Wethouder Economie en Personeel
mr P.T. van Woensel
Gemeente Den Haag
Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag
Aan de voorzitter van de commissie Verkeer, Economie en Monumenten
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
DSO/2004.3648-RIS122217_07-jan-2005 Doorkiesnummer
070 - 353 2551 E-mailadres Aantal bijlagen
2 Datum
23 november 2004 Onderwerp
Strijdige Regels Geachte heer Schüller, 1. Aanleiding Medio 2003 is op initiatief van Staatssecretaris Van Gennip van het ministerie van Economische Zaken het meldpunt Strijdige Regels op internet geopend. Doel was zicht te krijgen op de problemen van ondernemers met regelgeving. In vier maanden zijn circa 800 meldingen binnengekomen. De helft van de meldingen gaat over de toepassing en handhaving van de regels. 20% van de meldingen had betrekking op de bouw. Het ondernemersklimaat van Den Haag staat voor de gemeente hoog op de agenda. Er worden diverse activiteiten uitgevoerd (één (digitaal) ondernemersloket, ontbijten met ondernemers, ondernemersparkeervergunningen) die het ondernemen in de stad vereenvoudigen en veraangenamen. Regelgeving is één van de onderdelen van het ondernemersklimaat. Regels zijn behulpzaam en moeten gehandhaafd en uitgelegd worden. Den Haag heeft dan ook enthousiast gereageerd op de uitnodiging van het ministerie van Economische Zaken om een pilot uit te voeren gericht op het wegnemen van ‘strijdige regelgeving’ binnen de bouw en meer specifiek het onderdeel verbouw van monumentale panden. Monumenten zijn een gezichtsbepalend element voor de stad Den Haag. Er zijn circa 1.200 rijksmonumenten en evenveel gemeentelijke monumenten. Er worden circa 80 monumentenvergunningen per jaar aangevraagd. In de periode mei – augustus 2004 heeft de sectorgerichte werkgroep voor de Bouw in de gemeente Den Haag knelpunten geanalyseerd en oplossingen voor deze knelpunten aangedragen. Het eindrapport dat als bijlage 1 bij dit raadsvoorstel is gevoegd - beschrijft de aanpak en resultaten van de werkgroep.
Inlichtingen bij
Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 070 - 353 2551 Fax: 070 - 353 3601
DSO/2004.3648
2
In dit raadsvoorstel wordt de inhoud van het eindrapport samengevat en worden de belangrijkste aanbevelingen van de werkgroep beschreven. 2. Strijdige regels en tegenstrijdige belangen Het begrip strijdige regels kan breed geïnterpreteerd worden. In het uitgevoerde project wordt hier het volgende onder verstaan: Het betreft de regels op één object die elkaar bij toepassing en handhaving in de praktijk bijten. Op zichzelf kan een regel logisch zijn, maar bij toepassing en handhaving van de regels door meerdere instanties krijgt de ondernemer te maken met eisen en aanwijzingen die tegenstrijdig zijn of in de praktijk niet uitvoerbaar zijn. Daarbij wordt onderscheiden: • Tegenstrijdigheden in formele wet- en regelgeving • Tegenstrijdigheden die ontstaan bij toepassing/interpretatie van regels die betrekking hebben op één object, door verschillende instanties vanuit verschillende invalshoeken • Eisen en aanwijzingen die onlogisch zijn gezien de situatie en andere eisen (toepassing regels in de praktijk). • Procedures tussen organisaties die onvoldoende gestroomlijnd zijn. • Onheldere, onvoldoende afgestemde communicatie (vanuit verschillende diensten) waardoor strijdigheid ervaren wordt. Door de werkgroep zijn 12 knelpunten geanalyseerd en beschreven in het eindrapport. Alle knelpunten behoren tot de laatste 3 types, met een lichte nadruk op onvoldoende gestroomlijnde procedures. Het gaat daarbij met name om de procedures van de monumentenvergunning en de bouwvergunning. Uit de analyse blijkt dat het in Den Haag niet gaat om echt strijdige regels. Het gaat om de uitvoering en toepassing in de praktijk. Het is echter niet vreemd dat de regels lijken te botsen, er is namelijk wél sprake van tegenstrijdige belangen. Ten eerste binnen de gemeente: Monumentenzorg (en de monumentenwet) richt zich op het behouden van het bestaande. Bouw- en Woningtoezicht (en het Bouwbesluit) is juist gericht op het bouwen, dus het veranderen van het bestaande. De brandweer richt zich op veiligheid, wat meestal ook gewenste veranderingen betekent. Ten tweede tussen de gemeente en de ondernemer: de ondernemer heeft een bepaald einddoel waarvoor aanpassingen aan een gebouw nodig zijn. Voor Monumentenzorg moet elke aanpassing goed overwogen worden. De Brandweer en Bouw- en Woningtoezicht toetsen de voorgestelde aanpassingen en kunnen met andere aanvullende voorstellen komen. Een en ander kan ertoe leiden dat het de ondernemer extra tijd en geld kost, of dat hij zijn wensen niet kan realiseren. 3. Oplossingen Uit de analyse van de knelpunten blijkt dat sommige knelpunten niet op gemeentelijk niveau kunnen worden opgelost maar dat deze door departementen moeten worden opgepakt. Veel regels zijn vastgelegd in wettelijke bepalingen en moeten op landelijk niveau worden aangepakt.
DSO/2004.3648
3
Om tot aanpak van die wettelijke regels te komen heeft het ministerie van Economische Zaken met de zes meest betrokken ministeries (beleidsdirecties en inspectiediensten) en werkgeversorganisaties (MKBNederland en VNO-NCW) een convenant gesloten1. Vanuit dit convenant zullen de tegenstrijdigheden in formele wet- en regelgeving aangepakt worden. Veel knelpunten hebben echter te maken met de toepassing van regels door lagere overheden en de handhaving door inspectiediensten. In een aantal sectorgerichte werkgroepen – Den Haag is één van de negen ingestelde werkgroepen - worden daarvoor op lokaal niveau verbetervoorstellen gedaan, die bij gebleken succes breder toegepast kunnen worden. Het convenantoverleg speelt een rol om deze best practices onder de aandacht van betrokken organisaties te brengen. Paragraaf 4.4 gaat specifiek in op de activiteiten die de gemeente Den Haag kan ondernemen die leiden tot structurele oplossingen voor knelpunten die door ondernemers in Den Haag worden ervaren bij de verbouw van monumentale panden. Het betreft de volgende maatregelen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Monumentenzorg wijst op eisen Bouwbesluit en gemeentelijke bouwverordening; Structureel vroegtijdig overleg tussen Monumentenzorg, Brandweer en Bouw- en Woningtoezicht; Parallel laten lopen van monumentenvergunning en bouwvergunning; Koppelen adreslijst monumenten aan adres- en vergunningensystemen; Vergunningverleners gebruiksvergunning geven extra uitleg en Invoering van het project Publiekrechtelijke beperkingen.
Ad 1: Monumentenzorg wijst op eisen Bouwbesluit en gemeentelijke bouwverordening De werkgroep stelt voor dat Monumentenzorg bij een aanvraag of vooroverleg voor de monumentenvergunning gaat wijzen op de overige vereisten uit het Bouwbesluit/de gemeentelijke bouwverordening. Dit zijn eisen waarvoor vroegtijdige afstemming essentieel is, aangezien vanwege artikel 1.12 van het Bouwbesluit deze eisen al in de monumentenvergunning meegenomen moeten zijn. Niet aan al deze eisen zal kunnen worden voldaan zonder de monumentale status aan te tasten, maar het is belangrijk om zoveel mogelijk eisen inzake bijvoorbeeld veiligheid en gezondheid zo goed mogelijk te realiseren. Vanwege de gewenste nauwere koppeling tussen de processen van beide vergunningen is het noodzakelijk dat alle informatie voor de bouwvergunning al bij de monumentenvergunning bekend is. Anders kan bijvoorbeeld de brandweer niet vroegtijdig adviseren. En de verantwoordelijkheid wordt gelegd waar hij hoort: bij de aanvrager. Deze kan dan vroegtijdig worden gewezen op de consequenties van zijn/haar verzoek en de mogelijkheid dat de belangen ‘veiligheid’ en ‘monumentale status’ mogelijk niet tot een haalbaar compromis gaan leiden.
1
Convenant van 22 januari 2004
DSO/2004.3648
4
Ad 2: Structureel vroegtijdig overleg tussen Monumentenzorg, Brandweer en Bouw- en Woningtoezicht De koppeling tussen de monumentenvergunning en de bouwvergunning is op dit moment indirect (via advisering) en onvoldoende gecoördineerd. De meeste problemen doen zich voor op het gebied van brandveiligheid en binnenklimaat. Op dit moment zijn vrijwel altijd aanvullende maatregelen nodig voor een monument om een veilige en gezonde situatie te verkrijgen. Dit wordt echter vaak pas geconstateerd als de procedure voor de monumentenvergunning al vrijwel doorlopen is. Vanwege artikel 1.12 van het bouwbesluit is het essentieel dat de aanvullende maatregelen al in de monumentenvergunning worden geregeld. Het is procedureel en formeel niet mogelijk om dit later alsnog in de bouwvergunning te doen. Een structureel vroegtijdig overleg tussen Monumentenzorg en de brandweer lost dit op. Bouw- en Woningtoezicht dient hierbij te zijn voor de continuïteit van het bouwvergunningproces. Dit overleg moet voor rijksmonumenten plaatsvinden vóórdat de monumentenvergunning formeel wordt aangevraagd, aangezien direct na het aanvragen van de monumentenvergunning de Rijksdienst voor Monumentenzorg om advies gevraagd moet worden. Voor gemeentelijke monumenten is dit ook een handig moment, maar dan vanwege het ontbreken van een aanhoudingsgrond voor de bouwvergunning (dat wil zeggen dat het feit dat de gemeentelijke monumentenvergunning nog niet is afgegeven niet betekent dat je de bouwvergunning tot die tijd mag aanhouden). In beide gevallen betekent het dat alle informatie die de brandweer nodig heeft al wel aanwezig moet zijn. Dit kan door er voor te zorgen dat het vooroverleg wordt gestart met de informatie die moet worden aangeleverd volgens het Besluit indieningvereisten aanvraag bouwvergunning. Het overleg zal zich richtten op alle monumentenvergunningen waar een reguliere bouwvergunning bij hoort. Voor een lichte bouwvergunning is dit niet nodig, omdat daar geen uitgebreide toetsing aan het Bouwbesluit plaatsvindt (daar is ook geen brandweeradvies voor nodig). Naar schatting zal het om circa 40 van de huidige 80 aanvragen per jaar gaan. Voor de andere 40 is geen extra overleg noodzakelijk. Ad 3: Parallel laten lopen van monumentenvergunning en bouwvergunning De werkgroep adviseert om de procedures van de monumentenvergunning en de reguliere bouwvergunning parallel te trekken om onderlinge afstemming te waarborgen. Deze oplossing kan bewaakt worden door het proces van de monumentenvergunning op te nemen in het project Procesintegratie (zie bijlage 2 bij het hoofdrapport) en in dit proces een vroegtijdig overleg tussen Brandweer en Monumentenzorg op te nemen. In het bijzonder wordt hierbij gedoeld op het moment van vooroverleg met Monumentenzorg, de Brandweer en de projectinspecteur, wat zal moeten leiden tot een integrale voorbereiding en een integrale aanvraag van zowel de bouwvergunning als de monumentenvergunning. De dienst Stedelijke Ontwikkeling gaat op korte termijn intern bekijken op welke wijze de beide procedures het beste op elkaar kunnen worden afgestemd.
DSO/2004.3648
5
Ad 4: Koppelen adreslijst monumenten aan adres- en vergunningensystemen Er is een lijst met alle adressen van monumenten in Den Haag, maar die is nog niet gekoppeld aan andere systemen: • • •
Er is een centraal vergunningensysteem, BWT 4 all, en M+M; Er is een systeem waarin vergunningverleners en handhavers voor elk adres gegevens over vergunningen en dergelijke kunnen opzoeken: de Haagse Infodesk en Er komt een centraal adressensysteem, dat door alle vergunningverleners en handhavers gebruikt gaat worden: project Kernregistratie Gebouwen en Adressen (KRG&A).
Er komt een databank waarin van elk adres staat welke publiekrechtelijke beperkingen er aan dat adres gekoppeld zijn: project Publiekrechtelijke beperkingen. Monumentenstatus (rijks- en gemeentelijk) en beschermd stadsgezicht zijn voorbeelden van dergelijke beperkingen. Nu moet de monumentenstatus uit de databank zodra deze klaar is actief gekoppeld worden aan BWT 4 all en aan de Haagse Infodesk. Op een zodanige manier dat als een adres opgezocht of ingevoerd wordt er een automatische vermelding wordt gedaan dat het betreffende pand een monument is, en dat dit betekent dat als er wijzigingen aan het pand moeten worden aangebracht er een monumentenvergunning en een bouwvergunning nodig zullen zijn. De vergunningverleners en handhavers van de andere afdelingen dan Monumentenzorg moeten eigenaren/gebruikers van de panden waar het om gaat hierop actief attenderen. Daarnaast moeten zij ze voorzien van een pakketje informatie over de monumentenvergunning en bouwvergunning. Ook moet bij vergunningprocedures (automatisch) de afdeling Monumentenzorg gewaarschuwd worden. Dit kan door aan te sluiten bij het project Procesintegratie (zie bijlage 2 van het eindrapport). Op dit te realiseren moeten de volgende acties ondernomen worden: •
De gebruikers van BWT 4 all, M+M, en de Haagse Infodesk dienen medio 2005 een verzoek in bij de beheerders van de systemen om de systemen op bovenstaande manier te koppelen; • In het project procesintegratie wordt het proces van de monumentenvergunning opgenomen. Monumentenzorg zorgt dat op alle andere vergunningsverlenende afdelingen een basisbrochure over monumenten te krijgen is (voor zover dat nog niet het geval is). Ad 5: Vergunningverleners gebruiksvergunning geven extra uitleg Op dit moment worden de mogelijkheden verkend om in Den Haag een gebruiksvergunningstelsel met beperkte geldigheidsduur in toe voeren. Totdat hieromtrent besloten wordt zou vooralsnog bij het verstrekken van de gebruiksvergunning uitgelegd moeten worden dat deze weliswaar voor onbeperkte duur is, maar dat deze toch mogelijk in de toekomst moet worden herzien bij (sterk) veranderde eisen. Ad 6 Project Publiekrechtelijke beperkingen In het kader van de invoering van de wet Kenbaarheid publiekrechterlijke beperkingen (WKPB) moet informatie als monumentale status of beschermd stadsgezicht voor kadaster, notaris en makelaar on-line beschikbaar zijn. In de werkgroep is afgesproken dat de gemeente hiervoor zorg gaat dragen. Hierop vooruitlopend is de gemeente Den Haag met het project Procesintegratie gestart. Er komt een databank waarin van elk adres staat welke publiekrechtelijke beperkingen er aan dat adres gekoppeld zijn.
DSO/2004.3648
6
4. Vervolg De werkgroep Strijdige regels bouw – monumenten gemeente Den Haag is er van overtuigd dat met het uitvoeren van de hierboven beschreven acties het vergunningentraject voor ondernemers in deze sector veel transparanter en eenduidiger zal verlopen. De werkgroep geeft niet alleen adviezen aan de gemeente Den Haag om dit te realiseren; ook aan het convenantenoverleg worden acties voorgesteld om knelpunten weg te nemen, zoals communicatie over de artikelen 1.5 en 1.12 van het bouwbesluit, het invoeren van de zogenaamde VROM-vergunning en extra voorlichting aan ondernemers over de Risico inventarisatie en evaluatie. Naast de oplossingen die in paragraaf 3 zijn genoemd, heeft de werkgroep ook nog de volgende aanbevelingen gedaan: •
•
•
•
•
Om de implementatie van de oplossingen uit het rapport te volgen is het belangrijk dat daar structureel aandacht voor is. Afgesproken is dat Bureau Ondersteuning Stadsdelen de implementatie op hoofdlijnen zal aansturen. Ook adviseert de werkgroep om op een of andere manier de contacten die met dit project tussen de afdelingen gelegd zijn voort te zetten; De werkgroep adviseert om de stand van zaken over respectievelijk zes maanden en één jaar te evalueren en om daarbij de ondernemers/brancheorganisaties te betrekken. Bureau Ondersteuning Stadsdelen en het ministerie van Economische Zaken zullen dit gezamenlijk oppakken; De werkgroep adviseert ook om het voorlichtingsmateriaal (schriftelijk en digitaal) dat nu verkrijgbaar is kritisch te beoordelen en om daarbij te letten op: • De onderlinge verwijzingen (verwijst Monumentenzorg naar bouwvergunning en omgekeerd, enz.) • De verkrijgbaarheid: zijn alle basisbrochures beschikbaar bij alle vergunningsverstrekkers, alle stadsdeelkantoren, de BedrijvenBalie, de Kamer van Koophandel? De werkgroep heeft vastgesteld dat in de gemeente Den Haag zeer veel interessante projecten in ontwikkeling en/of uitvoering zijn. Echter, het overzicht ontbreekt voor een deel en in sommige gevallen worden voor de hand liggende koppelingen niet gelegd. De werkgroep acht het de moeite waard om de volgende projecten ook in meer detail te bezien, en waar nuttig te koppelen, al dan niet aan acties uit dit project: • Project Kwaliteitsslag upgrade Haagse Infodesk; • Project Doe het zelf; • Project Klantgericht handelen; • Project Vergunningen info systeem (VIS); • Projecten Ondernemersportal/Ondernemersloket en • Werkgroep folders Tenslotte adviseert de werkgroep de gemeente Den Haag om met de ervaring die met dit project zijn opgedaan ook andere sectoren onder de loep te nemen, bijvoorbeeld voor het onderdeel horeca, met medeneming van de ervaringen van de andere pilot-gemeenten.
DSO/2004.3648
7
5. Publiciteit Na goedkeuring van het eindrapport zal de brancheorganisatie BouwNed in overleg met de gemeente Den Haag in november/december een regionaal symposium organiseren. De gemeente Den Haag zal hier als pilot-gemeente haar ervaringen delen met een brede groep gemeentelijke beleidsmakers, handhavers en ondernemers uit de regio. BouwNed zal via haar blad BouwNed belang de resultaten terugkoppelen naar haar leden. Ze zal haar reguliere contacten met de ondernemers gebruiken om te peilen wat de ondernemers van de oplossingen vinden en of het in de praktijk werkt. Daarnaast zal er in reeds geplande bijeenkomsten van de gemeente Den Haag en BouwNed aandacht aan de uitkomsten besteed worden, zoals het regionaal bouwcongres van BouwNed in begin 2005 en dergelijke. De besluiten van ons college om tot structurele oplossingen te komen voor knelpunten die door ondernemers in Den Haag worden ervaren bij de verbouw van monumentale panden treft u hierbij als bijlage aan. De wethouder van Economie en Personeel,
mr P.T. van Woensel