Inspraaknotitie Beleidsplannen Sociaal Domein
Gemeente Westerveld September 2014
Inhoudsopgave
1.
Inleiding .......................................................................................................................... 3
2.
Inspraakreacties ............................................................................................................ 4
3.
Inbrengreacties .............................................................................................................. 7
4.
Vooroverlegreacties .................................................................................................... 11
Bijlagen ................................................................................................................................... 12 Bijlage I: Terugkoppeling informatiebijeenkomsten voor inwoners Bijlage II: Terugkoppeling informatiebijeenkomst Wmo-adviesraad en Cliëntenplatform Sociale Zaken Bijlage III: Terugkoppeling informatiebijeenkomst voor zorgaanbieders
Pagina | 2
1.
Inleiding
Per 1 januari 2015 krijgt de gemeente Westerveld uitbreiding van verantwoordelijkheden voor jeugdzorg, werk en inkomen en ondersteuning en begeleiding van mensen die thuis zorg krijgen. De nieuwe taken van de gemeente op het gebied van Jeugdzorg, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) en de Participatiewet zijn vastgelegd in ontwerp-beleidsplannen en verordeningen. De ontwerp-beleidsplannen en verordeningen hebben vanaf woensdag 20 augustus tot maandag 8 september 2014 voor iedereen ter inzage gelegen. Eén ieder kon deze periode een inspraakreactie indienen. Voor de inwoners, zorgaanbieders en adviesraden hebben wij informatiebijeenkomsten georganiseerd over de veranderingen in de zorg. Tijdens deze bijeenkomsten werden zij geïnformeerd over de veranderingen in de zorg en hoe de gemeente dat gaat organiseren. Zij konden ook reageren op de ontwerp-beleidsplannen en verordeningen, dit zijn de inbrengreacties. Het eerste concept van het beleidsplan Wmo 2015 en verordening Wmo is ook voor reactie voorgelegd aan relevante overlegpartners, dit zijn de overlegreacties. Doel van deze nota Deze inspraaknotitie bij de ontwerp-beleidsplannen en verordeningen Sociaal Domein bestaat uit de samenvatting van de inspraak-, inbreng- en overlegreacties met daarbij de gemeentelijke beantwoording. De nota vormt een separate bijlage bij de stukken en geeft een verantwoording van de verschillen tussen de ontwerp-beleidsplannen/verordeningen en de definitieve versies. Leeswijzer In hoofdstuk twee zijn de inspraakreacties samengevat per thema en hierop is de gemeentelijke beantwoording weergegeven. In hoofdstuk drie is een samenvatting per thema gegeven van de inbrengreacties met gemeentelijke beantwoording. In hoofdstuk vier zijn de overlegreacties samengevat en van een reactie van de gemeente voorzien. Daarbij is aangegeven of en hoe de ontwerp-beleidsplannen en verordeningen worden aangepast naar aanleiding van de reacties.
Pagina | 3
2.
Inspraakreacties
Er zijn inspraakreacties ontvangen van de volgende personen/instanties: 1. Dorpsbelang Vledder, mevr. R. van Koppen – van Wingerden (secretaris), datum mail 6 september 2014 2. Inwoners gemeente Westerveld 3. Cliëntenplatform Sociale Zaken, dhr. J. Pruntel (voorzitter), datum mail 6 september 2014 4. Dhr. P. Westen, datum mail 9 september 2014 5. GGD Drenthe, dhr. B. Anker (directeur Publieke Gezondheid), datum mail 8 september 2014 6. Promens Care, mevr. H. Vochteloo (sectormanager Kind, Jeugd en Gezin), datum brief 9 september 2014 Hierna zijn de inspraakreacties thematisch (per onderwerp) behandeld. Hierbij is ook aangegeven welke personen dit hebben aangekaart. Onderwerp 1: Toegankelijkheid voorzieningen 1.1. Voor het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid is een goede bereikbaarheid van voorzieningen van groot belang. In Vledder schort het echter voor rolstoel- en scootmobielgebruikers aan een goede bereikbaarheid van de voorzieningen. Kan bij de beleidskeuzes rekening worden gehouden met noodzakelijke aanpassingen aan de straten en stoepen om de doelstelling maatschappelijke participatie ook voor rolstoel- en scootmobielgebruikers haalbaar te maken? Ingediend door: Dorpsbelang Vledder, Mevr. R. van Koppen – van Wingerden (secretaris) Reactie gemeente Op basis van het Kwaliteitsplan Openbare Ruimte (KOR) is het onderhouden aan de beheerarealen in de dorpskernen vastgesteld op kwaliteitsniveau basis. Dit moet voldoende zijn om ook met hulpmiddelen, zoals een rollator of rolstoel, voorzieningen te bereiken in de dorpskernen. Dorpsbelang geeft een signaal af over ‘onveilige’ situaties in de dorpskern. Voor het bespreken van dit signaal zal dit punt op de agenda worden geplaatst voor het eerstvolgend beheeroverleg met openbare werken. Onderwerp 2: Zorgen over de zorg 2.1. Inwoners maken zich ernstige zorgen of zij, dan wel partner, nog de benodigde zorg krijgen. Deze brieven zijn zeer persoonlijk van aard, daarom zijn geen namen vermeld en de brieven niet toegevoegd. Ingediend door: inwoners gemeente Westerveld Reactie gemeente Voor zover wij dat zelf voor onze inwoners kunnen overzien zullen grote delen van de zorg voor veel mensen intact blijven, maar wellicht beperkter. Als het gaat om indicaties AWBZ is er een overgangsregeling van een jaar en voor de huidige Wmo HH cliënten drie maanden, ingaande na kennisgeving/besluit van de herindicatie. Onderwerp 3: Participatiewet 3.1. Evaluatie en monitoring concreter formuleren zowel op doeltreffendheid als op financiën. 3.2. Wijziging minimabeleid door wachttijd van 12 maanden in plaats van 3 maanden. 3.3. Positie van alleenstaande ouders > 27 jaar met inwonende kinderen > 27 jaar en inkomen als gevolg van de kostendelersregeling: met het verzoek om een aanvullende regeling ter compensatie van de achteruitgang in inkomen van € 750 per jaar. 3.4. Een onafhankelijke instelling die in het kader van de Tegenprestatie vacatures beoordeelt op verdringing en concurrentie. Ingediend door: Cliëntenplatform Sociale Zaken, Dhr. J. Pruntel (voorzitter)Reactie gemeente Pagina | 4
Beleidsplan 3.1. Hiervoor wordt verwezen naar het raadsvoorstel onder het aandachtsveld ‘kanttekening’. Daarnaast zal van de drie pijlers in het beleidsplan in het vierde kwartaal 2014 een nulmeting worden gedaan voor zover dat mogelijk is. Voor de nieuwe re-integratievoorzieningen is dit niet mogelijk. Een passage is opgenomen in het beleidsplan; 3.2. Het minimabeleid is niet gewijzigd. In het beleid dat in 2010 is vastgesteld staat de termijn van één jaar dat inwoners een minimum inkomen moeten hebben om voor minimabeleid in aanmerking te komen. De termijn van drie maanden geldt alleen voor de collectieve zorgverzekering omdat dit één van de randvoorwaarden van de zorgverzekeraar was. Uitvoering 3.3. Hier wordt gedoeld op de consequenties van de Wet hervormingen kindregelingen. De toeslag voor de alleenstaande ouders komt te vervallen en hiervoor in de plaats komt een zogenaamde alleenstaande ouderkop op grond van de belastingwetgeving. Een lastig punt hierin is dat de belastingwetgeving een ander partnerbegrip kent dan de Participatiewet bijvoorbeeld, formeel gehuwd maar duurzaam gescheiden. Er is een groep die in het kader van de Participatiewet een alleenstaande ouder is en in het kader van de belastingwetgeving niet. Dit zijn uitvoeringsmaatregelen die gebaseerd zijn op een wettelijk kader en waarop de gemeente geen invloed heeft. Als verzachtende maatregel komen voor beide groepen overgangsregelingen. Dit geldt echter niet voor nieuwe aanvragen na 1 januari 2015. Hiervoor wordt aangereikt om dit voor bepaalde groepen (zelfstandig wonend) te regelen via de bijzondere bijstand. Dit betreft echter uitvoeringsbeleid dat onder verantwoordelijkheid van de IGSD s-w valt en is daarom niet opgenomen in het beleidsplan. De intentie is om dit wel te gaan regelen via de bijzondere bijstand. In de gemeente Westerveld gaat het om drie à vijf huishoudens; 3.4. De werkwijzer Tegenprestatie van de programmaraad biedt gemeenten en sociale diensten handvaten om lokaal de Tegenprestatie uit te kunnen voeren zowel op het gebied van beleid, uitvoering als handhaving. Deze werkwijzer zal door de IGSD s-w gebruikt worden. Wanneer de komende jaren het aantal signalen op concurrentievervalsing en verdringing toenemen, zal de afweging gemaakt worden of een andere toetsing noodzakelijk is. Dit is niet in het beleidsplan opgenomen omdat het om een uitvoeringswerkwijzer gaat. Onderwerp 4: Uitvoering Participatiewet Uitvoering De inspraakreactie van de heer P. Westen heeft voor een belangrijk deel betrekking op de uitvoering en het uitvoeringsprogramma van de IGSD s-w. Deze hebben ook een afschrift van de inspraakreactie ontvangen. Wij zullen richting de IGSD s-w aangeven de aandachtspunten mee te nemen in het uitvoeringsbeleid. Het gaat om de volgende aandachtspunten: Algemeen (veranderproces, transparantie en onafhankelijkheid) Aansluiting arbeidsmarkt (opleidingen, zet in op kansrijke mensen, benut initiatieven en speel in op motivatie cliënten) Betrek ondernemers bij het proces (sluit aan bij lokale ontwikkelingen, denk niet in structuren) Samenwerking met andere projecten (benut subsidiemogelijkheden en regionale initiatieven) Beleidsplan 4.1. Financiën, cijfers en doelen - Onduidelijkheid over kengetallen en aantallen; o Wat is het uitstroom aantal uit de WWB - Meten is weten; - Evalueren en monitoren belangrijk om resultaat te kunnen verantwoorden; o Niet teveel de cijfers en jaarverslagen van anderen aannemen en vertrouwen. Wees kritisch en controleer - Nulmeting en monitoring; o Doelen zijn te weinig SMART geformuleerd en gebaseerd op het meetbare o Nulmeting zorgt voor effectmeting o Monitoring middels vooraf gestelde kengetallen en succesfactoren o Vaker resultaatverantwoording zodat je tijdig het plan kan bijstellen
Pagina | 5
Teveel gericht op kostenbeheersing, meer naar doel en taakstellingen. De informatiebehoefte van burgers ontwikkelt zich: minder proces- en inspanningsgericht naar meer persoons- en resultaatgericht o Resultaatverantwoording naar gemeenteraad meer SMART o Sluit daar als gemeente bij aan of schenk er aandacht aan o Creëer geld en ruimte voor deze initiatieven en voor omscholing 4.2. Verantwoordelijkheden - Uitbesteden wat een ander beter kan. Gemeente en raad houdt de verantwoordelijkheid; - Bij uitvoering van de visie is ook Reestmond en IGSD betrokken. -
Ingediend door: de heer P. Westen Reactie gemeente 4.1. Hiervoor wordt verwezen naar het raadsvoorstel onder het aandachtsveld ‘kanttekening’. Daarnaast zal van de drie pijlers in het beleidsplan in het vierde kwartaal 2014 een nulmeting worden gedaan voor zover dat mogelijk is. Voor de nieuwe re-integratievoorzieningen is dit niet mogelijk. Een passage is opgenomen in het beleidsplan; 4.2. Hier wordt het signaal afgegeven dat de gemeenteraad verantwoordelijk is ook voor taken die zijn overgeheveld aan een gemeenschappelijke regeling inclusief controleerbaar en resultaatverantwoording. Dat is juist en dit maakt deel uit van de planning en control cyclus van de gemeente. Daarnaast wordt jaarlijks een jaarverslag en een begroting besproken in de gemeenteraad. Aanvullend hierop worden jaarlijks sturingsafspraken met de IGSD s-w vastgesteld en een uitvoeringsovereenkomst met Reestmond. De hier in benoemde resultaatsverplichtingen zijn zoveel mogelijk smart geformuleerd, scherper dan in het nu voorliggende beleidsplan. Dit is een jaarlijks een aandachtspunt en hierop zal ook voor de jaren 2015 en volgend scherp op gestuurd moeten worden. Onderwerp 5: Jeugdzorg De GGD Drenthe heeft haar reactie gericht op de waarde die de GGD kan leveren in het sociaal domein. Dit doet zij aan de hand van vijf gebieden: 1. Jeugdgezondheidszorg: Het belang van preventieve jeugdzorg en afstemming met jeugdhulp partners; 2. AMHK: Belangrijke schakel op de weg van signaal naar zorg. Goede samenwerking met sociaal team en de jeugdhulpaanbieders; 3. OGGZ: De kennis en kunde van het OOGZ gebruiken bij de ontwikkelingen en advisering over het gefaseerd overdragen naar sociale teams; 4. Onderzoek en advies: inzicht in trends en ontwikkelingen in de gezondheidssituatie; 5. Crisispartner: advies en ondersteuning bij crisissituaties en escalaties. Ingediend door: GGD Drenthe, dhr. B. Anker (directeur Publieke Gezondheid) Reactie gemeente De vijf gebieden die de GGD beschrijft, komen aan de orde in het Beleidsplan Jeugdhulp en in het Uitvoeringsplan Sociaal Team Westerveld. Zij bieden beleidsmatig geen nieuw inzicht. De beschreven gebieden zijn vooral van belang voor de uitvoering van taken. Onderwerp 6: Meedenken met beleidskader Jeugdzorg 6.1 Promens Care vindt het van groot belang dat de ondersteuning van kinderen met een verstandelijke beperking of psychische problematiek binnen nieuwe beleidskaders een goed en passend vervolg krijgt. Ze bieden aan om mee te denken en mee te werken aan een goede transitie en de daaropvolgende transformatie. Ingediend door: Promens Care, Mevrouw H. Vochteloo (sectormanager Kind, Jeugd en Gezin) Reactie gemeente 6.1 De gemeente vindt het belangrijk dat betrokken zorgaanbieders meedenken bij het transitie- en transformatieproces. Wij vinden het fijn dat Promens Care met ons meedenkt, dit past binnen ons beleid waar consultatie met zorgaanbieders, waaronder Promens Care, deel van uit maakt.
Pagina | 6
3.
Inbrengreacties
Voor de inwoners, zorgaanbieders en adviesraden hebben wij informatiebijeenkomsten georganiseerd over de veranderingen in de zorg. Tijdens deze bijeenkomsten konden zij reageren op de ontwerpbeleidsplannen. De verslagen van de bijeenkomsten zijn als bijlage II – IV toegevoegd. Er zijn inbrengreacties ontvangen van: 1. Inwoners gemeente Westerveld, datum 25 augustus 2014 Dwingeloo, 26 augustus 2014 Darp, 2 september 2014 Diever en 4 september 2014 Vledder; 2. Wmo adviesraad Westerveld en Cliëntenplatform Sociale Zaken Westerveld, datum 1 september 2014; 3. Aanbieders en uitvoerders van zorg en ondersteuning gemeente Westerveld, datum 2 september 2014. Hierna zijn de inbrengreacties thematisch (per onderwerp) behandeld. Onderwerp 1: Toegang tot zorg en ondersteuning 1.1. In de inwonersbijeenkomsten bleek nog onduidelijkheid over praktische zaken omtrent het sociale team. De inwoners vragen zich af wie er plaats gaan nemen in het sociale team, waar dit team komt, of het team zelf indiceert, hoe ze te bereiken zijn en hoe dit team wordt gefinancierd; 1.2. Er werden vragen gesteld over de onafhankelijkheid van het sociale team, aan wie het team verantwoording aflegt, of bezwaar maken mogelijk is, of er een ombudsman komt en of de keuzevrijheid en privacy van de cliënt wordt gewaarborgd; 1.3. De inwoners vroegen zich af hoe het sociaal team zich verhoudt tot hometeams van huisartsen, tot vrijwilligerswerk en tot dorpskracht; 1.4. Er werd nog één opmerking gemaakt over de wederkerigheid. Een vrouw vroeg zich af of het ook mogelijk is om vrijwilligerswerk op afstand te doen. Als zij in Maastricht woont en haar moeder in Westerveld. Kan zij dan in Maastricht vrijwilligerswerk doen en dit middels een cheque verzilveren zodat haar moeder extra ondersteuning krijgt; 1.5. Van de zijde van de zorgaanbieders werd gevraagd waarom van hen verwacht wordt dat zij in 2014 zelf deelname in het sociaal team moeten bekostigen. Tevens werd gevraagd hoe onafhankelijkheid gewaarborgd is wanneer bijvoorbeeld slechts één aanbieder in het team vertegenwoordigd is. Er is een suggestie gedaan om in 2014 als gezamenlijke zorgaanbieders budget te zoeken voor deelname en daarmee een onafhankelijke medewerker in het sociaal team af te vaardigen. Deze is dus niet werkzaam bij één van de aanbieders; 1.6. Er is zorg uitgesproken over behoud van specialistische deskundigheid van Bureau Jeugdzorg, wanneer deze ontmanteld wordt en de medewerkers in generalistische teams worden ondergebracht. Reactie gemeente 1.1. In het uitvoeringsplan sociaal team wordt uitgebreid ingegaan op praktische zaken rondom het sociaal team. Het is een uitvoeringsplan en is in die hoedanigheid niet tezamen met de beleidsstukken ter inzage gelegd. Wel staan in het beleidsstuk over de integrale toegang de hoofdlijnen met betrekking tot het sociale team en haar werkwijze. Er komt een apart communicatietraject rondom het sociale team met als doel het sociaal team en de werkwijze van het team kenbaar te maken onder inwoners en professionals; 1.2. Het team wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van meerdere lokale instellingen. Zij werken op de inhoud en worden in hun werkwijze losgeweekt van de organisatie waaruit zij komen. Een coördinator stuurt aan. De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor de integrale toegang en zal hierover dan ook rekening en verantwoording afleggen. De gemeente wordt gevoed met managementinformatie vanuit het team op basis waarvan de gemeente kan sturen wanneer dit nodig is. Wanneer er een beschikking via het team wordt afgegeven staat de weg naar bezwaar en beroep open. Daarnaast gaan wij in de vorm van een pilot de mogelijkheden verkennen voor een soortgelijke ‘ombudsmanfunctie’ op lokaal niveau. De weg naar de nationale ombudsman staat natuurlijk open. Er wordt in het team onderzocht, tezamen met cliënt wat er nodig is aan hulp en ondersteuning. De vrije keuze voor zorgaanbieder blijft. Het team zal werken met een privacy protocol;
Pagina | 7
1.3. Het sociaal team is er vooral voor complexe en meervoudige hulpvragen. Andere netwerken blijven bestaan. Het is belangrijk dat er goed gecommuniceerd wordt tussen sociaal team en deze netwerken. Het is van cruciaal belang dat men elkaar kent en elkaar gemakkelijk vindt wanneer het nodig is. Er ontstaan momenteel allerlei lokale initiatieven op het gebied van welzijn en zorg die getuigen van eigen lokale kracht. Dat juichen we toe en we trachten aansluiting daarbij te vinden; 1.4. Met het onderwerp wederkerigheid wordt vooral een relatie gelegd met de participatiewet. Er wordt verwacht dat mensen iets terug doen voor de inkomensondersteuning die ze krijgen. Vaak ligt hier ook een relatie met het opdoen van werkervaring zodat het perspectief op betaald werk weer groter wordt. Wederkerigheid in relatie tot het krijgen van hulp en ondersteuning is vrijblijvender. Wel ligt er een verantwoordelijkheid en een rol voor elke inwoner om de helpende hand te bieden wanneer iemand in de omgeving deze nodig heeft. Dit alles binnen de mogelijkheden van iemand om die hulp te bieden. Het idee van mevrouw om via een soort chequesysteem wederkerigheid op afstand in te vullen is een mooi idee. Het grenst ook aan een vorm van maatschappelijke dienstplicht. Wellicht is het mogelijk om deze ideeën verder te ontwikkelen. Er zal ook op nationaal niveau over nagedacht moeten worden. In ieder geval is het bijzonder fijn wanneer inwoners zo met ons meedenken; 1.5. Per 2015 kan deelname aan het team door zorgaanbieders via inkoop bekostigd worden. In 2014 zijn deze gelden er niet en wordt van zorgaanbieders een investering gevraagd. Bij het formeren van een sociaal team gaat het vooral om het realiseren van een integrale toegang voor mensen met complexe en meervoudige problemen. Dit moet en kan beter georganiseerd worden. Het is in het belang van de hulpvrager. Als gemeente kiezen we ervoor, om daarin vanuit het algemeen belang, te investeren. Wij stellen meer budget beschikbaar voor het inrichten van het sociaal team dan wij momenteel ontvangen van het rijk. We vragen dit ook van de zorgaanbieders. En in die zin wordt dus gevraagd om over het instellingsbelang heen te kijken. We zijn blij met de gedane suggestie om een onafhankelijke afvaardiging vanuit de zorgaanbieders te waarborgen, via gezamenlijke bekostiging van een aantal uren. We gaan daarover verder in gesprek met de zorgaanbieders; 1.6. We hebben behoefte aan deskundigheid jeugdzorg in een sociaal team. Hier ligt immers een grote en nieuwe taak voor de gemeente. Het is ook in ons belang dat die specifieke deskundigheid blijft. Deze medewerkers blijven dan ook in regionaal verband werken en verbonden aan de jeugdzorg zoals deze in Drenthe georganiseerd wordt. Het is niet zo dat zij geheel geïsoleerd in een lokaal team zullen functioneren. De zorg is ook onze zorg en in regionaal en Drents verband blijft hier oog voor. Onderwerp 2: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) 2.1. Waarom worden niet alle mantelzorgers gewaardeerd en alleen de mantelzorgers van cliënten Jeugdwet en Wmo 2015? 2.2. Waarborg de positie van vrijwilligers en het aantal beschikbare vrijwilligers. Er wordt een groter beroep gedaan op de inwoners. Waar kunnen mantelzorgers terecht als ze problemen hebben?; 2.3. Zorg voor voldoende, gekwalificeerde Wmo-specialisten bij de gemeente Westerveld; 2.4. Stel kwaliteitseisen aan de te leveren zorg en ondersteuning; 2.5. Borg dat lijf gebonden zorg alleen door professionals wordt geleverd en niet door vrijwilligers; 2.6. Dagopvang meer lokaal organiseren; 2.7. De inwoners vroegen zich af in hoeverre zij per 1 januari 2015 nog huishoudelijke hulp en/of begeleiding ontvangen; 2.8. Woningvoorraad, domotica en aangepaste woningen/ levensloop bestendigheid; 2.9. Van de zijde van de zorgaanbieders werd opgemerkt om meer gebruik te maken van elkaars deskundigheid, elkaar meer leren kennen en meer met elkaar samen te werken om overlapping in zorg te voorkomen en meer integraliteit te bewerkstelligen. Dit geldt niet alleen voor de zorgaanbieders, maar ook voor de gemeente, maak gebruik van de deskundigheid uit het veld.
Pagina | 8
Reactie gemeente 2.1. We hebben ervoor gekozen om de zinsnede ‘de waardering wordt verstrekt aan mantelzorgers van een cliënt die gebruik maakt van Wmo of Jeugdwet’ uit het beleidsplan Wmo 2015 te halen. De waardering voor mantelzorgers is voor iedere mantelzorger van toepassing; 2.2. In het beleid is gekozen voor meer en uitgebreidere facilitering van het Servicepunt Vrijwilligerswerk. Wij kennen de risico’s en signalen over de tekorten aan vrijwilligers. Echter bij werving voor specifieke functies en duidelijke randvoorwaarden zijn er telkens weer nieuwe vrijwilligers beschikbaar. Daarnaast ondersteunt het Contactpunt Mantelzorger Westerveld de mantelzorgers bij problemen; 2.3. Ons beleid richt zich op kwalitatief goed geschoold personeel. De komende periode gaan de Wmo-consulenten diverse trainingen en cursussen volgen voor deskundigheidsbevordering. Wij verwachten met de huidige bezetting de nieuwe taken te kunnen opvangen. Wanneer nodig, is eventuele uitbreiding van Wmo-consulenten een optie; 2.4. Wij hebben kwaliteitseisen opgenomen in de raamcontracten voor aanbieders; 2.5. Vanuit de Wmo 2015 wordt geen lijf gebonden zorg geboden, dat is aan de zorgverzekeraars; 2.6. In het beleidsplan is opgenomen dat dagopvang / dagbesteding lokaal moet, wat lokaal kan; 2.7. Per persoonlijke situatie wordt gekeken welke zorg iemand nog dient te ontvangen. De herindicatie start eind dit jaar. In de meeste gevallen blijft de zorg voor veel mensen intact, maar wellicht in beperkte vorm. Er wordt meer een beroep gedaan op de sociale omgeving van de cliënt. Het jaar 2015 is het overgangsjaar waarin wij gaan kijken op welke manier wij de zorg anders gaan organiseren; 2.8. In de komende jaren zullen wij opnieuw aandringen op levensloop bestendige woningen dan wel aanpassingen en hulpmiddelen in bestaande woningen; 2.9. We moeten meer doen met minder middelen. Samenwerking in het veld is hierbij van cruciaal belang. Wij zijn dan ook voorstanders van onderlinge kennisdeling en informatie-uitwisseling. Onderwerp 3: Jeugdzorg 3.1. De gemeente Westerveld is straks verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Ten opzichte van de andere onderwerpen, kenden de vragenronden van de jeugdzorg een relatief geringe deelname. Inwoners hadden vaak concrete vragen als: Krijg ik straks de hulp die ik nu ook heb? Kan ik hulp krijgen van een instelling buiten de gemeente? Is alle hulp in de gemeente te vinden? Blijft expertise gewaarborgd? Hoe zijn de lijnen met Steenwijkerland in verband met onderwijs dat daar is? Leidt passend onderwijs tot toename jeugdzorg? Zorg die al jaren loopt, en te vertrouwen is, kan dat blijven of moet ik contracten op gaan zeggen?; 3.2. Daarnaast is de rol van PGB bij jeugdzorg ook ter sprake gekomen. Ouders vroegen zich af of zij zichzelf mogen betalen met PGB, welke voorwaarden er gelden voor het gebruik van PGB en welke organisatie houdt zicht op de PGB-gelden; 3.3. Een punt dat ook voor andere decentralisaties geldt, maar dat vooral bij jeugdzorg ter sprake kwam is preventie. De inwoners hadden de vraag hoe de gemeente preventie gaat inzetten, waar preventie uit bestaat en specifiek hoe de gemeente omgaat met preventie op het gebied van jeugd? Gaat de preventie ook over overgewicht? Wat is de doelgroep van het preventieprogramma?; 3.4. Als belangrijke aandachtspunten worden genoemd: - Preventie is belangrijk, liefst al bij het jonge kind; - Samenwerken met instanties; - Zichtbaarheid van de gemeente.
Pagina | 9
Reactie gemeente De concrete vragen brengen geen nieuw inzicht voor het beleidsplan Jeugdzorg. De vragen gaan vooral over de continuïteit van zorg. Deze is geborgd via de uitgangspunten van het Regionaal Transitie Arrangement (RTA) en de “zachte” landing van de jeugdhulp, die de gemeente Westerveld voorstaat. Ook aan preventie (versterking voorliggend veld) en samenwerking wordt in het plan aandacht besteed. De zichtbaarheid van de gemeente komt vooral via de integrale toegang tot uitdrukking. Onderwerp 4: Participatiewet 4.1. Informeer, ontzorg en faciliteer werkgevers; Geef de werkgever goede informatie over werknemers met een beperking en laat ook de voordelen er van zien. Eventueel met een ambassadeur; 4.2. Arbeidsmatige dagbesteding/beschutwerken: wees voorzichtig met het bij elkaar zetten van doelgroepen; 4.3. Goede begeleiding zowel in vrijwilligerswerk als richting regulier werk is essentieel; 4.4. Motiverende maatregelen werken het beste; 4.5. Borg de samenhang tussen onderwijs, uitkering en arbeidsmarkt. Zorg dat de ondersteuning op elkaar wordt afgestemd zodat er geen kinderen tussen de wal en het schip raken; 4.6. Keuzevrijheid in de Tegenprestatie is belangrijk; 4.7. Het uitgangspunt zou moeten zijn dat er geen sprake is van verdringing/concurrentievervalsing; 4.8. Aan het zelf oplossend vermogen en de zelfredzaamheid van een cliënt zit een einde. Reactie gemeente De ingebrachte aandachtspunten hebben niet geleid tot wijzigingen in het beleidsplan Participatiewet. De punten worden wel meegenomen in de uitwerking van het beleid in beleidsregels en nadere beleidsnotities. 4.1. In het door ontwikkelen van de samenwerking op de werkgeversdienstverlening binnen de subregio van SSWZM gemeenten zullen wij de genoemde aandachtspunten in brengen; 4.2. Zowel in het beleidsplan Wmo als in het beleidsplan Participatiewet is aangegeven dat wij in de transformatieperiode richten op de verbinding tussen de arbeidsmatige dagbesteding en beschut werken. In de uitwerking gaan wij een gemotiveerde afweging maken welke doelgroepen eventueel samengebracht kunnen worden; 4.3. Dit is een aandachtspunt dat ingebracht zal worden bij de IGSD s-w die jaarlijks een uitvoeringsprogramma re- integratie ontwikkeld dat door het bestuur moet worden vastgesteld. In dit uitvoeringsprogramma zal expliciet aandacht besteed moeten worden aan de inzet van begeleiding op de werkplek en bij vrijwilligerswerk specifiek voor de mensen met een beperking. Dit laatste heeft ook een verbinding met onze BCF afspraken met WMW over het servicepunt vrijwilligerswerk; 4.4. Vrijwilligersorganisatie hebben belang bij gemotiveerde vrijwilligers. In de uitvoering zal ook in het kader van de Tegenprestatie aansluiting gezocht moeten worden bij de drijfveren/motivatie van mensen. Dan kan ook door een Tegenprestatie een persoonlijke ontwikkeling gerealiseerd worden. Dit moet een aandachtspunt worden in het uitvoeringsprogramma dat onder 4.3 genoemd wordt; 4.5. In het beleidsplan is de samenhang tussen onderwijs, uitkering en arbeidsmarkt geborgd. In het uitvoeringsprogramma re-integratie zal nader uitgewerkt moeten worden wat dit betekend. De doelgroep die dit betreft zal vaak doorverwezen worden naar het sociaal team om de regie op de geboden ondersteuning te bewaken; 4.6. Keuzevrijheid in de Tegenprestatie is één van de uitgangspunten in het beleid; 4.7. De werkwijzer Tegenprestatie van de programmaraad biedt gemeenten en sociale diensten handvaten om lokaal de Tegenprestatie uit te kunnen voeren zowel op het gebied van beleid, uitvoering als handhaving. Deze werkwijzer zal door de IGSD s-w gebruikt worden. Wanneer de komende jaren het aantal signalen op concurrentievervalsing en verdringing toenemen, zal de afweging gemaakt worden of een andere toetsing noodzakelijk is. Dit is niet in het beleidsplan opgenomen omdat het om een uitvoeringswerkwijzer gaat; 4.8. De cliëntprofielen sluiten zoveel mogelijk aan bij het zelf oplossend vermogen en de zelfredzaamheid van een cliënt. Dit kan ook aan ontwikkelingen onderhevig zijn, zowel omhoog als omlaag. Dit zal in de cliëntcontacten periodiek een aandachtspunt zijn.
Pagina | 10
4.
Vooroverlegreacties
Overlegreactie 1: Wmo adviesraad Westerveld, Postbus 50, 7970 AB Havelte (datum: maandag 11 augustus 2014) Samenvatting: 1.1. De Wmo adviesraad Westerveld heeft een reactie gegeven op het eerste concept Beleidsplan Wmo 2015 en de verordening Wmo. Hieronder een weergave van de belangrijkste opmerkingen. Beleidsplan 1. Assen wordt genoemd als centrumgemeente voor de Drentse gemeenten, exclusief Westerveld. Klopt dit?; 2. Wat is het verschil tussen zelfredzaamheid en zelfzorgzaam?; 3. Het Sociaal Team is nieuw binnen gemeente Westerveld, graag in inleiding benoemen; 4. Aangeven welk communicatieplan het betreft; 5. Welke toegangen zijn er nog meer in het sociale domein?; 6. De nota ‘Helpen in meedoen’ wordt opgenomen in het beleidsplan, maar er staat alleen dat waardering voor mantelzorgers en respijtzorg nader wordt uitgewerkt. Wat staat er dan in die nota van 2010, dat het hier vermeld moet worden; 7. Tekstuele opmerkingen. Verordening 8. Waaruit bestaat de regeling voor de blijk van waardering voor mantelzorgers? 9. Tekstuele opmerkingen. Reactie gemeente: Beleidsplan 1. Gemeente Westerveld valt onder de centrumgemeente Assen. Wij hebben dit aangepast in het beleidsplan; 2. Het verschil tussen zelfredzaamheid en zelfzorgzaam wordt op pagina 9 onder het kopje ‘zelfzorg en zelfredzaamheid’ toegelicht. Voor de volledigheid zijn de begrippen ook opgenomen in de begrippenlijst; 3. Het Sociaal Team vormt een onderdeel van de toegang tot zorg en ondersteuning. In een aparte beleidsnota wordt hier uitgebreid op ingegaan. Wij hebben ervoor gekozen om in het beleidsplan Wmo dit niet expliciet te benoemen in de inleiding; 4. Het betreft het communicatieplan ‘Transities Sociaal Domein gemeente Westerveld’. Dit wordt aangepast in het beleidsplan; 5. De gemeente Westerveld kent een aantal toegangen, waaronder het Wmo-loket, Klant Contact Centrum (KCC), CJG, IGSD-loket en School Maatschappelijk Werk. In dit beleidsplan is als voorbeeld het Wmo-loket benoemd; 6. In de nota ‘Helpen in meedoen’ is de basis gelegd voor het beleid op het gebied van vrijwilligers, mantelzorg en maatschappelijke stage. De uitgangspunten die in deze nota zijn opgenomen zijn verwerkt in de Beleidsnota Wmo 2015-2016; De tekstuele opmerkingen zijn aangepast. Verordening 7. De regeling voor de blijk van waardering voor mantelzorgers wordt verder uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma; 8. De tekstuele opmerkingen zijn aangepast. Gevolgen voor het beleidsplan Wmo 2015 – 2016: De overlegreactie leidt tot aanpassing van het beleidsplan Wmo 2015 – 2016. De plannen worden op punt 1, 2, 4, 7 en 9 aangepast.
Pagina | 11
Bijlagen Bijlage I: Terugkoppeling informatiebijeenkomsten voor inwoners Inwonersbijeenkomsten Sociaal Domein augustus/september 2014 Eind augustus 2014 en begin september 2014 vonden inwonersbijeenkomsten over de veranderingen in de zorg in de gemeente Westerveld plaats. Tijdens deze bijeenkomsten zijn inwoners bijgepraat over de decentralisaties Jeugdzorg, AWBZ-Wmo, de Participatiewet en de vormgeving van de integrale toegang voor de drie transities. De bijeenkomst stond ook in het teken van uitwisseling van ervaringen, kennisdeling, inspiratie opdoen en discussie over de decentralisaties. In twee vragenrondes is gediscussieerd over de thema’s sociale teams, Wmo, jeugdzorg en participatiewet. Er waren per bijeenkomst tussen de 40 en 100 inwoners aanwezig. Uit de discussieronden zijn waardevolle opmerkingen, aandachtspunten en tips gekomen. Wij hebben de belangrijkste punten uit de vragenronden gefilterd en op papier gezet. Wij bekijken of wij de aandachtspunten kunnen overnemen in ons beleid. Algemene indruk Over het algemeen begrijpen de inwoners van Westerveld dat veranderingen in de zorg nodig zijn en dat hulp vanuit de overheid geen vanzelfsprekendheid meer is. De inwoners staan dan ook positief tegenover het idee van meer burgerkracht en zelfredzaamheid. Vanuit deze visie is er meegedacht met de gemeente. Inwoners vragen zich wel af of de gemeente voor 1 januari 2015 de uitvoering rond krijgt. Op dit moment hebben zij soms de indruk dat veel zaken nog niet zeker zijn. Dat er bij de bijeenkomsten een gevoel van betrokkenheid heerste werd bevestigd doordat inwoners aangaven mee te willen denken over de uitvoeringsplannen. Ook gaven zij aan binnen nu en een halfjaar graag eenzelfde bijeenkomst te willen, zodat ze betrokken blijven bij de transitie en transformatie. Verder werden er algemene tips gegeven over de wijze van communiceren, zoals de ‘tone of voice’ en begrijpelijkheid. Daarnaast is het belangrijk dat de zorgprofessionals een afschrift krijgen van onze communicatie uitingen en dat communicatie via krant of papier blijft aangezien niet iedere inwoner internet heeft. Integrale toegang De gemeente Westerveld heeft in het beleidsplan verbinden en versterken aangegeven de complexere zorgvraag te behandelen in een sociaal team. Dit team zal bestaan uit zorgprofessionals. Voor de gemeente komt er één team die inwoners met meervoudige problematiek gaat ondersteunen. Het uitgangspunt is één plan, één gezin en één regisseur. Aan de inwoners is gevraagd hoe zij denken over het plan dat de gemeente heeft geschreven over integrale toegang en het sociale team. De meningen zijn hierover verdeeld en er kwamen diverse onderwerpen aan bod. Het idee van één plan, één gezin, één regisseur vonden de inwoners fijn. Net zoals het idee dat één iemand het aanspreekpunt is. Maar er heerst nog onduidelijkheid over praktische zaken omtrent het sociale team. De inwoners vragen zich af wie er plaats gaan nemen in het sociale team, waar dit team komt, of het team zelf indiceert, hoe ze te bereiken zijn en hoe dit team wordt gefinancierd. Er werden vragen gesteld over de onafhankelijkheid van het sociale team, aan wie het team verantwoording aflegt, of bezwaar maken mogelijk is, of er een ombudsman komt en of de keuzevrijheid en privacy van de cliënt wordt gewaarborgd. De inwoners vroegen ook hoe het sociaal team zich verhoudt tot hometeams van huisartsen, tot vrijwilligerswerk en tot dorpskracht. Er werd nog één opmerking gemaakt over de wederkerigheid. Een vrouw vroeg zich af of het ook mogelijk is om vrijwilligerswerk op afstand te doen. Als zij in Maastricht woont en haar moeder in Westerveld. Kan zij dan in Maastricht vrijwilligerswerk doen en dit middels een cheque verzilveren zodat haar moeder extra ondersteuning krijgt. Aandachtspunten: - Het sociaal team is een goed initiatief, maar er is nog veel onduidelijkheid. Belangrijk dat de gemeente blijft communiceren en tijdig duidelijkheid geeft.
Pagina | 12
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) De gemeente Westerveld krijgt straks meer Wmo-taken. Inwoners van Westerveld vinden dit een goede ontwikkeling al maken zij zich lichte zorgen over de bezuinigingen die daarmee gepaard gaan. De meeste vragenrondes gingen daarom snel over het de bezuinigingen in huishoudelijk hulp. Inwoners vroegen zich af of ze nog huishoudelijke hulp krijgen en in hoeverre het huis dan ook schoon wordt. Over ideeën zoals een gezamenlijke glazenwasser of tuinman om de kosten te drukken waren de inwoners te spreken en zagen zij de meerwaarde van. Tevens werd er gesproken over de signaleringsfunctie van een huishoudelijke hulp en de ‘gezelligheid’ die deze medewerker met zich mee brengt. Na uitleg dat bij de nieuwe Wmo wordt gekeken naar de inzetbaarheid van de sociale omgeving vroegen inwoners zich af of er niet een groot beroep wordt gedaan op vrijwilligers/ mantelzorgers en of een alternatief beschikbaar is wanneer een vrijwilliger/mantelzorger (langdurig) ziek wordt of niet beschikbaar is. Inwoners gaven ook aan dat een vrijwilliger niet de plek van een zorgprofessional kan innemen. Indien vrijwilligers meer verantwoordelijkheden krijgen, in hoeverre wordt dit gedekt door de verzekeraar? Een onderwerp dat tevens is besproken zijn de herindicatie. Inwoners vroegen zich af wie straks inwoners gaat herindiceren, op welke manier, en in hoeverre er specialisme is op medisch gebied bij consulenten die de herindicatie gaan doen. Inwoners vonden het idee van keukentafelgesprekken goed, want op deze manier kan de gemeente ook de woonsituatie bekijken en inschatten. Daarbij kwam de opmerking dat de consulent geschoold moet zijn zodat dat de cliënt bewust wordt van de zorg die hij/zij nodig heeft. Bij het onderwerp dagbesteding vroegen inwoners zich af waar de gemeente op wil bezuinigingen. Moeten mensen zelf op de plek van bestemming komen of met de buurtbus? De inwoners onderstreepten het belang om dagbesteding meer lokaal te organiseren, maar gaven daarbij aan dat er al lokale initiatieven zijn die vrijwilligers organiseren. Aandachtspunten: - Waarborg de positie van vrijwilligers en het aantal beschikbare vrijwilligers. Er wordt een groter beroep gedaan op de inwoners. Echter, de inwoners worden ook ouder; - Zorg voor voldoende Wmo-specialisten bij de Gemeente Westerveld; - Stel kwaliteitseisen aan de te leveren zorg en ondersteuning; - Borg dat lijf gebonden zorg alleen door professionals wordt geleverd en niet door vrijwilligers; - Dagopvang meer lokaal; - Woningvoorraad, dometica en aangepaste woningen/ levensloop bestendigheid; - Betrek Per Saldo in het beleid. Jeugdzorg De gemeente Westerveld is straks verantwoordelijk voor de jeugdzorg. De vragenrondes van de jeugdzorg werd door een paar inwoners bezocht. Deze inwoners hadden gerichte vragen vaak met betrekking tot de thuissituatie. Vragen als: Krijg ik straks de hulp die ik nu ook heb? Kan ik ambulante begeleiding krijgen van een instelling buiten de gemeente? Is alle hulp in de gemeente te vinden? Blijft expertise gewaarborgd? Hoe zijn de lijnen met Steenwijkerland i.v.m. onderwijs wat daar is? Leidt passend onderwijs tot toename jeugdzorg? Zorg die al jaren loopt, en te vertrouwen is, kan dat blijven of moet ik contracten op gaan zeggen? Daarnaast is de rol van PGB bij jeugdzorg is ook ter sprake gekomen. Ouders vroegen zich af of zij zichzelf mogen betalen met PGB, welke voorwaarden er gelden voor het gebruik van PGB en welke organisatie houdt zicht op de PGB-gelden. Een punt dat ook voor andere decentralisaties geldt, maar dat vooral bij jeugdzorg ter sprake kwam is preventie. De inwoners hadden de vraag hoe de gemeente preventie gaat inzetten, waar preventie uit bestaat en specifiek hoe de gemeente omgaat met preventie op het gebied van jeugd? Gaat de preventie ook over overgewicht? Wat is de doelgroep van het preventieprogramma? Aandachtspunten: - Preventie is belangrijk, liefst al bij het jonge kind; - Samenwerken met instanties; - Zichtbaarheid van de gemeente.
Pagina | 13
Participatiewet Bij de vragenrondes van de participatiewet werd er op twee verschillende manieren gekeken naar de veranderingen. Enerzijds vanuit de cliënt, anderzijds vanuit de werkgever. Sommige inwoners vroegen zich af of de gemeente/sociale dienst voldoende contacten had met het onderwijs over het onderdeel MBO1, Pre-Wajong en BBL. En heeft de gemeente/sociale dienst genoeg deskundigheid om deze jongeren te begeleiden. Daarnaast hadden inwoners de vraag in hoeverre jongeren in staat zijn arbeidsvermogen op te bouwen wanneer de toelage/uitkering minder wordt of wanneer ze geen uitkering hebben en thuis wonen. Goede begeleiding van werkende mensen met een beperking is essentieel volgens de inwoners. Een ‘jobcoach’ kan mensen met een beperking begeleiden. De toekomst van het SW bedrijf is ook ter sprake gekomen. Bij de inwoners leven er vragen als: Wat wordt de oplossing voor een leeglopend SW bedrijf? Is het als gemeente een idee om een eigen SW bedrijf op te starten? Wat doet de gemeente zelf actief in het aannemen van mensen met een beperking, wordt voldaan aan de afgegeven richtlijn (> 25 medewerkers – 5% van het aantal fte)? De invoering van de tegenprestatie is tevens aan bod gekomen. Een grote groep inwoners vindt de tegenprestatie een goed initiatief, want op deze manier blijven inwoners maatschappelijk betrokken en kunnen ze een netwerk opbouwen. Een suggestie is om de tegenprestatie te koppelen aan burgerkracht. De tegenprestatie kan ook in categorieën worden ingedeeld naar wat zij nog kunnen doen. Voor vrijwilligersorganisaties is het belangrijk de vrijwilligers gemotiveerd zijn, hiervoor moet contact onderhouden worden. Daarnaast zal een check plaats moeten vinden of de vrijwilliger ook wel daadwerkelijk het vrijwilligerswerk doet. Verdringing/concurrentie door vrijwilligers op reguliere arbeidsplaatsen is een groot risico. Hiervoor moet aandacht en toetsing zijn. Het vrijwilligerswerk zou anders benaderd moeten worden bijv. in de vorm van incidentele klussen. Daarnaast moet de vrijwilliger zich ook zelf bewust zijn van waar de interesse ligt, wat ze nodig hebben etc. Sommige inwoners van Westerveld hebben het idee dat werkgevers niet allemaal bekend zijn met maatschappelijk ondernemen en de voordelen hiervan. Zij hebben ook het idee dat werkgevers niet één aanspreekpunt hebben binnen de gemeente. Inwoners willen de gemeente als tip meegeven dat de informatie voor werkgevers niet te complex moet zijn, dat werkgevers behoefte hebben aan goede voorlichting waarbij kwaliteit wordt aangetoond met voorbeelden uit de praktijk. De gemeente kan daarnaast met een aanbod naar de werkgever gaan en zorgen voor een passende match. De gemeente zou hierin een meer zakelijke gesprekspartner moeten zijn. Spreek dezelfde taal als de ondernemer. Werkgevers die goede ervaringen hebben, kunnen ambassadeur worden richting andere ondernemers. In faciliterende zin is een no riskpolis voor werkgevers belangrijk. Denk hierbij ook vooral aan lokale ondernemers. In een plattelandsgemeente als Westerveld moet aandacht zijn voor de vaak verminderde mobiliteit van deze doelgroep. Het beleid van de gemeente moet meer resultaat gestuurd zijn. Het GR model maakt dit lastig en kwetsbaar. Aandachtspunten: - Informeer, ontzorg en faciliteer werkgevers; Geef de werkgever goede informatie over werknemers met een beperking en laat ook de voordelen er van zien. Eventueel met een ambassadeur; - Arbeidsmatige dagbesteding/beschutwerken: wees voorzichtig met het bij elkaar zetten van doelgroepen; - Goede begeleiding zowel in vrijwilligerswerk als richting regulier werk is essentieel; - Motiverende maatregelen werken het beste. Afsluitend De gemeente heeft de inwonersavonden als zeer productief ervaren. Zij hebben zinvolle opmerkingen en tips gekregen waarmee zij het beleidsplan verder kunnen aanvullen of waar nodig kunnen wijzigen.
Pagina | 14
Bijlage II: Terugkoppeling informatiebijeenkomsten voor Wmo-adviesraad en Cliëntenplatform Sociale Zaken Informatiebijeenkomst ‘veranderingen in de zorg’ Wmo-adviesraad & Cliëntenplatform Sociale Zaken Op maandag 1 september 2014 heeft een informatiebijeenkomst ‘veranderingen in de zorg’ voor de Wmo-adviesraad en Cliëntenplatform Sociale Zaken plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst zijn de adviesraden bijgepraat over de ontwikkelingen en ontwerp-beleidsplannen (Toegang tot zorg en ondersteuning, Wmo 2015, Jeugdzorg en Participatiewet) van de gemeente Westerveld. De bijeenkomst stond ook in het teken van het uitwisselen van ervaringen, kennisdeling en discussies. Uit de bijeenkomst zijn waardevolle opmerkingen, aandachtspunten en tips gekomen. Wij hebben voor u de belangrijkste punten uit de bijeenkomst gefilterd en voor u op papier gezet. Wij gaan gemotiveerd afwegen welke punten wij kunnen overnemen in ons beleid. De inbreng en inspraak wordt verwerkt in een officiële inspraaknota. Wij willen u nogmaals hartelijk bedanken voor uw inzet en bijdrage. Punten Adviesfunctie Jeugd
Sociaal Team
Vaardigheden Wmoconsulent
Voorzienbaarheid Wederkerigheid Waardering mantelzorgers Registratie mantelzorgers
Problemen van mantelzorgers
Cliëntondersteuning Huishoudelijke hulp
Komt de adviesfunctie te vervallen of komt er een externe adviesraad bij voor Jeugd? We gebruiken het overgangsjaar 2015 om te kijken hoe we hier invulling aan gaan geven. Samen met de adviesraden gaan wij afwegen of er mogelijk toegewerkt kan worden naar één adviesraad Sociaal Domein. Vooralsnog neemt de Wmo-adviesraad de Jeugdzorg waar. Er bestaat een misverstand over de toewijzing van cliënten naar het sociaal team. Het is voor de inwoner niet duidelijk door wie het sociaal team wordt gevoed. De inwoners worden bijvoorbeeld via de Wmo-consulent of School Maatschappelijk Werk ingebracht in het sociaal team. De cliënt gaat niet zelf direct naar het sociaal team. Zijn de consulenten klaar per 1 januari om de nieuwe taken uit te voeren? De Wmo-consulenten gaan diverse trainingen en cursussen volgen voor deskundigheidsbevordering. Waarop kan een cliënt worden afgerekend? Hierover dient goed te worden gecommuniceerd. Iedereen kan zijn of haar kennis en kunde inzetten om een ander te helpen. Wederkerigheid is geen verplichting. De waardering voor de mantelzorgers wordt niet individueel aangeboden, bijvoorbeeld ‘de dag van de mantelzorger’. Het Contactpunt Mantelzorg vormt een belangrijke schakel voor de registratie van mantelzorgers. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het onmogelijk is om elke mantelzorger of vrijwilliger te registreren. Bij evenementen wordt hier dan ook geen controle op uitgevoerd. Waar kunnen mantelzorgers terecht als ze problemen hebben? Kan er een onafhankelijk punt komen waar zij terecht kunnen met vragen of problemen? Een zorgvertrouwensfunctie. Wanneer wij meer beroep gaan doen op vrijwilligers, bestaat de kans dat de behoefte aan een meldpunt toeneemt. 75% van het beschikbare budget wordt besteed aan MEE Drenthe. Het overige deel is vrij besteedbaar voor cliëntondersteuning (o.a. Sensoor). De naam ‘huishoudelijke hulp’ verdwijnt. Hiervoor komt in de plaats o.a. ‘ondersteuning basis, -plus’. Er wordt meer nadruk gelegd op het hygiënisch schoon houden van het huis. Met consultatie van zorgaanbieders wordt gekeken naar de toepasbaarheid en mogelijke verbeteringen.
Pagina | 15
Overgangstermijnen huishoudelijke hulp
Overgangstermijnen AWBZ-Wmo Keukentafelgesprek
Inkomenstoets eigen bijdrage Tegemoetkoming zorgkosten
Loonkostensubsidie
Tussen wal en schip
Tegenprestatie
Samenwerking regio
Vervoer
Zorgaanbieders
Verdringing arbeidsmarkt
Van 1 november 2014 tot 1 april 2015 gaan de Wmo-consulenten in gesprek met +/- 570 HH cliënten voor de herindicaties. Voorafgaand worden de cliënten hierover geïnformeerd. Alle cliënten worden één keer benaderd (ook als zij meerdere voorzieningen hebben). Voor 1 januari 2015 ontvangen de AWBZ-Wmo cliënten een brief. Wij verwachten wel dat deze cliënten zelf initiatief nemen voor eventuele herindicatie. Zit er naast de cliënt ook nog iemand anders aan de tafel? Ja, het is mogelijk dat een derde persoon aanschuift, bijvoorbeeld de mantelzorger. Dit is door middel van een Algemeen Maatregel van Bestuur vastgelegd door het Rijk. De lokale overheden mogen geen inkomenstoets voeren. Door onderzoek zal de doelgroep, de omvang van het budget en de voor- en nadelen nader worden omschreven. In het najaar 2014 worden de uitvoeringsmaatregelen verder inhoud en vorm gegeven. Vooralsnog wordt gedacht aan regelingen ten behoeve van inwoners met beperkt inkomen (lager dan 120% van het wettelijk minimumloon) en/of inwoners met aantoonbare stapeling van kosten. Waar wordt dit uit betaald? En welke organisaties komen hiervoor in aanmerking? De loonkostensubsidie wordt betaald uit het Inkomensdeel van de gemeente. Organisaties die meer dan 25 werknemers hebben, zijn verplicht om een plek te creëren voor mensen met een beperking die arbeidsvermogen hebben. Voorbeeld: kind met autisme gezakt voor schoolexamen. Ouders en kind blij, omdat kind nog een jaar langer op school kan blijven zitten omdat er geen mogelijkheden zijn voor werk. Hoe voorkom je dat een kind tussen wal en schip valt? Belangrijk is dat er een goede relatie is tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Het is belangrijk dat de ondersteuning goed op elkaar wordt afgestemd. De samenhang tussen onderwijs, uitkering en begeleiding moet geborgd worden. Keuzevrijheid in de tegenprestatie is zeer belangrijk. Personen worden gekort op uitkering als ze geen tegenprestatie leveren. Er worden eisen gesteld aan de minimale uren en duur. Hoe behoudt Westerveld haar eigen gezicht? Bij zowel beleid als uitvoering blijft onze couleur locale aanwezig. - Participatiewet: arbeidsmarktregio IJssel Vecht. Voorbereiding met Steenwijkerland, Staphorst, Meppel, Zwartewaterland en Westerveld; - Jeugdzorg: regio Drenthe. Voorbereiding 12 gemeenten in provincie Drenthe en ZW-Drenthe; - Wmo: Wmo regio-indeling ZW-Drenthe en Staphorst en Zwartewaterland. Voorbereiding deels met gemeente Meppel. Zijn er mogelijkheden om de vervoersstromen te combineren? Door Stamm CMO uit Assen is een uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar alle vervoersstromen in Zuidwest-Drenthe en Noordwest Overijssel. De komende maanden gaan wij hier verder mee. Er zijn veel zorgaanbieders in gemeente Westerveld. Gaan wij contracten afsluiten met één of twee aanbieders? Er is sprake van een vrije markt. Wij stellen eisen aan de kwaliteit van diensten die zorgaanbieders leveren. De cliënt heeft keuzevrijheid en door de concurrentie kan de prijs scherp worden gehouden. Daarnaast stimuleren wij de zorgaanbieders om met slimme combinaties te komen. Wij gaan ons niet beperken tot contractafsluiting met enkele zorgaanbieders. Door meer beroep te doen op vrijwilligers en mantelzorgers bestaat de kans op verdringing op de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld in de verzorgingstehuizen of taxibedrijven. Hoe wordt hiermee omgegaan? Dit vormt ook voor ons een aandachtspunt. Het uitgangspunt is dat bij Pagina | 16
vrijwilligerswerk geen sprake mag zijn van verdringing/concurrentie. Bijlage III: Terugkoppeling informatiebijeenkomsten voor zorgaanbieders
Informatiebijeenkomst ‘veranderingen in de zorg’ Aanbieders en uitvoerders van zorg en ondersteuning Op dinsdag 2 september 2014 heeft een informatiebijeenkomst ‘veranderingen in de zorg’ voor aanbieders en uitvoerders van zorg en ondersteuning in de gemeente Westerveld plaatsgevonden. plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst zijn de adviesraden bijgepraat over de ontwikkelingen en ontwerp-beleidsplannen (Toegang tot zorg en ondersteuning, Wmo 2015, Jeugdzorg en Participatiewet) van de gemeente Westerveld. De bijeenkomst stond ook in het teken van het uitwisselen van ervaringen, kennisdeling en discussies. Uit de bijeenkomst zijn waardevolle opmerkingen, aandachtspunten en tips gekomen. Wij hebben per thema de belangrijkste punten uit de bijeenkomst gefilterd en voor op papier gezet. Wij gaan gemotiveerd afwegen welke punten wij kunnen overnemen in ons beleid. De inbreng en inspraak wordt verwerkt in een officiële inspraaknota. Wij willen u nogmaals hartelijk bedanken voor uw inzet en bijdrage. Integrale toegang De gemeente Westerveld gaat de toegang tot zorg en ondersteuning integraal organiseren voor het hele sociale domein. Belangrijke onderdelen zijn preventie, algemene voorzieningen en het sociaal team. Aan de deelnemers is gevraagd hoe zij hierover denken. Preventie en algemene voorzieningen De gemeente Westerveld gaat preventie en algemene voorzieningen inzetten ten behoeve van ondersteuning in het sociale domein. Preventie en algemene voorzieningen zijn bereikbaar, laagdrempelig en goedkoper dan individuele maatwerkvoorzieningen. De zorgaanbieders onderkennen de meerwaarde van het inzetten van preventie en algemene voorzieningen. Enkele opmerkingen van de deelnemers: - Als zorgorganisaties zorgen dat mensen elkaar ontmoeten; - Preventie is toch ook signalering?; - Sociale App / kaart om inzicht te krijgen in preventie. Sociaal team Om betere ondersteuning te geven aan mensen met meervoudige en complexe vraagstukken wordt een sociaal team ingericht. Hoe denken de zorgaanbieders hierover? Er heerst onduidelijkheid over praktische zaken omtrent het sociale team. De deelnemers vragen zich af hoe het sociaal team wordt vormgegeven, wie zit in het sociaal team en hoe wordt contact gehouden met andere organisaties buiten het sociaal team? Er werden ook vragen gesteld over de onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid van het sociale team, financiering van het team (subsidierelatie) en de positie van de wijkverpleegkundige. Aandachtspunten voor een sociaal team in gemeente Westerveld zijn: - Instandhouden van bepaalde structuren naast het sociaal team; - Rol van de huisartsen; - Waarborging van zeer specifieke gevallen in de jeugdzorg; - Kwetsbaarheid van team. Tips: -
Nodig AWBZ aanbieders uit, die gezamenlijk een specialist voor 2014 financieren met garantie dat in 2014 de kosten zijn gedekt.
Pagina | 17
Wmo 2015 De zorg op een andere manier organiseren Met de decentralisaties in zicht onderkennen de zorgaanbieders in Westerveld dat de zorg per 1 januari 2015 anders georganiseerd moet worden, slimmer en effectiever. De traditionele denk- en werkpatronen binnen de organisaties moeten plaatsmaken voor creativiteit en innovatie zodat er blijvend een bijdrage kan worden geleverd aan de veranderingen. Durf te experimenteren! Voorliggend - Algemeen – Collectief; wat is het verschil? 1. Voorliggende voorzieningen zijn algemeen gebruikelijke en vrij toegankelijke voorzieningen; 2. Algemene voorzieningen zijn specifiek georganiseerd om in veel voorkomende individuele vraag tegemoet te komen en zijn vrij toegankelijk. Dus voor mensen met en zonder beperkingen; 3. Collectieve voorzieningen zijn voor bepaalde doelgroep en kunnen een lichte toets hebben. Samenwerking Belangrijke aandachtspunten zijn de overlap in de hulpverlening en de bezuinigingen. We moeten meer doen met minder middelen. Een integrale benadering vormt hierbij een cruciaal punt. Maak gebruik van elkaars deskundigheid, leer elkaar kennen en ga met elkaar samenwerken. Dit geldt ook voor de gemeente, maak gebruik van de deskundigheid uit het veld. Vervoer Ook op de vervoerskosten moet worden bespaard. Ga opzoek naar slimme combinaties! Arbeidsmarkt Er wordt steeds meer een beroep gedaan op mantelzorgers en vrijwilligers en met de komst van de tegenprestatie uit de Participatiewet bestaat de kans op verdringing op de arbeidsmarkt. … Aandachtpunten - Landelijke inkoopafspraken zintuigelijke en auditieve beperkingen - Zorginkoop kleine marktpartijen - Volume aanbod zorg Jeugd De gemeente wordt per 1 januari 2015 zowel bestuurlijk als financieel verantwoordelijk voor alle vormen van Jeugdzorg. Er is nog veel onduidelijkheid; krijgt de cliënt straks nog de hulp die zij nu ontvangt? Is alle hulp wel in Westerveld te vinden? Gaan de verwijzingen veranderen? Hoe verloopt het inkoopproces? Wat als aanbieders niet / onvoldoende in het inkoopproces meegenomen worden? Naast deze vragen, waren er ook enkele tips: - Maak (concrete) plannen voor preventie; - Maak duidelijk wat een sociaal team te bieden heeft en zet expertise gericht in. Participatiewet De participatiewet streeft er naar om zoveel mogelijk inwoners naar eigen vermogen te laten participeren en te voorzien in hun eigen inkomen. Er is gesproken over de tegenprestatie die wordt ingevoerd bij de participatiewet. Een grote groep zorgaanbieders vindt de tegenprestatie een goed initiatief, maar let op verdringing en concurrentie. Ook werd aangedragen om vrijwilligers ‘gericht’ werk te laten doen – zij moeten zich bewust worden van wat ze nodig hebben. Tot slot werd aangegeven dat aan het zelf oplossend vermogen en het zelfredzaamheid van een cliënt een einde zit, wacht niet te lang met handelen.
Pagina | 18