Visie Dibevo op ontwikkelingen in de gezelschapsdierenbranche
Oktober 2013
Visie Dibevo
op ontwikkelingen in de gezelschapsdierenbranche
T
ijden, dus de samenleving, veranderen razendsnel. Ook de daaruit voortkomende ideeën. Dit heeft in ieder geval één ding veroorzaakt; het ondernemerschap is geen slobberwijntje meer dat achteloos achterover geslagen wordt. Een achteloze ondernemer is immers al verloren voordat hij begonnen is. Dat geldt precies zo voor brancheorganisaties. Dus voor Dibevo. Al bestaat deze dan al 77 jaar, achterover leunen kán er niet bij zijn. De gang er inhouden is alles. Want remmen is angst. Reden genoeg om middenin de beleidsperiode 2010 – 2015 de visie van Dibevo nog eens goed samen te vatten. Niet in een ellenlang document, maar, om maar bij onze branche te blijven, in een hapklare brok. Voor wie doet Dibevo zijn werk? Uiteraard voor haar leden. Deze bestaan uit drie groepen: ▸ Fabrikanten en groothandelsbedrijven ▸ Detailhandelsbedrijven ▸ Dierverzorgende bedrijven Geen van allen met meer dan 250 medewerkers. Dibevo-ondernemingen behoren dus tot het middenen kleinbedrijf. Het midden- en kleinbedrijf is wel de grootste werkgever in ons land en is verantwoordelijk voor 58 procent van de omzet in het bedrijfsleven en biedt werkgelegenheid aan 60 procent van de werknemers. Elke ledengroep heeft zo zijn eigen wensen, problemen en oplossingen. Deze worden in dit stuk per groep aangestipt. Daarbij ook aangegeven welke rol Dibevo bij de oplossingen kan vervullen.
Fabrikanten en groothandelsondernemingen (toeleveranciers)
De klassieke groothandel zal zich meer en meer moeten herpositioneren omdat het internet de keten tussen merkfabrikant en consument steeds korter maakt. Dit treft natuurlijk ook de afnemers van de groothandel – de detailhandel. Daarbij komt dat fabrikanten in de Dibevo-branche veelal ook een distributiefunctie hebben en direct de detailhandel beleveren. Maar dat niet alleen. Naast grote groothandelsbedrijven en fabrikanten, zijn er in de Dibevo-branche op het gebeid van toelevering even zovele of nog meer kleinere of heel kleine bedrijven. Getalsmatig gezien is er op elke 10 detailhandelsbedrijven één toeleverancier. Echter, groot of klein, deze hebben allen doen met de veranderende tijden. Tijden waarop moet worden ingespeeld. Immers, de afnemer verwacht andere producten – en vooral diensten – dan vroeger. Toen de groothandel nog een soort opslag was van producten die de afnemer daar op bestelling vandaan liet komen.
visie dibevo op ontwikkelingen in de gezelschapsdierenbranche
2
Die diensten kunnen zelfs bestaan uit het afleveren direct aan de consument van producten die deze bij een detailhandelsbedrijf heeft besteld (ook wel dropshipping genoemd). De groothandel factureert aan het detailhandelsbedrijf waar de consument op zijn beurt weer aan betaalt. Gevolg: consument krijgt snel wat hij wil hebben en de detaillist hoeft minder voorraad te houden. Dat brengt besparing met zich mee. Daarbij doet de detaillist wat hij het beste zou moeten kunnen: contact met de consument onderhouden en deze bewegen tot aankoop. Dit soort nieuwe ontwikkelingen dwingt tot verdergaande automatisering. Ook van het besteltraject. Daarnaast is brede informatie over de aangeboden productrange van groot belang. De detailhandel moet zijn klanten daarover goed kunnen informeren. Als dit niet professioneel wordt opgepakt, verliezen zowel leverancier als detaillist omzet. Hoe kan immers een detaillist een product verkopen terwijl hij van het bestaan ervan niet weet? Nu nog steeds speelt in dit traject de vertegenwoordiger een belangrijke rol. Echter, deze wordt in de nabije toekomst meer en meer verkoopadviseur. Helpt de detaillist met adviezen over de positionering van producten in diens bedrijf. Daarmee de toegevoegde waarde van de toeleverancier vergrotend waardoor deze steeds minder ‘dat magazijn in de verte’ is en steeds meer de ondersteuner van zijn afnemer bij diens verkoopactiviteiten. Vanzelfsprekend bemoeit Dibevo zich niet met de transactie tussen toeleverancier en afnemer. Maar Dibevo kan nadrukkelijk wel het stroomlijnen van dit proces faciliteren. Zowel bij het bestelproces als het informatieproces. Hoe? Het bestelproces, door te komen tot een neutrale door Dibevo te beheren branchestandaard. Dus uniforme artikelgegevens. Het informatieproces door tweewekelijks een digitale nieuwsbrief te laten verschijnen. Een nieuwsbrief waarin de toeleverancier de mogelijkheid geboden wordt heet van de naald de laatste informatie over zijn producten te geven. Brede informatie kan hij kwijt in het 11 maal per jaar verschijnende Dibevo-Vakblad. Dit op verschillende manieren. Zoals door adverteren, de noviteitenrubriek of een compleet mediaplan. Daarnaast wordt toeleveranciers elk jaar de gelegenheid geboden om te exposeren op de Dibevo-Vakbeurs. Ook levert Dibevo up to date adressenbestanden met potentials.
Detailhandelsondernemingen
Strikt genomen is ‘winkel’ een verzamelnaam voor een plek waar je dingen kunt kopen. Dat hoeft lang niet altijd de plaats te zijn waar deze ‘dingen’ lijfelijk staan. Want die plek is tegenwoordig lang niet altijd meer de plek van vroeger. Een pand met één winkeldeur. Het pand van nu heeft twee winkeldeuren. Eén waardoor de klant ‘lijfelijk’ binnenkomt en één waardoor de klant digitaal binnenkomt. In wezen is dat hetzelfdfe. Eenmaal daaraan gewend, willen ondernemers – maar ook hun klanten – niet anders. Hoe dan ook, de detailhandel als fenomeen is niet weg te denken. Maar vanzelfsprekend is het voortbestaan daarvan ook weer niet. Tenminste als ondernemers blijven hangen in ‘hoe het ooit was en nooit meer zal worden’. De detailhandel moet antwoorden klaar hebben op de aardverschuiving die is veroorzaakt door het doordringen van internet tot in de haarvaten van de consument. Dankzij dit internet hebben consumenten direct toegang tot alle kennis en informatie en zelfs tot de toeleveranciers van de detailhandel. Dat maakt hen goed geïnformeerd en dus kritisch. Detailhandelsondernemers, ook in de gezelschapsdierensector, kunnen daarom niet anders dan meerwaarde (= topdienstverlening en topvoorlichting) bieden die aansluit op de wensen van de consument. Zo niet, wordt ook deze detailhandel een soort mission impossible. Ten opzichte van andere sectoren heeft de Dibevo-branche daarbij een ongelooflijke voorsprong: het dier. Niet zo zeer om geld aan te verdienen, maar om de consument te lokken. Maar ook om te kunnen inspelen op diens emotie als het om zijn eigen dier (lees ‘kindje’) gaat. Daar heeft men heel veel voor over. Want het is juist die emotie die de klant bij de gespecialiseerde detailhandel brengt. De plek
visie dibevo op ontwikkelingen in de gezelschapsdierenbranche
3
waar de houder geadviseerd wordt over zijn dier. Het dier kan nu eenmaal niet voor zichzelf zorgen. Het levende dier – en dus zijn houder, immers de klant – mag daarom nooit onderschat worden als pijler onder de hele branche en al helemaal niet onder de detailhandel. Immers ‘zonder beest is de gezelschapsdierenbranche branche er geweest’. De door de overheid ingestelde positieflijst voor gezelschapsdieren staat daar volkomen haaks op en vormt daarom een bedreiging van formaat. Want, minder te houden dieren betekent minder houders en dus minder klanten. Een bedreiging overigens waar Dibevo op alle fronten tegen strijdt. Diezelfde strijdbare opstelling heeft Dibevo ook als het gaat om het behouden blijven voor ‘onze’ detailhandel van de verkoop van diergeneesmiddelen (de zogenoemde vrije middelen) en bestrijdingsmiddelen (waaronder biociden). Een andere bedreiging voor voornamelijk binnenstedelijke detailhandel vormt het vaak wispelturige beleid van de lokale overheid. Wordt het als het over detailhandelsvestiging gaat ‘vrijheid blijheid’? Met aan de rand van dorp of stad gelegen grote shoppingcentra? Dus leegloop van de binnenstad? Of worden de touwtjes juist strakker aangehaald om de centrumwinkelgebieden juist overeind te houden? En wat betekent die wispelturigheid voor de bestaande bewinkelingsstructuur c.q. de zich daarin al hier en daar zichtbare geworden leegstand? Om tegen dit alles opgewassen te zijn, kan Dibevo veel doen maar niet alles. Dibevo kan namelijk nooit de rol van de ondernemer op zich nemen. Dat moet deze zelf doen. Dus nadenken over de manier waarop klanten gebonden kunnen worden. Daarbij zal slim gebruik van de combinatie stenen en digitale winkel (multi-channel) de standaard worden. Een ondernemer die zich van het internet afwendt, zal daarom op den duur niet overleven. Detailhandelsondernemers zullen het fenomeen internet juist nadrukkelijk moeten betrekken bij het vorm geven van hun winkel-concept. Wie geen oog heeft voor het sterk veranderend consumentengedrag, verliest het. De consument wordt met grote snelheid iemand die zich goed informeert vóór hij een keuze maakt. Dat doet hij niet op de eerste plaats bij de winkelier, maar veel eerder bij forums, reviews, (chat)vrienden en andere consumenten waarmee hij in contact staat via internet. De informatie-, verkoop- en service functie in de detailhandel moet hier sterk op worden aangepast. Al was het alleen maar om aan de vooral door de prijs – en dat zijn er velen – gestuurde consument te laten zien wat zijn meerwaarde is. Dus helder maken dat het oude gezegde ‘goedkoop is duurkoop’ nog steeds geldt. Het vereist slim ondernemerschap dat uitgeoefend wordt in steeds grotere winkels. Onontkoombaar zal daardoor zijn dat het aantal winkels terugloopt. Al was het maar door niet mee willen gaan met de multi-channel trend maar ook door gebrek aan opvolging. Is die terugloop erg? Dat hoeft niet. Beter 1.500 kwalitatief goede geheel op de toekomst voorbereide verkooppunten dan 2.200 waarvan een behoorlijk deel geen overlevingskans heeft en dat soms ook nog uitstraalt. Daardoor de consument een verkeerd beeld gevend van de branche. Hoe draagt Dibevo aan een positieve ontwikkeling van de detailhandel in de branche bij? Door ervoor te zorgen dat wet- en regelgeving die beperkingen oplevert voor de branche, tegen wordt gegaan. Of het nu gaat om de dieren die gehouden mogen worden, de verkoop van diergeneesmiddelen, regels van ruimtelijke ordening of wat dan ook. Daarnaast het werken aan een acceptabele cao, het helpen bij problemen met medewerkers of de gemeente. Het ervoor zorgen dat door thema of scholingsbijeenkomsten de ondernemer wordt ‘bijgeschoold’ om de consument steeds weer te boeien en te binden maar ook door het bestrijden van oneerlijke concurrentie van de door de heersende werkloosheid opkomende schuurtjesverkoop. Bij multi-channel hoort een soepele artikelenstroom. Zoiets dwingt tot verdergaande automatisering. Ook van het besteltraject. Daarnaast is brede informatie over de aangeboden productrange van groot
visie dibevo op ontwikkelingen in de gezelschapsdierenbranche
4
belang. De detailhandel moet zijn klanten daarover goed kunnen informeren. Anders mist hij omzet. Ook daar kan Dibevo een belangrijke rol spelen. Door het daarbij behorende bestelproces te stroomlijnen door te komen tot een neutrale door Dibevo te beheren branchestandaard. Transparante artikelinformatie is in zijn contacten met de consument immers de basis van het handelen van een detailhandelsondernemer. Het woord speciaalzaak moet bij dit alles als het ware opnieuw uitgevonden worden. De kern daarbij is het begrip ‘ontzorgen’. De consument wil dat graag. Dus, alles op één locatie. De dierenspeciaalzaak zelf met daaraan gekoppeld een dierenartsenpraktijk, een trimsalon, het boeken van ruimte in een dierenpension, het kunnen afhalen van via internet bestelde artikelen of het bezorgen daarvan. En het daarbij zekerheid geven aan de consument. Want zekerheid wekt vertrouwen. Dat Dibevo-leden die zekerheid kunnen bieden, heeft Dibevo al geregeld door aansluiting bij de Stichting Geschillencommissie. Maar ook bij andere aspecten bij het opnieuw uitvinden van de dierenspeciaalzaak kan Dibevo helpen. Dit door kennis- en ervaringsstromen bij elkaar te brengen met als resultaat het informeren van de leden. Iets dat voor een individuele detailhandelsondernemer nauwelijks mogelijk is. Maar niet alleen voor hem. Natuurlijk in mindere mate, maar ook voor samenwerkingsverbanden/ ketens. Een brancheorganisatie overziet namelijk de activiteiten en ontwikkelingen in de héle branche en is daarbij niet merk- of organisatie gebonden. Als vanzelf komt het woord ‘informatie’ hier in beeld. Iets waar Dibevo een bijdrage levert door twee-wekelijks een digitale nieuwsbrief te laten verschijnen. En 11 x per jaar het Dibevo-Vakblad. Maar ook, als jaarlijks hoogtepunt, door het organiseren de DibevoVakbeurs. De eerder genoemde vermindering van het aantal verkooppunten, overigens nooit een doel op zich maar een onontkoombare ontwikkeling, vraagt begeleiding. Die biedt Dibevo door samenwerking met een in bedrijfsovername en –sluiting gespecialiseerd bureau. Net zoals dat geldt voor juridische dienstverlening. Dit altijd met fikse kortingen voor Dibevo-leden. De kwaliteit van de medewerkers en vooral het hen motiveren, zijn essentieel voor een detailhandelsbedrijf. Ook in dat opzicht geeft Dibevo steun. Hiertoe worden themabijeenkomsten georganiseerd.
Dierverzorgende bedrijven (dierenpensions, trimsalons, hondenuitlaatservices en dierencrematoria)
Dierverzorgende bedrijven spelen een belangrijke rol bij het proces van humanisering van het huisdier. Het ‘aan de boom gebonden dier door iemand die met vakantie gaat’ is een achterhaalde karikatuur geworden. Mensen willen hun huisgenoot bij een professioneel bedrijf op verantwoorde wijze ondergebracht hebben. Ook het (soms onjuiste) beeld van een trimmer behoeft bijstelling. Daaraan moet nog stevig gewerkt worden. Dit al dan niet in een samenwerking tussen Dibevo en de ABHB. Maar ook de positie van de pensions moet en kan door Dibevo verder verstevigd worden. Hierbij kunnen de moderne media een belangrijke rol spelen. Daarbij kunnen deze ingezet worden tegen een kwalijke ontwikkeling in de dierenpensionsector; thuisopvang van dieren door particulieren. Het kan immers niet zo zijn dat dierenpensions moeten voldoen aan allerhande regelgeving terwijl ‘er wat bij verdienende’ hondenhouders een paar honden opvangen en daar geld voor vragen. Een misstand die sterke aandacht behoeft en door Dibevo zal worden opgepakt. Al was het maar omdat dit los van omzetverlies nóg een negatieve kant heeft. De ‘moeilijke’ honden die niet bij een gewoon logeeradres plaatsbaar zijn, komen wél terecht in het professioneel dierenpension. Dat kan daardoor de naam krijgen van ‘plek waar gevaarlijke honden zitten’. Daarnaast wordt het in pension nemen van dieren meer en meer onderdeel van de 24 uurs economie. Immers, de consument wil steeds vaker op het door hen gekozen moment een dier halen of brengen. En die momenten vallen lang niet altijd samen met de reguliere openingstijden van het pension. Dit leidt
visie dibevo op ontwikkelingen in de gezelschapsdierenbranche
5
tot het opstellen van nieuwe standaardovereenkomsten. Iets dat uiteraard thuis hoort op het bordje van de brancheorganisatie. Net zoals voor de detailhandel, geldt voor zowel trimsalon als pension dat diereneigenaren daar steeds vaker vragen naar het oplossen van gezondheidsproblemen. De dierenarts wordt in de ogen van de consument soms te duur om daar nog ‘even’ heen te gaan. Dat vraagt vakmanschap en professionaliteit. Het bepalen van de hoogte van het daarbij horende kennisniveau is een kwestie waarover de overheid overleg voert met een brancheorganisatie. In dit geval Dibevo. Nooit met een individueel bedrijf. Eén ding is zeker, de consument die zijn dier brengt bij een lid van Dibevo, hoeft zich geen zorgen te maken over zijn positie als zich onverhoopt een probleem voor doet. Dit heeft Dibevo al afgedekt door aansluiting bij de Stichting Geschillencommissie. Daarnaast houdt Dibevo niet alleen nu, maar ook in alle komende jaren, de voor de consument laagdrempelig toegankelijke dierenpensionwijzer in de lucht. Op gemakkelijke wijze kan de consument daar zien waar er nog plaats is voor zijn dier. Dit past geheel binnen de Dibevo-filosofie dat consumenten ontzorgd moeten worden en dat Dibevo daarbij de ondersteunende hand uitsteekt naar zijn leden.
Digitaal samenwerken
In de voorliggende tekst komt in verschillende varianten het begrip ‘digitaal’ aan de orde. Ook in relatie tot artikelstromen en ‘multi-channel’ verkopen. Dit verdient nadere uitwerking. In het (recente) verleden zijn er door Dibevo regelmatig initiatieven ondernomen om digitale samenwerking in de branche te bevorderen en te stimuleren. Dat heeft tot heden om verschillende reden niet tot het gewenste succes geleid. De focus bij deze eerdere initiatieven lag sterk bij het verbeteren van de informatie uitwisseling tussen leverancier en detaillist inzake de logistieke stromen tussen deze partijen. Dus niet direct zichtbaar voor de consument. Wellicht is dat ook een oorzaak van de tegenvallende aandacht die dit onderwerp van ondernemers heeft gekregen. De laatste jaren heeft digitaal samenwerken echter een belangrijke andere focus gekregen. Digitaal samenwerken is noodzakelijk om optimaal in te kunnen spelen op de nieuwe behoeften van de consument die zich voor aankoop steeds vaker oriënteert via internet voordat hij door de fysieke of digitale winkeldeur loopt om een aankoop te doen. Deze verandering in consumentengedrag wordt “Het Nieuwe Winkelen” genoemd en betekent een fundamentele wijziging in het koop¬ en winkelgedrag van consumenten. Dat het oriëntatie- en koopgedrag van de consument verandert, staat wel vast. De detailhandel zal zich hierop moeten aanpassen anders zullen de klanten gaan winkelen bij de concurrent die wel kan voldoen aan deze verandering. Deze concurrent is steeds vaker een branchevreemde partij. Binnen de gezelschapsdierenbranche is deze trend inmiddels ook zichtbaar. Een voorbeeld is BOL.com dat een groot deel van het sortiment inmiddels aanbiedt op zijn site. Het veranderende consumentengedrag betekent niet dat de basisbehoeften van de consument zijn veranderd. De basis behoeften van de consument zijn nog altijd dezelfde; de consument wil het juiste product voor de juiste prijs op het juiste moment echter wel onder invloed van nieuwe mogelijkheden en technologie (met alle gevolgen van dien voor de detailhandel en toeleverende bedrijven). De hedendaagse consument heeft het liefst de vertrouwde service en het klantcontact van een ‘echte’ winkel maar wil hierbij ook de ruime keuze van producten die een webshop biedt. Dit speelt een steeds grotere rol bij aankopen. Het combineren van deze twee behoeften is daarom het meest ideale. Dus het online kopen en afhalen in de winkel of oriënteren en kopen in de winkel of webshop. Slimme ondernemers weten de winkel meer en meer te gebruiken voor het aantrekken van (nieuwe) online klanten en visa
visie dibevo op ontwikkelingen in de gezelschapsdierenbranche
6
versa. Tot zover de theorie, elke ondernemer in de gezelschapsdierenbranche kan zich laten infomeren over deze ontwikkelingen. In dat informatieproces speelt Dibevo een belangrijke rol. De praktijk daarbij is wel dat een deel van de detailhandelsondernemers moeite heeft om hun bedrijf aan te passen aan deze nieuwe wijze van ondernemen. Met name de kleinere bedrijven hebben daar last van. Tevens ontbreekt het vaak aan de kennis om tot de noodzakelijke digitale samenwerking te komen met hun leveranciers. Ook deze zijn vaak (nog) niet in staat om de juiste service te bieden zoals het kunnen verstrekken van artikelbestanden, het automatisch uitwisselen van bestelberichten en het verzorgen van dropshipping, mede veroorzaakt omdat zij geen eenduidige digitale berichten krijgen van hun afnemers. Alhoewel inmiddels positieve ontwikkelingen gaande zijn bij leveranciers, is het de vraag of hun bestaande afnemers hiervan gaan profiteren of dat dit juist de nieuwkomers zijn. Wil de branche voor gezelschapsdieren een gezonde distributieketen houden, is de rol van Dibevo daarin essentieel. De brancheorganisatie is de aangewezen partij om de bestaande distributieketen te voorzien van de juiste randvoorwaarden om ondernemers optimaal in te kunnen laten spelen op het nieuwe koop – en oriëntatiegedrag van de consument. Dit zonder enige bemoeienis met de transactie zelf. Dibevo heeft bijvoorbeeld geen taak bij het ontwikkelen van webshops of kassasystemen. Echter dient de branchevereniging wel de betrokken partijen op een lijn te krijgen waar het gaat om standaardisatie en transparantie. Dibevo kan hen stimuleren om te voldoen aan een te introduceren branchestandaard. Ook kan Dibevo eventueel kiezen voor een neutraal centraal artikelplatform waarbij de branche in feite wordt gedwongen om zich te houden aan deze standaard. Met een dergelijk platform zijn ondernemers veel beter in staat om sneller en efficiënter te starten met het nieuwe winkelen, immers kwalitatieve artikeldata is centraal en zonder enig belang beschikbaar. Zonder standaardisatie van handelsberichten en het centraal beschikbaar hebben van uniforme en kwalitatieve artikeldata, zal een achterstand gaan ontstaan bij het inspelen op de behoeften van de consument. Maar ook iets anders zal nooit goed van de grond komen; benchmarking. Het opzetten van een goed systeem is verschillende malen geprobeerd maar mislukt omdat óf men niet bereid was gegevens af te staan, óf de gegevens ‘te mooi’ werden ingevoerd. Toch bestaat er grote behoefte aan. Bij Dibevo wordt de vraag ernaar regelmatig gesteld. Het valt te verwachten dat een goed systeem van benchmarking een door alle partijen gewaardeerde ‘aftakking’ kan worden van een neutraal beheerd centraal artikelplatform.
Algemeen
In algemene zin kan nog worden opgemerkt dat in de toekomst de leden van Dibevo een steeds beter3e opleiding hebben genoten. Daardoor zullen zij steeds meer vragen en verwachten van Dibevo als organisatie. Dat is een uitdaging die door Dibevo graag opgepakt wordt. Dit onder het motto ‘samen staan wij sterk’. Want hoezeer de samenleving ook individualiseert, individueel een vuist vormen is niet meer mogelijk. Het landschap zal zich immers blijvend veranderen en daarbij geldt nog steeds dat eendracht macht maakt. Hierop sluit naadloos aan de mogelijkheid die een ondernemer heeft om zich ‘Dierbaar’ te laten certificeren. Vanaf het moment dat er sprake is van een groot aantal gecertificeerde bedrijven, zal de druk op de consument om niet meer te kopen op allerlei achterafplekjes (schuurtjesverkoop) toenemen. Naast dit alles behoort bij het faciliteren van leden nadrukkelijk een betrouwbaar systeem van benchmarking. Maar ook het erop toezien – en waar nodig daar tegen in gaan – dat er geen onnodige wettelijke belemmeringen tegen het ondernemerschap worden opgeworpen.
visie dibevo op ontwikkelingen in de gezelschapsdierenbranche
7
Dibevo zet daarbij in op het stimuleren van goed ondernemerschap en het bieden van ondersteuning daarbij. Dienstverlening, belangenbehartiging en kennisoverdracht staan hierbij centraal. Dit gevoed door de vele mogelijkheden die ICT nu al, maar zeker in de toekomst, biedt. Maar ook door verdere intensivering van de contacten met het scholingsinstituut dat ooit door Dibevo is opgericht: het Huisdier kennis Instituut (HKI). Vermeldenswaardig als nieuwe ontwikkeling is nog de kredietunie. Niet als iets waar Dibevo op welke manier dan ook een rol in zou moeten vervullen, maar wel als iets waarvan het denkbaar is dat deze opgezet zal worden ook door ondernemers in de gezelschapsdierenbranche. Een kredietunie is een coöperatie tussen MKB-ondernemers die via een gemeenschappelijke kas geldmiddelen ter beschikking stellen en aan de andere kant MKB-ondernemers die geld lenen uit deze kas. Kredietgevende leden fungeren vaak als coach voor degenen die geld lenen; de kredietnemers. Zij zetten zich in voor het succes van de ondernemer en vergroten daarmee de kans op het welslagen van zijn of haar onderneming. Een kredietunie heeft geen winstoogmerk en werkt democratisch. Zowel kredietgevers als kredietnemers zijn lid en mede-eigenaar van de coöperatie. Een eventueel positief saldo aan het eind van het jaar komt ten goede aan de bij de unie aangesloten leden. Tot slot. De Dibevo-organisatie zelf. Ook deze moet in de toekomst in (financiële) balans blijven. Dat verplicht tot een precies op de activiteiten aansluitende kantoororganisatie. Bij elke beleidsverandering zal daarom zorgvuldig afgewogen moeten worden of deze verandering tot aanpassing van de interne organisatie moet leiden of niet. Daarbij scherp in het oog houdend dat de activiteiten zodanig financieel verantwoord zijn dat daarvoor een daarbij passende contributie aan de leden gevraagd kan worden. Immers, zonder geld, geen activiteiten. Het is, juist in deze tijd van het opnieuw uitvinden van structuren die heel lang als vanzelfsprekend werden gezien, goed om deze woorden van de Engelse staatsman, filosoof, jurist en wetenschapper Francis Bacon, tot leidraad te nemen:
Het zijn slechte ontdekkingsreizigers, die menen dat er geen land is, wanneer zij niets dan zee kunnen zien.
visie dibevo op ontwikkelingen in de gezelschapsdierenbranche
8