De krachten gebundeld Beschrijving van de samenwerking tussen Blijf Groep (hulp huiselijk geweld) en Altra (onderwijs en jeugdhulp) ten behoeve van de kinderen en hun moeders in de opvanglocaties van Blijf Groep.
Amsterdam, september 2012
1
Inhoud
Voorwoord ................................................................................................................... 3 Inleiding ...................................................................................................................... 4 1
Het belang van specialistische jeugd & opvoedhulp voor kinderen in de opvang .................... 6
2
Uitgangspunten ............................................................................................................ 8
3
De samenwerking, het werkproces................................................................................. 10
4
3.1
Hoe is de samenwerking tot stand gekomen? ........................................................... 10
3.2
Het gezamenlijke werkproces ................................................................................ 10
Resultaten .................................................................................................................. 13 4.1
Resultaten voor de moeders en de kinderen ............................................................. 13
4.2
Resultaten voor de instellingen ............................................................................... 15
5
Aandachtspunten en tips .............................................................................................. 17
6
Bijlagen ...................................................................................................................... 19
Colofon Auteur: Gerda van Dijk Vormgeving: Altra Eindredactie en copyright: Altra en Blijf Groep
Deze publicatie is in opdracht van Blijf Groep en Altra gerealiseerd met subsidie van de Gemeente Amsterdam, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling.
2
Voorwoord Voor u ligt een beschrijving van de samenwerking tussen Blijf Groep en Altra. Wellicht zult u zich al lezende afvragen: wat is hier zo bijzonder aan? Het is toch niet meer dan logisch dat vrouwenopvang en jeugd & opvoedhulp hun handen ineen slaan om de hulp aan kinderen die in de opvang verblijven, met een geschiedenis van ernstig huiselijk geweld, zo zorgvuldig mogelijk vorm te geven? Toch mag hier wel degelijk van een doorbraak gesproken worden. Tot (ruim) een jaar geleden was deze verbinding niet vanzelfsprekend. Financiële kokers, indicatieprocedures, wachtlijsten bij jeugd & opvoedhulp, praktische bezwaren (verhuizingen van cliënten) en gebrekkige beeldvorming over en weer zorgden ervoor dat deze verbinding niet eenvoudig tot stand kwam. Tijdens de door Gemeente Amsterdam gefinancierde pilot ‘hulp aan kinderen in de opvang’ in 2010 ontstonden de eerste ideeën voor verbetering en intensivering van de samenwerking. In de begeleidingsgroep van jeugdzorginstellingen kwam zicht op de dagelijkse realiteit van de vrouwenopvang. Altra participeerde in deze begeleidingsgroep en verkeerde in 2011 in de omstandigheid dat er budget vrij kwam die met toestemming van gemeente Amsterdam, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, ingezet mocht worden voor de hulp aan kinderen in de vrouwenopvang. Besloten werd om medewerkers van Altra te laten werken binnen de muren van Blijf Groep. Bureau Jeugdzorg zorgde ervoor dat kinderen uit de opvang met een ‘simpele’ verwijzing in plaats van de gebruikelijke indicatieprocedure in aanmerking konden komen voor jeugd & opvoedhulp. En zo werd het samenwerkingsproject geboren! Gemeente Amsterdam maakte vervolgens budget vrij om het samenwerkingsproces te beschrijven, zodat ook door anderen lering kunnen trekken uit de resultaten. We keken of elders in het land voorbeelden zijn van ‘intramurale’ samenwerking tussen een instelling voor vrouwenopvang en een jeugdzorginstelling. De conclusie was: op deze manier komt het nog niet voor in Nederland – wel zijn er voorbeelden van instellingen voor vrouwenopvang die gefuseerd zijn met jeugdzorginstellingen en dus het hele palet aan zorg kunnen bieden. Dat is hier niet het geval. En daarmee kunnen we spreken van een vernieuwend project dat een voorbeeld is van de transitie die jeugdzorg doormaakt om de jeugdzorg dichter bij de kinderen en hun ouders te brengen en om zorg binnen de eigen omgeving te bieden. Zoals elders in dit rapport beschreven staat: kinderen met complexe problemen moeten door multifocale samenwerking de zorg krijgen die ze nodig hebben. Samenwerking is altijd een proces van verkennen en leren begrijpen. Wij hebben daar afgelopen jaar niet altijd makkelijke, maar mooie stappen in gezet en zien werkelijk prachtige resultaten bij moeders en kinderen daarvoor terug. Dat kunt u lezen in dit rapport. De drempel naar jeugd & opvoedhulp is geslecht. Toch blijven er zorgen: met name over de (kwetsbare maar nu ook teruglopende) financiële kaders van de vrouwenopvang en de onzekerheid over de blijvende budgettaire inzet van Altra. Het fundament mag steviger. Met de komst van de landelijke basismethodiek Veerkracht voor kinderen in de opvang en deze beschrijving van alle stappen in de aansluiting en samenwerking tussen vrouwenopvang en jeugd & opvoedhulp komt dat fundament binnen bereik. Laten wij de krachten gebundeld houden voor alle kinderen die in de opvang verblijven!
Aleid van den Brink Directeur-bestuurder Blijf Groep
3
Inleiding Kinderen met ervaringen met huiselijk geweld die in de vrouwenopvang verblijven, verdienen extra aandacht. Zij leven vaak al jaren in spanning en dit heeft meestal gevolgen voor hun gevoelsleven, hun ontwikkeling en hun gedrag. Ook hun moeders leven al lang in stressvolle omstandigheden, hebben veel meegemaakt en kunnen ondersteuning in hun rol als ouder gebruiken.
Meer aandacht voor kinderen in de vrouwenopvang Sinds een paar jaar is er meer aandacht voor kinderen in de vrouwenopvang en de maatschappelijke opvang. In 2009 zijn er twee landelijke onderzoeken afgerond naar kinderen in de opvang en vond er een eerste landelijke conferentie plaats. Deze onderzoeken zijn de aanzet geweest de ondersteuning aan en hulp gericht op kinderen en moeders in de opvang landelijk verder te ontwikkelen. De vrouwenopvang kreeg steeds meer het besef dat de kinderen een specifiek op hen toegesneden hulpaanbod nodig hebben. Blijf Groep heeft de afgelopen jaren zelf veel geïnvesteerd in het professioneel werken met moeders en kinderen door onder andere de ontwikkeling van de Oranje-huis-aanpak, een eigen kind-methodiek en Tijd voor Toontje, een steunend en stabiliserend programma voor kinderen en hun moeders.
Doelgroep voor jeugd & opvoedhulp De kinderen en moeders die tijdelijk in een opvanghuis van Blijf Groep wonen, omdat zij thuis niet langer veilig zijn, hebben in een aantal gevallen geïndiceerde jeugd & opvoedhulp nodig, naast de basishulp die kinderen in een opvanghuis geboden wordt. Het is echter een doelgroep die moeilijk aansluiting vindt bij het reguliere jeugdzorgaanbod. Dat heeft zowel te maken met bezwaren die er bij moeders leven om de stap naar jeugd & opvoedhulp te maken, als met de manier waarop de jeugd & opvoedhulp - met te veel afstand tot de cliënt - georganiseerd is. De jeugd & opvoedhulp heeft lang de kinderen en de moeders in de vrouwenopvang niet bereikt. Van structurele inzet van jeugd & opvoedhulp of samenwerking met bijvoorbeeld Blijf Groep is nauwelijks sprake. Terwijl zonder meer duidelijk is én onderzoek heeft aangetoond dat Blijf Groep kinderen in huis heeft die wel degelijk tot de doelgroep van de jeugd & opvoedhulp horen. In hoofdstuk 3 gaan we daar nader op in. De huidige samenwerking tussen Altra en Blijf Groep wil dit opheffen door naar deze gezinnen toe te gaan. Deze lijn past binnen de grotere beweging om jeugd & opvoedhulp dichter bij de kinderen en hun ouders te brengen en om zorg binnen de eigen omgeving te bieden. Kinderen met complexe problemen, en daar gaat het hier om, moeten door multifocale samenwerking de zorg krijgen die ze nodig hebben.
Start samenwerking zomer 2011 In de zomer van 2011 startten Altra en Blijf Groep met een gezamenlijk hulpaanbod voor kinderen van vrouwen die in de opvang verblijven. Het primaire doel van beide organisaties is de veiligheid van de kinderen te waarborgen. Het uitgangspunt van de samenwerking is:
4
•
Het leven van kinderen in de opvang kwalitatief te verbeteren, zodat zij zo gewoon mogelijk kunnen opgroeien, sterker worden en zich zo normaal mogelijk kunnen ontwikkelen.
•
De begeleiding verder te professionaliseren.
•
Door specialistische hulp dichtbij en in de opvang te organiseren, hopen de partners weerstanden bij de moeders tegen jeugd & opvoedhulp te verminderen en de drempel voor specialistische hulp te verlagen.
Beschrijving werkproces Dit rapport gaat over het gezamenlijke werkproces van Altra en Blijf Groep. Het beantwoordt vragen als: hoe ziet dit proces er uit; hoe is het tot stand gekomen; wat levert het de kinderen en vrouwen op; welke tips kunnen we aan collega’s meegeven? We gaan in hoofdlijnen in op wat Blijf Groep biedt en wat Altra toevoegt. Voor meer gedetailleerde informatie over het aanbod wordt verwezen naar de websites van beide instellingen. Bij de start van de samenwerking in september 2011 vormde het projectvoorstel het uitgangspunt voor de uitvoering. Gaandeweg is in de praktijk het werkproces bijgesteld op basis van ervaringen.
Dit rapport is gebaseerd op interne stukken zoals de projectbeschrijving, notulen van werkoverleggen, gesprekken met medewerkers van Altra en Blijf Groep en een groepsgesprek met de moeders.
5
1
Het belang van specialistische jeugd & opvoedhulp voor kinderen in de opvang
Zoals we al eerder aangaven, vormen de kinderen die tijdelijk in een opvanghuis van Blijf Groep verblijven een doelgroep voor jeugd & opvoedhulp. Landelijk onderzoek naar kinderen in de opvang toont duidelijk aan waarom dat zo is. Aangenomen kan worden dat de kinderen die in Blijf Groep instromen, overeenkomen met de landelijke populatie die is onderzocht (Dijkstra en Balogh, 2011). Op welke gebieden kan jeugd & opvoedhulp een rol spelen?
Taxatie kindermishandeling Kinderen die in de vrouwenopvang komen, groeien op in kwetsbare gezinnen met meervoudige problemen. De ervaring met geweld is maar één van de probleemgebieden. Het risico op kindermishandeling is zeer hoog. Er zijn meerdere risicofactoren op alle vier niveaus (BrilleslijperKater, 2010): •
bij de ouder
•
bij het kind
•
tussen ouder en kind
•
in het gezin.
Dit onderstreept de noodzaak van een omvattende taxatie van kindermishandeling, maar ook van specifieke interventies gericht op kind, ouders en het systeem met het oog op het voorkomen of stoppen van kindermishandeling. Een kwart van de kinderen keert met hun moeder terug naar de geweldpleger. Een veiligheidsplan voor de toekomst is dan ook een must, evenals de mogelijkheid van nazorg (Dijkstra en Verhoeven, 2010).
Diagnostische screening van alle kinderen Ook kinderen zonder zichtbare effecten van het geweld hebben gerichte steun en/of hulp nodig om latere schade te beperken. Het gaat hier niet om een homogene groep. De aard, ernst en uitingsvormen van de gevolgen zijn afhankelijk van diverse factoren, zoals de precieze traumatische ervaringen, de leeftijd waarop deze plaatsvonden, hoe ze doorwerken op de sociaalemotionele ontwikkeling en op gedrag, hechting, schoolprestaties en de beschikbaarheid van krachtbronnen en buffers. Een standaardwerkwijze voor screening van alle kinderen in de opvang is daarom raadzaam (Dijkstra en Verhoeven, 2010). Diagnostiek is nodig om inzicht te krijgen in de problemen en de mogelijkheden van ouders en kinderen en een antwoord te geven op de vraag of een gespecialiseerd aanbod nodig is.
Basale opvang en gespecialiseerde zorg Dijkstra en Verhoeven wijzen in hun onderzoek op het belang van basale zorg en opvang van de kinderen om de moeders te ontlasten. De kinderen hebben dagelijkse, gestructureerde activiteiten nodig met positieve aandacht van volwassenen en positieve volwassenenrolmodellen. Voor kinderen is een goede en veilige ouder de grote krachtbron. Daarom is versterking van de moeder-kindrelatie erg belangrijk. Ook een positieve vader-kindrelatie kan een krachtbron zijn, dus de mogelijkheid om deze relatie te verbeteren, c.q. te herstellen moet worden onderzocht. 6
Aanvullende gespecialiseerde hulpprogramma’s zijn nodig, afgestemd op kind en moeder en inzetbaar op een veelheid van probleemgebieden, waaronder traumaverwerking. Moeders zijn niet altijd op de hoogte van de ontwikkelingsfasen van hun kinderen, wat pleit voor opvoedingsondersteuning en -advies. (Verhoeven en Dijkstra, 2010). Moeders zijn zich er vaak wel van bewust dat partnergeweld schadelijk voor hun kind is, maar weten veelal niet wat de gevolgen kunnen zijn (Pels e.a., 2011). Daarom is het goed dat ouders zich meer bewust worden van de mogelijke behoeften aan hulp van hun kind.
Moeders motiveren voor hulpverlening De kwetsbare moeders en kinderen in de vrouwenopvang vinden door de meervoudige problematiek vaak moeilijk aansluiting bij reguliere hulpverleningsinstellingen Door negatieve ervaringen zoals (dreigende) uithuisplaatsing hebben moeders vaak weerstand tegen jeugdzorg. Ook is ontkenning van de problematiek een onderdeel van het probleem. Als een moeder voor hulp naar een instelling toe moet gaan, werkt dat drempelverhogend. Het is daarom belangrijk de moeders te motiveren voor hulpverlening, de drempels weg te nemen en psycho-educatie aan te bieden. Tegelijkertijd hebben de moeders behoefte om tot rust te komen, overzicht te krijgen en met niet te veel hulpverleners tegelijk te maken te hebben. Soms denken moeders dat zij hebben gefaald als een kind extra hulp of begeleiding nodig heeft. Het is daarom belangrijk rekening te houden met de kwetsbaarheid van de moeders in hun ouderrol. Dat kan door de moeders zorgvuldig te benaderen, in hun eigen omgeving te ondersteunen en te stimuleren tot maatschappelijke participatie, uitgaande van hun eigen kracht.
7
2
Uitgangspunten
Veiligheid gezamenlijke drijfveer Altra en Blijf Groep willen hun cliënten sterker maken, uitgaan van wat er goed gaat en stellen hun cliënt centraal. Beide leggen echter andere accenten en hebben verschillende deskundigheden. Voor Blijf Groep ligt het accent bij de moeder/ouder en op het werken aan een toekomst zonder (huiselijk) geweld. Bij Altra ligt het accent op de ontwikkeling van het kind, de opvoedingssituatie en het ondersteunen van de moeder. Veiligheid van het kind is de gezamenlijke drijfveer. Onder veiligheid verstaan we niet alleen een rustige, veilige omgeving met aandacht voor het kind of een veiligheidsplan. Het is breder dan dat. Het gaat ook om het verwerken van de emotionele schade die in het verleden is opgelopen door relationeel geweld, om het opheffen van risicofactoren in de gezinssituatie en om het aanspreken van buffers die helpen om het leven beter aan te kunnen, zowel bij de moeder als het kind.
Van waaruit werkt Blijf Groep? Blijf Groep biedt, coördineert en organiseert directe hulp op maat, thuis of in de opvang aan iedereen die te maken heeft met uitbuiting in relaties en huiselijk geweld. Daarbij is de eerste zorg veiligheid voor de betrokkenen. Met de cliënt werkt Blijf Groep verder aan oplossingen voor een toekomst zonder geweld. Blijf Groep speelt actief in op veranderingen in de maatschappij, deelt en ontwikkelt kennis over huiselijk geweld en vraagt hiervoor structureel steun en aandacht aan de Nederlandse samenleving. Blijf Groep werkt vanuit het motto Samen ben je sterker dan alleen. Geweld in huiselijke kring moet stoppen en daaraan kan iedereen een bijdrage leveren.
De visie van Blijf Groep op de hulpverlening is een systeemgerichte aanpak, zoveel mogelijk op de eigen plek, op eigen kracht en in eigen kring. En waar mogelijk, met de partner. De hulpverlening is toekomstgericht en sluit aan bij de mogelijkheden, vaardigheden en draagkracht van de moeder en ondersteunt om hulpverleningsdoelen te vertalen naar haalbare stappen. De aanpak van Blijf Groep gaat uit van de strenght based benadering (Krachtwerk): samen met de moeder onderzoekt Blijf Groep welke eigen kwaliteiten en krachten de moeder kan inzetten om haar doelen te bereiken.
Blijf Groep heeft een breed verblijfsaanbod en werkt aan het verwerken van het verleden, het normaliseren van de situatie in het gezin en werkt toe naar een nieuwe toekomst. Blijf Groep hanteert een eigen kind-methodiek, waarin de verwerking van huiselijk geweld een belangrijke plaats inneemt en opvoedingsondersteuning is opgenomen. Elementen hiervan dienen als basis voor Veerkracht, de landelijk te implementeren kindmethodiek voor kinderen in de opvang. Blijf Groep besteedt in haar methodiek ook aandacht aan het contact met de vader. Blijf Groep biedt dus al het nodige voor de ondersteuning van moeder bij het dagelijkse functioneren en opvoeden en bij het verwerken van het relationeel geweld. Moeders krijgen tips en informatie over de ontwikkeling van hun kind.1
1
Vragen op Triple P niveau 1 en 2; ontleend aan: www.triplep-nederland.nl/. 8
Van waaruit werkt Altra? Ouders en kinderen sterker maken, zodat ze de problemen beter de baas kunnen, dat ziet Altra als haar taak. De hulpverlening sluit aan bij de sterke kanten van ouder en kind. Dat betekent dat Altra uitgaat van de dingen die ouders goed doen, in plaats van de dingen uit te vergroten die niet goed gaan. Altra sluit aan bij de vragen, behoeften, ervaringen en oplossingen van kinderen, jongeren en ouders zelf. Het is maatwerk.
Problemen bij de opvoeding beperken zich meestal niet uitsluitend tot problemen in het gezin of moeilijkheden op school. Meestal gaat het op beide fronten niet goed. Daarom is de hulp van Altra aan kinderen en jongeren thuis vrijwel altijd verbonden met hulp op school. De driehoek kindouder-school is de basis van de programma’s van Altra. Veiligheid van het kind is een essentieel aandachtspunt hierin.
Voor wat voor soort vragen kan Altra ingeschakeld worden? Altra heeft expertise op het gebied van complexe opvoedings- en gedragsproblemen. Altra kan ingeschakeld worden voor opvoedingsvragen die verder gaan dan wat Blijf Groep kan bieden. Bijvoorbeeld bij een kind met ernstige gedragsproblemen waarvoor de moeder een gerichte training in opvoedingsvaardigheden nodig heeft. Ook is Altra inzetbaar bij kinderen met meervoudige gedragsproblemen, gecombineerd met andere gezinsproblemen (bijvoorbeeld depressie, stress of relationele problematiek bij de ouder2. Bij zorgen om de veiligheid van het kind, is Altra eveneens in te schakelen. Altra werkt zo veel mogelijk met effectief bewezen methodieken.
2
Vragen op Triple P niveau 3, 4 en 5. 9
3
3.1
De samenwerking
Hoe is de samenwerking tot stand gekomen?
In de zomer van 2011 is er een gezamenlijk projectplan opgesteld. Aangezien het een nieuwe vorm van samenwerking betrof, moest er veel ontwikkeld worden. Een stuurgroep is ingesteld voor de bestuurlijke afstemming en een projectgroep heeft de inhoudelijke ontwikkeling op zich genomen. Blijfgroep en Altra besloten op twee locaties te beginnen: Begeleid Wonen in Amsterdam en Begeleid Wonen in de Zaanstreek. Door klein te starten kon het project beter gemonitord en ontwikkeld worden. Vanaf september/oktober 2011 zijn een gedragswetenschapper, een ambulant hulpverlener en een pedagogisch medewerker van Altra na een inwerk- en kennismakingsperiode op beide locaties aan de slag gegaan.
“Het was spannend hoe de vrouwen zouden reageren op de komst van jeugd & opvoedhulp in huis en wat de medewerkers van het idee vonden. De eerste reactie van de medewerkers in de Zaanstreek op de komst van Altra was erg enthousiast. Het extra aanbod voor kinderen in huis is belangrijk omdat er binnen de eigen mogelijkheden weinig tijd voor is, ook de aanvullende deskundigheid van Altra voor de kinderen is zeer welkom. Er is vraag naar extra jeugdzorgaanbod maar vanwege wachttijden duurt het vaak lang om kinderen geplaatst te krijgen. Er is dus veel draagvlak voor de inzet van Altra bij zowel het team als de teamleiding. “ Teammanager Blijf groep
“De vrouwen in huis hadden meer reserves, zij vonden het eng. In het begin van de samenwerking schrokken ze toen ze hoorden dat Blijf Groep jeugdzorg in huis ging halen. Alle moeders hebben ervaringen met jeugdzorg. Sommige moeders hebben zoveel negatieve ervaringen dat ze meteen afhaken als ze alleen al de term jeugdzorg horen. Ze zijn het allerbangst voor uithuisplaatsing van hun kind. Daar wordt ook Bureau Jeugdzorg nog steeds mee geassocieerd. Altra probeert duidelijk te maken dat als zij meewerken aan de hulp die nodig is, dit uithuisplaatsing helpt voorkomen. De term jeugdzorg is inmiddels na een half jaar, minder beladen.” Medewerkers Blijf Groep.
3.2
Het gezamenlijke werkproces
3
Aanmelding en crisisopvang Moeders en kinderen melden zich aan via het stedelijk Steunpunt Huiselijk Geweld (of via een noodbed). Bij een acute dreiging en/of langdurig ernstig geweld (code Oranje of code rood) komen zij vervolgens in de crisisopvang terecht.4 In de crisisopvang verblijven dus vrouwen en kinderen met een zwaardere problematiek.
3
Er zijn in de praktijk verschillen in de uitvoering in Begeleid Wonen Amsterdam en Begeleid Wonen Zaanstreek. Het streven is het werkproces op de hier beschreven wijze uit te voeren. 4 De meerderheid van de vrouwen die zich aanmelden bij Blijf Groep wordt ambulant geholpen. 10
De crisisopvang werkt volgens een stappenplan.5 In zes stappen vindt er kennismaking plaats, worden allerlei gegevens verzameld, risico’s en veiligheid in kaart gebracht en het contact met de partner verkend. Blijf Groep maakt een gezinstaxatie van de situatie rond moeder, kind(eren) en partner. Deze gezinstaxatie leidt tot een gezinsactieplan. Het verblijf in de crisisopvang duurt zes weken en is gericht op onderzoeken en nog niet op veranderen. De vervolgopvang richt zich meer op het herstel.
Vanaf het eerste contact dat Blijf Groep met de moeders heeft, proberen de medewerkers van Blijf Groep álle moeders te motiveren voor de specialistische screening door Altra. Het helpt dat de moeders al langer bij Blijf groep wonen, steun ondervinden en vertrouwen hebben in Blijf Groep.
Moeders die besluiten gebruik te maken van het aanbod van Altra ondertekenen een toestemmingsverklaring. Zij stemmen daardoor toe dat Blijf Groep en Altra hun gegevens onderling uitwisselen. Als Altra hulp gaat bieden, is er een zogenaamde warme overdracht. De Altra-medewerkers zijn in dat geval ook aanwezig tijdens het overdrachtsgesprek in de crisisopvang en het kennismakingsgesprek in Begeleid Wonen.
Als moeders geen ondersteuning van Altra willen en Altra de inschatting maakt dat er wel hulp nodig is op het gebied van de veiligheid of het welzijn van het kind, is de mening van Altra leidend. De gedragswetenschapper van Altra en de betrokken hulpverlener van Blijf Groep overleggen dan. De medewerker van Blijf Groep probeert vervolgens om de moeder op andere gedachten te brengen. Lukt dit niet, dan volgt er een escalatie en overleggen de gedragswetenschapper en de teammanager van Blijf Groep over de te nemen stappen.
Doorstroom naar begeleid wonen - diagnostische screening Na de crisisopvang volgt begeleid wonen. Altra en Blijf Groep streven ernaar alle kinderen die met hun moeder doorstromen naar begeleid wonen, door Altra te screenen. De gedragswetenschapper van Altra heeft de expertise om in kaart te brengen wat er goed gaat en wat eventuele risicofactoren zijn voor de ontwikkeling van het kind.
Voor de screening is een goede samenwerkingsrelatie met de moeder en de kinderen een belangrijke voorwaarde. Er moet duidelijkheid komen over de aard en ernst van de problemen van de moeder en de kinderen. Om dit vast te stellen, onderzoekt Altra de ontwikkeling van het kind en de opvoedingsvaardigheden van de moeder. De gedragswetenschapper doet dit aan de hand van een intakegesprek met de moeder, een dossieranalyse, waarbij ook de informatie van Blijf Groep wordt benut, diagnostische instrumenten zoals ouder- kind observatie (WMCI), standaard vragenlijsten (OBVL/SDQ/CBCL), veiligheidscheck (LIRIK) en een beoordeling van de schoolsituatie (TRF). De gedragswetenschapper van Altra stelt vervolgens een diagnose vast en bepaalt met behulp van onderstaande stappen de te volgen strategie: •
Is er meer onderzoek nodig? Zo ja, dan aanmelden.
5
De basiswerkwijze van Blijf Groep is gebaseerd op: De Oranje-Huis-aanpak, Blijf van m’n Lijf nieuwe stijl; 2011, Blijf Groep Amsterdam. 11
•
Formuleren van doelen: Wie (van Altra en Blijf Groep) gaat waar aan werken? Afstemmen met elkaar.
•
Op wie wordt de hulpverlening gericht: moeder, moederskind, kind individueel, kind groepsgericht?
•
Welke module wordt ingezet?
Nadat de strategie is vastgesteld, begint de voorbereiding van de uitvoering. Als er meer diagnostisch onderzoek nodig is, regelt Altra de aanmelding daarvoor. De gedragswetenschapper van Altra komt met een voorstel voor de hulpverleningsdoelen, de taakverdeling tussen de medewerkers van Altra en Blijf Groep, op wie de hulpverlening wordt gericht (moeder, moeder-kind, kind individueel, kind in de groep) en welke modules ingezet moeten worden. Vervolgens stellen moeder, Blijf Groep en Altra in het gezinsactieplan onderling vast hoe de aanpak gaat verlopen. Op deze manier werken we vanuit een match tussen de problemen en de aangeboden hulp (matched care benadering) en is er afstemming over een goede aansluiting van de hulp.
De uitvoering Hoe de uitvoering op cliëntniveau verloopt, wordt op verschillende manieren beoordeeld en bijgesteld. Ten eerste zijn er de zeswekelijkse besprekingen van het gezinsactieplan. Onder leiding van de moeder wordt hierin het gezinsactieplan met de verschillende disciplines van Blijf Groep en Altra besproken. Daarnaast is er uitwisseling tussen medewerkers van Blijf Groep en Altra mogelijk, zolang deze betrekking heeft op het (geboden) aanbod. Als dat nodig is kan er altijd een gesprek worden gepland met de moeder, Altra en Blijf Groep. Bijvoorbeeld als er grote zorgen zijn om de veiligheid van een kind. Meer algemeen ten slotte wordt de uitvoering van de hulpverlening gevolgd via het zogenaamde monitorformulier. Daarin staat onder andere beknopt vermeld wanneer een moeder is ingestroomd en uitgestroomd, wanneer Altra is gestart en wat de reden van interventie is geweest. De medewerkers van Altra vullen het monitorformulier in. Het formulier heeft als doel de betrokken medewerkers te informeren over de laatste stand van zaken.
Het besluit om de inzet van Altra af te ronden, vindt in onderling overleg plaats tijdens een gezinsactieplanbespreking. Als een moeder uitstroomt naar een zelfstandige woning is ambulante hulp van Altra in het kader van nazorg mogelijk.
12
4
Resultaten
Het primaire doel van beide organisaties is de veiligheid van de kinderen te waarborgen. Door specialistische hulp dichtbij en in de opvang te organiseren, hopen de partners weerstanden bij de moeders tegen jeugdzorg te verminderen en de drempel voor gespecialiseerde zorg te verlagen. Daarnaast beogen Altra en Blijf Groep de begeleiding verder te professionaliseren.
De criteria voor het succes van de samenwerking zijn: •
wanneer het kind en de moeder naar tevredenheid hulp hebben ontvangen van Altra en zij dit ervaren als een meerwaarde;
•
als Altra tien afgeronde hulpverleningstrajecten in 2011 heeft behaald;
•
als de samenwerking op de werkvloer tussen Blijf Groep en Altra naar tevredenheid is verlopen.
Welke resultaten zijn er na een klein jaar behaald? Voor deze notitie is geen evaluatieonderzoek gedaan. Op grond van een gesprek met een aantal moeders komt een globaal beeld naar voren, dat door de medewerkers wordt ondersteund. Dit beeld moet nader onderzocht worden.
4.1
Resultaten voor de moeders en de kinderen
Waarborgen veiligheid Door de inzet van de gedragswetenschapper van Altra en de diagnostiek (intake, vragenlijsten), zijn de screening en de overdrachtsmomenten voorzien van een betere check op de veiligheid en op de opvoedingssituatie van de kinderen. Het streven van Altra en Blijf Groep is dat voor alle kinderen die van de crisisopvang naar Begeleid Wonen gaan een diagnostische screening mogelijk is. Daarnaast is begeleiding van de moeder door Altra mogelijk als veiligheid van kinderen een rol speelt.
Laagdrempelig, toegankelijk en dichtbij De moeders die contact hebben (gehad) met Altra zijn hierover zeer tevreden. Uit het groepsgesprek met vijf vrouwen komen een aantal punten naar voren die de moeders belangrijk vinden.6 De moeders zien als pluspunt dat de hulp in huis geboden wordt door een bekende persoon. Daardoor is het laagdrempelig en toegankelijk. De hulpverleners van Blijf Groep en de moeders geven aan dat de medewerkers van Altra de vragen van de moeders goed kunnen vertalen en hen daardoor snel en adequaat steun kunnen verlenen.
“Altra heeft laten weten dat ik langs kan komen als ik problemen heb. En als de medewerker in huis is dan kan je altijd aankloppen.”
6
Bij het groepsgesprek waren 5 vrouwen aanwezig, zij hadden samen 8 kinderen. Hun verblijfsperiode in Begeleid Wonen varieert van 1 tot 5 maanden 3 van de 5 vrouwen hebben contact met Altra gehad. 2 vrouwen hebben een aantal maanden hulp van Altra, 1 vrouw heeft een kort, eenmalig contact gehad.
13
“Altra helpt mij om beter om te gaan met mijn kind. We praten over de toekomst en het verleden. Door deze gesprekken word ik rustiger. Ik heb het idee dat ik daardoor makkelijker contact heb met mijn zoon. Als ik rustiger met mijn zoontje omga dan wordt mijn zoon ook rustiger.”
“Toen (bij het overdrachtsgesprek) is mij verteld dat Altra hier in huis zit en dat Altra mij zou kunnen helpen. En dat zij kunnen bemiddelen. Dezelfde week zijn ze met mij aan de slag gegaan. Ik vond het goed dat Altra gelijk is ingegaan op mijn vraag. Zij hebben mij ondersteund en advies gegeven bij de omgangsregeling.”
“Je hebt een bekend persoon in huis.”
De moeders geven aan dat zij niet graag buiten de deur hulp willen zoeken. Deels komt dit omdat zij hun kinderen bij voorkeur niet alleen in Blijf Groep achter willen laten, maar het komt ook omdat zij niet goed weten waarvoor ze bij welke organisatie kunnen aankloppen.
“Mijn kind heeft veel meegemaakt en is daardoor erg eenkennig. Ik laat haar niet zo graag alleen achter.”
“Altra heeft mij erg goed geholpen en ze hebben mij snel geholpen. Anders had ik steun buiten de deur moeten zoeken. Maar waar en bij wie? Ik zou niet snel naar jeugdzorg gaan want dat klinkt zo zwaar.”
Korte lijnen naar gespecialiseerde hulp De aanmelding en het motiveren van vrouwen voor de hulp van Altra gaat redelijk goed. De praktijk leert dat het vertrouwen van de moeders in de hulpverleners van Blijf Groep, positief is voor de aanmelding bij Altra. Het is daarom van belang dat er voldoende draagvlak is voor de inzet van Altra onder de medewerkers van Blijf Groep.
De meeste vrouwen lijken niet goed op de hoogte te zijn van het begrip jeugdzorg (tegenwoordig spreken we over jeugd & opvoedhulp), de verschillen tussen instellingen en het verschil tussen Altra en Bureau Jeugdzorg in het bijzonder. De moeders benadrukken dat het belangrijk is dat goed uitgelegd wordt wat Altra doet en wat het verschil is tussen Altra en Bureau Jeugdzorg. De hulpverleners van Blijf Groep voegen daaraan toe dat Altra het onderscheid tussen verschillende vormen van (jeugd)zorg duidelijk hebben uitgelegd. De term jeugdzorg is inmiddels door positieve ervaringen minder beladen.
De medewerkers van Altra op locatie zorgen ervoor dat de toegang tot andere vormen van (gespecialiseerde) jeugd & opvoedhulp sneller verloopt. Over de afbakening van taken met Bureau Jeugdzorg en de informatievoorziening aan Bureau Jeugdzorg en hoe dat geregeld wordt, zijn duidelijke afspraken gemaakt.
14
‘’Ook het inschakelen van andere jeugdzorg werkt via Altra sneller, dat is erg prettig en motiveert iedereen. Vroeger was de route trager en omslachtiger. En er waren veel wachtlijsten. Dat loopt nu via kortere lijnen.” Medewerker Blijf Groep
Eén hulpverlener Altra begon met twee verschillende functies: een pedagogisch medewerker en een ambulante medewerker. In de praktijk bleek dat het voor moeders soms te belastend is om naast de hulpverleners van Blijf Groep, er nog twee hulpverleners bij te krijgen. De taakinhoud is inmiddels aangepast zodat de moeders voortaan maar met één Altra-hulpverlener te maken hebben. Dit werkt beter, de lijn tussen moeder en Altra is duidelijker geworden.
Zijn moeders tevreden? Uit het groepsgesprek met enkele moeders en de reacties van de medewerkers van Blijf Groep komt naar voren dat de vrouwen die hulp hebben ontvangen van Altra, hierover tevreden zijn. Een deel van de moeders ziet door eigen ervaring of van horen zeggen de meerwaarde van de inzet van Altra in Blijf Groep. Zij vinden het een goed idee als deze hulp uitgebreid wordt naar andere Blijf Groep huizen.
Sommige moeders willen geen ondersteuning van Altra. De redenen hiervoor zijn divers: er is al contact met Bureau Jeugdzorg (gezinsvoogdij bijvoorbeeld), de moeder heeft weerstand tegen hulpverlening in het algemeen of een voorkeur voor andere hulp. Ook verhuizing uit Blijf Groep is soms een reden om van hulp van Altra af te zien. Het is aan te raden hier meer structureel aandacht aan te geven.
4.2
Resultaten voor de instellingen
De inhoud van de hulp en de tijdsinzet van Altra is erg verschillend geweest. Er zijn nog onvoldoende trajecten afgerond om valide conclusies te kunnen trekken over de inhoud van de hulp, de tevredenheid van moeders en kinderen of het behalen van de hulpverleningsdoelen. Dit zijn onderwerpen voor evaluatie-onderzoek, evenals de vraag waarom sommige moeders geen ondersteuning van Altra willen.
Hoeveel hulp? De samenwerking van Altra en Blijf Groep richt zich op vrouwen in de opvang van Blijf Groep in Amsterdam en de Zaanstreek met kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar.
7
In 2011 waren er in
de locaties waar dit project is uitgevoerd - Begeleid Wonen Amsterdam en Begeleid Wonen Zaanstreek - 108 kinderen8.
7 Om een indruk te geven van de potentiële doelgroep voor deze samenwerking: in 2010 waren er in de crisisopvang, de 24-uursopvang en begeleid (zelfstandig) wonen van Blijf Groep in de regio Amsterdam in totaal 404 cliënten met 357 kinderen. 8 Vanuit de crisisopvang stromen er ook vrouwen zonder kinderen door naar Begeleid Wonen. De groepssamenstelling in Begeleid Wonen en de mate waarin er moeders met kinderen wonen, verschilt dus van tijd tot tijd.
15
In de periode september 2011 tot en met augustus 2012 zijn er in totaal 28 kinderen ingestroomd in de locatie Begeleid Wonen Zaanstreek. In iets meer dan de helft van de gevallen is er hulp van Altra ingezet. Voor de locatie Begeleid Wonen Amsterdam zijn deze gegevens (nog) niet bekend. Gezien het feit dat in deze periode de inzet van Altra is geïmplementeerd, lijkt dit een goed resultaat.
Op grond van de problematiek bij de kinderen in Blijf Groep moet volgens Blijf Groep en Altra het uitgangspunt zijn dat alle kinderen die van de crisisopvang naar begeleid wonen doorstromen, diagnostisch gescreend kunnen worden. Gespecialiseerde jeugd & opvoedhulp tijdens of na verblijf in Blijf Groep is naar schatting in 50-60% van de gevallen nodig. Hoeveel en welke vormen van gespecialiseerde jeugd & opvoedhulp voor deze doelgroep nodig zijn, moet nog nader onderzocht worden.
Meerwaarde voor professionaliteit De medewerkers van Blijf Groep hebben duidelijk profijt van de expertise van Altra op het gebied van opvoeding bij gedragsproblemen. Zo kunnen zij moeders met complexe opvoedkundige vragen verwijzen naar de medewerkers van Altra. Omdat deze expertise nu in huis zit, kan er snel gehandeld worden en dat biedt stabiliteit in huis. Voor Altra is het voordeel dat zij de deskundigheid van Blijf Groep op het gebied van huiselijk geweld leren kennen. Naast de opvoedingsondersteuning voor de moeders en de individuele hulp voor kinderen zijn er ook andere vormen van samenwerking tussen Blijf Groep en Altra mogelijk, bijvoorbeeld themabijeenkomsten en trainingen. Zo hebben medewerkers van Altra meegewerkt aan een training ‘Gevoelens en Zo’ van Blijf Groep bij een gezin thuis. Altra kan, omdat zij ambulant buiten het huis werkt, eveneens een rol vervullen bij vervolghulp en bij de nazorg.
Over de samenwerking Altra en Blijf Groep zijn tevreden over de samenwerking en het vertrouwen in elkaar. De voordelen van de samenwerking tekenen zich duidelijk af voor de moeders en de kinderen. Hulp is sneller inzetbaar en moeders ondervinden steun bij het opvoeden. Door de diagnostische screening van Altra van de kinderen is er meer expertise beschikbaar voor de check op veiligheid. Weerstanden van moeders tegen jeugd & opvoedhulp verminderen en het toegankelijker maken van meer gespecialiseerde zorg lukt ook. Altra en Blijf Groep zien de samenwerking als een leerproces waarin (nog) steeds stappen worden gezet en waar beide kanten van profiteren. Er is in dit jaar veel bereikt. Dit is vooral te danken aan de open communicatie waardoor standpunten, ook als die verschillen van elkaar, uitgesproken kunnen worden. Belangrijk is verder dat men over en weer elkaars expertise respecteert. Ook is het succes mede te danken aan het enthousiasme bij Blijf Groep en de inzet en pioniersgeest van de Altra-medewerkers.
De toekomst De komende tijd willen Altra en Blijf Groep de samenwerking voortzetten en verder uitbouwen. Deze samenwerking is gerealiseerd uit de bestaande budgetten van beide instellingen. De hoop is dat deze vorm van multifocaal samenwerken ook na de transitie van de jeugdzorgtaken naar de gemeenten, mogelijk blijft. 16
5
Aandachtspunten en tips •
Projectstructuur: Er is een projectgroep en een stuurgroep ingesteld voor de uitvoering en de voortgang van het project. De ervaringen die in de locaties op de werkvloer zijn opgedaan, zijn daar besproken. Het werkproces is op basis van die ervaringen bijgesteld en heeft zo steeds duidelijker vorm gekregen.
•
Cliëntinformatie: Er is voor de moeders een folder gemaakt die inzicht geeft in wat de samenwerking inhoudt en wat Altra te bieden heeft.
•
Laagdrempelig contact voor moeders: Er zijn in het begin groepsvoorlichtingen gegeven voor moeders over het aanbod van Altra. Daarnaast is aan moeders de mogelijkheid van individuele kennismakingsgesprekken geboden. Vanwege het persoonlijke karakter wilden sommige moeders hun vragen liever in een individueel gesprek stellen.
•
Kennismaking met elkaars instellingen: In de implementatiefase is er veel tijd geïnvesteerd in de kennismaking van de medewerkers van Altra met Blijf Groep teams, door mee te lopen en vast te stellen waar het beste aangehaakt kon worden.
•
Taakafbakening: Er is ook gekeken naar welke bijdrage Altra in welke fase kon leveren en hoe de taken met de medewerkers van Blijf Groep afgebakend moesten worden. Het is belangrijk om de afbakening goed te regelen omdat dat onduidelijkheid voor medewerkers onderling en voor de moeders voorkomt.
•
Bereikbaarheid: Het regelen van allerlei praktische zaken zoals de bereikbaarheid, de beschikbaarheid van de medewerkers van Altra- en de onderlinge communicatie (uitwisseling van informatie en registratie) door afspraken en het beschikbaar stellen van middelen van Blijf Groep.
•
Voortbouwen op ervaring: Er zijn werkbezoeken afgelegd bij soortgelijke initiatieven in andere steden. Dat leverde bruikbare ideeën op.
Neem de tijd voor implementatie en voorbereiding!
•
Zorg vooraf voor draagvlak bij team en teamleiding via inwerken e.d.
•
Zorg voor een heldere taakverdeling en afbakening onderling, dat voorkomt onduidelijkheid bij de uitvoering
•
Regel van te voren allerlei praktische zaken op het gebied van privacy en registratie
•
Neem de samenwerkingsafspraken met andere partners zoals Bureau Jeugdzorg door
•
Groepsvoorlichting is in de implementatiefase nodig om bekendheid te krijgen, maar moet regelmatig herhaald worden, omdat de samenstelling in huis van groepen en teams regelmatig verandert.
•
Vraag moeders met ervaring of zij hierover wat willen vertellen in de groepsvoorlichting
•
Stimuleer hechtere samenwerking /afstemming tussen jeugd & opvoedhulp en kinderwerk over de individueel te volgen gedragslijn via de besprekingen van het gezinsactieplan.
•
Houd elkaar betrokken door regelmatig uit te wisselen over de voortgang en tussentijdse resultaten van de samenwerking op terugkerende momenten te bespreken
17
•
Houd rekening met ruimte om te experimenteren met de samenwerking en hoe de verschillende partijen daarin zich moeten positioneren.
•
Pas op dat je in de hulpverlening niet te normatief / kritisch bent op het moederschap. Dit geldt ook voor andere partners in de samenwerking met Bureau Jeugdzorg en Raad. Wees er alert op.
18
6
Bijlagen
Wat biedt Blijf Groep? Blijf Groep biedt de basale zorg voor de moeders en hun kinderen. Dat omvat crisiszorg, 24uurszorg, begeleid wonen. Verschillende disciplines bij een cliënt betrokken: kinderwerk, groepswerk en maatschappelijk werk. •
Alle kinderen hebben een vaste medewerker om mee te praten binnen het kinderwerk.
•
Het kinderwerk heeft diverse activiteiten en interventies, met name gericht op het bevorderen van de basale ontwikkeling van kinderen, het hanteren van gedrag en het leren omgaan met emoties.
•
Er is een kindvriendelijke ruimte, zorg voor rust en ontspanning bij zowel de ouder als het kind.
•
Ouders krijgen lichte opvoedingsondersteuning, tips en adviezen gericht op zaken als dagstructuur, veiligheid (niveau Triple P 1 en 2), kortdurende VideoHometraining.
•
Er is aandacht voor ouderschap, het sociale netwerk, het persoonlijk functioneren van de ouder, de financiën, veiligheid, woonsituatie, dagbesteding. Zo nodig signaleren en toeleiden naar vervolghulpverlening en/of (trauma)behandeling.
•
Er is aandacht voor het contact met de vader/partner.
•
Ouders worden ontlast door opvang van de kinderen.
Voor kinderen van 0-10 jaar: •
Tijd voor Toontje: een steunend en stabiliserend programma voor kinderen en hun moeders in de opvang, die huiselijk geweld in het gezin hebben meegemaakt.
Voor kinderen van 6-12 jaar: •
Gevoelens en zo.
•
Bij vertrek wordt er een veiligheidsplan opgesteld.
•
Blijf Groep werkt met Signs of Safety.
Voor meer info zie www.blijfgroep.nl.
Wat biedt Altra ? Altra biedt diagnostische screening door een gedragswetenschapper. Daarna kan cliëntspecifieke individuele of groepsgerichte hulp op maat volgen.
Voor moeder en kind: •
Opvoedingsondersteuning voor moeilijker gedrag Triple P niveau 3, 4 en 5
•
Oppakken van wensen/zorgen uit veiligheidsplannen, al dan niet m.b.v. Signs of Safety
•
Vervolg op kortdurende VideoHomeTraining
•
Families First (bij dreigende uithuisplaatsing)
•
Oppakken van vermoedens van kindermishandeling
•
Ondersteuning bij aanbrengen van dagstructuur bij kinderen met moeilijk, afwijkend gedrag
•
Spelbegeleiding tussen moeder en kind
•
Training Opvoeden onder Stress (module van Triple P) 19
•
Opvoedondersteuning bij ontkenning van problemen
•
Interventies gericht op voorkomen en stoppen van kindermishandeling
Voor kinderen van 4-12: •
Sociale vaardigheidstrainingen
•
Sociale emotionele trainingen
•
Weerbaarheidstrainingen als Rots en Water; Kiezel en Druppel
•
Filosoferen met kinderen
•
Jij en je scheiding JES
•
Individueel behandelaanbod
Voor meer info zie www.altra.nl
20
Dit stroomschema laat zien hoe de Samenwerking tussen Blijf Groep en Altra verloopt vanaf de opname van een cliënt tot de uitstroom. Crisisopvang Onderzoeksperiode
Motiveren voor hulp van Altra
Begeled Wonen en Satellieten Amsterdam en Zaanstreek Kennismakingsgesprek Moeder, Altra en Blijf Groep Handelingsgerichte diagnostiek & veiligheidstaxatie
Toestemmingsverklaring om hulp Altra te starten
Diagnose en advies behandelplan
Gezinsbegeleiding Gezinsplan bespreking Moeder, Altra en Blijf Groep (1x6 weken)
Beslis moment Kindbegeleiding, Kindveiligheidsplannen, Gevoelens Enzo, Tijd voor Toontje, Optie: Triple P 1-2, K-VHT,
Gezamelijk groepsaanbod voor de kinderen
Traject Altra, individueel en groepsgericht, gericht op veiligheid, trauma en hechting. Voor opvoeder en kind. (bijv. VIB, Families First, Signs of Safety, Triple P 3-5)
Zelfstandig wonen
Nazorg
Gezinsplan Bespreking Moeder, Altra en Blijf Groep
Vervolg Traject Altra
Legenda: Actie
Beslismoment
Document 21
Bronnenlijst •
Brilleslijper-Kater, S., Beijersbergen M., Asmoredjo J., Jansen C. en Wolf J.(2010) Meer dan bed, bad en broodje pindakaas, Profiel, gezondheid, welzijn en begeleiding van kinderen in de vrouwenopvang en de maatschappelijke opvang; Amsterdam, Uitgeverij SWP.
•
Dijkstra S. en Balogh, L. (2011); Ontwikkeling van een kindmethodiek bij Blijf Groep, een evaluatieonderzoek onder kinderen, medewerkers, moeders en vaders; Utrecht. Bureau Dijkstra in opdracht van Blijf Groep.
•
Geutjes S., Poortinga, N., Petrovic-Dadic, D. (2011); Werkboek De Oranje-huis-aanpak, Blijf van m’n Lijf nieuwe stijl; Amsterdam, Blijf Groep.
•
Reijmers, E., Geutjes, S., Evertz, K. en Poortinga, N. (2011); de Oranje-Huis-aanpak, Blijf van m’n Lijf nieuwe stijl; Blijf Groep Amsterdam.
•
Pels T. , Lunneman, K. en Steketee, M. (red.) (2011) Opvoeden na partnergeweld, ondersteuning van moeders en jongeren van diverse afkomst ; Utrecht, Verwey-Jonker Instituut..
•
Verhoeven, W. en Dijkstra, S. (2010). Kinderen en kinderwerk in de vrouwenopvang, een onderzoek naar kenmerken van kinderen en hun gezinnen, interventies en het handelen van professionals; Breda: Avans Hogeschool, lectoraat vrouwenopvang en huiselijk geweld.
22