Vogelkrant 42e jaargang nr. 3 april 2013 In dit nummer: Uitnodiging vergadering, Verslag vorige vergadering Ringenbestelformulieren De groenling, sepia, herderstasje De catharina parkiet
©JMZ
Opgericht 24 oktober 1961. Aangesloten bij de N.B.v.V. te Bergen op Zoom
W17
Vogelliefhebbers “Wieringermeer”
W17
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer april 2013 DE GROENLING (Chloris chloris)
Hoewel een wat forse vogel, toch een der beste om in kooi of volière gehouden te worden. Man en pop zijn duidelijk te onderscheiden, de man heeft veel geel in de vleugels in tegenstelling tot de pop die veel grauwer van kleur is. Hoewel ook als kooivogel zeer geschikt komen de vogels in een grotere ruimte beter tot hun recht, speciaal wanneer ze paarsgewijs worden gehouden.
De zang is niet belangrijk, maar de groenling kan wel enkele strofen van andere vogels overnemen bijvoorbeeld: van de kanarie, waarmee ook kruisingen vrij makkelijk tot stand komen die, hoewel uiterlijk niet tot de fraaiste behoren, wat betreft de zang en de vertrouwelijkheid van de vogels aan te bevelen zijn. Daar het sterke vogels zijn die vorst goed kunnen verdragen kan men ze gedurende de wintermaanden in de buitenvolière laten. Over het algemeen zijn ze met andere soorten verdraagzaam, hoewel oude mannen nog al eens vechtlustig worden.
In het najaar en de winter worden ze best aan het nieuwe verblijf gewend. Men kan een aantal samen in een kooi plaatsen. Op de bodem strooit men gepelde haver, maan, en raapzaad, hennep en zonnebloempitten. Ook lijn, wit en sla zaad behoren tot het normale zaadmenu, waarvan diverse onkruidzaden kunnen worden toegevoegd. Als de vogels geheel aan het voedsel en de gewijzigde omstandigheden gewend zijn, kunnen ze zonder bezwaar naar de volière worden overgebracht. Indien men kan beschikken over de zaden van watermeloenen kan men die in de plaats van zonnebloemzaden geven.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer april 2013
Universeel voer en groenvoer worden graag gegeten en zo nu en dan een meelworm. Men wake er voor te veel oliehoudende zaden te voeren, want de vogels worden vlug te dik en zijn dan voor de kweek niet meer bruikbaar en hebben ook verder veel van hun charme verloren. De rui verloopt in Juli en Augustus indien men voldoende onkruidzaden en geregeld fris badwater heeft verstrekt. Indien men er in geslaagd is een paartje tam te maken, zal het broeden zonder veel moeilijkheden in de volière zowel als in een kooi kunnen plaatsvinden. In de volière waar coniferen en andere groenblijvende struiken zijn geplant, zullen ze wellicht tot het bouwen van een nest overgaan. Anders nemen ze ook genoegen met een ruime nestkast, waarin ze een nest maken. Fijne hooihalmen, twijgjes, mos, haren en veertjes gebruiken ze hiervoor. De pop broedt 13 dagen en de jongen hebben 14 dagen nodig voor ze uitvliegen. Speciaal bladluizen zijn geschikt voor de opfoktijd der jongen, evenals onrijpe zogenaamde melkachtige zaden van haver en diverse grassen.
Van de "wildzang" vogels die in kooien gehouden worden, leent zich vooral de groenling verreweg het beste en vooral ook voor de bastaardkweek met de kanarie, die zelfs aan de beginnelingen geen al te grote moeilijkheden veroorzaakt. Vindt men de kop over het algemeen te zwaar, het zijn toch bijzonder prettige en rustige vogels, en mooi van kleur. Of de bastaarden altijd onvruchtbaar zijn wordt betwijfeld. Om te besluiten nog een goede raad, de beste weg om tot kruisingen te komen, is steeds deze eerst te beginnen met kanaries, en dan trachten wildzang te kweken, en dan pas met de bastaardkweek te beginnen. Men heeft dan de eisen van beide vogelsoorten leren kennen en kan hiermee dus ook rekening gehouden worden. Daarnaast moet men echter kanariepaartjes blijven houden, omdat de poppen als opfoksters wellicht hun diensten zullen moeten bewijzen.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer april 2013
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer april 2013
Sepia (moet altijd beschikbaar zijn). . Dat vogels behoefte hebben aan kalk staat buiten kijf. Niet alleen voor de eieren is het nuttig, maar ook voor de vorming van het skelet is het onontbeerlijk. Geen vogelliefhebber die hier nog aan durft te twijfelen. De natuur heeft de vogelkwekers meerdere hulpmiddeltjes aangereikt om in de kalkbehoefte van zijn vogels te voorzien. Eén ervan is wel de sepiaschelp, die in elke vogelhandel voor een spotprijsje te koop is. Wist u dat de sepiaschelp zelf afkomstig is van de inktvis? Dit weekdier leeft vooral van het eten van vis en schelpdieren. Precies hierdoor krijgt de inktvis een groot gedeelte aan kalkachtige substanties te verwerken. Hoewel de inktvis, net als alle andere levende organismen, behoefte heeft aan kalk, vindt door de grote opname in feite een overproductie plaats. De natuur voorziet echter in alles en precies hierom komt het teveel aan kalk in een soort van reservoir terecht, die zich aan de onderkant van de rug bevindt. Hier vormt zich dan een soort van kalkachtige schelp die periodiek afgestoten wordt. Deze schelpen worden met de vloed meegenomen en bereiken zo de kust, waar ze makkelijk verzameld kunnen worden en zo in de handel komen. De sepiaschelp wordt voor volières vooral aangeprezen, omdat het rijkelijk voorzien is van minerale zouten en deze blijken onontbeerlijk te zijn voor de opbouw van het beendergestel van de vogels. In de volière kan de sepiaschelp eenvoudig aangeboden worden. De zachtheid ervan laat toe de schelp makkelijk te doorboren, waardoor ze via een touwtje of nageltje kan worden opgehangen. Ook zijn er in de handel speciale sepiahouders te koop. Voor de kweekkooi is het raadzaam de schelp in meerdere kleine delen te breken en ze bijvoorbeeld tussen de tralies aan te brengen. De vogels zullen zich er rijkelijk mee amuseren ,en het kot de gezondheid ook nog ten goede . Kortom: Sepia mag nooit ontbreken in een vogelverblijf.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer april 2013
Ringmaten U vindt onderstaand de ringmaten van de meest gekweekte vogels. Deze ringmaten zijn een indicatie en zijn niet voorgeschreven. U kunt een grotere ring gebruiken dan is aangegeven; houd u wel in de gaten dat altijd de algemene regel geldt, dat bij een volwassen vogel die ring niet van het pootje kan worden verwijderd zonder het pootje te beschadigen.
2,0 mm Goudbuikjes, kleine brilvogeltjes, kleine astrilden en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 2,3 mm Amaranten, bichenowastrilde, kleine ekstertjes, kleine edelzangers, kleine Mozambiquesijzen en soortgelijke kleine Afrikaanse cini's, kleine Cubavinken, oranjekaakjes, blauwfazantjes, tijgervinken, blauwgrijze roodstaartjes, kleine paapjes, napoleonnetjes, kleine uitheemse sijzen en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 2,5 mm Wiener- en melba astrilden, alariovinken, middelgrote Mozambiquesijzen en verwante soorten, bandvinken, ekstertjes, bronzemannetjes, masker-, ceres-, en parelhalsamadines, binzenastrildes, druppelastrilden en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. Kanaries: raza espagnol. 2,7 mm Diamantvinken, muskaatvinken, rietvinken, papegaaiamadines, Himalayagroenling, Chinese groenling, zwartkopgroenling, Amerikaanse kleurvinken, grote soorten edelzangers en andere cini's, Gouldamadines, kleinere Japanse meeuwen en zebravinken, nonnen, goudmussen en andere kleine mussensoorten, kleine wevers en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. Kanaries: Japan hoso, fife fancy, fiorino en Rheinländer 2,9 mm Grotere Japanse meeuwen en zebravinken, Gouldamadines, grotere mussen, kleinere roodmussen, rode kroonvinken, niet-Europese goudvinken, grotere cini's, de meeste gorzen, roodkopamadines, grote wevers en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. Kanaries: zang- en kleurkanaries, Belgische bultkanaries, Berners, Borders, glosters, Scotch fancy. 3,2 mm Rijstvogels, Japanse nachtegalen, grotere roodmussen, blauwe bisschoppen en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. Kanaries: waterslagers, Norwiches, crested en crestbred, Parijse frisé.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer april 2013
3,5 mm Chinese- en Japanse appelvinken, buulbuuls, grotere tangara's en kardinalen, Chinese dwergkwartels en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 4,0 mm Grote kernbijters, kleinere uitheemse spreeuwen en lijsters, grote kardinalen, kleine agaporniden zoals fischerie, lilianae, nigrigenis, pullaria, kleinere forpussoorten, blauwkroontjes, hangparkietjes, Bourke parkieten, blauwvleugelparkieten, elegantparkieten, turquoisineparkieten, splendids, aymaraparkieten, talpacotiduifjes, diamantduifjes, Peruduifjes, Chinese dwergkwartels en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 4,3 mm Kleine grasparkieten, kleine baardvogels, Pagode spreeuwen en lijsters en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 4,5 mm Grasparkieten, agapornis roseicollis, agapornis personata, agapornis taranta, kleinere lori's, coromandelkwartels, harlekijnkwartels, troepialen, exotische spreeuwen, catharinaparkieten en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 5,0 mm Grote glansspreeuwen, frankolijnkwartels, roodvoorhoofdkakariki's, lori's, bruinoorparkieten en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 5,4 mm Valkparkieten, pruimkopparkieten, kleinere rosella's, pyrrhura's, Japanse kwartels, Senegal tortels en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 6,0 mm Grote rosella's, kleine aratinga's, cloncurryparkieten, Port Lincoln, Princess of Walesparkieten, kleine beo's, Californische kuifkwartels, dolksteekduiven en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 7,0 mm Koningsparkieten, grote halsbandparkieten, Caique's, geelmantellori's, rode lori's, Australische kuifduiven, Bartlett dolksteekduiven en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 8,0 mm Grote Alexanderparkieten, toerako's, bospatrijzen en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 9,0 mm Kleine ara's, grotere patrijzen en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 10,0 mm Kleine kaketoes en amazonepapegaaien, Timneh grijze roodstaarten, goudfazanten, grote toerako's, pauwfazanten en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer april 2013
11,0 mm Grijze roodstaarten, amazonepapegaaien, kaketoes en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 12,0 mm Kleine ara's, grote amazonepapegaaien, grote kaketoes en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. 14,0 mm Grote ara's, grote kaketoes en overige soorten van ongeveer gelijke grootte c.q. gelijke pootdikte. In geval van twijfel over de indicatie ringmaten, of bij niet genoemde soorten, is het verstandig met een schuifmaat eerst de dikte van de poten te meten. Vervolgens stelt u zelf vast hoe groot de binnendiameter van de ring moet zijn. U kiest steeds voor een zo klein mogelijke ring.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer april 2013
DE CATHARINAPARKIET.
De herkomst van deze parkiet is vanaf het zuiden van Mexico tot West Panama en vervolgens van het Noord-Westen van Venezuela tot in Centraal Peru. Zij leven afhankelijk van hun leefgebied en het jaargetijde tussen de 400 en 3000 meter boven de zeespiegel. Hun leefgebied varieert van boomrijke savannen tot dichte berg(nevel)wouden. Het zijn echte klimmers, die langs de takken omhoog en omlaag klauteren. Dit gedrag ziet men ook terug aan hun houding in de tentoonstellingskooi. Rustig en niet opvliegerig, waarbij ze vaak langzaam, iets in elkaar gedoken, over de stok klauteren en lopen. Gesteld mag worden, dat deze soort volledig is gedomesticeerd en dat er veelvuldig broedresultaten voorkomen in de volieres, terwijl een vrij groot aantal mutanten is ontstaan. Naast de wildvorm, Bolborhynchus I. lineola, waarvan de kleur als groen is omschreven, kennen we als ondersoort de Bolborhynchus I. tigrinus, de Peru-Catharinaparkiet. Deze laatste wordt in de literatuur omschreven als donkerder van kleur, met wat bredere zwarte zomen aan de veren en een meer uitgebreide schoudervlek. Sommigen noemen hem ook iets kleiner als de nominaatvorm. Vast staat dat de verschillen tussen beide soorten minimaal zijn en voor de gewone liefhebber/keurmeester nauwelijks uit elkaar te houden zijn. Het is niet exact bekend of de ondersoort tigrinus als aparte soort is ingevoerd en als zodanig is herkend. Aangenomen mag worden dat, indien ze ingevoerd zijn, ze gewoon met de nominaatvorm zijn gepaard. Derhalve zijn de verschillen tussen de soorten nog verder vervaagd. Door deze kweekselectie is een echte cultuurvogel ontstaan, de in deze standaard beschreven Catharinaparkiet is dan ook te beschouwen als de Bolborhynhus I. domestica.
BESCHRIJVING Een grasgroene vogel die op het voorhoofd,de wangen en onderzijde lichter groen is. Op de bovenzijde van de vogel,vanaf de bovenschedel tot aan de staart is elke veer voorzien van een zwarte zoom welke een zwarte streeptekening laat zien. Ook de flanken laten een fijne streeptekening zien. De stuit en onderstaartveren hebben ook een zwarte staarttop. De ogen zijn donker en zijn omringd door een smalle naakte grijswitte oogring. De snavel is hoornkleurig met een donkere snavelpunt,de poten zijn vleeskleurig met hoornkleurige tot zwarte nagels. De voorkeur gaat uit naar zwarte nagels. De lengte van de vogels is ongeveer 17 á 18 cm. De geslachten zijn van elkaar te onderscheiden door te kijken naar de langste staartveren die zijn bij het mannetje over een lengte van ongeveer 1 á 2 centimeter zwart gekleurd terwijl bij het vrouwtje maar net het puntje zwart is gekleurd of helemaal geen zwart.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer april 2013
HUISVESTING De Catharinaparkieten en hun soortgenoten leven in het wild op soms vrij grote hoogte in bergachtige gebieden in Zuid-Amerika waar het fris kan zijn. De catharina parkiet kan in west europa best buiten gehouden worden, zeker in de zomer. Ook in het koudere seizoen kunnen ze wel naar buiten, maar zorg ervoor dat vooral de grond in de buitenvolière droog is. Ze voelen zich niet prettig in een al te natte omgeving of bij vochtig koud weer, zoals dat in de herfst nogal eens voorkomt. Een buitenvolière moet dus minstens voor een deel overdekt zijn en er moet een goed droog nachthok aan vast zitten. In de winterperiode moeten we er op letten dat de vogels in de binnenvlucht water krijgen anders bevriest dit bij vorst. Het kweken met Catharinaparkieten in een buitenvolière gaat goed, mits er genoeg ruimte is kunnen er meerdere paren gehouden worden. Let er wel op dat tijdens de broedperiode er genoeg broedblokken in de volière hangen. Het nadeel van deze manier van broeden is dat de vogels zich zelf gaan koppelen aan een andere catharina en je ze niet kunt dwingen om bij een bepaalde kleur te gaan. KWEEK De catharinaparkiet is ongeveer na een zestal maand reeds broedrijp. Dit geld vooral voor de man. Voor de pop mag men op een leeftijd van een achttal maanden rekenen. Het is echter aan te bevelen pas na een jaar met deze vogels te beginnen kweken, daar ze dan de gelegenheid hebben om tot volle ontwikkeling te komen. Als nestkastje gebruikt men bij voorkeur een grasparketenkastje welke men opvult met houtkrullen of hennepvezel. Catharinaparkieten zijn zeer broedlustig. De pop legt een vijf tot zestal eieren om de dag welke voornamelijk door haar uitgebroed worden in een periode van 23 dagen. De man neemt de voeding van de pop voor zijn rekening en helpt slecht sporadisch bij het broeden. Men kan steeds zonder problemen nestcontrole uitvoeren. De kleintjes groeien vlug op en verlaten reeds na een zestal weken het nest. Na nog een paar weken zijn deze zelfstandig genoeg om de ouders te verlaten.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer april 2013
GESLACHTKENMERK Het opvallendste verschil tussen de sexen is dat over het algemeen bij het mannetje de staartuiteinden gans zwartgekleurd zijn. Bij de poppen is dit slechts een heel klein stukje zwart of ontbreekt het zwart zelfs. Ook de zwarte vlekken op de vleugels en op de stuit zijn groter en meer geaccentueerd bij de mannetjes. Over het algemeen genomen is de snavel ook wat zwaarder bij de man en is hij ook wat groter dan de poppen. Bij de ino de groen en ino turquoise mutaties is men verplicht de vogels te laten sexen door een dierenarts. Dit geld alleen als de pop ino is en de man split is voor ino. MUTATIES EN VERERVING De groen- en blauwserie vererft recessief autosomaal. Vb. Blauwe man * Groene pop split voor blauw geeft 50% blauw en 50% split voor blauw. De lutino en albino serie vererft geslachtsgebonden. Vb. Poppen kunnen niet split zijn voor lutino/albino. Beschikbare kleuren: GROEN SERIE: Groen Donkergroen (één donkerfactor) D Groen Olijf (twee donkerfactoren) DD Groen TUQUOISE SERIE: Blauw Turquoise Kobalt (één factor) D Turquoise Mauve (twee factoren) DD Turquoise INO IN DE GROEN SERIE : Naar gelang het aantal ingekweekte donkerfactoren loopt de kleur van de lutino vogels van lichtgeel tot donkergeel bij een dubbele factor. INO TURQUOISE SERIE: Deze vogels zijn zoals bij sommige andere soorten niet zuiver wit en worden daarom ook wel de Crème-ino vogels genoemd. Dit komt omdat er nog geen blauw is