De krachten gebundeld
Centrum Jeugd en Gezin Maasland biedt informatie, hulp en advies bij het opvoeden van kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar. Deskundige Informatie en Advies medewerkers zoeken samen met de klant naar heldere oplossingen en geven passende adviezen bij de meest uiteenlopende vragen. Voor een uitgebreid gesprek kunnen klanten terecht bij één van de spreekuurhouders. Centrum Jeugd en Gezin onderhoudt contacten met alle relevante hulpverlenende instanties en kan daar zo nodig naar doorverwijzen. Ook professionals kunnen bij Centrum Jeugd en Gezin terecht.
HOOFDSTUK 1 Van vrijblijvende naar blijvende samenwerking
5
HOOFDSTUK 2 Schakelen en makelen
13
HOOFDSTUK 3 Een ambitieuze agenda
23
Vanaf 2008 is er hard gewerkt aan de inrichting van Centrum Jeugd en Gezin. Niet alleen hebben we een mooi gebouw in het centrum van Oss, ook inhoudelijk mag het resultaat er zijn. Samen met de gemeente Oss en onze partners zijn we er in relatief korte tijd in geslaagd een toegankelijk centrum te realiseren waar jongeren, kinderen en hun ouders terecht kunnen voor advies, ondersteuning en hulp bij het opvoeden en opgroeien. Wij menen dat de tijd rijp is om u, als professional, eens deelgenoot te maken van de ontwikkelingen. Hoe kan dat beter dan door een aantal betrokkenen aan het woord te laten. Zij vertellen persoonlijk over de gemeenschappelijke inspanning die we hebben geleverd en waar die toe heeft geleid. We zijn er trots op dat we vanaf begin 2009 Centrum Jeugd en Gezin Maasland zijn. Dat wil immers zeggen dat ook de omliggende gemeenten de voordelen van onze werkwijze hebben gezien. Met als belangrijk resultaat dat er een samenhangend en eenduidig aanbod voor de regio ontstaat, dat lokaal zijn eigen invulling kent. Maar we zijn nog niet klaar. Onze ambities reiken verder en die delen we ook graag met u. Sander van den Berk, manager Centrum Jeugd en Gezin Maasland
3
Hanny van de Moosdijk is projectleider Jeugd- en onderwijsbeleid bij de gemeente Oss. Het Centrum Jeugd en Gezin staat, meent ze. Voor Hanny van de Moosdijk is daarom de tijd aangebroken om een volgend project ter hand te nemen. Een goed moment voor een terugblik.
Al in het beleidskader 2006-2010 legt de gemeente Oss de ambities met de Opvoedingswinkel vast. Inzet is die uit te laten groeien tot een Ouder-kind centrum, waar mensen terecht kunnen met al hun vragen over opgroeien en opvoeden. “Belangrijk verschil met de Opvoedingswinkel is dat de samenwerking in de nieuwe opzet niet vrijblijvend is. Dan is draagvlak heel belangrijk. Niet alleen politiek, om de benodigde middelen te krijgen, maar ook in het werkveld. Daarom is het beleid in samenspraak met de instellingen geformuleerd. Vervolgens is de samenwerking vastgelegd in een convenant, maar ook onderdeel gemaakt van de gemeentelijke subsidieregelingen. Daarmee was het dus niet de vraag of, maar hoe de samenwerkende partijen hun inbreng zouden realiseren. Onder invloed van de landelijke ontwikkelingen zijn we gaan spreken van een Centrum Jeugd en Gezin.”
Ligging goed gekozen Van een beleidsplan naar een operationeel Centrum Jeugd en Gezin is nog een hele stap. “Dat was inderdaad nog een hele klus. We hebben een werkgroep ingericht van actieve instellingen en daar ook mensen op persoonlijke titel voor gevraagd. De opdracht was heel duidelijk: een laagdrempelig loket inrichten waar je met iedere vraag over opvoeden en opgroeien terecht kunt -zowel de eenvoudige als de meer complexe-, voor de leeftijd van -9 maanden tot 23 jaar. Toen dat op hoofdlijnen stond is de uitvoering overgedragen aan Aanzet als opdrachtnemer. De gemeente heeft daarna een stapje terug gedaan. Essentieel is de laagdrempeligheid. Die wordt tot stand gebracht door veel activiteiten in het centrum te organiseren. Je schrijft je kind er in voor de peuterspeelzaal, haalt er folders, regelt er je kraamzorg, volgt er een cursus, haalt speelgoed bij de naastgelegen speel-o-theek, vraagt om advies of bezoekt het spreekuur van een van de samenwerkingspartners. De ligging in het stadscentrum is heel goed gekozen. Het moet net zo eenvoudig zijn als 6
een winkel binnenlopen. Dat zou met een pand aan de Raadhuislaan een stuk moeilijker zijn geworden.”
Bureaucratie vermijden Op de vraag of Centrum Jeugd en Gezin nu staat, geeft Hanny van de Moosdijk een volmondig ja. “Natuurlijk is er altijd verbetering mogelijk. Maar er zit ècht iets achter de voordeur. Alle functies zijn ingevuld, er is budget en minstens zo belangrijk, er is onderling vertrouwen en een goede samenwerking. Waar ouders en opvoeders eerst langs instellingen als Pantein, MEE, de Jeugdgezondheidszorg moesten, vinden ze dat nu allemaal op één plek. Dit is een complex werkveld en soms lastig samen te brengen. In Oss is dat gelukt, het lokale preventieve jeugdbeleid is hier georganiseerd. Ook hebben we goede afspraken en samenwerkingsrelaties met de geïndiceerde zorg. Daar ben ik wel trots op. Het feit dat de regiogemeenten in het Maasland in 2009 zijn aangehaakt, illustreert dat er iets goeds tot stand is gebracht. Daar ontstaan nu lokale satellieten, op maat van de omvang en de vraag. Efficiënt en transparant. Dat zijn sleutelwoorden, wat mij betreft. We moeten vooral de bureaucratie blijven vermijden.”
Overzicht activiteiten Informatie en advies Opvoedadvisering Consultatie Toeleiden naar hulp Coördineren van zorg Cohort onderzoeken GGD (onderzoeken schoolarts) Kinderwensspreekuur Sociaal medische indicaties voor kinderopvang Jeugd Sportfonds (sportstimuleringsmaatregel) Thema-avonden Inschrijven cursussen Gesprekken ten behoeve van de permanente commissie leerlingenzorg voor het speciaal basisonderwijs Spreekuur kinderdiëtiste Thuiszorg Pantein Signaleringsnetwerk 12- voor alle gemeenten Samenwerking met speel-o-theek
Laagdrempeligheid bewaken Nu het Centrum Jeugd en Gezin staat, maakt Hanny van de Moosdijk zich op voor een volgend project. Ook daar zal ze zich, zoals gebruikelijk, met de regie bezighouden, draagvlak zoeken en zich vooral niet met de details bemoeien. “Dat is een heel gebruikelijke werkwijze binnen het Osse Jeugd- en onderwijsbeleid. We willen zaken integraal vormgeven en de partners daar in een vroeg stadium bij betrekken. Er is immers een wederzijds belang. Centrum Jeugd en Gezin kan nu naar een reguliere beleidsmedewerker. Innoveren en operationaliseren, dat is mijn werk. Ik heb de mooiste baan die er is.” Gevraagd naar een laatste goede raad voor Centrum Jeugd en Gezin, zegt ze: “Bewaak die laagdrempeligheid heel goed. De toegang moet vooral geen extra schakel voor opvoeders worden, op weg naar hulp.” 7
Als coördinator van de Opvoedingswinkel, legde Sander van den Berk samen met zijn collega’s de basis voor het huidige Centrum Jeugd en Gezin. Inmiddels is hij manager Jeugd bij Aanzet. Zijn verantwoordelijkheid is nu de lokale jeugdhulpverlening in het Maasland. Daar maken onder meer Centrum Jeugd en Gezin, Jeugd Preventie Werk en Schoolmaatschappelijk Werk deel van uit.
Terugkijkend naar de start van Centrum Jeugd en Gezin, zegt hij: “Toen het ministerie in augustus 2007 met de Centra voor Jeugd en Gezin kwam, lag hier al een beleidsnotitie voor een doorstart van de Opvoedingswinkel. Daarin was onder meer een uitbreiding naar 12 tot 23 jarigen voorzien. Maar de nadruk lag op een stevige samenwerking tussen de verschillende instellingen die actief zijn in het preventieve veld. Die ontwikkeling tot meer samenwerking was al ingezet met de Opvoedingswinkel. Die vormde dus een logisch vertrekpunt voor de verdere uitwerking tot een Centrum Jeugd en Gezin. De één-loketgedachte moest in deze nieuwe organisatie gestalte krijgen voor het totale preventieve jeugdbeleid. Zodat ouders, kinderen, jongeren en professionals er snel en gemakkelijk terecht kunnen met hun vragen. Mocht blijken dat het aanbod hiaten vertoont, kan dat hier ook worden gesignaleerd en opgepakt.”
Eén gezin: één plan Uitgangspunt voor de inrichting van Centrum Jeugd en Gezin vormden de vijf gemeentelijke functies. Die moeten binnen het centrum gestalte krijgen op een laagdrempelige, toegankelijke manier. “Dat is inmiddels gelukt. Dat hebben we gedaan door eerst het bestaande aanbod op een logische manier te verbinden. We wilden vooral gebruiken wat er al was. Dat kan alleen als de betrokken samenwerkingspartners medeverantwoordelijk zijn. Dat is hier het geval. Daardoor kun je het echt over de inhoud hebben. Dat maakt het bovendien mogelijk te verbreden, om in te vullen wat er verder nog nodig is. Zodat klanten ook echt worden geholpen en niet weer doorgestuurd naar een volgend loket. Dat vereist dat Centrum Jeugd en Gezin in een vroeg stadium betrokken raakt, daadwerkelijk regie voert en de onderling afstemming goed regelt. Dan hoeft het verhaal maar één keer te worden verteld en mondt het uit in de gewenste aanpak: één gezin: één plan. De intake 8
is daarom gestandaardiseerd. We maken allemaal gebruik van hetzelfde formulier. Ook in geval van een doorverwijzing. Daaruit spreekt het onderlinge vertrouwen. De samenwerking met Bureau Jeugdzorg en Oosterpoort, de instelling voor jeugdzorg, is dan ook uitstekend. Dat blijkt onder meer uit de pilot met Oosterpoort waarin we meer lokaal aanbod invullen zonder indicatie. Die trend zie je landelijk ook en heeft hier al geresulteerd in een concreet aanbod van kortdurende ambulante hulp. Die voorziet in 10 contacten en is snel inzetbaar. Zwaardere hulp en langdurige trajecten worden daarmee voorkomen.”
Outreachend Centrum Jeugd en Gezin heeft het aanbod inmiddels verder uitgebreid. “Met name met outreachende activiteiten. Dat past bij de filosofie om zo snel mogelijk daadwerkelijke hulp te bieden. Dat gebeurt hier op locatie met concreet pedagogisch advies. Dat gaat niet verder dan nodig. Geredeneerd vanuit de vraag en passend bij de klant. Maar daar bereik je niet iedereen mee. Vandaar dat de Jeugd Preventie Werkers vanuit het Centrum Jeugd en Gezin werken. En dat we gezinscoaches en de gezinscontactpersoon, de laatste voor met name allochtone gezinnen, bij gezinnen thuis inzetten. Die richten zich op de groep die de vraag moeilijker stelt. Het gaat daarbij om een integrale aanpak van de problemen en waar nodig de toeleiding naar hulp. We werken zonder wachtlijst. Ik hoor het vandaag en ga er morgen naar toe.”
Vijf gemeentelijke functies • • • • •
Informatie en advies Signalering Licht pedagogische advisering Toeleiden naar hulp Coördinatie zorg
Compliment Dat de regiogemeenten zijn aangehaakt, waardoor er nu sprake is van Centrum Jeugd en Gezin Maasland, beschouwt Sander van den Berk als een compliment. “We vertalen de bestaande structuur naar de omliggende gemeenten. Daar zijn alle organisaties afzonderlijk actief. Ook daar brengen we verbinding tot stand tussen het bestaande aanbod. Dit betekent concreet dat we naar de klanten toe gaan. Dit wordt uitgevoerd als Centrum Jeugd en Gezin door de GGD, de thuiszorg, de Jeugd Preventie Werkers, de Schoolmaatschappelijk Werkers en de spreekuurhouders. Onder meer door de bestaande spreekuren te verbreden. Zo krijgen we bovendien ogen en oren op locatie. Dat stelt ons in staat te signaleren en passend aanbod te ontwikkelen. Het is eigen aan deze regio zoveel mogelijk op dezelfde manier te willen regelen. Dat geeft ook duidelijkheid aan de klanten. Het is nu vooral zaak het goed te blijven doen. De puzzelstukken zijn op hun plaats gevallen. Nu moeten we van een plat vlak bij wijze van spreken doorgroeien naar een driedimensionaal model.”
9
“Het Centrum Jeugd en Gezin, dat zijn we samen”, zegt Dorenda van Asseldonk, manager Jeugdgezondheidszorg voor het Maasland bij Thuiszorg Pantein. Eén van de ketenpartners binnen Centrum Jeugd en Gezin. Pantein biedt thuiszorg, verpleging en verzorging. “Onze diensten zijn voor vanaf – 9 maanden tot 100 jaar: het consultatiebureau, kraamhulp, de verpleegkundige aan huis, de huishoudelijke hulp, de diëtist, of voor de thuiszorgwinkel. In relatie tot Centrum Jeugd en Gezin is met name de jeugdgezondheidszorg tot 4 jaar relevant.”
Dorenda van Asseldonk maakt sinds drie jaar deel uit van de Stuurgroep. Daarmee stond ze aan de wieg van het Centrum Jeugd en Gezin. “Oss heeft een eigen gezicht gegeven aan Centrum Jeugd en Gezin. Dat komt onder meer omdat hier deze ontwikkeling al gaande was, voor de landelijke overheid die initieerde. Het hoort ook wel bij Oss. De gemeente neemt hier heel doordacht de regie in handen, heeft een duidelijke visie en levert de benodigde middelen. De invulling vindt plaats in samenspraak met de professionals uit het veld. Zo worden de verschillende deskundigheden goed benut.”
Noodzaak tot samenwerken “Centrum Jeugd en Gezin betekent echt een omslag. Voorheen moesten ouders, opvoeders en professionals een weg zoeken langs diverse voordeuren. Met als risico van het kastje naar de muur te worden gestuurd. Met de komst van het centrum is daar een einde aan gekomen. Samen geven we antwoord op de vraag van een klant over de leeftijdsgroep van 0 tot 23 jaar. Het antwoord is op één plek te vinden. En kan het daar niet geboden worden, bijvoorbeeld omdat geïndiceerde zorg nodig is, word je van hieruit doorverwezen. Die duidelijkheid en toegankelijkheid zijn een enorme winst.” Maar de samenwerking heeft nog meer voordelen, meent Dorenda. “De noodzaak tot samenwerken wordt veel nadrukkelijker gevoeld. Het uitgangspunt één kind: één plan wordt breed gedragen. Bovendien zijn we nu veel beter op de hoogte van elkaars aanbod. We kunnen dubbelingen vermijden en veel beter gebruik van de knowhow die er al is. Dat werkt een stuk efficiënter.”
Aandeel Thuiszorg Pantein De bijdrage van Thuiszorg Pantein aan Centrum Jeugd en Gezin is substantieel. “We leveren twee spreekuurhouders. Op dit spreekuur wor10
den mensen met vragen ingepland die wat meer aandacht behoeven. Er is ruimte voor drie gesprekken per klant. Op diverse locaties, variërend van Horizonscholen en peuterspeelzalen tot kinderdagverblijven houden we, onder de vlag van het centrum, inloopspreekuren. We organiseren cursussen en thema-avonden rond opvoedingsgerelateerde vragen en verzorgen Stevig Ouderschap. Dat is een landelijk programma dat wij lokaal aanbieden om ouders al in een vroeg stadium individueel te ondersteunen, zodat we later problemen kunnen voorkomen. Als we hier meer problemen signaleren, brengen we het gezin in het zogenoemde casuïstiekoverleg. Daar bekijken we gezamenlijk welk aanbod van de verschillende partners uitkomst kan bieden. Zo kunnen wij op grond van zo’n doorverwijzing kortdurende video hometraining leveren. Maar ook de diëtist of de verpleegkundige jeugdgezondheidszorg inschakelen in de thuissituatie of de cursus ‘Peuter in zicht’ aanbieden.”
Samenstelling stuurgroep GGD Hart van Brabant Thuiszorg Pantein Vivaan Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Maasland MEE Noord Oost Brabant Bureau Jeugdzorg GGZ Noord Oost Brabant Aanzet Gemeente Oss
Overzicht ketenpartners GGD Hart van Brabant Thuiszorg Pantein Vivaan Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Maasland MEE Noord Oost Brabant Bureau Jeugdzorg GGZ Noord Oost Brabant Aanzet Oosterpoort
Belangrijke vindplaats De opzet is om preventief te werken. “Dat wil zeggen in een vroeg stadium laagdrempelige hulp bieden, zodat zwaardere, geïndiceerde hulp voorkomen kan worden. Hoe bekender het wordt, hoe beter. Mensen moeten hier met de meest eenvoudige vragen terecht kunnen, maar ook als er wat meer aan de hand is. Daarnaast is signalering essentieel. Via de consultatiebureaus zien onze medewerkers 99% van de kinderen van 0 tot 4 jaar. Dat is een belangrijke vindplaats. Ik vind het wel jammer dat de combinatie met de consultatiebureaus niet is gemaakt. Volgens mij had het nog beter gekund als Centrum Jeugd en Gezin en het consultatiebureau onder hetzelfde dak zaten.” 11
De medewerkers Informatie en Advies geven inhoud aan het kloppend hart van Centrum Jeugd en Gezin. Aan de balie, de telefoon of via het internet zijn zij het eerste aanspreekpunt voor de klant. Aan hen de taak om ervoor te zorgen dat de klant antwoord krijgt op de vraag. Dat kan op allerlei manieren, legt Informatie en Advies medewerker Marga Sieben uit.
“Of een klant zijn vraag stelt aan de balie, de telefoon of via het internet, het is altijd de Informatie en Advies medewerker die ermee aan de slag gaat. Met als doel een advies op maat. De klant is hier koning. Wij staan bij wijze van spreken naast de klant en helpen hem bij het vinden van een antwoord. Dat kan door zelf een kort gesprek te hebben en bijvoorbeeld folders, boeken of artikelen over een onderwerp aan te reiken. Dat vereist een breed en actueel informatiecentrum. Dat onderhouden wij ook. Tegelijk ben je regisseur van de klantvraag. Want als je constateert dat de vraag verder reikt, zorg je ervoor dat die op de juiste plek terecht komt.”
Spreekuur zonder wachtlijst “Is de opvoedingsvraag duidelijk, maar laat die zich niet beantwoorden in een kort gesprek met de Informatie en Advies medewerker, dan maken we een afspraak in het spreekuur. De spreekuurhouder heeft de ruimte om in een tot drie gesprekken nader op de vraag in te gaan. Stel, er komt een ouder met een peuter met slaapproblemen. Als dat in een pril stadium is, kun je die ouder heel goed vooruit helpen met informatiemateriaal in combinatie met concrete tips en adviezen. Maar heeft iemand al van alles geprobeerd, zonder het gewenste resultaat, dan is er meestal meer nodig. In zo’n geval kan een spreekuur uitkomst bieden. Dan kun je als ouder wat uitgebreider spreken met een deskundige. De spreekuren kennen geen wachtlijsten. Binnen twee weken zit je aan tafel met een spreekuurhouder.” 14
Inventarisatiegesprek verheldert vraag Niet alle vragen zijn zo eenduidig dat de Informatie en Advies medewerker of een spreekuurhouder meteen een advies op maat kan verzorgen. “Om de vraag van een advies op maat te voorzien, moet je de vraag helder krijgen. Dat is niet altijd meteen het geval. Vandaar dat wij een zogenoemd inventarisatiegesprek kennen. Soms heb je aan een inventarisatiegesprek van een uur genoeg om die duidelijkheid te krijgen. Het verslag van dit gesprek, mits ouders daarmee instemmen, gaat vervolgens naar het casuïstiekoverleg. Daar wordt door de verschillende deskundigen het beste aanbod geformuleerd. Dan kan er ook sprake zijn van een doorverwijzing naar geïndiceerde hulp.”
Consultatiefunctie De vragen waar de Informatie en Advies medewerker mee te maken krijgt, zijn veelzijdig en zeer uiteenlopend. “Die variëren van het geven van borstvoeding en het gebruik van alcohol tot de manier waarop je kinderen inlicht over een scheiding. Eigenlijk alles wat betrekking heeft op het opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren tot 23 jaar. Die jongeren doen ook zelfstandig steeds meer een beroep op Centrum Jeugd en Gezin. Bovendien krijgen we veel vragen en casussen voor-
Cijfers Aantal contacten Centrum Jeugd en Gezin 2008
1210
Aantal contacten Centrum Jeugd en Gezin 2009
1444
Overzicht cursusaanbod schooljaar 2009-2010 In samenwerking met: Aanzet, Internationaal Vrouwen Centrum, MEE, Stichting Oosterpoort, Thuiszorg Pantein, Vivaan, Vrouwenschool.
Prenatale voorlichting: Zwangerschapscursus zonder partner/zwangerschapscursus met partner Als je voor het eerst een baby krijgt Borstvoedingsavond
0-4 jaar
gelegd van andere professionals. Deze consultatiefunctie van Centrum Jeugd en Gezin voor bijvoorbeeld docenten en collega’s van andere instellingen, ligt voor de hand. Wij beschikken hier immers over heel veel informatie en kennen de sociale kaart goed.”
Alert op signalen Belangrijk voor een Informatie en Advies medewerker is volgens Marga de signaalfunctie. “In Centrum Jeugd en Gezin is het bestaande aanbod samengebracht. Dat geldt voor de deskundigheid van de verschillende samenwerkende partners, maar bijvoorbeeld ook voor het cursusaanbod. Daarnaast signaleren wij ook trends, ontwikkelingen en vragen in de samenleving waar nog geen aanbod voor bestaat. Daar moeten wij alert op blijven. Zodat het door een van de partners kan worden opgepakt. ‘Dit is de vraag, wie gaat het doen?’ Dat is bijvoorbeeld gebeurd toen bleek dat er nogal wat tienermoeders een beroep op ons deden. Daar is door een van de partners aanbod op ontwikkeld dat hier wordt aangeboden. Dat moeten we vooral niet zelf willen doen. Wij moeten heel praktisch en vraaggericht blijven werken en voor de klant als makelaar optreden naar het bestaande aanbod. Vergelijk het met de aanschaf van een spijkerbroek. Zo eenvoudig moet het zijn om hier met een vraag voor informatie of advies binnen te lopen.”
Bijeenkomsten voor ouders van baby’s Peuter in zicht Kort durende video hometraining Opstapje EHBO bij kinderen voor ouders EHBO bij kinderen voor moeders
0-12 jaar Opvoeden in beeld Seksuele opvoeding van kinderen Spelenderwijs Positief opvoeden
4-12 jaar KIES (Kinderen In Echtscheiding Situaties) Ouderschap na echtscheiding Ouderschap in samengestelde gezinnen Opstap
12 jaar en ouder Omgaan met Pubers Je oppasdiploma halen Kinderen en Jongeren online Positief opvoeden
15
Spreekuurhouder Hanni Meering is consulent bij MEE Noordoost Brabant, een organisatie voor informatie, advies en ondersteuning aan mensen met een beperking. Het kan dan gaan om mensen met een lichamelijke beperking, verstandelijke beperking, chronische ziekte of een vorm van autisme. Hanni is eerder werkzaam geweest als pedagogisch gezinsbegeleider. Zij is een van de spreekuurhouders binnen Centrum Jeugd en Gezin en maakt het ook voor ouders van een kind met een beperking mogelijk, met hun vraag bij Centrum Jeugd en Gezin aan te kloppen. “Dat wil niet zeggen dat ik alleen die ouders spreek”, legt Hanni uit. “De vragen op het spreekuur zijn zeer divers. Van vragen naar ontwikkelingsfasen van een kind en problemen met zindelijkheid of slapen, tot zorgen over de ontwikkeling van een kind. Maar de collega’s aan de balie zullen bij een afspraak met een van de spreekuurhouders wel rekening houden met hun deskundigheid.”
Praktische adviezen De spreekuren kennen een heel praktische insteek, legt Hanni uit. “In een tot drie gesprekken bespreek je met ouders de vraag en geef je praktische opvoedingsadviezen. Vaak geven ouders hier voor het eerst woorden aan een probleem of aan hun zorgen. Dat is een essentiële stap. Door de laagdrempelige toegang van Centrum Jeugd en Gezin wordt die relatief gemakkelijk gezet. Daarmee voorkom je dat de problemen erger worden of dat er pas iets gebeurt als de school of het kinderdagverblijf aan de bel trekt. Ouders gaan met die adviezen zelf aan de slag en merken in veel gevallen dat het werkt. Dat is verhelderend en geruststellend. Mocht blijken dat het nog niet lukt, dan ga je bekijken wat er nog meer nodig is. Soms is dat gelijk duidelijk, in zo’n geval verwijs je ouders door naar de goede plek. Zo niet, dan brengen we de casus in het casuïstiekoverleg.”
Onderzoek “Vaak is het zaak de ouders anders te leren omgaan met een probleem. Als bijvoorbeeld een kind van 10 jaar angstig is en bij de ouders in bed slaapt, bespreken we wat hier mogelijk de oorzaak van kan zijn. Misschien geven de ouders het signaal dat ze kennelijk ook vinden dat het kind een reden heeft om bang te zijn. Ze laten het tenslotte in hun bed slapen. Dat ondermijnt het zelfvertrouwen van het kind. Beter 16
is het te zoeken naar oplossingen en afspraken te maken die het kind stimuleren weer in het eigen bed te durven slapen. Soms komen ouders op het spreekuur met een vraag of situatie waarbij wij het vermoeden hebben dat ze qua niveau meer van hun kind vragen dan wat het aankan. Het kind kan zich bijvoorbeeld moeilijk handhaven op school en tussen leeftijdsgenootjes. Wij zien ook regelmatig kinderen met gedrag dat ouders omschrijven als prikkelgevoelig, impulsief, ongeconcentreerd, druk of dwingend. Soms gaat het dan om kinderen waarbij je een ontwikkelingsstoornis vermoedt, zoals ADD/ADHD of een stoornis in het autistisch spectrum. Als een kind bijvoorbeeld helemaal overstuur raakt omdat zijn vork niet op de goede plaats ligt of omdat de waterkraan druppelt, dan weet je na wat doorvragen dat het spreekuur onvoldoende is om een adequate oplossing te bieden. Ik adviseer ouders dan via de huisarts of Bureau Jeugdzorg hulp te zoeken, zoals gezinsbegeleiding, of nader onderzoek aan te vragen.”
Opvoedcursus voor jonge moeders Enige tijd geleden bezocht een jonge moeder van 17 jaar het spreekuur van Hanni Meering. “Ik heb de situatie van deze moeder ingebracht in het spreekuurhoudersoverleg en daar bleek ik niet de enige te zijn die contact had met zo’n jonge moeder. Op grond van dat signaal is toen een cursusgroep voor jonge moeders gestart die met veel animo wordt bezocht. Dat is een belangrijk voordeel van deze samenwerking. De lijnen zijn kort, je weet elkaar makkelijk te vinden en bent op de hoogte van elkaars aanbod. Nieuwe ontwikkelingen daarin komen ook in het spreekuurhoudersoverleg aan de orde, zodat je goed gebruik kun maken van wat er al is. Maar minstens zo belangrijk is het om daar signalen te delen en waar nodig nieuw, passend aanbod te ontwikkelen.”
Overzicht spreekuurhouders Pedagogische spreekuren worden verzorgd door: Thuiszorg Pantein Stichting Primair Onderwijs Maasland GGD MEE Algemeen Maatschappelijk Werk Aanzet Schoolmaatschappelijk Werk Aanzet
Pedagogische spreekuren Aantal pedagogische spreekuren 2008 Aantal pedagogische spreekuren 2009
110 167
Synergie groot “Ik merk dat de bekendheid van het centrum toeneemt, ook bij basisscholen. Dat is belangrijk. Het moet heel vanzelfsprekend worden om bij vragen het Centrum Jeugd en Gezin te benaderen. De Informatie en Advies medewerkers zijn goed op de hoogte en geven die informerende functie heel goed gestalte. Ook de outreachende functies, zoals de gezinscoach, Schoolmaatschappelijk Werk en de inloopspreekuren dragen daar sterk toe bij. Door bijvoorbeeld met de gezinscontactpersoon voor allochtone gezinnen samen te werken, krijgt MEE ook beter toegang tot deze gezinnen wanneer daar sprake is van kinderen met een beperking. Kortom, de synergie is groot. Dat leidt tot een beter resultaat, het heeft duidelijk meerwaarde voor de klant. En daar doen we het tenslotte voor.” 17
In september 2009 maakt Alma Wijnia de overstap naar het Centrum Jeugd en Gezin en wordt daar coördinator. De belangrijkste reden om naar ‘de voorkant’ over te stappen, is het essentiële belang om in een vroeg stadium de juiste hulp te bieden. En zodoende zwaardere hulp te voorkomen. “Om dat goed te doen, is samenwerken en innoveren noodzakelijk,” is Alma’s stellige overtuiging. Die samenwerking krijgt onder meer gestalte in het casuïstiekoverleg. Dit overleg vormt de verbindende schakel tussen de preventieve zorg en de geïndiceerde hulpverlening.”Onder meer op grond van de uitkomsten van het inventarisatiegesprek, komt een vraag op de agenda van het casuïstiekoverleg. Maar ook spreekuurhouders en partners binnen Centrum Jeugd en Gezin kunnen een vraag voorleggen in het casuïstiekoverleg. Die vragen hebben altijd betrekking op meer ingewikkelde situaties en zijn dus relatief complex. Er is dan vaak op meer fronten hulp nodig, bijvoorbeeld voor ouder en kind. Dit multidisciplinaire overleg kent een aantal vaste deelnemers: BJZ, de GGD en het Centrum
Jeugd en Gezin. Op grond van de voorliggende vraag worden de GGZ, MEE, Integrale Vroeg Hulp (IVH), Aanzet, Thuiszorg Pantein of het onderwijs uitgenodigd. Centraal staat de vraag: wat is hier een passend aanbod? Vervolgens wordt bekeken wie dat gaat leveren en hoe de klant daar terecht komt. Als daar twee organisaties bij betrokken zijn, wordt ook vastgelegd hoe die gaan samenwerken.”
Praktijkvoorbeelden Gevraagd naar concrete voorbeelden, geeft Alma er twee. “Een samengesteld gezin met een stiefouderproblematiek. De relatie tussen stiefmoeder en zoon verloopt moeizaam. Er spelen bovendien problemen in de omgangsregeling met de andere ouder. De vraag is of het zin heeft om individuele hulp aan die jongen te bieden, of dat het meer voor de hand ligt het gezin te ondersteunen. In dit geval is de afweging gemaakt om met de thuissituatie aan de slag te gaan via een indicatie van BJZ. Wellicht is individuele ondersteuning van die jongen in een later stadium op zijn plaats. In een ander geval had een thuiszorgmedewerker grote zorgen over de opvoedingssituatie van een klein kind. De moeder was alleenstaand en zeer zorgmijdend. Gezamenlijk is bekeken hoe samen met de thuiszorg de drempel naar hulp kon worden geslecht. Uiteindelijk heeft ook dit tot een indicatie geleid.”
Eén intakeformulier: één verhaal Het casuïstiekoverleg is dus een schakelpunt naar de beste hulp voor die specifieke situatie. “Dat lukt steeds beter. Dat is mede dankzij het eenduidige formulier dat door alle instellingen is geaccepteerd. De informatie wordt daarmee één keer eenduidig vastgelegd en ouders hoeven dus niet keer op keer hun verhaal opnieuw te doen. Bovendien zijn de lijnen nu erg kort. Dus als er stagnatie optreedt, mensen ergens te lang moeten wachten, dan kom je elkaar hier weer tegen. Dan is snel even geïnformeerd naar de voortgang of de reden van de vertraging. Dat is 18
doorgaans heel effectief. Op die manier dring je bovendien de bureaucratie terug.”
Succesvolle pilot Soms is een passend antwoord echter lastig te vinden. “We stelden vast dat er een kloof gaapt tussen het lokale aanbod, met maximaal 3 tot 5 gesprekken en de zwaardere, geïndiceerde hulp”, zegt Alma. “Er is een vrij grote groep gezinnen die is gebaat met een relatief kort aanbod, waarmee je zware geïndiceerde zorg juist kunt voorkomen. Maar dat aanbod, dat dus verder gaat dan 5 gesprekken, is er niet in het lokale veld. Met financiële steun van de provincie zijn we nu in samenwerking met Oosterpoort een pilot gestart waarin individuele ouderbegeleiding van 10 gesprekken wordt geboden. Dat kan gaan over het gezag terugkrijgen, afstemming tussen de opvoeders tot stand brengen, structuur bieden, enzovoorts. Bovendien zijn er sociale vaardigheidstrainingen voor jongeren onder en boven de 12 jaar. Ze leren hier meer weerbaar te zijn of juist om op een andere manier voor zichzelf op te komen. Die trainingen kunnen afzonderlijk en in combinatie met de ouderbegeleiding worden aangeboden. Zonder indicatie weliswaar, maar ook dit aanbod komt eerst aan de orde in het casuïstiekoverleg. We moeten ervan overtuigd zijn dat dit aanbod passend is. Dat het niet een voorportaal is naar geïndiceerde zorg en je hulp gaat stapelen. Naar het effect van deze pilot wordt nu door de Universiteit van Tilburg een onderzoek gedaan. De pilot is volgens mij een succes en ik denk dat voortgang heel wenselijk is. Het illustreert in ieder geval hoe je met korte lijnen en goede samenwerking innovatie tot stand brengt.”
Gezinscoach Die combinatie geldt ook voor de gezinscoaches die Centrum Jeugd en Gezin sinds medio 2009 kent, gefinancierd door de gemeenten in het Maasland. De opdracht aan de gezinscoaches is toegang te krijgen tot risicogezinnen waar sprake is van een of meer kinderen jonger dan 18 jaar en waar geen hulp wordt geboden. Signalen komen van samenwerkingspartners in het netwerk, zoals BrabantWonen en de politie. “Een prima initiatief voor een groep gezinnen waar doorgaans meerdere problemen spelen. Die variëren van schulden en huurachterstand, overlast en zorgmijdend gedrag. De gezinscoach bespreekt met het gezin wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren. En zorgt allereerst voor praktische oplossingen. Het is belangrijk om het vertrouwen te winnen, zodat in een later stadium toeleiding naar de reguliere hulp succesvol plaats kan vinden. Daar moeten vaak eerst een aantal praktische problemen voor worden aangepakt. De schulden, de berg post die in een la is verstopt, basale hygiëne, enzovoorts.”
Casuïstiek overleg Het casuïstiek overleg vindt tweewekelijks plaats bij het Centrum Jeugd en Gezin. Als vaste deelnemers zijn aanwezig de GGD, Bureau Jeugdzorg en het Centrum voor Jeugd en Gezin. De andere deelnemers, GGZ, Thuiszorg Pantein, MEE, Integrale Vroeg Hulp en Aanzet, worden uitgenodigd wanneer dit gezien de inhoud van de casus gewenst is. Besproken casussen in casuïstiek overleg in 2009 Aantal casussen besproken in casuïstiek overleg 2009
64
Instellingen die casussen hebben ingebracht in het casuïstiek overleg Schoolmaatschappelijk Werk Centrum Jeugd en Gezin Thuiszorg Pantein Bureau Jeugdzorg GGD GGZ
Resultaat vanuit Casuistiekoverleg* Socialevaardigheidstraining groep Socialevaardigheidstraining individueel Ouderbegeleiding Schoolmaatschappelijk Werk GGZ Integrale Vroeg Hulp BJZ MEE Centrum Jeugd en Gezin (spreekuurhouder) Aanzet AMK Totaal
Aantal 29 3 12 1 9 1 9 4 5 2 1 76
*Het aantal adviezen is hoger dan het aantal casussen dat is besproken omdat er soms meerdere adviezen gegeven worden bij een casus. De sociale vaardigheidstraining in de groep/individueel en de ouderbegeleiding (maximaal 10 gesprekken) worden gegeven in het kader van de pilot met Oosterpoort.
19
Als teammanager Toegang bij Bureau Jeugdzorg (BJZ), heeft Tanja Vos intensief met Centrum Jeugd en Gezin Maasland te maken. Centrum Jeugd en Gezin vormt immers de verbindende schakel van de preventieve naar de geïndiceerde zorg. Door deelname van medewerkers van BJZ aan het casuïstiekoverleg en de Stuurgroep krijgt die betrokkenheid ook daadwerkelijk inhoud. Centrum Jeugd en Gezin vanuit het perspectief van de jeugdzorg.
“Een belangrijke meerwaarde is de bereikbaarheid. Het Centrum Jeugd en Gezin is in korte termijn uitgegroeid tot een heel herkenbaar inlooppunt, waar het front office bovendien uitstekend is ingericht. Daarmee is zowel de hulp als de bereikbaarheid ervan sterk verbeterd. Het productaanbod is in ontwikkeling en groeit gestaag. Dat nieuwe aanbod is nadrukkelijk gebaseerd op de gesignaleerde vraag en komt daardoor tegemoet aan de behoefte van klanten. Goede voorbeelden daarvan vind ik de gezinscoach en het kortdurende aanbod dat samen met Oosterpoort is ontwikkeld. Ten slotte zie ik dat ook de samenwerking binnen Centrum Jeugd en Gezin en met externe partners steeds beter gestalte krijgt. De samenwerkingspartners nemen hun verantwoordelijkheid. Het aanbod is laagdrempelig. Is er meer nodig, dan komt dat er ook. Een gecombineerd aanbod van geïndiceerde zorg en zorg vanuit het voorliggend veld dient nog verder ontwikkeld te worden.”
Eenduidigheid BJZ is nadrukkelijk betrokken bij de aansluiting. “Dat heeft onder andere geresulteerd in een gezamenlijk aanmeldformulier. Daarin wordt de hulpvraag en eerdere inzet van hulp beschreven. Dat houdt het indicatietraject kort en bondig en voorkomt dat mensen voortdurend hun verhaal opnieuw moeten vertellen. Tenzij verder onderzoek is vereist natuurlijk. Wij moeten wel voldoen aan de eisen zoals die aan ons werk worden gesteld. Dat het aanmeldformulier voldoet, blijkt uit het feit dat het integraal is overgenomen door Centrum Jeugd en Gezin Uden-Veghel. Dat is voor ons ook prettig. Ons werkgebied reikt verder. Wij hebben dus met meerdere centra te maken. Hoe meer eenduidigheid daar bestaat in de werkwijze, des te beter kunnen wij daar afstemming en aansluiting op zoeken. Ik zou behalve voor zoveel mogelijk eenduidigheid ook voor onderlinge samenwerking willen pleiten. Zodat een kind dat in Uden op een wachtlijst komt voor een training, in Oss terecht kan, als daar wel plaats is.” 20
Lokale nazorg BJZ zoekt eveneens de samenwerking. “Zo zijn we doende om de nazorg na een geïndiceerd traject met Centrum Jeugd en Gezin te organiseren. De geïndiceerde zorg houdt op een bepaald moment op, maar er is nog wel ondersteuning nodig. Wij willen daarvoor graag de aansluiting met het lokale veld maken. Dat geldt voor jongeren maar soms ook voor gezinnen. In een aantal gevallen is het hoogst haalbare die te laten functioneren, de basis een beetje stabiel te houden. Dat vraagt geen geïndiceerde zorg of jeugdbeschermingsmaatregelen, maar wel een integrale aanpak met heel praktische, pedagogische ondersteuning. Van de zorg voor het broodtrommeltje dat mee naar school moet, tot zaken regelen op school of bij de sociale dienst. Dat kan vanuit Centrum Jeugd en Gezin, bijvoorbeeld door Pantein, heel goed worden geleverd.”
Ideaal “Daarmee zetten we vanuit de praktijk een stapje naar ontschotting, maken we de cirkel rond.” Maar het visioen van geïntegreerde hulp dat Tanja Vos voor ogen heeft is daarmee nog lang niet gerealiseerd. “Wellicht is het een utopie”, zegt ze, “maar het zou ideaal zijn als een cliënt wordt gekoppeld aan één contactpersoon. Die lopen samen door de winkelstraat met mogelijkheden tot hulp. De cliënt wordt gecoacht op de keuze. Soms is er een specialist nodig, op een ander moment volstaat de generalist. Vergelijk het met de huisarts. Je neemt dan af wat nodig is. En niet bij de winkel die toevallig open is op grond van de financieringsstroom die geldig is.” 21
Voor een vooruitblik op de nabije toekomst van Centrum Jeugd en Gezin schuiven coördinator Alma Wijnia, Sander van den Berk, manager Jeugd bij Aanzet en stuurgroeplid Theo Brands aan. Hoewel het Centrum Jeugd en Gezin inmiddels stevig staat, is het werk beslist nog niet klaar, zo blijkt. De ambities zijn groot.
je iets kunt ontwikkelen dat goed is voor ouders en kinderen. Onderwijs is een belangrijke vindplaats. Daar moet je, rekening houdend met de privacy, vloeiende koppelingen maken naar de zorg. Met als doel een goede en veilige ontwikkeling van het kind of de jongere. De aansluiting is al sterk verbeterd dankzij de vaste plek van het Schoolmaatschappelijk Werk in de zorgstructuur. Maar de samenwerking kan nog beter. Zeker met het voortgezet onderwijs.” Die opvatting wordt gedeeld door Sander van den Berk: “We willen het voortgezet onderwijs veel nadrukkelijker betrekken, bijvoorbeeld door ze bij lastige casuïstiek uit te nodigen voor het casuïstiekoverleg. Nu verlopen die contacten vooral via het Schoolmaatschappelijk Werk. Voor de leeftijd van 12+ is het verder van belang ook de verslavingszorg nog steviger een plaats binnen Centrum Jeugd en Gezin te geven. Als spreekuurhouder en binnen het casuïstiekoverleg.”
Jongeren
Theo Brands is werkzaam als coördinator bij het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Maasland (SPOM), een federatieve samenwerking van basisschoolbesturen gericht op de samenhang van zorgvoorzieningen in het basisonderwijs. “De samenwerking met het basisonderwijs is al tot stand gebracht binnen de Opvoedingswinkel en heeft nog nadrukkelijker gestalte gekregen binnen Centrum Jeugd en Gezin. Bijvoorbeeld met het Schoolmaatschappelijk Werk, dat nu op alle scholen in de regio een aantal uren in de week actief is. Dat is een essentiële brug tussen onderwijs en zorg. Het Schoolmaatschappelijk Werk kan de zorg over een kind gemeenschappelijk maken. De maatschappelijk werkers maken immers deel uit van het schoolteam. De expertise van deze externe professionals moet door het onderwijs goed worden benut. Zodat 24
“Het bereik onder jongeren groeit gestaag”, zegt Alma Wijnia. “Maar het is nog niet helemaal vanzelfsprekend dat jongeren hier binnenlopen. Dat bereik onder 18 tot 23 jarigen dient verder toe te nemen. Vandaar dat we nu de communicatie veel nadrukkelijker op deze doelgroep af gaan stemmen. Bijvoorbeeld met een eigen website met communities als Hyves en Facebook en informatie die het aantrekkelijk maakt de site regelmatig te bezoeken. Maar het is ook denkbaar dat we op termijn een eigen toegang voor jongeren realiseren, bijvoorbeeld op de Talentencampus. Het is goed dat de Jeugd Preventie Werkers al vanuit Centrum Jeugd en Gezin actief zijn. Zij signaleren al het nodige en leggen de verbinding met het centrum. Maar ook de samenwerking met het onderwijs en partners als het Jongerenwerk van Vivaan is daarbij nodig. Wij moeten op onze beurt goed inspelen op de vragen. Die zijn vaak heel praktisch: over een baan, op kamers, studiefinanciering. Daar moeten we informatie over bieden en tegelijk ruimte bieden voor andere zaken. Slecht in je vel, problemen thuis of op school, alcohol en drugs.”
Agenda Centrum Jeugd en Gezin voor de nabije toekomst: Samenwerking met onderwijs (BO-VO) Passend aanbod aangesloten gemeenten in het Maasland Deskundigheidsbevordering onder andere in vroegsignalering Bereik onder jongeren Samenwerking met justitiële keten Nazorg geïndiceerde hulp Netwerk gezinnen en jongeren mobiliseren Verbreding van het lokale aanbod
Netwerk mobiliseren “We moeten in de toekomst ook veel meer uitgaan van de kracht van ouders”, stelt Sander. “En de netwerken rondom het gezin mobiliseren en activeren. Een appel doen op de sociale omgeving, organiseren wat vroeger vanzelfsprekend was, namelijk dat mensen elkaar helpen. Wat is nodig, wie kan dat bieden? Dat kan net zo goed oom Piet zijn of de buurvrouw. Dan coach je in feite mensen en hun omgeving om de eigen kracht te mobiliseren zodat men snel weer de regie zelf kan nemen.” Het bereik van die gezinnen is dan essentieel. Alma: “Met name voor de groep gezinnen waar zorg bestaat over de kinderen, zijn de gezinscoaches en gezinsconsulent actief. Dat wordt nu verder doorontwikkeld. Met als leidende vraag: hoe kunnen we zodanig outreachend werken dat we deze groep ook echt bereiken en een aanbod realiseren dat hout snijdt.” Sander: “Deze aanpak is ook relevant voor de ketenzorg. Met name voor de nazorg die we na de geïndiceerde zorg van BJZ en de GGZ gaan verlenen. Als die geïndiceerde zorg is afgelopen, is er vaak nog wel ondersteuning nodig. Maar die hoeft lang niet altijd door hulpverleners te worden geboden. Familie, een leerkracht en bijvoorbeeld de sportleider kunnen ook iets betekenen. Dat maakt structurele inzet van een maatschappelijk werker niet of veel minder nodig.”
Maasland Een andere ontwikkeling die de aandacht vraagt is de verbreding van Centrum Jeugd en Gezin naar de omliggende gemeenten. Alma: “Sinds een jaar zijn we Centrum Jeugd en Gezin Maasland. We zijn 25
druk bezig de aansluiting naar de andere gemeenten goed in te vullen en onze bekendheid daar te vergroten. De vragen die daar leven zijn niet per definitie hetzelfde als in Oss. Laatst sprak ik ouders uit een van de omliggende dorpen die zich zorgen maakten over de overstap van de vertrouwde, kleine basisschool in het dorp naar het voortgezet onderwijs in de grote stad Oss. Dit illustreert dat de vragen anders zijn. Dat je goed moet kijken, luisteren en signaleren, met name tijdens de spreekuren, om vervolgens op deze locaties een passend aanbod te formuleren. We willen immers niet alleen het bestaande aanbod verbinden maar ook innoveren, toevoegen wat nodig is. Zodat er een samenhangend en eenduidig aanbod voor de regio ontstaat, dat in de verschillende gemeenten een eigen invulling kent.”
Zorg en repressie Recent is in een convenant vastgelegd dat Centrum Jeugd en Gezin ook de koppeling gaat leggen met de justitiële keten. Sander: “De achterliggende gedachte is dat in een aantal gevallen de combinatie van repressie en zorg effectiever kan zijn. Straf is niet altijd de enige juiste oplossing. Soms is iemand meer gebaat met de combinatie of juist alleen met zorg. Om dat goed te organiseren gaan we de samenwerking met het Veiligheidshuis versterken.” Verder staat deskundigheidsbevordering hoog op de agenda. “Daar staan de komende periode twee onderwerpen centraal. Allereerst vroegsignalering. Heel belangrijk voor de collega’s die actief zijn op de vindplaatsen, bijvoorbeeld in het signaleren van kindermishandeling. Verder is er een 26
cursus gepland over de werkprocessen van Centrum Jeugd en Gezin voor de collega’s van samenwerkende instellingen.”
Meer lichte hulp In het niet geïndiceerde aanbod is verbreding nodig, meent Alma. “Met de pilot in samenwerking met Oosterpoort is een belangrijke stap gezet om meer lichte hulp te kunnen bieden, die ook snel beschikbaar is. Met het tien gesprekken model is er nu succesvol een eerste tussenstap gecreëerd. Dat is voor veel gezinnen voldoende.” Sander: “We verwachten dat dit aanbod in de komende tijd nog verder zal groeien, met name met aanbod voor 12+ en 18+. Dat is ook wat Jo Hermans, hoogleraar Opvoedkunde aan de UvA in zijn toespraak bij de opening, duidelijk stelde. Er moet veel meer lichte zorg en hulp beschikbaar komen in het lokale veld. Dat is in feite ook een pleidooi voor ontschotting. Want je haalt zorg die nu geïndiceerd is, naar voren. Om zo die zorg klantvriendelijk, dat wil zeggen snel en dichtbij, te kunnen bieden.”
Dromen Theo Brands: “In het belang van het kind zijn alle partijen naar elkaar toegegroeid. Er staat inmiddels een huis, maar dat is een eengezinswoning. Er blijft nog iets te dromen. Centrum Jeugd en Gezin is dermate laagdrempelig georganiseerd dat we bijvoorbeeld op termijn het loket onderwijs-zorg ook hier zouden moeten onderbrengen. Dan kun je de vraag meteen neerleggen waar die thuishoort en een afspraak
maken. Elkaar kennen en korte lijnen zijn veel beter dan draaiboeken en protocollen. Maar ook ontschotting in de hele lijn van de jeugdzorg, zou heel mooi zijn. Er is nog veel te doen in Nederland voordat de jeugdzorg in de hele breedte de slag maakt naar transparant, effectief en efficiënt. In Oss is al veel tot stand gebracht. Daar zou de Rijksoverheid een voorbeeld aan kunnen nemen. Vroeger bestond er een ravijn tussen de diverse instellingen onderling en tussen zorg en onderwijs. Nu zijn er bruggen geslagen. Dat heeft de Gemeente Oss goed gezien.”
Afkortingen GGD: GGZ: SPOM: BJZ: IVH: AMK: SMW:
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg Stichting Primair Onderwijs Maasland Bureau Jeugdzorg Integrale Vroeg Hulp Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Schoolmaatschappelijk Werk
27
Dit is een uitgave van Centrum Jeugd en Gezin Maasland Kerkstraat 13 5341 BK Oss T. 0412 473626 www.centrumjeugdengezin-oss.nl. Colofon Fotografie: Riejan Vinkhuyzen, m.u.v. pagina 7, 25, 27: Desiree Maas (Derijks kantoorinrichting en supplies) Tekst en vormgeving: Maasland Communicatie Oss Druk: S&B Druk Oss