ereiden ze zich goed voor op het hoger onderwijs.’ Rijlaarsdam vindt ‘CBS in de klas’ een heel goede ontwikkeling, al blijft er altijd wat te wensen over: ‘Een volgende stap zou zijn om het nog meer voor de jeugd vorm te geven. Verder vind ik dat het een vaste plaats in het curriculum moet krijgen. Dan hangt het raad plegen van de site niet meer van toeval af.’ Annemieke Bos
29
internationaal
Rol statistieken bij oordeel over Russische verkiezingen 30
Op 4 december 2011 vonden de verkiezingen voor het Russische parlement – de Doema – plaats. Hans Schmeets, werkzaam bij het CBS en de Universiteit Maastricht (UM), is nauw betrokken bij het analyseren en interpreteren van de bevindingen van de internationale waarnemers en vertelt over zijn meest recente ervaringen.
E
ind vorig jaar gingen de kiezers naar de stembus om de 450 parlementsleden voor de Russische Tweede Kamer te kiezen. Dat gebeurt elke vier jaar. De OVSE, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, stuurde een waarnemingsmissie naar Rusland om toe te zien op het democratisch gehalte van deze verkiezingen. De meeste waarnemers verbleven zo’n week in het land. Ze kregen een training, reisden daarna naar de regio waar ze observeerden, verkenden hun gebied en kregen een aanvullende regionale ‘briefing’. De volgende dag vertrokken ze rond 6 uur ‘s ochtends rocedures rond de opening van om de p het stemlokaal bij te wonen. Dat was hun eerste observatie, waarvan ze verslag deden in een vragenlijst. Vervolgens gingen ze in teams van twee plus een vertaler op pad en bezochten ongeveer 10 stembureaus. ‘Telkens moesten de twee teamgenoten het eens worden of er problemen of onregelmatigheden waren. Per stemlokaal vulden ze een vragenlijst in, gaven daarbij aanvullende schriftelijke uitleg op speciale formulieren en stuurden dit per fax of scan naar Moskou. Daar werd alles verwerkt en geanalyseerd. Vervolgens bekeken de waarnemers het tellen van de stemmen en de wijze waarop de getelde stemmen in protocollen werden verwerkt. Daarna rapporteerden zij hierover. Zij werden begeleid door waar nemers die langere tijd – zo’n 2 maanden – in het gebied verbleven en hun komst voorbereidden’, licht Schmeets toe. Analyseren en interpreteren In Moskou werd alle informatie op de verkiezingsdag en gedurende de nacht verwerkt. Dat begon al heel vroeg: de formulieren vanuit Vladivostok werden vanwege het tijdsverschil al vanaf 3.00 uur verzonden. De belangrijkste resultaten werden opgenomen in een voorlopige verklaring, die de volgende dag tijdens een persconferentie werd afgelegd. Schmeets: ‘Dat lijkt misschien een eenvoudig proces, maar dat is het allerminst. Diverse delegaties, waaronder parlementariërs van de Europese Unie, de Raad van Europa en de OVSE komen in de ochtend bijeen om het met elkaar eens te worden over deze verkla-
31 Foto linksboven: Verkiezingen op het Russische platteland in december 2011.
ring. Het streven is een gemeenschappelijke verklaring uit te brengen. Meestal lukt dat, maar niet altijd. Een verdeelde internationale gemeenschap is funest voor de geloofwaardigheid van het oordeel over het democratische gehalte van de verkiezingen. De politieke partijen kunnen het dan immers op hun eigen manier interpreteren.’ Parlementaire delegaties De komst en het verblijf van de parlementaire delegaties is een belangrijk aandachtspunt voor het kernteam dat de waar nemingsmissie runt: dat zijn zo’n 10 internationale experts op het terrein van wetgeving, politieke situatie, media, analyses en logistieke aansturing, aangevuld met lokale assistenten. Schmeets legt uit: ‘Vroeg in de ochtend na de verkiezingsdag – en dus vlak voor de persbijeenkomst – krijgen de parlementariërs een toelichting over de resultaten van de waarnemers. Ze vullen dat aan met hun eigen impressies over het stem- en telproces. Het is vooral lastig als hun eigen bevindingen niet of slechts gedeeltelijk stroken met hetgeen de gemiddelde waarnemer aan problemen bij het stemproces en bij de procedures van het tellen van de stemmen heeft geconstateerd. Daarbij komt dat veel parlementariërs in de hoofdstad verblijven en de situatie daar vaak rooskleuriger is dan die op het platteland.’ Een manier om overtuigingskracht bij de parlemen tariërs te creëren, is het verge lijken van de resultaten met andere verkiezingen. Daarom vindt bij het noemen van een percentage waarmee een specifiek probleem wordt belicht altijd een koppeling met een statis tische waardering plaats. Volgens Schmeets zijn die cijfers van weinig nut als je geen vergelij-
32
In Moskou werd alle informatie op de verkiezingsdag en gedurende de nacht verwerkt kingsmateriaal hebt. ‘Gelukkig is dat wel voorhanden. Daar zit ook de kracht van de ontwikkelde methodologie. Op basis van zo’n 100 waarnemingsmissies – met grotendeels identieke vragenlijsten – zijn niet alleen het aantal problemen per verkiezing bekend, maar ook de samenhang tussen deze problemen. Bovendien zijn de cijfers uitgesplitst naar regionale kenmerken, waaronder stad en platteland. Dat is allemaal beschreven in de statistische rapporten. Deze kennis is noodzakelijk om een eerste oordeel te kunnen geven. Aan de hand van enkele problemen kan dan al snel duidelijk worden dat er onder het blikveld van de waarnemers een enorme ijsberg verscholen zit met talrijke on regelmatigheden.’ Volgepropte stembussen In Rusland waren de stembussen niet transparant zodat de waarnemers niet konden zien of er al vroeg in de ochtend veel stemmers naar het stemlokaal waren gegaan. Maar ook was het niet mogelijk te zien of er pakketjes van stembiljetten in de stembus waren gedeponeerd. De gang bare vraag naar ‘did you observe indications of ballot box stuffing’ kon dus niet beantwoord worden. Dat kon wel bij het tellen van de stemmen, want dan gaan de stembussen open en moest de waarnemer daar opletten. Schmeets: ‘Meestal worden maar enkele gevallen van dergelijke fraudepraktijken gemeld, maar nu waren dat er zo’n 25 van de 137 bezochte stem
lokalen. En die 25 was een ‘very high figure’. Er zijn meer statistieken, die aantonen dat er problemen waren met deze verkiezingen. De belangrijkste indicator is de algemene vraag naar hoe goed of hoe slecht het stemen telproces volgens de twee waarnemers in het desbetreffende stembureau is verlopen. Uit onderzoek is gebleken dat dit een zeer goede graadmeter is voor alle problemen en onregelmatigheden. 7 procent van de bezochte stemlokalen kreeg een negatief eindoordeel. Daardoor viel het stemproces nog mee, maar het behoorde wel tot de slechtste helft. Met een afkeuring van een op de drie bij het tellen van de stemmen, neemt Rusland een plaats in die vergelijkbaar is met de slecht verlopen verkiezingen in landen zoals Wit-Rusland, Azerbeidzjan, Kazachstan, Kirgizië en Tadzjikistan.’ Aanvechten oordeel OVSE Cijfers zijn niet de enige informatie. De waarnemers zetten ook hun opmerkingen op specifieke formulieren die op de verkiezingsdag systematisch in een overzicht worden weergeven. Op cijfers deze manier worden de aangevuld met kwalitatieve informatie. De waarnemers worden kort voor hun terugkeer naar huis geïnformeerd over de verklaring die op de persconferentie wordt afgelegd en lichten hun observaties toe tijdens de centrale ‘debriefing’. Ze krijgen van het kernteam concrete vragen op basis van hun observaties. Het werk van deze kortetermijn waarnemers zit er dan op, dat van de lange-termijn waarnemers gaat dan nog enkele weken door. Zo wordt informatie verzameld over de klachten van kiezers en van politieke partijen over malversaties gedurende de verkiezingsdag. Ook worden de
Russische soldaten stemmen in een stemlokaal in Moskou.
Stemmen in een Russische huiskamer.
33
Een marine-officier en een Russische dame stemmen in Vladivostok.
uitslagen van de stembureaus die de waarnemers hebben genoteerd, vergeleken met de officiële uitslagen. Volgens Schmeets gebeurt het steeds vaker dat de autoriteiten het oordeel van de OVSE aanvechten. ‘Dan is het zaak om de originele ingevulde vragenlijsten bij de hand te hebben om aan te tonen dat de waarnemers in de desbetreffende stemlokalen zijn geweest en wat ze daar hebben gezien. Ook zijn de kiezers steeds actiever als het gaat om het signaleren van fraude. Ze maken stiekem opnames van de malversaties en via de social media wordt het bewijsmateriaal gedistribueerd.’
‘International election observation and assessment of elections’ verschenen, waarin vanuit diverse invals hoeken het waarnemen en beoordelen van verkiezingen wordt belicht. Door Van Bommel wordt daarin gewezen op de ongewenste ontwikkeling van de reductie van het aantal Nederlandse uitgezonden waarnemers in de afgelopen jaren: van 144 in 2006 naar 28 in 2009. Ook in andere westerse landen wordt de animo om waarnemers te sturen geringer, mede als gevolg van de economische crisis. Toch komt het waarnemen in Nederland weer hoger op de agenda te staan. Door het ministerie van Buitenlandse Zaken werd op 16 januari 2012 een conferentie georganiseerd die speciaal bedoeld was voor politici.
Training voor politici Volgens het Nederlandse parlementslid Van Bommel, die diverse keren als waarnemer heeft deelgenomen, zou in feite elk parlementslid minimaal een Tijdens de conferentie werden de deelnemers ‘gekeer als waarnemer uitgezonden moeten worden. traind’ in het observeren van en rapporteren over Dit gaf hij aan tijdens de conferende onregelmatigheden in en rondtie over het waarnemen en beoorom de stemlokalen. Tevens werdelen van verkiezingen, die de Een waarnemings- den lezingen gehouden. Corien Universiteit Maastricht (UM) sa- missie is zeker geen Jonkers, malig Tweede voor men met het CBS in april 2011 orKamerlid en hoofd van de OVSEsnoepreisje ganiseerde. Inmiddels is het boek waarnemingsmissie in Kirgizië in
34
Een ouder echtpaar stemt in hun eigen huis in het dorp Shelomets.
Waarnemers in Rusland In de zogenoemde bepalingen van Kopenhagen, die in 1990 zijn vastgelegd, staan de criteria opgesomd waaraan verkiezingen moeten voldoen. Daarin is ook vastgelegd dat de OVSE-landen elkaars verkiezingen beoordelen. Dat doen ze door internationale waarnemers te sturen bij de verkiezingen. In Rusland waren dat er eind 2011 precies 332. De OVSE was van plan om een veel grotere groep te sturen – minstens 500 – maar de Russische autoriteiten weigerden. Dat was trouwens niet voor het eerst. In 2007 vond er uiteindelijk helemaal geen waarnemingsmissie plaats door de zeer sterke Russische restricties, een unicum in de geschiedenis van de OVSE.
2011, benadrukte dat een waarnemingsmissie zeker geen snoepreisje is: ‘Het is hard werken, van vroeg in de ochtend tot diep in de nacht.’ Ook zij spoorde de parlementsleden aan om aan dit fascinerende gebeuren deel te nemen. Tevens werden de werkwijzes van zowel de OVSE als die van de EU belicht. CBS’er Hans Schmeets verzorgde tijdens de bijeenkomst een lezing over hoe de gegevens
worden verzameld en geïnterpreteerd. ‘Daarbij is ook de samenstelling van de teams van belang’, aldus Schmeets. ‘Waarnemers van Oost-Europese landen zijn over het algemeen milder in hun oordeel dan die van het westen. Daar zal bij de interpretatie rekening mee gehouden moeten worden.’
In memoriam: Jan van Halm Medio februari ontvingen wij het trieste bericht dat Jan van Halm is overleden. Bij het CBS leerden wij Jan ruim 6 jaar geleden kennen als externe vormgever. Hij was gedurende een aantal jaren nauw betrokken bij de vormgeving van een aantal bijzondere interne en externe CBS-publicaties. Zo drukte hij een groot stempel op de huidige vormgeving van Signaal en het CBS-relatiemagazine. Wij denken met een warm gevoel terug aan Jan zijn grafische talenten en bijzondere Amsterdamse humor. De familie van Jan wensen wij veel sterkte met het verwerken van dit verlies. Sector Communicatie CBS.
35
kort reizen
475 000 snorfietsen Wat reist comfortabeler: een bromfiets of een snorfiets? Daar kun je over redetwisten, want hoe geriefelijk zit zo’n helm eigenlijk? Feit is in elk geval dat de snorfiets – waarvoor geen helmplicht is – steeds populairder wordt. Zo populair, dat deze de bromfiets bijna inhaalt. Vanaf 2007 nam het aantal snorfietsen gemiddeld toe met bijna 16 procent per jaar. Het aantal bromfietsen groeide gemiddeld met 8 procent. Begin 2011 waren er 475 000 snorfietsen en 527 000 bromfietsen in Nederland. (Bron: CBS)
3,3
miljoen museumbezoeken van buitenlanders Het Van Gogh Museum, Boijmans Van Beuningen, het Rijksmuseum: het zijn maar enkele voorbeelden van populaire musea waarvoor buitenlanders graag naar Nederland komen. Naar nu bekend is, brachten buitenlanders in 2009 echter minder bezoeken aan onze vaderlandse musea. Als gevolg van de recessie daalde het aantal museumbezoeken van buitenlanders van 5,4 miljoen in 2007 naar 3,3 miljoen in 2009. Economische malaise heeft dus duidelijk impact op de culturele bestedingen. (Bron: CBS).
Tot
500 meter zelfstandig op pad
Kinderen tussen 4 en 12 jaar gaan over het algemeen niet zelfstandig op pad. In 2010 ging in drie kwart van de gevallen een begeleider mee bij het afleggen van een korte afstand. In de gevallen dat kinderen zonder begeleider op stap gaan, betreft het ’t vaakst een gang naar school, vriendjes of een buitenschoolse activiteit. Korte afstanden (tot 500 meter) leggen kinderen vaak alleen af. Dit gebeurt in meer dan de helft van de gevallen. Bij afstanden vanaf 2,5 kilometer gaat nog maar 10 procent zelfstandig op pad. (Bron: CBS).
36
kort reizen
17,7 miljoen keer op vakantie in eigen land Nederlanders brachten in 2010 zo’n 17,7 miljoen vakanties door in eigen land. Ongeveer de helft daarvan (8,5 miljoen vakanties) betrof een lange vakantie. Dat is een verblijf met minimaal 4 overnachtingen. Bijna de helft van die 8,5 miljoen lange vakanties wordt doorgebracht in 4 populaire toeristengebieden. Dat zijn (in volgorde van populariteit) de badplaatsen aan de Noordzee, de Groningse, Friese en Drentse zandgronden, de Veluwe en de Veluwerand en tot slot Oost-Brabant, Noord- en Midden-Limburg en Rijk van Nijmegen. Afgezien van de eerste plaats voor de badplaatsen, maakt deze klassering duidelijk dat vooral bosrijke omgevingen het goed doen als binnenlandse vakantiebestemming. De meeste watersportgebieden scoren – in vergelijking met de bosrijke gebieden – wat minder. (Bron: CBS).
37
CBS-project
Ferry Lapré (links) en Ron van Weel zijn werkzaam bij het servicepunt European Statistical Data Support van het CBS
38
Servicepunt biedt heldere blik op Europese statistiek Europese cijfers gratis beschikbaar via het CBS
De website van Eurostat is een rijke bron aan informatie, waar iedereen uit kan putten.
H
Het vinden van de juiste statistische getallen en het goed interpreteren ervan is echter niet altijd gemakkelijk. Daarom beschikt het CBS over het servicepunt ESDS (European Statistical Data Support). Coördinator Ron van Weel: ‘Het verbaast me dat zelfs grote bedrijven niet weten wat er allemaal te vinden is op de website van Eurostat.’
staatsschuld, de arbeidsmarkt en over internationale handel. De medewerkers van het ESDS, vier in totaal, kunnen via het portaal net zo lang met de vrager communiceren tot de vraag is afgedaan. Dichterbij burgers Het Nederlandse servicepunt voor Europese statistische informatie bestaat sinds 1998. Toen besloot Eurostat – bij wie alle vragen tot dan toe terecht kwamen – dat er per Europees taalgebied een servicepunt ingericht moest worden, zodat burgers in hun eigen taal geholpen konden worden. ‘Dat past in het beleid om Europa dichterbij de mensen te brengen’, licht Van Weel toe. De eerste jaren was het servicepunt ondergebracht bij de bibliotheek van het CBS. Van Weel: ‘Mensen moesten toen nog betalen voor een advies of een antwoord op hun vraag. Vanaf 2004 is onze service gratis.’ Het CBS ontvangt daarvoor geld vanuit de Europese Unie. Het ESDS heeft strikte afspraken met Eurostat, dat bijvoorbeeld b innen vijf dagen moet reageren op een informatieverzoek. Het servicepunt moet op zijn beurt vijf dagen per week van 9 tot 5 bereikbaar zijn.
et Nederlandse servicepunt voor Europese statistische informatie, gehuisvest in het CBS en gefinancierd door Eurostat, wordt gebeld door medewerkers van overheden, studenten én door bedrijven. ‘Van kleine zelfstandigen, tot de grote jongens’, weet Van Weel. ‘Het zijn bedrijven die importeren of exporteren en willen weten hoe ze ervoor staan in vergelijking met hun concurrenten. Daar kun je een dure consultant voor inschakelen, maar als je bereid bent iets meer moeite te doen, is veel informatie op de website van Eurostat gratis beschikbaar.’ Het ESDS Basis voor beslissingen is toegankelijk via de website van Eurostat en De cijfers van Eurostat zijn er voor iedereen. De heeft een eigen pagina op de CBS-website. Na een informatie op de website is gratis en zeer uitgeeenvoudige registratie kan iedereen die dat wil breid, maar niet altijd even gemakkelijk te doorgronden en bovendien alleen een vraag stellen via een webforbeschikbaar in het Engels, Duits mulier. ‘Wij krijgen de vragen en Frans. Van Weel: ‘In de loop binnen in een portaal en van De cijfers van van de jaren is de website van daaruit gaan we aan de slag. We Eurostat wel verbeterd, maar vertellen waar bepaalde informaEurostat zijn inherent aan een platform met tie te vinden is en geven uitleg uitgebreid en gratis zoveel informatie is ook dat over de betekenis van de statishet gemakkelijk onoverzichtetieken. Waarom is een bepaald voor iedereen lijk wordt. De veelheid aan cijfer hoog of juist laag?’ Veel beschikbaar informatie vormt voor sommi vragen gaan over de crisis, de
39
Je kunt alles op een website zetten, maar je moet er ook voor zorgen dat iedereen de informatie goed kan gebruiken
gen een drempel, maar wij kunNederlandsche Bank en de ImmiDe aandacht nen helpen met het selecteren van gratie- en Naturalisatiedienst verde juiste gegevens en met de inter- voor Europa, ook strekken cijfers. Van Weel: ‘Als CBS pretatie.’ Die is namelijk niet altijd bij het CBS, is de coördineren we al deze data vanzelfsprekend omdat Europese stromen. 90 procent van de gegelaatste tien jaar vens moet op tijd aan Eurostat terminologie en definities kunnen verschillen van de Nederlandse. aangeleverd zijn, dat is een harde toegenomen Het Europese inflatiecijfer is bijafspraak.’ voorbeeld anders dan het Nederlandse, omdat het is opgebouwd Vrachtwagens uit andere posten. ‘Daar stellen mensen vragen Het ESDS is een intermediair voor studenten, over’, zegt Van Weel. ‘Hetzelfde geldt voor het overheden en bedrijfsleven. Een exporteur van vaststellen van het aantal mensen dat werkt. In tweedehands vrachtauto’s die tweehonderd Nederland b ehoor je tot de beroepsbevolking als wagens aan Polen levert, wil bijvoorbeeld weten je twaalf uur per week werkt. In Europa word je hoeveel vrachtauto’s Nederland in totaal exporal tot de werkenden gerekend met één uur per teert én hoeveel vrachtauto’s Polen uit andere week arbeid. Dat moet je mensen wel uitleggen.’ landen betrekt. Een bedrijf dat werknemers uitOmdat dat niet altijd gebeurt, schrikt Van Weel zendt naar Frankrijk, vraagt zich af hoe duur het weleens als hij ziet hoe bedrijven of gemeenten leven daar is om te kunnen bepalen hoe hoog het aseren op de verkeerde cijfers. salaris van zijn personeel moet zijn. hun beslissingen b ‘Je kunt van alles op een website zetten, maar je ‘We zijn ook de toegang tot de ivoren toren van moet er ook voor zorgen dat iedereen de infor- Eurostat’, zegt Van Weel. ‘Wij brengen mensen matie goed kan gebruiken. Dat laatste is onze eventueel in contact met de statistici daar. Soms is missie’, licht Van Weel toe, ‘want zowel bij het maatwerk mogelijk.’ CBS als bij Eurostat is de klant steeds meer Kunnen Van Weel en zijn collega’s al die vragen koning. We leveren allang niet meer alleen over zoveel verschillende onderwerpen zomaar cijfers, maar ook service.’ beantwoorden? ‘Ja, na tien jaar zijn we aardig bekend met alle domeinen van de Europese staTweehonderd datastromen tistiek.’ Eurostat verzorgt een nieuwsbrief, een De Europese statistieken worden gemaakt met Europees trainingsprogramma en eens per jaar is behulp van de data die het CBS en de statistische er een bijeenkomst waar medewerkers van alle bureaus van de andere Europese 27 Europese servicepunten elkaar landen aanleveren. Eurostat brengt ontmoeten en ervaringen uitwisHet servicepunt selen. Statistici van Eurostat lichde cijfers samen en zorgt ervoor dat ze onderling vergelijkbaar zijn. ‘Het ten daar de Europese statistieken krijgt 700 tot CBS levert gegevens over import en toe. 800 vragen per export, prijzen, arbeid, zo’n tweehonderd datastromen, het hele jaar Top 5 jaar en staat door’, zegt Van Weel. Eurostat beHet servicepunt krijgt 700 tot 800 paalt, vaak via Europese wetgeving, vragen per jaar en staat daarmee in daarmee in de aan welke eisen de data moeten de top 5 van de Europese servicetop 5 van de voldoen én welke data geleverd punten. Maar het kan altijd beter, moeten worden. Het CBS is overivindt Van Weel. Het servicepunt is Europese gens niet de enige data-leverancier nog redelijk onbekend, merkt hij. servicepunten van Nederland: ook bijvoorbeeld De ‘Ik ben ervan overtuigd dat we nog
40
41
Ik vind deze service een taak van het CBS. Wij hebben alle expertise in huis.
veel meer mensen kunnen bereiken. Daarom proberen we meer bekendheid aan onze diensten te geven door mensen te laten zien wat er op het gebied van statistische informatie hier te halen is.’
servicepunt zelf werkt intussen aan de naams bekendheid. ‘Iedereen moet ons kunnen vinden, zodat we eraan kunnen bijdragen dat de Europese cijfers op een juiste manier meer g ebruikt worden.’
Het CBS wil het Europese dossier op de CBS-website nog prominenter neerzetten, bijvoorbeeld Heeft u een vraag over de Europese statistiek? Bel het door ook zelf regelmatig webartikelen over Euroservicepunt via telefoonnummer 088-5707070 (kies de pese statistieken te plaatsen. Daarmee worden de optie Europese informatie) of mail naar ESDS-nl@cbs. cijfers toeganke lijker. Van Weel: ‘Het besef dat nl. U kunt uiteraard ook gebruik maken van het webEuropa belangrijk is, groeit. De formulier dat te vinden is via www.cbs. aandacht voor Europa, ook bij het nl (klik rechtsboven op ‘Informatie CBS, is de laatste tien jaar toegenovoor’, klik op ‘Publiek’, klik op ‘EuroWe leveren men. Maar er is nog veel te winStatistical Data Support’). allang niet meer pean nen. Ik ben blij dat het CBS de aanJournalisten kunnen zich het beste besteding voor het E uropese rechtstreeks tot de persdienst van Euroalleen cijfers, servicepunt voor de k omende jaren stat richten. binnen heeft gesleept. Als het aan maar ook service. Het ESDS verzorgt ook workshops over mij ligt, blijft dat zo. Ik vind deze Europese statistische informatie. De klant is service een taak van het CBS. Wij hebben alle expertise in huis.’ Het Masja de Ree koning.
42
Jeugdwerkloosheid
Overheidstekort Het Nederlandse overheidstekort is in 2010 met 0,7 miljard euro toegenomen tot 32 miljard euro. Dat komt neer op 5,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp), 0,1 procentpunt minder dan in 2009. Hiermee daalde Nederland op de Europese ranglijst van de twaalfde naar de vijftiende plaats. Met het tekort van 5,4 procent voldeed Nederland ook in 2010 niet aan de tekortnorm van 3 procent van het bbp die de landen in het eurogebied hebben afgesproken in het Stabiliteitsen Groeipact. In 2010 overschreden 22 van de 27 EUlidstaten deze norm.
In het eerste kwartaal van 2011 bedroeg de jeugdwerkloosheid in Nederland 7,4 procent. Dit is lager dan in alle andere lidstaten van de Europese Unie. Gemiddeld was in de Europese Unie ruim één op de vijf jongeren in de beroepsbevolking van 15 tot 25 jaar werkloos. De meeste Zuid-Europese landen zoals Spanje, Griekenland, Italië en Portugal hadden een jeugdwerkloosheid van meer dan 25 procent. Ook in veel Oost-Europese landen, zoals Slowakije, Litouwen, Letland, Bulgarije, Hongarije en Polen, was de werkloosheid onder jongeren betrekkelijk hoog.
Armoede
Internationale handel De Nederlandse handel is gericht op een beperkt aantal landen. De vijf landen waaruit Nederland de meeste goederen invoert zijn Duitsland, België, China, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Samen zijn ze verantwoordelijk voor 51 procent van de totale Nederlandse invoer. Bij de uitvoer zijn Duitsland, België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië samen goed voor maar liefst 57 procent van de totale Nederlandse export. Een groot deel van onze uitvoer bestaat uit ingevoerde producten die weer worden uitgevoerd, zoals medicijnen, routers, printers en laptops. Nederland heeft een belangrijke distributiefunctie.
De kans op armoede of sociale uitsluiting is in Nederland betrekkelijk klein. In heel Europa had in 2010 een kwart van de inwoners een kans op armoede of sociale uitsluiting. De kans op armoede of sociale uitsluiting was met 14 procent het kleinst in Tsjechië, gevolgd door de oudere lidstaten Zweden en Nederland met 15 procent. De twee nieuwste EU-leden, Roemenië en Bulgarije, hadden met ruim 40 procent de hoogste percentages. Een kans op armoede betekent niet automatisch dat je arm bént. In 2010 maakte 12 procent van de inwoners van Nederland deel uit van een huishouden dat aangaf moeilijk tot zeer moeilijk rond te kunnen komen. Alleen in Luxemburg en in de Scandinavische lidstaten was dit aandeel kleiner.
43
kort actueel
33 procent boven EU-gemiddelde Iets om over na te denken als u in een somber gesprek zit over de economische crisis. In 2010 had Nederland (net als in 2009 trouwens) het op één na hoogste welvaartsniveau binnen de Europese Unie. Ons bruto binnenlands product (bbp) per inwoner lag ruim 33 procent boven het EU-gemiddelde. Voorwaar geen slechte score. Alleen in Luxemburg was het bbp per inwoner hoger. Het laagste welvaartsniveau in de EU komt overigens voor rekening van Bulgarije. (Bron: Eurostat, CBS).
89 000 huizenverkopen De huizenverkopen in Nederland zijn sinds 2008 met één derde afgenomen. In de eerste drie kwartalen van 2008 werden in totaal 137 000 woningen verkocht. In de eerste drie kwartalen van 2011 waren dit er bijna 89 000. De verkoop van woningen loopt overigens al terug sinds 2006, maar sinds het vierde kwartaal van 2008 is het aantal transacties heel sterk achteruit gegaan. De daling van het aantal woningtransacties was het grootst in de provincie Flevoland. Daar halveerde het aantal verkopen bijna. (Bron: CBS).
Bijna
41 000 branden
In Nederland kwamen in 2010 bijna 41 000 geregistreerde branden voor. 23 000 daarvan waren buitenbranden. In dat jaar vielen 65 dodelijke slachtoffers, van wie 1 brandweerman. Van deze slachtoffers vielen er 35 bij woningbranden. In 2010 moest de brandweer overigens ook vaak uitrukken voor hulpverlening, vooral in de maanden juli en augustus. Toen veroorzaakten zware buien grote overlast en schade. Van alle 44 000 hulpverleningen in 2010 verrichtte de brandweer er 10 500 in beide zomermaanden. (Bron: CBS).
44
kort actueel
17 miljoenste inwoner in 2016 verwacht Nederland telt momenteel 16,7 miljoen inwoners. Dat aantal groeit. En wel zodanig dat we de 17 miljoenste inwoner in 2016 kunnen verwelkomen. Of het een pasgeboren baby of een immigrant wordt, kan uiteraard nog niet worden gezegd. Wel is de kans dat het een baby wordt iets groter. Dat komt omdat de komende 5 jaar jaarlijks 180 000 geboorten worden voorzien en iets minder dan 160 000 immigranten. Tegenover deze getallen staan overigens 140 000 sterfgevallen en ongeveer evenveel emigranten. Nederland zit – qua bevolkingsgroei – al heel lang in de lift. Tien jaar geleden werd een andere magische grens, die van 16 miljoen inwoners, overschreden. Maar gaan we ook de 18 miljoen halen? Nee, dat zit er niet in. De nieuwste prognose voorziet een maximum aantal inwoners van 17,8 miljoen rond het jaar 2040. (Bron: CBS).
45
CBS-project
Directeur-Generaal Gosse van der Veen zet een stempel op de cheque van 2 500 euro die Elisa Hermanides (midden) kreeg in het kader van de CBS-persprijs.
46
CBS-persprijs voor journaliste van Het Financieele Dagblad CBS onmisbare bron voor de pers
Elisa Hermanides van Het Financieele Dagblad (FD) heeft de CBS-persprijs 2010/2011 gewonnen. De journaliste
ontving de onderscheiding eind 2011 uit handen van Gosse van der Veen, directeurgeneraal van het CBS, tijdens een feestelijke bijeenkomst in het gemeentehuis van Hilversum. Hermanides kreeg de onderscheiding voor haar artikel ‘Hypotheek duur voor klant’. Een spraakmakende publicatie waarin statistische informatie goed is geanalyseerd en geïnterpreteerd, aldus de jury.
D
e CBS-persprijs is bestemd voor de maker(s) van een journalistieke productie (print, radio, tv of online) waarin de maatschappelijke relevantie van CBS-informatie op een opvallende wijze wordt aangetoond. De prijs bestaat uit een cheque van 2 500 euro en een wisseltrofee. De jury, onder leiding van oudVolkskrant hoofdredacteur Pieter Broertjes, wees uit de 41 inzendingen het artikel van de Finan cieele Dagblad-journaliste Elisa Hermanides aan als beste. Hermanides toont in haar artikel aan dat banken hoge marges hanteren op hun hypo theken. Hiervoor had ze gedegen spitwerk verricht in de Nationale rekeningen (het ‘financiële jaarverslag’ van ons land) van het CBS. Het vervolgonderzoek dat ze daarna uitvoerde bevestigde haar stelling. Kamervragen De jonge journaliste schreef het artikel in de zomer van 2010. ‘Ik was net begonnen als krantenredacteur bij Het Financieele Dagblad en had nog geen vaste portefeuille’, blikt ze terug. ‘Als een soort vliegende keep mocht ik zelf op zoek gaan naar onder-
werpen. Ik ben toen in de Nationale rekeningen van het CBS gedoken met de vraag: kom ik iets tegen wat mij verbaast?’ Het artikel van Hermanides veroorzaakte flinke commotie. ‘Het werd meteen door veel media overgenomen. Belangen verenigingen als de Vereniging Eigen Huis en de Consumentenbond zagen het als een bewijs van hun vermoedens. Er kwamen Kamervragen en de Nederlandse Mededingingsautoriteit startte een onderzoek onder de hypotheekverstrekkers. Uit die quick scan van de NMa kwam naar voren dat de marges op hypotheken in Nederland internatio naal gezien inderdaad hoog liggen. Een vervolgonderzoek naar prijs afspraken tussen banken leverde helaas niets op.’ Na de affaire lagen de marges op hypotheken weer wat verder uit elkaar en leek er meer concurrentie te komen op de markt. Zo lieten buitenlandse spelers hun gezicht weer zien.
Cijfers als fundament Voor Het Financieele Dagblad is het CBS een onmisbare bron, zegt Hermanides. De krant volgt de agenda van het CBS en heeft regelmatig contact met het statistisch bureau. ‘Bijvoorbeeld als we naar aanleiding van een persbericht willen weten of er sprake is van een bepaalde trend. Dan bellen we voor een nadere toelichting. Als er reden toe is, gaan we verder dan alleen het brengen van het nieuws. Dan pakken we groter uit en gaan we met economen nader in op de inhoud.’ Duiding van de CBS-cijfers is belangrijk en bij uitstek een taak voor een krant als Het Financieele Dagblad, vervolgt de Cijfers zijn redacteur. ‘Het CBS zégt eigenlijk niets. Het verstrekt cijfers en belangrijk, ze trekt geen conclusies. Dat is ook vormen het niet de taak van het CBS.’ Dat laatste – conclusies trekken – fundament van wordt gedaan door vele belangeen verhaal hebbenden. En niet altijd op de
47
Elisa Hermanides van Het Financieele Dagblad toont haar prijs als beloning voor haar artikel ‘Hypotheek duur voor de klant’.
Applaus voor de winnares. Rechts op de foto juryvoorzitter Pieter Broertjes. Naast hem jurylid Marcel van Dam.
48
De prijs is in het leven geroepen om het belang te benadrukken van goede toepassing van CBS-cijfers in journalistieke producten
juiste manier, weet Hermanides. Terwijl het aantal jaars studenten. De studenten ‘Cijfers zijn belangrijk, ze vormen proberen binnen een paar dagen te redacteuren het fundament van een verhaal. achterhalen of er iets rammelt aan Maar er wordt ook mee gegooafneemt, neemt berichten die zij in de media tegencheld, onder meer door politici. Je komen.’ het aantal moet daarom altijd kritisch naar cijfers blijven kijken. Waar komen nieuwsplatforms Ommekeer ze vandaan? Worden ze selectief Is het voorkomen van rammelende juist toe gebruikt? Ook hierin speelt de pers berichtgeving ook de aanleiding een belangrijk rol.’ Hermanides voor de introductie van de CBShoudt ervan om zelf op onderzoek persprijs, die wordt uitgereikt sinds uit te gaan. Het CBS is één van haar favoriete 2009? ‘De prijs is in het leven geroepen om het bronnen. Ook al vindt ze StatLine als grote data- belang te benadrukken van goede toepassing base nogal gebruiksonvriendelijk. Maar met van CBS-cijfers in journalistieke producten’, antbehulp van de deskundigen van het CBS weet ze woordt De Ruiter. ‘Het CBS is vandaag de dag een daar wel uit te komen. Zo kreeg ze begin vorig jaar transparante organisatie. In het verleden gold met behulp van StatLine boven water dat het aan- echter: ‘Van de overheid, voor de overheid’. Het tal Spaanse immigranten in Nederland sinds de publiek kwam niet bij de bronnen. De komst van crisis is verdubbeld. Ook dat werd een prominent de cd-rom en daarna internet betekende een omnieuwsbericht. ‘Je kunt zó veel doen met de gege- mekeer. Het CBS is veel meer een publieke instelvens van het CBS. Helaas zie je dat veel journalis- ling geworden. Verder is natuurlijk van belang dat ten niet verder gaan dan het netjes overnemen de pers een b elangrijke relatie van ons is. Journavan de persberichten. Vooral voor jonge journalis- listen zijn de voornaamste dragers van onze inforten die zich nog moeten bewijzen, liggen hier veel matie. Goed gebruik van onze cijfers is dus belangkansen.’ rijk.’ Net z oals voor het publiek is ook voor de pers het CBS transparanter geworden. En dat heeft Visualiseren van informatie gevolgen voor de manier waarop de media CBS’er Hans de Ruiter, verantwoordelijk voor de omgaan met de informatie, vertelt De Ruiter. ‘In organisatie van de CBS-persprijs, is het eens met het verleden b elden journalisten het CBS met de Hermanides. Toch is hij positief over de nieuwe vraag: ik ben bezig met een artikel over dit of dat lichting journalisten die zich aandient. ‘De jonge onderwerp, hebben jullie daar nog cijfers bij? Nu generatie journalisten gebruikt steeds meer cijfer- gaan ze veel meer uit van de data en maken daar materiaal als onderbouwing van een artikel. Dat is vervolgens een verhaal over. Het artikel van Elisa een duidelijke tendens. Het visualiseren van infor- Hermanides is daarvan een goed voorbeeld.’ matie, bijvoorbeeld in de vorm van infographics, wordt steeds belangrijker.’ Ook het Spin off controleren van de juistheid van In een land waarin het wemelt van cijfers krijgt aandacht, weet De Ruipers prijzen en moet worden Net zoals voor de ter, die als StatLine-voorlichter veel gevochten om aandacht, doet de aken heeft met de journalistiek het publiek is het CBS-persprijs het goed. ‘We zijn te m en het o nderwijs. ‘Neem Fontys ontzettend blij met de spin off Hogeschool Journalistiek in Tilburg: CBS voor de pers ervan’, zegt De Ruiter. ‘Daar doe je die heeft FHJ Factcheck opgestart. uiteindelijk voor: bekendheid transparanter het Een weblog dat de resultaten laat geven aan de prijs en de maatzien van fact-checken door vierdeschappelijke relevantie van de geworden
49
Het Financieele Dagblad volgt de agenda van het CBS en heeft regelmatig contact met het statistisch bureau
Het visualiseren van CBS-cijfers aangeven. En naportefeuille. Dat bevalt haar tuurlijk is het ook een bekrogoed, maar het betekent wel dat informatie wordt ning voor de winnende journaze minder tijd heeft voor het list.’ Een bekroning waarmee steeds belangrijker, doorzoeken van de CBS-cijfers. Elisa Hermanides zeer inge ‘Heel jammer, moet ik eerlijk bijvoorbeeld door nomen is. Niet alleen werd ze zeggen.’ daags na de prijs uitreiking in Tijdens de prijsuitreiking vroeg de infographics Hilversum door de Financieele presentator van de avond, Diana Dagblad-redactie ontvangen Matroos van RTL-Z, waaraan met applaus en bloemen, ze Hermanides de cheque zou wilkreeg ook in diverse media redactionele aan- len besteden. ‘Aan de inrichting van het huis dat ik dacht. Zo werd ze onder meer geïnterviewd kort geleden heb gekocht’, antwoordde de redacteur door het magazine van de Nederlandse Vereni- toen, geheel in stijl met het onderwerp van haar ging voor Makelaars (NVM). Echt gerekend op winnende artikel. Wat is het precies geworden? ‘We de prijs had ze overigens niet. ‘Wel gehoopt. Ik wonen net samen en zijn er nog niet aan toe wist dat mijn inzending door de a ctualiteit kans- gekomen’, moet ze bekennen. ‘Maar ik heb hebber was, maar de precieze criteria van de inmiddels wel besloten dat ik tweehonderd euro jury kende ik niet.’ doneer aan een goed doel dat in het teken staat van persvrijheid.’ Hermanides is inmiddels geen vliegende keep meer, maar heeft als redacteur nu een eigen Jaap van Sandijk Pieter Broertjes: ‘Journalistiek staat onder druk’
De genomineerden en de eervolle vermelding
De journalistiek staat onder druk. Niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen. Dat zei juryvoorzitter Pieter Broertjes tijdens de uitreiking van de CBS-persprijs. Deze vond plaats op 12 december 2011 in het gemeentehuis van Hilversum. De oud-hoofdredacteur van de Volkskrant is sinds 1 juli 2011 burgemeester van de omroepstad. ‘Terwijl het aantal redacteuren afneemt, neemt het aantal nieuwsplatforms juist toe’, constateerde Broertjes. ‘Journalisten hebben daardoor minder tijd om hun feiten te checken.’ De juryvoorzitter kon het zien aan een aantal inzendingen voor de CBS-persprijs. ‘Sommige waren snel in elkaar geknutseld.’ Maar, zo benadrukte hij: ‘Journalistiek gaat over feiten. En dat belonen we hier. Bij de CBS-persprijs staan kwaliteit en journalistiek vakmanschap voorop.’ Broertjes vond dat winnaar Elisa Hermanides CBSgegevens op een knappe manier in haar artikel had geïntegreerd.
Voor de CBS-persprijs 2011/2010 werden 41 journalistieke producties ingezonden. Een team, bestaande uit medewerkers van het CBS en een aantal journalisten, maakte een voorselectie voor de eind-jury. Die stond onder voorzitterschap van Pieter Broertjes, voormalig hoofdredacteur van de Volkskrant. Deze jury koos uit drie genomineerden. Naast Elisa Hermanides waren dat Leonoor Kuijk, Karen Zandbergen en Bart Zuidervaart van dagblad Trouw voor het artikel ‘Migrant: zegen of bedreiging’ en Sheila Kamerman en Dick Wittenberg van NRC Handelsblad voor het artikel ‘Nederland zoals vijf miljoen mensen het nog kennen’. Een eervolle vermelding ging naar Paul van der Cingel voor het boek ‘Internationale economie in het nieuws’. Het boek voldeed niet aan alle criteria voor de CBSpersprijs maar kreeg de bijzondere vermelding voor de manier waarop het de complexe internationale economie inzichtelijk maakt.
50
51
kort culinair
0,2
procent maïsteelt voor menselijke consumptie Amerikanen zijn er gek op: maïs. Ze maken er soep en brood van, maar ook muffins, beignets en pudding. Maar hoe zit het met maïs in Nederland? In ons land wordt bijna het gehele areaal maïs verbouwd als gewas voor veevoer (99,1 procent). Hoewel in 2011 het totale areaal maïs in Nederland licht afnam, nam het oppervlak voor suikermaïs – dat wordt geteeld voor menselijke consumptie – juist toe en wel met 15 procent. Toch blijft suikermaïs met 0,2 procent slechts een klein deel uitmaken van de totale maïsteelt in ons land. (Bron: CBS).
Bloemkool verliest
100 hectare
Of het nu gaat om de aandelenbeurs of om sport, mensen zijn dol op stijgers en dalers. Wie doet het goed, en wie doet het slecht? Ook op het gebied van groenteteelt zijn er zulke gegevens. Ten opzichte van 2010 waren in 2011 de stijgers: uien (het oppervlak voor uienteelt groeide met 980 hectare), winterpeen (groei van 530 hectare), erwten (520 hectare meer) en waspeen (440 hectare). Daler is vooral de stamsperzieboon. Deze had met ruim 470 hectare de grootste afname. Maar ook de bloemkool had geen reden tot juichen: deze verloor ruim 100 hectare. (Bron: CBS).
45 procent consumptieaardappelen Nederlanders zijn aardappeleters. Het schilderij van Vincent van Gogh uit 1885 heeft aan dat beeld lange tijd bijgedragen. Anno 2012 eten we natuurlijk anders en gevarieerder. Toch blijft de aardappel belangrijk, zowel op het bord als op het akkerland. Over dat laatste gesproken: sinds 2008 groeit het oppervlak voor aardappelteelt weer. In 2000 werd nog 180 000 hectare akkerland gebruikt. Dat daalde gestaag naar 152 000 in 2008. Na 2008 groeide dat areaal echter weer naar 160 000. Gemeten over de periode 2008-2011 is ruim 45 procent van het totale landbouwareaal bestemd voor de teelt van consumptieaardappelen. (Bron: CBS).
52
kort culinair Teeltoppervlakte van de peer stijgt naar
8,2 duizend hectare
‘Snoep verstandig, eet een appel.’ Alweer decennia geleden was dit een gevleugelde slogan. Inmiddels is het aanbod op het gebied van fruit enorm toegenomen en heeft ook de appel (letterlijk) terrein moeten prijsgeven. Het grootste deel van de teeltoppervlakte fruit in Nederland bestaat weliswaar nog steeds uit appelboomgaarden, maar het appelareaal wordt kleiner. In 2011 gebeurde dat met 5 procent ten opzichte van 2010. Dat is een afname van 415 hectare. Met 8,3 duizend hectare is de appel goed voor 43 procent van het fruitareaal. In 1992 was dit nog 70 procent. Grootste stijger op het gebied van fruit is de peer. De teeltoppervlakte van deze vrucht steeg met 208 hectare naar 8,2 duizend hectare. Het areaal peren is nu nog maar 63 hectare kleiner dan het areaal appels. (Bron: CBS).
53
CBS-project
Martin Boschma (links) en Marind van der Velden zijn namens het CBS betrokken bij de Floriade.
54
Belangrijke rol voor het CBS op de Floriade I,2 miljoen bezoekers verwacht op wereldtuinbouwtentoonstelling
Het CBS levert een belangrijke bijdrage aan de wereldtuinbouwtentoon-
D
stelling Floriade. Deze vindt plaats van 5 april tot en met 7 oktober in Venlo. Het statistisch bureau voorziet My Green World – het Rijkspaviljoen op de Floriade – van boeiende, verrassende en onverwachte informatie. Deze wordt op bijzondere wijze vormgegeven door het Haagse ontwerpbureau 2D3D. ‘Qua visie sluiten we mooi op elkaar aan.’
van der V elden van het statistisch bureau. Een rol die wordt aangegrepen om het CBS goed op de kaart te zetten bij het grote publiek. Projectleider Boschma: ‘De Floriade biedt het CBS een unieke kans om zich te profileren en iets terug te doen voor het publiek, aan wie het regelmatig vraagt deel te nemen aan zijn enquêtes. Het CBS heeft veel informatie in huis op het gebied van tuinbouw. Die komt echter maar beperkt naar buiten.’ Van der Velden, verantwoordelijk voor de communicatie, benadrukt dat het belangrijk is dat het CBS die informatie op een toegankelijke manier brengt. ‘Geen reeksen en tabellen, maar leuke feiten en weetjes in de vorm van pakkende quotes. Spraakmakende feiten ook, die je eigenlijk niet zou verwachten. We willen dat onze informatie aantrekkelijk wordt gepresenteerd en dat het niet saai overkomt.’
e Floriade is een wereldtentoonstelling op het gebied van tuinbouw die sinds 1960 elke tien jaar in Nederland wordt georganiseerd. De zesde editie in Venlo is de eerste die plaatsvindt buiten de Randstad. Duurzaamheid Educatie en communicatie staat centraal op de Floriade, die als thema heeft Het Haagse ontwerpbureau 2D3D is verantwoorBe part of the theatre in nature, get closer to the quality delijk voor de presentatie van de CBS-informatie. of life, en de principes van cradle to cradle toepast. Maar niet alleen daarvoor: het bureau werd door Op de wereldexpo staan niet alleen veel bedrijven EL&I uitverkozen om het gehele rijkspaviljoen te uit binnen- en buitenland. Ook de overheid is ontwerpen. De kiem – opgebouwd uit duurzaam aanwezig met een Rijkspaviljoen, dat de naam My Fins hout – is niet alleen een opvallend ontwerp, Green World mee kreeg. In dit paviljoen – dat een het is ontwerptechnisch ook een innovatie. ‘De afmeting heeft van 36 bij 15 meter en is gebouwd schil van het gebouw is zelfdragend’, zegt Matt in de vorm van een kiem – laat de Rijksoverheid van Santvoord, partner/ontwerper van 2D3D. ‘Er zien hoe overheid, bedrijfsleven en kennisinstel- is geen gebruik gemaakt van spanten; het bouwlingen samenwerken aan innowerk is met kleine d ozen aan vatie in de tuinbouw. Dat geelkaar gemonteerd. Het is voor beurt op een toegankelijke en de eerste keer ter wereld dat er De Floriade biedt aantrekkelijke manier: ‘My op deze manier een bouwwerk Green World biedt facts en fun wordt gemaakt.’ Het ontwerp het CBS een voor iedereen’, zegt het ministestelt groei centraal, verklaart hij rie dan ook in een toelichting. de kiemvorm. ‘Een kiem of unieke kans iets zaadje herbergt kennis en staat terug te doen Leuke feiten en weetjes voor energie die nog moet vrijOp het gebied van die facts speelt komen’, vult projectcoördinator voor het het CBS een cruciale rol, vertelNeng van Santvoord aan. Toch is publiek len Martin Boschma en Marind het niet dit ontwerp waarop
55
Het Haagse ontwerpbureau 2D3D is verantwoordelijk voor de presentatie van de CBS-informatie op de Floriade.
56
Er is ons veel aangelegen om abstracte informatie tot iets aantrekkelijks te maken
2D3D de nadruk legde tijdens de presentatie van hun voorstel bij het ministerie van EL&I. Het tweetal zegt dat het bewust dé valkuil voor ontwerp bureaus heeft vermeden. ‘Vaak leggen bureaus te veel nadruk op vormgeving. Wij hebben heel bewust ook educatie en communicatie in ons ontwerp betrokken’, aldus de partner/ontwerper. ‘De manier waarop we hen aanspreken is enorm belangrijk. Hoe zeg je iets, tegen wie en op welke manier. Vergeet niet dat de bezoekers van de Floriade een gezellig dagje uit zijn, vaak met hun kinderen. We communiceren op gelijk niveau en op een p ersoonlijke toon. Qua meertaligheid en onderwerpkeuze hebben we ook rekening gehouden met de komst van onze oosterburen. Zo’n veertig procent van het aantal bezoekers komt naar verwachting uit Duitsland.’ Oneliners Een belerende top down communicatie is in het paviljoen vermeden, zegt Neng van Santvoord. ‘Er is geen overheid aan het woord die de bezoekers wel even zal vertellen hoe alles in elkaar zit. In tegendeel, de overheid maakt deel uit van wat die bezoekers zelf allemaal meemaken.’ De informatie van het CBS wordt dan ook bewust gebruikt in de vorm van oneliners. Matt van Santvoord pakt een A4’tje waarop in grote witte letters korte zinnen staan afgedrukt: ‘Kijk, zo ziet het eruit’, zegt hij enthousiast. ‘Maar dan wel vier meter groot.’ Bezoekers lezen teksten als ‘Dagelijks worden 17 miljoen rozen verhandeld’ en ‘Een Duits gezin besteedt € 16,- per maand aan bloemen en planten’. Die oneliners spelen een belangrijke rol en vormen ook een rode draad door alle vier exposities in het paviljoen: My Green Life, My Green Lab, My Green Gate en My Green City. Elke expositie behandelt weer een ander thema. Deze thema’s zijn veilige ruimte, schone lucht en schoon water, mobiliteit en water en groei. De verschillende exposities vormen gezamenlijk één ontdekkingstocht, vertelt Matt van Santvoord. ‘Bezoekers wandelen van de ene naar de andere expositie en maken tussendoor ook een wandeling op het buitenterrein. De rol van het CBS is belangrijk in
dat verhaal, want het zorgt voor een concrete onderbouwing van het concept. De informatie maakt het concept tastbaar en geeft bezoekers houvast. De verhaallijn is de kern van het c oncept.’ Overigens is de informatie van het CBS niet alleen in grote letters aan de wanden te vinden. De gegevens worden ook in audiovisuele projecties gepresenteerd. Samenwerking Voor 2D3D was de grote uitdaging om gaandeweg het traject de grote lijnen van dat verhaal te b lijven volgen. ‘Als directievoerder begonnen we met zes partners, maar dat werden er uiteindelijk meer dan dertig’, vertelt de partner/ontwerper. ‘Van kassenbouwers tot bouwers van algenreactors en producenten van bestrating van verduurzaamd leem: je moet voortdurend de rode draad – ‘de overheid faciliteert’ – in de gaten houden. En hoe je dat vorm geeft natuurlijk. Het moet een verhaal zijn met een logica. Het Rijkspaviljoen biedt namelijk geen beurs, maar een tentoonstelling. Er is één route, je wordt meegenomen in één verhaal. Daarin kom je onderweg verschillende dingen tegen.’ De samenwerking met het CBS verliep vlekkeloos, zegt Matt van Santvoord. ‘Qua visie sluiten we mooi op elkaar aan. Net als wij is ook het CBS er veel aan gelegen om abstracte informatie tot iets aantrekkelijks te maken. Eén van onze favoriete opdrachten uit het verleden was bijvoorbeeld het centrum van de ontwerp van het bezoekers
Feiten en cijfers over het Rijkspaviljoen Lengte gebouw: 35 meter Breedste punt gebouw: 15 meter Hoogte gebouw: 15 meter Beschikbare oppervlakte: 550 m2 Bezoekers per uur in gebouw: 600 Bezoekers per uur op buitenterrein: 200 Prognose maximaal aantal bezoekers: 1,2 miljoen Verblijftijd bezoekers: 17–26 minuten
57
Het CBS doet meer op de Floriade dan informeren, we organiseren ook zelf bijeenkomsten, bijvoorbeeld met als thema: hoe gebruik je CBS-cijfers over land- en tuinbouw?
fsluitdijk. Ook daar spelen de presentatie van A feiten en cijfers een belangrijke rol.’ CBS brengt Nederland in kaart Boschma geeft aan dat de taken keurig waren gescheiden: ‘We hebben afgesproken: wij leveren de gegevens, jullie maken een selectie en verzorgen de vormgeving. Waarbij wij uiteraard voortdurend controleren dat de gegevens juist worden weergegeven en dat ook grafieken, hoe leuk en aantrekkelijk ze ook worden vormgegeven, altijd blijven kloppen.’ Het CBS doet overigens meer op de Floriade dan informeren. In het Rijkspaviljoen is ook een conferentie/businessruimte ingericht die wordt gebruikt voor onder meer workshops, conferenties, ontvangst van bedrijven en instellingen en vergaderingen. Bij de programmering daarvan speelt het CBS een belangrijke rol. Maar het CBS kan ook zelf bijeenkomsten organiseren. Martin Boschma: ‘Je zou je kunnen voorstellen dat we daar een
Het Rijkspaviljoen op de Floriade.
58
workshop opzetten met als thema: hoe gebruik je de CBS-cijfers over land- en tuinbouw? Hoe kun je die bijvoorbeeld als onder nemer gebruiken voor je eigen bedrijfsvoering?’ Dankzij de conferentie/businessruimte communiceert het CBS dus niet alleen met de bezoekende burger, maar ook met het bedrijfs leven. Met als uiteindelijk doel? ‘Wat mij betreft’, zegt projectleider Boschma, ‘zou ik het fantastisch vinden als mensen na afloop zeggen: ik wist helemaal niet dat het CBS daar ook cijfers over heeft!’ Bewustmaking staat voorop, benadrukt Van der Velden: ‘Naams bekendheid vergroten en mensen duidelijk maken dat het CBS Nederland in kaart brengt. Op de Floriade vind ik het belangrijk dat we het CBS zo creatief mogelijk onder de aandacht brengen.’ Boschma: ‘Onze boodschap op de Floriade is: we zijn een transparant bedrijf dat gezien mag worden.’ Jaap van Sandijk
recente CBS-publicaties Rechtspleging Civiel en Bestuur 2010 Het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (WODC) en de Raad voor de rechtspraak publiceren dit jaar voor de derde keer gezamenlijk over ontwikkelingen op het terrein van civiel- en bestuursrecht. De publicatie ‘Rechtspleging Civiel en Bestuur, Ontwikkelingen en samenhangen’ is een statistisch naslagwerk op dit gebied. Dit jaar is de publicatie uitgebreid met een hoofdstuk over de uitgaven op het gebied van de civiele en bestuursrechtspleging. Daarnaast zijn enkele capita selecta opgenomen die dieper ingaan op specifieke onderwerpen op deze rechtsgebieden. Bestellingen E-mail:
[email protected] Fax: (045) 570 62 68 ISBN: 978-90-357-604-7 Prijs: € 32,00 (exclusief verzendkosten)
Babyboomers - Indrukken vanuit de statistiek (binnenkort beschikbaar) Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn in ons land bijna 14 miljoen kinderen geboren. In de periode 1946–1955 waren het er 2,4 miljoen. Hen rekenen we tot de generatie van de babyboom. De gevolgen van die enorme geboortegolf waren verreikend: bomvolle lagere scholen in de jaren vijftig, een grote toestroom naar de arbeidsmarkt en het hoger onderwijs in de jaren zestig, bouwwoede in de jaren zeventig en een verhoogde instroom van 65-jarigen vanaf 2011. In maart en april 2011 hebben de eersten van de lichting babyboomers de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Bestellingen E-mail:
[email protected] Fax: (045) 570 62 68 Kengetal: A-327 ISBN: 978-90-357-604-7 Prijs: € 3,15 (exclusief verzendkosten)
59