WERK VAN DEN AKKER
Afdeling Herentals AARDBEIEN KWEKEN Lesgever: Frans Van Hout
20 - 05 - 12
Verslag: Michel Peeters
Latijnse naam: Fragaria Ananassa Familie: Rosaceae 1. Beschrijving . De aardbeiplant is een overlevende kruidachtige plant . Hij heeft een korte hoofdstengel met bladeren . Uit de ogen in de oksels van de bladeren kunnen bloemtrossen, uitlopers of zijkronen ontstaan . Bloemknoppen ontstaan bij korter wordende dagen, uitlopers ontstaan bij lange dagen . Het rhizoom is het korte verdikte gedeelte met wortels, deze ontstaan boven de oude zodat de plant omhoog groeit . 2. Groeistadia van de aardbeiplant . Tijdstip Juli - augustus Half augustus September november Eind nov. - februari Maart
Vegetatief Actieve groei Actieve groei Traagheidstoestand
Generatief Preflorigene toestand Bloeminductie Florigene toestand
Teeltmaatregel Planten Einde plantperiode Wachtbed
Geremde toestand Actieve groei
Post florigene toestand idem
Koelen tijd afhank.teelt
3.Aardbeiteelt in open lucht . 3.1 Grondvereisten: - goed doorlatend - geen harde lagen - lage grondwaterstand . Hoogste grondwaterstand = 80 cm . - bezonken - waterpas - dikke bouwlaag - zuid helling - zuurtegraad bodem: pH( H2O ) 6 - 6,8 afhankelijk van de grondsoort . pH( KCL ) 5 - 6,3 - vruchtafwisseling: minstens 4 jaar, beter 6 à 7 jaar.
1
3.2 Bemesting . - geen hoge voedingstoestand van de grond . - organische bemesting op de voorvrucht . Geen organische mest inwerken, wel compost of verteerde stalmest in het vroege voorjaar . - geen scheikundige bemesting, het wortelstelsel is zeer gevoelig aan zout . Wel 3 weken voor en 3 weken na het planten . - de grondbewerking voor het planten moet minstens 3 weken vooraf gebeuren ( dichtheid van de grond . - vanaf half september bijmesten met 1 - 2 g/l water van bv. kalknitraat of kaliumfosfaat . - na de hergroei in het voorjaar een lichte bemesting ( N )geven . 3.3 Gewone openluchtteelt . 3.3.1 Bescherming aanbrengen . Voor het planten wordt zwarte plastiek of anti-worteldoek op een vochtige grond gelegd . Best brengt men een bevloeiingsdarm onder het plastiek .Voor 2 rijen gebruikt men plastiek van 1,20 m breedte .Tussen 2 lijnen 60 cm plantafstand en 90 cm voor het plukpad . Voordelen: - betere hergroei - zwaardere planten - goede structuur - geen onkruid - minder Botrytis Nadelen - niet mechanisch te planten . - meer kans op lentenachtvorst . - prijs 3.3.2 Planten: - planten eind juli tot 15 augustus, zodat de planten goed in groei zijn tegen dat de bloemen aangelegd worden . - planten zodat het hart boven de grond zit . - de wortels in de plantput moeten hangen . Plantput liefst met aardappelplanter - ronde gaten nemen beter vocht op . - liefst ’s avonds planten en aangieten Voorbeeld plantafstand voor 400 planten per are .
2
3.3.3 Teeltzorgen . - 3 weken na het planten bijmesten met 2 g/l kaliumfosfaat . - na het planten regelmatig beregenen - bestrijden van: - spint - meeldauw - botrytis - in het voorjaar bijmesten met 8 à 10 kg/are patentkali en 2 kg/are ammoniaknitraat . Op plastiek met vloeibare meststoffen of enkele korreltjes rond de plant . - beschermen tegen lentenachtvorst: grond gesloten laten, op zwarte plastiek overtrekken met acryldoek of met gewone plastiek overtrekken, mag de plant niet raken want isoleert niet .Vriezen gebeurt vooral bij opkomst van de zon . - ranken verwijderen . - bij het einde van de bloei eventueel een strobedekking aanbrengen aan 50 kg per are . - slecht blad verwijderen ( verbranden ?? ) 3.3.4 Oogst . - tijdig doorplukken ( + 5 x per teelt ) - voorzichtig plukken - onmiddellijk uit de zon verwijderen - eventueel koelen bij 12°C - oogsten: vruchten met steeltje . 4. Plantenvermeerdering. 4.1 Planten . In september planten . 4.2 Teeltzorgen . - regelmatig behandelen tegen luizen ( virus ), spint, witziekte ( preventief ) . - bloemstengels half mei verwijderen . - onkruidbestrijding - op de rijen: chemisch - tussen de rijen: kulteren om de wortels goed te laten aanslaan . - ongeveer 15 planten per moederplant . - scheuten uitleggen begin juli - beregenen voor een betere beworteling - planten rooien met plantenlichter . Nota: men kan de jonge plantjes ook stekken onder melkwitte plastiekfolie . 5. Ziekten en insecten . 5.1 Meeldauw. ( Sphaerotheca alchemillae ) Licht wit schimmelpluis aan de onderzijde van de bladeren . Het blad krult lepelvormig en verkleurt roodachtig . Komt ook voor bij bloemen en vruchten . Bestrijding: Karathane 5.2 Grauwe schimmel. ( Botrytis cinerea ) Gauw schimmelpluis op bloemen, vrucht, bladeren en stengels . Ook koprot . Bestrijding: vanaf begin van de bloei tot einde bloei 1 x per week behandelen met Benlate, Dithane M45 , Captan 5.3 Verwelkingziekte. ( Verticillium albo-atrum ) De binnenste bladeren blijven klein, brons geelachtig . De buitenste bladeren sterven .De stelen krijgen zwart-rood gekleurde ingezonken vlekken Dwarsdoorsnede: donkere puntjes ( houtvaten ) . Tijdens de bloei en de pluk gaan de planten liggen . ( vooral onder glas ) de ziekte blijft over in de grond en wordt verspreid via scheuten . Bestrijding: Alliette . 5.4 Wortelrat ( rood) . ( Phytophthora fragariae ) - rattenstaarten ( geen zijwortels ) - de centrale cilinder is roodbruin . - in het voorjaar sterven de planten af . 3
- de infectie gebeurt in het najaar en in de winter, vooral bij wateroverlast . Bestrijding: Alliette aangieten, na de hergroei en na de hergroei in het voorjaar . 5.5 Bladluis - Aardbeiknotshaarluis ( Pentatrichopus fragaefolii ) Leeft solitair en geeft weinig schade . Brengt wel virus over . - Sjalotteluis ( Myzus ascalonicus ) Vooral in de lente in kolonies. - Groene bladluis (Aphis forbesi ) Zuigschade, roetdauw . Bestrijding: Confidor, Okapi 5.6 Aardbeimijt ( Tarsonemus fragariae ) Ze zitten in toegevouwen blaadjes in het hart De blaadjes verkleuren geel - bruin en misvormen . Treedt op vanaf mei . Bestrijding: Karathane 5.7 Spint ( Tetranychus urticae ) Komt vooral voor bij droog warm weer . Het blad ontkleurt in fijne stipjes en wordt vaalbruin . De spinnetjes zitten aan de onderzijde van het blad . Bestrijding: Karathane 6. De oogst vervroegen. 6.1 Onder flodderplastiek . - 400 à 500 gaatjes per m² - half februari aanbrengen - vrij los leggen, maar niet fladderen - goed vastleggen - In de bloei de plastiek verwijderen tijdens de dag 6.2 Plastiek kap.
- hoogte boog 45 cm - koord onder parkerschroef - half februari aanbrengen - volle plastiek of flodder . - beugel elke 1,5 m 6.3 In de serre - planten begin augustus op een wachtbed afstand 25 x 25 cm - in de serre planten half december
4
7. Soorten aardbeien . Er zijn heel veel aardbeisoorten .Men kan ze onderscheiden op de manier zoals ze groeien, bijvoorbeeld de hangplant, klimaardbei of de bodemkruiper . Meestal worden ze onderverdeeld naar ras . Een ras ontstaat uit kruisbestuiving . Kwekers kruisen de verschillende soorten in de hoop steeds meer gemak uit het kweken van aardbeien te halen . Zo hoopt een kweker een ras te verkrijgen dat bijvoorbeeld ziektevrij is, of groter, smaakvoller of een mooiere kleur heeft . Ook kun je de rassen onderverdelen in vroege, middelvroege en late aardbeien . Dit heeft te maken met de maanden dat de aardbeisoort haar vruchten draagt . Dit is handig om te weten, omdat je dan het beste ras kunt vinden bij het klimaat waar je hem wil telen . De verschillende rassoorten maken het mogelijk het hele jaar door aardbeien te telen . Vroege rassen kunnen geoogst worden in mei en juni . Vroege rassen zijn: Gorella (draagt grote, sappige vruchten ), Glasa ( draagt grote vruchten met matige smaak ), Regina ( draagt middelgrote vruchten met een sappige goede smaak) . Middelvroege rassen kunnen geoogst worden in de maanden juni en juli . Het zijn de Senga Sengana ( zeer grote vruchten met goede smaak ), Vola ( grote vrucht met frisse smaak ), Senga Gigana ( zeer grote vrucht en een goede smaak), Gigantella Maxim ( de naam zegt het al, een heel grote vrucht ) . Late rassen zijn: Redgantiet ( grote vrucht met goede smaak ), Talisman ( grote sappige vrucht met goede smaak ), Elista ( grote vrucht met sappige, frisse zure smaak ) . Doordragende rassen dragen de vruchten van juli tot november . Het zijn de Ostara ( tamelijk grote sappige vruchten met een goede smaak ), Revada ( middelgrote vruchten met frisse zure, maar matige smaak ) en de Rabunda ( draagt grote vruchten met een frisse, matige smaak ) . Roter Regen draagt vanaf juni tot oktober vruchten . Het is een hangaardbei die het goed doet op het balkon of terras . De Bakkers Kingsize is een klimaardbei die in dezelfde periode vruchten geeft . Beroepstuinders kweken voor 90% Elsanta . Het zijn grote aardbeien met een hoge productie en als ze veel zon hebben bijzonder smakelijk . Deze soort is wel zeer gevoelig voor wortelziekten . Soms teelt men ook nog Elvira en Korona . Deze drie rassen zijn eenmaal dragende rassen . Doordragende rassen zijn ook Ostrada, Rapella en Selva . Deze laatste rassen zijn het meest geschikt om in potten te kweken .
5