Vogelkrant 40e jaargang nr. 6 November 2011
Aangesloten bij de N.B.v.V. te Bergen op Zoom
W17
Opgericht 24 oktober 1961
“Vogelliefhebbers Wieringermeer”
W17
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
Japanse Meeuw (Lonchura demestica)
Verspreiding: De Japanse meeuw komt in de natuur niet voor. Deze soort is gekweekt door Japanse en Chinese vogelliefhebbers uit verschillende lonchura’s.
Grootte: Ongeveer 11 tot 12 centimeter.
Geslachtsonderscheid: Er zijn geen uiterlijke waarneembare verschillen tussen beide geslachten. De mannetjes hebben een hoger stemgeluid dan de vrouwtjes.
Sociale eigenschappen: Deze zachtaardige vogeltjes kunnen het zowel met elkaar als met andere volièrebewoners uitstekend vinden. Ze zijn erg vredelievend en passen daarom ook niet bij al te brutale en vechtgrage vogels. Japanse meeuwtjes hebben een sociale instelling. Het houden van een klein groepje heeft de voorkeur boven het houden van een enkel koppel of een eenling.
Geschikte behuizing: Japanse meeuwtjes hebben een groot aanpassingsvermogen en kunnen in een buiten- of kamervolière gehouden worden, maar ze doen het ook heel goed in een (broed-) kooi. Beplanting is niet nodig.
Omgevingstemperatuur: Japanse meeuwtjes zijn geharde vogels. Ze kunnen buitenshuis overwinteren, mits ze hun toevlucht kunnen nemen tot een slaapnestje in een tocht-, vorst- en vochtvrij nachthok.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
Voedsel: Een goed gemengd zaad voor tropische vogels, aangevuld met trosgierst, kleine beetjes eivoer en groenvoer (onkruiden), vormt een uitstekend menu voor deze populaire prachtvinken. Grit en scherpe maagkiezel moeten altijd aanwezig zijn, zodat de dieren er naar behoefte van kunnen opnemen.
Activiteiten: Japanse meeuwtjes zij gematigd actief en maken gebruik van alle lagen van de volière. Ze nemen graag een bad. U kunt hiervoor een aardewerken schaal op een verhoging of op de bodem van de volière zetten. Haal de schaal na een aantal uren weg om te voorkomen dat de vogels van het inmiddels vervulde water drinken. De nacht brengen ze door in een slaapnestje, waarvan er verschillende aanwezig moeten zijn, vooral in het nachthok.
Kweek: In tegenstelling tot veel andere prachtvinken plant deze soort zich probleemloos voort in kweekkooien. Zet bij voorkeur slechts een koppel in een kweekkooi, omdat de dieren vaak bij elkaar in het nest kruipen; van een vlot verlopende kweek is dan geen sprake meer. Het nest wordt gemaakt in een gesloten of halfopen nestkastje, en hiervoor worden materialen zoals hooi en kokosvezel gebruikt. Japanse meeuwtjes leggen 5 tot 7 witte eitjes, die door beide ouders bebroed worden. Na ongeveer 14 dagen broeden, komen de jongen uit het ei. Ze worden door beide ouderdieren gevoerd. Rond een leeftijd van vier weken vliegen ze uit, maar ze kunnen dan nog niet goed voor zichzelf zorgen. Ze worden dan nog ongeveer twee weken door beide ouders gevoerd en begeleid. Als de jongen zes weken oud zijn, kunnen ze apart gezet worden. Dit is zelfs aan te bevelen, omdat het vrouwtje tegen die tijd vaak weer op nieuwe eitjes zit te broeden en de jongen de neiging hebben het ouderlijke nest steeds weer op te zoeken. Een goed kweekstel kan probleemloos meerdere legsel per jaar grootbrengen.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
Mutaties: Er zijn veel verschillende kleurmutaties bekend van deze vogel- soort. Ze kunnen grofweg verdeeld worden in drie groepen: dieren met en zonder buiktekening en dieren met tekeningen. De vogels met buiktekeningen komen voor in onder meer mokkabruin, donkerbruin, grijs en roodbruin. Dieren zonder buiktekeningen zien we ondermeer in de kleurslagen roodbruinpastel, mokkapastel, crèmevleugel, crème en wit. Er zijn ook albino’s, witte vogels met rode ogen. De getekende dieren komen voor in verschillende tekeningen, zoals met en zonder kap, en met oogtekeningen. Ook deze komen voor in diverse kleuren. Er zijn daarnaast ook mutaties vastgelegd die niet de kleur, maar wel de groei van veren beïnvloeden, zoals de verfriseerde (krulvederige) en de gekuifde Japanse meeuwtjes. ‘Gewone’ Japanse meeuwtjes zijn in vrijwel iedere dierenspeciaalzaak te koop, maar voor bijzonder mooi getekende dieren of gefriseerde en gekuifde Japanse meeuwtjes kunt u beter contact opnemen met een erkende fokker.
Bijzonderheden: Japanse meeuwtjes staan bekend om hun pleegouderkwaliteiten, wat inhoudt dat ze doorgaans uitstekend zorgen voor eitjes en/ of jongen van de andere vogels (prachtvinken) als die bij ze in het nest worden gelegd.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Deze houding vinden we terug bij de nonnen en de rietvinken. Al deze fouten zijn erfelijk en bij de selectie moet men hiermee rekening houden.
HOUDING, VORM EN FORMAAT IN DE PRAKTIJK. Op het keurbriefje van de Japanse Meeuw zijn houding, vorm en formaat zeer belangrijk; 30 tot 50% van punten worden hieraan toegekend. Belangrijk genoeg dus op hier even bij stil te staan. Op onderstaande afbeeldingen zijn de meest voorkomende fouten weergegeven. Met het ideaalbeeld voor ogen moet het voor ons een koud kunstje zijn deze te ontdekken.
1. Te lange snavel. Dit komt vaak voor bij langbevederde vogels. 2. Bult in de nek. 3. Opgerichte staart. 4. Te zware borst. Dit kan te wijten zijn aan de voeding maar meestal is dit erfelijk bepaalt. Te zware vogels hebben de neiging op de stok te liggen te staan.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
1. 2. 3. 4. 5.
Afgeplatte kop. Ingevallen nek. Afhangende staart. Afhangende vleugels. Te slanke borst.
Vaak zien we nog vogels met een te opgerichte houding (meer dan 35°). Deze houding vinden we terug bij de nonnen en de rietvinken. Al deze fouten zijn erfelijk en bij de selectie moet men hiermee rekening houden.
HOUDING, VORM EN FORMAAT IN DE PRAKTIJK. Op het keurbriefje van de Japanse Meeuw zijn houding, vorm en formaat zeer belangrijk; 30 tot 50% van punten worden hieraan toegekend. Belangrijk genoeg dus op hier even bij stil te staan. Op onderstaande afbeeldingen zijn de meest voorkomende fouten weergegeven. Met het ideaalbeeld voor ogen moet het voor ons een koud kunstje zijn deze te ontdekken.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
WAT IS EI VOER ?
Eivoer is een noodzakelijke aanvulling op het dagelijkse rantsoen van zaad etende vogels . Als u de vogels uitsluitend met zaad voert dan zullen zich ongetwijfeld problemen voordoen . De reden hiervan is dat zaden onvoldoende vitaminen , aminozuren en sporenelementen bevatten . Door bij te voeren met eivoer voorkomt u deze problemen en komen uw vogels in een goede conditie . Eivoer behoefte over het hele jaar genomen Afhankelijk van de periode zul je meer of minder eivoer moeten geven . Door het jaar zijn er namelijk drie belangrijke periodes , waar de vogels verschillende behoeftes hebben namelijk de kweek - , de rui - en de ruiperiode . Er is eigenlijk ook nog een vierde periode en dat is de tentoonstelling periode maar deze periode is eigenlijk belangrijk voor de liefhebbers van vogels die met kleurstof zijn opgevoerd . De kweek periode In de kweekperiode zowel ook in de voorbereiding voldoende eivoer geven . Afhankelijk van het aantal jongen in het nest gaat de hoeveelheid eivoer omhoog tot wel de helft van het dagelijkse rantsoen (zaad en eivoer). De oudervogels gebruiken hoofdzakelijk het eivoer om de jongen ermee te voeren . De afgezette jongen krijgen onbeperkt eivoer ter beschikking tot na de rui.
De rui periode Tijdens de rui is het aan te raden toch dagelijks eivoer te verstrekken ( natuurlijk niet zoveel als in de kweekperiode ) . In deze periode verwisselen de oudere vogels alle veren en pennen, en de jongen alleen hun veren . Dit is voorhun een zware en moeilijke tijd , gedurende deze periode hebben de vogels een grote behoefte aan vitaminen mineralen en aminozuren .Deze voedingsstoffen halen de vogels uit het eivoer .
De rust periode Tijdens deze periode is het toch raadzaam om de vogels om de andere dag een kleine hoeveelheid eivoer te verstrekken . Dit om de vitaminen mineralen en de aminozuren die in de zaadmengeling in onvoldoende mate aanwezig zijn aan te vullen .
De tentoonstellings periode Tijdens deze periode moeten de opgekooide vogels ook voorzien van eivoer om de nodige eventuele kleurstoffen en/of vitaminen mineralen en aminozuren te kunnen opnemen .
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Soorten eivoer Er zijn diverse soorten eivoer in de handel te weten voor de cultuur- kanarievogels en zowel voor tropen , parkieten en pappagaaien je zult dan ook wel waarom . De eivoeren in de handel zijn zowel in droge – als in vochtige vorm te koop , de kwaliteit van de drogevorm als de vochtige vorm even goed zijn .
De vochtige vorm Is meestal bevochtigd met vloeibare honing dit geeft een hogere voedingswaarde als ook een betere smaak ( zoet ) aan het eivoer De drogevorm
Deze kan men droog als vochtig verstrekken . Geeft men het eivoer droog aan de vogels dan wordt het meestal slecht opgenomen (veel geknoei) . Daarom wordt ook aan geraden om het eivoer rul te maken . Dit kan op verschillende manieren te weten met : -met enkele druppels water -met fruit ( geraspte appel ) en of groenten ( broccoli , boerenkool witlof en wat nog meer ) -Kiemzaad -Yoghurt -Een hard gekookt ei -Rusk en of cous
Op deze manier zal het eivoer ruller en wordt beter opgenomen
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
De Houtduif Beschrijving: Indeling: De familie der duiven wordt verdeeld in twee geslachten: Columba, vrij grote dieren met een brede, recht "afgesneden" staart en Streptopelia, slanke, kleine vogels met een lange staart waarvan de pennen naar het midden toe in lengte toenemen. De snavel is aan de basis bedekt niet een washuid en in het midden versmald. Alle duiven drinken door de snavel onder te dompelen en het water op te zuigen; een bij vogels ongewone drinkwijze. Eveneens kenmerkend bij duiven zijn de kirrende en koerende geluiden. Zowel het koeren als de bijbehorende bewegingen zijn typisch voor elke duivensoort en staan onderlinge kruisingen in de weg. De in Nederland voorkomende houtduif Coluniba palumbus is de grootste duif van West-Europa. Het lichaam meet 40-42 cm en de staart 11-15 cm. De vleugelspanwijdte bedraagt 75-80 cm. De basiskleur is blauwgrijs. De borst is paarsroze, de zijkanten van de nek zijn groenpurper, met een brede witte vlek, De snavel is geel met een roze basis onder de witte washuid. De ogen zijn geel en de poten paarsroze. Volwassen dieren hebben een witte nekvlekken De staart heeft aan de bovenzijde een brede zwarte dwarsband en aan de onderzijde een lichtgekleurde band. Op de bovenzijde van de middenvleugel verlopen terugbuigende vleugelstrepen. Dit komt verder bij geen enkele andere duif voor. De patronen van staart en vleugel zijn voor alle leeftijden karakteristiek. Jonge houtduiven kan men goed herkennen aan het ontbreken van de witte nekvlekken en het groene purperen veren aan zijkant van de nek. Ook aan de vleugels kan je ze herkennen, door het aantal pennen(de grote langwerpige vleugelveren)te tellen, die gewisseld zijn kan vaststellen, hoe oud de jonge duiven reeds zijn.
Voortbeweging: Snelle, krachtige en rechtlijnige vlucht met krachtige vleugelslagen. Ook: snel draaien, slipbewegingen, klapperen met de vleugels en duikbewegingen. Een gezonde houtduif kan een havik "eruit" vliegen. Vleugelgeklapper bij het verlaten van het territorium. Ook heftig klapperen en fladderen bij het landen en opstijgen. Bij het vliegen maken de vleugels een fluitend geluid, behalve bij jonge dieren. Na het landen gaat de staart eerst omhoog en dan omlaag. Dit duidt er op dat de vogel van plan is voorlopig op die plaats te blijven. De lichaamshouding op de grond is horizontaal, bij het lopen beweegt de kop mee.
Voedsel: Plantaardig materiaal, zoals groene bladeren, zaden (soms tot een grote variatie van tientallen soorten. De kroppen van een duif kunnen grote hoeveelheden zaad aangetroffen worden. Ik heb zelf al eens een krop leeg gemaakt en ik telde +/- 800 tarwekorrels in een krop. Plantaardig materiaal, zoals groene bladeren, zaden (soms tot 85%), bessen en knoppen. Het dieet wordt gedomineerd door een of twee soorten voedsel. Verder is er een grote variatie van tientallen soorten. De kroppen van +/- 900 in Nederland aangetroffen duiven werden onderzocht - van maart tot september - en deze bevatten 61% granen en 20% peulvruchten. In de krop wordt het voedsel voorverteerd. De dagelijkse voedselbehoefte ligt tussen de 80 en 90 gram. Het voedsel zoeken gebeurt vaak in groepen, volgens een bepaalde rangorde. Van de ondergeschikte vogels ligt de piksnelheid lager dan van de prominente. Het meeste voedsel wordt in de late middag opgenomen, 70% van 15.00 tot 18.00 uur. In het broedseizoen zijn er twee pieken in het voedsel zoek patroon: doffers meestal in de vroege morgen en de duivinnen meestal in de latere avond. Het foerageren vindt tot op 15-20 km van het nest plaats. Dit is in de wintermaanden anders dan vindt de foerage reeds vroeg in de morgen tot +/- 14.00 uur plaats.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
Voortplanting: Grote variatie in het broedseizoen, met verschillen tussen stads- en plattelandsduiven. De stadsvogels beginnen al in de tweede helft van februari, de overige half maart. Duivennesten bestaan uit een platform van takken, stro of vergelijkbare bouwmaterialen, aangedragen door de doffer en geordend door de duif. Het legsel omvat twee, soms drie eieren, die door beide ouders worden bebroed. De doffer broedt overdag, de duif ’s nachts. De broedtijd is ongeveer 2,5 weken. Duiven broeden meestal meerdere keren per jaar. De ouders voeren hun jongen met duivenmelk, een kaasachtige brij (zgn.duivenmelk), gevormd door de slijmhuid van de krop onder invloed van hetzelfde hormoon (prolactine) dat bij zoogdieren de zogaanmaak regelt. Bij het voederen steekt het jong de snavel in de snavelhoek van de ouder. Deze perst de kropinhoud direct in de snavel van het jong. In verband hiermee blijft de omgeving van de snavel van de jongen langer kaal dan de rest van het lichaam. Langzamerhand wordt de duivenmelk door vast voedsel vervangen. Het voeden van de jongen gebeurt in de eerste dagen om het uur. Na acht dagen gebeurt het ‘s ochtends en ’s avonds, om beurten door de ouders. Duiven koeren altijd bij de balts. Dit gaat gepaard met pronkende bewegingen.
Vijanden en bedreiging: Veel eieren gaan verloren, het merendeel door predatie, voornamelijk door Vlaamse gaaien, eksters, roeken, hermelijnen, kraaien en ratten. Ook veel jongen gaan verloren door predatie. Maar de belangrijkste doodsoorzaak van jongen is voedseltekort. Volwassen duiven worden geslagen en geconsumeerd door de havik.
BIOTOOP EN VELDVERZORGING Hier kunnen we kort over zijn: de houtduif is een dermate wilde vogel, dat deze zich niet laten "verleiden" door een leuk aangelegd biotoopje. Het is een vogel met voorliefde voor de combinatie bossen of bomenrijen met akkers. Afhankelijk van de gewassen die geteeld worden, en hoe smakelijker duiven die vinden, zal er een z.g.n. "trek" naar die plek ontstaan.
Voorkomen in Nederland In deze oktober komen er veel Noordelijke en Oostelijke vogels binnen. De aantallen kunnen oplopen tot 200.000. In April/Mei vertrekken deze weer
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
BEJAGING Opening jacht: Met ingang van de nieuwe FF-wet op 1 april 2002 is de jacht op houtduiven geopend vanaf 15 oktober tot en met 31 januari het jaar daarop. Er kan alleen bij schade of te verwachten schade het hele jaar door bejaagd worden, daar de houtduif, konijn zwarte kraai, kauw en de mol op de landelijke vrijstellingslijst zijn geplaatst.
Schade: Houtduiven kunnen veel schade aanrichten, in bijvoorbeeld gelegerd graan, erwten, de broccoliteelt, spruiten en witlofplanten. U moet dan als jager "aan de bak".De houtduif is Nederland vrijgesteld, omdat zij in het hele land belangrijke schade aanricht en mag dan ook buiten het jachtseizoen dat normaal geopend is vanaf 15 oktober tot 31 januari, geschoten worden om schade te beperken of te voorkomen. Elk jaar worden er 300.000 tot 400.000 vogels geschoten.
Voor de wildbeheereenheid zal in principe dan alleen met schadegevallen of ter voorkoming van schade, de houtduiven bejagen. En vanaf 15 oktober t/m 31 januari opening van het normale jachtseizoen (FF-wet) zal er begonnen worden met het bejagen van de houtduiven. Deze komen dan vaak in grote aantallen in het najaar als de massale trek naar het zuiden vanuit Scandinavië plaats vindt. Hierdoor kan er grote schade ontstaan aan pas ingezaaide wintertarwe, als zo'n paar duizend duiven op een pas ingezaaid perceel foerageren.
CULINAIR BELANG Duivensoep: Van oudsher verdwijnen er nogal wat houtduiven in de duivensoep. Dat is inderdaad een goed idee. De boutjes van de duif zijn in feite te klein om apart te braden. In de soep komen ze tot hun recht, zij "veroorzaken" bouillon en lekkere flinters vlees. Heel eigentijds en lekker is het om duivensoep te verrijken met verschillende soorten paddestoelen en verse tuinkruiden. Probeer daarvoor ook eens basilicum of koriander. En bij het opdienen een flink scheutje Madera toevoegen. Duivenborsten doen het perfect als biefstukjes. Even in een mengsel van hete olie en boter aanbraden in de hapjespan, en u hebt een bijzonder smakelijk stukje vlees op uw bord. Een gerecht met houtduif is af als u het combineert met verse doperwten, verse jonge peultjes of sugarsnaps.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Tentoonstelling Vogeltentoonstellingen worden door gehouden door plaatselijke verenigingen, districten of landelijke organisaties. Het is altijd leuk om eens bij een plaatselijke tentoonstelling te gaan kijken. De agenda voor deze tentoonstellingen is wel terug te vinden op de website van de Nederlandse bond van vogelliefhebbers. Er is er altijd wel een in de buurt te vinden. Alle vogels worden gekeurd door een door de vogelbond erkende keurmeester. Hij kent de vogels en de eisen waar deze aan moeten voldoen. De keurmeesters komen voor de tentoonstelling om de vogels te keuren en punten aan de vogels toe te kennen. De puntentoekenning ligt in principe altijd tussen de 83 en 93 punten. Als de vogel 83 punten krijgt is er wel iets duidelijk mee mis en met een score van 93 punten heb je een topvogel. De vogels met de meeste punten in hun categorie worden kampioen. En als je vogels houdt en kweekt is het natuurlijk leuk om ze zelf een keer te laten zien op een tentoonstelling. De vogeltentoonstellingen worden altijd gehouden in de periode oktober t/m januari. Deze periode is het best geschikt omdat het kweekseizoen dan al geruime tijd voorbij is en de vogels de tijd hebben gehad om op kleur te komen. De voorbereiding Eind augustus zijn de vroege jongen al een heel eind door de jeugdrui heen, sommige tropen die al eind vorig jaar zijn geboren zijn zelfs al in topvorm. In september, het ligt er een beetje aan wanneer de tentoonstelling precies plaatsvindt wordt het tijd om de mooiste vogels uit te vangen en te laten wennen aan de showkooien. Het beste kun je ze eerst even in een kleinere kweekkooi of kistkooi zetten om ze te laten wennen aan een wat kleinere omgeving. Als ze daar een of twee weken aan gewend zijn kun je ze in trainingskooien plaatsen. Dat zijn ook gewone tentoonstellingskooien maar voordat je de vogels instuurt plaats je ze natuurlijk eerst nog even in een andere schone kooi. Aan de hand van de standaardeisen gaan we uitzoeken welke vogels het meest in de buurt komen wat betreft kleur, tekening, grootte en vorm. Doe dit bij voorkeur zelf en laat na enkele dagen een collega kweker er ook zijn mening over geven. Een andere kweker kijkt toch weer anders naar je vogels dan dat je zelf doet. Je kunt er alleen maar van leren. Na dit uitzoeken controleren we onze vogels in de hand op ongerechtigheden zoals gebroken vleugel en of staartpennen en eventueel op verborgen bontvorming in de donsbevedering. Vertonen vogels veel verborgen bont in het dons, sluit ze dan uit voor de wedstrijd. Een enkel bont donsveertje of zelfs een paar kunnen we kort voor de show verwijderen, dit alles om teleurstelling te vermijden. Daarna gaan we gebroken vleugel en of staartpennen
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer verwijderen, dit moet in dit stadium omdat die pennen zeker 6 weken nodig hebben om volledig terug te komen en uit te groeien. Nu is er wel iets waar we goed op moeten letten! Als we bij een vogel een vleugelpen van de rechtse vleugel moeten trekken omdat deze stuk is, dan moeten we dezelfde pen aan de linkse vleugel ook verwijderen, omdat de vogel vaak na een week zelf deze pen afstoot en ten tweede om de symmetrie van de vogel te waarborgen, getrokken pennen komen altijd iets langer terug. Bij staartpennen geldt hetzelfde. Dit trekken van pennen is een karweitje wat serieus moet gebeuren. Betreffende pen moet in de groeirichting met een kort rukje uitgenomen worden waarbij de eventuele vleugel goed ondersteund moet zijn. Bij twijfel laat men dit een ervaren kweker eens een keer voordoen. Contourbevedering die beschadigd is moeten we ook verwijderen, deze is echter wat sneller volgroeit dan pennen. Hierna controleren we ook meteen of de pootjes, nagels en snavel mooi glad, compleet en in het bijzonder nagels en snavelpunt niet te lang zijn. Te lange nagels korten we in met een nagelknipper of klein schaartje waarbij we de nagel tegen het licht houden om te kunnen zien waar het bloedvaatje zit en hier minimaal 3 mm vanaf blijven. Het snavel puntje alleen knippen als die echt veel te lang is, anders volstaan we met wat vijlen. Ruwe pootjes en snavel vetten we in met wat zalf of vaseline. Enkele keren herhalen geeft direct resultaat. De eerste dagen de vogel met rust laten, al dat gedoe heeft ze veel stress bezorgd en wat rust kan dan geen kwaad. Let bij alle en zeker de wat minder eenvoudige vogels speciaal op dat ze goed hun eten en het water kunnen vinden, een kleine kooi is toch heel wat anders dan een volière . U kunt deze dagen mooi benutten om uw showkooien weer tip top in orde te brengen, een kwastje verf doet wonderen! Onze tentoonstellingskooien dienen aan de buitenkant matzwart en aan de binnenkant helder wit doch niet glanzend te zijn. Er bestaat in de handel een 2 componenten verf, product wat zeer goed wit blijft en goed te reinigen is. Als we de vogels in tentoonstellingkooien plaatsen zetten we de kooien eerst met de voorkant tegen elkaar. De vogels kunnen elkaar zo nog zien, en blijven dan wat rustiger. Iedere dag zetten we de kooien wat verder van elkaar af, en na een week als ze gewend zijn aan de kooi zetten we deze zo dat ze elkaar wel kunnen horen maar niet zien. Dan moeten we als een goede coach de vogels gaan trainen. We moeten de vogels gaan wennen aan het gebeuren wat hen te wachten staat: de vogelshow. Enkele zaken waaraan een toekomstige tentoonstellingvogel moet wennen zijn: - Heen en weer lopen met de kooi met vogel - Lawaai en veel mensen om de kooi. Bijvoorbeeld kinderen en de hond meenemen in de ruimte - Vervoer van vogel in kooi onder een hoes. - Een mens wat zeer dicht met zijn gezicht bij de kooi komt en daarbij vaak ook nog met een stokje de vogel probeert in een goede houding te brengen wat keurmeesters ook doen. Al deze zaken moeten regelmatig met de vogels gedaan worden in aanloop naar de wedstrijd. Het voorkomt dat de vogels zich tijdens het inbrengen naar de show, de keuring en het verblijf op de show onnodig beschadigen door opvliegen vanwege schrikken. Ook zullen goed getrainde vogels veel minder stress ervaren dan vogels die daags voor de keuring in de kooi worden gestopt. Gedurende het verblijf in de wedstrijdkooi in de voorbereiding moet de vogel minimaal om de dag de kans krijgen om te baden of met lauw water besproeid worden. Hierna zal de vogel zich gaan poetsen en aldus zijn of haar verenpakje in topconditie brengen.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer Ook zullen we wat extra aandacht moeten geven aan de voeding, de ene vogel is de ander niet. Vogels die van nature wat aan de schrale kant zijn kunnen we net wat meer body geven door een wat rijker gevulde voerbak terwijl we vogels die de neiging hebben te vet te worden juist op een meer mager rantsoen zetten. Gouldamadines in tentoonstellingsvorm brengen door het geven van extra witzaad en bijv. kanaries in vorm houden door een arme onkruidmengeling te geven. Sommige kwekers laten hun vogels tijdens het opkooien toch ook wel eens een dag in een wat ruimer verblijf uitvliegen zodat ze in goede conditie blijven en om te voorkomen dat de vogels vervetten, Hierover verschillen de meningen bij veel kenners omdat de kans op beschadigen wel wat toeneemt, maar het welzijn van de vogels is ook belangrijk. Een dag voor het inbrengen nemen we de vogels nog een keer uit de kooi om pootjes en staart schoon te wassen met een beetje baby shampoo en water. Hierna nog een keer sproeien met lauwwarm water en de vogel is klaar voor de show. Ik weet dat er liefhebbers zijn die de gehele vogel wassen en zelfs met de meest uiteenlopende producten, gebeurd vaak met witte vogels. Als wij zo enkele weken met onze toekomstige winnaars bezig zijn geweest zal dit tijdens de keuring en de show resultaat opleveren. Een vogel die niet aan de eisen voldoet maak je met alle inspanningen geen kampioen, maar ieder weet hoe miniem het verschil soms is tussen een kampioenschap en net niet. En dat net niet is vaak te wijten aan te weinig aandacht van de liefhebber zelf voor zijn showvogels. Dat zal u toch zeker niet overkomen! Er zijn natuurlijk altijd de verhalen van vogels die zo uit de ren naar de tentoonstelling werden ingezonden en ook nog kampioen werden. Meestal komen deze verhalen uit het rijk der fabelen en is het wel waar dan heb je wel heel veel geluk nodig. En juist dat geluk moet je als serieuze kweker en deelnemer aan wedstrijden tot een minimum bepreken, een sportman moet ook trainen en inzet tonen en een beetje geluk is dan mooi meegenomen maar geen uitgangspunt.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
Struisvogel De struisvogel is een grote, imponerende loopvogel. Ze leven in groepen van een mannetje met een aantal vrouwtjes. Struisvogels zijn nieuwsgierig en sterk. Meestal zijn ze rustig maar als ze zichzelf of hun jongen willen verdedigen kan dat gevaarlijk zijn. Natuurlijk heeft u heel veel ruimte nodig om struisvogels te kunnen houden.
Struisvogels zijn loopvogels uit Afrika. Het zijn de grootste vogels ter wereld. Een mannelijke struisvogel kan meer dan twee meter hoog worden, de vrouwtjes blijven wat kleiner. Struisvogels hebben lange, sterke poten met twee tenen. Ze hebben een lange nek en een kleine kop. Hun lichaam is bedekt met veren, op de nek zit alleen dons. Struisvogels kunnen niet vliegen, maar wel hard lopen. Een struisvogel kan snelheden halen van zeventig kilometer per uur. Struisvogels die als huisdier worden gehouden hebben een groot buitenverblijf nodig, en een schuilplek. Een struisvogel in gevangenschap wordt ouder dan een struisvogel in de natuur. In gevangenschap kan een struisvogel tussen de dertig en zestig jaar oud worden. De struisvogel kent vier ondersoorten, die allemaal uit een ander deel van Afrika komen: de Noord-Afrikaanse, de Oost-Afrikaanse, de Zuid-Afrikaanse en de Somalische struisvogel. Ze verschillen licht van elkaar in kleur en grootte.
Van oorsprong kwam de struisvogel voor in Azië en Afrika, tegenwoordig zien we hem in het wild alleen nog in het zuiden van Afrika. Buiten het paarseizoen leven deze vogels in kleine groepjes, die gewoonlijk bestaan uit een haan en een aantal hennen. Tijdens het paarseizoen verzamelen deze groepjes zich tot een grote groep, die uit meer dan honderd dieren kan bestaan. Struisvogels kunnen ook in gevangenschap het beste in een groep gehouden worden. In elke groep ontstaat een rangorde waarbij meestal een dominerende haan (mannetje) en een hoofdhen (vrouwtje) de dienst uitmaken. Voor drie struisvogels is een buitenverblijf van 600 m² aan te raden. Voor elke volgende struisvogel heeft u 200 m² extra nodig. Met een stevige omheining van 1.60 tot 2 meter hoog zorgt u ervoor dat de struisvogels niet kunnen ontsnappen. Struisvogels kunnen bijna het gehele jaar door buiten blijven, maar hebben wel een beschut binnenverblijf nodig. Een geschikt schuilhok is tweeënhalf tot drie meter hoog en heeft een deur van minstens anderhalve meter breed. Als het vriest, kunt u de struisvogels enkele dagen binnen houden. De bodem in het binnenverblijf kan bedekt worden met bijvoorbeeld stro, houtsnippers of zand. Een betonnen ondergrond is te hard, de vogels kunnen dan problemen krijgen met hun poten. In het buitenverblijf moeten de struisvogels gelegenheid hebben om een stofbad te nemen in zand, u kunt het hele buitenverblijf met zand bedekken, maar ook gras is een geschikte ondergrond.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
Struisvogels jonger dan drie maanden hebben nog nauwelijks veren en moeten daarom binnen gehouden worden. Voor hen mag de ondergrond niet te koud zijn. U kunt dan bijvoorbeeld rubberen matten op de bodem leggen, of ervoor zorgen dat er een dikke laag stro of houtsnippers op de grond ligt. Kuikens moeten de eerste weken warm gehouden worden, bijvoorStruisvogels zijn over het algemeen niet agressief, maar als ze zich bedreigd voelen of hun kroost willen beschermen, kunnen ze zeer gevaarlijk zijn. Vooral tijdens het broedseizoen zal de haan zijn hen en de eieren beschermen. Als een struisvogel aanvalt, doet hij dit door te trappen. Hij kan alleen naar voren trappen en niet opzij of naar achteren. Een trap van een struisvogel kan een mens ernstig verwonden. Verder zijn struisvogels erg nieuwsgierig, ze onderzoeken voorwerpen door erin te pikken. Ze proberen bijvoorbeeld in sieraden en brillen te pikken. Deze sterke vogels kunnen niet zomaar gehanteerd worden. Als een struisvogel niks ziet, wordt hij meestal rustig. Daarom kan het handig of noodzakelijk zijn de ogen van de vogel af te dekken als u hem moet hanteren. U kunt dit doen door een losse mouw om uw arm te doen, de vogel bij zijn snavel te pakken en de mouw over zijn kop te schuiven. Hierna kunt u de struisvogel vastpakken. Blijf altijd alert, en pas op dat u niet geschopt wordt. Struisvogelvoer is te koop bij verschillende veevoederbedrijven. Een volwassen struisvogel eet twee tot drieënhalve kilogram voedsel per dag. Als u een kilo struisvogelkorrels voert, kunt u dat aanvullen met bijvoorbeeld groente, grasbrokken of haver. Jonge dieren kunt u voeren met speciale opfokkorrel en daarnaast wat fijngesneden groente of fruit. Een volwassen struisvogel dient twee maal per dag een aantal uur voer tot zijn beschikking te hebben. Vogels jonger dan vier maanden moeten de hele dag kunnen eten. Na vier maanden kunnen ze mee-eten met de volwassen dieren. De eerste levensdagen zal een struisvogel nog niet eten, hier begint hij pas na vier dagen mee. Een struisvogel moet leren om te eten, dit gaat het beste als een ouder dier in de buurt is en het voordoet. In principe kan een struisvogel langere tijd zonder water, maar toch is het zaak ervoor te zorgen dat de dieren altijd vers drinkwater hebben. U kunt een voer- en drinkbak buiten het verblijf plaatsen, met een traliehek ervoor. Zo kunnen de vogels wel bij het voer, maar er niet doorheen lopen. Struisvogels hebben kiezelsteentjes in hun maag nodig om het voedsel te verteren. Zorg er dus voor dat de vogels de beschikking hebben over maagkiezel. Struisvogels zijn in hun tweede of derde levensjaar geslachtsrijp. Een hen kan 35 jaar lang eieren leggen, en wel zestig tot tachtig eieren per jaar. Struisvogeleieren zijn ongeveer vijftien centimeter lang en wegen meer dan een kilo. Een struisvogelei is 24 keer zo groot als een kippenei. Een haan paart meestal met meerdere hennen, zij leggen hun eieren in hetzelfde nest. Dit nest is niet meer dan een kuil in het zand. Overdag broedt de dominante hen op de eieren en ’s nachts de haan. In ons klimaat lukt het de struisvogel vaak niet om op een natuurlijke wijze de eieren uit te broeden. Als u toch kuikens wilt, is het beter de eieren kunstmatig uit te laten broeden.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer
Het duurt minstens zes weken voordat de eieren uitkomen. Als de kuikens uit het ei komen, wegen ze ongeveer een kilo. Ze hebben dan nog geen veren, maar stekeltjes, de veren komen pas na enkele maanden. Al na drie dagen verlaten de kuikens het nest. Vanaf een leeftijd van zes maanden kunnen de vogels in de rui gaan, dan krijgen ze hun volwassen verenkleed. Vanaf deze leeftijd is ook te zien of een struisvogel een haan of een hen is. Hanen hebben zwarte veren, met wit aan de vleugels en de staart. Hennen zijn bruingrijs van kleur. Een zieke struisvogel kunt u vaak herkennen doordat hij zich afzondert van de groep. Vooral onder struisvogelkuikens is stress de belangrijkste doodsoorzaak. Ze kunnen gestrest raken van eenzaamheid en van een overdaad aan veranderingen in hun omgeving. Voor volwassen struisvogels kan verplaatsing naar een nieuw verblijf een oorzaak van stress zijn. Door stress kan de maag stil komen te liggen en kunnen de dieren sterven. Om dit te voorkomen, is het van belang om struisvogels altijd in groepjes te huisvesten en een dagelijkse routine na te leven. Een ander voorkomend probleem bij struisvogels is verstopping in het spijsverteringskanaal. Als u dit op tijd opmerkt, is het vaak door de dierenarts nog te verhelpen. Raadpleeg, als u twijfelt over de gezondheid van uw dieren, altijd de dierenarts. Struisvogels vereisen geen heel specifieke verzorging. Het zijn van nature sterke dieren die niet vaak ziek zijn. Een agressieve struisvogel kan gevaarlijk zijn en om daar veilig mee om te kunnen gaan, is enige ervaring nodig. Daarom is de struisvogel een dier dat niet door iedereen gemakkelijk als huisdier kan worden gehouden. Ook het fokken van struisvogels is voor beginners niet weggelegd. Het laten uitbroeden van de eieren en succesvol grootbrengen van de kuikens heeft namelijk nogal wat voeten in aarde. Struisvogels kunt u kopen bij een fokker. Let op dat de dieren actief en alert zijn en schone veren hebben. U kunt een volwassen struisvogel kopen vanaf ongeveer enkele honderden euro's. Voor een bedrag vanaf ongeveer 160 euro koopt u genoeg struisvogelkorrels voor één struisvogel voor een jaar. De prijs van het aanvullende voer is erg afhankelijk van wat u geeft. Verder moet u een omheind stuk land hebben met een schuilplek, houd er rekening mee dat ook dit kosten met zich meebrengt. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt. In het wild leven struisvogels samen met andere dieren. Ook in gevangenschap gaat dit vaak goed. In dierentuinen leven struisvogels vaak samen met grote grazers, of met andere loopvogels, zoals de emoe.