VERSLAG van VFG portefeuillehoudersoverleg Sociaal Domein Datum:
25 september 2013
Aanwezig:
S. Tolsma – SWF (voorzitter), H. Rijpstra – Tytsjerksteradiel, W. Kooistra – Opsterland, B. Tol – Het Bildt, F. Veltman – DFM i.o., E. van Esch – Ooststellingwerf, J. van der Zee – Weststellingwerf, J. Hijma – Ferwerderadiel, J. Osinga – Franekeradeel, S. Hylkema – Dantumadeel, R. Dijksterhuis – Dantumadeel, A. Hartsuiker – Heerenveen, P. Maasbommel – Kollumerland c.a., P. Glasbeek – Harlingen, M. de Haan – Leeuwarderadeel, S. Boorsma – Dongeradeel, E. Berenst – Smallingerland, M. van der Aart – Smallingerland, J. Schouwerwou – DFM i.o., E. de Vrij – DFM i.o., D. Willemsma – Littenseradiel, Klaas Antuma – Achtkarspelen, L. Wiersema - Schiermonnikoog
Sprekers:
O. Herder - Leeuwarden, S. Rispens – Leeuwarden, P.P. Doodkorte – Zorg voor Jeugd Fryslan, E. Both – Heerenveen, S. Bruinsma – Leeuwarden, I. van de Vegte – Partoer
Ook aanwezig:
± 55 personen (gemeentesecretarissen, beleidsmedewerkers, medewerkers Partoer, medewerkers Provincie en pers)
Afwezig:
Ameland, Terschelling, Vlieland, Boarnsterhim, Menaldumadeel, Leeuwarden, T. Schokker – Strampel – Provincie Fryslân
Notulist(e):
M. Wagenmakers – VFG
1. Opening en vaststellen van de agenda De voorzitter opent de bijeenkomst en heet de aanwezigen welkom bij het tweede VFG portefeuillehoudersoverleg Sociaal Domein in de raadszaal van de gemeente Leeuwarden. Een speciaal welkom ook voor de gemeentesecretarissen en de betrokken beleidsmedewerkers. Namens de pers is de heer De Vries aanwezig, hij zal de hele dag aanwezig zijn. De voorzitter geeft bij het vaststellen van de agenda aan dat agendapunt 7 en 8 omgedraaid zullen worden. De Sociale Spiegel Fryslân wordt na de pauze besproken. 2. Verslag van de bijeenkomst van 25 april 2013 Het verslag wordt vastgesteld met dank aan de notulist. 3. Inleiding coördinerend voorzitter VFG portefeuillehoudersoverleg Sociaal Domein Voorzitter Tolsma geeft een korte toelichting op het programma van vandaag. Het doel is om per decentralisatie een stand van zaken te geven en een blik op de toekomst te werpen. Daarnaast zal per decentralisatie aangegeven worden wat lokaal, regionaal dan wel provinciaal opgepakt moet worden. In de aanbiedingsbrief is al aangegeven dat het belangrijk is dat er bij gemeenten voldoende draagvlak leeft op de manier waarop de VFG inzet op de drie decentralisaties. Binnen de provincie is contact met alle te betrekken partijen, denk aan de huisartsenvereniging of de zorgverzekeraar. Dit geeft de gemeenten voorsprong. Uitgangspunt bij de decentralisaties is dat het gedaan wordt voor de burgers / cliënten. Voorzitter Tolsma vraagt om commitment om op deze manier door te gaan en komt hier later op terug.
4. Stand van zaken decentralisatie Jeugd Mevrouw Both van de gemeente Heerenveen en lid van de werkgroep Transitie Jeugd geeft namens de werkgroep een stand van zaken. Zij schetst kort het proces tot nu toe en gaat in op de belangrijkste conclusies die gesteld zijn voor het vervolg waaronder het werken in gebiedsgerichte teams en toewerken naar resultaatgerichte bekostiging. Bij de zorgstructuur is het uitgangspunt altijd geweest ‘Lokaal tenzij..’. Gemeenten starten zelf met de vernieuwing van het jeugdzorgstelsel door het inrichten van gebiedsgerichte teams. Dit kan opgepakt worden per transitie, maar ook op 3D niveau. Op zowel lokaal, regionaal als provinciaal niveau wordt toegewerkt naar keuzes. Lokaal moet onder meer een beleidsplan opgesteld worden. Regionaal moet onder meer bepaald worden welke vormen van bovenlokale jeugdzorg moet worden ingekocht en op welke manier. Provinciaal moet onder meer het transitiearrangement worden geregeld en afspraken worden gemaakt met landelijke aanbieders. De VNG neemt in dit laatste geval het voortouw. Mevrouw Both geeft aan dat samenwerking tussen alle betrokken partijen gewoon moet, marktwerking is uit. De provincie Fryslân bereidt zich voor middels het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2014. Afsluitend gaat mevrouw Both nog in op een aantal overstijgende thema’s die betrekking hebben op alle drie de transities waaronder de indicatiestelling, communicatie en doelgroepenvervoer. Uit de discussie met de zaal komt naar voren dat een aantal gemeenten marktwerking niet helemaal wil uitsluiten. Deze mogelijkheid hebben gemeenten, voorkomen moet worden dat contracten met alle aanbieders worden afgesloten. De gemeenten moeten sturen op resultaten. Gepleit wordt om aandacht te houden voor de kleine aanbieders. Wietze Kooistra geeft aan dat het uitganspunt van de stuurgroep is eerst lokaal, dan opschalen. Gemeenten moeten hun regiefunctie pakken. Gemeenten moeten klaar zijn hun regierol te pakken. De genoemde opmerkingen worden meegenomen. Mevrouw Both vult aan dat dit terug kan komen in het omvormingsplan. Mevrouw Osinga vraagt aandacht voor de bestuurlijke borging, deze lijn moet helder zijn. Aansluitend op het verhaal van mevrouw Both geeft de heer Doodkorte, kwartiermaker Zorg voor Jeugd Fryslân een toelichting op de stand van zaken van het Fryske Transitiearrangement. Hij gaat onder meer kort in op het doel van het arrangement en de feiten en cijfers. Het arrangement zoals het nu ligt is een intentieovereenkomst waarin de randvoorwaarden worden gesteld waarmee verder wordt gewerkt. Het biedt ondersteuning aan wat voor de burger nodig is en is niet bedoeld om organisaties in stand te houden. Tot en met 2018 worden kortingen doorgevoerd, het budget van gemeenten valt binnen deze kaders. Het doel is de aanbieders de frictiekosten voor hun rekening te laten nemen. Zij moeten de gemeenten faciliteren bij de bemensing van het gebiedsgerichte werken. Het voorstel van de werkgroep Transitie is om in het arrangement afspraken te maken voor de periode 2014-2016. De basis is dat alle jeugd verzekerd is van passende zorg. In 2014 kunnen de Tweede Kamer, provincie en gemeenten al starten met de transitie. Voorwaarde hiervoor is wel dat de provincie voldoende speelruimte krijgt van het Rijk en dat de frictiekosten (voor het grootste deel personeelskosten) voor rekening van de instellingen komt. Het uitganspunt is maatwerk op individueel niveau. De komende week wordt nog gewerkt aan het definitieve arrangement. Tijdens het VFG portefeuillehoudersoverleg Onderwijs, Jeugd en Sport van 9 oktober a.s. wordt het arrangement voor het laatst besproken. De definitieve versie zal een week voorafgaand aan de portefeuillehouders en ambtenaren worden doorgestuurd. Hierna wordt het doorgestuurd aan de transitiecommissie jeugd. Deze heeft aangegeven dat wanneer de ingezette lijn van het arrangement geaccordeerd wordt door de portefeuillehouders tijdens dit overleg, dit eerst voldoende is. Hierna wordt het verder uitgewerkt. Begin november komt de transitiecommissie met een oordeel. Het is aan de individuele gemeenten om de besluitvorming te bepalen en te regelen. Uit de discussie met de zaal komt naar voren dat de continuïteit van de zorg alleen kan plaatsvinden wanneer de contiuniteit van de aanbieders geborgd is. De transitie kan niet plaatsvinden zonder de transformatie. De heer Van der Zee merkt op dat hij graag ontbindende factoren wil opnemen in het arrangement (onder begrotingsvoorbehoud). De heer Berents geeft aan dat hij graag ziet dat de suggesties die door de regio’s zijn gedaan worden meegenomen in het definitieve arrangement. Beide opmerkingen worden meegenomen, daarnaast zal bij het definitieve arrangement een centrale oplegger
worden gevoegd die gemeenten kunnen gebruiken. De gezamenlijke presentatie van de mevrouw Both en de heer Doodkorte zijn bijgevoegd. 5. Stand van zaken decentralisatie AWBZ – Wmo De heer Bruinsma van de gemeente Leeuwarden en vandaag aanwezig als voorzitter van de ambtelijke werkgroep Begeleiding AWBZ gaat in op het Programma Decentralisatie AWBZ en geeft een stand van zaken. De verwachting is dat het wetsvoorstel half oktober naar de Tweede Kamer gaat. Er is veel discussie over het overgangsrecht en de financiën. Onduidelijk is nog wat er gebeurt met de persoonlijke verzorging. Er is weinig aandacht voor de maatwerkinkomensvoorziening, dit wordt op 8 oktober a.s. behandeld in de Tweede Kamer. Binnenkort komt de VNG met een factsheet hierover. Belangrijk is dat gemeenten de vrijheid hebben om contracten aan te gaan met de aanbieders die zij willen. De beschikking is vier jaar geldig en moet nu gemaakt worden. De VNG komt hierover nog met een ledenbrief. Gezamenlijk zal inhoud gegeven moeten gaan worden aan de landelijke, regionale en lokale modellen. Binnen Fryslân wordt het laatste anderhalve jaar in verschillende gemeentelijke samenwerkingsverbanden gewerkt aan de decentralisatie. Dit heeft onder meer tot effect gehad dat de gemeenten uitgaan van dezelfde uitgangspunten, koers en planning. Waar bij jeugd veel op provinciale schaal wordt samengewerkt, wordt binnen de AWBZ vooral veel lokaal gewerkt. Kennis wordt uitgewisseld, beleid wordt afgestemd en uitgewerkt en er wordt gezorgd voor afstemming tussen de 3 D’s. Een belangrijk punt bij deze afstemming is dat meer samengewerkt moet worden met de e zorgverzekeraar. Een voorbeeld hiervan is het Programma Sociaal en Medische 1 lijn onder VFG voorzitterschap van Sjoerd Tolsma. Hierin werken de Friesland Zorgverzekeraar, Zorgkantoor, Friese huisartsen en de VFG samen om de burger de juiste zorg in de buurt te kunnen geven. Een ander belangrijk punt is hoe gemeenten omgaan met bijvoorbeeld Zorgbelang. Zij krijgen nu subsidie van de provincie, nemen gemeenten dit over of niet? Al met al liggen de Friese gemeenten op schema om de decentralisatie goed uit te kunnen voeren. Tot slot wijst de heer Bruinsma de gemeenten erop het Kennisnetwerk Wmo in te vullen. Aan de hand van deze gegevens bepaalt de staatssecretaris hoe ver de gemeenten zijn met de decentralisatie. Uit de discussie met de zaal komt naar voren dat het voor gemeenten vooral belangrijk is dat de staatssecretaris nu eindelijk duidelijkheid geeft. De presentatie van de heer Bruinsma is bijgevoegd. 6. Stand van zaken Participatiewet De heer Rispens van de gemeente Leeuwarden geeft een toelichting op de stand van zaken rond de Participatiewet en gaat in op de maatregelen die genomen zijn en worden. Onder meer het aanscherpen van de toegang tot de Wajong en het afschaffen van de Wsw. Als gevolg van deze afschaffing daalt het P-budget. De doelgroep van de P-wet is een groep met veel arbeidsbeperkingen waardoor meer inzet nodig is om deze mensen aan het werk te krijgen. Dit verhoogt de druk op het inkomensdeel. Ingezet wordt op de versterking van de regionale samenwerking, er zijn hoge verwachtingen dat dit de problemen zal oplossen. De inrichting van deze samenwerking vindt plaats in de Werkkamer. Hier zit wethouder Ekhart in namens Fryslân. Dit inrichtingsproces loopt vanwege verschillende verwachtingen van de deelnemers niet altijd soepel. Zo wordt gekeken naar de vormgeving van het regionale Werkbedrijf, gemeenten zien dit als een samenwerkingsvorm, niet als een nieuwe ‘bakstenen organisatie’. De partners geven aan dat zij graag zien dat de marktpartijen sturend zijn, gemeenten zouden bestuurlijk meer sturing willen. Ook wordt gekeken naar de indicatiestelling; pakt de CIZ dit met het UWV op of komt er een regionale afgeleide? Op verzoek van de werkgevers wordt ook gekeken naar Social Return, er moeten heldere voorwaarden worden opgesteld voor aanbestedingen en gelijk beleid bij de gemeenten. De heer Rispens geeft aan dat binnen Fryslân al veel in gang is gezet, landelijk heeft Fryslân een voorbeeldfunctie. Zowel op bestuurlijk, managers, projectleiders en beleidsniveau wordt met elkaar samengewerkt en afgestemd. Gemeenten kunnen zich onder meer voorbereiden op de P-wet door de regionale beleidsontwikkeling onderling meer af te stemmen, elkaar verder te helpen door deskundigheidsbevordering en door afspraken te maken op regioniveau met het onderwijs. Ook is het van groot belang dat gemeenten alert zijn op de koppeling tussen de 3D’s.
Uit de discussie blijkt dat niet altijd duidelijk is waar die koppeling kan worden gemaakt. De heer Rispens geeft aan dat hierbij bijvoorbeeld gekeken kan worden naar de inrichting van de gebiedsteams. Mevrouw Tol geeft aan behoefte te hebben aan het leggen van verbinding: weten wat waar gebeurt. Afgesproken wordt dat voorbeelden gedeeld gaan worden in de VFG portefeuillehoudersoverleggen. Mevrouw Rijpstra roept de gemeenten op om aan de VFG door te geven wat er speelt. De presentatie van de heer Rispens is bijgevoegd. 7. ICT en ondersteuning De heer Herder van de gemeente Leeuwarden en voorzitter van de ambtelijke werkgroep Zorg en Welzijn geeft een toelichting op het recent uitgebrachte VISD rapport van KING. In opdracht van de VNG en het Rijk is een verkenning uitgevoerd naar de impact die de 3D’s hebben op de gemeentelijke informatievoorziening. De conclusie van de verkenning is dat ICT en gegevensuitwisseling onmisbaar zijn om het principe ‘één-gezin één-plan’ in de praktijk vorm te geven. Gezamenlijke aanpak en coördinatie tussen gemeenten is noodzakelijk. Indien goed vormgegeven kan de werkwijze leiden tot kostenbesparingen. Belangrijke uitganspunten zijn volgens het rapport onder meer dat gemeentelijke beleidsvrijheid voorop staat, dat aangesloten wordt bij bestaande systemen en dat door met elkaar te verbinden eigen beleid gefaciliteerd wordt. De VNG werkt op dit moment de aanbevelingen van het rapport verder uit tot een concreet voorstel (een ‘Actieprogramma Informatievoorziening Sociaal Domein) waarbij gekeken wordt naar een 4-tal inhoudelijke actielijnen en een 2-tal ondersteunende. Tijdens de BALV van de VNG op 29 november a.s. wordt het voorstel besproken, hier zal ook duidelijk worden wat het kostenplaatje is. Het voorstel is een bijdrage uit het Gemeentefonds. De ALV zal opdrachtgever zijn, de uitvoering wordt gedaan door een stuurgroep waarin gemeenten en Rijk vertegenwoordigd zijn. Hierin hebben ook gemeentesecretarissen zitting. Voorzitter Tolsma stelt voor om de verdere uitvoering van dit rapport te beleggen bij de eindverantwoordelijken van de gemeentelijke bedrijfsvoering: de gemeentesecretarissen. Hier wordt mee ingestemd, geïnteresseerden kunnen zich melden bij Ruud Goeman. De presentatie van de heer Herder is bijgevoegd. 8. Sociale Spiegel Fryslân / Sociale Kaart Mevrouw Van de Vegte, directeur Partoer geeft een toelichting op de Sociale Spiegel Fryslân (SSF). Zij geeft aan dat de SSF een manier is om het sociaal beleid in Fryslân te ondersteunen. Partoer heeft met verschillende gemeenten gesproken om hun behoefte te peilen. De provincie Fryslân wil faciliteren in deze behoefte. Gemeenten hebben aangegeven behoefte te hebben aan integrale/brede informatie waarbij ook bijvoorbeeld RO en woningbouw betrokken wordt. Naast cijfers vinden zij het vooral belangrijk om toekomstig beleid en analyses te kunnen maken. Gezien ook de landelijke ontwikkelingen (benoemd bij punt 7) is het nu tijd om te veranderen. Er kan verbinding worden gelegd met het KING rapport, dit sluit goed aan bij wat in Fryslân mogelijk is. Ook de Sociale Kaart kan toegevoegde waarde hebben. Het is de bedoeling dat de al bestaande zaken als Monitor Fryslân, burgerpanel en pilotprojecten worden opgenomen in de Spiegel. De Friese gemeenten kunnen ervoor kiezen onderling samen te werken, maar ook met de provincie en de zorgverzekeraar. Deze staan hier voor open. Het is aan gemeenten of zij een meerwaarde zien in de SSF en of en op welke manier een vervolg komt. Voorzitter Tolsma stelt voor om samen te werken met provincie en zorgverzekeraar en een concept bestuurlijke opdracht op te stellen. Deze kan besproken worden in het VFG portefeuillehoudersoverleg. Na discussie wordt hiermee akkoord gegaan. De presentatie van mevrouw Van de Vegte is bijgevoegd. 9. Overkoepelende thema’s Voorzitter Tolsma geeft aan dat uit de verschillende presentaties overkoepelende thema’s naar voren zijn gekomen waar op verschillende manieren op wordt ingezet. Op het thema Communicatie gaat hij dieper in. Hij legt bij de aanwezigen de vraag neer op welke manier zij geïnformeerd willen blijven over deze thema’s en vraagt of de insteek van het VFG portefeuillehoudersoverleg hiervoor voldoende is. De VFG zal na deze bijeenkomst een nieuwsbrief 3 D’s uitbrengen om ieder te informeren. Na discussie blijkt dat de insteek goed is, maar dat ook behoefte is ruimte te bieden aan best practices uit de regio.
De VFG neemt dit mee. Op de vraag op welke manier de communicatie naar de raden op gang gebracht kan worden, is afgesproken dat colleges hun huidige raden zelf informeren en dat de VFG kijkt naar hoe nieuwe raadsleden geïnformeerd kunnen worden in 2014. Tot slot geeft de heer Berents aan dat hij graag meer onderlinge discussie zou zien tijdens de overleggen. 10. Rondvraag / Wat verder ter tafel komt Geen opmerkingen of vragen. 11. Volgende bijeenkomst Het eerstvolgende portefeuillehoudersoverleg Sociaal Domein vindt plaats op woensdag 19 februari 2014 opnieuw in de raadzaal van de gemeente Leeuwarden. De voorzitter bedankt alle aanwezigen en sluit de vergadering om 14.00 uur.