VERSLAG VASTE COMMISSIE VOOR DE GEMEENTERAAD d.d. 16 juni 2014 ________________________________________________________________________ Aanwezig:
Dhr. H. Bellemakers Voorzitter Dhr. A. Keijzers Commissiegriffier Dhr. J. Bos CDA lid (t/m agendapunt 5) Dhr. J. Suijkerbuijk CDA lid Mevr. D. de Hoog CDA lid (vanaf agendapunt 6) Dhr. A. de Kort Sint Anthonis Nu lid Mevr. M. v.d. Zanden - v.d. Laar Sint Anthonis Nu lid Dhr. R. de Bakker VVD lid Dhr. W. Bollen VVD lid Mevr. R. Aben wethouder Dhr. P. Reijnen wethouder Dhr. P. Eising en dhr. P. Kempen Project Breedband Land van Cuijk Mevr. E. Brands Mevr. A. Koch afdelingshoofd Sociale Zaken _____________________________________________________________________ 1. Opening De voorzitter opent om 19.30 uur de vergadering en heet de aanwezigen welkom.
2. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Inventarisatie spreekrecht burgers Voor het spreekrecht heeft zich aangemeld: - De heer I. Oldenkamp te Westerbeek namens de werkgroep K4/C inzake agendapunt 5 (Raadsvoorstel Breedband Land van Cuijk). 4. Vaststelling verslag vergadering d.d. 24 februari 2014 Het verslag wordt vastgesteld overeenkomstig het toegezonden concept. 5. Raadsvoorstel “Breedband Land van Cuijk”. Inspreker De heer Oldenkamp wordt de gelegenheid geboden tot inspreken. Zijn inbreng is aan dit verslag gehecht. De inspreker beantwoordt de volgende vragen vanuit de commissie: - Vraag (de heer De Kort): Waarom het initiatief tot het in eigen beheer hebben van een glasvezelnet? Wat zijn de te verwachte abonnementskosten? Reactie de heer Oldenkamp: Voor de rendabiliteit van de aanleg van infrastructuur is en blijft bepalend welke adressen wel en welke niet worden aangesloten. Aanbieders van glasvezelnet zijn er genoeg, echter de aanleg in met name het buitengebied is niet rendabel. Wat betreft de abonnementskosten wordt gedacht aan plm. € 50,-- per maand, wat marktconform is. - Vraag (de heer Bollen): Wat wordt bedoeld met “in eigen beheer”, de gemeente wellicht? Reactie de heer Oldenkamp: niet de gemeente, maar een juridisch lichaam. Bijvoorbeeld een stichting die actief is ook buiten de gemeentegrenzen. - Vraag (de heer Suijkerbuijk): Zijn er gemeenten in een vergelijkbare situatie, qua buitengebied? Reactie de heer Oldenkamp: Ja, bijvoorbeeld Boekel.
1
Wethouder Reijnen geeft een toelichting op het raadsvoorstel en duidt op de ambities van het Land van Cuijk inzake breedband. Voor de uitbreiding van met name maatschappelijke toepassingen van internet is een goede infrastructuur noodzakelijk. Met de gemeente Cuijk als kartrekker is een plan van aanpak opgesteld, met een haalbaarheidsonderzoek dat in twee fases wordt uitgevoerd. Fase 1: beslismoment, op basis van een enquête, Fase 2: uitwerking. Vervolgens geeft hij het woord aan de heren P. Eising (Bureau ERM) en P. Kempen, die een Powerpointpresentatie verzorgen. De vragen vanuit de commissie worden door beiden als volgt beantwoord: -
-
-
-
-
-
-
-
Vraag (de heer De Bakker): Is er bij de aanpak gekeken naar hoe ze het elders doen? Reactie: Er zijn in den lande momenteel veel soortgelijke initiatieven in ontwikkeling. O.a.. binnen Brabant in de gemeenten Landerd, Boekel en Heeze-Leende. De gekozen insteek is steeds dat eerst wordt gekeken hoe breedband wordt beleefd en wat het geschatte deelnemerspercentage is. Daarna volgt de uitwerking. Vraag (de heer De Bakker): Wat zijn de verschillen in abonnementskosten tussen draadloos internet en glasvezel? Reactie: De aanlegkosten voor draadloos internet zijn in de regel beduidend hoger. Omdat we het via een ander medium aanbieden en financieren uit reservegelden realiseren we een lagere kostprijs, waardoor op termijn de aanlegkosten gelijk blijven. Vraag (de heer Bos): Het aantal te verwachten aansluitingen van de kernen bedraagt 30 % a 40 %. Worden de aanlegkosten dan niet erg hoog? Reactie: Bij 30 % is het kostendekkend. Vraag (de heer De Kort): Er kleven ook nadelen aan de aanleg van glasvezel 4G en 5G. Komen de nadelen ook in beeld? Stel dat er 100 % deelname is aan glasvezelnet, dan zou dat betekenen dat het bestaande kopernetwerk van KPN overbodig wordt. Wat zijn hier de gevolgen van? Reactie: De nadelen komen terug in het onderzoek. Vraag (de heer De Kort): Stel dat er 100 % deelname is aan glasvezelnet, dan zou dat betekenen dat het bestaande kopernetwerk van KPN overbodig wordt. Wat zijn hier de gevolgen van? Reactie: Er wordt uitgegaan van een maximale deelname van 75 %, dus geen 100 %. Vraag (de heer Bollen): In hoeverre sluit dit project aan bij de ambities van Brabant? Reactie: Het provinciale breedbandfonds ziet enkel op het buitengebied. Het project Land van Cuijk voldoet dus ten dele aan de ambities van Brabant, namelijk enkel wat betreft het buitengebied. Vraag (de heer Suijkerbuijk): Er is sprake van bijdragen door derde partijen. Hoe hard zijn die bijdragen? Reactie wethouder Reijnen: Deze bedragen zijn niet hard. De kosten worden in eerste instantie door de gemeenten gedragen. Daarnaast is er een provinciale subsidie in het kader van de leefbaarheid, voor internetontsluiting van niet rendabele gebieden. Vraag (de heer Bos): Zijn er voor de gemeente nog andere kosten aan dit project verbonden? Reactie wethouder Reijnen: Verwezen wordt naar de stukken. Onder andere gaat het om kosten van ambtelijke ondersteuning, welke geraamd worden op plm. € 20.000,--.
De commissie adviseert de raad dat het voorstel rijp is voor behandeling in de raadsvergadering van 23 juni a.s., en het te agenderen als bespreekstuk (B-stuk). 6. Notitie inzake de Participatiewet. Wethouder Aben verzorgt een toelichting op de procedure. Er wordt een beleidskader over de Participatiewet voorbereid welk door de gemeenteraad in het najaar moet worden vastgesteld. Ter voorbereiding hierop wordt de gemeenteraad
2
gevraagd zich uit te spreken over de koers. Dit gebeurt aan de hand van de notitie welke in deze commissievergadering opiniërend aan de fracties wordt voorgelegd. Deze notitie is door de regionale stuurgroep Werk en Inkomen van Brabant Noordoost-oost voorbereid. In het eerste deel van deze notitie worden de hoofdlijnen van de Participatiewet en de regionale ontwikkelingen geschetst. In dit deel wordt ook aangegeven waar de belangrijkste keuzemogelijkheden voor de gemeente liggen. In het tweede deel van de notitie worden de vier meest beleidsrijke thema’s benoemd die via stellingen opiniërend aan de raadscommissie worden voorgelegd. De notitie wordt door alle 12 colleges in Brabant Noordoost-oost door middel van een presentatie voorgelegd aan de gemeenteraad. Wethouder Aben geeft het woord aan mevrouw A. Koch voor het verzorgen van een presentatie op de notitie. Bij de toelichting op de voor te leggen stellingen blijkt dat deze niet specifiek zijn toegespitst op de situatie van de gemeente Sint Anthonis, omdat ze algemeen zijn voorbereid voor behandeling door de 12 aangesloten gemeenten. Verder behoeft de vraagstelling hier en daar aanscherping. Vandaar dat wethouder Aben niet onverdeeld gelukkig is met de voorgelegde stellingen. Wethouder Aben en mevrouw Koch gaan per stelling in op de specifieke situatie voor de gemeente Sint Anthonis. Nadat de stellingen zijn toegelicht volgt een korte schorsing van de vergadering, waarin de fracties hun standpunt ten aanzien van de stellingen voorbereiden. De resultaten van de opiniërende behandeling zijn per stelling als volgt. Stelling 1 We richten de inzet van onze re-integratie-instrumenten op de doelgroep waarbij het financieel rendement, dat wil zeggen de kans op schadelastbeperking, het grootst is. Dat betekent dat we de groepen met geen afstand of juist met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt niet of nauwelijks ondersteunen. Aanvullende toelichting wethouder Aben: uitgangspunt voor Sint Anthonis is om niemand uit te sluiten, en per individueel geval maatwerk toe te passen. Alle fracties kunnen zich vinden in het standpunt van de wethouder. Stelling 2 Jongeren zijn een prioritaire doelgroep. We pakken alle jongeren, ook zonder uitkering, van 16 tot 27 jaar op, stimuleren hen om een startkwalificatie te halen en begeleiden hen naar economische zelfstandigheid. Aanvullende toelichting wethouder Aben: voor Sint Anthonis hebben we het over 3 concrete gevallen. Ook hier geldt om per individueel geval maatwerk toe te passen. Alle fracties kunnen zich vinden in het standpunt van de wethouder. Stelling 3 De tegenprestatie willen we verplicht stellen voor de mensen die (nog) niet toe zijn aan een traject gericht op betaald werk. Om tot een visie op de tegenprestatie te kunnen komen, dienen de volgende vragen te worden beantwoord: 1. Telt vrijwilligerswerk als tegenprestatie? 2. Handhaven en sanctioneren we? 3. Wat is een acceptabele duur en omvang van de tegenprestatie? 4. Verlenen we vrijstelling bij mantelzorg/kinderen/beperking? 5. Is er een prioritaire doelgroep en zo ja, welke? 6. Aan wat voor plekken denken we en wie gaan deze creëren? 7. Mag het geld kosten?
3
Vraagstelling Telt vrijwilligerswerk als tegenprestatie? Handhaven en sanctioneren we?
VVD Ja.
SAN Ja.
CDA Ja.
Ja.
Ja.
Wat is een acceptabele duur en omvang van de tegenprestatie?
Geen mening.
I.p. ja, echter het sociaal domein blijft een specifieke situatie welke ook m.b.t. handhaving en sanctionering maatwerk vereist. Maatwerk; zolang het nodig is.
Verlenen we vrijstelling bij mantelzorg/kinderen/beperking? Is er een prioritaire doelgroep en zo ja, welke? Aan wat voor plekken denken we en wie gaat deze creëren?
Ja.
Mag het geld kosten?
Ja.
Maximaal voor de duur van de uitkering. Aantal uren: afhankelijk van aard tegenprestatie. Ja.
Ja, de jongeren. Neen.
Neen.
Voorkeur voor Bij voorkeur maatschappelijk geen werk. concurrentie met bestaande banen. I.p. neen, I.p. neen, maar mogelijk wel via beseft wordt dat een SMARThet niet anders oplossing. kan.
Hangt af van soort werk. Niet elk werk is voor iedereen geschikt. Zo min mogelijk.
Stelling 4 We zetten geen loonkostensubsidie in voor mensen die een loonwaarde hebben van minder dan 30 %. Aanvullende toelichting wethouder Aben: ook hier geldt om per individueel geval maatwerk toe te passen. Alle fracties kunnen zich in principe vinden in de stelling, met dien verstande dat er sprake moet zijn van maatwerk per individueel geval. Stelling 5 De definitieve keuze over de toekomst van het SW-bedrijf IBN en het Werkvoorzieningschap (de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoering van de Wsw, nemen we nadat de pilot met IBN is afgerond en geëvalueerd. Alle fracties kunnen zich vinden in de stelling. Wethouder Aben dankt de fracties voor hun inbreng en zegt hiermee vooruit te kunnen. De inbreng zal worden verwerkt in de verordening, welke verder wordt voorbereid en aan het eind van dit jaar aan de raad ter vaststelling zal worden voorgelegd.
4
7. Rondvraag. Van het stellen van een rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. De griffier deelt mede dat na overleg tussen de voorzitter van de raad en de fractievoorzitters hedenavond is besloten dat de raadsvergadering op 23 juni a.s. om 20.00 uur zal beginnen (i.p.v. 19.30 uur), vanwege de WK-wedstrijd van het Nederlands elftal. Dit zal nog verder publiekelijk bekend worden gemaakt. 8. Sluiting. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering, onder dankzegging aan de aanwezigen voor eenieders inbreng.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de vaste Commissie voor de gemeenteraad van Sint Anthonis d.d. 9 september 2014. de commissiegriffier,
de commissievoorzitter,
A. Keijzers
H. Bellemakers
5
Inbreng dhr. I. Oldenkamp namens de werkgroep K4/C inzake agendapunt 5 (Raadsvoorstel Breedband Land van Cuijk)
Een initiatief van de provincie Brabant om de leefbaarheid van kleine kernen te behouden, dan wel te vergroten heeft geleid tot de inventarisatie van behoeften die er zijn in de vier (kleine) kernen Oploo, Overloon, Stevensbeek en Westerbeek met betrekking tot de leefbaarheid. Eén van de kenmerken die daarbij naar voren kwam was “snel internet, ook in de buitengebieden”. Dit heeft geleid tot de oprichting van een werkgroep K4/C die zich met deze materie bezig is gaan houden. De werkgroep heeft informatie ingewonnen over de problematiek van het realiseren van snel internet in kleine kernen en in het bijzonder de het vraagstuk van de aansluitingen in het buitengebied. Snel internet. Hiervoor is geen eensluidende definitie te geven, maar volgens K4/C moet uitgegaan worden van glasvezel, omdat dit verreweg het snelste datatransport mogelijk maakt. Andere mogelijkheden als coax kabel, draadloos G4 of zelfs G5 bieden een lagere capaciteit en zijn daardoor minder toekomstbestendig. Ook het buitengebied. Bedrijven die netwerken installeren, beheren en soms ook van inhoud (z.n. content) willen graag netwerken aanleggen en exploiteren, maar alleen daar waar ze per oppervlakte-eenheid voldoende aansluitingen kunnen realiseren. Buitengebieden vallen dan af. Bedenk dat het dan niet gaat om die enkele afgelegen boerderij. Neen: de ene kant van de straat krijgt het wel, de nadere niet. Jammer, net te weinig aansluitmogelijkheden. Wie wil een aansluiting? Dit is een belangrijk vraagstuk, immers als weinigen een aansluiting willen, dan gaat het project niet door, omdat de kosten per aansluiting exorbitant worden. Veel aandacht moet daarom besteed worden aan het duidelijk maken aan de potentiële gebruikers wat de voordelen zijn. Die voordelen zijn er zeker: HD TV. (beeld) telefonie en snel toegang tot internet met zijn immer “zwaarder” wordende sites. Er zal een behoorlijke inspanning geleverd moeten worden om de inwoners van onze kernen op deze voordelen te wijzen. Waarschijnlijk zijn de respectievelijke dorpsraden een mooi kanaal om het aansluitingsvraagstuk aan te kaarten. Voor bedrijven is het kunnen beschikken over snel internet van levensbelang. Dat geldt nu al, maar in de toekomst nog meer. Van wie is het glasvezelnet? Meerdere opties zijn mogelijk. K4/C denkt dat het in eigen beheer hebben van het glasvezelnet een zeer reële optie is, waarbij content aanbieders uitgenodigd worden om, tegen betaling, diensten te leveren. Het is de overtuiging van onze werkgroep dat snel internet een noodzakelijke voorwaarde is voor de leefbaarheid van onze gemeente en eigenlijk het hele Land van Cuijk. Ik dank U.
6