Onze visie op Leerlingenbegeleiding en Onderwijs
VISIE OP LLB EN ONDERWIJS "Wat bindt is sterker dan w at deelt"
AANSTURENDE PRINCIPES 1.
De samenwerking school - CLB wordt aangestuurd door het onderwijskundige/educatieve perspectief (principe van nabijheid). Bijvoorbeeld: • Leerlingenbegeleiding (LLB) stemt af op de kenmerken van goed onderwijs (bv. herinstructie, psycho-educatie, motiverende gespreksvoering, basisbehoeften, …) • Een leerling is meer dan zijn probleem (of inhiberende factoren) • Leerlingenbegeleiding heeft altijd te maken met het herstel en/of de versterking van de oorspronkelijke (motiverende) relatie van de leerling met zijn omgeving (cf. HGD en protectieve factoren) • Adviezen zijn handelingsgericht: begeleiding is op zijn best in de natuurlijke omgeving van de leerling (de lamp brandt in de klas/de school)
2.
Het belang van preventie (waar mogelijk) zien wij in samenhang met remediëren (waar nodig) in een model dat de inspanningen van alle partners bundelt: het zorgmodel van de hardnekkigheid (principe van afstemming). Bijvoorbeeld: • Het handelingsplan heeft samenhang met methodische leerlijnen (principe van leerwinst) • Efficiënte netwerken in functie van de vraag (cf. logopedische hulp is vraaggestuurd, CLB-CGG samenwerking volgens een convenant, …) met oog voor de mogelijke valkuilen van netwerken zoals bij beperkte aanbodscapaciteit van welzijn het compenseren van wachttijden door het CLB zoals door GON, RIZIV-voorzieningen, labeling in functie van het aanbod (cf. ASS en KPC) • Zinvolle verwijzing naar het buitengewoon onderwijs is gekoppeld aan het traject van de leerling + procedure van Bu(s)O • Toeleiding van intensieve hulpvragen naar ingrijpende externe hulp (= achter de hardnekkigheid) bv. multiproblem gezin, vroegtijdige erkenning van ontwikkelingsstoornis, problematische opvoedingssituaties en de zogenaamde (jong kinderlijke) vroeg-instappers • Wat vooraf gaat aan hulp, moet worden teruggevonden in wat volgt (cf. het voortraject)
3.
Het CLB werkt methodisch vraaggestuurd en dient de voorschriften ervan te (laten) volgen. (principe van cliëntparticipatie, -perspectief). Bijvoorbeeld: • Overleg gaat vooraf aan begeleiding (cf. het voortraject) • Het CLB garandeert een cliëntgericht onthaal en afhandeling van de vraag (= methodiek van vraaggestuurde begeleiding + deontologie) van scholen, ouders en leerlingen • Een vraag wordt onthaald zowel volgens formele (bv. klassenraad, ouderavond) als informele kanalen (bv. telefonisch contact) • Minder ingrijpende hulp is dominant op meer ingrijpende (de leraar/school doet de lamp branden) (principe van subsidiariteit) • Het CLB waakt over de regels van deontologie en de voorschriften van de rechtspositie van de minderjarigen
Visie op LLB en Onderwijs CLB Zuid-Limburg GO!
2/9
4.
Kwaliteitsvolle begeleiding toetsen wij af aan de evaluatie ervan: de leerling dient beter te worden van begeleiding (principe van welbevinden). Bijvoorbeeld: • Kwaliteit leveren kost tijd en vereist de keuze van prioriteiten bv. B stroom, KO, LO 1 en 2, … • Effectieve vormen van leerlingenbespreking geven goede oplossingen voor de leerling(en) • Kwaliteitsvolle uitvoering van de verplichte (medische) consulten en vaccinaties • Verplichte leerplichtcontrole is motiverende begeleiding (principe van maatschappelijke noodzaak: garanderen van het recht op leertijd, vermijden van voortijdig, niet gekwalificeerd schoolverlaten)
5.
Het decreet CLB stelt uitdrukkelijk dat het belang van de leerling primeert. Dit is als dusdanig het keurkenmerk en wordt aangestuurd door het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK) (principe van methodologie). Bijvoorbeeld: • Het CLB is bij wijze van spreken de advocaat van de leerling (het huis van vertrouwen) • We geven niet op, ook niet als het moeilijk is (cf. leerling met dyslexie) (principe van retentie en inclusie) • De leerling weet dat evaluatie hoort bij de methodiek van begeleiding (en daarom een cyclisch proces kan zijn) • De leerling 12+ en de ouder(s) 12- dienen instemming te geven met het begeleidingsaanbod en -vorm zoals de stappen erin, het belang van zijn betrokkenheid, (principe van vrijwilligheid en acceptatie)
6.
Het CLB is georganiseerd in een organogram dat de taak- en schoolverdeling van het CLB personeel weergeeft (principe van het CLB als organisatie). Bijvoorbeeld: • Doordachte vergader- en overleg jaarlijn, interne coördinatie, kwaliteitszorg • Teamverdeling per school en de bereikbaarheid en aanwezigheid van de begeleiders (weergegeven in de afsprakennota van elke school) • Tijdverdeling in functie van het leerlingenaantal en -gewicht per school (cf. leerling ASO = gewicht 1, BSO = 4, BuO = 7, BaO = 2, …) • Planning van medische consulten, …
7.
Het CLB heeft een verzekerde bijdrage op vlak van GOK, ZORG, Gezondheidsbeleid, netwerken, informatieverstrekking over onderwijs (OLB)… (principe van totale, emancipatorische ontwikkeling). Bijvoorbeeld: • Alle leerlingen alle kansen geven en het beste uit alle leerlingen halen: betrokkenheid aan (proactieve) GOK-thema’s van de school (bv. taalvaardigheid, leerlingenparticipatie, kleuterparticipatie), CLB-preventieprojecten (bv. leesbevordering bij jonge kinderen) • Ondersteuning van het schoolbeleid op vlak van leer- en gedragsproblemen: bv. gebruik van leerlingvolgsystemen, leren leren • Onderwijsloopbaanbegeleiding (OLB) in LO 6, SO 5 en 6, POT en aanverwante task force (principe van comprehensiviteit bij studiekeuze: brede evaluatie, …) • Kennis en beheer van netwerken en hun (gemoduleerd) aanbod (IJH) (en de valkuilen ervan (bis) • Vaccinaties en zorgvuldige voorschriften voor de aanpak van besmettelijke ziektes (profylaxe)
Visie op LLB en Onderwijs CLB Zuid-Limburg GO!
3/9
• De producties van het Zorgproject van de CLB GO! in functie van de ondersteuning van het schoolbeleid en de hulp bij de aanpak van (hardnekkige) leerproblemen (bv. dyslexie), sociaal emotionele ontwikkeling, gezondheidsbeleid, leerzorg. 8.
Het CLB handelt vanuit een breed perspectief: de aanpak is multidisciplinair en betrekt altijd de wederzijdse relatie van de leerlingen met hun omgeving. (principe van het contextuele perspectief / de transactionele referentie). Bijvoorbeeld: • De draagkracht van het gezin (een leerprobleem stopt niet om 16h) • De invloed van leeftijdsgenoten (peer) in rekening brengen (geen uitzonderingspositie creëren zonder instemming, vertrouwensleerlingen betrekken waar mogelijk) • Een leerling is meer dan zijn probleem (bis): garantie van multidisciplinariteit • Het CLB waakt ter zake over de deontologie (bis) en het decreet rechtspositie minderjarigen(!) • Teamoverleg garandeert de multidisciplinaire kijk en aanpak (het brede perspectief)
9.
Het CLB voert (vele) andere bijkomende (tijdrovende) opdrachten uit die gegroeid zijn uit het partnerschip met welzijn en onderwijs (principe van loyaliteit). Bijvoorbeeld: • Bijkomende kinderbijslag (BKB)…. • Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH / materiële bijstand (MB) • Attesteren BuO, GON • Kwaliteitszorg, ICT • Integrale Jeugdhulp (IJH): netwerk en stuurgroep, opvoedingsondersteuning, convenanten met welzijn, LOP (N=5), …. • Leerzorg
10. Het CLB werkt nauw en loyaal samen met het bestuur onder de vorm van commissies en engagementen (principe van strategisch beleid en positie). Bijvoorbeeld: • Wij zijn een CLB van het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, ons bestuur is de Raad van Bestuur van de SGR 13 • Wat ons bindt, ten gronde met het bestuur én de scholen én de ouders én de Leerlingen, is het Pedagogisch Project van het GO! met zijn grondbeginselen, waarden en algemene doelstellingen! • Het PPGO stuurt onze (vraaggestuurde) leerlingenbegeleiding en onze beleidsmatige engagementen aan, zoals ze in de feiten blijken - uit de betrokkenheid aan het gezondheidsbeleid in de SGM BaO en SO en aan de concrete werking in de scholen - uit de operationele doelstellingen vastgelegd voor alle scholen (verslag CPB ’05-’06, bevestigd 25/09/07) zoals de zorg voor instroom-leerlingen in het secundair onderwijs met hardnekkige leerproblemen of een ingrijpend voortraject (cf. dyslexie), de attestering voor het buitengewoon onderwijs (verslag CPB 11/01/06) volgens de principes van trajectbegeleiding, de onderwijsloopbaanbegeleiding expliciet op de scharniermomenten zoals LO6-SO1, SO5-SO…-HO, ... - uit de samenwerking met de PBD en het bekomen van goede gezamenlijke afspraken zoals op vlak van zorg; • We tonen respect voor het pedagogisch project van de contractscholen van OVSG: cq. de gemeentelijke basisscholen van Tongeren en Gingelom (scholengemeenschap ZuidLimburg OVSG)
Visie op LLB en Onderwijs CLB Zuid-Limburg GO!
4/9
PEDAGOGISCH PROJECT van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (PPGO) (Bron: website GO!) De algemene grondslag Het PPGO is het basisdocument waarin de grondbeginselen, de waarden en de algemene doelstellingen van het GO! zijn opgenomen. Het PPGO is een referentiekader waarbinnen leerlingen begeleid worden in hun persoonlijke ontplooiing enerzijds en in hun ontwikkeling naar samenleven in diversiteit en harmonie anderzijds. Daarbij is het wezenlijk dat de leerlingen bewust en kritisch nadenken over hun handelen en op grond daarvan verantwoorde keuzes maken. Daaruit blijkt dat het GO! naast onderwijs ook de opvoeding van de gehele persoonlijkheid van de leerlingen beoogt. Basisbeginselen Met het PPGO wil het GO! elk individu kansen bieden op een optimale ontwikkeling; een ontwikkeling die niet leidt tot nivellering en standaardisering, maar gedifferentieerd is naar ieders talent en competenties. Hierbij krijgen de leerlingen aangepaste pedagogisch-didactische begeleiding. Het PPGO streeft de totale ontwikkeling van de persoon na de verwerving van kennis en inzicht, de ontwikkeling van vaardigheden en attitudes, met bijzondere aandacht voor een kritische en creatieve ingesteldheid ten aanzien van mens, natuur en samenleving. Iedere mens is uniek. In elk onderwijs- en opvoedingssituatie moet dus de individuele eigenheid van iedere leerling tot haar recht komen. Dit betekent onder meer gelijke ontwikkelingskansen voor gelijkbegaafde. Het houdt enerzijds in dat milieuachterstanden of handicaps worden gemilderd of weggewerkt door aangepaste hulpverlening, en anderzijds dat wordt ingespeeld op de specifieke behoeften van meerbegaafde en talentvolle jongeren. In dit kader – het streven naar kansengelijkheid en het waarborgen van een maximale ontplooiing van capaciteiten – stelt het GO! alles in het werk opdat elke leerling een zo hoog mogelijk niveau bereikt volgens zijn talenten en interesses. M.a.w. het GO! tracht een maximale vooruitgang (d.i. leerwinst) te realiseren bij zijn leerlingen. De leerling is niet alleen een individu, maar ook een gemeenschapswezen. Ook aan dat aspect hecht het GO! grote waarde. Een harmonische wisselwerking tussen individu en gemeenschap is onontbeerlijk; de individuele persoon moet in de samenleving ontplooiingskansen krijgen. Dit is slechts haalbaar, als de vorming van het individu ‘totaal’ is, d.w.z. als ze zowel wetenschappelijke en technologische, sociaal-culturele en ethische componenten omvat; een gezond evenwicht tussen die verschillende componenten is een must. Steunende op die totale vorming zullen de jongeren het doel en de zin van hun handelen leren inzien en zich ten opzichte van zichzelf en van het maatschappelijk gebeuren met kritisch inzicht kunnen opstellen; ze zullen van jongs af leren in vrijheid verantwoordelijkheid te dragen. Het GO! voedt op tot sociaal engagement, verantwoord gebruik van de ruimte, wereldsolidariteit, verdraagzaamheid en brede belangstelling voor het culturele gebeuren hier en elders. Het PPGO staat voor een dynamisch mens- en maatschappijbeeld en het beoogt de vorming van vrije mensen, die: • •
een fundamenteel zelfvertrouwen heeft, dat steunt op authenticiteit en integriteit; een open geest hebben, zonder vooroordelen, met belangstelling en respect voor ieders mening;
Visie op LLB en Onderwijs CLB Zuid-Limburg GO!
5/9
• • • •
•
mondig zijn, zodat ze hun ideeën helder en juist kunnen vertolken; bereid zijn tot levenslang en levensbreed leren; getuigen van intellectuele, emotionele, esthetische en ethische bewogenheid; zich betrokken weten bij de sociale werkelijkheid en de maatschappelijke ongelijkheden: opkomen voor de eerbiediging van de Rechten van de Mens en zijn fundamentele vrijheden, voor sociale rechtvaardigheid en voor democratische instellingen; De gelijkwaardigheid van mensen en de emancipatie van elk individu niet enkel als principe huldigen, maar zich ook inspannen om ze te verwezenlijken.
Neutraliteit naar actief pluralisme Het GO! is gehouden tot neutraliteit. Dat houdt in: de eerbiediging van de filosofische, ideologische en godsdienstige opvattingen van de leerlingen en hun ouders. ‘Neutraal’ wordt door de grondwetgever niet opgevat als ‘waardevrij’ of ‘vrijblijvend’. Het GO! is niet gebonden aan een levensbeschouwelijke ‘richting’. Het is evenmin verbonden met een ideologische groep. Mensen van alle overtuigingen zijn welkom in het GO! en hun eigenheid wordt er gerespecteerd. Het GO! beschouwt het actief omgaan met deze diversiteit als een meerwaarde en als een pijler van zijn onderwijs. Via dit actief pluralisme beklemtoont het GO! dat de mensheid, ondanks alle verschillen, verbonden is door gemeenschappelijke waarden en doelen. Concrete toepassingen Het PPGO •
komt op democratische wijze tot stand. Alle actoren uit het GO! worden uitgenodigd een bijdrage te leveren tot zijn realisatie.
Dat veronderstelt: • • •
inkijk (informatie van alle betrokkenen); inzicht (door coördinatie) via overlegstructuren; inspraak (door communicatie) door echte participatiemogelijkheden in alle geledingen van het GO!.
Dit is de ondergrond van de beleidsvisie in het GO!: door directe democratische deelneming aan het beleid een proces op gang brengen waardoor het engagement in de uitvoering van de beleidsbeslissingen wordt opgewekt. • • •
wil alle betrokkenen bij het GO! aanzetten tot reflectie op de maatschappelijke realiteit enerzijds en de dagelijkse onderwijspraktijk anderzijds; vindt zijn concrete vertaling in het schoolwerkplan, het schoolreglement en de schoolcultuur in het algemeen; heeft een dynamisch karakter: het kan worden aangepast als gevolg van een wijzigende context (maatschappelijke ontwikkelingen, nieuwe wetenschappelijke inzichten, veranderende pedagogische behoeften enz.).
Visie op LLB en Onderwijs CLB Zuid-Limburg GO!
6/9
DE PRAKTIJKTOETS: WE DOEN WAT WE DENKEN (ref. CLB beleidsdocument / bestuurlijk advies / SGR 13 / juni ‘06) 1.
“Wat onderwijs en CLB binden, is sterker dan wat deelt”. Onderwijskundige principes zijn dominant aanwezig in onze samenwerking: Lerende jongeren zo goed mogelijk ondersteunen in hun ontwikkeling door ze op hun eigen kracht aan te spreken (= emanciperend onderwijs/leerlingenbegeleiding, conform het PPGO). - Goed onderwijs (ons onderwijs) geeft alle leerlingen alle realistische kansen (cf. leefregels, leefwereld, GOK !) - Goed onderwijs haalt het beste uit de toevertrouwde leerlingen (cf. uitdagende leeromgeving / ASP, SGR 13) - Goed onderwijs geeft niet op ook niet als het moeilijk is (cf. dyslexie) - Goed onderwijs maakt waar wat het belooft (cf. zinvol leertraject, (terug)verwijzing BuO waar nodig) - Goed onderwijs bereikt dat de sociaal-emotionele ontwikkeling, de maatschappelijke participatie en de leervorderingen samenlopen in de unieke combinatie van de zin in leren en de leerwinst: het welbevinden van elke leerling (= de totale persoon van de leerling (cf. het …+…+…verhaal)) (cf. Art. 5 van het Decreet CLB: leerlingenbegeleiding is gericht op het welbevinden van alle leerlingen, de kerntaak cf. Art. 4 van het Decreet CLB: leerlingenbegeleiding is een multidisciplinaire actie) Omwille van emanciperende begeleidingsprincipes van het CLB kijken we graag uit naar de samenwerking (afstemming!) met elke school in het bijzonder.
2.
Goed onderwijs is anticiperen op (preventie van) hardnekkigheid en waar nodig het doorbreken van hardnekkigheid (remediëren). Het Decreet CLB legt het accent op preventie waar mogelijk, remediëring waar nodig. De inspanningen van beide partners worden met oog op beheersbaarheid weergegeven in een zorgmodel: het zogenaamde “Model van de Hardnekkigheid”. Het laat toe de inspanningen van partners op elkaar af te stemmen (wie doet wat), de effecten ervan in kaart te brengen en mogelijke vervolgmaatregelen te bepalen. Minder ingrijpende hulp gaat vooraf aan meer ingrijpende hulp. Bijvoorbeeld niet direct complexe handelingsplannen opstellen maar eerst de dagelijkse onderwijshandelingen versterken zoals door uitbreiding van instructie op leerprocessen. Netwerken openen we enkel en alleen bij aantoonbare hardnekkigheid in de context (de klas, de familie, …). Dit vraagt goed overleg tussen de verschillende actoren: leraar, zorg, GOK, CLB, KR, MDO, … en het netwerk(en).
3.
Overleg gaat vooraf aan leerlingenbegeleiding. Zowel vanuit het deontologische als vanuit het methodologische standpunt, de principiële manier van werken, is het aangewezen dat overlegd wordt door de betrokkenen over welke leerling(en) in aanmerking komt voor het CLB en hoe zal te werk gegaan worden. We pleidooien voor KR, MDO, zorgoverleg, GOK-planning, Cel Leerlingenbegeleiding, interne begeleiders en efficiënte betrokkenheid van het CLB, … Het CLB werkt vraaggestuurd, gaat in op vragen die de school heeft t.a.v. leerlingen en volgt hierin een methodiek. De leraar/school heeft recht om vragen te stellen maar dient te beseffen dat goede antwoorden (=oplossingen die in de klas/school realiseerbaar zijn) niet uit de lucht vallen. Vragen hebben immers te maken met problemen, met hardnekkigheid. Bevraging van de leraar, diagnostiek, observatie, rapportage zijn voorbeelden van
Visie op LLB en Onderwijs CLB Zuid-Limburg GO!
7/9
methodische CLB-stappen die een kwaliteitsvol antwoord generen vanuit het perspectief van de vraagsteller. Een vraag stellen wil zeggen dat vragen (kunnen) gesteld worden aan de vraagsteller. Een vraag is pas een vraag als de cliënt antwoord kan geven op vragen. Informele besprekingen blijven zinvol (binnen het beroepsgeheim natuurlijk) maar de voorrang gaat uit naar formeel overleg (ook binnen de deontologie natuurlijk). De deontologie heeft immers aan belang gewonnen sinds de introductie van het Decreet Rechtspositie Minderjarigen (juli ‘06). Dit decreet is van toepassing op de sectoren van jeugdhulp, waartoe het CLB in dit decreet gerekend wordt, en laat onderwijs buiten beschouwing maar onderwijs blijft wel onder zijn regelgeving, natuurlijk (ambtsgeheim, zwijgplicht, wet op de privacy…). Er komen nog uitvoeringsbesluiten. 4.
Kwaliteit primeert in het CLB handelen: de leerlingen dienen beter te worden van leerlingenbegeleiding. Binnen onze beschikbare tijd en uren willen we kwaliteit bieden. Wat we doen, doen we goed (maar we kunnen niet alles). Dit wil zeggen dat we verplicht zijn om keuzes te maken, prioriteiten vast te leggen zoals ze door het Decreet CLB of via de bespreking met de school vastgelegd worden. We willen immers vermijden dat tijdsgebrek de kwaliteit van begeleiding aantast. Het leerlingenaantal van de school bepaalt daarom in hoge mate de CLB- begeleidingstijd wat niet wil zeggen dat in kleinere scholen of in ASO-scholen bijvoorbeeld geen leerlingen met vragen zouden zitten. We willen daarom graag de preferentiële betrokkenheid / aanwezigheid vastleggen van het CLB op MDO en klassenraad, deliberaties, ouderavonden, de toegang tot leerlingendossiers, … . Er zijn doorheen de jaren effectieve vormen van (leerlingen)bespreking en aanpak gegroeid in de scholen, die we graag delen met andere scholen Bijvoorbeeld het pré-MDO, het post-MDO, de Cel Leerlingenbegeleiding, de tussenevaluatie, het volgsysteem, het GOK/Zorg overleg, leerplichtprocedure, …
5.
Het belang of het perspectief van de leerling staat ingeschreven in het Decreet CLB (en in het Decreet Basisonderwijs en het PPGO). Deontologie en de Internationale Verklaring van de Rechten van het Kind (IVRK) hebben het Decreet CLB immers in de hoogste mate geïnspireerd. Dit wil zeggen dat in de realiteit van gebeurlijke spanningsvelden het belang van de leerling primeert. Zo voorkomt bijvoorbeeld een heldere procedure van (terug) verwijzing BuO mogelijke spanningsvelden. Het CLB is bij wijze van spreken altijd de advocaat van de leerling.
6.
Conform ons organisatiemodel samengesteld voor elke school.
(het
CLB-organogram)
hebben
we
teams
We bezorgen aan de school de belangrijkste gegevens van het CLB-team (in schriftelijke vorm) met oog op de hoogst mogelijke bereikbaarheid en aanwezigheid eveneens de planning van de Preventieve Gezondheid (consulten, …). Ouders en leerlingen worden geïnformeerd over de CLB-werking en de toegang er toe. Een goede planning garandeert mede de kwaliteit van onze consulten, projecten in verband met Gezondheidszorg, de bereikbaarheid van de artsen en paramedisch werkers, …
Visie op LLB en Onderwijs CLB Zuid-Limburg GO!
8/9
7.
Het Decreet CLB benadrukt de rol van het CLB op vlak van kansarmoede en leerbedreigde leerlingen lang voor er sprake was van Decreten GOK en Zorg. Die onlosmakelijke band van GOK en Zorg met het CLB zien we graag terug in doordachte (preventieve) betrokkenheid aan de keuzes van de scholen op dit vlak en aan de LOPthema’s. LOP-thema’s zoals taalvaardigheid, soc. competentie, instroombegeleiding, schoolteamondersteuning, … . Het CLB-zorgproject heeft bruikbare producten opgeleverd die toegankelijk zijn voor school en CLB.
8.
Een CLB heeft tijdrovende opdrachten. Een CLB heeft tijdrovende opdrachten die niet in het Decreet CLB staan geschreven maar in andere regelgeving. BuO, VAPH, Integrale Jeugdhulp, LOP, Kwaliteitszorg, verhoogde kinderbijslag vragen tijd, hoe dan ook. We spreken van andere opdrachten. In de wereld van onderwijs en welzijn positioneren we ons echter als loyale partners en zo willen we het houden.
9.
Loyaliteit laten we ook blijken in de betrokkenheid aan de Commissie Pedagogisch Beleid (CPB) en de doelstellingen van de CPB/SGR. Het CLB neemt engagementen op t.a.v. CPB en de SGR: - een kwaliteitsvolle procedure van (terug)verwijzing naar het BuO soms aangewend als een compensatiemethodiek door het ontbreken van netwerken en/of welzijnsaanbod in de regio Zuid-Limburg (gewoonlijk bij doelgroep-leerlingen, een maatschappelijk fenomeen). - de ondersteuning van leerlingen met een hardnekkig leerprobleem en/of ingrijpend voortraject bij de instroom van LO – SO - de begeleiding en de attestering van leerlingen met dyslexie en/of andere hardnekkige problemen en de samenwerking met dienstverlenende netwerken (LO) - de klassikale begeleiding van het studiekeuzeproces van LO-SO ( cf. GOK !) - een analyse van het Decreet Rechtspositie Minderjarigen met oog op toepassing (bv. Inschrijfbeleid = engagement van CLB).
10. Ouder(s) (en de natuurlijke omgeving) spelen een belangrijke rol in de (leer) ontwikkeling van leerlingen. We streven ernaar om samen met de school op een zo sterk mogelijke manier met hen (ouders, peer-group, …) aan de slag te gaan in het algemeen en zeker wanneer er verhoogde inspanningen nodig zijn. Wij stappen mee in projecten als FLOB, Zorg+, participatie … met behoud van onze eigenheid. Een (leer)probleem stopt immers niet om 16 uur of op het speelplein.
We ervaren meer en meer dat bij sommige (multi-problems) dossiers verontrusting leidt tot een houding van aanklamping van CLB gewoonlijk omdat er geen of onvoldoende geschikt welzijnsaanbod is in de regio Zuid-Limburg en omdat de leerlingen en de ouders alle vertrouwen hebben in het CLB. Het CLB coördineert weliswaar de netwerken (rugzak MW) maar is niet uitgerust voor de vaak noodzakelijke trajectbegeleiding bij deze dossiers.
Visie op LLB en Onderwijs CLB Zuid-Limburg GO!
9/9