Inhoudsopgave
VOORWOORD VAN HET COLLEGE VAN BESTUUR
5
VOORWOORD VAN DE RAAD VAN TOEZICHT
7
INLEIDING
9
1. STG. SPECIAAL ONDERWIJS NOORD EN MIDDEN LIMBURG
10
1.1 ALGEMEEN 1.1.1 GESCHIEDENIS 1.1.2 KERNTAKEN 1.1.3 MAATSCHAPPELIJKE OPDRACHT 1.2 MISSIE, VISIE EN STRATEGISCHE DOELEN
10 10 10 10 11
2. ORGANISATIE
12
2.1 ORGANISATIESTRUCTUUR 2.1.1 RAAD VAN TOEZICHT 2.1.2 COLLEGE VAN BESTUUR 2.1.3 SCHOLEN/DIENSTEN SSO NML: 2.1.4 GEMEENSCHAPPELIJK MEDEZEGGENSCHAPSRAAD
12 13 13 13 15
3. ONDERWIJSKUNDIG BELEID
16
3.1 HERKENBARE EN ERKENDE OPBRENGSTEN 3.2 TRANSFER EN EXPERTISECENTRUM ARBEIDSINTEGRATIE 3.3 PROJECT PASSER 3.4 VERSTERKING ROL AMBULANTE DIENST EN INTERDISCIPLINAIRTEAM 3.4.1 AMBULANTE DIENST 3.4.2 INTERDISCIPLINAIRTEAM (IDT) 3.5 KENGETALLEN LEERLINGEN 3.6 UITSTROOM GEGEVENS EN OPBRENGSTEN SSO NML 3.6.1 DE MAASKEI 3.6.2 ULINGSHOF 3.6.3A VIJVERHOFSCHOOL SO 3.6.3B VIJVERHOFSCHOOL VSO 3.6.4 HET POORTJE 3.6.5 ’T WILDVELD 3.6.7 DE VELDDIJK 3.6.8 AMBULANTE DIENST 3.6.9 INTERDISCIPLINAIRTEAM
16 17 18 18 18 19 21 22 23 25 26 27 29 31 33 36 37
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
2
4. SAMENWERKING
38
4.1 SAMENWERKINGSVERBANDEN VANUIT HET WETTELIJK KADER 4.2. SAMENWERKINGSVERBANDEN VANUIT ONZE MAATSCHAPPELIJKE OPDRACHT
38 39
5. KWALITEITSBELEID
41
5.1 KWALITEITSZORG IN DE ORGANISATIE 5.2 WAARDERINGSKADER EN BESLISREGELS VOOR HET SPECIAAL ONDERWIJS 5.3 TOEZICHT OP DE KWALITEIT DOOR INSPECTIE EN BESTUUR SSO NML 5.3.1 OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 5.4 KLACHTENREGELING 5.4.1 VERTROUWENSCOMMISSIE 5.4.2 BEZWARENCOMMISSIE FUWA
41 41 43 43 44 44 44
6. PERSONEELSBELEID
45
6.1 SOCIAAL STATUUT 6.2 FUNCTIEBOUWHUIS 6.3 SCHOLING EN FUNCTIEONTWIKKELING 6.3.1 FUNCTIEMIX EN SENIORSCHAP 6.3.2 COMPETENTIEMANAGEMENT SCHOOLLEIDERS 6.3.3 HARMONISATIE GESPREKKENCYCLUS 6.3.4 BELEID GERICHT OP TAAK,- EN FUNCTIEDIFFERENTIATIE 6.3.5 BELONINGSBELEID 6.3.6 SCHOLINGSTRAJECT IN HET KADER VAN ‘DE VERANDERENDE ORGANISATIE’ (IN VOORBEREIDING) 6.4 VERZUIM, RE-INTEGRATIE EN IPAP 6.5 PERSONELE KENGETALLEN 6.5.1 PERSONEELSBEZETTING 6.5.2 MAN/VROUW VERHOUDING 6.5.3 VERLOOP LEEFTIJD 6.6 ZIEKTEVERZUIM 6.7 OPBRENGSTEN SCHOLING PERSONEEL
45 46 46 46 47 47 48 49 49 50 50 50 50 51 51 53
7. HUISVESTINGSBELEID
54
7.1 VISIE OP HUISVESTIGING 7.2 INTEGRAAL HUISVESTINGSPLAN PRIMAIR & SPECIAAL ONDERWIJS 2010 - 2013 7.2.1 TALENTENCAMPUS 7.2.2 EXPERTISECAMPUS VENRAY 7.2.3 NIEUWBOUW DE VELDDIJK 7.2.4 VERBOUWING VIJVERHOFSCHOOL 7.2.5 VERBOUWING DE MAASKEI 7.2.6 VSO HUISVESTING 12+
54 54 55 55 55 56 56 56
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
3
8. ICT BELEID
57
8.1 INLEIDING 8.2 BELEIDSPLANNEN 8.3 OVERLEGSTRUCTUUR 8.4 ICT ALS NUTSVOORZIENING 8.5 PERSONEEL 8.6 MATERIALEN 8.7 PROJECTEN
57 57 57 58 58 58 59
9. FINANCIEEL BELEID
60
9.1 FINANCIËLE POSITIE SSO NML 9.1.1 SOLVABILITEIT 9.1.2 LIQUIDITEIT 9.1.3 WEERSTANDSVERMOGEN 9.1.4 KAPITALISATIEFACTOR 9.1.5 RENTABILITEIT 9.2 RAPPORT COMMISSIE DON 9.2.1 OPSTELLEN VAN EEN MEERJARIGE FINANCIËLE PLANNING 9.2.2 OPSTELLEN VAN EEN RISICOANALYSE 9.2.3 LIQUIDITEITSPLANNING 9.2.4 FINANCIËLE DESKUNDIGHEID 9.2.5 TREASURYMANAGEMENT 9.3 TOELICHTING FINANCIEEL RESULTAAT 2009 9.3.1 ALGEMEEN 9.3.2 ANALYSE WERKELIJK 2009 MET BEGROTING 2009 EN WERKELIJK 2008 9.4 BEGROTING 2010
60 61 62 62 62 63 63 63 64 64 64 64 66 66 67 71
Bijlage: Rapport inzake de jaarrekening 2009
72
Foto voorpagina: Stan, leerling De Maaskei
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
4
Voorwoord van het College van Bestuur Heroriëntatie 2009 Voor u ligt het jaarverslag van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden Limburg over 2009. Een jaar dat gekenmerkt wordt als dynamisch, opbouwend, oriënterend en vooral hard werken voor en in samenwerking met de “klanten” van de stichting. Dit jaarverslag laat u de resultaten zien.
In 2009 is gestart met het opstellen van een nieuw meerjaren beleidsplan: herijking van de koers. Missie en visie zijn inmiddels vastgesteld en gedeeld met iedere medewerker binnen de stichting.
Vanuit leerlingen, ouders, overheden zoals het ministerie van OC&W, zorgpartners en collega schoolbesturen is er sprake van een veranderende vraag en opdracht. Dit wordt als vertrekpunt genomen in het proces van formuleren van het meerjaren strategisch beleidsdocument dat in 2010 kan worden vastgesteld. Daarin krijgt in ieder geval de focus op de opdracht voor een integraal aanbod aan leerlingen een prominente plaats.
De stichting heeft proactief geparticipeerd in de verschillende veldinitiatieven passend onderwijs in Noord- en Midden-Limburg. Nadrukkelijk is ernaar gestreefd de beschikbare expertise ook binnen passend onderwijs ten dienste te stellen voor een zo optimaal mogelijk resultaat. In de infrastructuur rond zorgleerlingen in de regio is vanuit de stichting een substantiële rol vervult. Vanuit het InterDisciplinairTeam is geparticipeerd binnen de te onderscheiden loketten om te zorgen dat ieder kind de zorg krijgt die het verdient en wel kwalitatief zo goed mogelijk. Daarvoor is nodig dat de stichting haar verantwoordelijkheid binnen de regio‟s daaromtrent ook duidelijk maakt.
Dat de stichting ook proactief durft te denken en te ontwikkelen blijkt uit de inbreng en participatie binnen een aantal regionale projecten. Een tweetal bijzondere projecten daarbinnen zijn bijvoorbeeld de Talentencampus Venlo en, op de wat langere termijn, de Droom van Venray waarin een innovatief onderwijsconcept ontwikkeld en gerealiseerd wordt. Zowel Droom als Talentencampus mogen beschouwd worden als sublieme voorbeelden van passend onderwijs voor iedere leerling.
Daarnaast is hard gewerkt aan verbetering van de doorstoomperspectieven van onze leerlingen richting vervolgopleiding, arbeid dan wel (arbeidsmatige-) dagbesteding. Een mooi voorbeeld van good-practice daarbinnen vormt het project Sunny-Tom.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
5
Vanwege de ambitie om te komen tot 1 kind = 1 plan, een integraal aanbod van onderwijs en gewenste zorg, is de stichting o.a. binnen de alliantie met de Mutsaersstichting actief om hieraan vorm te geven.
2010 zal het jaar worden, waarin in ieder geval het meerjaren strategisch beleidsplan wordt vastgesteld, met daarin de speerpunten voor de komende jaren. Centraal daarin zal de verbetering van de dienstverlening zijn, gekenmerkt door attitude, kennis en kunde. De stichting rekent het tot haar opdracht om de beschikbare expertise en menskracht maximaal beschikbaar te houden ten dienste van kinderen en jongeren voor wie leren niet altijd vanzelfsprekend is. En dit binnen het gehele netwerk van onderwijsinstellingen in de regio‟s.
Naast de bouw van de Talentencampus Venlo, waarin het Poortje, de SO-afdeling van de Vijverhofschool en het IDT en de Ambulante Dienst worden gehuisvest, is bij de Maaskei een flinke verbouwing en uitbreiding gepland. Ook wordt in 2010 het (huisvestings-) programma van eisen geformuleerd voor de leerlingen van 12 tot 20 jaar van de Velddijk en de Vijverhofschool, en waar mogelijk ook voor leerlingen van andere scholen van de stichting een goede leerplek zullen vinden. In 2010 hopen we dit af te ronden, waarna het realisatietraject kan worden opgestart.
Het college van bestuur kijkt met trots terug op het bereikte resultaat. Met nadruk bedankt zij alle medewerkers voor hun bijdrage, want zij zijn het die uiteindelijk het resultaat hebben gerealiseerd.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
6
Voorwoord van de Raad van Toezicht De raad van toezicht houdt, zoals in de statuten bepaald, toezicht op het beleid van het college van bestuur, op de gang van zaken binnen de stichting en de onder de stichting ressorterende scholen. Zij treedt op als werkgever van het college van bestuur en kan het college gevraagd en ongevraagd adviseren.
Bij het uitoefenen van het toezicht richt het toezicht zich in het bijzonder op de doelstelling en de maatschappelijke legitimatie van de stichting, Daarbij staan de volgende criteria centraal: realiseren van de missie, visie en strategisch beleid van de stichting; bewaken van kwaliteit van onderwijsprocessen en –resultaten; bewaken van de continuïteit van de stichting, uitgedrukt in aantallen leerlingen, medewerkers en financiën; het uitoefenen van goed werkgeverschap; nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid binnen de lokale en regionale omgeving; en het afleggen van verantwoording.
In het kader van bovenstaande criteria zijn in een zestal vergaderingen van de raad van toezicht de navolgende onderwerpen aan de orde geweest..
Meerjaren Strategisch Beleidsplan In het jaar 2009 is een gestart met een herijking van de missie en visie van de stichting. Het college heeft van meet af aan de medewerkers betrokken bij het herijkingproces via een klankbordgroep en een expertgroep. Deze herijking is naast de wens om de stichting sterker in de regio te positioneren ook nadrukkelijk gestuurd door de “nieuwe koers passend onderwijs” die in november van het verslagjaar door het ministerie van OCW kenbaar is gemaakt. Deze nieuwe koers brengt nadrukkelijk de noodzaak tot samenwerking en verbindingen naar boven tussen het speciaal onderwijs, regulier onderwijs, zorg- en andere ketenpartners,
met
name
gezien
de
veranderende
bekostigingsstructuur.
Deze
ontwikkelingen dwingen ons mede tot het maken van nieuwe strategische keuzen. Dit proces wordt in de loop van 2010 afgerond.
In het kader van nauwe samenwerking en alliantie zijn de raden van toezicht van de stichting en van de Mutsaersstichting bij elkaar op bezoek geweest ter kennismaking en om visie en mogelijkheden met elkaar uit te wisselen met betrekking tot de aangegane alliantie.
Financiën en kwaliteit De managementrapportages zijn in 2009 verder doorontwikkeld, waardoor de raad van toezicht 4 maal per jaar een duidelijk, actueel en overzichtelijk beeld van de activiteiten van de stichting ter informatie en goedkeuring heeft behandeld. De borging van informeren, controleren en rapporteren is vastgelegd in een planning en controlecyclus. Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
7
De raad van toezicht heeft haar goedkeuring gegeven aan o.a.: -
Jaarrekening en bestuursverslag 2008
-
Bestuursformatieplan (allocatiemodel) 2009
-
Begroting 2010
-
Meerjarenbegroting 2010-2014
Werkgeverschap De raad is uitgebreid geïnformeerd over de diverse directiewisselingen die in de loop van het verslagjaar hebben plaatsgevonden. De raad heeft haar waardering uitgesproken voor de wijze waarop het college in haar personeelsbeleid (functiebouwwerk) de belangen van zowel de werkgever als de werknemer zorgvuldig heeft gewogen.
Huisvesting In 2009 zijn op verschillende locaties plannen gemaakt voor nieuwbouw en/of verbouw. Het college heeft de raad van toezicht voortdurende geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de huisvestingsplannen van De Velddijk, Vijverhofschool, de Maaskei, Talentencampus Venlo en de Droom van Venray.
Eigen werkzaamheden De raad van toezicht kijkt ook terug op haar eigen functioneren. Gesterkt door het vertrouwen in het college van bestuur, de correcte en actuele informatievoorziening wil de raad komend jaar haar toezichthouderschap verder professionaliseren door minder op detail en meer op afstand te functioneren.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
8
Inleiding Voor u ligt het bestuursverslag van Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg. Het bestuursverslag is bedoeld voor ieder die kennis wil nemen van de stichting en beoogt tevens verantwoording af te leggen over het door de stichting gevoerde beleid en de gemaakte keuzes. Het bestuursverslag is voornamelijk gericht aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Inspectie voor het onderwijs.
Het bestuursverslag maakt integraal deel uit van het jaarverslag en neemt, zeker in het licht van de horizontale verantwoording, een prominente rol in binnen het totale jaarverslag. Onderdeel van het jaarverslag is ook het rapport betreffende de jaarrekening. Het rapport bestaat uit een balans per 31 december 2009 en een exploitatierekening over de periode 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009, welke beide zijn voorzien van de nodige specificaties en toelichtingen.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
9
1. Stg. Speciaal Onderwijs Noord en Midden Limburg 1.1 Algemeen 1.1.1 Geschiedenis De Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg is in 2000 ontstaan uit een fusie van zes scholen in de regio's Noord- en Midden-Limburg en biedt Speciaal Onderwijs, Voortgezet Speciaal Onderwijs, Praktijkonderwijs en Ambulante Begeleiding aan ongeveer 1584 leerlingen.
Op 1 augustus 2006 heeft de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg haar expertise verder gebundeld. Alle expertisemedewerkers van de zes scholen vormen sindsdien een InterDisciplinairTeam (IDT). Dit IDT vormt de centrale voordeur tot de Stichting.
1.1.2 Kerntaken Het onderwijs biedt kinderen/jeugdigen met een beperking of handicap op een basisschool of een andere school voor voortgezet onderwijs vaak onvoldoende begeleiding. Deze leerlingen hebben juist extra begeleiding en ondersteuning nodig en een aan hun mogelijkheden aangepast programma. Deze steun in de rug kan gevonden worden in het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs en Praktijkonderwijs van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg in de vorm van passend onderwijs of ambulante begeleiding.
1.1.3 Maatschappelijke opdracht Met betrekking tot de maatschappelijke opdracht voor de leerlingen die bij ons onderwijs volgen
zijn,
afhankelijk
van
de
individuele
ontwikkelmogelijkheden,
de
volgende
uitstroomprofielen door de Overheid in voorbereiding: Diplomagericht ( reguliere (start) kwalificatie VO en/of MBO 2) Arbeidsmarktgericht
(MBO1/AKA,
branchecertificaten,
herkenbaar
nieuwe
kwalificatiestructuur speciaal onderwijs) (arbeidsmatige) dagbesteding (portfolio) Deze uitstroomprofielen passen uitstekend bij ons onderwijskundig beleid (Hoofdstuk 3).
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
10
1.2 Missie, Visie en Strategische Doelen In 2009 heeft SSO NML haar missie en visie voor de komende jaren herijkt en als volgt geformuleerd: Missie: “Wij zijn de onderwijsexpert voor kind, jongere en jong volwassene met specifieke ontwikkelings- en opvoedingsvragen die bijdraagt aan het bereiken van hun autonomie en maatschappelijke welbevinden. “ Visie: “Door het bieden van maatwerk zijn we in staat een optimale bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het individu.
De basis hiervoor is een goede diagnose vertaald naar een passend, integraal aanbod.
Het verbinden van de (ortho-) didactische methoden aan een (ortho-) pedagogische benadering is ons leidend principe.
Het vertalen van onze ervaringen in de praktijk naar nieuwe concepten en onze hoogwaardige expertise stellen ons in staat onze bijdrage continu te verbeteren en maakt ons tot een herkend en erkend professional met meerwaarde voor alle betrokkenen.“
Strategische Doelen: Het uiteindelijke strategisch doel is om de afstemming te vinden in de maatschappelijke vraag en onze maatschappelijke opdracht. Hierbij is het leidend principe om
een
toegevoegde waarde te creëren, waarvan de waarde die door de maatschappij wordt herkend en erkend, groter is als de waarde van de middelen die we tot onze beschikking krijgen.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
11
2. Organisatie 2.1 Organisatiestructuur
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
12
2.1.1 Raad van Toezicht De raad van toezicht houdt toezicht op het college van bestuur en bestaat per 31 december 2009 uit de volgende leden: - dhr. R.M.V. Wienen
Voorzitter
- dhr. J.G.M. Rutten
Vicevoorzitter
- mevr. J.M. de Leeuw-Steur MEM
Lid
- dhr. drs. A.J.M.L. Kaumo
Lid
- dhr. drs. J.B.M. Titulaer
Lid
Vacatiegelden Raad van Toezicht: Voorzitter
€ 2.800
Vicevoorzitter
€ 2.800
Overige leden
€ 1.400
2.1.2 College van Bestuur Het college van bestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding en bestaat uit twee leden: - dhr. drs. H.P.M. Platzbeecker: voorzitter College van Bestuur - dhr. H.P. van Tulden MEM: lid College van Bestuur De beloning college van bestuur is opgenomen in de jaarrekening.
2.1.3 Scholen/diensten SSO NML: De volgende scholen/diensten behoren tot de stichting: Scholen/ Diensten:
Schoolsoort:
Directeur:
Adres:
De Maaskei
SO en VSO ZMLK
Dhr. P. van de Laar
Wessemerweg 3, 6097 NA, Heel
Ulingshof
Mytyl- en tytylschool
Dhr. N. Gerards
Ulingshofweg 26, 5915 PM, Venlo
De Vijverhofschool SO
SO voor ZMLK
Dhr. T. van Helvoirt
Vijverhofstraat 4, 5913 TV, Venlo
De Vijverhofschool VSO
VSO voor ZMLK
Dhr. P. van de Laar
De Breuken 7, 5931 PC, Tegelen
t Wildveld
Praktijkonderwijs
Dhr. J. Smulders
Roerdompstraat 5, 5912 BR, Venlo
De Velddijk
VSO ZMOK
Dhr. R. Steeghs
Bergstraat 58, 5931 CE Tegelen
Het Poortje
SO ZMOK
Dhr. T. van Helvoirt
Simon Stevinsstraat 4, 5916 PZ, Venlo
IDT
InterDisciplinairTeam
Mevr. K. Janssen
Roerdompstraat 3, 5912 BR, Venlo
Ambulante Dienst
Ambulante Dienst voor cluster 3/4
Dhr. R. Quicken
Roerdompstraat 3, 5912 BR, Venlo
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
13
De Maaskei is een onderwijsexpertise school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) met een SO-afdeling voor kinderen van 4 jaar tot 12 jaar en een VSO-afdeling voor jongeren van 13 jaar tot 20 jaar.
Ulingshof is een school voor mytyl- en tytylonderwijs (onderwijs aan lichamelijk of meervoudig gehandicapte kinderen, of langdurig zieke kinderen).
De Vijverhofschool is een onderwijsexpertise school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) met een SO-afdeling voor kinderen van 4 jaar tot 12 jaar en een VSO-afdeling voor jongeren van 13 jaar tot 20 jaar. ’t Wildveld is een school voor praktijkonderwijs (VO) aan leerlingen van 12 tot ongeveer 18 jaar.
De Velddijk is een school voor voortgezet speciaal onderwijs (ZMOK-school) die onderwijs en begeleiding op maat biedt aan jongeren van 12 tot 20 jaar met een (ernstige) gedragsstoornis en/of psychische problematiek, alsmede onderwijs aan leerlingen met een Autisme Spectrum Stoornis.
Het Poortje is een expertise-school voor cluster-4-leerlingen, en biedt onderwijs op maat aan, aan leerlingen in de leeftijd van 6 tot 13 jaar. Er wordt ook onderwijs geboden aan leerlingen met een specifieke vraagstelling, te weten leerlingen met internaliserende problematiek, moeilijk lerende leerlingen en leerlingen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS).
Het IDT fungeert als een loket voor alle vragen rond speciaal en praktijkonderwijs en zorgt voor transparante onderzoekstrajecten, een snelle en efficiënte doorloop van aanmelding tot plaatsing, deskundig advies en zorgvuldige begeleiding.
De Ambulante Dienst verzorgt begeleiding en ondersteuning van leerlingen geïndiceerd voor cluster 3 en 4 en die onderwijs volgen in het regulier onderwijs.
Stichting Dienstverlening SSONML is in 2009 opgericht. Bij deze stichting zijn nog geen activiteiten ondergebracht en is er geen administratie gevoerd. De stichting is daarom ook niet in het organigram opgenomen.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
14
2.1.4 Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad Onderwerpen die voor meer dan één school van toepassing zijn worden voorgelegd aan de Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR) van de stichting. Deze vergadert ongeveer 6 keer per jaar. De GMR telt medewerkers van alle scholen en afdelingen van de stichting.
Per 31 december 2009 bestaat de GMR uit de volgende leden: Naam:
School/Dienst:
Functie:
K. Knechten M. Schouren A. Vlasveld G. Nissen V. Lauxen N. Cox -Janssen J. Cremers T. Verbeekt
t Wildveld Het Poortje Vijverhofschool De Maaskei De Velddijk AB/IDT Ulingshof ouder
Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid Lid
In 2009 zijn o.a. de volgende onderwerpen aan de orde geweest:
Besproken onderwerpen:
Ter instemming:
Ter goedkeuring:
Statuten Stichting Dienstverlening
X X
Project Passend Onderwijs Taakdifferentiatie en functiedifferentiatie Inventarisatie diensttijdverband
X X X
FUWA Sociaal statuut GMR/MR reglement MR statuut
Ter informatie:
X
Nieuwe missie en visie stichting
X X X
Jaarrekening/bestuursverslag 2008 Bestuursformatieplan 2009/2010 Begroting 2010 Meerjarenbegroting 2010-2014 Risicoanalyse Stand van zaken Talentencampus Stand van zaken Expertisecampus Stand van zaken nieuwbouw de Velddijk Stand van zaken huisvesting Maaskei TECA Studiereis directeuren Leicester Oudertevredenheidsonderzoek
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
X X X X X X X X X X X X
15
3. Onderwijskundig beleid In 2009 is met betrekking tot het onderwijskundig beleid op stichtingsniveau aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: Definiëren van herkenbare en erkende opbrengsten en de verantwoording hierover; Transfer en Expertise Centrum Arbeidsintegratie (TECA); Versterking rol diensten Ambulante Begeleiding en IDT; Opzet van een onderwijsvoorziening voor leerlingen met ASS met een VWO/HAVO VMBO-t onderwijspakket (Project PASSER).
Op de volgende pagina‟s worden per onderwijsdoelstelling de activiteiten weergegeven die zijn verricht om de doelstelling te bereiken.
3.1 Herkenbare en erkende opbrengsten Een belangrijk punt waar in 2009 veel aandacht aan besteed is, is het definiëren van herkenbare en erkende opbrengsten van het onderwijs op de scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en het inzichtelijk en aantoonbaar maken hiervan. De scholen oriënteren zich op hun opdracht om aan te tonen dat leerlingen zich naar verwachting ontwikkelen. Het formuleren van een „geprognosticeerd eindperspectief ‟en het koppelen van leerlijnen aan uitstroomrichtingen met daarbij oog voor de bestendigheid van het vervolgtraject hebben in 2009 nadrukkelijk aandacht gekregen. Op dit punt zijn er echter ook veel onduidelijkheden voor de scholen. Om meer helderheid hierover te krijgen heeft het bestuur contact gezocht met het ministerie, c.q. het thema directoraat jeugd en zorg. Het bestuur heeft aangegeven dat het een erkende diplomastructuur en een definitie voor opbrengsten mist. Het vervolg is dat SSO NML momenteel in het project „Passende Kwalificaties VSO‟ participeert. Dit project wordt door SLO uitgevoerd in opdracht van het Ministerie OCW en in samenwerking met deskundigen vanuit scholen en instellingen.
Het doel is de bevordering van de kwaliteit en de opbrengstgerichtheid van het hele VSO, in de aanloop van wettelijke regelingen daarvoor. Ook hebben de Directeur Generaal min OCW en de Themadirectie Jeugd, Onderwijs en Zorg in 2009 een werkbezoek gebracht aan drie scholen van SSO NML. Tijdens de bezoeken zijn gesprekken gevoerd met directie, leerkrachten, coördinatoren, vertegenwoordiger ROC en leerlingen van de VSO Vijverhof, VSO de Velddijk en PRO ‟t Wildveld. De gasten waren tevreden over het werkbezoek en gebruiken deze „praktijk‟ input in het kader van beleidsadvisering speciaal onderwijs, praktijk onderwijs en passend onderwijs.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
16
In paragraaf 3.6 is een stichtingsbreed overzicht opgenomen van de opbrengsten. Deze zijn gerelateerd aan de nog wettelijk vast te stellen opdrachten. Hiermee is SSO NML pro actief aan de slag gegaan.
3.2 Transfer en Expertisecentrum Arbeidsintegratie Uitgangspunt is om m.b.t. arbeidstoeleiding stichtingsbreed zowel op beleidsniveau als uitvoeringsniveau samenhang, (interne en externe) afstemming en verbinding tot stand te brengen. We proberen dit te bereiken door bottum-up en top-down designing. Dit betekent dat we over de grenzen van de scholen heen een vorm van een ontwikkelorganisatie hebben gemaakt die ontmoetingen tussen directies onderling, ontmoetingen tussen medewerkers onderling en ontmoetingen tussen directies en medewerkers organiseert. Zo ontstaat een 'linking-pin' structuur waarbij informatie wordt gebracht, informatie wordt gehaald en informatie
wordt
vermengd.
Hierdoor
komt een
dialoog
tussen
scholen
en
directie/medewerkers van deze scholen op gang, waarbij het uitgangspunt is dat van elkaar wordt geleerd. Organisatorisch is de opzet: Stuurgroep TECA (directeuren VO scholen en AB) Coördinator Arbeidstoeleiding Werkgroep Arbeidsintegratie (stage coördinatoren en stagedocenten) Werkgroep Assessment ((stage)docenten scholen) Projectteam
Loopbaanadvies
Werken
naar
Vermogen
(gedragwetenschappers,
arbeidsdeskundigen) Projectteam Senter Novem (docenten Velddijk, Vijverhofschool, Maaskei) Projectteam Sunny Tom (stagedocenten, arbeidsdeskundige, werkcoach, werkgever)
Doelstelling, activiteiten, resultaten: Stuurgroep TECA: afstemmen en verbindingen maken op directieniveau van de scholen en diensten van SSO NML m.b.t. visie en strategie op arbeidstoeleiding.
De coördinator Arbeidstoeleiding is werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college van bestuur. De coördinator heeft als taak, stichtingsbreed, samen met de scholen en diensten, vorm te geven aan arbeidstoeleiding van jongeren die behoren tot de doelgroep van de Stichting.
Werkgroep Arbeidsintegratie: afstemmen en verbindingen maken m.b.t. stagebeleid en stage uitvoering op coördinatoren- en medewerkerniveau van de SSO NML scholen.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
17
Project Loopbaan advies Werken naar Vermogen: ontwikkelen van een toolbox assessment om arbeidsmogelijkheden in beeld te brengen en vervolgens advies te kunnen geven welk uitstroomperspectief
van
toepassing
is
voor
de
leerling
en
welke
leer-
en
begeleidingsbehoefte noodzakelijk is.
Project SenterNovem: ondernemend leren stimuleren door opzetten van mini-ondernemingen zoals interne postdienst Vijverhofschool, weekmenu voor medewerkers door horeca Velddijk, fietswerkplaats Mutsaersstichting, en atelier 'Alles Paletti' Maaskei.
Project Sunny Tom: samenwerkingsverband SSO NML met de werkgever, waarbij een methodiek werkcoach (intensieve begeleiding op werkplek) wordt ingezet, met als doel rechtstreekse toeleiding tot arbeid. Vanuit dit project zijn een viertal leerlingen succesvol naar arbeid toegeleid.
3.3 Project Passer Onder auspiciën van het Samenwerkingsverband VO Noord-Limburg is een werkgroep samengesteld die een “passervoorziening” gaat realiseren binnen het voortgezet onderwijs voor leerlingen met ASS met een VMBO-t, HAVO en VWO niveau in de regio Noord-Limburg. Deze leerlingen hebben vanwege de aard en mate van hun problematiek behoefte aan een aangepaste onderwijsvoorziening.
3.4 Versterking rol Ambulante Dienst en InterDisciplinairTeam Voor zowel het InterDisciplinairTeam (IDT) als de Ambulante Dienst (AD) is 2009 een belangrijk ontwikkeljaar geweest.
3.4.1 Ambulante Dienst De Ambulante Dienst bestaat uit een team van specialisten met een brede ervaring en deskundigheid met betrekking tot leerlingen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en langdurig zieken (zgn. cluster 3 leerlingen) en leerlingen met ernstige sociaal-emotionele, gedrags- of psychiatrische problemen (zgn. cluster 4 leerlingen). Het verzorgen van passend onderwijs wordt daarbij gezien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokkenen in dit proces. De
kerntaak van de Ambulante Dienst is het verzorgen van
ambulante begeleiding voor bovengenoemde leerlingen die met een LGF-indicatie („de Rugzak‟) reguliere scholen bezoeken in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs. Het doel is dat deze scholen (nog) beter worden toegerust, zodat de leerlingen met speciale ontwikkelings- en opvoedingsvragen zich er optimaal
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
18
kunnen ontwikkelen. De ambulante begeleiding bestaat vooral uit het delen van expertise om het onderwijs op maat vorm te geven. Dit varieert van individueel afgestemde begeleiding aan leraren/docenten (en soms aan leerlingen zelf) tot allerlei vormen van ondersteuning voor (deel)teams en op bovenschools niveau. De Ambulante Dienst heeft in 2009 veel werk verzet. Zowel in uitvoering van ambulante begeleiding als in ontwikkeling van de dienst in een omgeving van onderwijs en zorg die sterk in beweging is. De voorgestelde koerswijziging passend onderwijs, verwoord in de brief van staatsecretaris Dijksma van 2 november 2009, leidde tot vragen en - zeker ook bij medewerkers van ambulante diensten – enige commotie en emotie. Met name het idee van het afschaffen van de verplichte winkelnering door het overhevelen van LGF-middelen naar samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School per augustus 2012 en een mogelijk forse bezuiniging op de LGF-middelen (al per 1 augustus 2010). Tegelijkertijd zorgt de inhoud van de nieuwe koers ook voor een impuls om onderwijsbreed met elkaar te kijken naar de kansen en mogelijkheden binnen het realiseren van onderwijs. Wat dat betreft sluit een deel van de nieuwe voorstellen goed aan bij de door de Ambulante Dienst in het voorjaar van 2009 zelf aangezette discussie over “Flexibele Ambulante Dienstverlening Op Maat”. Een eigen initiatief van de Ambulante Dienst waarbij ze zich presenteren als partner in passend onderwijs, hebben in hun onderwijsomgeving hiermee een slag geslagen.
3.4.2 InterDisciplinairTeam (IDT) Het IDT is de expertisedienst van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden Limburg. Het IDT verbindt onderwijs in al z‟n facetten aan het leren en ontwikkelen van kinderen, jongeren en jong volwassenen met een specifieke onderwijsvraag uitgaande van hun levensbrede ontwikkelingsperspectief. Dit wordt op een pro-actief en systeemgerichte manier gedaan. Het IDT bundelt, verbindt en deelt aanwezige kennis en ervaring zodat expertise zichtbaar, bereikbaar en beschikbaar wordt in en voor alle lagen van de organisatie en daarbuiten. Zo kan een grote diversiteit aan vragen beantwoord worden.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
19
Ter illustratie geven onderstaande plaatjes het blikveld en speelveld van het IDT weer:
Omgeving
Binnen SSO NML
SSO NML
Leerling+ ouders Leerkracht/ AB’er
REC 3, 4 PRO
AB’er
Sector onderwijs
team School/ Dienst
Sector Zorg
SSONML
Het InterDisciplinairTeam is een echte netwerkorganisatie en vervult een brugfunctie op meerdere fronten. Een brug tussen regulier en speciaal onderwijs, een brug binnen het speciaal onderwijs (cluster 2, 3 en 4), een brug tussen onderwijs en zorg, een brug tussen onderwijs en arbeidsmarkt (in samenwerking met TECA). Vanuit die centrale plek, dat kruispunt
in de regio Noord- en Midden- Limburg is er goed overzicht en kunnen
dwarsverbanden worden gelegd. Elke medewerker van het IDT is dagelijks in contact met medewerkers van scholen, met ouders van leerlingen die binnen die scholen onderwijs genieten of die zich melden bij het Loket IDT, met andere medewerkers binnen SSO NML of met diverse contactpersonen van ketenpartners. Meer en meer nemen IDT-ers een verbindende
rol
op
zich.
Verbindingen
leggen
tussen
scholen,
samenwerken
in
bovenschoolse of regionale projecten, verbinden van onderwijs en zorg via contacten met collega professionals etc.. In deze contacten, op welk niveau dan ook, gaat het altijd en overal over “de goede dingen doen voor leerlingen”. Gezien de hoeveelheid ontwikkelingen binnen het IDT zelf en binnen SSO NML in het kader van de Alliantie en de regionale en landelijke ontwikkelingen Passend onderwijs was 2009 voor het IDT een druk jaar.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
20
3.5 Kengetallen leerlingen Het totaal aantal leerlingen van SSO NML: School:
1-okt-07
1-okt-08
1-okt-09
Maaskei
125 95 221 219 214 108 982
127 92 221 220 241 129 1030
123 97 222 216 297 141 1096
Ulingshof Vijverhofschool Wildveld Velddijk Poortje Totaal:
Uit de tabel is af te leiden dat het totaal aantal leerlingen in 2009 aanzienlijk is toegenomen. Het totaal aantal leerlingen bij Ulingshof, de Vijverhofschool, de Velddijk en het Poortje is gestegen. Bij de Maaskei en „t Wildveld is het aantal leerlingen licht gedaald.
Het totaal aantal ambulant begeleide leerlingen: Soort onderwijs:
1-okt-07
1-okt-08
1-okt-09
PO
330 116 14 460
359 173 31 563
316 218 39 573
VO MBO Totaal:
Uit de gegevens van de tabel blijkt dat het aantal leerlingen dat ambulant wordt begeleidt toeneemt.
Prognose aantal leerlingen voor de komende jaren:
aantal leerlingen 1-10
2008 1030
2009 1096
2010 1132
2011 1125
2012 1092
2013 1084
Prognose aantal Ambulante begeleide leerlingen voor de komende jaren:
aantal leerlingen 1-10
2008
2009
2010
2011
2012
563
573
614
565
547
In 2009 is een stijging te zien in het aantal ambulant begeleide leerlingen. Deze stijging is in vergelijking met de stijging in 2008 wat lager. De verwachting is dat het leerlingenaantal vanaf 2010 zal gaan afnemen. De leerlingenaantallen vertonen op lange termijn een dalende trend. Een krimp van het aantal leerlingen heeft invloed op de bekostiging, het aantal personeelsleden en de huisvesting.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
21
3.6 Uitstroom gegevens en opbrengsten SSO NML Zoals aangegeven in hoofdstuk 3, paragraaf 3.1 bestaan er diverse uitstroomprofielen met betrekking tot de maatschappelijke opdracht voor de leerlingen die bij ons onderwijs volgen. In 2009 zijn er totaal 238 leerlingen uitgestroomd/doorgestroomd. Deze leerlingen zijn als volgt uitgestroomd/doorgestroomd.
Arbeidstoeleiding:
Vervolgopleiding:
Dagbesteding:
1
20
9
Ulingshof
6
1
Vijverhofschool SO
17
Maaskei
Vijverhofschool VSO
4
3
’t Wildveld
17
29
Velddijk
6
18
Poortje Totaal:
Anders:
20 5 4
37
34
42
41 28
134
Op de volgende pagina‟s wordt per school gedetailleerde informatie gegeven over de uitstroom/doorstroom gegevens.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
22
3.6.1 De Maaskei In 2009 hebben 10 leerlingen de school verlaten i.v.m. uitstroom naar dagactivering dan wel werk. De meeste leerlingen (9) zijn uitgestroomd naar een Dag Activiteiten Centrum, zowel binnen als buiten inrichtingsvoorzieningen. 1 leerling is uitgestroomd naar een reguliere baan, in een begeleid werken traject.
Uitstroom naar:
DAC St. Anna DAC Daelzicht Dac PSW St. Elivagar Collin Joblink Gemeente WSW Westrom Opvang Jongeren Begeleid werken/baan Zorgboerderij
Totaal:
04-05
05-06
06-07
07-08
08-09
4
4
3
2
4
1
1
1
3
0
2
1
5
3
5
1
1
1
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
2
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
0
11
8
12
11
10
DAC St. Anna (diverse dagbestedingsgroepen binnen en buiten de voorziening) DAC PSW (AC Herten AC Maasbracht AC ‟t Zonnehuis) DAC Daelzicht Midden (diverse Activiteitengroepen binnen en buiten de voorziening)
Doorstroom naar: ZMLK elders SO naar VSO
04-05
05-06
06-07
08-09
1
0
0
3
3
0
0
0
5
12
2
4
1
0
1
1
12
20
PRO SBO BUSO Totaal:
07-08
1
0
0
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
23
Conclusies en consequenties voor het beleid Dag Activiteiten Centra zijn van St. Anna (Koraalgroep) (diverse dagbestedinggroepen binnen en buiten de voorziening), PSW (AC Herten, AC Maasbracht en AC ‟t Zonnehuis) en Daelzicht Midden (eveneens diverse dagbestedinggroepen binnen en buiten de voorziening). Dagactivering is vooral gericht op arbeidsmatige handelingen. We zijn trots op de uitstroom naar het begeleid werk traject. Een van de doelen van beleid is om deze trajecten in een eerder stadium als uitstroommogelijkheid te prognosticeren. Eén van de uitwerkingen hiervan is dat 4 leerlingen uitgestroomd zijn naar Praktijkonderwijs. Mogelijkheden en relaties in deze worden verder verkend. Er
is
ook
uitstroom
naar
wonen
en
vrije
tijd.
Dit,
nogal
eens
vergeten
uitstroomperspectief, zal in de toekomst nadrukkelijk ook als opbrengst genoteerd worden. Verder hebben 8 leerlingen de school verlaten i.v.m doorstroom naar een andere school. De uitstroom van de ZMLK elders en naar Buitengewoon secundair Onderwijs (BuSO) heeft de maken met verhuizingen. De uitstroom naar het praktijkonderwijs is een gevolg van het feit dat we als beleid de ontwikkelkansen van een leerling op een zo hoog mogelijk niveau wegzetten. Het lukt ons steeds beter om “eruit te halen wat erin zit”. Dit betekent dat leerlingen vaker naar het reguliere onderwijs doorstromen. Binnen school hebben 12 leerlingen de overstap gemaakt van SO naar VSO. Dit is voor de Maaskei een hoog aantal, in die zin dat we er naar streven dat de VSO omgeving dan ook de omgeving is die het beste past bij de individuele leerling. We zien dan ook een forse terugloop binnen het aantal leerlingen SO. Beleid van de school is ook (zoals hierboven reeds genoemd) om de ontwikkelkansen van een leerling optimaal mogelijk te maken, wat dus ook kan betekenen dat een enkele leerling op dit overgangsmoment de overstap maakt naar o.a. het praktijkonderwijs.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
24
3.6.2 Ulingshof
Uitstroomrichting:
Aantal leerlingen:
Andere mytylschool i.v.m. verhuizing
1
Reguliere onderwijs
1
Activiteitencentrum (dagbesteding)
1
Vorm van vervolgonderwijs
4
Conclusies en consequenties voor het beleid Het afgelopen jaar heeft de school opnieuw stevig geïnvesteerd in onderwijsveranderingen c.q. –vernieuwingen. Voor de verdere ontwikkeling van de vak- en vormingsgebieden, met name op cognitief gebied, zijn diverse werkgroepen (steeds onder leiding van een leerkracht) druk doende met verdere optimalisering van het onderwijsleeraanbod. De gestage instroom van MG-leerlingen maakt het nodig, dat de school kwalitatief hoogwaardig en onderscheidend onderwijs aanbiedt, gericht op de behoeften van de leerlingen van nu. In bovenstaand tabel vermelde leerlingen stroomden uit conform de Geprognosticeerde Eind-Perspectieven (GEP).
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
25
3.6.3a Vijverhofschool SO De SO-afdeling kent de volgende doelgroepen: Auti-groep (voor leerlingen met autistisch gedrag: structuur en veel individuele begeleiding) Praktische groep: hierin zitten leerlingen met een IQ tussen 35 en 45 Twee aanvangsgroepen (de jongere leerlingen, van 4 tot 9 jaar) Een middenbouwgroep (9,10,11 jaar) Twee bovenbouwgroepen (11 en 12 jaar)
Uitstroom Vijverhofschool SO per augustus 2009: Uitstroom naar:
Aantal lln 14
VSO-ZMLK Vijverhofschool VSO VSO-ZMOK De Velddijk
waarvan: 5 - stroming 1 8 - stroming 2 1 - stroming 3
3
Conclusies en consequenties voor het beleid Leeropbrengsten in het ZML-onderwijs zijn vooralsnog moeilijk vast te stellen. Vanaf schooljaar 2009-2010 worden er methode-onafhankelijke toetsen gebruikt, waardoor het komende jaar leeropbrengsten gemakkelijker vast te stellen zijn. Binnen de SO-afdeling werken we met de CED-leerlijnen. Leerkrachten stellen door middel van observatie en testen het nivo van elke leerling op de diverse leerlijnen vast.
Het nivo en de vorderingen wordt aangegeven in ons leerlingvolgsysteem. Dit is ingepast in het computerprogramma „datacare‟ genaamd. Ook andere administratieve gegevens en HGPD worden verwerkt in dit leerlingvolgsysteem.
Dit schooljaar zijn we gestart met een andere opzet van leerlingenzorg. Nieuw zijn daarbij de perspectiefbesprekingen en de voortgangsbesprekingen.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
26
3.6.3b Vijverhofschool VSO Op de teldatum 1 oktober 2009 waren er 140 leerlingen ingeschreven op het VSO. 115 leerlingen wonen thuis bij hun (pleeg)ouders, 25 leerlingen wonen in een 24-uurs voorziening van Daelzicht, Dichterbij, Koraalgroep of Pluryn. Op de VSO-afdeling zijn de groepen verdeeld in stromingen: Stroming 1: laag functionerende ZML-groepen (IQ rond 40) Stroming 2: reguliere ZML-groepen Stroming 3: hoger functionerende ZML-groepen
In 2009 is er in september één groep bijgekomen in stroming 1 waardoor we in totaal op 11 groepen kwamen. De verdeling van de groepen over de stromingen was als volgt: Soort stroming:
Stroming 1
Stroming 2
Stroming 3
Aantal leerlingen per stroming:
1A 9 leerlingen 1B 10 leerlingen 1C 12 leerlingen
2A 2B 2C 2D 2E
3A 10 leerlingen 3B 11 leerlingen 3C 15 leerlingen Sunny Tom 2 leerlingen
Totaal:
31 leerlingen
71 leerlingen
13 leerlingen 14 leerlingen 14 leerlingen 14 leerlingen 16 leerlingen
38 leerlingen
Het indelen van de leerlingen in de stromingen en klassen gebeurt op basis van hun behoefte aan een bepaald pedagogisch klimaat, hun niveau en leeftijd.
De leerlingen in stroming 1 hebben behoefte aan een intensieve, gestructureerde begeleiding waarin ze in beperkte mate zelf verantwoorde keuzes kunnen maken.
In stroming 2 is de begeleiding op iets meer afstand en kunnen de leerlingen de gevolgen van hun keuzes beter inschatten.
Bij de leerlingen van stroming 3 ligt het accent nog meer op het aanleren van eigen verantwoordelijkheid. Dit zijn accentverschillen die in de benadering en het leerstofaanbod voortdurend tot uiting komen.
De leerlingen bij Sunny Tom volgen een opleiding in de tomatenkwekerij met als doel een betaalde baan in deze of aanverwante sector te bereiken.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
27
Uitstroom: 27 leerlingen stroomden uit in 2009. Uitstroom richting:
Aantal:
%
AWBZ-voorziening
19
72
SW - bedrijf
1
3
Bedrijfsleven
4
15
Onderwijs: Praktijkonderwijs
1
3
Onderwijs: andere ZML-school
2
7
Conclusies en consequenties voor het beleid De uitstroomrichting AWBZ-voorzieningen en andere scholen wordt helemaal vanuit school begeleid door de stagebegeleider en intern begeleiders. Bij de uitstroom naar het bedrijfsleven was in 3 van de 4 gevallen een re-integratiebedrijf betrokken. Eén leerling, geteld bij AWBZ-voorziening, is naar Parc Spelderholt gegaan en volgt daar een opleiding in de horeca. Hoewel dit gericht is op het behalen van certificaten valt het niet onder onderwijs.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
28
3.6.4 Het Poortje Uitstroom: Uitgestroomd naar:
jongen
meisje
Bao
1
So-zmok
3
2
So-lz
4
1
Sbo
1
Vso-zmok
21
Vso-mg
1
Lwoo
3
Pro
1
Havo
1
Totaal
34
2
7
Leeropbrengsten 2009:
99 leerlingen in het didactisch leerlingvolgsysteem (leerlingen getoetst met didactische grafieken):
92% met prognose
91 leerlingen met prognose op basis van didactische grafieken:
68% ontwikkelt volgens prognose
8% zonder prognose
32% ontwikkelt niet volgens prognose en stagneert
29 leerlingen ontwikkelen niet volgens prognose:
72% stagneert algeheel waarvan: 66% stagneert i.v.m. verstandelijk beperking (plafond bereikt) 5% stagneert i.v.m. bovenmatig schoolverzuim 7% stagneert op taal-/leesgebied 21% stagneert op rekengebied
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
29
Conclusies en consequenties voor het beleid De leerlingen van de bovenbouw van het Poortje doen in het schooljaar dat zij 12 jaar oud worden worden mee in het MultiDisciplinairOnderzoekst(MDO)-traject voor schoolverlaters. Dit MDO-traject bestaat uit verschillende onderdelen, die tezamen de basis vormen voor het uiteindelijke schooladvies.
De onderdelen zijn: NDT-afname (groepsafname van de Nederlandse Differentiatie Test) TRF (Teacher‟s Report Form, gedragslijst die door de leerkracht wordt ingevuld) CBCL (Child Behaviour Checklist, vergelijkbare gedragslijst die door de ouders wordt ingevuld) IAW (Interactiewijzer, analyse en aanpak van interactieproblemen in professionele opvoedingssituaties, die door de leerkracht wordt ingevuld) SVL (Schoolvragenlijst, die door de leerling wordt ingevuld) Scores Cito LVS (methode-onafhankelijke toetsen) Scores methode-afhankelijke toetsen Driemaandelijks didactische volgblad, waarin methodes waarmee gewerkt wordt, staan vermeld Verslag jeugdarts (GGD Limburg Noord, Afdeling Jeugdgezondheidszorg)
Op basis van de gegevens van deze onderdelen, wordt in de MDO-bespreking een advies voor
vervolgonderwijs
opgesteld.
Bij
een
dergelijke
bespreking
zijn
coördinator
leerlingenzorg, leerkracht(en), gedragswetenschapper en een lid van de directie aanwezig.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
30
3.6.5 ’t Wildveld Uitstroom gegevens: Uitstroom naar:
2005/2006
2006/2007
2007/2008
2008/2009
Werk
25
24
13
17
Vervolgopleiding
12
15
17
22
andere school
2
3
4
7
Verhuizing
9
7
13
3
Werkzoekend
2
3
0
0
Anders
1
2
1
2
Totaal:
51
54
48
51
Uit bovenstaande tabel valt af te lezen dat er ten aanzien van de uitstroom vanaf 2008 een verschuiving plaats vindt van arbeid naar vervolgonderwijs.
Aantal deelgenomen leerlingen:
Aantal geslaagde leerlingen:
Behaald resultaat:
Machinale houtbewerking:
6
5
Certificaat
Schoonmaken in groothuishouding:
7
6
Certificaat
Werken in de keuken:
7
7
Certificaat
10
10
Certificaat
Winkelmedewerker:
6
5
Certificaat
Logistiek:
2
2
Certificaat
Onderhoud Plantsoen:
5
5
Certificaat
Lassen:
7
6
Certificaat
Brug naar werk:
4
4
Certificaat
Trekkerrijbewijs:
3
3
Certificaat
Veilig werken met de vorkheftruck:
8
6
Certificaat
ROC niveau 1 opleiding:
8
8
diploma
Resultaat:
Beheer van het schoolmagazijn:
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
31
Conclusies en consequenties voor het beleid Er zijn twee vormen van arbeidsmarkttoeleiding: Direct: hierbij verlaten de leerlingen de school met een baan (al dan niet met een niveau 1 diploma) Indirect: in dit geval stromen de leerlingen uit naar het MBO voor een niveau 1 of niveau 2 opleiding en komen dan op de arbeidsmarkt. De inspectie voor het onderwijs stelt dat de uitstroom richting werk of vervolgonderwijs tenminste 90% moet bedragen. Zowel in 2008 als in 2009 voldeed ‟t Wildveld ruimschoots aan deze uitstroom eis van de inspectie. Ook stelt de inspectie de eis dat 2 jaar na dato tenminste nog 75% van de leerlingen hun positie op de arbeidsmarkt of vervolgonderwijs heeft weten te behouden. Ook daaraan wordt door „t Wildveld voldaan. In schooljaar 2009 heeft een doorontwikkeling plaatsgevonden van het individuele ontwikkelingsplan (IOP). In het IOP wordt de ontwikkeling van de leerling in beeld gebracht. Nadat de leerling is ingeschreven wordt het instroomprofiel opgesteld. Vanuit het IOP geven we samen met de leerling inhoud aan zijn toekomstperspectief/loopbaan. Jaarlijks heeft iedere leerling tenminste zeven Individuele Ontwikkelings Plan (IOP) gesprekken waarvan minimaal twee met ouders/verzorgers. Het kwadrant binnen ons leerlingvolgsysteem (Magister) en de daaraan verbonden onderdelen, zijnde leren – burgerschap – arbeid – loopbaan/perspectief- vormen samen het Individuele Ontwikkelings Plan. Hierin staan de doelen, notities, resultaten en acties die in beeld brengen hoe de ontwikkeling van een leerling verloopt. Vanaf 2009 wordt er half jaarlijks van iedere leerling een profiel vastgesteld. Daarbij wordt uitgegaan van: Profiel Arbeid (A) Profiel Arbeid/vervolgonderwijs (A/V) Profiel Vervolgonderwijs (V)
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
32
3.6.7 De Velddijk Gedurende het schooljaar 2008-2009 zijn er 65 leerlingen uitgestroomd. Er bestaat een tussentijdse uitstroom en een uitstroom na afloop van het schooljaar. Onderstaand tabel geeft het aantal uitstromende leerlingen weer:
Uitgestroomd naar:
Aantal leerlingen:
Arbeid-regulier:
6
UWV:
6
Dagbesteding:
1
BBL:
0
SW:
3
Opleiding anders:
18
Residentieel:
18
Divers:
13
Jaarlijks bestaat de mogelijkheid een diploma of certificaat te behalen of een arbeidscontract af te sluiten. De volgende resultaten zijn in het schooljaar 2008-2009 behaald:
Resultaat:
Aantal deelgenomen Behaald resultaat: leerlingen:
VMBO-T examen
15
5 diploma 10certificaat
VMBO-BB examen
7
certificaat
HAVO examen
1
certificaat
VMBO-BB elektrotechniek examen
1
diploma
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
33
IVIO examens (241 examens)
64
diploma
Cursus Brug naar Werk - B
9
26 certificaten behaald
Cursus Brug naar Werk - C
20
Iedere leerling heeft 3 certificaten behaald
Lasser opleiding
7
4 certificaat 3 diploma
Horeca assistentenexamen nivo 1
5
diploma
Examen kokopleiding nivo 2
1
diploma
Rijexamen tractor
1
tractorrijbewijs
Arbeidscontract
4
Reguliere baan verworven op de arbeidsmarkt
Arbeidscontract
2
Baan verworven binnen een beschermde werkplek
Dagbesteding
2
Binnen de dagbesteding geplaatst
1
Zonder afronding, deelgenomen aan de basisopleiding apothekersassistente
Vervolg opleiding
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
34
Conclusies en consequenties voor het beleid Door de kwalitatieve onderwijsinhoudelijke ontwikkeling is een zichtbare toename in opbrengsten geconstateerd. Met name door de doorontwikkeling van het theoretisch aanbod worden meer opbrengsten gegenereerd en is een toename aan examineringen herkenbaar (staatsexamens en IVIO examens).
Ook zien we een toename van deelname aan branchegerichte cursussen en het afronden van de schoolcarrière met een arbeidscontract. De AKA opleiding, in samenwerking met het MBO, loopt volop en naar verwachting zullen medio 2010 de eerste leerlingen hun opleiding gaan afronden. De doorontwikkeling van nivo 2- aanbod is nog in voorbereiding en wordt uitgewerkt na evaluatie van de nivo 1 opleidingen.
Het Passerproject, Havo/VWO voorziening is opgenomen in een project binnen het samenwerkingsverband SWV VO Noord Limburg, waaraan de Velddijk deelneemt.
Voor 2010 zien we opnieuw een toename van deelnemers aan de VMBO-staatsexamens. Dit jaar zullen er leerlingen deelnemen aan het basisberoeps- en gemengd/theoretisch staatsexamen.
De doorontwikkeling gaat zich vooral richten op de kwalificatiestructuur VSO die door het ministerie voorgesteld wordt en de uitstroomprofielen Vervolgonderwijs, Arbeidstoeleiding en Dagbesteding. Hierbij loopt de schoolontwikkeling in de pas met de landelijke ontwikkelingen.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
35
3.6.8 Ambulante Dienst
Lopende projecten:
Documenten:
Opbrengsten: Draaiboek documenten is in juni 2009 geëvalueerd en aangepast op inhoud: uniformiteit in Overeenkomst, Begeleidingsplan, Voortgangsverslag, Evaluatieverslag en Journaal. Ook is er een Handelingsplan gerealiseerd, dat ook op Limburgs niveau zijn plek heeft gekregen.
ICT:
In 2009 is een meerjaren ICT-beleidsplan opgesteld en vastgesteld.
Organisatiestructuur:
In juni 2009 is de in 2008 opgestelde interne organisatiestructuur geëvalueerd. Besloten is de huidige opzet met de taakdifferentiatie naar twee teamleiders voorlopig voort te zetten. Nadere praktische uitwerking van Flexibele Ambulante Dienstverlening en de voortgaande samenwerking met het IDT zullen mede bepalend zijn voor de organisatiestructuur in de toekomst. De huidige taken van de teamleiders zijn beschreven en in het team vastgesteld.
Integraal Personeelsbeleid:
Opbrengsten: Aangezet / uitgevoerd / na evaluatie aangepast in 2009: Gesprekscyclus met oog voor persoonlijke ontwikkeling, Personeelszorg, Introductie en begeleiding startende ambulant begeleiders inclusief introductiebegeleiding en -plan, Taakbeleid inclusief normjaartaak, Kennismanagement en Deskundigheidsbevordering. Ten behoeve van de standaardisatie is een interne projectgroep in 2009 gestart met het verzamelen van afspraken in een eigen „Handboek Ambulante Dienstverlening‟.
Orthotheek:
Opbrengsten in doorontwikkeling: Materialen centraal geplaatst en gerangschikt. Overzicht in digitaal bestand nu ook op de portal beschikbaar. Werkgroep Orthotheek werkt met eigen budget.
Producten en Diensten:
Opbrengsten in doorontwikkeling: Overzicht aanwezige voorlichtingsmaterialen is opgesteld en aanbod cursussen en workshops is aan onze omgeving kenbaar gemaakt met behulp van nieuwe informatiefolders en via onze website.
Trajectbegeleiding:
Opbrengsten: Onder regie van de directeur van het IDT is de Trajectbegeleiding voor cluster 3 en 4 doorontwikkeld. Ook hier verder op weg naar één aanpak, waarbij ook op RECniveau zaken zijn geüniformeerd.
Expertiseontwikkeling:
Opbrengsten: In de eerste helft van 2009 is de gerichte scholing / voorlichting voor grote groepen ambulant begeleiders binnen het team voortgezet volgens eerdere opzet voor schooljaar 2008/2009.
Zorgstructuur:
Opbrengsten: In de eerste helft van 2009 zijn de caseloadbesprekingen voortgezet, waar ambulant begeleiders bij toerbeurt aan deelnemen en uit hun eigen caseload vragen konden inbrengen. De teamleider en een gedragswetenschapper van het IDT waren standaard bij deze gesprekken aanwezig.
Samenwerking AD/IDT:
Los van vanzelfsprekende samenwerking binnen de totale Stichting is specifieke samenwerking met het IDT voortgezet. Er bestond al een duidelijke overlap (o.a. gebouw, algemene organisatie, ICT-coördinatie, gezamenlijke MR, expertiseontwikkeling en trajectbegeleiding). In 2009 is er verder op zoek gegaan naar vormen en inhouden van verdergaande gezamenlijkheid.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
36
3.6.9 InterDisciplinairTeam
Lopende projecten: Loket IDT en trajectbegeleiding:
De trajectbegeleiding voor cluster 3 en 4 is in 2009 binnen het kader van het loket IDT doorontwikkeld. Er wordt gestreefd naar één gezamenlijke aanpak, waarbij ook op REC-niveau zaken zijn geüniformeerd.
Expertisediensten:
Het IDT zet op alle scholen en de Ambulante Dienst van SSO NML, de Wijnberg, SBO de Opstap één of meerdere gedragwetenschappers, maatschappelijke werkers of psychodiagnostisch medewerkers in. Iedere school heeft een eerste aanspreekpunt, ook wel hoofdaannemer, voor de expertisediensten die op de school worden uitgevoerd.
Talentencampus en Droom van Venray:
IDT is nauw betrokken in deze projecten en geeft sturing aan de ontwikkelingen van beide projecten. Een speerpunt hierin is het verzorgen van scholing voor de betrokken partijen.
Project Assessment:
Het IDT neemt ook deel aan het Project Assesment. Dit project is in september 2009 van start gegaan. Aanleiding hiertoe was de nieuwe wetgeving VSO waarin naast (arbeidsmatige) dagbesteding en vervolgonderwijs ook arbeid een doel wordt om naar toe te werken als uitstroomperspectief.
Project doorlopende leerlijnen PRO/ZMLK:
Het doel van het project is dat alle leerlingen een onderwijsaanbod krijgen passend bij didactische en sociaal emotionele mogelijkheden, los van de indicatie of d school waar de leerling staat ingeschreven.
Scholing aan derden:
Bij het IDT is in 2009 door verschillende mensen scholing verzorgd. Er werd op velerlei gebieden geschoold en dit gebeurde zowel intern als extern.
Passend onderwijs:
Het InterdisciplinairTeam is actief betrokken bij de ontwikkeling van „passend onderwijs‟. In Noord-Limburg neemt het IDT deel aan overlegvormen in het kader van het Veldinitiatief Passend Onderwijs Noord-Limburg, zoals projectgroep en stuurgroep PO en het Platform Bovenschools Zorgcoördinatoren. Ook in andere regio‟s worden presentaties gehouden en wordt overleg gevoerd over de begeleiding van kinderen met een speciale hulpvraag.
Zorgloket VO:
In 2009 heeft het IDT een vertegenwoordiger geleverd aan het zorgloket VO. In het zorgloket VO worden de wettelijke taken van de permanente commissie leerlingenzorg uitgevoerd, wordt er beoordeeld over en bemiddeld in tijdelijke bovenschoolse onderwijszorgarrangementen (Bovenschoolse Zorgvoorziening en Op de Rails), wordt toelaatbaarheid LWOO+ (Maasland) beoordeeld, wordt er feedback en advies gegeven aan de scholen van het samenwerkingsverband VO, worden zorgleerlingen op schools- en bovenschools niveau gemonitord en wordt er afgestemd voor deze leerlingen met RVC, REC Cluster IV, jeugdzorg en leerplicht.
Alliantie Wijnberg – Mutsaersstichting-SSO NML:
De Alliantie stelt zich ten doel om een integraal en samenhangend aanbod van onderwijs en zorg aan te bieden met als uitgangspunt het „1 kind -1 plan‟ denken en werken. Sinds de ondertekening van de Alliantie door SSO NML in 2007 is het IDT bij deze samenwerking betrokken via deelname aan de expertgroep.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
37
4. Samenwerking Om invulling te geven aan de vernieuwde missie/visie kiest SSO NML voor een positionering als servicegerichte organisatie met een duidelijke klantenfocus. Deze positionering kent in feite twee pijlers. Aan de ene kant is er vanuit deskundigheid en expertise de vraag om regionaal een regierol in te nemen in het kader van de regionale netwerken en samenwerking. Aan de andere kant is er de inhoudelijke uitvoering en deskundigheid inzake speciaal onderwijs, waarmee invulling wordt gegeven aan hetgeen niet door de reguliere onderwijsaanbieders kan worden verzorgd.
Om onze maatschappelijke opdracht te vervullen en om de regierol te ontwikkelen hebben wij zitting in een aantal samenwerkingsverbanden en werken we samen met tal van “partners”. De samenwerking kan verdeeld worden in de verplichte samenwerkingsverbanden zoals die vanuit de wetgeving zijn geregisseerd en in de samenwerkingsvormen die aangegaan zijn om onze expertise, kwaliteit en service te ontwikkelen en te borgen.
4.1 Samenwerkingsverbanden vanuit het wettelijk kader Onderwerp/thema
SSO NML / School
Participerende partijen
Doel
Passend onderwijs
SSO NML
Besturen en Samenwerkingsverband in Noord-Limburg
Passend Onderwijs Passend Onderwijs Regionaal Expertisecentrum cluster 3 Limburg (REC 3-Limburg)
SSO NML
Midden-Limburg, regio Roermond
Gestreefd wordt naar passend onderwijs binnen elk van de deelregio‟s, voor alle leerlingen, maar met name voor leerlingen die tot de doelgroepen van de scholen behoren. idem
SSO NML
Midden-Limburg, regio Weert, Leudal
idem
De Maaskei Vijverhofschool Ulingshof
10 scholen voor ZMLK of mytyl/tytylonderwijs in Limburg
Regionaal Expertisecentrum cluster 4 Noord- en Midden- Limburg (RECdiRECt)
‟t Poortje De Velddijk
7 scholen voor ZMOK en LZK (= langdurig zieke kinderen)
Vanuit het REC wordt een commissie voor indicatiestelling in stand gehouden. Voor toelating tot deze scholen komen alleen geïndiceerde leerlingen in aanmerking. Daarnaast heeft het REC3 als opdracht om de ambulante begeleiding te coördineren. De opdracht is gelijk aan die van cluster-3. Voor inhoudelijke uitwerking van de centra wordt verwezen naar de successievelijke bedrijfsplannen.
VO/VSO 51.1 Noord-Limburg
‟t Wildveld (praktijkonderwijs) De Velddijk
VO en SVO scholen in de regio Noord-Limburg
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
Doel is het organiseren van de bijzondere leerlingenzorg in de regio Noord-Limburg.
38
4.2. Samenwerkingsverbanden vanuit onze maatschappelijke opdracht Onderwerp/thema
SSO NML / School
Participerende partijen
Zorg
Ulingshof
VieCurie
Talentencampus: Bieden van een krachtige leeromgeving
Poortje (cl.3) Vijverhofschool (cl. 4)
Hertog Reinoudschool (BO) De Opstap (SBO) Stichting Fortior Stichting Wel.kom
Droom van Venray: Bieden van een krachtige leeromgeving
SSO NML
SPOVenray SSO Eindhoven St.Peuterspeelzalen Venray (SPV) Kinderwereld Venray Spring kinderopvang Dichterbij Onderwijsstichting De Wijnberg Mutsaersstichting
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
Doel Mytyl- en tytylschool Ulingshof is een regionale school voor speciaal onderwijs aan leerlingen met een lichamelijke of een meervoudige handicap. Binnen de Ulingshofschool zijn onderwijs en revalidatie geïntegreerd. Dat wil zeggen dat leerlingen de mogelijkheid hebben om tijdens de schooltijd behandeld te worden door een van de medewerkers van de kinderrevalidatie-afdeling van VieCuri Medisch Centrum. Deze revalidatie-afdeling is gehuisvest binnen een aparte vleugel van Vie-Curie welke grenst aan de school Door samen te werken met één team in één organisatie in één gebouw, kunnen we een rijkere en krachtige leeromgeving creëren met meer mogelijkheden voor de kinderen dan het huidige systeem hen biedt. We bieden onderwijs en opvang op maat aan, passend bij het ontwikkelingsperspectief van ieder kind. Daardoor zijn we in staat om het talent dat in elk kind zit, optimaal te benutten en te ontwikkelen en om nieuwe talenten te ontdekken. De ambitie is om samen te werken met één team in één organisatie in één gebouw om een rijkere en krachtige leeromgeving te creëren met meer mogelijkheden voor de kinderen dan het huidige systeem hen biedt. We willen onderwijs en opvang op maat bieden, passend bij het ontwikkelingsperspectief van ieder kind. Daardoor zijn we in staat om het talent dat in elk kind zit, optimaal te benutten en te ontwikkelen en om nieuwe talenten te ontdekken. Dat is een droomwens van ieder kind, iedere ouder, leerkracht en leidster..
39
SSO NML / School
Participerende partijen
1 kind – 1 plan Onderwijs-zorg keten
SSO NML
Mutsaersstichting
Om jeugdigen met (ernstige) problemen weer zo snel mogelijk en zo gewoon mogelijk te laten deelnemen aan het onderwijs is SSO NML een alliantie aangegaan met de Mutsaersstichting. Door middel van afstemmen van de noodzakelijke zorg binnen de onderwijs- en zorgketen wordt onnodig wachten op een behandelsetting voorkomen en worden optimale kansen geboden op herstel. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht voor het vergroten van de ondersteuning thuis en in de vrije tijd.
Vervolgopleiding / arbeidstoeleiding
De Velddijk „t Wildveld
ROC Gilde opleidingen
Om de kans te vergroten dat de leerlingen van de Velddijk en ‟t Wildveld een diploma behalen is er met ROC Gilde opleidingen een overeenkomst afgesloten.
Vervolgopleiding / arbeidstoeleiding
De Maaskei
St. Anna Daelzicht
Arbeidstoeleiding
Vijverhofschool ‟t Wildveld De Velddijk
Martinushof Sunny Tom Vostermans
Het doel van de samenwerking is jongeren trainen in primaire arbeidsvaardigheden middels een cursusaanbod wat leidt tot certificering Leerlingen lopen stage bij verschillende bedrijven en instellingen, met kans op een arbeidsovereenkomst (Sunny Tom). Door intensieve begeleiding van zowel de leerling als de werkgever/werkcollega‟s wordt een reële kans op deelname aan het arbeidsproces geboden.
Onderwerp/thema
Doel
De samenwerking met bedrijven en instellingen is belangrijk om leerlingen reële leerwerkplekken te bieden.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
40
5. Kwaliteitsbeleid
Onder kwaliteitsbeleid wordt verstaan: Beleid dat gericht is op verbetering. Daartoe behoort het formuleren van doelen, het vertalen van doelen in bijpassende methoden en instrumenten, het bepalen van de wijze waarop de kwaliteitszorg ingericht wordt, het bepalen van gewenste bijstellingen op grond van in de kwaliteitszorg verzamelde informatie, alsmede het organiseren van het besluitvormingsproces over dit alles.
Iedere medewerker binnen de SSO NML levert zijn of haar bijdrage aan kwaliteitzorg. Wat daarbij hoort is dat een ieder ook daarvoor de verantwoordelijkheid heeft. Kwaliteit bespreekbaar maken, dit met elkaar bespreken en het vervolgens zichtbaar maken dat dit plaatsvindt, is hierbij noodzakelijk. In het kader van de gekozen strategie van Klantgerichte organisatie is het van belang dat iedereen die dagelijks met klanten te maken heeft ter plekke de kwaliteit van de dienst kan beoordelen.
5.1 Kwaliteitszorg in de organisatie Kwaliteitszorg is kunnen laten zien hoe wij als stichting/school/dienst structureel ons onderwijs en diensten organiseren, evalueren en waar nodig verbeteren.
Uiteindelijk zullen verbeteringen moeten leiden tot het borgen of verbeteren van de geformuleerde opbrengsten en doelstellingen die door de klanten herkend en erkend worden. In 2009 zijn m.b.t. kwaliteitsbeleid aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: waarderingskader en beslisregels inspectie voor het (voortgezet) speciaal onderwijs; toezicht op de kwaliteit door inspectie en bestuur SSO NML; oudertevredenheidsonderzoek.
5.2 Waarderingskader en beslisregels voor het speciaal onderwijs Een belangrijk onderwerp in 2009 is het benoemen van succesfactoren op doelgroepniveau geweest. Zoals ook aangegeven in hoofdstuk 3 heeft het formuleren van een „geprognosticeerd eindperspectief‟ en het koppelen van leerlijnen aan uitstroomrichtingen in 2009 „ nadrukkelijk aandacht gekregen. Op dit punt zijn er echter nog veel onduidelijkheden.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
41
Binnen de Inspectie van het Onderwijs wordt momenteel via een interne werkgroep gewerkt aan het benoemen van succesfactoren op doelgroepenniveau. De inspectie heeft aangegeven dat op korte termijn een aanpassing van het toezichtkader valt te verwachten waarbij de „opbrengsten‟ een belangrijke rol zullen spelen aan de hand van de begrippen ontwikkelingsperspectief, leerroutes en systeem van instrumenten en procedures om de prestaties en ontwikkeling van leerlingen te volgen. Met andere woorden ontwikkelt het huidige waarderingskader van vier normindicatoren zich van toetsend naar voorwaardelijk. Hiermee vormen ze in het nieuwe toezicht ook een beslisregel en wordt erop gehandhaafd.
De vier normindicatoren zijn als volgt (en maken deel uit van de WOT indicatoren): 1. commissie van begeleiding stelt handelingsplannen op; 2. handelingsplan is samen met de ouders vastgesteld en geëvalueerd; 3. leerlingen worden via een samenhangend systeem gevolgd; 4. commissie van begeleiding evalueert de handelingsplannen op adequate wijze. Naast de bovenstaande voorwaardelijke “box”, ontwikkelt de Inspectie een tweede „Box” als onderdeel van het nieuwe waarderingskader. In deze tweede box komen de indicatoren voor de toekomstige beslisregel: 1. opbrengsten; 2. wat is de uitstroom; 3. uitstroomopbrengst na 2 jaar.
Als basis wordt vanuit de norm indicatoren gekeken naar het samenhangend systeem van volgen van het ontwikkelingsperspectief en het regelmatig evalueren hiervan.
Het geheel vraagt van SSO NML volgens onze eigen evaluatie nog een doorontwikkeling van het gebruik van handelingsplan, formuleren van ontwikkelingsperspectief en de integratie met leerlijnen en leerlingvolgsysteem. De inspectie op de locatie Schaapsdijkweg door de onderwijsinspectie bevestigd dit. Momenteel worden de verbeteringen planmatig aangepakt om bij de inspectie in het najaar 2010 dit op orde te hebben.
Bij het hanteren van het nieuwe waarderingskader is het alleen benoemen van de concrete opbrengsten niet voldoende. Ook de evaluatie van het “hoogst haalbare” is van belang. Dit vraagt om een duidelijke en planmatige doorontwikkeling op stichtingsniveau.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
42
5.3 Toezicht op de kwaliteit door inspectie en bestuur SSO NML De inspectie heeft in dit jaar vertrouwen in het toezicht door het bestuur. Dit houdt in dat voor het komend jaar de scholen een basisarrangement hebben, m.u.v. de al eerder benoemde dislocatie Schaapsdijkweg die een aangepast arrangement heeft, In verband met het nieuwe waarderingskader en ook de termijn van laatste PKO bezoeken, zullen het volgend schooljaar de scholen weer bezocht worden door de Inspectie.
Het instrumentarium dat de SSO NML voor het toezicht hanteert zijn als volgt: Bestuursverslag/jaarrekening Kaderplan kwaliteitzorg Jaarplan/jaarverslag MARAP en overlegstructuur Tevredenheidonderzoeken
5.3.1 Oudertevredenheidsonderzoek In 2008 heeft er binnen de stichting een Oudertevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Het onderzoek heeft de tevredenheid van ouders met de aanmelding en de school van hun kind gemeten. Thema‟s als de leeromgeving, leermethoden en het contact tussen leerlingen en leraren, kwamen aan bod. In het onderzoek kwam naar voren dat de ouders over het algemeen tevreden zijn over de scholen en het aangeboden onderwijs.
In 2009 zijn de scholen met de conclusies en aanbevelingen die het onderzoek heeft geleverd aan de slag geweest: Aandachtspunten zijn meegenomen in beleidsontwikkeling; schooljaarplan; Voor de vervolgonderzoeken is de respons en betrokkenheid als speciaal aandachtspunt benoemd. De aanpak van Praktijkschool ‟t Wildveld kan hierbij als voorbeeld dienen; Aandachtspunten zijn via afdelingsleiders gecommuniceerd en besproken binnen teams; M.b.v. resultaten zijn er ouder-infoavonden georganiseerd; opbrengsten van die avonden vastgelegd; gecommuniceerd binnen MT, schoolafdelingen en teruggegeven aan ouders.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
43
5.4 Klachtenregeling 5.4.1 Vertrouwenscommissie Voor alle scholen/diensten is er een Vertrouwenscommissie ingesteld, waar ouders, leerlingen en medewerkers met hun probleem of klacht terecht kunnen. Er wordt naar gestreefd om problemen zo snel mogelijk en in goed overleg met alle betrokkenen op te lossen. Voor alle gevallen waarin dat niet lukt of niet naar tevredenheid wordt afgehandeld is er de Vertrouwenscommissie. De voorzitter van het college van bestuur zorgt ervoor dat een van de vertrouwenspersonen contact opneemt met de betrokkene.
De Vertrouwenscommissie bestaat uit: mevr. E. Caris – bij afwezigheid mevr. E. Schippers dhr. H. Engels – bij afwezigheid dhr. P. Nagelmaeker
De vertrouwenspersonen zijn onafhankelijk en hebben geen dienstverband met de stichting. Zij zorgen door bemiddeling dat het probleem wordt opgelost of helpen met het indienen van de klacht bij de externe klachtencommissie. SSO NML is aangesloten bij de externe klachtencommissie van de bond KBO.
In 2009 is er evenals in 2008 geen gebruik gemaakt van de Vertrouwenscommissie.
5.4.2 Bezwarencommissie FUWA In de CAO is opgenomen een modelreglement voor de bezwarencommissie FUWA. Bij de start van het FUWA project in 2007 (zie paragraaf 6.2 en 6.3) is deze bezwarencommissie, conform de CAO, ingesteld. In 2009 hebben twee medewerkers gezamenlijk een bezwaar ingediend met betrekking tot het functiewaarderingssysteem. Dit bezwaar is volgens procedure in de bezwarencommissie behandeld en naar ieders tevredenheid met een compromis opgelost.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
44
6. Personeelsbeleid Het Integraal Personeelsbeleid (IPB) van SSO NML is geënt op de gedachte dat door het voeren van goed personeelsbeleid medewerkers met meer plezier werken, waardoor de kwaliteit van het onderwijs verbeterd wordt. Bij de implementatie van IPB wordt een vertaalslag gemaakt naar datgene dat leeft op de „werkvloer‟. Het uitgangspunt van Integraal Personeelsbeleid is voor SSO NML gericht op het vinden van de afstemming tussen de doelen van de school met de doelen van de medewerker. Het opzoeken én vinden van elkaar en het afstemmen van wensen en doelen; daar gaat het om. Het scheppen van duidelijkheid over de wederzijdse verwachtingen is essentieel. Kortom: het zoeken naar balans tussen individuele ontwikkelingen van medewerkers met de organisatiedoelstellingen is het uitgangspunt en daarmee wordt IPB in haar vele uitingsvormen geborgd.
SSO NML heeft zijn schaal de laatste jaren vergroot en is nu een professionele organisatie. Maatwerk, expertise, vernieuwing en gelijkwaardigheid staan hoog in het vaandel. De klant (leerling-ouders) heeft behoefte aan samenwerking en ketenvorming op het gebied van onderwijs en zorgarrangementen (samenhang tussen onderwijs en jeugdzorg). SSO NML streeft naar de 1 kind 1 plan benadering. SSO NML streeft ook naar een geïntegreerde, multidisciplinaire aanpak ook met betrekking tot haar personeelsbeleid.
IPB heeft in het jaar 2009 in het teken gestaan van de volgende onderwerpen: Sociaal Statuut Functiemix en seniorschap Harmonisatie gesprekkencyclus Beleid gericht op taak-, en functiedifferentiatie Beloningsbeleid Verzuim, re-integratie en IPAP Competentiemanagement schoolleiders Scholingstraject met De Mutsaersstichting in het kader van de „veranderende organisatie‟ (in voorbereiding)
6.1 Sociaal Statuut In 2009 heeft SSO NML haar Sociaal Statuut geïntroduceerd. Dit sociaal statuut is gebaseerd op het werkgelegenheidsbeleid, zoals verwoord in de CAO voor het Primair Onderwijs 2009 artikel 10.2 de regeling werkgelegenheidsbeleid en artikel 10.3 kader van een sociaal plan en
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
45
de CAO voor het Voortgezet Onderwijs 2008-2010 artikel 17.1, dan wel de daarvoor in de plaats tredende CAO‟s .
Het doel van het werkgelegenheidsbeleid is behoud c.q. uitbreiding van werkgelegenheid. De gedachte hierbij is dat zowel de werkgever als de werknemer actief meewerken aan het optimaal inzetten van instrumenten van personeelsbeleid om gedwongen ontslag te voorkomen. Daarbij wordt zorgvuldigheid gewaarborgd, wanneer de werkgelegenheid van medewerkers gevaar dreigt te lopen. Het Sociaal Statuut moet duidelijkheid scheppen over wat werkgever en werknemer van elkaar mogen verwachten. Tevens biedt het statuut een kader voor het sociaal beleid van het college van bestuur. In alle gevallen waarin tijdens de werkingsduur van het Statuut een structurele terugloop van werkgelegenheid te verwachten is, zal door het college van bestuur en de vakcentrales een Sociaal Plan worden opgesteld, waarin procedures en maatregelen verder worden uitgewerkt. Dit geldt ook als de problematiek die zich voordoet geen of geen duidelijk verband houdt met de invoering van het nieuwe functiebouwwerk.
In dit Sociaal Statuut zijn enkele specifieke bepalingen opgenomen in verband met de invoering van het nieuwe functiebouwwerk, in het bijzonder de invoering van de functie van ambulant begeleider.
Met betrekking tot de kosten bij ontslag is geen eigen beleid geformuleerd en worden de procedures zoals omschreven in de CAO primair onderwijs en voortgezet onderwijs gevolgd
6.2 Functiebouwhuis Inmiddels is het nieuwe functiebouwwerk van de stichting een feit. Interne mobiliteit, loopbaanperspectief en flexibiliteit zijn daarbij de uitgangspunten.. Dit functiebouwwerk heeft een degelijke basis gelegd voor verdere ontwikkeling van het personeelsbeleid, met name het taakbeleid (zie verderop). Het nieuwe functiebouwhuis biedt vooral mogelijkheden voor horizontale en verticale loopbaanontwikkeling. In 2009 zijn de nieuwe en individuele uitgangspunten volledig geëffectueerd.
6.3 Scholing en functieontwikkeling 6.3.1 Functiemix en seniorschap SSO NML en de Mutsaersstichting ontwikkelen een traject om leraren die iets meer kunnen én willen dan anderen te belonen. Deze leraren zijn echte professionals die het verdienen om zichzelf in de breedte verder te ontwikkelen, met bijvoorbeeld coachvaardigheden, Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
46
vernieuwende manieren van lesgeven, het begeleiden van collega‟s én het verbinden met collega‟s van de andere organisatie. Zij zijn de peilers waar de organisatie door gedragen wordt. Deze medewerkers geven het goede voorbeeld, voelen eigenaarschap en stimuleren dit bij anderen, genieten van hun vak, ondersteunen collega‟s op verschillende facetten en zorgen er voor dat de organisatie zich professioneel blijft ontwikkelen. Zij zijn de cultuurdragers én aanjagers van samenwerking. SSO NML is op weg haar organisatie te kantelen, waarbij gelijkwaardigheid en „ondernemer zijn van je eigen leerproces en carrière‟ als belangrijkste elementen worden gezien. SSO NML wil graag in open verbinding staan met haar omgeving en neemt de klant en zijn vraag als uitgangspunt. Om aan deze vraag te kunnen voldoen is samenwerking met andere organisaties heel belangrijk (de keten). Deze samenscholing is voor medewerkers die talent hebben om samen te werken, de S-factor hebben, zodat de verbinding kan worden gelegd met o.a. de Mutsaersstichting.
6.3.2 Competentiemanagement schoolleiders Competentiemanagement als onderdeel van IPB is
een logisch vervolg op het
functiebouwwerk. Er bestaat helderheid over hetgeen de stichting verwacht van haar functionarissen en vice versa en daarmee is de basis gelegd om adequaat uitvoering te geven aan het personeelsbeleid. Denk daarbij aan het inzetten van de kennis, vaardigheden en de ontwikkeling van medewerkers en het zoeken van de afstemming met de organisatorische en inhoudelijke doelen van de organisatie.
De functiebeschrijvingen geven echter geen antwoord op de vraag welke competenties nodig zijn voor het vervullen van de functie. Om deze exercitie niet direct voor alle functionarissen uit te voeren, is gekozen om eerst de competenties van de schoolleiders in beeld te brengen, waarbij gebruik is gemaakt van de uitgangspunten die gehanteerd worden door de NSA en de VO-raad. In 2009 heeft de stichting 8 domeinen van bekwaamheid geformuleerd en verder gespecificeerd en in gebruik genomen. Dit heeft een solide basis gelegd voor verdere professionele ontwikkeling van de organisatie en uitrol voor competentiemanagement voor de gehele stichting.
6.3.3 Harmonisatie gesprekkencyclus SSO NML hecht veel belang aan dialoog tussen werkgever en werknemer. In een eerder stadium is veel aandacht besteed aan de gesprekkencyclus, welke een onmisbaar instrument is binnen het personeelsbeleid. Verdere harmonisatie van de gesprekkencyclus op stichtingsniveau is een middel om op een gestructureerde en professionele wijze aandacht te
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
47
geven aan de persoonlijke ontwikkeling van onze werknemers; dit in relatie tot de ontwikkeling en het realiseren van de visie van de stichting.
Zeker met het oog op de implementatie van de functiemix wordt het harmoniseren van de gesprekkencyclus binnen IPB een belangrijk speerpunt. Medewerkers mogen verwachten van hun werkgever dat deze op dezelfde wijze, op basis van dezelfde criteria zich uitspreekt over het functioneren. Tevens is het van belang dat het toekennen van de nieuwe positie van leerkracht op LC niveau geschied op basis van zoveel mogelijk objectieve criteria. Beoordelen en het voeren van beoordelingsgesprekken hebben nu meer gevolgen en alle leidinggevenden moeten op dezelfde wijze gaan beoordelen in de gesprekkencyclus. Tevens is het voor medewerkers belangrijk dat ze weten wat er van hun verwacht wordt en de verwachtingen moeten goed met elkaar afgestemd worden. Het voeren van een goede dialoog is daarvoor van cruciaal belang.
6.3.4 Beleid gericht op taak,- en functiedifferentiatie Bij taakdifferentiatie worden zogenaamde taken verdeeld over mensen met een zelfde functie. Bij de verdeling wordt uitgegaan van het feit dat de taken gelijksoortig zijn aan de eigen werkzaamheden en dus passen bij de eigen functie. Het toedelen van de diverse taken leidt in den regel niet tot een functiewijziging, tenzij de taak(en) een substantieel en structureel onderdeel gaan uitmaken van het uitoefenen van de functie. Normaliter leidt de verdeling van taken op hetzelfde niveau dan ook niet tot een hogere (of lagere) inschaling. Dit biedt de meeste flexibiliteit en mobiliteit voor zowel de werkgever als de werknemer. Tevens wordt op deze manier horizontale loopbaanontwikkeling gestimuleerd; het biedt medewerkers een uitdaging om aan persoonlijke ontwikkeling te werken. Functiedifferentiatie gaat verder dan taakdifferentiatie omdat taken zo‟n substantieel onderdeel gaan uitmaken van de functie-uitoefening, dat ze structureel in de functie worden opgenomen. Bij functiedifferentiatie gaat het om het uitsplitsen van taken in een functie waardoor soms nieuwe functies kunnen ontstaan, die op basis van een procedure van functiebeschrijving en functiewaardering een eigen rechtspositionele status en salarisschaal krijgen. Dat kan organisatorisch wenselijk zijn vanwege het structurele en substantiële karakter van de taak. Denk daarbij bijvoorbeeld aan taken die in volume zo toenemen dat er niet langer van een taak gesproken kan worden: ambulant begeleider, intern begeleider en afdelingsleider. Bij de implementatie van het functiebouwhuis had de stichting een doelstelling voor ogen, die voornamelijk was gericht op een veranderende houding ten aanzien van het voeren van personeelsbeleid. Eén basisvisie waarbij uitgegaan wordt van de opvatting dat de
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
48
medewerkers van de stichting het kapitaal vormen. Door medewerkers perspectief en persoonlijke groei te bieden én ze zelf verantwoordelijk te maken voor hun loopbaan, bewaakt de stichting haar instroom en doorstroom én de kwaliteit van haar onderwijs.
6.3.5 Beloningsbeleid Zoals hierboven omschreven, is het niet altijd vanzelfsprekend dat een medewerker extra beloond wordt, wanneer gedurende een korte periode andere, zwaardere, of extra werkzaamheden verricht worden. Dit mag in alle redelijkheid van iemand verwacht worden in een collegiaal model zoals we dat kennen binnen onze stichting. Pas als de werkzaamheden substantieel én structureel van aard zijn én op een hoger niveau liggen dan de eigen functie, wordt er binnen de gestelde kaders gezocht naar een financiële tegemoetkoming.
Beloningsbeleid neemt een aparte rol in, binnen het te voeren personeelsbeleid van de stichting. Doel is om verschillende vormen van beloning aan te bieden, passend binnen de kaders en de rol die beloond wordt. Je kunt iemand belonen voor de functie of voor de prestatie, structureel of incidenteel, individueel of als groep. Beloningsbeleid is een van de aandachtspunten van het IPB van de stichting en wordt momenteel ook op stichtingsniveau ontwikkeld. Het zal een afgeleide zijn van de basisvisie van de stichting.
6.3.6 Scholingstraject in het kader van ‘de veranderende organisatie’ (in voorbereiding) SSO NML en de Mutsaersstichting willen een gezamenlijk scholingtraject aanbieden aan een aantal medewerkers van beide organisaties om de onderlinge samenwerking te bevorderen. Dit betekent dat zij een opleiding krijgen die ze voor een groot deel zelf inrichten. Op basis van wat de deelnemers willen leren (met als belangrijkste focus: samenwerken) wordt het leertraject ontworpen. De deelnemers worden geselecteerd op hun S-factor, oftewel hun talent voor samenwerken. Zij zijn de cultuurdragers van de organisaties en krijgen de kans zichzelf én daarmee de organisatie te ontwikkelen. Medewerkers van de Mutsaersstichting en van SSO NML werken samen. Projecten worden waar mogelijk gezamenlijk opgepakt en er zal een onderlinge uitwisseling van expertise plaatsvinden. De samenwerking zorgt er voor dat het kind, de jongere of jong volwassene hulp op maat en eenzelfde behandeling krijgt ongeacht plaats of tijd. Deelnemers bezitten verschillende (transactionele) vaardigheden die ze zowel buiten als binnen kunnen toepassen. Zij zijn belangrijke sleutelfiguren voor zowel huidige als nieuwe medewerkers. Door de focus op samenwerking zullen de deelnemers verbindingen tussen collega‟s gaan faciliteren. Ook de wil om te leren van medewerkers versterkt wanneer er collega‟s zijn die zichzelf blijven ontwikkelen. De kracht van de organisatie is het vermogen te blijven ontwikkelen.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
49
6.4 Verzuim, re-integratie en IPAP De financiële risico‟s rondom ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn de laatste jaren enorm toegenomen voor zowel werkgevers als werknemers. Denk daarbij aan re-integratieinspanningen bij langdurig zieke werknemers, maar ook het voorkomen van uitval en verzuim. En werknemers lopen in het huidige stelsel bij arbeidsongeschiktheid werknemers een groot financieel risico wanneer ze gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden en daarbij niet of onvoldoende werken. Bovenstaande risico‟s kunnen voor een gedeelte worden afgedekt met een zogenaamde collectieve IPAP-verzekering. Het financieel risico voor werknemers wordt middels de verzekering geborgd en de werkgever komt in aanmerking voor re-integratiesubsidie, maar ook voor subsidiegelden die bedoeld zijn om verzuim en uitval te voorkomen.
SSO NML maakt deel uit van de samenwerkende
Schoolbesturen Limburg. In 2009 zijn de onderhandelingen voor een collectieve IPAP verzekering uitgezet bij Loyalis.
6.5 Personele Kengetallen 6.5.1 Personeelsbezetting Dir
Oop
Op
Totaal:
0-24
9
6
15
24-34
48
60
108
34-44
2
29
38
69
44-54
8
40
61
109
54-59
5
16
37
58
59-99
4
13
7
24
Totaal:
19
155
209
383
6.5.2 Man/Vrouw verhouding
Man
Vrouw
Totaal:
0-24
1
14
15
24-34
9
99
108
34-44
21
48
69
44-54
39
70
109
54-59
30
28
58
59-99
12
12
24
Totaal
112
271
383
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
50
De verhouding man/vrouw bedraagt 29% / 71%. Deze verhouding is vergelijkbaar met andere onderwijsstichtingen 6.5.3 Verloop leeftijd
18
Aantal / Bruto factor
16 14 12 10
AantalStamn ummer
8 6 4 2 0
Leeftijd
Werkgevers zullen de komende jaren in toenemende mate geconfronteerd worden met een ouder personeelsbestand. Door de uitstroom van oudere werknemers zal kennis en ervaring uit de organisatie verdwijnen. Daarbij is een aandachtspunt of dit voldoende kan worden opgevangen door andere werknemers en in hoeverre het mogelijk is de ontstane vacatures op te vullen. Ook de stichting is aan het vergrijzen; de leeftijdsopbouw wordt schever. Het is van belang in kaart te brengen wat de implicaties van deze ontwikkeling zijn. Bewustwording rondom deze problematiek is noodzakelijk en vraagt meer en meer aandacht.
6.6 Ziekteverzuim
Pers.
Netto Factor
Verzuim factor
Zwang. verlof
Verlof
Afw1
Zv1
Zv2
Gzd1
Gzd2
0-24
10
8,49
0,10
0,00
0,0384
1,65%
1,20%
1,20%
2,65
2,81
24-34
104
86,99
8,61
4,64
4,7126
15,31%
4,56%
3,76%
9,42
17,68
34-44
69
53,53
3,60
0,57
0,9662
8,54%
5,67%
5,67%
8,76
9,79
44-54
106
84,85
6,17
0,00
0,1813
7,49%
7,27%
5,47%
9,86
10,43
54-59
56
40,39
2,65
0,00
0,3822
7,52%
6,57%
4,64%
10,33
11,84
59-99
24
14,87
1,52
0,00
0,4263
13,12%
10,25%
9,54%
10,01
24,66
Gemiddeld:
369
289,13
22,66
5,21
6,707
10,16%
6,04%
4,96%
9,52
14,37
2009
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
51
2008
2009
350
369
Gemiddelde Netto Factor
274,3399
289,1254
Gemiddelde Bapo Factor
5,561828
7,120275
Gemiddelde VerzuimFactor
16,07783
17,45006
Afwezigheidspercentage (Afw1)
10,00%
10,16%
Verzuimpercentage (Zv1)
5,86%
6,04%
Gemiddelde verzuimduur (Gzd1)
11,26
9,52
Verzuimpercentage (Zv2)
4,83%
4,96%
Gemiddelde verzuimduur (Gzd2)
19,15
14,37
Aantal werknemers
De laatste jaren is de focus binnen de stichting gericht geweest op een actief ziekteverzuimen re-integratiebeleid. Met name aandachtsgebieden als bewustwording en de wijze waarop omgegaan wordt met zowel langdurig- als kortdurend ziekteverzuim stonden centraal. Maar ook aspecten als kostenreductie en kostenbeheersing zijn aan de orde geweest.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
52
6.7 Opbrengsten scholing personeel Soort scholing:
Deelnemers:
Aanbieder:
Implementatie leerlijn rekenen
team
CED en Veerkrachtgroep
Omgaan met agressie
team
Angersol
Opleiding Mediacoach
teamlid
Nationale Opleiding Mediacoach
Naschoolse Autisme coaching
teamleden
Drs. H. Verhoeven
Autisme en seksualiteit
teamleden
Sensorische Informatie Verwerking
Logopediste
Anders kijken naar kinderen
Kwaliteitszorg
directie
Consent
Cursus Arboscan-VO
Arbo medewerker
VO project
Basiscursus preventiemedewerker
teamleden
VO project
Begeleiding SVIB (school video interactiebegeleiding)
teamleden
Hogeschool Utrecht
Op weg naar de Talentencampus en Droom van Venray
team
KPC Groep
Opleiding Speciaal Onderwijs
teamleden
Gilde opleidingen
Opleiding Intern Begeleider
teamleden
Gilde opleidingen
Opleiding Gedragsspecialist
teamleden
Gilde opleidingen
Professionalisering 1, mede in het kader van professionalisering van medewerkers clusteronderwijs
teamleden
AVS & kombischool „de Pas‟
Master SEN opleiding (Special Educational Needs)
teamleden
Gilde opleidingen
Studiedag ‘kijken en kiezen’
teamleden
Studiedag OSG ‘regelingen’
teamleden
Studiedag ‘Instructie en Implementatie van Datacare’
teamleden
Studiereis Leicester
directieleden
Cursus LeerlingVolgSysteem Magister
teamleden
Cursus psychopathologie
op teamleden
Scholing intervisievoorzitters en intervisie bijeenkomsten
op en oop teamleden
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
OSG
BMC/Windesheim
Intern SSO
53
7. Huisvestingsbeleid 7.1 Visie op huisvestiging SSO NML heeft als visie op huisvesting dat scholen vervangen gaan worden door passende onderwijsvoorzieningen die passen bij de fasering van onderwijsprogramma dat door de leerlingen gevolgd wordt. De meeste leerlingen volgen voor een groot deel hun gehele onderwijs bij onze stichting. Naast een passend aanbod op “schoolleeftijd” is variatie in schoolsoort bij voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs belangrijk om te kunnen aanbieden. Dit is van groot belang voor het perspectief en motivatie van onze leerlingen en om onze onderwijsdoelen
te
kunnen
behalen.
Het
idee
daarachter
is
dat
onderwijs
en
onderwijshuisvesting een integraal onderdeel van elkaar zijn. De school is meer dan een onderwijsinstituut; het is een plek waar onze leerlingen zich breed kunnen ontwikkelen. Deze aanpak vindt zijn weerslag in het plannen voor c.q. het ontstaan van bredeschoolvoorzieningen en multifunctionele voorzieningen, waarin de onderwijsfunctie gecombineerd is met sport, welzijn, zorg en/of wonen.
7.2 Integraal huisvestingsplan primair & speciaal onderwijs 2010 - 2013 SSO NML is in de periode tot 2012 bezig met de realisatie van een aantal nieuwbouwprojecten: nieuwbouw de Velddijk, de Talentencampus Venlo, en nieuwbouw de Maaskei. Met betrekking tot de laatste twee wordt voorzien dat oplevering in 2011 is.
De hoofdlocatie van de Vijverhofschool aan de Vijverhofstraat 4 is nu in gebruik voor de SOleerlingen (basisschoolleeftijd); zij gaan naar verwachting in december 2011 over naar een nieuw gebouw, De Talentencampus. In het vorige IHP is een bedrag van € 900.000,= opgenomen voor renovatie van de school. Om de school werkelijk geschikt te maken voor de VO populatie met drie aparte stromingen die gescheiden moeten kunnen worden opgevangen, zijn extra middelen nodig. Dit heeft geleidt om een gesprek hierover aan te gaan met de Gemeente Venlo om te onderzoeken: - of Vijverhofstraat 4 een geschikte locatie is voor deze doelgroep(en); - en zo ja, welke bedragen nodig zijn om de school geschikt te maken. Uitgangspunten hierbij zijn: Onderwijskundige aanpassingen (in het bijzonder in het kader van „samen werken/samen leren‟) Uitbreiding/nieuwbouw schoolkanalen Inpandig maken van welzijnsvoorzieningen, opzetten „brede school voorziening‟ Multifunctionele voorzieningen
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
54
Uitbreiding/nieuwbouw gymzalen. Capaciteit van de scholen Leerlingaantallen op de laatste teldatum Prognose van leerlingaantallen 7.2.1 Talentencampus Talentencampus Venlo is een samenwerkingsverband van Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg, Stichting Fortior en Stichting Wel.kom. Talentencampus Venlo krijgt een nieuw gebouw, waarin de talenten van de kinderen optimaal tot ontwikkeling kunnen komen. Medio december 2008 is de definitieve ontwerp fase van de Talentencampus beëindigd. Door problemen in de samenwerking met verschillende partijen is de planning in 2009 vertraagd verlopen. Eind 2009 is de samenwerking weer op gang gekomen en de planning van het traject hervat. Dit heeft geresulteerd
in een aanbesteding in maart 2010. De verwachte
oplevering is december 2011.
7.2.2 Expertisecampus Venray De Droom van Venray is een samenwerkingsverband van Stichting Primair Onderwijs Venray, Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg, Onderwijsstichting De Wijnberg, Stichting Speciaal Onderwijs Eindhoven, Stichting Peuterspeelzalen Venray, Stichting KinderWereld Venray, Spring Kinderopvang, Dichterbij, Onderwijsstichting De Wijnberg en de Mutsaersstichting. Het plan voor realisatie van de Droom van Venray is doorgeschoven naar een later tijdstip. Wel wordt er gevraagd om per augustus 2010 met een afdeling van het Poortje en de Vijverhofschool naar Venray te komen. Inmiddels is besloten om de vestiging in Venray uit te stellen naar 2012.
7.2.3 Nieuwbouw de Velddijk De gemeente Venlo heeft reeds een bouwbudget voor de nieuwbouw van de Velddijk toegekend. Nog niet duidelijk is waar De Velddijk de nieuwbouw zal willen c.q. kunnen plegen. Gezocht wordt naar een locatie waar onderwijs, zorg en de mogelijkheden van arbeidstoeleiding zo nauw mogelijk op elkaar aansluiten. In dat kader worden ook de mogelijkheden van de Hulsterweg als praktijklocatie onderzocht. Momenteel wordt het programma van eisen voor nieuwbouw van de Velddijk herschreven, vanwege het streven naar een samenwerking met de Mutsaersstichting, andere zorginstellingen en mogelijk het ROC. Dit om zodoende voor de leerlingen en zijn ouders een breed aanbod aan ondersteuning en diensten te kunnen aanbieden. Inmiddels is een deelplan voor een voorziening op het kazerneterrein ingediend.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
55
7.2.4 Verbouwing Vijverhofschool De hoofdlocatie van de Vijverhofschool aan de Vijverhofstraat 4 is thans in gebruik voor de SO-leerlingen; zij gaan naar verwachting in 2011 over naar de Talentencampus. Intentie is om de hoofdlocatie van de Vijverhofschool te gaan gebruiken voor de VO populatie van de Vijverhofschool welke tijdelijk in een andere locatie zitten.
7.2.5 Verbouwing de Maaskei In 2009 heeft er een gesprek met de gemeente Maasgouw plaatsgevonden naar aanleiding van een berekening op basis van de nieuwe huisvestingverordening. Dit heeft geleidt tot het gezamenlijk voorbereiden van een aanvraag om de huisvesting te verbeteren en aan te passen aan de behoefte van de doelgroepen in relatie tot het onderwijsprogramma. Actief wordt het ontwerp gericht op: een „leer werkomgeving‟ voor oudste VSO leerlingen met als perspectief arbeidstoeleiding; realiseren van een passende sportvoorziening; aanpassen van het huidige gebouw in relatie tot de onderwijskundige opdracht.
Eind 2009 heeft de gemeente SSO NML bericht dat er een budget is toegekend voor een uitbreiding/aanpassing van de locatie. De huidige planning laat start bouw in 2010 zien met een oplevering in voorjaar 2011.
7.2.6 VSO Huisvesting 12+ Naar aanleiding van onze vernieuwde missie/visie en de landelijke ontwikkelingen in de structuur en bekostiging van speciaal onderwijs (nieuwe koers “passend onderwijs”) kiezen wij er voor om de mogelijkheden en het programma van eisen voor een gehele onderwijskolom VSO 12+ te onderzoeken en niet te focussen op een voorziening voor een specifieke school (nieuwbouw Velddijk, verbouw Vijverhofschool). Er wordt dus nu onderzocht welke voorzieningen in een dergelijke huisvesting gerealiseerd moeten/kunnen worden, zodat alle VSO 12+ leerlingen van SSO NML hiervan profijt hebben. Uitgangspunten zijn gebaseerd op onze nieuwe missie/visie: -
de behoefte van het kind staat centraal (1 kind = 1 plan)
-
integraal aanbod
-
samenwerking en verbindingen leggen met zowel de scholen onderling, als de zorgen ketenpartners.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
56
8. ICT Beleid 8.1 Inleiding Een jaarverslag is een belangrijk document in het cyclisch werken. Het voorziet in een terugblik op de belangrijkste dingen die zich in het afgelopen jaar hebben voorgedaan. Dit document beschrijft de ontwikkelingen in 2009 voor het deelgebied ICT. Het feit dat in 2008 een ICT reorganisatie heeft plaats gevonden heeft uiteraard zijn weerslag gehad op 2009. Het was dan ook een druk jaar waarin op alle fronten veel gerealiseerd is.
8.2 Beleidsplannen Vanaf eind 2008 is een nieuw „meerjaren ICT beleidsplan‟ geïnitieerd en in 2009 uitgewerkt. Het plan is o.a. gebaseerd op de bekende modellen INK, BSC en ITIL3. Het heeft de ICT dienstencatalogus centraal gesteld, waarbij cyclisch en projectmatig denken de belangrijkste praktische drijfveren zijn. Naast een bovenschools beleid is er borging ontstaan doordat iedere school/organisatie een apart beleids- en jaarplan gaat hanteren. Extra borging binnen afdeling ICT is gerealiseerd door het „handboek ICT‟ dat vorm heeft gekregen door een hoeveelheid
documentatiemateriaal
op
de
portal.
En
mede
door
een
extern
ondersteuningscontract.
8.3 Overlegstructuur Binnen de overlegstructuur staat het directeurenoverleg (DO) bovenaan waar de beslissingen genomen worden. De ICT stuurgroep stuurt mee op strategie, het ICT coördinatoren overleg functioneert als aanjager gevoed door de collega‟s. Hun takenpakket is herzien en uitgebreid. Het cyclisch en projectmatig denken is nog nieuw, maar heeft in 2009 een goede start gemaakt. Daarnaast kennen we de werkgroepen portal en website. De werkgroep website bestaat al wat langer en functioneert prima. De werkgroep portal heeft een lastig jaar achter de rug, mede door personeelswisselingen. Na het eerste kwartaal werd duidelijk dat er niet voldoende voortgang was geboekt in 2008-2009. Vervolgens is er een scholingsschema opgesteld en uitgevoerd. Vanwege de complexe materie is voor extra borging intern en extern backup ingeregeld. Momenteel wordt een project- of werkgroep inzake de leerlingvolgsystemen binnen de SSO NML geformeerd. Doel van deze werkgroep wordt het gezamenlijk optimaliseren van het gebruik van de aanwezige LVS-en.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
57
8.4 ICT als nutsvoorziening Na de reorganisatie in 2008 en de eerste opzet van het „meerjaren ICT beleidsplan‟ is er hard gewerkt om praktisch vorm te geven aan de nieuwe aanpak. Het uithangbord van ICT is de helpdesk. Er zijn strakkere procedures (conform ITIL en PDCA) en rapportages ingevoerd. Deze manier van werken wordt als zeer positief ervaren. Het aantal helpdesk-calls kan op deze manier laag gehouden worden en de communicatie van en naar afdeling ICT verloopt soepel. Het backupsysteem is volledig herzien en een calamiteitenplan is in een ver gevorderd stadium. De netwerkinfrastructuur is intern en extern herzien. Extern via het outsourcen van managed internet, intern via optimalisaties aan de netwerkbekabeling en server-installaties. Dit heeft een enorme stabiliteitsverhoging opgeleverd van het totale netwerksysteem. De onderwijskundige zaken zijn relatief minder aan de orde geweest. Het Digitaal Rijbewijs Onderwijs (DRO) is op de meeste plaatsen afgerond. De digiborden zijn inmiddels bij de scholen geïntroduceerd.
8.5 Personeel Op personeelsgebied is er dit jaar veel gebeurd binnen de ICT-afdeling. Johan Doek is bevorderd naar centraal systeembeheerder. Hij volgde de cursus MCITP en behaalde ook de certificering hiervoor. Pieter Smeets is vanaf januari 2010 in vaste dienst bij de Stichting. Hij volgde de basiscursus Exchange2007. Joep vd Putten heeft zich de helpdeskprocedures eigen gemaakt en krijgt ook per januari 2010 een vaste aanstelling bij de Stichting. Het ICT team is daarmee compleet. Het afdelingshoofd Leon van Lare, heeft ervoor gekozen om zijn afdeling te organiseren op basis van een grotendeels zelfsturend team. Verder is duidelijk geworden dat de ICT dienstenportfolio goed in balans is; de span of control bij afdeling ICT is bereikt en het aantal diensten voldoet. De rek die momenteel over is moet garant staan voor een hoge kwaliteit van de ICT diensten. Nieuw binnen het bestuursbureau als beleidsmedewerker communicatie is Lia van de Vondervoort. Zij is o.a. voorzitter van de werkgroep portal. Zij heeft binnen die groep gezorgd voor een zeer voortvarende eerste helft van het nieuwe schooljaar.
8.6 Materialen Het leveranciersportfolio is in 2008 en 2009 herzien. De kwaliteit en levering van de hardware is mede hierdoor verbeterd. Er zijn twee hardware inventarisatierondes geweest, gevolgd door uitgebreide rapportages. Hierdoor is een goed inzicht verkregen in het huidige computerpark. Er zijn richtlijnen gekomen over hoe om te gaan met afschrijvingen. Hierdoor is een
betere
jaarbegroting
mogelijk
geweest
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
voor
iedere
school/organisatie. 58
Als gevolg van alle ontwikkelingen is er meer vertrouwen ontstaan, zijn er veel werkstationupgrades doorgevoerd, is het computerpark met 10% gegroeid en is er geïnvesteerd in digiborden. Door alle genoemde inspanningen is ICT als middel een betrouwbare en stabiele nutsvoorziening geworden.
8.7 Projecten Tot slot een opsomming van de belangrijkste afgeronde projecten of werkzaamheden die veel vooruitgang geboekt hebben: Het project rondom tokens en de portal is afgerond. Voor de LVS-en is recentelijk gekozen voor een gecentraliseerde overlegstructuur. Voor ICT op de Talentencampus Venlo is door Ton Offergelt en Leon van Lare een uitgebreid plan van aanpak ontwikkeld. Outsourcing van managed internet is succesvol ingericht. Samen met het stabiliseren van de interne netwerksystemen heeft dit voor een betrouwbare infrastructuur gezorgd. Een nieuwe flexibelere methode voor het uitrollen van XP-werkstations en bijbehorende software is ontwikkeld en ingevoerd. Het gezamenlijk inkopen van gsm-abonnementen heeft kwaliteit en beheersbaarheid opgeleverd voor mobiele spraak/data. Er is een start gemaakt met de gezamenlijke invoering van digiborden. Dit is niet ingeregeld via een bovenschoolse dienst, maar wordt door de ICT coördinatoren zelf geregeld. Het „meerjaren ICT beleidsplan‟ heeft iedereen een duidelijk overzicht verschaft in waar we met ICT als nutsvoorziening staan en naartoe gaan.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
59
9. Financieel Beleid Ten aanzien van het financieel beleid is in 2009 het uitgangspunt van SSO NML een „doelmatiger financieel beleid‟ geweest. Een doelmatiger financieel beleid schept immers ruimte voor versterking van het onderwijs. Hiervoor heeft SSO NML voornamelijk gebruik gemaakt van de geïmplementeerde allocatiesystematiek en planning en control cyclus. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat het beleid leidend is voor de financiën. Daarnaast zijn de aanbevelingen van de „Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen‟ ook wel bekend als de Commissie Don meegenomen in het financieel beleid. De Commissie Don heeft in opdracht van het ministerie OCW het rapport „Financieel beleid van onderwijsinstellingen‟ opgesteld. In dit rapport is een beoordelingskader aangereikt met kengetallen en signaleringsgrenzen, dat de minister en staatssecretarissen van OCW hebben overgenomen.
Centraal in het beoordelingskader van de Commissie Don voor de financiële positie van onderwijsinstellingen staan twee aspecten, namelijk het vermogensbeheer en het budgetbeheer. Bij de beoordeling van het vermogensbeheer gaat het om de vraag of de instelling het beschikbare kapitaal optimaal inzet voor het onderwijs (rechtmatigheidtoets). Bij de beoordeling van het budgetbeheer gaat het om de vraag wat de capaciteit is van de instelling om tegenvallers op korte of middellange termijn te vangen (continuïteit). Tegelijkertijd heeft de commissie Don vastgesteld dat beoordeling van de financiële positie van de onderwijsinstellingen een eerste stap is, op basis waarvan nog geen conclusies kunnen worden getrokken. Maatwerk is nodig, door specifieke omstandigheden en risico‟s van de instellingen in de beoordeling mee te wegen.
9.1 Financiële positie SSO NML Aan de hand van de beoordelingskader is de financiële positie van SSO NML in kaart gebracht. Onderstaand tabel bevat informatie m.b.t. de financiële positie van SSO NML, waarvoor de gegevens gebruikt zijn uit de jaarrekening 2008.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
60
1 Vermogensbeheer Kengetal
Berekening
a. Solvabiliteit 1
Eigen vermogen / Balanstotaal
b. Kapitalisatiefactor
(Balanstotaal -/G&T)/Totale Baten
Onder-
Boven-
grens
grens
20%
geen
2009
2008
Geen
55,03
55,53
35-60%
44,99
43,56
24,77
24,21
Signaleringswaarde voor de kapitalisatiefactor, rekening houdend met de grootte van uw instelling: c. Weerstandsvermogen
Eigen vermogen x 100% totale baten
2 Budgetbeheer a. Liquiditeit
b. Rentabiliteit
Current ratio: vlottende activa/vlottende passiva Exploitatieresultaat/ Totale baten
0,5
1,5
1,29
1,79
0%
5%
3,37
2,00
Deze ratio‟s geven per 31 december 2009 een gezond beeld. Alle ratio‟s waarvoor door het bestuur een streefwaarde is vastgesteld liggen ruimschoots boven de minimum streefwaarde.
Uit bovenstaand tabel heeft de Inspectie geen aanleiding gevonden voor een nader onderzoek. SSO NML blijft de verantwoordelijkheid hebben om de hoogte van de kengetallen te verantwoorden. Deze is per ratio in de volgende paragrafen opgenomen.
9.1.1 Solvabiliteit Ten aanzien van de solvabiliteit wordt geen bovengrens gesteld, wel biedt het de mogelijkheid voor ondernemen en investeringen. Uiteraard dit op basis van een geaccordeerde strategische planning. Bij de solvabiliteit gaat het erom in hoeverre een bevoegd gezag op lange termijn, ook in tijden van tegenspoed, aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit blijkt uit de verhouding tussen eigen vermogen en het totaal van de passiva. Absolute normen voor solvabiliteit zijn moeilijk te geven. Beoordeling van het eigen vermogen kan niet los worden gezien van de beoordeling van de hoogte van de voorzieningen. Immers, wanneer die niet toereikend zijn om de toekomstige verplichtingen te dekken, zal aanvulling vanuit het eigen vermogen moeten plaatsvinden. Leidend uitgangspunt voor de solvabiliteit is de risicoanalyse.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
61
9.1.2 Liquiditeit Bij liquiditeit gaat het erom of het bevoegd gezag in staat is om op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. Dit blijkt uit de verhouding tussen vlottende activa en de kortlopende schulden. Voor een goede liquiditeit moet dit getal minimaal boven de 1 liggen, omdat er geen andere activa zijn die op korte termijn in geld kunnen worden omgezet. Ten aanzien van de current ratio kan worden opgemerkt dat deze de norm ietwat overschrijdt, dit is te wijten aan een kort lopend deposito, deze vervalt in een belegging medio 2010. Hiermee komt de liquiditeit binnen de norm.
9.1.3 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van het risicomanagement voor het schoolbestuur. Door eliminatie van de bestemmingsreserves ontstaat een zuiver inzicht in het spaargedrag. Bekeken wordt in hoeverre de school zich een tekort kan permitteren in relatie tot de opgebouwde reserves. Het is van belang waartoe reserves worden aangehouden of bij negatieve stand - waardoor een negatieve stand wordt veroorzaakt. Te hoge reserves duiden op "spaargedrag", te lage reserves kunnen duiden op zorgeloos financieel management. Negatieve reserves kunnen consequenties hebben voor de continuïteit. De meerjarige trend als indicator is belangrijk. Het begrip weerstandsvermogen is als gevolg van het direct overnemen van de aanbevelingen van de commissie Don komen te vervallen. 9.1.4 Kapitalisatiefactor Een nieuwe ratio, die is ingevoerd door het Ministerie van OCW, overgenomen uit het advies van de werkgroep Vermogensbeheer o.l.v. Prof. Don, is de kapitalisatiefactor. Deze ratio geldt als indicator voor de financiële positie van een schoolbestuur. Een te hoge kapitalisatiefactor kan wijzen op „spaargedrag‟. Deze ratio komt in de plaats van het weerstandsvermogen. Een eerste analyse leert dat de kapitalisatiefactor van SSO NML boven de signaleringsgrens van 35% ligt, die Don had aangegeven voor een bestuur van deze omvang. De kapitalisatiefactor geeft
dan ook aanleiding tot onderbouwing van de
hoogte ten aanzien van de risico‟s. De toegenomen risico‟s
(ten opzicht van de risico
inventarisatie van 2008) als gevolg van bezuinigingen, onduidelijke bekostigingsystematiek, CAO verplichtingen en huidige opdracht vanuit huidige wet en regelgeving, geven afdoende extra onderbouwing van het vermogen.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
62
9.1.5 Rentabiliteit Als indicator is de rentabiliteit een waardevol trendgegeven. Te grote positieve verschillen roepen vragen op inzake het bestedingspatroon. Negatieve verschillen duiden op een te ruim financieel management, met mogelijke consequenties in de komende jaren. Met betrekking tot rentabiliteit is vanuit de begroting van SSONML een hele lage norm gesteld gelet op de rechtmatigheids, doelmatigheids en continuiteitsvraag. Echter de realiteit laat een overschrijding zien. Inmiddels hebben we via de planning en control cyclus twee maatregelen getroffen om adequaat tussentijds te reageren, het gaat dan om: 1. realloceren op stichtingsniveau gedurende het begrotingsjaar; 2. opstellen aangepaste begroting bij een afwijking > 5% begrote baten totaal .
Vanuit doelmatigheid en continuïteitoogpunt is het wenselijk om dit direct te koppelen aan strategische doelstellingen uit het meerjaren strategisch beleidplan. Immers het beleid is leidend.
9.2 Rapport commissie Don De commissie Don heeft op basis van het rapport „Financieel beleid van onderwijsinstellingen‟ diverse aanbevelingen uitgesproken. Een greep uit de aanbevelingen is als volgt: Alle instellingsbesturen zouden een meerjarige financiële planning moeten opstellen; Alle instellingsbesturen zouden een op de eigen omstandigheden toegesneden risicoanalyse moeten hebben; In verlengde van de vorige punten zou een liquiditeitsplanning zeer wenselijk zijn; De financiële deskundigheid op decentraal niveau dient verstrekt te worden; De kapitalisatiefactor wordt als nieuw kengetal geïntroduceerd; Het begrip weerstandsvermogen wordt niet meer gebruikt; De instellingen in PO en VO moeten beter gebruik maken van de mogelijkheden van vreemd vermogen. Op grond van deze aanbevelingen zijn de volgende activiteiten verricht om een doelmatiger financieel beleid te beheren:
9.2.1 Opstellen van een meerjarige financiële planning SSO NML is zich ervan bewust dat de integrale meerjarenbegroting een belangrijk instrument is voor een goede bedrijfsvoering. Inzicht in de toekomstige financiële huishouding is cruciaal voor de realisatie van de strategische doelstellingen en continuïteit. SSO NML stelt jaarlijks in samenwerking met het administratiekantoor een meerjarige financiële planning op. In de
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
63
integrale begroting wordt aan de hand van de prognosecijfers van het aantal leerlingen, de investeringsplannen van de scholen en het meerjaren onderhoudsplan van de gebouwen een liquiditeits- en exploitatieprognose voor de komende 4 jaren gemaakt. Echter de toekomstige ontwikkelingen maken het noodzakelijk om de meerjarenbegroting meer op te stellen vanuit een meerjaren strategisch beleid. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor SSO NML in 2010.
9.2.2 Opstellen van een risicoanalyse De omvang van het vermogen geeft een indicatie over de mate van de gezondheid van onze organisatie. Uitgaand hiervan vinden wij dat het totale vermogen altijd in het licht van de aanwezige risico‟s moet worden bezien Daarom is er in 2008 een risico inventarisatie uitgevoerd. Dit heeft geleid tot het alloceren van onze financiële reserves aan onze risico‟s. In de jaarrekening 2008 zijn deze voor het eerst als zodanig benoemd. Voor de jaarrekening 2009 wordt deze uitgebreid met een risico voor inventaris en apparatuur. Dit vanwege de door ESF verplichte eenmalige investeringen vanuit de ESF subsidies in inventaris en de inventaris die vanuit het verleden zonder activering zijn aangeschaft of overgenomen. Zowel het huidige als ook het toekomstige onderwijsprogramma, gelet op onze uitstroomprofielen, maakt dat inventaris en apparatuur een belangrijk onderdeel zijn. Zie voor verdere specificatie en allocatie reserves en risico‟s de jaarrekening. Ons overzicht van benoemde risico‟s en bijbehorende reserves volgen in zijn geheel de aanbeveling van de commissie Don.
9.2.3 Liquiditeitsplanning De liquiditeitsbegroting geeft uitsluitsel over de vraag op welke momenten er middelen nodig zijn dan wel middelen kunnen worden uitgezet. SSO NML heeft een liquiditeitsplanning gebaseerd
op
exploitatie-
en
investeringsbegroting.
Daarnaast
is
er
een
aparte
liquiditeitsplanning voor de bouwkredieten.
9.2.4 Financiële deskundigheid De financiële deskundigheid op toezichthoudend, bestuurlijk en operationeel niveau is op orde. 9.2.5 Treasurymanagement Ten aanzien van nieuwe beleggingen krijgen we te maken met de regeling beleggen en belenen 2010. Dit heeft te maken met de regeling uitzetting en derivatie (bijstelling wet Fido). Voor ons beleggingsbeleid betekent dit het goed in de gaten houden van de ratings en het verschuiven van het aandeel beleggingen in Amerikaanse banken naar Europese banken. Bij het vrijvallen van bestaande obligaties en het aangaan van nieuwe zijn deze aanbevelingen al
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
64
in 2009 gevolgd. Ten aanzien van de rendementen van de beleggingen zullen we het gemiddelde rendement van 5% in het komende kalenderjaar waarschijnlijk niet halen. Door het optimaliseren van de rekeningcourant in combinatie met een spaarrekening en een groter beleggingsvolume zullen we waarschijnlijk wel de huidige begroting kunnen handhaven voor het kalenderjaar 2010. Uitgangspunten Beleggingen dienen plaats te vinden binnen de regeling van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, t.w. de regeling “beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek”. In de regeling wordt verstaan onder: beleggen en belenen: het uitzetten van middelen die tijdelijk niet worden aangewend ten behoeve van de uitoefening van de wettelijke taak; risicomijdend beleggen en belenen: het behoud van de hoofdsom dient gegarandeerd te zijn door een financiële instelling. risicomijdend beleggingen: directe beleggingen in aandelen of daarvan afgeleide producten zijn niet toegestaan, tenzij de belegging over een hoofdsomgarantie van een financiële instelling beschikt.
Het beleggingsdoel is: Toekomstige bestedingsdoeleinden. Er wordt niet belegd met geleend geld. De beleggingsportefeuille is opgebouwd uit directe obligaties. De beleggingshorizon: minimaal 4 tot 8 jaar
De beleggingen vinden plaats conform het beleggingsprofiel Beperkt Risico (zeer defensief). Binnen dit profiel bedraagt de normweging voor aandelen 10%, voor vastrentende waarden luidt de norm 90%. SSONML streeft naar een beleggingsportefeuille met een zeer beperkt risico. De portefeuille bestaat voornamelijk uit vastrentende waarden en leent zich bij uitstek om een regelmatige inkomensstroom te genereren. Dit beleggingsprofiel vereist een minimale beleggingshorizon van 2 tot 5 jaar.
Treasuryplan 2009 De hoogte van de rekening courant wordt zoveel mogelijk afgestemd met de verplichtingen. In 2009 is zoveel mogelijk van het vrijgekomen geld belegd in termijndeposito‟s, omdat deze naast een hoog rendement ook een beperkt risico met zich meebrengen. In 2010 hebben we voor wat betreft de opbrengstoptimalisatie en renteontwikkelingen een aanvullende top bonus zakenrekening geopend.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
65
De waarde van de obligaties is in 2009 weer licht hersteld met een toename van de koers van € 24.000. Hieronder valt ook de koers van de perpetuele obligatie van ING, die in 2009 enigszins is hersteld met een koersstijging van € 13.000.
9.3 Toelichting financieel resultaat 2009
9.3.1 Algemeen Het nettoresultaat van € 723.000 in 2009 is veel hoger dan begroot en ook hoger dan het resultaat van 2008. In 2008 is een risicoanalyse gemaakt en de belangrijkste conclusie daarbij was dat het weerstandsvermogen op het gewenste niveau is. In 2009 is door het Ministerie van OCW een nieuw kengetal geïntroduceerd om de rijkdom van een bestuur te bepalen: de kapitalisatiefactor. Eind 2009 is deze factor 44,99 %, waar de signaleringsbovengrens van het ministerie 35% is voor een bestuur van de grootte van SSO NML. Aan de hand van een aangepaste risicoanalyse kan echter worden gekeken of een hogere kapitalisatiefactor niet nodig is om de extra risico‟s af te dekken.
Het bestuur streeft in de toekomst naar een rendement, dat past bij de bedrijfsvoering Om nu een rendement van ongeveer nihil te bereiken is het monitoren van de tussentijdse resultaten noodzakelijk. Er wordt gewerkt met kwartaalrapportages. Dit systeem is in de loop van de tijd steeds verder verfijnd. Toch blijven er verbeterpunten. Zo komen er na balansdatum nog een aantal aanpassingen, die het tussentijdse resultaat behoorlijk kunnen beïnvloeden. Dit betreft o.a. het boeken van de financiële resultaten en het monitoren van de dotaties aan de personele voorzieningen. Ook het begroten vooraf aan het kalenderjaar blijft lastig. In een dynamische en groeiende organisatie als deze blijft er een gat zitten tussen begroting en werkelijkheid. Vooral lastig te begroten zijn de inkomsten van LGF-gelden.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
66
9.3.2 Analyse werkelijk 2009 met begroting 2009 en werkelijk 2008
Realisatie 2009 t.o.v. de begroting 2009 De begroting 2009 gaf een positief nettoresultaat van
€
76.000
De werkelijkheid 2009 gaf een positief nettoresultaat van
€
723.000
een positieve afwijking van
-----------------€ 647.000
Deze afwijking wordt veroorzaakt door:
Baten: De totale baten (exclusief financiën) zijn € 2.326.000 hoger dan begroot. Dit komt deels doordat de Normatieve Rijksbijdragen OCW € 1.508.000 hoger zijn dan begroot. Dit kan enerzijds worden verklaard, door de tussentijdse groei van de Velddijk en anderzijds doordat het aantal LGF-gelden veel hoger was dan begroot. Daarnaast zijn er CAO-aanpassingen en was er een positieve aanpassing van de bekostiging
ivm de
Convenant Leerkracht. De niet-begrote baten van de Geoormerkte rijksbijdragen van € 38.000 komen bijna in zijn geheel door subsidie voor Doorontwikkeling PRO van ‟t Wildveld: € 32.000. De niet-begrote niet-geoormerkte subsidies OCW (€ 36.000 in 2009) komen ook ten bate van „t
Wildveld:
Praktijkgerichte
leeromgeving
€
11.000,
Kwaliteit
VO
€
11.000
en
Maatschappelijke stage: € 14.000. De stijging van de post Overige Instellingsbijdragen van € 112.000 komt bijna in zijn geheel op het conto van de gemeentelijke bijdragen: WAA-subsidie € 35.000 en gymzaalvergoeding: € 50.000 hoger dan begroot. De totale overige baten zijn per saldo € 706.000 hoger dan begroot. Oorzaak hiervan zijn de hogere Detacheringbaten ( € 113.000) o.a. bij de Velddijk (€ 45.000 hoger) en IDT (€ 50.000 hoger). De ouderbijdragen zijn € 50.000 hoger, en verder zijn er veel niet-begrote baten binnengekomen bij AB/IDT (€ 138.000) en bij ‟t Wildveld en de Velddijk samen: € 63.000. Een verdere specificatie staat op blz. 35/36 van het rapport inzake de jaarrekening. Ook de financiële baten zijn ongeveer conform begroting: € 17.000 meer dan begroot.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
67
Lasten: De totale lasten exclusief financieel zijn € 1.692.000 hoger dan begroot. Een belangrijke oorzaak hiervan zit hem in de personele lasten. Hier is een budgetoverschrijding van ruim € 1.284.000. Dit heeft de volgende oorzaken. Op lonen en salarissen is een overschrijding van € 849.000 door een niet-begrote CAO-verhoging en meer personeel door hogere leerlingenaantallen (zie ook baten). Ook op extern personeel is er ruim € 246.000 meer besteed dan begroot. Dit komt door een overschrijding op AB: € 50.000 (detachering Wijnberg) en vooral IDT: bijna € 100.000 (inhuur Olympia). Ook bij de Velddijk was de overschrijding groot: € 46.000 (detachering Peters en Op de Rails). De dotatie Spaarverlof was veel lager (€ 136.000), doordat deze foutief begroot was. De dotatie BAPO was veel hoger dan begroot: € 151.000, dit was tussentijds overigens wel duidelijk geworden, alleen niet aangepast in de begroting. Als laatste is de post: Overige personele lasten veel hoger dan begroot: € 166.000. Dit zit in een overschrijding op cursuskosten: € 61.000, op BGZ € 54.000 en op de personele restpost Overig met € 42.000. De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot: € 58.000. Dit komt omdat een groot deel van het investeringsplannen van 2009 in voornamelijk Inventaris en apparatuur niet zijn gerealiseerd. De totale huisvestingslasten zijn € 191.000 hoger dan begroot. Een belangrijke oorzaak zit hem in de post Klein onderhoud: € 62.000. Deze wordt voor een groot deel: € 45.000 veroorzaakt door verbouwingskosten bij de Velddijk, die niet door de gemeente zijn vergoed en niet konden worden geactiveerd. De post Energie en water was bijna € 65.000 hoger dan begroot (de Velddijk € 50.000 boven begroting en de Ulingshof: € 20.000) en ook de huurkosten kwamen € 33.000 boven de begroting uit. Deze overschrijding houdt voornamelijk verband met de herhuisvesting van de Velddijk (€ 27.000). De totale overige instellingslasten zijn € 275.000 hoger dan begroot. Daarbij spelen de volgende posten een grote rol. De leermiddelen zijn € 115.000 hoger dan begroot. Het grootste deel van deze overschrijding zit hem bij de Velddijk: € 82.000. Ook de post: Overige administratie en beheer is veel hoger dan begroot:€ 85.000. Dit zit voornamelijk in de overschrijding van deskundigenadvies bij het bestuur van € 63.000.
De financiële baten en lasten zijn conform begroting.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
68
Realisatie 2009 t.o.v. de realisatie 2008
De werkelijkheid 2009 gaf een positief nettoresultaat van
€
723.000
De werkelijkheid 2008 gaf een positief nettoresultaat van
€
379.000
----------------een positieve afwijking van
€
344.000
Deze afwijking wordt veroorzaakt door: Baten: De totale baten (exclusief financieel) in 2009 zijn € 2.465.000 hoger dan in 2008. Dit komt voornamelijk doordat de Rijksbijdragen OCW € 1.957.000 hoger zijn dan in 2008. Zowel de personele als de materiële baten zijn toegenomen, doordat de leerlingenaantallen flink zijn gestegen: van 982 per 1-10-2007 en 1030 per 1-10-2008 naar 1096 per 1-10-2009. Verder is er een enorme groei van LGF-gelden door een groot aantal zgn. rugzakleerlingen: van 460 per 1-10-2007 tot 564 per 1-10-2008 en 573 per 1-10-2009. De niet-geoormerkte subsidies zijn in 2009 € 36.000 hoger dan in 2008. Deze komen, zoals eerder vermeld, ten bate van ‟t Wildveld. De overige baten zijn ruim € 488.000 hoger dan in 2008. € 113.000 door hogere detacheringbaten en een hogere vergoeding voor salariskosten: € 100.000 o.a. door veel hogere baten van REC-direct: € 212.000 tegenover minder inkomsten vanuit het talentencampus (€ 97.000). Verder waren er de opbrengsten van de Ambulante Dienst en IDT: € 138.000 en de inkomsten rondom Passend Onderwijs: € 68.000. De financiële baten zijn iets hoger dan in 2008: € 30.000. Lasten: De totale lasten zijn in 2009 € 2.266.000 hoger dan in 2008. Een belangrijke oorzaak hiervan zit hem in de personele lasten. Een toename in 2009 van ruim € 1.812.000. Op lonen en salarissen is een toename van € 1.777.000 t.o.v. het jaar ervoor (voor een verklaring zie hierboven). De dotatie voorziening BAPO is met € 42.000 gestegen t.o..v. 2008 Ook de Overige personele lasten zijn sterk gestegen: € 160.000, vooral door hogere cursuskosten (€ 50.000), hogere Arbokosten (€ 37.000) en hogere restpost Overige personele lasten (€ 36.000). De post uitzendkrachten, declaranten is daarentegen met € 140.000 gedaald t.o.v. het jaar ervoor.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
69
De afschrijvingskosten zijn in 2009 met € 18.000 gestegen door investeringen in inventaris en apparatuur. De totale huisvestingslasten zijn in 2009 € 35.000 hoger dan in 2008. Dit komt door hogere huurkosten: € 76.000, voornamelijk bij de Velddijk: (€ 39.000 stijging). Daarentegen is voor onderhoud veel minder uitgegeven dan in 2008: € 55.000. Dat kwam toen door hoge verbouwingsuitgaven bij „t Ulingshof. Ook de dotatie Groot onderhoud was in 2009 lager dan in 2008: € 33.000, doordat uitgegaan is van een nieuwe meerjarenonderhoudsplanning (MOP).. Op alle overige posten is de begroting enigszins overschreden, hetgeen de toename van de totale huisvestingslasten verklaart. De totale overige lasten zijn € 401.000 hoger dan in 2008. Dit heeft de volgende oorzaken. De verzamelpost Overige administratie en beheer is met € 203.000 gestegen in 2009. Dit komt door veel hogere uitgaven aan deskundigenadvies: (€ 119.000) en een hogere bijdrage aan het Onderwijsbureau: € 63.000. Ook de post: Overige inventaris, apparatuur en leermiddelen is sterk gestegen: € 50.000 door een hogere post: Overige ICT (Connect data): € 49.000. De verzamelpost Overige instellingslasten is gestegen met € 129.000. Dit komt voornamelijk door materiële kosten van de ESF-projecten: € 106.000. De financiële lasten zijn € 123.000 lager dan het jaar ervoor. Dit wordt verklaard doordat de grote afboeking van de effectenportefeuille in 2008, waar in 2009 een kleine stijging van de waarde plaatsvond.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
70
9.4 Begroting 2010 Hieronder staat de geconsolideerde en verdichte begroting voor 2010. Het begrote resultaat van 2010 is licht hoger dan het begrote resultaat van 2009.
Bestuursverslag 2009 Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg
71