Portefeuillehoudersoverleg sociaal domein 25 september 2014 Algemeen Agendapunt: Onderwerp: Steller: Kenmerk: Behandeling Vertrouwelijk Behandeling Besluitvorming Deadline besluitvorming Terugkoppeling besluitvorming Toets Juridische toets Financiële toets Bijlagen Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3.
6. Aanpak beschermd wonen Projectteam beschermd wonen 14.0006064 Ja Besluitvormend College 01-10-2014 De stukken voor 02-10-2014 mailen naar
[email protected]
Ja Ja Aanpak beschermd wonen Concept raadsinformatiebrief Raadsbesluit centrumgemeente Hilversum
Voorstel De colleges van centrumgemeente Hilversum en de regiogemeenten Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren besluiten: 1. Beschermd wonen Gooi en Vechtstreek gezamenlijk vorm te geven via de bestaande gemeenschappelijke regeling Gooi en Vechtstreek. Met ingang van 1 januari 2015 tot en met het inwerking treden van de gewijzigde gemeenschappelijke regeling, wordt de samenwerking vorm gegeven via de dienstverleningsbepaling artikel 6 GR Gooi en Vechtstreek. 2. De samenwerking in beschermd wonen omvat de volgende onderdelen: - Bestuur en toezicht; - Beleidsvoorbereiding; - Materiele verantwoordelijkheid inclusief bijbehorend financieel beheer; - Inkoop en contractbeheer. 3. Er wordt een aparte overeenkomst met dezelfde inhoud gesloten met gemeenten Eemnes, omdat deze gemeente niet behoort tot de bestaande GR Gooi en Vechtstreek. 4. De aanpak van beschermd wonen te faseren in twee fases. In fase 1 de transitiefase (looptijd 1-1-2015 tot 31-12-2015) staat het continueren van de ondersteuning voor inwoners centraal. In fase 2 de transformatiefase (looptijd 1-1-2016 en volgende jaren) staat het vernieuwen van de ondersteuning voor inwoners centraal. 5. Om de continuïteit van zorg en dienstverlening op beschermd wonen per 1 januari 2015 te garanderen, worden (onderhandse) contracten gesloten met de huidige aanbieders van beschermd wonen met de looptijd van 1 jaar. 6. Bij de onderhandse contractvorming krijgt de wachtlijst voor beschermd wonen specifiek aandacht. Deze wordt inzichtelijk gemaakt en zo snel als mogelijk weggewerkt, passend binnen de financiële kaders. 1
7.
Het beleid en de toegang tot beschermd wonen dient in de lokale beleidsplannen en lokale verordeningen verankerd te zijn. Uitgangspunt hierbij is het continueren van het huidige kabinetsbeleid ten aanzien van scheiden wonen zorg, met als afwijking hierop het beleid en de toegang voor nieuwe cliënten met zorgzwaartepakket GGZ-C 3.
Samenvatting <
>:
Algemeen Agendapunt: Onderwerp: Steller: Kenmerk: Behandeling Vertrouwelijk Behandeling Besluitvorming Deadline besluitvorming Terugkoppeling besluitvorming
Bekostiging beschermd wonen Projectteam beschermd wonen (O. van Strien / H. Uneken)
Ja / Nee Vaststellend / Ter kennisgeving College / Raad / AD / DB 1-10-2014 U mailt het besluit voor 1-10-2014 naar
Bijlagen Bijlage 4. Bijlage 5. Bijlage 6. Voorzet collegebesluit 1. 2.
2
[Begin notatekst] Inhoud 1.
Inleiding
3
2.
Beschermd Wonen
4
3.
Wettelijk kader
8
4.
Financiën
9
5.
Aanpak
10
6.
Uitwerking fase 1
11
7.
Gemeentelijke samenwerking
13
8.
Risicoparagraaf
15
9.
Communicatie
15
1. Inleiding Binnen de bestuursopdracht Beschermd Wonen komt een tweetal onderdelen samen. Om de context en richting van de bestuursopdracht Beschermd Wonen goed te kunnen duiden wordt nader op deze onderwerpen ingegaan. Het gaat over de volgende onderwerpen: Verhouding centrumgemeente- regionale samenwerking De strategische agendering voor de regionale samenwerking in de regio Verhouding centrumgemeente- regionale samenwerking In het beleids- & Uitvoeringsplan Maatschappelijke Zorg Gooi & Vechtstreek 2013-2015 wordt reeds geconstateerd dat de maatschappelijke zorg steeds meer vraagt om een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten, zowel in de daadwerkelijke ondersteuning van mensen als bij de inkoop van en de aansturing van deze ondersteuning. Daarnaast beïnvloeden de gemeenten door hun reguliere taken en door de regie op de individuele ondersteuning, de ‘druk’ op de algemene opvang voorzieningen. Tenslotte raken lokale en regionale planvorming op de decentralisaties in het sociaal domein en het terrein van de maatschappelijke zorg elkaar. Het onderwerp Beschermd Wonen is daar een treffend voorbeeld van (toegang & verwijzing lokale uitvoering, relatie ambulante hulpverlening of beschermd wonen, aantal cliënten en locatie voorzieningen binnen de regio). In het beleids- & Uitvoeringsplan Maatschappelijke Zorg Gooi & Vechtstreek 2013-2015 wordt tevens gesproken van het opstellen van rapport, gedragen door alle regiogemeenten, waarin een duidelijke afbakening van bestuurlijke taken, rollen en verantwoordelijkheden van de regiogemeenten, de regionale samenwerking en de centrumgemeente is vastgelegd. Binnen de bestuursopdracht wordt voor het onderdeel Beschermd Wonen geen (nieuwe) afbakening voorgesteld op het brede terrein van de maatschappelijke zorg. De afbakening van de bestuursopdracht Beschermd Wonen valt binnen de eerdere kaders van de samenwerking waarbij de beleidsvoorbereiding op individuele voorzieningen binnen de regio worden opgepakt. Het betreft hier dus slechts een onderdeel van het brede terrein van de maatschappelijke zorg. Een verdere duiding van bestuurlijke taken en rollen binnen het maatschappelijke zorg veld blijft dan ook van belang. Deze ontwikkeling wordt geplaatst binnen de bredere strategische agendering voor de regionale samenwerking.
3
De strategische agendering voor de regionale samenwerking in de regio Binnen het Sociaal Domein hebben de gemeenten de afgelopen jaren intensief samengewerkt. Via het detacheringsmodel is er binnen de regio voor en door gemeenten goed samengewerkt bij de voorbereidingen op de decentralisaties. Met het aanbreken van een nieuwe (raads)periode en de ingang van de nieuwe taken voor gemeenten per 1 januari 2015 zullen de gemeenten met elkaar een nieuwe agenda moeten opstellen. Welke inhoudelijke thema’s moeten gezamenlijk worden opgepakt? Het resultaat van deze discussie zal input moeten opleveren voor het nieuwe uitvoeringsprogramma en de regionale strategische agenda. Hieraan gekoppeld is de vraag op welke wijze de taken beleidsvoorbereiding individuele voorzieningen, inkoop & contractbeheer, monitoring en marktmeesterschap structureel worden gepositioneerd binnen de regio? De komende maanden zullen op beide onderwerpen stappen worden gezet. In deze nota wordt nog geen keuze gemaakt voor de positionering van deze taken. Dat gebeurt pas over enkele maanden bij het vaststellen van de regionale strategische agenda. Bij het beoordelen/lezen van het plan van aanpak Beschermd Wonen is het goed om deze context mee te nemen.
2. Beschermd Wonen De gemeenten Blaricum, Bussum, Eemnes, Huizen, Hilversum, Laren, Muiden, Naarden, Wijdemeren en Weesp (hierna de gemeenten) zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor beschermd wonen. Voor beschermd wonen zijn dus ook de gemeenten Wijdemeren en Weesp onderdeel van de regio. Het kabinet hevelt beschermd wonen vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) over naar de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Wat is beschermd wonen? Beschermd wonen is een verblijfsvoorziening voor personen met een psychische aandoening die niet in staat zijn zich op eigen kracht in de samenleving te handhaven. De beschermende woonomgeving is een veilige en afgeschermde woon- en leefomgeving met 24-uurs toezicht in de directe nabijheid en een samenhangend aanbod van zorg en ondersteuning. De bescherming richt zich primair op de persoon zelf en niet zozeer op zijn omgeving of de maatschappij. Wie maken gebruik van beschermd wonen? 358 Volwassenen met langdurige psychische problematiek en aanverwante psychosociale 1 2 problematiek maken in de regio Gooi en Vechtstreek gebruik van beschermd wonen (ZIN en PGB). Bij deze personen staat op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermende woonomgeving centraal. Zij hebben lichte tot intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van hun sociale redzaamheid, cognitieve en psychische functies, algemene dagelijkse levensverrichtingen, mobiliteit en het beheersbaar houden van gedragsproblematiek. 3
Vanuit het beschermd wonen worden twee groepen volwassenen onderscheiden : 1. volwassenen die beschermd wonen met als doel herstel en uitstroom; 2. volwassenen die beschermd wonen met als doel herstel en stabiliteit.
1
De regio bestaat uit de volgende gemeenten: Blaricum, Bussum, Eemnes, Huizen, Hilversum, Laren, Muiden, Naarden, Wijdemeren en Weesp. 2 CIZ, Vektis, 2014. 3 Transitiebureau VWS / VNG, 2014. 4
Tabel 1 Aantal cliënten Zorg in Natura (ZIN) en aantal cliënten persoonsgebonden budget (Bron: Gegevensoverdracht Rijk 2014)
extramuraal ZIN niet verzilverd verzilverd
ZIN
PGB
Blaricum
0
1
1
1
3
Bussum
75
3
21
17
116
Eemnes
3
2
0
1
6
Hilversum
52
48
41
39
180
Huizen
53
3
13
10
79
Laren
0
5
2
3
10
Muiden
0
0
0
0
0
Naarden
15
1
3
6
25
Weesp
9
2
6
3
20
Wijdemeren
1
1
1
2
5
Eindtotaal
208
66
88
82
444 *
Totaal
*: Er zijn 4 inwoners die in de betreffende periode opvolgend PGB en ZIN ontvingen. Het totaal aantal inwoners met een indicatie ZZP GGZ-C is dus 440.
Toelichting tabel ZIN: Zorg In Natura; Het grootste deel van de inwoners met een ZZP GGZ-C indicatie verzilveren deze via zorg in natura. De zorgaanbieder, voornamelijk RIBW G&V, levert zowel wonen, begeleiding, toezicht en dergelijke. De zorgaanbieder bepaalt, samen met de inwoner, welke begeleiding en op welke manier deze verleend wordt. PGB: PersoonsGebonden Budget; Met name in Hilversum bestaan enkele woonvormen, vanuit ouderinitiatieven ontstaan. Bijvoorbeeld wooninitiatieven STEH en Stewovon bieden beschermd wonen met begeleiding op maat voor (jong) volwassenen met autisme. Hier bieden Kwintes en Sherpa begeleiding. Daarnaast zijn er enkele initiatieven voor inwoners waar zij met een PGB wonen en begeleiding inkopen bij de RIBW of andere beschermd wonen aanbieders. Extramuraal verzilverd Inwoners die de ZZP GGZ-C indicatie extramuraal verzilveren doen dit onder meer omdat er nog geen geschikte woonruimte is bij een zorgaanbieder of bij een andere woonvorm. Ook komt het voor dat inwoners al wel een indicatie hebben maar de intramurale verzilvering nog uitstellen. Zij ontvangen dan wel de begeleiding die bij de indicatie hoort. ZIN niet verzilverd Inwoners die wel een ZZP GGZ-C indicatie hebben maar deze (nog) niet verzilveren doen dit onder meer om dezelfde redenen dan de inwoners die extramuraal verzilveren; nog geen geschikte woonruimte of verzilvering uitstellen. Vaker gebeurt het dat deze inwoners begeleiding krijgen vanuit een andere indicatie.
5
Hoe is beschermd wonen onder de AWBZ vormgegeven? Het zwaartepunt van de ondersteuning ligt op begeleiding en structuur bij het wonen door het bieden van een veilige en stabiele woonomgeving, een samenhangend pakket van zorg en begeleiding en eventueel een zinvolle dagbesteding. Beschermd wonen bestaat in de AWBZ uit zes zorgzwaartepakketten Geestelijke Gezondheidszorg C (ZZP GGZ-C). De ZZP’s GGZ-C beschrijven de zorgzwaarte van de persoon met psychische beperkingen (zie tabel 1). Behandeling maakt geen deel uit van de ZZP’s GGZ-C. De functies verzorging en verpleging maken wel deel uit van de (zwaardere) ZZP’s. Tabel 2 Opbouw ZZP GGZ-C (NZa, 2011) ZZP
Begeleiding
Psychosociaal
sociale
functioneren
Verzorging
Verpleging
Probleem-
Verblijf
gedrag
vanwege
zelfredzaam-
behandeling
heid GGZ 1C
+
+
+
0
0
Nee
GGZ 2C
++
++
+
0
++
Nee
GGZ 3C
+++
+++
++
0
++
Nee
GGZ 4C
+++
+++
+++
+
+++
Nee
GGZ 5C
++++
++++
+++
+
++++
Nee
GGZ 6C
++++
++++
++++
+++
+++
Nee
De “+” geeft de intensiteit van de benodigde ondersteuning weer. De ZZP’s 1 tot en met 6 worden exen inclusief dagbesteding geboden. Figuur 1: Regioverdeling: plaatsen beschermd wonen ZIN 2014
PGB 2014
Inwoners met een ZZP GGZ-C zijn over de hele regio verdeeld. In de verschillende gemeenten is aanbod voor beschermd wonen via ZIN. De inwoners met ZZP GGZ-C die deze via een PGB verzilveren zijn meer gebonden aan een beperkt aantal gemeenten en met name Hilversum. Daarnaast is er een wachtlijst voor de diverse locaties. Ongeveer 30 inwoners staan op de wachtlijst voor beschermd wonen. 6
Hoe is beschermd wonen onder de Wmo 2015 vormgegeven? Onder beschermd wonen wordt in de Wmo 2015 verstaan: 1. wonen in een accommodatie van een instelling; 2. met het daarbij behorende toezicht en begeleiding; 3. gericht op het bevorderen en herstel van zelfredzaamheid en participatie; 4. gericht op het bevorderen van het psychisch en psychosociaal functioneren; 5. gericht op stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld; 6. gericht op het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast; 7. gericht op het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen; 8. bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Een landelijk toegankelijke maatwerkvoorziening Het beschermd wonen is onder de Wmo 2015 een maatwerkvoorziening. Dit betekent dat de gemeente het beschermd wonen afstemt op de behoeften en kenmerken van de inwoner. De maatwerkvoorziening beschermd wonen is landelijk toegankelijk. Dit wijkt af van de huidige maatwerkvoorzieningen, zoals compensatie huishoudelijke taken (Cht). Cht is alleen beschikbaar voor inwoners uit de gemeente. Bij beschermd wonen kunnen ingezetenen zich ook tot andere gemeenten wenden. De persoon is vrij om zijn woonplaats te kiezen. Verantwoordelijkheid gemeenten Op grond van artikel 1.2.1 van de Wmo 2015 zijn álle gemeenten verantwoordelijk voor beschermd wonen. Het Rijk hevelt het budget voor beschermd wonen echter alleen over naar de centrumgemeenten. Voor regio Gooi en Vechtstreek is gemeente Hilversum centrumgemeente. De memorie van toelichting Wmo 2015 roept centrum- en regiogemeenten op tot samenwerking op het beschermd wonen. In de brief van Staatssecretaris van Rijn d.d. 22 juli 2014 beschrijft de Staatssecretaris de voorkeur van het kabinet dat deze samenwerking wordt geregeld op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (zie verder paragraaf 4). Financieel Het volledige budget voor beschermd wonen gaat zonder financiële korting risicodragend over naar het sociaal deelfonds van de centrumgemeente. Voor de Wmo-regio Gooi en Vechtstreek gaat het om een budget van 12 mln. EUR. Het budget gaat niet geoormerkt over naar het sociaal deelfonds. Centrumgemeente Hilversum draagt hierbij het volledige financiële risico. Dit betekent dat zowel de voor- als de nadelen ten goede dan wel ten laste van de centrumgemeente komen (zie verder paragraaf 4). Overgangsrecht Gemeenten hebben voor het beschermd wonen te maken met een overgangsrecht voor de duur van de indicatie tot een maximum van 5 jaar. Dit betekent dat de inwoner die op 1 januari 2015 een geldige indicatie op grond van de AWBZ heeft voor een ZZP GGZ-C, zijn aanspraken behoudt verbonden aan de AWBZ indicatie gedurende de looptijd van de indicatie tot maximaal 1 januari 2020. Inwoners hebben geen recht op dezelfde invulling van de ondersteuning of hun huidige aanbieder.
7
Tabel 3 Afloopdatum indicatie voor de intramuraal verzilverde indicaties per gemeente Aantal Cliënten Bussum Eemnes Hilversum Huizen Naarden Weesp Wijdemeren 2014 12 1 12 10 3 1 2015 12 6 11 2 5 2016 9 9 6 1 1 2017 4 3 2 2018 2 2 4 2019 1 1 2026 4 1 4 5 5 2027 11 1 4 1 1 2028 14 1 11 9 3 1 1 2029 6 3 2 Totaal 75 3 52 53 15 9 1
Eindtotaal 39 36 26 9 8 2 19 18 40 11 208
3. Wettelijk kader De voorbereiding en inkoop van beschermd wonen vindt plaats binnen de volgende kaders: 1.
Wettelijk kader: a. Wmo 2015 b. Ontwerp-Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 c. Aanbestedingswet 2012 d. Wet normering topinkomens e. Wet klachtrecht cliënten zorg f. Wet overheid en markt g. Wet bescherming persoonsgegevens
2.
Beleidskader: a. Inkoopbeleid b. Uitvoeringsprogramma sociaal domein Gooi en Vechtstreek c. Wmo visie Gooi en Vechtstreek, 28 maart 2011 d. Beleidsplan Wmo 2012 t/m 2015
3.
Financieel kader: a. Meicirculaire 2014 b. Vektis gegevensbestanden c. CAK gegevensbestanden d. Cebeon gegevensbestanden e. Zorgkantoor gegevensbestanden
8
4. Financiën Centrumgemeente Hilversum ontvangt 12 miljoen euro van het Rijk voor beschermd wonen via het sociaal deelfonds. In 2018 wordt het sociaal deelfonds toegevoegd aan het gemeentefonds. De volgende voorstellen zijn gedaan tot verdelen van het budget: Tabel 4 Reserveringen budget beschermd wonen
Wat Totaal budget beschermd wonen Waarvan over te hevelen naar GR Waarvan te reserveren: Beleidsvoorbereiding Inrichten toegang Inkoop & (contract)beheer Uitvoering Buffer?
Budget € 12.000.000,€ 12.000.000,€ 40.000,€ 50.000,€ 120.000,€ 11.790.000,-
Reservering Beleidsvoorbereiding We adviseren om de beleidsvoorbereiding beschermd wonen vanaf 1 januari 2015 uit te voeren binnen de gemeenschappelijke regeling onder aansturing van het portefeuillehoudersoverleg sociaal domein en hiervoor structureel een bedrag van 40.000,- EUR beschikbaar te stellen vanuit het budget beschermd wonen. Reservering inrichten toegang We adviseren om €50.000,- te reserveren voor het inrichten van de toegang vanuit het budget beschermd wonen. De uitvoeringskosten voor beschermd wonen zijn opgenomen in de decentralisatie-uitkeringen die de verschillende afzonderlijke gemeenten ontvangen. Dit is niet opgenomen in het macrobudget wat de centrumgemeente krijgt overgeheveld. Omdat het CIZ relatief weinig tijd aan deze indicaties besteedde, zijn deze uitvoeringskosten relatief beperkt. Het is de wens van de gemeenten om ook voor deze doelgroep brede vraagverheldering toe te passen. Dit kost waarschijnlijk meer tijd dan in de decentralisatie-uitkering beschikbaar is. Daarom adviseren we voor om een deel van het centrumgemeente budget beschikbaar te stellen voor brede vraagverheldering binnen de vier uitvoeringsloketten. Reservering inkoop en contractbeheer We adviseren om de inkoop en het contractbeheer beschermd wonen, waartoe worden gerekend in gebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden, met uitzondering tot het voeren van een rechtsgeding, gezamenlijk uit te voeren en hiervoor jaarlijks een bedrag van € 120.000,- te reserveren (zie tabel 4).
9
Tabel 5 Reservering contractbeheer per gemeente (CBS inwonertal 1-1-2014) Gemeente Inwonertal Budget 1-2014 (CBS) Blaricum
9.094
4.298
Bussum
32.631
15.423
Eemnes
8.779
4.149
Hilversum
86.426
40.849
Huizen
41.245
19.494
Laren
10.862
5.134
Muiden
6.287
2.972
Naarden
17.205
8.132
Weesp
18.172
8.589
23.187 253.888
10.959
Wijdemeren Regio
120.000
5. Aanpak De aanpak beschermd wonen delen de gemeenten op in twee fases: Fase 1: Transitie (01-01-2015 t/m 31-12-2015) Contractering huidige aanbieders voor 1 jaar Fase 2: Transformatie (01-01-2016 en volgende jaren) Meerjarencontractering middels openbare inkoopprocedure Figuur 2 Aanpak beschermd wonen
Fase 1. De Transitie De transitiefase heeft als doel: 1. Continueren van passende zorg en ondersteuning voor inwoners van regio Gooi en Vechtstreek; 2. Inbedden beschermd wonen in het gemeentelijk sociaal domein. 10
Continueren van passende zorg en ondersteuning Het continueren van passende zorg en ondersteuning betekent: Continuïteit van zorg en ondersteuning met behoud van huidige aanbieders, voor bestaande cliënten (overgangsrecht) en nieuwe cliënten 2015; Continuïteit van het persoonsgebonden budget voor bestaande en nieuwe cliënten 2015. Continuïteit van het kabinetsbeleid op het terrein van scheiden wonen en zorg, waarbij: o bestaande cliënten recht hebben en houden op de zorgzwaartepaketten GGZ C 1 tot en met 6; o nieuwe cliënten geen toegang hebben tot de zorgzwaartepaketten GGZ C 1 en 2 (continueren kabinetsbeleid); o nieuwe cliënten wel toegang hebben tot zorgzwaartepaketten GGZ C 3 (afwijking kabinetbeleid), waarbij voor deze cliënten de huur- en zorg door de aanbieder van beschermd wonen wordt gescheiden; Inbedden beschermd wonen in het gemeentelijk sociaal domein Beschermd wonen wordt ingebed in het sociaal domein, waarbij de toegang tot beschermd wonen lokaal op het niveau van de uitvoeringsdiensten / Wmo-loketten is georganiseerd. Gelet op de landelijke toegankelijkheid van het beschermd wonen, wordt bij de toegang tot beschermd wonen het principe van regiobinding toegepast.
Fase 2. De Transformatie Het primaire doel van de transformatie is om inwoners zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen, dan wel inwoners begeleiden naar zo zelfstandig mogelijk wonen. De gemeenten starten het voorbereidingstraject in het najaar van 2014 en geven het traject vorm met inwoners, cliënten en aanbieders. De transformatie, start vanaf 1 januari 2016, waarbij de vernieuwing van het beschermd wonen en een volledige integratie van beschermd wonen in het gemeentelijk sociaal domein centraal staat. Het transformatieproces is gericht op het realiseren van de beoogde inhoudelijke effecten van de stelselwijziging: ander gedrag van professionals en inwoners, andere cultuur bij instellingen en professionals, andere werkwijzen en vooral ook het anders met elkaar omgaan tussen inwoners, professionals, aanbieders en gemeenten. Uitgangspunt is dat de ondersteuning aansluit bij de behoeften en kenmerken van de inwoner. De vernieuwing zal dan ook met inwoners en (nieuwe) aanbieders worden ingezet. 6.
Uitwerking fase 1
Gedurende fase 1, de transitiefase, worden in ieder geval de volgende onderwerpen opgepakt: Bestuur en toezicht Het bestuur beschermd wordt per 1 januari 2015 gezamenlijk ingericht vanuit de gemeenschappelijke regeling Regio Gooi en Vechtstreek, waarbij de gemeenten de samenwerking op het terrein van beschermd wonen op basis van artikel 6 van de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2015 vormgeven en vastleggen in een verzoek van de colleges van de centrumgemeente en de regiogemeenten aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regio Gooi en Vechtstreek om gezamenlijk de materiële verantwoordelijkheid, de inkoop, het contractbeheer en het financieel beheer op het beschermd wonen ter hand te nemen. Met de gemeente Eemnes wordt een afzonderlijke overeenkomst aan te gaan. 11
Rol centrumgemeente Hilversum De exacte verhouding tussen centrumgemeente, regio en regiogemeente zal verder uitgewerkt worden. Binnen de strategische agenda wordt bepaald hoe de centrumgemeente haar rol binnen dit dossier gaat in vullen. De wijze van beleidsvoorbereiding binnen de regio en regiogemeenten zal hier een plaats krijgen. Materiële verantwoordelijkheid inclusief bijbehorend financieel beheer Het budget voor beschermd wonen wordt door het Rijk overgeheveld naar de centrumgemeenten. Hier ligt onder andere aan ten grondslag, dat het Rijk het tot dusverre niet voor elkaar heeft gekregen om een objectief verdeelmodel te presenteren. Er wordt in de toekomst wel naar gestreefd, dat elke gemeente een eigen budget krijgt voor beschermd wonen. Zolang dat niet mogelijk is, stellen de regiogemeenten voor om de materiele verantwoordelijkheid voor beschermd wonen op te dragen aan de Regio met inachtneming van de randvoorwaarden zoals deze zijn verwoord in deze door de afzonderlijke colleges van b en w vastgestelde bestuursopdracht en conform de voorschriften en regels in de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek uit te voeren. Het budget voor beschermd wonen zoals opgenomen in het sociaal deelfonds wordt overgeheveld naar de Regio en vanuit de Regio wordt aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid inhoud gegeven. Dit betekent dat zowel de kansen (budget overhouden d.m.v. inzet preventieve / algemene voorzieningen) als de risico’s (overschrijding budget) gezamenlijk en evenredig worden gedragen door de tien gemeenten. Deze verdeling in risico’s en kansen vindt (achteraf) plaats met behulp van een verdeelmodel. Dit verdeelmodel wordt in het transitiejaar door de GR ontwikkeld. Per 01-01-2015 en tot dat dit verdeelmodel in werking treedt, wordt geadviseerd om de nadelen te verrekenen tussen de regiogemeenten op basis van inwoneraantal en de voordelen te reserveren binnen de GR. Deze gelden worden geoormerkt voor beschermd wonen en het streven is om deze reserves vervolgens snel af te bouwen. Het risico is klein, omdat het budget zonder korting wordt overgeheveld. Beleid Het is wenselijk dat beschermd wonen in de gehele regio op de zelfde manier wordt toegepast en uitgevoerd. Vanuit dit oogpunt zou het wenselijk zijn om uniforme beleidsvoorbereiding plaats te laten vinden. Beleidsvoorbereiding houdt in dat er voorstellen worden gedaan voor aanpassing van de Wmoverordening en lokale Wmo-beleidsplannen en onderliggende beleidsregels. De beleidsvoorbereiding beschermd wonen wordt vanaf 1 januari 2015 uit gevoerd binnen de gemeenschappelijke regeling onder aansturing van het portefeuillehoudersoverleg sociaal domein en geadviseerd wordt hiervoor structureel een bedrag van 50.000,- EUR te reserveren vanuit het budget beschermd wonen. Inkoop en (contract)beheer In fase 1 wordt een (onderhands) contract gesloten voor 1 jaar met de huidige aanbieders van beschermd wonen. Hierbij staan de volgende uitgangspunten centraal: Inclusieve ondersteuning 1.
Inwoners ontvangen beschermd wonen vanaf 1 januari 2015 zoveel mogelijk in de samenleving c.q. het normale maatschappelijke en economische verkeer (inclusieve dienstverlening). Deze opdrachten heeft de gemeente vertaald naar het stimuleren van aanbieders tot: 12
2.
a. beschermd wonen daar waar mogelijk om te zetten naar zelfstandig wonen met begeleiding en toezicht; b. de dagactiviteit om te zetten naar dagactiviteit in en met de samenleving. Inwoners moeten kunnen rekenen op een mogelijkheid tot beschermd wonen wanneer dat nodig is.
Vraag centraal De ondersteuning sluit aan bij het vermogen van inwoners én hun omgeving (het gezin, mantelzorger, vrijwilliger, etc.) om zelf oplossingen te realiseren voor problemen. Inwoners kunnen bij de gemeentelijke toegang met een consulent van de gemeente in gesprek over hun ondersteuningsvraag. De consulent zoekt op maat met de inwoner naar passende oplossingen en zet deze vervolgens persoonsvolgend in. De ondersteuning van de aanbieder sluit aan bij de ondersteuningsvraag van de inwoner en vergroot de zelfredzaamheid en participatie van inwoners of vermindert de achteruitgang daarin. Tevens versterkt de ondersteuning de eigen regie. Door een actieve communicatie(plicht) over de bereikte resultaten tussen de inwoner, de professional en de gemeentelijke consultent is de gemeente in staat om vraaggestuurd de ingezette ondersteuning bij te sturen. Volume afspraken Met de aanbieders worden afspraken gemaakt op basis van data van 2014. De gemeente maakt volumeafspraken met aanbieders, zodat continuering en een zachte landing mogelijk wordt. Keuze voor kwaliteit De gemeente stelt de minimale kwaliteit vast waar aanbieders aan moeten voldoen bij de levering van ondersteuning. Vanwege de wens om beschermd wonen in de hele regio hetzelfde uit te voeren en toe te passen, is het advies om binnen de gemeenten de kwaliteitscriteria gezamenlijk uit te werken en vast te stellen in de verordening. Toegang Vanwege de wens om beschermd wonen in de hele regio hetzelfde uit te voeren en toe te passen, is het advies om gezamenlijk de uitvoeringsdiensten in te richten. We denken hierbij onder andere aan de volgende activiteiten: uitwerken toegangscriteria opleiden consulenten inhuren experts inrichten ICT-verkeer loket – aanbieder (toewijzing) De toegang moet op 1 november 2014 klaarstaan.
7. Gemeentelijke samenwerking De gemeenten Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor beschermd wonen. Alle gemeenten zijn verantwoordelijk voor beschermd wonen. En centrumgemeente Hilversum ontvangt de middelen voor de regio Gooi en Vechtstreek en is materieel verantwoordelijk.
13
De Wmo 2015 draagt gemeenten op samen te werken bij het vormgeven van het beschermd wonen. Staatssecretaris van Rijn adviseert de centrumgemeenten om deze samenwerking vorm te geven 4 vanuit een gemeenschappelijke regeling . Zo kan de centrumgemeente zowel recht te doen aan lokale verantwoordelijkheid als aan regionale samenwerking. In de regio Gooi en Vechtstreek werken de gemeenten voor het sociaal domein samen in de gemeenschappelijke regeling Regio Gooi en Vechtstreek. Vanuit deze regeling geven de gemeenten gezamenlijk het bestuur en toezicht, de inkoop en het contractbeheer en het financieel beheer vorm en stemmen de gemeenten af over de uitvoering van de Jeugdwet, Wmo 2015 en de Participatiewet. De gemeenschappelijke regeling Regio Gooi en Vechtstreek biedt de mogelijkheid om vanaf 1 januari 2015 de samenwerking ten aanzien van het beschermd wonen vorm te geven. Het ligt het meest voor de hand om de beoogde samenwerking ten aanzien van de taakopdracht aan gemeenten op het gebied van beschermd wonen via de dienstverleningsbepaling in artikel 6 van de gemeenschappelijke regeling vorm te geven. Dit artikel luidt als volt: “Artikel 6 Dienstverlening 1. De Regio kan diensten verlenen aan één of meerdere gemeenten indien deze daarom verzoeken. 2. Een besluit tot verlening van diensten wordt – op basis van een advies van een betrokken portefeuillehoudersoverleg- genomen door het algemeen bestuur onder vermelding van de wijze van kostentoerekening en de overige voorwaarden waaronder diensten worden verleend.” Artikel 6 geeft aan dat het betrokken portefeuillehoudersoverleg, voor beschermd wonen het portefeuillehoudersoverleg sociaal domein, de kaders voor de samenwerking in het kader van beschermd wonen aangeeft. Deze kaders (in onderstaande beslispunten aangegeven) worden vastgelegd in een verzoek van de betrokken colleges van b en w aan het algemeen bestuur van de Regio om de dienstverlening op dit terrein per 1 januari 2015 ter hand te nemen. Omdat de gemeente Eemnes niet deelneemt aan de gemeenschappelijke regeling Regio Gooi en Vechtstreek zal met haar afzonderlijk een overeenkomst in overeenstemming met de door de overige gemeenten aangegeven kaders moeten worden aangegaan. Beslispunten De colleges van centrumgemeente Hilversum en de regiogemeenten Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren besluiten: 1. Beschermd wonen Gooi en Vechtstreek gezamenlijk vorm te geven via de bestaande gemeenschappelijke regeling Gooi en Vechtstreek. Met ingang van 1 januari 2015 tot en met het inwerking treden van de gewijzigde gemeenschappelijke regeling, wordt de samenwerking vorm gegeven via de dienstverleningsbepaling artikel 6 GR Gooi en Vechtstreek. 2. De samenwerking in beschermd wonen omvat de volgende onderdelen: a. Bestuur en toezicht; b. Materiele verantwoordelijkheid inclusief bijbehorend financieel beheer; c. Beleidsvoorbereiding; d. Inkoop en contractbeheer.
4
Ministerie van VWS, 22 juli 2014. 14
3. Er wordt een aparte overeenkomst met dezelfde inhoud gesloten met gemeenten Eemnes, omdat deze gemeente niet behoort tot de bestaande GR Gooi en Vechtstreek. 4. De aanpak van beschermd wonen te faseren in twee fases. In fase 1 de transitiefase (looptijd 11-2015 tot 31-12-2015) staat het continueren van de ondersteuning voor inwoners centraal. In fase 2 de transformatiefase (looptijd 1-1-2016 en volgende jaren) staat het vernieuwen van de ondersteuning voor inwoners centraal. 5. Om de continuïteit van zorg en dienstverlening op beschermd wonen per 1 januari 2015 te garanderen, wordt er een (onderhands) contract gesloten met de huidige aanbieders van beschermd wonen met de looptijd van 1 jaar. 6. Het beleid en de toegang tot beschermd wonen dient in de lokale beleidsplannen en lokale verordeningen verankerd te zijn. Uitgangspunt hierbij is het continueren van het huidige kabinetsbeleid ten aanzien van scheiden wonen zorg, met als afwijking hierop het beleid en de toegang voor nieuwe cliënten met zorgzwaartepakket GGZ-C 3.
8. Risicoparagraaf De transitie van beschermd wonen brengt voor de gemeenten niet meer risico’s met zich mee dan de risico’s die de gehele transitie met zich meebrengt. Het is niet de verwachting dat het aantal inwoners dat een ZZP GGZ-C indicatie nodig heeft toeneemt, dit aantal is over een lange periode vrij constant. Bovendien heeft de gemeente geen leveringsplicht voor intramurale plaatsen. De inwoner kan (tijdelijk) geholpen worden met extramurale begeleiding en toezicht. Er lijkt echter wel meer behoefte te zijn aan beschermd wonen dan nu wordt aangeboden, aangezien er een wachtlijst bestaat. Onderzocht moet worden welk deel van deze inwoners die op de wachtlijst staan beschermd wonen nodig heeft en welk deel geholpen zijn met extramurale begeleiding. Voor de inwoners is het risico eveneens gering aangezien beschermd wonen in 2015 wordt gecontinueerd en de transitie niet gepaard gaat met een korting. Dit geldt ook voor de aanbieders van beschermd wonen.
9. Communicatie De communicatie over dit project gaat twee kanten op: richting de inwoners en richting de aanbieders. De communicatie richting de inwoners van de regio Gooi en Vechtstreek verloopt via de reguliere Wmo kanalen van elke deelnemende gemeente. De communicatie richting de aanbieders verloopt via de Regio Gooi en Vechtstreek.
15