Vliegwiel
Vereen de Krachten!
Vliegwiel Vereen de krachten! De kracht van de veenkoloniën In elk mens zit een verlangen, een wens. We beginnen met wat de mensen in de veenkoloniën willen. Daarin ligt de activeringsenergie, de startmotor. In elk mens zit een bod: iedereen is ergens goed in, heeft iets, kan iets. Talent, kennis, vaardigheid of tijd (betaald of vrijwilliger), of ruimte (een leegstaande schuur, een dakvlak), of materiaal (gewas, speelgoed, afval). Dat is de bewegingsenergie waarop de motor loopt. De veenkoloniën vormt de gemeenschappelijke ruimte, het compascuum. Wij brengen wens in contact met aanbod, om het ontwikkelingsproces op gang te brengen. Wensen zijn de basis; wat ontbreekt is een mechanisme om de activeringsenergie over te zetten in bewegingsenergie. Wij introduceren het vliegwiel, dat de energie van die twee, nu nog losse elementen op elkaar overbrengt en versterkt. Dit is de democratie van de bottom; de top heeft een faciliterende rol. Geen grootse visies, geen hulpgelden, geen grote lokprojecten ‐ veenkoloniën, you're on your own. De kwaliteit van de veenkoloniën Turfstekers hebben de veenkoloniën gemaakt: op basis van een eenvoudig principe is een groots landschap ontstaan. Niet aan de hand van een landschapsontwerp, maar een mijnbouwbeginsel, gevolgd door agrarische kolonisatie. Het landschap is ruig en ruw, maar ook puur. Rechte lijnen, grote schaal, soms klein en gedetailleerd. Twee prototypen zijn hier vermengd: de lijnen van een vereenvoudigde en rechtgetrokken versie van de noordelijke lintdorpen, en de straten van een langgerekte dorpskern. Over schoonheid wordt getwist, maar karakteristiek is het zeker ‐ nergens ter wereld ligt een ruimtelijk netwerk van deze aard, maat en schaal. De opgave De opgave in de veenkoloniën is bekend. Het watersysteem is uit balans, water wordt weggepompt en weer opgehaald: slecht voor de kwaliteit. Het voorzieningenniveau en de huizenprijzen dalen, er is werkeloosheid. De landbouw moet zichzelf heruitvinden, anders omgaan met subsidies, met grondgebruik: aardappel anders. Kansen voor energie liggen open, onenigheid over de vorm en over het hoe. De oplossing zal vanuit de bevolking zelf moeten komen ‐ vier decennia oplossingen van buiten hebben niet gewerkt. De veenkoloniale bevolking neemt zelf het roer. Vliegwiel brengt de extra kracht die nodig is om de zelf gekozen weg te voorzien van energie. Zo wordt het traagheidsmoment overwonnen om lokale wensen te voorzien van inspiratie en om de potenties van de regio tot bloei te laten komen.
Vijf vliegwielen De formule: WILLEN X KUNNEN = DOEN. Vijf vliegwielen drijven de energie van willen en kunnen op, zodat wat gedaan wordt groter wordt dan wat zonder vliegwiel mogelijk zou zijn. Soms gaat het om bijeenbrengen van wens en bod, soms om wegnemen van belemmeringen en vertragingen, soms om een extra dot energie, soms om een helpende hand van boven waar 't beneden niet lukt. 1. Veenboek Het Veenboek brengt ‐ naar analogie met Facebook ‐ mensen bij elkaar, maar ook wens en aanbod: een digitale marktplaats van en voor de regio èn een datingsite voor gelukszoekers. Naast de materiële vraag staat het verlangen, naast het aanbod ook inzet en kunde. Geen marktplaats alleen, maar een regionale vindplaats ‐ vindt wat past bij je wens of je aanbod, maar ook gelijkgestemden, mogelijkheden voor samenwerking, of een bod dat een wens uitvindt die daarvoor niet bestond. Voor en door de regio vooral om te zorgen dat wat in de regio beschikbaar is door de buren kan worden gebruikt, en dat mensen elkaar vinden. 2. Kwartiermaker Vliegwiel is een strategie van (veel) kleine stappen. Daarbij hoort een bestuur dat dicht bij mensen staat, kleinschalig en per dorp georganiseerd. Hoe? Dat vullen dorpsbewoners zelf in. Laat de grotere overheden maar samengaan, gemeenten maar fuseren, als verantwoordelijkheden en financiële mogelijkheden maar gedelegeerd worden. De kleine schaal van wijk of dorp telt. Wij inspireren met de dorpscommissie, gekozen door het dorp, dorpelingen met een missie, actief in opstelling en open in communicatie. Centraal persoon hierin is de kwartiermaker, aangesteld door het dorp, actief om lokale ideeën te promoten, kennis en kunde aan te reiken en mensen te motiveren. De kwartiermaker is makelaar van ideeën en initiatieven, maar vooral ook motivator en inspirator. 3. Veenwet De veenwet is eenvoudig, en gebaseerd op het allerfundamenteelste concept van menselijk samenleven: alles mag, behalve wat anderen schaadt en in gevaar brengt. Dat heeft enige uitwerking nodig, maar het doel is evident: mogelijkheden creëren en belemmeringen wegnemen. Wij stellen een procesvoorwaarde voor zoals in de Wet Stad en Milieu: lukt het niet binnen bestaande regelgeving, dan is er de mogelijkheid om op basis van een omschreven kwaliteit en kwaliteitsborging ontheffing van de bestaande regels te krijgen. 4. Veenkrediet Gerichte ondernemerskredieten voor lokale en regionale ontwikkelingen. Dorpscommissies besteden het budget van de hogere overheden zelf. Greendeal: groene energiecorporaties maken gebruik van de greendealregeling (rijksoverheid). Corporatieve winsten gaan terug naar de gemeenschap (regiofonds) en worden aangewend voor regionale investeringen. Innovatie wordt mogelijke door een bundeling van lokale en duurzame partijen: Rabobank, Avebe, Kamer van Koophandel, Triodosbank. Zij verlenen microkredieten. 5. Ketensamenwerking Samenwerken, allianties aangaan, coöperaties, verenigingen: voor elk idee een samenwerkingsvorm. In de ketensamenwerking staat men op elkaars schouders, worden partners gezocht op basis van gelijkwaardigheid. Ketenverbanden zijn nodig om te kunnen inspelen op verandering. Nieuwe allianties ontstaan doordat wederzijds voordeel tijdig zichtbaar wordt. De voortgang kan op Veenboek door iedereen worden gevolgd en becommentarieerd. De lokale energiemaatschappij zorgt dat de energie uit
de regio ten goede komt aan de regio. De lokale MKB bedrijvencombi wordt gevormd vanuit een veenkoloniale aanbesteding. Lokale combinaties werken voor en door de regio. Elk individu creëert een eigen verhaal, samen geschiedenis schrijven. Voorwaarde voor duurzame ontwikkeling van de streek is dat inwoners zelf bepalen hoe zij wonen, werken en hun voorzieningen regelen. Vier verhalen geven vier voorbeelden van vliegwielen die krachten bundelen en onmogelijke geachte wensen mogelijk maken. Wij vergroenen, wij recreëren Vergroeningseisen komen centraal te staan in de landbouw, braakgelegen gronden worden ecologisch voorrangsgebied. Dit combineert goed met het vergroten van de waterbuffer. Toeristisch‐recreatieve routes vanuit de vaarnetwerken, maar ook fiets‐ en wandelroutes vanuit de Hondsrug en Westerholte geven de boer kans aan te sluiten bij een ontwikkeling voor de regio met geld uit het veenkrediet (bijvoorbeeld het regiofonds). Wij besturen, wij vieren De bestaande dorpsraden worden een informele organisatie die werkt als commissie ‐ naar eigen inzicht ingericht. Burgerinitiatieven worden gemeld, besproken en van advies voorzien. Middelen zijn een eigen dorpsbudget, het regiofonds en ondernemerskredieten. De kwartiermaker zorgt voor bundeling van middelen, ondersteuning en kennisoverdracht. De dorpscommissie creëert de eigen veendemocratie. De kwartiermaker brengt de democratie tot leven voor en dichtbij de mensen. Belangrijke keuzes kunnen worden gemaakt in een dorpsdag, waar het hele dorp stemt door handopsteking voor de aanleg van een speelplaats of het realiseren van starterswoningen. De dag mondt uit in een feest. Wij wonen, wij ontwikkelen De openbare ruimte (speelplaatsen, parkeren, groen) wordt ingericht: op basis van een design‐build‐ maintaincontract. De opdrachtgever is de straat, met basisrandvoorwaarden en kennis vanuit de kwartiermaker en de dorpscommissie. Opdrachtnemer is de lokale MKB bedrijvencombi met de stratenmaker en de wegenbouwer, aanbesteed via het Veenboek. Wij communiceren, wij ontwikkelen De uitvoering van Vliegwiel begint met een testfase. In gesprek met een pilotdorp en het samenwerkingsverband Agenda voor de Veenkoloniën (AVV) wordt bekeken hoe in het dorp een microdemocratie wordt opgezet, en hoe het geld en verantwoordelijkheden worden georganiseerd en gemandateerd. Dan wordt de kwartiermaker aangesteld. Vanuit de AVV wordt het Veenboek opgezet. Het begint eenvoudig, de eerste vorm van communicatie met de regio: het veenboek laat zien wat de mogelijkheden zijn en geeft de resultaten van de eerste uitvoeringsstappen. Het pilotdorp staat onder een loep, iedereen kijkt mee.
Zelfstandig met vereende krachten hogerop Het denken vanuit zelfbeschikking en de schaal van het dorp is gericht op zelfstandigheid: niet onafhankelijk van anderen, maar zo min mogelijk afhankelijk van buitenstaanders. Geen water meer uit het IJsselmeer, minder afhankelijk van subsidiestromen, geen grote plannen van buitenaf. Het gaat om zelfvoorziening, de vliegwielen jagen ontwikkeling voor en door bewoners aan. Lokale producten blijven in de buurt ‐ zowel voedsel, energie en water, als afvalverwerking. Niet elke wens wordt vervuld, maar vele wel ‐ vallen en opstaan, stap voor stap. Het comfort bestaat uit het zelf kunnen invullen van wensen voor ondernemen, wonen en leven. De eerste stap is de uitdaging, Vliegwiel het duwtje in de rug. Verbreding ontstaat omdat het succes van de één door de ander wordt overgenomen en verbeterd. Langzaam verandert de topografische kaart van de veenkoloniën, steeds meer nieuwe dingen, totdat iemand omkijkt, en zegt: het is anders dan vroeger. Het landschapsbeeld verandert, de structuur blijft, de schaal van grote lijnen van water, groen en wegen bepalen het raamwerk voor ruimtelijke kwaliteit. Dit raamwerk wordt versterkt door lokale waterberging, door de vergroeningsstrategie van de agrarische percelen, nieuwe teelten en door de ontwikkeling van recreatienetwerken. Het grondgebruik verandert van monochroom naar veelkleurig: meer diversiteit, meer verschillen in seizoenen en jaargangen. Dorpen maken eigen keuzen in voorzieningen en investeringen. Deze keuzen ontwikkelen de identiteitsverschillen en versterken de eigenheid op de lokale schaal. Dit is de ruimtelijke kwaliteit. Over schoonheid wordt getwist, maar het landschap blijft karakteristiek en vooral eigenhandig ontwikkelt.