Provincie Noord-Holland
Gemeente Opmeer Gemeente Muiden Gemeente Wieringermeer Gemeente Texel Gemeenten Oostzaan/Landsmeer Gemeenten Beemster, Graft-de Rijp, Zeevang en Schermer
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering Monitor WWZ-stimuleringsprogramma landelijk gebied – deel 1
Inhoud Inleiding
3
Gemeente Opmeer
4
Gemeente Muiden
9
Gemeente Wieringermeer
14
Gemeente Texel
19
Gemeenten Oostzaan en Landsmeer
23
Gemeenten Beemster, Graft-de Rijp, Zeevang en Schermer
28
Kerngegevens
33
Inleiding
In 2006 heeft de provincie Noord-Holland het stimuleringsprogramma Wonen, Welzijn en Zorg uitgebreid met voorbeeldgemeenten in het landelijk gebied. Sinds 1 januari 2007 zijn in zes projecten, gedragen door tien gemeenten, allerlei activiteiten van de grond gekomen om zorg, wonen en welzijn in samenhang met elkaar te ontwikkelen. Hoe pakken de gemeenten en hun partners dat aan? En hoe ontwikkelen de projecten zich? De monitor ‘Wonen, welzijn en zorg in uitvoering’ biedt een kijkje in de projectenkeuken.
WWZ voorbeeldprojecten landelijk gebied Deze brochure is de eerste in een reeks van vijf. Tot eind
provincie combinaties in wonen, welzijn en zorg te ontwik-
2009 verschijnt elk half jaar een journalistieke monitor om de
kelen. De journalistieke monitor ‘Wonen, welzijn en zorg in
voortgang van projecten, het slagen en wellicht soms zelfs het
uitvoering’ maakt zichtbaar hoe het hen vergaat. Voor het
mislukken van een initiatief in beeld te brengen. De provincie
samenstellen ervan zijn programmaleiders en samenwerkings-
verspreidt deze publicaties onder gemeenten en alle WWZ-
partners geïnterviewd van Wieringermeer, Opmeer, Muiden,
partners: woningcorporaties, vrijwilligersorganisaties, georga-
Oostzaan, Landsmeer, Texel, Beemster, Graft-de Rijp, Zeevang
niseerde bewoners, zorginstellingen en andere betrokkenen.
en Schermer. Verder zijn de programma’s bekeken op hun voorbeeldeffect en de manier waarop collega-gemeenten
De plattelandsgebieden van Noord-Holland zijn relatief dun
van de aanpak kunnen leren. Bij het beschrijven van de eerste
bevolkt. Daarin ligt een belangrijk deel van hun karakter én
resultaten is geprobeerd om een grote mate van verscheiden-
aantrekkingskracht. Tegelijkertijd maakt juist dit gegeven het
heid te laten zien: in doelgroepen, in aanpak, in de keuze van
moeilijk om iedereen de kans te bieden zo lang mogelijk zelf-
samenwerkingspartners en in de manier waarop projecten tot
standig te wonen met geschikte zorg en dienstverlening in de
stand komen.
buurt. De leefbaarheid komt onder druk te staan. Gemeenten
worden gedwongen om keuzes te maken. Hier ontstaan
Telkens gaat het om voorbeeldprojecten en programma’s:
slimme en innovatieve combinaties van voorzieningen op het
initiatieven die kennis en ervaring verzamelen en daardoor
gebied van wonen, welzijn en zorg, waardoor het landelijk
andere gemeenten inspireren. De monitor maakt – zonder pro-
gebied aantrekkelijk en vitaal blijft. Door de initiatieven in het
jecten langs een maatlat te leggen – zichtbaar wat er gebeurt,
landelijk gebied te volgen, hoopt de provincie Noord-Holland
hoe het met de voortgang staat, welke factoren belemmerend
dat andere gemeenten in zowel het landelijk als het stedelijk
of juist stimulerend werken en hoe de projecten zijn opgezet.
gebied, hiervan kunnen leren.
De publicaties zijn geschikt voor uitwisseling en overdracht van kennis door gemeenten en partners. Daarnaast levert de
In het kader van het WWZ-stimuleringsprogramma zijn
journalistieke monitor input voor de verdere evaluatie van het
zes projecten geselecteerd om met financiële steun van de
provinciale WWZ-beleid. Goed voorbeeld doet goed volgen!
FEBRUARI 2008
Opmeer
“Voor kleine kernen is het de uitdaging om de mensen bij de voorzieningen te krijgen”
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Opmeer
Norbert Broenink is projectleider WWZ voor de gemeente Opmeer. Hij is Norbert Broenink
goed te spreken over de regeling. Enthousiasme bij de burgers, veel concrete resultaten en goede contacten met de provincie en de samenwerkingspartners. Zelden is provinciegeld in zijn ogen zo goed besteed. “Zeker voor ons als kleine gemeente is twee ton subsidie per jaar gewoon een heleboel geld. Daar kun je heel eerlijk over zijn. We kunnen daar veel goede dingen mee doen.”
Dit geld is goed besteed De WWZ-aanpak beslaat in feite drie aparte terreinen waarvoor individueel beleid is: wonen, welzijn en zorg. “Maar de winst is juist te halen op de snijvlakken van die terreinen”, vertelt Broenink. “Namelijk door verbindingen te maken en het zo breed mogelijk te trekken. Het belangrijkste is om zo goed mogelijk aan te sluiten op de vraag. Daardoor kunnen voorzieningen sneller, efficiënter en uiteindelijk beter worden opgezet.”
Twee sporen Voor 2007 is een tweesporenprogramma opgesteld. Het eerste spoor behelst deelprojecten die vanuit de gemeente worden opgezet. Het tweede spoor is gericht op het ontwikkelen van projecten vanuit de inwoners zelf. “Dit laatste is een beetje het unieke van waar we in de gemeente Opmeer mee bezig zijn”, vertelt Broenink. “Hiervoor hebben we eerst vier dorpsgesprekken gehouden in de vier kernen van de gemeente. Dorpsraden en inwoners zijn gevraagd waar behoefte aan is en waar men tegenaan loopt. In de kleine kernen is dat vooral een gebrek aan voorzieningen en winkels. Men beseft dat die niet meer terugkomen, dus is het de uitdaging om de mensen bij de voorzieningen te krijgen.” Naast de dorpsgesprekken is aan het begin van het jaar huisaan-huis een oproep gedaan of bewoners een goed
FEBRUARI 2008
plan hadden om de leefbaarheid in de eigen woonomgeving te verbeteren. “Dat kon men individueel doen of in verenigingsverband. Deze aanpak willen we jaarlijks herhalen.” Uiteindelijk zijn er zo’n dertig reacties en plannen binnengekomen. Zeven daarvan zijn door een jury gehonoreerd en in gang gezet.
Herkenbare huisstijl Bij de projecten vanuit de bewoners zorgt de gemeente voor faciliteiten, geld, verbindingen en een publiciteit. “We koppelen ook weer naar de burgers terug wat er met de projecten gebeurt, onder meer via de gemeentepagina. Maar het moet toch vooral door de mensen zelf gedragen worden.” Een belangrijk aspect is de herkenbare huisstijl welke Opmeer heeft ontwikkeld, met een pakkend motto: ‘Met elkaar Voor mekaar’. “Die huisstijl passen we heel consequent toe”, zegt Broenink. “Zo komt het logo bij alle deelprojecten terug.” Vlak voor de jaarwisseling is huis-aan-huis een goed verzorgde brochure verspreid. Hierin worden de zeven in 2007 uitverkoren projecten aan de hand van foto’s en interviews met de initiatiefnemers in beeld gebracht. Het ‘Met elkaar voor mekaar’-gevoel spat van de pagina’s af. “In 2008 en in 2009 gaan we de projecten zeker op eenzelfde manier voor onze bewoners in beeld brengen.”
Opmeer | PROJECTEN IN BEELD 9+ voor Vervoer Plus Een opvallend initiatief in Opmeer is het project Vervoer Plus, dat voor de zomer is gestart. Elke dinsdag rijdt er nu een busje vanuit de kernen Aartswoud en De Weere naar het centrum van Opmeer, waar dan markt is. Iedereen kan hier gebruik van maken, maar het zijn voornamelijk ouderen. Broenink: “Voorlopig is het gratis, we willen eerst kijken of het aansluit op de behoefte. Onlangs is er geëvalueerd en kregen we van de gebruikers een dikke 9+. Daarom is besloten om er in 2008 mee verder te gaan. Dit is echt een voorbeeld van het eerste spoor, dus van een project dat je het beste vanuit de gemeente kunt opstarten. Het heeft immers betrekking op meerdere kernen.” Opmerkelijk aan dit initiatief is dat er sprake is van een ‘win-win’-effect. “Bij Vervoer Plus is een soort winst gehaald omdat het busje gereden wordt door iemand van de sociale werkvoorziening Op/maat. Die vervoerden ’s ochtends en ’s middags al hun eigen mensen, maar zochten voor de tussenliggende uren naar een alternatief. Nou, van negen tot vier was voor ons precies de tijd dat wij burgers de mogelijkheid wilden bieden om naar de markt te gaan. Zo kun je dus bepaalde combinaties maken.”
Samen op stap Eén van de zeven gehonoreerde projecten richt zich op de sociaal zwakkere mensen in de samenleving. Broenink: “Mensen met een geestelijke beperking of die anders niet zo vaak de deur uitkomen, leggen met een paar vrijwilligers in een busje leuke bezoekjes af in de omgeving. Bijvoorbeeld naar musea. Die behoefte was er al langer bij die vrijwilligers, maar het kost toch gewoon geld om dat te doen. Je moet een busje huren, toegangskaartjes betalen. Door middel van dit WWZ-project is die belemmering weggehaald en kunnen zij vol enthousiasme aan de slag.”
OPMEER IN HET KORT n
11.212 inwoners euro subsidie per jaar voor de WWZ-initiatieven Jaarlijks is 75.000 euro gereserveerd voor projecten vanuit bewoners V aste, externe projectleider (2 dagen per week) W WZ-stuurgroep met vertegenwoordigers van professionelere organisaties B ij bewonersprojecten zijn de initiatiefnemers de samenwerkingspartners M eekrijgen ambtelijke organisatie is knelpunt W oonaspect krijgt in 2008 meer aandacht R egulier WWZ-beleid loopt eveneens via de WWZ-stuurgroep
n 2 00.000 n n n n n n n
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Opmeer
Ouderen aan de knoppen De digitale snelweg kan mensen verbinden. Jongeren weten al niet beter, maar veel ouderen hebben van computers geen kaas gegeten. Dankzij het WWZ-project ‘Ouderen aan de knoppen’ is dat in Opmeer snel aan het veranderen. Het is een project waarbij twee jonge initiatiefnemers (zie pagina 4) computercursussen geven aan ouderen. Met het geld van de provincie zijn computers aangeschaft en verzorgen twee leraren een cursus. Wekelijks komt men ’s avonds van zeven tot half tien bijeen. De jongste deelnemer is vijftig jaar, de oudste tachtig. De cursus is een groot succes. “Het leuke is dat de motivatie om mee te doen heel erg verschillend is”, zegt Eric Bakker, één van de initiatiefnemers. “De ene deelnemer wil bijvoorbeeld mailen naar een familielid aan de andere kant van de wereld. Maar als men aan die mogelijkheid heeft geroken, wil men al snel meer. Voor ons is het dan extra leuk om die mensen bijvoorbeeld te leren chatten.” De wachtlijst telt inmiddels 23 belangstellenden. Arnoud Beemster, de andere initiator van de cursus vindt dat eigenlijk wel lastig. “In de zin dat je op dit moment voor deze mensen niets kunt betekenen. Maar het geeft tegelijkertijd ook een voldaan gevoel. Omdat het bewijst hoe dit idee aanslaat.” Projectleider Norbert Broenink is zeer te spreken over dit initiatief: “Hiermee krijg je een verbinding tussen jong en oud en verstevig je het cement van de samenleving. Noem het sociaal kapitaal. Doordat mensen zelf met een plan komen, weet je eigenlijk van tevoren al dat het geld goed besteed is, omdat ze zich voor meer dan honderd procent inzetten.”
Over de organisatie Bij het organiseren van de WWZ-projecten komt heel wat kijken. Hoe heeft de gemeente Opmeer de organisatie geregeld? Een kijkje in de projectkeuken.
Opmeer heeft van 2007 t/m 2009 200.000 euro subsidie van de provincie beschikbaar voor de WWZ-initiatieven. Daarvan is jaarlijks 75.000 euro gereserveerd voor projecten vanuit de bewoners. De rest wordt onder meer gestoken in deelprojecten en activerende huisbezoeken. Daarnaast probeert de gemeente met het provinciegeld de mogelijkheden voor mantelzorgers te vergroten.
Externe projectleider Onvermijdelijk is dat een deel van het budget wordt opgesoupeerd aan uitvoeringskosten. Heel belangrijk bij dit soort projecten is volgens Broenink dat er een vaste projectleider is. “En dus niet iemand die het er even bij moet doen. Zeker kleinere gemeentes als
FEBRUARI 2008
Opmeer hebben zelf niet de capaciteit om, naast hun reguliere werkzaamheden, voor dit soort projecten menskracht vrij te maken. Gemiddeld ben ik als extern projectleider hier zo’n twee dagen per week mee bezig. Dat houdt in dat ik het hele verhaal trek en ook de link ben naar wethouders en ambtenaren. En als iemand uit de bevolking vragen heeft, kan die ook gewoon bij mij aankloppen. Ik ben in principe de hele week op het gemeentehuis, want hiernaast ben ik ook nog projectleider Wmo.”
Partners Voor de WWZ-projecten werkt de gemeente samen met veel partners. “De meeste daarvan zitten ook in de WWZ-stuurgroep, die Opmeer al eerder had
opgericht. Hierin zijn de professionelere organisaties vertegenwoordigd. “Via deze stuurgroep proberen we op beleidsniveau echt de regisseursrol op te pakken als gemeente om de verschillende partijen bij elkaar te brengen aan tafel”, aldus Broenink. “Men komt twee keer per jaar bijeen, vooral om zaken op elkaar af te stemmen en te inventariseren welke belangrijke punten men ziet voor de toekomst. Gaandeweg groeit dat. En bij de projecten vanuit de bewoners zijn uiteraard de initiatiefnemers onze samenwerkingspartners. Als gemeente kun je dan overigens hooguit stimuleren, maar meestal is dat niet eens nodig.”
meestal tegenkomt bij dit soort projecten, namelijk tijd en capaciteit, hebben we kunnen tackelen dankzij de subsidie. Door capaciteit in te kopen, kunnen we vaart maken. Op een paar onderdelen na is de planning afgelopen jaar dan ook gehaald.” Volgens Broenink komen alle aspecten van de WWZ redelijk goed uit de verf. “Wel zie je dat bij de projecten vanuit de bewoners het onderdeel wonen nog wat minder aan bod komt. Daar willen we in 2008 meer op focussen. Overigens hebben we als gemeente ook regulier beleid voor wonen, welzijn en zorg. Dat voeren we uit in overleg met de WWZstuurgroep.”
Knelpunten Hoewel gesproken kan worden van een succes, zijn er ook knelpunten. “Die ervaar ik vooral binnen de ambtelijke organisatie. Omdat het gaat om verschillende terreinen, moet je vaak meerdere afdelingen mee zien te krijgen. Dat geldt ook wel een beetje voor de samenwerkingspartners, al zijn die daar meestal wat sneller in. Maar de echt grote knelpunten die je
Partner aan het woord | Charles van Blitterswijk Charles van Blitterswijk is in Opmeer één van de samenwerkingspartners van het eerste uur. De medewerker van de sociale werkvoorziening Op/maat is direct betrokken bij het project ‘Vervoer Plus’. “Een prachtig initiatief”, zegt hij enthousiast. “Niet alleen voor de mensen die hiervan gebruik maken, maar ook voor onze medewerkers.” Met dit laatste doelt hij op de vijf mensen die op deze manier kans maken op een reguliere baan in de vervoerssector. “Voor ons is dit super ideaal om mensen te begeleiden naar een reguliere baan of detacheren naar andere werkplekken. En hoe meer van onze mensen op die manier doorstromen, hoe meer wij er kunnen opleiden. Om die kans te vergroten krijgen de chauffeurs van ons als vervolgstap een volledige taxi-opleiding.” In een tijd dat steeds meer lijndiensten uitvallen komt Vervoer Plus volgens Van Blitterswijk precies op het goede moment. “Het initiatief voorziet duidelijk in een leemte. Dat zien we iedere dinsdag opnieuw. In totaal zijn in de acht maanden dat we reden meer dan duizend mensen vervoerd. Gemiddeld komt dit neer op zo’n dertig per dag. Dit succes smaakt dan ook naar meer.”
Charles van Blitterswijk
“Het initiatief voorziet duidelijk in een leemte” Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Muiden
Muiden Er ontstaat een vliegwieleffect De WWZ-regeling is een schot in de roos, als je het WWZ-programmamanager Anjo van Stralen van de gemeente Muiden vraagt. “De zaken die de regeling Anjo van Stralen
behelst kun je eigenlijk niet los van elkaar zien. Mensen wonen, hebben zorg nodig en doen een beroep op welzijn, juist de onderwerpen die in feite integraal je gemeente raken en vormen.”
FEBRUARI 2008
Soms neemt de krant de stukjes over.” Bij sommige projecten raken burgers ook rechtstreeks betrokken, bijvoorbeeld bij stageplaatsen voor jongeren of huisbezoeken voor 75-plussers.
De kleine gemeente Muiden telt twee kernen: Muiden en Muiderberg met gezamenlijk ruim 6.600 inwoners. Omdat er slechts drie ambtelijke afdeling en zijn, hadden welzijn en zorg al veel raakvlakken met elkaar. Het aspect wonen komt daar nu vaak als vanzelf om de hoek kijken. Van Stralen: “Er wordt meer aan gedacht, ook aan wat het nu eigenlijk impliceert. Dus dat wonen een deel van zorg kan zijn. Dat je zorg zelfs met wonen kunt combineren zoals nu staat te gebeuren met de bouw van levensloop bestendige woningen.”
Muiden is er trots op dat zij door de provincie tot voorbeeldgemeente is uitverkoren en wil dit graag uitdragen. Om die reden – maar ook om de herkenbaarheid van de projecten te vergroten – is een logo ontwikkeld, een soort stuurwiel of kompas met de letters WWZM. “Daaraan kun je heel goed zien dat vanuit alle windrichtingen partners samenkomen om te werken aan die WWZ. Verder brengt het tot uiting dat de gemeente aan het roer staat om alle projecten de juiste richting in te sturen en zo de weg te banen voor haar inwoners.”
Enquête Een andere manier waarop de inwoners vorig jaar het WWZ-beleid konden beïnvloeden was met een enquête onder mensen van 11 jaar en ouder, zowel via internet als telefonisch. Deze enquête ging over het peil van de bestaande voorzieningen in de gemeente, maar ook over nog niet ingevulde
“Muiden is er trots op voorbeeldgemeente te zijn en wil dit graag uitdragen” Niet rechtstreeks betrokken De inwoners van Muiden zijn niet rechtstreeks bij de opzet van de WWZ-projecten betrokken. “Het bedrijf Companen is ingehuurd om de eerste plannen op poten te zetten”, vertelt Van Stralen. “Dit is een onderzoeks- en adviesbureau op het terrein van wonen in de breedste zin van het woord, dus ook in relatie tot de leefomgeving, stedelijke vernieuwing, welzijn en zorg. Daarbij is gekeken naar wat er leeft, met als resultaat dat veel projecten gebaseerd zijn op al lopende politieke en bestuurlijke vraagstukken, belangen en wensen. Verder zijn alle bestaande partners uitgenodigd om mee te denken en die hebben op die manier invloed gehad op het programma.” Dat wil niet zeggen dat de burgers in het vervolg buitenspel zijn gezet. “We houden ze voortdurend op de hoogte via het informatieblad van de gemeente, dat maandelijks huis-aan-huis wordt bezorgd, en waar we elke keer informatieve artikelen in plaatsen.
10
ehoeften. “Daarbij ging het vooral om de invulling van b het multifunctionele centrum De Rijver in Muider berg, waar op dat moment al heel veel elementen ingetekend waren.” Uit het onderzoek kwam naar voren dat er nog wel het een en ander valt te ver beteren in Muiderberg. “Men miste een bibliotheek, evenals een tweede hockeyveld, een zwembad en een treinstation. Ook was er behoefte aan een informatiepunt en een ontmoetingsruimte, met name voor de jeugd. Niet alle wensen zijn natuurlijk zodanig reëel dat zij ook daadwerkelijk in het centrum kunnen passen, maar in een aantal behoeften hebben we aardig kunnen voorzien.” Een geheel ander effect van de subsidie is dat deze ervoor heeft gezorgd dat partijen elkaar weten te vinden. Met als gevolg dat er nog veel meer geld is geïnvesteerd. Van Stralen: “Er is echt een vliegwiel effect ontstaan.”
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Muiden
Muiden | PROJECTEN IN BEELD Levensloopbestendige woningen Een ‘perfect voorbeeld’ van een WWZ-project zijn de levensloopbestendige woningen in Muiderberg. Het project liep al ruim vijf jaar maar was een beetje in het slop geraakt. “Eigenlijk moesten we weer bij het begin beginnen”, vertelt Van Stralen. “Dat kwam vooral door slechte communicatie tussen de partijen. In het verleden zijn er diverse plannen gemaakt en zelfs een maquette, waarvan dan naderhand bleek dat die ontwikkelingen helemaal niet konden. Ook de omwonenden waren tegen. Door het geld van de WWZ-regeling konden we een projectleider inhuren die alles vlot trekt en voor continuïteit zorgt.” Het project omvat naar verwachting tussen de 40 en 50 levensloopbestendige woningen plus een aantal psychogeriatrische woningen voor licht dementerende mensen. Overigens duurt het nog wel even voordat de eerste paal de grond in kan. “Eerst moest al het oud zeer uit de weg geruimd worden. Vervolgens is een programma van eisen met een aantal ruimtelijke randvoorwaarden opgesteld. Nu vindt er onderhandeling plaats over de grondprijs en daarna gaan we een communicatietraject aan met de omgeving. Omdat dit in het verleden zo’n lastig verhaal was, is ook voor dit vervolgtraject vanuit de WWZ extra geld gereserveerd.”
Voetgangersroute Muiderberg Mooie voorzieningen is één ding, maar als je ze niet kunt bereiken, dan heb je er nog niets aan. Met het oog hierop is in 2007 samen met slechtzienden en mensen met een rolstoel of rollator een wandeling gemaakt vanaf woonzorgcentrum De Florisberg naar multifunctioneel centrum De Rijver. Onderweg is concreet gekeken waar je dan zoal tegenaan loopt. Men stuit dan bijvoorbeeld op borden die midden in het trottoir staan en waar je met de rollator niet linksom en niet rechtsom langs kunt. Of heel rare bochten in een wandelpad, zodat je als slechtziende zomaar tegen een hekje aanloopt. Of heel hobbelige keitjes waar iemand in een rolstoel dan overheen moet. Alle obstakels zijn inmiddels geïnventariseerd. Het aanbrengen van verbeteringen gaat dit jaar van start.
MUIDEN IN HET KORT n
6.657 inwoners euro per jaar subsidie voor de WWZ-initiatieven Vaste interne programmamanager (4 dagen per week) In het eerste jaar is voor een miljoen euro aan werk verzet Gekozen is voor een flexibele organisatie Jaarlijks komt de centrale stuurgroep bijeen Tweemaandelijks projectoverleg met vertegenwoordigers van alle partijen Tweemaandelijks overleg met de projectleiders Gezamenlijke visie nog niet geheel helder Na de drie ‘provincie’-jaren wordt samenwerking gecontinueerd A fleggen verantwoording behoeft verbetering
n 2 00.000 n n n n n n n n n
FEBRUARI 2008
11
Multifunctioneel centrum De Rijver Multifunctioneel centrum De Rijver in Muiderberg is echt een beetje ‘het kindje’ van Van Stralen. “Ook dat is jaren blijven liggen door een gebrek aan ambtelijke capaciteit, dus daar heb ik dit jaar mijn schouders onder gezet. Het resultaat is dat we van de provincie Noord-Holland een aanvullende tekortsubsidie krijgen van 500.000 euro voor een Wijksteunpunt Breed.” Doel van het centrum is om de leefbaarheid van de kern Muiderberg intact te houden en te vergroten. “Dan gaat het om het bieden van locaties voor sportieve, culturele en maatschappelijke activiteiten. Maar er komt ook een steunpunt van de bibliotheek en een Centrum voor Jeugd en Gezin. Verder komt er het Wmo-loket zoals dit nu in woonzorgcentrum Florisberg aanwezig is, krijgen jeugd- en maatschappelijk werk er een plaats en gaat de stichting Philadelphia werk- en dagbesteding organiseren.” Daar blijft het niet bij als het aan Van Stralen ligt. “Ik ben ook nog bezig met de politie om daar een spreekuur te houden voor vragen en klachten.” Naast een groot aantal van de vaste WWZ-partners trekt de gemeente in De Rijver op met diverse verenigingen, zoals de turnvereniging, de bridgeclub en de schilderclub. De aanbesteding moet plaatsvinden voor de bouwvak dit jaar, zodat De Rijver in september 2009 gereed is.
Over de organisatie Bij het opzetten van de WWZ-projecten is in Muiden gekozen voor een organisatie met een centrale stuurgroep, tweemaandelijks projectoverleg en eveneens tweemaandelijks een projectleidersoverleg. Een toelichting.
Muiden krijgt tot en met 2009 jaarlijks 200.000 subsidie voor de WWZ-initiatieven. “Het fijne van deze subsidiestroom is dat je daadwerkelijk uitvoering kunt geven aan je Wmo-beleid”, stelt Van Stralen. “Je kunt er concreet dingen mee op poten zetten. En je ziet ook dat met dit geld allerlei andere activiteiten op gang komen. Met als resultaat dat we in het eerste jaar met onze twee ton wel voor een miljoen euro aan werk hebben verzet, als je alle inzet en extra budgetten van andere partijen meerekent. Dit jaar komen we zelfs uit op tweeënhalf miljoen. Dat komt natuurlijk ook doordat je nu gaat bouwen, maar voor zo’n kleine gemeente als Muiden zegt dat toch heel wat. Met een klein beetje geld van de provincie, kun je dus een heleboel geld maken. Plus allerlei creatieve ideeën stimuleren. Het WWZ-budget creëert
12
ongekende mogelijkheden en ik denk dat de inwoners van Muiden daar hartstikke blij mee zijn.”
Samen maar toch flexibel Bij de start van het WWZ-traject is duidelijk gekeken naar de partijen waarmee de gemeente al samenwerkte. “Een aantal daarvan was heel logisch, maar bijvoorbeeld de GGD zat er het eerste jaar nog niet bij en nu wel. We hebben het bewust flexibel gehouden, zodat er nog partijen bij kunnen komen of af kunnen vallen. Sommige gemeentes schrijven een contract voor drie jaar, wij doen dat niet.” Ieder jaar komt de centrale stuurgroep bijeen, met daarin bestuurders van alle partners. Overigens is er nog niemand afgevallen.”
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Muiden
Tweemaandelijks vindt er een ‘Overleg Projecten’ plaats. “Daarbij schuiven vertegenwoordigers van alle partijen aan om alle lopende zaken te bespreken. Men kan ook op elkaar reageren en nieuwe ideeën of aanvullingen aan bestaande projecten koppelen.” Eveneens tweemaandelijks vindt er een projectleidersoverleg plaats. “Dat zijn de mensen die concreet een project trekken.” Grote knelpunten zijn in geen van de vergaderingen aan de orde gekomen. “Het enige is eigenlijk dat een gezamenlijke visie nog een beetje ontbreekt. We zijn het er wel over eens dat we elkaar ook na deze drie jaar willen blijven vinden en met elkaar samenwerken. Nu bouwen we in feite het casco. Dat zijn niet alleen fysieke dingen, maar ook samenwerkingsverbanden die je probeert samen te smelten. Daarom is er dit jaar een onderdeel over samenwerken in een keten.
Het moet namelijk niet zo zijn dat als na 2009 het geld vanuit de provincie stopt, dat iedereen dan weer vrolijk weg fladdert.”
Veel vrijheid Wat betreft de samenwerking met de provincie heeft Van Stralen weinig reden tot klagen. “Dat loopt prima, we hebben daar als gemeente een goede contactpersoon.” Wat wel beter zou kunnen, is duidelijkheid over de regels van de verantwoording. “Hoe schrijf je nou je uren, ook aan de deelnemende partijen? En wat wordt er dan betaald en wat niet? Daar is veel administratie mee gemoeid zonder dat er duidelijke criteria voor gelden. Bij de provincie is niet allemaal even helder hoe dat nou precies is vast te leggen. Dus ik zou bijna willen zeggen: regel dat voortaan óf niet, óf doe het zo helder mogelijk.”
Partner aan het woord | Stef Braamhaar Versa Welzijn is één van de vaste partners van de gemeente in het WWZtraject. Die structurele bemoeienis komt tot uiting in het logo. Medewerker Stef Braamhaar van Versa is als projectleider direct betrokken bij de uitvoering van een fiks aantal projecten. Braamhaar vindt het volkomen terecht dat Muiden steun krijgt van de provincie voor het opzetten van WWZ-initiatieven. “Vaak is het toch zo dat kleinere gemeenten als Muiden aan de zijlijn wat mee mogen toeteren. Dat is onterecht, want ook hier hebben mensen behoefte aan zorg en goede voorzieningen. De financiële steun maakt het mogelijk om met alle betrokkenen te kijken op welke punten we het wonen en leven beter en prettiger kunnen maken. Het is ook een opsteker voor de gemeente zelf, want met name kleinere gemeenten hebben het met al die veranderende wetgeving qua bestuurskracht toch niet altijd even gemakkelijk. Te meer daar zij relatief gezien over minder geld beschikken, maar wel hetzelfde voor elkaar moeten zien te boksen als de grotere gemeenten.”
Stef Braamhaar
FEBRUARI 2008
“Ook in kleinere gemeenten als Muiden hebben mensen behoefte aan zorg en goede voorzieningen” 13
Wieringermeer Mensen stimuleren In Wieringermeer is het WWZ-traject nogal poëtisch begonnen. “We zijn Anita Hinke
met het programma gestart door iedereen te laten dromen over een leefbare en zorgzame lokale samenleving”, zegt projectleider Anita Hinke. Volgens haar collega Juliëtte Hulzebos zijn die dromen nodig geweest om bewoners, zorgverleners, huisartsen, ouderen en gehandicapten goed met elkaar te laten praten over wát er nu moet gebeuren op het gebied van wonen, welzijn en zorg binnen de dorpsgemeenschap.
Hoe zorg je ervoor dat alle betrokkenen met hart en ziel meewerken aan de WWZ-projecten? Hoe krijg je iedereen enthousiast? En vooral: hoe zorg je ervoor dat men enthousiast blijft, ook bij tegenslag en vertraging?
Basisronde “Het recept hiervoor was eigenlijk niet zo ingewikkeld”, licht Juliëtte Hulzebos toe. Zij is beleidsmedewerker van de gemeente Wieringermeer en samen met haar collega Anita Hinke de ambtelijke trekker
14
van alle WWZ-projecten. “We zijn gewoon begonnen door iedereen bij elkaar te roepen om ze te stimuleren hun dromen over een gevarieerde, zorgzame, leefbare lokale samenleving naar voren te brengen. We hebben daarvoor een basisconferentie belegd samen met alle betrokken zorg- en welzijnsinstellingen, huisartsen, de woningcorporatie Wooncompagnie, maar vooral de klanten van al die instellingen. Want uiteindelijk gaat het om die bewoners.” Die ‘basisronde’ heeft heilzaam gewerkt. Als stenen op een helling buitelden ideeën, suggesties en
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Wieringermeer
“Nu komen er dingen van de grond die de mensen écht willen”
om te dromen erlangens van bewoners en zorgvragers over elkaar v heen. Hinke: “Iedereen voelde zich geprikkeld om echt zijn of haar idee van de toekomst naar voren te brengen. Dat vormde een uiterst waardevolle inbreng voor de programmering van de WWZprojecten. En ieders idee werd ook gehoord. Zonder die inbreng was ons programma misschien fantasie lozer geweest en losgezongen van de maatschappelijke werkelijkheid. nu komen er dingen van de grond die de mensen echt willen. Achteraf gezien is het heel goed geweest om, los van de beperkingen van alledag, echt te dromen over de toekomst van in eerste instantie Middenmeer, maar ook de andere kernen binnen onze gemeente.”
Grootste wens Het WWZ-programma dat vervolgens door iedereen is omarmd omvat acht projecten. Eén van de onderwerpen waarvoor de handen op elkaar gingen is een al langer bestaande ambitie, namelijk de realisatie van een zorg- en ontmoetingscentrum aanpalend aan of dicht in de buurt van een brede school. Dit gebeurt in Middenmeer en het initiatief hangt nauw samen met de herstructurering van het oudste deel van de dorpskern. Aanvankelijk was het de bedoeling zorg- en welzijnsfuncties min of meer gescheiden van elkaar te organiseren. Mede dankzij de ‘droomconferentie’ ontstond een sterke stimulans om zorg, ontmoeting en eventueel onderwijs bijeen te brengen
FEBRUARI 2008
op één plek. Weliswaar in verschillende gebouwen, maar toch samenwerkend met elkaar. Wáár het centrum definitief komt te staan is nog niet bekend. Onderhandelingen zijn nog gaande met de eigenaren van panden in Middenmeer over de verkoop daarvan.
Gebruikerssturing Een heel ander project is al in ontwikkeling: het langer thuis laten wonen van ouderen door het toepassen van moderne elektronica (de zgn. domotica). Dit gebeurt in zowel koop- als huurwoningen. En wat zeker ook genoemd mag worden is het realiseren van zorg- en ontmoetingsplekken in de kernen Slootdorp, Kreileroord en Wieringerwerf. Tevens krijgen die een vraagbaakfunctie. En dat ook weer in nauwe samenwerking met bewoners. In Slootdorp is het kerkje als locatie gekozen, waarvan nu de haalbaarheid voor zo’n zorg- en ontmoetingsplek wordt onderzocht. Juliëtte Hulzebos: “Wat vooral goed werkt is het honoreren van de centrale rol van bewoners en gebruikers van de voorzieningen die we ontwikkelen. Daardoor is een groot draagvlak ontstaan en zelfs een vorm van gebruikers sturing georganiseerd. Resultaat is dat het tempo er flink in zit en we echt de projecten uitvoeren die de inwoners zélf willen en nodig vinden. Dat is toch wel de kracht van de lokale gemeenschap.”
15
Wieringermeer | PROJECTEN IN BEELD Burenhulp pur sang Een nog niet eerder in onze taal gehoorde projectnaam betreft ‘hekfunctie’. Een term waarvan menigeen in eerste instantie wellicht met enige argwaan denkt: welk woord heeft de zorg- en welzijnssector nu weer uitgevonden? Maar als je er even over doorpraat is dit nu net een van die sympathieke, kleinere projecten waarbij je met een klein beetje investeren een boel voor elkaar kunt krijgen. Het hek is in de dorpen van Wieringermeer altijd belangrijk geweest. Dáár tegenaan leunden de buren, de ouderen die hun hondje uitlieten, de kinderen die net met moeder mee waren geweest om boodschappen te doen. Gewoon sociaal contact dus. Maar dan wél contact met een hulpelement. Veel gesprekken aan en over het hek in de buurt gingen over sociale vragen: hoe tante Gerda te helpen die zo slecht ter been was geworden. Waar je een aanvraag voor huurtoeslag moest indienen. Of hoe als ouders om te gaan met een dyslectisch kind. “Waar het nu om gaat in Middenmeer is om die hekfunctie weer in ere te herstellen”, licht projectleider Hulzebos toe. “Het gaat om heel eenvoudige burenhulp, ontmoetingen aan het hek om elkaar te helpen en te informeren. De hekfunctie staat ervoor om de buitenruimte in de dorpen zó in te richten dat mensen elkaar makkelijker kunnen vinden. Het moet van het dorp zijn en het moet in de loop liggen, zoals bijvoorbeeld het hek rond het schoolplein.” Een prijsvraag ‘Buiten ontmoeten’ heeft een reeks ideeën opgeleverd om deze sociale ontmoetingsfunctie verder te ontwikkelen.
Multifunctioneel centrum plus brede school Het hart van de dorpskern Middenmeer wordt vernieuwd. Verouderde woningen en eventueel winkels maken hier plaats voor nieuwbouw en dat geldt ook voor de nu nog versnipperde voorzieningen en het onderwijs. Hierdoor ontstaat ruimte voor het realiseren van een oude droom van veel bewoners én zorgverleners: de realisatie van een breed, multifunctioneel zorg-, welzijns- en ontmoetingscentrum voor het hele dorp. Als nieuw element kwam daar nog bij de realisatie van een brede school, met ruimte voor kinderopvang, voorschoolse opvang, peuterspeelzaal, spreekuren jeugdzorg en opvoedingscursussen. Plus de bibliotheek en de drie basisscholen van het dorp. De bedoeling is om de nu nog allerlei over het dorp verspreide en gescheiden zorg- en welzijnsfuncties bij elkaar te brengen. Zo worden waarschijnlijk – de definitieve keuze van functies moet nog gemaakt worden – in het nieuwe centrum niet alleen de huisarts(en) gevestigd maar wellicht ook een verloskundige praktijk, logopedie, de diëtiste, dagverzorging van ouderen en andere eerstelijns zorg- en welzijnsvoorzieningen. Het programma van eisen van het centrum is gereed, over de investeringskosten wordt nog druk onderhandeld met financiers en fondsen en de definitieve locatie moet nog bepaald worden. Wel is de eerste paal voor de brede school al geslagen.
16
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Wieringermeer
Over de organisatie Wieringermeer is een kleine gemeente en dat houdt de lijnen lekker kort. Bijzonder is dat gebruikersorganisaties participeren in de uitvoering van de projecten.
In 2006 en 2007 lag in Wieringermeer de nadruk op visievorming en onderzoek. Sommige projecten uit het eerste jaar zijn reeds gereed, waaronder uitbreiding van levensloopbestendige woningen en een aantal verpleeghuisplaatsen in Middenmeer. In 2008 komt het aan op financiering van bouwplannen en uitvoering, plus de ‘uitrol’ naar andere kernen binnen de gemeente, met name voor de ontmoetingsen vraagbaakfunctie.
Aansturing De twee centrale ‘organen’ voor de aansturing van de WWZ-projecten zijn de Stuurgroep en het Projectteam. In de Stuurgroep zijn de woningcorporatie Wooncompagnie en zorginstelling Omring vertegenwoordigd. Dit vanwege de grote woon- en voorzieningencomponent en de rol van de zorg aan ouderen en gehandicapten binnen de gemeentegrenzen. De leiding is in handen van de Wmo-, zorg- en welzijns-
Wieringermeer IN HET KORT n
12.668 inwoners Wieringermeer met vier kernen: Middenmeer, Wieringerwerf, Slootdorp en Kreileroord 1 25.000 euro per jaar provinciesubsidie voor alle WWZ-projecten plus bijna 40.000 euro uit overige subsidies V oor de regie is bijna 28.000 euro uit eigen middelen beschikbaar Intensieve raadpleging van en zelfs sturing door bewoners en gebruikers Stuurgroep komt tweemaandelijks bijeen T weehoofdig programmamanagement met (bouwkundige) ondersteuning door extern bureau De eerste projecten zijn afgerond
n G emeente
n
n n n n
n
FEBRUARI 2008
17
wethouder Galama, want ook hier is de gemeente de regisseur. De uitvoering van alle WWZ-projecten vindt plaats onder de dagelijkse leiding van het Projectteam. De twee spillen in het web zijn de gemeentelijke programmamanagers Anita Hinke (van taakveld Welzijn en Onderwijs) en Juliëtte Hulzebos (taakveld Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting). Er zijn gemeenten waar het samenwerken tussen de ‘harde sector’ RO en de ‘zachte sector’ Welzijn wel eens problemen oplevert, maar in Wieringermeer is dat geen enkel punt. “Bij ons is er echt sprake van korte lijnen en van nauwe samenwerking, misschien juist omdat wonen en zorg op zo’n kleine dorpsschaal als vanouds dicht bij elkaar zitten en van elkaar afhankelijk zijn. De klassieke tegenstellingen tussen stenen en mensen kennen wij hier nauwelijks”, aldus
Hulzebos. Overigens worden beide programmamanagers ondersteund door bouw- annex ontwerp adviseur Diet Hensums van KAW Architecten. Hensums is betrokken bij de hele ontwikkeling van het multifunctionele centrum en de brede school.
Lokale vraagkant In het Projectteam verzorgen de uitvoerders de dagelijkse aansturing van de projecten. Dat zijn wederom de zorginstelling Omring, maar vooral ook de bewoners, de ouderenorganisatie ANBO en - wat de brede school betreft - de ouders van de kinderen. Bewoners zijn dus uitdrukkelijk betrokken én actief bij de uitvoering. Voor deelprojecten participeren hulpinstellingen in het Projectteam, zoals de scholen zelf die samen de brede school gaan vormen, de huisarts en Wonen Plus.
Partner aan het woord | Ralph Koeleman Apotheekhoudend huisarts Ralph Koeleman is tevreden met zijn plaats in het nieuwe multifunctionele zorg- en welzijnscentrum in Middenmeer. Nu is zijn praktijk nog gevestigd in een nieuwbouwwijk aan de rand van het dorp, midden tussen de jonge gezinnen maar op afstand van de ouderen. Straks zal hij een heel andere werkplek krijgen. “Waar ik niet op wilde inleveren was de rust van mijn praktijk. Ik was aanvankelijk nogal kritisch op een groot multifunctioneel centrum waar iedereen voor alles tegelijk binnenloopt”, aldus Koeleman. Nu is daar een mouw aangepast door bij de bouw een soort systeem van paviljoens toe te gaan passen, waar de verschillende voorzieningen een eigen ruimte hebben met eigen aanloop. Op die manier is het probleem van allerlei drukke bezoekersstromen goed opgelost. “Belangrijk voordeel is dat de huisartsenpraktijk straks meer in het centrum van het dorp zetelt”, aldus Koelewijn. “Dit betekent dat mensen wat minder grotere afstanden hoeven af te leggen of makkelijker een bezoek aan de huisarts of apotheek kunnen combineren met het winkelcentrum. En de samenwerking tussen allerlei zorgvoorzieningen is er ook mee gediend.”
Ralph Koeleman
18
“Waar ik niet op wilde inleveren was de rust van mijn praktijk” Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Texel
Luitzen de Boer Texelaars hebben van oudsher altijd zelf hun boontjes gedopt en bij de vormgeving van de projecten wonen, welzijn en zorg is dat niet anders. Bewoners, ambtenaren en zorginstellingen regelen het zelf wel en hebben, behalve financiële steun voor de projecten, niet zoveel van ‘de overkant’ nodig.
Texel
H et eiland doet het zélf
FEBRUARI 2008
19
“Eilanders willen niet van het eiland af, ook al zijn ze chronisch ziek of kampen ze met fysieke beperkingen. Er moet wel echt iets aan de hand zijn voordat de Texelaar het water oversteekt om hulp te krijgen. De psychologische invloed van het Marsdiep is groter dan de gebruikelijke afstand tussen twee buurLuitzen de Boer
gemeenten. Een Texelaar vindt het niet acceptabel om bij de overkant aan te kloppen voor aangepast wonen of andere voorzieningen. Texel wil dan ook haar eigen WWZ-projecten aanpakken, binnen de grenzen van het eiland en met de schouders van de bevolking eronder.”
Aan het woord is Luitzen de Boer, programmamanager WWZ van de gemeente Texel. Hij schetst dat veel regionale voorzieningen in de Kop van NoordHolland een ‘teen’ op het eiland hebben: thuiszorg, verpleeghuiszorg, vormen van aangepast wonen, ouderenappartementen. Daarnaast is er ook een volledig zelfvoorzienende aanpak van de volkshuisvesting door de ‘eigen’ corporatie Stichting Wonen Texel/Woontij en de welzijnsvoorzieningen van de ‘eigen’ Stichting Pharos.
in Oosterend, Den Hoorn en De Cocksdorp zijn inmiddels gereed; De Koog en Oudeschild volgen in 2008 en 2009. Kenmerkend is dat de steunpunten door Texelaars zelf worden opgezet. De dorpshuizen met de steunpunten zijn in eigendom van een eigen stichting in het dorp. In de door bewoners opgestelde dorpsvisie geven de dorpen aan hoe zij de ontwikkeling en de leefbaarheid van hun eigen dorp zien. “Dat betekent dat de lokale bevolking bij de opzet zélf stuurt, organiseert en overlegt”, vertelt
“De lokale bevolking is de drijvende kracht” Vraagkant stuurt De rol van de bevolking is in het hele WWZ-programma wel héél bijzonder. Het feit dat de Texelaars gewend zijn het heft in eigen hand te nemen is ten volle merkbaar aan de basis. Bewoners regelen zélf hun vrijwilligerswerk voor ouderen, mensen met een beperking, chronisch zieken en andere zorg- en welzijnsfuncties. “Ik denk niet dat er in Noord-Holland veel plekken zijn te vinden waar de vraagkant zo’n fundamenteel sturende functie heeft”, aldus De Boer.
Bewoners regelen het zélf Neem bijvoorbeeld het plan om in nagenoeg alle kernen - Oudeschild, De Koog, De Cocksdorp, Den Hoorn en Oosterend - een dorpssteunpunt voor elkaar te krijgen, één van de meest veelomvattende WWZ-initiatieven op het eiland. De steunpunten
20
De Boer. “Zij is de drijvende kracht. Instellingen en voorzieningen zoals WonenPlus, de welzijnsstichting Pharos, de bibliotheek, Omring Texel en de Stichting Welzijn Ouderen haken aan bij die dorpsinitiatieven. De regie ligt dus in feite bij de lokale bevolking.” Den Burg is de centrale kern waar de zorginstellingen met hun aanbod te vinden zijn: verpleeghuiszorg, thuiszorg, specifieke ouderenhuisvesting, WonenPlus, terminale/palliatieve zorg en huisvesting voor mensen met een beperking. Daar wordt nog intensief aangebouwd ten behoeve van wooneenheden voor gehandicapten en aangepast wonen.
Tusse Zes en Acht Het WWZ-programma heet ‘Texelhoeve Tusse Zes en Acht’, een echt Texels kenmerk dat alleen bij ingewijden bekend is. ‘De Zes’ is de straat in Den
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Texel
Burg waar een appartementencomplex begeleid wonen voor verstandelijk gehandicapten staat. En in de aanpalende straat ‘De Acht’ staat een appartementencomplex voor zelfstandig wonende verstandelijk gehandicapten van Woontij en de Stichting Blied. De Texelhoeve – een stolpboerderij waar Stichting
Woontij appartementen plus dagbesteding voor zelfstandig wonende mensen met een verstandelijke handicap wil realiseren – ligt er precies tussen in. Kortom, de programmatitel staat symbool voor de typisch Texelse cultuur en dorpscohesie.
Texel | PROJECTEN IN BEELD Een kloppend zorg- en welzijnshart Een opvallend initiatief op Texel betreft de realisatie van dorpssteunpunten. Deze zijn gevestigd in de dorpshuizen, maar ook in een deel van de kerk of in accommodaties die in eigendom zijn van de bewonerscommissie. De steunpunten zijn soms in eigendom van de dorpscommissie, soms gehuurd. De activiteiten variëren van koffieochtenden en informatiespreekuren tot het bieden van hulp bij kleine klussen in en om het huis. Ook organiseren mantelzorgers activiteiten voor ouderen met dementie en worden er bijvoorbeeld dorpswandelingen gehouden voor ouderen die anders geïsoleerd binnen de muren van hun woning blijven zitten.
Domotica verlicht Tegenwoordig zijn er tal van systemen in de handel om het zelfstandig wonen van ouderen te vergemakkelijken. Denk aan afstandsbediening voor het aan- en afzetten van het fornuis of het open en sluiten van deuren, ramen en gordijnen. Deze staan bekend onder de term ‘domotica’. Texel onderzoekt de mogelijkheden van dergelijke systemen op het eiland.
TEXEL IN HET KORT n 1 3.618
inwoners Texel telt zeven kernen: Den Burg, De Waal, Den Hoorn, Oudeschild, Oosterend, De Cocksdorp en De Koog B ijna 75.000 euro per jaar provinciesubsidie voor alle WWZ-projecten R uim 49.000 euro uit eigen gemeentelijke middelen en uit middelen van de instellingen I ntensieve sturing door bewoners en gebruikers, met name bij realisering van de steunpunten S tuurgroep komt tweemaandelijks bijeen P rogrammamanagement door één beleidsmedewerker A lle instellingen vertegenwoordigd in de Projectgroep Overleg Texelzorg P rojecten zijn op stoom: dorpssteunpunten eind 2008 nagenoeg gereed, domoticaonderzoek start binnenkort
n G emeente
n n n
n n n n
FEBRUARI 2008
21
Over de organisatie Het projectmanagement ligt, zoals bij alle WWZ-programma’s, bij de gemeente Texel. De hoofdlijnen worden bepaald door B&W, de aanbodkant zorgt voor de aansturing, terwijl het vooral de bewoners zijn die aan de touwtjes trekken op projectniveau.
Gemeente, Woontij en Omring Texel vormen samen de Stuurgroep die alle projecten aanstuurt, geld bijeen brengt, de voortgang bewaakt, communiceert met de bevolking en de werkwijze en de resultaten evalueert. Beslissingen worden genomen door de wethouder, terwijl het dagelijks programmanagement in handen is van Luitzen de Boer. De projectgroep voor de uitvoering is het Overleg Texelzorg. Daarin zijn instellingen vertegenwoordigd zoals de Stichting Wonen Texel, Omring Texel. GGZ Kop van Noord-Holland, Stichting De Waerden (huisvesting gehandicapten), Stichting Pharos en andere betrokken welzijns- en zorgorganisaties. Driemaandelijks vindt het overleg plaats over de voortgang van de projecten, financieringsvraagstuk-
ken en uitvoeringsafspraken. Het aantal projecten is klein maar wat wordt opgezet gaat qua omvang wél diep. Opvallend is dat de bewoners zelf, ouderen en hulpvragers, geen formele positie hebben in de organisatie. Je zou dat verwachten bij een eiland dat zoveel mogelijk selfsupporting wil zijn, maar alleen de aanbodkant is terug te vinden in Stuurgroep en Projectgroep Overleg Texelzorg. Paradoxaal is dat de bewoners wél een sterke sturingskracht hebben door hun dorpsvisie en uitwerking daarvan. Zowel WWZ-projecten als de invoering van de Wmo wordt besproken in de Gemeenschapsraad. In dit orgaan zijn verenigingen, dorpscommissies, ondernemers en belangenorganisaties vertegenwoordigd.
Partner aan het woord | Geertje van Lingen Geertje van Lingen, directeur van het verpleeghuis/zorgcentrum Texel, trekt het WWZ-project Domotica, dat begin 2008 van start is gegaan. Kern hiervan is het ontwerpen van een infrastructuur en een reeks van toepassingen die ouderen en chronisch zieken in staat stellen zelfstandig thuis te blijven wonen. “Dat valt nog niet mee om dat goed op poten te zetten”, aldus Geertje van Lingen. “De dorpen liggen ver uit elkaar in het landelijk gebied. Dit betekent dat als je bekabeling nodig hebt, er veel gegraven moet worden. Toch vinden we het belangrijk dat ouderen aangesloten worden op een domoticasysteem, mogelijk in combinatie met de dorpssteunpunten. Daardoor kunnen ze zelf niet alleen alarmeren en de nachtbereikbaarheid regelen, maar ook een reeks van huishoudelijke werkzaamheden regelen zonder dat er direct hulp moet komen.” Van Lingen benadrukt het belang om goed kijken naar de grenzen van zo’n systeem. “Domotica kan alleen mensen helpen met dagelijkse verrichtingen, maar vervangt natuurlijk geen mantelzorg en is geen eenzaamheidsopheffer. Dat soort aspecten vragen nog een hoop aandacht. We staan nu nog aan het begin van de rit, echt in de onderzoeksfase.”
Geertje van Lingen
22
“Domotica is geen eenzaamheidsopheffer” Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Oostzaan/Landsmeer
Oostzaan/Landsmeer Smeerolie voor samenwerking Oostzaan en Landsmeer zijn twee waterrijke Waterlandse dorpen onder de rook van Amsterdam. Wie zou denken dat die twee kleine buurgemeenten volledig onder de zorg- en welzijnsvleugels van de grote stad zouden vallen komt bedrogen uit. Beide kernen zijn selfsupporting voor nagenoeg alle voorzieningen op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Vele lokale en regionale organisaties leveren een bijdrage aan het aanbod. De WWZ-pilot moedigt hen aan om een fors samenhangend programma-aanbod te ontwikkelen.
FEBRUARI 2008
23
“De initiatieven die uit het WWZ-programma voortkomen zorgen voor structuur en sturing. En dat is heel belangrijk om wonen, zorg en welzijn daadwerkelijk in samenhang met elkaar te organiseren en aan te bieden in Landsmeer en Oostzaan” zegt Yolanda Weijand, extern programmamanager van het WWZ-programma. Samen met Anne Vrieze (gemeente Oostzaan) en Petra van Tiggelen (gemeente Landsmeer) is dit v.l.n.r. Anne Vrieze, Petra van Tiggelen en Yolanda Weijand
drietal de trekker van het programma.
“We zijn veranderd van subsidieverstrekker naar regisseur” Omslag in denken De opzet en uitvoering van het programma betekende voor beide gemeenten een omslag in denken. Weijand: “Als gevolg van het hele integrale denken van wonen, zorg en welzijn staan de gemeenten veel meer zelf aan het roer. Allerlei zorg- en hulpinstellingen worden gestimuleerd om programmatisch en doelgericht samen te werken. Tot enkele jaren geleden werkten de gemeenten veel meer voorwaardenscheppend. De focus was vooral gericht op het organiseren van geld en middelen, terwijl andere organisaties - veelal los van elkaar - hun zorg- en dienstverlening aanboden aan de bevolking. Gelukkig hebben we de omslag gemaakt van subsidieverstrekker naar regisseur. Tegenwoordig sturen we op prestaties en stellen we eisen aan de samenhang.”
en welzijnsinstellingen betrokken. Dan heb je wel wat smeerolie nodig om een samenhangend aanbod te organiseren. En dat is volgens Anne Vrieze heel belangrijk. “Neem een onderwerp als aangepast wonen in het dorp. Als dat niet goed van de grond komt, ontstaat er een onevenredige druk op de welzijnsfunctie. Ouderen zoeken dan elders hulp, terwijl het veel beter is als woningcorporaties, zorgen welzijnsinstellingen met elkaar samenwerken om het brede aanbod van wonen en zorg slim in elkaar te zetten. Op die manier voorkomen we dat mensen van het kastje naar de muur worden gestuurd. En het werkt. Instellingen en bewonersorganisaties kunnen elkaar dankzij onze regierol veel beter en resultaatgerichter vinden.”
Regievoering Van eilandjes naar polderen Die pro-actieve en sturende houding zorgt ervoor dat instellingen veel meer samen optrekken om ouderen, gehandicapten, psychiatrische patiënten en thuislozen een goed hulpaanbod te bieden. De eilandjes in dit waterrijke Waterland zijn eindelijk met elkaar verbonden. Niet voor niets heet het WWZ-programma ‘Wonen, Welzijn en Zorg aan de Waterkant, een poldermodel’. Bij alle projecten samen zijn er maar liefst veertig hulpinstellingen, vrijwilligers- en bewonersgroepen, woningcorporaties, zorgcentra
24
De Wmo was natuurlijk al een belangrijke aanzet tot die nauwere samenwerking. Gemeenten móeten wel, maar de WWZ-financiering is een belangrijke stimulans, een (hoofd)prijs op samenwerking. Wat zijn nu belangrijke elementen geweest om die regisseursrol te ontwikkelen en instellingen van het nut daarvan te overtuigen? Weijand: “Dat was nogal lastig, want je hebt hier te maken met tientallen instellingen en vrijwilligersgroepen. Toch lukt ons dat steeds beter, vooral ook omdat iedereen ziet dat het resultaat oplevert. Terugkijkend bleek het vooral belangrijk dat de
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Oostzaan/Landsmeer
klassieke harde sectoren van bouwen en wonen en de zachte sectoren van welzijn en zorg elkaar veel meer leerden respecteren. Vervolgens is sterk ingezet op prestatieafspraken: niet alleen het proces telt, maar vooral het resultaat. En tijdens de rit hebben we geleerd dat intensieve communicatie essentieel is bij de opstart en ontwikkeling van alle WWZ-projecten.
Temeer omdat zo’n eerste jaar nog geen glanzende resultaten oplevert, dat heeft tijd nodig. Juist dán moeten alle betrokkenen elkaar weten te vinden. Regisseren, met een sterk accent op communicatie, is eigenlijk de kern van onze regievoering.”
Oostzaan/Landsmeer | PROJECTEN IN BEELD Samen achter én vóór het loket Eén van de projecten betrof het vormgeven van een gezamenlijk dienstverleningsconcept zodat ouderen, gehandicapten en chronisch zieken zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. De praktijk leert dat veel mensen niet weten waar en hoe ze informatie kunnen krijgen. Een dagelijks geopend loket in het gemeentehuis blijkt in Oostzaan te werken als het ei van Columbus. Beroepskrachten, een medewerker van de gemeente Oostzaan zelf en maar liefst 26 vrijwilligers maken deel uit van het informatieteam: WonenPlus (informatie en advies, klussen, maaltijdvoorziening, alarmering), de Stichting MEE (voor hulp aan mensen met een beperking), de Stichting Hulpdiensten Oostzaan, het Gehandicaptenberaad Zaanstreek-Waterland. Elke dag is het loket van 9 tot 12 uur open en men zit daar geen duimen te draaien. Integendeel. In korte tijd lijkt iedereen weet van het loket te hebben. Alleen al voor de diensten van WonenPlus zijn er 199 abonnees en bij meldingen om hulp, maaltijden en klussen stond de teller pas stil bij vijfhonderd bellers! Verder klopten maar liefst 180 mensen in 2007 aan voor hulp bij het invullen van formulieren, terwijl meer dan tachtig mensen behoefte hadden aan persoonlijke hulp en ondersteuning. Daarbij is het niet nodig in persoon aan het loket komen: wie slecht ter been is of chronisch ziek kan thuis worden bezocht. In 2007 gebeurde dit ruim vijftig maal. In 2008 is het de bedoeling dat een soortgelijk dienstenconcept in Landsmeer tot stand komt.
Oostzaan en Landsmeer IN HET KORT n O ostzaan:
9.248 inwoners, Landsmeer: 10.264 inwoners buurgemeenten geven samen vorm aan het WWZ-traject 2 00.000 euro provinciesubsidie voor alle WWZ-projecten plus ruim 27.000 euro uit overige subsidies B ijna 100.000 euro uit eigen middelen D e deelprojecten bij elkaar kosten in 2008 bijna 3,5 ton D e Klankbordgroep van gebruikers en bewoners komt eenmaal per kwartaal bijeen R egiegroep adviseert aan colleges B&W W WZ-team kent een ambtelijke samenstelling, gelinkt aan een programmamanager E xterne consultant verzorgt programmamanagement, met directe sturing door medewerkers welzijn en wonen van beide gemeenten
n T wee n
n n n n n n
FEBRUARI 2008
25
Zinvolle dagbesteding Het ziet er naar uit dat recreatiegebied Het Twiske, het groenblauwe recreatiehart tussen de gemeenten Lands meer en Oostzaan, binnenkort een zorgboerderij met een horecafunctie rijker is. De vele recreanten die jaarlijks Het Twiske bezoeken kunnen hier dan terecht voor een hapje en een drankje, waarbij de jongsten onder hen leren omgaan met dieren en kennismaken met het boerderijleven. Daarnaast wordt een bijdrage geleverd aan het onderhoud en het natuurbeheer in een deel van Het Twiske. Ook worden biologische landbouwproducten verbouwd en verkocht en wordt er informatie gegeven over de bijzondere poldernatuur in dit deel van NoordHolland. Het personeel bestaat uit mensen met een verstandelijke beperking die samen met een of twee boerenfamilies de dieren, mensen en natuur verzorgen. Een pracht voorbeeld van een integrale benadering van zorg, wonen, recreatie, educatie, wonen en werken. Er staat in de zuidoosthoek van Het Twiske al een boerderij, De Marsen, die voor dit doel geheel opgeknapt en verbouwd moet worden. Beide gemeenten, de organisatie van gehandicapten (Raphaëlstichting) en De Drecht ontwikkelen dit project, waarvan de voorbereiding grotendeels uit de WWZ-subsidie wordt betaald. De uitvoering is toebedeeld aan de zorgaanbieder samen met Recreatie Noord-Holland (de beheerder van het recreatiegebied) en beide gemeenten. Projectleider Hugo Klomberg: “Dit is een uniek project, juist als onderdeel van dat prachtige Twiske dat toch een grote landschappelijke verworvenheid is voor Oostzaan en Landsmeer. Tegelijkertijd is het heel bemoedigend voor mensen met een beperking, die hiermee zicht krijgen op een zinvolle dagbesteding.” De plannen zijn nog in het stadium van scenario-ontwikkeling en planvorming. Naar verwachting wordt binnenkort het ontwikkelingsplan besproken door het bestuur van het recreatieschap. Daarna zullen, als het bestuur akkoord gaat met het plan, de partijen een intentieverklaring ondertekenen.
Sport voor ouderen en gehandicapten Oostzaan en Landsmeer zijn vanouds sportieve gemeenten. Beide dorpen hebben een fraai sportcomplex voor buiten- en binnensporten en fitnesscentra. De gedachte ontwikkelde zich bij gemeenten, hulpinstellingen en sportorganisaties dat de accommodaties zich wellicht uitstekend lenen voor een sportaanbod gericht op specifieke groepen. Mensen voor wie het belangrijk is om te blijven bewegen, zoals ouderen, gehandicapten, maar ook ex-psychiatrische patiënten. Daaruit is het WWZ-deelproject ‘Sportactiviteiten voor specifieke groepen’ geboren waaraan onder andere de Sportservice Zaanstad, initiatiefgroep Fifty Fit, het Samenwerkingsverband Aangepast Sporten, fitnesscentra, GGZ en dienstencentra deelnemen. Huib Nat van Sportservice Zaanstad: “We werken met een systematisch programma, ontleend aan een model van de Universiteit van Groningen, om het effect zo groot mogelijk te laten zijn en actieve deelname van ouderen en volgend jaar ook psychiatrische patiënten te stimuleren. Inmiddels hebben we 118 mensen getest voor deelname en liefst 73 ouderen hebben zich ingeschreven voor de introductiebijeenkomsten. We bieden een heel wisselend programma met wandelen, basketbal, oefeningen, badminton en zwemmen.”
26
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeente Oostzaan/Landsmeer
Over de organisatie Liefst zestien deelprojecten telt het ambitieuze WWZ-programma van de gemeenten Oostzaan en Landsmeer. De initiatieven variëren van een belbus in beide lintdorpen tot huisvesting voor kwetsbare jongeren.
In het begin moest het samenwerken tussen ambtenaren, wethouders en andere betrokkenen vanuit twee verschillende gemeenten wat inslijpen. Dat had niet zozeer te maken met de wil tot samenwerking, maar met formele bevoegdheden van de twee colleges bij het verstrekken van opdrachten en het vinden van de benodigde budgetten. Daar is een pragmatische oplossing voor gevonden: beide colleges hebben het uitvoeringsprogramma WWZ goedgekeurd en de programmanager WWZ heeft dezelfde bevoegdheid gekregen als de afdelingshoofden (lijnmanagers) van beide gemeenten. Het briefpapier is vanaf dat moment mooi gezamenlijk: met beide gemeentelijke logo’s.
Aansturing
medewerkers uit de gemeenten en de programmamanager zitting hebben. De Regiegroep adviseert aan de colleges van beide gemeenten. Daar vlak onder is het WWZ-team geplaatst dat - samen met de programmamanager - alle projecten stimuleert, begeleidt en de voortgang bewaakt. Een projectbureau is verantwoordelijk voor de daadwerkelijke uitvoering van de verschillende projecten door in- of externen.
Inbreng vraagkant Belangrijk is de Klankbordgroep. Daarin zorgen de bewoners en de gebruikers van woon- en zorgvoorzieningen voor de noodzakelijke inbreng van de vraagkant. Dit doen zij niet alleen door mee te denken, maar ook door voor hun achterbannen excursies en bijeenkomsten te organiseren.
De programmaorganisatie wordt geleid door de Regiegroep waarin de twee wethouders en ambtelijk
Partner aan het woord | Corina van de Geer Corina van de Geer is consulente van WonenPlus en zit regelmatig achter het hulp- en dienstenloket in het gemeentehuis van Oostzaan. Ze stelt vast, ook aan de hand van de cijfers van bezoekers en mensen die thuis zijn bezocht, dat het concept in een behoefte voorziet: “Veel ouderen en gehandicapten weten ons te vinden. Ons aanbod bestaat allereerst uit het verstrekken van informatie. Minstens zo belangrijk is dat wij hulpverleningsorganisaties stimuleren hun verantwoordelijkheid te nemen om mensen te helpen. Onze hoofdfunctie is in feite het tegengaan van versnippering in het hulpaanbod. Daarmee hopen we te voorkomen dat mensen van het kastje naar de muur worden gestuurd. Er is nu in Oostzaan één herkenbare en toegankelijke plek voor alle zorg-, hulp- en woonvragen van mensen met een zorgbehoefte.”
Corina van der Geer
“Veel ouderen en gehandicapten weten ons te vinden” FEBRUARI 2008
27
Beemster Graft-de Rijp, Zeevang en Schermer
Verbinding is geen versnippering Het gezamenlijke WWZ-programma van een viertal gemeenten in het hart van de provincie heet ‘De Verbinding’. En dat is precies de juiste titel, want de vier buurgemeenten hebben hier hun WWZ-ambities
Menno van Eekhout
met elkaar verbonden: Beemster, Graft-de Rijp, Zeevang en Schermer. In deze eerste monitor is het woord vooral aan de gemeente Beemster. De overige drie komen in de volgende edities aan bod.
“De cijfers zijn onverbiddelijk je wéét nu wat je te wachten staat” 28
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeenten Beemster, Graft-de Rijp, Zeevang Gemeente en Beemster Schermer
In feite is het WWZ-programma geen lokaal programma, maar omvat het een complete regio waar de verschillende projecten opbloeien. De kracht van ‘De Verbinding’ is het anticiperen op de regionale woonen zorgbehoefte van ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Veel ouderen in de 25 dorpskernen van de gemeenten Beemster, Graft-de Rijp, Zeevang en Schermer kunnen immers niet binnen de grenzen van hun eigen kleine gemeente hulp krijgen.
intern kun je als het ware van elkaars ‘best practices’ leren.” Lastig is wel dat grotere plaatsen in NoordKennemerland en Zaanstreek-Waterland wat betreft voorzieningen zo sterk aanschuren tegen de vier gemeenten uit het programma. “In zulke bevolkingsrijke buurgemeenten zijn veel ouderenvoorzieningen waarmee ook moet worden samengewerkt. Voordat je het weet bestrijk je geheel midden-NoordHolland.”
Premie op samenwerking
Meten = weten
Het gelijktijdig ‘bedienen’ van meerdere gemeenten is volgens programmamanager Menno van Eekhout een lastige en vaak tijdrovende opgave. “Ik moet het programmatisch én bestuurlijk zien eens te worden met vier gemeenten, vier lokale programmaleiders en vier wethouders. Dat kost wel eens wat extra tijd aan overleg en wederzijdse communicatie”, constateert hij nuchter. “Daar staat tegenover dat je het geld goed kunt besteden. Er worden overtuigende projecten opgezet, die zonder die samenwerking niet van de grond waren gekomen. Eenvoudigweg omdat kleine gemeenten hiervoor de vereiste schaalgrootte ontberen. Er staat dus een premie op samenwerking. De natuurlijke buren vinden elkaar op het delen van menskracht en middelen, waardoor er voldoende kritieke massa ontstaat om projecten van de grond te krijgen.” Een en ander heeft geresulteerd in een ambitieus WWZ-projectenprogramma. Zo krijgt een aantal dorpskernen een eigen wijksteunpunt of dorpsservicepunt (met uitstraling naar buurgemeenten) en komt er een hospice voor terminale patiënten voor de hele regio. Een geheel ander resultaat is het preventief aanpassen van particulier woningbezit in de regio, waardoor eigenaren langer zelfstandig in hun huis kunnen blijven wonen. Ook is er een omvangrijk deelprogramma gestart om in de vier gemeenten ‘zelfstandig wonen met zorg’ gedetailleerd op te zetten.
Een regionale meting is de basis van het hele WWZprogramma. Een stukje wetenschappelijk onderzoek om eerst eens goed te weten hoe het nu precies zit met de grootte van doelgroepen, de vergrijzing in de komende jaren en de stijging van de zorgbehoefte. Dit temeer omdat er maar één ‘echt’ verzorgingshuis in de regio is voor ouderen en dat wordt steeds meer overvraagd. Van Eekhout: “We hebben uitgebreid gemeten hoe de toekomst eruit zal zien. Hoeveel vergrijzing hebben we in 2025? Wat moeten we bouwen en arrangeren om de daarmee gepaard gaande zorgbehoefte te beantwoorden? Welke thuiswoonbehoefte is er bij ouderen en gehandicapten en verandert dat in de komende jaren? De cijfers die uit dat onderzoek komen zijn onverbiddelijk. Je wéét nu wat je de komende decennia te wachten staat. En we hebben voor dat hele cijfersysteem een betrouwbaar instrument, het TNO behoeftemodel. Ik heb nu de corporaties zo ver gekregen dat ze dit model gebruiken bij hun planning van woon- en zorgconcepten op de meer middellange termijn.”
Intern van elkaar leren De meerwaarde van de samenwerking ligt volgens Van Eekhout in het creëren van draagvlak: “Een aantal projecten is puur gezamenlijk en regionaal, andere WWZ-projecten zijn weer heel lokaal van karakter. Maar dat is misschien wel het sterke eraan:
FEBRUARI 2008
Gezamenlijke leidraad Van Eekhout benadrukt dat gemeenten, maar ook corporaties, zorginstellingen en extramurale welzijnsvoorzieningen, dankzij het onderzoek veel beter op de groeiende zorg- en woonbehoefte kunnen anticiperen. “Zo’n 3700 mensen zullen in 2025 in het hele gebied 75 jaar of ouder zijn, maar liefst 2300 meer dan nu. In feite wéét je nu als corporatie en als zorginstelling wat je opgave is in de komende decennia – je kunt er niet meer onderuit. En door het TNOmodel als gezamenlijke leidraad te nemen, zie je dat dat ook weer bijdraagt aan de samenwerking tussen woningcorporaties en zorginstellingen.”
29
Gemeenten Beemster, Graft-de Rijp, Zeevang en Schermer | PROJECTEN IN BEELD Een eigen dorpssteunpunt Oosthuizen, een kern van de gemeente Zeevang, ontbeert een inloopcentrum waar ouderen en mensen met een maatschappelijke of psychische beperking terecht kunnen met al hun zorg-, woon- en welzijnsvragen. Dankzij het WWZ-project gaat daar verandering in komen. Het hart van het dorp krijgt een dorpssteunpunt waar diverse functies worden aangeboden: n S erviceloket voor WWZ-diensten, ouderenadviseur, woonadvies en maatschappelijk werk, inclusief verkrijgen van hulpmiddelen en woningaanpassingen; n Regelen van ‘zelfstandig-wonen’-functies als maaltijdservice, klussendienst, vervoer, alarmering, opplussen woning en woonservice-abonnementen; n O ndersteuning vrijwilligers en mantelorganisaties; n O ntmoetingsfunctie: cursussen, sociale contacten. De startfase is achter de rug, de locatie is bekend, nu komt het aan op ontwikkeling van het programma van eisen. De start was nogal lastig, vooral waar het ging om voldoende geld bij elkaar te krijgen. Nu deze hobbel is genomen komt het project in een stroomversnelling. Daarvoor is in januari 2008 een samenwerkingsconvenant ondertekend tussen de gemeente Zeevang, corporatie Wooncompagnie en zorginstelling De Zorgcirkel. Een ander WWZproject in Oosthuizen - de realisatie van dagverzorging en dagbehandeling - is bovendien gekoppeld aan het bestaande zorgcentrum De Seevanck.
‘Het Thuis van Leeghwater’ Veel ouderen zullen thuis temidden van familie en vrienden overlijden, of in het verzorgings- of verpleeghuis met alle palliatieve zorg die daar aanwezig is. Maar soms is een aparte plek nodig omdat thuis te weinig voorzieningen zijn en de zorg thuis niet toereikend is. Dan komen hospices om de hoek kijken: warm ingerichte tehuizen, of liever gezegd een thuis, waar familie, vrienden en de terminale patiënt met alle zorg die voorhanden is afscheid van elkaar kunnen nemen gedurende de laatste periode van het leven. Centraal hierbij staat dat de mens in de terminale fase nog een stukje regie over zijn leven heeft en niet zonder zijn verwanten in een naamloos verpleeghuisbed overlijdt. De plannen zijn in een vergevorderd stadium: ruim dertig vrijwilligers zijn inmiddels opgeleid en vanaf mei 2007 worden ze al ingezet bij terminale zorgvragen thuis. Nu is het zover dat de voorbereidingen worden getroffen om centraal in de regio het ‘Thuis van Leeghwater’ te realiseren, bijvoorbeeld in een aangepaste stolpboerderij. Daar is alle hulp en aandacht van professionals en goed opgeleide vrijwilligers aanwezig om waardig te kunnen sterven. Corporatie Wooncompagnie zal een deel van de (ver)bouwkosten dragen. Naar verwachting kan het hospice, indien alle lichten op groen blijven, in het voorjaar van 2009 gereed zijn.
30
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Gemeenten Beemster, Graft-de Rijp, Zeevang en Schermer
Over de organisatie Het is niet eenvoudig om vier gemeenten op één lijn te houden voor het gehele WWZprogramma. Veel tijd moet immers worden gestopt in onderling overleg, afstemming, fasering en besluitvorming. En de vier afzonderlijke gemeenteraden willen ook hun zegje kunnen doen. Een externe en daardoor neutrale ‘duwer’ of ‘trekker’ werkt dan heilzaam.
Om de voortgang erin te houden en alle voorbereidende werkzaamheden uit te voeren is voor één dag per week Menno van Eekhout als extern programmamanager aangesteld. Een neutrale en ervaren derde aanstellen had de voorkeur boven het hiervoor vrijstellen van een ambtenaar van één van de projectgemeenten.
waarin de beleidsambtenaren Wonen en Welzijn van de vier gemeenten zitting hebben en de meest betrokken managers van de deelnemende organisaties, samen met de programmamanager. Hier gaat het veel meer om uitvoering, afstemming en voortgang van alle deelprojecten. Deze worden op hun beurt aangestuurd door deelprojectgroepen met hun deelprojectleiders van gemeenten.
Aansturing Het brede programma wordt geleid en gestuurd door de vier gemeenten. Onder dagelijkse verantwoordelijkheid van welzijnswethouder Mia Ruys van de gemeente Beemster, de voorzitter van het ‘Overleg van wethouders’, vormen zij de Stuurgroep WWZ. Deze bewaakt de beleidsontwikkeling en de voortgang van de uitvoering. In de Stuurgroep zijn ook instellingen en corporaties vertegenwoordigd: zorginstelling De Zorgcirkel en woningcorporaties zoals Woonwaard en Wooncompagnie. De Stuurgroep komt elke drie maanden bijeen. Dááronder valt de projectgroep De Verbinding
Communicatie Juist bij zo’n groot programma waarin vier gemeenten, 25 dorpskernen en een aantal partners participeren, komt het aan op grondige, effectieve communicatie. Om die reden regelt een externe communicatieadviseur de communicatie met partners, bewoners- en ouderenorganisaties en de deelprojectleiders. De communicatieadviseur zorgt ook voor de uitvoering van het communicatieplan, inclusief de periodieke nieuwsbrief ‘De Verbinding’, bewonersbrieven, folders en persberichten.
DE VIER GEMEENTEN IN HET KORT n B eemster:
n n
n n n
n
n n
n
8.476 inwoners, Graft-de Rijp: 6.591 inwoners, Zeevang: 6.318 inwoners, Schermer: 5.139 inwoners V ier landelijke gemeenten met 25 dorpskernen I ngewikkelde organisatie door vier gemeenten die gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor de voortgang S tuurgroep komt driemaandelijks bijeen, de Projectgroep maandelijks R uim 200.000 euro WWZ-provinciesubsidie I n 2008 komt ruim 100.000 euro beschikbaar uit eigen middelen en uit subsidies en fondsen E xtern programmamanagement met ondersteuning door externe communicatieadviseur en administratieve kracht N adruk op voorzieningen voor kleine kernen P rogramma houdt rekening met grote stijging van 75-plussers en dus toenemende zorgbehoefte O nderzoek en TNO-model vormen basis voor regionale behoeftecijfers
FEBRUARI 2008
31
Bewonersparticipatie In het organisatieschema van het gehele WWZ-programma zijn merkwaardig genoeg organisaties van bewoners en gebruikers niet terug te vinden. Tóch zijn die wel degelijk betrokken bij de voortgang. Zo zijn lokale organisaties en vrijwilligers- en mantelzorggroepen vertegenwoordigd in klankbord-
groepen en informele commentaargroepen. Voor de vier gemeenten gezamenlijk is een ouderenpanel opgericht dat fungeert als klankbordgroep voor het programma. Vanuit hun lokale positie beïnvloeden zij de keuzes die worden gemaakt in de projecten en bepalen zo hun rol bij de daadwerkelijke uitvoering daarvan.
Partner aan het woord | Astrid Koot Astrid Koot is initiatiefnemer van het hospice ‘Het Thuis van Leeghwater’. “De subsidie van de provincie kwam op een goed moment, net toen we bezig waren om te beginnen met de realisatiefase van het project. Nu kunnen we het beter aanpakken, vooral de opleiding van de vrijwilligers die in het hospice, maar ook in de ambulante zorg, hun werk doen.” Volgens Koot is er veel belangstelling van vrijwilligers om actief te zijn om mensen in hun laatste levensmaanden te begeleiden. “Natuurlijk, is zoiets een zware functie. Maar de motivatie om hulp te geven is enorm groot. We gaan bepaald niet over één nacht ijs. Vrijwilligers worden streng geselecteerd, ze krijgen een basistraining van acht dagdelen op het gebied van gesprekstechniek, communicatie en theorie. En als ze eenmaal in het hospice werkzaam zijn, komt daar nog veel training en coaching bij.” Inmiddels zijn drie teams van in totaal dertig vrijwilligers opgeleid. Dit aantal moet nog doorgroeien tot een maximaal aantal van zestig opgeleide vrijwilligers, met doorgroei naar circa tachtig of negentig. We hebben zoveel mensen nodig omdat we van ’s ochtends 7 uur tot ’s avonds 11 uur hulp bieden.” Belangrijkste hobbel voor de realisatie is de financiering. “We mogen ons gelukkig prijzen dat de Wooncompagnie zo loyaal meewerkt. Maar we willen ook een stukje onafhankelijkheid en niet verzanden in de overheidsbureaucratie. Voor een gezonde financiële exploitatie zijn opbrengsten uit fondsenwerving, donaties, sponsoring en andere acties nodig als inkomstenbron.”
Astrid Koot
32
“Natuurlijk, is zoiets een zware functie. Maar de motivatie om hulp te geven is enorm groot”
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering
Kerngegevens Regievoering WWZ-NH, financiering, provinciale coördinatie Provincie Noord-Holland Directie Beleid Sector Jeugd, zorg en welzijn E-mailadres:
[email protected] Kenniscentrum WWZ Noord-Holland: www.wwz-nh.nl
Opmeer
Texel
Projecten gericht op leefbaarheidsverbetering, Vervoer Plus,
Projecten gericht op dorpssteunpunten, domotica en de reali-
computercursussen voor ouderen, samen op stap met mensen
satie van een zorgboerderij voor mensen met een verstande-
met een verstandelijke beperking, activerend huisbezoek
lijke beperking.
Programmamanager: Norbert Broenink,
Programmamanager: Luitzen de Boer,
e-mail
[email protected]
e-mail
[email protected]
www.gemeenteopmeer.info
www.texel.nl
Muiden
Landsmeer en Oostzaan
Projecten gericht op ketenaanpak WWZ-partners, bouw
Projecten gericht op realisatie zorgboerderij, breed zorg- en
multifunctioneel dorpshuis, stage- en werkervaringsplekken
welzijnsloket, sport en bewegen voor ouderen en (ex-)psychi-
in onderwijs en zorg, realisatie wijksteunpunt, realisa-
atrisch patiënten, ondersteuning van mantelzorgers, netwerk
tie levensloopbestendige woningen, voetgangersroute
jeugd, realisatie belbus in beide gemeenten.
Muiderberg voor visueel gehandicapten.
Programmamanagement: Yolanda Weijand, Anne Vrieze en
Programmamanager: Anjo van Stralen,
Petra van Tiggelen, e-mail
[email protected]
e-mail
[email protected]
www.landsmeer.nl
www.muiden.nl
www.oostzaan.nl
Wieringermeer
Beemster, Graft-de Rijp, Zeevang en Schermer
Projecten gericht op dorpssteunpunten en lokale zorg- en ont-
Programma ‘De Verbinding’ met tal van projecten in vier
moetingsconcepten, een centrum voor ontmoeting, zorg en
samenwerkende gemeenten, waaronder wijk- en dorpssteun-
welzijn, vormgeven hekfunctie voor wederzijds hulpbetoon.
punten, realisatie hospice voor terminale bewoners, aanpas-
Programmamanagement: Anita Hinke en Juliëtte Hulzebos,
singen eigen woningbezit, begeleid boodschappen doen,
e-mail
[email protected]
welzijnsmonitor, optimaliseren dagverzorging en –behande-
www.wieringermeer.nl
ling, realisatie kleinschalige woonvormen voor mensen met dementie. Programmamanager: Menno van Eekhout, e-mail
[email protected] www.beemster.net www.graftderijp.nl www.zeevang.nl www.schermer.nl
FEBRUARI 2008
33
Colofon ‘Wonen, welzijn en zorg in uitvoering’ is een uitgave van: Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem Tel.: (023) 514 51 23 Fax: (023) 514 35 99 Internetadres: www.noord-holland.nl E-mailadres:
[email protected] Tekstcreatie Jan de Graaf en Tom Tossijn Ontwerp Euro RSCG Bikker Drukwerk Thieme GrafiMedia Groep Fotografie Wim Salis Amsterdam, Albert Dekker Studio Dekker Middenmeer, Simon Smit Fotografie Texel Sportservice Zaanstad, Hollandse Hoogte, provincie Noord-Holland Kaartmateriaal Sector Kennis en Beleidsevaluatie, Provincie Noord-Holland Papier Hello matt, houtvrij MC Oplage 1.200 exemplaren
Haarlem, maart 2008
34
Wonen, welzijn en zorg in uitvoering