Webinar Arbeidsrecht Jurisprudentie (procesrecht) Academie voor de Rechtspraktijk mr. P.J. Jansen 6 maart 2015
Bewijslastverdeling o.s.v. (I) • ‒
‒ ‒
Hof Arnhem-Leeuwarden 1 april 2014, ECLI:NL: HARL:2014:2600: rijwielhersteller wordt op staande voet ontslagen, omdat hij op 29 en 30 september niet op werk verschijnt en na waarschuwingsbrief ook niet op 1 oktober; w.n.: ik was ziek en heb mij ziek gemeld; hof: volgens vaste jurisprudentie moet w.g. bewijzen dat werkverzuim ongeoorloofd was en (als w.n. stelt dat hij ziek was) dat w.n. arbeidsgeschikt was; geldt ook als w.g. bij ontslag in redelijkheid heeft mogen aannemen dat de w.n. niet arbeidsongeschikt was (HR NJ 1998/83 en JAR 2010/125).
Bewijslastverdeling o.s.v. (II) • ‒ ‒
‒
Hof Arnhem-Leeuwarden 1 april 2014, ECLI:NL:GHARL: 2014:2600: andere bewijslastverdeling o.m. als w.n. zich niet tijdig ziek meldt of controlevoorschriften overtreedt; HR 8 oktober 2004, JAR 2004/259 (Vixia/Gerrits): enkele weigering naleving controlevoorschriften geen dringende reden; wel in samenhang met andere omstandigheden; HR 24 december 2004, JAR 2005/50 (Kadi/Albert Heijn).
Bevrijdend verweer (I) • ‒
‒
‘Bevrijdend verweer’: als w.n. stelt dat loon verschuldigd is o.g.v. een afspraak over een maandloon van € 2.000 en w.g. voert als verweer dat er al betaald is, dan is dat een ‘bevrijdend of zelfstandig verweer’ (ook wel: een ‘ja, maar-verweer’), waarvan de bewijslast bij de w.g. ligt (zie: HR NJ 2009/599); stelt w.g. dat helemaal geen loon van € 2.000 verschuldigd is, omdat een loon van € 1.500 is overeengekomen, dan is dat een ‘nee, wantverweer’ en blijft de bewijslast bij w.n.
Bevrijdend verweer (II) • ‒ ‒ ‒ ‒
Hof Den Bosch 20 januari 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:132: w.n. stelt dat a.o.k. door w.g. onregelmatig is opgezegd; volgens de hoofdregel van art. 150 Rv moet w.n. dit dus bewijzen; w.g. stelt dat a.o.k. met wederzijds goedvinden is beëindigd; dit is geen bevrijdend/zelfstandig verweer; jurisprudentie dat bewijslast “beëindiging met wederzijds toestemming” op w.g. rust, ziet alleen op de situatie dat w.n. vordering baseert op het voortduren van de overeenkomst, hetgeen in het onderhavige geval juist niet aan de orde is.
Bevrijdend verweer (III) • ‒
‒ ‒
Hof Arnhem-Leeuwarden 27 mei 2014, ECLI:NL: GHARL:2014:4256: w.n. grondt vordering op stelling dat is overeengekomen dat loon zou worden verhoogd naar € 4.500,-; w.n. stelt dat w.g. verhoging ten onrechte als functietoeslag en maar drie maanden heeft betaald; volgens w.g. zou w.n. functietoeslag krijgen als hij businessplan zou aanleveren en dat is niet gebeurd; Hof: w.g. bestrijdt met verweer grondslag vordering en dat is dus geen ‘bevrijdend verweer’; w.g. erkent overeengekomen salarisverhoging niet en zet juist de bijl aan de wortel van de ingestelde vordering.
Bevrijdend verweer (IV) • ‒ ‒
Hof Den Bosch 2 december 2014, ECLI:NL:GHSHE: 2014:5083: stelling w.g. dat loon al is betaald is ‘bevrijdend verweer’ en bewijslast rust dus op w.g.; enkele stelling w.g. dat a.o.k. is opgezegd door aangetekende brief, niet genoeg om aan te nemen dat brief daadwerkelijk bij w.n. is aangekomen; afzender moet feiten stellen/bewijzen waaruit volgt dat brief ex art. 3:37 lid 3 BW is verzonden naar het adres waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat geadresseerde daar kon worden bereikt, en dat de brief daar is aangekomen (HR 14 juni 2013, ECLI:NL:HR:BZ4104).
‘Voorshands’ oordeel (I) • ‒
‒ ‒ ‒
Hof Den Bosch 8 juli 2014, ECLI:NL:GHSHE: 2014:2076: w.g. ‘voorshands’ geslaagd in bewijs dringende reden vanwege door w.n. ondertekende verklaring ex art. 157 lid 2 Rv (dwingend bewijs) dat zij bedrag heeft ontvreemd; w.n. toegelaten tot tegenbewijs (ex art. 151 lid 2 Rv); PJ: voor tegenbewijs is ‘ontzenuwen’ genoeg (HR NJ 2003/468); PJ: voor tegenbewijs is in eerste aanleg geen (specifiek) bewijsaanbod nodig (HR NJ 2011/189), in hoger beroep soms wel (HR NJ 2007/575).
‘Voorshands’ oordeel (II) • ‒ ‒ ‒
Rb. Amsterdam, ktr., 10 juni 2014, ECLI:NL:RBAMS: 2014:5423: gelet op stukken voorshands aannemelijk stelling w.n. dat bedongen arbeid postkamemedewerker is; w.g. toegelaten tot tegenbewijs; na getuigenverhoor oordeel dat w.g. het voorshands oordeel heeft ontzenuwd: w.n. heeft geen gebruik gemaakt van mogelijkheid contra-enquête in (tegen)bewijsopdracht w.g. dus w.n. krijgt geen bewijsopdracht meer (en dus geen mogelijkheid tot nadere bewijslevering) (verwijzing naar HR 26 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ8766).
Onrechtmatig bewijs • ‒
•
HR 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1632: onrechtmatig verkregen bewijs behoeft in beginsel niet buiten civiele procedure blijven, omdat belang waarheidsvinding en mogelijkheid tot bewijslevering zwaarder weegt; alleen i.g.v. bijkomende omstandigheden uitsluiting van bewijs. I. van der Helm, Onrechtmatig verkregen bewijs in het arbeidsrecht, Tijdschrift voor de Procespraktijk 2014-6.
Dwingend bewijs • ‒
‒ ‒ ‒
Hof Den Bosch 27 december 2011, ECLI:NL:GHSHE: 2011:BV0667: in plan van aanpak WIA (p.v.a.) verklaart w.n. dat hij eigen werk niet volledig verricht; er is volgens w.g. dus sprake van verrichten passende arbeid; p.v.a. levert t.b.v. w.g. ex art. 157 lid 2 Rv dwingend bewijs op; w.n. kan gelegenheid tegenbewijs ex art. 151 lid 2 Rv krijgen; in casu onvoldoende motivering/onderbouwing w.n.
Hoger beroep (I) • ‒ ‒ ‒ ‒
Hof Den Haag 22 januari 2013, RAR 2013/62: toekenning ktr. vergoeding w.n. k.o.o. € 500.000; alleen hoger beroep w.g.; Hof1: € 190.000; wn. in cassatie + HR-verwijzing naar Hof2; vermeerdering eis w.n.; Hof2: € 620.000 schade maar toewijzing € 500.000 want geen incidenteel appèl w.n. bij Hof1;
Hoger beroep (II) •
Hof Den Bosch 26 februari 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ3201: toekenning vergoeding w.n. k.o.o. € 10.000; alleen hoger beroep w.n.; Hof: € 55.000 schade + habe-nichts-verweer w.g. opnieuw verworpen; als habe-nichts-verweer was gehonoreerd, had w.g. toch € 10.000 moeten betalen, bij gebreke aan incidenteel appèl.
Webinar Arbeidsrecht Jurisprudentie (procesrecht) Academie voor de Rechtspraktijk mr. P.J. Jansen 6 maart 2015