1
Zitting 1970-1971 - 10 9 0 0 R I J K S B E G R O T I N G V O O R H E T D I E N S T J A A R 1971 H O O F D S T U K X V I - C U L T U U R , R E C R E A T I E EN M A A T S C H A P P E L I J K WERK BIJLAGEN I T / M X VAN D E M E M O R I E V A N T O E L I C H T I N G NR. 3
BIJLAGE I PERSONEEL, RESSORTERENDE ONDER HET DEPARTEMENT VAN CULTUUR, RECREATIE EN MAATSCHAPPELIJK WERK
Artikel en omschrijving
Totaal aantal 1971
3
Artikel en omschrijving
1970
Algemene leiding
Secretaris-Generaal Raadadviseur Hoofdadministrateur . . . . Commies (A) Adj.-commies (A) Overig personeel Totaal 4 Afdelingen van algemene aard Centrale Directie Financieel en Economisch Beleid Directeur Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Accountant Referendaris (II) Adj. accountant Hoofdcommies (A) Commies (A) Adj.-commies (A) Overig personeel Totaal Centrale Directie Wetgeving en Juridische Zaken Directeur Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris (II) Commies (A) Adj."Commies (A) Overig personeel
1 1 1 2 2 1
1 1 1 2 2 1
8
8
1971 Centrale Afdeling Personeelszaken Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris Hoofdcommies (A) Commies (A) Adj ,-commies (A) Overig personeel Totaal
1 2 1 1 10 3 23 51 42 43
1 1 2 1 8 3 22 50 37 42
177
167
Centrale Afdeling Voorlichting, Documentatie en Bibliotheek Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris (II) Hoofdcommies (A) Commies (A) Adj."Commies (A) Overig personeel Totaal
1 1 3 6 1 1 1
Centrale Afdeling Algemene Zaken Administrateur Hoofdcommies (A) Commies (A) Adj."Commies (A) Overig personeel Totaal
14
Artikel en omschrijving
1970
1 1 5 10 8 3
1 1 5 13 9 2 11
12
42
40
2 2 5 11 4
1 2 2 5 10 4
12
12
37
36
1
1 4 12 9 104
12 9 97
130
123
1 4
Totaal
13
Centrale Afdeling Civiele Verdediging en Beveiliging Administrateur Hoofdcommies (A) Commies (A) Adj.-commies Overig personeel
10 900 XVI
Hoofdafdeling Kunsten Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris Hoofdcommies (A) Commies (A) Adj.-commies (A) Overig personeel Totaal Directie Oudheidkunde en Natuurbescherming Directeur Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris (II) Hoofdcommies (A)
Totaal 3
Totaal aantal 1971
1970
1 3 4 8 12 6 5
1 3 3 8 11 6 5
39
37
461
436
13
11
2 4 6 7 9 8 7
1 4 6 6 9 6 10
43
42
26 Directoraat-Generaal Culturele Zaken Leiding Directeur-Generaal Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris Hoofdcommies (A) Commies (A) Adj.-commies (A) Overig personeel Totaal
14
12
Centrale Afdeling Internationale Betrekkingen Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris Hoofdcommies (A) . . . . Commies (A) Adj.-commies (A) . . . . Overig personeel
Totaal afdelingen van Alge mene aard
Centrale Afdeling Organisatie en Efficiency Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris Hoofdcommies (A) Commies (A) Adj.-commies (A) Overig personeel Totaal
Totaal
Totaal aantal
(7 vel)
1 1 1 5 10
Totaal Artikel en omschrijving
Commies (A) Adj.-commies (A) Ov;rig personeel Totaal Totaal algemeen Direct.-Gen. ~ Culturele Zaken Toezicht muziekonderwijs en orkestwezen Inspecteur Adj."inspecteur Adm. hoofdambtenaar . . . Adm. ambt. (B) (Ie kl.) . . . Overig personeel
aantal
Artikel en omschrijving
1971
70 1970
8 5 6
93
4 7 9 T7 34 —• 87 87
1 1 1 1 2
11 1 11 11 2
6
66
1 1 1 2 3 5 6
1 1 — 2 2 5 6" j177
37
28
Totaal 30 Raad voor de Kunst Secretaris Adj ."Secretaris Administrateur Wetensch. ambtenaar . . . . Hoofdcommies (A) Adm. ambt. (A/C) (le/2ekl.). Overig personeel Totaal
19
32 Andere adviesorganen op het gebied van de kunsten Adm. Ambt. (B) (Ie kl.) . .
1
1
53 Rijksakademie van beeldende kunsten Hoogleraar-directeur . . . . Adj."directeur Hoogleraar Lector 1 ) Adm. hoofdambtenaar (A) . Adj.-commies (A) Adm. ambt. (A/B) (le/2e kl.) Fotograaf (A/B) (le/2e kl.) . Techn. onderwijsassistente. . Overig personeel
1 1 12 19 2 1 3 2 1 15
11 11 12 19 22 — 4 1j 22 14 14 — 56 56
Totaal 66 Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Directeur Wetensch. hoofdambtenaar . Wetensch. ambtenaar (Ie kl.) Rest. van schilderijen (A) . . Techn. hoofdassistent (A) . . Techn. assistent (A) Hoofdassistent (A) (Ie kl.). . Adm. hoofdambtenaar . . . Adm. ambt. (A/B) (le/2e kl.) Tekenaar (A/B) (le/3ekl.). . Bibliotheek-assistent . . . . Fotograaf (A/B) (le/2e kl.) . Overig personeel Totaal
57
1 3 1 7 3 1 2 7 2 — 3 10 47
1. 3, 6t 1 77 3 11 2 7 — 11 11 13 •3 — 46
ier*) De telling van het aantal onderwijzend per:resoneel/lectoren is een fictieve; deze is vcrkreren gen door het aantal door hen te geven lesuren ate delen door het aantal lesuren, dat normaliter wordt gegeven.
71 Rijksdienst voor de Monumentenzorg Hoofddirecteur Directeur Wetensch. hoofdambt. (A). . (Adj.)-wetensch. ambt. (lekl.) Hoofdarchitect (A) Architect (Ie kl.) Bouwk. hoofdambtenaar (A). Bouwk. ambtenaar (A) . . . Rijksinsp. besch. monumenten Referendaris Adm. hoofdambtenaar (A) . Adm. ambt. (A/B) (le/2e kl.). Tekenaar (A/B) (le/3e kl.). . Overig personeel Totaal
Totaal aantal 1971 1970 >70
1 1 4 7 6 13 6 16 1 1 4 23 2 41 126
1J 1* 4* 6b 6^ 13 *~. 5 .Z. 17 '7 1 ~— '5 M 20 . 1' 44 ,. 114 124
77 Verzorging van aan het Rijk behorende of bij het Rijk in gebruik zijnde monumenten voor zover de kosten daarvan ten laste van het Departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk komen Overig personeel
4
44
80 Bureau Rijksinspecteur voor roerende monumenten Rijksinspecteur Wetensch. hoofdambtenaar . Wetensch. ambtenaar (lekl.) Rest. van schilderijen . . . . Hoofdcommies Commies Hoofdassistent (A) (lekl.). . Assistent (A) Overig personeel
1 1 1 1 — 1 2 5 14
1 1 1 1 1 1 2 4 14
26
26
1 1 9 2 1 1 1 8 13
1 1 11 2 2 — 22 7 H 11 ~ 37
Totaal 83 Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Directeur Wetensch. hoofdambtenaar . Wetensch. ambtenaar (Ie kl.). Hoofdcommies Adm. ambt. (A) (2e kl.) . . . Adj.-commies (A) Documentatie assistent (A) . Documentatie ambt. (A) . . Overig personeel Totaal 86 Centraal laboratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en wetenschap Directeur Wetensch. hoofdambtenaar . Wetensch. ambt. (Ie kl.), . . Techn. ambtenaar (Ie kl.) . . Techn. h o o f d a s s i s t e n t . . . . Assistent (A) (Ie kl.) . . . . Adm. hoofdambtenaar . . . Adm. ambt. (B) Ie kl.) . . . Analist (A) Overig personeel Totaal
Totaal Artikel en omschrijving
90 Rijksmusea 1. Rijksmuseum, Amsterdam Hoofddirecteur Directeur Wetensch. hoofdambt. (A). . Wetensch. ambtenaar (Ie kl.). Hoofdrest. v. schilderijen . . Restaurateur v. schilderijen . Administrateur Referendaris Adm. hoofdambtenaar (A) . Techn. h o o f d a m b t e n a a r . . . Adm. ambt. (A/B) (le/2e kl.). Hoofdassistent (A) (Ie kl.) . Assistent (A) (Ie kl.) . . . . Techn. hoofdassistent (A) . . Techn. assistent (A/Q . . . Fotograaf (A/B) (le/2e kl.) . Overig personeel Totaal 2. Rijksmuseum Vincent van Gogh (i.o.), Amsterdam Directeur Wetensch. hoofdambt. (A) . Adm. ambt. (A/B) (le/2e kl.). Hoofdassistent Overig personeel Totaal
37
3. Rijksmuseum voor Volkskunde „Het Nederlands Openluchtmuseum", Arnhem Directeur Secretaris Wetensch. hoofdambt. (A). . Wetensch. ambtenaar (Ie kl.). Adm. hoofdambtenaar (A) . Adm. ambt. (A/B) (le/2e kl.). Hoofdassistent (A) (Ie kl.). . Assistent (A) (Ie kl.) . . . . Techn. hoofdassistent (A) . . Fotograaf (A/B) (le/2e kl.) . Bouwk. ambtenaar Opzichter (A/D) Overig personeel Totaal 4. Rijksmuseum „Huis Lambert van Meer ten", Delft Directeur Overig personeel Totaal
1 1 5 1 2 — 1 1 7 14
1j 1 5 11 3 11 11 2 6 9
33
30
5. Rijksmuseum „Zuiderzeemuseum", Enkhuizen Directeur Wetensch. ambtenaar (Ie kl.) Adm. hoofdambtenaar . . . Bouwkundige (A) Techn. hoofdassistent (A) . . Techn. assistent (A) . . . . Assistent (A) (Ie kl.) . . . . Overig personeel Totaal
aantal 1971 1970
1 2 7 10 1 1 1 2 6 1 12 5 5 5 11 4 219
1 2 7 10 1 1 1 2 6 1 12 5 5 5 11 4 216
293
290
1 1 2 1 2
1 1 1 —• 2
7
5
1 1 2 3 1 9 3 5 1 2 1 5 56
1 1 2 3 2 9 3 3 I 2 1 5 57
90
90
(1) 1
(1) 1
1
1
1 1 1 — 1 3 1 11
1 2 1 1 1 4 1 8
19
19
3 Artikel en omschrijving
Totaal aantal 1971
6. Rijksmuseum Twenthe, Enschede Directeur Wetensch. hoofdambt. (A) . Wetensch. ambtenaar . . . Techn. hoofdassistent (A) . . Assistent (A) Overig personeel Totaal 7. Koninklijk Kabinet van Munten, Penningen en Gesneden Stenen, 's-Gravenhage Directeur Wetensch. ambtenaar (Ie kl.) Adm. Ambt. (B) (Ie kl.) . . Assistent (A) (Ie kl.) . . . . Overig personeel Totaal 8. Koninklijk Kabinet van Schilderijen (Mauritshuis), 's-Gravenhage Directeur Wetensch. ambtenaar (Ie kl.). Adm. hoofdambtenaar . . . Overig personeel Totaal
12
Artikel en omschrijving
1 3 1 1 3 9
1 3 2 — 3 9
1 1 1 8 11
1 1 2 4 2 3 27 40
1 1 8 5 4 5 34 58
1 1 1 8
16. Rijksmuseum Muider slot, Muiden Overig personeel
5
11
17. Rijksmuseum G. M. Kam, Nijmegen Directeur Wetensch. ambtenaar . . . . Overig personeel Totaal
1 1 4 6
18. Rijksmuseum Kröller-Müller, Otterlo Directeur Wetensch. hoofdambt. . . . Wetensch. ambtenaar (Ie kl.) Techn. hoofdassistent (A) . . Techn. assistent (A/C) . . . Adm. ambt. (B) (Ie kl.) . . . Overig personeel
11. Rijksmuseum MeermannoWestreenianum, 's-Gravenhage Wetensch. ambtenaar (Ie kl.). Overig personeel Totaal
Totaal 19. Rijksmuseum OranjeNassau, Apeldoorn Directeur Referendaris Wetensch. ambtenaar (Ie kl.) Adj. commies Overig personeel
12. Rijksmuseum voor de Geschiedenis der Natuurwetenschappen, Leiden Directrice Wetensch. hoofdambt. (A). . Wetensch. ambtenaar (Ie kl.) Adm. hoofdambtenaar . . . Techn. hoofdassistent (A) . . Techn. assistent (A/C) . . . Fotograaf (B) (Ie kl.) . . . . Adm. ambt. (A/B) (le/2e kl.). Overig personeel
Totaal
15. Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden Directeur Onderdirecteur Wetensch. hoofdambt. (A). . Wetensch. ambtenaar (Ie kl.). Techn. hoofdassistent (A) . . Adm. ambt. (A/B) (le/2e kl.). Overig personeel Totaal
10. Rijksmuseum Hendrik Willem Mesdag, 's-Gravenhage Restaurateur v. schilderijen . Overig personeel Totaal
13. Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, Leiden Directeur Onderdirecteur Wetensch. hoofdambt. (Ie kl.) Wetensch. ambtenaar (Ie kl.). Techn. hoofdassistent (A) . . Adm.ambt.(A/B)(le/2ekl.) . Overig personeel
14. Rijksmuseum van Oudheden, Leiden Directeur , Onderdirecteur Wetensch. hoofdambt. (A). . Wetensch. ambtenaar (Ie kl.) Techn. hoofdassistent (A) . . Adm. ambt. (A/B) (le/2e kl.). Fotograaf (B) (Ie kl.) . . . . Overig personeel Totaal
9. Rijksmuseum Gevangenpoort, 's-Gravenhage Overig personeel
Totaal
1971
1970
12
Totaal aantal
Totaal Totaal Rijksmusea
21
21
1 1 12 5 12 5 32 68
1 1 12 5 11 5 33 68
102 Rijksarchieven Algemene rijksarchivaris . Rijksarchivaris Hoofdchartermeester . . . (Adj.)-chartermeester (Ie kl.) Hoofdarchivist (A) (Adj.)-archivist (A) . . . . Referendaris Adm. hoofdambtenaar . . , Adj. commies (A) Adm. ambt. (A/B) (le/2e kl.) Overig personeel Totaal
Artikel en omschrijving
1970
1 1 3 3 1 3 1 27 40
1 1 8 6 4 4 34 58
1971
1970
1 1 1 4 7
1 1 1 4 7
1 1 3 3
1 1 2 2
1 1 4 6 2 10 1 10 5 18
1 1 4 6 2 8 1 6 2 10
58
41
1 1 6 2 3
1 1 4 2 2
13
10
Directie Jeugdzaken, VolksonV wikkeling en Sport Directeur Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris (II) Hoofdcommies (A) Commies (A) Adj.-commies (A) Overig personeel Totaal
1 1 4 15 21 7 10 21
1 1 4 14 20 6 10 21
80
77
Hoofdafdeling Openluchtrecreatie Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris (II) Hoofdcommies (A) Commies (A) Adj.-commies (A) Overig personeel Totaal
1 4 14 6 6 2 11
1 3 13 6 3 4 12
44
42
Directie Radio, Televisie en Pers Directeur Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris (II) Hoofdcommies (A)
1 1 2 3 3
1 1 2 3 2
106 Nederlands instituut voor geschiedkundig, kunsthistorisch en oudheidkundig onderzoek te Rome
Directeur Adj.«directeur Wetensch. hoofdambtenaar . Overig personeel Totaal . . . . 109 Natuurbeschermingsraad Wetensch. hoofdambt. (A). . Referendaris Wetensch. ambtenaar (Ie kl). Overig personeel Totaal 112 Rijksinstituut voor natuurbeheer Directeur Hoofdadministrateur . . . . Wetensch. hoofdambt. (A). . Wetensch. ambtenaar (Ie kl.). Techn. hoofdambtcnaar . . . Hoofdassistent (A) Adm. hoofdambtenaar . . . Adm. ambt. (A/C) (le/2e kl.) Tekenaar (A/B) (le/2e kl.) . Overig personeel Totaal
1 1 2 1 2 1 17 25
1 1 1 1 2 1 18 25
1 1 1 1 23 27 701
669
1 14 4 23 9 30 1 3 4 3 78
1 14 6 20 10 26 1 — 7 78 163
Totaal aantal
123 Directoraat-Generaal voor de Volksontwikkeling en Recreatie Leiding Directeur-Generaal Administrateur Referendaris Adj.-commies (A) Overig personeel Totaal
4
Artikel en omschrijving
Commies (A) Adj.-commies (A) Overig personeel Totaal Totaal algemeen Dir. Gen. voor de Volksontwikkeling en Recreatie 130 Raad voor de Jeugdvorming Secretaris Wetensch. ambt Overig personeel Totaal
Totaal aantal
Artikel en omschrijving
1971
1970
1 1 1 13
1 1 1 12
150
141
1 1 2
1 1 2
4
4
141 Rijksinspectie van de openbare bibliotheken Hoofdinspecteur Inspecteur Commies Overig personeel
1 5 1 7
1 5 1 7
Totaal
14
14
151 Hoofdafdeling Bijzonder Jeugdwerk in internaatsverband A. Hoofdafdeling Hoofdadministrateur Administrateur . . Referendaris (II) . . Hoofdcommies (A) Wetensch. ambtenaar Commies (A) . . . Adj.-commies (A) . Overig personeel . .
1 3 9 11
Sub-Totaal
59
B. Internaten Directeur-Directrice . . . . Psycholoog Hoofd groepsdienst, - vorming en onderwijs, - argemene dienst (Ass.) Contactambt./(ass.) rapporteur Onderwijzer(es) (Ass.) Leerkracht beroepsvorming Leerkracht sport en spel . . Groepsleider/-leidster . . . . Leider creatieve vorming . . Hoofd huishouding . . . . Administrateur Overig personeel
10 9 16
21 3
1 2 9 5 1 15
16 17 66 21
39
41
38 44
38 36
55 23 208 20 15 19 95
50 20 179 18 19 19 100
Sub-Totaal . . . .
580
541
Totaal
639
607
167 Omroepraad Secretaris Overig personeel Totaal
1 1 2
Totaal aantal 1971
169 Dienst van de Regeringscommissaris Personeel
13
Artikel en omschrijving
1970
13
173 Persraad Referendaris Overig personeel Totaal. 176 Directoraat-Generaal voor de Maatschappelijke Ontwikkeling Leiding Directeur-Generaal.... Hoofdadministrateur . . . Geneesheer Psychiater . . Commies Overig personeel Totaal Directie Samenlevingsopbouw Directeur Hoofdadministrateur . . . . Administrateur Referendaris (II) Hoofdcommies (A) Commies (A) Adj."Commies (A) Overig personeel Totaal Directie Maatschappelijke Dienstverlening Directeur Hoofdadministrateur . . Administrateur Referendaris Hoofdcommies (A). . . Commies (A) Adj.-commies (A) . . . Overig personeel . . . . Totaal Stafafdeling Onderzoek en Planning Directeur Hoofdadministrateur . . . . Wetensch. hoofdambt. (A). . Wetensch. ambtenaar (Ie kl.) Commies (A) Adj.-commies (A) Overig personeel Totaal Hoofdbureau Landelijk Contact A. Algemeen Hoofdadministrateur Referendaris. . . Hoofdcommies (A) Commies (A) . . Adj.-commies (A) Overig personeel. Sub-Totaal
1 1 (1) 1 1
O)
3
4
1 3 9 9 27 35 26 18
1 3 6 12 26 33 28 16
128
125
1 2 7
1 1
12 22 14 7
1 1
6 8 21 13
11
13 11
76
74
1 1 4 21 2 2 4
4 20 2 2 4
35
33
1 2 1 2 1 2
Totaal aantal 1971
1970
11 4 41 39 29 32 156
10 4 38 38 26 33 149
165
157
407
393
1 1 1 6 7 21 25 12 26 100
1 1 1 6 7 16 28 12 25 97
215 Buitengewone Pensioenen en A.O.R. Administrateur Referendaris (II) Hoofdcommies (A) Commies (A) Overig personeel Totaal . . . .
1 2 2 3 2 10
10
Afwikkeling verzorging gerepatrieerden Hoofdcommies (A) . . . Commies (A) Totaal
— —
1 2 3
219 Volkskredietwezen Hoofdadministrateur . . . Referendaris (II) Hoofdcommies (A) . . . . Commies (A) Adj."Commies (A) . . . . Overig personeel Totaal
1 2 1 3 4 3 14
1 2 1 3 2 5 14
B. Bureaus in de provincies Administrateur Referendaris Hoofdcommies ( A ) . . . . Commies (A) Adj."Commies (A) . . . . Overig personeel Sub-Totaal . . . Totaal Landelijk Contact Totaal Directoraat-Generaal voor de Maatschappelijke Ontwikkeling 206 Directie Bijstandszaken Directeur Hoofdadministrateur . . Hoofdgeneeskundige (A) Administrateur Referendaris Hoofdcommies (A) . . . Commies (A) Adj."Commies (A) . . . Overig personeel . . . . Totaal
222 Repatriëring en ontruiming woonoorden Ambonezeni Raadadviseur Commissaris Referendaris Hoofdcommies (A) . . Commies (A) Adj.-commies (A) . . . (Hoofd)kleuterleidster . Overig personeel . . . . Totaal . . . . Totaal-Generaal
1
1 1 1 5
1 2 2
1 10 20
1 1 18 25
3237
3089
BIJLAGE II OVERZICHT VAN DE WERKELIJKE EN DE GERAAMDE PERSONEELSSTERKTE Geraamd in de begroting voor
Werkelijke sterkte per
Organisatie-eenheden
31-12-'68
31-12-'69
30-6-'70
1970
402
419
427
444
1 359 *)
1 126
1 151
1 320
Volksontwikkeling en recreatie
589
621
662
783
Maatschappelijke ontwikkeling
297
347
358
393
83
89
89
97
154
81
67
52
2 683
2 754
3 089
Ministerie Culturele zaken
Bftstandszaken Overige Maatschappelijke Voorzieningen
Totaal Af: wegens naar verwachting niet te vervullen vacatures
2 884 x)
200
2 889
!) Inclusief Staatsbosbeheer 246 man
6 BIJLAGE III MINISTERIE VAN CULTUUR, RECREATIE EN MAATSCHAPPELIJK WERK Aan de gemeentebesturen Afdeling en nummer DMD/U 27 866 Rijswijk (ZH), 14 augustus 1970. In zijn aan u gericht schrijven van 6 juli 1970 (Directie FBB afd. FV nr. F 70/K 2088 Stat. 131) heeft mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken nadere mededelingen aangekondigd over enkele verschuivingen in de financiering van kosten van sociale zorg namelijk van het Gemeentefonds naar de daarvoor in aanmerking komende hoofdstukken van de rijksbegroting. Voor zover deze betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor de Staatssecretaris en ik verantwoordelijkheid dragen, wil ik u gaarne, mede namens de Staatssecretaris, over deze wijzigingen inlichten en aangeven welke motieven daaraan ten grondslag liggen. Bevorderd zal worden, dat met ingang van 1 januari 1971 zullen worden ingetrokken de aanwijzingen in artikel 14 van het Financiële-Verhoudingsbesluit 1960 van de regeling betreffende: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
huishoudelijke en gezinsvoorlichting (letter k) gezinsverzorging en gezinshulp (letter /) dorps- en wijkcentra (letter p) begeleiding van buitenlandse arbeiders (onderdelen van de subsidieregeling voor maatschappelijke opbouw) (letter r) begeleiding van Surinamers en Antillianen maatschappelijk werk voor ongehuwde moeders (letter /) maatschappelijk werk voor zwakzinnigen (letter u) bureaus voor levens- en gezinsmoeilijkheden (letter v).
Deze maaregel, die derhalve van invloed is op de factor sociale zorg van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds, gaat gepaard met het verhogen van het rijkssubsidie. Ten aanzien van zes van de genoemde regelingen zal het nieuwe rijkssubsidie-percentage in principe gesteld worden op het oude percentage van de rijksregeling, vermeerderd met het gemiddeld percentage van het gemeentesubsidie. Voor twee regelingen, te weten die voor de huishoudelijke en gezinsvoorlichting en die voor de dorps- en wijkcentra zal het nieuwe rijkspercentage gesteld worden op het oude percentage van de rijksregeling, vermeerderd met 80 pet. van het gemiddeld percentage van het aandeel dat de gemeenten in deze kosten dragen. Het resultaat daarvan is dat de nieuwe rijkssubsidiepercentages per 1 januari 1971 zullen bedragen: nieuw oud 1. gezinsverzorging en gezinshulp A, aangewezen instellingen (bedoeld in hoofdstuk lila van de subsidieregeling) a. gezinsverzorgsters b. gezinshelpsters (niet voor bejaarden en chronisch zieken) . 8 c. gezinshelpsters (voor bejaarden en chronisch zieken) d. leiding
80
40
0
40
85 x ) 90
40 40
B. overige instellingen a. gezinsverzorgsters 70 35 b. gezinshelpsters (niet voor bejaarden en chronisch zieken) . 5 0 25 c. gezinshelpsters (voor bejaarden en chronisch zieken) 85 1 ) 35 d. leiding 90 45 2. bureaus voor levens- en gezinsvragen a. voor instellingen bedoeld in artikel 22 onder b van de subsidieregeling 90 60 b. voor de overige instellingen . . 80 40 3. huishoudelijke en gezinsvoorlichting de rijksbijdrage in de gemeente-subsidiëring a. voor personeel 90 60 b. overige kosten 60 35 4. maatschappelijk werk voor zwakzinnigen 90 40 5. maatschappelijk werk voor ongehuwde moeders 90 60 6. begeleiding van buitenlandse arbeiders 95 70 7. begeleiding van Surinamers en Antillianen 95 70 8. dorps- en wijkcentra 75 25 i) Het percentage van 85 vloeit niet alleen voort uit een herrekening van het rijkssubsidie tengevolge van de overname van het gemeentesubsidie, doch tevens uit de beslissing, de financiering van deze hulp te verbeteren. In 1971 zal het percentage 85 bedragen, in de daaropvolgende jaren zal het geleidelijk verhoogd worden tot in 1974 het percentage van 90 is bereikt. Met betrekking tot de dorps- en wijkcentra wordt het subsidie in de investeringskosten door het rijk verstrekt in een bedrag ineens. Het gemeente-subsidie wordt tot dusver in het algemeen gegeven als rente en aflossing van een van de gemeente verkregen lening. Dat betekent dat gemeenten die vóór 1971 op die wijze subsidie hebben toegekend de desbetreffende lasten nog geruime tijd als kosten van sociale zorg bedoeld in artikel 14, eerste lid, letter p, van het Financiële-Verhoudingsbesluit 1960 voor de berekening van het onderdeel van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds in aanmerking zouden brengen. Dit wordt minder gewenst geacht. Ten laste van dn begroting van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk zullen daarom aan die gemeenten afkoopsommen worden uitgekeerd. Nog nader zal beslist worden of deze afkoop voor alle gemeenten tegelijk in één jaar zal ge schieden of verdeeld over enkele jaren. Zolang de afkoop noft niet is geschied zal de gemeente een jaarlijkse uitkering krijgen uit de C.R.M."begroting, naar analogie van de thans nog geldende regeling binnen de financiële verhouding. Te zijner tijd zal ik mij nader hierover met u in verbinding stellen. De motieven voor het gewijzigd beleid ter zake zijn niet voor alle regelingen gelijk. Voor bepaalde regelingen (bureaus voor levens- en gezinsvragen, maatschappelijk werk voor zwakzinnigen en voor ongehuwde moeders) geldt dat de gesubsidieerde instellingen hun werkzaamheden uitstrekken over zo grote rayons, dat vaak zeer veel gemeenten met één instelling te maken hebben, er per gemeente slechts geringe subsidiebedragen verstrekt worden en de relatie tussen de instelling en de verschillende gemeenten niet zeer nauw is. Het is weinig doeltreffend gebleken, zowel
7 voor de gemeenten als voor de instelling, voor de subsidiëring ervan uit te gaan dat een gedeelte van het overheidssubsidie uit de gemeentekas behoort te komen. In andere gevallen (begeleiding van Surinamers en Antillianen en van buitenlandse arbeiders) is het betrekkelijk toevallig of een vrij grote groep van bedoelde personen voor kortere of langere tijd zich binnen de gemeentegrenzen bevindt en blijkt het weinig bevredigend de betreffende gemeente met de kosten van begeleiding te belasten. Met betrekking tot de gezinsverzorging ligt het in het voornemen in korte tijd het aantal gezinshelpsters voor bejaarden sterk te doen uitbreiden. Dit kan niet mede afhankelijk worden gesteld van de financiële mogelijkheden van een gemeente. Reeds nu zijn enkele gemeenten er om financiële redenen toe over moeten gaan bedoelde uitbreiding te stoppen dan wel sterk af te remmen. Hoe begrijpelijk dit ook moge zijn gezien vanuit de mogelijkheden van de betreffende gemeenten, het betekent nochtans dat hierdoor de realisering van het landelijk beleid ter zake in gevaar komt. Dit beleid is er mede op gericht de aandrang tot opneming in bejaardentehuizen, en derhalve tot sterke uitbreiding van het aantal van deze bejaardentehuizen, te verminderen. Deze aandrang ontstaat mede door het ontbreken van voldoende hulpmogelijkheden aan bejaarden die in hun gewone - al dan niet aangepaste - woningen leven. Een en ander zal worden uiteengezet in een nota die binnenkort aan de Staten-Generaal zal worden aangeboden en in de memorie van toelichting bij een ontwerp van wet tot wijziging van de Wet op de Bejaardenoorden. Met betrekking tot de huishoudelijke en gezinsvoorlichting en de dorps- en wijkcentra moet erkend worden dat het hier om plaatselijke activiteiten gaat, waarin het alleszins verantwoord is dat ook de gemeenten een bijdrage in de kosten geven. Daar wordt dan ook voor het toekomstig beleid van uitgegaan. Vandaar dat, zoals boven reeds vermeld, in deze beide gevallen het rijkssubsidiepercentage slechts met 80 pet. van het gemiddelde gemeente-subsidie is verhoogd. Er wordt dus aangenomen dat de gemeente nog 20 pet. van het aanvankelijk gemeentelijk aandeel in de kosten voor haar rekening neemt. Deze 20 pet. van het aanvankelijk gemeentelijk aandeel in de kosten zal dan niet in aanmerking worden genomen als kosten van sociale zorg in de zin van artikel 9, tweede lid, van de Financiële-Verhoudingswet 1960. Dat in deze beide gevallen waarin van voortzetting van het gemeentelijk subsidie is uitgegaan toch tot verhoging van het rijkssubsidie is besloten, onder gelijktijdige intrekking van de aanwijzing in artikel 14 Financiële-Verhoudingsbesluit 1960, vindt zijn motivering in overwegingen van doelmatigheid in administratief opzicht. Bij de huishoudelijke en gezinsvoorlichting levert mijn departement het aandeel in de kosten in de vorm van een bijdrage in het gemeente-subsidie. Het is in dit geval weinig efficiënt dat de gemeente de gemaakte kosten uit meer dan één bron voor een deel terugkrijgt. Bij de dorps- en wijkcentra werd het ondoelmatig geacht de dekking over 40 jaar te spreiden. Ik ben mij er van bewust dat de vorenvermelde maatregelen niet van louter financiële betekenis zijn. Immers zowel voor de gemeente als voor het rijk is subsidiëring niet slechts een middel van financiering doch ook een middel van beleid. Voor zover de maatregelen meebrengen dat de gemeente in het vervolg geen subsidie meer zal verstrekken, zou dat kunnen betekenen dat de gemeente ook bij de bepaling van het beleid wordt uitgeschakeld. Dit beoog ik echter geenszins, al besef ik dat voor de gemeente de medebeleidsbepaling niet voor iedere vorengenoemde activiteit van hetzelfde belang behoeft te zijn. Voor de gemeente zal dit belang bij de gezinsverzorging veel zwaarder kunnen wegen dan bijvoorbeeld bij het maatschappelijk werk voor ongehuwde moeders.
Op welke wijze zorg gedragen kan worden dat de gemeenten bij het beleid betrokken blijven zal nader overwogen worden, waarbij onder andere overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zal worden gevoerd. Ter vermijding van ieder misverstand wil ik er nog op wijzen dat wanneer en voorzover in het voorgaande is gesteld dat er bij de keuze van het systeem van financiering niet van uitgegaan wordt dat de gemeente voor een bepaalde activiteit blijft subsidiëren, dat uiteraard niet betekent dat daarmee de bevoegdheid van de gemeente om te subsidiëren op enigerlei wijze wordt aangetast. Slechts zullen in het geval de gemeente subsidieert, deze uitgaven niet meer meetellen voor de berekening van het uitkeringsonderdeel sociale zorg van het Gemeentefonds. Er kan zelfs alle aanleiding bestaan voor de gemeente om naast voortgezette subsidie aan huishoudelijke en gezinsvoorlichting en voor dorps- en wijkcentra ook in andere gevallen nu nog een subsidie, zij het van aanmerkelijk mindere omvang, te verstrekken. Immers, de hogere rijkssubsidies zijn gebaseerd op het gemiddelde van het tot heden geldende gemeente-subsidie. De instellingen in gemeenten waar tot heden toe boven dat gemiddelde is gesubsidieerd, zuilen hierdoor minder subsidie kunnen ontvangen. In zo'n geval kan er dus aanleiding voor de gemeente bestaan om een dergelijke teruggang in subsidie tijdelijk of blijvend op te vangen. Ik vraag u bij de afweging van de vele belangen die u hebt te behartigen ook aan dit aspect aandacht te schenken. Met betrekking tot de kosten, verbonden aan de verlening van bijstand, moge ik nog uw aandacht voor het volgende vragen. Ingaande 1 januari 1971 zal een rijksgroepsregeling voor thuisloze personen van kracht worden. Het in artikel 48 van de Algemene Bijstandswet bedoelde vergoedingspercentage zal voor deze rijksgroepsregeling 100 bedragen. Voorts bestaat het voornemen de bijstandsverlening aan woonwagenbewoners bij algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 19a (nieuw) van de Algemene Bijstandswet met ingang van 1 januari 1971 op te dragen aan een beperkter aantal bij die maatregel aan te wijzen gemeenten. Op grond van het (gewijzigde) artikel 49 van de Algemene Bijstandswet zal het Rijk aan de aangewezen gemeenten de kosten van bijstand aan woonwagenbewoners volledig vergoeden. Over de inhoud van de bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt nog overleg gepleegd. Ten slotte deel ik u mede dat per 1 januari 1971 niet alleen de aanwijzing in artikel 14 van het Financiële-Verhoudingsbesluit 1960 van een aantal voorzieningen wordt ingetrokken, maar ook dat zal worden bevorderd, dat een tweetal andere voorzieningen zal worden aangewezen. Het betreft het jeugd- en jongerenwerk en de plaatselijke instellingen voor overleg en advies. Enkele reeds opgenomen voorzieningen blijven daarnaast in het Financiële-Verhoudingsbesluit. Vele gemeenten zien zich voor de noodzaak geplaatst het werk ten behoeve van jeugdigen en jongeren in deze tijd krachtig te ondersteunen. Maar dit legt op bepaalde gemeenten een aanmerkelijk zwaardere druk dan op andere. Dit is aanleiding om de voorzieningen voor jeugd- en jongerenwerk per 1 januari 1971 aan te wijzen in artikel 14 van het Financiële-Verhoudingsbesluit 1960. Aangezien instellingen van overleg en advies alleen in de grotere gemeenten werkzaam zijn, zodat de spreiding van kosten over de gemeenten ongelijk is, is ook hiervoor tot aanwijzing in artikel 14 van het Financiële-Verhoudingsbesluit 1960 besloten. De Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, M. KLOMPÉ.
8 BIJLAGE IV OVERZICHT VAN SOCIAAL WETENSCHAPPELIJKE ONDERZOEKINGEN WAARAAN HET MINISTERIE VAN CULTUUR, RECREATIE EN MAATSCHAPPELIJK WERK ZIJN MEDEWERKING VERLEENT C.Q. HEEFT VERLEEND Onderzoek op het terrein van maatschappelijk en culturele voorzieningen
Toelichting: a = Toelichting op de naam van het onderzoek (indien noodzakelijk) b — Onderzoeker(s) en/of onderzoekinstelling c = Eventueel mede verantwoordelijke personen en/of instanties A. LOPENDE ONDERZOEKINGEN (per juli 1970) Onderzoek op het gebied van gezin en maatschappij Gezinssociologische Censusmonografieén a = Aanalyse van volkstellingsgegevens van 1971, met gebruikmaking van gegevens van voorgaande tellingen, alsmede van gegevens uit binnen- en buitenlandse literatuur b = SISWO + een 10-tal instituten c = Ministeries van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van Onderwijs en Wetenschappen Onderzoek Grote Gezinnen (II) a = Onderzoek naar de factoren die de geboorte van kinderen met geboortenummer 5 of hoger bepalen, alsmede naar de consequenties hiervan voor het gezin b = Sociologisch Instituut der R.U. Utrecht/Dr. H. J. Heeren Onderzoek Gezinsproblemen Jonggehuwden a = — b = Instituut voor Psychologisch Marktonderzoek Onderzoek Spaans-Nederlandse Huwelijken a = Onderzoek naar de rolopvattingen in het huwelijk b = Interparochieel Sociaal Charitatief Centrum te Amsterdam Onderzoek III-gene? atiesysteem a = Onderzoek naar hulp- en contactrelaties tussen gezin van herkomst en eigen gestichte gezin b = Sociologisch Instituut der R.U. Utrecht Onderzoek op het gebied van sexuah'teit en maatschappij Onderzoek naar de sociale positie van de ongehuwde moeder en haar kind in de Nederlandse samenleving (Fase I en Fase II) a = Fase I is bevolkingsonderzoek en Fase II is onderzoek ongehuwde moeder zelf b = Stichting Pro Familia, Attwood Statistics Ned. N.V. c = Federatie van Instellingen voor de Ongehuwde Moeder en haar kind (FIOM) Onderzoek jeugdige ongehuwde moeders a = Onderzoek naar het ongehuwde moederschap onder minderjarigen met inbegrip van het verwekkersaspect b = Instituut voor Arbeidsvraagstukken te Tilburg Onderzoek levensloop homofielen a =r Onderzoek naar sociaal-psychologische aspecten van de levensloop van homofiele personen b = Sociaal-psychologisch Instituut Groningen (Prof. Dr. H. A. Hutte) Onderzoek situatie homofielen a = Onderzoek naar de feitelijke belemmeringen die homofielen ondervinden bij hun deelname aan het maatschappelijk leven b = Stichting tot Bevordering Sociaal Onderzoek Minderheden (Prof. Dr. H. Bianchi)
Onderzoek kennis en beeld van de sociale dienstverlening II a = Nadere uitwerking van de gegevens van de eerste fase van het onderzoek b = N.V. v/h Nederlandse Stichting voor Statistiek Leeronderzoek algemene bijstandswet II a = Onderzoek naar de invloed van de A.B.W. op de aard, omvang en behartiging van de bijstands- en dienstverlening en de gevolgen van de A.B.W. op de taak, functie, arbeidsveld en samenwerking van het particulier initiatief en overheid b = Sociaal Instituut van de Katholieke Universiteit te Nijmegen Omnibusonderzoek algemene bijstandswet a = Publieksonderzoek naar kennis omtrent de A.B.W. b = N.V. v.h. Nederlandse Stichting voor de Statistiek Exploratie f onderzoek wijkvoorzieningen a = — b = Drs. W. F. Heinemeijer, Gem. Universiteit Amsterdam Onderzoek Sociale Zekerheid a = Inventarisatie van genieters van loonvervangende uitkeringen en onderzoek naar het effect van de uitkeringen op de levenssituatie: opvoeding en arbeidsethiek b = Instituut voor Arbeidsvraagstukken (IVA) te Tilburg c = Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid/Ford Foundation Evaluatieonderzoek SCAB a = Evaluatie van de werkwijze van de Stichting Contact en Adviesorgaan Bijlmer b = Nederlands Instituut voor Maatschappelijke Opbouw (NIMO) c = SCAB Onderzoek proefkrèche 1970 a = Onderzoek naar sociaal-emotionele, cognitieve en motorische ontwikkeling van kinderen in een proefkrèche te Amsterdam, speciaal m.h.o. op de ontwikkeling en toepassing van meetinstrumenten en het compenseren van met behulp van deze instrumenten eventueel aangetoonde tekorten b = Researchteam o.l.v. Dr. G. A. Kohnstamm c = Stichting Krèche en Wetenschap Onderzoek „De Zomiehof" a = Onderzoek naar sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen in een experimentele speelzaal met bijzondere aandacht voor spel, speelgoed, integratie van milieus (thuis en krèche) en normontwikkeling t.a.v. groepsgrootte en op!eidingseisen van personeel b = Stuurcommissie research v.d. Vereniging tot Oprichting en Instandhouding van kinderdagverblijven in Groningen c = Vereniging tot Oprichting en Instandhouding van kinderdagverblijven in Groningen Onderzoek cultuur en publiek (Kennis en beeld van de culturele dienstverlening) a = Onderzoek naar de culturele participatie en oriëntatie van Nederlanders b = Instituut voor Psychologisch Markt en Motievenonderzoek c = Cie Sociaal Onderzoek van de Raad voor de Kunst Evaluatie dienstencentra voor bejaarden a = Onderzoek naar het intern en extern functioneren van diverse typen van dienstencentra o.a. ten aanzien van de sociale en geografische reikwijdte. Onderzoek beslissingsstructuren.
9 b = Nederlands Instituut voor Maatschappelijk Werk Onderzoek en het Gemeenschappelijk Instituut voor toegepaste Psychologie te Nijmegen Onderzoek op het terrein Tan de recreatie Vakantie-onderzoek 1969 a = Onderzoek naar de vakantiebesteding, dag- en weekendrecreatie van de Nederlandse bevolking b = CBS. c = C.B.S. Vakantie-onderzoek 1970 a = Onderzoek naar de vakantiebesteding, dag- en weekendrecreatie van de Nederlandse bevolking b = C.B.S. c = C.B.S. Onderzoek naar oriëntering op werk en vrije tijd a = — b = Sociologisch Instituut Groningen (Drs. M. H. van Delden) c = Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid Onderzoek Jeugdherbergen a = Vakantiebesteding van jeugdigen en „beeld" van jeugdherbergen b = Sociologisch Instituut van de Vrije Universiteit te Amsterdam (Prof. Dr. C. Boeiestijn) Onderzoek dagrecreatie Z.O.-Limburg a = — b = Sociografisch Bureau Ver. Ned. Gemeenten c = Recreatieschap Heuvelland Zuid-Limburg/Provincie Limburg Onderzoek „Haagse Groene Ruimte" a = Onderzoek naar het recreatief gebruik van Haagse groenvoorzieningen b = N.V. v.h. Nederlandse Stichting voor Statistiek c = Staatsbosbeheer e.a.
Voorlichtingsonderzoek Homofilie a = Onderzoek naar het effect op „opiniebeïnvloeders" van het bekend maken van de resultaten van een opinieonderzoek over homofielen b = Seminarium voor Massapsychologie, Openbare Mening en Propaganda van de Universiteit van Amsterdam/Attwood Statistics Nederland N.V./Stichting tot bevordering Sociaal Onderzoek Minderheden (Mevr. Drs. S. Meilof-Oonk) C = Stichting tot Bevordering Sociaal Onderzoek Minderheden te Amsterdam (Prof. Dr. H. Bianchi) Onderzoek Agrarisch Sociale Voorlichting a ss Evaluatie van voorlichtingsactie b = Sociologisch Instituut Vrije Universiteit te Amsterdam/Landbouw Economisch Instituut c ss Ministerie van Landbouw en Visserij/Nederlandse Christelijke Boeren Tuindersbond/Sociologisch Instituut v.h. Convent der Christelijke Sociale Organisaties Onderzoek Bijstandsspots op T.V. a = Evaluatie van de uitzending van T.V. spots over de A.B.W. b ss N.V. Interview te Amsterdam Literatuurstudie keuzeproblemen in de huishouding a = Voorbereidend onderzoek op het terrein van de Huishoudelijke Voorlichüng b = Nederlands Instituut voor Toegepaste Huishoudhandig Onderzoek (NITHO) te Wageningen/Drs. A. A. J. v.d. Broecke te Amstelveen c = Nationale Federatie voor Huishoudelijke en Gezinsvoorlichting Onderzoek inzake de T.V. documentaire „Mensen van goede wil" a = Onderzoek naar de factoren welke een rol speelden bij het ontstaan van een rel in de Haagsche Schilderswijk na vertoning van een T.V. documentaire b ss Seminarium voor Massapsychologie, Openbare Mening en Propaganda van de Universiteit van Amsterdam/Nederlands Instituut voor Maatschappelijk Werk Onderzoek c = K.R.O. Onderzoek op het terrein van de jeugd
Onderzoek recreatief gebruik fietspaden a = — b ss Instituut voor Toegepaste Sociologie te Nijmegen c = Cultuur-Technische Dienst Utrecht Onderzoek Gezinskamperen in tenten en caravans b = Sociologisch Instituut R.U. Utrecht c = Stichting Nederlandse kampeerraad Recreatieonderzoek Provincie Utrecht a = — b = Economisch Technologisch Instituut te Utrecht c = Provinciaal bestuur Utrecht Onderzoek op het terrein van de sport Onderzoek sport-accommodaties a = Inventariserend onderzoek naar aantal en aard van de sportaccommodaties en naar het gebruik van de overdekte accommodaties b = C.B.S. c = C.B.S. Onderzoek op het terrein van voorlichting en communicatie Onderzoek naar Geweld in T.V. a ss Experimenteel onderzoek naar het effect van geweld op T.V. op het gedrag van kinderen b = Nederlands Instituut voor Preventieve Geneeskunde te Leiden (Drs. T. Fris) c = Raad v.d. Zaken van Overheid en Samenleving van de N.H. Kerk, Den Haag
Evaluatieonderzoek internationale werkkampen a s= — b = Psychologisch Laboratorium Katholieke Universiteit Nijmegen (Afdeling Cultuurpsychologie) c = Stichting Internationale Werkkampen Actie Research Pro Juventute a = Bewustmaking van beleidsdoeleinden en de relatie daarvan tot de gehanteerde middelen b = Pedagogisch Instituut R.U. Groningen (Dr. M. van Beugen) c = Nederlands Verbond der Verenigingen „Pro Juventute" Onderzoek Gezagsverhouding ouders-kinderen a ss Onderdeel van het project „Leeftijdsgrenzen" van de N.J.G. b = Nederlandse Jeugd Gemeenschap (NJ.G.) Mej. Ir. A. Zuidberg c = NJ.G. Onderzoek „Open jeugdwerk" a ss Voorstudie t.b.v. een onderzoek naar de plaats van het open jeugdwerk in het geheel van de vrijetijdsvoorzieningen voor de jeugd. b = Nederlands Instituut voor Maatschappelijk Werk Onderzoek (NIMAWO) Onderzoek Jeugdgegevens Steinmetzstichting a ss Uitdraaien van gegevens van reeds voltooid onderzoek m.h.t de jeugd b = Drs. H. t Hart, Steinmetzstichting 10 900 XVI
3
(2)
10 Onderzoek op bet terrein van de bejaarden (zie ook onder maatschappelijke voorzieningen) Bejaardenonderzoek Rotterdam a = Onderzoek naar de huidige en toekomstige behoefte aan verzorging van bejaarden in de gemeente Rotterdam b = N.V. v/h Nederlandse Stichting voor Statistiek Onderzoek praktijk van het bejaardenwerk a = Onderzoek naar de kennis, de houding en de beleidsvoering bij „sleutelpersonen in het bejaardenwerk" b =s Stichting Gemeenschappelijk Instituut voor Toegepaste Sociologie, Nijmegen Onderzoek op het terrein van geestelijk en lichamelijk gehandicapten Onderzoek latere gevolgen internering in concentratiekampen a = — b = Onderzoeksteam Ned. Roode Kruis Onderzoek Schatting Lichamelijk Gehandicapten a = Proefonderzoek ter bepaling van de bruikbaarheid van opsporingsmethoden b = C.B.S. c = Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid
b = Instituut voor Sociale Geografie Amsterdam (Prof. Dr. H. D. de Vries Reilingh) c = — Onderzoek Buitenlandse arbeiders in Tilburg a = Onderzoek naar de woonsituatie in pensions b = Actiegroep Buitenlandse Werknemers Economische Hogeschool Tilburg c = Kerkelijke en andere fondsen Onderzoek op het terrein van maatschappelijke achterstand Onderzoek wonen in woonwagens a = Onderzoek naar kwaliteit en niveau van het wonen in woonwagens b = Afdeling De Woning en haar Bewoning van de Landbouwhogeschool te Wageningen Onderzoek woonschepen a = Inventarisatie van woonschepen in een deel van Zuid-Holland b = Prof. Dr. Ir. L. Op 't Land Technische Hogeschool, Delft Saneringsonderzoek Maastricht a = Evaluatie van de Saneringsprojecten in Maastricht met in het bijzonder de maatschappelijke begeleiding daarvan b = Stedelijk Instituut voor Sociaal Werk, Maastricht/Drs. L. Lucas
Onderzoek op het terrein van vorming en beroepsopleiding op cultureel en maatschappelijk gebied Onderzoek „Relatie tussen kunst en techniek" a = Onderzoek naar het effect van T.N .O. cursussen in verwerkingstechnieken van kunststoffen, gegeven voor beeldende kunstenaars b = Drs. F. Campbell te Rotterdam Onderzoek Sociale Academies a = Onderzoek naar de aansluiting tussen opleiding van de sociale academies en de praktijk van het maatschappelijk werk b = Instituut voor Toegepaste Sociologie te Nijmegen Carrière onderzoek a = Longitudinaal onderzoek naar het carrièreverloop van abiturienten van Sociale Academies b = Nederlands Instituut voor Maatschappelijk Werk Onderzoek Onderzoek werkkringkeuze abituriënten
kunstvakonderwijs
a = — b = C.B.S./eigen beheer c = Ministeries van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Onderwijs en Wetenschappen Onderzoek Motivatie en oriëntatie t.a.v. vormingswerk a = Onderzoek onder deelnemers aan diverse vormen van vormingswerk b = Nederlands Centrum voor Volksontwikkeling en het Instituut voor de Wetenschap der Andragogie van de Universiteit van Amsterdam c = Nederlands Centrum voor Volksontwikkeling Onderzoek op het terrein van socialisering en integratie Onderzoek buitenlandse arbeiders a = Onderzoek naar het gedrags- en meningspatroon van buitenlandse arbeiders die in Nederland werkzaam zijn b = N.V. v/h Nederlandse Stichting voor Statistiek c = Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid Onderzoek Ambonezen a = Onderzoek naar de sociale omstandigheden van de Ambonezen in Nederland
Medisch-Hygiènische Onderzoek Maastricht a = Onderzoek naar het gebruik van medisch-hygiënische voorzieningen (m.n. consultatiebureaux voor a.s. moeders en zuigelingen) in achterblijvende wijken b = Stedelijk Instituut voor Sociaal Werk, Maastricht/Drs. L. Lucas
Onderzoek op het terrein van wijk en buurt en wonen (zie ook onder maatschappelijke voorzieningen) Onderzoek urbane transformaties a = Bronnenonderzoek naar positieve en negatieve invloeden van veranderingen sinds W.O. II op samenlevingsprocessen in een tweetal wijken van de lordaan, waarin een aantal beschermde monumenten voorkomen b = Sociaal Geografisch Instituut van de Vrije Universiteit Amsterdam. Het SISWO coördineert c = Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Onderzoek burenrelaties a = Onderzoek naar de betekenis van burenhulp en burenrelaties in de huidige samenleving; invloed hiervan op de leefbaarheid b = Marktonderzoek Veldkamp, Amsterdam Onderzoek Capelse Gemeenschap a = Sociaal-cultureel onderzoek naar Capelle a/d IJssel b ss Mevr. Drs. S. Boef-van der Meulen c = Stichting Capelse Gemeenschap
leefbaarheidsaspecten
in
Bewoningsonderzoek Emmen a = Onderzoek naar optimaal woonmilieu (woning), directe woonomgeving, voorzieningenniveau in de wijk) b = Researchinstituut voor de woningbouw, Delft c = Gemeente Emmen Statistische bewerking variabelen Nederlandse Stadswijken a = Analyse van variabelen op het gebied van woonomstandigheden en sociaal niveau in wijken van steden boven 100 000 inwoners b = N.V. v/h Nederlandse Stichting voor Statistiek
11 Onderzoek op het terrein van de oudheidkunde en de natuurbescherming Vooronderzoek Monumentenzorg a = Probleeminventarisatie op het gebied van de monumentenzorg b = N.V. Interview te Amsterdam c es N.V. Idee Loenen Verkennend onderzoek musea a = Literatuurstudie en probleeminventarisatie op het terrein van musea en het museaal beleid b = Mej. Drs. T. J. van Eijnsbergen Omnibus onderzoek Natuurbescherming en milieubeheer a = Publieksonderzoek naar meningen en houdingen b = N.V. v/h Nederlandse Stichting voor Statistiek Onderzoek op het terrein van de kunsten (zie ook maatschappelijke en culturele voorzieningen) Onderzoek Oordeelvorming moderne beeldende kunst a ss Onderzoek naar perceptie en attitude-bepalende factoren b = Afdeling Experimentele Psychologische Statistiek van de Rijksuniversiteit te Leiden c = Cie Sociaal Onderzoek van de Raad voor de Kunst Filrnersonderzoek a = Onderzoek naar alle filmberoepen en functies b = Dr. Boekmanstichting c = Cie Sociaal Onderzoek van de Raad voor de Kunst Onderzoek Balletsituatie in Nederland a = Opdracht tot probleeminventarisatie b ss Dr. Boekmanstichting C = Cie Sociaal Onderzoek van de Raad voor de Kunst Documentatiestudie situatie beeldende kunstenaar a = Studie m.b.t. protestbeweging beeldende kunstenaar b ss Prof. Dr. P. J. A. ter Hoeven te Rotterdam/Dr. Boekmanstichting c = Cie Sociaal Onderzoek van de Raad voor de Kunst Onderzoek Beeldende Kunsten a ss Opdracht tot probleeminventarisatie b — Dr. Boekmansttichting c = Cie Sociaal Onderzoek van de Raad voor de Kunst Aparte brochures en andere publikaties van sociaal wetenschappelijke aard A lloch tonenboek a = Overzicht van de geschiedenis en de huidige positie van Surinamers, Antillianen, Ambonezen, Gerepatrieerden, Chinezen, Buitenlandse arbeiders en Buitenlandse studenten in Nederland b = Redactiecommissie onder voorzitterschap van Mevr. Dr. M. Verwey-Jonker
Statistisch cahier no. 9 Met medewerking van het Rijk verhandelde kunstwerken, 1960-1969. Aankoop Subsidieregeling kunstwerken. Rijksaankopen. 1 % regeling voor kunstwerken aan schoolgebouwen. Door bemiddeling van het Min. van O. en W. verhandelde kunstwerken aan scholen. B. AFGESLOTEN ONDERZOEK (periode mei 1969-juni 1970) Onderzoek op diverse terreinen Onderzoek naar het functioneren van jeugdleiders a = — b = NIMAWO c = Acht landelijke organen voor het club-, buurt- en wijkwerk Onderzoek Reikwijdte van het maatschappelijk werk II a = Onderzoek in twee middelgrote steden b = Sociologisch Instituut Utrecht Duits-Nederlands grensonderzoek a = Sociale aspecten bij regionale ontwikkeling in grensgebieden b = Sociologisch Instituut Utrecht (Prof. Dr. Sj. Groenman) Klachtenonderzoek; klant en klacht a = Onderzoek naar de structuur van de klachtenbehandeling bij klachten van consumenten b = Roe Marketing Nederland N.V. c ss Nederlands Instituut voor Toegepast Huishoudkundig Onderzoek (NITHO) te Wageningen Georganiseerde Burenhulp a = Verkennend onderzoek naar nieuwe vormen van vrijwillige hulpverlening b = Nederlands Instituut voor Maatschappelijk Werk Onderzoek (NIMAWO) Onderzoek ex-blo-leerlingen: Debielen in de Maatschappij a = Longitudinaal onderzoek naar de ontwikkeling van debielen b = Psychologisch Instituut Leiden (Drs. N. J. A. van Oudenhoven) c = Stichting Federatie Sociaal Pedagogische Zorg voor Zwakzinnigen Onderzoek stedelijke recreatiegebieden a = — b = SISWO
(voorstudie)
Onderzoek recreatievoorzieningen Brielse Maas (deel II) a s= — b =s N.V. v/h Ned. Stichting voor Statistiek, Provinciale Planologische Dienst Zuid-Holland
Bekend Maken en Bekend Raken a = Studie over de voorlichting over de A.B.W. b = Drs. C. van der Haak
Onderzoek Mime-kunst: Mimespelen in Nederland a = Onderzoek naar met name organisatiestructuren in de mimewereld en de sociaal economische positie van mimespelers b = Drs. W. Knuist, Leiden c = Cie Soc. Onderzoek van de Raad voor de Kunst
Brochure over het SCAB a = Studie over de werkwijze van het SCAB b = Drs. L. J. G. van de Maesen
Onderzoek „Musement": Musement Gemeten a =s Publiekonderzoek tijdens de gezamenlijke presentatie van de Nederlandse musea „Musement" b = N.V. Interview
Literatuurstudie werkgroep 2000 a ss het opzetten van een lopend documentatiestysteem van prospectivistische studie b = Stichting Werkgroep 2000, Amersfoort c = Institut für Zukunftsforschung
Vooronderzoek Jeugdfestivals a = Classificatie van bestaande festivals en ontwikkeling van een probleemstelling voor verder onderzoek b = Studenten Economische Hogeschool Tilburg c ss Nederlandse Stichting voor Kunstzinnige Vorming
12 Aparte brochures en andere publicaties van sociaal-wetenschappciyke aard De Ongehuwden a ss Publicatie van een studie over ongehuwden b = Mevr. Dr. J. de Jong-Gierveld Kind en Milieu a ss Studie over de ontwikkeling van jonge kinderen, met name uit sociaal-economisch gedepriveerde milieus b = Mevr. Drs. L. E. van Rijswijk-Clerkx Opbouwwerk in een industries-u.' a = Enkele cases en algemene beschouwingen o\er opbouwwerken in de Umond b = Drs. A. C. M. de Kok Brochure Het Jeugdwerk met de sport geconfronteerd a = — b = Drs. J. J. M. Martens
Brochure Arbeidsproblematiek en deprivatie b = Drs. R. R. Koopmans Beknopt Overzicht van Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek a = Overzicht van 15 jaar Departementaal Onderzoek b = Eigen beheer Statistische cahiers no, 5 Gezinsverzorging en Gezinshulp schaalvergroting financiële regelingen tussen instelling en gemeente enquête februari 1968 no. 6 Sociale Academies leerlingen en afgestudeerden voortgezet opgeleiden overheidsuitgaven S.P.O. 1960-1968 no. 7 Algemeen Maatschappelijk Werk jaarverslagen 1968 personeel 1 januari 1970 8 Gezinsverzorging en Gezinshulp no. tabellenboek enquête februari 1969
13 BIJLAGE V OVERZICHT VAN DE VAN 1 SEPTEMBER 1969 TOT 1 SEPTEMBER 1970 TOEGEZEGDE SUBSIDIES EN ANDERE UITGAVEN TEN BEHOEVE VAN VOORZIENINGEN VOOR OPENLUCHTRECREATIE TEN ALGEMENEN NUTTE. (VOOR LOPENDE EN VOLGENDE DIENSTJAREN) RESSORT NOORD Groningen Grondverwerving voor de uitbreiding van het Paterswoldsemeer Uitbreiding van het Paterswoldsemeer in n.w. richting (Ie fase) Verplaatsing en herstel van de Helper watermolen Recreatieproject „Meerwijck" (Hoogezand). Deelplan „open ruimten" Recreatieproject „Meerwijck" (Hoogezand). Deelplan „opstallen bij strandbad" Voorzieningen voor de dagrecreatie in de ruilverkaveling Vlagtwedder essen Grondverwerving voor de reconstructie van de vesting Bourtange
ƒ 1 150 628 1 106 250 48 263 300 000 206 250 35 200 75 000 ƒ 2 921 591
Friesland Element van formaat voor de dagrecreatie „Groene Ster Leeuwarden". Grondverwerving „Grote Wielen" Element van formaat voor de dagrecreatie „Groene Ster Leeuwarden". 3e en 4e fase uitvoering „Kleine Wielen" Element van formaat voor de dagrecreatie „Groene Ster Leeuwarden", aanleg eiland Kleine Wielen Inrichting van 3 eilanden voor de watersport in Fluessen en Heegermeer Aankoop oeverstroken voor de watersport. Recreatieschap „De Marrekrite" Sanitaire voorzieningen op het strand te Lemmer Aanleg van een parkeerterrein te Lemmer Uitbaggeren Terkaplesterpoelen Aanleg parkeer- en picknickplaatsen langs weg Beetsterzwaag-Hemrik Verbreden en verbeteren van de Bonkesloot tussen Tolhuis en Dokkumer Ee Aanleg voor dagcamping Zuiderdijk in ruilverkaveling Warns Wegverbetering Staveren - Warns en recreatie-voorzieningen langs de kust in rvk. Warns Verbetering weg Heerenzijl - Terhorne Aanleg voorzieningen voor de dagrecreatie aan het Koevordermeer Aanleg van aanlegplaats voor de pleziervaart bij Tacozijl in ruilverkaveling Gaasterland Voorzieningen voor de dagrecreatie in ruilverkaveling Garijp - Wartena
ƒ . . .
900 000 402 000 975 000 549 779 75 000 95 250 258 825 131 250 77 250 300 000 65 100 500 000 71 770 81 400 26 043 1 155 000
ƒ 5 663 667 Drenthe Recreatieplan Orvelte. Diverse onderdelen uit vijfjarenplan Recreatieplan Orvelte. Reconstructie keienstraten en riolering Recreatieplan Orvelte. Verwerving boerderij Borckerhof Recreatieplan Orvelte. Aanleg parkeerterrein en wegomlegging Uitvoering recreatieplan in boswachter^ Hooghalen Aanleg centrum voor dagrecreatie „Ermerzand" in ruilverkaveling Sleenerstroom
ƒ
150 000 252 750 68 700 72 744 115 000 567 073
ƒ 1 235 267 Overijssel Element van formaat voor de dagrecreatie „Rutbeek" Grondverwerving Aanleg van voorzieningen voor de dagrecreatie langs Vollenhovermeer Oeverbeschoeiing Kalenbergergracht (N.W. Overijssel) Uitvoering vaarrouteplan in plassengebied N.W. Overijssel Uitvoering baggerplan kanaal Almelo - Nordhorn (deelplan) Plankosten basisplan voor de openluchtrecreatie voor Twente Plankosten basisplan voor de openluchtrecreatie voor Salland Plankosten basisplan voor de openluchtrecreatie voor de Vechtstreek
ƒ 1 691 250 112 500 413 500 406 250 43 500 86 250 36 000 37 500 ƒ 2 826 750
RESSORT ZUID/OOST Gelderland Grondverwerving voor het recreatieproject „Bussloo" Aanvullende bijdrage in de aanlegkosten van het Lingebos in de ruilverkaveling Tielerwaard Grondverwerving in kuststrook langs Veluwemeer Aanleg parkeerterrein en bouw toiletgebouw in recreatiegebied Nulde-Horst Aanvullende voorzieningen in recreatiegebied Nulde-Horst Grondverwerving voor recreatieproject „Eiland van Maurik" Aanleg van recreatieproject „Voorthuizerstrand". Ie fase Uitbreiding parkeergelegenheid bij landgoed Warnsborn Plankosten basisplan voor de openluchtrecreatie Noord-Veluwe (aanvulling) Plankosten basisplan voor de openluchtrecreatie Gelderse Vallei (aanvulling) Plankosten basisplan voor de openluchtrecreatie Zuidelijke Veluwezoom (aanvulling) Plankosten basisplan voor de openluchtrecreatie Midden-Veluwe en IJsselvallei (aanvulling) Plankosten basisplan voor de openluchtrecreatie Lymers/Oude IJssel
ƒ 2 212 500 114 221 187 500 225 000 150 000 161250 344 250 6 050 11 675 34 780 14 180 29 210 56 250 ƒ 3 546 866
14 Noord-Brabant Grondverwerving voor voorzieningen voor de dagrecreatie in de Biesbosch Voorzieningen voor de dagrecreatie aan het Haarsteegse Wiel in de ruilverkaveling Heusden-Vlijmen Voorzieningen voor de dagrecreatie bij Eersel in de ruilverkaveling „Zaligheden-Oost" Inrichting van een bezoekerscentrum voor natuureducatie in recreatiegebied bü Oss
ƒ
562 500 120 500 520 553 67 500
ƒ 1 271 053 Limburg Grondverwerving voor het centrum voor de waterrecreatie te Eysden Grondverwerving voor het centrum voor de waterrecreatie Midden-Limburg Aanleg van ontsluitingsweg in het centrum voor de waterrecreatie Midden-Limburg Voorzieningen voor de dagrecreatie in het project Rimburg in ruilverkaveling Waubach Uitvoering beplantingsplan in het recreatiecentrum De plasmolen te Mook Aanleg van centrum voor de dagrecreatie in de Kasteelse bossen bij Horst Ontsluiting van het landgoed Geysteren te Wanssum voor de dagrecreatie Uitvoering van de 2e fase van de inrichting van het Leudal voor de dagrecreatie Uitvoering van het plan voor de dagrecreatie „Wintraak" te Munstergeleen Verbetering van de recreatieweg Heyenrade - Epen
ƒ
386 649 253 341 54 830 224 000 66 700 296 640 24 750 317 174 175 000 266 250
ƒ 2 065 334 RESSORT WEST Noord-Holland Element van formaat voor de dagrecreatie Spaarnwoude. Grondverwerving Grondverwerving voor voorzieningen voor de dagrecreatie aan Alkmaarder- en Uitgeestermeer Aanleg van voorzieningen voor de dagrecreatie aan Alkmaarder- en Uitgeestermeer Aanleg ontsluitingsweg met pleisterplaatsen bij het Dijkgatsbos (Wieringermeer) Grondverwerving voor het recreatiegebied Berger Benedenbos Aanleg voorzieningen voor de dagrecreatie in het recreatiegebied „Zuidelijke Gooimeeroever" Inrichting van het recreatiegebied Luttickduin bij Callantsoog Aanleg parkbos in het recreatiegebied Heiloo-West Ontsluiting van het Robbenoordbos (Wieringermeer) voor de dagrecreatie Verbreden van de Bosrandweg op Texel Aanleg van het recreatiebos „De Krim" op Texel Aanleg van het terrein voor de dagrecreatie „Kerkeland" op Texel Aanleg en verbetering van parkeeraccommodatie op Texel Plankosten voor het recreatiegebied Hemmeland (Monnickendam)
ƒ
p.m. x) 1 050 000 1 050 000 95 000 250 000 1 280 625 122 343 466 500 125 000 141 810 121 618 87 500 150 000 42 420
ƒ 4 982 816 Zuid-Holland Element van formaat voor de dagrecreatie „Rottemeren". Grondverwerving Element van formaat voor de dagrecreatie „Rottemeren". Voorzieningen Oostelijke Rottekade Element van formaat voor de dagrecreatie „Rottemeren". Inrichting Lage Bergse Bos (2e fase) Element van formaat voor de dagrecreatie „Rottemeren". Inrichting Bleiswijkse Zoom zuid Element van formaat voor de dagrecreatie „Rottemeren". Inrichting Bleiswijkse Zoom Midden Element van formaat voor de dagrecreatie „Midden-Delfland". Grondverwerving Element van formaat voor de dagrecreatie 's-Gravenwoude. Deelplan Delftse Hout, Aanleg „Grote Plas", zandstroken en grondwerken in N.W.-deel Inrichting recreatiegebied „De Loet" (3e fase) Aanleg van steigers en aanlegplaatsen en afvalwaterinstallatie in de Brielse Maas Vernieuwing van het Reeuwijks Verlaat (Reeuwijkse Plassen) Verbetering van het haventje van Oosterland (Brielse Maas) Rijwielpad Barendrecht-Zwijndrecht (Provinciaal rijwielpadenplan) Verharding parkeerterrein De Bank te's-Gravenzade
ƒ 4 250 000 412 500 1 000 000 500 000 165 375 p.m. x) 2 129 718 145 000 281250 303 750 18 750 367 500 11 138 ƒ 9 584 981
Utrecht Plassenschap Loosdrecht: Uitbreiding recreatiestrook langs Tienhovenskanaal Plassenschap Loosdrecht: Aanleg woonbotenhaven in recreatiecentrum Mijnden Plassenschap Loosdrecht: Beschoeiing van legakkers in de Kievitsbuurt Aanleg van recreatievoorzieningen in de ruilverkaveling Oukoop-Kortrijk Grondverwerving voor het recreatiegebied Jaarsveld Aanleg van een passantenhaventje voor de waterrecreatie te Rheden
ƒ
75 000 180 000 75 000 1 719 340 261 508 165 400
ƒ 2 476 248 Zeeland Aanleg ontsluitingsweg recreatiegebieden Schotsman en Ruiterplaat Eilandenplan „Veerse Meer" aanleg eilanden Schutteplaat en Mosselplaat Aanleg van 5 aanlegsteigers in Veerse Meer Aanleg parkeerterrein in Westerschouwen Aanleg van duintrappen nabij rotonde in Westerschouwen Aanleg van 6 keerplaatsen bij duinovergangen in Westerschouwen Reconstructie van duinovergang te Renesse in Westerschouwen
ƒ 1 3 1 7 750 400 000 62 250 65 719 60 525 11 475 46 200
15 Verharden voetpad van Oude Molen naar Hoogenboomlaan in Westerschouwen Aanleg van parkeerterrein te Valkenisse Reconstructie rijwielpad Vlissingen-Zoutelande Aanleg rijwielpad Cadzand-dorp naar Cadzand-bad
ƒ
58 500 84 000 116 250 195 000
ƒ 2 417 669
Dienst der Zuiderzeewerken Verdere uitvoering bagger- en eilandenplan Veluwemeer Inrichting gebied voor de dagrecreatie bij brug Muiderberg Verdere uitvoering eilandenplan Muiden-Muiderberg
ƒ
263 270 1918 500 1 050 000
ƒ 3 231 770
x) Voor de grondverwerving voor deze elementen van formaat voor de dagrecreatie is ten laste van de Buitengewone Dienst een bedrag ad ƒ 6 000 000 beschikbaar gesteld.
16 BIJLAGE VI OVERZICHT BASISPLANNEN EN VOORSTUDIES DAARTOE OP HET GEBIED VAN DE OPENLUCHTRECREATIE Ressort Noord 1 Paterswoldsemeer 2 „Groene Ster" Leeuwarden 3 Twente 4 Salland 5 Z.W. Drenthe 6 Oost-Groningen 7 Z.O. Friesland 8 Z.O. Drenthe 9 Vechtstreek-Overijssel 10 West-Overijssel 11 Groene Ster - Zwolle Ressort Zuid-Oost 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Heuvelland van Zuid-Limburg Oostelijke Mijnstreek Brunssummerheide Westelijke Mijnstreek Midden-Limburg Watersportcentrum Midden-Limburg Bergen, Arcen en Velden Peel en Maas Leudal Agglomeratie Eindhoven De Kempen Stadsgewest Helmond Stadsgewest Tilburg Stadsgewest Den Bosch Kanaalschap De Eendracht De Biesbosch Maasland De Linge Rijk van Nijmegen Zuidelijke Veluwezoom Gelderse Vallei en Eemland
22 23 24 25 26 27 28 29
Nrd Oost Veluwe Veluwe massief Noord Veluwe Midden Veluwe en IJsselvallei Oost Gelderland Oostelijke Achterhoek Nulde Horst Gelders Rivierengebied
Ressort West 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Spaarnwoude Twiske Naarderbos Kop van Noord-Holland West-Friesland Alkmaardermeer Texel Bergerbenedenbos Utrechtse Heuvelrug Rijn en Lek en N.W. Utrecht Noorder Parkbos Eem- en Valleigebied Vinkeveense Plassen Loosdrechtse Plassen Midden-Delfland Rottemeren 's-Gravenwoude Plassengebied Reeuwijk IJsselland Loetdreven Grevelingen Z.H. Groene Hart West Zeeuws Vlaanderen Bevel anden Westerschouwen Veerse Meer
17 BIJLAGE VII OVERZICHT VAN TOEZEGGINGEN VAN FINANCIËLE BIJDRAGEN IN DE KOSTEN VAN OPENLUCHTRECREATIEPROJECTEN (per 1 juli 1970)
Provincie
1960 t/m 1969
1970
Totaal
Groningen
5 602 110
2 921591
8 523 701
Friesland
12 650 008
5 358 935
18 008 943
Drenthe
8 184 276
659 194
8 843 470
Overijssel
6 372 452
743 000
7 115 452
Gelderland
12 101400
4 326 690
16 428 090
Utrecht
12 742 543
867 333
13 609 876
Noord-Holland
14 067 658
3 006 816
17 074 474
Zuid-Holland
18 847 688
10 147 481
28 995 169
Zeeland
4 580 612
1428 407
6 009 019
Noord-Brabant
5 278 811
1196 792
6 475 603
Limburg
6 114 424
1399 855
7 514 279
IJsselmeerpolders
6 050 287
4 231770
10 282 057
Buitengewone dienst (Aankoop gronden door het Rijk)
7 000 000
6 000 000
13 000 000
119 592 269
42 287 864
161880 133
18 BIJLAGE VIII OVERZICHT VAN DE T/M 1969 VOOR SUBSIDIE GOEDGEKEURDE INVESTERINGSPROJECTEN IN HET KADER VAN HET BIJZONDER REGIONAAL WELZIJNSBELEID
Groningen
Friesland
Drenthe
Aan-
Aan-
Aan-
tal A. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Stimuleringsgebieden Dorps- en gemeenschapshuizen - sec. . Dorpshuizen met gym., bibl. e.a. voorz. Kruisgebouwen en gezondheidscentra . Sportvelden en/of opstallen daarop . . Sporthallen Openlucht zwembaden Overdekte zwembaden Sociale werkplaatsen Culturele centra Buurthuizen Diverse projecten Totaal
A. Stimuleringsgebieden 1. Dorps- en gemeenschapshuizen - sec. . 2. Dorpshuizen met gym., bibl. e.a. voorz. 3. Kruisgebouwen en gezondheidscentra . 4. Sportvelden en/of opstallen daarop . . 5. Sporthallen 6. Openlucht zwembaden 7. Overdekte zwembaden 8. Sociale werkplaatsen 9. Culturele centra 10. Buurthuizen 11. Diverse projecten
. . . .
Totaal
Subsidiebedrag
19 18 42 41
1 011 626 1 596 176 691 569 2 086 601
6 23 23 22
424 562 2 205 129 520 000 485 980
13
2 810 420
3 1 7 6
455 000 350 000 129 768 430 441
17 1 8 1 6 8
5 066 351 179 000 879 417 250 000 147 150 850 862
9 2 2 1 3 6
893 117 1 407 000 359 420 450 000 199 661 417013
104
8 840 278
161
12 758 752
97
7 361 882
Overijssel
Noord-Holland
Aantal
Aan-
Subsidiebedrag
8 6 13 13 1 11
595 809 759 693 218010 375 797 214 300 1511718
1
125 000
Totaal
tal
Subsidiebedrag
Zeeland Aan-
tal
Subsidiebedrag
275 000
3 1 14 8 2 4 1 5 3
305 500 150 000 276 500 558 500 275 000 937 423 265 000 522 150 1 050 000
10 9 14
554 144 814 700 338 000
5 1
645 000 400 000
2 5
126 207
1
20 000
3
78 500
58
3 926 534
42
3 046 844
44
4 418 573
Totaal A
Limburg
Subsidiebedrag
Aan-
17 20 56 48
1 395 461 2 056 349 941 300 1 922 106
3 10 8 8
98 477 1 537 032 220 000 1 077 124
77 108 191
9 3
1 430 299 468 239
3 3 4
923 190 254 402 430 000
3 2 3 1
572 580 1 072 034 370 915 362 000
1
8 400
71 10 22 12 19 34
5 210 397 11 649 175 3 660 623 7 360 599 489 300 13 866 908 3 791 273 2 711 902 3 660 190 730 981 2 361 423
163
9 821 346
39
5 318 562
708
55 492 771
tal
. . . .
Subsidiebedrag
tal
824 818 2 530 096 455 244 854 491
Aan-
Stimuleringsgebieden Dorps- en gemeenschapshuizen - sec. . Dorpshuizen met gym., bibl. e.a. voorz. Kruisgebouwen en gezondheidscentra . Sportvelden en/of opstallen daarop . . Sporthallen Openlucht zwembaden Overdekte zwembaden Sociale werkplaatsen Culturele centra Buurthuizen Diverse projecten
Subsidiebedrag
11 21 21 21
Noord-Brabant
A. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
tal
tal
Subsidiebedrag
Aan-
tal
161 3
Subsidiebedrag
19
B. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Maatschappelijk stagnerende gebieden met ruilverkaveling Dorps- en gemeenschapshuizen - sec Dorpshuizen met gym., bibl. e.a. voorz Kruisgebouwen en gezondheidscentra Sportvelden en/of opstallen daarop Sporthallen Openlucht zwembaden , Overdekte zwembaden Sociale werkplaatsen Culturele centra Buurthuizen Diverse projecten Totaal
B. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Noord-Holland
Zuid-Holland
Aantal
Aantal
Aantal
Herstructur. gebied Z.-Limburg Dorps- en gemeenschapshuizen - sec. . Dorpshuizen met gym., bibl. e.a. voorz. Kruisgebouwen en gezondheidscentra Sportvelden en/of opstallen daarop . . Sporthallen Openlucht zwembaden Overdekte zwembaden Sociale werkplaatsen Culturele centra Buurthuizen Diverse projecten Totaal
Subsidiebedrag
Subsidiebedrag
Subsidiebedrag
26 520
122 850
1 6
20 000 149 875
39 000 244 350
30 000 115 500 151 125
2 1
222 732 200 000
200 000
48 000
22 500 11
619 127
606 200
12
367 125
Noord-Brabant
Totaal B
Aantal
Aantal
Maatschappelijk stagnerende gebieden met ruilverkaveling Dorps- en gemeenschapshuizen - sec Dorpshuizen met gym., bibl. e.a. voorz Kruisgebouwen en gezondheidscentra Sportvelden en/of opstallen daarop Sporthallen Openlucht zwembaden Overdekte zwembaden Sociale werkplaatsen Culturele centra Buurthuizen Diverse projecten Totaal
C. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Gelderland
Subsidiebedrag
339 360 30 000 107 500 367 540
5 1 9
Subsidiebedrag
17
488 730 30 000 204 500 652 850
7 1
838 272 200 000
39 402 60 000 14
943 802
39 402 82 500 44
2 536 254
Herstructur. gebied Z.-Limburg
Totaal-generaal
Aantal
Aan-
Subsidiebedrag
1 2
150 000 382 246
1
30 000
2
882 500
5 1
4 424 889 175 000 84 500
15
6129 135
A + B+ C tal
Subsidiebedrag
83 111 201 178 5 78 16 23 12 20 40
5 849 127 12 061 421 3 895 123 8 013 449 1 371 800 14 705 180 8 416 162 2 886 902 3 660 190 770 383 2 528 423
767
64 158 160
20
173/180 BIJLAGE IX A
Overschotten binnenlandse migratie tussen het westen en de andere
landsdelen
1955 - 1957
ZEELAND
•- M *" f \_ i » y
'? f
r" W
Ministerie van C.R.M, * ♦ * + **++++•••*«
stafbureau statistiek
174/181 BIJLAGE IX B
Overschotten en de andere
binnenlandse migratie tussen het westen landsdelen
1965 -
1967
ZEELAND
"? «*v
f ♦
*♦ * * * *
+Ï++++X
Ministerie van C.R.M. stafbureau statistiek
25 BIJLAGE X VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DE INTERDEPARTEMENTALE STUURGROEP BEJAARDENBELEID De Interdepartementale Stuurgroep Bejaardenbeleid heeft haar werkzaamheden in het begrotingsjaar 1970 voortgezet overeenkomstig de opdrachten, die zij heeft gekregen bij haar instelling. Tot de taken van de stuurgroep behoren onder meer: „zich vooralsnog bij wijze van voorrang te richten op maatregelen en voorzieningen, welke tot doel hebben de zelfstandige woonwijze van de bejaarden te handhaven" en „het van overheidswege leveren van een bijdrage tot een nationaal beleidsplan ten behoeve van de bejaarden" (art. 3 onder 2 en 4 van de instellingsbeschikking, Nederlandse Staatscourant 17-10-1968 nr. 203). De Stuurgroep kreeg de opdracht bij de uitvoering van haar taak periodiek contact te onderhouden met de organen van het georganiseerd particulier initiatief (art. 5). De Stuurgroep heeft een aantal prioriteiten voor het bejaardenbeleid vastgesteld en deze prioriteiten uitgewerkt in de vorm van een memorandum. In dit memorandum zijn de gegevens verwerkt uit het rapport van een subcommissie van de Interdepartementale Stuurgroep Bejaardenbeleid, die tot opdracht had de aspecten van de huisvesting der bejaarden te bestuderen. Genoemd memorandum is door de Nederlandse Federatie voor Bejaardenzorg van commentaar voorzien. In februari 1970 werd op een vergadering van genoemde Federatie en de Stuurgroep dit commentaar besproken. Tijdens deze bijeenkomst is ook gesproken over de wijze waarop de Federatie en de Stuurgroep contact met elkaar zullen onderhouden en over de inspraak van de Federatie. Voor wat betreft de procedure van het
overleg over het toekomstig beleid bleek de Nederlandse Federatie voor Bejaardenzorg het wenselijk te achten eerst in eigen kring adviezen te verzamelen aangaande een door haarzelf voorgestaan welzijnsbeleid voor bejaarden. Op basis daarvan zou vervolgens een goed overleg over een toekomstig bejaardenbeleid met de overheid kunnen worden gevoerd. De voorbereiding van een dergelijk rapport werd aangekondigd. Op de totstandkoming van dit rapport kon echter niet worden gewacht. De Regering was namelijk inmiddels bij de motie Van Leeuwen c.s., aangenomen bij de behandeling van de begroting voor 1970, uitgenodigd uiterlijk bij de begroting 1971 te komen met een nationaal beleidsplan voor de bejaarden. De door de Stuurgroep voorbereide nota inzake het bejaardenbeleid ten behoeve van het nationaal beleidsplan, is door de Regering overgenomen. Deze nota is inmiddels onder de naam Nota Bejaardenbeleid 1970 aan de volksvertegenwoordiging aangeboden; tevoren heeft over de nota overleg plaatsgevonden met de N.F.B. De Stuurgroep heeft op 11 juni 1970 een subgroep ingesteld, die de verschillende aspecten van de brandpreventie in tehuizen voor bejaarden en zieken zal bestuderen. Het voorzitterschap van de subcommissie is in handen van de Hoofdinspecteur van het Brandweerwezen, terwijl de Ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Sociale Zaken en Volksgezondheid en Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk ieder met één lid zijn vertegenwoordigd. Het secretariaat van de subcommissie berust bij het secretariaat van de stuurgroep.