Wijkbijeenkomst Gemeenteraad in Overvecht Woensdag 20 mei 2015 Locatie: Wij 3.0, computerwijk, Stroyenborchdreef 12 Onderwerp: DigiTaal Aanwezig
Voorzitter: Gemeenteraad:
Martine Sluijter, wijkregisseur Zuid Sander van Waveren (CDA; contactpersoon Overvecht), Bouchra Dibi (PvdA), Maarten van Ooijen (ChristenUnie), Radj Ramcharan (fractiemedewerker CDA), Tara Scally (GroenLinks), Reyhan Tezcank (fractiemedewerkster D66)
Overigen:
cursisten en cursusleiders taal- en computerlessen, medewerkers van Computerwijk en Taal Doet Meer, Mieke van der Burg (Adviescommissie Ouderenbeleid), medewerkers Wijkbureau Overvecht, medewerkers Gemeente Utrecht (publieke dienstverlening) en anderen. In totaal zo’n 50 deelnemers aan deze avond.
Verslag:
Majne van de Merwe (Rosenbaum Select, notulisten & verslaggevers)
Opening Martine Sluijter verwelkomt de aanwezigen, waaronder cursisten van taal- en computerlessen; ook de cursusleiders van Taal Doet Meer – bijna allemaal vrijwilligers – zijn er. Deze organisatie geeft al dertig jaar taallessen, onder andere in Overvecht. De lessen worden aan bijna twintig kleine groepjes gegeven, zowel overdag als 's avonds. In samenwerking met Bibliotheek Overvecht heeft Taal Doet Meer het taalinformatiepunt. Computerwijk, onderdeel van de nieuwe organisatie Wij 3.0, is gastheer vanavond. Wij 3.0 wil het voormalige buurthuis ontwikkelen tot locatie voor werk en activering. De organisatie heeft het pand nu nog tijdelijk in gebruik en is in gesprek met de gemeente om langer van deze locatie gebruik te kunnen maken. De Adviescommissie Ouderenbeleid heeft het college nog niet zo lang geleden geadviseerd over het onderwerp Digitalisering, en gekeken of het gemeentelijk beleid op dat gebied wel past bij de bewoners die al hun zaken met de gemeente voortaan langs digitale weg moeten doen. Enkele aanwezigen geven aan dat zij er bezwaar tegen hebben om te worden gefotografeerd. Daar wordt rekening mee gehouden. Wijkraad Overvecht – Els Wegdam De wijkraad adviseert het college van burgemeester en wethouders, gevraagd en ongevraagd. Nadat de wijkraad over het stadsbrede advies van de Adviescommissie Ouderenbeleid had gehoord, nam men zich voor om een op Overvecht toegespitst advies over digitalisering te geven. De wijkraad maakt zich zorgen over het digitaliseringsbeleid van de gemeente, en is dan ook blij dat er vanavond een afvaardiging van de gemeenteraad aanwezig is. De website van de gemeente is naar de mening van de wijkraad niet duidelijk genoeg. Lastig, want voor alle gemeentelijke dienstverlening kunnen burgers nergens anders meer terecht. Vooral voor mensen met een taalprobleem is dat bijna niet te doen; dit geldt ook voor mensen die niet zo handig met een computer zijn en/of hun weg via internet niet goed kunnen vinden. Daar zijn er heel veel van in Overvecht!, het hoogste percentage in de hele stad. De gemeentelijke informatie gaat dus aan hen voorbij; zij missen kansen en kunnen niet weten waar zij recht op hebben. Bovendien, zo wordt vanuit
1
de zaal aangevuld, zijn mensen die wél op internet kunnen komen, lang niet altijd vaardig genoeg om precies te vinden wat zij zoeken. De wijkraad zou graag zien dat de gemeente de website van een betere zoekfunctie voorziet. De website moet toegankelijker worden; dat geldt ook voor de gemeentelijke dienstverlening in het algemeen. Het taalgebruik van de gemeente zou zich meer moeten richten op wat gewone mensen kunnen begrijpen. Velen zijn immers niet zo thuis in het ambtelijk vakjargon. Mensen moeten persoonlijke informatie blijven ontvangen, en moeten ook informatie op papier blijven ontvangen. De gemeente heeft de wijkraad gemeld dat de adviezen ter harte worden genomen. Els Wegdam vraagt vervolgens aandacht voor het (papieren) wijkblad Dreefnieuws. Een leuk, informatief blad dat goed gelezen wordt. In 2015 blijft het blad nog zoals het nu is, maar wat er de jaren daarna met Dreefnieuws gaat gebeuren, is nog onzeker. De wijkraad vindt dat jammer, want mensen die niet met een computer overweg kunnen, missen dan voortaan de informatie in het blad. Daarnaast zorgt Dreefnieuws voor een echt 'wijkgevoel;' velen kijken uit naar het nieuwe nummer. Het is jammer als het blad zou verdwijnen. De wijkraad vindt het zeer positief dat er zoveel taal- en computerles in Overvecht wordt gegeven; dat zal echter niet op korte termijn de problemen (te weinig kennis van de Nederlandse taal en te weinig digitale vaardigheden) oplossen. Op korte termijn komt gemeentelijke informatie dus niet voor veel mensen in Overvecht beschikbaar. Computerwijk – cursusleiders Ismeta en Amina In 2011 begonnen Ismeta en Amina als cursisten bij Computerwijk. Zij zijn enthousiast over de lessen die zij kregen. Ismeta vertelt eerst iets over haar eerste ervaringen in Nederland, en het taalprobleem dat zij ondervond. Alles was nieuw en vreemd: woorden en uitdrukkingen, zelfs gebaren betekenen hier iets anders dan in haar land. Dit cultuurverschil heeft Ismeta voor een groot deel weten te overbruggen dankzij ontmoetingen met Nederlanders, bijvoorbeeld tijdens koffie-ochtenden. Dat is dan ook haar dringende advies aan de gemeente: faciliteer ontmoeting! De cursusleiders zijn bezig met de samenstelling van een computerwoordenboek. Als je de Nederlandse taal al niet heel goed beheerst, zijn computerwoorden nog moeilijker; 'muis,' bijvoorbeeld. Heb je nét geleerd dat dat een diertje is! Het computerwoordenboek verschijnt in juni a.s. Taal en ontmoeting – Lisa de Laat, sociaal makelaar (Wijk & Co) Lisa de Laat vervangt een zieke taal-vrijwilliger. Taal en ontmoeting is een krachtig project; het bestaat al heel lang, hoewel het nu niet precies in de opzet van het nieuwe welzijn past. Er zijn achttien vrijwilligers als taalcoach actief in Overvecht. Zij geven wekelijks elk ongeveer twintig lessen aan ongeveer 160 cursisten. De organisatie krijgt daarnaast in de buurtcentra veel informatieverzoeken over taalles. De lessen zijn zeer laagdrempelig; mensen mogen er zó binnenstappen. Een les kost € 1. Reclame maken hoeft niet; de cursisten stromen vanzelf toe. De vraag blijft onverminderd groot. De sociaal makelaars verwijzen ook mensen, bijvoorbeeld inburgeringsplichtigen, door naar andere organisaties die taallessen verzorgen. Taal en ontmoeting was aanvankelijk een project van Cumulus Welzijn, maar die organisatie bestaat niet meer. Als gevolg van het nieuwe welzijn worden de vrijwilligers zwaarder belast; er komt meer werk op hun schouders. Het project wordt nu getrokken door de sociaal makelorganisatie Wijk & Co, die daar eigenlijk onvoldoende voor is toegerust. Inhoudelijk taalexperts heeft Wijk & Co bijvoorbeeld niet. De sociaal makelaars leggen contacten met gespecialiseerde organisaties, bijvoorbeeld met Taal Doet Meer, voor deskundige ondersteuning van de vrijwilligers. Ook bij het Taalnetwerk is Wijk & Co aangesloten. Lisa de Laat pleit ervoor om een coördinator Taal en ontmoeting te houden, ongeacht bij
2
welke organisatie die wordt ondergebracht. Er is ook een organisatie nodig die de vrijwilligers blijft ondersteunen. Op een vraag uit de zaal geeft Lisa aan dat Taal en ontmoeting samenwerkt met Computerwijk. Eén taalgroep krijgt sinds kort ook computerles, van Amina. Knelpunt is dat Wijk & Co geen vast leslokaal heeft; er zijn wel laptops beschikbaar. Is er een overzicht van alle organisaties in Utrecht die computercursussen geven? Volgens Lisa de Laat kennen de sociaal makelaars het aanbod voor Overvecht wel. Zie ook de website www.jekuntmeer.nl. Wie geen computer heeft (of daar niet handig mee is) kan elke woensdagmorgen in de Bibliotheek terecht. Daar werkt Ellen, die kan helpen met zoeken naar goede taal- en computercursussen. PRAGO – Gerrie Overweel PRAGO verzorgt al meer dan dertig jaar basiseducatie voor volwassenen. Dat doet men in het Trajectum College op maandag- en donderdagavonden. Omdat de organisatie geen eigen schoolgebouw heeft, is zij niet zo zichtbaar; naamsbekendheid krijgt men door folders en via cursisten die anderen over hun ervaringen vertellen. De organisatie richt zich op laagopgeleiden en laaggeletterden, een moeilijk bereikbare groep. Mensen geven immers niet zo gemakkelijk toe dat zij niet (goed) kunnen lezen, en het is niet aan hen te zien. Wie niet goed kan lezen, kan niet meedoen in de maatschappij. PRAGO staat voor 'praktisch, gericht onderwijs.' De lessen zijn bedoeld voor mensen van 18 jaar en ouder. Zij leren zaken waaraan zij in het dagelijks leven iets hebben: lezen en schrijven, rekenen en digitale vaardigheden. De aanpak is vraaggericht en individueel. Cursisten kunnen aangeven dat zij willen leren lezen, of willen leren om met geld om te gaan. De lessen richten zich op de wens van de cursist. In Nederland zijn er 1,3 miljoen mensen laaggeletterd; zij kunnen een beetje lezen. Daarnaast zijn er 1,9 miljoen mensen die in het geheel niet kunnen meedoen in de maatschappij. Zij hebben bijvoorbeeld geen idee hoe zij een afspraak bij de gemeente moeten maken, hoe ze een treinkaartje moeten kopen of hoe digitaal stemmen in zijn werk gaat. Mensen komen meestal via-via in contact met PRAGO – en vaak met enige schroom. Door de lessen bloeien ze echter op. Zij ervaren dat zij zich beter gaan voelen door wat ze allemaal leren. Naast de individuele lessen zijn er activiteiten in groepsverband, wat de cursisten veel zelfvertrouwen geeft. De lessen bij PRAGO worden verzorgd door beroepsleerkrachten, met ondersteuning van veel vrijwilligers, onder andere van het project Impuls. Ten slotte vertelt mevrouw Overweel over een mevrouw, leeftijd 50+, die wilde leren lezen toen haar eerste kleinkind in aantocht was. 'Oma's lezen voor,' dacht die mevrouw, 'en deze oma kan dat niet.' Natuurlijk was ze trots toen ze haar kleinkind kon voorlezen, maar, zo geeft mevrouw Overweel aan, dat kleinkind kreeg taal aangeboden. Zo werkt zelfs op latere leeftijd aangeleerde vaardigheid door voor nieuwe generaties. PRAGO is geen rijke organisatie, en de cursisten zijn dat ook niet. Financiële steun vanuit de gemeente blijft dus zeer belangrijk. Leven en leren – Mariken van Meer In de bibliotheek kwamen altijd al veel taalgroepjes over de vloer, vertelt mevrouw Van Meer, die daarnaast veel vragen bleken te hebben over computergebruik. Daar had de bibliotheek geen laagdrempelige cursus voor. In samenwerking met andere organisaties (Computerwijk, Taal Doet Meer, Stichting Lezen & Schrijven) werd er toen een ontwikkeld. Om mee te kunnen doen in de samenleving is taalvaardigheid nodig, maar digitale vaardigheden zijn tegenwoordig bijna net zo belangrijk. Het project Leven en leren is een combinatie van die twee. Er is in Overvecht een aanbod van basisvaardigheden, waaronder digitale vaardigheden. Het verbindende element is de website
3
www.oefenen.nl. Mensen die een computercursus volgen, oefenen meteen ook hun taalvaardigheid – en andersom. Vanuit de bibliotheek worden mensen doorverwezen naar de taal- en computercursussen. Naar aanleiding van een door de gemeenteraad ingediende motie (motie 46) startte er onderzoek naar de 'digitale kloof' in de stad. Dat leverde goede informatie op. De gemeente zorgde voor 100 computers voor lesprojecten. Er is ook beloofd dat de gemeente samen met Leven en leren kijkt hoe de ontwikkelingen kunnen worden verduurzaamd. Het aanbod is hard nodig – niet alleen voor laaggeletterden en laaggeschoolden, ook voor ouderen. Een voorbeeld van goede samenwerking tussen Leven en leren en de gemeente is de Leven-enlerenpas voor 1.000 mensen met een taalprobleem, geselecteerd uit de gemeentelijke bestanden. De pas geeft toegang tot de online leeromgeving en tot voorzieningen in de wijk, want het is ook een bibliotheekpas. De Europese subsidie voor de pas (uit het Integratiefonds) houdt per 1 juli a.s. op, wat erg jammer is. 'Motie 46 plus moet worden ingediend,' vindt mevrouw Van Meer. Als de subsidie stopt, kan de organisatie de licenties voor www.oefenen.nl niet meer betalen. Ook de verbinding tussen taal- en digitale vaardigheden gaat dan verloren. De subsidie bedroeg € 280.000 voor twee jaar. De gemeente heeft in het programma Meedoen Naar Vermogen geld voor computer- en taalprojecten. Hierna wordt de allereerste Leven-en-lerenpas feestelijk uitgereikt aan mevrouw Fietje. Na de vergadering krijgen alle aanwezige cursisten van Digiwijs ook een pas. Stellingen Hierna worden er stellingen aan de aanwezigen voorgelegd. Zij 'stemmen met de voeten,' dus iedereen loopt na elke stelling naar het vak 'Ja' of 'Nee.'
Stelling 1: In Overvecht zijn voldoende plekken waar taal- en computerles wordt aangeboden. Dat is waar, wordt gezegd, er werken in Overvecht heel veel vrijwilligers, al kan men er altijd meer gebruiken. Een knelpunt is echter de aansluiting op het reguliere onderwijs. Er zijn lange wachtlijsten voor ROC's. Niet mee eens, vindt iemand anders. Neem bijvoorbeeld de structuur van Computerwijk. Mensen uit een bepaalde straal rond de locatie volgen de lessen; wie daarbuiten woont, vindt het al snel te ver weg. Kleine 'cirkeltjes' in de wijk zouden er moeten komen.
Stelling 2: Er moet een locatie in Overvecht zijn waar iedereen gratis gebruik kan maken van computers, ook 's avonds. Vanuit het vak 'Nee' wordt gezegd: lessen kosten een euro, dat is niet teveel. Je kunt best een bijdrage vragen; niet alles hoeft gratis te zijn. In het vak 'Ja' vindt men het niet erg om voor koffie en thee te betalen. Computers in een cursuslokaal mogen echter wel gratis zijn, vooral omdat er vaak na de les nog behoefte is om ze te gebruiken.
Stelling 3: Nú investeren in het terugdringen van laaggeletterdheid, bespaart de overheid later geld. Een open deur, vinden de meeste aanwezigen. De vraag stellen is hem beantwoorden! Maar, zo merkt een van de aanwezigen op, het gaat niet alleen om geld maar ook om welzijn en welbevinden.
Stelling 4: Iedereen is welkom bij taallessen – ook inburgeringsplichtigen. Alle aanwezigen gaan massaal in het vak 'Ja' staan.
4
Stelling 5: Als een cursist niet komt opdagen bij de cursus, hoeft de organisatie geen contact met hem of haar op te nemen. Het is zijn of haar eigen verantwoordelijkheid om naar de les te gaan. Bij taalcursussen wordt dat juist wel gedaan, zo geeft Lisa de Laat aan, ook al vinden wij óók dat het ieders eigen verantwoordelijkheid is om naar de les te gaan. Meestal speelt er iets anders als mensen niet naar de les gaan. Het heeft bijna altijd met gezondheid te maken of met het ontbreken van kinderoppas. Het zijn vaak problemen die gemakkelijk op te lossen zijn. Iemand anders vindt het zeer belangrijk om contact op te nemen. Er zijn vaak heel lange wachtlijsten van mensen die graag naar de cursus willen. Wie niet komt opdagen, houdt onnodig een plek bezet van iemand die de cursus graag zou volgen. Bovendien is er een lege plek bij een computer – zonde! Mevrouw Overweel heeft de ervaring dat mensen soms even over een 'dood punt' geholpen moeten worden. Belangrijk als zij dan worden opgebeld, en worden aangemoedigd om weer te komen.
Stelling 6: Iedereen kan taalcoach worden. Natuurlijk, wordt gezegd, Nederlands is toch je moedertaal? Waarom zou je die niet aan een ander kunnen leren? Daar wordt tegenin gebracht dat lang niet iedereen die goed Nederlands spreekt, ook voldoende didactische vaardigheden heeft, en voldoende gevoel heeft voor soms raadselachtige gewoonten die mensen met een andere culturele achtergrond hebben. Als je dat allemaal wel hebt? Dan mag je taalcoach worden! Gesprekken in groepen Martine Sluijter vraagt iedereen om bij een groepje te gaan zitten dat je (nog) niet goed kent. 'Dan krijgen jullie verrassende gesprekken!' Ook de raadsleden verdelen zich over de groepen. Plenaire terugkoppeling
Groep 1 In de eerste groep ging het gesprek over het aanbod, hoe zo'n training dan verloopt en wat er beter zou kunnen. Er moet onderscheid in verschillende vaardigheidsniveaus worden gemaakt; mensen moeten zoveel mogelijk 'op maat' worden geholpen. Dit stelt dus ook eisen aan het vaardigheidsniveau van de trainers. Het helpt mensen over de drempel als de sfeer goed is (koffie, thee). Daarbij werd de vraag gesteld wie dat allemaal betaalt. Daar is de gespreksgroep niet aan toegekomen. Raadslid Sander van Waveren neemt dit wel mee als aandachtspunt, en heeft zich ook voorgenomen om het aanbod nog eens kritisch te bekijken.
Groep 2 Volgens de tweede groep ontbreekt een goed overzicht van het aanbod aan cursussen en trainingen; dat moet er dus zeker komen. Aan de andere kant vraagt een organisatie als PRAGO zich af hoe zij de doelgroep kan bereiken. In het groepsgesprek werd de bibliotheek genoemd, hoewel laaggeletterden daar misschien niet komen. Ouderen zijn te bereiken via de verzorgingshuizen, via het wijkbureau, via de huisarts. Mevrouw Overweel tekent hierbij aan dat de contacten tussen PRAGO en de instanties wel in orde zijn; daarmee is een potentiële cursist echter nog niet bereikt. Mensen moeten zelf aangeven dat zij willen leren lezen – maar daarvoor moeten zij een hoge drempel over. Het is een stuk eenvoudiger om te bekennen dat je niet zo handig met de computer bent, zeker als je al 70 bent. Hierop wordt vanuit de gespreksgroep de suggestie gedaan om autochtone laaggeletterden te vinden via het aanbod computercursussen voor beginners. Van daaruit kunnen zij dan met zorg worden doorverwezen.
5
De taalcoaches missen enigszins een 'begeleidings-infrastructuur.' Het is niet altijd duidelijk wie nu wie begeleidt. Vrijwilligers begeleiden andere vrijwilligers, terwijl dat best een zware taak is. De coördinatie kan duidelijker. Taal is de sleutel tot succes en computervaardigheid is niet meer weg te denken in de huidige maatschappij. Lessen moeten dan ook toegankelijk zijn voor iedereen, dat geldt dus ook voor mensen met een beperking die niet taal- en digitaalvaardig zijn.
Groep 3 Een familie met een ziek kind had een nieuw paspoort nodig. Daarvoor moet je via de computer een afspraak voor maken bij de gemeente – dat is lastig als je niet goed Nederlands spreekt en niet goed met de computer overweg kunt. Je kunt iemand vragen om voor jou de afspraak te maken. Het gezin waar het in dit verhaal om gaat, moest wel acht keer heen en weer tussen het stadskantoor en het ziekenhuis, omdat er steeds informatie ontbrak. Over dit verhaal ging het in groep 3. Raadslid Tara Scally erkent dat dit kan worden voorkomen als mensen direct vanaf het begin goed worden geïnformeerd en bovendien digitaal vaardig zijn. Dat neemt zij dan ook mee als aandachtspunt, evenals het feit dat veel organisaties zich daarvoor inspannen en dat er meer vrijwilligers nodig zijn. Ook is het belangrijk dat de lessen dicht bij huis gevolgd kunnen worden. Vanuit de zaal wordt opgemerkt dat men ook hoopt dat de gemeente dit soort gevallen voortaan wat hulpvaardiger oppakt. Had het gezin niet al na twee of drie keer tevergeefs te zijn teruggekomen, geholpen kunnen worden? Wellicht had in dit specifieke geval het Buurtteam ingeschakeld kunnen worden.
Groep 4 Het is eigenlijk gek dat zoiets belangrijks als digivaardigheid aan vrijwilligersorganisaties wordt overgelaten, werd in deze groep opgemerkt. Het moet op een goede, professionele manier gebeuren. Voor alle zwakke groepen in de samenleving geldt: als je geen geld hebt, kun je geen computer betalen. In India heeft de overheid ervoor gezorgd dat er in elke buurt gratis te gebruiken computers beschikbaar zijn. De ouders leren er via hun kinderen mee omgaan. De gemeente zou kunnen denken aan computers bij Ouder-Kindcentra, welzijnsorganisaties, scholen. Zorg voor goed materiaal, is het advies van groep 4, en zorg voor een goede beheerder. De gemeente kan ook bedrijven stimuleren meer betrokken te zijn bij dit onderwerp door hen aan te spreken op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Communiceren met een computerprogramma is haast een vak apart; van echte interactie is geen sprake. Je moet simpelweg een vooraf samengesteld rijtje vragen aflopen. Misschien moet daar iets aan veranderen. Om met een computer te kunnen werken, moet je taalvaardig zijn. Bij digitale loketten zou meer gebruik gemaakt kunnen worden van symbolen. Ook het taalgebruik van de gemeente moet veranderen, maak het simpel. Je zou hierbij ok gebruik kunnen maken van een gebruikerspanel. De computer wordt ook voor andere dingen dan taal gebruikt, bijvoorbeeld skype. Dat kan een goed aanknopingspunt zijn. Voor Overvecht geldt dat financiële problemen ook van invloed zijn op digivaardigheid. Veel mensen hebben bijvoorbeeld wel een smartphone, maar geen beltegoed. De locatie van taallessen zou je wellicht kunnen doen op plekken waar de doelgroep te vinden is, bijvoorbeeld gezondheidscentra en bibliotheek.
6
Sluiting Ten slotte bedankt Martine Sluijter alle aanwezigen voor hun komst en voor het actieve meedenken. Zij nodigt allen uit om nog wat na te praten en met elkaar iets te drinken. Aandachtspunten van de wijkbijeenkomst: -
Toegankelijker maken van de website van de gemeente, door middel van taalgebruik, symbolen en verbeteren zoekfunctie;
-
Taal- en computerlessen zijn noodzakelijk in Overvecht, er is een blijvende grote vraag voor dit laagdrempelige aanbod;
-
Aandacht voor de aansluiting op het reguliere aanbod, het ROC heeft bijvoorbeeld lange wachtlijsten;
-
De taal -en computerlessen hebben een beperkte reikwijdte in Overvecht, mensen reizen niet gauw naar de andere kant van de wijk voor een cursus. Aanbod in de buurt is belangrijk;
-
De taal- en computervrijwilligers/coaches hebben een duidelijke coördinatie en ondersteuningsstructuur nodig;
-
De taal- en computercursussen hoeven niet gratis te zijn, een (kleine) bijdrage mag gevraagd worden, maar het is wel fijn dat er bv na de cursus nog gratis gebruik gemaakt kan worden van computers om te oefenen;
-
Financiële steun vanuit de gemeente voor bv Prago is zeer belangrijk, ook is er de oproep aan de gemeente om de licentie voor www.oefenen.nl af te kopen, net als andere grote steden hebben gedaan.
7