VOORWOORD. Carla Kerner Directeur. Birgit de Winter Locatiecoördinator

Schoolgids 2015-2016

VOORWOORD Dit is de schoolgids van basisschool Regenboog voor het cursusjaar 2015-2016. Onze school is één van de vier scholen van de Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs te Leiderdorp. Deze scholen werken op een groot aantal terreinen nauw samen: leerlingenzorg, ICT (Informatie en Communicatie Technologie), onderwijskundige ontwikkelingen, kwaliteitsbewaking en personeelsbeleid. De Algemene Informatiegids van onze Stichting kunt u vinden op de website: www.pcboleiderdorp.nl De schoolleiding draagt zorg voor de uitvoering van het beleid. Het bestuur van de PCBO ondersteunt dit proces en draagt hiervoor de eindverantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid met betrekking tot de dagelijkse gang van zaken ligt bij de schoolleiding. In deze schoolgids vindt u allerlei praktische informatie: roosters, tijden, namen, adressen enz. Daarnaast wordt u geïnformeerd over de achtergronden van het onderwijs (uitgangspunten, visie op onderwijs en opvoeding, identiteit enz.) en over de organisatie en de inhoud van het onderwijs. Tevens kunt u informatie over de school vinden op de website: www.pcboregenboog.nl. Ons streven is u via deze gids een beeld te geven van de school. Dit beeld wordt natuurlijk pas compleet door op een gewone schooldag een bezoekje te brengen aan de school. Belt u van tevoren wel even voor een afspraak.

Carla Kerner Directeur Birgit de Winter Locatiecoördinator

1 Schoolgids Prot. Chr. Basisschool Regenboog 2015-2016

STICHTING PROTESTANTS CHRISTELIJK BASISONDERWIJS TE LEIDERDORP Scholen

Website PCBO

Prot. Chr. Basisschool Regenboog Marjoleintuin 58, 2353 PL Leiderdorp Tel.: 071 5893813 E-mail: [email protected] Website: www.pcboregenboog.nl Directeur: mevr. C. Kerner Locatie-coördinator: mevr. B. de Winter

www.pcboleiderdorp.nl

Secretariaat Stichting PCBO Kantoor PCBO Marjoleintuin 58 2353 PL Leiderdorp Tel.:071 5425503 E-mail: [email protected]

Prot. Chr. Basisschool Willem de Zwijger Bernhardstraat 1, 2351 GG Leiderdorp Tel.: 071 5895659 Fax.:071 5820692 E-mail: [email protected]

Prot. Chr. Basisschool Kastanjelaan Kastanjelaan 6, 2351 ND Leiderdorp Tel.: 071 5820081 E-mail: [email protected] Prot. Chr. Basisschool ’t Bolwerk Klerkenhof 1, 2353 WB Leiderdorp Tel.: 071 5893838 Fax: 071 5820389 E-mail: [email protected]

2 Schoolgids Prot. Chr. Basisschool Regenboog 2015-2016

INHOUDSOPGAVE Voorwoord Adresgegevens PCBO Leiderdorp Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. De inhoud van het onderwijs 1.1 Waar willen we voor staan? 1.2 Onderwijsorganisatie 1.3. Specifieke kenmerken van de groepen 1 en 2 1.4 Het werken in de groepen 1 t/m 8; de specifieke vakgebieden 1.5 Bijzondere activiteiten Hoofdstuk 2. De zorg voor de kinderen 2.1 Opvang van nieuwe leerlingen 2.2 Het leerlingvolgsysteem 2.3. De zorgbreedte 2.4 De overgang naar het voortgezet onderwijs 2.5 Het overblijven; voor- en naschoolse opvang 2.6 Verzekeringen en aansprakelijkheid Hoofdstuk 3. Onderwijsontwikkeling 3.1 Onderwijskundige ontwikkelingen 3.2 Onderwijskundige ontwikkeling: een terugblik 3.3 Nascholing van leraren . 3.4 Beleidsvoornemens en evaluatie 3.5 Beleidsplannen van de stichting 3.6 Klachtenregeling Hoofdstuk 4. Medezeggenschap Hoofdstuk 5. De leraren 5.1 Bereikbaarheid van leraren 5.2 Taakverdeling 5.3 Vervanging van leraren 5.4 Stagiair(e)s Hoofdstuk 6. De ouders 6.1 Inbreng ouders 6.2 Ouderbijdrage 6.3 Contacten met ouders 6.4 Excursies per auto Hoofdstuk 7. Schooltijden, gymuren, vakanties, spreekuur, rapporten, informatieavonden 7.1 Schooltijden 7.2 Onderwijstijd 7.3 Gymnastiek 7.4 Urenberekening, vakanties en vrije dagen 7.5 Vakantierooster 7.6 Rapporten en besprekingen alle groepen 7.7 Informatie Hoofdstuk 8. Allerlei 8.1 Pauze 8.2 Trakteren 8.3 Goede doelen 8.4 Huiswerk, tas en agenda 8.5 Website 8.6 De activiteitencommissie 8.7 Sportcommissie 8.8 School T-shirts 8.9 Telefoneren 8.10 Filmopnamen in de klas 8.11 Bankrekening

Schoolgids Prot. Chr. Basisschool Regenboog 2015-2016

3

1.

DE INHOUD VAN HET ONDERWIJS

1.1

WAAR WILLEN WE VOOR STAAN?

Het onderwijs op PCB Regenboog is er op gericht basisvaardigheden aan te leren (lezen, schrijven, rekenen en begrijpend/studerend lezen) om door middel van een gerichte leerstrategie (studievaardigheden, leerhouding) informatie te kunnen opnemen, verwerven en toe te passen (wereldoriëntatie, waar onder: aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, verkeer). Aan het einde van de basisschool dient de leerling in staat te zijn het programma van het voortgezet onderwijs, behorend bij zijn of haar niveau, zonder problemen te kunnen volgen. De leerling heeft een goede leerhouding, waarbij sociaal-emotionele factoren belangrijk zijn voor het leerplezier en de motivatie. Dit komt tot uiting in het zelfstandig kunnen opnemen en verwerken van de leerstof. Van leren kan alleen sprake zijn als de sociaal-emotionele ontwikkeling harmonisch verloopt. Daarom moet ieder kind zich op school thuis voelen. Het welbevinden van het kind staat op de Regenboog hoog in het vaandel! Wij zien het als onze taak om de school te maken tot een veilige plek waar ieder zich geaccepteerd en gerespecteerd voelt. Dat doen we door respectvol met elkaar om te gaan en door elkaar steeds weer aan te spreken op verantwoordelijkheden. Leren is veel meer dan het opdoen van allerlei feitenkennis. Leren betekent vooral het verwerven van vaardigheden en het je eigen maken van inzichten; de kinderen moeten structuren en verbanden ontdekken en al denkend en handelend tot oplossingen komen. De leerstof wordt aangeboden door de leerkrachten, die daarnaast vooral een observerende en sturende rol hebben. De kinderen zijn voor een deel verantwoordelijk voor hun eigen leerproces. Hun betrokkenheid zal hun kansen op succes vergroten. In al deze processen is een goed contact met de ouders onontbeerlijk. Om de school- en de thuissituatie op elkaar te laten aansluiten, moeten de ouders weten welke prioriteiten door de school worden gesteld. Om een kind optimaal te kunnen begeleiden, moet een leerkracht op de hoogte zijn van de gezinsomstandigheden. Regenboog, een school in beweging…. ... waar het welbevinden van de kinderen voorop staat. … waar men beseft dat de pedagogische relatie tussen leerling en leerkracht van fundamenteel belang is. … waar de kinderen betrokken zijn bij hun eigen onderwijsleerproces. ... waar kleuters spelenderwijs alle kennis en vaardigheden opdoen, die ze in hun verdere schoolloopbaan nodig hebben. ... waar kinderen in een stiltelokaal zelfstandig kunnen werken onder toezicht van een volwassene. … waar de eigen leerkracht aan de instructietafel extra begeleiding biedt. … waar vanaf groep 3 alle ochtenden volledig zijn gereserveerd voor rekenen, taal, lezen en schrijven. … waar de kinderen al vanaf groep 1 met veel plezier Engels leren. ... waar de zaakvakken en alle creatieve activiteiten tijdens de middaguren worden vormgegeven in ateliers. … waar veel aandacht is voor sport en spel. … waar een balans is tussen het goede van de traditionele school en moderne inzichten. … waar kinderen kunnen spelen op een groot en veilig schoolplein, omgeven door veel groen.


4

1.2

ONDERWIJSORGANISATIE

De Regenboog verzorgt passend onderwijs waarbij respect, vertrouwen, veiligheid, welbevinden en betrokkenheid kernbegrippen zijn. Passend onderwijs biedt de kinderen de leerstof waar ze ‘aan toe zijn’. Kinderen willen dolgraag leren. Het is de taak van de leerkrachten om de kinderen de leerstof te bieden die past bij hun leer- en ontwikkelingsniveau. Leerstof moet in de zone van de ‘naaste ontwikkeling’ liggen, is niet te moeilijk, maar biedt wel voldoende uitdaging. Elk kind heeft recht op een ononderbroken ontwikkeling waarbij het kan leren in eigen tempo en op eigen niveau. Welbevinden en betrokkenheid! Dit zijn twee begrippen die de leerkrachten van de Regenboog steeds voor ogen hebben bij het maken van hun keuzes. Om goed te kunnen leren moeten de kinderen ‘lekker in hun vel zitten’. Wij trachten ons onderwijs zo in te richten, dat de kinderen graag naar school gaan. Het welbevinden van de kinderen staat steeds voorop. Hoe groter het welbevinden, hoe groter de kans om echt te kunnen leren! Daarbij streven we naar een zo groot mogelijke betrokkenheid van de kinderen. Kinderen worden zo veel mogelijk zelf eigenaar van hun onderwijsleerproces. Ze denken mee over de inhoud van de leerstof en kunnen hierbij keuzes maken. Ze bepalen, waar mogelijk, zelf de volgorde waarin aan opdrachten wordt gewerkt en leggen uiteindelijk verantwoording af over wat ze hebben gedaan. Op de Regenboog wordt gewerkt met dagen weektaken. De leerkracht geeft effectieve instructie (klassikale instructie en/of instructie aan kleinere groepen). De kinderen zijn daarna in groepen zelfstandig bezig met het verwerken van de leerstof. Om zelfstandig te kunnen werken worden bepaalde vaardigheden van kinderen gevraagd, vooral ten aanzien van de mate van zelfstandigheid en het vermogen om samen te kunnen werken met andere kinderen. Dit leren de kinderen al in de kleutergroepen. Het grote voordeel van deze manier van werken is dat kinderen veel meer in hun eigen tempo en op hun eigen niveau de leerstof kunnen verwerken. Groep 1 en 2 De kring In de groepen 1 en 2 neemt de kring een belangrijke plaats in. Vanuit en in de kring vinden veel activiteiten plaats en komen de verschillende vakgebieden aan de orde. De kring is ook de plek waar de kinderen zich veilig en vertrouwd voelen. Een kind dat zich op z’n gemak voelt, heeft de mogelijkheid zich te ontwikkelen. De leerkrachten bieden de kinderen daartoe de ruimte en de mogelijkheden. De kring is in de eerste plaats de ontmoetingsplek aan het begin en het eind van de dag. Spelen en omgaan met ontwikkelingsmateriaal. Er zijn veel verschillende hoeken ingericht waarin de kinderen zich al spelend kunnen ontwikkelen. Ook kunnen ze een keuze maken uit de materialen uit de kast. Spelen is belangrijk voor de ontwikkeling van de kleuters op creatief, sociaal-emotioneel en motorisch gebied. Door het spelen met ontwikkelingsmateriaal ontwikkelen de kleuters inzicht en wordt gewerkt aan de ontwikkeling op het gebied van taal/lezen, rekenen en schrijven. Ook worden allerlei technieken aangeleerd, zoals de potloodgreep, knippen en plakken, verven en het omgaan met materiaal. De computer rekenen wij ook tot de ontwikkelingsmaterialen. Er wordt gewerkt aan de hand van het planbord. Dit is een groot bord op ooghoogte van de kinderen. Op dit bord wordt door middel van afbeeldingen aangegeven welke activiteiten en hoeken aan de orde zijn. De leerkracht geeft op het bord aan hoeveel kinderen aan iedere activiteit kunnen deelnemen. Door hun naam onder een afbeelding te hangen, kiezen de kinderen een activiteit. Het is ook mogelijk dat de leerkracht bepaalt wie in welke hoek gaat spelen. Zij hangt dan de namen alvast onder een afbeelding. Als ze klaar zijn met een activiteit hangen de kinderen zelf hun naam onder een andere afbeelding waar plaats is. Door gebruik te maken van het planbord zijn de kinderen snel uit de kring in een hoek of aan een tafel. De zelfstandigheid wordt bevorderd en de kinderen worden uitgenodigd en gestimuleerd om vaak ergens anders te spelen.


5

Als de pop “PomPom” op de stoel van de leerkracht zit, gaan de kinderen zelfstandig aan het werk en mag de leerkracht niet gestoord worden. De leerkracht gaat alle hoeken en tafels langs volgens een vaste route of geeft bijzondere aandacht aan een groep. Spelen en bewegen In het speellokaal is het verkennen van de ruimte belangrijk; in de spelvormen onderscheiden we het fantasiespel en dans- en tikspelletjes. Er wordt gewerkt met groot materiaal ( klimmen, springen, balanceren) en met klein materiaal (gooien, werpen, vangen, rollen). Bij het buiten spelen hebben de kinderen de keus uit de zandbak, het klimrek, rollend materiaal en bouwmateriaal. Observatie, registratie In de kleutergroepen vindt systematische observatie plaats aan de hand van het observatiemodel behorend bij DORR. Met dit kleutervolgsysteem observeert de leerkracht vanuit leerlijnen duidelijk omschreven ontwikkelingsdoelen. Daarbij staan de spelende kleuter en het ontwikkelingsmateriaal centraal. Als uit deze observaties blijkt dat de leerling een ontwikkelings- en/of leerachterstand heeft, dan vindt er nader onderzoek plaats. In groep 2 worden in januari de Cito-toetsen Taal en Rekenen voor kleuters afgenomen. Aan de hand van deze resultaten wordt afgestemd waarin de kinderen meer uitdaging, dan wel extra begeleiding nodig hebben. Groep 3 t/m 8 Vanaf groep 3 zijn de kinderen gegroepeerd naar leeftijd, met dien verstande dat een kind alleen naar groep 3 gaat, als het daar qua cognitieve- en sociaal-emotionele ontwikkeling aan toe is. Dit zijn zaken die vanzelfsprekend in nauw overleg met de ouders/verzorgers worden besproken. In de groepen 3 en 4 wordt veel tijd en aandacht geschonken aan het leren lezen en schrijven. Ook in deze groepen zijn welbevinden en betrokkenheid belangrijke begrippen. Opdrachten betreffende rekenen, taal, lezen en schrijven staan op het dag/weekplan. De kinderen bepalen, waar mogelijk, de volgorde waarin deze opdrachten worden uitgevoerd. Zij kunnen met hun boeken en schriften naar het stiltelokaal gaan om daar in alle rust aan hun opdrachten te werken. Het stiltelokaal is een extra ruimte die voor de kinderen beschikbaar is en waar zij onder toezicht rustig kunnen werken. De cognitieve vakken (rekenen, taal, lezen) krijgen alle tijd en aandacht in de ochtenduren. We bieden de kinderen een programma met een herkenbare structuur. Tijdens de instructie en/of het zelfstandig werken wordt optimaal aandacht geschonken aan de cognitieve vaardigheden, waarbij gestreefd wordt naar een zo optimaal mogelijk passend leerrendement: - goed, handig en met inzicht leren rekenen; - een hoog niveau bereiken van technisch en begrijpend lezen, waarbij het ontwikkelen van een grote woordenschat een belangrijke voorwaarde is; - goed kunnen luisteren, spreken en schrijven. In het stiltelokaal verzamelen zich leerlingen die zelfstandig o.l.v. een volwassene aan het werk zijn. De overige leerlingen worden in kleine groepjes geïnstrueerd (instructietafel) of ondersteund door hun eigen leerkracht. Bij de opbouw van het werken met dagen weektaken willen wij de kinderen leren om uiteindelijk zelf te kunnen kiezen in welke volgorde zij hun werk maken. De leerkrachten passen de weektaak aan het niveau van het kind aan. Voor de groepen 5 t/m 8 krijgen de zaakvakken (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en milieu) en de creatieve vakken (handvaardigheid, tekenen, muziek, drama, dans) een plaats in het atelieronderwijs in de middaguren. Ook hier geldt dat de middag in een vast ritme is ingedeeld. Niet alleen de zaakvakken en de creatieve vakken krijgen een plaats in de ateliers. Ook koken, filosoferen met kinderen, schaken, werken met constructiemateriaal en een extra gymles zijn hierin ondergebracht. Zoveel mogelijk wordt rekening gehouden met interesses en hobby’s van de kinderen.


6

Om aan de kerndoelen te kunnen voldoen zijn de ateliers op maandag, dinsdag en donderdagmiddag verplichte ateliers. Op woensdag en vrijdag mogen de kinderen vrij kiezen. Ateliers kunnen in de vorm van teamteaching worden ingevuld. Hierbij worden leerkrachten met specifieke vakkennis ingezet voor alle groepen. Talenten van kinderen en leerkrachten worden hierbij verder ontplooid. De ateliers zijn gericht op het ontwikkelen van diverse competenties van de kinderen: samenwerken, communiceren, informatie verwerven en verwerken, creativiteit, sociaal gedrag, doorzettingsvermogen, concentratievermogen, een bijdrage leren leveren aan duurzame ontwikkeling, samenhangen leren zien in onze complexe maatschappij, het voortdurend ontwikkelen van meervoudige intelligenties, interesse tonen in culturele verschijningsvormen, het zelf kunnen produceren van kennis, het ontwikkelen van een kritische houding en een mening leren vormen. Kortom: wij willen de kinderen stimuleren in hun ontwikkeling en hen helpen om zich zo volledig mogelijk te kunnen ontplooien. Wij willen hen een stevige basis geven om te kunnen voldoen aan de eisen van de hedendaagse maatschappij.

1.3

SPECIFIEKE KENMERKEN VAN DE GROEPEN 1 EN 2

In de groepen 1 en 2 is spel en spelen heel belangrijk. Het spel en de beweging van de kleuter vormen de basis voor het latere leerproces. Tijdens het werken met ontwikkelingsmateriaal komen veel activiteiten aan bod die van belang zijn voor het latere leren. De onderdelen die in de groepen 1 en 2 aan de orde komen, zijn afgestemd op het niveau en de belevingswereld van de kinderen. In alle onderdelen is een opbouw te zien van kennisnemen en experimenteren naar gericht bezig zijn met opdrachten en de aangeboden stof. De kinderen leren ook om in een groep te functioneren. Door de heterogene samenstelling van de groep leren de jongsten in de dagelijkse omgang veel van de oudsten. De oudsten leren meer verantwoordelijkheid te nemen en een voorbeeld te geven. KIPPPI formulier en intake-procedure Voordat het kind vier wordt, is er een gesprek tussen ouders en leerkracht(en) om afstemming te bereiken over de meest geschikte aanpak voor de begeleiding van het kind. Hierbij maken wij gebruik van een intake-formulier dat de ouders van tevoren invullen. Voor de meeste kinderen krijgen wij het KIPPPI formulier van de peuterspeelzaal. Werken in thema’s In de groepen 1 en 2 werken wij iedere 2 à 3 weken met een nieuw thema. Een thema is een aansprekend onderwerp waarin wij de leerinhoud aanbieden. Aan het begin van het jaar wordt een jaarplanning opgesteld waarbij wij rekening houden met een evenredige verdeling van thema’s die aanleiding geven tot verkenningen op het gebied van taal, rekenen en wereldoriëntatie. Ook plannen wij thema’s rond speciale gebeurtenissen en feesten. Taalbeleid In de groepen 1 en 2 wordt een beeld verkregen van kenmerken van leerlingen die extra risico lopen op lees- en spellingproblemen. Vanuit de ‘tussendoelen beginnende geletterdheid’ en het ‘Protocol Dyslexie’ wordt de ontwikkeling van de kinderen geobserveerd en een aanpak vastgesteld. Hierbij tekenen wij aan dat de ontwikkeling van kleuters voornamelijk via spel verloopt en de interventies ook in eerste instantie vanuit die insteek gekozen worden. In de hoeken meespelen of een groepje kinderen in kleine kring een prentenboek laten navertellen of uitspelen zijn bijvoorbeeld middelen voor de leerkracht om aan de specifieke leerbehoeften van kinderen tegemoet te komen. Middelen die ons ten diensten staan bij de uitvoering van dit beleid zijn o.a.: de keuze en uitwerking van de thema’s, leermiddelen van de ‘Schatkist taal’, de inrichting van de hoeken, de lees-/schrijfhoek en het gebruik van prentenboeken, de observatielijsten van DORR en eventueel de Cito-toets ‘taal voor kleuters’ en ‘rekenen voor kleuters’.


7

Engels De Engelse taal is bijna niet meer weg te denken uit het leven van onze kinderen. Via de televisie, de radio en de computer komen de kinderen er al vroeg mee in aanraking. Vanuit het Europees platform worden scholen in Nederland gestimuleerd meer aandacht aan Engels te geven. Basisschool Regenboog is één van die scholen die inmiddels is gestart met het geven van Engels aan de kinderen van de kleuterklas. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het vroeg eigen maken van een vreemde taal een positief effect heeft op het leren van de moedertaal. Kinderen spelen graag met taal; het taalgebied in hun hersenen staat ook open voor het makkelijk aanleren van een vreemde taal. De kleuters van basisschool Regenboog leren Engels op een speelse manier. Er wordt gebruik gemaakt van liedjes, versjes en verhaaltjes uit boeken. De kinderen zijn niet bang om mee te doen, want ze zijn al gewend om op deze manier te leren. Zorgverbreding Naast de vaste groep hebben wij een systeem van ondersteuning/groepsverkleining. Dit houdt in dat groepjes kinderen in het speellokaal of in een andere ruimte gericht aan bepaalde onderdelen werken. Veelal doen zij dit met een vrij geroosterde leerkracht, soms met een stagiair(e). Dit kan gaan om het uitdiepen van het thema dat in de klas aan de orde is, werken met ontwikkelingsmateriaal, herhaling van leerstof of juist een extra uitdaging voor bepaalde kinderen. Overgang van groep 2 naar groep 3 In principe gaan leerlingen van groep 2 door naar groep 3 tenzij: - er belangrijke groei en/of leerwinst te verwachten is van een extra jaar in groep 2; - er sprake is van voldoende vaardigheden maar dat er sociaal-emotionele redenen voor een extra jaar in groep 2 aan te wijzen zijn. Een extra jaar in groep 2 moet in principe voorkomen dat kinderen jaren lang ‘op hun tenen lopen’. Afhankelijk van hun geboortedatum blijven kinderen tussen de twee en drie jaar in de kleutergroepen. Als er twijfel bestaat of het verstandig is een kind al naar groep 3 te laten gaan of nog een jaar in de kleuterbouw te laten blijven, wordt dit in november van groep 2 met de ouders besproken. Er volgt dan een aantal gesprekken waarin de visies van de leerkracht en de ouders over de stand van zaken naast elkaar worden gelegd. Is de beslissing moeilijk te nemen, dan kan er nader onderzoek worden gedaan. Het streven is om eind mei tot een definitieve beslissing te komen. Rust en veiligheid bij de onderbouw ingang van de school De deuren aan de kant van het kleuterplein, de ingang voor de groepen 1 t/m 4, gaan vijftien minuten voor de aanvang van de school open. Ouders van leerlingen in deze groepen kunnen hun kind dan naar binnen brengen. Ook de kinderen van deze groepen die niet gebracht worden, kunnen een kwartier voor aanvang naar binnen. Kleurgroepen In groep 1/2 zijn alle kinderen verdeeld in kleurgroepen. Ieder kind heeft een stoeltje waarop een sticker zit met zijn/haar naam. Die sticker heeft een bepaalde kleur. Samen met ongeveer 4 tot 6 andere kinderen vormt hij of zij een kleurgroep. Deze groepen worden een paar keer per jaar veranderd. Dit is een organisatorisch middel waardoor het samenwerken met verschillende kinderen bevorderd wordt. Kiesbord/keuzebord Voor de keuze uit verschillende opdrachten maken wij gebruik van een magnetisch keuzebord. Een aantal onderdelen is verplicht; daar beperkt de keuzevrijheid zich tot de tijdsplanning. Bij de overige mogelijkheden begeleidt de leerkracht het kind bij het (bewust) nemen van een beslissing en het evalueren van de activiteit.

1.4

HET WERKEN IN DE GROEPEN 1 T/M 8; DE SPECIFIEKE VAKGEBIEDEN

Godsdienstige vorming Dit vak staat aan het begin van de dag op het programma. Het bevat een dagopening, soms een Bijbelverhaal of een gesprek daarover. Daarnaast komen in spiegelverhalen levensbeschouwelijke thema’s aan de orde. In aanvulling op het gesprek en de vertelling wordt er gezongen. Als leidraad gebruiken wij de methode ‘Trefwoord’.


8

Taalontwikkeling De hele kinderperiode staat in het teken van de taalontwikkeling, van de eerste gesprekjes van de leerlingen van groep 1 en 2 in de kring tot de zelf voorbereide spreekbeurt/presentatie in groep 8! Vrijwel alle activiteiten in de groepen 1 en 2 hebben te maken met de taalontwikkeling: het kringgesprek (spreken en luisteren), de poppenkast, de taalspelletjes (door de kinderen niet als zodanig herkend), de aandacht voor (prenten)boeken, het voorlezen enz. Veel van deze activiteiten gaan door in de groepen 3 t/m 8. In groep 3 besteedt de methode ‘Veilig Leren Lezen’ specifiek aandacht aan taalactiviteiten in de ruimste zin van het woord. In de groepen 4 t/m 8 werken wij met de methode ‘Taal op Maat’. Deze methode daagt kinderen uit tot spreken, luisteren en schrijven, waarbij ruim aandacht wordt besteed aan de kennisoverdracht en het opdoen van een grote mate van taalvaardigheid. Deze methode komt tegemoet aan de voorwaarden die de bovenschoolse IBwerkgroep in het taalbeleid heeft gesteld. Het taalbeleid dat in de afgelopen jaren is ontwikkeld, heeft geleid tot duidelijke stappenplannen op het gebied van beginnende geletterdheid, een rijk taalaanbod, stagnerende lees- en spellingontwikkeling, dyslexie en begrijpend lezen. Lezen Kinderen in de groepen 1 en 2 krijgen geen gericht leesonderwijs. Toch wordt in deze periode de basis gelegd voor het latere lezen. De kleuter gaat steeds gedetailleerder waarnemen, het geheugen wordt getraind en het gehoor ontwikkelt zich. Dit zijn allemaal onmisbare voorwaarden om te leren lezen. De beginnende geletterdheid wordt gestimuleerd in de kring, met thema’s uit ‘Schatkist’ taal en in de lees-/schrijfhoek. Aan het eind van groep 2 worden de oefeningen gerichter: klank- en rijmspelletjes, dezelfde letters bij elkaar zoeken enz. Regelmatig werken kleuters met woorden; ze kunnen deze dan (meestal) nog niet lezen, maar vergelijken ze met andere woorden. Op grond van de observatie- en toets gegevens wordt de taalontwikkeling van het kind door de leerkracht bijgehouden. In groep 3 leren de kinderen lezen aan de hand van de methode ‘Veilig Leren Lezen’. In de groepen 4 t/m 8 gebruiken wij voor de kinderen die dat nodig hebben de methode ‘Estafette’ voor het technisch lezen. Voor begrijpend lezen hebben wij van groep 4 t/m 8 de methode ‘Nieuwsbegrip XL’. Dit is een digitale methode die wekelijks actuele teksten aanbiedt. Schrijven In de kleutergroepen worden allerlei voorbereidende oefeningen gedaan, o.a. uit Schrijfkriebels. Daar wordt in de hogere leerjaren soms op teruggegrepen. In groep 3 t/m 7 gebruiken wij de methode ‘Pennenstreken’. Het voordeel van deze methode is dat ze aansluit bij de leesmethode en zo het woordbeeld ondersteunt. De kinderen beginnen te schrijven met potlood. In de loop van groep 3 of 4 krijgen alle kinderen een rollerpen van Heutink. Deze gaat mee naar de hogere groepen. Bij vernieling of kwijtraken wordt de kostprijs van de pen in rekening gebracht aan de ouders (€ 3,-). Rekenen en wiskunde Sinds augustus 2012 wordt de methode ‘Reken Zeker’ gebruikt. ‘Reken Zeker’ is een nieuwe methode waarin de meest recente inzichten op het gebied van het rekenonderwijs zijn verwerkt en wordt gezien als een traditionele methode in een modern jasje. Het doel van de methode is de kinderen vlot te leren rekenen. Door het aanbieden van vaste strategieën voor het oplossen van sommen bouwen alle kinderen basisvaardigheden en begrip op. Er is veel aandacht voor automatiseren, stapsgewijze oefening en herhaling. Uiteraard hebben de computer en de rekenmachine in dit onderwijs ook een functie. De computer kan worden ingezet voor het herhalen van bepaalde stof en voor extra oefening. Differentiatie wordt bereikt door kinderen die bepaalde onderdelen beheersen, vervangende opdrachten aan te bieden. Daarvoor gebruiken wij, naast de extra opgaven uit de methode, ‘Plustaak’, ‘Kien’ en ‘Vooruit’.


9

De zaakvakken: onderwijs in natuur en milieu, aardrijkskunde, geschiedenis en verkeer Vanaf groep 1 is er veel aandacht voor de wereldoriëntatie; op grond van visuele en auditieve waarneming praten en werken over de wereld om je heen. Dit wordt gedaan aan de hand van thema’s passend bij de periode van het jaar, de actualiteit enz. Voor de groepen 5 t/m 8 gebruiken wij de digitale bordmethode ‘De Zaken van Zwijsen’. Deze methode ondersteunt op dit moment de vakgebieden aardrijkskunde (‘Wereldzaken’), geschiedenis (‘Tijdzaken’) en natuur (‘Natuurzaken’). Ook het verkeersonderwijs begint in de groepen 1 en 2. Onze school vindt het belangrijk dat onze leerlingen zich veilig, verantwoord en vaardig in het verkeer kunnen bewegen. Daarom verbindt onze school zich aan het Zuid-Hollandse programma SCHOOL op SEEF. Concreet betekent dit dat onze school jaarlijks veel aandacht besteedt aan verkeerseducatie en zich, samen met gemeente en ouders, inspant voor een verkeersveilige schoolomgeving. Onze school werkt hierin samen met het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland (ROV Z-H), de gemeente en de ouders. Wij willen daarmee minimaal voldoen aan de geldende kerndoelen zoals die in de ‘Wet op het basisonderwijs’ zijn geformuleerd.

Het aanbieden van kwalitatief hoogwaardig verkeersonderwijs op onze school past binnen het landelijke streven naar Permanente Verkeerseducatie. Daarmee wordt beoogd dat alle verkeersdeelnemers de verkeersregels kennen, vaardigheden leren en algemene normen en waarden in het verkeer aanhouden. Voor kinderen in het basisonderwijs vraagt dit vanzelfsprekend veel inzet, zowel in het onderwijs als in de opvoeding. Doelstellingen SCHOOL op SEEF Via dit Schoolactieplan Verkeer verbindt ook onze school zich aan de algemene doelstellingen van het structurele programma SCHOOL op SEEF. 1. De schoolomgeving en de schoolroutes zijn veilig ingericht. 2. Er vindt theoretisch verkeersonderwijs plaats in alle leerjaren. 3. Er vindt praktisch verkeersonderwijs plaats in alle leerjaren. 4. Er wordt met de ouders gecommuniceerd over verkeersveiligheid. 5. Er vindt (indien nodig) handhaving plaats die is afgestemd op de specifieke situatie. 6. Er wordt gestimuleerd zoveel mogelijk met de fiets of lopend naar school te gaan. 7. De aanpak is structureel en is verankerd in een goede organisatiestructuur. Met de uitvoering van dit plan willen wij een bijdrage leveren aan het programma SCHOOL op SEEF op onze school. Met betrekking tot de doelstellingen 1 en 5 is hier uiteraard ook de samenwerking en overleg nodig met gemeente en politie. Aan het begin van het elk jaar maakt onze school met de ROV Z-H concrete afspraken over de uitvoering van de verschillende verkeersactiviteiten in het Schoolactieplan Verkeer. De Checklist SCHOOL op SEEF is hét instrument om jaarlijks de voortgang van het programma en de activiteiten voor het nieuwe schooljaar te bepalen. Voor meer informatie, zie www.schoolopseef.nl. Naast het programma van School op Seef maken wij gebruik van de materialen van Veilig Verkeer Nederland.


10

Engels In het kader van Vroeg Vreemde Talen Onderwijs (VVTO) krijgen alle leerlingen van groep 1 t/m 8 Engelse les. In groep 1/2 krijgen de kinderen 30 minuten per week Engelse les. Wij gebruiken hierbij de methode ‘My name is Tom’. Voor de kinderen uit groep 1/2 is deze methode heel herkenbaar omdat zij ook met de Nederlandstalige versie van de methode in aanraking komen. Daarnaast wordt veel gebruik gemaakt van Engelstalige prentenboeken en allerlei liedjes en versjes. 0In de groepen 3 en 4 beperken wij ons in eerste instantie tot het herhalen van de leerstof die in de groepen 1 en 2 werd aangeboden. Met behulp van liedjes en rijmpjes komt het Engels regelmatig aan de orde. De groepen 5 en 6 maken sinds vorig schooljaar gebruik van de methode ‘Early Start’. De groepen 7 en 8 werken sedert schooljaar 2010/2011 met de methode ‘Real English’. Voor de kinderen van groep 7 en 8 staat Engels twee keer per week op het rooster. In totaal krijgen zij een uur per week Engelse les. Bij de keuze van de methodes is uitdrukkelijk gekeken naar de mogelijkheid om ook zelfstandig met de Engelse taal bezig te zijn. Bij meerdere opdrachten wordt gebruik gemaakt van de computer. Bewegingsonderwijs Groep 1/ 2 maakt gebruik van het speellokaal. Hier worden spelletjes gedaan en kan worden geklommen en geklauterd. Het lokaal is ingericht met een klimrek, glijbaan, springkasten, zwiepplanken, matten en allerlei klein materiaal als hoepels, ballen, blokken en touwen. In het speellokaal dragen de leerlingen gymschoenen. Bewegingservaringen zijn niet alleen belangrijk voor de ontwikkeling van de motoriek, maar ook voor het aanleren van begrippen die in het taal- en rekenonderwijs aan de orde komen. Natuurlijk wordt er ook veel buiten gespeeld. Om tegemoet te komen aan de bewegingsdrang van de kinderen proberen wij steeds spelsituaties te creëren die uitdagen tot bewegen. Ook buiten zijn vele materialen voorhanden: karren, klimmaterialen en springtouwen. De zandbak wordt, als het weer het toelaat, veel gebruikt. De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 krijgen gymles in de sporthal in de Bloemerd. Zij krijgen les van een vakleerkracht Bewegingsonderwijs. Daarnaast is er de mogelijkheid voor de kinderen van groep 5 t/m 8 om een extra gymatelier in de week te kiezen. Het beleid en de inhoud van het bewegingsonderwijs is beschreven in een Vakwerkplan. Dit is een bundeling van afspraken over het wat, hoe en waarom van het programma Bewegingsonderwijs. De kinderen dragen in de sportzaal een shirt, een broekje en gymschoenen, die niet daarbuiten mogen worden gedragen. Muzikale vorming In de groepen 1 t/m 4 komt muziek maken, zingen en luisteren naar muziek vrijwel dagelijks aan de orde. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van instrumenten. De kinderen leren het ritme te herkennen en na te klappen en te bewegen op muziek. In de hogere groepen wordt doorgegaan met al deze activiteiten; ze worden uitgebreid en nemen toe in moeilijkheidsgraad. Hiervoor gebruiken wij de methode ‘Moet je doen’. In de groepen 5 t/m 8 zijn de muzieklessen ondergebracht in het atelier muziek. Deze lessen worden verzorgd worden door het Muziek Collectief Leiderdorp. Handvaardigheid/Tekenen Dit vak heeft in alle groepen een eigen plaats. In de groepen 1 en 2, en gedeeltelijk ook nog in groep 3 en 4 is het opgenomen in het totale programma en vormt het daardoor geen apart vak. Verder gebruiken wij de methode ‘Moet je doen’. In de groepen 5 t/m 8 zijn de handvaardigheid- en tekenlessen ook ondergebracht in ateliers.

1.5

BIJZONDERE ACTIVITEITEN

Aan de christelijke feestdagen wordt op verschillende manieren aandacht besteed en wel door vieringen in de groep, met meerdere groepen samen of in de kerk met de ouders. Deze vieringen vinden vaak hun voorbereiding in de dagelijkse verhalen en liederen uit de methode ‘Trefwoord’. Het jaar wordt geopend met een speciale viering op de school zelf. Groep 7/8 gaat dit schooljaar van 10 t/m 13 mei op schoolkamp naar Otterlo.


11

Jaarlijks is er een sportdag voor alle scholen van Leiderdorp in de Bloemerd. Dit geldt voor de groepen 3 t/m 8. Groep 1/2 organiseert dan een eigen sportdag op het plein. De groepen 1 t/m 8 gaan met elkaar of als onder- en bovenbouw apart op schoolreis. Naast deze jaarlijks terugkerende activiteiten doen zich naar aanleiding van de lessen of de actualiteit ook nog incidenteel gelegenheden voor, waarbij van het normale lesprogramma afgeweken wordt en excursies en/of projecten worden georganiseerd. Zo maken alle groepen gebruik van de Museum en School excursies in Leiden en van leskisten en excursies van het Milieu Educatief Centrum (MEC) in Leiderdorp.

2.

DE ZORG VOOR DE KINDEREN

2.1.

OPVANG VAN NIEUWE LEERLINGEN

Van leren kan alleen sprake zijn als kinderen zich op hun gemak voelen. De eerste taak van de school ten aanzien van iedere nieuwe leerling is dan ook het kind vertrouwd te maken met de school; onder de school verstaan wij dan het gebouw, de leerlingen, de leerkrachten en de dagelijkse gang van zaken. De leerkrachten en de medeleerlingen maken de nieuwe leerling wegwijs in de school en bieden hulp in allerlei nieuwe situaties. Pas als het kind zich veilig voelt, staat het open voor nieuwe kennis en vaardigheden. Bij de instroom van een nieuwe leerling, of dit nu een vierjarige of een oudere leerling betreft, is de observatie door de leerkracht van groot belang; vindt het kind een plek in de groep en durft het zich, letterlijk en figuurlijk, te bewegen in de school? Als een oudere leerling op school komt, is het belangrijk de beginsituatie van het kind vast te stellen. Daarom is er altijd contact met de vorige school. Soms is het nodig extra toetsen af te nemen.

2.2.

HET LEERLINGVOLGSYSTEEM

Wij willen natuurlijk in de gaten houden hoe de kinderen zich ontwikkelen. Wij hebben daarvoor de materialen en de toetsen die bij onze methodes en werkwijze horen. Om die informatie te kunnen vergelijken met landelijke normen, gebruiken wij ook een gestandaardiseerd leerlingvolgsysteem (CITO). Al deze gegevens worden opgeslagen in Parnassys. Via dit systeem houden wij de ontwikkelingen en de resultaten van de kinderen goed bij. De achtergrond hiervan is weer dat eventuele problemen sneller in kaart gebracht kunnen worden. Dat is van belang voor een snelle actie om de problemen, voor zover mogelijk, op te lossen. Binnen dit systeem passen de toetsen die wij al jaren regelmatig afnemen. De resultaten hiervan geven het schoolteam inzicht in de manier waarop het onderwijs bij de kinderen effect heeft. Aan de hand van de uitslagen kan het onderwijs aan de kinderen aangepast worden. Omdat wij de gehele ontwikkeling van de kinderen belangrijk vinden, maken wij naast de cognitieve toetsen ook gebruik van “Zien” om de sociaal emotionele ontwikkeling en de werkhouding van leerlingen in kaart te brengen. De leerkrachten vullen deze twee keer per jaar in en bespreken deze waar nodig met ouders. Deze gedragskaart brengt onder andere welbevinden, zelfvertrouwen, taakgerichtheid,zelfstandig werken, motivatie, conflictfrequentie, samenwerken en samenspelen in kaart.


12

In de groepen 1 en 2 wordt de ontwikkeling van de kinderen gevolgd door middel van een observatiesysteem. Hiervoor gebruiken wij het systeem van DORR. Als er twijfels bestaan over de ontwikkeling van een kind kunnen toetsen worden afgenomen, waardoor de vermoedens van de leerkracht al dan niet bevestigd worden. Als een achterstand of juist een ontwikkelingsvoorsprong wordt geconstateerd, kan voor een leerling een handelingsplan worden opgesteld: door specifieke activiteiten in of buiten de groep wordt geprobeerd de ontwikkeling te stimuleren en te richten. Dergelijke activiteiten worden met de ouders besproken. Extra hulp wordt geboden door de leerkracht binnen de groep of door een ondersteunende leerkracht of stagiair(e) buiten de groep. Op dit moment werken wij met de volgende toetsen: - Taal voor Kleuters (groep 2); - Rekenen voor Kleuters (groep 2); - Begrijpend luisteren (groep 3 en 4); - Technisch lezen DMT (groep 3 t/m 8); - Spelling (groep 3 t/m 8); - Begrijpend lezen (groep 4 t/m 8); - Rekenen en wiskunde (groep 3 t/m 8); - Entreetoets (groep 7); - Cito-eindtoets (groep 8), zie hiervoor ook paragraaf 2.5. De meeste van de hierboven genoemde toetsen worden één of twee keer per jaar afgenomen. Zij passen in het normale werkritme van de school en de kinderen. U krijgt dan ook geen bericht over het tijdstip van afname. Als de toets uitslagen daar reden toe geven, stelt de leerkracht u ervan op de hoogte. De Entreetoets van groep 7 wordt verspreid over twee weken afgenomen. De leerlingen krijgen de uitslag mee in een gesloten envelop. De uitslag van de Entreetoets is een van de drie pijlers waarop het uiteindelijke schooladvies gebaseerd wordt. Dit advies wordt door de leerkracht van groep 8 in januari gegeven. Hierbij tellen ook de uitslagen van alle toetsen uit groep 8 en de werkhouding mee. Als ouder heeft u door middel van een gebruikersnaam en een wachtwoord toegang tot het ouderportaal van Parnassys. Via het ouderportaal kunt u de cognitieve ontwikkeling van uw kind volgen. Alle resultaten, zowel van methode gebonden als niet-methode gebonden toetsen (zoals de Cito-toetsen), worden binnen drie weken na afname in Parnassys verwerkt. Indien u over de toets resultaten met de leerkracht van gedachten wilt wisselen, kunt u hiervoor een afspraak met de leerkracht maken. Trendanalyses Gedurende een reeks van jaren worden de Cito-resultaten van de leerlingen van onze school met elkaar vergeleken. Zo worden bijvoorbeeld de resultaten van achtereenvolgende groepen 5 op een rij gezet, maar ook de ontwikkeling van een groep 3 tot uiteindelijk groep 8 enz. Op die manier kunnen bepaalde ‘trends’ gesignaleerd worden. Dit noemen wij daarom een ‘trendanalyse’. Een en ander kan leiden tot bepaalde beleidsbeslissingen. De gegevens van de trendanalyses liggen voor de ouders in het kantoor van de schoolleiding ter inzage.

2.3.

DE ZORGBREEDTE

Passend Onderwijs Ieder kind verdient passend onderwijs dat aansluit op zijn of haar ontwikkeling en talenten. Passend onderwijs betekent zoveel mogelijk regulier onderwijs, door de ondersteuning naar het kind te brengen, in plaats van het kind naar de ondersteuning. Met passend onderwijs wordt de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de extra onderwijsondersteuning neergelegd bij de schoolbesturen, in overleg met ouders, leerkrachten en gemeenten. Schoolbesturen krijgen met de start van passend onderwijs een zorgplicht. Dat wil zeggen dat zij verantwoordelijk zijn voor het bieden van een passende onderwijsplek voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Zij werken hierbij samen in een samenwerkingsverband. Door de verantwoordelijkheden dicht bij de scholen te


13

leggen kan beter worden aangesloten bij de ondersteuningsvraag van kinderen. Voor kinderen die dat echt nodig hebben, blijft gespecialiseerd onderwijs bestaan. De school is in staat om de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen vast te stellen en vervolgens, samen met de ouders, ondersteuning te arrangeren. De school werkt vanuit de principes van handelingsgericht werken en wordt ondersteund door een collegiaal netwerk, aangestuurd door de intern begeleider. Dit netwerk bestaat uit ouders, de intern begeleider, de leerkracht en externe deskundigen. De school houdt de regie. Passend Primair Onderwijs regio Leiden PCBO Leiderdorp valt onder Passend Primair Onderwijs regio Leiden, kortweg PPO. Zij ondersteunt basisscholen bij het omgaan met verschillen tussen kinderen in de groep. Scholen uit Leiden, Voorschoten, Leiderdorp, Zoeterwoude, Kaag en Braasem en Oegstgeest zijn aangesloten bij ons samenwerkingsverband. In de Leidse regio zijn ongeveer 19.000 basisschoolkinderen verdeeld over 70 reguliere basisscholen en één speciale basisschool. De basisscholen in de regio Leiden werken samen om voor alle kinderen een passend onderwijsaanbod te kunnen bieden. Dit vindt plaats door:  het professionaliseren van leerkrachten;  het ondersteunen van scholen bij de aanpak van kinderen met een specifieke hulpvraag;  het beschikbaar stellen van deskundigheid over uiteenlopende onderwerpen zoals: leesproblemen, gedragsproblemen, klassenorganisatie, pesten, gesprekken met ouders enz.;  samenwerking te bevorderen met de jeugdhulpverlening;  te adviseren over andere vormen van (speciaal) onderwijs;  te ondersteunen bij het vinden van het best passende onderwijsarrangement. Basisondersteuning Ons onderwijs is er op gericht om kinderen concrete mogelijkheden in handen te geven om inhoud te geven aan de wereld om hen heen. Daarbij spelen veel vaardigheden een rol, waarvan taal/lezen, schrijven en rekenen tot de basisvaardigheden behoren. De ontwikkeling van deze vaardigheden samen met de sociaal- emotionele ontwikkeling van de kinderen volgen we nauwlettend aan de hand van toetsen en observaties. Om tegemoet te komen aan de verschillen tussen kinderen wordt er gewerkt met groepsplannen op drie niveaus. Prisma-groepen Ook kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong hebben soms extra ondersteuning nodig. Met behulp van het ‘Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid’ (DHH) krijgen leerkrachten en ouders gezamenlijk meer inzicht in de leerstijlen en ontwikkelingsmogelijkheden van cognitief getalenteerde leerlingen. Indien daartoe aanleiding is, komt het kind in aanmerking voor deelname aan Plusklas ‘De Prisma’. Deze bovenschoolse plusklas is opgezet voor de vier scholen van de PCBO: ’t Bolwerk, de Kastanjelaan, de Regenboog en de Willem de Zwijgerschool. Met ingang van het schooljaar 2015 – 2016 zal ‘De Prisma’ worden ondergebracht in basisschool de Regenboog. Op deze locatie is een klaslokaal ingericht voor de Plusklas. In deze klas zal aandacht worden besteed aan de specifieke behoeften van cognitief getalenteerde leerlingen. Maandagochtend Willem de Zwijgerschool en School Kastanjelaan Dinsdagochtend Regenboog en ‘t Bolwerk Onze doelen voor deze kinderen zijn gericht op het: leren denken, leren leren en leren leven. Het werken in projectvorm zal een beroep doen op onder andere het aanleren van vaardigheden en leer- en werkstrategieën, plannen en organiseren, het opbouwen van doorzettingsvermogen en het leren samenwerken met ontwikkelingsgelijken. Vanzelfsprekend krijgen de kinderen niet alleen in de Plusklas extra aandacht, maar wordt er in de eigen groep ook ingesprongen op de leerbehoeften van uw kind. Denk hierbij aan het compacten en verrijken van de leerstof, waardoor er tijd vrij komt voor de opdrachten van de Plusklas.


14

Zorgroute Met de zorgroute stemt de school het onderwijs af op de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. De route stimuleert handelingsgericht en planmatig werken en realiseert een transparante zorgstructuur op de school. Hierin is proactief handelen een uitgangspunt. De route geeft aan welke stappen er worden gezet in het proces van signaleren en arrangeren, zowel op het niveau van de school als op het niveau van het samenwerkingsverband. Dit proces start bij de signalering door een leerkracht of door de ouders van een ondersteuningsbehoefte bij een leerling en eindigt op het moment dat passend onderwijs voor deze leerling gerealiseerd is. In de cyclus handelingsgericht werken (HGW) zet de school de volgende stappen: - verzamelen van gegevens uit toetsen, observatie, en gesprekken met leerlingen/ouders in een groepsoverzicht; - het groepsoverzicht biedt beknopt en bondig zicht op de geplande vaardigheidsgroei per leergebied, de groei van de leerlingen op meerdere toets momenten en hoe het actueel staat met de factoren die de ontwikkeling en het leren van de leerlingen belemmeren en bevorderen; - signaleren van de leerlingen die zich niet conform de verwachtingen of prognose ontwikkelen; - benoemen van onderwijsbehoeften van leerlingen; - clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften in subgroepen; - doelgericht opstellen van een groepsplan op basis van de clustering; - uitvoeren en evalueren van het groepsplan; - afsluiten met groepsbesprekingen; - monitoren en evalueren. Twee maal per jaar vindt een evaluatie plaats of de leerlingen hun geplande vaardigheidsgroei bereikt hebben. Indien zowel leerkracht als intern begeleider (en ouders) handelingsverlegen zijn, roept de intern begeleider de hulp van het ondersteuningsteam in. Ondersteuningsteam Alle basisscholen van het samenwerkingsverband werken in een ondersteuningsteam samen met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Een ondersteuningsteam wordt gevormd door de directeur van de school (voorzitter), de intern begeleider van de school (secretaris), de adviseur Passend Onderwijs en de schoolmaatschappelijk werker. Aanwezigheid van de leerkracht is zeer gewenst. Overige instanties zoals de jeugdarts of de leerplichtambtenaar kunnen uitgenodigd worden. Dit team spreekt met ouders over hun kind als de ontwikkeling van het kind daar aanleiding toe geeft en als de school of de ouders zich zorgen maken. Een ondersteuningsteam adviseert welke ondersteuning en begeleiding het kind en mogelijk ook de ouders nodig hebben. Er wordt een plan opgesteld en er wordt afgesproken wie van de aanwezigen actie onderneemt en wanneer. Het ondersteuningsteam komt op afroep bij elkaar. Ook buiten de school kunt u met uw vragen terecht bij het CJG. Meer informatie kunt u vinden op: www.cjgzuidhollandnoord.nl

Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Hierover kunt u meer informatie vinden in de algemene schoolgids van de Stichting PCBO.

2.4.

DE OVERGANG NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS

De leerkracht van groep 8 geeft op een aparte informatieavond voorlichting over het te volgen traject naar het voortgezet onderwijs. Deze avond zal dit jaar plaatsvinden in december. Het definitieve schooladvies wordt met de leerlingen en ouders besproken in januari. De school vindt het belangrijk een zo objectief mogelijk schooladvies te geven. De gegevens van de Entreetoets, alle uitslagen van toetsen in groep 6 t/m 8, het leerlingprofiel en de werkhouding zullen meetellen bij dit advies. In de maanden december, januari en februari is er een reeks open dagen en ouderavonden op de diverse scholen voor voortgezet onderwijs. U wordt dringend geadviseerd om samen met uw kind deze dagen te bezoeken. U kunt uw kind na het bezoeken van de open dagen en ouderavonden inschrijven op een school voor voortgezet onderwijs. Dit doet u met behulp van een code die u krijgt bij het definitieve schooladvies. Let u vooral op de uiterste aanmelddatum.


15

De school stelt per leerling een onderwijskundig rapport op voor de ontvangende school en bespreekt dit waar nodig. Komen de schoolkeuze van de ouders en het advies van de basisschool niet met elkaar overeen, dan vindt overleg plaats tussen de basisschool en ontvangende school. In een aantal gevallen zal de school voor voortgezet onderwijs toch bereid zijn de leerlingen te plaatsen. Voor leerlingen die een plek krijgen in het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs is de procedure als volgt: -

eind groep 7 brengt de leerkracht het advies uit aan de ouders om het kind aan te melden voor de lwoo-toetsing, die begin groep 8 plaatsvindt; in overleg met de ouders, leerkracht en Intern Begeleider wordt gekeken welke school de meeste mogelijkheden biedt wat betreft de begeleiding van de leerling; de ouders melden hun zoon/dochter aan op de school van hun keuze; definitieve aanmelding en plaatsing vinden plaats voor 15 maart.

Aan het eind van het schooljaar 2014-2015 zijn de 25 leerlingen van groep 8 naar de volgende scholen voor voortgezet onderwijs gegaan: Bonaventura College Burggravenlaan Leiden Bonaventura College Mariënpoelstraat Leiden Stedelijk Gymnasium Leiden Visser ’t Hooft Lyceum Leiderdorp Visser ’t Hooft Lyceum Leiden Da Vinci College Lammenschans Leiden Teylingen College Oegstgeest

2.5

11 4 1 3 2 3 1

HET OVERBLIJVEN; VOOR - EN NASCHOOLSE OPVANG

Voor- en naschoolse opvang Met ingang van 1 augustus 2007 is het organiseren van de buitenschoolse opvang een wettelijke verplichting voor de schoolbesturen. Op alle vier de scholen van de PCBO is gekozen voor het makelaarsmodel. Dit houdt in dat de voorschoolse- en naschoolse opvang is uitbesteed aan twee organisaties. Dit zijn Catalpa en SKL (Stichting Kinderopvang Leiderdorp). De SKL verzorgt voor- en naschoolse opvang in ons gebouw. Tussenschoolse opvang Wat betreft de tussenschoolse opvang, is sprake van het zogenaamde ‘collectief overblijven’. De kinderen blijven allemaal over op school en eten met de leerkracht in de klas. Onder toezicht van de SKL kunnen de kinderen voor of na het eten buitenspelen. Voor het schooljaar 2015-2016 bedragen de kosten hiervoor € 125 per kind per jaar. Vanaf het derde kind uit het gezin is het overblijven kosteloos.

2.6

VERZEKERINGEN EN AANSPRAKELIJKHEID

De PCBO Leiderdorp heeft voor haar scholen een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van deze ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen (leerlingen, personeel en vrijwilligers) bij schoolactiviteiten verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets enz.) valt niet onder de dekking.


16

De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als degenen die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel en vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims en gevolgen van onrechtmatig handelen. De school of het schoolbestuur is niet voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt aansprakelijk. De school of het schoolbestuur heeft pas een schadevergoedingsverplichting wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekort zijn geschoten in haar rechtsplicht. Het is mogelijk dat schade wordt geleden, zonder dat sprake is van enige onrechtmatigheid. Een voorbeeld hiervan is een bal tegen een bril tijdens de gymnastiekles. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt niet door de school vergoed. Daarnaast is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die, tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten, door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Verzekerde bedragen: Rubriek A. In geval van overlijden € 12500,00 Rubriek B. In geval van blijvende invaliditeit € 60000,00 Rubriek C. Voor geneeskundige kosten € 3000,00 Rubriek D. Voor tandheelkundige hulp € 3000,00 De dekking van Rubriek B is een maximaal uit te keren bedrag op basis van 100% invaliditeit. De dekking van Rubriek C en D omvat aanvullende voorzieningen op de bestaande verzekeringen van de ouders, zoals het ziekenfonds en de particuliere ziektekostenverzekeringen. Rubriek C dekt bijvoorbeeld het eigen risico van een particulierverzekerde. Rubriek D geeft een vergoeding van maximaal € 1000,00 per beschadigd (gebits-)element. In deze beide gevallen (Rubriek C en D) dient u de rekening eerst in bij uw eigen verzekeringsmaatschappij met het verzoek de originele rekening aan u terug te zenden. Op deze rekening krijgt u de aantekening ’voor eigen risico’ of ‘gedeeltelijk vergoed’. Deze schade declareert u dan via de school bij de (school)ongevallenverzekering. De scholierenongevallenverzekering heeft een 24-uurs dekking.

3.

ONDERWIJSONTWIKKELING

3.1

ONDERWIJSKUNDIGE ONTWIKKELINGEN

Basisschool Regenboog is een fijne kleine school en hiermee profileert de school zich ten opzichte van de collega-scholen in de naaste omgeving! Iedereen kent elkaar en de klassen zijn, waar mogelijk, beperkt van omvang waardoor ieder kind goed in beeld komt. Passend onderwijs in een zo inclusief mogelijke setting; alle kinderen horen erbij en alle kinderen doen ertoe. De ambitie van het samenwerkingsverband met Primair Passend Onderwijs Leiden wordt op de Regenboog van harte onderschreven. Het werken met weektaken, de mogelijkheden die de zelfstandig werkruimte (het ‘stiltelokaal’) biedt en de ateliers in de middaguren maken het de kinderen mogelijk om op hun eigen niveau te werken.


17

Wij hebben in het schoolplan beleidsvoornemens geformuleerd op het gebied van onderwijsontwikkelingen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: - verdere kwaliteitsversterking van het onderwijs; - invoeren van een eenduidig systeem voor planmatige kwaliteitszorg, zoals beschreven in het Zorgboek; - het ontwikkelen van ‘Passend onderwijs’; - implementatie leerlingvolgsysteem ‘Dorr’ in groep 1-2; - ontwikkelen en implementeren van een leerlijn ‘Burgerschap’; - start maken met het opzetten van een leerlijn ‘Techniek’; - invoering nieuwe taalmethode ‘Taal op Maat’; - vergroten ouderbetrokkenheid.

3.2

ONDERWIJSKUNDIGE ONTWIKKELING: EEN TERUGBLIK

In het afgelopen schooljaar waren voor de cognitieve vakken alle ochtenden volledig beschikbaar. Kinderen konden gebruik maken van het ‘stiltelokaal’ waarvoor elke ochtend toezicht georganiseerd was. In de middag werden de wereldoriënterende en creatieve vakken in ateliervorm aangeboden. In het afgelopen jaar zijn de volgende beleidsvoornemens gerealiseerd: - het opbrengstgericht werken is verder uitgebouwd met het maken van groepsoverzichten en groepsplannen voor de vakgebieden taal, spelling en rekenen; - de methode ‘Reken Zeker’ is in alle groepen ingevoerd; - voor begrijpend lezen is de methode ‘Nieuwsbegrip XL ingevoerd; - de methode ‘De Zaken van Zwijsen’ is verder ingevoerd met ‘Natuurzaken’; - het collectief overblijven is ingevoerd.

3.3

NASCHOLING VAN LERAREN

De nascholing van de leerkrachten wordt geïnitieerd door het bestuur van de Stichting. Voor een bepaald aantal jaren worden speerpunten in de nascholing vastgesteld. De nascholing is afgeleid van het onderwijskundig beleid van de scholen. Onze rode draad op school blijft het leren vanuit welbevinden en betrokkenheid. De BHV’ers (Bedrijfs Hulp Verleners) volgen de jaarlijkse cursussen EHBO en BHV. Ook in schooljaar 2015-2016 volgen de BHV’ers twee herhalingscursussen om hun kennis en vaardigheden op peil te houden.


18

3.4

BELEIDSVOORNEMENS EN EVALUATIE

De beleidsvoornemens in ons schoolplan geven aan op welke manier wij als team vorm willen geven aan de doelen van het onderwijskundig beleidsplan van de Stichting. Er is een nieuw schoolplan gemaakt voor de jaren 2014-2018. Aan het eind van ieder schooljaar worden de beleidsvoornemens geëvalueerd op een inhoudelijke teamvergadering en worden de voornemens voor het volgende jaar vastgelegd. Deze aanpassing van het schoolplan wordt jaarlijks doorgegeven aan de inspecteur van het onderwijs.

3.5

BELEIDSPLANNEN VAN DE STICHTING

Het strategisch beleidsplan van de PCBO In het strategisch beleidsplan worden de centrale doelen van de Stichting genoemd: De Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs te Leiderdorp vindt de gemeenschappelijke ideële basis voor haar handelen en de inhoud van het onderwijs in de grondslag en doelen van de stichting, zoals die zijn weergegeven in de statuten. De pedagogische opdracht van de scholen is kinderen een leeromgeving te bieden, waarin zij leren zelfstandig keuzes te maken en zich optimaal kunnen ontwikkelen. Wij willen kinderen zodanig vormen en begeleiden dat zij zelfstandig en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. De toegevoegde waarde van ons onderwijs ligt in onze identiteit, waar waarden als respect, liefde, verantwoordelijkheid en zorg voor ons richtinggevend zijn en onze toetsstenen vormen. Het gaat om de ontmoeting waarin boven de kennis en vaardigheden duidelijk plaats is voor de omgang met je naasten op alle niveaus. Wij hechten aan het bieden van kwaliteit in de ruimste zin van het woord. Wij denken daarbij allereerst aan kwalitatief goed onderwijs. Met het oog hierop besteden wij ook aandacht aan de kwaliteit van relaties, van communicatie en van samenwerking. Het onderwijskundig beleidsplan van de PCBO In het Onderwijskundig Beleidsplan worden de onderwijskundige doelen verder uitgewerkt. Het wordt tussentijds regelmatig geëvalueerd op het directieoverleg. Hieronder vindt u de visie zoals die is verwoord in het onderwijskundig beleidsplan. U kunt het gehele plan doorlezen op de site van onze Stichting (www.pcboleiderdorp.nl)

3.6

KLACHTENREGELING

Waar gewerkt wordt, kunnen misverstanden ontstaan of kunnen fouten worden gemaakt. Ouders zijn van harte welkom dergelijke zaken eerst met de betrokken leerkracht te bespreken om samen een goede oplossing te vinden. Komt u er niet uit, dan kunt u dit overleggen met de directeur. Indien ook dit niet tot een goed resultaat leidt, kunt u zich wenden tot de bestuurder van de Stichting PCBO, p/a Marjoleintuin 58, 2353 PL Leiderdorp. Een klacht dient dan schriftelijk te worden ingediend, voorzien van naam en adres van de klager en dagtekening en moet een omschrijving van de klacht bevatten. Als een klacht niet naar tevredenheid van de klager en/of het bestuur wordt opgelost, hebben beide partijen de mogelijkheid zich te wenden tot de landelijke klachtencommissie. De afhandeling van klachten, beroepen en geschillen in het bijzonder onderwijs is ondergebracht bij de Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (GCBO). Op de website www.gcbo.nl kunt u terecht voor informatie over de GCBO, de (klachten)procedures, de samenstelling van de commissies, de weten regelgeving en de jurisprudentie. Het adres is: Stichting GCBO, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel. 070-3861697, e-mail: [email protected].


19

4.

MEDEZEGGENSCHAP

Iedere school heeft een medezeggenschapsraad (MR), bestaande uit ouders en leerkrachten. De ouders worden gekozen uit en door de ouders; de leerkrachten worden gekozen uit en door het personeel. De Stichting kent ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), waarin afgevaardigden van de medezeggenschapsraden van de vier scholen zitting hebben. In de (G)MR-vergaderingen worden allerlei zaken betreffende de school c.q. de scholen en de stichting besproken. De (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad kan zowel gevraagd als ongevraagd advies geven aan schoolleiding, directie en bestuur. In de statuten en het huishoudelijk reglement zijn de taken en bevoegdheden neergelegd. De statuten en het huishoudelijk reglement zijn op iedere school ter inzage. Deze schoolgids kan slechts aan ouders/verzorgers worden uitgereikt, nadat de medezeggenschapsraad kennis heeft genomen van de inhoud van de gids en ermee heeft ingestemd. Namens het personeel hebben drie leerkrachten zitting in de raad: Alies Groen, Iris Abouljoud en vacature. Iris is tevens lid van de GMR. De medezeggenschapsraad vergadert ongeveer acht keer per jaar. Voor de ouders is het belangrijk om te weten dat de ouderleden er namens hen zitten en op deze manier meewerken aan het beleid en de structuur op basisschool Regenboog. De ouderleden zijn: Heleen Blaauw Lid MR [email protected]

Dirk Jan Kwestro Lid MR [email protected]

Eric de la Rie Lid MR en GMR [email protected]

Algemeen emailadres MR: [email protected] In de eerste vergadering van het nieuwe schooljaar worden de voorzitter en secretaris gekozen.

5.

DE LERAREN

5.1.

BEREIKBAARHEID VAN LERAREN

Voor en na schooltijd kunt u de leerkracht van uw kind aanspreken voor het doen van een mededeling of om een afspraak te maken. Uiteraard zijn leerkrachten voor en na schooltijd en in de lunchpauze op school ook telefonisch bereikbaar. Iedere leerkracht heeft op school een e-mailadres, u kunt ze vinden onder 5.2. Ook heeft elke groep een email-account. U vindt deze op de website onder het tabblad leerlingen.

5.2.

TAAKVERDELING

Taken met betrekking tot de organisatie van de school worden uitgevoerd door verschillende mensen. Voor sommige van deze taken worden leerkrachten vrijgesteld van het geven van lessen. Binnen de school zijn er allerlei werkgroepen die gecoördineerd worden door leerkrachten.

MEDEWERKERS Carla Kerner [email protected]

Directeur

Birgit de Winter [email protected]

Locatiecoördinator en groep 1/2 Dinsdag, woensdag en donderdag


20

Lyda Langelaar [email protected]

Intern Begeleider Dinsdag en donderdag

Alies Groen [email protected]

Groep 1/2 Maandag, donderdag en vrijdag

Greet van der Wiel [email protected]

Groep 3/4 Woensdag, donderdag en vrijdag

Chantal Kooreman [email protected]

Groep 3/4 Maandag en dinsdag Groep 5/6 Woensdag om de week

Iris Abouljoud [email protected]

Groep 5/6 Donderdag, vrijdag en woensdag om de week Bedrijfshulpverlener

Petra Bleijinga [email protected]

Groep 5/6 Maandag en dinsdag Bedrijfshulpverlener

Roel Sarneel [email protected]

Groep 7/8 Maandag t/m vrijdag

Joyce Thissen [email protected]

Vakleerkracht gymnastiek (vrijdagmiddag)

Marloes de Vos [email protected]

Vakleerkracht gymnastiek (maandagmiddag)

5.3.

VERVANGING VAN LERAREN

Bij afwezigheid (ziekte) van leerkrachten wordt zoveel mogelijk geprobeerd de vervanging te laten vervullen door een aan de school verbonden parttime leerkracht.

5.4

STAGIAIR(E)S

De scholen van de Stichting onderhouden contacten met INHOLLAND (afdeling Pabo) en van de Hogeschool Leiden. Alle scholen hebben jaarlijks een aantal stagiair(e)s. Door het team wordt jaarlijks, in overleg met de Pabo, het aantal stagiair(e)s en de begeleidingsperiode vastgesteld. Marja van Ooik is de begeleider van de stagiair(e)s binnen onze Stichting. Iedere afzonderlijke school heeft de mogelijkheid naast de stagiair(e)s van de Pabo, andere stagiair(e)s te plaatsen, meestal op verzoek van een individuele student van een bepaalde opleiding. Te denken valt hier bijvoorbeeld aan studenten die de opleiding voor onderwijsassistent volgen in Leiden.

6.

DE OUDERS

6.1

INBRENG OUDERS

Van oudsher is betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs groot. Iedere school kent een medezeggenschapsraad die voor de helft bestaat uit ouders. Daarnaast zijn in de school dagelijks vele ouders actief. Wij noemen hier: de activiteitencommissie; klassenouders; ondersteuning bij de Schoolgids Prot. Chr. Basisschool Regenboog 2015-2016

21

ateliers; het leiden van een groepje kleuters bij het spelen van gezelschapsspelletjes; de schoolbibliotheek; het overblijven; het werken in de schooltuinen; het verlenen van hand en spandiensten op huishoudelijk terrein; het begeleiden van een groepje kinderen bij excursies en andere buitenschoolse activiteiten. Naast al deze activiteiten vinden wij het van groot belang dat ouders meeleven met de school (en dus met hun kind) door in te gaan op uitnodigingen om aanwezig te zijn op ouderavonden, bij vieringen en feesten enz.

6.2.

OUDERBIJDRAGE

Aan het begin van het schooljaar wordt aan de ouders een vrijwillige bijdrage voor het zogenaamde schoolfonds gevraagd. Uit het schoolfonds worden zaken bekostigd die niet uit de exploitatievergoeding van de overheid kunnen worden betaald, zoals de kosten van feesten, excursies en bijzondere leermiddelen. Wij adviseren een bedrag van € 60,- voor het eerste kind, € 105,- voor twee kinderen en € 130,- voor drie of meer kinderen. Voor leerlingen die gedurende het schooljaar instromen adviseren wij een aangepast bedrag. Dit bedrag wordt gebaseerd op het aantal maanden dat een leerling gedurende het schooljaar bij onze school ingeschreven staat. Aan het begin van het schooljaar krijgt u over de ouderbijdrage een brief. Uiteraard is een hogere bijdrage aan het schoolfonds meer dan welkom. Verantwoording over de besteding van de ouderbijdragen in het afgelopen schooljaar wordt via de MR jaarlijks aan de ouders afgelegd in het jaarverslag. Het bedoelde jaarverslag is te zien op de website.

6.3.

CONTACTEN MET OUDERS

In de eerste weken van het schooljaar wordt met ouders en kind (vanaf groep 5) het zogenaamde startgesprek gehouden. Hierin worden met de leerkracht de verwachtingen voor het nieuwe schooljaar besproken. Daarnaast wordt in iedere groep een informatieavond gehouden. Op deze avond krijgt u van de groepsleerkracht(en) uitleg over het komende schooljaar. Buiten de informatieavonden en de geplande spreekavonden kunt u altijd een afspraak maken met de leerkracht van uw kind. Ook de leerkracht kan het initiatief nemen voor een gesprek over de ontwikkeling van uw kind. Bij gesprekken waarbij externe instanties betrokken zijn, is ook altijd de intern begeleider of de schoolleiding aanwezig. Aanspreekpunt voor zaken binnen de groep is de leerkracht van de groep. Voor meer algemene zaken is de schoolleiding het aanspreekpunt. Doorgeven van berichten Graag horen wij van u als uw kind ziek is, eerder weg moet of om binnen de wet daarvoor toegestane redenen thuis blijft. Wilt u het bericht even op een briefje schrijven en aan de leerkracht geven? U kunt natuurlijk ook telefonisch of via de mail melding doen. Wij verzoeken u dit voor aanvang van de les te doen. Vragen met betrekking tot de ontwikkeling van uw kind kunt u stellen na schooltijd of tijdens een afspraak.


22

6.4.

EXCURSIES PER AUTO

Regelmatig wordt aan ouders gevraagd mee te gaan naar de kinderboerderij, een museum enz. Ouders en leerkrachten nemen dan een aantal kinderen mee in hun eigen auto. Van de betreffende ouders mag worden verwacht dat de auto voldoet aan wettelijke voorschriften (veiligheid, deugdelijkheid) en dat er een inzittendenverzekering is afgesloten. Er dienen voor iedere inzittende veiligheidsgordels te zijn, waarvan ook op korte ritjes gebruik moet worden gemaakt. Onder geen enkele omstandigheid mogen kinderen worden vervoerd zonder dat veiligheidsgordels beschikbaar zijn en worden gebruikt! Kinderen mogen alleen voorin zitten op een goedgekeurde stoelverhoger.

7.

SCHOOLTIJDEN, GYMUREN, VAKANTIES, SPREEKUUR, RAPPORTEN, INFORMATIEAVONDEN

7.1.

SCHOOLTIJDEN

Groep 1 t/m 4: 08.45 tot 15.00 uur; op woensdag van 08.45 tot 11.30 uur. Groep 5 t/m 8: 08.45 tot 15.00 uur; op woensdag van 08.45 tot 12.30 uur. Wilt u erop toezien, dat uw kind niet eerder dan een kwartier voor schooltijd op het schoolplein is? De deuren van de school gaan ’s morgens vijftien minuten voor de les open. ’s Middags zijn de kinderen, die geen gebruik maken van het collectief overblijven, 5 minuten voor aanvang van de schooltijd welkom in de school. Ouders kunnen dan hun kind naar binnen brengen. Vriendelijk verzoeken wij deze ouders om de leerkracht wel de gelegenheid te geven om rustig en op tijd met de groep te kunnen beginnen. De kinderen van de bovenbouw gaan ’s middags om 13.00 uur de school binnen. Op basisschool Regenboog maken wij gebruik van het collectief overblijven. De leerkrachten lunchen met hun eigen klas in het lokaal. Ervoor of erna zijn er medewerkers aanwezig van de SKL voor het toezicht bij het buitenspelen. Het komt voor dat kinderen na schooltijd vergeten hun fiets mee naar huis te nemen. Wij maken u erop attent dat de school geen verantwoordelijkheid kan nemen voor fietsen die buiten blijven staan.

7.2.

ONDERWIJSTIJD

De kinderen op een basisschool dienen gedurende het schooljaar een minimaal aantal lesuren daadwerkelijk onderwijs te ontvangen. Voor de groepen 1 t/m 4 is dat minimaal 880 uur per schooljaar en voor de groepen 5 t/m 8 is dat minimaal 1000 uur per schooljaar. De schooldag mag hoogstens 5 ½ uur lestijd bevatten. Om dit aantal uren te halen is er een actief beleid rond het verzuim van leerlingen. Wanneer de ouder het kind niet ziek heeft gemeld of voor het kind geen verlof heeft aangevraagd en gekregen, dan wordt dezelfde dag nog door de betrokken groepsleerkracht geïnformeerd naar de reden van afwezigheid. Bij afwezigheid door ziekte wordt de ouders verzocht de school tijdig daarvan in kennis te stellen.


23

7.3.

GYMNASTIEK

Alle leerlingen van de groepen 3 t/m 8 krijgen bewegingsonderwijs van onze vakleerkrachten Joyce Thissen en Marloes de Vos. Ons gymrooster voor komend schooljaar is als volgt: Maandag Maandag Vrijdag Vrijdag

13.00 – 14.00 uur 14.00 – 15.00 uur 13.00 – 14.00 uur 14.00 – 15.00 uur

groep 5/6 groep 7/8 groep 3/4 atelier groep 5 t/m 8

Sporthal De Bloemerd Sporthal De Bloemerd Sporthal De Bloemerd Sporthal De Bloemerd

Voor de groepen 3/4 en 5/6 geldt dat als uw kind gaat gymmen, u er rekening mee moet houden dat de lessen daar om 13.00 uur beginnen. Om 12.45 uur gaat de leerkracht met de kinderen vanaf school naar de gymzaal. Groep 7/8 kan om 15.00 uur zelfstandig naar huis. Gymnastiekkleding groep 3 t/m 8: Jongens: sportbroek en shirt. Meisjes: gympak of geschikte korte broek en shirt. Gymnastiekschoenen zijn verplicht. Laat u de kinderen in verband met hygiëne wel aparte gymkleding meenemen! Wilt u zorgen dat kinderen op de dag dat ze naar de gymnastiekles gaan geen sieraden dragen? Aanhouden is gevaarlijk, afdoen vraagt om kwijtraken! De kinderen van de groepen 5 t/m 8 gaan op de fiets naar de gymzaal.

7.4.

URENBEREKENING, VAKANTIES EN VRIJE DAGEN

Onderbouw ma., di., do., vr. wo.

08.45 – 12.00 en 13.00 – 15.00 uur 08.45 – 11.30 uur

Bovenbouw: ma., di., do., vr. wo.

08.45 – 12.15 en 13.00 – 15.00 uur 08.45 – 12.30 uur

Uren Onderbouw 52 x 23.45 30 september

Lestijd

Uren Bovenbouw 1235.00 2.45 --------- + 1237.45 880.00 --------- 357.45

52 x 25.45 30 september

Lestijd


1339.00 3.45 --------- + 1342.45 1000.00 --------- 342.45

24

Vakanties: Herfstvakantie (19 t/m 23 okt. 2015) Kerstvakantie (21 dec.‘15 t/m 01 jan. 2016) Voorjaarsvakantie (22 t/m 26 feb. 2016) Paasvakantie (25 t/m 28 mrt. 2016) Meivakantie (25 april t/m 6 mei 2016) Tweede Pinksterdag (16 mei 2016) Zomervakantie (11 juli t/m 19 aug. 2016) 7 roostervrije dagen onderbouw

Onderbouw 23.45 47.30 23.45 10.30 47.30 5.15 142.30 36.45 --------- + 337.30 Resteert 20.15

Middag i.v.m. Sinterklaas 04-12-2015 Middag voor de kerstvakantie 18-12-2015 Middag voor de zomervakantie 08-07-2016 Studieochtenden 3

Marge

7.5

Bovenbouw 25.45 51.30 25.45 11.00 51.30 5.30 154.30 -------- + 325.30 Resteert 17.15

2.00 2.00 2.00 8.15 ----- + 14.15

2.00 2.00 2.00 11.15 ----- + 17.15

6.00

0.00

VAKANTIEROOSTER 2015 - 2016

Vakanties Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Meivakantie Tweede Pinksterdag Zomervakantie

- 19 t/m 23 oktober 2015 - 21 december 2015 t/m 1 januari 2016 - 22 t/m 26 februari 2016 - 25 t/m 28 maart 2016 - 25 april t/m 6 mei 2016 - 16 mei 2016 - 11 juli t/m 19 augustus 2016

Vrije middagen Middag Sinterklaas - 4 december 2015 Middag voor kerstvakantie - 18 december 2015 Middag voor de zomervakantie - 8 juli 2016 Roostervrije dagen onderbouw (groep 1 t/m 4) Vrijdag 25 september 2015 Vrijdag 16 oktober 2015 Vrijdag 20 november 2015 Vrijdag 19 februari 2016 Vrijdag 18 maart 2016 Vrijdag 13 mei 2016 Vrijdag 10 juni 2016 Studieochtenden team (alle leerlingen vrij) Woensdag 16 september 2015 Woensdag 20 januari 2016 Woensdag 22 juni 2016


25

7.6

RAPPORTEN EN BESPREKINGEN ALLE GROEPEN

Het rapport Het rapport is bedoeld om drie keer per jaar een beeld te geven van de ontwikkelingen van het kind. De rapportage is zowel voor de ouders als voor het kind zelf bedoeld. Het is goed om na een periode terug te kijken en vast te leggen welke resultaten zijn bereikt. In het schooljaar 2015 – 2016 gaat de school over op een digitaal rapport, waarin de leerhouding en de leervorderingen worden beoordeeld. Een uitdraai van dit digitale rapport wordt aan de kinderen van de groepen 3 t/m 8 uitgereikt. Door middel van een ‘ouderportaal’ kunnen ouders thuis op de computer de resultaten van hun kind(eren) volgen. Met behulp van een gebruikersnaam en wachtwoord is een deel van het administratiesysteem van de school ‘Parnassys’ in te zien. In groep 1/2 krijgen de kinderen geen rapport. Tijdens de spreekavonden wordt met de ouders over de ontwikkeling van het kind gesproken aan de hand van het eerder genoemde registratiesysteem Dorr. Rapport bespreking met de ouders Na de rapporten van november en maart vindt er voor alle groepen een kijkavond plaats waarin de ouders met hun kind(eren) het werk kunnen bekijken. Op de spreekavond volgend op de kijkavond is het mogelijk om met de leerkracht over het rapport van uw kind te spreken. Wilt u over het derde rapport een gesprek, dan kunt u zelf een afspraak maken met de leerkracht.

7.7

INFORMATIE

Iedere donderdagmiddag ontvangt u via uw jongste kind de weekbrief. Daarnaast wordt de weekbrief op de site van onze school gezet. Via de weekbrief wordt u op de hoogte gehouden van ontwikkelingen binnen de school en allerlei praktische zaken. Aan het begin van het schooljaar wordt in iedere groep een informatieavond gehouden. Op deze avond krijgt u van de groepsleerkracht(en) uitleg over het komende schooljaar. De schoolgids kunt u vinden op de website van de school: www.pcboregenboog.nl Informatie met betrekking tot de groepsindeling voor een nieuw cursusjaar kunt u ongeveer twee weken voor het einde van het cursusjaar tegemoet zien. Ouders van leerlingen die in de loop van het cursusjaar binnenkomen, worden binnen een maand door de groepsleerkracht uitgenodigd voor een gesprek over hun kind. In groep 1 vindt er een huisbezoek plaats na ongeveer 4 tot 6 weken.

8.

ALLERLEI

8.1

PAUZE In de ochtend krijgen de kinderen de gelegenheid in de klas te eten (fruit en/of een boterham) en te drinken wat zij voor de pauze bij zich hebben. Bekers met melk kunnen in de koelkast worden bewaard. Wij verzoeken u dringend de kinderen geen snoep mee te geven naar school. Er zijn genoeg lekkere en gezonde dingen voor het speelkwartier of als extraatje in de broodtrommel te verzinnen. Woensdag is fruitdag. Wij verwachten dat de kinderen op deze dag fruit bij zich hebben.


26

8.2

TRAKTEREN

Bij het vieren van de verjaardag op school hoort een traktatie voor de hele groep. Wij verzoeken u vriendelijk het trakteren op snoepgoed te beperken en rekening te houden met klasgenootjes die vanwege hun gezondheid bepaalde stoffen niet mogen hebben. Informatie hierover heeft de leerkracht. De kinderen mogen met hun verjaardagskaart langs alle klassen.

8.3

GOEDE DOELEN

Iedere dinsdag mogen de kinderen geld meenemen voor een project dat wij ondersteunen in Indonesië. Het project bouwt aan een school op Oost-Java. Van ons geld is al een schoolplein aangelegd en wij sparen nu door voor meubilair.

8.4

HUISWERK, TAS EN AGENDA

De leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 krijgen wekelijks een hoeveelheid huiswerk. Het is daarom plezierig als deze leerlingen in het bezit zijn van een agenda. Bovendien is het leren omgaan met de agenda een goede voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Om te voorkomen dat boeken en schriften nat regenen enz. vragen wij u erop toe te zien dat de kinderen een deugdelijke tas voor het huiswerk gebruiken.

8.5

WEBSITE

Op de website staan regelmatig verslagen en foto’s van allerlei activiteiten die de groepen hebben ondernomen. U kunt het aan het begin van het jaar aangeven als er geen foto’s van uw kind(eren) op de website geplaatst mogen worden.

8.6

DE ACTIVITEITENCOMMISSIE

Een aantal ouders vormt samen met de locatiecoördinator de activiteitencommissie. Deze commissie helpt bij de organisatie van vele bijzondere schoolactiviteiten. De leden van deze commissie komen met enige regelmaat bij elkaar en zij zullen in voorkomende gevallen de hulp van andere ouders inroepen. Hierbij is onder andere te denken aan hulp bij de decemberfeesten en projecten.

8.7

SPORTCOMMISSIE

Ouders verzorgen de organisatie van de Schoolsport toernooien. Ook dit schooljaar worden weer veel toernooien georganiseerd waaraan kinderen van basisschool Regenboog mee kunnen doen. In de weekbrief wordt u op de hoogte gehouden van de toernooien die eraan komen. De leerlingen kunnen zich dan opgeven bij de sportcommissie, [email protected].

8.8

SCHOOL T-SHIRTS

Bij sommige evenementen en tijdens sporttoernooien dragen onze leerlingen schoolshirts. Dit zijn blauwe T-shirts met ons logo op de voorzijde. De shirts worden aan de kinderen uitgeleend en worden door school gewassen.

8.9

TELEFONEREN

In bijzondere gevallen kunnen kinderen naar huis bellen met de schooltelefoon. Het gebruik van een mobiele telefoon is voor leerlingen onder schooltijd niet toegestaan. Als een leerling dit toch doet, verdwijnt de telefoon een week in de la van de leerkracht.


27

8.10 FILMOPNAMEN IN DE KLAS Ten behoeve van de coaching van leerkrachten en stagiair(e)s worden af en toe filmopnamen gemaakt in de klas. Deze opnamen zijn vanzelfsprekend alleen bestemd voor intern gebruik.

8.11 BANKREKENING Schoolfonds: rekeningnummer NL22 RABO 0160823837 t.n.v. PCB Regenboog Overblijfrekening: rekeningnummer NL57 RABO 0191896942 t.n.v. PCB Regenboog


28

VOORWOORD. Carla Kerner Directeur. Birgit de Winter Locatiecoördinator

Recommend Documents