VERSLAG Debat Stad 2030 Jong Groen! vzw
DEBAT ‘IS ER NOG PLAATS VOOR MIJ?’ – 15 februari 2011 – Antwerpen 1. Voorstelling sprekers Erik Rombaut: thema's: - de stad heeft een grote ecol. voetafdruk - hoe moeten we de stad leefbaar houden nu meer & meer mensen in de stad wonen? - hoe omgaan met stadsvlucht vb Brussel: verkeersonleefbaarheid en gebrek aan 'avontuurlijk' groen Vaak gebruikte stadsmodellen: - Concentrisch uitbreidende stad (bv Athene) => problemen zoals stadshitte-eiland de ozonproblematiek en zomersmog zijn gerelateerd aan dit warmteprobleem => hierdoor verergert de luchtverontreiniging Er zijn in sommige steden temp-verschillen met het platteland vastgesteld tot 10°C -
Tuinsteden (19de eeuw, Engeland) = antwoord op industriële revolutie: iedereen z'n huisje & tuintje + beste combinatie van stad en platteland naar voor schuiven = geëxporteerd naar Amerika: Frank Lloyd Wright: broadacre city Dit heeft tot de problematiek van grote Amerikaanse steden met een te lage densiteit geleid (bv LA) Dit is een car-based city-building: wonen, werken & recreatie uit elkaar halen (Europese steden zijn iets compacter) Lage densiteit = grote verkeersbehoefte & hoger E-verbruik. Het ideaal ligt rond 75 à 150 inw/ha. Vlaanderen is ook een soort 'broadacre city': zorgt voor vele problemen mbt organisatie openbaar vervoer, riolering, afvalophaling,... Vraagstelling: hoe groen, stedelijkheid, rust combineren en toch voldoende densiteit behalen?
Oplossing = nieuw stadsmodel: - Lobbenstad: (vb Amsterdam, Kopenhagen, Berlijn) blauw-groene vingers die doordringen tot in de stad zorgt voor: o nabijheid van groen o langere stadsranden o groenlobben koel en stadslobben wamer => zorgt voor een natuurlijke convectie => afkoeling vb: Tübbingen Keulen: transformatie naar blauw-groene structuur De huidige manier van afbakening = nog steeds het olievlekprincipe: de concentrische stad die verder uitdeint. Er worden nu alternatieven uitgewerkt voor Sint-Niklaas en Aalst. Stad 2030
24 maart 2011
1/6
Men moet ook ruimte voor overstromingsgebied voorzien. Het RSV gaat nu uitb van 25 woningen/ha (= +/- 75 inw/ha) voor stedelijk gebied: dit is veel te laag. Densiteit betekent overigens niet noodzakelijk hoogbouw. bv Vauban: de hoogte is hier bewust beperkt gehouden om sociale interactie te bevorderen. Ook het oprichten van burgerbouwgroepen bevordert de sociale cohesie al van bij voorbaat + het creëren van een gemeenschappellijke binnentuin. Joachim Declerck: De verstedelijking wereldwijd = schokkend: dit is een keerpunt te vergelijken met de industriële revolutie die resulteerde in het ontstaan van het socialisme. Ook nu zullen historische veranderingen volgen, ook nu is het tijd voor de ontwikkeling van nieuwe ideologieën. De huidige stedelijke politiek in Vlaanderen: (zie beeld RSV) = een aantal kernen + aanduiding van de Vlaamse ruit (Gent-BXL-A'pen-Leuven). De hele politiek gaat over het herstellen van de historische kern van steden, is gericht op de traditionele stad en gaat dus niet over de 'broadacre city' of de realiteit die Vlaanderen is. In realiteit (toont beeld van bebouwing in een gebied rond Mechelen) is er een verneveling van de stad: noch concentrisch noch lobbenstad. In Vlaanderen is alles gefragmenteerd: landbouw, economie, bos&natuur, woongebieden,... Aantal huishoudens/opp is niet enkel hoog in de steden maar ook inde dorpskernen er rond. En dan heb je ook nog een aantal coherente gehelen op grotere schaal zoals bv strook aan de kust. Probleem: mensen die zogezegd naar de stad verhuizen, verhuizen eigenlijk naar de rand van de stad en mensen die uit de stad wegtrekken verhuizen tevens naar die rand. Gevolg: gemeentes zoals bv De Pinte, Destelbergen, Heusden, Laarne,... hebben niet de 'tools' om daar mee om te gaan. Als we de realiteit van de verhuisbewegingen bekijken en we zien dat het beleid vooral over betaalbaarheid gaat dan is dit naast de kwestie. Je moet vertrekken vanuit de ruimtelijke, stedelijke realiteit: we moeten meer gaan verstedelijken: ook wat we nu niet als 'stad' zien of bestempelen moet je op dezelfde manier als de stad behandelen. De 400.000 noodzakelijke extra woningen voor 2040 moeten we gaan bouwen in die rand. De huidige politiek waarin beleid geconcipieerd wordt gaat nog uit van het stadsideaal van de 19de eeuw (toont beeld van de 'historische' ommuurde of omwalde stad). In NL wordt het hele beleid nu herdacht ifv die conurbatie: de randstad. In VL is de ruit het equivalent van die Randstad maar hier wordt niets ontwikkeld. Op wereldschaal wordt 'verstedelijking' als oplossing aangereikt om armoede aan te pakken omdat in de stad de demografische explosie vermindert: de stad wordt gezien als een plek waar mensen met gelijkaardige inkomens op een serene manier kunnen samenleven. Je moet kijken naar de sociaal-economische ruimte die een stad in beslag neemt bv BXL (zie ook studie van ULB over BXL). bv migranten in een stad: als ze er soc-economisch beter voor staan verhuizen ze naar de stad: de politiek negeert dit feit. Lukraak worden functies naast elkaar neergeplant zonder ruimtelijke planning. Een tegenvoorbeeld: de Brusselse kanaalzone: één van de zones met grootste densiteit én de grootste armoede: daar wordt nu gebouwd voor de middenklasse: programma's worden samengebonden en armere en rijkere delen worden tot 1 weefsel gebonden: daarvoor moeten we buiten de grenzen van de stad durven kijken. bv gewestelijk expressnet is hier heel moeilijk te realiseren, want: BXL vreest voor stadsvlucht en de rand vreest voor een verdere verstedelijking Stad 2030
24 maart 2011
2/6
=> deze visie wordt ook mee gestuurd door de politiek Concreet: de scheiding die nu bestaat proberen overstijgen: politiek niet langer denken vanuit gemeentegrenzen en vanuit scheiden van stad en landschap, niet langer proberen het landschap te beschermen tegen de stad want dit komt neer op de ontkenning van het wereldwijde verstedelijkingsprobleem. Die 'begrenzing' van de stad werkt niet, zorgt voor bureaucratische planningsprincipes en staat niet in verhouding met de reële druk op de ruimte. We moeten landbouw gaan zien als een stedelijke functie, landbouw en landschap als integraal deel zien van de stad. bv Bordeaux: tramlijnen bedienen hier de binnenstad en de periferie, inclusief de probleemgebieden (vergelijkbaar met de cités van Parijs) zodat ook deze gebieden zich 'deel van de stad' voelen. In Bordeaux zijn de wijngaarden bv economisch sterker dan de woningen waardoor het gebied voor de wijngaard nooit bedreigd zal worden door woningen. Dit betekent dat je rond centrale parken hoogbouw kan gaan plannen want die zones worden nu ook bediend door openbaar vervoer.
2. Debat Thema 1: model van de stad vraag: We horen in het debat: de concentrische stad is niet langer een realiteit, daartegenover staat de lobbenstad met wel nog vrij scherpe grenzen (stedelijk-landelijk): als we die lobbenstad tov het verhaal van Joachim plaatsen, is dit model dan niet te eenvoudig voor de realiteit van Vlaanderen? ER: Het idee van JD om te vertrekken vanuit landbouw vind ik goed. We hebben compactheid nodig, maar ook ruimte voor groen en recreatie. JD: Je hebt 2 kanten aan de planning. Enerzijds het afbakenen = repressief, vanuit een negatieve gedachte, anderzijds het zoeken naar andere, positieve manier om de fragmentatie tegen te gaan. bv lintbebouwing = een bestaande stedelijke realiteit en daarom moeten we die versterken: dit is een veel moeilijker project om te maken maar zeer belangrijk. Eerst en vooral moeten we het kadastraal inkomen aanpassen: dit is veel te laag in de rand: we moeten dit aanpassen aan de reële waarde-beoordeling van vandaag, maar in de politiek durft niemand dit opperen. ER: Eerst en vooral: Het idee van Joachim van de stad als plek waar verschillende inkomensgroepen elkaar ontmoeten vind ik te flatterend. Maar de gemeentebelasting in de steden is hoger terwijl de rand wel profiteert van de cultuur in de stad: ook dit moet aangepast worden. JD: Als mensen, omwille van financiële redenen, niet meer terecht kunnen in de stad zullen die naar de rand trekken of naar kleinere steden zoals bv Aalst: de huidige ideologieën staan naast die huidige realiteit. MOD (= Paul Wuillaume < Omgeving): Als we slim verdichten langs bepaalde gebieden, op de juiste plek en op een duurzame manier, maakt het model dan veel uit? ER: We moeten de bebouwing ook laten uitdoven op andere plekken tegenover dat verichten elders: hiermee behartig je ook een aantal sociale doelstellingen (betaalbaarbaarheid, openbaar vervoer,...) bv: postbedeling = duurder in de groene rand dan in stad => dit zijn bijna onzichtbare subsidie stromen van stad naar platteland. bv ook huisvuil, riolering,...
Stad 2030
24 maart 2011
3/6
JD: Je demoniseert hierbij wel een deel van de bevolking terwijl de huidige situatie wel ontstaan is door de vroegere politiek. De vraag is: wat doe je nu? Proberen terugkrabbele of ermee omgaan: steenwegen zijn een soort van ruggegraat voor het verstedelijkingsproces, bv ook villawijken : de regels hier gaan aanpassen zodat deze kunnen verdichten (in de verkavelingen gaat dit niet aangezien die een te rigide structuur hebben). Zoals er vroeger een (verkeerde) visie De Taeye was, hebben we ook nu een visie nodig vraag publiek: Je hebt een objectief en een subjectief beeld van de stad. Maar hou je er rekening mee dat mensen in de rand niet tot de stad willen behoren? JD: De realiteit zal die mensen inhalen, je kan de huidige evolutie niet negeren. Het bestuur van zo'n randgemeente moet beseffen dat ze tot die agglomeratie behoren en hun politiek hier ook op afstemmen. ED: Het kan een en-en verhaal zijn: wijken creëren waarmee je je kan identificeren. vraag publiek: de lobbenstad gaat nog steeds uit van die opdeling stad-periferie. Hier hebben we echter de mogelijkheid om een netwerk over dat weefsel heen te leggen. Ik zou Vlaanderen ook niet vergelijken met Amerika qua structuur (zie inleiding ER) want hier hebben we bv een veel betere spreiding van functies. JD: akkoord. In NL hebben we geen functies in de periferie, in VL hebben we overal functies verspreid en dit is eigenlijk een fantastisch gegeven. ER: en overal files? JD: rond die structuur moeten we daarom verder openbaar vervoer ontwikkelen. ED: Ik pleit niet voor een toepassing van de lobbenstad overal, maar sommige problematieken die hierin aan bod komen (bv overstroming) mogen we niet uit het oog verliezen + we moeten ook voor een verademing voor stedelingen zorgen. vraag publiek: hoge densiteit, hier stel ik me hoogbouw bij voor en alle (sociale) probleme van dien ER: Het probleem bij die hoogbouw is dat er ook geen functievermenging is: we moeten daarom op zoek gaan naar nieuwe modellen voor verdichting. JD: De densiteit die gewenst is in het RSV gaat zelf nog niet over 4 bouwlagen. Bovendien is ruimte op 'menselijke schaal' (= begrip van ER) een begrip dat ik niet begrijp: dit is een perceptieprobleem: Een fermette is immers veel onveiliger want kan langs alle kanten bereikt worden door belagers. vraag publiek: welke politieke voorstellen hebben jullie dan? ER: 1. het oprichten van bouwgroepen, zorgen voor interactie, inspraak JD: dit gebeurt bv reeds in Gent ER: 2. creëren van een semi-publieke omgeving, binnentuinen die gedeeltelijk gemeenschappelijk zijn: bv een vrije doorgang geven aan publiek in ruil voor onderhoud door de gemeente Thema 2: sociale component: voor wie doen we wat en wie vaart er wel bij? vraag : Bv bij vernieuwingsprojecten, worden sociaal zwakkere groepen hier niet bedreigd? JD: Een schets van het politieke immobilisme dat het gevolg is van deze redenering: vanuit stedelijke overheden en allerhande verenigingen wordt gesproken over het negatieve effect van gentrification: de verdringing van de armere klasse. bv de kanaalzone is aantrekkelijk voor projectontwikkelaars. Maar die Stad 2030
24 maart 2011
4/6
gentrification is een soort wetmatigheid waar je niet onderuit kan: de middenklasse vertrekt => er wordt een politiek gevoerd van opwaardering en dit zorgt voor een soort verdringing. Maar dit moet politiek op grotere schaal bekeken worden en dat gebeurt nu niet. (Op schaal buiten de stad, want nu krijg je ook een hogere concentratie van rijkere gezinnen in rand en armere in stad) ER: Verstandig verdichten: hier is bladgroen belangrijk, maar ook lokale tewerkstelling: wordt bv verplicht in Tübbingen : dergelijke ingrepen helpen om die andere groep in de wjk te houden en verdere verdringing tegen te gaan. JD: de onderliggende vraag is de betaalbaarheid van woningen. Dit is zogezegd geen probleem in Vlaanderen (volgens de statistieken) want iedereen die wil kopen koopt ook een woning: maar hierdoor krijg je een heel groot probleem op de huurmarkt: deze is niet meer betaalbaar want te weinig aanbod + mensen die zouden willen kopen maar dit niet kunnen betalen komen (of blijven) op die huurmarkt. ER: de sociale huisvesting in Oostenrijk = passiefbouw. De armste mensen hebben het meeste nood aan de beste huizen. De meerkost voor passiefbouw wordt daar gesubsidieerd met renteloze lening en eigenaar betaalt dit terug met de winst op de E-factuur. JD: VMSW is een van de meest problematische instellingen in VL: draagt niet bij tot verdichting. vraag publiek: Is kopen nog nodig? Moete, we niet meer richten op een goede huurmarkt? JD: de realiteit in VL is: iedereen wil investeren in een eigen huis. Doordat mensen minder verhuizen zijn er meer files: ouderen blijven langer in hun woningen: de diensten komen naar hen ipv omgekeerd. De tendens tot het delen van functies is interessant: co-housing en bouwgroepen: functies delen om goedkoper te kunnen bouwen. De kwaliteit van de huurwoningen = lager en dit is een groot probleem: de ver-appartementering van VL: mensen investeren hierin (in app) maar gaan hier niet zelf in wonen => dit zijn eigenlijk slechte kwaliteit-woningen: zowel ruimtelijk (want ze maken de rand kapot) als de kwaliteit van de woning zelf. Iedereen kan een eigen woning kopen? ja, maar dit werkt de suburbanisatie verder in de hand: want in Poperinge kunnen we bv misschien nog wel een woning betalen, in gent niet meer... Thema 3: bestuurlijke context, beleid niet afgestemd op realiteit? De problematiek van BXL reikt verder dan het Brussels hoofdstedelijk gewest: wat kunnen we hieraan doen? JD: Het planningsniveau van VL moet veel stedelijker worden qua mentaliteit. Er is nu een groot verschil tss Vlaams en lokaal niveau. Het gennetwerk dat reikt tot St-Niklaas = bv een zinvolle schaal. Maar de organisatie van het land hoeft niet noodzakelijkerwijs aangepast worden, het is wel belangrijk dat de verschillende niveaus samenwerken. Vanuit het verstedelijkt Vlaanderen moeten we de planningsniveaus hertekenen. Er is een schaalsprong nodig. bv BXL: de econ sector schuift hier al zo’n voorstel naar voor: zij hebben ‘brussels metropolitan’ opgericht, hebben de schaalvergroting toegepast die politici niet durven benoemen. vraag publiek: Als die schaalsprong politiek niet mogelijk is (bv samenwerken tss Hasselt en Genk blijkt niet te lukken) kunnen we dan niet AG Vespa en VLM (Vlaamse Land Maatschappij) inschakelen om die schaalsprong te nemen? ER: Dat is een goede suggestie. Die instanties hebben experts in huis, maar zij worden vaak gefnuikt door lokale belangen van politici. Het vinden van het gepaste schaalniveau is een enorm probleem. Nochtans zijn er sommige administraties die dit zouden aankunnen bv: de lijn, agentschap voor geografische informatie,… Soms is er wel al samenwerking over de grenzen heen: bv regio Kortrijk-Lille
Stad 2030
24 maart 2011
5/6
JD: Amsterdamse en Antwerpse haven werken bv ook samen: de economische actoren geven vaak al die vraag tot samenwerking aan. ER: open ruimte en groen is economisch ook belangrijk. JD: Het nieuwe beleidsplan ruimte Vlaanderen (de vervanging voor het RSV) is een opportuniteit om iets te veranderen. Het RSV was veel te bureaucratisch, verwezenlijkingen duurden veel te lang en is nu verjaard. Wat in dit debat wordt aangereikt aan ideeën zou verwerkt kunnen worden in dit nieuwe beleidsplan. In het RSV zijn 2 onderbelichte factoren: - het groen stedengewest uit het Via-plan van Vlaamse regering = onderbelicht - er moet ook meer gedereguleerd worden, vanuit economische noden Planning wordt nu beschouwd als een sector náást andere sectoren zoals oa economie. Dit is niet zo, planning moet integrerend werken. Bv Antwerpen: er is een coherent beleid: de politiek = een ruimtepolitiek. Vraag publiek: wat doe je met onwillige besturen op lokaal niveau? JD: Als je een visie hebt die gefundeerd is, kan je je bevolking hier op lange termijn van overtuigen. Je moet een evenwicht vinden tussen het belangen van verschillende niveaus: grote structuren moeten op relevant niveau beslist worden. Er zijn ook nooit echt gesprekken gevoerd met de bevolking rond ruimtelijke planning.
Stad 2030
24 maart 2011
6/6