VERSLAG Nr. 14.0001608 Verslag van het portefeuillehoudersoverleg Milieu & Duurzaamheid 22 januari 2014. Leden (* geeft aanwezigheid aan): *Mw. J.Z. de Joode Dhr. G. Boekhoff *Mw. L.E.C. Jooren-van der Boor *Mw. P.J. van Hartskamp *Dhr. E.J. Roest *Dhr. R. Meerhof *Mw. W.E. de Vries-Kempes *Dhr. J. van der Hoeven (voorzitter) *Dhr. G. Zagt
Blaricum Bussum (met kennisgeving) Hilversum Huizen Laren Muiden Naarden Weesp Wijdemeren
Ambtelijk: * Dhr. M. Maassen (secretaris) * Dhr. E. Bodar * Mw. M. den Uijl *Mw. M. Zivkovic Laurenta
GAD GAD Beleidsadviseur Economische Zaken Regio
*Dhr. J. van Hasselt *Dhr. B. van der Moolen *Dhr. J. Timmers
Divisiedirecteur Ibor Tomingroep Directeur/ rentmeester GNR Bermbende
Agenda 1. Opening en mededelingen N.a.v. mededelingen: a. Ten behoeve van punt 7 schuiven om 10.00u drie vertegenwoordigers van Tomingroep, GNR en GAD aan. Tevens ontvangst Jaap Timmers, wordt aan eind van dit overleg bedankt voor inzet Bermbende en geeft toelichting over de toekomst van de Bermbende. b. 12 maart a.s. laatste pfho voor verkiezingen. Bij rondvraag ruimte om onderwerpen aan te dragen waar aandacht aan besteed moet worden of waarop ingezoomd kan worden. c. Terugkoppeling bijdrage onze regio aan Floriade. Het stuk is in verkleinde vorm in Almere besproken en enthousiast ontvangen. In februari 2014 zal een overhandiging van het verkennend document plaatsvinden door wethouder Janny Bakker aan de stuurgroep Floriade, op uitnodiging van de gemeente Almere. d. Identificatietraject regio. De nagestuurde stukken zijn al behandeld in de pfho-en RO/VV en Economische zaken van 18 december jl. In het pfho EZ van 18 december 2013 is besloten om de regionale bijdrage vanuit het vrijgekomen budget innovatieve projecten te financieren. Een aantal sessies in dit kader met vertegenwoordigers uit de regio start volgende week.
e.
De heer Roest krijgt het woord en brengt het duurzaam bouwloket onder de aandacht. Een en ander omtrent dit onderwerp is op verschillende plekken in de regio rondgegaan. Vraag is, in hoeverre kunnen we hier iets mee. De heer Maassen geeft aan dat het een initiatief betreft van een aantal Noord-Hollandse gemeenten om één loket op te richten. Dit idee is gedeeld met duurzaamheidscoördinatoren in de regio en ambtelijk betrokkenen en de algemene reactie is dat zoiets al bestaat, maar interessante elementen/ideeën kunnen meegenomen worden in bestaande overleggen. Aanwezigen onderschrijven deze insteek en geven aan dat er op dit gebied al veel in de regio gebeurt. Mevrouw Jooren-van der Boor voegt toe dat de regio al maatwerk heeft vanwege de pas gelanceerde website Energie Besparen Gooi en Vecht. Gekeken kan worden hoe de ideeën elkaar versterken. Mevrouw van Hartskamp geeft aan dat het verstandig is om eerst te kijken wat er al in de regio gebeurt, bij een nieuwe ontwikkeling ter voorkoming verwarring of dingen dubbel doen.
f.
Motie groene stromen Hilversum, mevrouw Jooren-van der Boor licht toe. Het doel van de motie is om te voorkomen dat energie in Nederland milieuonvriendelijk wordt opgewekt en groen wordt ingekocht vanuit een andere bestemming. Mevrouw de Joode geeft aan dat de BEL-combinatie al duurzame energie inkoopt. Mevrouw van Hartskamp geeft aan dat de gemeenten over inkoop gaan. Gemeenten in de regio werken samen op het gebied van inkoop. Daarbij wordt duurzaamheid meegenomen. De motie wordt voor kennis aangenomen. Hilversum zal de motie onder de aandacht brengen van binnen de regionale inkoopsamenwerking iSGV.
2.
3.
Verslag vorige vergadering Onder behoud van wijziging “dienstopdracht” in “opdracht”, vaststelling verslag van de vergadering van 20 november 2013, nr. 14.0000198. Begroting GAD Vervalt in verband met de afwezigheid van de heer Walkot.
4.
Fysiek Domein Vervalt in verband met de afwezigheid van de heer Walkot.
5.
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Mevrouw de Vries-Kempes geeft aan dat er correspondentie gaande is omtrent de inhoud van art. 26. Gesproken is over enige toevoegingen. Mevrouw van Hartskamp geeft aan dat er hard wordt gewerkt maar het een flinke klus is. Mevrouw de Joode zou graag zien dat inzichtelijk wordt gemaakt in hoeverre de overgedragen milieutaken worden uitgevoerd, voordat deze eventueel worden uitgebreid. Blaricum zou dan mogelijk als pilot-gemeente kunnen fungeren. De heer van der Hoeven voegt toe dat BRZO taken mogelijk opgeschaald worden. Dit brengt extra kosten met zich mee. De provincie heeft aangegeven dit voor haar rekening te nemen. De discussie wordt gevoerd of het hier een bestuurlijke wens betreft of een verplichting.
6.
Samenwerking grondstoffen in centrumgebieden De heer Maassen informeert de portefeuillehouders middels een korte presentatie over de integrale kijk op afval en grondstoffen centrumgebieden en andere gerelateerde ontwikkelingen. Presentatie zal worden nagezonden.
Korte samenvatting: GAD en de regiogemeenten onderzoeken hoe te komen tot meer hergebruik van huishoudelijk afval (HHA) in centrumgebieden. Hoe HHA in te zamelen in centrumgebieden echter is slechts één van de vragen. In centrumgebieden spelen ook vragen rondom de inzameling van gemeentelijk (zwerf)afval en afval van bijvoorbeeld winkeliers. Een aantal regiogemeenten participeert in pilots, waarin integraal inzamelen van afval van verschillende herkomst en het scheiden van gemeentelijke afvalstromen wordt onderzocht. Deze presentatie legt een verband tussen de inzameling van HHA in de centra en de andere afval- en grondstoffen stromen die daar vrijkomen. De eerste uitkomsten van de verschillende centrumpilots, landelijke ontwikkelingen en vragen hierover van een aantal regiogemeenten, maken het interessant nu in te zoomen op integraal inzamelen van afval- en grondstoffen. Een integrale benadering van afvalen grondstoffen in centra kan niet alleen meer grondstoffen opleveren, maar kan ook zorgen voor meer regie, minder verkeersbewegingen, een schone en veilige omgeving en beheersbare kosten. Aanwezigen bedanken de heer Maassen voor interessante doorkijk. Mevrouw de Vries-Kempes koppelt terug vanuit pilot in Naarden. Mensen uit de Vesting zijn bereid het afval te brengen, ondanks de afstand. Nu de mogelijkheden om afval te ontdoen dichterbij zijn geeft dit een extra stimulans. Hogere scheidingspercentages zijn, afgezien van oud papier en karton, nog niet aangetoond. Men wil het graag weg uit de directe omgeving en is voor sommige fracties bereid dit verder weg te brengen. Dit roept vragen op, hoeveel bakken heb je nodig en hoe ontsierend is dit dan in het straatbeeld? Mevrouw Jooren-van der Boor brengt in dat deze overwegingen ook moeten worden bekeken vanuit de structuurvisie. In Hilversum ondervindt men momenteel overlast van zwerfafval en ziet het straatbeeld er soms rommelig uit. Integraal inzamelen is mogelijk interessant, zeker wanneer horeca als grootverbruiker hier gebruik van zou gaan maken. Dit alles roept vragen op over de plannen die gemeenten hebben met de binnenstad. Waar Naarden een oude stadskern kent waar niet teveel aan gesleuteld kan worden is dit in Hilversum anders. De boodschap van de heer Maassen laat zien dat er zowel boven- als ondergronds keuzes gemaakt kunnen worden. De heer van der Hoeven vertelt over de plaatsing van de containers ten behoeve van de pilot in Weesp. Dit leidde tot commotie. Tijdens een extra bewonersavond is er benadrukt dat het een proefsituatie betreft en bleek dat inwoners juist veel last ondervinden van de reguliere wijze van ontdoening, gesproken werd van overlast van containers en vrachtverkeer. De integrale kijk is interessant omdat er zoveel spelers aanwezig zijn in de kernen. Mevrouw Jooren-van der Boor vraagt of er leerpunten worden opgesteld en er aandacht is voor de redenen achter de aanbeveling. De heer Maassen antwoordt dat alle lessen en inzichten van de pilots worden geëvalueerd en vastgelegd, zowel op het gebied van resultaten, techniek als de reacties van inwoners. De heer Roest geeft aan het een interessant onderwerp te vinden, zeker als je het over steden hebt. Gevraagd wordt of de industrie niet meer naar nascheiding neigt, terwijl het hier over bronscheiden gaat. De heer Maassen antwoordt dat het hier de klassieke discussie omtrent vooren nascheiding betreft. Nederlandse verwerkers zijn veelal niet ingericht op nascheiding, Daarnaast laat de kwaliteit van nascheiding in sommige gevallen nog te wensen over, wat er toe leidt dat een deel via een omweg alsnog terug in de oven belandt. De winst zit in de stromen die uit voorscheiding voortkomen. Sommige fracties ongeschikt voor nascheiding, denk aan gft en papier, in verband met vervuiling. Andere (bijvoorbeeld plastic, drankenkartons,en blik) zijn wel na te scheiden. De ontwikkelingen op dit vlak worden gevolgd. Er wordt dus rekening gehouden met zowel bron- als nascheidingsmogelijkheden, Mevrouw van Hartskamp kaart aan of het al duidelijk
is of op basis van de pilots al duidelijk is wat de definitieve situatie gaan worden. De heer Maassen geeft aan dat tot en met de zomer de pilots plaatsvinden, en aansluitend op de evaluatie hiervan de GAD met een voorstel komt voor inzameling van huishoudelijk afval voor de regio, met maatwerk voor (en binnen) verschillende soorten bebouwing (centra, laagbouw en hoogbouw . Of gemeenten met zwerfafval en prullenbakkenafval aanhaken in centrumgebieden, ligt bij de gemeenten. Laatste staat op de ambtelijke agenda. Mevrouw de Vries-Kempes vult aan dat belangrijk is om te bepalen wat de toekomst gaat zijn voordat de openbare ruimte erop ingericht gaat worden. De heer Maassen reageert dat het gaat om een proef en de uiteindelijke situatie zeker nog niet vaststaat. De heer Roest vraagt wat de krenten in de pap zijn, zoals benoemd in de presentatie. De heer Maassen geeft aan dat het hier o.a. gaat om papier, groenafval (houtsnippers), blik, ijzer, harde plastics, textiel en kringloopgoederen. Hier ligt dus de opgave om helder te krijgen welke invloed dit heeft op de inrichting en bekostiging van de inzameling van deze stoffen en van de openbare ruimte. 7.
Samenwerking regio-gebonden partijen GAD, GNR en Tomingroep hebben gezamenlijk een memo opgesteld. Mevrouw Jooren-van der Boor krijgt het woord en geeft aan dat ze gevraagd heeft of de partijen gezamenlijk om tafel kunnen gaan zitten. De werkzaamheden en het werkveld van GNR, Tomin en de GAD vertonen veel raakvlakken en samenwerking biedt mogelijk kansen. De heer Bodar geeft aan dat het initiatief bij mevrouw Jooren-van der Boor lag en is hier namens de GAD dankbaar voor. Over dit onderwerp zijn ook al vaker gesprekken gevoerd met de heer Roest. Belangrijke pijlers zijn de verbinding met de regio en de meerwaarde die het alle partijen, gemeenten en de regio biedt. Gedacht is waar de partijen elkaar kunnen versterken in de openbare ruimte. De heer Bodar is blij dat het GNR, de Tomingroep en de GAD samen aan tafel zitten en de intentie hebben uitgesproken om hiernaar op zoek te gaan. De proef wordt klein en operationeel gehouden. De heer van der Moolen, directeur/rentmeester van het GNR vult aan dat zwerfafval een groot probleem is. Een doel is om te komen tot een gesloten keten. De komende zes maanden lenen zich voor een onderzoek naar samenwerking. De samenwerking kan een kwaliteitsverhoging bewerkstelligen. De heer Roest vraagt hoe de samenwerking er operationeel uit gaat zien, en of er een convenant wordt opgesteld. De heer Bodar antwoordt dat het eerst gaat om het uitwisselen van gedachtes en deze worden concreet vertaald in resultaten: financieel, milieu en participatie. De eerste intenties zijn opgetekend in de memo. Gevraagd wordt naar het belang van de verschillende partijen. De heer van der Moolen geeft aan dat het GNR kampt met zwerfafval en zelf niet de expertise of tijd heeft om dit aan te pakken en te vertalen naar grondstoffen. Ook blijft er momenteel biomassa liggen, terwijl het GNR wil werken aan het verkleinen van haar ecologische voetafdruk. De heer Bodar voegt toe dat enerzijds grondstoffen en de groencomponent van belang zijn, maar daarnaast ook de betrokkenheid van mensen die onder de participatiewet gaan vallen leidt tot een belang voor de GAD en haar opdrachtgevers. De heer van Hasselt, divisiedirecteur Ibor Tomingroep gaat in op de participatiewet en vertelt dat de Tomingroep verandert in een participatiebedrijf. GNR kan vanuit haar rol als maatschappelijk verantwoordelijke organisatie participanten aan het werk helpen. Tomingroep bezit de logistiek en mensen om te faciliteren in deze samenwerking. Mevrouw de Vries-Kempes onderscheidt twee manieren van omgang met zwerfafval. Enerzijds een groep die zwerfaval graag aangepakt ziet worden en vindt dat de gemeente dit moet doen, anderzijds zij die vinden dat het niet aan de gemeente is om de troep van een ander op te ruimen, maar meer aan de inwoners zelf. Mevrouw Jooren-van der Boor geeft aan dat als iets opgeruimd is, men minder geneigd is het te bevuilen.
De heer Bodar ziet een relatie met de Bermbende, bestaande uit enthousiaste inwoners die zelf willen bijdragen aan een schone leefomgeving ‘burgerparticipatie als alternatief’. Mevrouw van Hartskamp geeft aan dat ze haar eigen groep actieve inwoners graag enthousiast houdt. Dit kan op gemeentelijk niveau blijven gebeuren en elkaar versterken als de regionale samenwerking van de drie partijen een duidelijkere vorm krijgt. De heer Bodar beaamt dit en geeft aan dat eerst de verbinding tussen GNR, Tomingroep en de GAD wordt gezocht, waar het bestaande initiatief een voorbeeld van is en dat meer samenwerking ook met inwoners het resultaat kan zijn. 8.
Ontvangst Jaap Timmers, oprichter Bermbende De heer Timmers, oprichter van de Bermbende informeert dat hij een nieuwe baan heeft en daarom dingen anders georganiseerd moeten worden wat betreft de Bermbende. In oktober is er een bijeenkomst belegd om de toekomst te bespreken. De Bermbende blijft bestaan, de Gooi en Eemlander heeft aangegeven er ook mee door te willen gaan. De kracht van de Bermbende zit in het enthousiasme van de inwoners, het is belangrijk om deze betrokkenheid te behouden zonder dat een formele organisatie nodig is.
9.
Rondvraag en sluiting
-
-
De heer van der Hoeven herhaalt dat op 12 maart a.s. het laatste pfho in deze formatie plaatsvindt. Suggesties voor agendapunten kunnen naar de heer Maassen worden gemaild. Daarnaast wil de heer van der Hoeven aandacht vestigen op twee zaken die mogelijke tijdens een volgend overleg aan bod komen. Het gaat dan om het klimaatverbond. Het ander onderwerp is de verantwoordelijkheid van woningcorporaties en gemeenten wat betreft afvalscheiding.
Met vriendelijke groet, De voorzitter van het portefeuillehoudersoverleg milieu, Jean van der Hoeven