Visie op Wonen en Zorg
Nicole de Bruijn Wonen Noordwest Friesland december 2010
2
Samenvatting Doelstelling (vanuit ondernemingsplan K-trije) Wonen Noordwest Friesland wil ouderen graag geschikte en kwalitatief goede woningen bieden in een leefbare woonomgeving. Tevens willen wij faciliteren dat ouderen, ook als zij behoefte krijgen aan zorg en service, zo lang mogelijk in hun eigen huis en/of in hun eigen dorp kunnen blijven wonen. Deze doelstelling sluit aan op de prestatievelden 6 (wonen en zorg; „het tot stand brengen van huisvesting voor ouderen‟) en 5 (het bevorderen van de leefbaarheid) in het BBSH. Ook sluit bovenstaande doelstelling aan op het rijksbeleid waarin ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, ook als zij behoefte krijgen aan zorg en diensten. Actiepunten Achter de actiepunten staat het hoofdstuk aangegeven waaruit dit actiepunt naar voren komt. 1. WonenNWF zorgt er voor dat senioren zo lang mogelijk zekfstandig (thuis) kunnen blijven wonen, ook als zij beperkingen krijgen. Dit doen we door woningaanpassing in bestaande woningen en door (vervangende) nieuwbouw. WonenNWF heeft de laatste jaren veel nieuwbouw voor senioren gerealiseerd (zie overzichtskaart op pagina 20). Momenteel (= eind 2010) bouwt WonenNWF 24 seniorenappartementen in Dronrijp (Kúkshiem) en 23 seniorenappartementen in Stiens (Skilwei) en werken we aan de planvorming van meerdere projecten voor woningen geschikt voor senioren. (H. 3 en 4) 2. Qua nieuwbouw voor senioren bouwt WonenNWF in kleinere dorpen levensloopbestendige woningen en in grotere dorpen seniorenappartementen, zo mogelijk met zorgsteunpunt. In de komende jaren bouwt WonenNWF onder meer seniorenwoningen en –appartementen in St. Annaparochie (10 woningen aan de A. Agnesstraat, 15 aanleunwoningen bij Beuckelaer, en op langere termijn circa 35 seniorenwoningen op de locatie Ulbe van Houten) en in de dorpen Tzummarum (16 woning geschikt voor senioren bij Nij Bethanië), Deinum (5 levensloopgeschikte woningen), Burdaard (12 patiowoningen, geschikt voor senioren, Herbaijum (naar verwachting 4 woningen geschikt voor senioren). Daarnaast worden er in het kader van het SVB op verschillende locaties woningen geherstructureerd of gesloopt en vervangen door voor senioren geschikte woningen. Dit is o.a. in Ried en Dongjum aan de orde. (H. 3 en 4) Deze opgave is opgenomen in de projectplanning en in het SVB 2010-2010. 3. WonenNWF wil samen met de zorgpartijen de ontwikkeling van het aantal dementerenden en hun woonwensen monitoren. WonenNWF neemt het initiatief voor overleg. Naar verwachting zal de groep dementerenden de komende jaren sterk groeien en er is nog maar weinig bekend over hun woonwensen (in de eigen vertrouwde omgeving eventueel met woningaanpassingen of toch liever in speciale nieuwbouw). ( H.2) 4. Uit de kwalitatieve woningbehoefte (leefstijlen) komt naar voren dat senioren maar weinig verhuisgeneigd zijn en hoge kwaliteitseisen stellen. Vooral de toekomstige generatie senioren (de „babyboomers‟) is kritisch. Zij wensen: - Een woning of appartement op een plek waar wat te beleven is (voorzieningen en activiteiten). WonenNWF streeft er naar bij nieuwbouw van appartementencomplexen voor senioren een activiteitenruimte te realiseren. Daarnaast bouwen we bij voorkeur op levendige plekken. Zie bijvoorbeeld de nieuwbouw in het centrum van Dronrijp, in het centrum van St. Annaparochie, naast het nieuwe MFC van Burdaard en het 3
5.
6.
7.
8.
multifunctionele nieuwe Nij Bethanië (waarin o.a. kinderopvang wordt gerealiseerd, zie pagina 32). - Waar het gezellig is (sociaal contact) WonenNWF legt in haar leefbaarheidsbeleid de nadruk op ontmoetingsplekken in het dorp (MFC, dorpshuis) en zal dit in de komende jaren continueren, mede omdat ouderen dergelijke ontmoetingsplaatsen belangrijk vinden. In de afgelopen jaren zijn er i.h.k.v. het leefbaarheidsbeleid financiële bijdragen gedaan aan de dorpshuizen en MFC‟s van o.a. Marssum, Blije, Boksum, Engelum, St. Jacobiparochie en St. Annaparochie. - Waar het veilig en geborgen is (vertrouwd) Uit de gesprekken met stakeholders en de LeMon leefbaarheidsonderzoeken blijkt dat bewoners Noordwest Friesland als uitermate veilig beschouwen. Daarom heeft WonenNWF hierop geen actiepunten geformuleerd. - En waar zorg en diensten te verkrijgen zijn. De welzijnsdiensten die ouderen belangrijk vinden staan omschreven in hoofdstuk 6. Al deze diensten worden door de zorg- en welzijnsorganisaties in Noordwest Friesland geboden aan de ouderen in het werkgebied van WonenNWF. (H 6) Verder: WonenNWF gaat m.i.v. 2011 één tot 2 keer per jaar een bijeenkomst organiseren met welzijnsorganisaties om zo de banden nauwer aan te halen en hen aan te spreken op hun werk. Agendapunten tijdens dit overleg zijn: - het bestrijden van eenzaamheid - het organiseren van activiteiten voor ouderen door welzijnsorganisaties (activiteiten zijn goed voor de leefbaarheid in het dorp en het is een woonwens van senioren op de wonen op een plaats waar wat te beleven is; zie nr. 4) - de resultaten uit de huisbezoeken die ouderenadviseurs afleggen - de behoefte aan diensten aan huis (zoals tuinonderhoud) - het in kaart brengen van belemmeringen die mensen mogelijk ervaren om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. - de behoefte die mensen hebben aan zingeving en de rol die welzijn hierin kan vervullen (H 6) WonenNWF gaat samen met verenigingen van dorpsbelangen tijdens de dorpsschouwen kijken of de openbare ruimte toegankelijker kan worden gemaakt voor mensen die minder goed mobiel zijn. De afgelopen tijd hebben er dorpsschouwen plaatsgevonden in Beetgum, Engelum, Zweins, Peins, Oosterbierum, Tzum, Herbaijum, Hallum, Burdaard, Oudebildtzijl en Vrouwenparochie. In december 2010 volgen Nij Altoenae en Minnertsga. In 2011 worden er o.a. dorpsschouwen gehouden in Dongjum, Hitzum, Sexbierum, St. Annaparochie, St. Jacobiparochie en Minnertsga. Voor de gemeenten Menaldumadeel en Ferwerderadiel worden in januari 2011 afspraken gemaakt in welke dorpen dat jaar dorpsschouwen worden gehouden. (H 6) WonenNWF gaat de gemeenten in ons werkgebied meer aanspreken op hun WMO-taak het aanpakken van eenzaamheid en het stimuleren van participatie. Dit punt zet WonenNWF op de agenda van de bestuurlijke overleggen die WonenNWF met de gemeenten voert. Ook zal dit onderwerp van gesprek zijn bij het maken van prestatieafspraken (H 6 en 7) Wat betreft mobiliteit (oftewel; zijn voorzieningen voldoende bereikbaar voor senioren?) zijn uit de gesprekken met de stakeholders geen problemen naar voren gekomen. Wel geven de LeMon leefbaarheidsonderzoeken die WonenNWF in 2010 in gemeente het Bildt en in 2008 in gemeente Franekeradeel heeft gehouden (i.s.m. de betreffende gemeenten) aan dat bewoners in Oudebildtzijl en Ried ontevreden zijn over de busverbindingen in hun dorp. WonenNWF zal in 2011 met de verenigingen van Dorpsbelang in deze dorpen bespreken wat 4
9.
10.
11.
12.
het probleem precies is en samen zoeken naar een oplossing, zonder daarbij op de stoel van anderen te gaan zitten. WonenNWF vervult slechts de rol van katalysator . (H 6) Tenminste 30% van de nieuw te bouwen woningen door WonenNWF in de periode 2010-2015 is geschikt voor senioren (levensloopbestendig). Dit staat ook opgenomen in het lokaal akkoord met gemeente Franekeradeel. (H7 en H 4) WonenNWF is onder voorwaarden bereid te investeren in zorgvastgoed. WonenNWF kan o.a. het onderhoud aan zorgvastgoed verzorgen, zorginstellingen hierover adviseren en eventueel zorgvastgoed in eigendom realiseren. De criteria hiervoor staan in de notitie maatschappelijk vastgoed van WonenNWF. (H 7) WonenNWF ziet momenteel weinig/geen vraag naar domotica-voorzieningen en laat het initiatief tot het aanbieden van domotica-voorzieningen voorlopig over aan de zorgpartijen. WonenNWF staat echter wel positief tegenover domotica en volgt de ontwikkelingen in de markt. De wensen van huurders staan centraal. (H 8) WonenNWF staat open voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van seniorenhuisvesting en innovatieve woonvormen voor senioren. Bijvoorbeeld in Britsum doet WonenNWF momenteel samen met andere partijen onderzoek naar de haalbaarheid en behoefte aan groepswonen/ centraal wonen, onder meer geschikt voor ouderen. (H 8)
Analyse Deze conclusies zijn tot stand gekomen vanuit de reacties van stakeholders op de concept visie op wonen en zorg, de samenwerking met de stakeholders en vanuit onderzoek naar de woonwensen van senioren (kwantitatief en kwalitatief). Reacties stakeholders (zie bijlage 5) Over het algemeen vonden de stakeholders de visie gedegen en herkenbaar. Deze herkenbaarheid zit onder meer in de wens van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen, het belang van een goed activiteitenaanbod voor ouderen en de toename van het aantal mensen met dementie. Men is positief over de inzet van WonenNWF op het gebied van levensloopbestendige woningen (zowel nieuwbouw als aanpassingen doen in bestaande bouw). Bij nieuwbouw van seniorenappartementen dient bij voorkeur ook een recreatieruimte aanwezig te zijn, waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten en activiteiten georganiseerd kunnen worden. Dit gaat eenzaamheid tegen. Maar ook het dorpshuis kan deze rol van ontmoetingsplek vervullen. De stakeholders zijn daarom positief t.a.v. de investeringen die WonenNWF in het kader van haar leefbaarheidsbeleid hierin doet. Samenwerking met stakeholders / rolverdeling (p 45-53) WonenNWF werkt nu en in de toekomst samen met gemeenten en zorgpartijen aan het realiseren van voor seniorengeschikte woningen in Noordwest Friesland met daarbij een goed zorgaanbod. In prestatieafspraken (convenant/lokaal akkoord) maar ook in afspraken op projectniveau is aangegeven wie welke taken uitvoert. Simpel gezegd verzorgt WonenNWF de bouw en verhuur van de woningen, de gemeente het „papierwerk‟(bestemmingsplanwijzigingen, vergunningen etc.) en de openbare ruimte en de zorgpartij het leveren van zorg. Goede onderlinge afstemming hierbij is in ieders belang. Omdat de woonomgeving van groot belang is voor plezierig wonen en de aantrekkelijkheid (en daarmee verhuurbaarheid) van woningen én omdat deze woonomgeving ook voor senioren goed toegankelijk moet zijn wil WonenNWF in de samenwerking met gemeente hier in de komende periode meer aandacht besteden. Conform het SVB (Strategisch Voorraadbeleid Plan) van WonenNWF streeft 5
WonenNWF er naar bij herstructurering van bestaande woningen afspraken te maken met de gemeente(n) om woningen en woonomgeving (openbare ruimte) tegelijkertijd aan te pakken zodat de hele straat in een keer een grote kwaliteitsimpuls krijgt. Met de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noordwest Fryslân (die voor de acht gemeenten in noordwest Friesland delen van de WMO uitvoert) heeft WonenNWF in 2009 prestatieafspraken gemaakt over o.a. het aanbrengen van aanpassingen in woningen van senioren. De prestatieafspraken geven duidelijkheid over vergoedingen, criteria en taakverdeling. Daarnaast verzorgt „de Dienst‟ de aanbesteding van huishoudelijke zorg voor de gemeenten in haar werkgebied, zodat geïndiceerde senioren verzekerd zijn van huishoudelijke zorg. Wonen NWF werkt nauw samen met de vier zorgcentra in de regio: Nij Bethanie( onderdeel van Zorggroep Noorderbreedte) in Tzummarum, Zorgcentrum het Bildt (Beuckelaer) in Sint Annaparochie, Interzorg in Ferwert en Hallum en Stichting Palet met onder meer vestigingen in Menaldum, Berlikum en Stiens. De rolverdeling tussen WonenNWF en de vier zorgcentra is als volgt: -
-
WonenNWF verhuurt aanleunwoningen op deze vier locaties waarbij vanuit de zorgcentra zorg op maat wordt geleverd. De vier zorgcentra verzorgen activiteiten en maaltijdservice waardoor oudere huurders van WonenNWF langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Verder wordt er vanuit zorgcentrum het Bildt (locatie Beuckelaer) te St. Annaparochie en vanuit Interzorg in Ferwert (locatie Foswert) huishoudelijke verzorging geleverd aan oudere huurders in resp. gemeente het Bildt en gemeente Ferwerderadiel. WonenNWF is met alle vier de partijen in gesprek over ver-/nieuwbouw.
Er is nog maar weinig samenwerking tussen WonenNWF en de welzijnspartijen in de regio. Door het bespreken van de visie op wonen en zorg met hen is hier een eerste stap in gezet en zijn er gespreksKwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte (p 27 – 39) Per gemeente zijn (toekomstige) vraag en aanbod aan wonen en zorg met elkaar vergeleken.Dit zijn de conclusies per gemeente en de acties die WonenNWF hierop onderneemt (conform SVB): In de gemeente Ferwerderadiel is sprake een afnemende bevolkingsomvang en stabilsatie gevolgd door krimp op de woningmarkt. Om weer wat druk te krijgen op de ontspannen woningmarkt van Ferwerderadiel vermindert WonenNWF haar woningbezit door sloop van woningen gevolgd door minder nieuwbouw (m.u.v. Burdaard). Het aantal seniorenwoningen wordt wel vrijwel hetzelfde gehouden (van 176 naar 172) (zie SVB). Het aandeel seniorenwoningen in de totale woningvoorraad neemt derhalve toe; net zoals het aandeel senioren in de bevolking. In de dorpen van Franekeradeel is het aantal senioren (75+) dusdanig klein dat hier nauwelijks een opgave ligt. Dit komt ook omdat WonenNWF de laatste jaren al veel nieuw gebouwd heeft voor senioren. Een getalsmatige toename van het aantal voor senioren geschikte woningen in de dorpen van Franekeradeel is in de eerstkomende jaren niet en ook daarna nauwelijks nodig. Wel zal er – vanuit WMO aanvragen – woningaanpassing plaatsvinden. In gemeente Menaldumadeel wordt (conform het SVB) nieuwbouw voor senioren gerealiseerd in Menaldum, Dronrijp en Berikum. In totaal wordt de hoeveelheid seniorenwoningen van WonenNWF in Menaldumadeel licht uitgebreid om aan de vraag te kunnen voldoen. In gemeente het Bildt is de getalsmatige uitbreiding van het aantal seniorenwoningen in de komende jaren niet groot, maar door verschillende sloop/nieuwbouw projecten wordt er wel een flinke 6
kwaliteitsslag gemaakt om de senioren in het Bildt van eigentijdse huisvesting te voorzien (zie hoofdstuk 4). Deze projecten zijn onder andere de verbouw en nieuwbouw van zorgcentrum Beuckelaer, de herstructurering van de verouderde seniorenwoning aan de Dirk Janzsstraat en de onlangs opgeleverde woningen aan de Middelweg Oost/Negenmorgenspad; allen in St. Annaparochie Bij de kwalitatieve woningbehoefte komt allereerst naar voren dat senioren maar weinig verhuisgeneigd zijn. Ze zijn tevreden in hun huidige woning. Om hen toch de stap naar een andere woning te laten zetten moet je met een kwalitatief heel goed product komen. De senioren die wél verhuisgeneigd zijn zoeken (gemiddeld gezien) een woning of appartement op een plek waar wat te beleven is (voorzieningen en activiteiten), waar het gezellig is (sociaal contact), waar het veilig en geborgen is (vertrouwd), en waar zorg en diensten (ondersteuning) te verkrijgen zijn. (zie actiepunt 4, pagina 3). Hierbij moet niet de nadruk liggen op zorg en oud, maar juist op wellness en activiteit. Verder is het belangrijk dat de woonomgeving leefbaar is. Denk hierbij aan veiligheid, aanwezigheid van voorzieningen, een ontmoetingsplek (zoals dorpshuis) en looproutes door het dorp zonder obstakels en met zitgelegen-heden. Via de acties 4, 5, 6 en 7 speelt WonenNWF hier op in. Achtergronden (p 10 – 26, 57 – 60) Zelfstandigheid, zelfredzaamheid en ´mee doen´(participatie) zijn de sleutelwoorden in het rijksbeleid op het gebied van wonen en zorg. Ouderen moeten zo lang mogelijk thuis blijven wonen, ook als zij beperkingen krijgen. Mensen kunnen kiezen van welke zorgaanbieder zij zorg willen betrekken (marktwerking) omdat wonen en zorg juridisch gescheiden zijn (worden niet in één pakket aangeboden). Door het nieuwe systeem van zorgzwaartepakketten (sinds 2010) ontvangen intramurale instellingen niet meer een vast bedrag per cliënt, maar dit wordt voortaan bepaald op basis van de zorgvraag. Het aantal (en aandeel) senioren neemt flink toe in de komende jaren, wanneer de „babyboomgeneratie‟ (geb. ca. 1945-1960) 65+ wordt. Naast dat het aantal senioren toeneemt worden zij ook nog eens steeds ouder. Gemiddeld gezien geldt; hoe ouder hoe meer zorg nodig. Zodoende neemt de behoefte aan zorg toe. Dit terwijl er juist steeds minder geld beschikbaar is. Er zal waarschijnlijk flink bezuinigd gaan worden in de zorg. Naar verwachting moeten mensen met een lichte zorgvraag in de toekomst zich steeds meer zelf weten te redden en ook meer zorg zelf betalen. De overheid concentreert zich op mensen met een zwaardere zorgvraag. Het aantal senioren neemt toe, maar de totale bevolkingsomvang in Noordwest Friesland kent juist een afnemende groei, gevolgd door stagnatie en vanaf ca. 2020 zal het inwonertal langzaam afnemen. De bevolkingsopbouw wijzigt (minder jongeren, meer ouderen) en het totaal aantal mensen zal, waarschijnlijk vanaf circa 2020/2025 afnemen. Op pagina 6 en in hoofdstuk 4 staat per gemeente aangegeven hoe WonenNWF hier op in speelt. Al sinds de jaren ‟70 bouwt WonenNWF woningen geschikt voor senioren. In de laatste circa tien jaar zijn in vrijwel alle dorpen nieuwe seniorenwoningen gerealiseerd. Er wordt ook wel gesproken over „levensloopgeschikte woningen; oftewel woningen die in elke levensfase, dus ook voor ouderen, geschikt zijn. In de grotere dorpen zijn en worden zowel woningen als appartementen – vaak met zorgsteunpunt – gebouwd. In de kleinere dorpen ligt de nadruk op grondgebonden woningen. In de komende periode zal WonenNWF hier mee door gaan, maar zullen we tevens aandacht besteden aan de herontwikkeling van verouderde verzorgings- en verpleeghuislocaties, aan het beter toegankelijk maken van de openbare ruimte voor mensen die minder goed mobiel zijn (i.s.m. gemeenten) en mogelijk ook een signalerende rol vervullen ten aanzien van vervoer / mobiliteit. (zie actiepunt 8) Woon/zorg voorzieningen dienen namelijk wel bereikbaar te zijn voor ouderen.
7
Inhoud 1.
Aanleiding .............................................................................................................................10
2.
Ontwikkelingen ......................................................................................................................11 Maatschappelijke ontwikkelingen ...............................................................................................11 Wet- en regelgeving in de zorg ..................................................................................................13 Demografische ontwikkelingen ...................................................................................................14 Conclusies ................................................................................................................................18
3.
Gevoerde beleid & gerealiseerde projecten van WonenNWF in afgelopen jaren .........................19 Gevoerde beleid: .......................................................................................................................19 Conclusies: ...............................................................................................................................21 Gerealiseerde projecten .............................................................................................................22
4.
Woningbehoefte (kwantitatief) ...............................................................................................27 Algemeen .................................................................................................................................27 Gemeente het Bildt ................................................................................................................27 Gemeente Ferwerderadiel ......................................................................................................30 Gemeente Franekeradeel .......................................................................................................31 Gemeente Menaldumadeel .....................................................................................................33 Conclusies ................................................................................................................................35
5.
Woningbehoefte kwalitatief (woonwensen) .............................................................................36 Conclusies: ...............................................................................................................................39
6.
Woonomgeving .....................................................................................................................40 Toegankelijkheid & „uitgankelijkheid‟ ..........................................................................................40 Mobiliteit ..................................................................................................................................41 Leefbaarheid / woonmilieu .........................................................................................................41 Welzijn .....................................................................................................................................42 Conclusies: ...............................................................................................................................44
7.
Samenwerking .......................................................................................................................45 7.1
Partijen, rollen en verantwoordelijkheden ........................................................................45
7.2
Voordelen van samenwerken ..........................................................................................51
7.3
Drempels bij samenwerken ............................................................................................51
Tijdshorizon ..........................................................................................................................52 Wettelijke beperkingen ..........................................................................................................52 Zorgzwaartepakketten ...........................................................................................................52 Marktwerking ........................................................................................................................53 7.4 Schaalvergroting .................................................................................................................54 7.5 Zorgvastgoed ......................................................................................................................54 8
Conclusies ................................................................................................................................56 8
Innovaties in wonen en zorg ..................................................................................................57 Technische innovaties ...............................................................................................................57 Innovatie in organisatie .............................................................................................................58 Innovatieve woonvormen voor senioren .....................................................................................58 Conclusies ................................................................................................................................58
9.Toekomst ..................................................................................................................................59 Conclusies ................................................................................................................................60 10.
Acties ...............................................................................................................................61
Lijst van afkortingen .....................................................................................................................64 Literatuur .....................................................................................................................................65 Bijlage 1 Prognoses aantallen dementerenden .........................................................................67 Bijlage 2: Verantwoording Horizon © ......................................................................................69 Bijlage 3: berekening aantal geschikte woningen voor senioren door Horizonline .......................70 Bijlage 4 Gezinsverdunning ....................................................................................................71 Bijlage 5: Reacties stakeholders op visie Wonen en Zorg ..........................................................72
9
1. Aanleiding Doelstelling Wonen Noordwest Friesland wil faciliteren dat ouderen, ook als zij behoefte krijgen aan zorg en service, zo lang mogelijk in hun eigen huis en/of in hun eigen dorp kunnen blijven wonen. Daarom willen wij een actieve rol innemen bij het huisvesten van senioren, het bouwen van nieuwe levensloopgeschikte woningen en appartementen voor senioren en het realiseren van zorgsteunpunten. Deze doelstelling van Wonen Noordwest Friesland (WonenNWF) vormt de aanleiding tot het schrijven van deze visie op wonen en zorg. Daarnaast willen we met deze notitie tegemoet komen aan de resultaten van de visitatie. Medio 2007 laat WonenNWF zich „visiteren‟. Onafhankelijk onderzoeksbureau Raeflex licht de organisatie door en constateert dat het WNWF ontbreekt aan een integrale visie op het terrein van wonen en zorg. WonenNWF is van mening dat deze visie zit vervat in het ondernemingsplan Nije Tiden, maar erkent dat deze nog verder uitgewerkt dient te worden. Hier wil WonenNWF in voorzien door middel van onderhavige notitie. Om bovenstaande doelstelling te kunnen realiseren dient er voldoende inzicht te zijn in - De landelijke en regionale ontwikkelingen in wonen en zorg die van invloed zijn in ons werkgebied - Vraag en aanbod aan woningen geschikt voor senioren, zorg en welzijn - De samenwerkingsmogelijkheden (rolverdeling) tussen WonenNWF en gemeenten, zorgpartijen en welzijnspartijen - Innovaties op het gebied van huisvesting voor ouderen, eventueel met zorgbehoefte - En toekomstige ontwikkelingen op het gebied van wonen en zorg. Deze onderwerpen worden in onderhavige notitie behandeld. Doelgroep In deze notitie ligt de focus op het zo goed mogelijk bedienen van onze oudere bewoners, nu en in de toekomst. Ook als zij last krijgen van beperkingen en daarom zorg en service nodig hebben kunnen ze op WonenNWF rekenen. Natuurlijk zijn er ook jongere bewoners die zorg nodig hebben, maar deze groep is relatief klein, terwijl de groep oudere huurders aanzienlijk is. Bovendien zal deze groep in de toekomst groeien. Daarom gaat het in deze notitie specifiek om ouderen. Nieuw kabinet Tijdens de ontwikkeling van deze Visie op Wonen en Zorg (hierna genoemd „de Visie‟) is het kabinet Rutte aangetreden. In het regeerakkoord staan verschillende plannen ten aanzien van zowel de zorg als de woningmarkt. Deze plannen zijn niet meegenomen in de Visie aangezien nog onduidelijk is op welke wijze de plannen uit het regeerakkoord in wet- en regelgeving zullen worden vertaald. Wel zijn in hoofdstuk 9 van deze Visie enkele tendensen aangegeven die van invloed zijn op het toekomstig beleid op het gebied van wonen en zorg.
10
2. Ontwikkelingen Er zijn verschillende landelijke en regionale ontwikkelingen op het gebied van wonen en zorg die van invloed zijn op het werkterrein van WonenNWF. Het gaat hierbij onder meer om ontwikkelingen in de maatschappij, veranderende wet- en regelgeving en demografische ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen vormen het kader, de context waarbinnen WonenNWF werkt en zodoende ook haar beleid vorm geeft.
Maatschappelijke ontwikkelingen Vermaatschappelijking en zelfstandigheid Het huidige rijksbeleid op het gebied van gezondheidszorg staat in het teken van zelfstandigheid. Mensen moeten zelf keuzes kunnen maken en dat geldt ook voor mensen met een beperking. De eigen kracht van mensen staat centraal. Mensen met een beperking moeten zo veel mogelijk kunnen participeren in de samenleving; „mee doen‟. Dit meedoen is echt de Wmo-gedachte, waar later in deze notitie op ingegaan wordt. Deze nadruk op zelfstandigheid en participatie vloeit voort uit een proces van „vermaatschappelijking van de zorg‟. Dit betekent mensen met een beperking niet in een instelling opnemen (zoals tot in de jaren ‟70 gebruikelijk was), maar hen een zo gewoon mogelijk leven laten leiden. Dus het verlenen van zorg buiten de muren van de instelling zodat mensen zelfstandig kunnen blijven wonen en blijven deelnemen aan de samenleving. Deze verschuiving van het wonen in een instelling („intramuraal‟) naar een vorm van wonen waarin de cliënt zoveel mogelijk zelfstandigheid behoudt, bijvoorbeeld in de eigen woning wordt extramuralisering genoemd. Extramuralisering betekent letterlijk „buiten de muren brengen‟. Doel is het verbeteren van de levenskwaliteit van mensen met een beperking. Tevens is kostenbeheersing een van de motieven. Het doorvoeren van de „vermaatschappelijking‟ van de zorg heeft heel veel nieuwe ontwikkelingen in gang gezet, zoals bovengenoemde extramuralisering & bijbehorende tendens om zelfstandig te blijven wonen, het scheiden van wonen en zorg, ketenzorg en nieuwe regelgeving en financiering. Deze onderwerpen komen hierna aan bod.
Zelfstandig (blijven) wonen Zelfstandig (blijven) wonen, ondersteund met zorg en diensten, is niet alleen een wens van de regering maar lijkt ook steeds vaker de wens van mensen zelf. Mensen moeten in principe zorg krijgen in de omgeving waar zij dat willen. Dat iemand zorg nodig heeft betekent immers niet dat iemand de regie over de leefsituatie en woonomgeving hoeft kwijt te raken. Grote groepen ouderen, zieken en gehandicapten geven er de voorkeur aan zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Om zelfstandig wonen mogelijk te maken bouwen woningcorporaties, waaronder WonenNWF, woningen die geschikt zijn voor senioren. Tevens worden bestaande woningen aangepast, bijvoorbeeld door het plaatsen van een traplift of beugels in douche/toilet. Zorgorganisaties spelen in op deze ontwikkeling door (thuis)zorg en service aan huis te bieden. Denk hierbij aan maaltijdservice, verzorging en huishoudelijke verzorging. Welzijnsorganisatie leveren welzijnsdiensten in de buurt. Het gaat dus om een samenspel van wonen, zorg en welzijn. De rolverdeling tussen deze partijen wordt nader beschreven in hoofdstuk 7. Zelfstandig wonen in combinatie met (in)formele zorg binnen een stevig sociaal netwerk is een belangrijk uitgangspunt van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) die in 2007 is ingevoerd. (zie paragraaf Wmo)
11
Er zijn echter grenzen verbonden aan de zorg die mensen in de thuissituatie kunnen krijgen. Met de brief „Betekenis visie langdurige zorg voor bekostiging AWBZ‟ (01-02-2010) start staatssecretaris Bussemaker van VWS het debat over de vraag of die grenzen de juiste zijn. Zij doet daarin geen harde uitspraken, maar tussen de regels door wordt wel duidelijk dat op termijn het huidige stelsel, waarin iedereen zorg aan huis kan krijgen die (grotendeels) vergoed wordt, financieel gezien niet houdbaar is. In het hoofdstuk toekomst wordt hier nader op in gegaan.
Scheiden van wonen en zorg Een andere tendens die samenhangt met voornoemde extramuralisering en nadruk op zelfstandigheid en keuzevrijheid van mensen met een beperking is het scheiden van wonen en zorg.
„Hier wordt onder verstaan de juridische en financiële scheiding tussen wonen/verblijf en zorg. Juridisch in die zin dat er voor de cliënt minstens twee contracten bestaan: één met de woningaanbieder of financier en één met de zorgaanbieder. Financieel gescheiden: de cliënt betaalt huur of hypotheek voor de woning en betaalt anderzijds een eigen bijdrage voor de afgenomen zorg.‟ Bron: Standpunt scheiden van wonen en zorg, 26-06-2009 Mensen moeten dus kunnen kiezen hoe zij willen wonen, ook als zij zorg nodig hebben. Naast het bieden van keuzevrijheid is de achterliggende gedachte bij het scheiden van wonen en zorg dat hiermee de diversiteit in woonvormen ook voor mensen die langdurige zorg nodig hebben, kan worden vergroot. In alle seniorenwoningen en –appartementen van WonenNWF kunnen bewoners zelf kiezen via welke zorgaanbieders zij hun zorg willen afnemen. Er zijn geen verplichte combinaties van wonen en zorg. Zie hoofdstuk 7. Een voorbeeld hiervan zijn bewoners van het Súdderhoog (appartementengebouw naast locatie Beuckelaer van Zorgcentrum het Bildt te St. Annaparochie) die persoonlijke verzorging krijgen vanuit Beuckelaer en huishoudelijke verzorging door een zorgpartij naar keuze, terwijl zij natuurlijk ook beide vanuit Beuckelaer kunnen krijgen.
Ketenzorg Organisaties streven naar een goede onderlinge afstemming van wonen en zorg eventueel gecombineerd met welzijn. Partijen vinden samenwerking noodzakelijk, o.a. om een integraal en gevarieerd aanbod aan de cliënt te kunnen bieden. Een ketendienst is een dienst geproduceerd door meerdere organisaties ten behoeve van een klant. Iedere organisatie in de keten produceert een deeldienst. Er wordt veel gepraat en geschreven over ketenzorg maar tot nog toe verloopt de samenwerking nog niet zo soepel. Aan de ene kant legt de overheid de nadruk op concurrentie door het beleid van marktwerking en aan de andere kant stimuleert zij samenwerking en netwerkvorming. De begeleidingscommissie het Bildt is een voorbeeld van ketenzorg waar WonenNWF bij betrokken is. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van zorgcentrum het Bildt (ZHB), huisarts, stichting welzijn ouderen (SWO), gemeente het Bildt, Thuiszorg Het Friese Land, Interzorg en WonenNWF (voorzitter). Circa eens per zes weken worden in deze vergadering mensen besproken die zorg nodig hebben, grotendeels ouderen, om samen te komen tot een geïntegreerd aanbod op het gebied van wonen en zorg.
Toename zwaarte van de zorgvraag Mensen worden steeds ouder waardoor het aantal jaren dat zij zorg nodig hebben toeneemt en dit betreft ook steeds zwaardere zorg. Bovendien blijven mensen steeds langer thuis wonen, ook als de behoefte aan zorg toeneemt. Dit stelt specifieke eisen aan de woning. De verwachting is dan ook dan het aantal aanvragen voor woningaanpassing toe zal nemen. Zie paragraaf WMO.
12
Stagnatie op de woningmarkt Bij nieuwe seniorenwoningen en appartementen van WonenNWF komt ongeveer de helft van de mensen uit een huurwoning en de helft uit een koopwoning. De stagnatie op de woningmarkt vormt een groot probleem voor deze laatste groep. Veel ouderen met een eigen woning willen wel verhuizen naar een seniorenappartement maar kunnen hun eigen woning niet verkopen.
Wet- en regelgeving in de zorg De eerder genoemde nadruk op zelfstandigheid, keuzevrijheid en participatie in de samenleving van mensen met een beperking is duidelijk te zien in de veranderende wet- en regelgeving. Enerzijds volgt de wet- en regelgeving deze ontwikkelingen in de maatschappij, anderzijds worden deze ontwikkelingen in gang gezet door de veranderende wet- en regelgeving.
WMO, Wet Maatschappelijke Ondersteuning Sinds 1 januari 2007 is er de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze wet verstrekt voorzieningen om personen met een lichamelijke- en/of psychische beperking zo veel mogelijk te ondersteunen, zodat zij zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en actief kunnen deelnemen aan de samenleving. Het gemeentelijk Wmo-loket bundelt alle voorzieningen waar ouderen binnen de gemeentegrenzen de beschikking over hebben. Het gaat hierbij om:
Huishoudelijke verzorging Rolstoelvoorziening Vervoersvoorziening Welzijnsvoorzieningen Ondersteuning van mantelzorgers
ZZP’s / Zorgzwaartebekostiging De financiering van instellingen in de verpleging en verzorging, de gehandicaptenzorg en de langdurige geestelijke gezondheidszorg verandert. Vóór 2009 ontvingen zorginstellingen een geldbedrag op basis van beschikbare capaciteit (het aantal bedden). Sinds 1 januari 2010 bepaalt de „zorgzwaarte‟ van de cliënten het budget (2009 was een overgangsjaar). Voor cliënten die weinig zorg nodig hebben, krijgen zorginstellingen minder geld dan voor cliënten met een grote zorgvraag. Bij zorgzwaartebekostiging horen zorgzwaartepakketten (ZZP). In een zorgzwaartepakket staat beschreven hoeveel en welke zorg een bewoner van een instelling nodig heeft. Het bepalen hoeveel hulp en zorg iemand nodig heeft (en het vaststellen van bijbehorende zorgzwaartepakket) heet indiceren. Voor een indicatiebesluit kunnen mensen terecht bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Bij een zorgzwaartepakket hoort een zorgplan. In dit plan worden de afspraken die bewoner en zorginstelling maken over de invulling van de zorg vastgelegd. Aan de financiering van de intramurale zorg op basis van zorgzwaartepakketten wordt in de toekomst een element voor de huisvesting toegevoegd (kapitaallastencomponent). Dit betekent dat zorginstellingen niet meer een vast bedrag krijgen voor hun huisvesting, maar dat de kosten van huisvesting in de zorgzwaartepakketten wordt opgenomen. Het effect hiervan op de rolverdeling & risico‟s bij woon-zorgprojecten wordt beschreven in H 7.
(gereguleerde) Marktwerking De rijksoverheid ziet concurrentie tussen zorgaanbieders als middel om zorginstellingen te motiveren om de beste kwaliteit zorg te leveren. Er is concurrentie tussen verschillende zorgpartijen in de regio 13
voor nieuwe clienten. Door de marktwerking lopen zorgorganisaties grotere (financiële) risico´s dan voorheen. Dit betekent dat WonenNWF alert moet zijn op risico´s en op de levering van voldoende en goede zorg in haar (nieuwbouw) seniorenwoningen. Zie hoofdstuk 9.
Bezuinigingen in de zorg Mede door toename van het aantal senioren nemen de kosten van de gezondheidszorg flink toe terwijl er steeds minder geld beschikbaar is. Er dient derhalve (op termijn) bezuinigt te worden in de zorg. Hier wordt nader op in gegaan in het hoofdstuk Toekomst.
Demografische ontwikkelingen Noordwest Friesland heeft in de komende periode te maken met vergrijzing, ontgroening en een afname van de bevolkingsgroei. Deze demografische veranderingen worden in dit hoofdstuk geschetst. Veranderingen in de omvang van de leeftijdsgroepen zijn een indicatie voor de te verwachten invloeden op de verschillende (beleid)sectoren. De invloed van deze demografische ontwikkelingen op de woningbehoefte (zowel kwantitatief als kwalitatief) worden in hoofdstuk 4 en 5 beschreven. Provincie Fryslân brengt eens in de twee jaar een notitie naar buiten met daarin een actueel beeld van de trendmatig te verwachten bevolkings- en huishoudensontwikkeling. Hieruit valt ook de kwantitatieve woningbehoefte af te leiden. Voor inzicht in de kwalitatieve woningbehoefte is er het WOBOF. In dit hoofdstuk worden zowel de provinciale cijfers als de cijfers van het CBS (Horizonline) gehanteerd.
Afname bevolkingsgroei Provinciaal gezien is er op dit moment (2010) een geboorteoverschot van circa 1500 personen per jaar. Het gemiddeld kindertal in Fryslân ligt traditioneel gezien hoger dan het landelijk gemiddelde; de laatste jaren iets boven 1,9 kinderen per vrouw (landelijk 1,7). In de periode 2004-2008 was het gemiddeld kindertal het laagst in de gemeente Leeuwarden (1,56) en het hoogst in Ferwerderadiel (2,37). Deze laatste gemeente is gelegen in het werkgebied van WonenNWF. Verwacht wordt dat de natuurlijke groei in Fryslân rond 2025 negatief zal worden en dat het geboorteoverschot daarmee dus een sterfteoverschot wordt. Ten opzichte van de vorige prognoses (2007 en 2004) is de Friese bevolkingsgroei naar beneden bijgesteld als gevolg van bovengenoemd toekomstig negatief geboorteoverschot en een negatieve binnenlandse migratie. De provincie Fryslân kent al decennia lang een binnenlands vertrekoverschot: er vertrekken meer mensen dan dat er zich vestigen en er is geen reden om aan te nemen dat dit zal veranderen. In deze notitie wordt onder de regio Noordwest Friesland het werkgebied van WonenNWF verstaan (= Ferwerderadiel, Menaldumadeel, het Bildt en Franekeradeel). In het provinciale WOBOF onderzoek omvat de regio noordwest de gemeenten Harlingen, Franekeradeel, het Bildt en Ferwerderadiel. De gemeente Menaldumadeel hoort in het provinciale onderzoek bij de regio midden. In deze notitie wordt de provinciale definitie van de regio Noordwest aangeduid met „de provinciale regio Noordwest‟. In de provinciale regio Noordwest zal het inwonertal naar verwachting in 2020 lager zijn dan anno 2010.
14
Afname aantal huishoudens De neerwaarts bijgestelde groei van het Friese inwonertal werkt ook door in een lagere verwachting t.a.v. de groei van het aantal huishoudens. Overigens zal, omdat er een proces van individualisering en gezinsverdunning gaande is, het aantal huishoudens naar verhouding nog wel wat meer en langer toenemen dat het aantal inwoners. De huishoudensgroei in de provinciale regio Noordwest was in 2007 circa 130 huishoudens en blijft de komende tien jaar (2010-2020) op beperkte schaal groeien. Daarna zakt deze groei af en rond 2030 komt de nullijn in zicht. De verschillende prognoses lopen overigens aardig uiteen (flinke bandbreedte). Prognose Fryslân Huishoudens 2009-2030 (PrFr 2009)
2009 2010 2015 2020 2025 2030 Menaldumadeel 5.642 5.636 5.547 5.463 5.366 5.270 Het Bildt 4.457 4.479 4.568 4.647 4.795 4.876 Ferwerderadeel 3.549 3.587 3.677 3.660 3.686 3.661 Franekeradeel 8.731 8.766 8.998 9.099 9.110 9.300 Noordwest 23.546 23.658 24.241 24.549 24.732 24.915 Fryslân 278.612 280.636 289.869 296.981 302.372 305.066
201020202020 2030 abs rel abs rel -173 -3,10% -193 -3,50% 168 3,80% 229 4,90% 73 2,00% 1 0,00% 333 3,80% 201 2,20% 891 3,80% 366 1,50% 16.345 5,80% 8.085 2,70%
Voor het maken van deze prognose maakt de provincie gebruik van een model dat berekeningen uitvoert op basis van ontwikkelingen in het recente verleden (trends), nationale prognoses en verwachtingen qua vruchtbaarheid, sterfte en huishoudensvorming en de relatieve verschillende daarbij tussen gemeenten. Het betreft dus een trendprognose, waarbij trends uit het verleden worden doorgetrokken naar de toekomst. Deze wijze van berekenen brengt twee opvallende zaken met zich mee: In bovenstaande prognose springt gemeente Menaldumadeel er in negatieve zin uit. Dit komt met name omdat het een trendprognose is. Menaldumadeel heeft de laatste 10 jaar heel weinig gebouwd (vanwege de provinciale contingentering). Daardoor heeft de gemeente met stevige vertrekoverschotten te maken gekregen die in dit model trendmatig doorgetrokken zijn naar de toekomst. Gezien de goede verhuurbaarheid van woningen in Menaldumadeel en de gunstige ligging van deze gemeente (t.o.v. Leeuwarden en ontsluitingswegen) gaat WonenNWF er van uit dat de feitelijke huishoudensontwikkeling in Menaldumadeel een stuk minder negatief zal zijn. In gemeente het Bildt en Ferwerderadeel gaat het model uit van een behoorlijke gezinsverdunning (zie bijlage) waardoor het aantal huishoudens hoger uit komt dan op het eerste gezicht wellicht verwacht zou worden. Als gevolg van de aanwezigheid van een AZC worden er in het Bildt naar verhouding iets meer alleenstaande huishoudens verwacht. Gemeente Ferwerderadeel kent op dit moment een hoge gemiddelde huishoudensgrootte. Het model gaat er van uit van een flinke huishoudensverdunning in de komende periode, richting het provinciaal gemiddelde. Door deze aanname daalt in deze prognose de huishoudensgrootte niet, terwijl het aantal inwoners wel daalt. Kortom, bovenstaande cijfers zijn slechts indicatief en met name bedoeld om de algehele tendens van afnemende groei en stagnatie aan te geven. Zowel op provinciaal niveau als in noordwest Fryslân komt de totale groei van het aantal huishoudens vrijwel alleen voor rekening van de groei van het aantal alleenstaanden (meer scheidingen en een verouderende bevolking).
15
Veranderende bevolkingsopbouw; vergrijzing en ontgroening Voor de provincie als geheel nemen tot 2030 de 0 tot 15 jarigen af met ruim 10.000 personen. De groep jongeren van 15 tot 25 jaar neemt eveneens met 10.000 personen af. De 25 tot 50 jarigen nemen in absolute aantallen het sterkst af, namelijk met een kleine 40.000 personen. De groep 50 tot 65 jaar groeit eerst een aantal jaren om vanaf 2020 weer af te nemen. Per saldo zal de groep in 2030 dezelfde omvang kennen als in 2009. Het aantal 65 plussers zal naar verwachting het sterkst toenemen. Van 100.000 nu tot meer dan 160.000 personen in 2030. Er wordt ook wel gesproken over de dubbele vergrijzing. Naast dat er relatief gezien 65 plussers in de samenleving komen, neemt ook het aandeel 85 plussers binnen de groep ouderen toe.
De strakke gele lijn omhoog in bovenstaande figuur is te danken aan de babyboomgeneratie. In de bevolkingsopbouwfiguren van Fryslân is te zien dat de babyboom generatie langzaam naar boven in de figuur schuift. Dit impliceert dat we komende decennia met een versnelde vorm van vergrijzing te maken krijgen. Belangrijke constatering is echter wel dat deze generatie op enig moment ook zal komen te overlijden en dat het aandeel 65 plussers op de totale bevolking dan weer af zal nemen. Het aantal 0-49 jarigen neemt in de meeste gemeenten waar WNWF werkzaam is met meer dan 10% af in de periode 2010-2020 (ontgroening). In gemeente Het Bildt is de ontgroening naar verwachting iets minder (-10 < -5).
16
Voor de gemeenten het Bildt, Ferwerderadiel, Menaldumadeel en Franekeradeel geven Horizonline (een product van TNO en ABF Research; zie bijlage 2) en de prognose van provincie Fryslân het volgende beeld: Het Bildt horizonline aantal inwoners aantal 75-plussers
2015 11.662 811
prognose 2030 fryslan 12.518 aantal inwoners 1242
2015 11.046
2030 11.170
2009 8.734 596
2015 8.342 690
prognose 2030 fryslan 7.960 aantal inwoners 1.110
2015 8.678
2030 7.896
2009 20.079 1.491
2015 19.309 1.627
prognose 2030 fryslan 19.487 aantal inwoners 2.810
2015 20.690
2030 20.486
2009 13.624 833
2015 13.023 900
prognose 2030 fryslan 11.854 aantal inwoners 1.701
2015 13.363
2030 12.092
2009 11.135 730
Ferwerderadiel horizonline aantal inwoners aantal 75-plussers Franekeradeel horizonline aantal inwoners aantal 75-plussers Menaldumadeel horizonline aantal inwoners aantal 75-plussers
Ondanks dat de prognoses van provincie Fryslân en Horizonline uiteenlopen is de tendens wel duidelijk. In gemeente het Bildt vlakt de groei van de bevolking af en in de andere gemeenten van ons werkgebied zal de omvang van de totale bevolking in de komende periode dalen terwijl het aantal 75-plussers flink stijgt. Dementie De forse stijging van het aantal ouderen brengt ook een aanzienlijke stijging van het aantal mensen met dementie met zich mee. Ook in de gemeenten waar WonenNWF werkzaam is zal het aantal mensen met dementie fors stijgen. Bijvoorbeeld voor gemeente het Bildt gaat Horizonline uit van 155 dementerenden nu (in 2010), 174 in 2015 en 252 in 2030. Dit is een verwachting waarbij op basis van het aantal (oudere) inwoners van een gemeente een doorrekening wordt gemaakt. Het is WonenNWF momenteel onduidelijk hoeveel van deze mensen daadwerkelijk in gemeente het Bildt wonen, aangezien hier geen (officiële) opvangplaatsen voor mensen met dementie zijn. In de komende periode zal geprobeerd worden om dit in kaart te brengen aangezien dit veel zegt over de daadwerkelijke opgave t.a.v. het huisvesten van mensen met dementie. Het totaal aantal dementerenden in Noordwest Friesland zal in de komende jaren toenemen van circa 770 nu naar circa 965 in 2020 en 1125 in 2025. Dus een toename van ca. 355 personen. Zie Bijlage 1.
17
Op provinciaal niveau gaat het om een verwachte stijging van het aantal dementerenden van ca. 9000 personen nu, oplopend naar ca. 12.000 personen in 2020. In de komende tien jaar neemt het aantal dementerenden dus met circa 40% toe. Op landelijk niveau woont circa 35% van de dementerenden in een verpleeg- of verzorgingshuis. Ongeveer 60% van de thuiswonende mensen met dementie is iedere dag of continu afhankelijk van zorg. Dit legt een zwaar beslag op zowel professionele thuiszorg als mantelzorg. Er van uit gaande dat 35% van de 355 extra dementie-patiënten die Noordwest-Friesland in 2025 telt intramuraal gaat wonen, betekent dit dat er een capaciteit van circa 125 extra intramurale plaatsen nodig is. Dit is een opgave bovenop de huidige – zoals hierboven aangegeven grotendeels onbekende – opgave. Aan de andere kant is er sprake van extramuralisering in de zorg waarbij mensen langer thuis blijven wonen en alleen mensen met een zware zorgvraag (deels dementie-patiënten) recht hebben op intramurale zorg. Kort door de bocht gezegd: met de lichte gevallen het verzorgingshuis uit (cq. Niet meer in) en alleen de zware gevallen het verzorgingshuis in kan de per saldo benodigde extra capaciteit veel lager uitvallen dan de toename van het aantal dementerenden op het eerste gezicht doet denken. WonenNWF zal deze ontwikkeling monitoren en in overleg met zorgpartijen kijken of op termijn extra capaciteit nodig is en deze zo mogelijk realiseren. In de gesprekken die in het kader van de Visie hebben plaatsgevonden met zorgpartijen in de regio komt geen (dringende) vraag naar specifieke huisvesting voor dementerenden naar voren. De nadruk ligt op thuiszorg en mantelzorg aangezien deze mensen steeds langer thuis blijven wonen. Verder dient hierbij opgemerkt te worden dat de medische kennis omtrent dementie zich steeds verder ontwikkelt. Er zijn medicijnen tegen dementie in ontwikkeling waardoor de toename van het aantal mensen met dementie in de toekomst minder hard zou kunnen gaan.
Conclusies Zelfstandigheid, zelfredzaamheid en ´mee doen´(participatie) zijn de sleutelwoorden in het rijksbeleid op het gebied van wonen en zorg. Ouderen moeten zo lang mogelijk thuis blijven wonen, ook als zij beperkingen krijgen. Mensen kunnen kiezen van welke zorgaanbieder zij zorg willen betrekken (marktwerking) omdat wonen en zorg juridisch gescheiden zijn. Door het nieuwe systeem van zorgzwaartepakketten (sinds 2010) ontvangen intramurale instellingen niet meer een vast bedrag per cliënt, maar dit wordt bepaald op basis van de zorgvraag. De invoering van de zorgzwaartepakketten heeft invloed op de financiële positie van zorgpartijen die zich richten op intramurale huisvesting van senioren en daarmee op hun betrouwbaarheid als samenwerkingspartner. Zie hoofdstuk 7. Demografisch gezien neemt het aantal ouderen in noordwest Friesland de komende jaren flink toe (vergrijzing) terwijl de leeftijdscategorie 25 t/m 50 jaar flink af neemt. Ook neemt in de loop der tijd het totale aantal inwoners – en later ook het aantal huishoudens – af (krimp). Voor WonenNWF betekent dit dat er voldoende woningen geschikt voor senioren moeten zijn, waarin zij ook als zich beperkingen aandienen, kunnen blijven wonen. Overigens is het aantal senioren dat daadwerkelijk verhuist beperkt; zie hoofdstuk 5. Vanwege de (toekomstige)bevolkingskrimp kan het totaal aantal woningen op de lange termijn verkleind worden. Verder neemt het aantal dementerenden flink toe, maar vanwege de extramuralisering is hiervoor niet direct nieuwbouw nodig. 18
3. Gevoerde beleid & gerealiseerde projecten van WonenNWF in afgelopen jaren Gevoerde beleid: Al sinds de jaren ‟70, het begin van de extramuralisering, investeert WonenNWF in het realiseren van seniorenwoningen. In de jaren ‟70 zijn in dit kader in vrijwel alle dorpen in noordwest-Friesland seniorenwoningen gerealiseerd. Deze seniorenwoningen kenmerken zich door hun geringe omvang en daarom zijn deze woningen naar onze huidige maatstaven minder geschikt voor senioren. In de praktijk worden de „seniorenwoningen‟ uit de jaren ‟70 voor een aanzienlijk deel bewoond door jongeren. Dit heeft met name te maken met de lage huurprijs. In de jaren ‟80 en ‟90 concentreerden WonenNWF en de gemeenten zich op de realisatie van complexen aanleunwoningen bij zorgcentra. Verder heeft WonenNWF in deze periode een aantal seniorenwoningen van Palet overgenomen in Menaldumadeel. Eind jaren ‟90 (voorraadbeleidsplan 1998) werd een tekort geconstateerd aan ruimere en kwalitatief betere ouderenwoningen, met name in de gemeenten het Bildt en Menaldumadeel. Verder is er in deze periode een tekort aan koopwoningen en een overschot aan huurwoningen. Dit speelt in alle gemeenten van ons werkgebied. De overschotten aan huurwoningen concentreren zich voornamelijk in de rijwoningen. Om hier op in te spelen staan in het voorraadbeleidsplan maatregelen om de woningvoorraad van (toen nog) „Woningstichting Noord-West Friesland‟ in de komende 15 jaar met ongeveer 1100 woningen te laten afnemen ( van 4500 naar 3400). Een kleine duizend woningen zullen worden verkocht en bijna 300 woningen zullen worden gesloopt. Daartegenover stonden plannen voor ruim 100 nieuwbouwwoningen (vervangend en uitbreiding). Dit betrof met name de bouw van woningen voor ouderen („levensloopgeschikte woningen‟); grotendeels op herstructureringslocaties. Rond het jaar 2000 groeit het besef dat het goed huisvesten van senioren niet alleen draait om het aanbieden van woningen, maar dat ook de zorg goed geregeld moet zijn. Deze nieuwe manier van denken valt ongeveer samen met de wijziging van het BBSH in 2001. Er wordt een nieuw prestatieveld voor woningcorporaties toegevoegd, namelijk presteren op het terrein van wonen met zorg. In het ondernemingsplan „Van verhuurder naar Woonmaatschappij‟ uit 2001 staat aangegeven dat WonenNWF niet alleen een actieve rol wil innemen bij het huisvesten van senioren, maar ook bij het verzorgen van zorgdiensten. In verband met het verzorgen van woondiensten wil de corporatie met name een regisserende rol aannemen. Dat betekent dat de zorgdiensten niet zelf worden uitgevoerd maar dat de corporatie als gesprekspartner met zorginstellingen communiceert om zorgdiensten voor de doelgroep te regisseren/verzorgen. Ook wordt er gesproken over het ontwikkelen van één loket samen met zorginstellingen waar mensen met hun vragen over wonen en zorg terecht kunnen. Om bovengenoemde samenwerking te intensiveren en vanwege de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) organiseert WonenNWF in 2003 een conferentie wonen en zorg. Tijdens deze conferentie is een start gemaakt met het denken over een meer gezamenlijke aanpak om goed aanbod te creëren. Gezamenlijk doel is mensen zo lang mogelijk in de eigen woning te kunnen laten wonen. Tevens wordt als doel geformuleerd een goede spreiding van aanpasbare 19
(levensloopbestendige) woningen over het werkgebied met in alle grotere dorpen zorgvoorzieningen. Oftewel een netwerk van zorgsteunpunten. Hier worden onder meer met de gemeente Ferwerderadiel concrete afspraken over gemaakt. De dorpen Birdaard, Hallum en Ferwert worden aangewezen als dorpen waar zorgsteunpunten met voor ouderen geschikte woningen moeten worden gerealiseerd. De taakverdeling hierbij is: de gemeente is voorwaardenscheppend, de woningcorporatie bouwt en de zorginstellingen leveren zorg en diensten zowel intramuraal (in instelling) als extramuraal (bij mensen thuis). Tevens is er aandacht voor welzijn als middel om mensen zo lang mogelijk „buiten de zorg‟ te houden. Met goede woningen, goede welzijn en dienstverlening is minder zorg nodig. Ten aanzien van de woningvoorraad wordt in het ondernemingsplan Nije Tiden (2004/2005) aangegeven dat de leegstand van huurwoningen (overschot) wat in 1998 werd geconstateerd is verdwenen. Dit vormt een reden om het wat rustiger aan te doen met het verminderen van de omvang van de woningvoorraad van WonenNWF. Tevens geeft Nije Tiden aan dat het van belang is de waarde van ons onroerend goed op peil te houden; leefbaarheid en (zorg) voorzieningen zijn daarmee ook ons belang. Ten aanzien van de woonwensen wordt in Nije Tiden een toenemende vraag naar comfort, kwaliteit en zorggaranties/ zorgarrangementen geconstateerd. De in het ondernemingsplan 2001 genoemde „actieve rol‟ wordt in Nije Tiden opnieuw bevestigd. In vervolg op de conferentie uit 2003 is het plan om met zorginstellingen afspraken te maken over het leveren van zorgdiensten aan ouderen die niet in een zorgcentrum wonen. Hiermee wordt gestimuleerd dat ouderen langer zelfstandig blijven wonen, ook in de kleinere kernen waar het voorzieningenniveau lager is. Hier zijn overigens geen concrete stappen in gezet. Dit heeft vooral te maken met de scheiding van wonen en zorg en de keuzevrijheid die mensen hebben t.a.v. het kiezen van hun woning en hun zorgleverancier. Het aanbieden van één pakket aan huisvesting en zorg is extramuraal niet meer toegestaan; intramuraal (dus in verzorgings- en verpleeghuizen) wel. Zie hoofdstuk 7. De combinatie van het realiseren van voor senioren geschikte woningen en de samenwerking met zorg- en welzijnspartijen (zodat senioren verzekerd zijn van goede zorg en diensten) komt eveneens naar voren in het strategisch voorraadbeleidsplan 2006 en in de plannen die hierna volgen (bedrijfsplan K-trije, 2009 en SVB 2010) Het SVB 2006 gaat uit van het geleidelijk aanpassen van de voorraad t.b.v. seniorenhuisvesting: „Omdat de vergrijzing geleidelijk verloopt én een groot deel van de senioren mobiel is en blijft en goed uit de voeten kan (tevreden is) met de reguliere woning, geeft dat ons de mogelijkheid om geleidelijk de voorraad aan te passen, door nieuwbouw en opplussen‟. Deze nieuwbouw betreft met name het realiseren van appartementen, zo mogelijk met een zorgsteunpunt. Ook worden er verouderde (kleine) seniorenwoningen gesloopt en vervangen door ruime levensloopgeschikte woningen. Het SVB 2006 benadrukt tevens de samenwerking met zorgorganisaties in het kader van het verbeteren van de zorgdienstverlening en het scheiden van zorg en wonen. Over het hele gebied zou een soort zorgstructuur moeten komen, zodat mensen binnen een bepaalde afstand van zorg wonen. Dit betekent overigens niet dat er in alle dorpen zorgwoningen gebouwd moeten worden. Het ligt voor de hand om te kiezen voor de bouw van multifunctionele centra, waar voorzieningen geconcentreerd zijn, in bepaalde dorpen. Naast reguliere woningen kan in de toekomst ook bezit van zorginstellingen overgenomen worden. Begin 2007 stelt WNWF de notitie „domoticabeleid‟ vast. Uit de voor deze beleidsnotitie verrichte literatuurstudie en naar aanleiding van enquêtes die WonenNWF heeft verricht in Hallum en Birdaard 20
(i.h.k.v. nieuwbouwplannen voor seniorenwoningen) komt naar voren dat er onder senioren vooral behoefte is aan woonhuisautomatisering die de veiligheid van mensen vergroot. Hierin worden twee soorten alarmering onderscheiden. Allereerst is er alarmering om (medische) hulp in te roepen wanneer dit nodig is. Deze alarmering wordt doorgaans geleverd door de zorginstelling indien hier behoefte aan is. De tweede vorm van alarmering betreft alle automatisering die bedoeld is om ongenode gasten buiten de deur te houden en inbraak tegen te gaan. Hiervoor zijn bij appartementencomplexen intercoms met beeldschermen handig. Medio 2007 laat WonenNWF zich „visiteren‟. Onafhankelijk onderzoeksbureau Raeflex licht de organisatie door en constateert dat het WNWF ontbreekt aan een integrale visie op het terrein van wonen en zorg. WonenNWF is van mening dat deze visie zit vervat in het ondernemingsplan Nije Tiden, maar erkent dat deze nog verder uitgewerkt dient te worden. Hier wil WonenNWF in voorzien door middel van onderhavige notitie. Deze doelstelling om te komen tot een visie wonen, zorg en welzijn staat opgenomen in het nieuwe ondernemingsplan K-trije (vastgesteld begin 2009). Tevens staat hierin (nogmaals) opgenomen dat WonenNWF wil faciliteren dat mensen zo lang mogelijk in hun eigen huis kunnen blijven wonen, of anders in hun eigen dorp. Hiervoor dienen er voldoende voor senioren geschikte woningen te zijn. WonenNWF bouwt levensloopgeschikte woningen en (senioren)appartementen en renoveren bestaande woningen om deze geschikt te maken voor senioren. Tevens streven wij naar een netwerk van zorgsteunpunten (met haal- en brengfuncties). In de samenwerking met zorgpartijen staat voor WonenNWF het leveren van zorgdiensten aan ouderen die niet in een zorgcentrum wonen centraal. Begin 2010 presenteert WonenNWF haar nieuwe Strategisch Voorraadbeleidsplan 2010. Ook in dit beleidsplan wordt het belang van goede en voldoende seniorenhuisvesting onderschreven. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dan slechts een beperkt deel van de senioren daadwerkelijk verhuist naar een levensloopgeschikte woning of –appartement (zie ook hoofdstuk 5). Bovendien merkt WonenNWF dat de verhuurbaarheid van nieuwe woningen/appartementen voor deze doelgroep op sommige plaatsen matig is. Rustig aan dus met de realisatie van seniorenhuisvesting, maar wel verder gaan op de ingeslagen weg.
Conclusies: De inzet van WonenNWF op het gebied van wonen en zorg is gericht op Ouderen zo lang mogelijk thuis te laten blijven wonen Levensloopgeschikte woningen in kleine dorpen (grondgebonden) aanbieden door zowel nieuwbouw als het opplussen van delen van de bestaande woningvoorraad. Woningen of appartementen met zorg in de grotere dorpen realiseren Het bestaande netwerk van zorgsteunpunten/zorgzones versterken In de komende periode zullen hier nog een paar nieuwe aandachtsgebieden aan toegevoegd worden: De herontwikkeling van verouderde verzorgings- en verpleeghuislocaties Het beter toegankelijk maken van de openbare ruimte voor mensen die minder goed mobiel zijn. (i.s.m. gemeenten) Vervoer / mobiliteit. WonenNWF ziet hierin een rol om eventuele knelpunten te signaleren. Woon/zorg voorzieningen dienen namelijk wel bereikbaar te zijn voor ouderen.
21
Gerealiseerde projecten In de laatste vijf jaar heeft WonenNWF veel projecten geschikt voor senioren gerealiseerd. Conform he top pagina 21 beschreven beleid zijn er appartementen met zo mogelijk een zorgsteunpunt/gezondheidscentrum gerealiseerd in de grotere dorpen (St. Annaparochie, St. Jacobiparochie, Hallum, Berlikum, Dronrijp, Minnertsga en Sexbierum) en levensloopgeschikte woningen in vrijwel alle dorpen. Ook zijn er woningen aangepast of ingrijpend verbouwd. Verder werkt WonenNWF nauw samen met vier zorgcentra in de regio: Nij Bethanie( onderdeel van Zorggroep Noorderbreedte) in Tzummarum, Zorgcentrum het Bildt (Beuckelaer) in Sint Annaparochie, Interzorg in Ferwert en Stichting Palet met onder meer vestigingen in Menaldum, Berlikum en Stiens. Op deze locaties verhuurt WonenNWF aanleunwoningen waarbij vanuit de zorgcentra zorg op maat wordt geleverd. Zie voor een overzicht van woningen geschikt voor senioren in het werkgebied van Wonen Noordwest Friesland de kaart ´Aanbod aan seniorenwoningen´. Hierbij worden drie woonvormen voor senioren worden onderscheiden, namelijk Geschikt wonen, = een zelfstandige woning waarbij de bewoner vanuit de woonkamer zonder traplopen de keuken, het toilet, de badkamer en tenminste 1 slaapkamer kan bereiken. Bovendien is de woonkamer van de woning vanaf de straat te bereiken zonder traplopen. Voorbeelden zijn een levensloopgeschikte woning (nultredenwoning), een appartement of een ingrijpend aangepaste woning. Verzorgd wonen, Dit is een ouderenwoning waarbij het mogelijk is om via een nabij gelegen zorgsteunpunt (zoals bijvoorbeeld een verzorgingshuis of dienstencentrum) verpleging of verzorging te ontvangen. Vroeger aanleunwoning genoemd. Bijvoorbeeld Bjirmenstate in Sexbierum,´t Súdderhoog in St. Annaparochie, Berlingastate in Berlikum of Offingaburg in Hallum. Beschermd wonen Hierbij zijn zorg en toezicht 24 uur-dag aanwezig. Begeleiding en huisvesting is groepsgewijs georganiseerd. Hieronder vallen intramurale instellingen zoals verpleeghuis en verzorgingshuis. Bijvoorbeeld Beuckelaer in St. Annaparochie.
22
Aanbod aan seniorenwoningen (2010) Legenda Zorgcentrum / verzorgingshuis (intramuraal) / beschermd wonen of in nabije toekomst Appartementen geschikt voor senioren met zorgsteunpunt of gezondheidscentrum / verzorgd wonen Appartementen geschikt voor senioren / geschikt wonen Levensloopbestendige woningen / geschikt wonen, of in nabije toekomst
23
Het kaartje op de vorige bladzijde laat zien dat het aanbod aan voor senioren geschikte woningen in Noordwest Friesland zeer volledig is. Dit geldt ook voor de zorgstructuur. De spreiding van zorgsteunpunten staat aangegeven in het kaartje op de vorige pagina. De verdere zorgstructuur staat aangegeven in onderstaande twee kaarten, beiden afkomstig uit de Friese Bosatlas. In alle „grotere‟ dorpen (ca. > 1800 inwoners) is een zorgsteunpunt of gezondheidscentrum aanwezig. Vanuit deze punten wordt er haal- en brengzorg geleverd. Onder haalzorg valt onder meer mee doen aan activiteiten in het dorpshuis, boodschappen doen en sociale contacten in het dorp onderhouden. De haalfuncties zijn behalve bij het zorgsteunpunt ook vaak ondergebracht in het dorpshuis. Onder brengzorg (=functies die worden gebracht aan huis) wordt onder meer huishoudelijke zorg, maaltijdservice en verpleging aan huis verstaan.
24
Het aanbod aan zorg in Noordwest Friesland: Bron: Bosatlas Fryslân, 2009
25
Bron: Bosatlas Fryslân, 2009
26
4. Woningbehoefte (kwantitatief) Algemeen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de kwantitatieve woningbehoefte ontwikkeling. Voor de kwalitatieve behoefte (woonwensen) wordt verwezen naar het volgende hoofdstuk. Volgens de provinciale prognoses zal de woningbehoefte in de regio Noordwest tot 2020 op een vrij constant niveau blijven (krimp en groei, prognose 2009/2030, WOBOF). Voor het berekenen van de woningbehoefte wordt gekeken naar de bevolkingsontwikkelingen en de ontwikkeling van de huishoudensgrootte. Vanaf circa 2020 - 2025 daalt de woningbehoefte. De daling doet zich wat later voor dan de bevolkingsdaling, die in komende jaren al langzamerhand begint. Dit komt omdat deze daling in eerste instantie wordt ´opgevangen´ door de gezinsverdunning (= minder personen per huishouden). Rond 2030-2035 wordt de woningbehoefte negatief. Op dat moment hoeft de woningvoorraad dus niet verder te groeien (ervan uitgaande dat in de tussenliggende jaren naar behoefte wordt gebouwd). Binnen deze woningbehoefte heeft de provincie drie woningbehoefteprognoses gericht op type woningen doorberekend (WOBOF, 2007). Uitgaande van de middenvariant zal de behoefte aan huurflats met lift en huurwoningen rij/hoek voor de regio noordwest in de periode 2007-2016 licht toenemen. Naast het provinciale WOBOF onderzoek wordt er in dit hoofdstuk ook gebruik gemaakt van de gegevens uit het (landelijke) Horizonline-onderzoek. Zie voor een uitleg hiervan bijlage 2. In dit onderzoek worden senioren gedefinieerd als mensen van 75 jaar en ouder. WonenNWF sluit aan bij deze leeftijdsgrens. Vanaf 75 jaar (en niet al bij 55 of 65 jaar) gaat gemiddeld genomen de fysieke gezondheid van mensen achteruit en komen woningaanpassingen of het verhuizen naar een seniorenwoning en zorg en welzijnsdiensten aan huis in beeld.
Gemeente het Bildt Algemeen Anno 2010 is de gemeente het Bildt iets minder vergrijsd dan landelijk. Het aandeel 75-plussers is 6,6% van de bevolking, 6,9% landelijk. Naar verwachting is gemeente het Bildt in 2030 juist meer vergrijsd dan landelijk. Het aandeel 75-plussers is dan 12,0% van de bevolking, 11,5% landelijk. In de gemeente het Bildt is het aanbod aan voor senioren geschikte woningen/appartementen in St. Annaparochie het grootst. Dit past bij de bevolkingsamenstelling waarbij 10,3 % van de inwoners van St. Annaparochie 75 jaar en ouder is (gemiddeld 6,6 % in de gemeente). St. Annaparochie is ook de enige kern in het Bildt waar zich intramurale huisvesting voor ouderen bevindt, op de locatie Beuckelaer van zorgcentrum het Bildt. Zij leveren vanaf hier ook zorg (huishoudelijke zorg en verpleging) aan zelfstandig wonende ouderen in de gemeente.
27
Bron: Structuurvisie Wonen, gemeente het Bildt In bijgevoegd figuur zijn de „ontgroening‟ en „vergrijzing‟ in gemeente het Bildt in de afgelopen jaren te zien. Deze tendens zal zich in de komende jaren voortzetten.
Afgelopen jaren In de laatste jaren heeft WonenNWF heel wat nieuwe appartementen voor senioren gerealiseerd in St. Annaparochie, maar ook in de dorpen St. Jacobiparochie en Minnertsga. De verhuurbaarheid van de seniorenwoningen en – appartementen in St. Annaparochie is goed. In de andere kernen van het Bildt matig.
Nieuwbouw WonenNWF en Zorgcentrum het Bildt zijn momenteel (=2010) bezig met het uitwerken van verbouwen nieuwbouwplannen voor Beuckelaer. Het zorgcentrum wordt – naar verwachting in 2013uitgebreid verbouwd en gemoderniseerd en er komen 15 aanleunappartementen bij. Verder is WonenNWF bezig met de voorbereiding van een grote herstructurering van de woningen aan de Dirk Janszstraat in St. Annaparochie. Naar verwachting worden deze woningen gesloopt en vervangen door nieuwbouw die beter aan de huidige woonwensen van senioren voldoet. Verder zijn er in 2010 nieuwe woningen gebouwd aan de Middelweg Oost/Negenmorgenspad in St. Annaparochie. Ook dit betreft een sloop/nieuwbouw project, met veel aandacht voor architectuur. Aan verouderde woningen aan de A. Agnesstraat in St. Annaparochie worden gesloopt en vervangen door 10 nieuwe voor senioren geschikte woningen. Op iets langere termijn zullen op de huidige locatie van de Ulbe van Houten school (die wordt verplaatst) waarschijnlijk rond de 35 woningen/appartementen geschikt voor senioren gebouwd worden.
Renovatie (SVB) Zoals aangegeven in hoofdstuk 3 heeft WonenNWF begin 2010 nieuw Strategisch Voorraad Beleidsplan (SVB) gepresenteerd, waarin de nadruk ligt op het verbeteren van de kwaliteit van woningen van voor 1960 en seniorenwoningen tot 1974. Kort gezegd wordt de kwaliteit van deze 28
woningen verhoogd (door o.a. goede isolatie en aanpakken keuken en badkamer) en worden ze meer geschikt gemaakt voor kleine huishoudens. Deze ingrepen noemen we renovatie. Bij grootschalige renovatie wordt daarnaast ook de uitstraling van de woning (aangezicht) verbeterd. Voor gemeente het Bildt betekent het nieuwe SVB dat circa 225 woningen worden gerenoveerd; 65 woningen worden grootschalig gerenoveerd en bij 42 woningen wordt basiskwaliteit aangebracht. Ook worden er 6 woningen gesloopt en 4 nieuw gebouwd. In totaal worden conform dit nieuwe SVB 338 van de circa 1300 woningen die WonenNWF in het Bildt verhuurt uitgebreid veranderd en verbeterd. Het aantal woningen geschikt voor senioren in de bestaande huurwoningvoorraad van WonenNWF in het Bildt verandert door het nieuwe SVB niet veel. Het totaal aantal seniorenwoningen in de bestaande voorraad verschuift van 300 naar 292. Hierbij neemt het aantal seniorenwoningen in St. Annaparochie (+8) en St. Jacobiparochie licht toe (+3) en in de overige kernen licht af (-19).
Horizonline
Conform de cijfers van het Horizonline-onderzoek uit 2009 (Fortune/ABF research) is er op dit moment een licht overschot aan voor senioren geschikte woningen in gemeente het Bildt. Bij gelijkblijvend aanbod zal er vanaf 2020 een tekort ontstaan. Voor de wijze waarop Horizonline vraag en aanbod aan geschikte woningen per gemeente berekend wordt verwezen naar bijlage 3. WonenNWF ervaart de getallen als hoog. In gemeente het Bildt staan circa 4500 woningen. Een aanbod van 1.424 geschikte woningen betekent dat bijna een derde van het totaalaanbod aan woningen extra geschikt is voor senioren. Dit forse percentage komt ook naar voren bij de andere gemeenten. Overzicht geschikt wonen het Bildt 2009
2010
2015
2020
2025
2030
Vraag naar geschikt wonen
1.278
1.295
1.372
1.435
1.486
1.530
Aanbod geschikt wonen
1.424
1.424
1.424
1.424
1.424
1.424
Opgave geschikt wonen
-145
-129
-52
11
62
106
Horizonline raadt aan om vanaf 2020 geschikte woningen te realiseren in het verzorgingsgebied waar extramurale zorg geleverd kan worden (“verzorgd” wonen in de nabijheid van bestaande voorzieningen). Volgens de prognoses is het aanbod aan intramuraal/verzorgd wonen in het Bildt onvoldoende en ligt hier een aardige opgave. Vanwege de toenemende extramuralisering is het echter niet nodig om intramurale capaciteit toe te voegen, maar kan door middel van het realiseren van extra voor senioren geschikte woningen/appartementen in de nabijheid van het zorgcentrum aan deze opgave worden voldaan. Hier wordt door WonenNWF onder meer door de nieuwe aanleunwoningen bij Beuckelaer aan gewerkt. Overzicht verzorgd wonen het Bildt 2009
2010
2015
2020
2025
2030
Vraag naar verzorgd wonen
118
124
150
164
171
196
Aanbod verzorgd wonen
56
56
56
56
56
56
Opgave verzorgd wonen
62
68
94
108
115
140
29
Conclusie gemeente het Bildt Voor gemeente het Bildt kan worden geconcludeerd dat met de geplande geringe toevoeging van seniorenappartementen in St. Annaparochie aan de huidige en toekomstige vraag kan worden voldaan. De opgave concentreert zich in St. Annaparochie. Vanwege de reeds matige verhuurbaarheid van voor senioren geschikte woningen/appartementen in de kleinere kernen van het Bildt en de trek van senioren naar (de voorzieningen van) St. Annaparochie ligt er in de overige dorpen op dit moment geen opgave voor realisatie van extra woningen voor deze doelgroep. Conform het SVB zal het aantal seniorenwoningen in de overige dorpen zelfs licht afnemen ten gunste van St. Annaparochie.
Gemeente Ferwerderadiel Algemeen & Afgelopen jaren
Anno 2010 is de gemeente Ferwerderadiel gemiddeld vergrijsd. Het aandeel 75-plussers is 6,9% van de bevolking, 6,9% landelijk. Naar verwachting is gemeente Ferwerderadiel in 2030 meer vergrijsd dan landelijk. Het aandeel 75-plussers is dan 12,5% van de bevolking, 11,5% landelijk. In gemeente Ferwerderadiel is het aanbod aan voor senioren geschikte woningen/appartementen geconcentreerd in Ferwert en Hallum. In de dorpen Marrum en Blije bevinden zich ook seniorenwoningen. In Ferwert bevindt zich woonzorgcentrum Foswert van Interzorg (90 bewoners) en vanuit hier wordt extramurale zorg (verzorging en verpleging) aan thuiswonende ouderen in de gemeente geleverd. In Hallum hebben WonenNWF en Interzorg in 2009 Offingaburg gerealiseerd. Dit project betreft een combinatie van zorgappartementen, seniorenappartementen en gezinswoningen in een hofstructuur, gericht op het gemakkelijk kunnen verlenen van mantelzorg. Ook bevindt zich een zorgsteunpunt in Offingaburg.
Nieuwbouw
Voor het dorp Burdaard wordt er momenteel gewerkt aan een plan om een 12-tal patiowoningen geschikt voor senioren te realiseren. Er is voorafgaand aan de planvorming een woningmarktonderzoek gehouden. Hier kwam wel belangstelling uit naar voren, zij het gering.
Horizonline
Ferwerderadiel is een gemeente die heeft te maken met een langzaam afnemende bevolking. Het totaal aantal inwoners zal in de periode 2010-2030 naar verwachting met circa 800 afnemen. Het aantal 75+ in de bevolking neemt echter met bijna 600 toe. Oftewel, een flinke vergrijzing. Naar verwachting zal in de toekomst ook het aantal huishoudens gaan afnemen. Volgens de prognoses van Horizonline bestaat er nu reeds een overschot aan zowel geschikt als verzorgd wonen. Dit overschot wordt in de loop der jaren kleiner, wanneer het aantal ouderen toeneemt, maar het blijft wel een overschot.
Overzicht geschikt wonen Ferwerderadiel 2009
2010
2015
2020
2025
2030
Vraag naar geschikt wonen
961
964
962
985
1.037
1.056
Aanbod geschikt wonen
1.150
1.150
1.150
1.150
1.150
1.150
Opgave geschikt wonen
-189
-187
-188
-165
-113
-94
30
Overzicht verzorgd wonen Ferwerderadiel 2009
2010
2015
2020
2025
2030
Vraag naar verzorgd wonen
86
91
107
119
136
150
Aanbod verzorgd wonen
333
333
333
333
333
333
Opgave verzorgd wonen
-247
-242
-226
-214
-197
-183
WonenNWF herkent de ontspannen woningmarkt in Ferwerderadiel aan de matige tot slechte verhuurbaarheid van woningen, waaronder seniorenwoningen. Ook de verkoop van woningen is (zeer) moeizaam en er is weinig zicht op verbetering. Dit betekent voor verhuisgeneigde senioren in een koopwoning dat het voor hen zeer moeilijk is om de eigen woning te verkopen wanneer zij naar een seniorenwoning/appartement willen verhuizen.
Renovatie (SVB)
Zoals aangegeven in hoofdstuk 3 heeft WonenNWF begin 2010 nieuw Strategisch Voorraad Beleidsplan (SVB) gepresenteerd, waarin de nadruk ligt op het verbeteren van de kwaliteit van woningen van voor 1960 en seniorenwoningen tot 1974. Kort gezegd wordt de kwaliteit van deze woningen verhoogd (door o.a. goede isolatie en aanpakken keuken en badkamer) en worden ze meer geschikt gemaakt voor kleine huishoudens. Deze ingrepen noemen we renovatie. Bij grootschalige renovatie wordt daarnaast ook de uitstraling van de woning (aangezicht) verbeterd. Voor gemeente Ferwerderadiel betekent het nieuwe SVB dat circa 99 woningen worden gerenoveerd; 53 woningen worden grootschalig gerenoveerd en bij 44 woningen wordt basiskwaliteit aangebracht. Ook worden er 24 woningen gesloopt en 6 nieuw gebouwd. In totaal worden conform dit nieuwe SVB 218 woningen die WonenNWF in Ferwerderadiel verhuurt uitgebreid veranderd en verbeterd. Om weer wat druk te krijgen op de ontspannen woningmarkt van Ferwerderadiel vermindert WonenNWF haar woningbezit door sloop van woningen gevolgd door minder nieuwbouw. Dit gebeurt in alle dorpen, met uitzondering van Burdaard waar meer woningvraag is dan gemiddeld in de gemeente. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de gunstige ligging aan de Dokkumer Ee. Het aantal seniorenwoningen wordt wel vrijwel hetzelfde gehouden (van 176 naar 172). Het aandeel seniorenwoningen in de totale woningvoorraad neemt derhalve toe; net zoals het aandeel senioren in de bevolking.
Conclusie gemeente Ferwerderadiel Ondanks de bevolkingsafname wordt er wel een enorme toename verwacht van het aantal senioren in Ferwerderadiel (van 596 in 2009 naar 1110 in 2030). WonenNWF speelt hier met haar SVB 2010 op in door het totaal aantal huurwoningen in Ferwerderadiel af te laten nemen en het aantal huurwoningen voor senioren constant te houden. Uitbreiding van het aantal woningen in Ferwerderadiel is niet aan de orde, met uitzondering van een klein bouwplan (12 woningen) in het qua woningmarkt betere Burdaard.
Gemeente Franekeradeel Algemeen Zowel anno 2010 als in 2030 is de gemeente Franekeradeel meer vergrijsd dan gemiddeld. Het aandeel 75-plussers is anno 2010 7,2% van de bevolking, 6,9% landelijk. In 2030 is het aandeel 75plussers in Franekeradeel 12,5% van de bevolking, 11,5% landelijk. Dit zijn cijfers voor de gehele 31
gemeente. In de dorpen van Franekeradeel ligt het percentage 75+-ers lager. Het huidige percentage 75+ ers in de kleine dorpen van Franekeradeel is zeer gering (ca. 3 %). Enkel in de dorpen waar voorzieningen voor ouderen zijn (Tzummarum, Tzum en Sexbierum) gaat het om hogere percentages (ca. 8%). WonenNWF heeft enkel woningbezit in de dorpen van gemeente Franekeradeel. In de stad Franeker is corporatie Accolade actief. De grootste dorpen in de gemeente zijn Sexbierum, Tzummarum en Tzum. In deze dorpen is een redelijk voorzieningenaanbod. Daarnaast zijn er veel voorzieningen in de stad Franeker.
Afgelopen jaren
In Sexbierum heeft WonenNWF in 2007 (i.s.m. zorggroep Noorderbreedte) het appartementencomplex Bjirmenstate gerealiseerd met daarin 23 appartementen, geschikt voor senioren, en een gezondheidscentrum (huisarts, fysiotherapeut, thuiszorgwinkel). In Tzum zit woonzorgcentrum Martenahiem (onderdeel van zorggroep Tellens) met 36 intramurale plaatsen en 23 aanleunwoningen. Rondom het zorgcentrum heeft WonenNWF in 2005 levensloopbestendige woningen gerealiseerd, aan de Dekemastraat.
Nieuwbouw
In Tzummarum bevindt zich zorgcentrum Nij Bethanië (onderdeel van zorggroep Noorderbreedte) met 60 zorgplaatsen en zij verzorgen ook extramurale zorg in de omgeving. WonenNWF verhuurt seniorenwoningen in de nabijheid van het zorgcentrum en heeft samen met zorggroep Noorderbreedte en gemeente Franekeradeel een ontwikkelingsvisie vastgesteld voor de bouw van een multifunctionele accommodatie voor onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzaal en zorg. WonenNWF neemt het deel voor de kinderopvang/peuterspeelzaal voor zijn rekening en voert een belangrijke herstructurering uit voor de woningen in het gebied. Voor dit grote project zijn een gezamenlijke stuurgroep en projectgroep actief. Overzicht geschikt wonen Franekeradeel 2009
2010
2015
2020
2025
2030
Vraag naar geschikt wonen
2.427
2.462
2.613
2.799
2.999
3.157
Aanbod geschikt wonen
2.566
2.566
2.566
2.566
2.566
2.566
Opgave geschikt wonen
-140
-105
47
233
433
591
Overzicht verzorgd wonen Franekeradeel 2009
2010
2015
2020
2025
2030
Vraag naar verzorgd wonen
242
258
314
352
394
450
Aanbod verzorgd wonen
129
129
129
129
129
129
Opgave verzorgd wonen
113
129
185
223
265
321
Renovatie (SVB)
Zoals aangegeven in hoofdstuk 3 heeft WonenNWF begin 2010 nieuw Strategisch Voorraad Beleidsplan (SVB) gepresenteerd, waarin de nadruk ligt op het verbeteren van de kwaliteit van 32
woningen van voor 1960 en seniorenwoningen tot 1974. Kort gezegd wordt de kwaliteit van deze woningen verhoogd (door o.a. goede isolatie en aanpakken keuken en badkamer) en worden ze meer geschikt gemaakt voor kleine huishoudens. Deze ingrepen noemen we renovatie. Bij grootschalige renovatie wordt daarnaast ook de uitstraling van de woning (aangezicht) verbeterd. Voor gemeente Franekeradeel betekent het nieuwe SVB dat circa 145 woningen worden gerenoveerd; 30 woningen worden grootschalig gerenoveerd en bij 37 woningen wordt basiskwaliteit aangebracht. Ook worden er 59 woningen gesloopt en 32 nieuw gebouwd. In totaal worden conform dit nieuwe SVB 271 woningen die WonenNWF in Franekeradeel verhuurt uitgebreid veranderd en verbeterd. Er is weinig druk op de woningmarkt in de dorpen van Franekeradeel. Om weer enige druk te krijgen verminderd WonenNWF haar woningbezit in deze gemeente. Ook het aantal seniorenwoningen wordt verminderd. Dit betreft vooral kleine verouderde seniorenwoningen die voor een groot deel door jongeren bewoond worden. Momenteel heeft WonenNWF in de dorpen Ried, Sexbierum, Tzum en Tzummarum (= de grotere dorpen van Franekeradeel) 179 seniorenwoningen. Na uitvoering van het SVB, dus in 2020, zijn dit er nog 134.
Conclusie gemeente Franekeradeel De bevolkingsprognoses en prognoses m.b.t. de verwachte vraag naar woningen voor senioren in gemeente Franekeradeel zeggen vanwege de rol van de stad Franeker niet zo veel over de toekomstige ontwikkelingen in de dorpen. Duidelijk is dat vanwege de zeer geringe omvang van de dorpen, het lage percentage ouderen (75+) aldaar en de nabijheid van Franeker (met alle voorzieningen en de aantrekkende werking van deze stad) in de kleine kernen vrijwel geen opgave ligt. Dit komt ook omdat WonenNWF de laatste jaren al veel nieuw gebouwd heeft voor senioren. Een getalsmatige toename van het aantal voor senioren geschikte woningen in de dorpen van Franekeradeel is in de eerstkomende jaren niet en ook daarna nauwelijks nodig. Woningaanpassing wel.
Gemeente Menaldumadeel Algemeen
Anno 2010 is de gemeente het Menaldumadeel minder vergrijsd dan landelijk. Het aandeel 75plussers is 6,3% van de bevolking, 6,9% landelijk. Naar verwachting is gemeente Menaldumadeel in 2030 juist meer vergrijsd dan landelijk. Het aandeel 75-plussers is dan 12,9% van de bevolking, 11,5% landelijk. Gemeente Menaldumadeel is gunstig gelegen, kent meerdere aantrekkelijke kernen en heeft dan ook in principe goede marktperspectieven voor woningbouw. Ook hier moet echter niet meer gebouwd worden dan de markt aan kan.
Afgelopen jaren & Nieuwbouw
WonenNWF heeft in 2009 vier levensloopbestendige woningen en vier en seniorenappartementen gebouwd in Menaldum (Ljochtmisdyk, locatie Rabobank). Verder houdt WonenNWF zich bezig met de bouw van 24 seniorenappartementen in Dronrijp (locatie Kúkshiem; bouw gestart in april 2010). Ook realiseert een marktpartij hier tien seniorenappartementen voor de verkoop.
Horizonline Volgens de prognoses van Horizonline zijn er op dit moment in Menaldumadeel voldoende voor senioren geschikte woningen. Bij een gelijkblijvend aanbod zal dit vanaf 2020 echter om slaan in een tekort (van 90 woningen in 2025 en 160 in 2030). Op dit moment is er een overschot aan verzorgd wonen en dit blijft ook zo. In Menaldum bevindt zich een verzorgingscentrum van corporatie Habion en dit complex is dus voldoende qua capaciteit om aan de vraag naar verzorgd wonen te voldoen. Wel 33
is dit complex is aan modernisering toe en eingenaar Habion is in samenwerking met huurder Palet aan het bekijken hoe ze dit gaan doen. Overzicht geschikt wonen Menaldumadeel 2009
2010
2015
2020
2025
2030
Vraag naar geschikt wonen
1.522
1.539
1.611
1.704
1.792
1.862
Aanbod geschikt wonen
1.702
1.702
1.702
1.702
1.702
1.702
Opgave geschikt wonen
-180
-163
-91
1
90
160
Overzicht verzorgd wonen Menaldumadeel 2009
2010
2015
2020
2025
2030
Vraag naar verzorgd wonen
148
152
170
193
218
256
Aanbod verzorgd wonen
318
318
318
318
318
318
Opgave verzorgd wonen
-170
-166
-148
-125
-100
-62
Renovatie (SVB) Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 (demografische ontwikkelingen) herkent WonenNWF zich niet in de negatieve bevolkings- en huishoudensontwikkeling prognoses voor gemeente Menaldumadeel. Conform het SVB zullen naast de huidige ontwikkeling in Menaldum ook in Dronrijp en Berlikum woningen geschikt voor senioren worden gebouwd. In totaal wordt de hoeveelheid seniorenwoningen van WonenNWF in Menaldumadeel licht uitgebreid. Zoals aangegeven in hoofdstuk 3 heeft WonenNWF begin 2010 nieuw Strategisch Voorraad Beleidsplan (SVB) gepresenteerd, waarin de nadruk ligt op het verbeteren van de kwaliteit van woningen van voor 1960 en seniorenwoningen tot 1974. Kort gezegd wordt de kwaliteit van deze woningen verhoogd (door o.a. goede isolatie en aanpakken keuken en badkamer) en worden ze meer geschikt gemaakt voor kleine huishoudens. Deze ingrepen noemen we renovatie. Bij grootschalige renovatie wordt daarnaast ook de uitstraling van de woning (aangezicht) verbeterd. Voor gemeente Menaldumadeel betekent het nieuwe SVB dat circa 221 woningen worden gerenoveerd; 34 woningen worden grootschalig gerenoveerd en bij 91 woningen wordt basiskwaliteit aangebracht. Ook worden er 30 woningen gesloopt en 22 nieuw gebouwd. In totaal worden conform dit nieuwe SVB 376 woningen die WonenNWF in Menaldumadeel verhuurt uitgebreid veranderd en verbeterd.
Conclusie gemeente Menaldumadeel Met de ontwikkelingen in Menaldum en Dronrijp (totaal 44 woningen) is de helft van de geprognotiseerde opgave aan geschikte woningen tot 2025 reeds gerealiseerd. Dit betekent dat er kwantitatief gezien nog slechts een geringe opgave is in Menaldumadeel, waar WonenNWF geen haast mee hoeft te maken omdat de verwachte kleine tekorten pas na 2020 gaan optreden. Echter, de bevolkings- en huishoudensprognoses voor gemeente Menaldumadeel zijn negatiever dan in de omliggende gemeenten terwijl WonenNWF juist van mening is dat Menaldumadeel een gemeente is met veel potentie. De verhuurbaarheid van woningen in deze gemeente is erg goed. WonenNWF is
34
daarom voornemens voor gemeente Menaldumadeel ongeveer eenzelfde lijn te volgen als voor naastgelegen gemeente het Bildt.
Gemeente Leeuwarderadeel In april 2010 is gestart met de bouw van het eerste woningbouwproject van WonenNWF in Leeuwarderadeel. Aan de Skilwei in Stiens realiseert WonenNWF 17 appartementen geschikt voor senioren en 6 patiowoningen. Het betreft een prachtige locatie in het centrum van Stiens op loopafstand van het winkelcentrum. Stichting Palet levert naar behoefte van de bewoners zorg op maat vanuit zorgcentrum Skilhiem. De oplevering is voorzien in april 2011.
Conclusies Uit het provinciale woningbehoefte onderzoek WOBOF (WoningbehoefteOnderzoek Fryslân) 2007 komt voor de provinciale regio Noordwest Friesland slechts een geringe woningbouwopgave naar voren. Ongeveer een derde van de opgave bestaat uit het realiseren van voor senioren geschikte woningen. Volgens het WOBOF gaat het hierbij om circa 300 voor senioren geschikte woningen die in de komende tien jaar gerealiseerd zouden moeten worden. Uit het meer recente Horizonline-onderzoek komt echter naar voren dat de vraag naar voor senioren geschikte woningen kleiner is dan in 2006/2007 (en in voorgaande jaren) werd verwacht. In het provinciale onderzoek „Groei en krimp‟ uit januari 2010 (meest recente onderzoek bij het schrijven van deze notitie) wordt helaas geen uitspraak gedaan over de vraag naar seniorenwoningen. Daarom worden in dit hoofdstuk conclusies getrokken op basis van gegevens uit het WOBOF en het Horzonline-onderzoek. Per gemeente kunnen de volgende conclusies worden getrokken: In de gemeente Ferwerderadiel is sprake van afname van de bevolking en stabilisatie (en in de toekomst krimp) van het aantal huishoudens. Het toevoegen van voor senioren geschikte woningen in daarom in deze gemeente niet aan de orde (m.u.v. Burdaard). Wel dient er geïnvesteerd te worden in woningaanpassing zodat senioren zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. In de dorpen van Franekeradeel is het aantal senioren dusdanig klein dat ook hier nauwelijks een opgave ligt. De opgave die er is zit, net als in Ferwerderadiel, vooral in het aanpassen van woningen zodat de huidige bewoners, ook als zij ouder worden hier prettig kunnen blijven wonen. In de gemeenten het Bildt en Menaldumadeel is het huidige aanbod (anno 2010) aan voor senioren geschikte woningen op dit moment voldoende. Pas vanaf 2020 zal er bij gelijkblijvend aanbod een (licht) tekort gaan optreden. Getalsmatige uitbreiding is de komende jaren nauwelijks aan de orde maar een kwaliteitsslag in het aanbod aan voor senioren geschikte woningen wel. Via sloop en vervangende nieuwbouw van seniorenwoningen/appartementen wordt hierop ingespeeld. Concluderend kan worden gesteld dat wanneer het huidige aanbod aan seniorenwoningen in Noordwest-Friesland wordt afgezet tegen de (geprognotiseerde) vraag duidelijk naar voren komt dat er nauwelijks vraag is naar extra woningen voor senioren. In de vraag die er was is door de bouw van seniorenwoningen/appartementen in de afgelopen jaren al vrijwel voorzien. In de komende jaren zal de focus daarom niet op kwantiteit maar op de kwaliteit van woningen geschikt voor senioren moeten komen te liggen. Met de huidige projecten van WonenNWF (zoals omschreven in de projectplanning) en het Strategisch Voorraad Beleidsplan 2010 wordt hierin voorzien.
35
5. Woningbehoefte kwalitatief (woonwensen) Ondanks dat senioren in woningbehoefte onderzoeken vaak aangeven verhuisgeneigd te zijn, blijken ze in de praktijk hier maar zelden daadwerkelijk toe over te gaan. Van de huidige 70-plussers verhuist slechts 15 tot 20%. (TNO) Voor veel senioren is verhuizen een erg grote stap, waar ze lang tegenaan hikken. Ze wonen prettig in hun huidige, vertrouwde en vaak ook goedkope woning. Veel senioren hebben hun koopwoning reeds afbetaald en daardoor lage woonlasten. Senioren in huurwoningen wonen hier vaak al erg lang en betalen zodoende maar weinig huur. Dit beeld wordt onderschreven door het landelijke onderzoek WoON55+. Uit dit onderzoek blijkt dat ouderen van nu en in de toekomst een sterke wens hebben om niet te verhuizen en langer zelfstandig te wonen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn door de minister van WWI op in maart 2010 naar de Tweede Kamer gestuurd. Weg gaan uit hun vertrouwde huis (en woonomgeving) en meer gaan betalen voor huisvesting, dat doen senioren dus liever niet. Vaak pas als het echt niet anders meer kan (meestal vanwege een verslechterende gezondheid). Om senioren te verleiden al iets eerder de stap te maken naar een andere woning moet je met het goede product komen, met een woning die precies aan sluit bij hun woonwensen. Maar wat zijn die woonwensen? Allereerst; DE senior bestaat niet. Dat klinkt logisch, maar welke categorieën zijn er te onderscheiden? En wat willen zij dan? ´vooroorlogs´vs. ´babyboom´ Een belangrijk onderscheid betreft het verschil tussen de huidige „vooroorlogse‟ senioren (geboren in de periode ca. 1910-1940) en de toekomstige senioren, de „babyboomers‟ (geboren in de periode ca. 1945-1955). De „babyboom-generatie‟ is in vergelijking met de vooroorlogse generatie gemiddeld hoger opgeleid, meer vermogend, mobieler, „digitaler‟, assertiever en vaker gescheiden of kinderloos. Deze babyboomers zeggen op een andere manier oud te willen worden dan de huidige generatie. „Huize avondrood‟ is voor hen een schrikbeeld. 61% zegt zo lang mogelijk thuis te willen wonen m.b.v. thuiszorg, 25% ziet zich voorlopig nog wel thuis wonen met een vorm van mantelzorg en nog maar 11% ziet een toekomstig thuis in een verzorgings- of verpleeghuis. Onderzoek van Habion (landelijk opererende woningcorporatie gericht op seniorenhuisvesting) laat zien dat „Huize Avondrood‟ heeft afgedaan omdat de toekomstige senioren dit beschouwen als een „patiëntenconcept‟. En zij zien zichzelf absoluut niet als patiënt. Waar de huidige generatie senioren na een leven van hard werken naar een „verzorgingshuis‟ gaat en daar verzorgd wordt gaat de voorkeur van de nieuwe senior veel meer in de richting van een „Wellnessconcept‟. Hierbinnen verwachten zij ondersteuning bij de dingen die men niet meer kan. Het streven is om zo lang, zo goed en zo plezierig mogelijk te kunnen leven. Ook moet er wat te beleven zijn. De nieuwe senior is weinig verhuisgeneigd, maar als hij/zij verhuist is dat graag naar een plek waar wat te beleven is. Daarom zijn brede combinaties van seniorenwoningen met voorzieningen (winkels, scholen, café, bibliotheek etc.) zo in trek. Brede multifunctionele accomodaties, waar naast beleving evt. ook de mogelijkheid bestaat bij te dragen aan de maatschappij door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk (zingeving). De appartementencomplexen die WonenNWF de laatste jaren heeft gebouwd passen binnen deze tendens. Denk hierbij aan appartementencomplex Bjirmenstate met een gezondheidscentrum en gelegen in het centrum van Sexbierum. Of denk aan Offingaburg met een zorgsteunpunt, gelegen 36
midden in het centrum van Hallum, dus met voorzieningen in de buurt. Ook bij nieuwe projecten, zoals de ontwikkelingen in Tzummarum rond Nij Bethanië en in St. Annaparochie rond Beuckelaer wordt door WonenNWF op deze trend ingespeeld door zo multifunctioneel mogelijke accomodaties te realiseren samen met andere partijen. Mogelijk kan in samenwerking met welzijnspartijen of vrijwilligersorganisaties ingespeeld worden op bovengenoemde behoefte aan zingeving. Gezondheid Naast het onderscheid tussen de „vooroorlogse‟ generatie en de babyboomers valt er ook onderscheid te maken tussen senioren op basis van gezondheidsprofielen, financiële positie en leefstijlgroepen. Wanneer je kijkt naar gezondheid dan blijkt dat verreweg de meeste senioren niet direct een aangepaste woning en zorg nodig hebben. Maar hoe ouder mensen worden, hoe groter de kans op beperkingen en aandoeningen wordt. Én aangezien we met z‟n allen gemiddeld steeds ouder worden neemt ook het aantal levensjaren waarin mensen te maken krijgen met beperkingen toe. Bij 75plussers ervaart ongeveer 60% van de huishoudens lichamelijke beperkingen. Verder neemt naar verwachting het aantal mensen met dementie de komende jaren flink toe. Zie pagina 17. Overigens hebben ouderen met een lage sociaal economische status een hogere zorgvraag en deze zorgvraag begint op een lagere leeftijd. Een flink deel van deze ouderen woont in een sociale huurwoning en is daarmee klant van WonenNWF. Mensen met alleen lager onderwijs leven gemiddeld 44 jaar zonder chronische ziekte en 60,5 jaar zonder fysieke beperkingen. Voor mensen met een HBO of WO opleiding is dit gemiddeld 49 resp. 74 jaar. De leeftijd waarop chronische (langdurige) aandoeningen optreden, blijft in de loop der jaren nagenoeg gelijk. Het gevolg daarvan is dat mensen gemiddeld meer jaren in ongezondheid leven. (bron, RIVM). Financiën Wat betreft financiële positie heeft de babyboom-generatie gemiddeld gezien een stuk meer geld te besteden dan de vorige generatie. Hier wordt in alle studies over „de toekomstige senior‟ ook veel nadruk op gelegd. Echter, niet alle „babyboomers‟ hebben evenredig gedeeld in de stijging van de welvaart. Daardoor bestaat er tevens een omvangrijke groep (toekomstige) ouderen die wel afhankelijk is van het sociale stelsel en daardoor minder zelfstandig is. Ook voor deze groep moet er in de toekomst voldoende geschikte huisvesting beschikbaar zijn. Zij zullen vooral een beroep (blijven) doen op de sociale huurwoningvoorraad. Leefstijl Een vierde, en in dit verband laatste, onderscheid is te maken qua leefstijlgroep. Hagen & Mandemakers onderscheiden er zes: (uit: Essenties voor samenwerking in wonen en zorg, H.K. van den Beld & D. van Zalk, januari 2010)
1) De groep ongebondenen (15%) is vitaal, op zichzelf gericht en maatschappelijk actief; reizen en genieten van het leven zijn bij deze groep de trefwoorden. Zij wonen veelal in een koopwoning. 2) De dynamische individualisten (13%) zijn de carriéremakers in ruste. Ze hebben zich enigszins teruggetrokken en willen privacy en rust. Zij wonen veelal in een koopwoning. 3) De derde groep zijn de onafhankelijken (17%); veelal alleenstaande vrouwen, 70-plus en stedelijk georiënteerd en vaak flatbewoners. 4) De samenlevers (19%) zijn vooral groepsgeoriënteerd; ze willen samen dingen doen met leeftijdgenoten en zoeken gezelligheid en geborgenheid. Zij wonen veelal in een huurwoning. 37
5) Een vijfde groep is te typeren als de verankerden (19%); zij willen vasthouden aan het sociale netwerk in de eigen woonomgeving en willen niet verhuizen. Zij wonen veelal in een huurwoning. 6) De terugtreders (16%) tot slot hebben hun leefwereld ingeperkt. Ze hebben minder behoefte aan sociale contacten en zijn weinig geneigd om te verhuizen. Zij wonen zowel in koop- als huurwoningen. Ondanks dat er nog vele andere indelingen zijn te bedenken, geeft dit toch wel enig idee van de „klantgroep‟ van WonenNWF. De (toekomstige) huurders van WonenNWF liggen in de laatste drie categorieën, aangezien dit huurders betreft. Hierbij bestaat een aardig deel van groep 5 „verankerden‟ en 6 „terugtreders‟ uit huurders die graag op dezelfde plek willen blijven wonen. Oftewel, dit gaat ook over onze huidige huurders die met enkele woningaanpassingen (WMO) graag zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen. In tegenstelling tot de mensen van categorie 5 en 6 zijn de „samenlevers‟ uit groep 4 zijn wel verhuisgeneigd en zoeken hierbij vooral de gezelligheid, sociale contacten en veiligheid die het samenleven met andere senioren biedt. In het bouwen voor deze categorie is het handig met deze voorkeur rekening te houden. Woning & woonvorm Dat de seniorenwoning moet voldoen aan een aantal specifieke eisen spreekt eigenlijk voor zich. De verhuisgeneigde senior neemt eigenlijk als vanzelfsprekend aan dat zijn seniorenwoning: - toegankelijk is (gemakkelijk de woning in en uit kunnen komen, ook met rollator of rolstoel); - drempelloos is; - dat woonkamer, slaapkamer, keuken en douche/toilet op hetzelfde niveau (verdieping) liggen - en de woning relatief onderhoudsarm is WonenNWF probeert seniorenwoningen te realiseren die zowel qua fysieke aspecten onderscheidend zijn en ook op aantrekkelijke locaties worden gebouwd. De nieuwbouw die WonenNWF in de afgelopen jaren heeft gerealiseerd voor senioren is zeer ruim. Ieder appartement heeft een (ruim) balkon, de hoofdslaapkamer en badkamer zijn ruim genoeg voor het gebruik van een rollator en er zijn aparte (parkeer)ruimten gerealiseerd voor scootmobiels. Bovendien heeft WonenNWF veel aandacht besteed aan de architectuur van de appartementen/ woningen en de uitstraling van de seniorencomplexen. Bijvoorbeeld woonzorgcomplex Offingaburg is in 2010 onderscheiden met de Vredeman de Vriesprijs voor architectuur. Uit onderzoek komt naar voren dat fysieke aspecten die senioren later meewegen in hun oordeel vooral de oppervlakte van de woning en het aantal kamers betreft. Ook de aanwezigheid van een ontmoetingsruimte vinden veel senioren een pré. Zeker als hier activiteiten georganiseerd worden die hen aanspreken. Op deze manier wordt ingespeeld op eerder genoemde behoefte aan sociaal contact en dat er wat te beleven is. Qua woonvorm geeft de overgrote meerderheid van de senioren aan een negatief beeld te hebben van het wonen in een omgeving met uitsluitend andere senioren, zoals in een ´seniorenstad´(denk hierbij aan de Amerikaanse voorbeelden zoals SunCity). Men geeft de voorkeur aan individueel wonen tussen alle leeftijden. Een minderheid voelt zich wel aangesproken door aspecten van gemeenschappelijk wonen. Dat zijn degenen die al wat ouder zijn (70+), geen partner hebben en niet tevreden zijn over hun huidige sociale netwerk. Dit betreffen vooral oudere, alleenstaande vrouwen die zich soms onveilig voelen in hun woning en zich mede daarom aangetrokken voelen tot de sociale contacten en de gemeenschappelijkheid die een woongroep of andere vorm van gemeenschappelijk wonen met zich 38
mee brengt. Naar verwachting blijft het gemeenschappelijk wonen echter een nichemarkt. (zie hoofdstuk 8, innovatieve woonvormen) De woning staat echter niet op zichzelf. Een geschikte en comfortabele woning is voor senioren belangrijk maar niet voldoende. Ouderen willen namelijk ook dat hun buurt toegankelijk, veilig en aantrekkelijk is. In het volgende hoofdstuk wordt verder ingegaan op de eisen die senioren aan hun woonomgeving stellen.
Conclusies: -
Senioren zijn maar weinig verhuisgeneigd Qua (woon)wensen zijn er veel verschillende tussen de huidige generatie senioren (geboren ca. 1910-1940) en de toekomstige generatie (geboren 1945-1955), de zgn. babyboomers. De senioren die wél verhuisgeneigd zijn zoeken (gemiddeld gezien) een woning of appartement op een plek waar wat te beleven is (voorzieningen en activiteiten), waar het gezellig is (sociaal contact), waar het veilig en geborgen is (vertrouwd), en waar zorg en diensten (ondersteuning) te verkrijgen zijn. Hierbij moet niet de nadruk liggen op zorg en oud, maar juist op wellness en activiteit.
39
6. Woonomgeving Wonen is meer dan een goede woning alleen. Ook de woonomgeving is van groot belang. Het gaat hierbij om zowel „fysieke‟ aspecten, bijvoorbeeld dat de woonomgeving toegankelijk en netjes onderhouden is, als „sociale‟ aspecten, zoals een goede leefbaarheid en sociale contacten in de buurt. In dit hoofdstuk wordt hier op in gegaan. Woonomgeving Fysiek
Toegankelijkheid & „uitgankelijkheid‟ Een goed toegankelijk gebouw en een goed toegankelijke buitenruimte zijn van groot belang voor het vergroten van zelfstandigheid en veiligheid van mensen, met name voor hen met een beperking. Een goede toegankelijkheid zorgt dat mensen zich vrijer kunnen bewegen. Men kan meer zelfstandig ondernemen. Dit gevoel van zelfstandigheid draagt sterk bij aan de kwaliteit van leven. Het is daarom van belang in (ver)bouw- of renovatieprojecten de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving goed mee te nemen. Hiervoor is een gezamenlijke aanpak nodig door gemeente(n), woningcorporatie en zorginstellingen. Onder toegankelijkheid wordt verstaan: „de eigenschap van buitenruimten, gebouwen en woningen die maakt dat mensen er kunnen doen wat zij er volgens de bestemming moeten kunnen doen‟. Het gaat dus om het gebruik van de ruimte. Niet alleen de toegang tot een gebouw moet goed zijn, ook de doorgang binnen het gebouw en de uitgang het gebouw uit. Gemeenten zijn vanwege de Wmo verantwoordelijk voor maatschappelijke ondersteuning. Prestatieveld nummer vijf van de Wmo is als volgt: „het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking‟. (zie actiepunt 7)Dit kan op verschillende manieren ingevuld worden; een ervan is het opheffen van blokkades in de gebouwde omgeving. Tot blokkades in de gebouwde omgeving kunnen worden gerekend: -
-
-
Hoogteverschillen, zoals drempels en trappen. Deze dienen zoveel mogelijk vermeden te worden, bijvoorbeeld door aanleg van een lift. Zorg verder bij trappen voor een duidelijke markering op de treden en een steun om aan vast te houden. Slechte of ontbrekende bewegwijzering Borden moeten duidelijk zijn en op goed zichtbare plaatsen worden aangebracht. Bediening van licht, lift deuren e.d. Zorg voor knoppen op een goed bereikbare plaats, die duidelijk als knop te onderscheiden zijn en gemakkelijk te bedienen. Vloer De vloer dient niet te glad of te stroef te zijn. Verlichting Zonder goed licht is het lastig om te zien of er obstakels zijn. Daarnaast kan te weinig licht zorgen voor onveilige/onprettige plekken. Te veel licht daarentegen kan pijn doen aan de ogen en ongezellig zijn. Zorg dus voor goede verlichting.
Naast toegankelijk moeten gebouwen ook goed „uitgankelijk‟ zijn. Dit zorgt er voor dat bij een calamiteit alle aanwezigen snel en onbelemmerd op een veilige plek kunnen komen. Dus ook degenen 40
die slecht ter been zijn, slecht zien of slecht horen. Een goede vlucht bij calamiteiten begint met goed gebouwde vluchtroutes, met goede bewegwijzering en een werkend alarmsysteem. Dit moet ook regelmatig gecontroleerd worden.
Mobiliteit Het is van belang dat voorzieningen op het gebied van wonen en zorg ook daadwerkelijk te bereiken zijn voor ouderen. Omdat zij vaak afhankelijk zijn van het openbaar vervoer of haal- en brengdiensten houdt WonenNWF de ontwikkelingen hieromtrent in de gaten. In onderstaande figuur van provincie Fryslan zijn de huisartsen en de buslijnen in het noordwesten van Friesland weergegeven. Veruit het grootste deel van de dorpen waar WonenNWF woningbezit heeft is goed te bereiken met de bus (zie paarse lijnen).
Ook de gesprekken met stakeholders zijn geen problemen t.a.v. mobiliteit naar voren gekomen. Wel geven de LeMon leefbaarheidsonderzoeken die WonenNWF in 2010 in gemeente het Bildt en in 2008 in gemeente Franekeradeel heeft gehouden (i.s.m. de betreffende gemeenten) aan dat bewoners in Oudebildtzijl en Ried ontevreden zijn over de busverbindingen in hun dorp. WonenNWF zal in 2011 met de verenigingen van Dorpsbelang in deze dorpen bespreken wat het probleem precies is en samen zoeken naar een oplossing (= actiepunt 8) Woonomgeving Sociaal
Leefbaarheid / woonmilieu Naarmate de leeftijd vordert, brengen ouderen meer tijd door in huis en in de directe leefomgeving. Ze hebben dus baat bij een geschikte woning en een geschikte leefomgeving, waar dit hoofdstuk over gaat. Zoals aangegeven in de vorige paragraaf dient de woonomgeving van ouderen toegankelijk te zijn, zodat zij zich vrij kunnen bewegen, maar de woonomgeving moet ook leefbaar zijn. 41
Leefbaarheid is een zeer breed begrip, zoals ook de brede inzet van WonenNWF op dit terrein laat zien. Voor alle buurtbewoners, maar met name voor ouderen zijn de volgende aspecten van belang: 1. Veiligheid; Voelen ouderen zich veilig in hun dorp? Zijn er veilige looproutes met rustplaatsen in het dorp? (dus ook verkeersveiligheid) 2. Sociale cohesie; voelen ouderen zich thuis in hun dorp? Horen ze erbij? Zijn er mensen op wie ze kunnen terugvallen als zij hulp nodig hebben? (burenhulp, mantelzorg, vrijwilligerswerk). Maar ook ouderen zelf willen graag hun kennis en levenservaring inzetten om een positieve bijdrage aan hun woonomgeving te leveren. 3. Voorzieningen. Is er een bakker of supermarkt in de buurt? Zijn er goede OV-voorzieningen? Is er een dorpshuis of soos waar activiteiten voor ouderen georganiseerd worden? Is er een huisarts in het dorp? 4. Infrastructuur. Zijn de looproutes in het dorp veilig & ´rollator-proof´, zonder hoge stoepranden, gaten en losliggende tegels? Ouderen willen graag zonder hindernissen de winkel, het dorpshuis of de bushalte kunnen bereiken. Ook is het prettig wanneer routes overzichtelijk zijn en met bankjes of andere zitgelegenheden onderweg.
Activiteit & tegengaan eenzaamheid Naast leefbaar, is de woonomgeving bij voorkeur ook „uitnodigend‟. De buurt moet zowel in fysiekruimtelijke als in sociaal opzicht mensen verlokken tot deelname aan activiteiten. Het fysieke aspect van een uitnodigende leefomgeving slaat vooral op de afwezigheid van belemmeringen en de aanwezigheid van plekken waar iets te genieten en te beleven valt. Bij sociale aspecten gaat het vooral om de interacties tussen bewoners onderling en tussen bewoners en andere belanghebbenden, zoals winkeliers, politieagenten en welzijnswerkers. Om de interactie te bevorderen is het prettig wanneer er een ontmoetingsplek in het dorp is, zoals een dorpshuis of MFC. Ook voorzieningen als winkels zijn vaak een ontmoetingsplek. Maar ook zitgelegenheden die zo zijn opgesteld dat ze uitnodigen tot ontmoeting zijn hiervoor geschikt. Eenzaamheid is een probleem onder ouderen. Vooral in de zomerperiode wanneer, „iedereen‟ op vakantie is. Een goed palet aan wonen, zorg en welzijn helpt tegen eenzaamheid. Verschillende zorgen welzijnsaanbieders in noordwest Friesland (bijvoorbeeld ZHB en SWO het Bildt in gemeente het Bildt) bieden een uitgebreid activiteitenaanbod voor ouderen. Het is van belang dat er plaats is, ruimte is, voor activiteiten. WonenNWF doet haar best bij de bouw van seniorenappartementen een gemeenschappelijke ruimte te realiseren, ook bij kleine(re) projecten. In deze ruimte kunnen activiteiten voor en door bewoners worden gehouden. (Actiepunt 4) Daarnaast is WonenNWF al jaren actief op het gebied van leefbaarheid. In het leefbaarheidsbeleid nemen het ondersteunen van dorpshuizen en multifunctionele centra en het stimuleren van sociale cohesie een belangrijke rol in. Zoals hierboven aangegeven is er vanuit ouderen bezien alle reden om dit beleid voortvarend voort te zetten. Daarbij kan – in overleg met gemeenten- in de komende periode wellicht nog wat meer aandacht besteed worden aan de infrastructuur / looproutes in het dorp. (zie Actiepunten 4 en 6)
Welzijn Binnen welzijn, het algehele welbevinden van mensen, speelt prettig wonen in een leefbare woonomgeving een grote rol. Door welzijnsbevorderende activiteiten en voorzieningen wonen mensen prettiger. Voelen ze zich meer thuis. In het rijksbeleid gericht op ouderen wordt steeds meer nadruk gelegd op het welzijnswerk. Welzijn wordt gezien als manier om ouderen zo lang mogelijk „uit de zorg‟ te houden.
42
In de trits wonen-welzijn-zorg gaat het erom dat mensen welzijnsbevorderende voorzieningen en diensten krijgen aangeboden waardoor zo lang mogelijk voorkomen kan worden dat die mensen (extra) zorg nodig hebben of zelfs hun huis moeten verlaten om deze zorg te kunnen krijgen. De term van dit moment is Welzijn Nieuwe Stijl (Bussemaker, 2009). Welzijn Nieuwe Stijl impliceert dat welzijnsorganisaties hun werkzaamheden herijken door meer integraal, verbindend, resultaatgericht en vooral vraaggericht te werk te gaan. Dit allemaal –nogmaals – met als doel om door middel van activiteiten en diensten op het gebied van welzijn mensen zo lang mogelijk „uit‟ de zorg te laten blijven (want dat kost geld). Welzijnspartijen worden doorgaans gefinancierd vanuit de gemeente en proberen daarom goede relaties te onderhouden met gemeenten. De winst van welzijnsactiviteiten is doorgaans moeilijk hard te maken en meer van immateriële aard. Denk bijvoorbeeld aan meer tevreden burgers, langer zelfstandig wonen, minder eenzaamheid, leefbaarheid, etc. Welzijnspartijen moeten het daarom vooral hebben van hun creativiteit en overtuigingskracht om de financiering rond te krijgen. WonenNWF heeft er belang bij dat mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, tevreden zijn over hun woonsituatie en hun dorp als leefbaar ervaren. Hierin kan het welzijnswerk een rol spelen en daar ligt dus de samenwerking tussen corporatie en welzijn. De volgende vraag is dan; waar bestaat welzijn uit? Het volgende basispakket aan welzijnsdiensten voor ouderen wordt in Nederland veelal door cliënten en aanbieders als cruciaal gezien (Uit het onderzoek WWZ, Prov Fryslân 2004): 1. Maaltijdvoorziening aan huis Dit kan zijn in de vorm van een warme maaltijd (tafeltje-dekje) of als koelvers- over vriesversmaaltijd die mensen zelf (in de magnetron) opwarmen. Deze laatste vorm is sterk in ontwikkeling. 2. Aangepast vervoer van deur tot deur. Aandachtspunten hierbij zijn beschikbaarheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid. 3. Alarmering. Vaak is (het gevoel van) veiligheid – er komt iemand als het echt nodig is – een belangrijke voorwaarde om zelfstandig te blijven wonen. Het gaat hierbij om sociale alarmering (waarbij een mantelzorger wordt opgeroepen) of medische alarmering (waarbij een professional komt). 4. Consulent / ouderenadviseur Voor een persoonlijk advies en het beantwoorden van vragen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. 5. Één loket Hierin is voorzien met de huidige WMO-loketten, waardoor mensen één duidelijke plek hebben waar ze met hun vragen terecht kunnen. 6. Recreatieve en sportieve activiteiten Dit is een van de belangrijkste haalfuncties. Sportbeoefening vergroot de vitaliteit en gezondheid en draagt er daardoor aan bij dat mensen zelfstandig kunnen blijven wonen. 7. Open eettafel Een belangrijke andere haalfunctie. Goed voor de sociale contacten. 8. Kleinschalige dienstverlening aan huis (hand- en spandiensten) Denk hierbij aan klussendienst, boodschappendienst en tuinonderhoud. Deze diensten worden allen geboden door de zorg en welzijnspartijen in noordwest Friesland. In aanvulling op bovenstaande algemene welzijnsdiensten komen in de Friese situatie nog enkele specifieke aandachtspunten naar voren: 43
1. Een ontmoetingsplek in elke kern of wijk Een centraal gelegen ontmoetingsplek waarin mensen elkaar kunnen ontmoeten en activiteiten kunnen ondernemen draagt bij aan de activering van verschillende groepen en aan het voorkomen van eenzaamheid.(Sociaal rapport Fryslan) Vanuit het oogpunt van leefbaarheid onderschrijft WonenNWF het belang van ontmoetingsplekken (dorpshuis, MFC) en investeert zij hier ook volop in. 2. Extramuralisering als extra stimulans voor welzijn (en zorg) in kleine kernen. Het afbouwen van grote instellingen biedt aanknopingspunten voor het ontwikkelen van kleinschalige clusters van wonen, welzijn en zorg in de kleine kernen. 3. Aanwezigheid basisvoorzieningen Een belangrijke randvoorwaarde bij het langer zelfstandig wonen is het hebben van een aantal basisvoorzieningen in de eigen woonkern. Het gaat hierbij om de huisarts, het dorpshuis en de supermarkt. Ook de basisschool wordt als cruciale voorziening beschouwd, maar daarbij gaat het om een andere doelgroep. Ook de mogelijkheid om geld op te nemen wordt vaak bij het rijtje van favoriete voorzieningen genoemd. WonenNWF is reeds erg actief op het gebied van leefbaarheid (met name t.a.v. dorpshuizen, sportaccomodaties, speeltuinen, etc.) en het ondersteunen van welzijnsdiensten zou hier ook bij kunnen horen. Wel is het hierbij van belang om vrijwilligers in de dorpen te ondersteunen bij hun werk en vooral niet zaken van hen over te nemen. Een van de onderwerpen die binnen leefbaarheid op dit moment in de belangstelling staat is tuinonderhoud. Slecht tuinonderhoud heeft zijn weerslag op het hele aangezicht van een straat en is daarom een grote ergernis van veel buurtbewoners. WonenNWF is samen met Empaselect en de Dienst SoZaWe Noordwest Friesland bezig om een pilot-project op te zetten voor het ondersteunen en activeren van huurders om hun tuin goed te onderhouden. Voor ouderen met een tuin die fysiek gezien achteruit gaan wordt het tuinonderhoud steeds zwaarder. Zowel vanuit welzijn als vanuit leefbaarheid kan je deze bewoners ondersteunen bij hun tuinonderhoud, zodat ze de zaken die ze nog wel kunnen zelf kunnen doen en dat er voor de rest de mogelijkheid bestaat om dit te laten doen. Verder werd in hoofdstuk 5 (woonwensen) geconstateerd dat de senior van de toekomst behoefte heeft aan zingeving. Deze zingeving kunnen zij ervaren via welzijns- of vrijwilligerswerk. Mogelijk kan in samenwerking met welzijnspartijen of vrijwilligersorganisaties ingespeeld worden op deze behoefte aan zingeving. (Zie actiepunt 5)
Conclusies: Woningen en appartementencomplexen voor senioren moeten goed toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dit betekent, hoogteverschillen vermijden, goede bewegwijzering, goede verlichting en gemakkelijke bediening van lift, deuren e.d. Tevens moeten gebouwen ´uitgankelijk´zijn, d.w.z. gemakkelijk te verlaten bij calamiteiten, ook voor mensen met een beperking. De nieuwbouw van WonenNWF voldoet hieraan. Verder is het belangrijk dat de woonomgeving leefbaar is. Denk hierbij aan veiligheid, aanwezigheid van voorzieningen en een ontmoetingsplek (zoals dorpshuis). Zie hiervoor het leefbaarheidsbeleid van WonenNWF en actiepunt 4). Via welzijnsbevorderende activiteiten en diensten wordt het algehele welbevinden van (oudere) bewoners verbeterd. Dit draagt bij aan het langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen van mensen. Hoe langer mensen „ uit de zorg‟ gehouden worden, hoe minder kosten, en daarom stimuleert het rijk welzijnsactiviteiten. (zie actiepunt 5) Kernwaarden voor prettig wonen en oud worden in je eigen woonomgeving zijn; ontmoeting, (welzijns) activiteiten, veel beleven, zinvol leven en het voeren van regie over het eigen leven. Oftewel ´ondernemend oud worden´.
44
7. Samenwerking In dit hoofdstuk wordt allereerst uiteengezet welke partijen zich bezig houden met wonen & zorg. Tevens wordt aangegeven welke rollen en verantwoordelijkheden elke partij heeft. Vervolgens komen de mogelijkheden en de moeilijkheden bij samenwerking aan de orde, zowel op dit moment als rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen zoals schaalvergroting en marktwerking.
7.1
Partijen, rollen en verantwoordelijkheden
In Noordwest Friesland zijn, naast WonenNWF, de volgende partijen actief op het gebied van wonen, zorg en welzijn: Gemeenten Zorgpartijen Welzijnspartijen Overige partijen De rollen en verantwoordelijkheden van deze partijen worden hieronder uiteengezet.
Wonen Noordwest Friesland De rol van woningcorporaties, zoals WonenNWF, in wonen & zorg staat aangegeven in het BBSH (Besluit Beheer Sociale Huursector). In het BBSH staan zes prestatievelden aangegeven waarop corporaties (zgn. toegelaten instellingen) moeten presteren, waaronder (nr. 6) Wonen en zorg. Samengevat luidt de tekst uit het BBSH als volgt: De toegelaten instelling draagt bij aan het volgens redelijke wensen tot stand brengen van huisvesting voor ouderen, gehandicapten en personen die zorg of begeleiding behoeven. Ter uitvoering hiervan kan de toegelaten instelling overgaan tot: a. het bouwen en exploiteren van woon-zorgcomplexen en de daarbij behorende gemeenschappelijke ruimten en fysieke zorginfrastructuur b. het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van arrangementen m.b.t. wonen, zorg- en dienstverlening, die het zelfstandig wonen bevorderen; c. het vervullen van een bemiddelende rol voor bewoners met betrekking tot zorg- en dienstverlening
Naast dus het bouwen en verhuren van woningen en woon-zorgcomplexen mag WonenNWF ook op andere manieren, zoals via een bemiddelende rol een bijdrage leveren aan het zelfstandig wonen van mensen met een zorgvraag. Naast wonen en zorg kent het BBSH ook een vijfde prestatieveld, namelijk het bevorderen van de leefbaarheid. Zoals eerder in deze notitie aangegeven pakt WonenNWF deze taak met beide handen aan, ook met het oog op haar oudere huurders. Verder is het vanzelfsprekend voor ons als corporatie, dat WonenNWF zich – conform het BBSH – in zet om mensen met een krappe beurs een kwalitatief goede goedkope of betaalbare huurwoning aan te bieden. Aangezien er een flinke groep ouderen is – en blijft – met een laag inkomen is dit van groot belang. Om onze (toekomstige) huurders, waaronder ouderen met een zorgvraag, goed te bedienen moet WonenNWF samenwerken met gemeenten en zorgpartijen. Daarom hieronder inzicht in hun positie.
Gemeenten Gemeenten zijn – conform de gemeentewet – verantwoordelijk voor het goed huisvesten van hun inwoners. Hiervoor maken zij (prestatie)afspraken met o.a. woningcorporaties. Zie hieronder. Ook zijn 45
gemeenten verantwoordelijk voor het ruimtelijk beleid in hun gemeente. Via bestemmingsplannen wordt de bestemming van een bepaald gebied aangegeven. Om de bestemming van een perceel te wijzigen (bijvoorbeeld van landbouwgrond naar woningbouw) is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. Hiervoor zijn gemeenten verantwoordelijk. Dit betekent concreet dat om nieuwe woningen te bouwen de corporatie altijd bij de gemeente moet aankloppen voor een bestemmingsplanwijziging. Zodoende is de corporatie afhankelijk van de gemeente. Andersom zijn alleen woningcorporaties bereid om onrendabel te investeren in sociale huurwoningen. Voor het goed huisvesten van hun inwoners met een laag inkomen zijn gemeenten daarmee afhankelijk van woningcorporaties. Zo hebben woningcorporaties zoals WonenNWF en gemeenten elkaar nodig om hun doelstellingen te realiseren. Naast het onderwerp wonen hebben gemeenten ook een stevige verantwoordelijkheid op het gebied van zorg. De verantwoordelijkheid voor de zorgverlening is gedecentraliseerd van het rijk naar de lokale overheid, de gemeenten. Het idee hierachter is dat de gemeenten dichterbij hun inwoners staan dan het rijk. In het kader van de WMO heeft de gemeente een regierol bij het organiseren van o.a. zorg en huishoudelijke hulp voor haar (oudere) inwoners. De dienst SoZaWe Noordwest Fryslân voert voor acht gemeenten in het noordwesten van Friesland, waaronder de gemeenten in het werkgebied van WonenNWF, de onderdelen van de WMO gericht op wonen&zorg uit (waaronder de aanbesteding huishoudelijke verzorging). De prestatievelden in de WMO die gericht zijn op welzijn worden doorgaans door welzijnsorganisatie uitgevoerd (financieel) gesteund door de gemeenten. Anders gezegd: de Dienst voert prestatievelden 5 en 6 uit voor de gemeenten en Dienst en gemeenten werken samen op het gebied van prestatievelden 3 en 4. Daarbij vult de Dienst voor een aantal gemeenten (Ferwerderadiel, Leeuwarderadeel, Harlingen, Het Bildt (tijdelijk) en binnenkort ook Vlieland prestatieveld 3 volledig in door middel van het inzetten van een Wmo-adviseur. Het (basis)Wmo-loket zoals dat in alle 8 gemeenten is ingericht is in eerste instantie alleen bedoel voor het verstrekken van informatie in het kader van de huishoudelijke zorg en de voorzieningen. Iedere gemeente afzonderlijk heeft verder op eigen wijze de overige prestatievelden ingevuld en tevens de informatievoorziening daaromtrent. Via de medewerker WMO bestaat er vrij veel contact tussen WonenNWF en de dienst SoZaWe. Dit contact is vooral praktisch van aard; „In welke woning dienen welke aanpassingen te worden gedaan?‟ In augustus 2009 zijn er nieuwe prestatieafspraken gemaakt tussen Dienst dienst SoZaWe Noordwest Fryslân en de drie woningcorporaties die werkzaam zijn het werkgebied van de dienst. Hierin is voor het eerst de mogelijkheid opgenomen om bij nieuwe woningbouwprojecten direct aanpasbaar te bouwen, in plaats van achteraf voorzieningen aan te brengen (artikel 3). Hier is wel een voorbehoud aan verbonden. De Dienst dient in een vroegtijdig stadium te worden betrokken én er dient door de verhuurder te worden aangetoond dat er aanzienlijke meerkosten zijn boven de normen van het Bouwbesluit (zie artikel 4). Indien dit beide het geval is kán de Dienst besluiten een financiële tegemoetkoming te verlenen. Zij zullen van geval tot geval beoordelen of het financieel zinvol en haalbaar is of dergelijke aanpassingen in het kader van de Wmo in de vorm van één algemene voorziening of diverse individuele voorzieningen kunnen worden verstrekt. WonenNWF is blij met deze ontwikkeling want wij denken dat het in veel gevallen een stuk handiger en goedkoper is om direct bij meerdere appartementen bepaalde aanpassingen aan te brengen (in het kader van de WMO) in plaats van pas later, één voor één, wanneer bewoners hun aanvraag doen. Wat betreft het onderdeel huishoudelijk zorg voert de Dienst SoZaWe de aanbesteding uit. Deze aanbesteding vindt in 1 keer plaats voor alle acht gemeenten waar de Dienst SoZaWe werkzaam is. 46
Op dit moment wordt de huishoudelijke zorg (HV1 en HV2) in noordwest Friesland uitgevoerd door drie combinaties van partijen. Hierdoor heeft elke oudere bewoner van noordwest Friesland de keuze uit drie zorgaanbieders: 1. de combinatie Interzorg / Zorgcentrum het Bildt / Tellens. 2. Het Friese Land 3. Palet WonenNWF heeft prestatieafspraken gemaakt met twee van de gemeenten waar zij werkzaam is, namelijk gemeente het Bildt en gemeente Franekeradeel. Het is de bedoeling om ook prestatieafspraken te gaan maken met gemeente Menaldumadiel. Gemeente Ferwerderadiel heeft eerder aangegeven geen behoefte te hebben aan het maken van prestatieafspraken omdat de samenwerking – ook op het gebied van wonen & zorg – zo ook prima gaat. In de prestatieafspraken met gemeente het Bildt (2009) is o.a. aangegeven dat: beide partijen (=gemeente & corporatie) een speciale inzet tonen op het gebied van combinaties van wonen en zorg. WonenNWF nadrukkelijk wordt betrokken bij de totstandkoming van de nieuwe structuurvisie wonen van de gemeente; waarin wonen & zorg ook wordt behandeld. Deze structuurvisie is in 2010 vastgesteld en WonenNWF is hier inderdaad nadrukkelijk bij betrokken in verschillende gespreken en inspraakrondes. Beide partijen zich inzetten voor leefbaarheid en de kwaliteit van de woonomgeving door o.a. samen rotte plekken (= verpauperde panden) aan te pakken, dorpsschouwen te houden en een leefbaarheidsonderzoek (LeMon) te verrichten (in de periode februari – juni 2010) om a.d.h.v. de resultaten hiervan samen de leefbaarheid te verbeteren. Het LeMon onderzoek is inderdaad uitgevoerd in de eerste helft van 2010 en aan de hand van de resultaten van het onderzoek voeren gemeente en WonenNWF nu verschillende acties uit, waaronder het beter onderhouden van de speelvoorzieningen in de gemeente. In het lokaal akkoord met gemeente Franekeradeel (2010)staat o.a. opgenomen dat Tenminste 30% van de nieuw te bouwen woningen door de corporaties( = WonenNWF en Accolade in de stad Franeker) in de periode 2010 -2014 is levensloopbestendig. Rotte plekken worden gezamenlijk aangepakt en het leefbaarheidsonderzoek LeMon wordt gezamenlijk uitgevoerd Gemeente Menaldumadeel heeft in 2009 gewerkt aan het opstellen van haar woonvisie. Deze visie dient als input bij het maken van prestatieafspraken. T.a.v. wonen en zorg / seniorenhuisvesting staat in gemeentelijke woonvisie opgenomen dat de gemeente circa 30% van het woningbouwprogramma voor deze doelgroep wil inzetten. De nadruk ligt hierbij – vanwege het zorgaanbod- op de grotere kernen; Menaldum, Dronrijp en Berlikum. In de nieuwbouw zet de gemeente in op de normen van Woonkeur (levensloopgeschikte woningen). Verder wil de gemeente de dienstverlening aan thuiswonende ouderen stimuleren door inzet vanuit het steunpunt mantelzorg. „Omtinkers‟ worden ingezet om huurders en eigenaar-bewoners te informeren over mogelijke woningaanpassingen die zorgen voor meer wooncomfort. WonenNWF neemt deel aan de gemeentelijke projectgroep omtinkers. Gemeente Menaldumadeel en WonenNWF zijn verder van plan om in de eerste helft van 2011 een LeMon leefbaarheidsonderzoek uit te laten voeren. Met gemeente Ferwerderadiel is de afgelopen jaren gewerkt aan verschillende nieuwe woningbouwprojecten, waaronder projecten op het gebied van wonen en zorg zoals Offingaburg in Hallum. Zie verder hoofdstuk 3, gerealiseerde projecten. In de komende jaren zal er eveneens gewerkt worden aan nieuwbouw voor senioren, bijvoorbeeld in Burdaard, en naar verwachting ook in 47
Ferwert rondom Foswert. Verder worden er bestaande woningen aangepast voor senioren, conform de WMO.
Zorgpartijen Wonen NWF werkt nauw samen met vier zorgcentra in de regio: Nij Bethanie( onderdeel van Zorggroep Noorderbreedte) in Tzummarum, Zorgcentrum het Bildt (Beuckelaer) in Sint Annaparochie, Interzorg in Ferwert en Hallum en Stichting Palet met onder meer vestigingen in Menaldum, Berlikum en Stiens. De rolverdeling tussen WonenNWF en de vier zorgcentra is als volgt: -
-
WonenNWF verhuurt aanleunwoningen op deze vier locaties waarbij vanuit de zorgcentra zorg op maat wordt geleverd. De vier zorgcentra verzorgen activiteiten en maaltijdservice waardoor oudere huurders van WonenNWF langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Verder wordt er vanuit zorgcentrum het Bildt (locatie Beuckelaer) te St. Annaparochie en vanuit Interzorg in Ferwert (locatie Foswert) huishoudelijke verzorging geleverd aan oudere huurders in resp. gemeente het Bildt en gemeente Ferwerderadiel (zie hierboven) WonenNWF is met alle vier de partijen in gesprek over ver-/nieuwbouw.
De zorgpartijen richten zich op tevreden (en voldoende) cliënten, continuïteit door het onderhouden van goede relaties met partijen die de opdrachten verlenen (= gemeente (huishoudelijke zorg) en zorgkantoor (verzorging en verpleging), en goed (up-to-date) vastgoed waarin en waar vanuit zorg kan worden geleverd. Hierbij komt WonenNWF in beeld (zie hierboven). Noorderbreedte Nij Bethanië te Tzummarum beschikt over 60 plaatsen in het zorgcentrum, 26 aanleunwoningen en een dagcentrum. Verder biedt Nij Bethanië maaltijdenservice en thuiszorg. Nij Bethanië is onderdeel van zorggroep Noorderbreedte. Er is een groot ontwikkelingsplan voor Nij Bethanië en omgeving opgesteld bestaande uit een combinatie van wonen, zorg en onderwijs (zie pagina 25) Ook op twee andere locaties werken WonenNWF en Noorderbreedte samen. In het gezondheidscentrum bij Bjirmenstate biedt Noorderbreedte ondersteuning voor ouderen in de vorm van consultatie. Tevens is serviceorganisatie Nynke (onderdeel Noorderbreedte) vertegenwoordigd in het gezondheidscentrum. Bij de ontwikkeling van het Van Harenshus in St. Annaparochie realiseert Noorderbreedte 36 verpleeghuisplaatsen en WonenNWF 16 aanleunappartementen. Zorgcentrum het Bildt (ZHB) ZHB biedt op de locatie Beuckelaer te St. Annaparochie circa 80 verzorgingsplaatsen en een uitgebreid aanbod aan activiteiten die ook voor niet-bewoners toegankelijk zijn. Ook in de kernen St. Jacobiparochie en Minnertsga verzorgt ZHB activiteiten, waar alle ouderen uit het dorp (dus ook de huurders van WonenNWF) gebruik van kunnen maken. Verder levert ZHB maaltijdservice en huishoudelijke zorg aan huis in gemeente het Bildt. ZHB en WonenNWF hebben momenteel en in de komende jaren in verschillende hoedanigheden met elkaar te maken; - bij de ver-/nieuwbouw van Beuckelaer en de bouw van nieuwe aanleunwoningen hierbij. - bij het aanbieden van dagactiviteiten door ZHB in Minnertsga en St. Jacobiparochie voor o.a. bewoners van de seniorencomplexen van WonenNWF aan Hermanawei en Noordeinde. - Middels de WMO; bij het bieden van huishoudelijke hulp en verzorging aan o.a. oudere huurders van WonenNWF (in seniorenappartementen, levensloopgeschikte woningen en aangepaste woningen)
48
Hierbij zorgt WonenNWF voor „de stenen‟ (fysiek) en ZHB voor activiteiten, huishoudelijke hulp en verzorging (sociaal). De twee organisaties vullen elkaar aan en versterken elkaar op deze manier.
Interzorg Het woonzorg centrum Foswert van Interzorg in Ferwert biedt plaats aan circa 90 bewoners. Rondom het woonzorgcentrum verhuurt WonenNWF aanleunwoningen. Vanuit het woonzorg centrum biedt Interzorg maaltijdservice en een activiteitenaanbod voor senioren in gemeente Ferwerderadiel. Net als bij ZHB zijn WonenNWF en Interzorg in gesprek over ver-/nieuwbouw van het woonzorgcentrum. Tevens hebben WonenNWF en Interzorg samengewerkt bij de realisatie van Offingaburg te Hallum. Dit complex bestaat uit twee groepswoningen met ieder zes zorgappartementen voor licht dementerende ouderen, 14 zelfstandige seniorenappartementen en zes eengezinswoningen. Verder werken WonenNWF en Interzorg samen in Birdaard. Hier is sprake van de bouw van een nieuw MFC, met daarin een zorgsteunpunt van Interzorg. WonenNWF is voornemens hier een 12-tal woningen geschikt voor senioren te realiseren. Palet Stichting Palet heeft onder meer vestigingen in Menaldum, Berlikum en Stiens. Woonzorgcentrum Nij Statelân in Menaldum biedt plaats aan circa 200 bewoners (verdeeld over drie gebouwen; Gralda State, Orxma State en woongroep „Oars Wenje‟). Bewoners van Menaldum e.o. kunnen vanuit Nij Statelân thuiszorg, verpleging, verzorging en diensten afnemen. De rest van de gemeente Menaldumadeel wordt bediend vanuit de zorgsteunpunten Dronrijp en Berlikum. In 2009 heeft WonenNWF het appartementencomplex Berlingastate in Berlikum gerealiseerd. Hierin bevinden zich 22 voor senioren geschikte appartementen en een zorgsteunpunt van Palet. Woonzorgcentrum Skilhiem in Stiens bestaat uit 42 appartementen. Ook zijn er circa 70 aanleunwoningen in de omgeving van het centrum. In Skilhiem bevindt zich een kleinschalige woonvorm voor ouderen met psychogeriatrische of somatische problemen. Bewoners van de gemeente Leeuwarderadeel kunnen vanuit Skilhiem thuiszorg, verpleging, verzorging en diensten afnemen. In Petterhûsterstate huisvest Palet 19 dementerenden, Talant 6 dementerenden met een lichamelijk beperking en er is 1 crisisopvangplek. In totaal zijn er 26 appartementen. Aan de Skilwei in Stiens (vlak bij Skilhiem) bouwt WonenNWF in 2010 17 appartementen en 6 patiowoningen. De toekomstige bewoners kunnen gebruik maken van de zorg die stichting Palet verzorgt vanuit Skilhiem. Ook in de omliggende grotere plaatsen Franeker, Harlingen en Leeuwarden (dus buiten ons werkgebied) zijn zorgcentra. Tellens Zorggroep Telllens heeft 20 woonzorgcentra in Friesland, waaronder in Tzum. Het woonzorgcentrum Martenahiem in Tzum telt 36 intramurale plaatsen. Daarnaast zijn er 23 seniorenappartementen vastgebouwd aan het woonzorgcentrum. Bewoners en andere ouderen uit het dorp kunnen in de recreatiezaal van Martenamhiem terecht voor activiteiten. Daarnaast wordt er vanuit de centrale vestiging van Tellens in Franeker (huishoudelijke) zorg geleverd aan thuiswonende ouderen in Tzum en omgeving.
49
Talant Talant is een grote zorgorganisatie die een breed scala aan wonen met ondersteuning, zorg en dagbesteding biedt aan verstandelijk gehandicapten. In Sint Annaparochie (Steven Huygenstraat) verhuurt WonenNWF een woongebouw met diverse zorgmogelijkheden aan Talant. Hier wonen 12 verstandelijk gehandicapten. In Tzummarum wordt op de locatie van het zorgcentrum ook een gebouw verhuurd aan Talant voor oudere verstandelijk gehandicapten. Ook wordt op deze locatie dagbesteding voor ouderen georganiseerd. In Stiens heeft Talant een centrum voor dagbesteding waar gehandicapten uit de omgeving terecht kunnen voor activiteiten en verzorging.
Thuiszorg Thuiszorg bestaat uit huishoudelijke zorg en verpleging aan huis. Zoals aangegeven onder het kopje gemeenten voert de Dienst SoZaWe Noordwest Friesland de aanbesteding van het huishoudelijk zorg in uit voor de acht gemeenten in het noordwesten van Friesland waar zij werkzaam is. Door deze constructie hebben inwoners van noordwest Friesland de keuze uit 3 aanbieders van huishoudelijke zorg. Binnen de huishoudelijke verzorging wordt onderscheid gemaakt tussen Huishoudelijke Verzorging 1 (HV1) en Huishoudelijke Verzorging 2 (HV2). HV1 veronderstelt dat de cliënt in staat is zelf de regie te voeren over de planning van de activiteiten. Bij HV2 is er ook sprake van hulp bij de organisatie van het huishouden, zoals het plannen van huishoudelijke zorg (wie doet wat), aandacht voor hygiëne in huis, advies en hulp bij het kopen van levensmiddelen en het beheer van de levensmiddelenvoorraad en/of noodzakelijke opvang van thuiswonende kinderen. Op het gebied van verpleging aan huis zijn onder meer Het Friese Land, Interzorg en Noorderbreedte actief in het noordwesten van Fryslân.
Welzijn In het werkgebied van WonenNWF zijn de volgende welzijnsorganisaties actief: SWO het Bildt Stichting Welzijn Ouderen (SWO) het Bildt is actief in gemeente het Bildt. Bij SWO het Bildt kunnen ouderen terecht voor voorlichting, informatie en advies. Tevens worden er door SWO activiteiten voor ouderen georganiseerd, zoals tennisles, Engelse les, scootmobielcursus en computercursussen. Het loket van SWO het Bildt bevindt zich in zorgcentrum Beuckelaer te St. Annaparochie. Dit is een zelfstandige organisatie, wiens werk financieel mogelijk wordt gemaakt door de gemeente Stichting Welzijn Middelsee Deze stichting verzorgt ouderenwerk in gemeente Menaldumadeel en Leeuwarderadeel. Voor de kleinsten verzorgen zij peuterwerk in gemeenten het Bildt, Menaldumadeel, Leeuwarderadeel en Littenseradiel. Ook het Jeugd- en jongerenwerk van de gemeenten Menaldumadeel en het Bildt valt onder de verantwoordelijkheid van de Stichting. De Skûle Welzijn Dit is een regionale instelling voor sociaal cultureel werk en welzijnsactiviteiten. De Skûle Welzijn is actief in Franekeradeel en Noordwest Friesland. Voor alle ouderen in gemeente Franekeradeel verzorgen zij ouderenadvisering. Denk hierbij aan hulp bij het invullen van formulieren of bij het aanvragen van een taxi-pas. Ook organiseert De Skûle in Franekeradeel en Menadumadeel cursussen voor alleenstaande oudere vrouwen om actief te blijven en meer glans aan het leven te geven. Verder is de Skûle actief in het jongerenwerk in Franekeradeel.
50
De rol van WonenNWF is als volgt. WonenNWF organiseert niet zelf deze activiteiten en diensten, maar kan wel een stimulerende rol spelen ten opzichte van zorg- en welzijnsorganisaties. Hiermee faciliteert WonenNWF dat mensen zo thuis kunnen blijven wonen. Dit zo lang mogelijk thuis blijven wonen is wat mensen doorgaans graag zelf willen. Bovendien is dit is in het belang van WonenNWF, want zij blijven zo langer huurder. Ook zijn welzijnsbevorderende activiteiten en diensten goed voor de leefbaarheid in het dorp en de woonbeleving van mensen (prettig wonen, je thuis voelen). WonenNWF zal in de komende periode in overleg treden met bovengenoemde welzijnsorganisaties om de samenwerking te verbeteren , zie actiepunt 5.
7.2
Voordelen van samenwerken
In het vorige hoofdstuk zijn al enkele redenen tot samenwerking tussen verschillende partijen aangegeven. De samenwerking tussen woningcorporatie en gemeente is hierin ook beschreven en wordt als volkomen vanzelfsprekend beschouwd, mede omdat deze er „altijd‟ al is geweest. De samenwerking tussen woningcorporaties en zorgorganisaties is van recenter datum en daarom is het goed om nog even te laten zien welke voordelen deze samenwerking voor beide partijen heeft. Zie hieronder. De samenwerking tussen woningcorporaties en welzijnsorganisaties staat beschreven in de vorige paragraaf en zal hier niet verder uitgewerkt worden. Wat zijn motieven om als woningcorporatie samen te werken met een zorgorganisatie: 1. Marktvraag beantwoorden. Een groot deel van onze huurders is 65+ en we willen hen graag goed bedienen. 2. Leefbaarheid bevorderen. Vooral wanneer het gaat om het organiseren van activiteiten en het creëren van ontmoetingsplaatsen kunnen corporatie en zorgorganisatie elkaar ondersteunen en versterken. 3. Deskundigheid benutten. Zorgorganisaties hebben simpelweg meer kennis van zorg dan wij en het is goed deze te benutten 4. Zorg leveren; dat mag een woningcorporatie namelijk niet 5. Presteren op het prestatieveld wonen en zorg (BBSH). En waarom willen zorgorganisatie graag met woningcorporaties, zoals WonenNWF, samenwerken? 1. Financiëel meer mogelijk maken. Ondanks dat ook de financiële middelen van woningcorporaties beperkt zijn, hebben ze toch vaak net iets meer mogelijkheden om investeringen met een relatief laag rendement te doen. 2. Benutten deskundigheid, vooral op het gebied van project- en vastgoedontwikkeling. 3. Inzetten relaties. Als corporatie heeft WonenNWF een uitgebreid netwerk (denk aan contacten bij gemeenten, bouwbedrijven, architecten, etc), en weten we hoe de hazen lopen in „vastgoedland‟ en dat kan voor een zorgorganisatie aantrekkelijk zijn. Oftewel, samen sta je sterk. Samenwerken heeft voor zowel corporatie als zorgpartij veel voordelen. Deze voordelen zijn vooral gelegen in elkaars deskundigheid, contacten en financiële slagkracht. Bovendien hebben we een sterk gezamenlijk motief om samen te werken, namelijk het bedienen van de doelgroep. Deze maatschappelijke opgave verbindt ons.
7.3
Drempels bij samenwerken
Na het lezen van bovengenoemde voordelen spreekt het voor zich dat woningcorporaties en zorgpartijen veel samenwerken. Dit gaat echter niet altijd over rozen. Hiervoor zijn verschillende 51
redenen aan te geven. Allereerst vrij algemene redenen zoals het eigen referentiekader dat elke organisatie hanteert en ook dat er chemie moet zijn tussen de mensen die moeten samenwerken. Investeren in een goede kennismaking, interesse tonen in elkaars belangen en voornoemd referentiekader zijn daarbij erg belangrijk. Het slagen van een project is voor een groot deel afhankelijk van de openheid en bereidheid tot investeren in elkaar. Maar naast deze punten zijn er ook meer woon-zorg specifieke redenen aan te geven waarom de samenwerking tussen corporatie en zorgpartijen wel eens moeilijk verloopt:
Tijdshorizon Een belangrijk verschil tussen woningcorporaties en zorgpartijen is de gebruikte tijdshorizon. WonenNWF werkt vanuit een langetermijnperspectief, van vaak 50 jaar. Dit is in de boeken van een woningcorporatie de levensduur van een woning. De investeringen van woningcorporaties worden pas na vele jaren – of soms helemaal niet (onrendabel) – terugverdiend. Zorgorganisaties moeten juist vaak jaarlijks onderhandelen over hun „productie‟. Denk bijvoorbeeld aan de Europese aanbesteding van de huishoudelijke zorg in het kader van de WMO. Daarom is het voor hen veel moeilijker om de lange termijn te overzien. Bovendien zijn ze niet gewend om op die manier te denken. Dit maakt gesprekken over lange termijn investeringen vaak lastig. Het vergt heel wat inlevingsvermogen van beide kanten om je te verplaatsen in de positie van de andere partij.
Wettelijke beperkingen Wonen en zorg zijn wettelijk gescheiden (zie pagina 5). Soms zouden woningcorporaties en zorgaanbieders graag afspraken willen maken over het gezamenlijk aanbieden van één woonzorgproduct: de woning en de bijbehorende zorg. Zo kan je bewoners – ook op bijvoorbeeld verafgelegen plaatsen – verzekeren van zorg. Dit is echter wettelijk niet toegestaan. Overigens is er op dit moment geen reden om ons zorgen te maken of er ook in de meer perifere delen van ons werkgebied ook zorg aan huis geleverd wordt. Zoals beschreven in paragraaf 7.1 gunt de Dienst SoZaWe de huishoudelijk zorg alleen aan (combinaties van) partijen die garanderen dat in alle delen van het werkgebied van de dienst zorg geleverd wordt. Echter, deze zorg is voor een deel onrendabel, daarom is het maar afwachten hoe dit in de toekomst zal gaan. Verder is het wettelijk (BBSH) niet toegestaan om als woningcorporatie je te verbinden met niettoegelaten instellingen zoals zorgaanbieders.
Zorgzwaartepakketten Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 is er tegenwoordig sprake van (gereguleerde) concurrentie tussen zorgpartijen. De vrijheid, maar ook de risico‟s voor zorgaanbieders nemen geleidelijk toe. Tot voor kort was er het Bouwcollege Zorg dat investeringen in de zorg beoordeelde. Na een vergunning van het Bouwcollege stond de overheid garant voor investeringen in de zorg en liepen zorgaanbieders geen enkel risico. Zij kregen gewoon een vast bedrag per aanwezige plaats (of bed). Dat is nu allemaal anders. Sinds 2009 is het systeem van zorgzwaartepakketten van kracht. Zorgaanbieders krijgen geld op basis van de geleverde productie. Van iedere patiënt wordt (door het CIZ) de zorgzwaarte beoordeeld (geïndiceerd) en daar hoort een bepaald zorgzwaartepakket (ZZP) bij. In juli 2009 heeft het ministerie van VWS de minimumvergoedingen voor kapitaallasten per ZZP voor nieuwbouwprojecten bekend gemaakt. Veel is echter nog onduidelijk. Het oude regime van vergunningverlening bestaat niet meer en de toekomstige tarieven zijn nog niet bekend. Dit geeft veel onzekerheid bij zowel zorginstellingen als partijen die met hen zaken doen, zoals woningcorporaties. Niet alleen zijn veel tarieven nog niet bekend, maar ook de vaste vergoeding per bed is losgelaten. Nu is het afhankelijk van het ZZP van een patiënt hoeveel geld de zorgaanbieder van de overheid krijgt. Aangezien van te voren maar moeilijk is te voorspellen welke ZZP‟s de (toekomstige) bewoners van 52
een zorgvoorziening zullen hebben zijn de inkomsten van zorgorganisaties veel onzekerder geworden. Daar komt nog bij; geen patiënten = geen geld. Als een zorgorganisatie in een pand leegstand kent draait ze daar voortaan zelf voor op. Maar bijvoorbeeld in het geval dat een zorgpartij een gebouw huurt van een woningcorporaties brengen deze ZZP‟s (en met name de fluctuaties in zorgzwaarte) de onzekerheid met zich mee of de zorgpartij in de toekomst de huur wel kan blijven betalen. Het is van groot belang om bij de realisatie van zorgvastgoed van te voren goede afspraken te maken over de risico‟s leegstand en lichtere ZZP‟s (= lagere inkomsten) dan gepland.
Marktwerking VWS wil meer concurrentie in de zorg. Naar de mening van het ministerie van VWS is gereguleerde marktwerking het middel om de instellingen een prikkel te geven de klant als koning te zien. Concurrentie tussen zorginstellingen dwingt en motiveert hen om de beste kwaliteit zorg te leveren. Dit betreft wel gereguleerde concurrentie, d.w.z. concurrentie tussen zorgverzekeraars en tussen zorginstellingen maar wel onder voorwaarden van risicosolidariteit tussen zieken en gezonden (dit is geregeld in de Wet marktordening gezondheidszorg, WMG). De gezondheidszorg kent drie samenhangende „markten‟; zorgverlening (het contact tussen cliënt en zorgaanbieder), zorginkoop (het contact tussen zorgaanbieder en verzekeraar) en zorgverzekering (het contact tussen verzekerde en zorgverzekeraar). Bij zorgverlening gaat het onder meer over concurrentie tussen verschillende zorginstellingen in de regio voor nieuwe cliënten. Tevens is er concurrentie tussen verschillende zorgpartijen om het uitvoeren van (huishoudelijke) zorg en diensten in het kader van de WMO (zorginkoop door dienst SoZaWe NW Fr). Vanwege de marktwerking is het voor zorginstellingen steeds belangrijker om „zichtbaar‟ te zijn. Dit uit zich op drie manieren: - Zichtbaar voor (toekomstige) cliënten en hun familieleden Mensen moeten op de hoogte gebracht worden van de zorg- en dienstverlening die een zorgcentrum te bieden heeft. Reclame en PR om er voor te zorgen dat ouderen voor jouw zorgcentrum kiezen en niet voor een andere zorgaanbieder. Zichtbaar voor „verwijzers‟ Vanwege de gereguleerde marktwerking in de zorg moeten zorgpartijen nu met elkaar concurreren met andere zorgleveranciers voor het verlenen van zorg. Een voorbeeld hiervan is de aanbesteding van de WMO. Om deze opdrachten toegekend te krijgen dienen zorgorganisaties zichtbaar te zijn voor de organisatie(s) die zich bezig houden met het inkopen van zorg en dienstverlening. Tevens dienen zorgpartijen bekend te zijn bij degenen die mensen doorverwijzen (naar bijvoorbeeld thuiszorg of zorgcentra), zoals huisartsen. - Zichtbaar voor (toekomstig) personeel In deze notitie wordt hier verder niet op in gegaan, maar naar verwachting zullen in de zorg in de komende jaren personeelstekorten gaan optreden. De zorgpartij moet dus zichtbaar zijn voor werkzoekenden (stagiaires, pas afgestudeerden, herintreders en mensen die van baan wisselen). Het ligt in de lijn van verwachting dat deze concurrentie tussen zorgpartijen en het belang van „zichtbaar zijn‟ in de komende jaren zal toenemen. Voor WonenNWF betekent dit dat zorgorganisaties waarschijnlijk een beroep op ons zullen doen in het kader van hun reclame en PR. Wij hebben namelijk ook deels een verwijzende functie. Belangrijker is echter dat er minder zekerheid is t.a.v. het aantal toekomstige cliënten van een zorgcentrum. Het is niet meer zo dat mensen automatisch naar het zorgcentrum bij hun in de buurt gaan, want ze kunnen kiezen. Zoals aangegeven in de paragraaf zorgzwaartepakketten is het van 53
groot belang goede afspraken te maken met zorgpartijen over wat te doen bij matige verhuurbaarheid van appartementen. Overigens gaat het hier over een ontwikkeling die langzaamaan zijn intrede doet. Op dit moment zijn de zorgcentra in noordwest Friesland en de ouderen die zij bedienen (nog) erg lokaal gericht. Zorgcentrum het Bildt bedient de ouderen in het Bildt, Skilhiem in Stiens bedient de ouderen in Leeuwarderadeel, Interzorg in Ferwert de ouderen in Ferwerderadiel, Orxmastate en Nij Statelân in Menaldum de ouderen in Menaldumadeel, en in Harlingen en Franekeradeel gaat het net zo. Deze zorgcentra beconcurreren elkaar nog nauwelijks, maar deze ontwikkeling komt er aan. In de thuiszorg is de marktwerking al wat verder. „Kom bij ons!‟ is het verzoek aan ouderen die op zoek zijn naar goede thuiszorg. Het eerder genoemde „zichtbaar zijn‟ wordt voor thuiszorgorganisaties daarom steeds belangrijker. Voor WonenNWF maakt het in principe niet zoveel uit via welke organisatie mensen hun thuiszorg betrekken, zolang er maar voldoende aanbod is. Dit geldt vooral voor de kleinere dorpen. Echter, zoals aangegeven in paragraaf 7.1 is de dienst SoZaWe Noordwest Friesland – die de aanbesteding van de thuiszorg uitvoert voor de gemeenten in Noordwest Friesland – er zeer alert op dat overal thuiszorg wordt verleend. Wel vreest WonenNWF een inefficiënte versnippering in het zorgaanbod in Noordwest Friesland, veroorzaakt door de marktwerking. WonenNWF is daarom voorstander van samenwerking in plaats van concurrentie.
7.4 Schaalvergroting De onderlinge positionering en profilering van de partijen in de zorg is aan verandering onderhevig. Er vinden op grote schaal fusiebewegingen plaats, rollen en machtsposities van partijen verschuiven en er ontstaan andere vormen van samenwerking (o.a. met woningcorporaties) en concurrentie. De vraag is welke doelstellingen beter bereikt kunnen worden door schaalvergroting? Voordelen kunnen zijn; beter zichtbaar voor o.a. nieuwe cliënten en voor andere zorg- en welzijnspartijen, betere inkoopcondities, betere (financiële) risicospreiding en meer interne deskundigheid. Echter, deze mogelijke voordelen moeten afgezet worden tegen belangrijke nadelen van schaalvergroting zoals verlies van herkenbaarheid en het „eigene‟ van de organisatie. Maar ook langere besluitvormingslijnen en meer interne afstemmingsproblemen. Op dit moment hebben de zelfstandige zorgpartijen in onze regio (ZHB en Interzorg) geen plannen tot fusie met andere zorgpartijen. Wel zien zij voordelen in het intensiveren van de samenwerking met andere partijen.
7.5 Zorgvastgoed Nu de financiering van instellingen in de verpleging en verzorging gaat veranderen en de vergoeding van huisvesting integraal deel gaat uit maken van de zorgzwaartepakketten, is het voor zorginstellingen de moeite waard om nog eens goed naar hun vastgoed te kijken. Toen er nog vaste bedragen voor zorgvastgoed waren stond alles vast, maar omdat zorginstellingen nu één totaalbedrag per patiënt krijgen komt een mogelijke besparing op het vastgoed ten goede aan hun totaalbudget. Hierbij dient echter direct opgemerkt te worden dat er vanuit de rijksoverheid wel minimum-bedragen zijn gedefinieerd voor huisvesting. Dit wordt de normatieve huisvestingscomponent (NHC) genoemd. Deze NHC vormt een belangrijk uitgangspunt bij het rekenen aan zorgvastgoed. De NHC geeft namelijk aan hoeveel huur per maand een zorginstelling per cliënt kan betalen wanneer zij haar vastgoed van de corporatie huurt.
54
Voor veel zorgorganisaties is het even wennen dat zij nu zelf verantwoordelijk zijn voor hun vastgoed. Zoals aangegeven in de paragraaf samenwerking (7.2) zijn zorgorganisaties als vanzelfsprekend gefocussed op het verlenen van goede zorg en is „vastgoed‟ iets wat ze erbij moeten doen. Expertise op dit vlak hebben zij (nog) maar weinig. Samenwerking met een woningcorporatie kan daarom erg aantrekkelijk zijn. Op die manier kunnen beide partijen zich richten op hun „core-business‟, op waar zij goed in zijn. De corporatie heeft verstand van vastgoed en de zorgpartij van zorg. WonenNWF heeft haar visie op maatschappelijke vastgoed in 2010 verwoord in een notitie. In deze notitie komen onder meer de doelstellingen en criteria die van belang zijn bij investeringen (in brede zin) in maatschappelijk vastgoed aan de orde. Hieronder volgen enkel onderdelen uit deze notitie. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de notitie maatschappelijk vastgoed. Bij beslissingen over het bouwen of overnemen van zorgvastgoed door WonenNWF stelt WonenNWF als voorwaarde dat het project op kostendekkende basis gerealiseerd kan worden en dat er een langjarig huurcontract met de zorgpartij wordt afgesloten. Dit zorgt voor financiële zekerheid voor WonenNWF. Daarnaast zijn (op hoofdlijnen) de volgende aandachtspunten van belang:
De aantrekkelijkheid van de locatie De verwachte courante waarde van het zorgvastgoed aan het eind van de levensduur (dus na 50 jaar). Hoeveel kan je er dan nog mee? Hoe flexibel is het vastgoed? Toekomstwaarde? Hoe is de huidige staat van het vastgoed? Verwachte levensduur? Verwachte waardeontwikkeling? En verwachte moment van investeringen? Goede afspraken maken over de risico‟s t.a.v. toekomstige cliënten. Wat gebeurt er als deze een lagere zorgvraag hebben dan verwacht (en dus minder inkomsten voor de zorgpartij) en wat gebeurt er bij leegstand?
Naast de exploitatie van zorgvastgoed is er natuurlijk ook onderhoud. Ook hier geldt dat dit iets is wat zorgorganisaties „er bij‟ doen terwijl dit voor woningcorporaties „core-business‟ is. WonenNWF heeft de kennis en expertise in huis om onderhoud op efficiënte wijze te regelen en uit te voeren. Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen niet-planmatig onderhoud en planmatig onderhoud. Afhankelijk van de grootte van het pand kan WonenNWF niet –planmatig onderhoud relatief gemakkelijk meenemen in haar werkzaamheden. Bij het mogelijkerwijs overnemen van planmatig onderhoud (zoals schilderwerk) is dit niet het geval. Wel heeft WonenNWF de kennis en ervaring om dit op een goede wijze te (laten) uitvoeren. Bij de afweging om planmatig onderhoud te gaan verzorgen voor zorginstellingen is het van belang om eerst goed de huidige onderhoudssituatie in kaart te brengen (0-meting) zodat de aanvangsituatie en de verwachte hoeveelheid aan onderhoud duidelijk zijn. Bovendien moet er gekeken worden in hoeverre het onderhoud op dit moment wordt uitgevoerd door vrijwilligers. WonenNWF wil namelijk niet vrijwilligerswerk overnemen, maar mensen hierin juist ondersteunen/stimuleren. Ideaal gesproken doet WonenNWF een aanbod voor het verzorgen van het onderhoud aan de zorgpartij waarin de zorgpartij - door gebruikmaking van de expertise van WonenNWF - goedkoper uit is dan nu en WonenNWF ook nog wat verdient.
55
Conclusies -
-
-
WonenNWF werkt samen met gemeenten en zorgpartijen aan het realiseren van voor seniorengeschikte woningen in Noordwest Friesland met daarbij een goed zorgaanbod. Een intensieve samenwerking van WonenNWF met zorgpartijen heeft voor beide partijen voordelen, maar het is goed er rekening mee te houden dat we vanuit verschillende perspectieven opereren. Denk bijvoorbeeld aan een andere tijdhorizon, regelgeving en financieringsstructuur. Vanwege de nieuwe wet- en regelgeving in de zorg wordt strategisch om gaan met zorgvastgoed steeds belangrijker. WonenNWF staat open voor het overnemen van zorgvastgoed en het onderhouden van zorgvastgoed. De criteria hieromtrent staan aangegeven in de notitie maatschappelijk vastgoed. Er is nog maar weinig contact met welzijnspartijen in de regio. Door de handen ineen te slaan kunnen we samen werken aan (nog) meer leefbare dorpen waar wat te beleven is o.a. door een goed activiteitenaanbod voor senioren. WonenNWF neemt daarom het initiatief tot het versterken van de samenwerking, zie actiepunt 5.
56
8 Innovaties in wonen en zorg Technische innovaties Domotica, ook wel woonhuisautomatisering genoemd, kan er aan bijdragen dat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Er zijn veel verschillende technische mogelijkheden. Deze zijn op hoofdlijnen te onderscheiden in domotica gericht op veiligheid, zoals alarmering, en domotica gericht op gemak en comfort. Personenalarmering geeft een cliënt de mogelijkheid alarm te slaan, als men gevallen is bijvoorbeeld. Zorgpartijen bieden vaak de mogelijkheid om een alarmknop te huren. Dit betreft doorgaans een soort ketting met daarop een rode alarmknop die mensen kunnen indrukken wanneer er wat aan de hand is. Alarmering gericht op het buiten de deur houden van inbrekers wordt door marktpartijen aangeboden en is zeker niet alleen voorbehouden aan senioren. Naast alarmering is er veel „gemaksdomotica‟. Deze domotica kan voor iedereen, maar met name voor mensen met een beperking erg handig zijn, zoals het automatisch sluiten van gordijnen of van ramen bij regen. Van deze domotica wordt nog maar weinig gebruik gemaakt. Ook kan er zorg op afstand verleend worden via een beeldscherm. Omdat de nadruk ligt op zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen kan deze manier van zorgverlening kosten besparen omdat er niet speciaal een verpleegkundige aan huis hoeft te komen en/of de patiënt naar huisarts of ziekenhuis hoeft. Bovendien zien veel mensen dat minder vaak naar huisarts of specialist toe moeten als voordeel. Zorgpartijen zijn al enkele jaren bezig met het uitvoeren van (pilot)projecten hiermee, maar tot nog toe wordt zorg op afstand nog niet op grote schaal toegepast. Wat deze technische mogelijkheden gemeen hebben is dat ze nog niet op grote schaal worden toegepast. De kosten van deze toepassingen zijn relatief hoog. Mensen zijn kritisch en de populariteit van deze toepassingen is nog maar gering. De vraag is in hoeverre er een rol voor WonenNWF is weggelegd in het aanbieden van domotica. Tot nog toe sneuvelen ideeën voor het toepassen van domotica – zoals bijvoorbeeld elektrische deuren, elektrische zonwering of een intercom met beeld bij appartementencomplexen, – vaak in de beginfase van een project vanwege de kosten die ermee gemoeid zijn. Vanwege de krappe budgetten (onrendabele top) wordt „franje‟ als domotica als snel geschrapt. Bovendien is de vraag in hoeverre hier echt behoefte aan is. De wens van de bewoner staat centraal. Het aanleggen van domoticavoorzieningen waar de bewoner geen interesse in heeft, niet begrijpt, of niet nodig heeft is zonde. Tot nog toe heeft WonenNWF geen signalen gekregen dat er grote behoefte bestaat bij huidige of nieuwe huurders aan domotica-voorzieningen, zeker niet als men hier een eigen bijdrage voor moet betalen. Dit neemt niet weg dat het goed is om alert te blijven op ontwikkelingen op dit terrein. Voorlopig zal WonenNWF omtrent domotica echter een afwachtende rol aannemen en de markt haar gang laten gaan. Pas wanneer zorgpartijen of (groepen van) bewoners aangegeven graag domoticavoorzieningen te willen wordt gekeken in hoeverre deze wens door WonenNWF kan worden ondersteund. Deze rol sluit aan bij notitie domoticabeleid die WonenNWF in 2007 heeft opgesteld. Hierin wordt aangegeven: - de ontwikkelingen in de markt en de wensen van de klant worden gemonitoord. Dit gebeurd onder meer via het bezoeken van projecten. - De wensen van de (toekomstige) huurder staan centraal 57
Innovatie in organisatie Zoals aangegeven in hoofdstuk 7 heeft het voor zowel WonenNWF als zorgpartijen (en mogelijk ook welzijnspartijen) voordelen om met elkaar samen te werken. Om over scheidslijnen heen te kijken en kennis uit te wisselen. Met name op het gebied van vastgoed en onderhoud, maar ook op het gebied van zorg en woningaanpassing kunnen corporaties en zorginstellingen van elkaar leren. Ook kan vanuit een oogpunt van personeelsbeleid uitwisseling van kennis en personeel interessant zijn. Hiermee wordt medewerkers nieuwe kansen geboden. Dit is goed voor zowel het werkplezier als het kennisniveau van medewerkers. Een voorbeeld hiervan is dat in het najaar van 2009 de beleidsmedewerker van WonenNWF één dag in de week bij Zorgcentrum het Bildt heeft gewerkt om het nieuwe ondernemingsplan van ZHB op te stellen. ZHB beschikt zelf niet over een beleidsmedewerker en daarom was dit voor hen handig. Voor WonenNWF en de betreffende medewerker was dit een kans om meer kennis op te doen op het gebied van wonen en zorg. Overigens is een fusie tussen zorginstellingen en woningcorporaties niet toegestaan maar verdergaande samenwerking wel.
Innovatieve woonvormen voor senioren WonenNWF heeft eerder geïnvesteerd in groepsgewijs wonen voor senioren, bijvoorbeeld in Sexbierum, en staat open voor nieuwe initiatieven van toekomstige bewoners hieromtrent. In het woonzorgcomplex Offingaburg te Hallum is vanwege de opzet zeer geschikt voor het verlenen van mantelzorg. Door het innovatieve ontwerp zijn de woningen zeer gemakkelijk geschikt te maken als kangaroewoning. WonenNWF zal ook in de komende jaren haar ogen en oren open houden als het gaat om nieuwe ontwikkelingen op het gebied van seniorenhuisvesting en proberen om deze te realiseren. Ideeën hierbij zijn: -
-
Koopgarant ook voor senioren Verzilverd wonen; d.w.z. senioren de mogelijkheid bieden hun woning aan WonenNWF te verkopen en deze vervolgens te gaan huren. Op die manier komt voor de bewoners de overwaarde vrij en kan WonenNWF interessant vastgoed verwerven. Investeren in een zorgboerderij Groepswonen Wonen voor mensen van buiten Friesland „Drentenieren in Noordwest Friesland‟.
Conclusies -
WonenNWF staat positief tegenover domotica-voorzieningen, maar ziet hierin het ondersteunende rol. Het initiatief hierin wordt overgelaten aan (groepen)bewoners en marktpartijen. Zodra zij kunnen aantonen dat er behoefte is aan deze voorzieningen zal WonenNWF afwegen in hoeverre zij hierin gaan investeren.
-
(verdergaande) samenwerking tussen WonenNWF en zorgpartijen heeft voor beide positieve effecten. De bestaande samenwerkingen worden daarom geïntensiveerd. Ook de banden met de welzijnspartijen worden aangehaald. Zie actiepunt 5.
-
WonenNWF staat open voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van seniorenhuisvesting en innovatieve woonvormen voor senioren. Zie actiepunt 12. 58
9.Toekomst Minder zorg en diensten aan huis in kleine kernen, meer zelf betalen. Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 heeft staatssecretaris Bussemaker begin 2010 de discussie gestart over de grenzen die verbonden zijn aan de zorg die mensen in de thuissituatie kunnen krijgen. Door de combinatie van toenemende (dubbele) vergrijzing en de bezuinigingen die (gaan) plaatsvinden in de zorg komt de huidige zorg zeer onder druk te staan. De huidige uitgebreide mogelijkheden om AWBZ-gefinancierde zorg en diensten aan huis te ontvangen zijn in de toekomst financieel gezien niet meer haalbaar. Meer mensen die zorg nodig hebben en minder budget betekent dat er keuzes gemaakt moeten gaan worden. De uitkomst van deze discussie zal een groot effect hebben op de mogelijkheid om ook in kleine kernen zelfstandig te kunnen blijven wonen met zorg en diensten aan huis. Het ziet er naar uit dat er een steeds groter beroep gedaan zal moeten worden op mantelzorg en dat mensen ook steeds meer zelf moeten gaan betalen. Zeker voor mensen met een krappe beurs (onze doelgroep) kan dit betekenen dat in het eigen dorp blijven wonen niet meer haalbaar is. Voor WonenNWF rijst hierbij de vraag of we wel door moeten gaan met het bouwen van levensloopgeschikte woningen in kleine kernen. Actiz, de koepelorganisatie van zorginstellingen, heeft eind maart 2010 aangekondigd dat de gezondheidszorg fundamenteel anders moet om de kosten van de zorg terug te dringen. In het rapport „Naar autonomie, verbondenheid en een gezond leven‟ geeft de Commissie Fundamentele Herbezinning Langdurige Zorg aan dat patiënten en cliënten een grotere zelfredzaamheid aan de dag moeten leggen. Nederlanders zouden moeten gaan sparen voor een persoonlijke bijdrage in de zorgkosten, net als voor pensioenen. Ook moeten zieken en zwakkeren meer hulp uit hun naaste omgeving krijgen (mantelzorg) om zo de „zorgconsumptie‟ te verminderen. Tevens moeten zorginstellingen anders gaan werken, maar gericht op de zelfredzaamheid van hun cliënten. Zorggroep Noorderbreedte heeft reeds besloten het beleid van steeds kleinschaliger woonvormen los te laten. Vanuit financieel oogpunt is clustering veel aantrekkelijker. In de afgelopen periode (20022008) hebben zij vooral gebouwd in clusters van circa 30 zorgeenheden/woningen. Dit bestond dan uit 3 x 6 zorgeenheden (bijvoorbeeld voor dementerende ouderen) met daarbij een aantal aanleunwoningen. Samen 30 plaatsen. Na evaluatie van dit beleid én met het oog op de toekomst is besloten voortaan in clusters van minimaal 50 eenheden te bouwen. Het gaat hierbij dan om 4 x 8 zorgplaatsen met daarbij aanleunwoningen. Een aardige opschaling dus. Dit betekent dat zij helemaal niet meer in kleine kernen investeren. Zelfs een ontwikkelingen als het Van Harenshus (totaal 36 plaatsen; 20 zorgplaatsen en 16 aanleunwoningen) is binnen deze nieuwe visie te klein. Globaal gezien zijn er in de zorg drie categorieën te onderscheiden: Thuis wonen met zorg (thuiszorg) Verblijf zonder zorg (intramuraal zonder behandeling) Verblijf met zorg (intramuraal met behandeling) Door de combinatie van meer ouderen en minder geld verwacht Noorderbreedte dat de (financiële) focus van het rijksbeleid komt te liggen bij „verblijf met zorg‟. Voor de andere twee categorieën geldt dan met name „zelfredzaamheid‟.
59
Bezuinigingen in de zorg Zoals hierboven aangegeven nemen de kosten van de gezondheidszorg flink toe terwijl er steeds minder geld beschikbaar is. De ambtelijke werkgroepen die het vierde kabinet Balkenende had ingesteld om te zoeken naar bezuinigingen presenteerden 1 april 2010 plannen voor miljardenbezuinigingen in de zorg. Het gaat hierbij om plannen, niet om vastgesteld beleid. De tendens is echter duidelijk: eerst zelfzorg, dan betaalde zorg. Vooral de „lichtere‟ vormen van persoonlijke verzorging zullen mensen steeds meer zelf moeten regelen/betalen. Dit betekent (veel) hogere eigen risico‟s. Het basispakket in de zorg zou versoberd moeten worden. Patiënten moeten dus meer voorzieningen zelf betalen, of er een aanvullende verzekering voor afsluiten. Ook dient er meer beroep gedaan te worden op zorg door partner of familie (mantelzorg) en minder op professionele zorg. De Leeuwarder Courant kopte bij deze plannen “Patiënt de klos bij bezuinigingen”. De eisen (aan zorgzwaarte) voor verblijf in een verzorgingshuis gaan omhoog in de plannen behoorlijk omhoog. Dit kan voortaan alleen als er serieuze, zware problemen zijn (intensieve zorgbehoefte). Dus voor ouderen betekent dit (nog) langer thuis blijven wonen. Ondanks dat veel senioren zelf aangegeven graag zo lang mogelijk thuis te willen blijven wonen (zie hoofdstuk..) komt de keuzevrijheid zo behoorlijk in het geding en is er sprake van thuis moeten blijven wonen. Gevreesd wordt voor een (verdere) tweedeling in de zorg. De mensen met een lage sociaal economische status hebben meer zorg nodig, maar beschikken over minder informatie en minder geld om zorg in te kopen. Vooral voor hen zijn hogere eigen bijdragen een probleem. De mensen met een hoge sociaal economische status daarentegen beschikken over meer informatie en de financiële middelen en zijn daardoor meer zelfredzaam. Nog langer zelfstandig thuis blijven wonen In de huidige ontwikkelingen ziet het er naar uit de ZZP1, ZZP2 en mogelijk ook ZZP3 uit de AWBZ worden gehaald. Deze mensen hebben dan geen recht meer op intramurale zorg, maar dienen te extramuraal te gaan wonen in gewone seniorenwoningen. Wel bij voorkeur in de nabijheid van een zorgcentrum. Hier is nog geen (kabinets)besluit over genomen, maar het is wel de verwachting. Het ziet er naar uit dat deze ontwikkeling ervoor zal zorgen dat er minder beroep wordt gedaan op verzorgingshuisplaatsen en dat er nog meer nadruk komt te liggen op woningaanpassing en – in mindere mate vanwege de geringe verhuisgeneigdheid van senioren – op de bouw van seniorenwoningen. Voor WonenNWF betekent dit dat de ingezette lijn van nadruk op woningaanpassing (kwaliteitsimpuls van de bestaande voorraad) en in beperkte mate (sloop en) nieuwbouw voor senioren voortgezet kan worden. Wel zal er bij de herontwikkeling van zorgcentrum Beuckelaer in St. Annaparochie onderzocht moeten worden welke effecten deze tendens zal hebben op de toekomstige vraag naar verzorgingshuisplaatsen.
Conclusies
De kosten van de gezondheidszorg nemen toe terwijl er steeds minder geld beschikbaar is. Naar verwachting moeten mensen met een lichte zorgvraag in de toekomst zich steeds meer zelf weten te redden en ook meer zorg zelf betalen. De overheid concentreert zich op mensen met een zwaardere zorgvraag.
60
10. Acties Achter de actiepunten staat het hoofdstuk aangegeven waaruit dit actiepunt naar voren komt. 1. WonenNWF zorgt er voor dat senioren zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen, ook als zij beperkingen krijgen. Dit doen we met name door woningaanpassing in bestaande woningen en op geringere schaal door nieuwbouw. WonenNWF heeft de laatste jaren al veel nieuwbouw voor senioren gerealiseerd (zie overzichtskaart op pagina 20). Momenteel bouwt WonenNWF 24 seniorenappartementen in Dronrijp (Kúkshiem) en 23 seniorenappartementen in Stiens (Skilwei). (H. 3 en 4) 2. Qua nieuwbouw voor senioren bouwt WonenNWF in kleinere dorpen levensloopbestendige woningen en in grotere dorpen seniorenappartementen, zo mogelijk met zorgsteunpunt. In de komende jaren bouwt WonenNWF onder meer seniorenwoningen en –appartementen in St. Annaparochie (10 woningen aan de A. Agnesstraat, 15 aanleunwoningen bij Beuckelaer, en op langere termijn circa 35 seniorenwoningen op de locatie Ulbe van Houten) en in de dorpen Tzummarum (16 woning geschikt voor senioren bij Nij Bethanië), Deinum (5 levensloopgeschikte woningen), Burdaard (12 patiowoningen, geschikt voor senioren, Herbaijum (naar verwachting 4 woningen geschikt voor senioren). Daarnaast worden er in het kader van het SVB op verschillende locaties woningen gesloopt en vervangen door voor senioren geschikte woningen. Dit is o.a. in Ried en Dongjum aan de orde. (H. 3 en 4) Deze opgave is opgenomen in de projectplanning en in het SVB 2010-2010. 3. WonenNWF wil samen met de zorgpartijen de ontwikkeling van het aantal dementerenden en hun woonwensen monitoren. WonenNWF neemt het initiatief voor overleg. Naar verwachting zal de groep dementerenden de komende jaren sterk groeien en er is nog maar weinig bekend over hun woonwensen (in de eigen vertrouwde omgeving eventueel met woningaanpassingen of toch liever in speciale nieuwbouw). ( H.2) 4. Uit de kwalitatieve woningbehoefte (leefstijlen) komt naar voren dat senioren maar weinig verhuisgeneigd zijn en hoge kwaliteitseisen stellen. Vooral de toekomstige generatie senioren (de „babyboomers‟) is kritisch. Zij wensen: - Een woning of appartement op een plek waar wat te beleven is (voorzieningen en activiteiten). WonenNWF speelt hier op in door nieuwbouw op levendige plekken te realiseren. Zie bijvoorbeeld de nieuwbouw in het centrum van Dronrijp, in het centrum van St. Annaparochie, naast het nieuwe MFC van Burdaard en het multifunctionele nieuwe Nij Bethanië (waarin o.a. kinderopvang wordt gerealiseerd). - Waar het gezellig is (sociaal contact) WonenNWF legt in haar leefbaarheidsbeleid de nadruk op ontmoetingsplekken in het dorp (MFC, dorpshuis) en zal dit in de komende jaren continueren, mede omdat ouderen dergelijke ontmoetingsplaatsen belangrijk vinden. In de afgelopen jaren zijn er i.h.k.v. het leefbaarheidsbeleid financiële bijdragen gedaan aan de dorpshuizen en MFC‟s van o.a. Marssum, Blije, Boksum, Engelum, St. Jacobiparochie en St. Annaparochie. - Waar het veilig en geborgen is (vertrouwd) Uit de gesprekken met stakeholders en de LeMon leefbaarheidsonderzoeken blijkt dat bewoners Noordwest Friesland als uitermate veilig beschouwen. Daarom heeft WonenNWF hierop geen actiepunten geformuleerd. - En waar zorg en diensten te verkrijgen zijn. 61
De welzijnsdiensten die ouderen belangrijk vinden staan omschreven in hoofdstuk 6. Al deze diensten worden door de zorg- en welzijnsorganisaties in Noordwest Friesland geboden aan de ouderen in het werkgebied van WonenNWF. (H 6) Verder: 5. WonenNWF gaat m.i.v. 2011 één tot 2 keer per jaar een bijeenkomst organiseren met welzijnsorganisaties om zo de banden nauwer aan te halen en hen aan te spreken op hun werk. Agendapunten tijdens dit overleg zijn: - het bestrijden van eenzaamheid - het organiseren van activiteiten voor ouderen door welzijnsorganisaties (activiteiten zijn goed voor de leefbaarheid in het dorp en het is een woonwens van senioren op de wonen op een plaats waar wat te beleven is; zie nr. 4) - de resultaten uit de huisbezoeken die ouderenadviseurs afleggen - de behoefte aan diensten aan huis (zoals tuinonderhoud) - het in kaart brengen van belemmeringen die mensen mogelijk ervaren om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. (H 6) 6. WonenNWF gaat samen met verenigingen van dorpsbelangen tijdens de dorpsschouwen kijken of de openbare ruimte toegankelijker kan worden gemaakt voor mensen die minder goed mobiel zijn. De afgelopen tijd hebben er dorpsschouwen plaatsgevonden in Beetgum, Engelum, Zweins, Peins, Oosterbierum, Tzum, Herbaijum, Hallum, Burdaard, Oudebildtzijl en Vrouwenparochie. In december 2010 volgen Nij Altoenae en Minnertsga. In 2011 worden er o.a. dorpsschouwen gehouden in Dongjum, Hitzum, Sexbierum, St. Annaparochie, St. Jacobiparochie en Minnertsga. Voor de gemeenten Menaldumadeel en Ferwerderadiel worden in januari 2011 afspraken gemaakt in welke dorpen dat jaar dorpsschouwen worden gehouden. (H 6) 7. WonenNWF gaat de gemeenten in ons werkgebied meer aanspreken op hun WMO-taak het aanpakken van eenzaamheid en het stimuleren van participatie. Dit punt zet WonenNWF op de agenda van de bestuurlijke overleggen die WonenNWF met de gemeenten voert. Ook zal dit onderwerp van gesprek zijn bij het maken van prestatieafspraken (H 6 en 7) 8. Wat betreft mobiliteit (oftewel; zijn voorzieningen voldoende bereikbaar voor senioren?) zijn uit de gesprekken met de stakeholders geen problemen naar voren gekomen. Wel geven de LeMon leefbaarheidsonderzoeken die WonenNWF in 2010 in gemeente het Bildt en in 2008 in gemeente Franekeradeel heeft gehouden (i.s.m. de betreffende gemeenten) aan dat bewoners in Oudebildtzijl en Ried ontevreden zijn over de busverbindingen in hun dorp. WonenNWF zal in 2011 met de verenigingen van Dorpsbelang in deze dorpen bespreken wat het probleem precies is en samen zoeken naar een oplossing, zonder daarbij op de stoel van anderen te gaan zitten. WonenNWF vervult slechts de rol van katalysator . (H 6) 9. Tenminste 30% van de nieuw te bouwen woningen door WonenNWF is geschikt voor senioren (levensloopbestendig). Dit staat ook opgenomen in het lokaal akkoord met gemeente Franekeradeel. (H7 en H 4) 10. WonenNWF is onder voorwaarden bereid te investeren in zorgvastgoed. WonenNWF kan o.a. het onderhoud aan zorgvastgoed verzorgen, zorginstellingen hierover adviseren en eventueel zorgvastgoed in eigendom realiseren. De criteria hiervoor staan in de notitie maatschappelijk vastgoed van WonenNWF. (H 7)
62
11. WonenNWF ziet momenteel weinig/geen vraag naar domotica-voorzieningen en laat het initiatief tot het aanbieden van domotica-voorzieningen voorlopig over aan de zorgpartijen. WonenNWF staat echter wel positief tegenover domotica en volgt de ontwikkelingen in de markt. De wensen van huurders staan centraal. (H 8) 12. WonenNWF staat open voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van seniorenhuisvesting en innovatieve woonvormen voor senioren. Bijvoorbeeld in Britsum doet WonenNWF momenteel samen met andere partijen onderzoek naar de haalbaarheid en behoefte aan groepswonen/ centraal wonen, onder meer geschikt voor ouderen. (H 8)
63
Lijst van afkortingen AWBZ BBSH CBS CIZ CMO HV MFC MKW NHC Pgb SoZaWe SVB SWO VWS WMG WMO WOBOF WonenNWF WWZ ZHB ZNB ZZP
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Besluit Beheer Sociale Huursector Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum Indicatiestelling Zorg centrum voor maatschappelijke ondersteuning Huishoudelijke verzorging Multifunctioneel centrum (voorheen ook wel dorpshuis genoemd) platform van middelgrote en kleine woningcorporaties Normatieve HuisvestingsComponent Persoonsgebonden budget Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (noordwest Friesland) Strategisch Voorraad Beleidsplan Stichting Welzijn Ouderen Volksgezondheid, Welzijn, Sport (ministerie) Wet marktordening gezondheidszorg Wet Maatschappelijke Ondersteuning Woning Behoefte Onderzoek Friesland Wonen Noordwest Friesland wonen, welzijn, zorg Zorgcentrum het Bildt Zorggroep Noorderbreedte ZorgZwaartePakket
64
Literatuur Brieven: Betekenis visie langdurige zorg voor bekostiging AWBZ, ministerie van VWS, 01-02-2010 Standpunt scheiden van wonen en zorg, ministerie van VWS, 26-06-09 Tussenstand kapitaallasten, ministerie van VWS, 09-07-2009
Rapporten, boeken e.d. Basiszorg in Fryslân, Ontwikkelingen in spreiding en bereikbaarheid, Partoer CMO, juni 2009 BBSH De Grijze Motor, het nieuwe ouder worden, het nieuwe wonen, Habion, maart 2007 Essenties voor samenwerking in wonen en zorg, H.K. van den Beld & D. van Zalk, januari 2010 Goed wonen in de toekomst, woonwensen en –behoeften van ouderen in relatie tot voorzieningen- en zorgcapaciteit, Partoer CMO Fryslân, april 2010 Krimp en groei, demografyske feroaring yn de provinsje Fryslân, Provincie Fryslân, januari 2010 Naar autonomie, verbondenheid en een gezond Leven, een nieuwe ambitie voor de langdurige zorg, ActiZ, 26 Maart 2010 Werken aan een uitnodigende leefomgeving voor ouderen, K. Penninx & T. Royers, 2007 Prognose Fryslân 2009-2030, Trendprognose Bevolking en Huishoudens, Provincie Fryslân, januari 2010 WOBOF Prestatieafspraken – lokaal akkoord – convenant Structuurvisie Wonen gemeente het Bildt Woonvisie gemeente Menaldumadeel Interne documenten Notitie domoticabeleid (2007) Rapport visitatie Ondernemingsplannen (van verhuurder naar woonmaatschappij, 2001, Nije Tiden, 2005, K-trije, 2009) Voorraadbeleidplan 1998, SVB 2006 & SVB 2010 Verslag conferentie wonen en zorg, 2003 Jaarverslagen 2002 t/m 2009 Notitie maatschappelijk vastgoed (2010) Gesprekken: Oriënterende gesprekken Bijeenkomst WWZ in Noordoost Friesland, 11 februari 2010 Bijeenkomst omtinkerij Menaldumadeel, 18 februari 2010 en 16 april 2010 Roelie Mossel, Palet, 10 december 2009 Anita Kamperman, Partoer, 29 maart 2010 Inge Leuverink, Dienst SoZaWe Nw Friesland, 8 maart 2010 Johan Lettink, Zorggroep Noorderbreedte, 24 maart 2010 Gesprekken over de concept visie Wonen en Zorg Atje Tadema, Zorgcentrum het Bildt, 7 juli 2010 65
Klaas Koops en Machiel Talsma, Palet, 14 juli 2010 Johan Lettink, Zorggroep Noorderbreedte, 28 juli 2010 Martijn van der Werf en Egbert Dijkstra, Talant, 1 september 2010 Andries Bos, SWO het Bildt, 6 september 2010 Peet Velthuizen, Stichting Welzijn Middelsee, 6 september 2010 Marianne Burgers, De Skûle Welzijn, 6 september 2010 Ageeth Visser en Sytske Brouwer, locatie Martenahiem, Tellens, 7 september 2010 Nel Haarsma en Baukje Tol, gemeente het Bildt, 15 september 2010 Lute Pen en Gerard Hoekstra, gemeente Menaldumadeel, 15 september 2010 Ronald Heimink, Dienst SoZaWe Noordwest Fryslân, 15 september 2010 Haije Talsma, gemeente Ferwerderadiel, 13 oktober 2010 Schriftelijke reacties op de concept Visie op Wonen en Zorg van; Gemeente Franekeradeel, Dienst SoZaWe Noordwest Fryslân Huurdersvereniging De Bewonersraad Friesland Ondernemingsraad WonenNWF Websites www.actiz.nl www.bevolkingsdaling.nl www.frieslab.nl www.fryslan.nl www.horizonline.nl www.ikpfryslan.nl www.interzorg.nl www.kcwz.nl www.kiesbeter.nl www.koalaweb.nl www.lc.nl www.minvws.nl www.paletgroep.nl www.partoer.nl www.sev.nl www.sozawe-nw-fryslan.nl www.vilans.nl www.zorgcentrumhetbildt.nl www.znb.nl
66
Bijlage 1 Prognoses aantallen dementerenden het Bildt
Ferwerderadiel
67
Menaldumadeel
Franekeradeel
68
Bijlage 2: Verantwoording Horizon © Horizon© model is een model waarmee de (toekomstige) vraag naar de diverse woon- en verblijfsvoorzieningen kan worden geprognosticeerd. De bronnen voor het bepalen van het aanbod zijn afkomstig uit het monitoringonderzoek Verpleging en Verzorging (CBZ: 2005). Dit betreft voornamelijk de opgegeven (verblijfs)capaciteit van de instellingen voor verpleging en verzorging ten tijde van dit onderzoek. Om de potentiële vraag naar verpleging en verzorging te kunnen ramen - landelijk, dan wel in een bepaald gebied - is in samenwerking met TNO Kwaliteit van Leven een instrument ontwikkeld. Kern van het instrument zijn de profielen van ouderen. Deze profielen zijn combinaties van bevolkingskenmerken, aandoeningen en beperkingen die kunnen leiden tot een zorgvraag. De profielen o Profiel 1: ouderen met weinig of geen beperkingen (relatief gezonde ouderen). Zij hebben over het algemeen geen behoefte aan zorg en kunnen zelfstandig wonen in hun eigen huur/koopwoning. o Profiel 2: ouderen met mobiliteitsbeperkingen (trappen lopen, het huis verlaten en binnengaan en zich buitenshuis verplaatsen); Zij kunnen ook zelfstandig wonen, maar de woning moet wel geschikt zijn voor ouderen met mobiliteitsbeperkingen. Hier aangeduid als „geschikt wonen‟; o Profiel 3: ouderen met mobiliteitsbeperkingen en beperkingen in de persoonlijke verzorging; Zij hebben vooral behoefte aan planbare zorg en ondersteuning, eventueel op afroep, en allerlei (welzijns)diensten. Dit integrale aanbod wordt aangeduid als verzorgd wonen. Het gaat om nultredenwoningen, waarbij de mogelijkheid tot het verkrijgen van extramurale verzorging, verpleging, begeleiding en hotel- en welzijnsdiensten onlosmakelijk onderdeel uitmaken van het geboden arrangement o Profiel 4: ouderen met veel fysieke beperkingen. Ouderen in profiel 4 en in het profiel dementie komen in aanmerking voor intramuraal wonen (niet zelfstandig wonen) vanwege de onplanbare zorg en 24-uurstoezicht die nodig zijn. De groep dementerende ouderen is uit deze vier profielen gelicht en in een apart profiel geplaatst omdat een deel van deze groep (circa 30%) sowieso in aanmerking komt voor 24uurszorg en toezicht (intramuraal wonen). Aldus ontstaan vijf profielen van ouderen .
69
Bijlage 3: berekening aantal geschikte woningen voor senioren door Horizonline Overige geschikte woningen: betreffen zelfstandige woningen waarvan diverse kenmerken aangeven dat ze meer geschikt zijn voor de doelgroep (ouderen en andere hulpbehoevenden) dan gebruikelijke woningen. De hierbinnen onderscheiden woningtypen zijn:
De woning is een ouderenwoning als onderdeel van een complex met extra diensten zoals maaltijdverzorging, receptie, gemeenschappelijke recreatieruimte, etc. (wonen met diensten) De woning is een ouderenwoning, niet vallend onder verzorgd wonen of wonen met diensten (overige ouderenwoning) De woning is ingrijpend aangepast (ingrijpend aangepaste woning) De woning is een nultredenwoning (overige nultredenwoning)
Bij een nultredenwoning kan men vanuit de woonkamer zonder traplopen de keuken, het toilet, de badkamer en tenminste 1 slaapkamer bereiken. Bovendien is de woonkamer van de woning of woonruimte vanaf de straat te bereiken zonder traplopen.
Vraag en aanbod Vraag en aanbod wordt bepaald door de huidige situatie op de woningmarkt. Op basis van het WoonOnderzoek Nederland 2006 (WoON 2006), van het ministerie van VROM, is bepaald hoe de huidige situatie is. De vraag is op zorgregioniveau bepaald, en vervolgens op grond van de samenstelling van de bevolking naar 5-jaarsleeftijdsklasse, geslacht, huishoudtype, opleiding en inkomen, verdeeld over de diverse gemeenten. Ook voor het aanbod van overige geschikte woningen is op zorgregio-niveau uitgegaan van het WoON, waarna de aantallen op grond van relevante kenmerken van de woningvoorraad, zoals het aantal meergezinswoningen, zijn verdeeld over de diverse gemeenten. Voor het aanbod van verzorgd wonen is gebruik gemaakt van een bestand met woonzorgcomplexen. Confrontatie van vraag en aanbod levert de gepresenteerde verschillen in het startjaar op. De gepresenteerde verschillen in het startjaar moeten voor kleine zorgregio's en per gemeente met name ook vanwege de schattingen van de aanbodcijfers met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. De vraagontwikkeling is uitgesplitst naar twee onderdelen: de extra vraag die ontstaat door de ontwikkeling van de bevolking (met als belangrijkste kenmerk de vergrijzing) en de extra vraag die ontstaat door de afbouw van verzorgingshuisplaatsen (extramuralisering). Het afbouwen van verzorgingshuisplaatsen heeft ten gevolg dat er een extra vraag naar verzorgd wonen ontstaat. Op nationaal niveau gaat het om 40 duizend plaatsen (ofwel circa 40% van de huidige voorraad aan verzorgingshuisplaatsen). Deze afbouw wordt naar rato van huidig aanbod over de diverse gemeenten verdeeld, en is opgenomen in het onderwerp "Aanbod wonen met verzorgingshuiszorg". Extra vraag die ontstaat ten gevolge van extramuralisering bij GGZ en instellingen voor gehandicapten is ook meegenomen. Dit betreft 8,5 duizend plaatsen. In feite bestaat de opgave uit de toekomstige vraag minus het aanbod in 2007. De raming van de woonvraag is gebaseerd op de volgende hoofdveronderstellingen:
De aard van de vraag zal per bevolkingsgroep in de komende jaren gelijk blijven. In de raming worden bevolkingsgroepen onderscheiden naar 5-jaars leeftijdsgroepen, geslacht, huishoudtype, opleidingsniveau en inkomensniveau. In de prognose wordt binnen de onderscheiden categorieën verondersteld dat het aandeel huishoudens dat gebruik maakt van diverse vormen van wonen met zorg, ofwel de verhouding tussen feitelijke en potentiële vraag, niet verandert.
Het verschil tussen vraag en aanbod is de resultante van het starttekort en de verwachte groei door vergrijzing. De opgave voor verzorgd wonen en de overig geschikte woningen bestaat de opgave die ontstaat uit ontwikkeling van de bevolking en de extra vraag als gevolg van het extramuraliseringsbeleid. Het extramuraliseringsbeleid geeft het grootste effect op het verzorgd wonen; slechts een klein gedeelte wordt opgevangen door de overige geschikte woningen.
70
Bijlage 4 Gezinsverdunning
71
Bijlage 5: Reacties stakeholders op visie Wonen en Zorg 7 juli 2010, Atje Tadema, directeur Zorgcentrum het Bildt (ZHB) Mevrouw Tadema heeft de notitie met belangstelling gelezen en vindt het een gedegen stuk. Ten aanzien van de bezuinigingen in de zorg is de tendens op hoofdlijnen aangeduid. In de huidige ontwikkelingen ziet het er naar uit de ZZP1 en ZZP2 uit de AWBZ worden gehaald. Deze mensen hebben dan geen recht meer op intramurale zorg, maar dienen te gaan wonen in gewone aanleunwoningen (extramuraal). Wel bij voorkeur in de nabijheid van een zorgcentrum. Hier is nog geen (kabinets)besluit over genomen, maar het is wel de verwachting. Op het gebied van ouderenhuisvesting liggen er de komende periode meerdere opgaven in St. Anne (Dirk Janzstraat, Beuckelaer). Indien er vanwege bovenstaande ontwikkeling meer vraag naar aanleunwoningen komt is er dan wel genoeg aanbod? En zijn er ook mogelijkheden om meer flexibel om te gaan met intramurale vs. extramurale plaatsen? Hier zit wel een financiële component achter, want intramurale huisvesting realiseert WonenNWF op een kostendekkende manier en bij extramurale seniorenwoningen is sprake van een onrendabele top. Afspraak: in de komende periode dit nader verkennen/onderzoeken. Bij nieuwe seniorenwoningen en appartementen van WonenNWF komt ongeveer de helft van de mensen uit een huurwoning en de helft uit een koopwoning. De stagnatie op de woningmarkt vormt een groot probleem voor deze laatste groep. Veel ouderen met een eigen woning willen we verhuizen naar een seniorenappartement maar kunnen hun eigen woning niet verkopen. Afspraak: dit probleem opnemen in visie Mevrouw Tadema herkent de forse getalsmatige toename van het aantal dementerenden in de komende periode (zowel in het bildt als in andere, omliggende, gemeenten) zoals weergegeven in de visie. Dit betekent echter niet direct dat er veel extra plaatsen voor deze groep gerealiseerd moeten worden. Deze mensen blijven doorgaans gewoon thuis wonen in hun eigen vertrouwde omgeving en worden verzorgd door hun partner. Ondanks dat ze officieel geen verpleeghuis zijn biedt ZHB wel een groot deel van de verpleeghuis-zorg (behalve zeer specialistische medische zorg). ZHB vindt dat Bilkerts op het Bildt oud moeten kunnen worden en wil dementerenden daarom de kans bieden in het Bildt te blijven. Eenzaamheid is een probleem onder ouderen. Vooral in de zomerperiode wanneer, „iedereen‟ op vakantie is. Een goed palet aan wonen, zorg en welzijn helpt tegen eenzaamheid. ZHB biedt in samenwerking met SWO een uitgebreid activiteitenaanbod voor ouderen. Nu in de zomer is er het zomerprogramma. Het is van belang dat er plaats is, ruimte is, voor activiteiten. Afspraak: WonenNWF doet haar best bij de bouw van seniorenappartementen een gemeenschappelijke ruimte te realiseren, ook bij kleine(re) projecten. In deze ruimte kunnen activiteiten voor en door bewoners worden gehouden. Veiligheid is volgens mevrouw Tadema geen thema onder ouderen in het Bildt. Ouderen voelen zich hier absoluut veilig. Overigens onderschrijven de uitkomsten van het LeMon leefbaarheidsonderzoek dit beeld. Vervoer is via gewone busvervoer en WVG-taxi‟s wel goed geregeld, al moeten mensen wel de tijd nemen als ze gebruik maken van de WVG want taxi‟s komen vaak een half uur eerder of later dan de afgesproken tijd. 72
14 juli, Klaas Koops (interim-bestuurder) en Machiel Talsma, Palet Palet heeft in 2001 een masterplan opgesteld met daarin als voornaamste doel zorg in de wijk/dorp. Decentraal en kleinschalig. De bouwplannen die hierna zijn ingezet volgen deze lijn. Deze ideologie staat nog steeds overeind maar dit wordt moeilijk vanwege de veranderende regelgeving en financiering (= minder geld) en vraagt creatieve oplossingen. Bovendien is er een arbeidsmarkt probleem. Het is steeds moeilijker jonge mensen te vinden die in de zorg willen werken. Ook kunnen zorgorganisaties zoals Palet deze mensen vanwege marktwerking & flexibel moeten zijn geen volledige en ook geen vaste baan aanbieden. Deeltijdwerk en korte contracten zijn onaantrekkelijk voor mensen die in een fase zijn dat ze graag hun eerste huis willen kopen. Op dit moment is Palet bezig de doelen en de haalbaarheid van deze doelen per wijk/dorp in kaart te brengen in wijkondernemingsplannen. Rond 30 september wordt een eerste versie hiervan verwacht. Het is handig om de doelen van WonenNWF en de wijkondernemingsplannen van Palet voor de dorpen waarin we beiden werkzaam zijn naast elkaar te leggen. Afspraak: Hiervoor wordt een vervolgafspraak gemaakt. In Leeuwarderadeel zijn WoonFriesland en Palet een partnership aangegaan. Het is interessant om hier eens over door te praten of er ook dergelijke mogelijkheden zijn tussen WonenNWF en Palet; en welke voor- en nadelen hieraan zitten. Afspraak: dit thema wordt meegenomen in de vervolgafspraak op 14 oktober, 15.30-17.30u Palet herkent de in de Visie Wonen Zorg genoemde flinke toename van het aantal dementerenden. Deze mensen wonen echter grotendeels gewoon thuis. Ook zitten er veel dementerenden in verzorgingshuizen die niet officieel het label dementerend hebben, maar dat wel degelijk zijn. Wat betreft bezuinigingen in de zorg verwacht Palet dat ZZP1, ZZP2 en mogelijk ZZP3 in de toekomst uit de AWBZ zullen verdwijnen. Mensen met ZZP1, ZZP2 en mogelijk ZZP3 mogen dan niet meer naar een verzorgingshuis maar dienen thuis te blijven wonen. Het toenemende belang van goede PR en communicatie voor zorgorganisaties vanwege de marktwerking wordt door Palet onderschreven. Zij zijn hier ook erg mee bezig en alert op. Bijzondere woonvormen hoeft van Palet niet zo. In het kader van het scheiden van wonen en zorg willen zij mensen die zorg nodig hebben juist zo gewoon mogelijk huisvesten. Dus in een zo gewoon mogelijke woning, maar wel met de mogelijkheid tot zorg aan huis. N.a.v. het scheiden van wonen en zorg wijst de heer Talsma op het Geertruidenbergarrest. Hierin staat – in hoofdlijnen – dat verplichte zorgafname soms wel mag. De zorgorganisatie moet haar investering (bijvoorbeeld in domotica) terug kunnen verdienen. Er moeten wel voldoende andere zorgaanbieders zijn om de keuzevrijheid te garanderen. De ervaringen met woongroepen zijn niet super. Bijvoorbeeld in de woongroep Oars Wenje in Menaldum staat een appartement leeg. Er had zich wel iemand daarvoor gemeld maar die kwam niet door de „ballotage‟ van de andere bewoners. Ondertussen zit Habion met de kosten van de leegstand. Palet bouwt woningen het liefst zo flexibel mogelijk zodat deze relatief gemakkelijk weer kunnen worden „omgekat‟ wanneer doelgroepen en/of financiering verandert. Tevens streven ze naar een mix van jong en grijs omdat dit goed is voor de levendigheid, voor het welbevinden van bewoners en voor het imago van de woningen / het complex. Mensen, ook oude 73
mensen, willen niet wonen tussen alleen maar oude en vaak wat „krakkemikkige‟ ouderen. Offingaburg in Hallum wordt door beide partijen gezien als een zeer geslaagde mix van jong en oud. Andere opmerking: p. 44 rapport. Petterhusterdyk moet zijn Petterhûsterstate. Hier huisvest Palet 19 dementerenden, Talant 6 dementerenden met een lichamelijk beperking en er is 1 crisisopvangplek. Totaal 26 appartementen. Bespreekpunten voor het volgende overleg - Wijkondernemingsplannen vs. plannen WonenNWF - Mogelijkheden partnership - Mogelijkheden domotica - Zorgvoorzieningenniveau in dorpen (1e en 2e lijn) - Marktwerking in de zorg 28 juli, Johan Lettink, lid raad van bestuur, Zorggroep Noorderbreedte Wegens vakantie heeft de heer Lettink helaas geen kans gezien de visie te lezen. Dit zal hij alsnog doen en opmerkingen/aanvullingen doorgeven. Na een korte uitleg door Nicole van de voornaamste punten uit de visie ontwikkeld het gesprek zich als volgt: Qua woonomgeving rondom seniorenwoningen is het van belang dat de tuin of binnenplein aanvoelt als een beschermde omgeving waar senioren zich vrij en veilig voelen om te wandelen. De verblijfsduur in verpleeghuizen neemt af. De toelatingseisen zijn steeds strenger geworden. Vanwege deze kortere verblijfsduur brengt de verwachte flinke toename van het aantal mensen met dementie in de komende jaren niet een gelijke toename van de vraag naar verpleeghuisplaatsen. Er zijn echter wel extra plaatsen nodig. Noorderbreedte zal in de komende jaren daarom het aantal verpleeghuisplaatsen uitbreiden (ZZP5 en ZZP7). Dit gebeurt grotendeels door het omzetten van verzorgingshuisplaatsen in verpleeghuisplaatsen. Verzorgingshuizen hebben steeds minder bestaansrecht omdat mensen steeds langer thuis blijven wonen (ZZP1 en ZZP2 blijven in de toekomst gewoon thuis) en pas als het thuis echt niet meer gaat gaan verhuizen. Dat is vaak het moment om direct naar een verpleeghuis te gaan. Voor verzorgingshuizen wordt vanuit de AWBZ een appartementsgrootte van 45m2 voorgeschreven/vergoed. Noorderbreedte bouwt gewone appartementen van 76 m2. In het ene appartement woont iemand met een zorgindicatie (die tot 45m2 vergoed krijgt en de rest zelf moet betalen) en in het andere iemand die dit niet heeft. Op deze manier zijn de appartementen voor meerdere doelgroepen geschikt/flexibel en krijgt het complex (hopelijk) niet het stigma van alleen voor oude krakkemikkige mensen. Noorderbreedte is voorzichtig bij het uitbreiden van haar woningbezit. De nadruk ligt op het ombouwen van de bestaande locaties: minder verzorgingshuis, meer verpleeghuis en beschermd wonen. Daarnaast plekken voor revalidatie. Nieuwbouw vindt zoveel mogelijk geclusterd plaats. Minimaal ca 50 plaatsen bij elkaar. Noorderbreedte heeft graag haar zorgvastgoed in eigendom, i.p.v. het te huren van een andere partij zoals een woningcorporatie. Noorderbreedte wil zich op termijn terugtrekken uit de thuiszorg, behalve bij beschermd wonen complexen die zij zelf verhuren.
74
Er is inderdaad een arbeidsmarktprobleem in de zorg. Er is minder instroom bij zorgopleidingen terwijl er juist meer mensen nodig zijn. Noorderbreedte heeft contact met zorgopleidingen en biedt stageplaatsen aan. Daarnaast proberen ze contracten van meer uren te bieden zodat de zorg ook voor starters op de arbeidsmarkt aantrekkelijk is. Verder wordt krijgt bestaand personeel de mogelijkheid meer uren te maken. Vaak geven 45+ers (kinderen al wat groter of de deur uit) aan meer uren te willen werken. Noorderbreedte probeert hierin te voorzien door mensen op meerdere locaties te laten werken, zodat ze meer uren kunnen maken. Tot slot wordt aangestipt dat het rijk vrijwel geen geld heeft voor preventieve maatregelen om gezondheidsproblemen te voorkomen. Bijvoorbeeld voor dementie-coaches is geen geld en Noorderbreedte betreurt dat omdat ze hier tot nog toe goede resultaten mee hebben geboekt. 1 september, Martijn van der Werf, zorgdirecteur Noordwest, & Egbert Dijkstra, regiodirecteur noordwest (Bolsward, Franeker, St. Anne, etc.), Talant De heer van der Werf opent het gesprek met zijn complimenten voor de gedegen visie. Hij vindt de visie overzichtelijk en een zeer compleet beeld geven. Talant is positief over de inzet van WonenNWF op het gebied van levensloopbestendige woningen. Het is belangrijk dat zorgfaciliteiten gemakkelijk in woningen kunnen worden aangebracht, zowel voor ouderen als jongeren met een beperking. Hierdoor kunnen mensen die zorg nodig hebben zo lang mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen. Voor mensen met zowel een fysieke als een (licht) verstandelijke beperking is het van belang dat ze in hun eigen omgeving, in hun eigen sociale netwerk kunnen blijven wonen. Talant heeft een goed beeld van het aantal mensen met een beperking en de ontwikkeling hierin. Zij zien een trek van jongeren naar de stad. Soms redden ze het daar niet en keren dan weer terug naar hun eigen dorp. Familie is voor deze groep erg belangrijk. Wat betreft de ontwikkeling van het aantal mensen met een beperking in het werkgebied van WonenNWF is de verwachting dat deze vrij constant blijft. Geen toename. Particuliere initiatieven zoals Thomashuizen richten zich met name op mensen met een lichte beperking. Talant huisvest naast „lichte‟ ook de „zwaardere gevallen‟. Een „zwaar geval‟ is bijvoorbeeld iemand met een (lichte) lichamelijke beperking + psychische problemen + verslavingsproblemen. Talant biedt een breed en compleet en kwalitatief goed aanbod aan zorg, nu en in de toekomst. Talant verwacht een toename van de vraag naar domotica. Hiermee worden de loonkosten in de zorg beperkt. Ook de toename van het aantal mensen met dementie brengt een groeiende vraag naar bijvoorbeeld anti-dwaling techniek met zich mee. Verder zal er meer gebruik gemaakt gaan worden van „zorg op afstand‟ door bijvoorbeeld contact via beeldtelefoon en computer. Voor de (toekomstige) aanleg van domotica faciliteiten is het handig bij de bouw van levensloopbestendige woningen reeds loze leidingen aan te leggen, waar laten de benodigde kabels doorheen getrokken kunnen worden. De financiering van zorg staat onder druk. Kleine locaties met 6 – 8 mensen zijn niet meer haalbaar. De voorkeur gaat uit naar minimaal 18 personen. Qua inrichting hebben mensen steeds meer behoefte aan een eigen plek, aan privacy. Het allerbelangrijkst is echter dat er een ontmoetingsruimte aanwezig is.
75
Bij personen waar meerdere organisatie „mee bezig‟ zijn is het van belang helder te hebben wie de regie heeft. Deze afstemming vindt onder meer plaats in het sociaal team. Net als andere partijen merkt Talant ook de krapte op de arbeidsmarkt in de zorg. Ook signaleren zij dat steeds meer mensen in de stad gaan wonen, waardoor de extramurale zorg op het platteland lastiger wordt. Namelijk even een oogje in het zeil houden in eigen dorp zit er dan niet in. Voor een zorgboerderij ziet Talant niet direct markt in het werkgebied van WonenNWF. Mochten we hier wel ooit concrete plannen voor hebben dan is het van belang goed de marktvraag in kaart te brengen, een risicoprofiel op te stellen en een zo flexibel mogelijk gebouw te realiseren. 6 september, Andries Bos, SWO het Bildt en Peet Veldhuizen, manager sociaal cultureel werk Stichting Welzijn Middelsee, Marianne Burgers, ouderenadviseur, De Skûle Welzijn Voorstelronde: SWO het Bildt organiseert sociaal culturele activiteiten voor 55+ers in het Bild, in samenwerking met Zorgcentrum het Bildt, de Zonnebloem en enkele andere organisaties. Stichting Welzijn Middelsee is actief is alle vier de Middelsee gemeenten, zowel voor kinderen, jongeren en ouderen (in Leeuwarderadeel en Menaldumadeel). Tevens vrijwilligerscentrale en steunpunt mantelzorg. De Skûle richt zich op 55+ ers in Franekeradeel. Mevrouw Burgers is ouderenadviseur en brengt 75+ers in de dorpen van Franekeradeel preventieve huisbezoeken. Mevrouw Burgers en de heer Bos spreken hun complimenten uit voor de visie. Leesbaar en herkenbaar. Deze herkenbaarheid zit vooral in: - Het zo lang mogelijk thuis blijven wonen van senioren - Het verschil tussen de „traditionele, volgzame‟ oudere ouderen en de nieuwe assertieve babyboom-generatie ouderen. - Toename van het aantal mensen met dementie - Eenzaamheid Wat betreft de aanpak van eenzaamheid pleit mevrouw Burgers er voor bij nieuwe seniorencomplexen zoveel mogelijk een recreatieruimte aan te leggen. Verder moeten activiteiten bereikbaar zijn. Hiervoor is vervoer belangrijk. Gelukkig functioneert dit momenteel goed. De heer Bos benadrukt het belang van het sociaal team, vooral waar het gaat om afstemming tussen partijen en het helder krijgen wie de regie heeft. Mevrouw Burgers geeft aan dat er onduidelijkheid bestaat over de criteria die het WMO-loket hanteert. Waarom krijgt de een wel een bepaalde voorziening en de ander niet? De aansturing op verhuizing die vaak als eerste en beste optie wordt gezien betekent dat ouderen uit de dorpen verdwijnen en dat de sociale context waarin senioren leven vaak ontregelt raakt. Voor de dorpen is het juist een verrijking wanneer de bevolkingsopbouw heterogeen blijft. Mevrouw Burgers en de heer Bos signaleren niet of nauwelijks behoefte aan domotica bij ouderen. De kinderen van deze mensen geven wel af en toe aan dat er alarmering of beveiliging van het gasfornuis moet komen, maar ouderen zelf zien dit niet zo. En als ze er al open voor staan dan vinden ouderen (zonder indicatie) alarmering te duur. Tot slot geven de aanwezigen aan het prettig te vinden WonenNWF nader te hebben leren kennen. Concrete veranderpunten t.a.v. de visie op wonen en zorg hebben zij niet.
76
7 september, Ageeth Visser (locatiemanager Martenahiem) en Sytske Brouwer (teamleider Welzijn Martenahiem), Tellens. Martenahiem telt 36 intramurale en 24 extramurale appartementen. De intramurale appartementen bestaan uit 1 zit/slaapkamer, de extramurale appartementen hebben een woonkamer en 2 slaapkamers. Alle senioren uit Tzum en omgeving kunnen deelnemen aan de activiteiten in Martenahiem en gebruik maken van het restaurant van Martenahiem. Ook bezorgt Tellens (vanuit Franeker) warme maaltijden aan huis in heel Franekeradeel. Martenahiem verzorgt geen thuiszorg. Dit is een bewuste keuze, zij focussen op de zorg in Martenahiem. Bovendien is het niet mogelijk alleen thuiszorg in Tzum te leveren. Zie gemeentelijke aanbesteding voor heel noordwest Friesland tegelijk via de Dienst SoZaWe NW Fryslân. Er is contact tussen Martenahiem de Skûle. De ouderenadviseur van de Skûle (Marianne Burgers, zie vorig overleg) attendeert zelfstandig wonende ouderen ook op de activiteiten en maaltijden service van Martenahiem. De visie op Wonen en Zorg is voor Martenahiem herkenbaar en duidelijk. Ze onderschrijven o.a. het belang van activiteiten/ wat te doen voor senioren, zowel intramuraal als extramuraal. Dat senioren langer thuis blijven wonen is een bekend gegeven. Specifieke seniorenwoningen worden alleen goed verhuurd als er ook echt zorg bij zit, anders gaat de verhuur veel moeizamer. Zie bijvoorbeeld … appartementen voor senioren aan het spoor in Franeker. Daar staan nog steeds een paar woningen leeg. Ook de gesignaleerde toename van het aantal mensen met dementie wordt herkend. Martenahiem en vele andere zorgaanbieders in noordwest Friesland (o.a. Zorgcentrum het Bildt) doen mee aan het project TINZ waarbij casemanagers (ouderenadviseurs voor dementerenden) huisbezoeken brengen aan mensen, het probleem in kaart brengen en mensen attenderen het zorgaanbod voor deze groep (van dagbesteding tot in het verpleeghuis gaan wonen). Domotica is niet iets waar Martenahiem mee bezig is. Gewoon de basics en verder geen fratsen. Dwaaldetentie e.d. is volgens hen ook niet nodig vanwege de sociale controle in het kleine Martenahiem. Wel is er op zondag een live (webcam) verbinding met de kerk voor de kerkdienst. 15 september, Nel Haarsma & Baukje Tol (wethouders gemeente het Bildt), Lute Pen (wethouder Menaldumadeel), Gerard Hoekstra (beleidsmedewerker gemeente Menaldumadeel), Ronald Heimink (beleidsmedewerker Dienst SoZaWe Noordwest Fryslân). Gemeente Franekeradeel was verhinderd en heeft later schriftelijk gereageerd. Ook de Dienst SoZaWe Noordwest Fryslân heeft een schriftelijke reactie gegeven. Wethouder Haarsma is positief over de inzet van WonenNWF om senioren te faciliteren zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Hierbij wordt in de visie ook het belang van goede vervoersvoorzieningen in de dorpen genoemd. Welke rol wil WonenNWF daarin spelen? Nicole de Bruijn antwoordt dat WonenNWF een signalerende en stimulerende rol wil spelen. We zullen niet zelf vervoer gaan regelen, maar wel de ontwikkelingen hieromtrent volgen en bij de betreffende partijen aan de bel trekken als zich problemen voordoen. WonenNWf vindt het namelijk belangrijk dat senioren zorg- en welzijnsvoorzieningen kunnen bereiken. Wethouder Tol geeft aan de visie herkenbaar en volledig te vinden. Zij onderschrijft het voornemen van de Dienst SoZaWe, gemeenten en woningcorporaties in noordwest Friesland – zoals opgeschreven in het gesloten convenant tussen deze partijen – om bij de bouw van seniorenwoningen reeds goed na te denken over (WMO-)voorzieningen voor senioren, zodat niet later allerlei aanpassingen nodig zijn. 77
Wethouder Haarsma benadrukt het belang van sociale cohesie en het tegengaan van eenzaamheid. Vervolgens wordt er gesproken over de woonwensen van senioren. Vaak geven ouderen aan gewoon thuis te willen blijven wonen, maar als ze eenmaal de stap hebben gemaakt naar een seniorenwoning zijn ze erg tevreden. Vooral in een (kleinschalig) seniorencomplex hebben ze veel gezelligheid onderling. Verder wordt geconstateerd dat „de senior‟ in noordwest Friesland graag grondgebonden woont. Wethouder Haarsma en wethouder Pen zijn het met WonenNWF eens dat het van belang is de plannen tot herstructurering van woningen (door WonenNWF) en woonomgeving/openbare ruimte (door de gemeente) op elkaar af te stemmen om hiermee een maximaal resultaat te bereiken. Ook dient hierbij direct rekening gehouden te worden met de toegankelijkheid voor minder-validen zodat de woonomgeving „rollator-proof‟ is. Kan er bij de dorpsschouwen iemand mee lopen die hier verstand van heeft? Wethouder Pen vraagt of bij de voorbeelden van seniorenwoning in gemeente Menaldumadeel in de visie Orxmastate en Drenningahof toegevoegd kunnen worden. Ook wordt er kort gesproken over de vraag naar seniorenwoningen in Menaldumadeel en de woonvisie van gemeente Menaldumadeel. Provincie Fryslân afkeurend gereageerd op de forse geplande nieuwbouw van woningen in deze woonvisie. Ook WonenNWF heeft haar zorg uitgesproken over deze overproductie en doet dat in dit gesprek opnieuw. Anderzijds zijn de cijfers uit het WOBOF 2007 wellicht wat aan de lage kant, zoals ook aangegeven staat in de visie wonen zorg. In de visie wonen zorg wordt niet verwezen naar de woonvisie van gemeente het Bildt. Hier zal alsnog naar gekeken worden. Tot slot wordt er gesproken over het belang van vrijwilligers voor activiteit, leefbaarheid en ontmoeting in het dorp. WonenNWF wil graag het „sociaal cement‟ in de dorpen stimuleren en organiseert verschillende activiteiten hiervoor. Twee voorbeelden zijn de training voor het professionaliseren van de dorpswebsite die WonenNWF in het voorjaar samen met communicatiebureau Terp 10 uit Oosterbierum heeft gegeven aan de beheerders van de dorpswebsites. Deze uitgebreide training (5 avonden) werd enthousiast ontvangen en zeer goed bezocht. Daarnaast loopt er momenteel, samen met de vrijwilligerscentrale, een (pilot)project in Oosterbierum om vraag en aanbod van vrijwilligers in het dorp beter te „matchen‟. WonenNWF zal in de komende periode een stimulerende en faciliterende rol blijven vervullen t.a.v. het sociaal cement in de dorpen. 13 oktober, overleg met wethouder Haye Talsma, gemeente Ferwerderadiel Er bestaat groot verschil in de getallen en visie op de groei\krimp van de gemeente in de samenvatting en de cijfers uit de prognose in de tekst en horizon cijfers. Gemeente vind dit verwarrend en begrijpt de motitvatie niet goed. Moeten we beter uitleggen. Hetzelfde geldt voor de aantallen dementerenden. Verschil tussen de theorie en de praktijk duidelijker aangeven in de notitie. Op het overzichtskaartje staat bij Burdaard genoemd dat daar appartementen komen. De plannen zijn gewijzigd, er komen nu levenloopbestednige woningen. Graag aanpassen. Huurdersvereniging De Bewonersraad Friesland heeft schriftelijk gereageerd op de visie.
78