November 2015 59e jaargang nr. 9 ***************************************************************
Geachte leden, Hierbij willen wij jullie uitnodigen voor de bijeenkomst op donderdag 19 november 2015 in de zaal van de buurt- en speeltuinvereniging Selwerd, Elzenlaan 72 te Groningen. We beginnen om 19.30 uur. Programma: -
Opening.
-
Verslag van de bijeenkomst op 15 oktober 2015.
-
Mededelingen en ingekomen stukken.
-
Lezing door Ulrich Dosedal over Ariocarpussen en andere planten.
-
Pauze met plantenverloting. De planten worden geleverd door Dick Munniksma.
-
Vervolg van de lezing van Ulrich Dosedal.
-
Rondvraag.
-
Sluiting om 22.30 uur.
WEBSITE www.cactusclubgroningen.nl
Bestuurspraat Op mij rust de taak om deze bestuurspraat te vullen met wijze, vermakelijke, onzinnige en toch hopelijk enigszins lezenswaardige woorden. U zult ongetwijfeld weten dat ik een mammillaria-liefhebber ben. In dat kader heb ik een dikke maand geleden, samen met Anjo en Coby, de halfjaarlijkse bijeenkomst van de Duitse mammillaria-club bezocht. Hetzelfde verschijnsel als in Nederland doet zich daar ook voor, namelijk vergrijzing en daardoor steeds minder bezoekers bij zo’n bijeenkomst. Maar toch was het leuk om de andere liefhebbers weer eens te ontmoeten. Deze keer speelde bovendien een rol dat de bijeenkomst in Deggendorf was. Nu is dat niet zo belangrijk, maar wel belangrijk was dat Marlies Schauer, een goede cactusvriendin van zowel Anjo en Coby als van mij, daar woont en de bijeenkomst georganiseerd had. Dit was dus een mooie gelegenheid om de verre reis naar het zuidoosten van Duitsland te ondernemen en haar op te zoeken, want meestal komen we haar alleen in Mexico tegen . Omdat Deggendorf tegen de Tsjechische grens aan ligt, leek het ons bovendien de moeite waard om een paar dagen Tsjechië aan deze reis vast te koppelen. Na de cactusmeeting gingen we dan ook met zijn vieren naar Tsjechië om daar wat cactuskwekers te bezoeken. We hadden ons nergens vooraf aangemeld, dus het zou best kunnen dat we voor gesloten deuren kwamen. Via een mooie route door de bergen belandden we in Tsjechië en reden we richting Praag. De eerste kwekerij, van Pavel Hertus, noordelijk van Praag, was een beetje een teleurstelling. Want hier was eigenlijk maar weinig speciaal spul te koop. Het leek erop dat veel cactussen van grote Nederlandse kwekers afkomstig waren (hm, waren we daarvoor helemaal uit Nederland gekomen!). Dan maar wat potjes kopen, want daar was wel een leuke selectie van aanwezig. Het andere teleurstellende was dat de eigenaar van de naastgelegen kwekerij alles al in dozen gedaan had voor de winteropslag. Die kweker had op de ELK allerlei leuke plantjes in de aanbieding, maar helaas, nu dus niet. Op naar de volgende kweker, net ten oosten van Praag, dit was een tweede kwekerij van Pavel Hertus, waarvan we al gelezen hadden dat het vooral een verzameling was en dat er niet veel verkocht werd. Hier was helaas niemand aanwezig, maar we konden wel een blik in de kassen werpen en daaruit concludeerden we dat we beter door konden rijden. Dan maar naar Karel Rys, iemand die al heel veel jaren in het vak zit en die een enorme ario-verzameling heeft (googel maar eens op Karel Rys ariocarpus). Het was echt ongelooflijk om hier rond te kijken, wat een joekels van ario’s waren
hier te vinden! En wat een massa van die planten! Ook andere soorten cactussen, vooral de moeilijke soorten, waren hier aanwezig. We schaften allemaal wel een paar plantjes aan, en toen moesten we met spoed verder, want het begon al wat te schemeren en we moesten nog een overnachtingsplaats zoeken. We reden in de invallende duisternis naar de grote stad Plzen, en met de nodige moeite en in het donker vonden we in het centrum een hotel voor een vrij schappelijke prijs. Na in het hotel gegeten te hebben, gingen we naar bed om daarna de volgende dag nog een paar kwekers te bezoeken. Als eerste gingen we naar Hajek, iets noordelijk van Plzen. Hij had diverse kassen en het was duidelijk te zien dat hij moeilijke cactussen goed uit zaad op kon kweken. We kregen ook nog wat tips voor moeilijk kiembare soorten (zaden voorweken in zwavelzuur), en ik kreeg bijna brandwonden van de portemonnee die in mijn broekzak gloeide. We raakten aardig wat euro’s kwijt, want ja, lastige en nieuwe soorten zijn ook in Tsjechië niet meer goedkoop. Maar beter duur dan niet te krijgen. Aan het eind van ons bezoek mochten we nog in de kas rondkijken die driehoog een heel balkon overdekte. Hier keken we likkebaardend rond, want het echt speciale spul stond hier en hier werd vooral aan vermeerdering gedaan. Er stond bijkans een oerwoud aan Pereskiopsisonderstammen van wel 30 cm hoog, en boven in dit oerwoud zaten de entingen op de onderstammen. De geënte cactussen groeiden hier razendsnel en sproten enorm door de vanuit de forse onderstam omhoog gepompte energie. Zo moet je dus snel een cactus vermeerderen! Na dit ware genoegen reden we naar een andere Tsjech met speciaal spul, iets oostelijk van Plzen. De eigenaar sprak helaas geen Engels of Duits, en wij geen Tsjechisch, en daardoor wisten we niet of welke planten hij voor de verkoop had. Maar het rondkijken was al een belevenis op zich. Op een balkon en vol op het zuiden had hij een kas met volgens mij de grootste verzameling van Echinocactus horizonthalonius op deze wereld. Werkelijk enorm, met planten van allerlei verschillende locaties, en van klein tot groot. En het zag er bovendien perfect verzorgd uit. Naast het huis waren nog 3 andere grote kassen, met al even goed verzorgde planten. In een kas met veel grote astrophytums zag ik echter toch een paar wolluizen, dus helemaal vrij van ongedierte kon hij het toch ook niet houden. Deze man had zonder meer een zeer fraaie en uitmuntend verzorgde collectie van cactussen. Het werd voor ons tijd om terug te rijden naar Deggendorf in Duitsland. In een stadje niet al te ver van de grens moest nog een andere kweker zitten en met enige moeite vonden we hem. Het betrof een oude baas van in de tachtig, die er eerst niet zo happig op was om ons toe te laten, maar ik had de indruk dat hij het naderhand best leuk vond. Deze oude Tsjech was duidelijk aan het afbouwen, want een deel van zijn verzameling was al aan andere kwekers
verkocht. Toch kon ik het niet laten om nog een aantal pediocactussen te kopen. We bedankten hem voor het bezoek aan zijn verzameling en wat deze oude man toen zei, vond ik zeer frappant, maar niet minder waar. De meeste Tsjechen kweken namelijk cactussen om geld te verdienen. Hij zei: “Ik heb geen verzameling, een verzameling is voor rijke mensen”. Daar had hij helemaal gelijk in! Wat zijn wij rijk! Net voor de Duitse grens zijn we nog even bij een benzinepomp langs gegaan om de tank vol te gooien, want ja, benzine is in Tsjechië vet goedkoper dan in Duitsland. En ook al zijn die Hollanders rijk, ze ‘blieven zunig’. Wolter ten Hoeve.
Kijkje in de ario-kas van Karel Rys (foto van internet)
Een klein deel van de verzameling ario’s va Karel Rys (foto van internet)
De balkonkas van Hajek (foto van internet)
Verslag van de bijeenkomst op 15 oktober 2015
Met een flink aantal hamerslagen lukte het Dick om de andere 22 aanwezigen een beetje bij de les te krijgen (oud-onderwijzer hè!). De beoogde spreker, Ulrich Dosedal, was helaas niet op komen dagen, en dat lag niet aan onwil, maar aan onmacht, want een stevige keelontsteking hield hem aan zijn huis in Rhauderfehn gekluisterd. Gelukkig kon er op het laatste moment een invaller gevonden worden, en dat was onze eigen wereldreizigster Coby, die nog wel wat plaatjes op de plank had staan van een van haar vele reizen (lees: foto’s op de computer had staan). Omdat Uli niet kon komen, konden de bestelde KuaS-kalenders ook niet komen. Uli zou 3 exemplaren meenemen, maar die blijven nog even in Rhauderfehn liggen. Daarnaast zou Uli een nieuw echinocereus-boek meenemen, maar ook dat moet nog even wachten. Het is nu de bedoeling dat Uli zijn lezing in november gaat geven. Over het verslag van de vorige bijeenkomst zijn geen opmerkingen, behalve eentje van Wolter, die zei dat hij er weer eens stiekem een foutje in gestopt had (verassing in plaats van verrassing), en dat was ‘gelukkig’ niemand opgevallen. De ingekomen post bestaat uit het tijdschrift Succulenta. We hebben een nieuw bestuurslid nodig, want zoals Geeske al in haar bestuurspraat aankondigde: ze stopt er eind dit jaar mee. Gevreesd wordt dat de nieuwe bestuursverkiezing een hamerstuk zal worden, want nieuwe bestuursleden hebben zich nog niet bij bosjes aangemeld. Onze voorzitter is echter zeer bedreven in het hanteren van de hamer …… Anton deelde mee dat de TV-uitzending, waarin zijn vintage succulentenhuis centraal staat, op de 28e oktober uitgezonden zal worden. Vervolgens kon Coby aan haar reisverslag beginnen, en wel aan deel 1 van een reis door Zuid-Afrika (deel 2 had ze vorig jaar al gedaan). Deze keer ging het over dat deel van de reis dat van Kaapstad noordwaarts naar Sendelingsdrif ging. De eerste middag werd besteed aan de botanische tuinen van Kirstenbosch omdat van een deelnemer de koffer niet tegelijk met de passagier aangekomen was. De weg naar Kirstenbosch voerde langs een township met armoedige huisjes en langs een strand met diverse plantjes die in het zand groeiden. In Kirstenbosch werden diverse protea-soorten op de foto gezet, alsook oeroude bomen waar clivia’s onder groeiden, zowel geel- als oranjebloeiend. Op de rotsen waren o.a. roze- en witbloeiende mesembs, adromischus, tylecodon en ornithogallum te vinden. De reis ging daarna naar Clanwilliam, dat iets meer dan 200 km ten noorden van Kaapstad ligt. Oostelijk van dit stadje waren heuvels waar je gemakkelijk een paar uur door kon brengen, want er waren allerlei succulenten te vinden,
o.a. Aloe mitriformis die eerst rechtop groeit, maar bij het ouder worden gaat liggen. Op een helling groeide Aloe comosa, een aloë die een flinke stam vormt en wel rechtop blijft groeien. Een paar andere succulenten waren cotyledons (waarvan de bloemen hangen, dit in tegenstelling tot tylecodons waar de bloemen rechtop staan) en Quaqua namaquanum, een stapelia-achtige, uiterst succulente soort. Noordelijk van Clanwilliam ligt Vanrhynsdorp, en niet zo ver daarvandaan is de Knersvlakte met haar kwartsvelden waar Argyroderma bruynesii gevonden werd. De naam argyroderma is afgeleid van argyros = zilver, en derma = huid, en in het Afrikaans heten deze planten bababoudjies = babybilletjes. Enkele andere vetplanten die gefotografeerd werden waren Dactylopsis digitata (de Afrikaanse naam is vinger-en-duimpie), Mesembryanthemum crystallinum (het ijskruid), Crassula barkleyi, Conophytum vermiscidum, Sarcocaulon crassicaule en Crassula deceptor, een soort waarvan het in Nederland lastig is om de mooie vorm te behouden. Bijna 300 km ten noorden van Clanwilliam is het plaatsje Kamieskroon te vinden en dat was weer een mooi startpunt voor het verkennen van de ZuidAfrikaanse natuur. Hier werd de eerste Aloe dichotoma gefotografeerd. Vanuit Kamieskroon werd een stuk naar het oosten gereden. We zagen een matjieshuis (een eenvoudige hut met matten eroverheen) van de oorspronkelijke inwoners van Zuid-Afrika, de Hottentotten. Er werden weer allerlei succulenten gevonden, maar het eigenlijke doel van deze trip was een kokerbomenbos, een locatie waar redelijk wat Aloe dichotoma groeiden. Daarna ging het terug naar Kamieskroon met onderweg nog een watertje met heel veel nestjes van de wevervogel en op de weg een schildpad die door Coby in de berm gezet werd en daar zijn weg kon vervolgen (tja, als hij toch op weg was naar Kamieskroon, dan had je hem best een lift mogen geven ). Intussen hadden we de gebruikelijke pauze ook al weer achter de rug. Daarin waren de planten verloot die Wolter meegenomen had. Ten westen van Kamieskroon lag Hondeklipbaai, en bij dat kustplaatsje was het toerisme een beetje in ontwikkeling. Voor de kust waren kleine bootjes te zien die zand aan het zuigen waren in de hoop diamanten tussen het zand aan te treffen. Hier in de buurt was ook het Namakwa Nasionale Park en daar groeide o.a. Haworthia arachnoidea subsp. namaquensis en Crassula pyramidalis. De reis ging verder naar Springbok met onderweg een bordje met daarop ‘historic prison’, d.w.z. de gevangenen werden ergens in de bush gedumpt en moesten zich maar zien te redden. Dichtbij Springbok was het Goegap natuurreservaat te vinden, ook weer met mooie succulenten. Tussen Springbok en Steinkopf vonden Anjo en Coby het
klapstuk van de middag, een Anacampsero alstonii var. alba, met alle bloempjes geopend. Het noordelijkste punt van de reis was Sendelingsdrif, dat aan de Oranjerivier ligt die de grens met Namibia vormt. Hier kon je mooie huisjes huren, maar etenswaren waren er niet te koop, die moest je uit Springbok meenemen. Een wandeltocht naar een berg in de omgeving van Sendelingsdrif leverde Ceraria namaquensis, Crassula alstonii, Larryleachia cactiformis en Crassula perfoliata op. Ook in de omgeving van Sendelingsdrif ligt Eksteenfontein, een ietwat triest dorp waar geen mens te zien was op straat. Wel te zien in die omgeving was Aloe pillansii, een stuk of 15 exemplaren op een heuvel, en dat was het doel van dit uitstapje. Toen ging het terug naar Sendelingsdrif, waarna Coby de lezing beëindigde met een blik op de Oranjerivier. De aanwezigen beloonden Coby met een welgemeend applaus. Er werden nog wat vragen gesteld, o.a. waarom we geen lithopsen te zien kregen. Die komen wel voor in het bereisde gebied, maar ze zijn bijna niet te vinden als ze niet in bloei staan. Bij de rondvraag vroeg Dick om ideeën voor het programma van volgend jaar. De eerste wensen kwamen al naar voren: een lezing over euphorbia's, en een lezing van Peter van Dongen over Madagaskar. Dick raadt iedereen die een gaskachel in de kas heeft aan om deze te laten controleren en een CO-detector te plaatsen. Zijn gaskachel bleek namelijk veel te veel koolmonoxide te produceren. Daarna was het: wel thuis! Wolter ten Hoeve. PS: Bij het googelen naar matjieshuizen kwam ik tegen hoe er 100 jaar geleden over de Hottentotten geschreven werd. Het betreft de volgende tekst in het boek van F.Th. Schonken, De oorsprong der Kaapsch-Hollandsche volksoverleveringen (ed. D. Fuldauer). Swets & Zeitlinger, Amsterdam 1914. “De Hottentot is een vroolijke kwant, die opgeruimd en zonder zorgen van den eenen dag in den anderen leeft en zijn tijd met grappenmaken en luieren doorbrengt. Deze lichtzinnigheid heeft hem ten verderve gebracht. Daarbij is hij lichamelijk te zwak, om zich tegenover de Europeesche kultuur te handhaven; alleen bij vermenging krijgt zijn bloed meer weerstandsvermogen. Zijn ras verdwijnt in het niet, de volbloed Hottentot is in Kaapland reeds tot een zeldzaamheid geworden, doch de vruchten van zijn oorspronkelijken geest
zullen voor altijd in de gedachtenwereld van Zuid-Afrika blijven voortbestaan. Want vóór alles is hij begaafd met een buitengewoon rijke en sympathieke phantasie. Zijn geestesvoortbrengselen zijn ten deele reeds gemeengoed van den Hollandschen zoowel als van den Engelschen Afrikaner geworden.” Wolter ten Hoeve.
Activiteitenagenda 17 december
Jaarvergadering / lezing door afdelingslid.
UITNODIGING voor de trouwe lezer: kom eens langs bij de succulentenproatstamtafel deze bevindt zich in de oude rolkas gelegen te Zuidbroek adres: De Akkers 10 open alleen op afspraak; vrijdag of zaterdag dus even mailen of bellen 0622464630 of
[email protected]
Gerard
Bezoek op afspraak.