Visie Sociaal Domein Rhenen Een vitale samenleving is nooit blut!
Opsteller rapport: Mr Joost P.A. Spithoven REIM Datum:
2 oktober 2013
Kenmerk:
Rhenen/JPAS
Status:
Concept - eind versie
Inhoudsopgave
Visie Sociaal Domein
Inhoudsopgave
Pagina Samenvatting
5
1.
Inleiding Omslag in het sociale domein Lokale opgaven en de centrale vraag Traject visieontwikkeling Vervolg visie Raadsbehandeling
7
Visie op het sociaal domein Visievorming ‘Streefbeeld vitale samenleving!’ Principes Inzichten Bijdrage gemeente op basis van overheidsparticipatieladder Doorvertaling naar drie andere lokale opgaven
8
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
7 7 7 7 7 8 8 8 9 9 9
Rhenen in cijfers Bestaande zorg in cijfers en getallen Participatie Jeugd (0 t/m 23 jaar) Maatschappelijke Ondersteuning Wat zeggen al deze cijfers over het sociaal domein? Omslag van doelgroepen naar leefsystemen
10
Sociaal kapitaal Rhenen Bedoeling en opzet onderzoek sociaal kapitaal Uitkomsten Rhenen Extra aandachtspunten Verhalenweb met 60 verhalen
12
Uitkomsten lokale conferenties Werkconferentie met professionals Werkconferentie met bewoners Gesprek met groep jongeren
14
Maatschappelijke agenda Opzet en gebruik agenda Inhoudelijke agendapunten 2013-2014 Verwerking
16
Vraaggerichte aanpak De kern van vraaggericht werken Integrale toegang ICT, informatie en informatiemanagement
17
Nieuw samenspel Ander lokaal en regionaal samenspel Zienswijze ten aanzien van de lokale spelers Gemeentelijke verantwoording Maatschappelijk initiatief en participeren Beleidsparticipatie van de toekomst Andere invulling overheidssturing Vormgeven regionale samenwerking
18
10 10 10 11 11 11 12 12 13 13 14 15 15 16 16 16 17 17 17 18 18 19 19 19 19 19
Visie Sociaal Domein
Inhoudsopgave
Pagina 9.
Nieuwe werkwijze burgers en professionals Gelijkwaardigheid Nieuwe werkwijze professionals Kerngericht werken met sociale teams ‘Buurtleerbedrijf’ per kern Combinatie ‘Buurtmarktplaats’
21 21 21 21 21 22
10. Integraal beleidskader Toekomstig integraal beleidskader Kaderstelling vanuit 3 invalshoeken Aanknopingspunten decentralisatieprocessen
23
11. Vervolgstappen in het sociaal domein Doorlopende algemene publieksvoorlichting Specifieke communicatietrajecten Integraal beleidskader Drietal beleidsplannen en verordeningen Programmatische sturing Organisatieontwikkeling ambtelijke organisatie
26
23 24 25 26 26 26 26 26 26
Samenvatting
Visie Sociaal Domein
Samenvatting Inleiding De gemeenteraad van Rhenen heeft op 28 mei 2013 de Contouren voor de Visie op het Sociaal Domein vastgesteld. Daarmee onderschreef de raad het idee dat het wenselijk is dat bij de omslag van verzorgingsstaat naar netwerksamenleving, burgers veel meer zelf en onderling hun eigen welzijn en zorg gaan organiseren. En dat in het verlengde daarvan de welzijns- en zorginstellingen samen integraler en vraaggerichter gaan werken. Met de vaststelling van deze contouren heeft de gemeenteraad het ‘speelveld’ afgebakend, waarbinnen Rhenen de visie en bijbehorende opgaven invulling wil geven. Vervolgens heeft ons college als het dagelijks bestuur van de gemeente het traject uitgezet om daarmee aan de slag te gaan. Voor u ligt de uitwerking van deze contouren. Deze visie wordt op 12 november 2013 ter vaststelling aan de gemeenteraad voorgelegd. In deze visie wordt vooral de kernachtige aanpak van de menselijke maat in het sociaal domein benadrukt. De gemeente Rhenen wil als een zelfstandige gemeente met het oog op- en met gevoel voor de kleinschaligheid van het gezinsleven, op heldere wijze invulling geven aan de taken binnen het sociaal domein. Op de eerste plaats door als gemeente enkel zaken te reguleren als het moet, zaken te regisseren met beroepskrachten waar het past en mensen in het sociaal domein te stimuleren en faciliteren als het kan. Steeds vanuit het vertrekpunt dat mensen vanuit hun eigen huishouding (zoveel mogelijk) op eigen kracht invulling kunnen geven aan hun leven, in een veilige en vertrouwde leefomgeving. Op de tweede plaats door vooral het sociaal kapitaal in de kernen Achterberg, Elst en Rhenen met hulp van maatschappelijke organisaties en professionals (nog meer) te vitaliseren. Het betreft het versterken van de informele netwerken van mensen, die binnen de straten en buurten in deze kernen hun talent en energie voor elkaar inzetten in het dagelijkse leven. Daarmee wordt vooral de menselijke maat teruggebracht in het sociaal domein. De verzorgingsstaat ontwikkelt zich door naar een doe-het-zelf-benadering, waarbij de mensen niet langer de dragers van problemen zijn, maar vooral de eigenaars van de oplossingen. Van burgers die zorg of ondersteuning nodig hebben wordt verlangd dat ze in eerste instantie zelf bedenken hoe ze hun gezondheid en welzijn zo goed mogelijk op peil houden. Om vervolgens als het kan dat zelf of met hulp vanuit hun eigen sociale omgeving te regelen. Zoveel mogelijk in overeenstemming met en passend bij de eigen huishouding. Deze omslag in denken en werken binnen het sociaal domein krijgt de komende jaren een stevige impuls door de drie decentralisatieprocessen van het rijk naar de gemeenten. Bij de decentralisatie van de jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en participatie is het motto: “Eén gezin, één plan, één regisseur”. De gemeente Rhenen krijgt door deze decentralisaties een centrale rol binnen het sociaal domein. Allereerst omdat de gemeente dicht(er) bij de burgers staat. Vervolgens verwacht het kabinet langs deze weg de effectievere en efficiëntere inzet van de middelen in het sociaal domein te bewerkstelligen. De afgelopen jaren is binnen de gemeente Rhenen vanuit het Centrum voor jeugd en gezin al veel ervaring opgedaan met anders (samen)werken, de ouders en het kind centraal zetten en gebruikmaken van een netwerkstructuur. In dit visiedocument zetten wij als college het streefbeeld neer van de ‘Vitale Samenleving’. Een gemeenschap die er met elkaar voor zorgt dat iedereen in de gemeente Rhenen hier zo gezond en zo prettig mogelijk leeft. Om hiermee te starten hebben wij een maatschappelijke agenda opgesteld op basis van de huidige Rhenense behoeften en gesprekken met (vertegenwoordigers van) bewoners en professionals van organisaties. Aan de hand van deze agenda, relevante statistische gegevens over het welzijn en de gezondheid van de inwoners van Rhenen en het streven van Rhenen een vitale samenleving te maken, gaan we vervolgens invulling geven aan de overige drie lokale opgaven. Deze drie opgaven zijn voorwaardelijk om onze visie op het sociaal domein ook werkelijk te realiseren. Deze drie opgaven betreffen vraaggericht werken (passend bij de behoefte van de gezinshuishouding), het nieuwe lokale samenspel tussen de verschillende betrokkenen en de andere werkwijze tussen burgers en professionals. In dit visiedocument gaan wij uitgebreid op deze lokale opgaven in. Daarmee geven wij antwoord op de vraag die bij de Contouren van de Visie is gesteld: Hoe gaan wij ons als gemeente opstellen in het sociaal domein?
Pagina 5
Visie Sociaal Domein
Samenvatting
Met onze visie op de omslag en onze gedachten over het bijbehorende instrumentarium willen wij u deelgenoot maken van deze transformatie. Wij hebben elkaar allemaal hard nodig om daadwerkelijk invulling te geven aan de vitale samenleving in Rhenen. Jaarlijks willen wij als politiek bestuur met onze burgers en professionals in gesprek gaan over de vorderingen en met elkaar de maatschappelijke agenda actualiseren om zo die vitale Rhenense samenleving dichterbij te brengen. Wij vertrouwen daarbij op de kracht die bij onze burgers aanwezig is. Het vitaliseren van dat sociaal kapitaal is veel wezenlijker, dan doorgaan met het inzetten van de bestaande systemen op het gebied van de jeugdzorg, de maatschappelijke ondersteuning en de participatie. In het essay ‘Een vitale samenleving is nooit blut’ wordt daar dieper op ingegaan, Voorliggende visie gaat nader in op het kader dat het essay ‘Een vitale samenleving is nooit blut’ schildert. Wij willen hiermee een richting aangeven, die vanuit onze verantwoordelijkheid de juiste lijkt om die nieuwe samenleving met elkaar te omarmen en invulling te geven. Samen ons sociaal kapitaal gebruiken en versterken. Deze visie is tot stand gekomen met de nodige inzet en medewerking van veel betrokken inwoners en beroepskrachten. Wij zijn hen hier heel dankbaar voor.
Rhenen, 15 oktober 2013 Burgemeester en wethouders van Rhenen
Pagina 6
Inleiding
1.
Visie Sociaal Domein
Inleiding Omslag in het sociale domein
Zelforganisatie van de samenleving komt meer en meer centraal te staan in het sociaal domein. Burgers die zelf en onderling hun eigen welzijn en zorg organiseren. Meer gericht op eigen verantwoordelijkheid en sociale activering. Voor jezelf en de ander te zorgen, met respect voor ieders leefsysteem. Mensen horen zoveel mogelijk in hun eigen leefomgeving ondersteuning te krijgen, waardoor ze zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven meedoen in de samenleving. Deze zelforganisatie is enerzijds een logische ontwikkeling voortkomend uit maatschappelijke ontwikkeling; anderzijds bestaat er de financiële noodzaak om met zelforganisatie de oplopende kosten van de zorgsector terug te dringen. In de Contouren Visie Sociaal Domein – die door de gemeenteraad op 28 mei 2013 is vastgesteld – heeft het College deze omslag van de verzorgingsstaat naar de netwerksamenleving betiteld als de transformatie van een van ‘maakbare samenleving’ naar een samenleving waar mensen vooral zelf met elkaar invulling geven aan sociaal domein. Voor de inwoners van de gemeente Rhenen en de professionals die voor hen op de verschillende leefgebieden actief zijn, heeft deze omslag in het sociaal domein een forse impact. De impact van deze omslag wordt nog eens versterkt door de decentralisatie van de jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en participatie, met als motto: “Eén gezin, één plan, één regisseur”.
Lokale opgaven en de centrale vraag In de contouren van de visie hebben wij aangegeven dat wij ons bij deze omslag willen richten op de vier lokale opgaven van het VNG- rapport ‘Bouwen op de kracht van burgers’: 1. visievorming vanuit de gemeente; 2. organiseren van een vraaggerichte aanpak; 3. creëren van een nieuw lokaal samenspel; 4. invulling geven aan de nieuwe werkwijze voor de burgers en professionals (gericht op concrete uitvoering). Aan de hand van deze vier opgaven willen wij in dit visiedocument mede de vraag beantwoorden: Hoe gaan wij ons als gemeente opstellen in het sociaal domein?
Traject visieontwikkeling Om meer te weten te komen over de vraagstukken, inzichten, maar ook de kracht van onze bewoners en professionals in Rhenen, hebben wij in het traject visievorming de volgende stappen ondernomen. Er is een onderzoek gehouden onder bewoners in de drie kernen, gericht op het kunnen versterken van het ‘ sociaal kapitaal’ van mensen. Vervolgens zijn er drie bijeenkomsten georganiseerd met professionals, bewoners en jongeren om zicht te krijgen op onderwerpen, die verband houden met de maatschappelijke agenda.
Vervolg visie Dit visiedocument, is het resultaat van deze stappen. Als gemeente zetten wij daarmee de ‘stip op de horizon’ voor een nieuwe maatschappelijke ordening vanuit het sociaal domein. Wij willen met deze visie en de (beleids)stukken die nog volgen, helder aangeven wanneer en hoe de gemeente inwoners die zich (tijdelijk) niet kunnen redden activeert en ondersteunt waar nodig. Deze visie vormt weer de basis voor het integraal beleidskader dat Rhenen in het sociaal domein wil gaan hanteren. Het integraal beleidskader is de kapstok waaraan we de drie decentralisatieprocessen vanuit het rijk kunnen ophangen en daarmee de beleidsmatige overkoepeling voor de drie toekomstige (uitvoerende) beleidsplannen binnen het sociaal domein: Jeugdbeleidsplan, Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning en Participatiebeleidsplan.
Raadsbehandeling Het Visiedocument wordt 12 november 2013 in de gemeenteraad behandeld. Volgens de huidige plannen komt het Integraal Beleidskader januari 2014 in de raad en de (uitvoerende) beleidsplannen Jeugd, Maatschappelijke ondersteuning en Participatie in februari 2014. Pagina 7
Visie Sociaal Domein
2.
Visie op het sociaal domein
Visie op het sociaal domein
Visievorming Met de omslag van de verzorgingsstaat naar een netwerksamenleving met zelforganisatie hebben we met elkaar nog geen beeld hoe die samenleving eruit komt te zien. Daarom zetten wij bij het maken van de omslag van het huidige naar het nieuwe ‘het streefbeeld van de vitale samenleving’ neer. Met een aantal principes en inzichten geven wij onze visie weer op het realiseren van deze vitale samenleving. In het verlengde daarvan hanteren wij voor de invulling van de gemeentelijke positie binnen het sociaal domein de overheidsparticipatieladder.
‘Streefbeeld vitale samenleving!’ In een vitale samenleving voorzien mensen zoveel mogelijk op eigen kracht in hun bestaan; ze zijn zelfredzaam en organiseren hun samenredzaamheid. De inwoners in Achterberg, Elst en Rhenen regelen hun zaken zelf binnen en met hun eigen omgeving. De wezenlijke behoeften van mensen vanuit hun eigen leefsysteem vormen het uitgangspunt. Waar interventies aan de orde zijn (van preventief tot curatief) spelen de vertegenwoordigers van verschillende organisaties zoveel mogelijk in op de eigen kracht van burgers binnen het eigen leefsysteem. Dat vraagt om een heel andere wijze van werken door instellingen en overheden. De gemeente weet wat er speelt in de verschillende gemeenschappen in het sociale domein en de openbare ruimte. De gemeente speelt daar op in met het creëren van een veilige leefomgeving, collectieve voorzieningen, preventief gezondheidsbeleid en het ontsluiten van zorg op maat naar gezinnen en individuen. Professionals en bewoner(s) zijn samen verantwoordelijk voor een integrale aanpak. De kracht van een vitale samenleving zit in de samenwerking tussen burgers onderling en in het verlengde daarvan tussen bewoners en professionals. Deze kracht komt tot stand door te investeren in vertrouwen, wederkerigheid en de diverse netwerken waarin mensen actief zijn. Deze investering vertaalt zich in een krachtige collectieve samenleving waarin een wisselwerking ontstaat tussen bewoner(s), belanghebbenden en de gemeente. Samen slaan ze met elkaar de brug tussen het nu en de vitale samenleving van morgen waarin iedereen meetelt, participeert en verantwoordelijkheid draagt. Goed opgroeien en opvoeden, zo lang mogelijk zelfstandig (blijven) wonen en meedoen naar vermogen. Dat willen we met elkaar als samenleving bereiken in gemeente Rhenen. Voor hulpbehoevende mensen wordt de dienstverlening zo vraaggericht en dichtbij mogelijk in de eigen omgeving georganiseerd. Op basis van het uitgangspunt ‘één huishouden, één plan en één regisseur’ wordt er dienstverlening op maat georganiseerd, die zowel kan bestaan uit informele en formele voorzieningen (arrangement). Voor ons is daarbij het benodigde arrangement in beginsel bepalend voor het vaststellen van het budget.
Principes In het sociale domein is het een publieke taak de samenleving zo in te richten, dat zoveel mogelijk mensen zich duurzaam kunnen ontplooien. In beginsel organiseert de vitale samenleving de benodigde duurzame zorg zélf. Wij hanteren vier principes als het gaat om de gemeentelijke opstelling in het sociaal domein: - we hebben vertrouwen in de sociale veerkracht en het zelforganiserende vermogen van burgers in het verlengde van de eigen regie op hun leven; - we vertrouwen op de verbindingen tussen mensen (het sociaal kapitaal) als drijvende kracht voor verdergaande vitalisering van de samenleving; de gemeente activeert of ondersteunt burgers, indien nodig, binnen de eigen omgeving; - de gemeente is duidelijk over haar rol en taakopvatting in het sociaal domein (waar zijn we wel van en waar niet van); waar we onze verantwoordelijkheid nemen, doen we dat door vraaggericht maatwerk te leveren; - we stimuleren innovatief samenwerken op lokaal en regionaal niveau om de omslag van de gespecialiseerde aanpak (curatief) naar de integrale werkwijze (preventief) te bewerkstelligen.
Pagina 8
Visie op het sociaal domein
Visie Sociaal Domein
Inzichten Op basis van de vier genoemde principes houden wij als gemeente bij al onze interventies in het sociaal domein steeds rekening met de volgende inzichten: 1. De samenleving is zeer complex en er is behoefte aan overzichtelijkheid; 2. Door de complexiteit van problematieken kunnen groepen mensen onevenredig worden belast. Dit moet worden voorkomen; 3. Door diverse oorzaken kunnen niet alle mensen zichzelf redden en benutten niet alle mensen hun eigen kracht. Dit lost zich niet vanzelf op; 4. De samenleving heeft baat bij vitalisering en er is een economische noodzaak tot vitalisering; 5. Door vitalisering wordt het probleemoplossend vermogen van de samenleving vergroot; 6. Door de individualisering is er sprake van een zekere afstand tussen mensen. Dit bemoeilijkt soms de versterking van het sociaal kapitaal van de samenleving 7. Voor het versterken van het sociaal kapitaal is een andere rol en houding van overheid, burgers en professionals noodzakelijk; 8. De samenleving bestaat uit veel verschillende leefstijlen en leefsystemen. Het is nodig om hier rekening mee te houden bij de invulling van ieders rol en houding.
Bijdrage gemeente op basis van overheidsparticipatieladder Van meet af aan hebben wij in het traject van visieontwikkeling aangegeven dat de gemeente Rhenen bij de itwerking van de vier lokale opgaven steeds de overheidsparticipatieladder als vertrekpunt hanteert. Wij onderschrijven daarmee dat het maakbaarheidsdenken te ver is doorgeschoten in ons overheidsbestel. Wij zijn voorstander van het mogelijk maken en versterken van zelforganisatie. Voor ons als gemeentelijke vertegenwoordigers betekent dit soms dat we moeten (durven) loslaten of ons moeten beperken tot faciliteren. Maar ook kan het zijn dat van de gemeente juist een sterk regisserende rol nodig is. Voor welke rol we als gemeente in welke situatie moeten kiezen is de overheidsparticipatieladder een goed hulpmiddel De vijf rollen volgens de overheidsparticipatieladder zijn: 1. 2. 3.
4. 5.
Loslaten: wanneer de overheid een taak helemaal loslaat, heeft ze inhoudelijk noch in het proces enige bemoeienis. Faciliteren: de overheid kiest een faciliterende rol als het initiatief van elders komt en zij er belang in ziet om dat mogelijk te maken. Stimuleren: de overheid heeft de wens dat bepaald beleid of een interventie van de grond komt, maar de realisatie daarvan laat ze over aan anderen. Ze zoekt slechts naar mogelijkheden om die anderen in beweging te krijgen. Regisseren: wanneer de overheid gehouden is tot- of kiest voor regisseren, betekent het dat andere partijen een duidelijke rol hebben, maar dat er belang aan wordt gehecht als overheid over het geheel de regie te voeren. Reguleren: het zwaarste instrument dat de overheid kan inzetten, namelijk regulering door wet- en regelgeving.
Doorvertaling naar drie andere lokale opgaven Onze visie op het sociaal domein (streefbeeld, principes & inzichten en de overheidsparticipatieladder) krijgt zijn doorvertaling bij de decentralisatieprocessen en de daarmee samenhangende drie lokale opgaven: vraaggerichte aanpak, nieuw lokaal samenspel en nieuwe werkwijze burgers en professionals. In de hoofdstukken 7 t/m 9 geeft het College van B & W de aandachtspunten aan die volgens hen bij die drie lokale opgaven aan de orde zijn. Deze zienswijzen worden besproken met organisaties en instellingen in het sociaal domein. Maar eerst zetten we in de hoofdstukken 3 t/m 5 de Rhenense context op een rij.
Pagina 9
Visie Sociaal Domein
3.
Rhenen in cijfers
Rhenen in cijfers
Bestaande zorg in cijfers en getallen Bij de contouren van de visie gold als vertrekpunt dat ruim tachtig procent van de inwoners het bestaan zelf invult en dat twintig procent af en toe of langer hulpbehoevend of zorgvragend is. Uitgaande van 19.000 inwoners betekent het dat in het sociaal domein gemiddeld gesproken een kleine 4.000 mensen extra aandacht vragen. Gemiddeld geldt dat de groep meest kwetsbare mensen (met meervoudige problematiek) vijf procent van de bevolking beslaat Dat komt in Rhenen neer op 950 mensen. Hieronder zetten we de werkelijke cijfers (eind 2012) uiteen.
Participatie Partcipatie Aantallen cliënten
Wet Werk en Bijstand (WWB) Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong)
31-12-2012 214 111 300
Sinds eind vorig jaar is er sprake van een duidelijke stijging van het aantal WWB-gerechtigden. Eind juni 2013 waren er 253 mensen met een WWB-uitkering. Het totaal aantal mensen met een Wsw-indicatie in Rhenen bedraagt 111. Hiervan verrichten er 64 beschutte arbeid. Er zijn 15 mensen gedetacheerd en vier mensen zijn ondergebracht bij een reguliere werkgever (begeleid werken). Van deze mensen is het overgrote deel (91%) matig arbeidsgehandicapt; 9% valt onder de categorie ‘ernstig arbeidsgehandicapt’. In Rhenen hebben 300 mensen een Wajong-uitkering. Van hen zijn er 17 deels arbeidsongeschikt, de overigen zijn volledig arbeidsongeschikt.
Jeugd (0 t/m 23 jaar) Jeugd Aantal aanmeldingen en acceptaties Bureau Jeugdzorg in 2012 Aantal cliënten in Jeugd & Opvoedhulp ingestroomd per 1-1-2013 Aantal cliënten in Jeugd-GGZ vanuit Zorgverkeringswet Aantal cliënten in Jeugd-LVB indicatie vanuit AWBZ per 1-1-2013 Aantal jeugdigen in Jeugdzorg Plus (gesloten Jeugdzorg) Aantal bij onderzoek betrokken jeugdigen Algemeen Meldpunt Gebruik Jeugdbescherming (beperking of ontneming van ouderlijk gezag minderjarige kinderen) Bureau Jeugdzorg in 2011
1-1-2012 76 32 129 50 3 (schatting) 16
Gebruik Jeugdreclassering (kinderen vanaf 12 jaar wegens strafbaar gedrag voor kinderrechter verschijnen) Bureau Jeugdzorg in 2011
30 10
Cijfers zijn afkomstig uit de Factsheet Jeugdzorg Food Valley 2013 – Vervolg op Nulbeeld 2012
Het aantal jeugdigen in Rhenen bedraagt 5.722. 125 van hen hebben in 2012 contact gehad met het Centrum voor Jeugd en Gezin. De website van het CJG is in 2012 4.066 keer bezocht.
Pagina 10
Rhenen in cijfers
Visie Sociaal Domein
Maatschappelijke ondersteuning Maatschappelijke ondersteuning AWBZ-Indicaties
1-1-2013
1a. Gehandicaptenzorg 1b. Verpleging en verzorging 1c. Geestelijke Gezondheidszorg
200 170 15 1. Intramuraal
2a. Begeleiding 2b. Verpleging en verzorging
385 195 265
2. Extramuraal
460
Totaal
845
Op de peildatum 1 januari 2013 waren er uit onze gemeente 845 cliënten met een geldige AWBZ CIZ-indicatie. Dit is een momentopname. Indicaties zijn voor verschillende periodes (3 maanden tot 15 jaar) geldig. De aantallen zijn exclusief de AWBZ-zorg die door Bureau Jeugdzorg is geïndiceerd (indicaties tot 17 jaar met een doorloop naar 23 jaar). Van de 845 cliënten waren er 370 75 jaar en ouder. Van de 845 indicaties waren er 385 intramurale indicaties en 460 extramurale indicaties. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de aantallen niet altijd aansluiten omdat om privacyredenen aantallen worden getoond vanaf 5 en er bovendien is afgerond op vijftallen. De cijfers zijn afkomstig van het CIZ.
Wat zeggen al deze cijfers over het sociaal domein? De cijfers zijn momentopnamen. Ze geven slechts een indruk van het aantal cliënten. Ze tonen ons hoeveel mensen gebruik maken van regelingen. Sommige huishoudens leggen beslag op meerdere regelingen in het sociaal domein. In het kader van de drie decentralisatieprocessen is het zaak dat de gemeente steeds scherper krijgt met welke aantallen en bijbehorende budgetten we kunnen rekenen. Bij de uitwerking van de Transitie-arrangementen Jeugdzorg hebben we in het derde kwartaal 2013 kunnen ervaren hoe ingewikkeld de rekenexercities zijn. Bij de drie gemeentelijke projecten Jeugd, Maatschappelijke ondersteuning en Participatie gaat per project nog de nodige tijd en aandacht besteed worden aan (het niveau van) de budgetten die beschikbaar komen.
Omslag van doelgroepen naar leefsysteem Door het maakbaarheidsdenken was de overheid de laatste decennia vooral gericht op doelgroepen. Zeker in de zorg zien we dat deze aanpak met steeds verdergaande specialisaties te ver is doorgeschoten. Minder specialismen, ontkokering en de regie op hun leven weer teruggeven aan de mensen zelf zijn daarom nu belangrijke vertrekpunten in het sociaal domein. In de contouren van de visie onderscheidden we zeven leefgebieden van mensen: zingeving, wonen, financiën, sociale relatie, lichamelijke gezondheid, psychische gezondheid en werk & activiteiten. Door de gesprekken en bijeenkomsten over de visievorming zijn wij tot de conclusie gekomen dat deze leefgebieden weliswaar wezenlijk zijn, maar niet onderscheidend als het gaat om maatschappelijke ondersteuning of zorgverlening. In een leefsysteem van mensen die ondersteuning of zorg nodig hebben is namelijk altijd sprake van een (unieke) mix van deze leefgebieden. Dat bevestigt de noodzaak om in het geval van zorg of ondersteuning steeds de vraag achter de vraag te zoeken binnen de desbetreffende huishouding. Iets wat ook altijd wordt beoogd met ondersteunend zijn aan het versterken van de eigen kracht van mensen.
Pagina 11
Visie Sociaal Domein
4.
Sociaal kapitaal Rhenen
Sociaal kapitaal Rhenen
Bedoeling en opzet onderzoek sociaal kapitaal Bij het creëren van sociale samenhang gaat het om verbindingen tussen mensen, die uiteindelijk samenwerking mogelijk maakt. De centrale gedachte erachter is dat ieder individu in meer of mindere mate relaties onderhoudt. Bij het onderhouden van relaties worden identiteit en sociaal kapitaal gezien als de belangrijkste bindfactoren. Identiteit ontstaat in een interactieproces (wie zijn wij? wat onderscheidt ons?) en legt daarmee de basis voor sociaal kapitaal van de verschillende netwerken. Op basis van onderling vertrouwen, wederzijds begrip en gedeelde normen en waarden worden vervolgens de talenten van mensen verbonden tot het sociaal kapitaal. Om te bepalen wat centraal staat in een netwerk van mensen en wat hen duurzaam bindt, dienen mensen daar zelf betekenis aan te geven. Om op het vlak van sociaal kapitaal in Rhenen meer te weten te komen, heeft de gemeente medio mei dit jaar meegewerkt aan het wetenschappelijk onderzoek ‘Vitale gemeenschappen’. Dit onderzoek is gehouden in vier kleinere gemeenten in Nederland. Vragen die gesteld zijn hadden betrekking op de leefbaarheid, buurtbeleving, participatie en sociale relaties in Rhenen. Met de resultaten wordt een beeld verkregen van hoe het met de leefbaarheid in de gemeente Rhenen is gesteld en hoe de burger actiever betrokken kan worden. Dit als context voor de visie. In Rhenen zijn 243 vragenlijsten afgenomen.
Uitkomsten Rhenen De belangrijkste bevindingen op basis van dit onderzoek: “De inwoners van de gemeente Rhenen staan graag voor elkaar klaar en voelen zich veilig. Wel merken ze een afstand tot de politiek. Ook weten ze niet goed hoe ze zich als vrijwilliger voor de buurt kunnen inzetten.” Voor de visie op het sociaal domein zijn de volgende uitkomsten van belang: Belangeloos Inwoners van Rhenen zijn onbaatzuchtig. Doen ze iets voor een ander, dan verwachten zij daar niet per se iets voor terug.
Intensief contact Er is groot sociaal vertrouwen. De inwoners kunnen met problemen terecht bij hun buren. De verbinding met de buren, familie en vrienden is intensief; de meeste mensen hebben meerdere keren per week contact. Dit gaat vereenzaming tegen.
Veiligheid Inwoners voelen zich veilig: ze durven elkaar aan te spreken in de openbare ruimte als dat nodig is. Ze benaderen elkaar en lossen kwesties samen op.
Afstand Er is een grote afstand tussen burger en politiek. De inwoners van Rhenen hebben weinig of geen contact met gemeentelijke vertegenwoordigers. Ook met welzijnswerkers, buurtagenten of buurtcomités hebben burgers doorgaan weinig contact. Deze contacten moeten worden verbeterd in het nieuwe beleid.
Buurttevredenheid De meeste bewoners zijn zeer tevreden met de buurt waarin ze wonen. Er is geen sprake van verloedering.
Vrijwilligerswerk De saamhorigheid in Rhenen is groot. Inwoners willen zich graag inzetten voor hun buurt. Ook vrijwillig. Uit het onderzoek blijkt echter dat dit nog weinig gebeurt. Bewoners weten niet waar zij zich voor kunnen inzetten. Dit wordt een belangrijke uitdaging in het nieuwe beleid. Zonder te kort te willen doen aan de andere uitkomsten springt er naar onze opvatting zeker één uitdaging duidelijk uit als het gaat om zelforganisatie. De positieve houding van de inwoners omzetten in acties op buurtniveau. Burgers helpen burgers. Daarin zullen bewoners, maatschappelijke organisaties en de gemeente snel met elkaar de juiste route moeten ontdekken.
Pagina 12
Sociaal kapitaal Rhenen
Visie Sociaal Domein
Extra aandachtspunten In de ‘zijlijn’ van de onderzoeksformulieren gaven burgers vaak nog (lokale) aandachtspunten aan in hun buurt. Het betreft vooral speelgelegenheden, groenvoorzieningen, verkeerszaken en overlast met jongeren. De wijkmanager van Rhenen heeft deze punten in behandeling genomen en geeft hier een vervolg aan in overleg met bewoners.
Verhalenweb met 60 verhalen Het is van belang om inzicht te hebben in de concrete voorbeelden, ervaringen en ideeën van bewoners en beroepskrachten in het sociaal domein. We hebben vanuit de gemeente een communicatiebureau ingeschakeld om tijdens de zomermaanden deze verhalen te vangen (storytelling). De uitkomst is een verhalenweb met 60 (geanonimiseerde) verhalen. Deze verhalen brengen de thema’s naar voren, waar wij met elkaar in de transformatie mee aan de slag moeten. De verhalen worden de komende maanden ingezet (volgens het communicatieplan), om daarmee de nieuwe betekenisgeving te versterken. Uit het verhalenweb komen een viertal patronen naar voren: 1. Er zijn veel voorbeelden van vrijwilligerswerk en mantelzorg in Rhenen. Desondanks bestaat bij vooral beroepskrachten het gevoel dat er te weinig vrijwilligers en mantelzorgers zijn en dat ze snel overbelast zijn. 2.
Zorginstellingen werken weinig of niet samen in Rhenen.
3.
Aan de oppervlakte is Rhenen een zeer hechte samenleving. Wanneer er zorg nodig is, is er vaak schroom om dit in te schakelen of aan te nemen.
4.
Religie speelt een belangrijke rol in Rhenen. De kerk stimuleert aan de ene kant vrijwilligerswerk en mantel zorg binnen de eigen kring. Aan de andere kant zorgt dit voor schroom om hulp in te schakelen en sluit het andere groepen uit.
Deze patronen betrekken wij bij de maatschappelijke agenda (hoofdstuk 6).
Pagina 13
Visie Sociaal Domein
5.
Uitkomsten lokale conferenties
Uitkomsten lokale conferenties
Werkconferentie met professionals Woensdag 3 juli 2013 is met een groep professionals van instellingen in Rhenen een viertal vragen uitgewerkt: 1.
Welk beeld hebben wij van de Rhenense samenleving?
2.
Wat voor een samenleving hebben wij voor ogen als we tien jaar vooruit kijken?
3.
Wat worden in Rhenen de belangrijkste vraagstukken rond de jeugd, maatschappelijke ondersteuning en participatie?
4.
Welke kansen, aandachtspunten of dilemma’s zijn bij deze vraagstukken aan de orde?
Samengevat hebben deze vragen het volgende beeld opgeleverd: De Rhenense samenleving is gemoedelijk (ons kent ons). Er leven betrokken ouders en gemotiveerde bewoners, die trots zijn op Rhenen. Toch hebben Rhenenaren vaak moeite met het stellen van hulpvragen, veranderingen en met in beweging komen. De kracht van de kleinschaligheid moet ertoe kunnen leiden dat iedereen in Rhenen mee doet (minder praten, meer doen!) Burgers kunnen in veel gevallen hun eigen oplossingen bedenken voor vraagstukken in hun omgeving of de Rhenense samenleving. Het is van belang dat daarbij letterlijk en figuurlijk geen drempels worden opgeworpen. Minder bureaucratie. Dat past bij een systeem dat in beginsel uit gaat van zelfredzaamheid en samenredzaamheid. Een systeem dat zorgt voor hulpverlening op maat door korte lijnen tussen burgers en professionals met daar omheen netwerken van mensen en betere afstemming en samenwerking tussen organisaties. Een groot vraagpunt is: hoe houden we de mensen in beeld? Er is toch ook verborgen leed en er zijn mensen die de zorg mijden. Hoe valt dit te signaleren, zonder dat het beklemmend werkt? De signaleringsfunctie in informele netwerken met bewoners en vrijwilligers en in professionele netwerken die daarop aansluiten is een belangrijk onderwerp als het gaat om ‘de regie’. Bij jeugd wordt het aanbod aan voorzieningen – ook voor kwetsbare kinderen - in de buurt nog eens onderstreept. Hoe gaat de jeugdgezondheidszorg georganiseerd worden? Krijgen we voldoende zicht op de kwetsbare plekken in de opvoeding? Hier liggen uitdagingen voor voorschoolse voorzieningen, het onderwijs (met de invoering van het passend onderwijs), maatschappelijke organisaties en de kerkelijke instellingen. Een groot deel van de inwoners van Rhenen kent een religieuze achtergrond en is aangesloten bij een kerk. Op het vlak van maatschappelijke ondersteuning wordt een groeiende zorgvraag voorzien. Hoe valt daar te bereiken dat minder gespecialiseerde hulp mogelijk wordt door de inzet van familie, kennissen en vrienden, buurtbewoners en verenigingen? De belasting voor mantelzorgers is vaak (al) groot. Vaak is er toch nog een goede professionele zorg nodig, in aanvulling op de mantelzorg. En zeker rond de maatschappelijke ondersteuning blijkt het mobiliseren van vrijwilligers een lastig organisatievraagstuk. Er is behoefte aan een centrale toegang voor de zorg. Een ‘neutraal loket’ waar toetsing en coördinatie van zorg mogelijk is, dat bijdraagt aan duidelijkheid en eenduidigheid. Participatie vraagt vooral aandacht op het vlak van toegang creëren, contacten bevorderen en ontmoetingen organiseren. Hoe bereiken we bijvoorbeeld dat mensen in de eigen omgeving gezien en gehoord worden? En hoe bevorderen we dat kinderen op jonge leeftijd leren met anderen om te gaan? Kansen worden gezien in: Het maken van combinaties op buurtniveau; Buurtcomités met een centraal meldpunt. In de kernen kan bij het meldpunt eventueel een combinatie gemaakt worden met een ‘centrale toegang’ (mogelijke combinatie fysieke en digitale loketten); Op buurtniveau bewoners meer handvatten aanreiken voor zelforganisatie en participatie. Langs deze weg bewoners activeren in netwerkverband; Mensen creatief inzetten op het vlak van participatie. Ze kunnen vaak meer dan gedacht wordt. Plaatselijke organisaties en instellingen kunnen daarbij behulpzaam zijn; zeker als ze zichzelf kunnen overstijgen en hun professionals ruimte laten tot anders en flexibel werken. De ontschotting van budgetten kan daarbij een belangrijke stimulans zijn; Sleutelfiguren (bijvoorbeeld welzijnswerkers en buurtagenten) moeten in de buurten voldoende in beeld zijn; Organiseren vanuit één huishouding, één plan en één regisseur (via de centrale toegang) wordt ook als een grote kans gezien. Pagina 14
Uitkomsten lokale conferenties
Visie Sociaal Domein
Bij de dilemma’s komen duidelijk drie punten naar voren: De samenleving is complex; oplossingen in de leefsystemen van mensen vergen maatwerk; Aan mensen wordt gevraagd meer op eigen kracht te doen, maar ook om daarnaast anderen meer te ondersteunen; mensen moeten om hulp durven vragen; De bezuinigingen. Die zullen dwingen tot het maken van (scherpe) keuzes.
Werkconferentie met bewoners Op basis van de uitkomsten van de bijeenkomst met de professionals is 8 juli 2013 het gesprek gevoerd met bewoners. De deelnemers waren vooral vertegenwoordigers van verenigingen (sport, welzijn en vrije tijd) en de kerken. Voor een groot deel werd het (toekomst)beeld over Rhenen bevestigd, zoals dat door de professionals een kleine week eerder was neergezet. In aanvulling daarop kwamen nog de volgende punten aan de orde. Het is heel belangrijk om de bewoners vroegtijdig en duidelijk te informeren over de wijzigingen en ontwikkelingen in het sociaal domein. Zoek in dat verband ook naar de aanknopingspunten om bewoners te motiveren op het vlak van zelforganisatie. Respect voor elkaars leefwereld is wezenlijk; daar hoort op te (kunnen) worden aangesloten. Bij wederkerigheid in de samenleving, vragen stellen aan een loket of centrale toegang en het bespreken van je (meervoudige) problemen met een professional: het draait allemaal om vertrouwen. Burgers rekenen erop dat de gemeente het proces van verandering faciliteert en zeker de eerstkomende tijd de regie voert op de omslag in denken en doen.
Gesprek met groep jongeren Er is 3 september 2013 een gesprek gevoerd met 6 jongeren, variërend in de leeftijd van 13 tot 19 jaar. De jongeren waren in voor een goed gesprek. Ze vonden het prettig dat er een open gesprek mogelijk was, waar ze vrijuit hun mening konden geven. Het gesprek is vorm gegeven aan de hand van acht vragen. Kort samengevat hieronder de belangrijkste uitkomsten. De plaatselijk bekende plekken spreken ook de jeugd zeer aan: de bossen, volkstuintjes aan de Reumersweg, de Rijn, de strandjes aan de uiterwaarden, de Cunerakerk, de Grebbeberg, uitzicht Bergweg en de markt in Rhenen. Met name Bollee Uitgaansgelegenheid (voor 12- tot 16 jarigen) en De Koning van Denemarken zijn de plekken voor wat drinken en eten en uitgaan. De jongeren gaan graag uit in Veenendaal. Daar is een doorlopend aanbod. Dat ontbreekt in Rhenen. Sommigen gaan af en toe uit in Wageningen. De jongeren zijn zeer tevreden met de OVvoorzieningen naar deze beide plaatsen. De Rijnweek is het belangrijkste evenement. Met daarnaast Appelpop. Er zijn verder geen specifieke jeugdevenementen. Op het vlak van wonen blijken een veilige straat, de groene omgeving, (meer ) diversiteit van bewoners, buurtactiviteiten en de gezellige klik van mensen vanuit ‘ons kent ons’ heel belangrijk. Als het om recreëren gaat zijn Wifi, drinkwaterpalen, discozwemmen in het Gastland tot 23 jaar, gemaaide strandjes in de uitwerwaarden en een jaarlijks feest in Ouwehand de voornaamste wensen. Bij elkaar ontmoeten en voor elkaar zorgen komen ideeën op als ontmoetingen tussen oud en jong organiseren in Woonzorgcentrum Tollekamp of tijdens een Bouwweek of Speelweek. Alle jongeren vinden het best lastig om zich voor te stellen dat ze later voor hun ouders zouden moeten zorgen. Ze snappen dat hun ouders best wel graag in de gemeente Rhenen willen wonen. Zij willen zelf nog wel eerst eens in de grote stad gaan leven. De dynamiek en het avontuur van de grote stad spreekt ze duidelijk aan. Het verfraaien of anders inrichten van de gemeentelijke website om jongeren meer te bereiken vinden ze verspilde moeite. Volgens hen hoort er informatie op te staan die nodig is voor burgers en meer niet. Ze zijn er voorstander van dat vaker gespreksavonden zoals deze georganiseerd worden voor (meer) jongeren. Vanuit het idee: we gaan het met elkaar leuk maken voor de jeugd in Rhenen. In ieder geval willen ze terughoren wat met hun inbreng nog gedaan wordt! Pagina 15
Visie Sociaal Domein
6.
Maatschappelijke agenda
Maatschappelijke agenda
Opzet en gebruik agenda Wij willen in het sociaal domein komen tot een maatschappelijke agenda, die past in het nieuwe (meer interactieve en integrale) samenspel tussen burgers en professionals. Een agenda die op een levendige wijze tot stand komt en de aandacht vestigt op punten die voor groepen van mensen belangrijk zijn. Het heeft onze voorkeur dat wij elk jaar met elkaar een maatschappelijke agenda bespreken, die door burgers en professionals is bijgewerkt en aangevuld. Op basis van deze gesprekken kijken wij de uitwerking van de gemeentelijke beleidsplannen. Deze wijze van beleidsparticipatie draagt volgens ons bij aan het verkleinen van de afstand tussen burgers, professionals en (politiek) bestuurders.
Inhoudelijke agendapunten 2013-2014 Op basis van de uitkomsten van hoofdstukken 3, 4 en 5 tekenen zich volgens ons de volgende punten af op de maatschappelijke agenda in het sociaal domein: 1. Onderhouden en versterken van leefgemeenschappen in Achterberg, Elst en Rhenen waarin wederkerigheid, vertrouwen en respect voor ieders leefwereld de basis vormen voor samenwerken en samenleven. 2. Bij mensen die zorg nodig hebben, de schroom helpen wegnemen om die zorg in te schakelen of aan te nemen. 3. Verkleinen van de afstand bestaat tussen burgers, professionals, bestuurders en politici op buurtniveau. Waarbij zeker het kennen en gekend worden tussen zorgbehoevenden, vrijwilligers, mantelzorgers en de sleutelfiguren in de buurt van groot belang is bij signaleren, ondersteunen en toeleiden. Specifieke aandacht voor de positionering en medewerking van de kerkelijke instellingen in het buurtnetwerk 4. Burgers in staat stellen andere burgers te helpen door ze te activeren in netwerkverband. De positieve houding van de bewoners helpen omzetten in acties op buurtniveau. Maatschappelijke organisaties kunnen behulpzaam zijn door de juiste route aan te geven. 5. Terugdringen van de bureaucratie binnen- en tussen organisaties, daar waar het samenredzaamheid van burgers hindert. Vergroten van de samenwerking tussen maatschappelijke organisaties, kerkelijke instellingen en beroepskrachten. In het verlengde daarvan de ontschotting van budgetten in het sociaal domein regelen. 6. Invulling geven aan de signaleringsfunctie tussen informele netwerken met bewoners en vrijwilligers en de professionele netwerken Waar het nodig is snel maatwerk leveren in de hulpverlening, met korte lijnen tussen klanten en professionals. Dit met daar omheen netwerken van mensen en ketenoptimalisatie tussen organisaties. 7. Vanuit de informele netwerken en de formele netwerken met arrangementen gaan voorzien in de verwachte groei aan zorgvragen. Vooral de aandacht richten op toegang creëren, contacten bevorderen en ontmoetingen organiseren. Bereiken dat mensen inclusief de jeugd dichtbij huis in de eigen omgeving voldoende gezien en gehoord worden. 8. Zicht krijgen op de kwetsbare plekken in de opvoeding van jeugdigen. Vanuit de voorschoolse voorzieningen, het (passend) onderwijs en de maatschappelijke organisaties bijdragen aan het bevorderen van een gezonde leefstijl bij de jeugd. Dit onder het motto: jong geleerd, is oud gedaan. 9. Zo vroeg mogelijk en zo duidelijk mogelijk burgers en organisaties informeren over de wijzigingen en ontwikkelingen in het sociaal domein. 10. Zo snel mogelijk gemeentelijk integrale beleidskader voor het sociaal domein uitwerken. Dit integrale beleidskader vormt de basis voor het gemeentelijk opereren binnen in het sociaal domein. 11. Er zijn veel voorbeelden van vrijwilligerswerk en mantelzorg in Rhenen. Desondanks heerst bij vooral beroepskrachten het gevoel dat er enerzijds te weinig vrijwilligers en mantelzorgers zijn en anderzijds dat deze huidige groepen overbelast kunnen raken. 12. Er is aan de ene kant de aanwezigheid van vrijwilligerswerk en mantelzorg binnen de eigen kring. Aan de andere kant bestaat er schroom om hulp in te schakelen en sluit het andere groepen uit.
Verwerking De maatschappelijke agenda biedt ons de aandachtspunten, die in eerste instantie van belang zijn bij de drie lokale opgaven in de hoofdstukken 7 t/m 9. Zij worden ook betrokken bij de kaderstelling voor het integraal beleidskader. Pagina 16
Vraaggerichte aanpak
7.
Visie Sociaal Domein
Vraaggerichte aanpak De kern van vraaggericht werken
De burgers van Rhenen benutten hun eigen kracht zo goed mogelijk. Maar wanneer zij in een kwetsbare positie verkeren of dreigen te komen, stelt de omgeving ze in staat om naar vermogen mee te doen. Voor hen wordt de dienstverlening vraaggericht, dichtbij en op maat georganiseerd. Dit maatwerk kan een mix zijn van informele en formele voorzieningen (arrangement). Werken vanuit de vraaggerichte aanpak. Daarbij willen we helder maken welke vormen van informatie, ondersteuning en hulp iemands zelfredzaamheid bevorderen. Om vervolgens een betrokken en efficiënte dienstverlening te bieden, die aansluit op de leefwereld van deze mensen.
Integrale toegang Het is van groot belang dat inwoners snel toegang hebben tot het ‘juiste loket’. Gebaseerd op de principes en inzichten zoals genoemd in hoofdstuk 2, willen wij een systematiek uitwerken om te komen tot een moderne integrale toegang voor de burgers van Rhenen. Vanzelfsprekend moeten daarbij de juiste oplossingen gevonden worden voor de vraagstukken die raken aan ICT en informatiemanagement. Onze bedoeling is om dit in eerste instantie samen met Renswoude en Veenendaal verder te ontwikkelen. Deze integrale toegang vormt tevens ‘het loket’ waar de check inhoud krijgt, als het gaat om de zorg waarbij indicatiestelling aan de orde is. Consultatie van gespecialiseerde professionals door burgers is pas mogelijk na een verwijzing (indicatiestelling).
ICT, informatie en informatiemanagement Een groot deel van de innovaties in de zorg en hulpverlening kan alleen met behulp van ICT tot stand komen. Slimmer inzetten van ICT maakt burgers zelfredzamer bij het oplossen van vragen, en het zelf voeren van regie over de hulpverlening. Het helpt ze om van de zogeheten hulpstand in de participatiestand te komen. Slim gebruik van ICT varieert van een digitale toegang tot het aanbod van voorzieningen tot het zelf kunnen bepalen welke professional toegang heeft of krijgt tot zijn of haar gegevens. Het snel kunnen toepassen van ICT (informele online zorgdiensten) kan ook tot besparingen leiden, door het voorkomen van aanspraak op duurdere zorg. Actief betrekken van cliënten bij het verder uitwerken van ICT-oplossingen in de hulpverlening kan tot nog slimmere concepten leiden. Tussen organisaties wordt een vroegtijdige gegevensuitwisseling van belang om adequaat en integraal te komen tot oplossingen bij meervoudige problematiek. Vaak doemt hier dan weer het juridische vraagstuk op van de privacy. Met diverse instellingen dient lokaal, regionaal en bovenregionaal gewerkt te worden aan het juridisch kader om gegevensuitwisseling uit de verschillende deeldomeinen mogelijk te maken. Er hoort een afwegingskader te komen over wat er wel of niet is toegestaan rondom het uitgangspunt: één gezin, één plan en één regisseur. ICT kan ook erg goed helpen bij het doorbreken van verkokerd werken van organisaties, scheppen van samenhang en invulling geven aan de regie van de gemeente over de werkzame organisaties in het sociaal domein. Voor de professionals zal de individuele toerusting met mobiele kantoormiddelen (‘mobility’) op orde moeten worden gebracht. Zij moeten op de juiste wijze bereikbaar en aangesloten zijn om te komen tot werkbare oplossingen, die voldoende vindbaar en herleidbaar zijn (ook in de van belang zijnde administraties). Voor gemeenten is het globaal Procesmodel voor het sociaal domein beschreven (GPM SD). Met behulp van dit model wordt de interne werking van een organisatie in kaart gebracht. Dit model willen wij als uitgangspunt hanteren voor een nadere oriëntatie in FoodValley-verband.
Pagina 17
Visie Sociaal Domein
8.
Nieuw samenspel
Nieuw samenspel
Ander lokaal en regionaal samenspel Meer dan voorheen ontvangt de zorgvragende burger straks dus ondersteuning op maat in zijn directe omgeving. Het idee daarachter is dat professionals vanuit verschillende organisatie in netwerkverband collegiaal schakelen en zaken regelen. Het doel: de juiste zorg op de juiste plek. Daartoe zullen we de komende jaren lokaal en regionaal het juiste samenspel moeten gaan vinden. Hoe wij aankijken tegen de lokale spelers, inclusief de gemeente, geven wij hier aan.
Zienswijze ten aanzien van lokale spelers In het sociale domein zijn wij toe aan een afbakening van het speelveld en een spelverdeling tussen de spelers. Het integraal beleidskader, de beleidsplannen en de verordeningen vormen binnenkort de spelregels voor de spelers in het sociaal domein. Het ziet erop toe hoe de spelers zich dienen te gedragen. Gericht op ondersteuning op lokaal niveau, onderscheiden wij in het sociaal domein vier spelers: Inwoners
zijn zelfredzaam en organiseren samenredzaamheid; dragen zelf de verantwoordelijkheid voor hun welzijn; maken gebruik van de netwerken waarvan ze deel uit maken; organiseren zelf hun zorg en ondersteuning; participeren naar vermogen en leveren een bijdrage aan de samenleving.
Professionals ondersteunen mensen met kennis en ervaring vanuit een dienstbare houding; werken vraaggericht-en (de werkelijke vraag achter de vraag) en gericht op het belevingsniveau van de zorgbehoevende (met respect voor de verschillen qua leefstijlen en leefsystemen); zijn gevoelig voor maatschappelijke signalen en goed bereikbaar voor meldingen; gaan er op af wanneer dat echt nodig is; werken in de buurt van mensen en weten hoe zij nabijheid kunnen creëren; bewaken het proces van interacteren tussen- en met burgers vanuit leefsystemen, respect en wederkerigheid; herkennen en hanteren de werkwijze van ‘situationele opschaling’; ondersteunt individuele mensen en maatschappelijke verbanden; de professional zal zelf zijn beroep steeds weer opnieuw moeten uitvinden. Maatschappelijke organisaties bieden hulp waar de eigen mogelijkheden van burgers tekortschieten en ondersteunen burgerinitiatief; werken vanuit het perspectief van de inwoners en leggen primair aan hen verantwoordelijkheid af over de kwaliteit van de producten en diensten; bieden maximale ruimte en verantwoordelijkheid aan hun professionals om situationeel en belevingsgericht te handelen; werken aan de professionalisering van hun medewerkers en vrijwilligers vanuit het streefbeeld van de vitale samenleving; werken samen met elkaar en met de gemeente aan effectieve arrangementen en het verbeteren van de infrastructuur; investeren in innovatie en verbinding en leveren een bijdrage aan de verbetering van de infrastructuur.
Pagina 18
Nieuw samenspel
Visie Sociaal Domein
De gemeente neemt de regie op zich voor de basisinfrastructuur; werkt (mee) aan de verbetering van de informatievoorziening voor burgers, professionals en maatschappelijke organisaties; stimuleert en faciliteert (vernieuwende) initiatieven die bijdragen aan de vitalisering van de samenleving; stimuleert en faciliteert innovatieve arrangementen, die bijdragen aan het oplossen van problemen en het bevorderen van de zelfredzaamheid van mensen; brengt partijen bij elkaar en denkt en werkt zo nodig mee bij het verbeteren van de infrastructuur; stelt middelen beschikbaar voor collectieve en individuele voorzieningen; zoekt actief contact met inwoners en maatschappelijke organisaties en gebruikt hierbij alle tot haar beschikking staande communicatiemiddelen; monitort de ontwikkeling van de vitale samenleving en wisselt informatie uit met haar partners (onder andere zorgverzekeraars, maatschappelijke organisaties, regiogemeenten); Binnen het speelveld Rhenen met haar drie kernen zullen deze vier spelers de transities en transformatie in het sociaal domen met elkaar vorm gaan geven. De spelregels die nog volgen uit het integraal beleidskader en de beleidsplannen zijn daar ondersteunend in. Bepalend wordt in hoeverre we met elkaar in staat (willen) zijn het nieuwe samenspel doortastend te spelen. Met onze zienswijze willen wij bijdragen aan het aannemen van de juiste houding, door ieder van de spelers.
Gemeentelijke verantwoording Mede aan de hand van de actuele maatschappelijke agenda, zullen wij als gemeente verantwoording afleggen aan onze burgers over hoe binnen het sociaal domein de verschillende spelers het spel lokaal en regionaal gespeeld hebben. En natuurlijk met het accent op de uitkomsten (opbrengsten en kosten). De inhoudelijke punten waarover we als gemeente verantwoording willen, dan wel moeten afleggen wordt nader uitgewerkt bij de uitvoerende beleidsplannen en de bijbehorende verordeningen. Wij zullen daarbij goed de wettelijke verplichtingen van de gemeente Rhenen in beeld brengen.
Maatschappelijk initiatief en participeren Maatschappelijk initiatief is geen beleidsinstrument van de overheid. Daar waar vanuit het maatschappelijk initiatief een beroep wordt gedaan op overheidsmiddelen, zal steeds een weging plaatsvinden vanuit de prioriteiten binnen het sociaal domein. In het sociaal domein onderscheiden wij twee niveaus van participatie: burgerparticipatie en cliëntparticipatie. De eerste vorm van participatie richt zich erop het gemeentelijk beleid zo goed mogelijk of beter te laten aansluiten op de behoeften en knelpunten die burgers als collectief in hun dagelijks leven ervaren. Bij cliëntparticipatie ligt de focus op de individuele belangen van cliënten, bij het verkrijgen van zorg- en hulpverlening. Veelal vindt deze plaats via het sociale netwerk, professionals en zorgaanbieders. De gemeente heeft daarbij op afstand een bewakende rol, als het gaat om de kwaliteit van de geleverde zorg en hulp.
Beleidsparticipatie van de toekomst Burgers willen in Nederland steeds sterkere mate vanuit een praktische insteek hun stempel kunnen drukken op de ‘eigen’ beleidsontwikkeling (richting de doe-democratie). Momenteel maakt het gebrek aan vertrouwen in de politiek dat burgers in Rhenen meer beleidsparticipatie willen. Zo blijkt uit het onderzoek naar het sociaal kapitaal. Het niveau van onderling (sociaal) vertrouwen speelt momenteel geen rol bij beleidsparticipatie. Vanuit deze invalshoeken willen wij in de nabije toekomst de beleidsontwikkeling meer en meer overlaten aan de sociale netwerken van mensen. Zij zijn namelijk als gebruikers het beste in staat om het beleid te concretiseren en het best op de hoogte van de context ter plaatse. De gemeentelijke overheid heeft dan vooral een faciliterende rol bij de totstandkoming van het ‘lokale’ beleid en een regisserende rol voor wat betreft het strategische beleid (kaders van de gemeentelijke huishouding van Rhenen). Pagina 19
Visie Sociaal Domein
Nieuw samenspel
Andere invulling overheidssturing Bij de decentralisatieprocessen gaat vooral de aandacht uit naar integraliteit, ontkokering en ontschotting. Dit vraagt om een andere wijze van sturen als gemeentelijke overheid. “Meer uitgaan van sturen met- in plaats van sturen van!”. Aangezien we als gemeente de maatschappelijke vragen meer centraal willen stellen, zullen we ook meer ‘naar buiten’ moeten gaan en aansluiting zoeken bij de wensen en initiatieven van mensen (public value). De kern van het nieuwe sturingsconcept is dat de overheid zelf minder ‘stuurt’, maar met anderen samenwerkt. Het gaat niet langer om het zelf als overheid inzetten van interventies, maar om reageren op en zich verhouden tot wat anderen doen. Het gaat om allerlei praktijken en experimenten naast elkaar met variëteit, verschillen en meervoudigheid. De kunst bij overheidssturing wordt het ontwikkelen van arrangementen op verschillende niveaus, die passen bij de verschillende praktijken in de samenleving.
Positioneringsmodel welzijns– en maatschappelijke organisaties Er bestaat een verband tussen de sturingsfilosofie van de gemeente en de netwerkpositie van de organisaties voor welzijn, gezondheid en maatschappelijke dienstverlening. We zien dat er complexe vraagstukken in het sociaal domein zijn die voor interventies een breed draagvlak vragen. De rol van de overheid als opdrachtgever verschuift dan naar die van partner in de analyse en facilitator bij experimenten. Dit betekent dat wij als gemeente steeds weer stil zullen staan bij de positie(s), die welzijns- en maatschappelijke organisaties vanuit hun maatschappelijk ondernemerschap willen innemen. Onze voorkeur gaat bij deze organisaties uit naar maatschappelijk partnerschap (op ontwikkel- en beleidsniveau) en gedelegeerd opdrachtnemerschap in de ondersteuning van burgerkracht en sociale veerkracht (de uitvoering).
Beleidssturing in het sociaal domein Bij beleidskeuzes dient de overheid zich te verplaatsen in de handelingsopties van burgers. Bij het toepassen van het beleidsinstrumentarium gaat het niet meer zozeer om planmatig werken, maar om procesmatig werken. Daarom staan wij binnen het sociaal domein voor Rhenen een beleidsvorming voor die dit mogelijk maakt. Bij het uitwerken van het integraal beleidskader willen wij de gemeenteraad vragen de ambities, randvoorwaarden en beschikbare middelen voor het sociaal domein af te bakenen. Binnen dit kader willen we de ruimte creëren om de maatschappelijke ontwikkeling als een open leerproces met burgers, netwerken en andere maatschappelijke partijen invulling te geven. Wij willen daarbij impulsen geven tot meer preventie en innovatie. Met de uitvoerende beleidsplannen voor Jeugd, Maatschappelijke ondersteuning en Participatie en verordeningen willen wij vooral aansluiten bij de maatschappelijke praktijk rond deze onderwerpen. Aan de ene kant met voldoende borging van rechten, maar aan de andere kant met prikkels om tot nieuwe werkpraktijken te kunnen komen.
Vormgeven regionale samenwerking Bij het sociaal domein richten wij ons hoofdzakelijk op regionale samenwerking vanuit Food Valley. Met de zes andere deelnemende gemeenten horen de schaalvraagstukken op regionaal en bovenregionaal niveau te worden afgekaart. In eerste aanleg geschiedt dit op bestuurlijk en ambtelijk niveau vanuit de betrokken gemeenten.
Pagina 20
Nieuwe werkwijze burgers en professionals
9.
Visie Sociaal Domein
Nieuwe werkwijze burgers en professionals Gelijkwaardigheid
Samenwerking tussen de burger en de professional op basis van gelijkwaardigheid en respect. Dat is hét kenmerk van een vraaggerichte aanpak. De burger die zorg nodig heeft, vervult zelf een actieve rol in het zorgproces. Van het kenbaar maken van wensen tot en met het zelf meewerken. De zorgbehoevende en de professional geven zo samen inhoud aan de zorg. Voor velen is dit toch een wat andere werkwijze.
Nieuwe werkwijze professionals Het eigen huishouden van mensen, met één of meerdere gezinsleden, staat centraal. Het behouden of versterken van de eigen kracht van mensen is daarbij cruciaal: eerst vanuit het gezin, dan in familieverband en door mensen uit de buurt of vrijwilligers. Via bestaande of in te richten ketens en netwerken hebben burgers toegang tot de juiste professionele ondersteuning. De toegang tot de ondersteuning en zorg is of wordt geregeld op buurtniveau. Op basis van kleinschaligheid en effectiviteit (met elkaar de goede dingen doen). De professional werkt daarbij vanuit een dienstbare, meer coachende houding: hij denkt mee met mensen om een oplossing te vinden voor hun problemen. Vraag- en belevingsgericht!
Kerngericht werken met sociale teams Wij zijn er voorstander van om de informele netwerken van mensen in de afzonderlijke kernen Achterberg, Elst en Rhenen per kern te ondersteunen met sociale teams. Deze sociale teams worden samengesteld met professionals, die bekend zijn met wortels, taal en cultuur van de verschillende buurten in onze drie kernen. De VNG bracht in juli 2013 het rapport ‘Sociale wijkteams in ontwikkeling’ uit. Daarin staan, volgens ons, veel waardevolle aanknopingspunten om te betrekken bij het vormgeven van de sociale teams. Dit rapport stellen wij dan ook centraal bij het overleg met welzijns- en zorginstellingen en de maatschappelijke organisaties die in de buurten actief willen zijn. Maar wij willen daarvoor alvast wel het volgende schot voor de boeg geven. Op het vlak van signaleren, ondersteunen en toeleiden zullen de sociale teams – ter versterking van de informele hulp door familie, vrienden en buren – hun meerwaarde moeten bewijzen. Om zo breed mogelijk inzetbaar te zijn, zijn de sociale buurtteams op kernniveau zo multidisciplinair mogelijk samengesteld. Dit om daadwerkelijk de vraagstukken integraal op te pakken, die raken aan jeugd, maatschappelijke ondersteuning en participatie. Op lokaal niveau kunnen de ‘sociale teams’ die zijn verdeeld over de drie kernen, waar nodig met elkaar schakelen. Naast het ondersteunen van deze teams met een informatievoorzieningensysteem, wil de gemeente Rhenen ook de diagnosticering voor welzijn en zorg borgen. Op basis daarvan worden de sociale teams tijdig en op juiste wijze bediend door de specialistische professionals, die zich ophouden in het ‘regionale specialistenteam’. De wijze van afstemmen, aansturen, bekostigen, administreren en verantwoording afleggen zijn belangrijke aandachtspunten, die in de uitwerking zeker aan bod zullen komen. Als voortrekker voor het model met deze sociale teams fungeert de doorontwikkeling van het CJG met de ambulante zorgteams. Met de experimenten vanuit het CJG worden ervaringen opgedaan, die van belang zijn voor ‘de kanteing’.
´Buurtleerbedrijf´ per kern Naar onze opvatting horen de burgers in iedere kern een ‘plek’ te hebben waar ontmoetingen, acties, initiatieven en overlegvormen ook in fysieke zin ondersteund worden. In Achterberg vervult het MFG al een dergelijke functie, net zoals Beste Goed in Elst en het gemeentehuis in Rhenen. Informele netwerken en de sociale buurtteams zouden daar ook hun basis kunnen hebben. Daarnaast zijn er in Nederland vanuit onderwijsinstellingen voor MBO en HBO initiatieven om scholieren en studenten als stagiaires in te zetten op maatschappelijke vraagstukken en hulpvragen van bewoners. Wij willen laten onderzoeken of het concept van een ‘buurtleerbedrijf’ per kern voorziet in maatschappelijke behoeften.
Pagina 21
Visie Sociaal Domein
Nieuwe werkwijze burgers en professionals
Combinatie ´Buurtmarktplaats´ Op verschillende plaatsen zijn goede ervaringen opgedaan met buurtmarktplaatsen, waar diensten als koken, gezelschap houden, de hond uitlaten, boodschapje doen door buurtbewoners wordt aangeboden of aangevraagd. Dit kan per computer worden ondersteund. Maar wij zien ook wel een versterking van de diverse bewegingen, als de coördinatie plaatsvindt onder hetzelfde dak met het buurtleerbedrijf per kern.
Pagina 22
Integraal beleidskader
Visie Sociaal Domein
10. Integraal beleidskader Toekomstig integraal beleidskader In het sociaal domein komt meer de nadruk te liggen op ‘met elkaar en voor elkaar’. Actief burgerschap en sociale veerkracht zijn belangrijk bij de invulling van zelfredzaamheid en samenredzaamheid. Het sociaal kapitaal van mensen komt sneller tot wasdom als iedereen zijn eigen identiteit binnen de samenleving herkent. Verbondenheid vanuit de wezenlijke vertrekpunten van met elkaar samenleven en samenwerken. De nieuwe publieke moraal: je hoort voor jezelf en de ander te zorgen. Rhenen wil als gemeentelijke overheid bij deze zoektocht de informele en formele netwerken faciliteren. Tegen deze achtergrond werken we het toekomstig integrale beleidskader verder uit op basis van het streefbeeld, de principes, de inzichten en de maatschappelijke agenda voor het sociaal domein. Dit integrale beleidskader vormt de basis voor het gemeentelijk opereren in het sociaal domein. Het omvat het drieluik inhoud- financiën-organisatie. In het verlengde van dit integrale beleidskader stellen we de beleidsplannen op die raken aan jeugd, maatschappelijke ondersteuning en participatie. Met het integrale beleidskader willen wij als college de balans vinden tussen integraal denken en werken op basis van ontschotting. In de uitwerking van het beleidskader willen we zoveel mogelijk eenduidigheid creëren als mogelijk is rond thema’s als toeleiding, inkoop en afrekenwijze. De drie nieuwe beleidsplannen vertalen dit vervolgens door naar het uitvoerende beleid.
Kaderstelling vanuit 3 invalshoeken Inhoudelijk, financieel en organisatorisch willen wij de gemeenteraad de volgende kaders voorstellen, ter uitwerking in het integraal beleidskader sociaal domein: Inhoudelijk:
in het sociaal domein ligt onze focus op jeugd, maatschappelijke ondersteuning en participatie;
we garanderen dat er voor mensen die dat echt nodig hebben een vangnet van zorg en hulpverlening wordt geboden;
we gaan uit van de eigen kracht van mensen en versterken deze waar mogelijk; er wordt op basis van het ‘gezinsplan’ in eerste instantie een beroep gedaan op de inzet van de eigen mogelijkheden van mensen, en hun sociale structuren (familie, vrienden, buren, e.d.);
we borgen een integere toeleiding naar professionals en instanties, waarbij deskundig en zorgvuldig met de privacy van mensen wordt omgegaan;
we hanteren bij alle inspanningen in het sociaal domein een duidelijk onderscheid tussen cliëntparticipatie (met een zorgvuldige klachtenafhandeling) en beleidsparticipatie (als onderdeel van burgerparticipatie);
mensen blijven als cliënt ‘baas’ over de eigen zorg vraag; de cliënt kan bij voorkeur zelf bepalen hoe aan de benodigde zorg en/of hulp invulling wordt gegeven;
op het vlak van de preventie beperkt de gemeente zich tot een informerende, stimulerende of faciliterende rol (tenzij er op basis van wetgeving sprake is van medebewind);
gezien de kleinschaligheid van Rhenen en het verkleinen of klein houden van afstand staan raadsleden, bestuurders en ambtenaren vanuit hun verantwoordelijkheden in rechtstreeks contact met de inwoners over de maatschappelijke agenda en de diverse beleidsonderwerpen in het sociaal domein;
binnen het programma sociaal domein werken we op basis van één integraal beleidskader, met daaronder de drie beleidsplannen (gericht op uitvoeringsbeleid): beleidsplan jeugd, beleidsplan maatschappelijke ondersteuning en participatiebeleidsplan;
in deze beleidsplannen wordt het optimum uitgewerkt tussen het medebewind (onder meer uitgewerkt in de verordeningen) en de eigen beleidsruimte als gemeente. De gemeente benut binnen de wettelijke kaders de maximale eigen beleidsruimte.
we faciliteren organisaties die mensen ondersteunen om hun eigen kracht aan te boren bij het vinden van oplossingen die passen bij hun zorgbehoefte.
Pagina 23
Visie Sociaal Domein
Integraal beleidskader
Financieel:
we maken van het sociaal domein per 2015 één programma met de onderwerpen die hieraan verwant zijn; daartoe voegen we de beschikbare budgetten samen tot één programmabudget (ontschotting);
het programmabudget kent één plafond;
bij schaarste van het programmabudget vindt de prioritering van uitgaven plaats op basis van het integraal beleidskader en doorvertaling daarvan in de uitvoerende beleidsplannen;
binnen het programmabudget wordt rekening gehouden met het treffen van conservatoire maatregelen in het sociaal domein, die op basis van de beleidsplannen en verordeningen worden verrekend;
in het programmabudget creëren wij ruimte voor het terugbrengen van de kosten van curatie & specialisatie; dit onder meer door (actuele) diagnostisering, balans bij de inkoop van zorg tussen kwaliteit/kwantiteit en de aanscherping van aanbestedingsvoorwaarden;
in het programmabudget wordt daarnaast ruimte gereserveerd voor innovatieve arrangementen en experimenten, die bijdragen aan het versterken van de eigen kracht en het maken van de omslag van curatie naar preventie;
voor de invulling van preventieve maatregelen wordt een nader te bepalen deel gereserveerd voor preventieve maatregelen, zoals gezondheid, bewegen, voorschoolse educatie, onderwijsachterstand, versterking van sociale netwerken, veiligheid, leefbaarheid en geborgenheid in de directe leefomgeving.
Organisatorisch:
de kleinschaligheid van het gezin (vanaf één persoon) en de huishouding staat centraal bij de mogelijke interventies en de diversiteit, die daarbij geboden kan worden;
op lokaal niveau gaan we binnen de drie kernen met sociale teams effectief te werk, waar nodig door regionaal efficiënt samen te werken;
we bevorderen dat professionals worden ingezet voor werkzaamheden die echt door professionals moeten worden opgepakt (taken die specialistische kennis of vaardigheden vergen; taken die voor mensen zelf te zwaar zijn; ondersteunen en toerusten van vrijwilligers en mantelzorgers en het bieden van steun aan mensen om de eigen mogelijkheden nog beter te benutten);
op basis van de beleidsplannen wordt het opdrachtgeverschap en het accountmanagement van de gemeente richting zorgaanbieders, instellingen en de regionale verbanden ingericht. Daarbij wordt tevens invulling gegeven aan de vereiste checks and balances voor het afleggen van verantwoording
Beleidsparticipatie van de toekomst Op basis van de kennis en de inzichten die wij tot dusver hebben kunnen vergaren rond de drie decentralisatieprocessen, gelden daarbij de volgende aanknopingspunten. Beleidsplan Jeugd Ontwikkeling: Een nieuw stelsel van zorg voor jeugd organiseren waarbij er meer laagdrempelige ondersteuning wordt ingezet en het beroep op gespecialiseerde zorg wordt teruggebracht. We versterken de opvoeding, lokaal en wijkgericht, via preventie.
We versterken de ondersteuning bij de opvoeding: door hulp op gezinsniveau te organiseren, eventueel met aanschuiven van de benodigde hulpverleners. Versterken van de signalering bij voorschoolse voorzieningen en op school om tijdig te kunnen ondersteunen. De eigen sociale context staat daarbij centraal. Meer verbinding realiseren tussen ondersteuning thuis en op de voorschoolse voorzieningen en de school. In dat kader vindt ook de doorontwikkeling van het CJG plaats.
We nemen de opvoeding over: door plaatsing in daghulp, hulp aan huis, pleegzorg en zo nodig speciale onderwijsvoorzieningen te benutten; steeds zo dicht mogelijk bij huis.
Pagina 24
Integraal beleidskader
Visie Sociaal Domein
Vanuit Food Valley wordt met behulp van het regionaal beleidskader aan een 'model' gebouwd om de nieuwe gemeentelijke verantwoordelijkheid op het vlak van het Jeugdstelsel met de juiste constructies op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau vorm te geven. Met het onderwijsveld willen wij binnenkort komen tot afspraken over hoe en wanneer het Passend Onderwijs wordt opgepakt. Met bij voorkeur de scholen als bron van signalering. Bij Jeugd maken we vooral gebruik van de ervaringen, die inmiddels vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin met alle partners zijn opgedaan. Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning Ontwikkeling: er wordt meer een beroep gedaan op de eerstelijnsvoorzieningen; vooral de scheiding van wonen en zorg gaat deze extra druk veroorzaken. We zorgen er – samen met partners – voor dat mensen langer zelfstandig thuis kunnen wonen.
We bevorderen dat de familie of omgeving hulp biedt.
We voeren ‘keukentafelgesprekken’ om de echte zorgbehoefte te kunnen vaststellen en daarin te kunnen voorzien.
We geven een zorgbewijs af voor mensen die zorg nodig hebben en passen daar budgetcontrole op toe.
Beleidsplan Participatie Ontwikkeling: vanuit werkloosheidsuitkeringen en bijstandsverstrekking naar re-integratie en vervolgens participatie (sociale activering). We bevorderen een betere aansluiting met de arbeidsmarkt en het onderwijs.
We bevorderen participatie via creatieve vormen.
Via maatwerk ondersteunen we mensen bij het vinden van werk of het bieden van beschutting.
Zoeken naar de juiste verbinding tussen formele en informele zorg rondom vroegsignalering.
Pagina 25
Visie Sociaal Domein
Vervolgstappen in het sociaal domein
11. Vervolgstappen in het sociaal domein Doorlopende algemene publieksvoorlichting Met verhalen in de lokale krant en nieuwsbrieven. Ondersteund met de website.
Specifieke communicatietrajecten In overleg met maatschappelijke organisaties en Regio Food Valley-gemeenten.
Integraal beleidskader Gericht op vaststelling in de gemeenteraad van januari 2014.
Drietal beleidsplannen en verordeningen De beleidsplannen Jeugd, Maatschappelijke ondersteuning en Participatie worden als drieluik in februari 2014 in de gemeenteraad behandeld. Bij deze uitwerking worden de verschillende werkvelden betrokken. Naar verwachting worden rondom de zomer van 2014 de verordeningen die bij deze onderwerpen horen aan de nieuwe gemeenteraad voorgelegd.
Programmatische sturing Met het inrichten van programmatische sturing willen wij de samenhang, het effect en de efficiency van de inzet van alle productiemiddelen in het sociaal domein versterken. In het verlengde van deze programmatische sturing willen wij vorm geven aan: budgetvorming programma sociaal domein businessmodel sociaal domein (zorgpiramide versus de kostenpiramide) experimenten en innovatiearrangementen risicomanagement verantwoording over de resultaten in relatie tot de uitgaven.
Organisatieontwikkeling ambtelijke organisatie Daarbij ligt het accent op de nieuwe bedrijfsvoering, die uit het opereren in het sociaal domein voortkomt. Hier worden diverse plannen voor voorbereid.
Pagina 26