Algemeen verslag 2013
1
2
Inhoud 1.
Inleiding .................................................................................... 7
2.
Beleidsontwikkelingen ................................................................... 8
3.
Ontwikkelingen bij het Agentschap .................................................. 14
4.
Eurosur ................................................................................... 20
5.
Capaciteitsopbouw ..................................................................... 22
6.
Transparantie en toegang tot informatie ........................................... 32
7.
Grondrechten ........................................................................... 34
8.
Interne communicatie, ethiek en integriteit ....................................... 36
9.
Samenvatting van begroting en personeelszaken in 2013 ........................ 37
10. Bijlagen .................................................................................. 41 Bijlage A — Leden van de raad van bestuur .............................................. 41 Bijlage B — Overzicht van de door de raad van bestuur genomen besluiten in 201344 Bijlage C — Situatie aan de buitengrenzen in 2013 ..................................... 46 Bijlage D — Overzicht van gezamenlijke operationele activiteiten in 2013 ......... 49 Bijlage E — Vergelijkende analyse van gezamenlijke operationele activiteiten .... 60 Bijlage F — Overzicht van de belangrijkste onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten63 Bijlage G — Voortgangsverslag over de grondrechten .................................. 65 Bijlage H — Jaarverslag over de toegang tot documenten ............................. 69 Bijlage I — Kredieten 2013 .................................................................. 70 Bijlage J – Uitsplitsing personeelsbestand naar eenheid per 31 december 2013 ... 71 Bijlage K – Specificatie tijdelijke functionarissen per 31 december 2013 ........... 73 In het Algemeen Verslag 2013 gebruikte afkortingen .................................. 74
3
Voorwoord van de voorzitter van de raad van bestuur In 2013 werden de grenspolitiewerkzaamheden aan de buitengrenzen van de Europese Unie (EU) grotendeels gekenmerkt door de precaire situatie van vluchtelingen uit Syrië en het toenemende aantal personen dat via het zuidelijke Middellandse Zeegebied de EU binnenkwam. Dit confronteerde de Europese Unie met een aantal problemen, vooral na het tragische incident bij Lampedusa, die niet het hoofd kunnen worden geboden met grenspolitiewerk alleen. Eurosur, het Europees grensbewakingssysteem waarvan de tenuitvoerlegging in 2013 met succes is gestart, moet een operationele bijdrage aan de grensbewaking gaan leveren. De snelle uitwisseling van informatie en het gebruik van aanvullende detectietechnologie zullen naar verwachting de operationele capaciteiten van de EU-lidstaten en hun effectiviteit vergroten. Met Eurosur kunnen de bevoegde autoriteiten en Frontex hun situationele kennis verbeteren en zoek- en reddingsacties op zee kunnen ondersteunen. In 2013 werden in door het Agentschap gecoördineerde bewakingsoperaties langs de zeegrenzen meer dan 37 000 personen gered. Men mag echter niet vergeten dat de grensautoriteiten en het EU-agentschap Frontex slechts over beperkte mogelijkheden beschikken om nieuwe tragedies te voorkomen. Dat neemt niet weg dat alle beschikbare middelen moeten worden gebruikt om de risico's verder terug te dringen. Personen die bescherming nodig hebben kunnen alleen worden geïdentificeerd en een ordentelijke toelatingsprocedure doorlopen als de buitengrenzen van de EU intensief worden bewaakt. Hetzelfde geldt voor de bestrijding van mensensmokkel als een complexe, internationale, gewetenloze en georganiseerde activiteit. Om de situatie van vluchtelingen duurzaam te verbeteren en alle aspecten van grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden, moeten we onze samenwerking op het gebied van illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit opvoeren en coördineren met de betrokken landen van herkomst en doorreis. De grenspolitieautoriteiten van de lidstaten en het Agentschap verlenen met hun deskundigheid bijstand aan derde landen voor het opbouwen van capaciteit. Op dit gebied moeten extra inspanningen worden geleverd om de beschikbare middelen zo goed mogelijk te gebruiken. In 2013 is een externe audit geïnitieerd om de toepassing van de in 2011 gewijzigde Frontexverordening te evalueren, de efficiëntie van het Agentschap te onderzoeken en de toegevoegde waarde en werkpraktijken van het Agentschap te beoordelen. In de audit wordt ook geprobeerd vast te stellen in hoeverre bij de toepassing van de verordening het Handvest van de grondrechten wordt gerespecteerd. De audit gaat gepaard met een onafhankelijk onderzoek door de Europese Commissie. De resultaten hiervan zullen naar verwachting later in 2014 worden gepresenteerd. In het eerste jaar na de oprichting van het Adviesforum voor de grondrechten en de aanstelling van de grondrechtenfunctionaris bij Frontex heeft er een intensieve uitwisseling tussen de betrokken partijen plaatsgevonden. De raadpleging heeft geleid tot constructieve aanbevelingen over de wijze waarop het Agentschap zijn taken zou kunnen uitvoeren, waarvan enkele reeds ten uitvoer zijn gelegd. Los van de monitoringfunctie van de grondrechtenfunctionaris is een bindende gedragscode opgesteld voor door Frontex gecoördineerde terugkeeroperaties en zijn opleidingsmaatregelen inzake de grondrechten
4
ontwikkeld. Beide instellingen bevestigen dat bij alle door Frontex gecoördineerde maatregelen de grondrechten volledig in acht worden genomen. De betrokkenheid van het Agentschap en de daaruit resulterende aanwezigheid van EU-gastfunctionarissen zorgen er beide voor dat deze waarden worden nageleefd en geëerbiedigd. De flexibele bijstand aan de grensbewaking van EU-lidstaten die onder hoge druk staan is een duidelijk signaal van Europese solidariteit en een essentieel onderdeel van het Europees grensbeheer. Ik wil in het bijzonder mijn dank uitspreken aan de leden van de raad van bestuur van Frontex, die mij altijd op constructieve wijze hebben gesteund. Voorts gaat mijn dank uit naar alle werknemers van het Agentschap. Met hun enorme toewijding en deskundigheid hebben zij ons geholpen om de zware opgaven van afgelopen jaar het hoofd te bieden. Opnieuw hebben ze een waardevolle bijdrage geleverd aan de bescherming van de Europese buitengrenzen. Ilkka Laitinen, de eerste uitvoerend directeur van Frontex, heeft onlangs zijn ambtstermijn afgesloten. Terugkijkend op negen veelbewogen en succesvolle jaren kan worden gesteld dat hij, sinds de oprichting ervan, substantieel heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van Frontex. Hij is erin geslaagd om Frontex zodanig vorm te geven dat het Agentschap een onmisbaar element van de Europese beveiligingsarchitectuur is geworden. Namens de raad van bestuur wil ik mijn dank en waardering uitspreken voor alles wat hij heeft bereikt. Ralf Göbel voorzitter van de raad van bestuur
5
Voorwoord van de uitvoerend directeur Na een jaar van financieel de broekriem aanhalen en rationalisatie van de prioriteiten van het Agentschap heeft 2013 de noodzaak van flexibiliteit aangetoond. Omdat de periode van consolidatie en nulgroei ook na 2012 voortduurde, heeft de fluïde aard van grenswachtactiviteiten zich opnieuw doen gelden en de noodzaak van gerichte reacties naar voren gebracht. De verschuiving in de routes van de georganiseerde illegale migratie, de veranderende aard van gemengde stromen, nieuwe taken en verantwoordelijkheden voor het Agentschap en natuurlijk onvoorzienbare gebeurtenissen hebben allemaal bijgedragen aan een jaar dat een gemengd beeld heeft opgeleverd. De oorlog in Syrië bleef zijn schaduw werpen over het Midden-Oosten, buur- en partnerlanden en de EU zelf. Het probleem van de toegenomen stromen, vaak van mensen in nood, vereist een gezamenlijke ondersteuning van lidstaten die met ongebruikelijke grenssituaties worden geconfronteerd. Bulgarije, een van de actieve lidstaten bij gezamenlijke operaties, ontving snel versterking. De versterking en hertoewijzing van een deel van de hulpmiddelen van de gezamenlijke operatie Poseidon Land was een voorbeeld van actieve Europese solidariteit. Ook Hongarije, Griekenland en Italië kregen te maken met buitengewone situaties en ontvingen ondersteuning van Frontex. Het jaar werd ook getekend door catastrofes. Niet in het minst de ramp bij de kust van Lampedusa, die meer dan 360 mensen het leven kostte en de wrede werkelijkheid van migratie over zee de huiskamers van de Europese burgers binnenbracht. De daaropvolgende reactie van de bevolking en van de Commissie wezen eens te meer op de noodzaak van aanpassing aan de omstandigheden en een snelle respons. Frontex steunde en adviseerde de Taskforce Middellandse Zeegebied, initieerde veranderingen in de bestaande zeeoperaties en maakte een begin met de verfijning en versterking van het Europees patrouillenetwerk om de patrouilles op de Middellandse Zee te verbeteren. Ook verder weg van de grens bleef Frontex zich inzetten voor voortdurende verbetering. De belangrijkste verandering was in dit verband Eurosur. De eerste fase van dit zeer geavanceerde informatie-uitwisselingsplatform, dat Frontex in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld, werd volledig operationeel en het platform zal het komende jaar in heel Europa worden uitgerold. De grotere verantwoordelijkheden van het Agentschap op het gebied van Schengenevaluaties en zijn betrokkenheid bij belangrijke processen als het gemeenschappelijk Europees asielstelsel vereisten beide de inzet van deskundigheid en gerichte aandacht. Ook voor de herziening van de regels voor maritieme operaties, het ophanden zijnde 'slimme grenzen'-pakket en de werkzaamheden in verband met de toekomstige JBZ-ruimte was input van deskundigen en de inzet van specialisten nodig. Afgezien van de grenzen en het beheer daarvan, ontwikkelde Frontex zijn relaties met internationale organisaties en het maatschappelijk middenveld, niet in de laatste plaats via het Adviesforum voor de grondrechten. Deze bundeling van mensenrechtenadviseurs sloot zijn eerste volledige jaar af, net als de grondrechtenfunctionaris van Frontex. Op dit cruciale terrein werden nieuwe mijlpalen bereikt en nieuwe doelen gesteld, terwijl Frontex hard werkte aan de vervulling van zijn nieuwe, uitdagende verplichtingen en taken. Ilkka Laitinen uitvoerend directeur
6
1. Inleiding Taakomschrijving Frontex ondersteunt, coördineert en ontwikkelt Europees grensbeheer in overeenstemming met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Frontex ondersteunt de lidstaten1 om een doelmatig, hoog en uniform niveau van grenscontrole te bereiken. Frontex coördineert operationele en EU-maatregelen ten behoeve van een gezamenlijke respons op uitzonderlijke situaties aan de buitengrenzen. Frontex ontwikkelt capaciteit op het niveau van de lidstaten en op Europees niveau, zodat de problemen met migratiestromen, ernstige georganiseerde criminaliteit en terrorisme aan de buitengrenzen met vereende krachten kunnen worden aangepakt. Het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex) is opgericht bij Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad. Visie Frontex is het betrouwbare Europese grensagentschap dat de Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en recht versterkt door de lidstaten te ondersteunen bij het nakomen van hun verantwoordelijkheden. Frontex past het concept van geïntegreerd grensbeheer toe en bevordert een Europese grensbewakingscultuur die is gebaseerd op volledige eerbiediging van de grondrechten van de EU. Dankzij zijn professionele medewerkers en zijn operationele en administratieve capaciteiten is Frontex in staat waarde toe te voegen aan de Europese Unie. Waarden Binnen een op teamwerk en open communicatie gericht kader onderschrijven de medewerkers van Frontex de waarden van de organisatie en brengen deze in de praktijk. De medewerkers van Frontex voeren hun werkzaamheden dan ook op zeer professionele wijze uit. De waarde 'menselijkheid' koppelt de activiteiten van Frontex aan de bevordering en eerbiediging van de grondrechten als een onvoorwaardelijk en integraal onderdeel van effectief geïntegreerd grensbeheer. Dit leidt tot vertrouwen in Frontex. Doel van het verslag In het Algemeen Verslag 2013 van Frontex wordt het werkprogramma 2013 als referentiekader genomen, maar dat betekent niet dat van alle doelstellingen tot in detail zal worden bekeken in hoeverre deze zijn verwezenlijkt. De lezer krijgt een breed overzicht van de werkzaamheden die in 2013 zijn verricht, waarbij speciale aandacht zal worden besteed aan een aantal operationele activiteiten en successen. Deze informatie wordt aangevuld met algemene financiële informatie en bijlagen met een overzicht van uiteenlopende activiteiten, vergelijkende analyses van gezamenlijke operaties en gegevens over de begroting en het personeelsbestand. Om alles in de juiste context te plaatsen, wordt sommige informatie in een aantal hoofdstukken herhaald. De opzet van het Algemeen verslag 2013 wijkt enigszins af van die van voorgaande verslagen. Het onderdeel "De situatie aan de buitengrenzen" is nu in de bijlagen opgenomen, er is een nieuw onderdeel over "Eurosur" en net als vorig jaar zijn er onderdelen over de grondrechten en de toegang van het publiek tot documenten. Voorts worden in over het hele verslag verspreide tekstvakken resultaten van Frontex gepresenteerd.
1
Met de term ‘lidstaat’ wordt verwezen naar de lidstaten van de Europese Unie en de met Schengen geassocieerde landen.
7
2. Beleidsontwikkelingen Het jaar 2013 was wat betreft de politieke en juridische ontwikkelingen die ook Frontex aangingen een bewogen jaar. De Europese Commissie presenteerde nieuwe voorstellen en bepaalde wetgevingsdossiers werden goedgekeurd, terwijl over andere dossiers in 2014 verder moet worden onderhandeld. De aandacht voor de activiteiten van Frontex en migratievraagstukken in het algemeen nam toe. Een van de redenen hiervoor was een tragische gebeurtenis bij de kust van het Italiaanse eiland Lampedusa, waar 364 migranten verdronken in hun poging om EU-grondgebied te bereiken. Dit resulteerde in een hogere druk om wetgeving vast te stellen die dergelijke rampen moet voorkomen of beperken. De onmiddellijke beleidsreactie kwam na de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) van 7-8 oktober 2013, die de Taskforce Middellandse Zeegebied (TFM) instelde om oplossingen te ontwikkelen en voor te stellen. Op 4 december 2013 publiceerde de Europese Commissie een mededeling waarin zij verschillende directe en praktische oplossingen voorstelde ter aanvulling van de lopende activiteiten in het Middellandse Zeegebied. In de mededeling werden vijf hoofdgebieden voor actie aangewezen: 1) maatregelen in samenwerking met derde landen, 2) regionale bescherming, hervestiging en versterkte legale kanalen naar Europa, 3) versterking van de bestrijding van mensenhandel, mensensmokkel en georganiseerde criminaliteit, 4) versterkte grensbewaking om tot een nauwkeuriger maritiem situatiebeeld te komen en migranten die de Middellandse Zee oversteken beter te beschermen en te redden, en, tot slot, 5) ondersteuning van en solidariteit met lidstaten met een hoge migratiedruk. De aanbevelingen van de taskforce werden in december verwelkomd door de Europese Raad. Eurosur De belangrijkste beleidsontwikkeling met betrekking tot Frontex in 2013 was de vaststelling van de Verordening tot instelling van het Europees grensbewakingssysteem (Eurosur) (Verordening (EU) nr. 1052/2013) en de inwerkingtreding daarvan op 2 december, waardoor een wettelijk kader is geschapen voor een systeem dat de lidstaten moet ondersteunen bij de bewaking van en hun situationele kennis met betrekking tot de buitengrenzen van de EU. De Eurosur-verordening creëert een gemeenschappelijk kader voor autoriteiten van de lidstaten om informatie met elkaar en met Frontex uit te wisselen om de situationele kennis ten aanzien van de buitengrenzen van de lidstaten te verbeteren en hun reactievermogen op het gebied van grenscontrole en de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit te versterken. Regels voor maritieme bewaking Een ander wetgevingsdossier waarin in 2013 aanzienlijke vooruitgang werd geboekt was het nieuwe voorstel voor een verordening tot vaststelling van regels voor de bewaking van de zeebuitengrenzen in het kader van de operationele samenwerking gecoördineerd door Frontex. Over dit voorstel werd het hele jaar onderhandeld in de desbetreffende commissies van het Europees Parlement en werkgroepen van de Raad. Deze verordening moet Besluit 2010/252/EU van de Raad vervangen, dat in september 2012 nietig is verklaard door het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat concludeerde dat de regels moesten worden beoordeeld en goedgekeurd door het Europees Parlement. De Raad en het Parlement hebben beide ingestemd met versies, maar zijn het onderling niet helemaal eens. De besprekingen zullen worden voortgezet tijdens vergaderingen tussen de Raad en het Europees Parlement met als doel om tegen eind april 2014 een compromis en overeenstemming te bereiken. Het doel van de nieuwe verordening is om de verwarring over uiteenlopende nationale interpretaties van internationale regels voor maritieme bewaking weg te nemen door één enkele reeks duidelijk geformuleerde regels vast te stellen die tijdens alle door Frontex gecoördineerde gezamenlijke operaties moeten worden gevolgd.
8
De nieuwe regels — die in 2014 moeten worden vastgesteld — zullen het beginsel van ‘nonrefoulement’ (niet-uitzetting) naar verwachting versterken en tegelijkertijd de wettelijke verplichting om zoek- en reddingsactiviteiten te verrichten onderstrepen. Ook zullen de nieuwe regels niet-verplichte regels vervangen door wettelijk bindende regels waarin duidelijke verantwoordelijkheden en verplichtingen worden vastgelegd. Aan het Europees Parlement zal jaarlijks een verslag over de naleving van deze verantwoordelijkheden en verplichtingen worden toegezonden. 'Slimme grenzen'-pakket Op 28 februari heeft de Europese Commissie een slimmegrenzenpakket gepresenteerd, waarmee wordt beoogd nieuwe technologieën in te zetten voor het versnellen en vereenvoudigen, maar ook het versterken, van grenscontroles van personen die de buitengrenzen van de EU overschrijden. Dit pakket bestaat feitelijk uit twee afzonderlijke wetgevingsvoorstellen die door de Commissie tegelijk zijn ingediend. Het eerste voorstel, voor het programma voor geregistreerde reizigers, maakt het voor reizigers die geen EU-burgers zijn mogelijk om lange rijen voor de paspoortcontrole bij binnenkomst te vermijden. Daarnaast omvat het pakket een voorstel voor een inreis-uitreissysteem. In deze potentiële gegevensbank zullen de datum en de plaats van inreis en uitreis van onderdanen van derde landen die naar de EU reizen worden geregistreerd. Dit systeem zal ook het huidige handmatige systeem van het stempelen van paspoorten om de duur van het toegelaten verblijf van een persoon te berekenen vervangen door een eenvoudiger elektronisch systeem. De gegevens worden vervolgens ter beschikking gesteld van grenscontrole- en immigratieautoriteiten. Het verklaarde doel van het slimmegrenzenpakket is om een opener en veiliger Europa te creëren op basis van de meest geavanceerde technologieën. De voortgang in de behandeling van het pakket beperkte zich tot studies van de Europese Commissie en een studie van het Europees Parlement. Omdat het Parlement en de Raad er niet slaagden de voorstellen vóór het eind van het jaar met elkaar te bespreken, zullen deze besprekingen vermoedelijk niet eerder plaatsvinden dan na de verkiezingen voor het Europees Parlement van mei 2014. Vaststelling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, tweede fase Sinds 1999 werkt de EU aan de instelling van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel en aan de verbetering van het bestaande wettelijke kader. In 2013 werd de tweede fase van de vaststelling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel voltooid. Medio 2013 hechtte het Europees Parlement zijn goedkeuring aan de herziene regels van het asielpakket — een reeks verordeningen en richtlijnen gericht op verbetering van het bestaande wettelijke kader. Het kader omvat nu herzieningen van de richtlijn asielprocedure 2 , de richtlijn opvangvoorwaarden3, de erkenningsrichtlijn4, de herziene Dublin-verordening 5 en de nieuwe herziene Eurodac-verordening6. De nieuwe wetgeving heeft als doel de regels voor de opvang van asielzoekers in de EU te verduidelijken en te standaardiseren. De voltooiing van dit wettelijke kader is een belangrijk resultaat, waar meer dan tien jaar over is onderhandeld. Visawaarborgingsclausule In 2013 werd ook een belangrijke wijzigingsverordening inzake de EU-visumwetgeving vastgesteld. Een verordening van de Raad 7 met lijsten van de derde landen waarvan de 2 Richtlijn 2005/85/EG van de Raad betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus. 3 Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (herschikking). 4 Richtlijn 2004/83/EG van de Raad inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming. 5 Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend. 6 Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad betreffende de instelling van “Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin. 7 Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld.
9
onderdanen bij de overschrijding van de buitengrenzen in bezit moeten zijn van een visum en van de derde landen waarvan de onderdanen zijn vrijgesteld van deze vereiste (PE-COS 65/13), werd gewijzigd om de tijdelijke herinvoering van de visumplicht in specifieke omstandigheden mogelijk te maken. Hierdoor kan een lidstaat in de toekomst, als deze gedurende zes maanden wordt geconfronteerd met “een of meer welomschreven omstandigheden in verband met onderdanen van een derde land die tot een noodsituatie leiden die de lidstaat niet zelfstandig kan corrigeren,” de Commissie verzoeken de visumvrijstelling voor de onderdanen van dat land gedurende korte tijd op te schorten. Deze bepaling werd echter duidelijk omschreven als een tijdelijke maatregel die alleen in laatste instantie toepasbaar is. Schengenevaluatiemechanisme Het herziene Schengenevaluatiemechanisme is gebaseerd op nieuwe wetgeving 8 die eind 2013 werd goedgekeurd. Deze wetgeving voorziet, voor het eerst, in een rol voor EU-agentschappen en in het bijzonder voor Frontex. De EU-wetgever heeft daarmee erkend hoe de deskundigheid en informatie waarover het Agentschap beschikt kan bijdragen tot een doelmatigere tenuitvoerlegging van het acquis van Schengen. Frontex moet jaarlijks twee risicoanalyses verstrekken: een aan de Europese Commissie en de lidstaten met de prioriteiten voor de evaluatie in het volgende jaar, en een aan de Europese Commissie met alleen de prioriteiten voor de tenuitvoerlegging van onaangekondigde bezoeken (Frontex-deskundigen kunnen ook deelnemen aan de evaluatiebezoeken). Ook zal het Agentschap de opleiding in het verrichten van Schengenevaluaties blijven verbeteren. Voornaamste ontwikkelingen in de EU-beleidscyclus In 2013 is een nieuwe EU-beleidscyclus voor de bestrijding van ernstige en georganiseerde criminaliteit van start gegaan. De vorige cyclus — het volledige proces vanaf de vaststelling van prioriteiten tot en met de tenuitvoerlegging van nieuwe actieplannen — was vastgesteld door de Raad van 9-10 juni 2011. Omdat 2013 het laatste jaar van deze eerste beleidscyclus was, zal in de jaren 2014-2017 een nieuwe, vierjarige, cyclus met herziene prioriteiten ten uitvoer worden gelegd. Dit vierjarenplan voor de EU-brede bestrijding van ernstige en georganiseerde criminaliteit is in essentie gebaseerd op de EU-dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit (Socta)9 van Europol, op basis waarvan de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) op 6 en 7 juni negen prioriteiten heeft vastgesteld, waaronder verstoring van georganiseerde criminele groepen die betrokken zijn bij mensensmokkel, mensenhandel, drugshandel en/of de productie en verspreiding van vervalsingen. Elk prioriteitsgebied wordt aangepakt met behulp van een afzonderlijk operationeel actieplan. Om deze doelstellingen te verwezenlijken moet de EU-beleidscyclus volledige operationele ondersteuning krijgen van EU-instellingen en -organen en JBZ-agentschappen, evenals van de lidstaten en hun respectieve nationale organisaties. De toekomst van de JBZ-ruimte Vanuit een breder EU-beleidsperspectief is ook een begin gemaakt met de besprekingen over de toekomstige richting van het beleid op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) van de lidstaten van de Europese Unie. Deze gesprekken worden gevoerd met het oog op de naderende afsluiting van het programma van Stockholm, dat de periode 2010-2014 beslaat. In het bestaande programma ligt de nadruk op het vinden van gemeenschappelijke benaderingen en oplossingen van EU-migratievraagstukken. De onderhandelingen over de centrale aandachtspunten van het volgende vijfjarenplan, waarvan de looptijd samenvalt met het mandaat van de leden van het Europees Parlement en de Commissie, zullen in 2014 worden Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het Besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie. 9 De EU-dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit (Socta) is het product van systematische analyse van rechtshandhavingsinformatie over criminele activiteiten en groepen waarvan de EU effecten ondervindt. Elke vier jaar wordt een nieuw verslag gepubliceerd, dat na twee jaar wordt bijgewerkt. 8
10
voortgezet en zijn van groot belang voor Frontex en het voor Frontex relevante beleid voor de komende vijf jaar. Eén aspect van de toekomst van de JBZ-ruimte dat verband houdt met grensbeheer en migratie en dat van essentieel belang is voor Frontex, is de mogelijke ontwikkeling van een Europees systeem van grenswachten. Om de discussies hierover tussen grenswachten te bevorderen, heeft Frontex op 28 en 29 oktober in Warschau een conferentie over het onderwerp georganiseerd, waar alle JBZ-agentschappen, de Europese Commissie, het voorzitterschap van de Raad, het Europees Parlement en de academische wereld waren vertegenwoordigd. De conferentie had ten doel het vaststellen van toekomstige samenwerkings- en coördinatiebehoeften van nationale grensbeheersystemen op het gebied van operationele activiteiten, capaciteiten en samenwerking tussen agentschappen, en van de rol die Frontex mogelijk kan spelen bij het tegemoetkomen aan deze behoeften. Samenwerking met derde landen, EU-agentschappen en internationale organisaties In 2013 werden de partnerschappen en samenwerking met bevoegde autoriteiten van derde landen versterkt. Bovendien werd de gestructureerde samenwerking in april 2013 uitgebreid door een werkregeling te treffen met de Staatsgrensdienst van de Republiek Azerbeidzjan. Frontex slaagde er steeds beter in duurzame partnerschappen buiten de buitengrenzen van de EU te sluiten. Tastbare resultaten werden bereikt op het gebied van informatie-uitwisseling, opleiding, gezamenlijke operationele activiteiten en onderzoek en ontwikkeling. Bij de tenuitvoerlegging van het memorandum van overeenstemming met het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Turkije werden verdere stappen gezet. Met betrekking tot een reeks activiteiten, voornamelijk op de gebieden risicoanalyse, informatie-uitwisseling, opleiding en gezamenlijke operaties, werd samen met de Turkse autoriteiten vooruitgang geboekt. De samenwerking op het gebied van risicoanalyse op regionaal niveau tussen Frontex en partners van derde landen werd verder geconsolideerd, met name in het kader van het netwerk van de westelijke Balkan inzake risicoanalyse (WB-RAN). Volgend op de politieke ontwikkelingen in de regio en het resultaat van de raadplegingen die in de loop van het jaar hebben plaatsgevonden, heeft Frontex contacten aangeknoopt met de grenspolitie van Kosovo 10 om het WB-RAN uit te breiden en de analytische activiteiten ten aanzien van het migratieverschijnsel in de regio te verbeteren. De Inlichtingengemeenschap Afrika-Frontex (AFIC) werd verder uitgebreid — Kameroen, de Democratische Republiek Congo en Mauritanië traden toe als lid, en Libië nam deel aan een conferentie — en consolideerde haar rol als een uniek platform voor ontwikkeling en gezamenlijke analyse tussen Afrikaanse en EU-deskundigen. In 2013 werd het tweede analyseverslag van de AFIC gepubliceerd. Met betrekking tot de westelijke Balkan bleef Frontex op verzoek van de Europese Commissie een rol spelen in het monitoringmechanisme van de EU na visumliberalisering door het uitvoeren van risicoanalyseactiviteiten. De contacten op het gebied van terugkeer met enkele belangrijke derde landen, waaronder Nigeria, werden onderhouden. Met dit land werden Beste praktijken voor de organisatie van gezamenlijke terugkeeroperaties met bestemming Nigeria overeengekomen met het oog op de harmonisering van procedures voor een doeltreffend beheer van terugkeeroperaties, die werden geformaliseerd door de ondertekening van een bevestigende verklaring in december 2013, waarmee de samenwerking van Nigeria met Frontex verder werd versterkt. Bijzondere en voortdurende aandacht werd besteed aan derde landen rond de Middellandse Zee, met name gezien de humanitaire aspecten van illegale migratie via maritieme routes. Frontex nam deel aan door de Europese Commissie geleide initiatieven in het kader van de EU-dialoog over migratie, mobiliteit en veiligheid met Tunesië en Marokko. Daarbij legde en onderhield Frontex niet alleen contacten met de bevoegde autoriteiten van deze landen, Deze benaming laat standpunten over de status van Kosovo onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244/99 van de VNVeiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo. 10
11
maar werden ook mogelijkheden onderzocht om op basis van de toepasselijke door de raad van bestuur van Frontex vastgestelde mandaten officiële onderhandelingen te beginnen met het oog op de sluiting van werkregelingen. Voorts leverde Frontex een bijdrage aan de door de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) ondernomen en gecoördineerde voorbereidende werkzaamheden voor een civiele missie uit hoofde van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) naar Libië ter versterking van de grensbeveiliging van dat land. In dit verband nam het Agentschap deel aan een door de EDEO en de CPCC (civiele plannings- en uitvoeringscapaciteit) geleide civiele technische verkenningsmissie naar Libië teneinde de belangrijkste door de GVDB-missie uit te voeren activiteiten in kaart te brengen en het voorstel voor door Frontex te verrichten capaciteitsopbouwactiviteiten te formuleren. Als follow-up bezocht een Libische delegatie op hoog niveau het hoofdkantoor van Frontex en namen Libische deskundigen deel aan twee door het Agentschap georganiseerde evenementen: de Internationale Conferentie voor grenspolitiediensten (IBPC) en de vergadering van de AFIC. Ook richtte Frontex zich in 2013 op het aangaan van rechtstreekse contacten met de autoriteiten van derde landen waar belangrijke luchtvaartknooppunten met rechtstreekse vluchten naar Europa zijn gevestigd, zoals de Verenigde Arabische Emiraten, China, Thailand en Hongkong, om manieren voor praktische samenwerking op het gebied van informatieuitwisseling, risicoanalyse en luchtgrensbeheer te onderzoeken. In een breder kader was Frontex betrokken bij belangrijke aan migratie en grensbeheer gerelateerde EU-initiatieven en politieke dialogen, zoals de mobiliteitspartnerschappen, het Rabat-proces, het Oostelijk Partnerschap, het Praag-proces en het Boedapest-proces. Voorts was Frontex betrokken bij JAIEX (JBZ-External Relations) en andere vergaderingen op EUniveau die waren gericht op samenwerking in de externe dimensie, zoals met de Verenigde Staten, de Russische Federatie en de westelijke Balkan. Daarnaast werden contacten onderhouden met en werd ondersteuning verleend aan regionale EU-programma's, EUprojecten en EU-missies in derde landen, zoals Euromed Migration, Eubam, Eulex, BSRBCC en BSCF. Frontex droeg bij tot de tenuitvoerlegging van door de EU gefinancierde capaciteitsopbouwprojecten op het gebied van grensbeveiliging ten behoeve van derde landen, die werden uitgevoerd door de betrokken internationale organisaties die werkregelingen met Frontex hebben gesloten. In het bijzonder verzorgde Frontex opleidingen op het gebied van de bestrijding van smokkelactiviteiten in Georgië en Oekraïne voor grenswachtfunctionarissen van de landen van het Oostelijk Partnerschap in het kader van het opleidingsproject Eastern Partnership Integrated Border Management (IBM) van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van het migratiebeleid. In het kader van initiatieven van technische bijstand ontving Frontex een subsidie van 4,5 miljoen EUR van het directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling (DG DEVCO) van de Europese Commissie voor de lancering van het Eastern Partnership IBMcapaciteitsopbouwproject. Hoofddoel van dit project is het verbeteren van de grensbeveiliging en van het legitieme verkeer van personen en goederen in de regio, waarbij moet worden gewaarborgd dat eerbiediging van de mensenrechten en corruptiebestrijding gedurende het hele project alle benodigde aandacht krijgen. De projectpartners en medebegunstigden zijn de Werelddouaneorganisatie (WDO) en de Internationale Organisatie voor migratie (IOM), evenals het Internationale Centrum voor de ontwikkeling van het migratiebeleid. Het drie jaar durende project voorziet ook in de betrokkenheid van andere partijen, waaronder EU- en VNagentschappen, bij de uitvoering van specifieke acties. Ter versterking van de internationale grenswachtgemeenschap en ten behoeve van een goede wereldwijde uitwisseling van beste praktijken organiseerde Frontex in november 2013 de 21e Internationale Conferentie voor grenspolitiediensten (IBPC). De conferentie bracht hoge uitvoerende functionarissen uit zestig landen bijeen. De IBPC van 2013 concentreerde zich op mondiale uitdagingen voor de grensbeveiliging met betrekking tot essentiële aspecten vanuit het oogpunt van de samenleving, migratie en transnationale criminaliteit. Dit was de eerste keer dat Frontex de conferentie organiseerde, welke taak het overnam van de Hongaarse politie. Ook werd het strategische besluit genomen om de conferentie nieuw leven in te blazen door de relevantie ervan en de aantrekkingskracht voor deelnemers uit
12
derde landen te vergroten. De discussieonderwerpen waren gericht op een holistische benadering van mondiale problemen, zonder in het bijzonder in te gaan op vraagstukken van specifiek Europees belang. De sprekers vormden een weerspiegeling van de internationale aard en het brede palet aan aandachtspunten van de conferentie. Frontex werkte samen met het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) in een project van technische bijstand dat erop gericht was om Tunesië en Marokko bekend te maken met het werk van beide agentschappen. Het 18 maanden durende project “Promoting the participation of Jordan in the work of EASO as well as the participation of Morocco and Tunisia in the work of EASO and Frontex” (Bevorderen van de deelname van Jordanië aan de werkzaamheden van het EASO, evenals de deelname van Marokko en Tunesië aan de werkzaamheden van het EASO en Frontex) wordt gefinancierd door DG DEVCO. Frontex zal zich concentreren op bewustmakingsactiviteiten in Marokko en Tunesië en zo het fundament leggen voor gestructureerde samenwerking. Het met het EASO in 2013 overeengekomen samenwerkingsplan betreft ook andere belangrijke kwesties, zoals operaties en capaciteitsopbouw. De eerste concrete stap op weg naar de tenuitvoerlegging van het plan werd gezet tijdens de snelle-interventieoefening REX 2013 van Frontex, waarbij het EASO deelnam aan een veldoperatie. Gedurende de hele oefening waren twee EASO-deskundigen aanwezig bij de coördinatievergaderingen. Ook namen EASOvertegenwoordigers deel aan vergaderingen van het netwerk voor risicoanalyse van Frontex. De samenwerking met andere JBZ-agentschappen, EU-instellingen en -organen en internationale organisaties werd gedurende het hele jaar verder ontwikkeld. De coördinatie tussen Frontex en andere JBZ-agentschappen concentreerde zich in 2013 op informatieuitwisseling, opleiding en betrekkingen met partners in derde landen. Meer in het bijzonder sloten Frontex en Eurojust in december een memorandum van overeenstemming over intensievere samenwerking bij de bestrijding van ernstige grensoverschrijdende criminaliteit, zoals mensensmokkel en -handel. De samenwerking met Europol werd voortgezet in de vorm van gezamenlijke operaties, risicoanalyseactiviteiten en de tenuitvoerlegging van de EU-informatiebeheerstrategie. Frontex heeft actief bijgedragen aan het operationele actieplan "Illegale immigratie" van het Permanent Comité operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid (COSI) van de Raad. Frontex blijft actief bijdragen leveren aan het leerplan van de Europese Politieacademie (Cepol), voornamelijk in verband met de tenuitvoerlegging van het LETS (Law Enforcement Training Scheme). Voorts werkte Frontex in het kader van Eurosur samen met het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) aan het Europese situatiebeeld en de gemeenschappelijke toepassing van bewakingsinstrumenten. In 2013 werden ook de onderhandelingen over een werkregeling met het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) met succes afgerond. De overeenkomst zal begin 2014 worden ondertekend. De samenwerking met Interpol, de UNHCR en de Internationale Organisatie voor migratie bestond, behalve uit het delen van deskundigheid, uit intensieve operationele samenwerking en informatie-uitwisseling. In het vierde kwartaal van 2013 hervatte Frontex de onderhandelingen over een werkregeling met de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO).
13
3. Ontwikkelingen bij het Agentschap Versterking van de flexibele operationele ondersteuning in het Middellandse Zeegebied Door de toegenomen activiteit op migratieroutes op de Middellandse Zee ontwikkelde Frontex aanvullende operationele respons en verstevigde het Agentschap de specifieke ondersteuning aan Italië en Griekenland door gezamenlijke maritieme operaties uit te breiden. Met name na de tragische gebeurtenissen bij Lampedusa op 3 oktober, waarbij een groot aantal vluchtelingen om het leven kwam, werd de grensbewaking aangescherpt en de bijdrage aan zoek- en reddingscapaciteit in het centrale en oostelijke Middellandse Zeegebied verhoogd. Voor dit doel ontving Frontex aanvullende begrotingskredieten van de Commissie, werd intern met begrotingsposten geschoven en werden activiteiten opnieuw geprioriteerd. Frontex nam actief deel aan de door de Commissie ingestelde Taskforce Middellandse Zeegebied en stelde voor het bestaande Europees Patrouillenetwerk (EPN) te versterken door het bereik ervan uit te breiden tot de hele lengte van de Middellandse Zeegrens teneinde illegale migratie beter te kunnen beheersen en bij te dragen tot door de lidstaten gecoördineerde opsporings- en reddingsactiviteiten in de Middellandse Zee. Het jaar werd gekenmerkt door een toename van het aantal illegale overschrijdingen van de zeegrenzen en een ongebruikelijk hoog aantal dodelijke slachtoffers bij incidenten met te zwaar beladen en niet-zeewaardige schepen, vooral in het centrale deel van de Middellandse Zee. In de operationele gebieden van door Frontex gecoördineerde gezamenlijke operaties vonden 683 door de lidstaten gecoördineerde zoek- en reddingsacties plaats, waarbij meer dan 37 000 personen werden gered.
Gerichte reactie op 'moederschepen' In het centrale Middellandse Zeegebied werd een nieuwe werkwijze van migrantensmokkelaars ontdekt: het gebruik van zogeheten 'moederschepen’ met overstap op andere vaartuigen. Grote schepen die vanuit Egypte vertrekken en kleinere boten achter zich aanslepen, die later worden gebruikt om aan land te gaan, koersen richting Italië, en nog in internationale wateren worden de migranten overgezet op de kleinere boten die op weg gaan naar de eindbestemming — overbeladen en aan hun lot overgelaten, waardoor de levens van migranten gevaar lopen — terwijl het 'moederschip' terugkeert naar het punt van vertrek. Dankzij de coördinatie van inspanningen van rechtshandhavingsinstanties en andere agentschappen konden minstens drie van deze 'moederschepen' worden opgespoord, gevolgd en onderschept. Daarbij konden de vermoedelijke facilitators worden aangehouden en kon al het noodzakelijke bewijs worden verzameld en vastgelegd, waardoor de nationale autoriteiten passende strafprocessen in gang konden zetten.
Grensoverschrijdende criminaliteit Naast mensensmokkel werden bij door Frontex gecoördineerde maritieme operaties in 2013 ook andere typen illegale grensoverschrijdende activiteiten aan het licht gebracht, waaronder drugshandel. Bij elke gezamenlijke operatie werd samenwerking aangegaan met relevante EUagentschappen en -organen en internationale organisaties (Europol, EFCA, EMSA, CeCLAD(M), MAOC(N), Interpol, UNODC), wat tot soepele informatiestromen en de uitwisseling van beste praktijken tussen voor de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit verantwoordelijke partners leidde. Dit resulteerde in de aanhouding van 458 personen op verdenking van drugshandel, waarbij bijna vijftig ton drugs in beslag werd genomen met een waarde van meer dan 115 miljoen EUR. Het leeuwendeel van deze in beslag genomen drugs bestond uit hasj — meer dan 43 ton, met een waarde van 65,8 miljoen EUR. Ook werden substantiële hoeveelheden cocaïne en heroïne onderschept — alles bij elkaar 700 kg, met een commerciële waarde van bijna 42 miljoen EUR. Bovendien werd vijf ton ruwe cannabis in beslag genomen, ter waarde
14
van circa 7,5 miljoen EUR. De meeste partijen drugs werden in het westelijke Middellandse Zeegebied onderschept.
Terugkeeractiviteiten De procedure voor het ‘voortschrijdende operationele plan’ werd in de loop van het jaar geconsolideerd om lidstaten de nodige operationele ondersteuning te bieden en hun behoeften aan bijstand te structureren. Ook in 2013 werden 39 gezamenlijke terugkeeroperaties uitgevoerd. Het aantal terugkeerders steeg in 2013 licht tot 2 152 (van 2 059 in 2011 en 2 110 in 2012). IJsland trad in 2013 voor het eerst op als organiserend land met een terugkeeroperatie naar Albanië. De zogeheten 'nieuwe manier van terugkeren', waarbij een derde land een chartervlucht organiseert om eigen onderdanen op te halen op EU-grondgebied (eerder alleen getest met Georgië), wordt geaccepteerd, omdat deze methode goede resultaten laat zien en kostenefficiënt is. Met het oog op de organisatie van terugkeervluchten worden de beroepsnormen van escortes en procedures van derde landen geharmoniseerd met EU-normen. Frontex stelde het netwerk van directe contactpunten beschikbaar voor de doeleinden van het Eurint-netwerk — een door de EU gefinancierd project voor het delen van ervaringen en het verbeteren van de resultaten op het gebied van de verkrijging van reisdocumenten.
Gedragscode voor gezamenlijke terugkeeroperaties Het Agentschap stelde een Gedragscode voor door Frontex gecoördineerde gezamenlijke terugkeeroperaties vast, waarin de hoogste normen voor dit gevoelige onderdeel van de werkzaamheden van Frontex zijn vastgelegd. Als leidraad voor ethisch gedrag voor deelnemers aan gezamenlijke terugkeeroperaties bevat de gedragscode de regels en beste praktijken voor terugkeervluchten. De gedragscode moet ervoor zorgen dat terugkeeroperaties op humane wijze en met volledige eerbiediging van de mensenrechten van terugkeerders worden uitgevoerd. In een hoofdstuk dat is gewijd aan het toezicht op de eerbiediging van de mensenrechten wordt bepaald dat toezichthouders toegang moeten hebben tot de terugkeerders zelf en tot alle relevante informatie, waaronder reisdocumenten en informatie over bijzondere omstandigheden, zoals zwangerschap of ziekte. De gedragscode bepaalt ook dat op elke vlucht medisch personeel aanwezig moet zijn en dat, indien de escorterende functionarissen niet met de terugkeerder kunnen communiceren, er ook een tolk of tolken aan boord moeten zijn. Voorts wordt benadrukt dat het gebruik van dwangmaatregelen dient te worden vermeden of tot een minimum moet worden beperkt. Alle deelnemers aan gezamenlijke Frontex-operaties zijn verplicht om elke waargenomen schending van de nieuwe gedragscode te melden. Daarnaast worden in de gedragscode duidelijke procedures voor de evaluatie van terugkeeroperaties beschreven.
Uitgebreidere inzet aan landgrenzen Secundaire migratie vanuit Griekenland had in 2013 een aanzienlijk effect op het aantal illegale grensoverschrijdingen aan de buitengrenzen van de EU met de westelijke Balkan. Deze ontwikkeling, die zich met name vanaf het begin van het jaar aan de Hongaars-Servische grens voordeed, vroeg om een grotere flexibiliteit en coördinatiecapaciteit toen aanzienlijke aantallen illegale migranten Hongarije in het vizier kregen en asiel aanvroegen zodra ze in dat land waren aangekomen. Dientengevolge werden de Hongaarse focal points versterkt met extra ambtenaren en uitrusting voor grenscontroles en werd de bewaking van de groene grenzen (landgrenzen) uitgebreid.
15
Het platform van focal points werd ook gebruikt voor de uitvoering van verschillende regionale operaties en kortlopende operationele activiteiten, zoals de gezamenlijke operaties Poseidon Land 2013 (Griekenland, Bulgarije), Neptune 2013 (Slovenië) en Jupiter 2013 (Finland, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, Hongarije, Roemenië), en om de samenwerking met niet-EU-lidstaten te versterken. Bovendien is er een verband tussen gezamenlijke operatie Focal Points 2013 Land en Project Coördinatiepunten 2013 (inzet van EU-grenswachtteams bij grensdoorlaatposten tussen twee niet-EU-lidstaten). Ook derde landen detacheerden functionarissen bij focal points als waarnemers om deze later te kunnen inzetten bij de vestiging van coördinatiepunten in derde landen. In 2013 werden vijf nieuwe focal points opgezet, voornamelijk in de westelijke Balkan, waardoor het totale aantal op 36 uitkwam. Bovendien werden in 2013 zes coördinatiepunten geactiveerd, een verdubbeling ten opzichte van 2012. 2013 was ook het laatste jaar van twee gezamenlijke operaties aan de landgrenzen — Jupiter en Neptune. Beide operaties hebben jarenlang bijgedragen tot de algemene grensbeveiliging en de operationele coördinatie aan de oostelijke landgrenzen en de grenzen met de landen van de westelijke Balkan. Veranderende migratiestromen vereisen echter een flexibelere inzet om dezelfde mate van effectiviteit te behouden. De gezamenlijke operaties Jupiter en Neptune hebben ruimte geboden voor de ontwikkeling en het testen van het concept van gezamenlijke grenscontroleteams, dat de komende jaren de basis zal vormen voor operationele activiteiten en als flexibel mechanisme voor het inzetten en opnieuw inzetten van grenswachten zal worden gekoppeld aan de activering van focal points.
Verbeterde flexibiliteit landgrensoperaties
en
ondersteuning
van
Focal points: De ontvangende lidstaat zet in samenwerking met Frontex focal points op voor de coördinatie van operationele activiteiten. De operationele gebieden van deze gezamenlijke operaties zijn grensdoorlaatposten bij wegen spoorwegverbindingen aan de landbuitengrenzen van lidstaten en in bepaalde gevallen ook op verschillende punten langs de groene grens tussen grensdoorlaatposten. Voor elk focal point kan een specifiek profiel (permanent of tijdelijk) worden vastgesteld om de haalbaarheid van de inzet te bepalen: in de gebieden die zijn geïdentificeerd als hotspots aan de buitengrenzen worden permanente focal points gevestigd, terwijl tijdelijke focal points, als operationele reactie, worden gevestigd tijdens piekperioden. Op basis van de bevindingen en de prognoses van de jaarlijkse risicoanalyse leidden de vastgestelde kwetsbaarheden, in combinatie met de verzoeken van lidstaten, tot de vestiging van focal points niet alleen als operationele reactie op de druk van illegale migratie, maar ook als coördinatie- en monitoringinstrument waarmee ook andere operationele Frontex-activiteiten en lidstaten kunnen worden ondersteund. Coördinatiepunten: Coördinatiepunten zijn vergelijkbaar met focal points, maar worden opgezet bij grensdoorlaatposten van derde landen, waar EU-deskundigen worden ingezet als waarnemers. Het doel van Project Coördinatiepunten 2013 was om een informatie-uitwisselingssysteem op te zetten waarmee relevante operationele informatie over de vroegtijdige ontdekking van recente, huidige en toekomstige trends op het gebied van illegale migratie naar de EU via het grondgebied van een derde land kan worden verstrekt aan Frontex, lidstaten en derde landen.
In reactie op de zich in hoog tempo ontwikkelende migratiesituatie aan de zuidoostelijke landbuitengrenzen van de EU met Turkije werden operationele flexibiliteit en een snel operationeel reactievermogen getoond. De lidstaten aan deze grenzen die werden geconfronteerd met aanhoudende migratiedruk (Griekenland en Bulgarije) namen een aantal grootschalige nationale maatregelen die resulteerden in een reeks verplaatsingen naar gebieden waar veel illegale migranten arriveerden. Vooral de toenemende aankomst van migranten aan de BulgaarsTurkse landgrens, ondanks nationale maatregelen van Bulgarije, leidde tot de interne verplaatsing binnen gezamenlijke operatie Poseidon Land van 60% van de operationele middelen naar de Bulgaars-Turkse landgrens en de verplaatsing van het internationaal coördinatiecentrum van Athene naar Sofia.
16
Flexibele operationele modules aan luchtgrenzen Als onderdeel van gezamenlijke operatie Flexi Force 2013 werden tussen 4 april en 3 juli 2013 twee operationele modules uitgevoerd op verschillende luchthavens, waarbij 62 functionarissen werden ingezet: de eerste module was “Mizar I”, waarin het accent lag op document- en visumfraude door twaalf specifieke nationaliteiten, terwijl de tweede module — “Mizar II” — zich concentreerde op alle onderdanen van derde landen die bij aankomst op of vertrek vanaf luchtbuitengrenzen van de EU/Schengen aan een grenscontrole werden onderworpen en daarbij documentfraude pleegden met behulp van een breed scala aan zowel EU- als niet-EU-documenten. Flexi Force is ontworpen om een efficiëntere operationele reactie te kunnen geven dankzij de flexibele uitvoering van diverse achtereenvolgende modules — gezamenlijke operaties en proefprojecten, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van de flexibele inzet van gedetacheerde gastfunctionarissen. In totaal namen 23 lidstaten, 26 luchthavens en 7 niet-EU-lidstaten alsmede Europol deel aan de uitvoering van gezamenlijke operatie Flexi Force 2013, waarvan de doelstelling, i.e. verbetering van de effectiviteit van grenscontroles op EU-luchthavens, werd verwezenlijkt.
17
Voor het voetlicht Gezamenlijke actie Lusitania Gezamenlijke actie Lusitania, die in september werd uitgevoerd op de luchthaven van Lissabon, was een uniek initiatief in het kader van gezamenlijke operatie Meteor 2013, aangezien hierin systematisch gebruik werd gemaakt van de referentiehandleiding van Frontex voor reisdocumenten door het verzorgen van opleidingen op het gebied van valse reisdocumenten, het testen van verbeterde technologie voor het opsporen van documentvervalsingen en het geven van andere ondersteuning, waaronder de bevordering van de samenwerking tussen instanties. Binnen een omvattende aanpak bundelden de Portugese autoriteiten, Frontex, Europol en Interpol hun krachten om in Portugal gelijktijdige acties met meerdere doelen te organiseren voor coördinatiedoeleinden en om de capaciteiten op het gebied van de opsporing en vaststelling van documentfraude te verbeteren en risicobeoordelingen te verrichten. Als onderdeel van de actie organiseerde Frontex, in samenwerking met de Portugese immigratiedienst SEF, de National Document Fraud Unit van het Verenigd Koninkrijk, de Nederlandse Koninklijke Marechaussee en de Duitse Kriminalpolizei Document Challenge II, een veertiendaagse oefening waarin 42 functionarissen en zeven geautomatiseerde systemen de opdracht kregen onderscheid te maken tussen echte en valse documenten met behulp van een aantal gegevens van echte reisdocumenten. Het doel was om kwetsbare punten in documentinspectiesystemen en eerstelijnsgrenscontroles vast te stellen. Uit een voorlopige analyse van de resultaten kwamen belangrijke zwakke punten in de prestaties van apparatuur naar voren, evenals de noodzaak om documentinspectiecapaciteiten (zowel mensen als technologie) in de eerste lijn van de controles te versterken. Gezamenlijke operatie Meteor 2013 Gezamenlijke operatie Meteor 2013, die in oktober 2013 werd uitgevoerd op de luchthaven van Lissabon, was gericht op vluchten met een hoog risico op documentfraude, te weten vluchten vanuit Accra (Ghana), Bamako (Mali), Bissau (Guinee-Bissau) en Dakar (Senegal). De gezamenlijke operatie was niet alleen bedoeld om illegale migranten die de EU binnenkwamen te identificeren, maar ook illegale migranten die in de EU aan boord van vluchten gingen op weg naar diezelfde bestemmingen en die de verblijfslimiet van hun inreisvoorwaarden hadden overschreden of zonder bewijs van een rechtmatige binnenkomst of rechtmatig verblijf in de EU illegaal in de EU verbleven. Het gebruik van het systeem voor geavanceerde passagiersinformatie (Advance Passenger Information System — APIS) in samenwerking met luchtvervoerders droeg significant bij tot de versterking van de capaciteiten van de lidstaten. Het aantal ingezette functionarissen (aan de activiteit nam een Europees grenswachtteam van tien personen deel) werd afgestemd op de vastgestelde behoeften bij de ondersteuning van de bestrijding van verschillende vormen van grensoverschrijdende criminaliteit.
Monitoringmechanisme na visumliberalisering (PVLMM) Frontex ondersteunde de Europese Commissie door regelmatig analytische updates te verstrekken in het kader van het monitoringmechanisme na visumliberalisering. Alles bij elkaar werden in 2013 twaalf verslagen geproduceerd (en 36 sinds in 2011 een begin met deze verslaglegging werd gemaakt). De Europese Commissie heeft bij diverse gelegenheden verklaard dat de verslagen van cruciaal belang waren voor de monitoringmechanismen en een uitstekend overzicht gaven van relevante ontwikkelingen, waardoor een meer op feiten
18
gebaseerde besluitvorming mogelijk werd gemaakt. Frontex werd formeel verzocht om deze dienst ook in 2014 te blijven verrichten. Geografische informatiesystemen versterken de analytische capaciteit Frontex boekte belangrijke vooruitgang bij het versterken van de technische capaciteit voor risicoanalyse door de implementatie en finetuning van het geoportaal van zijn eenheid Risicoanalyse. Dit portaal voorziet gebruikers van een centraal platform voor het inzien, beheren, creëren en delen van georuimtelijke inhoud in een veilige en afgeschermde omgeving. Het geoportaal biedt analisten toegang tot met geografische informatie, zoals internetplattegronden, cartografiediensten, tools en webmapping. Ook zijn in het portaal hulpmiddelen te vinden voor de creatie van cartografie- en webmapping-applicaties voor personeel zonder ervaring met of achtergrond in geografische informatiesystemen. Het portaal omvat dynamische plattegronden die kunnen worden gedeeld met specifieke groepen van samenwerkende gebruikers voor gegevensvisualisatie, analyse, verbetering of feedback.
19
4. Eurosur Een hoge prioriteit voor Frontex in 2013 was de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van capaciteiten in verband met het Europees grensbewakingssysteem Eurosur. Dit pan-Europese informatie-uitwisselingsplatform werd actief met de inwerkingtreding van de Eurosurverordening op 2 december 2013, die verschillende nieuwe taken voor Frontex met zich meebracht. In de eerste fase van de tenuitvoerlegging voerden 19 Schengenlanden met landof zeebuitengrenzen het systeem in. De uitbreiding van het netwerk verliep volgens schema en alle deelnemende landen leverden actief een bijdrage. Het netwerk zelf is het meest zichtbare deel van Eurosur en vormt de interface tussen grensautoriteiten in Europa. De lidstaten die het systeem actief gebruiken hebben nationale coördinatiecentra (NCC's) — de ruggengraat van het systeem — opgezet, bestaande uit grenscontroleautoriteiten en aanverwante diensten. Elk NCC is verantwoordelijk voor het verzamelen van alle relevante gegevens, het analyseren en interpreteren daarvan, het nemen van besluiten over wat er moet worden gedeeld en met wie en, niet in de laatste plaats, het creëren van een samenhangend nationaal beeld voor de desbetreffende lidstaat. Frontex is verantwoordelijk voor het verrijken van het algemene beeld met aanvullende informatie, voor welk doel het Agentschap in samenwerking met andere EU-agentschappen diensten heeft ontwikkeld om de bruikbaarheid van het systeem te verbeteren, waaronder interactieve meteorologische diensten met zowel 'live'-dekking als prognoses en andere omgevingsinformatie, zoals maritieme omstandigheden en informatie over commercieel zeevervoer. Dit komt in aanvulling op de verstrekking van gegevens van de gezamenlijke operaties die het Agentschap coördineert. Frontex verzamelt alle situationele gegevens van de lidstaten en creëert een Europees situatiebeeld (ESP) en een gemeenschappelijk inlichtingenbeeld van de situatie in het gebied vóór de grens (CPIP) ten behoeve van alle leden. Om het opstellen van het ESP en het CPIP zo efficiënt mogelijk en op een zo goed mogelijk gecoördineerde wijze aan te pakken, heeft Frontex het kader ‘Frontex-fusiediensten’ geschapen, waarmee uitgebreide en specifieke informatie-uitwisselingsdiensten kunnen worden verstrekt aan de lidstaten, met Schengen geassocieerde landen en aan Frontex op basis van hun informatiebehoeften in verband met grensbewaking. De dienst verwerft afzonderlijke diensten uit verschillende bronnen en voegt deze samen tot één enkele, gecombineerde en specifieke dienst die kan worden gevisualiseerd in een interactief geografisch informatiesysteem en overgedragen aan het Europees communicatienetwerk in de vorm van een informatielaag. Voorts heeft Frontex met het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (ESMA) een dienstverleningsovereenkomst gesloten voor de ontwikkeling van specifieke monitoringdiensten, informatieproducten en tools. Gegevens uit de “omgeving van geïntegreerde maritieme gegevens” van ESMA, waaronder scheepsrapportageverslagen en satellietbeelden, zullen aan Frontex worden verstrekt in het kader van Eurosur om het overzicht van activiteiten aan de Europese zeegrenzen te verbeteren. In de Eurosur-verordening worden diverse producten en diensten genoemd die samen de analyselaag van het Europees situatiebeeld en het gemeenschappelijk inlichtingenbeeld van de situatie in het gebied vóór de grens moeten vormen. Gedurende heel 2013 genereerde en deelde Frontex op operationele basis of als proefproject meer dan 320 producten in de vorm van:
briefingdocumenten en regionale monitoringverslagen;
migrantenprofielen en routebeschrijvingen;
faciliteringsanalyse en belangrijke ontwikkelingen;
referentie- en satellietbeelden van de aarde.
Een van de sleutelelementen van Eurosur is dat grenzen worden onderverdeeld in segmenten op basis van hun 'impactniveau' (de mate van risico dat is verbonden aan dat segment wat betreft illegale migratie, smokkel van goederen en andere grensoverschrijdende criminaliteit) — laag, gemiddeld of hoog. De vaststelling en indeling van grenssegmenten is een van de
20
taken van Frontex, dat daarvoor, in overleg met de betrokken lidstaat, een specifieke methodologie gebruikt. Het belangrijkste doel is het vaststellen van de intensiteit van de operationele reactie die de lidstaten dienen te geven. De concepten en elementen van de methodologie die in 2013 in het kader van de analysegebruikersgroep zijn gedefinieerd scheppen een omgeving waarin analisten met uiteenlopende achtergronden die in verschillende situaties werkzaam zijn deze taak op geharmoniseerde wijze kunnen benaderen. De methodologie is ook bedoeld om nationale besluitvormers te ondersteunen en de behoeften aan ondersteuning door Frontex vast te stellen. In 2013 heeft Frontex, zoals voorzien in de Eurosur-verordening, ook aanvullende analyseinstrumenten voor Eurosur ontwikkeld die voor de gebruikers onmisbaar zijn om de beschikbare gegevens in het Eurosur-netwerk, en meer specifiek in het ESP en het CPIP, te kunnen benutten. Twee belangrijke fasen hiervan werden in 2013 afgesloten: een analyse van de eisen en een daaropvolgende haalbaarheidsstudie. Voorts werd een aanbestedingsprocedure voor een nieuw raamcontract voor het onderhoud, de verdere ontwikkeling en de uitbreiding van het Eurosur-communicatienetwerk in de periode 2013-2017 afgerond. Ook de beveiligings- en prestatieaspecten van het Eurosurcommunicatienetwerk werden verbeterd.
21
5. Capaciteitsopbouw De capaciteitsopbouwactiviteiten van Frontex in 2013 concentreerden zich op de consolidatie en ontwikkeling van de inspanningen van voorgaande jaren die waren gericht op het toevoegen van waarde aan en het vergroten van de consistentie van het Europees grensbeheer, in overeenstemming met de taken van het Agentschap. De doelstellingen werden vastgesteld na een grondige analyse van de behoeften en in overeenstemming met de voornaamste algemene doelstellingen, de verwachte resultaten en de onderlinge afhankelijkheden zoals deze door Frontex worden verondersteld in zijn strategie en in het meerjarenplan 2007-2013. Belangrijke ontwikkelingen in 2013 resulteerden in een versterking van de rol van Frontex bij de analyse van toekomstige behoeften aan capaciteiten voor de controles aan de buitengrenzen van de EU en bij de ondersteuning van de lidstaten tijdens de capaciteitsontwikkeling. In overeenstemming met zijn taken op het gebied van opleiding organiseerde Frontex in 2013 in het kader van drie programma's, die samen 17 projecten omvatten, in totaal 205 opleidingsen aan opleidingen gerelateerde activiteiten, waaraan in totaal 3 253 personen deelnamen. Belanghebbenden investeerden 12 457 man/vrouwdagen in opleidingsactiviteiten van Frontex en droegen daarmee bij tot de ontwikkeling van Europese normen en instrumenten voor de opleiding van grenswachten. Daarnaast bleef het Agentschap, conform het door het programma van Stockholm aan hem en aan Cepol verleende mandaat voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het Europees opleidingsschema op het gebied van rechtshandhaving (LETS), verdere ondersteuning geven aan de ontwikkeling en implementatie van het LETS voor rechtshandhavingsfunctionarissen met grenswachtfuncties. Ook droeg Frontex bij tot de ontwikkeling van het LETS op andere rechtshandhavingsgebieden, in samenwerking met andere agentschappen, door relevante informatie over het sectorale kwalificatiekader voor grensbewaking te delen en kennis in te brengen in de ontwikkelingsprocessen van andere agentschappen (zoals het Europees Defensieagentschap (EDA), Cepol, het EASO).
Sectoraal kwalificatiekader voor grensbewaking In 2013 introduceerde Frontex het Europees sectoraal kwalificatiekader voor grensbewaking (SQF). Dit kader verbindt de operationele behoeften en de opleiding en training van grenswachten met elkaar door middel van een omvattend en flexibel platform voor een op competenties gebaseerde curriculumontwikkeling die van toepassing is op alle systemen voor de opleiding en training van grenswachten. Als een geheel van gemeenschappelijke normen op hoog niveau is het sectoraal kwalificatiekader ontworpen om de nationale integratie van het gemeenschappelijke curriculum te ondersteunen door de rol van 'vertaaltool' voor de verschillende nationale opleidingsprogramma's en kwalificaties op het gebied van grensbewaking te spelen. Dit zal de mobiliteit en de ontwikkeling van uitwisselingsprogramma's voor grenswachten vergemakkelijken, met het oog op het versterken van de interoperabiliteit in gezamenlijke operaties, en een gemeenschappelijke grenswachtcultuur in de EU bevorderen. Het belangrijkste concept van het sectoraal kwalificatiekader is "bijscholing", waarmee wordt bedoeld dat het accent bij de ontwikkeling van de opleidingen ligt op de behoeften van het beroep en beroepsrelevante en -specifieke kennis, vaardigheden en competenties. ‘Erasmus-achtige’ uitwisselingen voor studenten Om een geharmoniseerde tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke normen te ondersteunen, bleef Frontex uitwisselingsactiviteiten in de stijl van Erasmus organiseren als oplossing om de samenwerking, de co-operabiliteit en het delen van informatie tussen docenten en studenten te bevorderen.
22
Na de voltooiing van de eerste fase en de ontwikkeling van de "docentenmobiliteitscomponent" werd het uitwisselingsconcept in 2013 uitgebreid naar de studenten (studentenmobiliteit). Als proef werd in het kader van het gemeenschappelijk kerncurriculum voor de basisopleiding van EU-grenswachten een uitwisseling voor studenten georganiseerd. Aan deze nieuwe mobiliteitscomponent werd deelgenomen door studenten die een opleiding tot grenswachtfunctionaris volgen.
Voor het voetlicht Mobiliteits- en kerncurriculum
uitwisselingsprogramma's
in
het
kader
van
het
gemeenschappelijk
De opzet en tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk kerncurriculum 2008, met inbegrip van de actualisering ervan in 2012, hebben geleid tot een belangrijke doorbraak in de standaardisatie en harmonisatie op dit gebied en werden in 2010 gevolgd door de start van een ander waardevol project inzake docentenuitwisselingen. In dit verband organiseerde Frontex in 2013 een proefproject studentenuitwisseling. De uitwisseling had ten doel om het gebruik van het gemeenschappelijk kerncurriculum te ondersteunen, de duurzaamheid ervan te versterken en de internationale samenwerking, het wederzijds begrip, de teamgeest en de interoperabiliteit onder aspirant-grenswachten te bevorderen. In dit project krijgen opleiders van grenswachten aan Europese academies de kans om hun collega's uit andere landen te ontmoeten, kennis en materiaal uit te wisselen en beste opleidings-, doceer- en leerpraktijken met elkaar te bespreken. Tegelijkertijd worden ze in de gelegenheid gesteld om gezamenlijke Frontex-operaties en activiteiten binnen focal points bij te wonen. Op die manier raken ze bekend met specifieke operationele situaties, omstandigheden en omgevingen voor het voorkomen, afschrikken en bestrijden van grensoverschrijdende criminaliteit en ervaren ze uit de eerste hand het gevoel dat ze deel uitmaken van een Europese gemeenschap. Het proefproject bestond uit twee oefeningen op twee locaties — Eschwege in Duitsland (opleidingscentrum van de federale politie) en Oradea in Roemenië (grenspolitieschool). Het gebruik van het Europass-mobiliteitscertificaat resulteerde in Europabrede erkenning van de toegevoegde waarde voor zowel de studenten als de deelnemende instellingen. Het uitwisselingsprogramma gaf studenten een nieuw perspectief op grensbewaking en verbreedde hun horizon. De studenten leerden verschillende culturen en alternatieve benaderingswijzen te waarderen. Ook bevorderde de uitwisseling hun zelfvertrouwen en een open houding in werksituaties binnen een internationale context. Het proefproject leidde tot een versterking van hun beroepscompetenties op het gebied van de grondrechten en een verbetering van hun taal- en communicatievaardigheden. Ook gaf het project richting aan en verhoogde het de motivatie voor hun beroepsontwikkeling en hielp het om waardevolle en blijvende contacten te leggen en professionele relaties aan te gaan. Verwacht wordt dat nieuwe generaties studenten en docenten zich zullen aansluiten bij het project en op de lange termijn, via de verworven kennis en vaardigheden, zullen bijdragen aan een meer harmonieuze Europese grenswachtgemeenschap en de verwezenlijking van het doel van interoperabiliteit, dat centraal staat in alle inspanningen van Frontex.
Europese gezamenlijke master in strategisch grensbeheer In 2013 legde Frontex de laatste hand aan de ontwikkeling van het gezamenlijke masterprogramma om in het eerste semester van 2014 het accreditatieproces van start te
23
kunnen laten gaan. De Europese gezamenlijke master is ontworpen als een programma waarin het leren praktische toepassingen heeft voor de grenswachtorganisaties van de lidstaten. Door tegelijkertijd bij te dragen tot een intensievere samenwerking tussen de lidstaten op operationeel en academisch niveau, wordt met de ontwikkeling van het masterprogramma beoogd een lacune in de opleiding van grenswachten in de EU op te vullen, aangezien er momenteel geen hoger onderwijsprogramma op het gebied van strategisch grensbeheer bestaat voor de specifieke groep die wordt gevormd door het midden- en hogere kader van grenswachtfunctionarissen. Om het aantal opgeleide grenswachtfunctionarissen te maximaliseren, en gegeven de noodzaak dat alle lidstaten moeten kunnen profiteren van de ontwikkeling van een Europees product, is het de bedoeling dat alle modules van het masterprogramma als afzonderlijke cursussen zullen worden aangeboden aan alle lidstaten, die ze in hun nationale programma's kunnen integreren.
24
Voor het voetlicht
Uitgezonden functionaris
Opleiding in de grondrechten
Uitgezonden functionarissen zijn grenswachten van de lidstaten die gedurende maximaal zes maanden Opleiding in de grondrechten is altijd een integraalbinnen onderdeel van hetvan gemeenschappelijk een periode twaalf maanden zijn kerncurriculum geweest. In 2013 werd een grondrechtenhandleiding voor opleiders totvan gedetacheerd bij Frontex en toetreden de pool grenswachten ontwikkeld, waaraan actief werd deelgenomen door een multidisciplinair team van van grenswachten voor de Europese grenswachtteams. Anders dan reguliere deskundigen uit de lidstaten en van andere EU-agentschappen en internationale organisaties. grenswachten kunnen uitgezonden grenswachten De handleiding moet opleiders ondersteunen bij hun taak grenswachten voor te bereiden op maanden de tijdens hun detacheringsperiode van zes vervulling van hun verplichtingen ten aanzien van de opgrondrechten. In de plaatsen handleiding vele verschillende en wordt in diverse rekening gehouden met de complexiteit van de door grenswachten uit te voeren taken wordt operaties worden ingezet zonder datenhun nationale autoriteit uitdrukkelijk toestemming voor getoond hoe de grondrechten een integraal onderdeel van en eendaar impuls voor hun beroepsleven hoeft te geven. vormen.
Bij het opstellen van de handleiding werd er nauwlettend toegezien dat de inhoud de ingesteld meest bij Het op uitzendingsmechanisme is officieel van de bestuur, na recente Europese onderwijspraktijken weerspiegelt Besluit en is 25/2012 afgestemd op raad het vansectoraal uitgebreide discussie, intern Frontex kwalificatiekader voor grensbewaking. Bijzondere aandacht werd besteed aanzowel groepen diebinnen speciale als met de lidstaten, over de van bestefoltering, manier om de bescherming behoeven, zoals personen die voor vervolging vluchten, overlevenden bepalingen van de gewijzigde Frontex-verordening, slachtoffers van mensenhandel, ouderen, zwangere vrouwen en kinderen. die in november 2011 in werking is getreden, in de
praktijk brengen. Het opleidingspakket is opgebouwd rond de kernfuncties vantegrenswachten en bestrijkt alle onderwerpen van het gemeenschappelijk kerncurriculum. Aangezien Frontex reeds een De eerste oproep voor uitzending van afzonderlijke handleiding over de bestrijding van mensenhandel heeft ontwikkeld, worden functionarissen werd in 2013 gepubliceerd, en opleiders aangemoedigd om de andere handleiding Frontex te raadplegen als aanvulling op de selecteerde, in overeenstemming met de grondrechtencursussen. rechtsgrondslag en op basis van duidelijke uit te zenden functionarissen. De handleiding voor opleiders is een modern, eenvoudigselectiecriteria, te gebruiken 69 opleidingspakket met vijf Enkelen werden vervolgens ingezet bij Frontexmodules. De modules kunnen worden gebruikt als compleet programma of selectief, afhankelijk operaties. van de behoefte. Voor elke module zijn specifieke leerdoelen geformuleerd en elke module omvat specifieke opleidingsmaterialen, referenties en instrumenten. Ook wordt een afzonderlijke toolkit verstrekt met achtergrondmateriaal (zoals videoclips) en kant-en-klare opleidingstools waaronder PowerPoint-presentaties, scenario's en casestudies. Daarnaast bevat de toolkit aanbevolen methoden om de leerresultaten voor elke module te beoordelen.
Op basis van erkende beste praktijken wordt in de handleiding gebruikgemaakt van methoden om gezamenlijk en actief leren, betrokkenheid bij het onderwerp en bij het leerproces, creativiteit en eigenwaarde te bevorderen, waarbij de student steeds centraal staat. Met het oog hierop nodigt de handleiding uit om op echte grenswachtsituaties gebaseerde jurisprudentie, internationale en regionale rechtsinstrumenten, casestudies en scenario's te analyseren. Hoewel de handleiding is ontworpen om de opleider van alle noodzakelijke opleidingsmaterialen te voorzien, zullen de nationale opleiders deze moeten aanpassen aan de nationale wetgeving en omstandigheden, de specifieke behoeften van het opleidingsprogramma en de ervaring van de studenten. Als volgende stap zal Frontex de opleidingen op het nationale niveau vergemakkelijken door deskundige ondersteuning en opleiding van nationale opleiders te verstrekken op basis van de in hun nationale talen vertaalde handleiding.
Opleiding in de bestrijding van mensenhandel Frontex ging door met het "opleiden van opleiders"-programma op het gebied van mensenhandel en organiseerde drie cursussen in het gebruik van de handleiding van Frontex over mensenhandel, plus een evaluatiesessie. De opleidingshandleidingen werden vertaald in 25 talen ten behoeve van de lokale opleidingen. Ook werd de handleiding gebruikt om opleiders en grenswachten van derde landen op te leiden. Frontex ontwikkelde een update van het Handboek risicoprofielen voor mensenhandel, waarin zeven profielen van prioritaire derde landen worden behandeld. E-learning
25
De ontwikkeling van nieuwe componenten voor e-learning werd in gang gezet om enkele opleidingscomponenten op een moderne, kosteneffectieve manier te kunnen aanbieden. Uiteindelijk zullen grenswachten vóór, tijdens of na een cursus, of zelfs in plaats van fysiek aanwezig te zijn bij een cursus, gebruik kunnen maken van cursussen en opleidingstools via internet. De eerste component voor e-learning die naar verwachting in 2014 beschikbaar komt, zal betrekking hebben op de bestrijding van mensenhandel. Tevens werd gewerkt aan de ontwikkeling van een tool voor e-learning inzake de toepassing van de Schengengrenscode teneinde alle grenswachten in Europa de mogelijkheid te bieden om grenscontroles te verrichten in de context van virtuele simulaties. Ook de presentatie van deze component staat gepland voor 2014. Consulaire opleiding Frontex ontwikkelde en verzorgde cursussen over de detectie van vervalste documenten voor consulair personeel van ambassades en consulaten van EU-lidstaten en met Schengen geassocieerde landen in derde landen. In 2013 werden de cursussen gegeven aan in Georgië en Marokko gestationeerd consulair personeel. Europees grenswachtteam en pool van technische uitrusting Een efficiënt beheer van de pool aan personele en technische middelen is van essentieel belang voor het vermogen van de lidstaten om de noodzakelijke hulpmiddelen met de vereiste kwaliteit beschikbaar te stellen voor gezamenlijke operaties. Het brandpunt van de aandacht lag in 2013 op het verbeteren van de kwaliteit van zowel de pool van grenswachten voor de Europese grenswachtteams (EBGT) als de pool van technische uitrusting (TEP). Voor het beheer van deze pools werd een geschikte softwareapplicatie ontwikkeld, evenals het mechanisme voor de uitzending van functionarissen. De pool van grenswachten voor de Europese grenswachtteams groeide in 2013 van 1 700 tot circa 2 500 geregistreerde grenswachten die aan een van de 13 omschreven profielen voldeden. Aangezien het minimumaantal gastfunctionarissen door de raad van bestuur is vastgesteld op 1 850, was de pool ruimschoots voldoende om aan de operationele eisen te voldoen. Om de pool van grenswachten voor de Europese grenswachtteams en met name het reactievermogen te versterken, leverde Frontex een bijdrage met 69 uitgezonden functionarissen, die waren geworven na een selectieprocedure op basis van vastgestelde profielen en operationele behoeften. De succesvolle kandidaten, die door Frontex werden geselecteerd op voordracht van de lidstaten, werden vanaf begin mei ingezet en zorgden daarmee voor de capaciteit die nodig was om tijdig en flexibel te kunnen reageren op de toegenomen operationele behoeften.
Voorts werd in de zomer en op verzoek van Hongarije en Roemenië een oefening van een maand voor de snelle inzet van grenswachten georganiseerd, REX 2013. Het hoofddoel van REX 2013 was om de betrokken mechanismen in de praktijk te oefenen. De pool van technische uitrusting werd begin 2013 ingesteld. De informatie in de gegevensbank van de pool heeft betrekking op de beschikbaarheid, de inzetbaarheid, de technische parameters en het eigendom van de geregistreerde activa die door de lidstaten ter beschikking van het Agentschap zijn gesteld voor gezamenlijke operaties. De belangrijkste focus van de pool ligt op het onderhoud en gebruik van de minimale hoeveelheid technische uitrusting (OMNTE), evenals op het waarborgen van de beschikbaarheid van gegevens ten behoeve van een tijdige verslaglegging over de inzet van activa. In 2013 was het primaire doel van de pool van technische uitrusting om ervoor te zorgen dat de vereiste categorieën en hoeveelheden technische uitrusting als voorzien in OMNTE 2013 inderdaad door de lidstaten beschikbaar werden gesteld voor gezamenlijke operaties. Rekening houdend met de door de raad van bestuur vastgestelde criteria en de uitgebreide,
26
op basis van operationele ervaring ontwikkelde technische vereisten, werd de selectie efficiënt uitgevoerd, waarmee werd bijgedragen tot de algemene planningcyclus voor operationele activiteiten. De bevestigde resultaten wijzen op een dekking van 87% van de in de OMNTE geraamde behoeften. De eerste stap naar de ontwikkeling van de pool van technische uitrusting met 'eigen middelen’ werd in 2013 gezet met de start van een inkoopprocedure. Als onderdeel van een proefproject voltooide Frontex een aanbestedingsprocedure voor de aanschaf van luchtbewakingsdiensten langs de landbuitengrenzen van de EU. Het proefproject is gericht op de levering van bewakingsdiensten, maar zal het management van Frontex ook voorzien van een beoordeling van de operationele doelmatigheid van de uitrusting en het rendement van de geleverde diensten. Voorts zal het proefproject uitmonden in een voorstel voor de te volgen aanpak bij de verdere ontwikkeling van de eigen operationele capaciteit van Frontex door het verwerven van technische activa en bewakingsdiensten. Gebruik van uitgezonden functionarissen voor debriefings Debriefers zijn gespecialiseerde interviewers die zijn opgeleid om informatie over smokkelroutes en de werkwijzen van facilitators van illegale grensoverschrijdingen te verzamelen. Een belangrijk zwak punt dat jarenlang afbreuk deed aan de kwaliteit van de in debriefings verzamelde inlichtingen was de schaarste aan beschikbare kennis en ervaren debriefingfunctionarissen tijdens gezamenlijke operaties. De debriefingfunctionarissen waren door de lidstaten beschikbaar gestelde gastfunctionarissen die werden ingezet in gezamenlijke operaties. Door de tenuitvoerlegging van het nieuwe mechanisme voor de uitzending van functionarissen kreeg Frontex de mogelijkheid om specifieke functionarissen te selecteren en in te zetten als debriefers. In tegenstelling tot grenswachten uit de reguliere pool van grenswachten voor de Europese grenswachtteams moeten uitgezonden functionarissen een selectieprocedure doorlopen voordat ze kunnen worden ingezet, welke procedure onder meer een interview met Frontexmedewerkers omvat. De procedure garandeert dat functionarissen die worden ingezet in operationele activiteiten over de juiste vaardigheden, opleiding en beroepsachtergrond beschikken. De inzet van deze functionarissen gedurende langere perioden zorgt ook voor de continuïteit en duurzaamheid van activiteiten en procedures. Dit alles resulteerde in een betere kwaliteit van het veldwerk en van de inlichtingen die als input dienen voor analyses die zullen worden gedeeld met belanghebbende partijen.
Opleiding van grenswachten voor de pool van grenswachten Om ervoor te zorgen dat alle gastfunctionarissen die deelnemen aan door Frontex gecoördineerde gezamenlijke operaties een toereikende opleiding hebben genoten voordat ze worden ingezet, werd besloten de introductiecursus samen te voegen met operationele briefings en een nieuwe briefing voorafgaand aan de inzet te ontwikkelen. Deze nieuwe briefing is een rendabelere oplossing, aangezien overlappingen zijn weggewerkt en ook wordt gefocust op de grondrechten. Naast de bestaande opleidingsvoorzieningen voor leden van de pool van grenswachten voor de Europese grenswachtteams met verschillende profielen werd een nieuwe profileringsopleiding ontwikkeld voor tweedelijns luchthavenfunctionarissen. Nu een succesvolle proef met de opleiding is uitgevoerd, zal deze in 2014 in gebruik worden genomen. Opera Op 1 mei 2013 werd de Operational Resources Management Application (Opera) ingevoerd binnen Frontex. Deze speciaal voor Frontex ontwikkelde softwareapplicatie vergemakkelijkt het beheer van de pool van grenswachten voor de Europese grenswachtteams en de pool van technische uitrusting, evenals de inzet van middelen bij vrijwel elk type operationele activiteit. De applicatie is een cruciaal instrument geworden voor het waarborgen van de kwaliteit van de hulpmiddelen waarover Frontex kan beschikken voor operationeel gebruik.
27
Ook is de applicatie essentieel voor het creëren van gedetailleerde bestanden en verslagen met betrekking tot de ingezette hulpmiddelen. Opera stelt zowel de lidstaten als Frontex in staat om hulpmiddelen accuraat en onmiddellijk toe te wijzen, te onderhouden en in te zetten en om de voor de pool benodigde minimumhoeveelheden aan hulpmiddelen te bewaken. Het gebruik van de applicatie zorgt ervoor dat de gepoolde hulpmiddelen consistent overeenstemmen met de overeengekomen vereisten, dat de gegevens over deze hulpmiddelen voortdurend worden bijgewerkt en dat het hele proces van het inzetten van hulpmiddelen zorgvuldig kan worden beheerst, terwijl de applicatie ook het genereren van verslagen voor een breed scala aan behoeften mogelijk maakt. Frontex ondersteunde de implementatie van de tool door eindgebruikers door trainingen over het gebruik van Opera te geven aan vertegenwoordigers van de nationale contactpunten van alle lidstaten. Ook interne belanghebbenden ontvingen een training in het gebruik van de applicatie, waardoor in totaal 110 personen een correct gegevensbeheer en bijgevolg een correct beheer van de pool van grenswachten voor de Europese grenswachtteams kunnen ondersteunen. Duurzame steun voor Griekenland en Bulgarije Binnen het toepassingsgebied van Project Attica, dat gedurende het hele jaar 2013 liep — met als doel de capaciteit van Griekenland te vergroten voor het organiseren van terugkeeroperaties, met inbegrip van de identificatie van migranten en personen die bescherming behoeven —, leverden 15 lidstaten en met Schengen geassocieerde landen een bijdrage aan de inzet van screeningdeskundigen. Ook werden tolken uit Nederland, Roemenië en het Verenigd Koninkrijk ingezet. Project Attica ondersteunde Griekenland bij het screenen van illegale migranten in Athene en op de eilanden Samos en Lesbos. In reactie op de veranderende routes van illegale migratiestromen werd een vergelijkbare doelstelling vastgesteld om Bulgarije te ondersteunen bij het screenen van migranten in het gebied van de Bulgaars-Turkse landgrenzen. De parallelle doelstelling van Attica is om Griekenland te ondersteunen bij het opbouwen van terugkeercapaciteit, voornamelijk door advies te verstrekken over vraagstukken in verband met het afnemen van identificatie-interviews in ambassades van derde landen en de organisatie van terugkeervluchten (commerciële vluchten, nationale terugkeeroperaties en gezamenlijke terugkeeroperaties).
Responscapaciteit in noodsituaties In juli en augustus 2013 werd aan de Hongaars-Servische en Roemeens-Servische grenzen REX 2013 (Rapid Intervention Exercise 2013) uitgevoerd, op dezelfde wijze als elke andere door Frontex gecoördineerde operatie, met de inzet van een groot aantal gastfunctionarissen en technische uitrusting — in totaal 31 grenswachten, vijf patrouilleauto's, één voertuig met thermovisie en één bestelbusje. Gezamenlijke operatie Focal Points 2013 Land ondersteunde de uitvoering van REX 2013. De betrokken focal points werden geïntegreerd in de structuur van de oefening: de eerste operationele fusie in haar soort. Ook voor het eerst coördineerde Frontex de oefening samen met twee asielondersteuningsteams van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken. Ook nam een Servische waarnemer deel aan de oefening, die werd gehouden in een periode waarin dit segment van de EU-Servische grens onder zware druk stond.
Onderzoek naar grensbeveiliging Frontex stelde een op de eindgebruikers gerichte adviesgroep voor grensbeveiligingsonderzoek in, bestaande uit vertegenwoordigers van 22 lidstaten en met Schengen geassocieerde landen. Het doel was om de coördinatie van de grenswachtgemeenschap bij het vormgeven van door
28
de EU gefinancierd onderzoek te verbeteren en de directe betrokkenheid van deze gemeenschap bij dit onderzoek te vergroten. De adviesgroep stelde samen met Frontex een verslag op over uitdagingen op het gebied van grensbeveiliging en onderzoeksthema's voor de middellange en lange termijn, met als concreet doel om de Europese Commissie input te verstrekken voor Horizon 2020, het onderzoeksfinancieringskader van de EU.
Geautomatiseerde grenscontrole In 2013 ging Frontex door met het vaststellen en ontwikkelen van praktijken en richtsnoeren met betrekking tot geautomatiseerde grenscontrole (automated border control — ABC) om op dit gebied harmonisatie en standaardisatie voor de eindgebruikers tot stand te brengen. Om dit doel te verwezenlijken boekte Frontex de nodige vorderingen in de Werkgroep geautomatiseerde grenscontrole (ABC-werkgroep) en leverde het Agentschap bijdragen aan het werk van internationale normalisatieorganisaties. Om informatie aan lidstaten en andere belanghebbende partijen over de toepassing van geautomatiseerde grenscontrolesystemen in de EU en derde landen te verstrekken werd een aantal faciliterings- en informatieverspreidingsactiviteiten uitgevoerd, waarin kennis over ABC-oplossingen werd gedeeld en belangstellende staten werden geholpen obstakels te overwinnen. Dit omvatte de organisatie van een workshop over geautomatiseerde grenscontrole en van de Tweede Mondiale Conferentie over geautomatiseerde grenscontrole, beide met demonstraties van apparatuur. Bovendien gaf Frontex analytische ondersteuning aan de Europese Commissie op het gebied van geautomatiseerde grenscontrole en aan de lidstaten in het kader van het besluitvormingsproces voor de toepassing van deze technologie aan hun grenzen. Documentfraude en risicobeoordeling Met als einddoel om de capaciteiten voor het opsporen van documentfraude in eerstelijns grenscontroles te verbeteren, organiseerde Frontex de tweede ‘Document Challenge’, samen met de Portugese immigratiedienst en deskundigen van de Britse National Document Fraud Unit, de Nederlandse Koninklijke Marechaussee en de Duitse Kriminalpolizei. De oefening werd gehouden in het kader van gezamenlijke actie Lusitania, en 42 deskundigen en 7 geautomatiseerde documentinspectiesystemen kregen de opdracht echte en valse reisdocumenten correct te identificeren. Het doel was om de prestaties van machines en deskundigen te beoordelen en om de geconstateerde kwetsbaarheden en mogelijke tegenmaatregelen te bestuderen. Als demonstratie van technologie die grenswachten in de eerste lijn zou kunnen helpen om passagiers die aandacht trekken snel te identificeren en om deze technologie in een operationele omgeving te testen, werd een operationele haalbaarheidstest op het gebied van geautomatiseerde geloofwaardigheidsbeoordeling uitgevoerd. Deze test werd georganiseerd in samenwerking met de Roemeense grenspolitie, en in het kader van de test hield de Avatar (Automated Virtual Agent for Truth Assessments in Real Time), die is ontwikkeld door de Universiteit van Arizona, interviews met passagiers die zich daar vrijwillig voor aanmeldden op de luchthaven van Boekarest.
Vooraf te verstrekken informatie In het kader van de aanhoudende inspanningen om de kloof in de toepassing van systemen voor het vooraf verstrekken van informatie te dichten, gaf Frontex actieve ondersteuning aan de lidstaten met adviezen over de ontwikkeling van nationale systemen. Tegelijkertijd werd analytische ondersteuning aan de Europese Commissie gegeven in verband met de implementatie van het systeem van op voorhand af te geven passagiersgegevens (Advance Passenger Information (API)) - en van persoonsgegevens (het Passenger Name Record (PNR)).
29
Beste praktijken en richtsnoeren In 2013 bleef Frontex activiteiten verrichten met het oog op het vaststellen en verder ontwikkelen van richtsnoeren voor geautomatiseerde grenscontrole, landgrenscontroles en de tenuitvoerlegging door de lidstaten van het visuminformatiesysteem (VIS). In dit verband werden updates geproduceerd van de documenten Beste praktijken — operationele richtsnoeren, Beste praktijken — technische richtsnoeren inzake geautomatiseerde grenscontroles en Goede praktijken op het gebied van grenscontroles bij grensdoorlaatposten aan de landgrenzen van de EU, terwijl de documenten Goede praktijken — de praktische tenuitvoerlegging van het visuminformatiesysteem aan de landgrenzen van de EU en Beste praktijken — richtsnoeren voor de verwerking van gegevens van onderdanen van derde landen via geautomatiseerde grenscontroles verder werden ontwikkeld. Versterking van grensbewaking Frontex streefde er in 2013 naar om de kennis bij de lidstaten van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van bewaking door middel van sensoren, platforms en geavanceerde systeemoplossingen te vergroten en om, als proef, de inzet van nieuwe technologieën voor grensbewaking in lidstaten en in het kader van gezamenlijke operaties te vergemakkelijken. De verwezenlijking van de doelstelling om bestaande praktijken te catalogiseren en gebieden vast te stellen waar beste praktijken voor landgrensbewaking zouden kunnen worden ontwikkeld, werd dichterbij gebracht door de instelling van de werkgroep Landgrensbewaking, die drie workshops organiseerde en werkbezoeken bracht aan operationele gebieden. Ter ondersteuning van deze werkgroep publiceerde Frontex een oproep tot het indienen van witboeken, waarin de sector werd uitgenodigd om witboeken met gedetailleerde technische presentaties van hun meest recente resultaten en technische oplossingen in dit domein in te dienen. De oproep leverde zestien witboeken op. In 2013 presenteerde de sector tijdens een grensbewakingsworkshop en in testsessies in Alexandroupolis (Griekenland) en Almería (Spanje) voor het eerst een bemand vliegtuig met facultatieve pilootloze besturing voor grensbewaking in een operationele Frontex-omgeving. Voor de ontdekking en het volgen van kleine boten die worden gebruikt voor illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit werd een concept voor de inzet (Concept of operations Conops) vastgesteld. Het Conops voorziet in een analyse van operationele en technische belemmeringen en identificeert lacunes en gebieden waar passende technische oplossingen zouden kunnen worden ontwikkeld.
30
Voor het voetlicht Geautomatiseerde detectie van misleiding De Avatar, een paspoortcontrolezuil met zelfbediening waarin documentinspectie, biometrische verificatie, dynamische ondervraging en risico-/geloofwaardigheidsbeoordeling zijn geïntegreerd, werd getest tijdens een simulatie met passagiers die zich daarvoor vrijwillig aanmeldden op de luchthaven van Boekarest in Roemenië. De machine, die nog in ontwikkeling is bij de Universiteit van Arizona, maakt gebruik van teledetectietechnologie voor het volgen van oogbewegingen, pupilverwijding en andere fysiologische indicatoren voor misleiding, zoals stemkwaliteit en spierspanning. Ook bevat de machine documentverificatietechnologie met een interactieve interface die 'ja/nee'-vragen aan de houder stelt en ondertussen essentiële gedragsindicatoren controleert. Met ondersteuning van de Roemeense grenspolitie organiseerde Frontex een driedaagse oefening voor onderzoekers van de Universiteit van Arizona, gastfunctionarissen uit Nederland en Letland en van Interpol en cadetten van de Roemeense politieacademie, die de interactie met passagiers onderhielden en hun indrukken over het gebruik van de zuil verzamelden. Hoewel de technologie nog niet voldoende uitgekristalliseerd is om in een operationele setting te worden gebruikt, lieten de oefening en de bijbehorende workshops, waaraan vertegenwoordigers van 16 lidstaten deelnamen, het potentieel van de technologie zien en werd grote publieke en media-aandacht gegenereerd. Het evenement vormde voor Frontex een gelegenheid om een constructief debat met deelnemers over de toekomst van de grenscontroles te voeren.
31
6. Transparantie en toegang tot informatie Informatieverstrekking aan het publiek In 2013 namen journalisten, burgers en maatschappelijke organisaties regelmatig contact op met Frontex met verzoeken om informatie over zijn activiteiten, specifieke operaties en over migratietrends. Het hele jaar door verstrekte het Agentschap informatie, organiseerde interviews en faciliteerde bezoeken aan operationele gebieden (in Bulgarije, Griekenland, Hongarije, Italië en Spanje) voor internationale en Europese media. De belangstelling van massamedia bereikte een piek in de weken na de tragische gebeurtenissen bij Lampedusa begin oktober. In de loop van het jaar werden mediabriefings georganiseerd in Brussel, Parijs en Warschau, en aan diverse televisiekanalen en nieuwsbladen werden filmbeelden en foto's van door Frontex gecoördineerde operaties verstrekt.
Contact met onderzoekers In 2013 was er een grote vraag naar informatie over Frontex-activiteiten, niet alleen van media en burgers, maar ook van een toenemend aantal onderzoekers en studenten. Het Agentschap beantwoordde meer dan driehonderd verzoeken om informatie en hield bijeenkomsten met individuele onderzoekers en groepen studenten. Veel academische instellingen, zoals grenswacht- en politieacademies, namen studiebezoeken aan Frontex op in hun leerplannen. Meer dan 180 onderzoekers en studenten brachten een bezoek aan Frontex voor onderzoeksdoeleinden en om meer te weten te komen over het Agentschap en zijn werkzaamheden.
Algemene informatievoorziening De Border Post, een maandblad voor grensfunctionarissen over grenscontrole en actuele migratievraagstukken, bleef nieuwe lezers trekken, zowel binnen de grenswachtgemeenschap in Europa als wereldwijd. Meer dan 1 800 lezers ontvingen elke maand de Border Post, en de publicatie is via het rechtshandhavingsintranet in enkele lidstaten beschikbaar voor nog eens 60 000 personen. Onder de lezers bevindt zich een groeiend aantal internationale organisaties en openbaredienstverleningsorganen. In 2013 verbeterde Frontex zijn website verder door deze gebruikersvriendelijker te maken en uit te breiden. Het aantal bezoeken aan de website van Frontex kwam uit op meer dan 430 000; de meeste bezoekers waren afkomstig uit Bulgarije, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Op het YouTube-kanaal van Frontex werden nieuwe educatieve video’s geplaatst met uitleg over terugkeeroperaties, zijn onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, de ontwikkeling van het sectoraal kwalificatiekader en de wijze waarop Frontex-operaties worden gepland. De op het YouTube-kanaal geposte films werden door bijna 6 500 bezoekers bekeken. Het jaarlijkse evenement voor grenswachten van alle lidstaten en met Schengen geassocieerde landen bracht meer dan zeshonderd gasten bijeen die debatteerden over grensbeheer in tijden van crisis, Eurosur, risicoanalyse en het evenwicht tussen vrijheid en veiligheid. Voor het eerst namen studenten van grensacademies deel aan de debatten. De sprekers op de Europese Dag voor grenswachten (ED4BG) waren allemaal lid van het Adviesforum voor de grondrechten van Frontex. In 2013 werd een nieuw initiatief gelanceerd in het kader van de Europese Dag voor grenswachten: in samenwerking met partneracademies van Frontex werden twee interactieve seminars (‘ED4BG on the road’) georganiseerd in Gaeta en Lübeck. Het eerste seminar was gewijd aan het gebruik van technologie bij grensbeheer, en het tweede aan de bestrijding van mensenhandel. Aan elk seminar werd deelgenomen door een honderdtal studenten, die de kans kregen zich te verdiepen in het onderwerp en vragen konden stellen aan deskundigen van
32
Frontex. Door middel van een livestream met chatfunctie op de ED4BG-website kon het algemene publiek actief deelnamen aan de seminardiscussies. In de marge van de Europese Dag in Warschau (Polen) organiseerde Frontex de vertoning van een film, BORDEReview, over de complexiteit van grensbeheer en migratie in Europa, gevolgd door een debat met jonge mensen onder het publiek. BORDEReview werd geproduceerd in samenwerking met het bureau van de Europese Commissie in Polen, het informatiebureau van het Europees Parlement in Polen, de Poolse Robert Schuman-stichting, Radio Kampus en de Poolse grenswacht.
Toegang van het publiek tot documenten In 2013 ontving Frontex 26 verzoeken om toegang tot documenten op grond van Verordening (EG) nr. 1049/200111. De verzoeken hadden betrekking op werkregelingen met derde landen en internationale organisaties, operationele plannen, besluiten van de raad van bestuur, relaties met de branche, het meerjarenplan, begrotingsaangelegenheden en inkoop, schendingen van de gedragscode en het verslag van de Inlichtingengemeenschap AfrikaFrontex. Het profiel van de verzoekers liep uiteen van studenten tot onderzoekers en nietgouvernementele organisaties. Volledige toegang tot de opgevraagde documenten werd verleend aan 21 verzoekers, gedeeltelijke toegang werd verleend aan vier verzoekers en de toegang werd geweigerd aan één verzoeker op grond van de bescherming van het openbaar belang wat betreft de openbare veiligheid en de internationale betrekkingen zoals voorzien in artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1049/2001. In 2013 werden geen confirmatieve verzoeken ingediend.
Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. 11
33
7. Grondrechten Grondrechtenfunctionaris In het jaar 2013 was de grondrechtenfunctionaris van Frontex voor het eerst actief. Het was dan ook een jaar van leren en beoordelen van behoeften vanuit het oogpunt van de grondrechten. In dit eerste jaar was de grondrechtenfunctionaris betrokken bij tal van aangelegenheden, in overeenstemming met haar mandaat en taken, met als doel om voor een adequate bescherming van en garanties voor de grondrechten tijdens Frontex-operaties en activiteiten te zorgen. In 2013 richtte de grondrechtenfunctionaris haar werkzaamheden in het bijzonder op drie gebieden: monitoring en verslaglegging, ondersteuning van operaties en capaciteitsopbouw. Op het gebied van monitoring en verslaglegging ondersteunde de grondrechtenfunctionaris de herziening van de interne monitoring- en verslagleggingsprocedures om de door Frontex verzamelde informatie over grondrechten te verbeteren, zoals de standaardprocedure voor verslagen over ernstige incidenten. De grondrechtenfunctionaris volgde en gaf follow-up aan tijdens operaties gerapporteerde incidenten van vermeende mensenrechtenschendingen en maakte een beoordeling van het effect van deze incidenten op de grondrechten als aanvulling op andere interne (juridische en operationele) beoordelingen. Ze initieerde het opzetten van een systeem voor het vastleggen, bijwerken en onderhouden van alle informatie over vermeende incidenten en droeg op die manier bij tot de ontwikkeling van een systeem voor het bewaken van de grondrechten binnen Frontex. Ook legde de grondrechtenfunctionaris een voorlopig concept voor een alomvattend bewakingssysteem ter discussie aan belanghebbenden voor. Voorts creëerde en implementeerde zij een systeem voor de periodieke tweemaandelijkse verslaggeving aan de raad van bestuur, de uitvoerend directeur en het Adviesforum. Met betrekking tot gezamenlijke operaties ondersteunde de grondrechtenfunctionaris de planning en voorbereiding van operaties door middel van mensenrechtenbeoordelingen en suggesties in verband met voorgestelde gezamenlijke operaties en analyses van potentiële uitdagingen en risico's die zich bij een gezamenlijke operatie zouden kunnen voordoen en negatieve effecten op de grondrechten zouden kunnen hebben. De grondrechtenfunctionaris bracht werkbezoeken aan operaties aan zee-, land- en luchtbuitengrenzen en gezamenlijke terugkeeroperaties om informatie over mensenrechtenzorgen op elk gebied te verzamelen. Daarnaast ondersteunde zij de eenheid Risicoanalyse in aan grondrechten gerelateerde aangelegenheden. Op het gebied van capaciteitsopbouw, en in het bijzonder opleiding, ondersteunde de grondrechtenfunctionaris de werkzaamheden voor de Handleiding voor de grondrechtencursus voor grenswachten (opleiden van opleiders) en de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van de opleiding inzake grondrechten van Frontex-personeel. Bij de vervulling van haar taken in 2013 ontwikkelde de grondrechtenfunctionaris goede werkrelaties met leden van het Adviesforum en andere relevante externe organen en organisaties die zich bezighouden met grondrechten en migratie, voornamelijk met de speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor de rechten van migranten, de Raad van Europa en zijn gespecialiseerde organen, en andere leden van het maatschappelijk middenveld op het gebied van migratie. Tot slot geeft ook de Eurosur-verordening de grondrechtenfunctionaris een controlerende rol. De grondrechtenfunctionaris werkte met het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) aan het opstellen van grondrechtenaspecten van het handboek voor Eurosur-gebruikers.
Adviesforum Het jaar 2013 was het eerste jaar van het bestaan, de werking en de activiteiten van het Adviesforum voor de grondrechten van Frontex. Het was een uitdagend jaar dat werd gemarkeerd door het van start gaan van de langetermijnstrategie voor samenwerking, die ervoor moet zorgen dat de bevordering en bescherming van de grondrechten een
34
kernprioriteit op alle gebieden van het mandaat van Frontex en een essentieel onderdeel van het geïntegreerd grensbeheer wordt. Het Adviesforum was bij verschillende gelegenheden rechtstreeks betrokken bij de werkzaamheden van het Agentschap. Ten behoeve van het werkprogramma 2014 werd het Forum geraadpleegd over interne strategische en planningprocedures, wat resulteerde in de opneming van een aantal aanbevelingen. Voorts droeg het Forum bij aan het opstellen van de nieuwe Gedragscode voor gezamenlijke terugkeeroperaties. Leden van het Adviesforum brachten bezoeken aan gezamenlijke operaties in Griekenland en Bulgarije en deden aanbevelingen voor de invoering van gevoelige grensbeheerpraktijken. Ook gaven ze ondersteuning aan Frontex-activiteiten.
35
8. Interne communicatie, ethiek en integriteit In 2013 ging Frontex door met het bevorderen van zijn waarden, taakopdracht en doelstellingen op intern niveau en boekte het Agentschap vooruitgang in zijn op het delen van deskundigheid en het uitwisselen van informatie binnen het Agentschap gerichte activiteiten. Met een nadruk op de waarden menselijkheid en teamgeest droeg de Interne Dag van Frontex bij aan voltooiing van een nieuw gebouwd huis voor personen met een verstandelijke handicap in Warschau (Polen). Personeelsleden van Frontex maakten zich nuttig met schilder-, schoonmaak- en tuinierwerkzaamheden. In het voorjaar van 2013 werd een eerste proef met een trainingscursus over grondrechten georganiseerd. Twintig vrijwilligers onder het personeel van het hoofdkantoor van Frontex testten deze tool en werkten daarbij nauw samen met het FRA en de UNHCR. Na de evaluatie van de proef werden in 2013 nog drie sessies gehouden door externe deskundigen op het gebied van grondrechten. Wat betreft de leeruitkomsten was het doel van de opleiding drieledig: ontwikkeling van kennis, vaardigheden en houding. Meer specifiek werd van het personeel verwacht dat ze inzicht hebben in de basisbeginselen van de mensenrechten, op hun eigen werkgebied een mensenrechtenperspectief kunnen hanteren of in de praktijk kunnen brengen met behulp van een 'mensenrechtenanalysetool', en de mensenrechten accepteren als van wezenlijk belang voor hun werk. Op basis van de opleiding werd een presentatie voor nieuwkomers bij het Agentschap ontwikkeld. Deze werd in december voor het eerst gegeven. In zijn streven naar een effectieve interne communicatie bleef het Agentschap informatiesessies over essentiële onderwerpen (grondrechten, Eurosur) organiseren. Op collegiaal niveau deelden deskundigen van Frontex kennis en ervaringen tijdens tweewekelijkse informele lunches. Tijdens de zomermaanden werden deze vervangen door educatieve films en documentaires, die bijdroegen tot de interne discussie over grenscontrole, migratie, asiel en grondrechten. In de loop van het jaar werd een elektronische interne nieuwsbrief (FrontexINFORMER) gelanceerd, een maandelijkse publicatie voor alle personeelsleden om deze geïnformeerd te houden over beleid, procedures, besluiten en nieuws die/dat voor hen persoonlijk of voor het Agentschap als geheel van belang is/zijn.
36
9. Samenvatting van begroting en personeelszaken in 2013 Begrotingsontwikkelingen en besteding van kredieten De oorspronkelijke begroting van 85,7 miljoen EUR voor de activiteiten in zijn werkprogramma 2013 was gebaseerd op een jaar van nulgroei van zowel de financiële als de personele middelen. De raad van bestuur stelde op 4 november een gewijzigde begroting vast (begroting 2013 N1) voor een additionele 8,2 miljoen EUR, waardoor de definitieve begroting voor het jaar uitkwam op 94,0 miljoen EUR. Deze was gebaseerd op de oproep van de Raad JBZ tot specifieke versterkingen van de operationele activiteiten van Frontex. De verhoging van de begroting 2013 van Frontex was bedoeld om operaties aan de zuidelijke zeegrens uit te breiden en te intensiveren in reactie op de toegenomen migratiedruk en oproepen om de zoek- en reddingscapaciteit te vergroten, in het bijzonder in het centrale Middellandse Zeegebied.
Figuur 1 — Begrotingsontwikkeling 2009-2013
120 000
100 000
80 000 Euro thousand x duizend
60 000
EUR 40 000
20 000
0
5,2%
27,3%
88 250
92 847
118 187
89 578
93 950
2009
2010
2011
2012
2013
-24,2%
4,9%
Year (% indicate year van to year change) Jaar (% = verandering ten opzichte het budget voorgaande jaar)
De benadering en inspanningen van het voorgaande jaar voortzettend, slaagde het Agentschap erin op 31 december 2013 98% van de kredieten te hebben vastgelegd, waarvan 64% werd uitbetaald. De definitieve feitelijke besteding van de kredieten over 2013 zal hoger uitvallen, aangezien Frontex de mogelijkheid heeft om tot 31 december 2014 betalingen te doen uit overgedragen kredieten.
Algemene begroting Het onderstaande diagram van de verdeling van de begroting voor 2013 laat zien hoeveel gewicht de operationele activiteiten krijgen. De verhouding tussen operationele en administratieve uitgaven is 66:34.
37
Figuur 2 — Definitieve verdeling van de begroting
24%
Staff
■ Personeel ■ Other Overige administratieve Administrative uitgaven
10%
66%
■ Operationele activiteiten Operational Activities
Operationele begroting Van de totale operationele begroting van 62,6 miljoen EUR voor 2013 werd 75% van de beschikbare middelen vastgelegd voor gezamenlijke operaties (land-, zee- en luchtgrenzen en samenwerking bij terugkeeroperaties), zoals blijkt uit het onderstaande diagram. Deze toewijzing van middelen is gebaseerd op de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma's van Frontex die door de raad van bestuur van Frontex zijn vastgesteld. Voorts werd de begrotingswijziging van november toegewezen aan de begrotingslijnen die de operationele activiteiten in het zuidelijke en centrale Middellandse Zeegebied versterken.
38
Figuur 3 — Definitieve verdeling van de operationele begroting
Land Borders 2,0% 4,1%
1,9%
Sea borders
12,2%
7,9%
Air borders
Return co-operation
8,8%
Risk analysis & Frontex Situation Centre Training 13,3%
46,2%
Research & Development & Eurosur programme Pooled Resources & EBGT
3,6%
Misc. operational activities
EN Land borders Sea borders Air borders Return co-operation Risk analysis & Frontex Situation Centre Training Research & Development & Eurosur programme Pooled Resources & EBGT Misc. operational activities
NL Landgrenzen Zeegrenzen Luchtgrenzen Gezamenlijke terugkeeroperaties Risicoanalyse en het Frontex-situatiecentrum Opleiding Onderzoek en Ontwikkeling en Eurosur-programma eenheid Gebundelde Middelen en EBGT Diverse operationele activiteiten
Besteding van kredieten van 2012 die naar 2013 zijn overgedragen Bij de afsluiting van het boekjaar 2013 was Frontex erin geslaagd alle betalingskredieten van 2012 te besteden. Van het totale bedrag dat werd overgedragen van 2012 naar 2013 werd 18,4 miljoen EUR betaald in 2013 en moest 3,3 miljoen EUR worden geannuleerd. De voornaamste redenen voor de annuleringen hielden verband met niet-uitvoering van contracten om redenen die buiten de controle van het Agentschap vielen en het feit dat begunstigden van subsidies minder geld vroegen dan bij het begin van een operationele activiteit was geraamd. Niettemin lag de totale begrotingsbesteding van de kredieten die in 2012 aan Frontex ter beschikking waren gesteld dicht bij 96%.
39
Werving In totaal werden 2 521 sollicitaties ontvangen op vacatures voor tijdelijke functionarissen (TF), arbeidscontractanten (AC) en gedetacheerde nationale deskundigen (GND). In 2013 werden 31 wervingsprocedures gestart en werden 14 procedures van 2012 afgesloten; 12 procedures die in 2013 werden gestart zullen in 2014 worden afgesloten. In 2013 werden 39 nieuwe personeelsleden geworven en werden 134 sollicitatiegesprekken gevoerd in procedures voor tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten en 36 in procedures voor gedetacheerde nationale deskundigen. Eind 2013 telde Frontex 302 medewerkers, op een totale goedgekeurde personeelsformatie van 318. Ook werden twee nieuwe afdelingsdirecteuren (Administratie en Capaciteitsopbouw) geselecteerd. Voorts startte de Europese Commissie de procedure voor de opvolging van de vertrekkende directeur van Frontex Uitsplitsingen van het personeel naar eenheid en de specificatie van het aantal tijdelijke functionarissen zijn bijgevoegd als bijlagen J en K. Personeelsontwikkeling en opleiding Behalve taalcursussen en zeven sessies over ethiek werden 73 cursussen georganiseerd; 18 algemene cursussen, bv. over ‘mind mapping’ en het voeren van sollicitatiegesprekken, en 55 specifieke cursussen, variërend van opleidingen op het gebied van elektronische identiteitsdocumenten en datavisualisatie tot de ambtenarenwetgeving van de EU. In 2013 werden uit een pool van tweehonderd aanvragen 18 stagiairs geselecteerd, die grote bijdragen leverden aan de werkterreinen waarop ze werden ingezet.
Personeelsadministratie De begroting voor titel 1 (personeel) werd voor 99% uitgevoerd, waarbij alle betalingen tijdig en correct werden verricht. Door de toegenomen vraag vanuit de werkgebieden van Frontex is een overeenkomst gesloten met een extern uitzendbureau voor het leveren van tijdelijk personeel voor korte duur. In 2013 bereikte het aantal personen dat in het kader van dit contract diensten verrichte 15, die in totaal 106 persoon-maanden werkten.
40
10.
Bijlagen
Bijlage A — Leden van de raad van bestuur
Land
Naam
Functie/Rang
Instelling
Oostenrijk
Dhr. Robert Strondl
majoor-generaal oofd van de afdeling Operationele Zaken
Ministerie van Binnenlandse Zaken
Dhr. Tony Mouton vervangen door
commissaris
Dhr. Herbert Veyt
hoofdcommissaris directeur
Bulgarije
Dhr. Zaharin Penov
algemeen commissaris directeur
Hoofddirectie Grenspolitie
Kroatië
Dhr. Zlatko Sokolar
adjunct-directeur van de Algemene Politie
Hoofd van de directie Grenspolitie, Ministerie van Binnenlandse Zaken
Cyprus
Dhr. Glykerios Leontiou
hoofdcommissaris A, commandant van de Vreemdelingen- en Immigratiedienst
Politie Cyprus
Dhr. Tomáš Kužel vervangen door
directeur van het hoofdkantoor van de Regionale Politie kolonel
Dhr. Col. Tomáš Tuhý
vicevoorzitter van de Politie kolonel
Dhr. Richard Østerlund la Cour
hoofdcommissaris
Dhr. Tõnu Hunt vervangen door
adjunct-directeur-generaal kolonel van de Grensbewaking
Dhr. Rando Kruusmaa
adjunct-directeur-generaal Luitenant-kolonel
Dhr. Jaakko Kaukanen vervangen door
hoofd van de Finse Grenswacht luitenant-generaal
Dhr. Matti Möttönen
adjunct-hoofd van de Finse Grenswacht schout-bij-nacht
Dhr. François Lucas
directeur Immigratie
Ministerie van Binnenlandse Zaken
Dhr. Ralf Göbel
voorzitter van de raad van bestuur van Frontex adjunct-directeur-generaal
Directoraat-generaal van de Federale Politie Federaal Ministerie van Binnenlandse Zaken
Dhr. Elias Papaspiropoulos vervangen door
directeur van de Vreemdelingendienst rigadier-generaal
Dhr. Alexandros Denekos
directeur van de Vreemdelingendienst brigadier-generaal van de politie
België
Tsjechië
Denemarken
Estland
Finland
Frankrijk
Duitsland
Directie Bestuurlijke Politie en Operaties, Federale Politie
Tsjechisch Politiekorps
Deense Nationale Politie
Raad voor politie en grenswacht
Griekenland
Finse Grenswacht
Griekse Politie
41
Land
Naam
Functie/Rang
Dhr. József Hatala vervangen door
hoge commissaris van de Nationale Politie luitenant-generaal
Dhr. Zsolt Halmosi
directeur-generaal belast met politiezaken brigadier-generaal
Dhr. Salvatore Guglielmino vervangen door
directeur van de Grenspolitieen Vreemdelingendienst Ministerie van Binnenlandse Zaken
Dhr. Giovanni Pinto
centraal directeur van het Centrale Directoraat Immigratiedienst en Grenspolitie
Letland
Dhr. Normunds Garbars
generaal
Nationale Grenswacht
Litouwen
Dhr. Vainius Butinas
commandant van de Nationale Grenswachtdienst
Nationale Grenswachtdienst
Hongarije
Italië
Luxemburg
Dhr. Pascal Schumacher vervangen door
Instelling
Hongaarse Nationale Politie
adviseur van het Ministerie van Vertegenwoordiging van Luxemburg Justitie en Binnenlandse Zaken bij de Europese Unie
Dhr. Thierry Fehr
directeur
Nationale Luchthavenpolitie
Malta
Dhr. Neville Xuereb
commissaris
Nationale Politie van Malta Speciale Afdeling
Nederland
Dhr. J.A.J. (Hans) Leijtens
commandant luitenant-generaal
Koninklijke Marechaussee
Polen
Dhr. Dominik Tracz
Hoofdcommandant Grenswacht Generaal
Poolse Grenswacht
Portugal
Dhr. Manuel Jarmela Palos
nationaal directeur
Immigratie- en Grensdienst
Roemenië
Dhr. Ioan Buda
inspecteur-generaal
Inspectoraat-generaal van de Roemeense Grenspolitie
Slowakije
Dhr. Ľudovít Bíró
directeur van de Grens- en Vreemdelingenpolitie
Presidium van de Politiedienst
Slovenië
Dhr. Marko Gaŝperlin
icevoorzitter van de raad van bestuur van Frontex adjunct-directeur Senior Hoofdcommissaris
Directoraat-generaal Nationale Politie Ministerie van Binnenlandse Zaken
Spanje
Dhr. Emilio Baos Arrabal
algemeen commissaris
Nationale Politie
Dhr. Klas Friberg vervangen door
commissaris / hoofd van de nationale recherche
Zweedse recherche
Dhr. Sören Clerton
adjunct-commissaris afdelingshoofd
Nationaal Onderzoeksbureau/Centrale Afdeling Grensbeheer
Dhr. Stefano Manservisi
directeur-generaal
Zweden
Europese Commissie
Mevr. Belinda Pyke directeur Migratie en Grenzen
Directoraat-generaal Binnenlandse Zaken Europese Commissie
42
Land
Naam
Functie/Rang
Instelling
IJsland
Mevr. Sigrídur Björk Gudjónsdóttir
districtscommissaris
Politiedistrict Sudurnes
Liechtenstein
Dhr. Mario Büchel
hoofd afdeling Beveiliging en Verkeer
Nationale Politie
Noorwegen
Dhr. Stein Ulrich
senior adviseur
Directoraat Nationale Politie
Zwitserland
Dhr. Héribert Wider
hoofd afdeling Operaties luitenant-kolonel
Zwitserse Grenswacht
Ierland
Dhr. John O`Driscoll
bureauhoofd hoofdcommissaris
Garda, Nationaal Immigratiebureau
Mevr. Jacqueline Luetchford vervangen door
directeur
Dhr. Paul Morgan
directeur Zuiden en Europa
Verenigd Koninkrijk
Grensbewaking
43
Bijlage B — Overzicht van de door de raad van bestuur genomen besluiten in 2013 01 Besluit tot vaststelling van de algemene cijfers in verband met de titels en hoofdstukken van de voorlopige begroting 2014 van Frontex
1 maart 2013
02 Besluit bij schriftelijke procedure betreffende de niet-automatische overdracht van kredieten van 2012 naar 2013
1 maart 2013
03 Besluit betreffende de benoeming van een tijdelijke rekenplichtige
1 maart 2013
04 Besluit tot vaststelling van maatregelen voor de toepassing van de beveiligingsbeginselen in verband met de verwerking van nietgerubriceerde gevoelige informatie
1 maart 2013
05 Besluit van de raad van bestuur tot vaststelling van de regels betreffende de technische uitrusting en de minimumhoeveelheid die wordt ingezet bij door Frontex gecoördineerde activiteiten in 2014
27 maart 2013
06 Besluit van de raad van bestuur betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk om deel te nemen en financieel bij te dragen aan operationele activiteiten van Frontex in 2013
27 maart 2013
07 Besluit van de raad van bestuur betreffende het verzoek van Ierland om deel te nemen en financieel bij te dragen aan operationele activiteiten van Frontex in 2013
27 maart 2013
08 Besluit van de raad van bestuur tot vaststelling van het Algemeen Verslag 2012 van Frontex
27 maart 2013
09 Besluit van de raad van bestuur tot instelling van het redactiecomité voor de voorbereiding van de analyse en beoordeling van het jaarlijkse Activiteitenverslag 2012 door de raad van bestuur
27 maart 2013
10 Besluit van de raad van bestuur tot vaststelling van het gewijzigde reglement van orde van de raad van bestuur
27 maart 2013
11 Besluit van de raad van bestuur tot vaststelling van de strategie en het meerjarenplan 2014-2017 van Frontex
16 april 2013
12 Besluit van de raad van bestuur tot vaststelling van de analyse en beoordeling van het jaarlijkse Activiteitenverslag 2012 door de raad van bestuur
24 mei 2013
13 Besluit van de raad van bestuur tot vaststelling van de uitvoeringsregels voor de verantwoordelijkheden en werving van personeel voor middenkaderfuncties
24 mei 2013
14 Besluit van de raad van bestuur tot instelling van een specifieke werkgroep voor aangelegenheden in verband met de begroting en de rekeningen van Frontex
24 mei 2013
44
15 Besluit van de raad van bestuur tot instelling van een stuurgroep voor de begeleiding van de periodieke evaluatie van Frontex, met inbegrip van een ontwerptijdschema, overeenkomstig artikel 33 van de Frontex-verordening
24 mei 2013
16 Besluit van de raad van bestuur betreffende de rekenplichtige en de verandering van functiegroep
13 juni 2013
17 Besluit van de raad van bestuur tot vaststelling van zijn advies inzake de definitieve rekeningen over 2012 18 Besluit van de raad van bestuur betreffende het operationeel kantoor van Frontex in Piraeus, Griekenland 19 Besluit van de raad van bestuur tot wijziging van het werkprogramma van Frontex (N1) en de begroting 2013 van Frontex (N1) 20 Besluit tot vaststelling van het meerjarige personeelsbeleidsplan 2014-2016 van Frontex 21 Besluit betreffende de herverkiezing van de voorzitter
18 juni 2013
27 september 2013 25 november 2013 26 november 2013 28 november 2013 22 Besluit betreffende de herverkiezing van de vicevoorzitter 28 november 2013 23 Besluit tot vaststelling van de algemene cijfers in verband met de 28 november titels en hoofdstukken van de voorlopige begroting 2015 van Frontex 2013 24 Besluit van 27 november 2013 tot wijziging van besluit nr. 22/2009 28 november van de raad van bestuur van 25 juni 2009 tot vaststelling van de regels 2013 voor de detachering van nationale deskundigen bij Frontex
45
Bijlage C — Situatie aan de buitengrenzen in 2013 Het aantal geconstateerde illegale grensoverschrijdingen aan de buitengrenzen van de EU nam in 2013 toe met 48% ten opzichte van 2012 — van 72 500 tot circa 107 000. Hoewel deze toename significant is, was het aantal gevallen in 2013 vergelijkbaar met het aantal dat de lidstaten in 2009 en 2010 rapporteerden (respectievelijk 104 600 en 104 000), en lager dan de 141 000 gevallen die werden gerapporteerd tijdens de 'Arabische Lente' van 2011. Afgezien van deze opwaartse trend werd 2013 gekenmerkt door drie verschijnselen: een enorme toename van het aantal Syrische onderdanen op de oostelijke mediterrane route (naar Griekenland en Bulgarije) en in het centrale Middellandse Zeegebied (naar Italië); een gestage toestroom van migranten die vanuit Noord-Afrika (Libië en Egypte) vertrokken om de Middellandse Zee over te steken, en een scherpe toename, vooral tussen januari en juni, van het aantal door Hongarije gerapporteerde illegale grensoverschrijdingen aan zijn landgrens met Servië. Syriërs, Eritreeërs, Afghanen en Albanezen waren samen verantwoordelijk voor 52% van de geconstateerde illegale grensoverschrijdingen (55 400). Met circa 25 500 vertegenwoordigden Syriërs bijna een kwart van het totaal. Het aantal geconstateerde illegale grensoverschrijdingen van Syriërs verdrievoudigde in 2013 ten opzichte van 2012, een weerspiegeling van de situatie in Syrië en de benarde positie van Syrische vluchtelingen. In veel gevallen waren grenscontrolefunctionarissen de eerste autoriteiten die ze tegenkwamen en die hun asielverzoek in ontvangst namen om hen vervolgens door te verwijzen naar de desbetreffende asielautoriteiten. Het aantal geconstateerde illegale grensoverschrijdingen door Afghanen daalde in 2013 scherp tot circa 9 500 (van 13 200 in 2012 en bijna 26 000 in 2010). Deze afname wordt nog significanter in het licht van het feit dat veel Afghanen tweemaal werden gedetecteerd: eenmaal op de oostelijke mediterrane route (meestal bij het oversteken van de Egeïsche Zee naar Griekenland), en opnieuw op de westelijke Balkanroute aan de Hongaars-Servische landgrens. In het centrale Middellandse Zeegebied was het aantal geconstateerde illegale grensoverschrijdingen in het eerste kwartaal van 2013 laag, maar dit aantal nam vanaf het tweede kwartaal geleidelijk toe en bereikte een piek in het derde kwartaal. Van het jaarlijkse aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen van 40 300 werd 75% gerapporteerd tussen juli en oktober, met een piek in september. In deze periode van intense migratiestromen vanuit Noord-Afrika vonden diverse incidenten met kapseizende boten plaats, die resulteerden in omvangrijke verliezen van levens, onder wie de levens van veel vrouwen en kinderen. De meeste boten vertrokken uit Libië, waar mensensmokkelaars profiteerden van zwakke overheidscontroles. Een aantal migranten vertrok uit Egypte. Op de oostelijke mediterrane route was het aantal gerapporteerde illegale grensoverschrijdingen het laagst sinds 2009 (24 800 in 2013), maar deze route was nog steeds de op een na meest gebruikte en was goed voor een kwart van alle ontdekte illegale grensoverschrijdingen naar de EU. Vergeleken met 2011 en 2012 vond er ook een aanzienlijke verschuiving naar andere gebieden plaats, waarbij het hoogste aantal werd gerapporteerd in de Egeïsche Zee, gevolgd door de Bulgaars-Turkse landgrens. Het aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen op de oostelijke mediterrane route piekte in oktober (met 4 934), maar daalde daarna snel. In de Zwarte Zee werden in 2013 nauwelijks illegale grensoverschrijdingen ontdekt, zij het dat Bulgarije melding maakte van één poging om clandestien de EU binnen te komen via de zeehaven van Varna, in juni, terwijl Roemenië vier incidenten rapporteerde, waarbij 143 migranten werden ontdekt die, geholpen door smokkelnetwerken in Turkije, probeerden de Roemeense kust te bereiken. De betrokken migranten waren meestal Syriërs of Afghanen. Deze incidenten vormden geïsoleerde gevallen, maar duiden op illegale migratiedruk vanuit Turkije via de Zwarte Zee, die mogelijk toeneemt. Op de westelijke Balkanroute nam het aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen sterk toe — daarbij ging het doorgaans om verdere reisbewegingen van migranten die de EU reeds waren binnengekomen via Griekenland — van circa 6 400 in 2012 tot 19 500 in 2013, een recordaantal sinds het verzamelen van de gegevens in 2008 van start ging. De meeste illegale
46
grensoverschrijdingen werden gerapporteerd tussen februari en juli aan de Hongaars-Servische landgrens. De migranten die in die periode werden aangehouden wegens illegale grensoverschrijding vroegen onmiddellijk asiel aan en vertrokken vervolgens om hun reis voort te zetten naar andere lidstaten. In juli, na wijzigingen van het Hongaarse asielbeleid, begon het aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen af te nemen, al bleef het hoger dan in voorgaande jaren. In het westelijke Middellandse Zeegebied (naar Spanje) en op de West-Afrikaanse route (naar de Canarische Eilanden) bleef het aantal illegale grensoverschrijdingen in 2013 min of meer stabiel met respectievelijk 6 800 en iets minder dan 300 detecties. De meeste migranten die werden ontdekt waren Algerijnen, Marokkanen of Afrikanen uit sub-Sahara-landen die waren vertrokken vanuit Marokko of Algerije. Aan de oostelijke landgrens bleef het aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen laag met 1 300, ofwel 1,2% van het totaal voor de EU. Aan dit grenssegment deed zich tussen maart en augustus echter een grote toename van het aantal toegangsweigeringen aan Russische staatsburgers van Tsjetsjeense afkomst voor, in het bijzonder aan de grens tussen Polen en Wit-Rusland. De migranten arriveerden doorgaans zonder visum en vroegen vervolgens asiel aan. Velen van hen vroegen later ook asiel aan in Duitsland. Terwijl de meeste toegangsweigeringen werden gerapporteerd aan de land- en luchtgrenzen, hetgeen aansluit bij de verdeling van de passagiersstromen, wijst de langetermijntrend op een stijging aan de landgrenzen als gevolg van een markante toename van de passagiersstromen. In de westelijke Balkan leidde de visumliberalisering voor burgers van Servië, Montenegro, Bosnië en Herzegovina en Albanië tot een aanwas van zowel de passagiersstromen als het aantal toegangsweigeringen. De weigeringen van toegang tot de EU aan onderdanen van landen van de westelijke Balkan vormden in 2013 18% van het totale aantal weigeringen, terwijl dit aandeel in 2010, d.w.z. vóór de visumliberalisering, maar 9% bedroeg. Dit weerspiegelt de toenemende werklast voor de desbetreffende grenscontroleautoriteiten. In 2013 werden voor de hele EU circa 345 000 gevallen van illegaal verblijf ontdekt, in grote lijnen hetzelfde aantal als in het voorgaande jaar. Dit is consistent met een stabiele, licht dalende langetermijntrend over de afgelopen vijf jaar. De over het geheel genomen stabiele trends voor illegaal verblijf maskeerden grote verschillen tussen lidstaten. Duitsland bleef de lijst aanvoeren en was ook de lidstaat die de grootste jaarlijkse toename rapporteerde. Het grootste deel was terug te voeren op een hoger aantal ontdekte Russische en Syrische onderdanen. De op een na grootste toename werd gemeld door Bulgarije, waar het aantal ontdekkingen in 2013 bijna verdubbelde. Daarbij betrof het voornamelijk Syriërs. Verschillende lidstaten rapporteerden echter ook sterke dalingen, met name Griekenland, waar het aantal ontdekkingen met 41% afnam ten opzichte van 2012. Ook in Italië was een aanzienlijke afname zichtbaar, met 22%. In 2013 nam het aantal ontdekkingen van mensensmokkelaars van illegale inreis ten opzichte van 2012 af met 11%, waardoor het totaal uitkwam op 6 900. Deze afname is mogelijk deels het gevolg van een brede verschuiving naar misbruik van wettelijke kanalen en het gebruik van documentfraude om de EU binnen te komen, waarbij smokkelaars op afstand kunnen opereren zonder zelf op te vallen in plaats van migranten te begeleiden tijdens risicovolle activiteiten zoals het illegaal overschrijden van groene grenzen. In 2013 werden circa 9 800 migranten ontdekt die in een poging om illegaal de EU of de Schengenruimte binnen te komen gebruikmaakten van documentfraude, een toename met bijna 24% ten opzichte van het jaar ervoor en het hoogste aantal sinds voor deze indicator stelselmatig gegevens worden verzameld (2009). Binnen de documentfraudebestrijdingsdiensten van de EU en onder deskundigen op het gebied van identiteitsfraude in de lidstaten bestaat algemene consensus dat het gebruik van frauduleus verkregen (in plaats van vervalste) documenten aan de grens toeneemt. Dit is het gevolg van het feit dat moderne documenten steeds moeilijker te vervalsen of te manipuleren zijn. Volgens gegevens van de documentfraudebestrijdingsdienst van de EU werden in 2013 tweemaal zoveel frauduleus verkregen paspoorten vastgesteld als in 2012, waarbij het vaak ging om paspoorten die waren afgegeven door Mali, Syrië en andere landen die de kans voor de houder om internationale bescherming te krijgen vergroten.
47
In 2013 bleef het aantal in de EU ingediende asielverzoeken toenemen. Uit voorlopige cijfers blijkt een toename met circa 28%. Syriërs vormden verreweg de grootste groep migranten die om internationale bescherming vroegen, met in 2013 bijna een verdubbeling van het reeds hoge aantal asielverzoeken in 2012, en vertegenwoordigden een ongekende instroom van asielzoekers in de EU. Meer dan twee derde van alle Syrische asielverzoeken werd ingediend in Zweden, Duitsland en Bulgarije. In 2013 vertrok een stabiel aantal van circa 159 000 onderdanen van derde landen daadwerkelijk weer uit de EU. In dit totaal zijn de gevallen van daadwerkelijke terugkeer tussen de lidstaten niet meegerekend. Net als in 2012 waren het Verenigd Koninkrijk en Griekenland de lidstaten die de meeste terugkeeroperaties uitvoerden.
48
Bijlage D — Overzicht van gezamenlijke operationele activiteiten in 2013 Luchtgrenzen Naam van het project
GO Flexi Force 2013 operationele module Mizar
GO Flexi Force 2013 operationele module Mizar II
GO Focal Points 2013 Lucht (incl. verlenging GO Focal Points 2012 Lucht)
Operationeel gebied
Malaga, Amsterdam, Barcelona, Bergamo, Brussel, Bratislava, Boedapest, Frankfurt, Parijs Charles de Gaulle, Genève, Helsinki, Madrid, München, Milaan Malpensa, Parijs Orly, Boekarest Otopeni, Praag, Riga, Tallinn, Wenen, Warschau, Zürich
Amsterdam, Barcelona, Bergamo, Brussel, Boedapest, Kopenhagen, Rome Fiumicino, Genève, Lissabon, Ljubljana, Madrid, Milaan Malpensa, Parijs Orly, Boekarest Otopeni, Praag, Riga, Tallinn, Wenen, Warschau, Zürich
27 EU-focal points geactiveerd: Luchthavens van Amsterdam, Arlanda, Athene, Barcelona, Bergamo, Brussel, Boedapest, Parijs Charles de Gaulle, Düsseldorf, Rome Fiumicino, Frankfurt, Genève, Helsinki, Ljubljana, Lissabon, Madrid, München, Milaan Malpensa, Oslo, Boekarest, Praag, Riga,
Duur (dagen)
42
Deelnemende lidstaten en derde landen
Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, België, Tsjechië, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk Derde landen: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Moldavië, VJR Macedonië, Servië, Oekraïne
35
Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Letland, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, Zwitserland Derde landen: Albanië, Georgië, Oekraïne
357 (permanente operatie)
Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, België, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk Derde landen: Albanië,
49
Naam van het project
Operationeel gebied
Duur (dagen)
Sofia, Wenen, Vilnius, Warschau, Zürich
Bosnië en Herzegovina, VJR Macedonië, Moldavië, Servië, Turkije, Oekraïne
5 coördinatiepunten geactiveerd: Luchthavens van Skopje, Tirana, Belgrado, Kiev en Chisinau
GO Meteor 2013
Luchthaven van Lissabon
Deelnemende lidstaten en derde landen
12
Deelnemende lidstaten: België, Frankrijk, Italië, Nederland, Roemenië, Spanje, Zwitserland
50
Landgrenzen Naam van het project
Operationeel gebied
Duur (dagen)
Deelnemende lidstaten en derde landen
Ontvangende lidstaten: Bulgarije, Kroatië, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Letland, Litouwen, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië
GO Focal Points 2013 Land (incl. verlenging GO Focal Points 2012 Land)
Aangewezen grensdoorlaatposten en groene grensgebieden aan de landbuitengrens van de EU
365 (permanente operatie)
Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, België, Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland Derde landen: Albanië, Kroatië, Moldavië, Oekraïne Ontvangende lidstaten: Griekenland, Bulgarije
GO Poseidon Land 2012 (verlenging)
Zuidoostelijke landbuitengrens
87
Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Noorwegen, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk Ontvangende lidstaten: Bulgarije, Griekenland
GO Poseidon Land 2013
Zuidoostelijke landbuitengrens
280
Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, Bulgarije, Kroatië Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk,
51
Naam van het project
Operationeel gebied
Duur (dagen)
Deelnemende lidstaten en derde landen
Duitsland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk Ontvangende lidstaten: Kroatië, Hongarije
GO Neptune 2013
Westelijke Balkangebied en Kroatische buitengrens
29
Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Frankrijk, Griekenland, Letland, Nederland, Polen, Roemenië, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland Derde landen: Albanië, Bosnië en Herzegovina, VJR Macedonië, Servië Ontvangende lidstaten: Estland, Finland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slowakije
GO Jupiter 2013
Oostelijke landgrens
29
Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, Bulgarije, Denemarken, Estland, Frankrijk, Finland, Duitsland, Hongarije, Italië, Letland, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje Derde landen: Oekraïne, Moldavië
GO Coordination Points 2013
Aangewezen grensdoorlaatposten in derde landen
245
Ontvangende lidstaten: Albanië, Kroatië, VJR Macedonië, Moldavië, Oekraïne Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Letland,
52
Naam van het project
Operationeel gebied
Duur (dagen)
Deelnemende lidstaten en derde landen
Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië Ontvangende lidstaten: Hongarije, Roemenië
REX 2013
Hongaars-Servische en Roemeens-Servische landbuitengrens
28
Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, België, Kroatië, Tsjechië, Estland, Duitsland, Frankrijk, Finland, Letland, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden Derde land: Russische Federatie
53
Zeegrenzen Deelnemende lidstaten en derde landen
Naam van het project
Operationeel gebied
Duur (dagen)
GO EPN Hermes 2012 — verlenging
Centrale Middellandse Zee
31
Ontvangende lidstaat: Italië
GO Poseidon Sea 2012 — verlenging
Oostelijke Middellandse Zee
90
Ontvangende lidstaat: Griekenland Deelnemende lidstaten: Letland, Nederland, Roemenië, Spanje
GO EPN Hera 2013
GO EPN Indalo 2013
Canarische Eilanden en West-Afrikaanse kusten
92
Westelijke Middellandse Zee
169
Ontvangende lidstaat: Spanje Deelnemende lidstaat: Luxemburg Ontvangende lidstaat: Spanje Deelnemende lidstaten: België, Frankrijk, Finland, IJsland, Italië, Luxemburg, Portugal, Roemenië, Slowakije, Verenigd Koninkrijk Derde land: Verenigde Staten
GO EPN Minerva 2013
Westelijke Middellandse Zee (zeehavens)
47
Ontvangende lidstaat: Spanje Deelnemende lidstaten: België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Italië, Letland, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Zweden, Zwitserland Derde landen: Moldavië, Oekraïne
54
Naam van het project
Operationeel gebied
Duur (dagen)
GO EPN Hermes 2013
Centrale Middellandse Zee
240
Deelnemende lidstaten en derde landen
Ontvangende lidstaat: Italië Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Luxemburg, Malta, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Spanje, Zweden, Zwitserland, Nederland en Verenigd Koninkrijk Derde landen: Georgië, Moldavië, Oekraïne
GO EPN Aeneas 2013
Centrale Middellandse Zee
212
Ontvangende lidstaat: Italië Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, IJsland, Luxemburg, Malta, Noorwegen, Portugal, Roemenië, Spanje, Verenigd Koninkrijk Derde land: Albanië
GO Poseidon Sea 2013
Oostelijke Middellandse Zee
275
Ontvangende lidstaat: Griekenland Deelnemende lidstaten: Oostenrijk, België, Duitsland, Denemarken, Spanje, Frankrijk, IJsland, Italië, Luxemburg, Letland, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Zweden, Verenigd
55
Naam van het project
Operationeel gebied
Duur (dagen)
Deelnemende lidstaten en derde landen
Koninkrijk Derde land: Albanië GO Focal Points Sea 2013
Grensdoorlaatposten in zes lidstaten: Roemenië, Bulgarije, Spanje, Portugal, Slovenië en Litouwen
167
Ontvangende lidstaten: Bulgarije, Litouwen, Portugal, Roemenië, Slovenië Spanje Deelnemende lidstaten: België, Bulgarije, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Letland, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, Zweden
56
Terugkeeroperaties Nr.
Bestemming(en)
Organiserend land
Deelnemende landen (met aantal terugkeerders)
Totale aantal terugkeerders
1
Nigeria
Verenigd Koninkrijk
Bulgarije, Ierland, Roemenië, Spanje, Verenigd Koninkrijk;
65
2
Nigeria
Oostenrijk
Oostenrijk, Bulgarije, Finland, Griekenland, Duitsland, Hongarije;
25
3
Colombia en Ecuador
Spanje
Frankrijk, Spanje;
110
4
Nigeria
Italië
Bulgarije, Griekenland, Italië;
38
5
Georgië en Oekraïne
Spanje
Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, Ierland, Polen, Spanje;
54
6
Nigeria
Noorwegen
Bulgarije, Duitsland, Noorwegen, Spanje, Zweden;
43
7
Georgië
Oostenrijk
Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Zweden;
34
8
Servië en VJR Macedonië
Duitsland
Finland, Duitsland, Zweden;
112
9
Colombia en Dominicaanse Republiek
Spanje
Frankrijk, Spanje;
98
43
10
Nigeria
Oostenrijk
Oostenrijk, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Malta, Noorwegen, Roemenië, Zweden;
11
Georgië
Duitsland
Duitsland, Polen
8
12
Servië
Duitsland
Duitsland, Spanje, Zweden;
83
71
13
Pakistan
Spanje
Bulgarije, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Noorwegen, Polen, Portugal, Spanje, Zweden, Zwitserland;
14
Nigeria
Nederland
Finland, Duitsland, Ierland, Nederland, Portugal, Spanje;
30
15
Kosovo
Duitsland
Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Zweden;
73
16
Albanië
Ierland
België, Frankrijk, Ierland, Spanje;
52
17
Armenië en Georgië
Oostenrijk
Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Nederland, Spanje, Zweden;
42
57
Nr.
Bestemming(en)
Organiserend land
Deelnemende landen (met aantal terugkeerders)
Totale aantal terugkeerders
38
18
Nigeria
Oostenrijk
Oostenrijk, Bulgarije, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Hongarije, Ierland, Noorwegen;
19
Democratische Republiek Congo
België
België, Frankrijk, Duitsland, Ierland;
34
20
VJR Macedonië en Servië
Duitsland
Duitsland, Zweden;
67
21
Colombia en Ecuador
Spanje
Spanje
91
22
Nigeria
Italië
Bulgarije, Duitsland, Griekenland, Italië, Portugal;
46
23
Servië
Duitsland
Duitsland, Ierland, Spanje, Zweden;
66
40
24
Nigeria
Spanje
Bulgarije, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Malta, Portugal, Slovenië, Spanje, Zweden;
25
Nigeria
Italië
Bulgarije, Finland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Zweden;
47
26
VJR Macedonië en Servië
Duitsland
Frankrijk, Duitsland, IJsland, Spanje, Zweden;
81
27
Kosovo
Zweden
Oostenrijk, Frankrijk, Finland, Duitsland, Hongarije, Noorwegen, Zweden;
75
28
Colombia en Ecuador
Spanje
Bulgarije, Spanje, Italië;
84
29
Nigeria
Nederland
Bulgarije, Duitsland, Nederland, Slovenië, Spanje;
18
30
Albanië
Frankrijk
België, Frankrijk, IJsland, Italië, Nederland, Spanje, Zweden;
62
31
Servië
Duitsland
Duitsland, Zweden;
77
32
Nigeria
Oostenrijk
Oostenrijk, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Griekenland;
31
Spanje
België, Bulgarije, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Noorwegen, Polen, Roemenië, Spanje;
45
33
Pakistan
58
Nr.
Bestemming(en)
Organiserend land
Deelnemende landen (met aantal terugkeerders)
Totale aantal terugkeerders
34
Nigeria
Italië
Italië, Portugal;
44
35
Georgië en Oekraïne
Spanje
Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Portugal, Spanje, Zweden, Zwitserland;
41
36
Georgië
Duitsland
Bulgarije, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Noorwegen, Polen, Zwitserland;
31
37
Democratische Republiek Congo
België
België, Duitsland;
23
38
Colombia en Ecuador
Spanje
Italië, Spanje;
93
39
Albanië
IJsland
België, Frankrijk, IJsland;
37
TOTAAL
2152
59
Bijlage E — Vergelijkende analyse van gezamenlijke operationele activiteiten Aan de luchtgrenzen Als gevolg van de geringere begroting was de operationele activiteit aan de luchtbuitengrenzen beperkt en nam het aantal functionarisdagen van gezamenlijke operaties aan de luchtgrenzen af van 7 325 in 2012 tot 5 988 in 2013. Het aantal ingezette functionarissen was 8% minder (241 in 2013 tegen 262 in 2012), maar de gemiddelde duur van de inzet, met name in het kader van GO Focal Points, was langer. Het aantal deelnemende EU-lidstaten/met Schengen geassocieerde landen bleef met 25 hoog, en daarnaast namen nog acht andere landen deel aan gezamenlijke operaties. Voor het jaar als geheel daalde de begroting voor de sector luchtgrenzen van 2 450 000 EUR in 2012 tot 2 255 000 EUR in 2013.
Aan de landgrenzen De intensiteit van de activiteiten aan de landbuitengrenzen bleef op ongeveer hetzelfde niveau als in 2012. In 2013 werden zeven gezamenlijke activiteiten uitgevoerd, evenveel als in 2012 (incl. REX 2013). Het zwaartepunt van de activiteiten lag bij de Grieks-Turkse en de Bulgaars-Turkse landgrens, waar de gezamenlijke operaties Poseidon Land 2012 (de verlenging ervan) en Poseidon Land 2013 gedurende het gehele jaar operationeel waren, en deels aan de Hongaars-Servische en Kroatisch-Servische landgrens, waar de gezamenlijke operaties Focal Points Land, Neptune en REX 2013 werden uitgevoerd. Deze operaties richtten zich op de gespecialiseerde bewaking van groene grenzen en debriefingactiviteiten. De inzet van extra functionarissen van de Griekse politie langs de Grieks-Turkse landgrens in het kader van de Griekse nationale operatie Aspida ("Schild"), samen met het gebruik van kampen als tijdelijke detentiefaciliteiten, werd in 2013 voortgezet, terwijl Bulgarije in november een soortgelijke nationale operatie in gang zette, wat leidde tot een scherpe daling van het aantal illegale grensoverschrijdingen aan de Bulgaars-Turkse landgrens. De Bulgaarse nationale operatie was onderdeel van de totale operationele respons op het stijgende aantal ontdekte illegale grensoverschrijdingen aan de Bulgaars-Turkse landgrenzen, die onder meer een hertoewijzing van tot wel 65% van de hulpmiddelen van lidstaten van Griekenland naar Bulgarije en de verplaatsing van het internationale coördinatiecentrum van gezamenlijke operatie Poseidon Land 2013 van Athene naar Sofia omvatte. Het aantal ontvangende lidstaten/met Schengen geassocieerde landen nam als gevolg van de toetreding van Kroatië tot de EU toe van 12 in 2012 tot 13 in 2013, terwijl het aantal deelnemende EU-lidstaten/met Schengen geassocieerde landen ongewijzigd bleef (27). Tegelijkertijd steeg het aantal operationele dagen van 849 in 2012 tot 1 063 in 2013. Het aantal ingezette deskundigen daalde van 1 303 in 2012 tot 1 044 in 2013. Dit was toe te schrijven aan de beperkte inzet van deskundigen in GO Poseidon Land 2013 ten opzichte van de eerste zes maanden van 2012. De begroting voor de uitvoering van de activiteiten in 2013 daalde licht (van 10 420 000 EUR in 2012 tot 9 300 000 EUR in 2013). Het meerjarenprogramma Focal Points 2010-2013 bleef het platform voor de verdere ontwikkeling van de samenwerking met derde landen door de inzet van waarnemers om ervaring op te doen en beste praktijken uit te wisselen. Het programma ondersteunde bovendien de uitvoering van andere regionale operaties in dezelfde operationele gebieden, waardoor grenssegmenten die kampten met illegale migratie konden worden versterkt.
60
Aan de zeegrenzen Om de interoperabiliteit te vergemakkelijken en een flexibele respons op illegale grensoverschrijdingen en grensoverschrijdende criminaliteit mogelijk te maken, werden in 2013 zeven gezamenlijke maritieme operaties en zeven specifieke proefprojecten uitgevoerd en werden nationale patrouilleactiviteiten gecoördineerd in vooraf vastgestelde EPNgebieden. Het aantal operationele dagen bij gezamenlijke operaties aan de zeegrenzen was in 2013 13% lager dan in 2012 (1 689 in 2013 tegen 1 941 in 2012) als gevolg van kortere perioden van de gezamenlijke operaties EPN-Hera, EPN-Aeneas en Focal Points Zee. Het aantal deelnemende EU-lidstaten in gezamenlijke zeeoperaties bleef gelijk aan dat in 2012: 28. In 2013 waren vijf derde landen betrokken bij zeeoperaties, eveneens hetzelfde aantal als in het voorgaande jaar. Wat betreft de financiering van operationele activiteiten steeg de begroting 2013 met 16% tot 28 885 000 EUR (2011: 24 965 000 EUR). De oorspronkelijke begroting van 20 050 000 EUR werd per oktober-november verhoogd door interne overschrijvingen en 7 492 900 EUR van de Europese Commissie met het oog op het geven van een operationele respons op toegenomen migratiestromen in de centrale Middellandse Zee. Het merendeel van de extra middelen werd toegewezen aan de verlenging van de zeeoperaties tot mei 2014. Gezien de budgettaire beperkingen tijdens het grootste deel van 2013 was de schaal van de inzet van door Frontex gefinancierde technische hulpmiddelen geringer dan in het voorgaande jaar (26 590 patrouille-uren in 2013 tegen 32 694 in 2012). Het aantal deskundigen daalde van 324 in 2012 tot 289 in 2013. Dientengevolge was ook het aantal functionarisdagen 15% lager dan in 2012 (11 404 tegen 13 352). De gemiddelde duur van een deskundigeninzet in 2013 bleef met 39 dagen gelijk aan die van 2012. Voorts werden in 2013 tijdens maritieme gezamenlijke operaties 1 164 bemanningsleden ingezet, tegen 1 295 in 2012. Zij waren goed voor 27 300 functionarisdagen, tegen 40 255 in 2012. In totaal werden in 2013 53 758 migranten (gemiddeld circa 147 migranten per dag) aangehouden/gered tijdens gezamenlijke zeeoperaties, een aanzienlijke toename ten opzichte van 2012 (18 064 migranten, ofwel circa 49 per dag). Bijgevolg keerden de niveaus van de migratiestromen bijna terug op het niveau van de uitzonderlijke migratiedruk die voortvloeide uit de 'Arabische Lente' van 2011 (circa 168 migranten per dag). Bovendien werden tijdens gezamenlijke maritieme operaties 357 vermoedelijke facilitators aangehouden, een stijging van bijna 40% ten opzichte van het voorgaande jaar (2012: 258). In het bijzonder werd een meer dan vervijfvoudiging waargenomen in de migrantenstromen in de centrale Middellandse Zee, specifiek in het operationele gebied van GO EPN-Hermes 2013 (35 454 in 2013 / 6 616 in 2012), waar het risico van dodelijke slachtoffers ook aanzienlijk hoger was wegens de niet-zeewaardige en overvolle boten. In de tweede plaats verdubbelde het aantal ontdekte migranten in het kader van GO Poseidon Sea ten opzichte van het jaar daarvoor (10 815 in 2013 / 4 726 in 2012). Het redden van mensen in nood op zee was in 2013 een van de voornaamste elementen van de maritieme gezamenlijke operaties. Tijdens alle zeeoperaties in 2013 werden 683 zoek- en reddingsacties uitgevoerd en werden 37 036 migranten in nood gered, een verzesvoudiging ten opzichte van 2012, toen 5 757 migranten werden gered in 169 acties. Dit betekent dat de door Frontex gecoördineerde hulpmiddelen bijdroegen aan de redding van gemiddeld meer dan honderd personen per dag. Afgezien van de migratiecontroles, werden 458 vermoedelijke drugssmokkelaars aangehouden. De hoeveelheid in beslag genomen drugs bedroeg bijna 50 ton, met een totale straatwaarde van meer dan 115 miljoen EUR. De meerderheid hiervan bestond uit hasj — meer dan 43 ton met een totale waarde van 65,8 miljoen EUR. Ook werden substantiële hoeveelheden cocaïne en heroïne onderschept — samen 700 kg ter waarde van bijna 42 miljoen EUR. Bovendien werd 5 ton aan cannabis geconfisqueerd, met een totale waarde van 7,5 miljoen EUR. De meeste partijen drugs werden onderschept in het westelijke Middellandse Zeegebied.
61
Voorts werden diverse gevallen van sigaretten-/tabakssmokkel ontdekt tijdens de GO's Poseidon Sea, EPN-Indalo en EPN-Minerva. De onderschepte 2,6 miljoen pakketten gesmokkelde sigaretten hadden een gezamenlijke waarde van 6 miljoen EUR.
62
Bijlage F — Overzicht van de belangrijkste onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten ID-controle 2013 Het doel van het IDCHECK2013-project was om ondersteuning en follow-up te geven aan onderzoek naar het tegengaan van identiteits- en documentfraude en naar het verbeteren van de tactische en operationele risicobeoordeling in de eerste lijn van grenscontroles. De algemene doelstellingen op de middellange tot lange termijn — aan de verwezenlijking waarvan de activiteiten van 2013 bijdroegen — waren de volgende: 1) de capaciteit voor het ontdekken van identiteits- en documentfraude verbeteren en tactische en operationele risicobeoordeling in de eerste lijn van grenscontroles verrichten; 2) een methode ontwikkelen voor het beoordelen en verbeteren van de capaciteit van lidstaten om opkomende uitdagingen bij het vaststellen van identiteits- en documentfraude en risicobeoordeling aan te gaan; 3) informatie verspreiden over uitdagingen en mogelijke oplossingen voor het tegengaan van identiteits- en documentfraude en het beoordelen van risico's aan de grens, en 4) de werkzaamheden in het kader van het EU-project inzake documentfraude, opleiding in het herkennen van vervalste documenten en operationele activiteiten op het gebied van documentfraude ondersteunen.
CheckBestPractices2013 Het project CheckBestPractices2013 was onderdeel van een meer algemene, meerjarige onderneming om beste praktijken voor grenscontroles vast te stellen en te ontwikkelen. Vandaar dat het qua planning de bedoeling is dat de in 2013 geïnitieerde werkzaamheden zullen worden voortgezet binnen de projectcycli voor 2014-2015, met name met betrekking tot luchtgrenscontroles, en zullen worden uitgebreid om ook andere thematische gebieden zoals zeegrenscontroles te bestrijken. CheckBestPractices2013 was gericht op landgrenscontroles. Het doel was om te onderzoeken hoe de verschillende typen controles die aan die grens worden uitgevoerd beter kunnen worden gecoördineerd, geïntegreerd en geharmoniseerd met het oog op de verwezenlijking van de tweeledige doelstelling van verbeterde toegang en beveiliging.
Advance Risk Management 2013 Het project Advance Risk Management 2013 was een voortzetting van het project Advance Information 2012 en was gericht op de ontwikkeling van een kader voor risicobeheer dat vooraf bepaalde personen identificeert met behulp van de passagiersinformatie die beschikbaar is binnen het bestaande wettelijk kader voor grenscontroles. Dit is een meerjarig project bedoeld om: 1) een risicobeheermodel te ontwikkelen dat voor lidstaten en besluitvormers als richtsnoer kan dienen; 2) het concept in de praktijk te testen en lidstaten bij te staan bij de tenuitvoerlegging en harmonisatie van deze capaciteit, en 3) de kloof tussen het faciliteren van bonafide reisbewegingen en risicobeheer te dichten.
VIS 2013 Dit project borduurt voort op de resultaten van het project VIS 2012. Het overkoepelende doel was om lidstaten die het visuminformatiesysteem (VIS) toepassen de instrumenten aan te reiken om hun taken beter uit te voeren en om waar mogelijk waarde te identificeren en te creëren uit EU-synergieën die voortvloeien uit het gebruik van het VIS. Het project was erop gericht om het eens te worden over de belangrijkste uitdagingen, richtsnoeren inzake beste praktijken bij de tenuitvoerlegging en toepassing in een operationele context van het VIS te ontwikkelen en behoeften in verband met de operationele implementatie verder te beoordelen.
63
ABC 2013 Het doel van het project was om kennis en instrumenten te ontwikkelen die lidstaten kunnen gebruiken bij besluitvorming over en de tenuitvoerlegging van systemen voor geautomatiseerde grenscontrole (ABC) bij grensdoorlaatposten. De hoofddoelstelling was om richtsnoeren voor beste praktijken en instrumenten voor capaciteitsopbouw/inzet (bijvoorbeeld gemeenschappelijke inkooprichtsnoeren en een kosten-batenanalysetool) met betrekking tot geautomatiseerde grenscontroleoplossingen vast te stellen en verder te ontwikkelen. Het project ondersteunde de Commissie bij de ontwikkeling van het ‘slimme grenzen'-concept en de lidstaten bij het vervullen van hun behoeften als eindgebruikers. De overkoepelende doelstelling werd onderverdeeld in drie hoofdgroepen van taken: 1) het vergemakkelijken en verspreiden van de uitrol van ABC-systemen; 2) het ontwikkelen van capaciteitstools om hun besluitvorming over de inzet van ABC-technologie aan de grenzen te ondersteunen, en 3) de validatie ervan door interne en externe deskundigen met het oog op coördinatie en een grotere harmonisatie op dit gebied.
All Eyes 2013 Dit project was een vervolg van de technologieprojecten ‘Waarnemen en opsporen op afstand’ (2010 en 2011) en All Eyes 2012 en bestreek de actuele ontwikkelingen op het gebied van sensoren, platforms, het combineren van gegevens en geïntegreerde systeemoplossingen voor grensbewaking. Een van de hoofddoelstellingen was om de activiteiten met elkaar te verbinden, zodat ze kunnen worden gebruikt in gezamenlijke (zee- en land)operaties van Frontex. In dit project op het gebied van grensbewaking- en detectietechnologieën werd gekeken naar de functionaliteit, de haalbaarheid en de capaciteiten van op afstand bestuurde luchtvaartuigen, radar en gronddetectiesensoren en naar de integratie en exploitatie van de gegevens die daarbij worden verzameld met en binnen bestaande grenscontrolesystemen.
Border Security Research Bridge Het doel van dit project was om verschillende instrumenten te ontwikkelen met het oog op het dichten van de kloof tussen eindgebruikers en de onderzoeksen ontwikkelingsgemeenschap en het verbeteren van hun onderlinge communicatie, wat Frontex ook zal helpen om zijn onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten te stroomlijnen. Ook steunde Frontex de Europese Commissie bij de vormgeving van het zevende Kaderprogramma met betrekking tot grensbeveiliging, met name door ervoor te zorgen dat de specifieke behoeften van de eindgebruiker aan bod komen in de vorm van concrete onderzoeksonderwerpen.
Eurosur-netwerk 2013 De werkzaamheden in de eerste helft van 2013 aan het Eurosur-netwerk behoorden tot de laatste fase van het proefprogramma. De hoofddoelstelling van het project was om Frontex de middelen te verschaffen om het Eurosur-netwerk te onderhouden en te ontwikkelen op basis van gebruikerseisen en de Eurosur-wetgeving tot het eind van het proefproject en de overdracht van het netwerk aan de eenheid ICT van Frontex.
64
Bijlage G — Voortgangsverslag over de grondrechten Inleiding Artikel 1, lid 2, van de gewijzigde Frontex-verordening bepaalt uitdrukkelijk dat het Agentschap bij de vervulling van zijn taken altijd met volledige inachtneming van het EUHandvest van de grondrechten en de relevante verplichtingen en beginselen van het internationaal recht moet handelen. In de in maart 2011 vastgestelde grondrechtenstrategie van Frontex en het bijbehorende actieplan wordt verwezen naar het voortgangsverslag over de grondrechten (punt 37 en actie 18). De structuur van de strategie volgend, wordt in het voortgangsverslag een overzicht gegeven van de stand van zaken en de voortgang die Frontex in 2013 heeft gerealiseerd bij de tenuitvoerlegging van de grondrechtenstrategie en het actieplan, met name wat betreft de gezamenlijke operaties, risicoanalyse en capaciteitsopbouw. Voorts bepaalt artikel 1, lid 2, van de gewijzigde Frontex-verordening dat het Agentschap daarbij rekening houdt met de verslagen van het Adviesforum in overeenstemming met artikel 26 bis van de verordening. Het Adviesforum stelt een specifiek openbaar jaarverslag over zijn werkzaamheden op. Het meest recente voortgangsverslag bestrijkt de periode januari-december 2013, die samenvalt met het eerste jaar van de effectieve instelling van het Adviesforum en de grondrechtenfunctionaris, twee belangrijke instrumenten om de eerbiediging van de grondrechten te integreren en te waarborgen in alle activiteiten van het Agentschap. I.
Operaties
a)
Gezamenlijke operaties 1. Versterken van grondrechtenaspecten in operationele plannen (OPlan)
In 2013 werden aanvullende stappen gezet betreffende de naleving van de verplichting om de grondrechten in operationele activiteiten te integreren. Van bijzonder belang is de opneming van een specifieke verplichting in alle plannen om personen die internationale bescherming behoeven of asiel aanvragen naar de bevoegde nationale autoriteiten door te verwijzen. De standaardprocedure voor het melden van ernstige incidenten, en met name van vermeende schendingen van grondrechten, werd onderworpen aan een uitgebreide evaluatie door alle betrokken belanghebbenden binnen Frontex. De standaardprocedure is het verslagleggingsmechanisme dat alle deelnemers aan Frontex-activiteiten verplicht om elk ernstig incident waarvan zij getuige zijn of kennis hebben genomen te rapporteren. De evaluatie had als oogmerk om de bestaande interne processen en verslagleggingsprocedures te verbeteren en daarmee tegelijkertijd bij te dragen aan de ontwikkeling van een effectief monitoringsysteem binnen Frontex. De raadpleging resulteerde in een procedure met duidelijkere verantwoordelijkheden, de opneming van andere schendingen van de gedragscode van Frontex in het systeem en een versterkt follow-upmechanisme (SIR Coordinator) voor incidenten die door deelnemers aan door Frontex gecoördineerde operaties worden gemeld. Het document zal naar verwachting begin 2014 worden ondertekend. In 2013 werd een nieuw concept van operationele plannen ontwikkeld om de efficiëntie van bedrijfsprocessen en het gebruik van personele middelen te verbeteren, de verificatie van goedkeuringsprocessen te vergemakkelijken, de praktische behandeling van het document te vereenvoudigen en updates van alle interne organen van Frontex te verzamelen. Het document bestaat uit drie delen: i)
de hoofdtekst (specifiek per GO);
ii)
bijlagen (specifiek pakket per GO);
iii)
een handboek (specifiek per operationele sector — land/zee/lucht/terugkeer).
65
Terwijl in de hoofdtekst en de bijlagen specifieke operationele informatie wordt verstrekt voor toepassing in elke GO, bevat het handboek meer algemene en uitgebreidere informatie over alle GO's per operationele sector, zoals informatie over debriefing en screening en over activiteiten met betrekking tot de grondrechten. De verplichting om een doelmatig bewakingssysteem voor de grondrechten te creëren werd binnen Frontex uitvoerig besproken en eind 2013 door de grondrechtenfunctionaris gepresenteerd aan zowel de raad van bestuur als het Adviesforum. In 2014 zal verder worden gewerkt aan het bewakingsconcept en zullen nadere evaluaties plaatsvinden. 2. Gezamenlijke terugkeeroperaties In 2013 werd, zoals vereist door artikel 9 van de verordening, een nieuwe gedragscode voor gezamenlijke terugkeeroperaties (GTO's) opgesteld, met regels voor en beste praktijken op het gebied van terugkeervluchten, om ervoor te zorgen dat door het Agentschap gecoördineerde terugkeeroperaties op humane wijze worden uitgevoerd en dat de grondrechten van terugkeerders te allen tijde worden gerespecteerd. In de gedragscode is een onderdeel over bewaking van de grondrechten opgenomen en wordt de verplichting van deelnemers om inbreuken te rapporteren onderstreept. Ook wordt de klemtoon gelegd op het bevorderen van de instelling van een doelmatig monitoringsysteem voor gedwongen terugkeer in alle lidstaten en zijn inspanningen verricht om op alle door Frontex gecoördineerde gedwongen terugkeervluchten de fysieke aanwezigheid van een door de lidstaten ter beschikking gestelde mensenrechtenbewaker te waarborgen. In dit verband intensiveerde Frontex ook zijn activiteiten op het gebied van het delen van technische expertise aangaande de organisatie van dit type operaties en is Frontex waarnemer geworden bij een door de EU gefinancierd en door het ICMPD uitgevoerd project om lidstaten in nood monitoringcapaciteit te verschaffen. 3. Ontwikkeling van het VEGA-handboek voor de behandeling van kinderen In 2013 streefde Frontex naar de ontwikkeling van een operationeel handboek voor grenswachten inzake de vaststelling van procedurele hiaten en de omgang met kinderen die risico lopen aan de luchtbuitengrenzen. In het handboek worden beste praktijken voor de bescherming van kinderen verzameld en afgebeeld en de grondslag gelegd voor bewustmaking en het versterken van specifieke samenwerking tussen nationale en internationale agentschappen. De ontwikkeling van dit handboek werd ondersteund door de grondrechtenfunctionaris van Frontex, ngo's en internationale organisaties met een focus op kinderbescherming en ervaring met het verstrekken van juridische en psychologische bijstand aan kinderen. Verscheidene leden van het Adviesforum, zoals het FRA, de UNHCR, de IOM en het Rode Kruis, hebben hieraan meegewerkt. Het handboek zal in 2014 in de praktijk worden getest en gepubliceerd. 4. Deelname van partnerorganisaties aan operationele activiteiten In 2013 werd prioriteit gegeven aan het versterken van de operationele samenwerking met het Adviesforum van Frontex om de leden daarvan in staat te stellen kennis te nemen van de realiteit van de operationele activiteiten in het veld en Frontex en de raad van bestuur van Frontex realistischer en meer op de praktijk toegesneden aanbevelingen te doen om verdere naleving van de grondrechten in het kader van al zijn activiteiten te waarborgen. De aanbevelingen zullen worden geïntegreerd in het jaarverslag van het Adviesforum. In maart 2013 publiceerde het Bureau voor de grondrechten van de Europese Unie (FRA) zijn eerste verslag over de situatie van onderdanen van derde landen aan de zuidelijke zeebuitengrenzen van de EU na in 2012 bezoeken te hebben gebracht aan de GO's Poseidon en EPN Indalo. Het verslag, het eerste in een reeks over aan de lucht- en landgrenzen verricht onderzoek, bevat een aantal aanbevelingen aan Frontex en de lidstaten over de wijze waarop de grondrechten tijdens zeeoperaties beter kunnen worden beschermd. Deze aanbevelingen zullen in aanmerking worden genomen bij komende GO's.
66
b)
Risicoanalyse
In de loop van 2013 werd een document met richtsnoeren voor debriefers die deelnemen aan door Frontex gecöordineerde operaties diverse malen en door verschillende betrokkenen herzien, waaronder door de grondrechtenfunctionaris van Frontex en het Adviesforum. De richtsnoeren bevatten belangrijke bepalingen en waarborgen inzake de grondrechten, met name ten aanzien van beschermingsmaatregelen voor migranten en de informatievoorziening over het recht van toegang tot beschermingsprocedures in de ontvangende lidstaat, waar de operatie plaatsvindt. Het document, dat een bijlage zal vormen bij de operationele plannen voor 2014, is een dynamisch document, waarbij in een later stadium een beoordeling van de tenuitvoerlegging zal worden gemaakt en geleerde lessen in het document zullen worden verwerkt. II. Capaciteitsopbouw a)
Grondrechten voor grenswachten: opleiding van opleiders
Opleiding in de grondrechten was reeds een integraal onderdeel van het gemeenschappelijk kerncurriculum voor nationale opleidingen voor grenswachten. In 2013 werd een handleiding over de grondrechten voor opleiders van grenswachten gepubliceerd, waaraan actief werd meegewerkt door een multidisciplinair team bestaande uit deskundigen van lidstaten van EUagentschappen en internationale organisaties, waaronder het FRA, het EASO, de IOM, het ODIHR, het OHCHR en de UNHCR. De handleiding moet opleiders ondersteunen bij de uitvoering van hun taak om nationale grenswachten te instrueren hoe ze hun verplichtingen ten aanzien van de grondrechten dienen te vervullen. In de handleiding wordt rekening gehouden met de complexiteit van de door grenswachten uit te voeren taken en wordt getoond hoe de grondrechten gemakkelijk kunnen worden geïntegreerd in hun praktijken en procedures. De handleiding is gericht op eerste- en tweedelijnsgrenswachten die deelnemen aan lucht-, land- en zeegrensoperaties. Bij het opstellen van de handleiding werd bijzondere aandacht besteed aan groepen die bescherming behoeven, zoals personen die voor vervolging vluchten, overlevenden van foltering, slachtoffers van mensenhandel, ouderen, zwangere vrouwen en kinderen. Het opleidingspakket is opgebouwd rond de kernfuncties van grenswachten en bestrijkt alle onderwerpen van het gemeenschappelijk kerncurriculum. Hoewel de handleiding is ontworpen om de opleider van alle noodzakelijke materialen te voorzien, zullen de nationale opleiders deze moeten aanpassen aan de nationale wetgeving en omstandigheden, de specifieke behoeften van het opleidingsprogramma, de behoeften van de lidstaten en de ervaring van de studenten. b)
Opleiding in de bestrijding van mensenhandel
Frontex ging door met het "opleiden van opleiders"-programma op het gebied van mensenhandel en organiseerde drie sessies om opleiders van de lidstaten te trainen in het gebruik van de handleiding van Frontex over mensenhandel, plus een evaluatiesessie. De opleidingshandleidingen werden vertaald in 25 talen ten behoeve van lokale opleidingen. Ook werd de handleiding gebruikt voor opleiders en grenswachten van derde landen. Frontex ontwikkelde een update van het Handboek risicoprofielen voor mensenhandel, waarin zeven profielen van potentiële slachtoffers uit prioritaire derde landen worden behandeld. c) Mobiliteits- en uitwisselingsprogramma's in het kader van het gemeenschappelijk kerncurriculum De opzet en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk kerncurriculum 2008, met inbegrip van de actualisering ervan in 2012, hebben geleid tot een belangrijke doorbraak in de standaardisatie en harmonisatie op dit gebied en werden in 2010 gevolgd door de start van een ander waardevol project inzake docentenuitwisselingen. In dit verband organiseerde Frontex in 2013 het proefproject Studentenuitwisselingen. De uitwisseling had als doel het gebruik van het gemeenschappelijk kerncurriculum te ondersteunen, de duurzaamheid daarvan te versterken en de internationale samenwerking, het wederzijds begrip, de
67
teamgeest en de interoperabiliteit onder toekomstige grenswachten op Europees niveau te bevorderen. Hierdoor krijgen opleiders van grenswachten aan Europese academies de kans om hun collega's uit andere landen te ontmoeten, kennis en materiaal uit te wisselen en beste opleidings-, doceer- en leerpraktijken met elkaar te bespreken. Het uitwisselingsprogramma gaf studenten de kans om verschillende perspectieven op grensbewaking te leren kennen en verbreedde hun horizon. Ook leidde het proefproject tot een versterking van hun vakcompetenties op het gebied van de grondrechten en een verbetering van hun taal- en communicatievaardigheden. d)
Opleiding in de grondrechten voor Frontex-personeel
Een basisopleiding in de grondrechten is nu verplicht voor al het Frontex-personeel. In april werd een proef uitgevoerd met een driedaagse introductiecursus op basisniveau, die is afgeleid van de grondrechtenstrategie van Frontex en is ontwikkeld in nauwe samenwerking met het FRA en de UNHCR. Aan de eerste proefsessie op het hoofdkantoor van Frontex werd deelgenomen door twintig vrijwilligers, in aanwezigheid van twee waarnemers van het FRA en de UNHCR. Na de evaluatie van de proef werden in 2013 nog drie sessies gehouden. Alle sessies werden verzorgd door externe deskundigen op het gebied van de grondrechten met ervaring in het geven van trainingen aan rechtshandhavingsfunctionarissen. Wat betreft de leeruitkomsten was het doel van de opleiding drieledig: ontwikkeling van kennis, vaardigheden en houding. Meer specifiek werd van het Frontex-personeel verwacht dat ze de basisbeginselen van de mensenrechten begrijpen, op hun eigen werkgebied een mensenrechtenperspectief kunnen hanteren en in de praktijk kunnen brengen met behulp van een 'mensenrechtenanalysetool', en leren begrijpen hoe de mensenrechten van integraal belang voor hun werk zijn. De volgende fase van het personeelsontwikkelingsbeleid op dit gebied zal afzonderlijke en gespecialiseerde grondrechtenopleidingen voor operationeel en administratief personeel omvatten. Ook werd een presentatie over de grondrechten ontwikkeld voor opneming in de introductiecursus, die verplicht is voor alle nieuwe personeelsleden en in december 2013 voor het eerst werd gegeven. III. Externe betrekkingen met derde landen De grondrechtenfunctionaris van Frontex verzorgde regelmatige briefings aan bezoekers uit en delegaties van derde landen over de grondrechtenstrategie en de instrumenten waarover het Agentschap beschikt om de naleving van de grondrechten tijdens al zijn activiteiten te versterken. IV. Overige grondrechtenvraagstukken De Europese Ombudsman sloot zijn op eigen initiatief gestarte onderzoek naar Frontex in november af met een positieve beoordeling van de naleving van de grondrechten door het Agentschap en de instrumenten waarover het Agentschap beschikt om de hoogste mogelijke inachtneming van de grondrechten in al zijn activiteiten te waarborgen. Ook bracht de Ombudsman een Speciaal Verslag 12 uit en deed de aanbeveling om een individueel klachtenmechanisme in te stellen, dat onder de grondrechtenfunctionaris zou moeten vallen, voor personen van wie grondrechten geschonden zouden zijn tijdens door Frontex gecoördineerde activiteiten. In reactie op de aanbeveling overweegt Frontex mogelijke scenario's en de meest efficiënte manier voor het waarborgen van de toegang van personen tot de door Frontex ingestelde mechanismen voor het monitoren van de naleving van de grondrechten tijdens al zijn activiteiten.
12
http://www.ombudsman.europa.eu/nl/cases/specialreport.faces/nl/52465/html.bookmark
68
Bijlage H — Jaarverslag over de toegang tot documenten Statistieken over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001 over 2012 Initiële verzoeken:
26
Ontvangen initiële verzoeken
Resultaten: 21
Toegang verleend
4
Gedeeltelijke toegang
1
Toegang geweigerd
Confirmatieve verzoeken: (–)
Ontvangen confirmatieve verzoeken
Weigering per toegepaste uitzondering: 1 Artikel 4, lid 1, onder a) — Bescherming van het openbaar belang wat betreft de openbare veiligheid, defensie en militaire aangelegenheden, de internationale betrekkingen, het financiële, monetaire of economische beleid van de Gemeenschap of van een lidstaat.
69
Bijlage I — Kredieten 2013 Over te dragen Begrotingspost (bedragen in 1 000 EUR)
Oorspronkelijke Gewijzigde begroting begroting 2013 2013 n1 (A)
(B)
Overschrijving van kredieten (C)
Titel 1 Personeel Titel 2 Overige administratieve uitgaven Titel 3 Operationele activiteiten
21 641 9 758 54 308
0 0 8 243
621 -621 0
Totaal-generaal gewone begroting
85 707
8 243
0
Uitsplitsing van de kredieten in titel 3 30 Operaties 3 000 Landgrenzen 3 010 Zeegrenzen 3 020 Luchtgrenzen 3 050 Gezamenlijke terugkeeroperaties 310 Risicoanalyse 311 Frontex-situatiecentrum 320 Opleiding 330 Onderzoek en ontwikkeling 331 Eurosur -programma 340 Gebundelde middelen 341 EBGT 350 Diverse operationele activiteiten 351 Operationele IT-projecten 352 Europese Dag voor grenswachten 353 Internationale Conferentie voor grenswachten
41 739 9 400 20 050 2 298 10 000 1 445 1 380 4 500 1 200 2 244 1 000 0 150 0 400 250
7 493 0 7 493 0 0 0 750 0 0 0 0 0 0 0 0 0
-2 100 -1 758 1 342 -34 -1 650 -400 2 340 465 -330 -564 225 0 0 364 -60 60
1 (D)=(A)+(B)+(C)
Niet-automatisch (C2) Automatisch (C8) 4 (J)=(D)-(E)-(G) 2 3
70
Beschikbare kredieten (D)1
3% -6% 0%
-5% -19% 7% -1% -17% -28% 170% 10% -28% -25% 23% 0% 0% 0% -15% 24%
Vastleggingen (E)
(E)/(D)
Betalingen (F)
(F)/(D)
(C2)2
(C5)
(C8)3
(G)
(H)
(I)
Totaal (I)=(G)+(H)
Niet gebruikt (I)/(E)
(J)4
22 262 9 137 62 551
20 458 8 949 62 431
92% 98% 100%
20 321 6 551 33 242
91% 72% 53%
0 0 0
0 4 14
138 2 398 29 210
138 2 402 29 224
1% 26% 47%
1 804 188 119
8% 2% 0%
93 950
91 839
98%
60 114
64%
0
18
31 746
31 746
34%
2 111
2%
47 132 7 642 28 885 2 255 8 350 1 045 4 470 4 965 870 1 680 1 225 0 150 364 340 310
47 129 7 642 28 885 2 252 8 350 1 038 4 469 4 965 832 1 678 1 219 0 150 364 309 278
100% 100% 100% 100% 100% 99% 100% 100% 96% 100% 100% 0% 100% 100% 91% 90%
25 876 4 927 13 290 1 499 6 160 793 1 603 3 167 428 147 612 0 109 150 275 82
55% 64% 46% 66% 74% 76% 36% 64% 49% 9% 50% 0% 73% 41% 81% 26%
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
11 2 10 0 0 0 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0
21 269 2 720 15 606 754 2 190 246 2 867 1 801 404 1 531 607 0 41 214 35 196
21 281 2 721 15 615 754 2 190 246 2 867 1 801 404 1 531 610 0 41 214 35 196
45% 36% 54% 33% 26% 24% 64% 36% 46% 91% 50% 0% 27% 59% 10% 63%
3 0 0 3 0 7 1 0 38 2 6 0 0 0 31 32
0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 4% 0% 0% 0% 0% 0% 9% 10%
Bijlage J – Uitsplitsing personeelsbestand naar eenheid per 31 december 2013 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Eenheid
AA AC TF GND AC TF GND AC TF
GND AC TF
GND AC TF
GND AC TF
GND AC TF
GND
eenheid Gezamenlijke Operaties
0
1
8
11 23
35
11
23
34
11
25
30
Administratie
3
7
10 0
Personeelszaken
26 11
0
28
10
0
26
12
1
ICT
6
17
0
6
16
0
6
17
0
33
7
12 32
10
19
33
11
23
35
20
18 0
26
20
0
33
25
0
Risicoanalyse
1
1
5
12
2
13 17
3
12
14
6
17
18
8
17
18
8
17
21
7
15
19
Managementondersteuning
0
2
6
3
3
8
3
3
10
5
6
14
4
6
14
5
6
15
5
8
16
5
Financiën en Inkoop
1
3
7
0
3
9
0
5
9
0
6
13
0
7
10
0
5
11
0
6
11
0
Opleiding
0
1
2
6
2
4
5
2
5
4
3
8
7
3
9
7
3
8
7
3
9
7
Frontex-situatiecentrum
0
0
1
0
3
1
2
4
6
3
5
11
3
9
11
4
8
11
7
8
10
6
Gebundelde middelen
0
0
2
3
0
2
3
1
2
4
1
5
5
1
5
5
1
5
4
1
5
5
O&O
0
1
2
4
1
1
3
1
7
2
1
12
2
1
12
1
1
11
2
1
11
1
71
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Eenheid
AA AC TF GND AC TF GND AC TF
GND AC TF
GND AC TF
GND AC TF
GND AC TF
GND
Juridische Zaken
0
1
1
0
1
2
2
1
3
0
1
3
1
1
3
1
1
2
1
1
2
1
Interne Controle/Kwaliteitsbeheer 0
0
1
0
2
1
0
1
2
0
3
2
0
3
2
0
3
2
0
2
2
0
Directie
0
0
2
0
0
5
0
3
5
1
3
6
1
3
7
2
3
6
2
2
7
1
Totaal
5
17
47 61
44
76 67
60
100 66
79
139 76
84
137 83
82
142 76
72
85 141 78
Bijlage K – Specificatie tijdelijke functionarissen per 31 december 2013 2012 Functiegroep en rang
Toegestaan in de EU-begroting
2013 Bezette posten op 31.12.2012
Toegestaan in de EU-begroting Tijdelijke posten
Bezette posten op 31.12.2013
Permanente posten
Tijdelijke posten
Permanente posten
Tijdelijke posten
Permanente posten
Permanente posten
Tijdelijke posten
AD 16
-
-
-
-
-
AD 15
-
1
-
1
-
1
-
1
AD 14
-
1
-
1
-
1
-
1
AD 13
-
3
-
4
-
4
-
4
AD 12
-
8
-
10
-
11
-
9
AD 11
-
9
-
8
-
8
-
8
AD 10
-
8
-
5
-
6
-
5
AD 9
-
1
-
6
-
8
-
8
AD 8
-
45
-
39
-
43
-
39
AD 7
-
2
-
2
-
8
-
5
AD 6
-
6
-
6
-
6
-
6
AD 5
-
3
-
1
-
2
-
2
Totaal AD
-
87
-
83
-
98
-
88
AST 11
-
-
-
-
-
-
-
-
AST 10
-
-
-
-
-
-
-
-
AST 9
-
-
-
-
-
-
-
-
AST 8
-
5
-
6
-
5
-
5
AST 7
-
12
-
11
-
11
-
10
AST 6
-
10
-
14
-
14
-
14
AST 5
-
20
-
16
-
17
¬-
17
AST 4
-
5
-
4
-
4
-
4
AST 3
-
4
-
3
-
4
-
4
AST 2
-
-
-
-
-
-
-
-
AST 1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal AST
56
-
54
-
55
-
54
TOTAAL
143
-
137
-
153
-
142
73
In het Algemeen Verslag 2013 gebruikte afkortingen ABC
Automated Border Control (geautomatiseerde grenscontrole)
AC
Arbeidscontractant
AFIC
Africa-Frontex Intelligence Community (Inlichtingengemeenschap AfrikaFrontex)
Avatar
Automated Virtual Agent for Truth Assessments in Real-time (geautomatiseerde virtuele agent voor realtime waarheidsbeoordelingen)
BCP
Border Crossing Point (grensdoorlaatpost)
BG
Border Guards (grenswachten)
BSCF
Black Sea Cooperation Forum (Samenwerkingsforum grens-/kustwachten in het Zwarte Zeegebied)
BSRBCC
Baltic Sea Region Border Control Cooperation (Samenwerkingsverband grenscontroles in de Oostzeeregio)
CeCLAD(M)
Coordination Centre for the Fight against Drugs (in the Mediterranean) (Coördinatiecentrum voor de bestrijding van drugshandel (in het Middellandse Zeegebied)
Cepol
Europese Politieacademie
CMPD
Centre for Migration Policy Development (Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid)
Conops
Concept of operations (concept van de operaties)
COSI
Standing Committee on Internal Security (Permanent Comité binnenlandse veiligheid van de Raad van de Europese Unie)
CPIP
Common Pre-Frontier Intelligence Picture (gemeenschappelijk inlichtingenbeeld van de situatie in het gebied vóór de grens)
CRM
Crew Resource Management
GVDB
Gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid
DG DEVCO
Directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling (Europese Commissie)
ED4BG
European Day for Border Guards (Europese Dag voor grenswachten)
EASO
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken
EBGT
European Border Guard Team (Europees grenswachtteam)
EDEO
Europese Dienst voor extern optreden
EFCA
Europees Bureau voor visserijcontrole
EMSA
Europees Agentschap voor maritieme veiligheid
Enlets
European Network of Law Enforcement Technology Services (Europees netwerk van technologische diensten voor wetshandhaving)
EPN
Europees Patrouillenetwerk
74
EQF
European Qualification Framework (Europees kwalificatiekader)
ESP
European Situational Picture (Europees situatiebeeld)
Eubam
EU Border Assistance Mission (missie van de Europese Unie voor bijstandsverlening inzake geïntegreerd grensbeheer in Moldavië en Oekraïne)
Eulex
European Union Rule of Law Mission (rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo)
Eurint
Project voor het delen van ervaringen over de verkrijging van reisdocumenten (gefinancierd door de EU)
Euromed
Europees-mediterraan partnerschap, door de EU gefinancierd regionaal project met de partnerlanden van het zuidelijke nabuurschap
FLIR
Forward-Looking Infra-Red (vooruitkijkend infraroodsysteem)
FRA
Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten
FRO
Fundamental Rights Officer (grondrechtenfunctionaris)
GIS
Geografisch informatiesysteem
GND
Gedetacheerde nationale deskundige
HHO
Helicopter Hoist Operation (helikoptertakeloperatie)
HoLeg
Hoofd van de eenheid Juridische Zaken
HoTRU
Hoofd van de eenheid Opleiding
HR
Human Resources (personeelszaken)
IAP
Interoperability Assessment Programme (programma voor de beoordeling van de interoperabiliteit)
IBM
Integrated Border Management (geïntegreerd grensbeheer)
IBPC
International Border Police Conference (Internationale Conferentie voor grenspolitiediensten)
ICAO
Internationale Burgerluchtvaartorganisatie
ICMPD
International Centre for Migration Policy Development (Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid)
ICT
Informatie- en communicatietechnologie (Frontex-eenheid)
IMDatE
Integrated Maritime Data Environment (geïntegreerde maritieme dataomgeving)
IOM
Internationale Organisatie voor Migratie
IT
Informatietechnologie
JAIEX
Groep JAI-Relex (JBZ-External Relations), een informatie- en samenwerkingsgroep om de externe betrekkingen tussen de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken en externe relaties op alle niveaus te versterken
GO
Gezamenlijke operatie
JORA
Joint Operations Reporting Application (verslagleggingsapplicatie voor gezamenlijke operaties)
75
GTO
Gezamenlijke terugkeeroperatie
LETS
Law Enforcement Training Scheme (Europees opleidingsschema op het gebied van rechtshandhaving)
MAOC(N)
Maritime Analysis and Operations Centre (Narcotics) (Maritiem Analyseen Operatiecentrum op het gebied van verdovende middelen)
MBZ
Ministerie van Binnenlandse Zaken
MKC
Middenkadercursus
MO
Mountainous Operations (operaties in bergachtige gebieden)
MS
Member State (lidstaat)
NFPOC
National Frontex Point of Contact (nationaal contactpunt van Frontex)
ngo
Niet-gouvernementele organisatie
NVK
Nachtvisiekijker
ODIHR
OSCE Office for Democratic Institutions and Human Rights (Bureau voor democratische instellingen en mensenrechten van de OVSE)
OHCHR
Office of the High Commissioner for Human Rights (Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten)
OLAF
Europees Bureau voor fraudebestrijding
OMNTE
Overall Minimum Number of Technical Equipment (minimale hoeveelheid technische uitrusting)
OSC
Operational Search and Rescue Course (cursus operatione(e)l(e) zoeken en redding)
PC
Partnership Country (partnerland)
PVLMM
Post Visa-Liberalisation Monitoring Mechanism (monitoringmechanisme na visumliberalisering)
RAU
Risk Analysis Unit (eenheid Risicoanalyse)
REX
Rapid Intervention Exercise (2013) (snelle-interventieoefening)
SAC
Schengen Associated Country (met Schengen geassocieerd land)
SAR
Search and Rescue (zoeken en redding)
SEF
Portugese immigratiedienst
SEM
Schengenevaluatiemechanisme
SGO
Seconded Guest Officer (uitgezonden functionaris)
SIR
Serious Incident Report (melding van ernstig incident)
Socta
Serious and Organised Crime Threat Assessment (dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit)
SQF
Sectoral Qualifications Framework for Border Guarding (sectoraal kwalificatiekader voor grenswachten)
TEP
Technical Equipment Pool (pool van technische uitrusting)
TF
Tijdelijk functionaris
THB
Trafficking in Human Beings (mensenhandel)
76
UNHCR
Hoge Commissaris voor vluchtelingen van de Verenigde Naties
UNODC
United Nations Office on Drugs and Crime, Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding
V-Aula
Virtuele Aula — een online-managementtool voor trainingscursussen
VIS
Visuminformatiesysteem
WA
Working Arrangement (werkregeling)
WAC
Working Arrangement (Third) Countries (werkregeling met derde landen)
WB-RAN
Netwerk van de westelijke Balkan inzake risicoanalyse
77