Visie op zorgverbreding en GOK 1 2 3
4 5
6 7 1
Algemeen ............................................................................................................ 1 Zorgcontinuüm .................................................................................................... 3 Goede preventieve basiszorg – Fase 0 BGT’ ...................................................... 3 3.1 Organisatie goede preventieve basiszorg ............................................................ 4 3.2 De klastitularis .................................................................................................... 5 3.2.1 Groeps- of klassikaal niveau ....................................................................... 5 3.2.2 Individueel niveau ....................................................................................... 6 3.3 De zorgcoördinator ............................................................................................. 6 3.3.1 Schools niveau ............................................................................................ 6 3.3.2 Groeps- of klassikaal niveau ....................................................................... 6 3.3.3 Individueel niveau ....................................................................................... 6 3.4 Het leerlingdossier .............................................................................................. 6 Welke toetsen neemt de school af per leergroep 8 Verhoogde Zorg Fase 1 BGT .............................................................................. 9 Uitbreiding Zorg Fase 2 BGT ........................................................................... 10 5.1 DE CLB medewerker ........................................................................................ 10 5.1.1 Schools niveau .......................................................................................... 10 5.1.2 Groeps- of klassikaal niveau ..................................................................... 10 5.1.3 Individueel niveau ..................................................................................... 10 5.2 Gon begeleiding of ION-project ...................................................................... 11 Overstap naar een school op maat – Fase 3 BGT .............................................. 11 Taakfunctie van de zorgleerkracht en zorgcoördinator 11 Algemeen
Zorgverbreding en GOK hebben te maken met de zorg voor alle kinderen in hun totaliteit. Het is ook voor onze school een zorg om uit elk kind meer te halen, om het ontwikkelingspotentieel van elk kind te verrijken. De extra moeilijkheid bestaat er wel in dat ons schoolpubliek bestaat uit 90% anderstaligen van thuis uit. Vanuit het schoolbeleid, de inrichtende macht,…worden de nodige middelen vrijgemaakt om materialen aan te schaffen die mogelijkheden creëren om klasintern een zeer gedifferentieerd leeraanbod te kunnen aanbieden. Vanuit het schoolbeleid wordt de mogelijkheid geboden tot nascholing, individueel of als schoolteam i.v.m. thema’s zoals zorgverbreding, handelsgericht werken, rapporten, hoeken- en contractwerk, muzische creativiteit, functiebeschrijvingen, leerstoornissen, coöperatief leren, techniek,… Vanuit het schoolteam worden als preventieve zorg die onderwijskundige principes gehanteerd die onze leerlingen kunnen brengen tot de beheersing van de essentiële doelstellingen van de leerplannen. (OVSG)
1
Vanuit het schoolteam wordt geopteerd voor de ondersteuning en remediëring van de leerbedreigde kinderen door onze zorgcoördinator en door het team. Om de preventieve zorgverbreding nog meer te optimaliseren worden de individuele vorderingen van onze leerlingen gescreend en geanalyseerd in een leerlingvolgsysteem. (LVS-VCLB) Ook worden er AVI-toetsen, IGEAN-toetsen en OVSG-toetsen afgenomen. Consultatie van het CLB (Centrum voor leerlingenbegeleiding) is een mogelijkheid om de ontwikkelingsbedreigde kinderen te helpen in hun verdere ontplooiing. De CLB verantwoordelijke is elke vrijdag tussen 9.00u en 13.00u in de school aanwezig. Ook de ouders kunnen op deze momenten een afspraak maken met de externe verantwoordelijken. Overlegmomenten worden formeel en informeel georganiseerd om samen met het CLB, de klastitularis(sen), de directie en de zorgcoördinator te overleggen over individuele leerlingen of klasgroepen.(MDO). Deze worden trimestrieel gepland. Oudervergaderingen worden dan georganiseerd indien nodig. Voor het MDO zijn er ook filtermomenten waarop de zorgcoördinator met de klasleerkracht bekijkt welke kinderen problemen hebben. Tijdens deze filtermomenten wordt er besproken of preventieve basiszorg voldoende is of aangepast moet worden. Ook wordt er een scharniermoment voorzien voor de leerlingen van het 6 de leerjaar die de overstap maken naar het secundair onderwijs. Er worden dan enkele kennismakingsmomenten ingelast. Het scharniermoment van de 3de kleuterklas naar het 1ste leerjaar gebeurt door kennismakingsmomenten in te lassen. Op leerkrachtenniveau is er het traject ‘samen over de drempel’. Dit maakt het scharniermoment intensiever. Voor dit traject worden er verschillende kijkwijzers gehanteerd. De klastitularis van het 6de leerjaar vult per leerling een BASOfiche (gericht op de talenten van het kind) in. Deze wordt op het einde van het schooljaar meegeven met de leerlingen.
2
2
Zorgcontinuüm
Het kader van de zorgwerking wordt aan het zorgcontinuüm opgehangen. Op middellange termijn wordt het HGWkader geïmplementeerd.
3
Goede preventieve basiszorg – Fase 0 BGT’
Preventie basiszorg houdt in onze school in dat er maatregelen worden genomen waardoor leerlingen met leermoeilijkheden, ook binnen het normale tijdsbestek, tot de beheersing van de basisleerstof kunnen komen. Het bespreken van de leerlingen die preventieve basiszorg nodig hebben, gebeurt tijdens het wekelijks graadsoverleg. Dit vindt plaats tijdens de turnuren.
3
3.1
Organisatie goede preventieve basiszorg
Hoe doen we dit ? - Door een preventieve aanpak : de school reageert bij de eerste signalen en tracht problemen te voorkomen. - Door een creatieve aanpak : de school vertrekt niet vanuit probleemgedrag en probleemsituaties, maar creëert een omgeving waarbij ze de leerlingen op een creatieve manier betrekt. D.w.z. dat leerlingen, hoe jong ze ook zijn, worden aangesproken om hun verantwoordelijkheid op te nemen, om mee vorm te geven aan de pedagogische verhoudingen en aan de kwaliteit van het leren en leven op school. - Door een aanpak die lesoverschrijdend is : bv. door het aanbrengen van gedragsregels binnen de school. - Door werkvormen te hanteren die inspelen op de leef- en ervaringswereld van de kinderen. - Door naast een formele, ook een informele leerlingenbegeleiding aan te bieden : streven naar een vlotte relatie met de leerlingen, zorgen voor een lage drempel, inspelen op vragen en ideeën van de leerlingen, en regelmatig, waar kan, waardering te uiten. “Een school waar een kind zich thuis voelt”, zegt veel. - LVS: vorderingen van de leerlingen Preventieve basiszorg houdt in onze school ook in dat wij aandacht besteden aan het ontwikkelen van leerstrategieën en het verwerven van bepaalde attitudes zoals zin in nauwkeurigheid, efficiëntie, zelfvertrouwen, weerbaarheid, assertiviteit en kritische zin om zo de totale ontwikkeling te bevorderen.
4
3.2
De klastitularis
Op de eerste lijn vinden we de klastitularis. Deze is de spil van de leerlingenbegeleiding. Hij/zij staat het dichtst bij de leerling en heeft de grootste expertise als het gaat over leren leren, leren kiezen en socio-emotionele begeleiding. Hij/zij zorgt voor het persoonlijk welzijn van elke individuele leerling, observeert het groeiproces in de klas, het leefklimaat op school en in de klas. De klastitularis is en blijft de centrale figuur. Hij/zij oordeelt in samenspraak met de andere participanten of een kind wordt doorverwezen. Hij/zij verzorgt ook de eerste vorm van differentiatie, de klasinterne, eventueel met ideeën en materiaal ondersteunt door de zorgcoördinator. Pas indien de klasinterne differentiatie onvoldoende hulp biedt, komen we in de volgende fase. De methodes bezitten voldoende materiaal om zowel preventief, remediërend en gedifferentieerd te werken. De klastitularis(sen) kunnen dan kiezen voor een werkvorm (contractwerk, coöperatief leren) waardoor ze de handen vrij krijgen om kinderen individueel te begeleiden. Dit kan zijn door - verlengde instructie - aangepaste oefeningen in hoekenwerk of contractwerk - preteaching (bepaalde leerstof op voorhand al eens doornemen) - begeleiding voor het leren van grotere delen leerstof Om de meer gevorderde leerlingen niet op hun honger te laten zitten, wordt regelmatig differentiële leerstof die een verdieping van de leerinhoud nastreeft, aangeboden. Deze activiteiten worden vaak zelfstandig of in partnerwerk afgewerkt en geëvalueerd, vooral vanaf het derde leerjaar, en dit aan de hand van verbetersleutels. Deze leerlingen leren hierbij kritisch te zijn t.o.v. hun eigen werk en datgene van hun medeleerlingen. Als preventieve maatregel om de leerlingen voor te bereiden op de overgang naar het secundair onderwijs en om eventuele leerproblemen te kunnen voorkomen, worden de leerlingen doelbewust voorbereid aan de hand van leergebied overschrijdend integratie (leren leren). Dit gebeurt al vanaf de kleuterschool. Leerstrategieën en stappenplannen worden door de klastitularis(sen) aangeboden en samen met de leerlingen verwerkt. 3.2.1 Groeps- of klassikaal niveau
de klastitularis is de centrale figuur binnen heel de geïntegreerde zorg de klastitularis neemt de LVS testen af en verbetert ze zelf de klastitularis bereidt de MDO’s van zijn klas voor en neemt tijdens de MDOvergaderingen het initiatief
5
3.2.2 Individueel niveau
de klastitularis meldt de kinderen die een bijzondere zorg nodig hebben bij de zorgcoördinator de klastitularis bespreekt in de eerste plaats met de zorgcoördinator welke maatregelen kunnen genomen worden in de klas en spreekt samen met de zorgcoördinator af binnen welke termijn we dit terug kunnen evalueren de klastitularis differentieert in de eerste lijn binnen zijn klas de klastitularis bekijkt of aan het leerprobleem binnen de klas kan gewerkt worden de klastitularis woont de vergaderingen bij als het over een zorgkind van zijn klas gaat
3.3 De zorgcoördinator De belangrijkste taak van de zorgcoördinator, situeert zich op het uitvoerende terrein op individueel, remediërend niveau. 3.3.1 Schools niveau
de zorgcoördinator woont steeds de vergaderingen rond de zorgkinderen bij de zorgcoördinator staan de klastitularis(sen) bij in het aanbieden van materialen om kinderen binnen de klas te helpen de zorgcoördinator neemt deel aan de korte overlegmomenten (om de dringende noden te verhelpen) en is voldoende assertief om haar problemen daar te bespreken. De zorgcoördinator begeleidt de leerkrachten om taalachterstanden aan te pakken op klas- en groepsniveau o.a. door ondersteunend materiaal aan te bieden.
3.3.2 Groeps- of klassikaal niveau
de zorgcoördinator neemt sommige klassikale testen af voor het LVS. Deze worden door de klastitularis verbeterd. De zorgcoördinator woont de MDO’s bij en maken hiervan een kort verslag voor het persoonlijk dossier van de kinderen. De zorgcoördinator begeleidt in overleg met de klastitularis(sen) groepjes kinderen met een achterstand op taalvaardigheid, die niet in de klas kunnen bijgewerkt worden. (eventueel kan dit ook in individuele context)
3.3.3 Individueel niveau
daar waar de begeleiding en/of remediëring van kinderen in de klascontext niet volstaat, is de zorgcoördinator verantwoordelijk voor het verder werken met deze kinderen via het handelsgericht onderzoek en het uitstippelen en uitvoeren van een handelingsplan. Dit kan gebeuren met hulp van het CLB of derden, steeds in overleg met de pedagogisch coördinator, de directie en de klastitularis.
6
Zo nodig zal de zorgcoördinator geregeld en op doordachte tijdstippen deze leerlingen klasintern begeleiden (eventueel extern in de zorgklas). De zorgcoördinator zal hierbij ook oog hebben voor de socio-emotionele ontwikkeling van het kind.
7
3.3.4 Het leerlingdossier Om de totale ontwikkeling van onze leerlingen te kunnen volgen is er voor elke leerling een dossier samengesteld. Dit dossier is een hulpmiddel om bij ontwikkelingsmoeilijkheden en/of leerstoornissen de diagnose te kunnen vergemakkelijken en om inzicht te krijgen in de continuïteit van het leerproces van de leerling. Het leerlingendossier is gedigitaliseerd via het computerprogramma 2thePoint. De klastitularissen beheren de dossiers van de leerlingen van hun respectievelijke klassen. Zij zorgen ervoor dat de dossiers volledig en actueel blijven. Zij zorgen voor de afname van de toetsen, het corrigeren en het analyseren ervan. Deze testing kan ook gebeuren door de zorgcoördinatoren en/of de directie. De genormeerde toetsen voor technisch lezen worden door de zorgcoördinatoren afgenomen. Het LVS van onze school heeft twee grote luiken : Enerzijds wordt de cognitieve ontwikkeling gemeten door de vorderingen na te gaan op het gebied van technisch lezen, spelling en rekenen. Dit gebeurt bij het begin van het schooljaar (september, behalve voor 1 LO) en in het midden van het schooljaar (februari). Enkel voor 1 LO zullen de testingen nog plaats vinden op het einde van het schooljaar. Anderzijds worden ook de sociaal-emotionele kenmerken gevolgd. Het LVS heeft in onze school als doel de risicoleerlingen te kunnen detecteren die klasintern bijzondere zorgen nodig hebben. Eventueel om hen na verder individueel onderzoek in aanmerking te laten komen voor behandeling en remediëring in zorgklas. Vooral in de lagere klassen, waar het technisch leeraspect een belangrijke rol speelt, kunnen de leerlingvolgtoetsen ook gegevens aanbrengen van zwakkere punten in het leerstofaanbod. Het is de bedoeling om met dit volgsysteem efficiënt te kunnen ingrijpen op precaire beginsituaties. Bovendien bevatten de moderne methodes, die vanuit ons team gekozen zijn, een volgsysteem waaruit de klastitularis zelf de conclusie kan trekken om risicoleerlingen te signaleren of om zelf klasintern bij te sturen. De resultaten van de toetsen van het volgsysteem worden genoteerd in het dossier en op een verzamelstaat, die aangeeft welk percentiel een leerling behaald heeft of in welke zone een leerling zich situeert t.o.v. een normgroep. Deze resultaten worden steeds besproken in het filtermoment. Uit deze gesprekken wordt er dan besloten wie op het MDO wordt besproken.
8
Toetsen Volgende toetsen worden doorheen de verschillende leerjaren afgenomen door de leerkracht, resultaten worden geanalyseerd, besproken met zorgleerkracht, graadcollega, team. Eerst gaat de klasleerkracht werken aan het remediëren en bijwerken van de specifieke tekorten. Telkens worden de resultaten van de investeringen besproken bij de graadoverlegmomenten. Later is het mogelijk dat de zorgleerkracht voor enkele leerlingen een aparte leerlijn uitwerkt. Dit zal deels in de klas, maar ook soms in de zorgklas worden aangebracht. Kinderen die na een langere periode nog steeds uitvallen, zullen via testing van het CLB, specifiek worden behandeld. Hieruit volgt in sommige gevallen externe professionele hulp. De kleuterschool: CITO toets taal en ordenen (2KT & 3KT) Observatieboekje per kleuter, ook sociaal-emotioneel (OVSG) Oudercontacten Individuele vergaderingen De lagere school: Igean toets OVSG toets (6e leerjaar) LVS toets rekenen en spelling (1-6 lo) SALTO toets (1 lo) AVI toets Oudercontacten Individuele vergaderingen Evaluatie rond muzische vorming Sociaal-emotionele evaluatie
9
4 Verhoogde Zorg Fase 1 BGT Tijdens het filteroverleg worden leerlingen besproken die tijdelijk of wat langer zorg nodig hebben. In overleg met de zorgcoördinator wordt er nagedacht over de aanpak in de klas. De zorgcoördinator reikt ook tips aan. Ouders van leerlingen die een langere tijd zorg gaan nodig hebben, worden eventueel al ingelicht door de klastitularis of zorgcoördinator.
Zo nodig zal de zorgcoördinator geregeld en op doordachte tijdstippen deze leerlingen klasintern begeleiden (eventueel extern in de zorgklas). De zorgcoördinator zal hierbij ook oog hebben voor de socio-emotionele ontwikkeling van het kind.
5 Uitbreiding Zorg Fase 2 BGT Het voorstel tot oriëntering naar de zorgklas gebeurt meestal door de klastitularis(sen), die via een gemotiveerd voorstel melding maakt van eventuele leerbelemmeringen. Dit voorstel wordt, indien nodig, besproken in het MDO waar beslist wordt of een psychomedisch-sociaal onderzoek aan te raden is. Dit onderzoek wordt dan uitgevoerd door de CLB-medewerker. Aan de GON-leerkracht kan er gevraagd worden om op het MDO-overleg aanwezig te zijn. Tijdens de behandeling blijft de samenwerking tussen de klastitularis(sen) en de zorgcoördinator elementair, zowel tijdens vrije momenten als tijdens geplande overlegmomenten wordt de evolutie besproken. Wanneer alle betrokken partijen ingelicht zijn, wordt er na het MDO een handelingsplan opgesteld. Daarin komt te staan welke acties er ondernomen en welke lopende zijn bij die leerling. Dit komt in het dossier van de leerling.
De zorgcoördinator woont de MDO’s bij van de ganse basisschool en maakt hiervan een kort verslag voor het persoonlijk dossier van de kinderen. De zorgcoördinator bespreekt de situatie met de ouders en de verantwoordelijken van het CLB en eventueel externe personen zoals logopediste, kinesiste, GON-leerkracht. De zorgcoördinator begeleidt in overleg met de klastitularis(sen) groepjes kinderen met een achterstand op taalvaardigheid, die niet in de klas kunnen bijgewerkt worden. (eventueel kan dit ook in individuele context) daar waar de begeleiding en/of remediëring van kinderen in de klascontext niet volstaat, is de zorgcoördinator verantwoordelijk voor het verder werken met deze kinderen via het handelsgericht onderzoek en het uitstippelen en uitvoeren van een handelingsplan. Dit kan gebeuren met hulp van het CLB of derden, steeds in overleg met de pedagogisch coördinator, de directie en de klastitularis.
10
5.1
DE CLB medewerker
De CLB verantwoordelijke werkt volledig vraaggestuurd vanuit vragen van alle mogelijke onderwijsparticipanten. Op onze school is de CLB medewerker elke vrijdag aanwezig. Met CLB Torenhof wordt er jaarlijks een samenwerkingsakkoord opgesteld en op het einde van het schooljaar volgt er dan een evaluatie. 5.1.1 Schools niveau
de medewerkers proberen zo veel mogelijk vergaderingen i.v.m. de zorgkinderen bij te wonen. Aangezien wij een kleine, familiale school zijn kennen de medewerkers bijna alle leerlingen en ook onze leerlingen weten dat ze steeds bij hen terecht kunnen.
5.1.2 Groeps- of klassikaal niveau
De CLB medewerkers wonen de MDO’s bij. In onze school worden er 3 MDO’s per schooljaar gepland. De CLB medewerkers helpen de titularis(sen) van het zesde leerjaar bij de overgangsgesprekken naar de middelbare school toe.
5.1.3 Individueel niveau
Op vraag van de school of op vraag van de ouders kunnen zij eventuele interventies doen. De CLB medewerker werkt mee in de oudergesprekken bij zorgkinderen. De CLB medewerker zorgt, op vraag, voor de nodige administratie om kinderen zo goed mogelijk te helpen. Ouders kunnen , na afspraak, op vrijdag bij de CLB medewerkers terecht. De CLB medewerker stelt interventies voor, over de vorm van hulp die aan de zorgkinderen kan geboden worden als de zorgcoördinator en de klastitularis er niet uit geraken. Dit wordt opgenomen in het handelingsplan. De CLB medewerker zal kinderen individueel helpen als de ouders dat toestaan. De CLB medewerker informeert de klastitularis(sen) wat de besluiten zijn na afgenomen testings.
11
5.2
Gon begeleiding
Onze school staat open en positief t.o.v. projecten met gon begeleiding alsook IONprojecte. Wij gaan als team voor een goede integratie van leerlingen die deze begeleiding nodig hebben. Door het schoolbeleid worden dan ook middelen aangesproken om deze kinderen materieel te helpen. De klastitularis(sen) zijn steeds bereid om samen te werken met de begeleiders van deze kinderen. Handelingsplannen worden opgesteld, vergaderingen worden op regelmatige basis georganiseerd, de zorgleerkrachten en klasleerkrachten zijn hierbij steeds aanwezig. 6
Overstap naar een school op maat – Fase 3 BGT
Er is in beperkte mate tweerichtingsverkeer vanuit de betrokken scholen. Vanuit Beth Limud wordt er gevraagd aan Yavne voor deeltijdse opvang. Dit dient als voorbereiding voor de leerlingen om terug naar het gewoon onderwijs te komen. Gewenning en sociale integratie zijn de twee doelen die Beth Limud wil bereiken. Vanuit Yavne worden er leerlingen doorgestuurd naar Beth Limud.
7
Welke functies heeft de zorgleerkracht en hoe functioneert zij/hij in het team.
12