Visie op Loopbaanoriëntatie en – begeleiding regio ’s-Hertogenbosch en omgeving
LOB is “een verzameling van activiteiten binnen een loopbaangerichte leeromgeving om jongeren actief te laten werken aan hun loopbaan- en studiekeuze, waardoor zij zichzelf en de wereld van onderwijs en beroep beter leren kennen en een bewustere keuze kunnen maken voor opleiding en beroep”
Versie 1.0, januari 2012 Kenmerk: 12.009-131.3 ib/jvm Kernactiviteit Professioneel LOB Project Goed functionerende arbeidsmarkt regio ’s-Hertogenbosch Regie Leren & Werken Gemeente ‘s-Hertogenbosch
1
Inleiding/Voorwoord Loopbaan oriëntatie en begeleiding is “een verzameling van activiteiten binnen een loopbaangerichte leeromgeving om jongeren actief te laten werken aan hun loopbaan- en studiekeuze, waardoor zij zichzelf en de wereld van onderwijs en beroep beter leren kennen en een bewustere keuze kunnen maken voor opleiding en beroep”.1 LOB levert een belangrijke bijdrage aan doorstroom en talentontwikkeling binnen het onderwijs en richting de arbeidsmarkt. In de regio ‘s-Hertogenbosch wordt dit gezamenlijk aangepakt, aan de hand van een door onderwijsinstellingen gedragen visie op en gezamenlijk geformuleerde doelen van LOB.2 LOB is een actief, ervaringsgericht proces. Het ondersteunt de leerlingen om zelf op zoek te gaan naar een opleiding en beroep. LOB leert de leerling dat hij doelen stelt, keuzes maakt, reflecteert en beslissingen neemt voor nu en in de toekomst op sociaal gebied, op het gebied van arbeid en beroep en op deelname aan de maatschappij. LOB helpt de leerling tijdens zijn schoolloopbaan een duidelijke en realistische relatie te leggen tussen zijn eigen waarden, interesses, ambities, mogelijkheden en beperkingen. Hij koppelt dit direct aan het onderwijs dat hij volgt (en gaat volgen) en de wereld van arbeid en beroep. Verheldering van het zelfconcept en kennis van de wereld van arbeid en beroep zijn daarbij essentieel. Dit document dient als basis voor een LOB-beleidsplan en/of LOB-werkplan voor elke deelnemende school (zie “Kader voor Beleidsplan LOB”, versie 1.0, kenmerk 12.011-131.3 ib/jvm). In dat beleidsplan zijn deze visie en doelen vertaald naar een meerjarenplanning, waarin inzet van middelen ten behoeve van LOB (menskracht, financiën, professionaliseringsbudgetten en materialen) zijn opgenomen. Daarnaast is deze visie de basis voor de samenwerkingsovereenkomst (zie “Samenwerkingsovereenkomst LOB” versie 1.0, kenmerk 12.010-131.3 ib/jvm) in de regio ’s Hertogenbosch op het gebied van LOB. In deze overeenkomst worden de randvoorwaarden verder geschetst3.
Avans Hogeschool (2010). Loopbaan oriëntatie en loopbaanbegeleiding in de onderwijsketen in ’s Hertogenbosch. Avans Hogeschool. 2 Deze visie is opgesteld op basis van input vanuit de pilotscholen in het project “Professioneel LOB in regio ’s Hertogenbosch” van Regie Leren en Werken van de Gemeente ’s Hertogenbosch. Pilotscholen: Jeroen Boschcollege, Ds. Piersoncollege, Sint Janslyceum, Baanderheren College (Boxtel), Koning Willem 1 College 3 De documenten zijn op te vragen bij Avans Hogeschool, Leer- en Innovatiecentrum via een email aan
[email protected] of
[email protected] 1
2
Visie op LOB Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) levert binnen de school een bijdrage aan het verbeteren van doorstroom - binnen de instelling zelf en richting het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt - en aan het stimuleren van talentontwikkeling. In deze visie staan drie kernpunten centraal:
I
De leerling centraal en ontwikkelen van zelfsturing
Gelet op doorstroom, talentontwikkeling en de huidige kennismaatschappij is LOB breder geworden dan alleen het begeleiden van een “eenmalige beslissing aan de start van een werkend leven’. Binnen LOB staat het begeleiden van leerlingen naar een flexibele loopbaan gedurende hun leven centraal. Leven in de huidige kennismaatschappij betekent een leven lang leren, waarbij je zèlf verantwoordelijkheid voor je loopbaan neemt. Kortom, het ontwikkelen van zelfsturing is erg belangrijk.
II
Doorlopende leerlijn LOB in de onderwijsketen
'Een leven lang leren' betekent óók dat LOB een proces is dat in het vervolgonderwijs en daarna blijft doorgaan. Huidige en toekomstige leerlingen moeten het onderwijs verlaten met een stevige basis aan loopbaancompetenties (kennis, vaardigheden en kwalificaties), om een goede kans op de arbeidsmarkt te hebben. Voor een goede doorlopende LOB leerlijn is het belangrijk dat er een gedeelde visie op LOB ontwikkeld wordt. Verticale en horizontale samenwerking in de onderwijsketen is hierbij van groot belang.
III
Samenwerking met het (regionale) bedrijfsleven
Praktijkervaring of ervaringsleren zorgt er tevens voor dat leerlingen een beter beeld creëren, welke competenties goed bij hen passen en makkelijker ontwikkelbaar zijn. Dit inzicht zal bijdragen aan het maken van een onderbouwde studieloopbaankeuze en daarmee een meer afgewogen keuze. Om een rijke leeromgeving te creëren en ervaringsleren mogelijk te maken is het bedrijfsleven een belangrijke speler.
3
Toelichting De invulling van LOB bekijken we op 3 verschillende kernpunten. De leerling, de doorlopende leerlijn in de onderwijsketen en de samenwerking van het onderwijs met het (regionale) bedrijfsleven. Hieronder wordt voor ieder kernpunt een korte toelichting gegeven op bovenstaande visie.
I
De leerling centraal en ontwikkelen van zelfsturing
De leerling staat in dit proces centraal: de leerling is zich bewust van zijn eigen verantwoordelijkheid voor de keuzes die hij maakt. Het kiezen nu en in de toekomst zal een leerling moeten leren en heeft prioriteit. Dit met het oog op het grote aantal vervolgopleidingen, het feit dat werknemers steeds meer wisselen van baan, zij steeds meer moeten bij – en nascholen, er werkvelden verdwijnen en er nieuwe bijkomen en de steeds veranderende maatschappij. De leerling zal moeten inzien dat de studiekeuze die hij maakt direct te maken heeft met zijn toekomstperspectief. Daarnaast weet de leerling wat de relaties zijn tussen zijn capaciteiten, kwaliteiten, interesses en ambities. Bewustzijn hierin zorgt dat een leerling vanuit zijn “kracht” loopbaankeuzes maakt. De vragen “wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik, wat vind ik belangrijk” kunnen worden beantwoord door de leerling. LOB wordt door de leerling serieus genomen en hij is daar actief en gemotiveerd mee bezig. De ouders zijn zeer belangrijk in het keuzeproces van de leerling. Ouders hebben als rolmodel een belangrijke invloed op de keuzes die hun kinderen maken. Ook als beroepsbeoefenaars spelen ze een belangrijke rol in het keuzeproces van jongeren.
II
Doorlopende leerlijn in de onderwijsketen
BINNEN DE SCHOOL
De school zorgt dat vanuit een gemeenschappelijk beleid draagvlak wordt gecreëerd binnen het team. De schoolleiding faciliteert de LOB’ers. De schoolleiding stelt tijd en geld beschikbaar en zorgt voor professionalisering van de LOB’ers. De schoolleiding stimuleert LOB’ers om het LOB structureel vorm te geven, niet alleen binnen de school, maar nadrukkelijk ook in samenwerking met andere scholen. Tevens zal zij de resultaten en uitvoering van LOB monitoren. De decaan, mentor en docent hebben een duidelijke rolverdeling op het gebied van LOB. Samen zijn zij de LOB’ers4. De competenties die deze personen moeten hebben liggen vast in het competentieprofiel (zie: “Competentieprofiel LOB-er” versie 1.0, kenmerk 12.012-131.3 ib/jvm). Iedere school legt deze rolverdeling vast in haar eigen beleidsplan. Het is de taak van de LOB’ers om iedere leerling een begeleiding op maat te bieden. Hierbij is het belangrijk dat LOB’ers enige autonomie krijgen in het geven van een goede begeleiding aan hun leerlingen. Hierdoor komen
4
LOB’er is geen functie maar een rol, deze rol wordt gezamenlijk ingevuld door decaan, mentoren en docenten.
4
leerlingen steeds meer centraal te staan in hun eigen keuzeproces, waardoor ze gemotiveerd worden om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen keuzes.
VERTICALE SAMENWERKING TUSSEN SCHOLEN Voor een goede doorlopende LOB leerlijn is het belangrijk dat er een door alle deelnemende scholen gedeelde visie op LOB is. Afstemming van gebruikte of ontwikkeling van nieuwe instrumenten is hier een onderdeel van. De vervolgopleidingen dragen zorg voor voorlichtingsmateriaal en voorlichtingsactiviteiten. Deze informatie speelt een belangrijke rol in de keuzes die leerlingen maken. De onderwijsinstellingen dienen hun informatie zo aan te reiken dat deze eerlijk en realistisch is. Bovendien moet de informatie een goede indruk geven van het toekomstperspectief van elke opleiding aan hun instelling. HORIZONTALE SAMENWERKING TUSSEN SCHOLEN Op horizontaal niveau, scholen op dezelfde positie in de keten, is het van belang om een gezamenlijke visie te hebben op LOB. Gebruik, waar kan, het zelfde instrumentarium om de juiste relaties te leggen tussen de ervaringen en kennis die een leerling heeft opgedaan en de gemaakte keuzes. Leren van elkaars ervaringen is een belangrijk kenmerk in deze samenwerking. Uiteindelijk streven we er met zijn allen naar, dat de leerling een juiste keuze maakt voor een vervolgopleiding, die bij hem past (korte termijn) en dat hij een volwaardig lid wordt van de maatschappij (lange termijn).
III
Samenwerking met het (regionale)bedrijfsleven
Om een beter inzicht te krijgen in beroepen en werkvelden haalt de school de ‘buitenwereld’ naar binnen en gaan de leerlingen ook naar buiten. Als de leerling de school verlaten heeft, heeft hij een goed beeld van de inhoud van de vervolgopleiding. Hij weet hoe de opleiding ‘scoort’ op de arbeidsmarkt en welk beroep hij kan gaan uitoefenen met zijn opleiding. Daarnaast weet de leerling wat specifieke beroepen en functies inhouden en welke compententies hij nodig heeft om deze goed uit te kunnen uitoefenen. Praktijkervaring of ervaringsleren zorgt er tevens voor dat leerlingen een nog beter beeld creëren van de competenties die goed bij hen passen en makkelijker ontwikkelbaar zijn. Dit inzicht zal bijdragen aan het maken van een onderbouwde studieloopbaankeuze en daarmee een meer afgewogen keuze.
5