Organisatie:
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
Regie:
Voorbereiding: Titel:
RC BOT Regionale Regeling TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel
Status: Datum: Pagina:
Sector Risicobeheersing 26 sept 2011 Pagina 1 van 9
Regionale Regeling TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel VNOG – Brandweer- en GHOR-personeel in regionale dienst – Brandweerpersoneel in gemeentelijke dienst
Organisatie: Voorbereiding:
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Werkgroep Nazorg
Regie: Status:
Titel:
Regionale Regeling TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel
Datum: Pagina:
Sector Veiligheid Vastgesteld door MT en RGF 26 sept 2011 Pagina 2 van 9
1. Doelstelling Doel van de Regionale Regeling TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel is om het verlenen van psychosociale zorgverlening aan brandweermensen en GHOR-medewerkers na inzet bij incidenten in Noord- en Oost-Gelderland (dan wel in het kader van interregionale bijstand) op goede wijze te organiseren.
2. Uitgangspunten voor beleid De uitgangspunten voor beleid zijn relevant voor de inbedding van TraumaNazorg voor hulpverlenend personeel in de organisatie van de Veiligheidsregio. Deze uitgangspunten komen enerzijds voort uit de wettelijke grondslag van psychosociale zorg. Anderzijds zijn het regionale uitgangspunten voor beleid, die rekening houden met de specifieke wijze waarop de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland georganiseerd is.
2.1
Wettelijke grondslag
De Arbeidsomstandighedenwet 1998 verplicht werkgevers zorg te dragen voor de werknemers, zodat het werk geen nadelige gevolgen heeft voor veiligheid en gezondheid. Evenals de bescherming van werknemers valt ook psychosociale zorg onder de verantwoordelijkheden van de werkgever. De werkgever is degene bij wie de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft ofwel een publiekrechtelijke aanstelling en/of degene die gezag uitoefent tijdens de uitvoering van het werk. In beide gevallen heeft de werkgever de plicht ervoor te zorgen, dat er inzicht is in de risico’s en dat maatregelen worden getroffen om de risico’s te voorkomen1. Brandweerpersoneel in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland is ofwel in dienst van de regionale brandweer van de VNOG (beroepspersoneel) of (nog) in dienst van de gemeente (dit betreft met name de vrijwilligers2) Tijdens de hulpverlening bij incidenten in de warme situatie, vanaf het moment dat een Officier van Dienst de operationele leiding heeft, is het de regionaal commandant die gemandateerd verantwoordelijk is voor en gezag uitoefent over zowel regionaal als gemeentelijk brandweerpersoneel. Dit houdt in dat TraumaNazorg voor brandweerpersoneel in gemeentelijk dienst gedeelde verantwoordelijkheid is van zowel de gemeentelijke organisatie (al dan niet vanuit de gemeente doorgemandateerd aan de clustercommandant) als de regionale brandweerorganisatie Brandweer VNOG. Regionaal personeel werkzaam op het gebied van Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen is in dienst van de GHOR VNOG. TraumaNazorg voor deze doelgroep is de verantwoordelijkheid van de Regionaal Geneeskundig Functionaris van GHOR VNOG.
2.2
Uitgangspunten voor beleid
De volgende uitgangspunten liggen ten grondslag aan het voorgestelde beleid:
2
Per 1 januari 2012 zal naar alle waarschijnlijkheid al het beroepspersoneel brandweer in de VNOG een regionale aanstelling hebben.
2
Organisatie: Voorbereiding:
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Werkgroep Nazorg
Regie: Status:
Titel:
Regionale Regeling TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel
Datum: Pagina:
Sector Veiligheid Vastgesteld door MT en RGF 26 sept 2011 Pagina 3 van 9
1. TraumaNazorg is managementverantwoordelijkheid van de werkgever. 2. Op basis van de wettelijke grondslag van deze managementverantwoordelijkheid is TraumaNazorg voor brandweerpersoneel een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de regionale brandweerorganisatie als de gemeenten. Uitgangspunt van beleid van de GHOR is, dat in beginsel elke geneeskundige ketenpartner (zoals Ziekenhuizen, Ambulancediensten, Nederlands Rode Kruis, GGZinstellingen, GGD etc.) zelf verantwoordelijk is voor de opvang en nazorg van de eigen medewerkers 3 . Voor GHOR VNOG geldt dat de verantwoordelijkheid voor TraumaNazorg voor eigen personeel bij de samenwerkende organisaties is neergelegd. 3. Het proces van Traumanazorg voor Hulpverlenend Personeel start direct na het incident en vindt aan de basis plaats in het brandweerkorps van het cluster / in de GHOR-partnerorganisatie. 4. Het proces van Traumanazorg voor Hulpverlenend Personeel initieert in de warme situatie (vlak na het incident), maar wordt zo spoedig mogelijk in de ‘koude’ situatie voortgezet. Dit bespoedigt de verwerking van traumatische ervaringen, die hulpverleners ondergaan als gevolg van indrukwekkende incidenten; 5. Praktijkervaring leert, dat in de meeste gevallen kan worden volstaan met het verlenen van Traumanazorg op het niveau van de basisorganisatie; 6. In bijzondere gevallen hebben brandweerkorpsen van het cluster aanvullende ondersteuning nodig op het gebied van TraumaNazorg bijvoorbeeld door capaciteitsproblemen en/of te veel betrokkenheid. Daarin kan de Veiligheidsregio een rol vervullen; 7. Beleidsontwikkeling en professionalisering op het gebied van TraumaNazorg is een taak, waarin de Veiligheidsregio een rol van betekenis en toegevoegde waarde heeft. 8. Er is structurele aandacht voor TraumaNazorg nodig vanuit affiniteit met het onderwerp, zowel beleidsmatig als operationeel, als ook op het niveau van het brandweercluster en de VNOG; 9. Rolverdeling en regie dienen op heldere wijze georganiseerd te zijn, rekening houdend met de nauwe relatie tussen TraumaNazorg en operationeel optreden in de veiligheidsketen; 10. TraumaNazorg is een volwaardig agendapunt in de besluitvorming van de organisatie van het brandweercluster en van de VNOG (zie 1), waarmee de cirkel rond is.
3 Organisatie van TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel De organisatie van TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel is in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland geregeld, gestoeld op de volgende pijlers: - de Bedrijfsopvangteams van de GHOR-ketenpartners; - de Brandweeropvangteams in de clusters; - het Regionaal Coördinatie- en Bedrijfsopvangteam Traumanazorg (verder te noemen RCBOT); - de inzet van extern deskundigen ter ondersteuning van TraumaNazorg-processen op niveau van cluster en Veiligheidsregio.
3
Dit is verwoord in de procesplannen PSHOR van de GHOR in de Veiligheidsregio Noord- en OostGelderland.
3
Organisatie: Voorbereiding:
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Werkgroep Nazorg
Regie: Status:
Titel:
Regionale Regeling TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel
Datum: Pagina:
3.1
Sector Veiligheid Vastgesteld door MT en RGF 26 sept 2011 Pagina 4 van 9
Bedrijfsopvangteams van de GHOR-ketenpartners
TraumaNazorg begint aan de basis Basisuitgangspunt is: na een incident begint de eerste fase van TraumaNazorg direct na het incident in de eigen omgeving. Het persoonlijk vangnet door het thuisfront en de directe collega’s is daarbij de basis. Daarnaast kunnen GHOR medewerkers terugvallen op de opvang door het eigen Bedrijf Opvang Team (BOT) van de ketenpartner. Dit is verder uitgewerkt in de ‘Notitie eigen veiligheid GHOR VNOG’.
3.2
Brandweeropvangteam in het cluster
Elk brandweercluster beschikt over minimaal een eigen Brandweeropvangteam (BOT), als eerste schakel in een netwerk van psychosociale zorg. Bij de vormgeving van dit BOTteam past de brandweerorganisatie maatwerk toe. Waar de ene organisatie kiest voor één BOT-team per cluster, heeft de andere organisatie een voorkeur voor een BOT bestaande uit meerdere brandweeropvangteams. Taken BOT-team De hoofdtaak van het BOT-team is het verlenen van TraumaNazorg aan de uitrukploegen van het brandweerkorps dat is ingezet bij een incident. Het BOT-team gaat hierbij te werk volgens het protocol dat als Bijlage onderdeel uitmaakt van deze regeling. Een cluster kan naar behoefte afspraken maken met naburige clusters over samenwerking tussen hun BOT-teams, bijvoorbeeld op het gebied van onderlinge bijstand in geval van incidenten. Samenstelling BOT-team Het BOT-team bestaat uit een kleine groep (minimaal 3) van (met name) repressief brandweerpersoneel. Belangrijke selectiecriteria die voor de leden van het BOT-team gelden zijn: - affiniteit met TraumaNazorg; - draagvlak en aanzien bij het korps; - gezag over het onderwerp bij de hoofden OV/Repressie; - communicatief vaardig, zowel individueel als voor groepen. Opleiding BOT-team De leden van het BOT-team zijn middels een basisopleiding getraind in het verlenen van psychosociale zorg aan collega’s na inzet bij een incident. Eén van de BOT-leden is aanvullend opgeleid tot lokaal specialist TraumaNazorg. Deze BOT-er heeft ook een actieve rol in het organiseren en begeleiden van de instructieavonden voor korpsleden en partners4. Bijscholing van alle leden van het BOTteam inclusief de lokaal specialist TraumaNazorg vindt met regelmaat plaats. Het initiatief voor het inventariseren van de behoefte aan opleidingen en na- en bijscholing ligt bij de clusterorganisatie. Ook de organisatie hiervan is een verantwoordelijkheid van het cluster. Voor ondersteuning daarbij en voor de daadwerkelijke uitvoering kan een beroep worden gedaan op de medewerkers van Vakbekwaamheid van de sector brandweerzorg VNOG. Deze procedure is nader uitgewerkt in bijlage 1 bij deze regeling. Communicatie en informatie Eén van de leden van elk BOT-team is door de organisatie aangewezen als vertegenwoordiger van het BOT, als liaison met de andere BOT-teams in het cluster. De liaisonfunctie bestaat uit het onderhouden van contacten en uitwisselen van informatie 4
De opleiding Brandwacht bevat standaard een vergelijkbare instructieavond. 4
Organisatie: Voorbereiding:
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Werkgroep Nazorg
Regie: Status:
Titel:
Regionale Regeling TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel
Datum: Pagina:
Sector Veiligheid Vastgesteld door MT en RGF 26 sept 2011 Pagina 5 van 9
over TraumaNazorg. De liaisonfunctie kan door de BOT-er uitgevoerd worden, of door één van de andere BOT-leden. De clusters zijn zelf verantwoordelijk om vorm en inhoud te geven aan deze contacten. TraumaNazorg begint in het eigen brandweerkorps Basisuitgangspunt is: na een incident begint de eerste fase van TraumaNazorg in het brandweerkorps. Bij de nabespreking van een incident is de OvD (of de bevelvoerder) leider van het groepsgesprek, waarbij hij ondersteuning krijgt of kan vragen van BOTters (die zelf bij het incident aanwezig waren dan wel worden opgeroepen). In deze fase wordt bepaald of er personen zijn die ondersteuning nodig hebben bij de verwerking van een traumatische ervaring. Hierin heeft het BOT-team een belangrijke rol (zie Protocol in Bijlage). In de meeste gevallen lukt het herstel inderdaad met de collega's van het eigen korps, binnen de organisatie. Waar nodig vindt verdere individuele begeleiding plaats binnen het kader van het reguliere Arbobeleid van de organisatie.
3.3 het Regionaal Coördinatie- en Bedrijfsopvangteam TraumaNazorg (RC BOT) Beleidsontwikkeling en Regionale ondersteuning in bijzondere situaties Het RC BOT is de regionale trekker van beleid op het gebied van TraumaNazorg. Doelstelling van dit coördinatieteam is de voorwaarden te scheppen die nodig zijn om TraumaNazorg effectief en blijvend te realiseren in de brandweer- en GHOR-organisatie van VNOG. Daarnaast heeft het RC BOT een rol in bijzondere situaties, zoals procesbegeleiding bij het overlijden van collega’s en de begeleiding bij externe onderzoeken. Taken RC BOT - Regie op het proces Traumanazorg - Signaleren van ontwikkelingen, zowel landelijk als regionaal en in de clusters / het veld - Ontwikkelen van beleid, op basis van de gesignaleerde ontwikkelingen - Coördineren van de implementatie van dit beleid - Begeleiden van Bedrijfsopvangteams na schokkende gebeurtenissen (bijvoorbeeld in de vorm van ondersteuning, advisering en klankborden) - Als er behoefte is aan 2e lijns zorg, coördineren en / of organiseren van vervolggesprekken met extern deskundigen (zie verder onder 3.4) - Ondersteunen van clusters bij bv. Begrafenis(sen) eigen personeel - Coördineren bij onderzoek van externen (Inspecties, Raad voor Veiligheid) en begeleiden van medewerkers - Leveren van expertise Samenstelling van het RC BOT Het RC BOT bestaat uit: - een vertegenwoordiger vanuit elk brandweercluster - een vertegenwoordiger van de RROL-functionarissen - een vertegenwoordiger vanuit centralisten brandweer van de MON (meldkamer Oost Nederland) - een vertegenwoordiger van het GHOR-personeel - een vertegenwoordiger van de sector Brandweerzorg VNOG - een extern deskundige op het gebied van TraumaNazorg, met wie de VNOG een samenwerkingscontract heeft; - een voorzitter vanuit de sector Brandweerzorg, die in zijn / haar taak beleidsmatig en secretarieel wordt ondersteund door medewerkers vanuit de sector. 5
Organisatie: Voorbereiding:
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Werkgroep Nazorg
Regie: Status:
Titel:
Regionale Regeling TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel
Datum: Pagina:
Sector Veiligheid Vastgesteld door MT en RGF 26 sept 2011 Pagina 6 van 9
Selectiecriteria leden RC BOT Belangrijke selectiecriteria zijn: - affiniteit met TraumaNazorg; - beleidsmatig meedenken; - draagvlak en aanzien bij de ketenpartners GHOR dan wel de brandweerkorpsen (m.n. voor de vertegenwoordigers vanuit GHOR respectievelijk vanuit de clusters) ; - gezag over het onderwerp bij de hoofden OV/Repressie (m.n. voor de vertegenwoordigers vanuit de clusters). Achtergrond leden RC BOT De leden van het RC BOT zijn bekend met de inhoudelijke aspecten van Traumanazorg en op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied. Bijscholing op dit taakveld vindt met regelmaat plaats. De voorzitter van het RC BOT is hier voor verantwoordelijk. Communicatie en informatie De leden van het RC BOT zijn verantwoordelijk voor de informatiestroom richting en de communicatie met de achterban die zij vertegenwoordigen in het RC BOT.
3.4
Inzet van externe deskundigen
De VNOG heeft een samenwerkingscontract met een tweetal externe deskundigen op het gebied van TraumaNazorg. De inhuur van deze externe deskundigen ter ondersteuning van processen van TraumaNazorg in het kader van incidenten, zowel in het cluster als regionaal, vindt plaats volgens een normbedrag dat contractueel is vastgesteld. Hierin is bovendien een normbedrag afgesproken voor de deelname van de extern deskundigen aan het RC BOT. Werving, selectie en contractering van de extern deskundigen behoren tot het takenpakket van de voorzitter van dit coördinatieteam. Bij de inzet op clusterniveau komen de kosten van de inhuur van deze externe deskundigen voor rekening van het cluster. Bij de inzet ten behoeve van RROLfunctionarissen, centralisten brandweer en GHOR-medewerkers komen de kosten voor rekening van de VNOG. Bij een inzet ten behoeve van GHOR-functionarissen in dienst van een van de ketenpartners komen de kosten voor rekening van de betreffende ketenpartner. Deelname van de extern deskundigen aan het RC BOT komt voor rekening van de VNOG. Eventueel is ook nazorg mogelijk door het management en de bedrijfsarts van de ketenpartner (voor GHOR-medewerkers) of van de VNOG.
4 TraumaNazorg voor personeel: meerdere doelgroepen
4.1 Algemeen Er zijn verschillende doelgroepen te onderscheiden voor wie de Regeling TraumaNazorg bedoeld is of kan zijn. - het repressief brandweerpersoneel in gemeentelijke dienst (vrijwilligers) - het repressief brandweerpersoneel in regionale dienst; - de functionarissen van de Regionale Regeling Operationele Leiding (RROL), de GHORfunctionarissen en de functionarissen van de Regionale Regeling Operationele Informatie Management (RROIM) - de centralisten brandweer van de MON; - het personeel in dienst van een ketenpartner van de GHOR; 6
Organisatie: Voorbereiding:
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Werkgroep Nazorg
Regie: Status:
Titel:
Regionale Regeling TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel
Datum: Pagina:
Sector Veiligheid Vastgesteld door MT en RGF 26 sept 2011 Pagina 7 van 9
Voor al deze doelgroepen geldt a. Leidinggevenden of betrokkenen kunnen te allen tijde terugvallen op het RC BOT en zelf om aanvullende ondersteuning vragen (zie 3.3); b. De betrokkene kan terugvallen op de extern deskundigen TraumaNazorg (zie 3.4); c.
Direct leidinggevenden, maar uiteraard ook collega’s, hebben een continue signalerende functie. Zij zijn tevens aanspreekpunt voor de communicatie met het RC BOT.
Daarnaast i per doelgroep nog een aantal specifieke bepalingen beschreven in de volgende paragrafen.
4.2
Repressief brandweerpersoneel in gemeentelijke en regionale dienst
Deze medewerkers kunnen een beroep doen op de Brandweeropvangteams van de clusters (zie 3.2).
4.3
RROL-, GHOR- en RROIM-functionarissen
Deze functionarissen worden operationeel door de VNOG ingezet vanuit de RROL brandweer: - Officieren van Dienst (OvD); - Hoofdofficieren van Dienst (HOvD); - Commandanten van Dienst (CvD) brandweer - Adviseurs Gevaarlijke Stoffen (AGS) - Hoofden Actiecentrum Brandweer De volgende functionarissen worden operationeel door de VNOG ingezet vanuit de GHOR: - - Operationeel directeur GHOR (RGF); - - Hoofden van Dienst (HsGHOR en HAC); - - Commandanten van Dienst Geneeskundig (CvDG) - - Operationeel Medewerkers Actiecentrum GHOR (OMAC) De volgende functionarissen worden ingezet vanuit de RROIM - Informatiemanagers - Plotters - Loggers - sitrapschrijvers a. De RROL-functionaris brandweer en de RROIM-functionaris participeren in het proces van TraumaNazorg van het brandweerkorps waar het incident heeft plaatsgevonden (zie 3.2); b. De functionaris GHOR participeert in het proces van TraumaNazorg van de betrokken ketenpartner (zie 3.1); c.
Naast de direct leidinggevenden hebben ook de clustercommandanten een verantwoordelijkheid voor het toezien op de behoefte aan extra zorg bij brandweer OvD-en, die zijn ingezet bij incidenten in hun verzorgingsgebied;
d. Naast de direct leidinggevende heeft ook de regionaal commandant een verantwoordelijkheid op het toezien op de behoefte aan extra zorg bij HOvD-en en CvD-en. 7
Organisatie: Voorbereiding:
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Werkgroep Nazorg
Regie: Status:
Titel:
Regionale Regeling TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel
Datum: Pagina:
Sector Veiligheid Vastgesteld door MT en RGF 26 sept 2011 Pagina 8 van 9
e. Naast de direct leidinggevende heeft ook het sectorhoofd brandweerzorg een verantwoordelijkheid voor het toezien op de behoefte aan extra zorg bij AGS-en, Hoofden Actiecentrum Brandweer en RROIM-functionarissen. f.
Naast de direct leidinggevende heeft ook de directeur GHOR een verantwoordelijkheid voor het toezien op de behoefte aan extra zorg bij de GHOR-functionarissen.
4.4
Centralisten brandweer van de MON
Wanneer een van de centralisten betrokken raakt bij een traumatische gebeurtenis en zelf eventueel met verwerkingsproblemen te maken krijgt, kan hij / zij een beroep doen op de collega centralisten die BOT-ter zijn. Daarnaast kan hij / zij terugvallen op het RC BOT en / of de extern deskundige (zie algemene bepalingen uit 4.1).
4.5
Personeel in dienst van een ketenpartner van de GHOR
De GHOR-functionarissen in dienst van een ketenpartner kunnen terugvallen op de bedrijfsopvangteams van de GHOR-ketenpartners(zie 3.1). Het bedrijfsopvangteam van een ketenpartner en GHOR functionarissen die niet bij hun eigen organisatie terecht kunnen voor bedrijfsopvang, kunnen een beroep doen op het RCBOT VNOG.
5. Financiële consequenties
5.1
Consequenties voor de clusterbegroting
De kosten voor het opleiden en bijscholen van leden van de BOT-teams in de clusters komen ten laste van de clusterbegroting. Tevens komen ten laste van de clusterbegroting de kosten van de inzet van extern deskundigen wanneer deze op verzoek van het cluster worden ingezet voor personeel in dienst van het cluster of een van de gemeenten uit het cluster.
5.2
Consequenties voor de VNOG-begroting
De kosten voor de regionale begroting VNOG bestaan uit kosten voor de opleiding en bijscholing van de leden van het RC BOT, de inzet van extern deskundigen voor RROL- en GHOR-functionarissen en voor centralisten brandweer. Daarbij komen de kosten voor het RC BOT, inclusief de kosten die de extern deskundigen in rekening brengen voor deelname aan / werkzaamheden voor het RC BOT.
8
Organisatie: Voorbereiding:
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Werkgroep Nazorg
Regie: Status:
Titel:
Regionale Regeling TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel
Datum: Pagina:
Bijlage 1: stroomschema BOT aanmeldingen Bijlage 2: Toolbox / protocol
9
Sector Veiligheid Vastgesteld door MT en RGF 26 sept 2011 Pagina 9 van 9