Notulen commissie Samenleving d.d. 18 september 2013 Aanwezige fracties: Aanwezige portefeuillehouders: Ambtelijke ondersteuning:
Voorzitter: Notulen:
CDA, VVD, PRO’98, ChristenUnie, VVD en Burger Initiatief Burgemeester J.W.A. van Dijk en P.J.T. van Daalen Mevrouw M. Goldhoorn (agendapunt 2) De heer H. Keetman (agendapunt 2) Mevrouw M. Loeffen (agendapunt 3) Mevrouw L. Mulder (agendapunt 3) De heer G.J. Kraan (agendapunt 3) De heer R. Jongman (agendapunt 4 en 5) De heer H. Brul Mevrouw E.A. van den Brink
1. Opening. 2. Presentatie debiteurenbeheer WZI Wethouder Van den Hengel is verhinderd i.v.m. ziekte en wordt vervangen door wethouder Van Daalen. Presentatie (bijlage 1 bij notulen) VVD wil weten of de ambtenaar die de invordering doet een andere is dan de ambtenaar die de verstrekking doet. Mevrouw Goldhoorn beantwoordt deze vraag bevestigend. VVD is van mening dat het verstrekken van leningen een taak van de bank is. Waarom pakt de gemeente dit op? Ook wil de fractie weten of het genoemde percentage (35%) van oninbare leningen hoog is. Mevrouw Goldhoorn geeft aan dat het verstrekken van leningen gebeurt op basis van een wettelijke regeling die is opgelegd door het ministerie. Naast een onderzoek van de gemeente wordt er ook een extern bureau gevraagd te beoordelen of een bedrijf in staat is tot terugbetaling op termijn. De gemeente heeft er ook een belang bij dat een bedrijf blijft bestaan. Het behoudt van arbeidsplaatsen voorkomt instroom naar uitkeringen. Vaak heeft een bedrijf al bij de bank leningen uitstaan en hebben zij een aanvullende lening nodig die de bank niet wil verstrekken omdat de limiet is bereikt. SGP wil weten in hoeverre er bij het toekennen van leningen sprake is van enige beleidsvrijheid. Is de gemeente Barneveld soepeler c.q. strenger dan andere gemeenten? Met betrekking tot het oninbare percentage van 35% wil de fractie weten of hier een trend in is te ontdekken en of de criteria wel goed zijn als het percentage zo hoog is. PRO’98 verwijst in dezen naar een opmerking van de accountant die aangaf dat de gemeente op haar debiteuren moet letten. Hoe moet de fractie deze opmerking plaatsen in relatie tot het zojuist genoemde percentage? Wethouder Van Daalen geeft aan dat de gemeentelijke afweging een andere is dan de afwegingen die een bank maakt. Op het moment dat de gemeente inschat dat het verlenen van een lening werkgelegenheid verschaft en dit op basis van het externe advies wordt bevestigd, zal zij sneller instemmen met de verstrekking. Mevrouw Goldhoorn geeft aan dat altijd een uitgebreid gesprek plaatsvindt. Als er geen toekomstperspectief is voor een bedrijf dan slaat de gemeente een andere weg in met deze ondernemer. De gemeente kijkt wel degelijk naar zekerheden (hypotheken, borgstellingen). De heer Keetman geeft aan dat landelijk wordt bevestigd dat Barneveld goed scoort op het gebied van incasso. VVD heeft begrip voor de vangnetfunctie van een gemeente, maar is van mening dat het verstrekken van risicodragend kapitaal een taak is van een bank. Daarnaast wil de fractie weten, naar aanleiding van de opmerking dat er 2,1 miljoen aan leningen bij bedrijven uitstaat, hoeveel de gemiddelde lening per bedrijf is. Mevrouw Goldhoorn geeft aan dat er in totaal 85 leningen zijn verstrekt in verschillende sectoren. Een aantal grote leningen is verstrekt aan agrarische bedrijven. Een oorzaak hiervan was de MKZ-crisis en de vogelpest. Ook veel winkeliers hebben een lening afgesloten. Een afweging hierbij is dat Barneveld haar centrum graag aantrekkelijk wil houden voor het publiek. Daarnaast zijn er in de bouw veel periodieke uitkeringen. Wethouder Van Daalen merkt op dat bij de behandeling van de bezwaarschriften (als er geen lening is toegekend) de situatie nogmaals kritisch tegen het licht wordt gehouden. De consequentie van afwijzing is namelijk vrijwel altijd schuldsanering of faillissement.
PRO’98 wil weten hoe de fractie de opmerking van de accountant (over een gedetailleerde herijking) moet plaatsen in relatie tot de presentatie van vanavond. Wethouder Van Daalen zegt toe deze vraag schriftelijk te zullen beantwoorden (bijlage 2 bij notulen). 3. Presentatie stand van zaken 3 decentralisaties Wethouder van Daalen geeft aan dat de drie decentralisaties een grote impact hebben op de gemeenten en de mensen / organisaties om wie het gaat. Hij hecht eraan dat de decentralisaties in een goede onderlinge samenhang worden uitgevoerd. Er is de afgelopen maanden veel gebeurd: er zijn o.a. informatiebijeenkomsten gehouden en meedenksessies, maar er staat ook nog veel op stapel. De presentaties zijn bedoeld om de gemeenteraad mee te nemen in het traject om zo een breed draagvlak te creëren. Decentralisatie jeugdzorg (presentatie bijlage 3 bij notulen) ChristenUnie wil weten hoe de zoektocht naar de juiste aanbieder in zijn werk gaat. Mevrouw Loeffen geeft aan dat het laatste woord hier nog niet over gezegd is. Uiteraard zullen de bestaande aanbieders, waar de gemeente goede ervaringen mee heeft, in beeld komen. SGP geeft aan dat er in de presentatie is gesproken over een netwerkplan. Waarom wordt er niet met een specialistisch plan gewerkt? Met betrekking tot het inkoopmodel wil de fractie weten hoe omgegaan wordt met de Barneveldse aanbieders. Speelt bij de kwaliteit van vraag en aanbod van gewenste hulp (christelijke) identiteit ook een rol? Mevrouw Loeffen geeft aan dat er in het netwerkplan acties staan die door een netwerk kunnen worden ingezet. Indien nodig kan er uiteraard ook specialistische hulp worden geboden. Dat laatste liefst in samenhang met de andere partners in het sociale netwerk. Indien gewenst kan er ook direct geschakeld worden naar specialistische hulp. Dit ter beoordeling van de sociaal makelaar. Wethouder Van Daalen geeft aan dat specialistische hulp, ongeacht waar deze vandaan komt, zoveel mogelijk lokaal ingebed moet worden. Dit om de toeleiding zo laag mogelijk te kunnen houden. Specialistische hulp op regionaal niveau zou lokale spelers buiten spel kunnen zetten. Wel moet op regionaal niveau de financiën georganiseerd worden waarmee de gemeenten de zorg kunnen inkopen. Zeldzame zwaar specialistische zorg is lastig financierbaar op lokaal niveau. Dit moet wel hoger ingestoken worden. Als een vraag echter vaker voorkomt is het logisch om die hulp ook lokaal in te steken. Met betrekking tot de vraag van de SGP over de identiteit geeft hij aan dat dit, indien gewenst, kan worden opgenomen in het inkoopmodel. CDA vraagt of 11% jeugdzorg (De Glind) bewoners zijn van Barneveld? Mevrouw Loeffen geeft aan dat de gegevens voor wat betreft de 11% jeugzorg (De Glind) aangepast moeten worden omdat de ouders van deze kinderen elders in Nederland wonen en de zorg te zijner tijd ook daar lokaal wordt ingestoken. VVD geeft aan dat in het beleidsplan gesproken wordt over de doorontwikkeling van het Centrum van Jeugd en Gezin (CJG) en wil daar een nadere toelichting op. Wethouder Van Daalen geeft aan dat het belangrijk is om die ontwikkeling te betrekking bij het beleidskader jeugdzorg. Hij is van mening dat het raadzaam is te zijner tijd voorstellen hiertoe aan de raad voor te leggen. PRO’98 wil weten hoe de sociaal makelaar, het CJG en het specialistisch team zich tot elkaar verhouden. Heeft de sociaal makelaar een adviserende rol of is het iemand die de regie probeert te pakken? In hoeverre kunnen de in de presentatie genoemde kringen vertragend werken en hoe zit het met de jongeren die nu nog in portefeuille zitten? Wat is de reden van het terugtreden van de gemeente Wageningen uit het proces en wat is de impact daarvan? Mevrouw Loeffen geeft aan dat de sociaal makelaar de intermediair is tussen de lokale en specialistische hulp. Daarbij is de sociaal makelaar sterk gericht op output. De deskundigheid van deze persoon is cruciaal en zorgt ervoor dat de ringen niet vertragend zouden moeten werken. Voor de jongeren die nu in portefeuille zitten is het een onzekere tijd omdat landelijk werkende instellingen nu al aan het krimpen zijn. Wethouder Van Daalen geeft aan dat Wageningen voor de zomervakantie heeft aangegeven niet verder te willen in FoodValley-verband omdat zij als gemeente qua cultuur en sfeer een betere aansluiting heeft met de regio Arnhem. De gemeente Wageningen komt wel haar financiële verplichtingen aan FoodValley na. Daarnaast levert de gemeente Wageningen een expert op het gebied van inkoop voor het FoodValleyproces en deze persoon blijft meedraaien. SGP merkt op dat de fractie het uitermate spijtig zou vinden als de opgebouwde kennis van een instelling als De Rudolfstichting verloren zou gaan.
Wethouder Van Daalen geeft aan dat hierover gesprekken worden gevoerd met de Rudolfstichting en dat de gemeente hierin probeert mee te denken met de beperkingen die daarbij in acht genomen moeten worden. Participatiewet (presentatie bijlage 3 bij notulen) ChristenUnie wil weten of Permar het enige werkbedrijf in de regio wordt of dat er meer denkrichtingen zijn. Mevrouw Mulder geeft aan dat hier nog geen duidelijkheid over is. Wel duidelijk is op dit moment dat er één werkbedrijf per arbeidsmarktregio komt. Er zijn binnen Food Valley ook gemeenten die met IW4 werken. Wellicht dat Permar en IW4 gezamenlijk deze rol gaan vervullen. De gesprekken hierover zijn nog gaande. ChristenUnie wil weten of de lokale aanbieders ook in beeld zijn. Mevrouw Mulder beaamt dit. PRO’98 geeft aan dat gemeenten zelf mogen bepalen hoe zij het werkbedrijf vorm willen geven. Bij de reorganisatie van de Permar bleek dat hier per gemeente verschillend naar gekeken werd. Is dat nu nog het geval? Hoe verhoudt een en ander zich tot de reorganisatie die momenteel bij Permar speelt? CDA geeft aan blij te zijn met de ruimte voor lokale aanbieders. De fractie geeft aan dat het vooralsnog gaat om een concept wettekst en geeft aan dat er nog veel kan veranderen. Die ruimte die we binnen dit kader krijgen is ruimer dan de ruimte die er was. Hoe betrouwbaar is die ruimte? Mevrouw Mulder geeft aan dat regionaal steeds meer overeenstemming komt over hoe het werkbedrijf er uit komt te zien. Zij is het met het CDA eens dat het een concept wettekst is, maar dat er in deze wettekst meer ruimte is om lokale aanbieders een rol te geven dan naar aanleiding van het sociaal akkoord verwacht werd. Barneveld zit natuurlijk wel in de GR Permar en dat betekent dat we daar ook als gemeente een bepaalde verantwoordelijkheid hebben. Toch proberen we de lokale aanbieders daar ook zeker een rol in te geven. e Daarnaast is Barneveld onderdeel van de 31 arbeidsmarktregio waar per arbeidsmarktregio 1 werkbedrijf opgericht moet worden. Het lijkt logisch om de infrastructuur van Permar daarvoor te benutten. Uiteraard met ook mogelijkheden voor lokale aanbieders. VVD wil graag een toelichting met betrekking tot loonvormende arbeid? Mevrouw Mulder geeft aan dat dit nog verder uitgewerkt moet worden. Bekeken zal worden of een dienstbetrekking noodzakelijk is of dat ook andere vormen, bijvoorbeeld een payrollconstructie aan de orde is. SGP wie bepaalt of iemand naar het werkbedrijf gaat of naar een lokale aanbieder? Mevrouw Mulder geeft aan dat die keuze bij de inwoner ligt. PRO’98 wil weten in hoeverre het visiedocument van Permar en de nu gehouden presentatie synchroon lopen. Mevrouw Mulder geeft aan dat het vanavond uitgedragen standpunt niet anders is dan het standpunt dat Barneveld altijd al heeft uitgedragen. CDA vraagt in hoeverre het bedrijfsleven bereid zal zijn om een bepaald quotum van hun werknemersbestand in te laten vullen door mensen met een beperking. Is die goodwill er? Mevrouw Mulder verwacht dat dit niet altijd vanzelfsprekend is. Dat wordt een lastige issue in de Particpatiewet. Overigens wordt dit mede ingegeven door de huidige economische crisis en de situatie waarin bedrijven verkeren. Wet maatschappelijke ondersteuning (presentatie bijlage 3 bij notulen) SGP wil weten in hoeverre het beleidskader kan worden vastgesteld op basis van concept wetteksten. Wethouder Van Daalen geeft aan dat het beleidskader vastgesteld kan worden, maar de verordening niet omdat die als basis de vastgestelde wettekst heeft. De gemeente neemt daarmee een risico. De heer Kraan merkt op dat er bij burgers en bedrijven wel behoefte is aan een beleidskader. PRO’98 wil weten hoe invulling wordt gegeven aan de uitvoering van het overgangsregime. De heer Kraan geeft aan hier nog niets over te kunnen zeggen. Dit is mede afhankelijk van wat daar precies over in de wettekst komt te staan. In de concept wettekst staat vooralsnog dat mensen maximaal 1 jaar hun oude rechten behouden, maar de gemeente krijgt wel minder geld voor de uitvoering daarvan. De VNG lobbiet momenteel tegen dit voorstel. PRO’98 vraagt of er ook een inkoopmodel komt voor regionale organisaties. De heer Kraan geeft aan dat het idee is dat het Zeeuwse model weer wordt gehanteerd waarbij zoveel mogelijk aanbieders mee kunnen doen. CDA is van mening dat er doorgeschoten wordt in taalgebruik door een cliënt voortaan inwoner te noemen. Wethouder Van Daalen geeft aan dat hiermee wordt beoogd de mindset te veranderen. De gemeente verleent geen zorg meer, maar de gemeenschap. De cliënt is voortaan een inwoner die de mensen om zich heen nodig heeft. 4. Raadsvoorstel: Verzelfstandiging museum Nairac.
PRO’98 merkt op dat er in dit voorstel sprake is van het op een getrapte wijze doorvoeren van bezuinigingen. Dat is niet gebeurd bij de muziekschool. Wat is de visie hierachter? De heer Jongman geeft aan dat een groot deel van de bezuiniging wordt gerealiseerd door besparing op salarissen en de toerekening van de kosten van de stafafdelingen van het gemeentehuis. Dit moet getrapt in het kader van de bedrijfsvoering. De beoogde bezuiniging wordt gehaald. Burger Initiatief vraagt hoe het gaat met de werving van vrijwilligers en sponsors. De heer Jongman geeft aan dat het aantal vrijwilligers nog steeds groeiende is. Momenteel zijn er ongeveer 30 vrijwilligers. De sponsoring valt echter tegen. Bij de selectie van een directeur is er goed gekeken of zij ervaring heeft in het werven van sponsoren. Daar ligt namelijk een actieve rol voor haar en het bestuur. SGP wil weten of dit een aanvullend voorstel is ten opzichte van het voorstel van januari 2012. Of komt dit voorstel hiervoor in de plaats. Wethouder Van Daalen legt uit dat dit voorstel het voorstel van januari 2012 vervangt. In het huidige voorstel staan de nieuwe subsidiebedragen. In januari 2012 is ook de toezegging gedaan dat er nog een verantwoording zou plaatsvinden. Het raadsvoorstel geeft hier eveneens invulling aan. PRO’98 merkt op dat er in het raadsvoorstel gesproken wordt over niet begrote structurele kosten. Hoe verhouden deze kosten zich tot het onderzoek dat adviesbureau Van Tilburg heeft uitgevoerd? De heer Jongman legt uit dat veel verwachtingen uit het rapport van Adviesbureau Van Tilburg zijn uitgekomen. Een aantal kleine zaken ontbraken echter in het rapport. Als je een museum een goede start wilt geven dan is het belangrijk om deze wel mee te nemen. Hiermee creëer je wat ruimte. Mocht blijken dat het museum zich makkelijk redt dan kan deze doelstelling alsnog worden meegenomen en wordt de beoogde bezuiniging van 135.000 Euro gerealiseerd. CDA merkt op dat er structureel zo’n 11.000 Euro bij geraamd is. Een deel wordt veroorzaakt door het feit dat het museum qua oppervlakte vier keer zo groot is geworden en de schoonmaakkosten daardoor hoger uitvallen. De fractie is van mening dat zoiets toch te voorzien was. De fractie wil graag een onderbouwing met betrekking tot de 50.000 euro speling waarmee tegenvallers in de exploitatie kunnen worden afgedekt. De heer Jongman geeft aan dat er in het begin een inschatting is gemaakt wordt voor exploitatiekosten die het vernieuwde museum met zich mee zou brengen. Dit is ook in het haalbaarheidsonderzoek mee genomen. Het bestuur heeft aangegeven dat de exploitatie de eerste jaren risicovol zal zijn. Als er de eerste 2 jaar tegenvallers zijn dan moet het bestuur dat melden. De te realiseren bezuinigingen worden dan aangehouden. Burger Initiatief wil weten hoeveel de besparing van kosten is door de ondersteuning op het gebied van automatisering door een particulier bedrijf uit te laten voeren. De heer Jongman geeft aan dat dit 50% goedkoper is. ChristenUnie wil weten in hoeverre er voor de cultuureducatie gebruik gemaakt kan worden van combinatiefunctionarissen? De heer Jongman geeft aan dat er momenteel nog iemand in dienst is voor archeologie- en cultuureducatie. Hij sluit niet uit dat in de toekomst combinfunctionarissen op het gebied van cultuur worden ingezet. VVD geeft aan dit nogal prematuur te vinden. De heer Jongman geeft aan dat er eerst een overweging moet plaatsvinden voordat hiertoe door het college een besluit genomen kan worden. PRO’98 wil weten of er gekeken is naar de mogelijkheden om de backoffice van de bibliotheek, museum Nairac en de muziekschool samen te voegen. Dit kan een zekere synergie opleveren. De heer Jongman merkt op dat hier zeker over wordt nagedacht om dit in de toekomst mogelijk te maken SGP wil weten of de voorwaarden genoemd in het raadsvoorstel van januari 2012 nog steeds van kracht zijn. De heer Jongman beaamt dit. Het voorstel is rijp voor besluitvorming en zal meningsvormend worden geagendeerd. 5. Lijst van ingekomen stukken: collegebesluit: uitbreiding Rijksregeling Bredeschool, sport en cultuur met Brede Impuls combinatiefunctionarissen. VVD constateert dat het aantal fte’s is opgelopen van 5,4 naar 13,3. De fractie constateert tevens dat het crisis is en dat de gemeente o.a. geconfronteerd wordt met drie decentralisaties en is van mening dat de raad keuzes moet maken of zij op deze ingeslagen weg verder wil. Spreker wil weten hoe de uitbreiding tot stand is gekomen. Het feit dat er ambtenaren voor de regeling gebruikt worden, lijkt de fractie in strijd met de letter van de wet. Ook is er sprake van nieuw aangestelde mensen. Hoe verhoudt zich dat tot de opmerking dat het om bestaand personeel gaat? Spreker merkt op dat als het om bestaand personeel gaat, deze ambtenaren dus eerder geen werk hadden of boventallig waren. Wat gebeurt er met deze mensen als het rijk een streep zet
door de regeling? De fractie wil tevens een toelichting met betrekking tot de aangestelde functionaris voor de muziekschool. Hoe verhoudt zich dit tot de verzelfstandiging? Wethouder Van Daalen geeft een korte uitleg van de systematiek. Barneveld hanteert een eigen variant door de cofinanciering in uren uit te drukken van medewerkers die zich met jongerenwerk bezig houden. Hierdoor wordt de cofinanciering dus in eigen begroting gevonden. Het rijk is daarmee akkoord gegaan en ook andere gemeenten hanteren het Barneveldse model. Barneveld maakt dus gebruik van de rijksregeling zonder extra geld uit te geven. Als de rijksregeling niet bestond waren deze ambtenaren dus jongerenwerker. Als de regeling wordt afgeschaft dan stoppen de activiteiten van de combinatiefunctionarissen. De kosten bij het beëindigen van het contract van de combinatiefunctionarissen die met rijksgelden worden gefinancierd, worden betaald door de scholen. Hierover zijn afspraken gemaakt. Met de muziekschool is afgesproken dat zij de co-financering in hun eigen begroting zoeken en het geld van de gemeente is afkomstig van de rijkssubsidie. VVD: merkt op dat de uren van de combinatiefunctionarissen salaris kosten. Als die taak wegvalt, moet de gemeente er dan taken bij bedenken om ze hun uren te laten werken? Wethouder Van Daalen merkt op dat deze gelden gelabeld zijn en dat dit dus niet kan. VVD merkt op dat als de taak wegvalt dat dan ook het recht op salaris vervalt. PRO’98 wil van de VVD weten welke taak volgens de VVD zou moeten vervallen. VVD merkt op dat het daar in deze discussie niet over gaat. De vraag die centraal staat is of de gemeente zo moet willen uitdijen. Deze regeling kost de gemeente 4 ton en daar moet de raad goed over nadenken. Wethouder Van Daalen legt uit dat het de gemeente geen 4 ton kost. Het zijn bestaande uren die de gemeente al leverde met de huidige jongerenwerkers. Nadien zijn er nog een paar combinatiefunctionarissen aangesteld die worden betaald met rijksgelden. ChristenUnie merkt op dat het uitdijen dus betaald wordt met rijksgelden en wil weten of de fractie van de VVD er de voorkeur aan geeft het geld terug te storten naar Den Haag. VVD merkt op dat er niet standaard “ja” gezegd hoeft te worden tegen geld uit Den Haag. Het is namelijk uiteindelijk wel allemaal geld van de burgers in Nederland. Het is belangrijk om na denken of we dit wel moeten willen als gemeente. ChristenUnie is van mening dat het huidige kabinetsbeleid beoogt mensen meer verantwoordelijk te maken voor hun eigen leven. De gelden worden gebruikt om jongeren te stimuleren te gaan sporten om o.a. overgewicht tegen te gaan. De fractie steunt het standpunt van de VVD niet. VVD betwist ook niet of de dingen die met de gelden gedaan wordt zinvol zijn. De gemeenteraad moet wel een afweging maken wat de kerntaken van deze gemeente zijn. ChristenUnie merkt op dat de gelden beschikbaar zijn voor alle gemeenten in Nederland. De fractie vindt het geen goed signaal om als enige gemeente zich op het standpunt te stellen: “wij doen niet mee”. SGP betreurt deze discussie. De fractie opteert ervoor dat er geen extra gemeentegelden voor deze rijksregeling wordt aangewend. Daarnaast wil de fractie graag een evaluatierapport wat deze functionarissen doen en of dat hetgeen is wat de gemeente beoogd. Wethouder Van Daalen geeft aan dat de evaluatie voor april 2014 gepland staat en merkt op dat juist van de kant van het rijk deze regeling als heel belangrijk wordt ervaren. De regeling wordt niet voor niets uitgebreid. De regeling behelst niet alleen sportstimulering, het houdt zich ook bezig op andere terreinen zoals elkaar ontmoeten en zorg. Spreker wil een pleidooi houden om het niet te veel van één kant te bezien. CDA wil weten hoe de wethouder de bereikte doelen van de combinatiefunctionarissen meetbaar maakt. Wethouder Van Daalen legt uit dat kwantitatief het aantal personen (met name kinderen) dat meedoet wordt gemeten alsmede het aantal activiteiten. In de laatste categorie wordt ook een kwalitatief element aangebracht. ChirstenUnie wil weten of de combinatiefunctionarissen ook ingezet kunnen worden voor de bibliotheek en museum Nairac. Wethouder Van Daalen geeft aan genoemde suggestie zeker te zullen onderzoeken. SGP pleit ervoor de evaluatie te vervroegen. Wethouder Van Daalen zegt toe de evaluatie nog dit jaar aan de raad te zullen doen toekomen. 6. Gedragscode politieke ambtsdragers gemeente Barneveld. CDA wil weten hoe bepaling 9.1 zich verhoudt tot het gebruik van iPads die spreker ook weleens privé gebruikt. Spreker wil graag weten wat wel en niet is toegestaan. Burgemeester van Dijk: merkt op dat dit niet op de millimeter gedefinieerd kan worden. In dit kader zijn houding en gedrag belangrijk.
PRO’98 verwijst naar de een voorbeeld in de handreiking over een boer in het buitengebied die tevens raadslid is. Hoe moet zo’n voorbeeld geïnterpreteerd worden? Burgemeester van Dijk geeft aan dat de voorbeelden bedoeld zijn om een discussie te kunnen voeren en daardoor een stukje sensibiliteit te kweken. In genoemd scenario is de beoordeling gemaakt het eerst te melden in de fractie. Hiermee wordt het expliciet, bespreekbaar en controleerbaar. Mocht het groter worden dan kan het ook besproken worden met de burgemeester c.q. het Presidium. Het voorbeeld van de boer is dus niet exact kopieerbaar. PRO’98 wil weten waarom deze rol van de voorzitter van de raad in de gedragscode niet explicieter is genoemd. Burgemeester van Dijk is van mening dat dit zo vanzelfsprekend is dat dit niet in de gedragscode genoemd hoeft te worden. Genoemde rol geldt overigens ook voor de griffier. ChristenUnie merkt op dat de kinderen van spreker voetbal spelen bij SDVB. Spreker heeft meegestemd over het toekennen van kunstgrasvelden voor deze vereniging. Burger Initiatief waarschuwt dat de raad niet moeten doorslaan. Het behalen van een persoonlijk financieel voordeel uit een raadsvoorstel is laakbaar. Burgemeester van Dijk geeft aan dat het de voorkeur heeft om met de nieuwe raadsleden te zijner tijd een aantal casussen te bespreken. Spreker merkt op dat als een raadslid een bestuursfunctie vervult bij een vereniging hij/zij zich moet onthouden van stemming en benadrukt nogmaals het belang van het bespreekbaar maken. Daarmee wordt het transparant gemaakt. SGP vraagt met betrekking tot de bepalingen van punt 4 wat een raadslid moet doen als hij/zij op het huisadres een geschenk ontvangt van 25 euro. Burgemeester van Dijk geeft aan het antwoord schuldig te moeten blijven. Hij merkt op dat het raadslid zou moeten uitstralen dat het niet gepast is om dit soort dingen te ontvangen. VVD sluit aan bij de woorden bij de burgemeester. Elk raadslid voelt wel aan wat wel of niet gepast is. Het voorstel is rijp voor besluitvorming en zal meningsvormend worden geagendeerd. 7. Rondvraag: Burger Initiatief betreurt het dat de aanbesteding van het nieuw zwembad Voorthuizen niet gegund is aan een Barnevelds bedrijf en verzoekt of het mogelijk is om Barneveldse bedrijven actiever te benaderen. Burgemeester van Dijk begrijpt de gevoelens. Hij merkt op dat aanbesteding aan strenge eisen gebonden is. Hij zegt toe te zullen onderzoek hoe in de toekomst scherper aanbesteed kan worden zodat ook Barneveldse bedrijven zich inschrijven PRO’98 wil weten wat de status is van de motie met betrekking tot de voedselbank. Burgemeester van Dijk zegt toe deze vraag schriftelijk te zullen beantwoorden.