Met opmaak: Standaard
Visie Wonen, Zorg en Welzijn in Deventer
Januari 2006
Vastgesteld visiedocument Wonen, Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
Voorwoord De aanbieders van wonen, zorg en welzijn hebben zich verenigd in het Platform Wonen, Zorg en Welzijn. Ze hebben samen met de gemeente en de zorgverzekeraar een visie ontwikkeld op wonen, zorg en welzijn in Deventer voor de komende jaren. De visie biedt een samenhangend kader en beoogt richting te geven voor het maken van keuzes bij het aanbod van wonen, zorg en welzijn aan de burgers van Deventer. Namens het Platform Wonen, Zorg en Welzijn Gerard Faas Voorzitter Namens Salland Zorgverzekeraar Jorrit de Jong Directeur
Namens de gemeente Deventer Jos Fleskes Wethouder
Gewijzigde veldcode
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
2/14
1
Inleiding
1.1 Achtergrond Aan de ontwikkelingen op het terrein van Wonen, Zorg en Welzijn liggen een demografische, een sociaal-culturele en een bestuurlijk-financiële ontwikkeling ten grondslag. Demografisch: vergrijzing Nederland vergrijst. In de periode tussen nu en 2040 neemt het aantal 65+ers in Nederland sterk toe, evenals het aantal oudere ouderen (75+). Omdat de zorgvraag van met name oudere ouderen een stuk hoger ligt dan die van de gemiddelde Nederlander, betekent dit dat ook de behoefte aan zorg en maatschappelijke ondersteuning in deze periode zeer sterk zal stijgen, volgens sommige scenario’s zelfs met meer dan 100%.1 Sociaal-cultureel: individualisering De reeds langer bestaande individualisering zal naar verwachting ook in de toekomst doorzetten. Dit heeft impact op de behoefte aan diensten van wonen, zorg en welzijn. In de eerste plaats zal er behoefte zijn aan meer woningen, omdat het aantal personen per huishouden steeds verder afneemt. Daarnaast zullen de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van het aanbod verder toenemen. De individualisering gekoppeld aan de sterk gestegen welvaart leiden ertoe dat mensen minder en minder genoegen nemen met standaardpakketten, doorsnee aanbod en grootschalige voorzieningen. De normen voor en wensen met betrekking tot privacy, autonomie, kleinschaligheid en kwaliteit zullen in de toekomst hoger liggen. Bestuurlijk-financieel: extramuralisering en verschuiving van verantwoordelijkheidstoedeling De rijksoverheid, de intramurale zorgsector en de vertegenwoordigers van zorgvragers hebben elkaar gevonden in het beleid van extramuralisering. In plaats van mensen met een grotere zorgbehoefte ‘op te sluiten’ in grote, buiten de maatschappij gelegen, intramurale instellingen wordt in GGZ en ouderenzorg meer en meer getracht om ook mensen met een zorgvraag een plek te geven in de ‘gewone’ maatschappij. Hiertoe worden kleinschalige woonvormen gecreëerd die gewoon in de wijken liggen en wordt geïnvesteerd in de maatschappelijke participatie van zorgbehoevenden in allerlei reguliere maatschappelijke verbanden. Deze ontwikkeling vindt plaats in het perspectief dat zorg belangrijk is en betaalbaar moet blijven. Dit kabinet meent bovendien dat er in de loop van de tijd een onevenwichtigheid is geslopen in de verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid, maatschappelijk middenveld, burgers en markt op het terrein van de zorg. Het is té vanzelfsprekend dat de overheid betaalt voor alle zorg en ondersteuning die mensen nodig hebben. De landelijke overheid stuurt er dan ook op aan dat burgers zelf meer (financiële) verantwoordelijkheid nemen om in hun eigen zorgbehoefte te voorzien, vindt dat er vervolgens een beroep moet worden gedaan op de omgeving van de 1
De groep ouderen groeit met 80% van 2,2 naar 4 miljoen. De verwachting is dat vanwege de dubbele vergrijzing ook de de zorgvraag stijgt. Op dit punt zijn aanvullende epidemiologische gegevens gewenst.
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
3/14
Gewijzigde veldcode
zorgvrager en het maatschappelijk middenveld en ziet pas als dat allemaal onmogelijk is gebleken een verantwoordelijkheid voor zichzelf. Dit heeft geleid tot een grondige herziening van het zorgstelsel, waarvan de introductie van de Zorgverzekering, de modernisering van de AWBZ en de introductie van de WMO allemaal deel uitmaken.
1.2 Het initiatief rond Wonen, Zorg en Welzijn Als gevolg van deze ontwikkelingen oriënteren aanbieders van wonen, zorg en welzijn zich op de toekomst. Welzijnsinstellingen bewegen zich bijvoorbeeld richting individuele diensten, zorginstellingen zoeken naar nieuwe vormen van wonen en verkennen de welzijnsmarkt en corporaties nemen meer en meer een faciliterende rol. Dit leidt tot productinnovatie, maar ook tot meer bestuurlijke ontwikkelingen zoals fusies en samenwerkingsverbanden. In Deventer hebben de aanbieders van wonen, zorg en welzijn actief geanticipeerd op deze komende ontwikkelingen. Ze hebben zich verenigd in het Platform Wonen, Zorg en Welzijn (zie voor de deelnemers bijlage 1). Vervolgens hebben de betrokken zorgverzekeraar en gemeente dankbaar gebruik gemaakt van dit initiatief om samen met het platform een visie op de toekomst in Deventer neer te leggen. De betrokken partners: zorgverzekeraar, aanbieders van wonen, zorg en welzijn en de gemeente presenteren in dit visiedocument onze gezamenlijke ambitie en we formuleren op hoofdlijnen de kaders van waaruit we onze ambitie gaan realiseren. Ons gemeenschappelijk initiatief zien we als een antwoord op de oproep van de gemeente om de kracht van Deventer te tonen. Vanuit de instellingen is dit initiatief opgekomen en het is voortvarend door de zorgverzekeraar en gemeente mee opgepakt. Voor de gemeente is door de komst van de WMO een andere en zwaardere rol op het brede veld van zorg weggelegd en het is goed te merken dat het College actief meewerkt om de visie krachtig neer te zetten en daarbij de regierol niet te schuwen. Bij het opstellen van de visie heeft nadrukkelijk afstemming plaatsgevonden op andere beleidstellende kaders en visies2. Door de afstemming bieden we een samenhangende en gedeelde visie rond wonen, zorg en welzijn die de vele betrokken partijen richting geeft voor de verdere uitwerking.
2
In het bijzonder noemen we het collegeprogramma, de sociale visie van Deventer, de visie op de WMO, de herstructureringsafspraken en convenant stedelijke afspraken. Ook zijn de ontwikkelingen tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieders in de visievorming meegenomen.
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
4/14
Gewijzigde veldcode
2
Visie WZW in Deventer
2.1 Ambitie Onze ambitie is om nu en in de toekomst een houdbaar en betaalbaar stelsel voor wonen, zorg en welzijn te creëren dat iedereen een maatschappelijk aanvaardbaar aanbod op deze terreinen biedt en dat zo veel mogelijk uitgaat van zelfstandige en zelfredzame burger. De kern van deze ambitie is dat kwetsbare ouderen, jongeren, gehandicapten, etc. de gelegenheid krijgen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, bij voorkeur in hun vertrouwde omgeving. Hierbij kunnen zij zorg en diensten, in huis, aan huis, of dichtbij huis krijgen.3 Maar burgers kunnen ook kiezen voor wonen in gezamenlijke woonvormen met hoog voorzieningenniveau.4
2.2 Uitgangspunten De uitgangspunten van de sociale visie van Deventer zijn wat ons betreft leidend voor ons handelen bij de ontwikkeling van de woon-, zorg- en welzijnsvisie. We formuleren de volgende uitgangspunten in ons handelen: Eigen initiatief en verantwoordelijkheid van burgers, instellingen en gemeente: burgers en partijen nemen primair verantwoording voor zichzelf en voor elkaar. De gemeente biedt daarbij ondersteuning, maar neemt ook zelf verantwoording als dat nodig is. Gebruik maken van de ‘kracht van de stad’: alle partijen – gemeente, aanbieders van wonen, zorg en welzijn en zorgverzekeraar - hebben een open oog voor ontwikkelingen en initiatieven. We dagen elkaar uit en bieden ondersteuning aan elkaar. Voor de instellingen betekent dit maatschappelijk ondernemerschap uitdragen en inhoud geven, zoals gezamenlijke afstemming en ketenvorming. En te kiezen voor een goede balans tussen keuzevrijheid van de klant en het bieden van een (kosten)efficiënt basisstelsel.- Versterking van de regierol van de gemeente, zowel op beleidsniveau als op uitvoeringsniveau. Bij belangrijke maatschappelijke vraagstukken moet de gemeente de regierol pakken. Daarbij geldt dat de gemeente ruimte laat aan uitvoerders, maar wel aanspreekt op resultaat en handelt als zaken mislopen. Minder beleid, meer doen. De partijen committeren zich om aan de slag te gaan voor de burgers, vanuit een gedeelde visie. Rond de ontwikkeling van wonen, zorg en welzijn dienen keuzes gemaakt te worden. Voor ons zijn daarbij de volgende uitgangspunten leidend: 3
Ontleend aan sociale visie Deventer, thema zorgvragers. Op dit punt raakt deze visie de discussie over ‘omslagpunten’. Dit houdt in dat hoewel de mogelijkheden om diensten aan huis te leveren in theorie vrijwel onbeperkt zijn, er bij een zekere intensiteit van de zorgvraag financiële redenen kunnen zijn om de klant te vragen naar een gezamenlijke woonvorm te verhuizen. Daar kunnen diensten immers efficiënter worden gecombineerd en gecoördineerd, waardoor ze goedkoper zijn. Het is aan de (financierende) overheid om te bepalen waar dit omslagpunt ligt. Overigens zijn er naast financiële ook andere redenen waarom mensen zullen kiezen voor gezamenlijke woonvormen, zoals veiligheid, geborgenheid en gezelligheid. 4
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
5/14
Gewijzigde veldcode
-
-
-
-
Keuze voor de burgers (in huis, aan huis, dicht bij huis): burgers moeten voldoende vrijheid hebben voor het maken van een keuze voor een passend aanbod. Gebiedsgerichte aanpak rond een basis van bestaande sociale samenhang: we streven naar gebieden waar we een op de vraag afgestemd en samenhangend pakket aan diensten beschikbaar stellen. Het gaat om gebieden die aansluiten bij bestaande sociale structuren en netwerken. Welzijn waar kan, zorg waar moet: mensen willen zelfstandig in de wijk blijven om mee te (blijven) doen in sociale netwerken. Het is bij uitstek een welzijnstaak om mensen te informeren, adviseren en te (re)activeren. En welzijnsactiviteiten kunnen leiden tot een uitstel – en soms zelfs een afstel – van de zorgbehoefte. Oud worden in eigen wijk: ons uitgangspunt is dat mensen oud kunnen worden in hun eigen, vertrouwde omgeving.5
5
Daarbij ligt wel enige nadruk op het woord ‘kunnen’. Mensen die ergens anders oud willen worden (bijvoorbeeld in het centrum) mogen dat ook.
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
6/14
Gewijzigde veldcode
3
Strategie
3.1 Welke doelstellingen kiezen we? Op basis van de ambitie en de geformuleerde uitgangpunten komen we tot drie doelstellingen voor de toekomst. 1.
We bieden aan de burgers van Deventer een gevarieerd en onderling afgestemd aanbod rond preventie, welzijn en behandeling/begeleiding om burgers zelfstandig en zelfredzaam te houden.
2.
Het vraaggericht, betaalbaar en houdbaar neerzetten van een maatschappelijk aanvaardbaar en samenhangend stelsel van voorzieningen, geografisch gespreid voor burgers met beperkingen: op lichamelijk, geestelijk of psychosociaal gebied.
3.
We bieden de mogelijkheid voor burgers met beperkingen om zoveel mogelijk en levensloopbestendig in de eigen wijk te wonen en te leven, met daarbij verzorging.
3.2 Voor welke doelgroep zetten we ons in? Wonen, zorg en welzijn raken álle burgers van Deventer. Iedereen is immers gebaat bij een goede afstemming van voorzieningen. Gezien de doelstellingen is duidelijk dat de groep van mensen met beperkingen, met voorrang aandacht verdient bij de verdere uitwerking van de visie. Over welke burgers hebben we het dan? Ouderen6 De grootste doelgroep bij wonen, zorg en welzijn zijn ouderen met een beperking. Deze kan lichamelijk, psychisch of verstandelijk van aard zijn, of een combinatie van dezen. Het voorkomen van beperkingen stijgt met de jaren. En dat geldt ook binnen de groep 65+-ers. Leeftijd 65-75 75-85 85 e.o
% lichte beperkingen % matige beperkingen 22 16 20 22 11 26
% ernstige beperkingen 9 28 57
Totaal 47% 70% 94%
6
Verklaringsmodel Verpleging en Verzorging Onderzoeksverantwoording, Sociaal en Cultureel Planbureau, november 2004; Zorg en Wonen voor kwetsbare ouderen, Rapportage Ouderen 2004, Sociaal en Cultureel Planbureau, 2004
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
Gewijzigde veldcode
7/14
Niet-ouderen met een verstandelijke beperking Ongeveer 0,9% van de bevolking onder de 65 heeft een verstandelijke handicap. Bij ongeveer de helft van hen is die licht, bij de andere helft ernstig. Op dit moment woont vrijwel iedereen met een ernstige verstandelijke beperking intramuraal. Het extramuraliseringsbeleid is er echter op gericht om van deze categorie zo’n 80% te extramuraliseren. Qua leeftijdsopbouw vertoont deze groep een ander beeld dan de mensen met lichamelijke beperking. Het aantal verstandelijk gehandicapten neemt met de jaren juist af. Niet-ouderen met een lichamelijke beperking Ongeveer 7% van de mensen onder de 65 heeft een matige of ernstige lichamelijke beperking. Dat loopt overigens met de leeftijd op. Van de 16-19 jarigen heeft 2,2% een lichamelijke beperking, van de 20-45 jarigen 4,7% en van de 45-64 jarigen 16,3%7. Andere sociaal kwetsbaren Er is een groep van dak- en thuislozen, verslaafden en gebruikers van andere vormen van maatschappelijke opvang. Daarnaast is er een flinke groep randgroepjongeren. Een laatste doelgroep die we onderscheiden zijn GGZ klanten.8
3.3 Welke diensten mogen burgers van ons verwachten? De visie strekt zich uit over een breed palet aan diensten rond wonen, zorg en welzijn. Ter indicatie geven we een opsomming van de diensten gebaseerd op de dienstenindeling die het ministerie van VWS heeft laten ontwikkelen, aangevuld met de diensten wonen en verpleging9. 1. informatie en consultatie 2. recreatie en educatie 3. activering en ondersteuning 4. begeleiding/behandeling 5. wonen en verblijf 6. verzorging/verpleging 7. dienstverlening 8. samenlevingsontwikkeling 9. coördinatie 10. signalering
3.4 Waar bieden we de diensten aan? Voor het realiseren van de eerste doelstelling voor het bevorderen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid van burgers is er een samenhangend stedelijke
7
Het betreft hier landelijke getallen. Landelijke cijfers maken duidelijk dat ruim een kwart van de bevolking wel eens psychiatrische klachten heeft. Slechts een klein deel maakt echter gebruik van zorg op dit vlak. 0,8% van de bevolking maakt gebruik van ambulante GGZ (RIAGG, vrijgevestigde psychiaters) en slechts 0,05% ontvangt intramurale zorg. 9 De indeling is afkomstig van het NIZW. 8
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
Gewijzigde veldcode
8/14
visie op het aanbod van preventie, welzijn, behandeling en begeleiding verdeeld over wijken en buurten. Om de tweede en derde doelstelling te verwezenlijken, namelijk mensen met beperkingen goed te bedienen, kiezen we voor een gebiedsgerichte benadering. Inhoudelijk sluit het aan bij het gegeven dat juist voor burgers met beperkingen het dagelijks leven zich voor een belangrijk deel binnen de eigen wijk afspeelt. Bestaande sociale netwerken en sociale cohesie vormen het uitgangspunt voor het bepalen van de gebieden. Voor het aanbieden van het dienstenpakket in zo een gebied introduceren we hiervoor het begrip woonservicezones. Wat zijn woonservicezones? Een woon-service-zone is een geografisch deel van/binnen een wijk of dorpskern, waarbinnen: verschillende vormen van zelfstandig en onzelfstandig wonen voor ouderen en gehandicapten zijn gerealiseerd; welzijnsactiviteiten en -diensten die aan huis gebracht kunnen worden of dichtbij te halen zijn, georganiseerd in of vanuit een wijkactiviteitencentrum/wijkvoorzieningencentrum; zorgbehoevenden en ouderen en gehandicapten niet domineren, maar onderdeel vormen van een gemêleerde bevolkingsopbouw; de fysieke en sociale woonomgeving zo is ingericht dat deze goed bereikbaar, toegankelijk en veilig is.
3.5 Hoe organiseren we ons aanbod? Vraaggericht In de wereld van wonen, zorg en welzijn staat de zorgvrager centraal. Dat is een leidend uitgangspunt bij de toekomstige ontwikkeling van het dienstenaanbod. De gebiedsgerichte aanpak, met name de invulling bij woonservicezones, biedt de mogelijkheid om burgers dichtbij en concreet aan te laten geven hoe ze het brede aanbod van welzijn, zorg en wonen in hun eigen wijk graag willen zien. Vervolgens kan dan een passend en samenhangend aanbod op maat worden ingevoerd in een woonservicezone. Beheerste marktwerking Het bieden van een samenhangend dienstenaanbod dat goed aansluit op de vraag van burgers met beperkingen, vraagt veel van zorgaanbieders, welzijnsinstellingen, woningcorporaties en de zorgverzekeraar. De investeringen in wonen, zorg en welzijn zijn aanzienlijk. De ingrepen in de fysieke structuur vragen veel geld en tijd en nauwe afstemming met andere (her)structureringsopgaven. In dat perspectief is een basis van goede samenwerking, investeringsbereidheid en nauw overleg een vereiste. Die basis ligt er in Deventer. Een basis van samenwerking en investering in elkaar. Daarbij is ruimte voor publiek private samenwerking. Maar elkaar uitdagen hoort ook bij de uitgangspunten. We gaan uit van een werkwijze tussen de betrokken partijen die we omschrijven als beheerste marktwerking. Om de aanbieders scherp te houden richting de vraag van de burgers, vindt ook een zekere marktwerking plaats. Op onderdelen zal de gemeente, in
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
9/14
Gewijzigde veldcode
afstemming met het zorgkantoor, elders aanvullende welzijn- en zorgdiensten kunnen inkopen om te kijken of de lokale aanbieders een gunstige prijs/kwaliteit verhouding blijven hanteren. Vraagversterking De keuze voor vertrouwen op en investeren in de kracht van de lokale aanbieders, vraagt om een ander systeem van check en balance, dan vertrouwen op onderlinge concurrentie tussen aanbieders. Daar toe wordt geïnvesteerd in het versterken van de vraag van de burgers en het toezien op kwaliteit van de geleverde diensten. Een krachtig instrument in het versterken van de vraag is de vorming van een zorgloket. Bij dit loket kunnen mensen worden geholpen met het in kaart brengen van hun behoefte, bij een verkenning van het aanbod, bij het maken van een keuze én bij het effectueren van die keuze. Een belangrijke toevoeging is dat het loket onafhankelijk is en onder de verantwoording van de gemeente wordt opgezet en ten uitvoer wordt gebracht10. In de WMO visie van de gemeente is het zorgloket verder uitgewerkt. Kwaliteitsbewaking De gemeente zal in samenwerking met de partijen en dan met name met de vertegenwoordigers van zorgvragers een systeem opzetten om de kwaliteit van dienstverlening rond wonen, zorg en welzijn periodiek te monitoren11. Aandacht voor betaalbaarheid en houdbaarheid De betrokken partijen zijn zich terdege bewust van de financiële randvoorwaarden rond wonen, zorg en welzijn. Het realiseren van de ambitie zal nadrukkelijk gepaard gaan met toetsing op financiële kaders. Daarbij is de nieuwe financiële verantwoordelijkheid voor de gemeente, door de komst van de WMO, en de nieuwe verantwoordelijkheid voor de zorgverzekeraar door de komst van de nieuwe zorgwet, een belangrijk aandachtspunt.
4.
Vervolg
4.1
Drie sporen
Bij de verdere uitwerking van de woon-, zorg- en welzijnsvisie onderscheiden we drie sporen: 1. 2. 3.
10 11
De inrichting van het aanbod voor de hele stad Aandacht voor het landelijk gebied De uitwerking van het dienstenpakket in woonservicezones
Met daarbij de kanttekening dat dit niet hoeft te betekenen dat de gemeente alle kosten voor het loket draagt. We verwijzen hier naar de sociale visie van de gemeente Deventer waarin dit ook staat benoemd.
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
10/14
Gewijzigde veldcode
We werken kort de sporen hieronder uit. Ad 1 Inrichting van het aanbod voor de hele stad Er zijn twee onderwerpen waar keuzes over gemaakt dienen te worden. Het eerste onderwerp betreft de keuze wat in Deventer op centraal niveau blijft aangeboden rond wonen, zorg en welzijn. Dit spoor wordt opgepakt in de komende WMO visie en de komende nota accommodatiebeleid. Het voortouw hierbij heeft de gemeente. Het tweede onderwerp betreft de keuze voor de omvang en aantal van de woonservicezones. Gezien het uitgangspunt van de visie wonen, zorg en welzijn om te streven naar een omvang op niveau van sociale samenhang, is de huidige wijkindeling nog te grofmazig. Een werkgroep van gemeente en platform heeft een voorstel gemaakt voor een verdere indeling in 13 woonservicezones12. We vinden dat de gemeente hier uiteindelijk een finale beslissing over moet nemen, mede gezien de verbondenheid met andere beleidsterreinen. Binnen de gemeente zal hier een nadere discussie over worden gevoerd. Voortouw spoor 1: de gemeente. Ad 2 Aandacht voor het landelijk gebied Een kleine 10% van de Deventenaren woont in één van de kleine kernen als Lettele en Okkenbroek en de rest van het landelijk gebied (in dit % zijn niet begrepen: Bathmen, Diepenveen en Schalkhaar). De spreiding van mensen over dit gebied is groot. Het aanbod in dit gebied vraagt om een zeker pragmatisme. De ambities, uitgangspunten en concepten zoals die in dit document zijn verwoord, vormen wel de leidraad bij de invulling van het aanbod in het landelijk gebied. Omdat we niet in alle kernen een volledig pakket kunnen bieden, formuleren we voor het landelijk gebied twee extra speerpunten. De eerste is extra aandacht voor hoogwaardig openbaar en/of collectief vraagafhankelijk vervoer. Hierdoor kunnen bewoners van kleine kernen gebruik maken van haaldiensten op andere plekken. Het tweede uitgangspunt is dat we onze voornemens over multifunctionaliteit en meervoudig gebruik oprekken over de grenzen van de WZW-sector heen. Er zal pragmatisch gekeken moeten worden of in de accommodatie- of dienstensfeer kan worden aangesloten bij bijvoorbeeld (semi)commerciële voorzieningen als postagentschappen, horeca of sport. Voortouw spoor 2: De gemeente voert vanuit zijn kernenbeleid de regie. Ad 3 De uitwerking van het dienstenpakket in woonservicegebieden De realisatie van woonservicezones zal gefaseerd moeten plaats vinden. We stellen voor in twee gebieden te starten met een pilot. In de pilot wordt op basis van de visie samen met burgers een dienstenpakket op maat ontwikkeld.
12
Gewijzigde veldcode
In een bijlage zijn de 13 zones weergegeven.
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
11/14
In elke van de woonservicezones zal dus een diensten- en voorzieningenpakket ontstaan dat andersoortig is qua inhoud, vorm en organisatie. De precieze invulling van de voorzieningen in een woonservicezone zal afhankelijk zijn van: - de vraag/behoefte van burgers in die wijk, - het bestaande voorzieningen- en accommodatieaanbod, - de zich concreet voordoende kansen op ontwikkeling, - de ontwikkelingsvisie (en marktinschatting) van de betrokken partijen. Voortouw spoor 3: Het Platform Het platform heeft het voortouw voor het opstellen van de ontwikkelingsplannen per pilot. Er zal door het platform gezorgd worden voor een eenduidige sturing. Gedacht kan worden aan een projectorganisatie, waarin 1 van de Platformleden procesverantwoordelijk is, maar waarin ook andere in die zone betrokken partijen participeren. In het bijzonder zal afstemming gezocht worden met flankerende activiteiten, zoals de herstructurering en WMO.De gemeente en het zorgkantoor hebben de eindregie op de uitwerking van het dienstenpakket in de woonservicezones.
4.2
Vervolgstappen
Om deze visie om te zetten in realiteit is behalve een inhoudelijke commitment ook capaciteit in de vorm van mensen en middelen nodig. De eerste stap is dat per gebied inrichtingsplannen worden opgesteld. De platformpartijen, het zorgkantoor en de gemeente zullen met elkaar deze plannen opstellen waarbij verbindingen worden gelegd naar het komende accommodatieplan, de WMO visie en deze visie. Alle betrokken partijen zullen inspannen om daarvoor op korte termijn de benodigde capaciteit vrij te maken. Voor het verdere traject is een coördinerende en regisserende rol nodig. Het gaat er meer praktisch gezien om de ontwikkelingen binnen en tussen woonservicezones te volgen en daar op te sturen indien nodig. Om dit te realiseren zal de gemeente een programmamanager aanstellen, zoals al eerder is aangegeven in het programma zorgvragers van de sociale visie. Het platform zal samen met de gemeente en zorgverzekeraar een belangrijke rol krijgen in het bewaken en verder uitwerken van de visie. In de implementatie zullen de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de herstructurering leidend zijn.
Gewijzigde veldcode
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
12/14
Bijlage 1 Partijen aangesloten bij het Deventer Platform wonen, zorg en welzijn
Humanitas Ludgerus Solisgroep De Leiboom Stichting Adhesie Stichting de Eik Zozijn De Parabool Philadelphia Van der Bent stichting Raster welzijnsgroep Stichting Ouderenwerk Deventer Carinova thuiszorg Hanzewonen Eigen Bouw De Marken De Woonunie Rentre Wonen Woon- en zorgcentrum ’t Dijkhuis Stichting Woningbouw Bathmen Interact Contour Stichting MEE
Gewijzigde veldcode
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
13/14
Bijlage 2
Voorstel woonservice
We kiezen voor de introductie van 13 woonservicezones. Ruim 90% van de Deventenaren woont binnen één van deze zones. De indeling in zones is tot stand gekomen door te kijken naar geografische gebieden waarin een zekere samenhang bestaat. Een samenhang voor wat betreft burgers onderling (sociale cohesie) en samenhang voor wat betreft het gebruik van voorzieningen. We vinden dat de gemeente hier uiteindelijk een finale beslissing over de indeling van de woonservicezones moet nemen, mede gezien de verbondenheid met andere beleidsterreinen. Binnen de gemeente zal hier een nadere discussie over worden gevoerd.
a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k) l) m)
Centrum, Raambuurt en Knutteldorp De Hoven Zandweerd Platvoet/Borgele Diepenveen Voorstad Keizerslanden Rivierenwijk/Hoornwerk Schalkhaar Vijfhoek Colmschate-Zuid Blauwenoord/Douwel/het Oostrik Bathmen
Gewijzigde veldcode
Vastgesteld visiedocument Zorg en Welzijn in Deventer januari 2006
14/14