visie op
onderwijs, zorg en woningcorporaties
Sectorupdate 2012 ▶▶ Interview ▶▶ Trends & ontwikkelingen ▶▶ Sectorvisie
Visie op onderwijs, zorg en woningcorporaties
Geachte relatie, Voor u ligt Visie op Sectoren (VOS), de jaarlijkse dwarsdoorsnede van het Nederlandse bedrijfsleven. In VOS worden de actuele stand van zaken en de vooruitzichten van een groot aantal sectoren en branches besproken. Aan de hand van dit rapport kunt u uw onderneming spiegelen aan de trends en actuele branchecijfers, kijken hoe het met de branche van uw toeleveranciers is gesteld en zien wat de verwachtingen van ABN AMRO zijn voor uw eigen branche.
Als bank anno nu publiceren wij VOS ook op onze nieuwe ABN AMRO Market Insights app voor de iPad. Op deze app vindt u tevens onze andere sectorgerelateerde en macro-economische publicaties. Aan het begin van het jaar werd het Nederlandse bedrijfsleven geconfronteerd met, helaas wederom, een lichte recessie. De impact van deze nieuwe recessie wordt voor een belangrijk deel bepaald door de mate waarin een sector herstel heeft laten zien na de dip in 2009. Precies de reden waarom nu sectoren als bouw, retail, horeca en zakelijke dienstverlening het zwaar hebben. Het lijkt er op dat mondiaal de economie zich herstelt en dit zal een positieve uitwerking hebben op de Nederlandse export. Ook kan de verwachte daling van de grondstoffenprijzen een positieve bijdrage leveren. In Nederland ligt echter de belangrijkste sleutel tot structureel herstel in handen van de consument. Het consumentenvertrouwen is ongekend laag en gaat waarschijnlijk pas stijgen als de onzekerheden over de Europese schuldencrisis, de eigen woning, pensioenen en de overheidsfinanciën uit de lucht zijn. Met het onlangs door een aantal politieke partijen gesloten akkoord wordt er geprobeerd om het overheidstekort terug te dringen. Hoe de maatregelen zullen uitpakken op de economie, het consumentenvertrouwen en bijvoorbeeld de sectoren onderwijs, zorg en woningcorporaties is op moment van schrijven van deze publicatie nog onduidelijk. Wij hebben drie interviews opgenomen. Voor onderwijs geven Marcel Wintels, bestuursvoorzitter van Fontys Hogescholen, en Eric Zwaart, sector banker Onderwijs ABN AMRO, hun visie op het huidige onderwijsstelsel. Wim Groot, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit van Maastricht gaat het gesprek aan met Marco van Ooijen, directeur Zorg ABN AMRO, over de ‘Zorgmarkt in beweging’. Voor de Woningcorporatiesector geeft Piet Eichholtz, hoogleraar Financiering en Vastgoed aan de Universiteit van Maastricht, zijn visie op de begrenzing, in gesprek met Jeroen Dungelmann, directeur Woningcorporaties ABN AMRO. Hopelijk stimuleert deze publicatie u om met ABN AMRO en uw omgeving van gedachten te wisselen over de uitdagingen voor uw maatschappelijke onderneming en uw sector in Nederland. Wij denken graag met u mee en zijn u graag van dienst. Namens alle collega’s van ABN AMRO wens ik u en uw onderneming alle succes toe! Met vriendelijke groet,
Joop Wijn
Lid Raad van Bestuur ABN AMRO
1
2
Visie op onderwijs, zorg en woningcorporaties Sectorupdate 2012
Visie op onderwijs, zorg en woningcorporaties
4 6 10 12 16 18 20 24 26 28
visie op Nederland interview onderwijs onderwijs interview zorg langdurige zorg medisch-specialistische zorg interview woningcorporaties woningcorporaties leeswijzer colofon
3
4
visie op Nederland
Nederlandse economie krabbelt in 2012 weer op Vorig jaar is de economische groei sterk vertraagd en belandde de economie in een recessie die in het begin van 2012 nog voortduurde. Er zijn echter aanwijzingen dat de economie in het tweede halfjaar weer groei zal vertonen – waarschijnlijk dankzij een aantrekkende uitvoer. De consumptieve bestedingen dalen naar verwachting opnieuw. In 2011 groeide de economie met 1,2%. Ten opzichte van de groei
gemiddelde jaargroei toch op 3,8% is uitgekomen, is dan ook gro-
in 2010 (+1,7%) leek de afzwakking beperkt, maar achter die 1,2%
tendeels toe te schrijven aan het stevige groeitempo tegen het eind
gaat een forse afkoeling van de economie schuil in de loop van het
van 2010.
jaar. In het eerste kwartaal van 2011 steeg het bruto binnenlands product (bbp) nog met 0,75% ten opzichte van de voorgaande peri-
De forse afkoeling bij de uitvoer komt grotendeels, of zelfs hele-
ode. In de daaropvolgende kwartalen viel dat cijfer steeds lager uit.
maal, op het conto van de afzetmarkten. Driekwart van de goede-
In het derde en vierde kwartaal was zelfs sprake van krimp (respec-
renuitvoer blijft in de EU en daarvan blijft het overgrote deel binnen
tievelijk -0,4 en -0,6% kwartaal-op-kwartaal). Deze ontwikkeling stak
de eurozone (krap 59% van de totale goederenuitvoer). De totale
ongunstig af bij die van de eurozone als geheel. In het derde kwar-
goedereninvoer van de eurozone is zelfs nog wat meer terug-
taal kromp de Nederlandse economie al, terwijl de eurozone-econo-
gevallen dan de Nederlandse uitvoer. We zien hier de gevolgen van
mie nog een plus liet optekenen en in het slotkwartaal van 2011 viel
diverse groeivertragende factoren. Denk aan de hoge olieprijzen
het groeicijfer (-0,6%) opnieuw lager uit dan dat voor de eurozone
begin 2011, bezuinigingen door overheden en de grote onrust als
als geheel (-0,3%). Jaar-op-jaar viel de groei van het bbp terug van
gevolg van de staatsschuldencrisis in de eurozone. Met name die
+2,2% in het begin van het jaar naar -0,2% in het laatste kwartaal.
laatste factor heeft het vertrouwen in de economie in de tweede helft van het afgelopen jaar stevig doen slinken.
Afzwakking groei economie voorbij? 6
120
3
105
De economie van de eurozone is naar verwachting in het eerste kwartaal van 2012 opnieuw gekrompen. Dat kan worden afgeleid
% 0
90
-3
75
-6
60
uit de begin april beschikbare indicatoren. ABN AMRO verwacht dat de eurozone-economie in het tweede kwartaal stabiliseert, om vanaf het midden van het jaar weer wat te gaan groeien. Dit bescheiden herstel kan vooral worden toegeschreven aan de opleving van de wereldhandel. De binnenlandse bestedingen in de eurozone
1991
1993
1995
1997
1999
2001
2003
2005
2007
2009
2011
bbp (% j-o-j; l.as) Economisch-sentimentindicator (r.as)
Bron: Thomson Reuters Datastream
Uitvoergroei sterk vertraagd, maar eerste lichtpuntjes zichtbaar
staan echter onder druk van bezuinigingsmaatregelen. Duitsland lijkt hierop overigens een uitzondering te vormen. De laatste Nederlandse uitvoercijfers lijken (al) wat minder ongunstig. In de jaar-op-jaarvergelijking zagen we eind vorig jaar en begin dit jaar weer enige stijging van het groeicijfer. Ook de indicatie van de inkoopmanagersindex (PMI) is beter: de deelindex voor de exportorders lag in januari en vooral in februari boven de 50, dat is het
Kijken we naar het verloop van de verschillende bestedingscompo-
niveau dat het verschil markeert tussen krimp en groei. Hoewel we
nenten, dan valt op dat de uitvoer (de kurk waar de economie op
in maart weer een daling zagen, bleef deze deel-PMI in die maand
drijft) in de loop van het jaar per saldo niet is toegenomen (0,0%
nog duidelijk boven de 50.
j-o-j in vierde kwartaal). Na bescheiden kwartaal-op-kwartaal-plussen in het eerste halfjaar, was daarna sprake van minnen. Dat de
Visie op Nederland
Uitvoergroei lijkt dal gepasseerd
Bedrijven die overwegend op de binnenlandse markt georiënteerd
PMI >50 wijst op groei; <50 – krimp
zijn (zie ook hieronder), zullen het in 2012 in doorsnee moeilijker
20
70
10
60
% 0
50
-10
40
-20
30
hebben dan bedrijven die meer exportgericht zijn.
Huizenmarkt zit vast De huizenmarkt zit in het slop en er is weinig vertrouwen dat de situatie spoedig verbetert. De marktindicator van Vereniging Eigen Huis bereikte in maart een nieuw dieptepunt. Het gebrek aan vertrouwen draagt bij aan de verwachting dat de huizenprijzen verder
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
zullen dalen. Deze verwachting wordt verder gevoed door de ontwikkeling van het transactievolume. Het teleurstellend lage aantal
Uitvoer goederen (% j-o-j; l.as) PMI exportorders (index; r.as)
transacties in de eerste maanden van het jaar laat zien dat de huizenmarkt volledig is verkrampt. Dit lage aantal woningtransacties
Bron: CBS, Markit NEVI
Binnenlandse bestedingen onder druk
valt deels terug te voeren op de minder ruimhartige verstrekking van hypotheken. De beperkingen op de leencapaciteit vanuit de regelge-
De zwakke stee van de Nederlandse economie is de particuliere
ving, zoals de strengere Gedragscode Hypothecaire Financieringen,
consumptie. Deze is al vier kwartalen achtereen gekrompen met
de verlaagde Nibud-woonquote en de internationaal aangescherpte
als dieptepunt een terugval van 0,9% kwartaal-op-kwartaal eind
kredietvoorwaarden van banken, zijn verantwoordelijk voor een
2011. Daarmee lag de consumptie op het laagste niveau sinds eind
minder ruimhartige kredietverlening. Daarnaast speelt de discussie
2003! Gemiddeld kromp de consumptie vorig jaar met 1%. Dat is
over de toekomst van de hypotheekrenteaftrek. ABN AMRO houdt
beduidend meer dan de daling van het reëel beschikbaar inkomen
er rekening mee dat de huizenmarkt voorlopig vast blijft zitten.
met bijna een half procent. Factoren die verantwoordelijk zijn voor
Hoewel de beperkte omvang van de woningvoorraad een prijsval
deze sterkere daling van de consumptie, zijn het vermogensverlies
helpt voorkomen, dient rekening te worden gehouden met een ver-
op de aandelen- en de huizenmarkt en het sterk gedaalde consu-
dere daling van de huizenprijzen. We schatten dat de huizenprijzen
mentenvertrouwen. Dat vertrouwen stond vorig jaar ook elders in
dit jaar met 5% dalen. Ook het aantal transacties blijft laag.
de eurozone onder druk vanwege de staatsschuldencrisis, maar in ons land speelden nog meer factoren. Zo was er onzekerheid over de hoogte van de pensioenen vanwege de gedaalde, en te lage,
Inflatie
dekkingsgraden van pensioenfondsen. Verder is er het hete hangij-
De inflatie liep in 2011 geleidelijk op van 2% in het begin van het
zer van de hypotheekrenteaftrek. Ten slotte wijzen we op de extra
jaar naar een piek van 2,7% in september. De toename van het
bezuinigingen. Omdat het begrotingstekort in 2013 flink te hoog
prijsstijgingstempo was het gevolg van onder meer hogere arbeids-
dreigt uit te vallen, moet fors extra worden bezuinigd. Ook dat kan
kosten en energieprijzen. Daarna viel het cijfer wat terug naar 2,5%
van invloed zijn op de stemming van de consument.
in de eerste drie maanden van 2012. Gemiddeld kwam de inflatie in
In 2012 neemt de koopkracht opnieuw af: door bezuinigingsmaatre-
2011 uit op 2,3%.
gelen én omdat de brutoloonstijging (al is deze iets hoger dan in 2011) weer achterblijft bij de inflatie. Alles overziend, gaan we ervan
In de loop van 2012 kan het inflatietempo verder afnemen. Deze
uit dat de consumptie dit jaar opnieuw krimp zal vertonen.
verwachting baseert ABN AMRO op de aanname dat de olieprijzen verder dalen, aangezien het risico van een escalatie in het
Hoewel we voor het tweede halfjaar – vooral dankzij de voorzichtig
Midden-Oosten is afgenomen. Echter, door de aangekondigde
aantrekkende uitvoer – weer wat economische groei verwachten,
BTW-verhoging kan in het vierde kwartaal de inflatie een sprong
zal het bbp dit jaar (gemiddeld) toch duidelijk dalen. Maar voor 2013
maken.
wordt weer een positief cijfer voorzien.
Risico’s
Particuliere consumptie daalt verder 3
De risico’s voor het scenario van ABN AMRO liggen vooral aan de
2
‘onderkant’. In ons scenario gaan wij ervan uit dat de Europese be-
1
leidsmakers erin slagen de staatsschuldencrisis verder te bedwin-
%0
gen, maar dit is verre van zeker. Een nieuwe escalatie van de
-1
staatsschuldencrisis in de eurozone is niet ondenkbaar. Verder
-2 -3
zouden de olieprijzen kunnen stijgen. De economische groei zou in 2005
2006
2007
Reëel beschikbaar inkomen
2008
2009
Particuliere consumptie
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
2010
2011
2012
beide gevallen worden gedrukt; en de inflatie valt - bij stijgende olieprijzen - hoger uit. Ook bestaat het risico dat de situatie op de huizenmarkt verder verslechtert.
5
6
Marcel Wintels (rechts) in gesprek met Eric Zwaart: ‘Het kan niet de bedoeling zijn dat je na vijf jaar verder studeert op kosten van de bakker, de slager en de groenteman’
Marcel Wintels, onderwijsbestuurder:
’De samenleving schreeuwt om de menselijke maat’ Over de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs worden stevige debatten gevoerd. Daarbij worden harde noten gekraakt over het functioneren van het toezicht. En waar scholenorganisaties tot voor kort almaar groter groeiden, steekt de politiek nu de loftrompet over kleinschaligheid. Hoe halen we in deze omstandigheden het meeste rendement uit de deskundigheid van de docent en de inzet van de student? Bestuursvoorzitter Marcel Wintels van Fontys Hogescholen (en interim-voorzitter van Amarantis) in gesprek met Eric Zwaart, sector banker Onderwijs bij ABN AMRO.
Interview
Bureaucratisch systeem ‘Ik heb niks tegen de prestatieafspraken die in het afgelopen jaar gemaakt zijn over de kwaliteit van het hbo. Hetzelfde geldt voor de langstudeerdersboete. Ik vind al jaren dat het onderwijs veel te vrijblijvend is. Maar bij de uitwerking haak ik af.’
‘We moeten veel meer op de professionaliteit van de docent vertrouwen’
Onderwijsbestuurder Marcel Wintels windt er geen doekjes om. Het beleid om de problemen aan te pakken deugt, maar in de uitvoering wordt volgens hem een technocratisch en bureau-
ondertussen roept de politiek bij elk incident om stoere maat-
cratisch systeem van toezicht opgetuigd.
regelen, die de samenleving het idee moeten geven dat het vanaf
Wintels is voorzitter van het College van Bestuur van de Zuid-
nu wel goed geregeld is.’
Nederlandse organisatie Fontys Hogescholen. Daarnaast werd hij
Het toezicht kan wat hem betreft veel eenvoudiger, door vaker
in februari 2012 door de minister als interim-voorzitter van
voor onaangekondigde inspecties te kiezen. ‘Laat deskundige
Amarantis Onderwijsgroep aangesteld om puin te ruimen.
peers van de docent op onverwachte momenten de laatste tien
Presteren onder druk, het zou ook Wintels’ persoonlijke motto
beoordeelde opdrachten bekijken. Heb je die als docent op de
kunnen zijn. Want de Amsterdamse organisatie voor voortgezet
juiste manier beoordeeld, dan zit je goed. Dit systeem voorkomt
onderwijs en mbo staat aan de rand van het faillissement.
ballast in het toezicht en zorgt ervoor dat precies de kern onder de loep wordt genomen, namelijk de eindkwaliteit. En daarnaast
Wintels vindt dat er eerder te veel dan te weinig controle is op het
meet je dan de student- en de docenttevredenheid. Opleidingen
onderwijs. ‘We zouden veel meer op de professionaliteit van de
die de studenttevredenheid op orde hebben, blijken namelijk ook
docent moeten vertrouwen. Waar het misgaat, is dat we ons als
op de andere indicatoren goed te scoren.’
maatschappij steeds laten leiden door de drie dingen die fout gaan naast de 97 die goed gaan. Om die fouten te voorkomen, bouwen
Bij Fontys wordt deze manier van werken al in praktijk gebracht.
we allerlei controlemechanismen. Maar die zorgen er voor dat de
Wintels: ‘Die jongeren moet je kort houden. We houden hun
‘schwung’ verdwijnt bij alles wat er goed gaat.’
studievoortgang scherp in de gaten. En elke studiebegeleider
De bestuurder wuift de problemen in het onderwijs niet weg,
moet zich verantwoorden voor de prestaties van zijn groep
integendeel. De manier waarop overheid en politiek de problemen
studenten. Driekwart van de studenten moet in staat zijn het
willen aanpakken klopt echter niet. ‘Er worden geen keuzes
eindniveau te halen, binnen de tijd die daarvoor staat.’
gemaakt. Neem de NVAO. Die moet de kwaliteit van het hbo
Op de professionaliteit van docenten vertrouwen, dat betekent
waarborgen. Wat is daarvoor de belangrijkste graadmeter? Dat
dat je docenten de maat laat nemen door collega’s. ‘Want daar
het onderwijs studenten aflevert waarvan deskundigen zeggen:
luister je naar. Wanneer je aan een collega moet uitleggen
‘Dit is hbo-niveau’? Toch is het juist daar misgegaan, ondanks alle
waarom je een student ten onrechte voldoende hebt beoordeeld,
paperassen van de NVAO. Als we eerlijk zijn, toont dit het gebrek
dan voel je je aangesproken op je professionaliteit.’
aan legitimiteit van deze organisatie. Maar dat durven we niet te zeggen in dit land. Dus laten we de NVAO voortmodderen en zetten we er de onderwijsinspectie nog eens tegenaan. Het
Kracht van het onderwijs
stapelt en stapelt maar.’
Fontys is van ver gekomen. Een paar jaar geleden functioneerde de organisatie op veel fronten onder de maat. Dat had veel te
Onaangekondigde inspecties
maken met de menselijke maat die verdwenen was, constateert Wintels. ‘Deze fusieorganisatie vertoonde alle nadelen van de
Het ontbreekt volgens Wintels aan focus. ‘Een hogeschool moet –
schaalvergroting en geen van de voordelen. Het onderwijs loopt
al balancerend – aan 50 dingen tegelijkertijd voldoen. En
vaak stuk op de drang om, vanuit het streven naar efficiency,
7
8
mensonafhankelijk te worden. Terwijl dat juist de kracht is van het
cratische en bureaucratische aanpak in de kwaliteitsdiscussie. Dat
onderwijs.’
is de paradox van de politiek, en de politieke illusie van centrale
Wat er bij Fontys gebeurde is volgens de bestuurder exemplarisch
beheersbaarheid.’
voor veel van de fusies in het onderwijs. ‘De fusiegolf is voortgekomen uit de centralistische benadering vanuit de
‘Het toezicht kan eenvoudiger, met meer onaangekondigde inspecties’
Binding met de samenleving Hoe dan ook, Fontys heeft besloten om kleinschaliger te werken. Wintels: ‘We moeten terug naar een schaal die groot genoeg is om efficiënt te zijn en klein genoeg om binding te houden met de samenleving. Daar zijn we al een paar jaar mee bezig. Daarop voortbordurend kom je volgens mij al gauw uit op een hboinstelling per stad. Daar ben je als lokale omgeving ook de ‘eigenaar’ van de school, met alle bijbehorende mogelijkheden en
overheid. Kleinere scholen worden knettergek van alle dingen die
uitdagingen. En dan voelt de plaatselijke wethouder zich ook weer
ze van hogerhand moeten. Dat maakt dat ze zich kwetsbaar
verbonden met ‘zijn’ school. Ze hebben in Tilburg echt niks met
voelen en elkaar opzoeken. En de grotere willen machtiger
Fontys Sittard hoor.’
worden.’ Hoe is dat te rijmen met de politieke voorkeur – van links tot rechts – voor kleinschaligheid in het onderwijs? Wintels: ‘Dat is niet te rijmen. De woordvoerders onderwijs in de Tweede Kamer belijden de kleinschaligheid met de mond. Maar tegelijkertijd roepen ze de grootschaligheid over ons af door hun techno-
Marcel Wintels: ‘Laat deskundige [curs.] peers [/curs.] van de docent op onverwachte momenten de laatste tien beoordeelde opdrachten bekijken’
Interview
‘De school wordt ten onrechte gestraft voor de slechte motivatie van een student’
strikter. ‘Waarom drieduizend euro betalen na dat vijfde jaar? Laat studenten die na vijf jaar niet zijn afgestudeerd de volledige kosten dragen, dus zesduizend euro. Het is onterecht dat de school – en daarmee goede studenten en docenten – financieel wordt gestraft voor de slechte motivatie van een student of voor diens verkeerde studiekeuze. En het kan ook niet de bedoeling zijn dat je na die vijf jaar verder studeert op kosten van de bakker,
De verbondenheid met de eigen school – en niet met het grote
de slager en de groenteman.’
geheel – is ook bij Amarantis duidelijk zichtbaar, zegt interimvoorzitter Wintels. Deze organisatie gaat defuseren. ‘Kom je bij
Natuurlijk zijn er mensen die er buiten hun schuld langer over
onze vestiging aan de Dongestraat, dan ontmoet je docenten die
doen, zoals bij langdurige ziekte. ‘Daar moeten we goede
voor hun school willen knokken. Ze zijn zelfs bereid een stukje van
oplossingen voor bedenken. Maar de hele discussie dreigt nu over
hun aanstelling in te leveren als dat het voortbestaan van de
die uitzonderingsgevallen te gaan’, merkt Wintels op. En wanneer
school mogelijk maakt. Hun school welteverstaan, niet het
een hogeschool in Den Haag met een externe afstudeer-
voortbestaan van Amarantis. En dat geldt ook voor de andere
begeleider afspreekt dat er alleen een rekening komt wanneer de
vestigingen.’
student de eindstreep haalt, dan valt de politiek daar wat hem
Het interview vindt plaats tussen de verhuisdozen. Het College
betreft terecht overheen.
van Bestuur vertrekt uit het luxueuze onderkomen aan de Zuidas.
Maar het gekke is dat dit soort no cure no pay afspraken op
‘Dat het bestuur hier is gaan zitten, tekent het moreel faillissement
landelijk niveau ineens wél acceptabel gevonden wordt. Wintels:
van deze organisatie’, verzucht Wintels. ‘Hier is echt alles fout
‘Het aantal afgestudeerden per jaar één op één koppelen aan een
gegaan. Wat is er gebeurd, dat het College van Bestuur en de
financiële prikkel voor onderwijsinstellingen, dat lijkt eerlijk en
Raad van Toezicht hun eigen gang gingen, zonder dat drieduizend
stevig. Maar als Fontys deze indicator niet haalt, dan worden we
medewerkers daar iets tegenin konden brengen?’ Wintels hoopt
een of twee procent gekort. Dat betekent: ontslagen. Wat zullen
dat juist die trots op de eigen school de medewerkers en
docenten dan kiezen, wanneer ze een student met een vijf of met
studenten zal helpen de ingrijpende veranderingen van de
een zes moeten beoordelen? Als ik ooit gevraagd zou worden
komende tijd door te komen.
minister van Onderwijs te worden, dan zou mijn drive zijn de draai te maken naar minder megalomane, verstikkende, centralistische
Langstudeerdersboete Terecht dat het hbo en de minister hebben afgesproken de termijn voor het afstuderen op vijf jaar te zetten, vindt de onderwijsbestuurder. Wat hem betreft mag het zelfs nog wat
en bureaucratische systemen. De samenleving, en met name het onderwijs schreeuwt om de menselijke maat.’
9
10
onderwijs
“Verbinding op ambitie”: naar een hogere onderwijskwaliteit voor leerling/student
Gedifferentieerd onderwijsaanbod in tijden van bezuinigingen
Talentmaximalisatie versus marktbehoefte
Branchebeschrijving Geen sector zo veelzijdig, uitdagend , veranderlijk en tegelijkertijd nauw
onderwijs dat ze geven. Publiek georganiseerd onderwijs is nu nog
verbonden met onze samenleving als het onderwijs. Er werken ruim
volledig aanbodgericht gefinancierd. Dit gaat snel veranderen onder
400.000 professionals en ruim 3,8 miljoen leerlingen en studenten
invloed van nieuw beleid gericht op vraagsturing, prestatie-afspraken en
volgen onderwijs. De overheid stelt de eisen waaraan de kwaliteit van
minder kansloze studies.
het onderwijs moet voldoen en de instellingen maken keuzes over het
Trends en ontwikkelingen Drie belangrijke ontwikkelingsthema’s kunnen worden genoemd. “Verbinding op ambitie” gaat over de aanpak om het Nederlandse onderwijs over de hele breedte naar een hoger niveau te tillen. Dit mag
trust omgeving. • (Her-)verbinding met de omgeving ; ouders, leerlingen, maatschappelijk veld en bedrijfsleven.
niet gezien worden als een opgave van alleen het onderwijs zelf,
“Gedifferentieerd onderwijsaanbod”. De stijging van het opleidings-
alhoewel het daar wel begint. Belangrijke speerpunten zijn:
niveau van de Nederlandse bevolking is behaald dankzij het goed
• Professionalisering: de professional meer pedagogisch en didactisch
bereikbare, gedifferentieerde onderwijsbod dat wij hebben
toegerust en de bestuurder meer dienend onderwijskundig leider
“Talentmaximalisatie versus marktbehoefte”. Drempelloos opleiden
vanuit een heldere profilering en breed gedragen visie.
zonder zicht op beroepsperspectief of voor banen die er niet zijn is niet
• Stimulerende, lerende omgeving voor zowel leerling/student als professional.
“anno nu”. Een passende opleiding, goede motivatie en contextrijk leren leidt doorgaans tot meer plezier en tot beoogd studieresultaat
• Eigenaarschap op elk niveau en maximale betrokkenheid in een high
van de deelnemer en iedereen die daaraan heeft bijgedragen.
Onze visie De geschetste uitdagingen waarvoor onderwijsinstellingen vandaag de
budgetruimte daarvoor te creëren.
dag staan, zijn groot. De druk om te presteren wordt fors opgevoerd.
Naast hervormingen in het onderwijs zou in onze visie ook een
Het instrumentarium dat men hiervoor gebruikt bestaat uit bekostigings-
vereenvoudiging van de uitvoering van de bestuurlijke inrichting op zijn
maatregelen, met name voor het MBO en HO. Deze raken zowel de
plaats zijn. Daarmee kunnen de vele inconsistenties en tegen-
leerlingen/studenten en maken een einde aan de voorspelbaarheid van
strijdigheden in het systeem worden opgeruimd en kan het daarmee
budgetten voor instellingen De impact van deze en andere maatregelen
vrijgemaakte budget dienen voor de hogere onderwijskwaliteit.
op de bedrijfsvoering van scholen is nog diffuus en verschilt bovendien
De koers “verbinden op ambities” is een verstandige en kan ook veel
per instelling. Wat wel vaststaat, is dat er minder publiek geld en meer
energie opleveren. Verbinden op ambitie, niet alleen in de onderwijs-
regels komen. Er moet dus verder bezuinigd worden terwijl het
keten (nieuwe wegen), maar juist ook met de omgeving (andere
bereiken van een hogere onderwijskwaliteit juist ook investeren
bronnen).
betekent. Het vraagt grote stuurmanskunst van bestuurders om zelf
Kerngegevens
Websites
aantal ROC/AOC’s: 70
Aantal Universiteiten: 14
aantal deelnemers FOC: ca 495.000
Aantal studenten Universiteiten: 246.000
aantal HBO’s: 35 Aantal Studenten HBO’s: 423.000
www.vsnu.nl www.mboraad.nl www.hbo-raad.nl www.abnamro.nl/onderwijs
onderwijs
Ontwikkeling aantal gediplomeerden
Bron: OCW kerncijfers 2006-2010
▶▶ In 2010 haalden 440 duizend jongeren een diploma.
180
▶▶ Doorstroom naar vervolgonderwijs nam over de gehele linie de
160
afgelopen jaren toe. ▶▶ Nederland behoort binnen de EU tot de scherpste dalers van voortijdig schoolverlaters. Binnen de groep 18-25 jarigen is het percentage in enkele jaren teruggelopen van 15,4% naar 10.9 %.
140 120 100 80 60 40 20 0
2000 vo
2001
2002
mbo
2003
2004
hbo
2005
Opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking ▶▶ De stijging van het opleidingsniveau is vooral toe te schrijven aan het aandeel personen met een hbo of een wo diploma. ▶▶ Het percentage met een startkwalificatie is gegroeid naar 72%. Een startkwalificatie biedt significant meer perspectief op werk.
2006
2007
2008
2009
2010
wo
Bron: OCW kerncijfers 2006-2010
40 35 30 25 20 15 10 5 0 2000
2001
2002
Basisonderwijs mbo 2-4
2003
2004
2005
vmbo/mbo 1 hbo
Netto arbeidsparticipatie ▶▶ Het aantal werkenden is niet verder toegenomen, ook al had ongeveer driekwart van de bevolking een betaalde baan. ▶▶ De arbeidsparticipatie is hoger naar mate men hoger is opgeleid. ▶▶ Het verschil in opleidingsniveau tussen mannen en vrouwen is kleiner geworden. In de groep 25-34 jarige vrouwen hebben zij hun mannelijke leeftijdgenoten zelfs ingehaald.
2006
2007
2008
2009
havo/vwo wo
Bron: OCW kerncijfers 2006-2010 100 Mannen
90
Vrouwen
80 70 60 50 40 30 20 10
Raming ontwikkeling opleidingsniveau 30-34 jarigen ▶▶ Per jaar verlaten ruim 300.000 leerlingen en studenten het
45
nadat ze uitgestroomd zijn na enige tijd opnieuw het bekostigd
40
▶▶ Als gevolg van de stijging hbo- en wo- deelname zal deze groep toenemen van 42% naar 47%. ▶▶ Het aandeel middelbaar opgeleiden is gedaald en zal nog iets verder dalen.
Totaal
wo
Bron: Referentieraming 2011
50
onderwijs. Dit zal de komende jaren constant blijven. Een deel gaat onderwijs in.
hbo
mbo 2-4
havo/vwo
vmbo/mbo 1
Basisonderwijs
0
35 30 25 20 15 10 5 0 1990
1995
Geen
vmbo
wo
hbo
2000
2005
havo/vwo/mbo
2010
2015
2020
2025
2030
11
12
Marco van Ooijen (rechts Wim Groot): ‘Als reactie op de takendiscussie, zie je vooral dat ziekenhuizen elkaar opzoeken’
Wim Groot, hoogleraar gezondheidseconomie:
’De zorg is een groeimarkt, ook in tijden van recessie’
De Nederlandse zorgmarkt is in beweging. De introductie van marktwerking heeft het gesprek over kwaliteitsverbetering vooruit geholpen. En ziekenhuizen bezinnen zich op hun taken. Ook AWBZ-aanbieders stellen zich in toenemende mate ondernemend op. Wim Groot, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit Maastricht , in gesprek met Marco van Ooijen, directeur Zorg bij ABN AMRO.
interview
Ingrijpen aan vraagzijde ‘We beleven spannende tijden met de onderhandelingen in het Catshuis’, zegt Wim Groot. ‘De ruimte om in tijden van bezuinigingen in te grijpen in de zorg is beperkt geworden. De tarieven worden immers steeds meer overgelaten aan de vrije
‘We hebben nog altijd de laagste eigen bijdrage van Europa’
prijsvorming, dus blijft ingrijpen aan de vraagzijde over. Daar liggen wel wat mogelijkheden. We hebben nog altijd de laagste eigen bijdrage van Europa. Die zou je kunnen verhogen. En je kunt er
dat marktwerking een kostenopdrijvend effect kan hebben. Wordt
gericht voor kiezen bepaalde zorguitgaven voor eigen rekening te
de zorg er op de lange termijn beter en goedkoper van als er meer
laten komen.’
ruimte komt voor ondernemerschap?’
Het probleem is dat het basispakket alles dekt, zowel grote als
Groot: ‘Ik denk dat de introductie van marktwerking per saldo
kleine risico’s, zowel kleine als grote uitgaven. Groot: ‘Neem de
positief heeft uitgepakt. Het was een belangrijke aanzet tot
bloeddrukverlagende middelen. Die kosten een paar tientjes per
kwaliteitsverbetering. We hebben nog veel stappen te gaan, maar
jaar. Dat zouden mensen zelf kunnen betalen. Hetzelfde geldt
de beweging naar een gerichtere inkoop van zorg en de toe-
voor het bezoek aan de huisarts, wat negen euro per keer kost.
nemende aandacht voor kwaliteit is onmiskenbaar. Tot voor kort
Eventueel kan ook het inschrijftarief van de huisarts voor eigen
was kwaliteitsverbetering een mistige discussie. Maar sinds CZ,
rekening komen. Zelf betalen heeft als voordeel dat mensen
en in het verlengde daarvan de Inspectie, zich op het standpunt
kritischer gaan kijken wat de huisarts voor ze doet.’
gesteld heeft dat kwaliteit te maken heeft met het volume, is de discussie helderder geworden.’
In de AWBZ liggen ook nog de nodige ingrepen in het verschiet, verwacht de hoogleraar. ‘Denk hierbij aan het overhevelen van de
Aan de andere kant moet het duidelijk zijn dat marktwerking niet
persoonlijke verzorging naar de Wet maatschappelijke onder-
tot kostenbeheersing leidt, merkt Groot op. ‘Vooral niet zolang er
steuning. Maar het belangrijkste onderwerp blijft toch het
onvoldoende tegenwicht is voor zorgaanbieders en zorgver-
scheiden van wonen en zorg. Het verzorgingshuis verdwijnt en er
zekeraars. Marktwerking zorgt wel voor meer efficiency, maar
komen waarschijnlijk mogelijkheden voor private financiering in
leidt ook tot volumegroei en dus hogere uitgaven.’
aanvulling op AWBZ-zorg. In de toekomst zal deze zorg naar
Meer ruimte voor ondernemerschap vraagt ook om een ander
verwachting alleen beschikbaar zijn voor wie het niet zelf kan
type bestuurder. Met name voor AWBZ-instellingen liggen hier
bekostigen. Dus moeten burgers hun voorzorgen nemen: aan-
volgens Groot nog kansen voor verbetering. ‘Veel aanbieders van
vullend verzekeren, een pensioenfonds dat zorg voor je inkoopt
AWBZ-zorg denken nog te sterk vanuit de budgetgedachte en
of het vermogen van je huis gebruiken door middel van een
functioneren in feite vooral als uitvoerder, in plaats van als onder-
omkeerhypotheek.’
nemer. En dat terwijl de toenemende personeelskrapte wel om ondernemerschap vraagt. AWBZ-instellingen moeten veel meer
Ruimte voor ondernemerschap
inspelen op de mogelijkheden van domotica (huisautomatisering) en andere middelen om te besparen op de factor arbeid. Ook
‘Als bank zijn we blij dat er meer volgens de regels van de markt
zouden instellingen die met behoud van kwaliteit een producti-
gewerkt gaat worden in de zorg’, zegt Marco van Ooijen. ‘Dat past
viteitsgroei weten te realiseren, een bonus moeten krijgen.’
beter bij de manier waarop banken werken. We financieren liever in een systeem van marktwerking, dan – zoals nu – op basis van steeds veranderende regelgeving. Wel wordt er gewaarschuwd
13
14
Takendiscussie
hebben in Nederland de traumazorg ook weten te regelen, dan
In de ziekenhuiszorg speelt de discussie over de vraag in welke
moet dat met de spoedeisende hulp toch ook kunnen?’
taken een ziekenhuis zich moet specialiseren. Het lijkt er Van Ooijen: ‘Als reactie op de takendiscussie, zie je vooral dat
‘Meer ruimte voor ondernemerschap vraagt om ander type bestuurder’
ziekenhuizen elkaar opzoeken. Het Kennemer Gasthuis praat met het Spaarne Ziekenhuis, het OLVG met het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis en Atrium met Orbis. Een nieuwe fusiegolf lijkt op komst. Was dat de bedoeling?’ Groot: ‘Als de NMa het niet tegenhoudt, hebben we over pakweg
vooralsnog op dat elke ziekenhuisorganisatie zoveel mogelijk
twintig jaar nog vijftig ziekenhuizen over. Weliswaar met meerdere
taken blijft vasthouden, terwijl op macroniveau meer specialisatie
vestigingen per ziekenhuis, maar er dreigt monopolievorming op
wenselijk geacht wordt. Blijven de ziekenhuizen stil of komen ze
lokaal niveau. De NMa zou daar veel strikter op kunnen toezien.
in beweging? ‘Er gebeurt wel wat, maar het is de vraag of dat
Dat geldt ook voor de macht van de verzekeraars. Toen Achmea
voldoende is’, reageert Groot.
De Friesland overnam, klaagden apothekers mijns inziens terecht
De hoogleraar denkt dat er meer beweging komt wanneer de
dat ze weinig meer te kiezen hebben in de provincie Friesland.
overheid zich zou uitspreken over de verspreiding en toeganke-
Deze combinatie heeft daar tachtig procent van de markt.’
lijkheid van de spoedeisende hulp. ‘De spoedeisende hulp is voor
Het zou volgens Groot ook kunnen dat de ziekenhuismarkt zich
elk ziekenhuis een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering,
meer langs de zorginhoudelijke lijnen ontwikkelt. ‘De RVZ heeft
waar veel andere functies aan vast hangen. Ziekenhuizen zullen
het over netwerkstructuren binnen een regionale keten, waar dan
daar nooit op eigen initiatief in snijden. Het is ook de vraag of een
eerstelijnscentra en algemene, topklinische en academische
zorgverzekeraar zich daar aan wil branden. Wie wil er bij zijn
ziekenhuizen deel van uitmaken. En voor bijvoorbeeld borstkanker
klanten bekend staan als de organisatie die de spoedeisende hulp
kan ik me goed voorstellen dat er een landelijk netwerk van
heeft opgeheven? Toch moet er wat gebeuren aan de
ziekenhuizen komt. Het staat of valt eigenlijk met de vraag hoe
overcapaciteit in de spoedeisende hulp, vooral in de Randstad. We
we in de toekomst tegen het ziekenhuis aankijken. Is dat een gebouw dat grotendeels samenvalt met een organisatie, zoals nu? Of is het een soort bedrijfsverzamelgebouw, waarin bijvoorbeeld
Wim Groot: ‘Ik denk dat zorginstellingen vooral zullen moeten investeren in kennis en kundigheid op financieel gebied’
ook een landelijke keten van orthopedische ziekenhuizen of een buitenpost van een topklinisch ziekenhuis gevestigd wordt?’
interview
‘De rol van banken is gewijzigd door de stelselwijziging in de zorg’
Rol van banken ‘Dat is inderdaad een mooi voorbeeld van hoe dit werkt’, reageert Van Ooijen. ‘Voorheen presenteerde een ziekenhuis ons hun managementopgave. Maar dat volstaat niet meer. Wij zijn als financier vooral ook geïnteresseerd in de manier waarop ze de investeringen denken terug te verdienen. De rol van de banken is
Veilige belegging
gewijzigd door de stelselwijziging in de zorg. We dragen meer risico en stellen daarom andere eisen. Dat is een tamelijk nieuwe
Groot verwacht dat de financiering van zorgorganisaties
benadering, voor zorginstellingen en voor ons. De reacties van
mogelijkheden biedt voor risicodragende investeringen. ‘De zorg
zorgbestuurders lopen uiteen. De een vindt ons te terughoudend,
is een groeimarkt, ook in tijden van recessie. Al is het rendement
de ander vraagt zich af waarom wij nog steeds ziekenhuizen
niet hoog, het is wel een relatief veilige belegging voor de lange
financieren.’
termijn. En er is nog veel ruimte voor efficiencyverbetering. De beperkingen die de minister stelt, bijvoorbeeld dat er pas na drie
Groot: ‘Je moet je afvragen of zorginstellingen de knowhow
jaar winst mag worden uitgekeerd, hoeft toch ook het probleem
hebben om alle veranderingen die op hen afkomen, aan te
niet te zijn.’
kunnen. Ik denk dat ze vooral zullen moeten investeren in kennis
Daar komt bij dat de mogelijkheden voor bancaire financiering niet
en kundigheid op financieel gebied. Een chief financial officer in
groter geworden zijn, constateert Groot. ‘Dan kunnen risico-
de Raad van Bestuur zou niet misstaan. Dat geldt ook voor de
dragende kapitaalverschaffers een alternatief zijn, met name voor
Raad van Toezicht. Er worden in de financiering van de zorg de
activiteiten waar banken misschien wat huiverig tegenover staan.
nodige fouten gemaakt. Misschien moeten we dat ook
En het is voor een zorgdirecteur sowieso belangrijk om je voor de
accepteren. Maar laat het niet te wijten zijn aan gebrekkig
kapitaalverstrekking niet afhankelijk te maken van één partij.’ Hij
financieel inzicht.’
merkt op dat banken meer te zeggen hebben gekregen. ‘Bij recente bouwinvesteringen hebben sommige ziekenhuizen onder druk van de banken een efficiencyslag moeten maken. Vreemde ogen dwingen.’
15
16
langdurige zorg
Verzorgingshuizen verdwijnen; ouderen gaan eigen woonruimte organiseren
Woonzorgaanbod wordt steeds diverser
Kansen voor nieuwe toetreders op de markt voor wonen en zorg
Branchebeschrijving Tot de langdurige zorg behoren de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg
aangeboden als in woonvoorzieningen. De langdurige zorg wordt
en de langdurige geestelijke gezondheidszorg. In de sector zijn
voor het grootste deel betaald uit de AWBZ, een verplichte volks-
ongeveer 800 instellingen actief en werd in 2010 EUR 29,3 miljard
verzekering. Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
uitgegeven (Bron CBS). De doelgroepen zijn zeer divers en daarmee
wordt de huishoudelijke zorg thuis vergoed.
ook het zorgaanbod. Langdurige zorg wordt zowel in de thuissituatie
Trends en ontwikkelingen De langdurige zorg wordt in de afgelopen jaren gekenmerkt door een
als team verantwoordelijk zijn voor alle zorgtaken voor een bepaalde
steeds groter gebruik van de beschikbare voorzieningen, sterk groeien-
groep mensen. Van de 500 duizend nieuwe banen sinds 2000, is drie-
de zorguitgaven en steeds grotere instellingen met relatief veel regel
kwart in de zorg gecreëerd. De zorg is daarmee een van de motoren van
geving en zelf opgelegde bureaucratie. Als reactie hierop is een beweging
de Nederlandse economie. Bij ongewijzigd beleid zijn in de zorg de
te zien naar meer nadruk op de vertrouwensrelatie tussen de zorg-
komende 15 tot 20 jaar 400 duizend extra medewerkers nodig om te
verlener en de cliënt. Er zijn nieuwe toetreders op de markt gekomen
voldoen aan de toenemende zorgvraag. Deze zijn niet beschikbaar. Er
die adequaat inspelen op deze ontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn
moeten dus andere soorten oplossingen komen: meer mantelzorg,
instellingen als de Thomashuizen voor de gehandicaptenzorg en Buurt-
efficiënter werken, innovaties van zorgprocessen en E-health. De
zorg voor de thuiszorg. Ook grote instellingen zijn bezig een omslag te
zorgverzekeraars gaan vanaf 2013 de AWBZ uitvoeren, zodat meer
maken naar kleinschaligheid en naar het afschaffen van regelgeving die
samenhang ontstaat met de medisch-specialistische zorg en de
beknellend werkt in de relatie tussen zorgverlener en cliënt. Voor deze
zorgkosten beter integraal beheerst kunnen worden.
instellingen betekent dat kleinere woongroepen en medewerkers die
Onze visie In 2014 worden de eerste stappen gezet op het gebied van scheiding
op vastgoed dat geschikt is voor zorg, maar ook alternatief
van wonen en zorg. ABN AMRO verwacht dat dit de komende jaren
aanwendbaar. Zo ontstaat voor vastgoedinvesteerders een belegging
uitgebreid wordt naar een grotere doelgroep en dat dit een grote impact
met een maatschappelijk rendement in een stabiele groeimarkt. Vooral
heeft op de woonzorgvoorzieningen. Verzorgingshuizen als grote
de markt voor ouderenzorg is door de groeiende zorgvraag interessant
intramurale voorziening, zullen verdwijnen. Ouderen gaan hun eigen
voor vastgoedbeleggers. Dit leidt tot een meer divers aanbod van
woonruimte organiseren, individueel of in groepsverband. De
voorzieningen, passend bij de zorgvragen, leefstijlen en financiële
zorginstellingen moeten hun positie bepalen als zorgverlener of als
mogelijkheden van de cliënten. ABN AMRO verwacht een groot aantal
leverancier van woonzorgoplossingen. Vastgoed zal niet alleen meer
toetreders in de markt die inspelen op de ontwikkelingen en een
door zorgaanbieders en woningcorporaties gerealiseerd worden, maar
bijdrage leveren aan een meer divers aanbod.
er komen nieuwe spelers. Bijvoorbeeld vastgoedfondsen die zich richten
Kerngegevens
Websites
Uitgaven ouderenzorg: EUR 16 mrd
Uitgaven langdurige zorg per hoofd: EUR 1.764
Uitgaven gehandicaptenzorg: EUR 7,9 mrd
Aantal instellingen: circa 800
Uitgaven geestelijke gezondheidszorg:
Aantal klanten: 600.000
EUR 5,4 mrd
Aantal medewerkers zorg & welzijn: 1.300.000
www.minvws.nl www.nza.nl www.actiz.nl www.vgn.nl
langdurige zorg
Ontwikkeling zorguitgaven ▶▶ De totale zorguitgaven zijn in 2010 met 3,6% toegenomen. De stijging van de zorguitgaven was veel minder sterk dan in de drie voorgaande jaren. ▶▶ De zorguitgaven zijn in de periode 1999 tot en met 2010 verdubbeld en bedragen in 2010 EUR 87,6 miljard. ▶▶ Het aandeel van de zorguitgaven als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) bedraagt in 2010 14,8%. Volgens de OESO heeft Nederland na de Verenigde Staten de hoogste zorgkosten ten opzichte van het bbp.
Bron: CBS 14% 11,90% 11,80%
12% 10% 8%
8%
7,60% 7,40%
5,60%
6% 4%
3,30%
3,60%
4%
2005
2006
6,10% 5,80% 3,60%
2% 0% 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2007
2008
2009
Aantal 80-plussers in verzorgingshuis of verpleeghuis ▶▶ Het aantal 80-plussers is van 2000 tot 2011 gestegen van 480.000 naar 640.000. Daarvan woont een steeds kleiner aandeel (21,1% in 2000 en 14,5% in 2011) in een verzorgingshuis of verpleeghuis. ▶▶ Het aantal 80-plussers dat in een verzorgingshuis of verpleeghuis
21,1% 20%
80-plussers in een verpleeghuis of verzorgingshuis. In 2011 was
10%
verder toe. Een steeds groter deel van deze groep blijft zelfstandig
24,5%
25%
15%
dat aantal 97.000.
Bron: CBS
30%
woont is ook in absolute zin gedaald. In 2000 woonden 106.000
▶▶ Door de vergrijzing neemt het aantal 80-plussers de komende jaren
17,4% 14,5%
13,4% 9,0%
5% 0% Mannen Vrouwen Totaal
wonen en ontvangt zorg aan huis.
2000
2011
Ontwikkeling resultaten zorginstellingen ▶▶ De resultaten (als percentage van de omzet) zijn de laatste drie jaren in de gehandicaptenzorg het hoogst geweest en in de geestelijke gezondheidszorg het laagst. ▶▶ De resultaten variëren in elk van de drie sectoren tussen de -5%
Bron: CIBG, analyse ABN AMRO
3%
resultaat tussen de 0 en 2%.
1%
geweest om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe
1,9%
2% 2%
bekostigingssystematiek, gemiddeld gesproken goed in staat
2,4%
3%
en de +10%. Ongeveer driekwart van de instellingen heeft een ▶▶ De instellingen zijn de afgelopen jaren, na de overgang naar de zzp-
1,5% 1,5%
0,8% 0,4%
1% 0% Ouderenzorg
Gehandicaptenzorg
Bron: CIBG, analyse ABN AMRO 25,0% 21,2% 21,1% 21,8%
geestelijke gezondheidszorg is de solvabiliteit van de ▶▶ Van de zorginstellingen heeft 15% een solvabiliteit lager dan 15%. Waar instellingen verouderd vastgoed op de balans hebben staan, zal door herwaardering de eigen vermogenspositie verslechteren. ▶▶ De solvabiliteit van de instellingen in de geestelijke gezondheidszorg is het laagst met gemiddeld 16,7%. De bezuinigingen in deze sector zetten de financiële positie van de instellingen de komende jaren verder onder druk.
Geestelijke Gezondheidszorg
2008 2009 2010
Ontwikkeling solvabiliteit zorginstellingen zorginstellingen de afgelopen jaren verbeterd.
1,5%
1,4% 1,1%
regelgeving. Een beperkte groep instellingen blijft daarin achter.
▶▶ Zowel in de ouderenzorg als in de gehandicaptenzorg en de
2010
20,0%
23,6% 20,0%
21,2%
16,7% 14,7% 14,8%
15,0%
10,0%
5,0%
0,0% Ouderenzorg 2008 2009 2010
Gehandicaptenzorg
Geestelijke Gezondheidszorg
17
18
medisch-specialistische zorg
Zorgverzekeraars hebben steeds meer invloed op zorgketen
Liquiditeiten ziekenhuizen staan onder druk
Ziekenhuizen moeten durven kiezen
Branchebeschrijving De curatieve zorg is gericht op behandeling en genezing. In de eerste
gespecialiseerde zelfstandige behandelcentra (ZBC’s). De totale
lijn wordt dit uitgevoerd door onder meer de huisartsen, apothekers
kosten van de medisch-specialistische zorg bedroegen in 2010
en tandartsen. Tot de tweede lijn behoort de medisch-specialistische
EUR 22,4 miljard, 3,5% meer dan in 2009. EUR 400 miljoen aan zorg
zorg. In deze sector zijn 91 algemene ziekenhuizen actief en acht
wordt geleverd door de ZBC’s.
academische ziekenhuizen. Daarnaast zijn er ongeveer 200
Trends en ontwikkelingen De minister van Volksgezondheid gaat verder waar de vorige ministers
mogelijkheden ontstaan en risico’s gedeeld kunnen worden. De
zijn opgehouden. De garanties op budgetten en continuïteit zijn groten-
ziekenhuizen worden daardoor minder afhankelijk van de banken.
deels verleden tijd. In een bestuurlijk akkoord is overeen gekomen dat
Tegelijkertijd wordt een positieve impuls verwacht door de inbreng van
de kosten van de medisch- specialistische zorg de komende jaren maxi-
nieuwe competenties en toezicht door aandeelhouders. De liquiditeiten
maal met 2,5% mogen toenemen. Dat is aanmerkelijk lager dan de 3%
van ziekenhuizen staan in 2012 onder grote druk door het terugbetalen
tot 6% groei in de afgelopen jaren. Overschrijdingen worden terug-
van financieringsoverschotten aan de zorgverzekeraars en het afschaffen
gehaald en de zorgverzekeraars zijn na afschaffing van de expost risico-
van de verplichte bevoorschotting. Zorgverzekeraars zijn bereid te
verevening, financieel verantwoordelijk voor de kosten van hun eigen
bevoorschotten onder voorwaarde van een contract. De zorg-
cliënten. Er ligt een wetsontwerp waarin winstuitkering onder voorwaar-
verzekeraars hebben een regierol gekregen in het proces naar meer
den wordt toegestaan. Het doel daarvan is het aantrekken van risico-
gespecialiseerde ziekenhuizen en het concentreren van zorg.
dragend kapitaal, zodat er voor ziekenhuizen nieuwe financierings-
Onze visie De minister wil dat ziekenhuizen zich meer gaan specialiseren. De
een aandoening en zorgen voor innovatie van het zorgproces. De
eerste stappen zijn gezet. Ziekenhuisbestuurders en medisch specialis-
komende jaren worden ziekenhuizen die het financieel zwaar hebben,
ten kiezen voor een specialisme of een profiel waarmee het ziekenhuis
overgenomen door particuliere investeerders en zorgondernemers die
zich wil onderscheiden. Tegelijkertijd zien we dat ziekenhuizen nog moei-
nu al actief zijn.. Het onderscheid tussen deze ziekenhuizen en de ZBC’s
zaam afstand doen van een specialisme om deze aan een ander zieken-
vervaagt. Zo ontstaat een speelveld waarin reguliere ziekenhuizen
huis over te laten. De roep om specialisatie heeft een sterke impuls ge-
opereren naast ziekenhuizen en ZBC’s die in particuliere handen zijn.
geven aan de samenwerking tussen ziekenhuizen en er zijn een aantal
Wij verwachten voor de komende jaren dat de zorgverzekeraars steeds
voorgenomen fusies tussen ziekenhuizen. Het achterliggende doel
meer invloed krijgen op de zorgaanbieders. Ze worden integraal verant-
moet daarbij niet uit het oog verloren worden: verbeteren van de kwali-
woordelijk voor alle zorg voor hun cliënten en krijgen daardoor een groot
teit en de efficiëntie van medisch-specialistische zorg. De ZBC’s zijn een
belang in het optimaal functioneren van de zorgketen.
goed voorbeeld van specialisatie. Zij richten zich op een specialisme of
Kerngegevens
Websites
Totale uitgaven gezondheidszorg in 2008: EUR
Aantal bedden: 46.515
87,6 mrd
Gemiddelde reistijd patiënt naar het ziekenhuis:
Uitgaven gezondheidszorg per hoofd: EUR 5.272
13,3 minuten
Aantal ziekenhuizen: 91
Gemiddelde ligduur: 5,3 dagen
Aantal ZBC’s: 200
Aantal medewerkers ziekenhuizen: 273.000
www.minvws.nl www.nza.nl www.wfz.nl www.nvz.nl
medisch-specialistische zorg
Marktaandelen zorgverzekeraars medisch-specialistische zorg
Bron: NZA
▶▶ De markt van zorgverzekeraars is sterk geconcentreerd. Er zijn vier grote zorgverzekeraars en één inkoopcombinatie. De grootste zorg-
Achmea (inclusief Agis)
12,8%
verzekeraar is Achmea (inclusief Agis), die zal samengaan met De Friesland (nu onderdeel Multizorg inkoopcombinatie).
13,2%
▶▶ De regionale marktaandelen voor de zorgverzekeraars zijn nog groter. Zo hebben CZ en VGZ gezamenlijk 85% marktaandeel in
CZ Menzis Multizorg
21,6%
Zuid-Nederland.
VGZ
30,2%
22,3%
▶▶ Door de concentratie hebben de zorgverzekeraars een aanzienlijke inkoopkracht tegenover de ziekenhuizen en worden ze steeds meer bepalend voor de inrichting van de medisch-specialistische zorg.
Omzet Zelfstandige Behandelcentra ▶▶ Het aantal en de omvang van de ZBC’s is de laatste jaren fors gegroeid. Van EUR 43 miljoen in 2005 tot EUR 400 miljoen in 2010 (cijfers t/m 2009 bron Boer & Croon, 2010 is schatting ABN AMRO). ▶▶ De NZA geeft aan dat in 2011 200 ZBC’s gecontracteerd zijn. Zorg-
Bron: Boer&Croon 450
300 250 200
ZBC’s, omdat zij nu zelf verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling
150
▶▶ Voor specialismen als orthopedie, oogheelkunde en dermatologie
335
350
verzekeraars zijn in 2012 terughoudender met het contracteren van van de zorgkosten.
400
400
179
115
100
72
43
50 0
2005
ontstaan steeds meer bovenregionaal en landelijk werkende
2006
2007
2008
2009
2010
ketens van ZBC’s.
Ontwikkeling financieel resultaat van de ziekenhuizen ▶▶ Het financiële resultaat van de Nederlandse ziekenhuizen bedraagt in 2010 1,9% (resultaat als aandeel van de omzet). De afgelopen twee jaar zijn de resultaten van de ziekenhuizen verbeterd. ▶▶ De positieve resultaten worden voor een belangrijk deel verklaard door de ‘winsten’ die de ziekenhuizen behalen met de kapitaallastenvergoeding. Deze is met de huidige regelgeving vaak hoger dan de werkelijke kosten zijn. ▶▶ De prestatiebekostiging kan grote effecten hebben op de
Bron: NvZ, CIBG
2,0% 1,80%
1,8% 1,6%
1,90%
1,50%
1,4% 1,2% 1,00%
1,0%
1,00% 0,80%
0,8%
0,60%
0,6% 0,4% 0,2% 0,0%
exploitaties van ziekenhuizen. De verschillen in resultaten tussen
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
de ziekenhuizen nemen de komende jaren verder toe.
Ontwikkeling solvabiliteit van de ziekenhuizen ▶▶ De solvabiliteit (eigen vermogen als aandeel in het balanstotaal) is in de periode 2006 tot en met 2010 gestegen van 8,1% tot 14,0%. ▶▶ Een sterkere balanspositie voor de ziekenhuizen is noodzakelijk, gegeven de toegenomen risico’s door de invoering van de
16%
10,8%
10%
in 2012.
6%
aan een streefratio voor de solvabiliteit van 15%.
12,1%
12%
8%
vermogen de komende jaren moeten verbeteren om te voldoen
14,0%
14%
prestatiebekostiging en de uitbreiding van het B-segment tot 70% ▶▶ Nog ongeveer de helft van de ziekenhuizen zou het eigen
Bron: CIBG, analyse ABN AMRO
8,1%
9,0%
4% 2% 0% 2006
2007
2008
2009
2010
19
20
Piet Eichholtz (links) in gesprek met Jeroen Dungelmann: ‘Het kabinet had de verlaging van de overdrachtsbelasting als wisselgeld moeten bewaren’
Piet Eichholtz, hoogleraar financiering en vastgoed:
’Kijk opnieuw naar de begrenzing van woningcorporaties’
Met de val van het kabinet wordt de woningmarkt op korte termijn niet meer uit het slob getrokken. Maar zodra er een geloofwaardig totaalplan ligt zullen mensen weer huizen gaan kopen, voorspelt Piet Eichholtz. Intussen heeft de corporatiebranche nog voldoende huiswerk: het toezicht verbeteren, scheefwonen aanpakken en de liquiditeit verhogen. Piet Eichholtz, hoogleraar Vastgoedfinanciering en Vastgoedbeleggingen aan de Universiteit van Maastricht, in gesprek met Jeroen Dungelmann, directeur Woningcorporaties bij ABN AMRO.
interview
Duurzame financiering
duizend euro zitten. Daar moeten we wat mee. Ik vind het moreel
‘Ik vind dat de politiek het prima kan verkopen om alsnog
niet verteerbaar als deze mensen gesubsidieerd blijven huren. Ze
voor afschaffing van de hypotheekrenteaftrek te kiezen. De
hebben een lot uit de loterij, op kosten van de gemeenschap. En
economische omstandigheden zijn immers drastisch veranderd de
dat is op zichzelf nog niet eens zo erg. Maar er zijn tegelijkertijd
afgelopen jaren. En de consument komt pas weer in beweging als
honderdduizenden economisch zwakkeren die daardoor geen
de overheid met een geloofwaardig plan komt dat een einde
corporatiewoning kunnen krijgen. Schandalig dat woning-
maakt aan de onzekerheid op de huizenmarkt. Maar ik vrees dat
corporaties niet meewerken aan overheidsbeleid om daar wat aan
enkele politieke partijen zich teveel hebben ingegraven met haar
te doen. Dan kiezen ze dus tégen de zwaksten in de samenleving.’
21
“nee” tegen de afschaffing’, aldus Piet Eichholtz. De hoogleraar is een van de 22 economen achter het manifest
Falend toezicht
Naar een duurzame financiering van de woningmarkt. Iedereen is
Een ander heet hangijzer is het falende toezicht op de woning-
het er volgens hem over eens dat de problematiek van de huur- en
corporaties. Eichholtz: ‘Ook al blijken er in de praktijk vooral
koopmarkt in een allesomvattend plan moet worden aangepakt.
schaalnadelen te zijn, toch fuseert de ene na de andere corporatie.
Eichholtz: ‘Oliedom dat het kabinet alleen met een verlaging van
Het bestuur komt verder op afstand te staan, de kosten per
de overdrachtsbelasting kwam. Dat hadden ze als wisselgeld
woning gaan omhoog en de doelgroep wordt slechter bediend.’
moeten bewaren voor het totaalplan.’
Volgens Eichholtz komen fusies niet voort uit de vaak genoemde
De onzekerheid in de woningmarkt heeft voor een toename van
drang naar efficiency, of uit de wens rijke en arme corporaties aan
de vraag naar huurwoningen gezorgd. Maar die is tijdelijk, zegt
elkaar te verbinden. Eichholtz: ‘De eigenlijke drijfveer is bijna altijd
Eichholtz: ‘Voor de crisis was er meer behoefte aan koop-
de ijdelheid van de bestuurder. Je hebt vijfduizend woningen,
woningen, met name in de grote steden. In Amsterdam is maar
maar wilt de baas worden over tienduizend. Dus zoek je de
20% eigen woningbezit en al jaren blijkt uit marktonderzoek dat
buurman op, waarvan de bestuurder toch bijna met pensioen
veel mensen eigenlijk willen kopen. Maar nu kiezen ze voor huren,
gaat.’ Dit soort overwegingen speelt in het bedrijfsleven net zo
‘Het is moreel onverteerbaar als scheefhuurders gesubsidieerd blijven huren’
goed, weet de hoogleraar. ‘Maar daar heb je vaak met aandeelhouders te maken, die een sterke tegenmacht vormen. Bij een woningcorporatie grijpt een toezichthouder zelden in.’ Zestien jaar geleden zei Eichholtz in het blad Beleggers Belangen dat woningcorporaties wel naar de beurs zouden kunnen. De corporaties vonden dat een schandalige suggestie, herinnert hij
uit onzekerheid over hoe de koop van een huis op de lange termijn
zich. Maar een beursgenoteerd bedrijf heeft in ieder geval met de
zal uitpakken.’ Zodra de overheid met geloofwaardig beleid komt,
macht van de aandeelhouder te maken. In het huidige stelsel
zullen mensen weer een huis gaan kopen, voorspelt de hoog-
krijgen de woningcorporaties nauwelijks weerwoord. Ook de
leraar.
overheid heeft geen middelen meer om rechtstreeks in te grijpen. ‘Het wordt tijd om opnieuw naar de begrenzing van woning-
Scheefwonen
corporaties te gaan kijken’, vindt de hoogleraar. Het kabinet deed volgens hem op een verkapte manier al iets aan de governance-
Het is Eichholtz in het verkeerde keelgat geschoten dat een op de
problemen, door de huurders van een corporatiewoning het recht
zes woningcorporaties nog niet weet of ze de vijfprocents-
op koop te geven. Eichholtz: ‘Stel dat je een flink deel van de 2,4
maatregel van de minister tegen het scheefwonen wil uitvoeren:
miljoen corporatiewoningen verkoopt, dan heb je voor die
‘Er zijn bijna een half miljoen scheefhuurders en nog eens een
woningen de governance meteen goed geregeld. Al vraag ik me
half miljoen huurders die net boven de inkomensgrens van 33
af of dit beleid in de praktijk tanden krijgt. De corporaties proberen
22
‘De eigenlijke drijfveer bij fusies is bijna altijd de ijdelheid van de bestuurder’
Financiële expertise Dat het toezicht slecht functioneert, wordt voor iedereen duidelijk wanneer woningcorporaties met liquiditeitsrisico’s te maken krijgen. Recent trokken vooral de problemen met rentederivaten de aandacht. Jeroen Dungelmann:‘Onze relatiemanagers merken dat woningcorporaties sterker zijn gaan letten op het liquiditeitsrisico. Incidenten zijn schadelijk voor de reputatie van de sector.
al jaren hun woningen aan zittende bewoners te verkopen, maar
Maar we zien ook dat men deze incidenten in perspectief weet
die blijken daar niet erg happig op te zijn.’
te plaatsen.’ Dungelmann verwacht dat de Herzieningswet en de bijbehorende Algemene Maatregelen van Bestuur en beleidsregels op korte termijn een helder kader geven, zonder dat er sprake is van overregulering.
Eichholtz: ‘Het moet me van het hart dat de corporaties slecht worden bediend in de wetgeving’
interview
De financiële expertise in de raad van commissarissen is door-
Staatssteun
gaans te zwak, constateert Eichholtz. ‘Toezichthouders hebben
Vooruitblikkend verwacht Eichholtz dat de woningcorporatiemarkt
per definitie een informatieachterstand op de raad van bestuur,
de komende vijf jaar kleiner zal worden. ‘Dat proces is al volop
dus moeten ze deze expertise actief in huis halen.’ Maar het
aan de gang. Veel corporaties bouwen op elke twee woningen die
probleem zit dieper, waarschuwt hij. ‘De woningcorporaties
ze afstoten één nieuwe.’ Daarnaast zullen corporaties zich weer
bedienen zo’n enorm deel van de markt – vier keer zoveel als het
meer op de lokale markt gaan richten. Eichholtz: ‘Lokale
Europees gemiddelde – en er gaat zoveel kapitaal in om, daar
specialisatie werkt. Met vijf- tot tienduizend woningen in een
móet je extra toezicht voor optuigen. Al die miljarden, wie houden
gemiddelde stad ben je er als corporatie wel. Dan gaan we van de
er toezicht op? Onvoorstelbaar dat zoiets groots onder de radar
huidige 400 terug naar zo’n 200 corporaties en blijft er alsnog
van het financiële toezicht blijft.’
voldoende lokale concurrentie over.’
Vooral het toezicht op de kasstroom schiet tekort. Corporaties zijn veel – ruim 50% van hun bruto huurinkomsten – kwijt aan vaste lasten. Eichholtz: ‘Daarmee maken ze zich ongelooflijk kwetsbaar. Er gaat enorm veel verloren aan inefficiëntie. Het moet zonder meer mogelijk zijn om 10% op de vaste lasten te bezuinigen. Bij
‘Toezichthouders hebben per definitie een informatieachterstand’
commercieel vastgoed liggen de vaste lasten gemiddeld op 25%.’ Onduidelijk is in hoeverre het Nederlandse systeem van geborgde
Alternatieve financiering
financiering in stand blijft, merkt Eichholtz op. ‘We hebben in ons land van oudsher veel gefinancierd op basis van garantstelling.
Corporaties zijn gewend om met geborgde leningen te werken.
Dat is geen probleem zolang alles goed gaat en er niet op die
Voor financiering buiten de zogenaamde ‘diensten van algemeen
garanties getrokken hoeft te worden. Maar als het fout gaat, dan
economisch belang’ (DAEB) verandert dit regime. Woning-
worden die garanties plotseling echte staatsschulden. En dat staat
corporaties zijn zich soms nog onvoldoende bewust van de
haaks op het Europese denken over de manier waarop landen de
alternatieve mogelijkheden voor ongeborgde financiering,
staatsschuld in de hand moeten houden.’
constateert Dungelmann. ‘Ze kunnen voor financiële constructies kiezen waarbij investeringen niet op de balans drukken. Lease bijvoorbeeld. Wij financieren duurzame energieprojecten bij woningcorporaties, zoals warmtekoudekoppeling. Ook de subsidieaanvraag en dergelijke kunnen wij volledig uit handen nemen. Willen we in Nederland echt grote slagen maken in het terugdringen van CO2-uitstoot en het toepassen van alternatieve energiebronnen, dan vormen de 2,4 miljoen woningen van de corporaties natuurlijk een aantrekkelijk volume.’ Aan deze verduurzaming van de BV Nederland draagt ABN AMRO graag bij, merkt Dungelmann op. Eichholtz: ‘Met behulp van dit soort financiële oplossingen kunnen woningcorporaties een substantiële bijdrage leveren aan een cultuuromslag. En investeren in duurzaamheid leidt tot hogere huren, verbeterde bezetting en een betere verkoopbaarheid. Het moet me wel van het hart dat de corporaties slecht worden bediend in de wetgeving. Huurders zijn best bereid een huurverhoging te accepteren in ruil voor een lagere energierekening. Maar voor die verhoging biedt de wet nauwelijks ruimte. En zelf een energiebedrijf opzetten mogen de corporaties ook al niet. De corporaties zouden bij uitstek grote slagen kunnen maken in duurzaamheid, maar het systeem verhindert dat. Dat is de paradox van de duurzaamheid in de woningmarkt.’
23
24
woningcorporaties
Splitsing DAEB en niet-DAEB financiering krijgt vorm
Opkomst alternatieve financiering duurzaamheid en tijdelijke huisvesting
Hogere exploitatiekasstroom van jaarlijks EUR 1 miljard
Branchebeschrijving De meeste huurwoningen in Nederland zijn in eigendom van
beheren en verhuren van (huur)woningen. Daarnaast leveren zij een
woningcorporaties. Ons land telt 400 corporaties. Circa driekwart van
belangrijke bijdrage aan het verbeteren van leefbaarheid en investeren
de huurwoningen en eenderde van de totale woningmarkt in
zij in duurzaamheid. In 2010 hebben zij circa EUR 10 miljard
Nederland is in handen van corporaties (2,4 miljoen woningen).
geïnvesteerd.
Woningcorporaties houden zich ondermeer bezig met het bouwen,
Trends en ontwikkelingen Een belangrijke ontwikkeling voor de sector is de herziening van de
specifieke huisvestingsthema’s, zoals voldoende huisvesting voor
Woningwet. Deze ligt ter behandeling voor in de Tweede en Eerste
studenten en EU-arbeidsmigranten. De druk om de
Kamer. Na goedkeuring stelt de Ministerraad een Algemene Maatregel
exploitatiekasstroom verder te verbeteren, blijft toenemen. Door de
van Bestuur op en legt deze voor aan de Tweede Kamer. Er komt een
stagnerende verkoopresultaten en de bijdrage aan de huurtoeslag, die
splitsing in borgbare (DAEB) en niet-borgbare (niet-DAEB) activiteiten,
corporaties moeten gaan afdragen, moet de ingezette trend van de
waarbij het kader wordt vastgesteld door huurprijs- en
dalende onderhouds- en bedrijfslasten de komende jaren doorzetten.
inkomensgrenzen. Verder staat investeren in duurzaamheid op de
De historisch lage rente heeft een positief effect op de gemiddelde
strategische agenda. Het verlagen van de totale woonlast voor de
rentelast van de sector, maar heeft tegelijkertijd duidelijk gemaakt dat
huurder is hierbij een uitgangspunt, maar ook het toevoegen van
liquiditeitsmanagement en het toezicht daarop, moet verbeteren.
waarde aan het vastgoed. Daarnaast komt er meer aandacht voor
Onze visie Corporaties krijgen door de nieuwe woningwet te maken met een
komende jaren geleidelijk daalt naar circa 1,5 miljoen. Door verkopen
- tenminste - administratieve splitsing in ’sociale’ en ’commerciële’
vallen miljarden aan stille reserves vrij. De kasstromen verbeteren
activiteiten. Dit brengt tevens een scheiding in financieringsbronnen
door verlaging van onderhouds- en bedrijfslasten enerzijds en
met zich mee. Corporaties moeten, net als iedere onderneming, gaan
huurverhogingen anderzijds. De huur in de sector bedraagt gemiddeld
bepalen welke financiering voor een financieringsvraagstuk het beste
zo’n 70% van maximaal redelijk. ABN AMRO verwacht dat dit
alternatief is. ABN AMRO verwacht dat de komende jaren een
percentage de komende tien jaar stijgt naar zeker 80%. Dat resulteert
driedeling ontstaat in de financiering: geborgde financiering,
in een hogere kasstroom, ondanks de geleidelijke daling van het aantal
traditionele bancaire financiering voor niet-DAEB vastgoed en
sociale huurwoningen, van jaarlijks EUR 1 miljard. Corporaties
objectfinanciering. Objectfinanciering is bijvoorbeeld goed toepasbaar
verkleinen hun leningenportefeuilles en investeren blijvend in de
bij investeringen in duurzame installaties en (semi-)tijdelijke
kwaliteit en duurzaamheid van hun woningvoorraad. Een cruciale
huisvesting en gaat de komende jaren een sterke groei laten zien.
voorwaarde is wel dat ’Den Haag’ een deel van dit vermogen en deze
ABN AMRO schat in dat het totaal aantal sociale huurwoningen de
hogere kasstroom in de sector laat.
Kerngegevens
Websites
Aantal woningcorporaties: 400
Aantal nieuwe huurwoningen: 28.600
Aantal woningen: 2,4 mln
Aantal nieuwe koopwoningen: 7.900
Gemiddelde maandhuur: EUR 422
Aantal medewerkers: 28.000
Gemiddelde WOZ-waarde: 157.000 Gemiddelde solvabiliteit: 27,2%
www.aedesnet.nl www.cfv.nl www.wsw.nl www.rijksoverheid.nl www.woconet.nl
woningcorporaties
Ontwikkeling schaalgrootte
Bron: Centraal Fonds Volkshuisvesting
▶▶ Het aantal corporaties met maximaal 5.000 woongelegenheden is
2009
met 18 afgenomen, wat de daling van 418 naar 400 corporaties verklaart.
38
▶▶ De 60 grootste corporaties beheren bijna 1,4 miljoen woningen en nemen daarmee 57% van de sector voor hun rekening.
22
2010 52
39
74
22
52
73
▶▶ De 22 grootste corporaties beheren ruim 800 duizend woningen en
228
nemen daarmee 35% van de sector voor hun rekening.
214 < 500 woongelegenheden 500 - 5.000 woongelegenheden 5.000 - 10.000 woongelegenheden 10.000 - 20.000 woongelegenheden > 20.000 woongelegenheden
Verdeling Solvabiliteitsoordeel ▶▶ Bij 98% van de woningcorporaties is sprake van voldoende solvabiliteit ▶▶ De oorzaak van het gebrek aan solvabiliteit bij negen van de corporaties, is veelal gelegen in (gewenste) verbetering van het vastgoed.
Bron: Centraal Fonds Volkshuisvesting 100%
4 corporaties
9 corporaties 43.000 woningen
391 corporaties
389 corporaties
80% 2.357.367 woningen
60%
40%
20%
0% 2009
2010
Voldoende solvabiliteit
Verdeling Continuïteitsoordeel ▶▶ Bij 93% van de woningcorporaties is sprake van een passend activiteitenniveau in relatie tot de financiële mogelijkheden voor de komende vijf jaar.
Onvoldoende solvabiliteit
Bron: Centraal Fonds Volkshuisvesting
2009 2
2
26
2010
21
61 9
▶▶ Bij 5% van de corporaties brengen de voorgenomen activiteiten de financiële positie op middellange termijn in gevaar, waarbij de
324
corporaties over voldoende mogelijkheden beschikken om bij te
369
sturen. Voorgenomen activiteiten passen bij vermogenspositie (A1-oordeel)
▶▶ Bij 2% van de corporaties brengen de voorgenomen activiteiten de
Voorgenomen activiteiten brengen continuïteit op middellange termijn in gevaar (A2-oordeel)
financiële positie op korte termijn in gevaar.
Voorgenomen activiteiten brengen continuïteit in het derde jaar in gevaar, terwijl in de laatste jaren weer balans wordt gevonden (B1-oordeel) Voorgenomen activiteiten brengen continuïteit op kort termijn in gevaar (B2-oordeel) Voorgenomen activiteiten leiden tot onvoldoende inzet van beschikbaar vermogen (C-oordeel)*
Monitorprofielen WSW-deelnemers ▶▶ Het WSW onderscheidt vijf monitorprofielen. Monitorprofiel 1 en 2
Bron: Waarborgfonds Sociale Woningbouw 500
zijn de meest financieel gezonde corporaties, respectievelijk ‘normale risico’s’ en ‘aandachtsklant, maar risico’s zijn normaal’. ▶▶ Bij 86% van de woningcorporaties is sprake van een monitorprofiel
400
300
1 of 2. ▶▶ Eén corporatie is vanuit monitorprofiel 4 (‘aandachtsklant met bijzondere risico’s; uitsluitend borg voor herfinanciering’) doorverwezen naar het CFV voor sanering.
Monitorprofiel 5 Monitorprofiel 4 Monitorprofiel 3 Monitorprofiel 2 Monitorprofiel 1
200
100
0 2009
2010
25
26
leeswijzer
Deze leeswijzer geeft u inzicht in de opbouw van de brancheanalyses en geeft bovendien een verklaring van enkele veel gebruikte termen.
De tweede pagina van de brancheanalyse
De brancheanalyses bestaan uit twee volledige pagina’s. Op de
Op de tweede pagina van de brancheanalyse staan vier
eerste pagina staan achtereenvolgens de volgende onderdelen:
verschillende figuren. In de balk boven de figuren staat de titel van de figuur in het betreffende blok, inclusief een bronvermelding. In
De eerste pagina van de brancheanalyse
veel gevallen heeft ABN AMRO Sector Research eigen bewerkingen en ramingen gemaakt met behulp van de gegevens van de genoemde dataleverancier. Indien een dergelijke bewerking heeft plaatsgevonden, dan staat dit vermeld in de balk.
▶▶ Drie bullets
De figuren op pagina 2 hebben betrekking op economische
De drie bullets bovenaan de pagina geven de kern van de analyse
ontwikkelingen. Onderwerpen die hier onder andere kunnen
weer. In drie korte zinnen wordt een kernachtige samenvatting
worden behandeld zijn: omzetontwikkeling, kostenontwikkeling,
van de brancheanalyse weergegeven.
exploitatiebeeld, exportontwikkeling, aantal bedrijven, werkgelegenheid, marktaandelen, en dergelijke.
▶▶ Het blok ‘Branchebeschrijving’ Het blok ‘Branchebeschrijving’ geeft een beknopte omschrijving en definitie van de branche. De belangrijkste karakteristieken van de branche worden hierin beschreven.
Waar staan de letters ‘r’ en ‘v’ voor in de figuren?
▶▶ Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’
In de figuren treft u regelmatig een letter ‘r’ of ‘v’ achter het
Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’ gaat in op de huidige
jaartal aan. In deze gevallen staat de ‘r’ voor een raming (op basis
ontwikkelingen in de branche. De tijdspanne van dit blok ligt in
van beschikbare gegevens t/m bijvoorbeeld november 2011 is een
veel gevallen tussen maart 2011 en maart 2012. In dit blok wordt
inschatting gemaakt voor de rest van het jaar). De ‘v’ staat voor
in sommige gevallen ook enkele jaren teruggekeken om de
voorspelling en betreft de verwachting van de betreffende sector
huidige ontwikkelingen en trends beter te kunnen begrijpen.
econoom van ABN AMRO Sector Research.
▶▶ Het blok ‘Onze visie’ Het blok ‘Onze visie’ geeft de visie over de branche weer van de sector economen van ABN AMRO Sector Research. De analyse heeft betrekking op het huidige jaar (2012) en in sommige gevallen het komende jaar (2013). ▶▶ Het blok ‘Kerngegevens’ Het blok ‘Kerngegevens’ geeft een overzicht van de meest relevante (economische) indicatoren die kenmerkend zijn voor de branche. De gegevens hebben betrekking op 2011, tenzij anders vermeld. Bij het zoeken naar de gegevens voor dit blok is gebruik gemaakt van een veelheid van bronnen. Er is vooral gebruik gemaakt van de gegevens van het CBS, maar tevens zijn andere bronnen geraadpleegd, zoals brancheorganisaties, onderzoek- en adviesbureaus, kranten, tijdschriften, internet en overheidsinstanties (waaronder product- en bedrijfschappen, ministeries).
leeswijzer
Veel gebruikte termen, inclusief definities Tot slot van deze leeswijzer een opsomming van enkele veel gebruikte termen in deze publicatie, inclusief de definitie volgens ABN AMRO. ▶▶ Definitie ZZP ZZP staat voor ‘Zelfstandigen Zonder Personeel’. Ondernemers die geen personeel in dienst hebben. Het begrip verwijst ook naar de term ‘freelancer’. Categorie onderneming
Werknemers
Jaaromzet
of jaarlijks
balanstotaal middelgroot
< 250
≤ € 50 mln.
≤ € 43 mln.
klein
< 50
≤ € 10 mln.
≤ € 10 mln.
micro
< 10
≤ € 2 mln.
≤ € 2 mln.
▶▶ Definitie FTE FTE staat voor ‘full-time-equivalent’. Eén fte staat voor een volledige werkweek van 38 uur. ▶▶ Definitie BBP Bruto Binnenlands Product is de totale waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten in een bepaalde periode.
27
28
colofon
De Visie Op Zorg, Onderwijs en Woningcorporaties is een uitgave van ABN AMRO.
Disclaimer De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door ABN AMRO betrouwbaar geachte gegevens en informatie, die op zorgvuldige wijze in onze analyses en prognoses zijn verwerkt. Noch
Sectoranalyse ABN AMRO Public Banking
ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuistheden. De weergegeven opvattingen en prognoses houden niet meer in dan onze eigen visie en kunnen zonder nadere aankondiging worden
Macro economische analyse Nico Klene (
[email protected]) Senior Econoom ABN AMRO Economisch Bureau
gewijzigd. © ABN AMRO, mei 2012 Deze publicatie is alleen bedoeld voor eigen gebruik. Het gebruik van tekstdelen en/of cijfers is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze publicatie is niet
Interview Martijn Gort Journalist/tekstschrijver
Fotografie interview Ron Offermans
Commercieel contact Eric Zwaart (030-2327315) Sector Banker Onderwijs, ABN AMRO Public Banking Marco van Ooijen (030-2390924) Directeur Zorg, ABN AMRO Public Banking Jeroen Dungelmann (030 2989063) Directeur Woningcorporaties, ABN AMRO Public Banking
Distributie Website: www.abnamro.nl/onderwijs www.abnamro.nl/zorg www.abnamro.nl/woningcorporaties Telefoon: 0900-0024 (e 0,10 per minuut)
toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is gekregen van ABN AMRO. Teksten zijn afgesloten op 27 april 2012.
AA 6590 G © 05-12
0900 - 0024 (E 0,10 per minuut) abnamro.nl/sectoren