Jaarverslag 2014
Voorwoord Een kinderopvangorganisatie is net een gewoon bedrijf, zeggen we wel eens gekscherend. Toch is er een heel principieel verschil. In tijden van economische crisis kan een kinderopvangorganisatie niet zomaar zeggen: “We doen hetzelfde met minder mensen; iedereen loopt maar wat harder.” De wettelijke eisen zijn spijkerhard. De afgelopen jaren zijn de kwaliteitseisen bovendien nog strenger geworden. Denk aan het vierogenprincipe. Kinderopvang Humanitas vindt het terecht dat er hoge eisen worden gesteld aan de kwaliteit van de kinderopvang. Daar hebben wij ons altijd hard voor gemaakt. Niet voor niets hebben wij veel pedagogen in dienst. Zij bewaken de kwaliteit. Als Raad van Bestuur letten wij niet alleen op kwaliteit, maar ook op continuïteit. In de afgelopen jaren gingen veel kleine en grotere kinderopvangorganisaties failliet. Kinderen en hun ouders kwamen op straat te staan. Bewindvoerders klopten bij ons aan of wij locaties wilden overnemen. Om kwaliteit en continuïteit te kunnen garanderen is een bepaalde omvang nodig. Die omvang werkt in ons voordeel, maar soms ook in ons nadeel. Met de gedachte ‘klein is fijn’ kiezen ouders, scholen en gemeenten soms voor kleine lokale kinderopvangorganisaties. Met alle risico’s van dien. En dat terwijl onze locaties ook lokaal geworteld zijn. Medewerkers komen uit de buurt en ook zij kennen de lokale gemeenschap. Zij zorgen ervoor dat kinderen zich prettig voelen en zich zo goed mogelijk ontwikkelen. Kinderopvang Humanitas ondersteunt hen bij dat werk. En dat kan, omdat wij veel kennis en expertise in huis hebben. De naam Kinderopvang Humanitas staat voor kwaliteit. Ook in tijden van crisis.
An ja Hol
Voorzitter Raad van Bestuur
2
Interview Anja Hol
Voorzitter Raad van Bestuur
Meer regie gemeenten nodig Eigenlijk zou ze al afscheid genomen hebben, maar Anja Hol, voorzitter van de Raad van Bestuur, tekende nog een paar jaar bij. Ze heeft haar hart verpand aan de kinderopvang en wil de organisatie graag naar rustiger vaarwater leiden. Anja: “Maar ik heb de hoop laten varen dat het tij echt gekeerd is voordat ik wegga. Dat gaat me aan het hart. We hebben te maken met drie jaar afbraakbeleid ten gevolge van hogere kosten voor ouders in een tijd van onzekerheid over banen, huizenprijzen en discussies over de kwaliteit van de kinderopvang. Kinderopvang Humanitas is daardoor al aan de zevende reorganisatie bezig. Sommige kwaliteitseisen hebben we moeten loslaten, zoals horizontale groepen, met kinderen van dezelfde leeftijd. Daar ben ik een fervent voorstander van, dus dat gaat met pijn in het hart. Organisatorisch krijgen we het niet meer rond. Om open te kunnen blijven in kleine plattelandsgemeenten moeten we ombuigen naar verticale groepen.“ Daarnaast ziet de kinderopvang zich geconfronteerd met basisscholen die buitenschoolse opvang bij of in hun school willen realiseren. Anja: ”De school heeft een lokaal vrij en denkt: “Daar kan wel een BSO in.” Dat snap ik, maar per school gaat het meestal om onvoldoende kinderen om een goed aanbod aan activiteiten te verzorgen. Dat betekent verschraling van de BSO. Eén BSO voor meerdere scholen zou dus veel logischer zijn. Dan kun je kinderen een goed activiteitenprogramma aanbieden. Ik vind dat de gemeente daarin meer de regie zou moeten voeren, zodat er een gecentreerd aanbod komt dat past bij de buurt of wijk. Het zou ook de zorg van ouders moeten zijn.” Het is geen blij nieuws, dat realiseert Anja zich wel degelijk. Tegelijkertijd ziet ze hoe iedereen hard werkt om bijvoorbeeld ook van een verticale groep een succes te maken, om te zorgen dat ook kinderen zich thuis voelen die maar één dag in de week komen. Want Kinderopvang Humanitas komt altijd op voor het belang van het kind in de groep.
3
Interview Egbert Schelhaas
Lid Raad van Bestuur/financieel directeur
Volumegroei nodig voor kwaliteit Net als voorgaande jaren stond ook 2014 voor Kinderopvang Humanitas in het teken van krimp. “We zitten nog steeds in de zeven magere jaren”, zegt Egbert Schelhaas, financieel directeur van Kinderopvang Humanitas en lid van de Raad van Bestuur. Ook in 2015 zal de organisatie het namelijk financieel nog niet veel beter doen. Voor Egbert was 2014 een bijzonder jaar. In april volgde hij Frans Vinke op. Overleven en aanpassingen in de kosten was dit jaar het devies. “Ooit hadden we een omzet van honderd miljoen euro. Dat is sinds 2012 gezakt naar onder de zestig miljoen. We willen weer terug naar tachtig/negentig.” Ook met een veel kleinere omzet kan een organisatie prima functioneren, zegt hij, maar niet als je de kwaliteit wilt blijven leveren die wij nu leveren. “Gelukkig geven de goede resultaten van vroeger jaren ons de gelegenheid om te blijven investeren in kwaliteit.” Bovendien kan Kinderopvang Humanitas de ondersteuning van het centraal bureau overeind houden door volumegroei. Met meer volume worden de kosten per locatie namelijk lager. Komt die volumegroei niet uit de toename van klanten, dan moet hij komen uit overnames. In 2014 is de Tovertuin in Parkstad en Schinnen overgenomen en is een begin gemaakt met de integratie van de Stichting Kinderopvang Enschede. Egbert: “We kijken naar partijen in de buurt van ons werkgebied. De meest zuidelijke locatie van SKE zit nog geen vijf kilometer van onze noordelijkste vestiging. Daarnaast zijn kleine kinderopvangorganisaties in een gebied waar we al zitten interessant, omdat we dan locaties kunnen combineren, zodat de bezetting omhoog gaat.” In Zuid-Limburg en het oosten van het land, waar Kinderopvang Humanitas sterk vertegenwoordigd is, is de economische teruggang nog steeds niet tot stand gebracht. In het westen van het land ziet Kinderopvang Humanitas de markt weer aantrekken. De baby-instroom neemt weer toe. “Maar de leeftijdsopbouw is dusdanig dat er ook volgend jaar nog meer vierjarigen vertrekken dan er baby’s bij komen. De omvang van een aantal jaren geleden zie ik dus nog niet zo snel terugkomen uit autonome groei.”
4
Interview Truus Dekker
Directeur Personeel en Organisatie
Tevreden medewerkers Kinderopvang Humanitas heeft voor het derde jaar op rij te maken met reorganisaties. Dat betekent werk aan de winkel voor de afdeling Personeel en Organisatie. En niet altijd leuk werk. Hoewel de situatie ook positieve kanten heeft. Zo is Truus Dekker, Directeur van de afdeling, heel positief over de mogelijkheden die oud-medewerkers krijgen om in Duitsland aan de slag te gaan. Truus: “Er is gaandeweg meer belangstelling voor en ruim zeventig mensen volgen nu een training die hen helpt om de stap naar Duitsland te zetten.” In tijden van reorganisaties valt het niet altijd mee om medewerkers tevreden te houden. Truus is daarom ook blij dat het tevredenheidsonderzoek onder medewerkers toch positieve resultaten liet zien. Niet alleen beoordelen medewerkers de kwaliteit van de kinderopvang goed, ze hebben ook het gevoel dat ze die zelf kunnen beïnvloeden, zowel door goede communicatie, een ontwikkelingsgericht aanbod als door het volgen van het dagritme van de kinderen. Om de kwaliteit nog verder te verbeteren vindt scholing bij Kinderopvang Humanitas deels plaats door middel van e-learning. Truus: “Iedereen ervaart dat als positief. Pedagogisch medewerkers doen de module op eigen tempo, op een moment dat het hen goed uitkomt. In een workshop bespreken ze het onderwerp met het hele team. De komende tijd gaan we nog meer gebruik maken van de mogelijkheden van e-learning.” Extra werk voor de afdeling P&O was er de afgelopen jaren ook door de komst van de medewerkers van de overgenomen kinderopvangorganisatie De Tovertuin en door de bestuurlijke fusie met SKE. Vanaf 1 januari 2015 is de complete personeelsadministratie en salarisadministratie van SKE ondergebracht bij Kinderopvang Humanitas. En werk was er ook om de Flexpool goed in te zetten. Truus: “De Flexpool functioneert per regio en het is belangrijk om de band tussen de locaties en de flexmedewerkers zo goed mogelijk te houden. We plaatsen hen zoveel mogelijk op hun voorkeurslocatie, zodat ze vaste gezichten blijven. En ze doen natuurlijk ook mee met de scholing. Zo proberen wij zo goed mogelijk ziekte en zwangerschap op te vangen.”
5
Interview John Kroes
Voorzitter Ondernemingsraad
De ondernemingsraad 2014 was opnieuw een lastig jaar voor de kinderopvang. De vraag naar kinderopvang liep nog verder terug, ook bij Kinderopvang Humanitas. Daardoor is de organisatie het gehele jaar geconfronteerd met het samenvoegen of sluiten van groepen, sluiten van locaties en helaas ook twee reorganisaties. De Ondernemingsraad is zich ervan bewust dat al deze maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat Kinderopvang Humanitas een gezonde en stabiele organisatie blijft. Toch blijven we kritisch kijken naar de consequenties van deze maatregelen. Wat betekent dit voor onze medewerkers? Wat gebeurt er met de kwaliteit die we zo hoog in het vaandel hebben staan? Ook in 2014 heeft de Ondernemingsraad op een transparante en constructieve wijze samengewerkt met de Raad van Bestuur. De Ondernemingsraad werd goed op de hoogte gehouden van de financiële situatie van de organisatie en werd in een vroeg stadium geïnformeerd en betrokken bij de plannen van de Raad van Bestuur. Ook waren er positieve ontwikkelingen in 2014. Zo werden zeven locaties van Kinderopvang De Tovertuin in Limburg-Zuid overgenomen en werd de bestuurlijke fusie beklonken tussen Kinderopvang Humanitas en Stichting Kinderopvang Enschede (SKE). Er wordt nu hard gewerkt aan de integratie van SKE zodat eind 2015 de juridische fusie kan plaatsvinden. Ook in 2015 zullen we goed moeten blijven kijken naar alle ontwikkelingen in de sector. De Ondernemingsraad zal samen met de Raad van Bestuur ervoor moeten zorgen dat Kinderopvang Humanitas een financieel gezonde organisatie blijft die klaar is voor de toekomst.
6
Interview Bianca Sipsma
Beleidsmedewerker Ouderbeleid
Het kan altijd beter Kinderopvang Humanitas past haar aanbod steeds opnieuw aan aan de wensen van ouders. Daarom vindt er continu onderzoek plaats naar de tevredenheid van ouders. Sinds 2014 gebeurt dat met de VerbeterMeter. Beleidsmedewerker Bianca Sipsma is coördinator van de klanttevredenheidsonderzoeken. Onderzoek naar de mening van ouders gebeurt op verschillende momenten: na de eerste kennismaking, na de wenperiode en aan het einde van de opvang. Daarnaast is er een jaarlijks onderzoek onder alle klanten. Ook werkt Kinderopvang Humanitas met een Klantenplatform, waarvoor een select aantal klanten een aantal keren per jaar wordt uitgenodigd om een vragenlijst in te vullen over diverse onderwerpen. Communicatie is een belangrijk aspect van de dienstverlening, weet Bianca. “Communicatie heeft veel invloed op de tevredenheid van ouders. De meeste complimenten gaan over communicatie, maar klachten gaan er ook vaak over.” Flexibiliteit is een steeds terugkerende wens, zo blijkt uit de onderzoeksresultaten. “Als organisatie ga je dan zoeken welke mogelijkheden er zijn om de flexibiliteit te vergroten. Je probeert nieuwe dingen uit, bijvoorbeeld door alleen afspraken te maken over het aantal uren dat ouders afnemen en ze de vrijheid te geven die flexibel in te zetten. Opmerkelijk is het dan dat daar toch niet zo veel gebruik van gemaakt wordt. De meeste ouders hebben vaste werktijden en –dagen. En voor ouders in de zorg is het weer niet flexibel genoeg, die zijn met hun wisseldiensten bij gastouders meer op hun plek. Overigens krijgt ons aanbod een 7,5 en dat is heel hoog.” In tijden van reorganisatie is natuurlijk ook de bezetting op de groep een aandachtspunt, is Bianca’s ervaring. “Het is heel vervelend als de favoriete pedagogisch medewerker van een kind weg gaat. Ook al snappen ouders de reden; het blijft lastig.”
7
Interview Leonie Heutz
Manager Pedagogiek en Kwaliteit
Stabiliteit op de groep Vaste gezichten op de groep zijn belangrijk voor kinderen. Niet alleen vaste pedagogisch medewerkers zorgen voor stabiliteit, voor kinderen is het ook belangrijk om steeds dezelfde kinderen te ontmoeten. Anders gaat er veel aandacht en energie zitten in het begrijpen van wat er allemaal om hen heen gebeurt. Als kinderen met een vriendje spelen, spelen ze bovendien op hoger niveau dan met een onbekend kind.
>> 8
>>
Leonie Heutz, manager Pedagogiek en Kwaliteit, ziet dat kinderen steeds korter naar de kinderopvang komen en steeds vaker op wisselende dagen. Leonie: “Dat vind ik een zorgelijke ontwikkeling. Stabiliteit is een belangrijke voorwaarde voor kwaliteit. Bovendien duurt het langer voordat kinderen bij ons gewend zijn. Pedagogisch medewerkers zien een kind soms twee of drie weken niet, als ze een keer vrij zijn of net op andere dagen werken. Daarmee is het ook moeilijker om zijn ontwikkeling in de gaten te houden.” Kinderopvang Humanitas speelt zo goed mogelijk in op de veranderde situatie. “We hebben veel gedaan aan scholing. We hebben de NCKO-kwaliteitsmonitor afgenomen, een instrument om de kwaliteit van de opvang te meten. Maar vooral de pedagogisch medewerkers op de groep gaan er goed mee om. Die verdienen terecht een pluim, want het maakt hun werk veel zwaarder.” Pedagogisch medewerkers zorgen voor een herkenbare inrichting op de groep, voor eigen plekjes voor de kinderen, bijvoorbeeld een familiemuur met foto’s van de eigen familie. Ze stimuleren vriendjes om met elkaar te spelen. Ze doen veel naamspelletjes, hebben vaste rituelen en een voorspelbaar dagprogramma. Leonie: “Pedagogisch medewerkers komen terug op wat er gisteren of vorige week is gebeurd en benoemen wat ze morgen of volgende week gaan doen. Het is belangrijk dat je geschiedenis met elkaar maakt.”
9
Interview Arian Beij
Regiopedagoog
“ Wat doen we ook al weer met een mes?” Kinderopvang Humanitas wil dat de kinderen zich prettig voelen op het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang en dat ze leren van waar ze mee bezig zijn, dat ze zich ontwikkelen. Dat vraagt wat van de interactievaardigheden van de pedagogisch medewerkers, vertelt Arian Beij, regiopedagoog MiddenNederland. Wetenschappers onderscheiden zes interactievaardigheden, waarvan drie basisvaardigheden en drie meer educatieve vaardigheden, die de ontwikkeling van kinderen stimuleren. In 2014 heeft Kinderopvang Humanitas veel aandacht besteed aan die basisvaardigheden: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie en structuur en grenzen stellen. Arian: “Om te zien hoe we het doen zetten we de pedagogische meting in. De locatiemanager observeert situaties. Het team bespreekt wat ze zien en waar er verbeteringen mogelijk zijn. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat we nog meer het gewenst gedrag moeten benadrukken: “Wat doen we ook alweer met een mes? Goed zo, smeren en niet in de mond.”.” De locatiemanager kijkt mee op de groep, de regiopedagoog kijkt mee met de locatiemanager. “Het is belangrijk om naar het kind te kijken als er wat gebeurt. Een peuter is boos, omdat zijn speelgoed wordt afgepakt. Als je dat constateert en verwoordt (“Ik zie dat je boos bent, omdat Jantje de auto heeft gepakt”) dan is zo’n kind al een groot deel van zijn boosheid kwijt. Dat is sensitieve responsiviteit”, vertelt Arian. Naast de pedagogische meting en de bespreking ervan is er in 2014 veel aandacht geweest voor interactievaardigheden in de eigenWijs, het magazine voor pedagogisch medewerkers van Kinderopvang Humanitas. Op de regionale studiedag waren bovendien diverse workshops over het onderwerp. Arian: “Het voordeel van al deze aandacht is dat pedagogisch medewerkers beter kunnen benoemen wat het effect is van wat ze doen. We eten in kleine groepjes, niet omdat de organisatie dat wil, maar omdat we zien dat het effectiever is. De kleintjes krijgen meer aandacht en komen meer aan het woord. Ook richting ouders kunnen we het daardoor beter verwoorden.”
10
Interview Ans Deneer
Beleidsmedewerker Veiligheid en Gezondheid
Smoothies in plaats van taart Wat zit er in een bekertje? Wat ligt er op een bordje? Dat bleek per locatie, per groep heel verschillend te zijn. Kinderopvang Humanitas wilde meer eenheid en wilde het voedingsbeleid afstemmen op de ideeën van de 21ste eeuw. 2014 werd het jaar van de voeding, voor Ans Deneer, beleidsmedewerker Veiligheid en Gezondheid. “Uitgangspunt voor ons is dat we het maximale willen doen om de gezondheid van kinderen te bevorderen. Daarom hebben we bijvoorbeeld alle zoete dranken overboord gegooid. Natuurlijk drinken kinderen heus wel chocolademelk als Sinterklaas komt, maar niet meer structureel elke dag. Water en thee drinken is nu heel gewoon geworden, ook voor de jongste kinderen. Nutella en hagelslag zijn vervangen door bepaalde soorten jam en stroop. Al het brood is vezelrijk en we eten veel meer fruit en groente. In smeerkaas zit te veel zout, dus ook dat geven we niet meer.” Natuurlijk gaat zo’n wijziging in het voedingsbeleid niet zonder slag of stoot. Kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers moesten er aan wennen. En soms was het echt zoeken naar goede alternatieven. Ans: “Op het kinderdagverblijf zagen ouders dat moeilijke eters opeens wel gingen eten. Maar op de buitenschoolse opvang werkte de groepsdruk soms andersom. Vooral voor de huidige BSOkinderen was het een omslag. Daar hebben we ook wel weerstand ontmoet. Per locatie wisselde dat trouwens wel. Soms hebben we het tempo van de verandering aangepast. Maar kinderen die van het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal naar de BSO gaan, zijn nu niet anders meer gewend.” Op verjaardagen en in de vakantie zoeken de pedagogisch medewerkers naar variaties op het zakje chips of de taart. Ze maken smoothies met de kinderen of wraps. Het voedingsbeleid is continu in beweging. Ans verwerkt de nieuwe inzichten en de feedback van de locaties. Het voedingsplan is niet statisch, maar verandert mee.
11
Interview Carine Legerstee Locatiemanager
Zitten, observeren en soms meespelen Hoe kunnen we de spelbetrokkenheid van kinderen vergroten? Dat is een vraag die afgelopen jaren centraal stond bij Kinderopvang Humanitas en zeker ook bij Kinderdagverblijf De Boemel in Waddinxveen. Niet alleen pedagogisch medewerkers, pedagogen en locatiemanagers van Kinderopvang Humanitas doen onderzoek naar spelbetrokkenheid. In het hele land hebben deskundigen de handen ineen geslagen (zie ook speelsleren.nl).
Hoe spelen kinderen, dat was voor de zes betrokken pedagogisch medewerkers van De Boemel de eerste vraag, vertelt locatiemanager Carine Legerstee. “Wij willen graag alle ontwikkelingsgebieden van kinderen stimuleren. Dan moet je dus goed zien waar kinderen mee bezig zijn. Kinderen leren al spelend. Dus je moet ze op tijd stimuleren.”
12
>>
>>
Spelbetrokkenheid stimuleer je onder meer door een goede inrichting, bijvoorbeeld met voldoende ruimte in de bouwhoek en met niet te veel verschillende materialen. De zes pedagogisch medewerkers probeerden ook uit wat het effect is van dichtbij de spelende kinderen gaan zitten: van een afstandje toekijken, meespelen, erbij gaan zitten en de administratie doen. Als een pedagogisch medewerker er wel was, maar niet met haar aandacht leverde dat verwarring op. De kinderen probeerden op allerlei manieren haar aandacht te trekken en waren uitsluitend nog op haar gericht in plaats van op het spel. Carine: “Rustig zitten, observeren en waar nodig inhaken op het spel, dat werkt het best.” Dat betekent dat de medewerkers een werkverdeling afspreken. De een is bewust met de kinderen bezig, de ander neemt de telefoon op of verschoont de kinderen. Medewerkers filmden de kinderen en lieten zichzelf filmen. Ze gaven er presentaties over, onder meer op een ouderavond. Carine: “Ik heb nog nooit zo’n drukke ouderavond gehad. Ouders waren heel benieuwd naar de beelden van hun kinderen.” Carine is blij met de kennis en ervaring die op is gedaan: “De pedagogisch medewerkers ervaren dat ze een ander contact met de kinderen krijgen nu ze niet meer het gevoel hebben met alle vijftien tegelijk bezig te hoeven zijn. En dat vinden ze heel prettig.”
13
Interview Diny Lammers-Vriezen Pedagogisch medewerker
Vies worden is leuk Buiten spelen is niet alleen leuk, het is ook gezond. Het is goed voor de motoriek, creativiteit en sociale en emotionele vaardigheden. En zonlicht zorgt voor de aanmaak van vitamine D. Maar hoe doe je dat dan in een babygroep? Pedagogisch medewerker Diny Lammers-Vriezen van Kinderdagverblijf Rietpluim in Terborg ziet geen problemen in het naar buiten gaan met kleine kinderen. Op haar groep zijn ze in de leeftijd van twee à drie maanden tot twee jaar. Diny: “Onze tuin is afgeschermd met een hekje, zodat we alleen maar de deur open hoeven te zetten. De kinderen kunnen zo naar buiten kruipen. Dan doen we ze soms wel een dubbele broek aan. We hebben nu nog een kleed, maar binnenkort wordt er kunstgras neergelegd en we zijn bezig met een voelbord met verschillende materialen.” De zandbak is heel populair bij de kleintjes. Ze kruipen er naar toe. Speeltje erin, speeltje eruit. Handen erin, zand naar de mond. Diny: “Natuurlijk moet je wel in de gaten houden wat ze doen. Maar ze moeten zelf ervaren dat zand niet om te eten is. Dat moet je ook ouders uitleggen. Kinderen moeten leren ontdekken. Dat betekent dat we ook niet steeds alle blaadjes en takjes wegvegen. Die zijn juist leuk.” Voor baby’s is het gras al heel bijzonder. “Al heel vroeg leggen we ze in buitenbedjes te slapen en op een kleed, met een speeltje erbij”, zegt Diny. “Dan ga je erbij zitten en dan zien je ze kijken. Natuurlijk laat je ze niet heel lang liggen en zorg je dat ze goed aangekleed zijn.” Achter het hekje bij Rietpluim fietsen de oudere kinderen. Ook dat is een bezienswaardigheid. Even elkaars handjes aanraken, even contact maken. Vies worden is juist leuk. Rietpluim deed mee aan de ModderDag en dat was een groot succes. Diny: “Ze zaten helemaal onder. We hebben ze eerst afgespoeld voordat ze weer naar binnen mochten.”
14
Interview Maria Teeuwen
Pedagogisch medewerker
Van Wieërts naar Nederlands Bij Peuteropvang De Rakkertjes in Weert neemt taal een belangrijke plaats in. Veel peuters spreken namelijk het dialect van Weert of een andere taal. Vooral als ze al met drie jaar bij De Rakkertjes komen, is dat soms even wennen. Peuterleidster Maria Teeuwen vertelt: “De tweejarigen die hier komen zijn meer onbevangen en gaan sneller mee in het Nederlands. De driejarigen moeten eerst leren om hun eigen taal los te laten. Je ziet dat ze eerst goed gaan luisteren en dan pas zelf de Nederlandse taal durven te gebruiken.” Maria spreekt zelf ook ‘Wieërts’, maar niet bij de peuteropvang. Voor De Rakkertjes is het VVE-programma Startblokken de basis. Maria die al achttien jaar bij De Rakkertjes werkt, vindt het grote voordeel van Startblokken dat het heel erg aansluit bij wat kinderen bezighoudt. Daar kun je op inspringen. Ook ouders worden betrokken bij de taalontwikkeling van hun kinderen. Samen met de bibliotheek is er namelijk het programma Boekenpret. De bibliotheek levert boeken bij een thema. De kinderen mogen die boeken ook mee naar huis nemen, zodat ouders ook thuis kunnen voorlezen. Maria: “Het gaat er bij het lezen ook om kinderen aan het praten te krijgen, door open vragen te stellen, door kinderen een verhaal te laten navertellen bij de plaatjes, door moeilijke woorden te herhalen, door vragen te stellen als “hoeveel …. zie je op dit plaatje?”.” Nieuwe woorden leren gebeurt niet alleen bij het voorlezen en met behulp van een boekje. Het kan op alle momenten van de dag. Aan tafel bij het fruit eten bijvoorbeeld benoemen de pedagogisch medewerkers alle soorten fruit en tijdens het spelen laten ze kinderen heel bewust kennis maken met nieuwe woorden. Maria: “Het is heel leuk om de ontwikkeling van kinderen te zien. Ze komen binnen en praten soms helemaal nog niet. Dan zijn ze vier en dan kunnen ze hun woordje vaak al heel goed doen.”
15
Interview Sabrina Bravenboer Pedagogisch medewerker
Zelfverzekerd door drama Drama stond in 2014 als thema op de Pedagogische kaart. De Pedagogische kaart bevat per leeftijdsgroep jaarlijks meerdere thema’s en activiteiten waarmee alle locaties van Kinderopvang Humanitas aan de slag gaan. Drama was bij Buitenschoolse Opvang De Boemerang in Rockanje altijd al favoriet, vertelt pedagogisch medewerker Sabrina Bravenboer. Verkleden, toneelstukje verzinnen, stoelen op een rij zetten, kaartjes verkopen. “Wij hebben ook een collega die heel goed kan naaien. Ze maakt kostuums op maat. Rode mutsjes voor roodkapje, een wolvenkop. Kinderen helpen met tekenen, maten opmeten en aanwijzingen geven: “hier moet nog een bloemetje op.”. Ook een schimmenspel met een doek en een lamp en wat decorstukken doet het altijd goed op de BSO, vertelt Sabrina. Met heel weinig kun je heel veel effect bereiken. Dat is leuk.” Vorig jaar hebben de kinderen het heel professioneel aangepakt, met een toneelstuk over een speelgoedwinkel waarbij zowel de kleintjes als de groten meededen. En met een opvoering voor alle ouders. Sabrina: “Het was helemaal vol. Opa’s en oma’s, ooms en tantes, bijna iedereen nam wel iemand mee.” Zes weken lang hebben de kinderen geoefend. Daarbij hebben de pedagogisch medewerkers ervoor gezorgd dat het vooral bij de kinderen vandaan kwam. “Dat betekent goed luisteren”, zegt Sabrina. “Sommige kinderen willen eerst kijken voordat ze mee spelen. Of ze willen het samen met de pedagogisch medewerker doen, die dan vooraan zit en de tekst fluistert als ze hem kwijt zijn. Je moet ook inspelen op de fantasie die er is bij de kinderen.” Voor Sabrina heeft drama op de BSO meerdere doelen. “Niet alleen laat je aan de kinderen zien wat theater is, waar papa en mama ook wel eens heen gaan. Ze zijn creatief, maken zelf materiaal, van kleding tot decors. Je stimuleert de fantasie, de concentratie en het zelfvertrouwen. Je ziet kinderen zelfverzekerder worden als ze een keer voor een groep hebben opgetreden.”
16
Financiën Sinds 2011 wordt de branche Kinderopvang gekenmerkt door forse vraaguitval als gevolg van de bezuinigingsmaatregelen van de overheid en de aanhoudende recessie. De omzetdaling die zich als gevolg hiervan bij Kinderopvang Humanitas in 2012 manifesteerde zette zich in 2013 en 2014 dan ook voort. Voor 2015 verwachten wij wederom een verdere omzetdaling van ongeveer 12% ten opzichte van 2014 met grote verschillen per regio; het behoeft verder geen betoog dat de huidige marktomstandigheden een grote uitdaging zijn en blijven voor onze organisatie. Per 1 oktober 2014 zijn Stichting Kinderopvang Humanitas en Stichting Kinderopvang Enschede bestuurlijk gefuseerd. De baten en lasten alsmede de bezetting & capaciteitsgegevens over het boekjaar 2014 zijn in onderstaande tabellen opgenomen, als ware de samenvoeging al vanaf het begin van 2014 een feit. De vergelijkende cijfers zijn op dezelfde wijze gepresenteerd.
2014 2013 Daling EURO EURO % Bedrijfsopbrengsten Kinderopvang 0-4 jaar 50.350.000 60.219.000 -16% Buitenschoolse opvang 27.463.000 30.078.000 -9% Bijdrage Kinderopvang 77.813.000 90.297.000 -14% Bijdrage Peuterspeelzalen/Peuteropvang 6.637.000 5.168.000 28% Bijdrage ouders Gastouderopvang 1.190.000 1.358.000 -12% Overige opbrengsten 309.000 Netto omzet 85.640.000 97. 132.000 -12%
De verdergaande daling van de omzet heeft vanzelfsprekend een impact op het resultaat, ondanks de combinatie van een efficiënte bedrijfsvoering en schaalvoordelen werd over 2014 een negatief resultaat gerealiseerd.
>> 17
Financiën >>
2014
2013
74,4 17,4 7,1 6,6 105,5
72,9 16,6 5,8 7,2 102,5
Operationeel resultaat Financiële baten en lasten Vennootschapsbelasting
-5,5 0,2 0,6
-2,5 0,3 -0,1
Resultaat na belastingen
-4,8
-2,3
Verdeling van de kosten Procentueel t.o.v. de netto omzet Bedrijfslasten Personeelskosten Huisvestingskosten Afschrijvingskosten Overige kosten
Het resultaat 2014 na belastingen is ten laste van ons eigen vermogen gebracht. Als gevolg van de voorziene verdere afname van de vraag verwachten wij over 2015 wederom een verlies te zullen realiseren; voor een deel wordt dit veroorzaakt door integratiekosten SKE die vanaf 2016 positief zullen bijdragen aan het resultaat. Door de sterke solvabiliteit die de afgelopen jaren is opgebouwd blijft Kinderopvang Humanitas een solide organisatie en betrouwbare partner in de opvoeding van uw kinderen.
18
Bezetting – capaciteitsgegevens Aantal bezette kindplaatsen * Kinderopvang 0-4 jaar Buitenschoolse opvang Peuterspeelzalen/Peuteropvang Koppelingen gastouderopvang
2014
2013
% mutatie
2.640 2.595 312 1.613
3.326 2.910
-21% -11%
279 1.785
12% -10%
* Gemiddeld over het betreffend boekjaar
Capaciteit 2014 Kinderdagverblijven Buitenschoolse Opvang Peuterspeelzalen
Locaties
Opvangplaatsen
122 189 60
5.102 7.162 2.281
Bezettingspercentage 54,3%
51,7% 39,3%
Kinderdagverblijf
36,2%
BSO
n 2013 n 2014
19