Inleiding Als Maatschappelijke Ondernemer wil Kennemer Wonen haar maatschappelijke en volkshuisvestelijke doelstellingen verwezenlijken. Bij het bereiken van de doelstellingen zijn verschillende belanghebbenden direct of indirect betrokken. Kennemer Wonen wil graag weten wat deze belanghouders vinden van het functioneren van Kennemer Wonen. Doen we wat we doen goed, Doen we wat we moeten doen, doen we dingen niet of doen we dingen teveel. Kennemer Wonen wil daarom in gesprek komen met de belanghouders. Er zijn diverse mogelijkheden om zaken te bespreken met de belanghouders. Kennemer Wonen heeft er voor gekozen om één op één gesprekken met hen aan te gaan. In 2010 zijn er 11 gesprekken gevoerd met professionele belanghouders en 8 gesprekken met huurders. Hierbij worden de volgende doelstellingen nagestreefd: - Nieuwe inzichten opdoen en vragen ophalen: welke adviezen en gedachten kan men ons geven bij het verwezenlijken van onze doelstellingen. - Komen tot inspirerende en werkzame samenwerking. - Bijdragen aan een positieve beeldvorming over Kennemer Wonen en de volkshuisvesting in het algemeen. - Uitbreiden en uitdiepen van het relatienetwerk van Kennemer Wonen. Jaarlijks wordt er een thema vastgesteld voor deze gesprekken. Rond het thema wordt een lijst opgesteld met gespreksonderwerpen en vragen. Deze vragenlijst vormt de rode draad in de gesprekken, in 2010 is het thema Wonen Zorg en Welzijn. Op deze wijze halen wij de boodschap op bij onze belanghouders, zo vinden we de aansluiting met wat de markt vraagt. Van alle gesprekken wordt een verslag gemaakt, van alle gesprekken samen wordt een boekje gemaakt. In dit boekje gaat Kennemer Wonen aangeven wat we met de resultaten van de gesprekken gaan doen. De resultaten van de gesprekken leiden dan tot beleid en uitvoering van dat beleid. Het zijn inspirerende gesprekken geweest, over onze rol als corporatie, over wonen zorg en welzijn, maar ook over zaken die speelden bij de betreffende belanghouder. Elk gesprek heeft geleid tot punten die van belang zijn voor onze (beleids)ontwikkeling. Veel punten rond het thema zijn in diverse gesprekken naar voren gekomen, het resultaat van deze punten, vertaald naar ons beleid wordt hieronder verwoord. Een aantal opmerkingen lijkt wellicht een open deur, maar het zijn wel de opmerkingen, die belangrijk zijn omdat deze ons scherp houden op de dagelijkse gang van zaken. Projecten Aan alle gesprekspartners is gevraag om projecten te noemen die goede of minder goede voorbeelden zijn van wonen met zorg. Minder goede voorbeelden zijn niet genoemd, wel goede voorbeelden. Alle goede voorbeelden zijn combinatieprojecten van wonen met zorg en welzijn. Zoals één deelnemer zei: “Geslaagde projecten kennen een menging van woningen met ruimten voor activiteiten voor een brede doelgroep. Teveel zorg gerelateerde functies bij een project zorgen voor een onaantrekkelijk ‘zorgimago’. “ Anderen geven aan dat het belangrijk is om ontmoetingsfuncties te hebben in een combinatieproject. Belangrijk is het centraal stellen van de klant, zo kun je door samen te werken een collectief zorg/ welzijnsaanbod realiseren, wat zowel voor de klant als voor de organisaties een meerwaarde levert. Ook over het tot stand komen van dergelijke projecten is het een en ander gezegd. Belangrijk vond men het in een vroeg stadium betrekken van alle partijen bij de planontwikkeling. “Door bij de ontwikkeling van uitleggebieden snel iedereen om tafel te hebben, zijn er meer mogelijkheden om voor de moeilijke cliënten goede huisvesting te realiseren en de goede randvoorwaarden te realiseren voor diverse doelgroepen.”
Daarbij is het wel belangrijk dat deze partners in staat zijn om te sturen en dat zij hun nek uit durven steken op basis van bijvoorbeeld een budgetgarantie en volledig transparant deelnemen in het bouwteam, daarbij is aangegeven dat geïntegreerde projecten vragen om een andere aanpak en deskundigheid. Ook bij geïntegreerde projecten is het belangrijk dat de financiële armslag voldoende is, zo niet, dan kan dit leiden tot stagnatie, of zelfs afstel van de realisatie van het project. Vooraf moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de verantwoordelijkheden met betrekking tot het te realiseren gebouw. Bij het ontwikkelen van zorgvastgoed is een scherp beeld nodig van de totale exploitatie, de situatie 15 a 20 jaar later is heel anders dan nu. Daarnaast is het belangrijk om voor de aanvang van een project de kaders goed te bepalen. “Voor dat een ambitie uit wordt gesproken naar een architect, moet je zorgen voor duidelijke financiële kaders en parameters waarop gestuurd gaat worden”. Om de doelen te kunnen behalen moet een architect goed aangestuurd worden, “hij moet niet alleen gaan voor het mooie plaatje” Wonen, zorg en welzijn Bij het onderwerp wonen, zorg en welzijn legden verschillende gesprekspartners relaties met buurten en wijken. Blijkbaar is de combinatie logisch op buurt/ wijkniveau. In dit kader is aangegeven dat er moet worden nagedacht over de vraag wat kun je op buurtniveau organiseren, wat op wijkniveau. Belangrijk is het betrekken van de buurt bij de ontwikkelingen, “Je moet meegaan met de vraag van de buurt, samen kun je zaken meestal prima regelen”. Als voordeel van combinatieprojecten wonen zorg en welzijn ziet men het verdwijnen van de hokjesgeest. Daarnaast sta je samen sterker door samen op te trekken en door samen te werken. Door oog te hebben voor elkaars problemen ontstaat er een meerwaarde en kun je komen tot flexibele oplossingen. Goede contacten tussen de diverse organisaties is genoemd als meerwaarde voor combinatieprojecten. Door over je eigen muur heen te kijken kun je zaken ook beter en efficiënter organiseren. Geen van de betrokkenen heeft aangegeven welke functies moeten horen bij de combinatie wonen, zorg en welzijn. Wel is aangegeven dat welzijn en ontmoeting belangrijke componenten zijn. Daarbij gaf iemand aan dat deze ontmoeting vooral niet te kleinschalig moet zijn, omdat dan geen “inteelt” plaats vindt. Ook scholen en kinderopvang zijn genoemd als elementen die een meerwaarde kunnen leveren bij combinatieprojecten. Wonen en welzijn (vooral functies die voor een breed publiek aantrekkelijk zijn) levert een betere combinatie dan wonen en zorg. Wonen met zorg Door de veranderingen in de zorg, blijven mensen langer in hun woning wonen, waarbij de zorg aan huis wordt geleverd. Alle belanghouders vinden dit een goede ontwikkeling, zoals een deelnemer zei: “Aanleunwoningen zijn ideaal voor ouderen, je woont zelfstandig en hebt toch zorg en sociale activiteiten in de buurt”. Het zelfstandig blijven wonen wordt erg gewaardeerd. Combinatieprojecten zouden een dusdanige combinatie moeten hebben, zodat onderlinge burenhulp mogelijk is. Bij woningen in de nabijheid van een “tehuis” zou er een goede, droge gelijkvloerse verbinding van de woningen naar dit tehuis wenselijk zijn. Het moet echter niet zo zijn dat het “tehuis”alles gaat regelen voor bewoners. Om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen, hebben bewoners naast zorg hulp nodig bij kleine klussen in en om het huis. Een huismeester die dit voor bewoners doet, maar ook voor grotere klussen zou men graag een beroep doen op de corporatie. Bewoners zijn bereid hiervoor te betalen. De oudere bewoners hebben moeite om de grotere klussen gedaan te krijgen, wie moet het doen (de muren van de trap tot in de nok schilderen bijvoorbeeld), en de kosten die het met zich meebrengt spelen daarbij ook mee. “Extra aanbod van diensten om langer in de eigen woning te kunnen blijven wonen zijn nuttig”. Een van de gesprekspartners merkt op dat het belangrijk is dat iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid behoud, anders is de zorg straks onbetaalbaar.
Bij het ouder worden zijn woningaanpassingen gewenst, informatie daarover bereikt bewoners onvoldoende, goede informatie over de WMO en woningaanpassingen is gewenst. Wanneer mensen zelfstandig wonen en daarbij mantelzorg nodig hebben, zou het niet zo moeten zijn dat de verzorgde of de zorgverlener gedwongen zijn te verhuizen bij het beëindigen van de zorgrelatie. Een kangaroe woning wordt daardoor niet gezien als oplossing voor de mantelzorg. Voor dementerenden die niet meer zelfstandig kunnen wonen, zijn kleinschalige projecten in de wijk ideaal. Bij het realiseren van dergelijke, maar ook andere zorgprojecten moet je je wel realiseren dat zorgprojecten snel verouderen. Bij het maken van de exploitatieopzet moet je hier rekening mee houden, bijvoorbeeld door sneller een oppepbeurt in te calculeren. Als een woningcorporatie wil investeren in zorginstellingen moeten ze afspraken maken over de looptijd huurcontract/ eventuele vergoeding wanneer contract eerder wordt opgezegd. Andere mogelijkheden die zijn genoemd, zijn flexibele oplossingen, waarbij na verloop van tijd, zonder veel extra middelen de functies van/ in een gebouw kunnen veranderen. Genoemd zijn veranderen van klaslokalen in woningen, of zorgwoningen in gewone woningen. Om zorg te kunnen verlenen is het niet nodig dat in de wijk een steunpunt is van de thuiszorginstelling. Wel is het mogelijk door het creëren van een plek in de buurt een breder zorgpakker aan te bieden. Voor de zorgverlening aan bewoners is een zekere mate van concentratie van zorgbehoevenden vanuit efficiency gewenst, maar dat hoeft niet te leiden tot alleen maar grote woonzorgzones, het kan ook in kleinere eenheden. Over de eenzaamheid deed een van de deelnemers een opvallende uitspraak “Ook vroeger voelden mensen zich eenzaam in een gezinsvervangend tehuis. Met de huidige individualisering valt die eenzaamheid meer op, maar die was er altijd al”. Er zijn twee soorten eenzaamheid, sociale eenzaamheid en emotionele eenzaamheid. Woonplek De huurders die wij spraken vonden het heel erg belangrijk om in de eigen buurt te kunnen blijven wonen, men was zelfs bereid in de woonkamer te gaan slapen wanneer men de trap niet meer op kon. De buurt is voor huurders een van de belangrijkste onderwerpen bij het wonen. Verhuizen naar een nultredenwoning wil men doen, mits die woning in de buurt ligt. In de buurt is het belangrijk dat er geen obstakels zijn, zoals niet recht liggende tegels. Voorzieningen en goed openbaar vervoer in de buurt zijn belangrijk om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Gemengde buurten worden door iedereen als gewenst gezien, en dan zowel menging qua leeftijd, cultuur als inkomen. Het in de wijk laten wonen van bijzondere doelgroepen is goed, mensen blijven dan ook geconfronteerd worden met mensen die zorg nodig hebben. Bij onze gesprekken met huurders viel op dat burenhulp nog overal voorkomt, iedereen had wel kontact met een aantal buren, en men hielp elkaar ook wel, bijvoorbeeld bij het aan de weg zetten van vuilcontainers. “Het is belangrijk dat mensen prettig en veilig kunnen wonen, daarbij is aandacht voor elkaar belangrijk”. De medewerkers leefbaarheid vervullen een belangrijke rol in de buurt en kunnen zorg dragen voor cohesie. Zij komen, net zoals de medewerkers van de thuiszorg achter de voordeur, en hebben daardoor een belangrijke signaleringsfunctie, vooral wat betreft “niet pluis” gevoelens. Het is van belang dat de professionals die in de buurten en wijken werken deskundig zijn in het signaleren van problemen en dat er een plek is om signalen te melden. Vanuit deze plek dient een goed vervolg traject te starten, inclusief de terugkoppeling naar de melders. Voor wijken en buurten zouden er visies moeten zijn en moeten er plannen (inclusief verkoopplan) worden gemaakt. Door de plannen samen met de betrokkenen te maken zorg je voor betrokkenheid bij de buurt/ wijk. Op deze wijze kun je zorgen voor een kwaliteitsimpuls in de wijk, wat weer leidt tot een waardestijging (materieel, maar ook immaterieel) van de wijk/buurt. Ook de verkoop van huurwoningen kan leiden tot een kwaliteitsverbetering van een buurt.
Bij de projecten die voortvloeien uit wijkplannen is het belangrijk aandacht te besteden bij de overdracht van het project (kop-eind) naar het reguliere werk van de organisaties. Vaak stokt een mooi project namelijk in deze fase. De woning Over de woningtoewijzing zijn door verschillende mensen opmerkingen gemaakt. Opvallend was dat degenen die wat zeiden over de toewijzing allemaal meer aandacht wilden voor waar welke nieuwe huurder geplaatst wordt. Het ging daarbij om het handhaven van de sociale cohesie in een gebouw/ buurt en het voorkomen van isolatie van mensen, bijvoorbeeld door aan weerzijde een asielzoeker te plaatsen. De plaatsing van andere bijzondere doelgroepen zou met meer zorg moeten gebeuren. Het toewijzen van woningen aan die bijzondere doelgroepen vindt men prima, mits het met de nodige zorg gebeurt. Ten aanzien van de woning zijn er diverse opmerkingen gemaakt, waarmee wij als bouwer/ beheerder rekening mee kunnen houden. Voor senioren is de mogelijkheid van een alternatieve bel gewenst, omdat zij vaak niet meer in staat zijn om de bel in de hal te horen. Ook gelijksluitende sloten in de hele woning zijn makkelijk, geen gedoe meer met grote sleutelbossen. Daarnaast zijn alarm en een hotelschakeling in de slaapkamer genoemd als gewenste opties. Een bewoner was zeer te spreken over de brede deuren. Een andere huurder wil graag meepraten bij het opknappen van de woning, over zaken als kleurstelling bij schilderbeurten en vervanging van tegels, keukenblok, maar ook over type toilet, douche, tegelen tot plafond of niet zou de huurder graag meedenken. Bewoners willen graag concreet meedenken over oplossingen, en vinden het door ons meedenken ook prettig. Vanuit de thuiszorg is aangeboden om mee te denken bij het ontwikkelen van plannen, zodat een verdere optimalisatie gerealiseerd kan worden. Diverse bewoners merkten op dat zij goed toezicht bij de uitvoering van onderhoud en renovatie belangrijk vinden, omdat anders zaken halfslachtig of helemaal niet worden uitgevoerd. Een bewoner toonde ons zo een voorbeeld in de woning. Bij het ontwikkelen van een woning kwamen wat aandachtspunten naar voren, zoals de draairichting van de keukenkastjes etc., zodat deuren niet tegen elkaar aan draaien, zorg dat de ruimte onder hellende daken goed bruikbaar is of kan worden gemaakt, denk aan een goede isolatie tussen woningen (in verband met geluidsoverlast), zorg dat parkeerkelders mensvriendelijk worden ingericht. Bij woningen waarin zorg wordt verleend moet aandacht zijn voor voldoende ruimte om te voldoen aan de arbo eisen in de zorg. Rol woningcorporatie/ Volkshuisvesting in het algemeen Aan iedereen is gevraagd wat zij vinden van woningcorporaties in relatie tot alle recente publicaties over fraude etc. in de sector. Niemand liet zijn beeld van de sector bepalen door deze publicaties. Overal is wel wat, was de teneur, maar dat bepaald niet het totaalbeeld. “commerciële activiteiten hebben meer te maken met het ego van de bestuurder dan met de sector an sich”. Over de taak van corporaties was men eensgezind, “De eerste taak van corporaties is te zorgen voor voldoende betaalbare huurwoningen”. Of corporaties actief moeten zijn in zorg, maatschappelijk vastgoed en dergelijke was men minder eensgezind, al was de teneur redelijk eenduidig “Woningstichtingen kunnen bijdragen aan maatschappelijk vastgoed, maar het is niet hun verantwoordelijkheid”. Daarbij is opgemerkt dat de gemeenten een taak hebben in het welzijn, maar dat ze deze taak te vaak laten liggen. In het kader van woningaanpassingen en domotica hebben corporaties een rol, zo zouden zij samen met de zorg actief kunnen zijn in het kader van valpreventie. Activiteiten van corporaties in het kader van de leefbaarheid van de buurten vond men logisch, en vaak een taak van de corporatie, daarbij zou er aandacht moeten zijn voor de toegankelijkheid en veiligheid in de wijk, ook na 21 uur ’s avonds. Een corporatie is vaak een bindmiddel om zaken in een buurt te organiseren en goed te regelen. Maar corporaties moeten niet zelf
zorgen voor zorg of welzijn, hun rol moet zich beperken tot faciliteren. Wel kunnen ze er toe bijdragen dat de bewoners hun verantwoordelijkheid voor de buurt en wijk oppakken. In kleinere gemeenten zien een aantal belanghouders wel een regierol voor corporaties in het kader van de afstemming tussen wonen, welzijn en zorg. Welke corporatie wat doet/ verhuurd is voor niemand interessant, ze zijn uitwisselbaar. Wel is het belangrijk dat corporaties toegankelijk zijn in de wijken en buurten. Zorgen heeft men over het rijksbeleid, hierdoor worden de corporaties steeds meer ingeperkt, dit leidt ertoe dat corporaties straks nog maar weinig extra’s kunnen bieden. Een stelsel waarbij de huurhoogte afhankelijk is van het inkomen vindt men goed, daarbij mag rekening worden gehouden met het eigen vermogen. Kennemer Wonen Over Kennemer Wonen was men in het algemeen tevreden, de bereikbaarheid is door niemand als een probleem gezien. Ook over de afhandeling van de reparatieverzoeken is men tevreden. Goede en duidelijke informatie wordt door huurders als heel belangrijk gezien, daarbij spelen alle media (nieuwsblad, website, brieven etc.) een rol. Naast goede informatie bijvoorbeeld over wat er gedaan gaat worden, wat je als huurder wel en niet mag, is het nakomen van afspraken en het reageren op brieven een aantal keer genoemd als verbeterpunt. “De corporatie zou beter moeten communiceren” In het verkopen van woningen ziet men geen probleem, wel zou daar voldoende nieuwbouw in de kern tegenover moeten staan. Door alle fusies is het beeld ontstaan dat alles minder en afstandelijker wordt. Kennemer Wonen zou meer naar buiten moeten treden, zich in de kernen meer moeten profileren. Daarbij is kleinschalige en persoonlijke dienstverlening prettiger dan een zakelijke benadering. Organisatie Bij de gesprekken kwam de organisatie van de bedrijven van de stakeholders en van ons ter sprake. Opvallend was dat diverse stakeholders bewust hebben gekozen voor platte organisatiemodellen. “Er is een optimale bedrijfsgrootte, waarbij geen extra managementlaag nodig is en bureaucratie kan worden vermeden”. Daarbij is soms bewust gekozen voor niet verder groeien. Bij de keuze voor een platte organisatie wordt gedacht aan de klant, de klant staat voorop, niet de organisatie. Voor corporaties had men een aantal aanbevelingen: zet mensen in met een beperking, daardoor bereik je veel mensen, je zou actieve bewoners moeten mobiliseren en je moet die blijven steunen, omdat ze steun nodig zullen blijven hebben, in combinatie projecten van koop en huur is het belangrijk om de huurders te betrekken bij de Vve. Tot slot ontstond er in een van de gesprekken het idee om het niet te laten bij dit eenmalige gesprek, maar om snuffelstages bij elkaar te lopen, zodat mensen elkaar en elkaars organisatie beter leren kennen, zodat een betere samenwerking zou ontstaan.