JONG GROEN Plan van Aanpak
Introductie................................................................................................................................. 2 Achtergrond .......................................................................................................................... 2 Wat wil dit project bereiken? .................................................................................................... 5 Doelstelling ........................................................................................................................... 5 Doelgroep(en) ....................................................................................................................... 8 Hoe wil dit project dit bereiken? ............................................................................................. 10 Uitgangspunten................................................................................................................... 10 Organisatie ......................................................................................................................... 12 Activiteiten .......................................................................................................................... 13 Planning .............................................................................................................................. 16 Communicatie ..................................................................................................................... 18 Begroting ............................................................................................................................ 21 Bijlage 1.................................................................................................................................. 22 Landelijke ontwikkelingen ................................................................................................... 22 Bijlage 2.................................................................................................................................. 23 Betrokken organisaties ....................................................................................................... 23 Bijlage 3.................................................................................................................................. 24 Belangen op tafel ................................................................................................................ 24
3 december 2007 Sandra van der Wielen
Dit plan is tot stand gekomen in opdracht van de afdeling Natuur en Milieu, dienst Sport en Recreatie, gemeente Rotterdam en met medewerking van het Rotterdams Milieucentrum, Steunpunt Scouting Rotterdam en het IVN Consulentschap Zuid-Holland.
1
Introductie In Rotterdam zijn maar weinig jongeren actief op het gebied van Natuur en Milieu. De gemeente Rotterdam, afdeling Natuur en Milieu van de dienst Sport en Recreatie, heeft het initiatief genomen om enkele partijen bij elkaar te roepen om hier wat aan te veranderen. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek van het Rotterdams Milieucentrum naar (de behoefte van) natuuractiviteiten in Rotterdam hebben bovengenoemde partijen gemeend dat er behoefte is aan meer natuuractiviteiten en meer ondersteuning van groene organisaties die verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen en uitvoeren van deze activiteiten. Dit plan van aanpak is een weerslag van hun ideeën. Dit plan geeft weer hoe door middel van een tweejarig project een impuls gegeven kan worden aan het ‘groene’ activiteitenaanbod en het verlevendigen van groene organisaties. Beiden zijn voorwaarden om het eigenlijke doel: ‘meer jongeren actief voor natuur en milieu’ te bereiken. Dit plan van aanpak is samengesteld op basis van drie bijeenkomsten en persoonlijke gesprekken met de gemeente Rotterdam (afdeling Natuur en Milieu van de dienst Sport en Recreatie), Het Rotterdams Milieucentrum, het Steunpunt Scouting Rotterdam en het IVN Consulentschap Zuid-Holland. Daarnaast zijn extra gesprekken gevoerd en/of is input meegenomen van Stichting Ark, Natuurmuseum Rotterdam, Jongeren Milieu Actief, Nivon jongeren, NJN, JNM, Jeugdnatuurwacht (Schagen / landelijk), Natuurmonumenten en WILDzoekers en Wereld Natuur Fonds (lokaal/ landelijk).
Achtergrond Steeds meer kinderen groeien op in de stad en hebben geen enkele binding met natuur. Kinderen weten niet meer waar de melk vandaan komt en denken dat koeien paars zijn 1 . De landelijke overheid, maar ook verschillende groene organisaties hebben hun bezorgdheid geuit en proberen hier verandering in te brengen. De vervreemding van natuur is het ergst in de grote steden. Rotterdam heeft daarbij een bijzondere positie, vanwege het gebrek aan groen in de stad en het geringe aanbod van natuuractiviteiten voor jongeren. Hier wil de gemeente Rotterdam verandering in brengen, door een impuls te geven aan het aanbod van natuuractiviteiten om zo jongeren en natuur dichter bij elkaar te brengen. Rotterdam sluit hierbij aan op de landelijke ontwikkelingen rond jongeren en natuur (zie bijlage 1).
Wat Jongeren en Natuur zo belangrijk maakt Waarom maakt iedereen zich eigenlijk zo druk? Steeds meer onderzoek toont aan dat natuur goed en gezond is voor mensen (en vooral voor opgroeiende kinderen) 2 . Eigenlijk zou iedereen dus recht moeten hebben op een eigen stukje natuur (fysiek of in zijn hart). Natuur biedt spanning en ontspanning, rust en ruimte, uitdaging en avontuur, vertrouwdheid en verrassing, een sociale binding, samenspel en samenwerking, creativiteit en het leren 1
Verboom, J., 2004. Teenagers and biodiversity. Worlds apart? An essay on young people’s views on nature and the role it will play in their future. Wageningen: Alterra
2
Gezondheidsraad en Raad voor Ruimtelijk, Milieu en Natuuronderzoek, 2004. Natuur en Gezondheid, Invloed van Natuur op sociaal, psychisch en lichamelijk welbevinden. Den Haag: Gezondheidsraad en RMNO
2
omgaan met risico’s. Natuur is belangrijk voor de sociale, emotionele, motorische en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Het ontbreken van natuur heeft effect op gedrag en ontwikkeling 3 . Wanneer jongeren steeds minder in de natuur komen, zullen ze ook minder binding hebben met of betrokkenheid hebben bij de natuur. Met als gevaar nog minder natuur en nog minder kansen voor toekomstige jongeren om een binding te krijgen met natuur. Het is een negatieve vicieuze cirkel, die dit project wil stoppen of zelfs ombuigen. Uit onderzoek blijkt dat natuuractiviteiten in de vrije tijd een constructieve bijdrage kunnen leveren aan de binding van jeugd met natuur 4 . Meer groen en meer natuuractiviteiten zullen bijdragen aan een gezondere, uitdagendere en rustigere stad waar kinderen vrij kunnen spelen en zich thuis voelen.
De situatie in Rotterdam In natuur en milieu geïnteresseerde jongeren kunnen in Rotterdam op maar weinig plaatsen terecht. In Rotterdam zijn nog maar weinig jongerenafdelingen van natuurorganisaties actief. Uit het onderzoek Jong Groen, Groen Jong (2006) van het Rotterdams Milieucentrum blijkt dat: jongeren (8-18) wel degelijk behoefte hebben aan natuur- en milieu activiteiten. het aanbod aan activiteiten zeer gering is (door vergrijzing van veel organisaties). de meeste benaderde organisaties wel jongeren willen betrekken, maar niet weten hoe ze dit kunnen aanpakken. organisaties geen mankracht, financiën en tijd hebben om nieuwe activiteiten te ontwikkelen. de groene organisaties een coördinerende en ondersteunende rol vanuit de stad wenselijk vinden. Het beeld is herkenbaar ook bij het IVN en Scouting. Ook Scouting heeft te maken met een teruglopend aantal leden en vooral vrijwilligers. Scouting is over het algemeen een vrij witte organisatie. Daar willen ze wat aan doen. In Rotterdam proberen zij door een wijkgerichte aanpak de integratie te bevorderen in Charlois. Ook ontwikkelen zij brede school activiteiten met extra aangetrokken vrijwilligers. De gemeente Rotterdam zet in de komende jaren in op: • Participatie jongeren en stimuleren verenigingsleven (jeugdbeleid en gemeentelijke prioriteiten) • Educatie voor jongeren over Groen (Groenjaar 2008) • Emanciperen en betrekken van jongeren bij de samenleving (Jongerenjaar 2009) Daarom wil de gemeente Rotterdam, afdeling Natuur en Milieu van de dienst Sport en Recreatie in samenwerking met het Rotterdams Milieucentrum, Steunpunt Scouting Rotterdam en het IVN Consulentschap Zuid-Holland nu een impuls geven aan een gezamenlijk aanbod van natuuractiviteiten voor de jongeren in Rotterdam. Een tweejarig project waarin extra natuuractiviteiten worden gestimuleerd en aandacht is voor ondersteuning van groene organisaties zou hier verandering in kunnen brengen.
3
Zie daarvoor de verschillende onderzoeken die genoemd worden in bijlage 1, waaronder het boek van Richard Louv ‘Last Child in the Woods’
4
‘Met de jeugd de natuur in’ Sandra van der Wielen & Saskia Ruven
3
Dit Plan van Aanpak dient als eerste aanzet tot een definitief projectplan en kan als basis dienen voor subsidie aanvragen voor aanvullende financiering.
4
Wat wil dit project bereiken? De gemeente Rotterdam bedient de doelgroep 2-18 jaar binnenschools (lessen CNME en tuinen) en buitenschools (Brede School), maar wil ook een bijdrage leveren aan een zinvolle vrijetijdsbesteding voor deze doelgroep. Na kennismaken (via les op school) en verdieping (brede school) willen zij jongeren graag door laten stromen naar groene organisaties zoals dat met vele sporten ook gebeurt. Geïnteresseerden kunnen dan doorstromen naar een sportvereniging. Op het gebied van natuur en milieu ontbreken de verenigingen en/of activiteiten hiervoor. Voor de gemeente Rotterdam, het Rotterdams milieucentrum en het IVN Consulentschap is het tevens van belang om natuur en milieuorganisaties (of lokale afdelingen van / jeugdgroepen van) te verlevendigen en te verjongen. Met als doel meer aanbod van natuuractiviteiten te creëren voor jongeren en daardoor dus in staat te zijn om meer jongeren (en allochtonen) bij natuur en milieu te betrekken. Voor Scouting is het belangrijk dat de groepen er wat aan over houden (positiever imago, meer leden, naar buiten treden, meer vrijwilligers, nuttige samenwerking, meer speelruimte).
Doelstelling De gezamenlijke doelstelling is het realiseren van een actief ‘groen jongeren netwerk’ in de leeftijdsgroep van 8-18 jaar. Met een actief groen jongeren netwerk wordt in dit plan van aanpak bedoeld: Een toename van activiteiten voor jongeren op het gebied van Natuur en Milieu. Een toename van jongeren die in verenigingsverband actief worden voor natuur en milieu. Het verlevendigen en verjongen van groene organisaties, waardoor zij weer een actievere rol in de stad kunnen gaan spelen (indirect). De kwantitatieve doelstellingen zijn afhankelijk van de capaciteit van de betrokken organisaties. Hieronder staat het bovenstaande doel in 4 subdoelen uitgeschreven met een voorstel om dit kwantificeerbaar te maken.
Natuuractiviteiten Doelstelling 1: Groter aanbod van natuuractiviteiten in Rotterdam. Na het project moet het aanbod van natuuractiviteiten drastisch zijn vergroot. Op dit moment is er maar weinig aanbod van natuuractiviteiten. Binnen schoolverband
Buiten schoolverband
1 maal
500
0
Meerdere malen
400
30
Tabel 1
Aantal deelnemersplaatsen voor activiteiten aangeboden door landelijke natuur en milieu organisaties in Rotterdam (uit onderzoek Rotterdams Milieucentrum).
5
Binnen schoolverband 1 maal Meerdere malen Tabel 2
Buiten schoolverband
4000
200
150
0
Aantal deelnemersplaatsen voor activiteiten aangeboden door lokale natuur en milieu organisaties in Rotterdam (uit onderzoek Rotterdams Milieucentrum).
Groen jongeren netwerk Doelstelling 2: Meer bekendheid geven aan natuuractiviteiten (voor jongeren) en de betrokken natuurorganisaties in Rotterdam. Via de beschikbare kanalen van de gemeente Rotterdam (lessen op alle basisscholen) kunnen alle jongeren tussen 8 en 12 bereikt worden en via aanvullende kanalen van het Rotterdams Milieucentrum en het Steunpunt Scouting Rotterdam kunnen veel van de jongeren tussen 12 en 18 bereikt worden. Op dit moment zijn natuuractiviteiten en natuur en milieuorganisaties slecht bekend bij de jongeren (en hun ouders en grootouders) in Rotterdam. Er is geen logische, eenduidige plek waar jongeren en hun (groot)ouders hierover informatie kunnen vinden.
Doelstelling 3: Meer jongeren betrekken bij natuur en milieu in Rotterdam. Er zijn 60.000 jongeren in de leeftijd van 8 tot 18 jaar in Rotterdam. Het project heeft als ambitie om 10% = 6.000 jongeren in de gelegenheid stellen een keer mee te doen aan een georganiseerde activiteit en 1% = 600 jongeren actief te maken op het gebied van natuur en milieu. Actief betekent dat zij meerdere keren hebben mee gedaan aan activiteiten (minstens twee keer per jaar = vier keer in twee jaar) of dat zij zijn doorgestroomd naar een natuur- of milieuorganisatie. In Rotterdam wonen veel jongeren van allochtone afkomst. Veel groene organisaties, maar ook bijvoorbeeld Scouting groepen, vertonen geen representatief beeld van de Rotterdamse bevolking. Met dit project willen we ook hier aandacht voor vragen en een (bescheiden) bijdrage leveren door het betrekken van allochtone jongeren bij natuur en milieu.
Verlevendigen en verjongen groene organisaties Doelstelling 4: Meer levensvatbare groene organisaties (of lokale afdelingen) in Rotterdam met jeugdleden en/of activiteiten voor de jeugd. De Rotterdamse groene organisaties (of lokale afdelingen) spelen een cruciale rol bij de continuering van dit project. Voor een blijvende versterking van het aanbod van natuuractiviteiten en interesse van jongeren voor natuur en milieu is het essentieel om deze organisaties te verlevendigen en verjongen. Zonder levensvatbare groene organisaties kunnen er geen jongeren actief worden op het gebied van natuur en milieu. Uit het onderzoek Jong Groen, Groen Jong van het Rotterdams Milieucentrum blijkt dat 16 organisaties in staat zijn om activiteiten voor jongeren te ontwikkelen. Het aantal activiteiten wat zij kunnen organiseren en hoeveel jongeren zij een activiteit kunnen bieden is nog niet
6
bekend. Tijdens dit project profiteren zij van een gezamenlijke werving van jongeren en gezamenlijke organisatie van grote aansprekende en uitdagende activiteiten. Het samenwerken met andere organisaties en de ondersteuning vanuit dit project zorgt tevens voor het delen en vergroten van kennis en ervaring, zodat deze organisaties beter uitgerust zijn voor de toekomst. Het laten samenwerken van deze organisaties is geen doel op zich maar wel een mooie bijkomstigheid. Door de samenwerking van de verschillende betrokken groene organisaties zullen zij meer bekendheid hebben van andere organisaties en hun specifieke expertise in Rotterdam. Dit stimuleert een blijvende samenwerking. Deze blijvende samenwerking kan ook positief werken voor een gezamenlijke lobby richting gemeente voor ondersteuning op het gebied van financiering, minder regels en meer speelruimte!
7
Doelgroep(en) De primaire doelgroep is de Rotterdamse jongeren van 8 tot 18 jaar. Deze groep is erg divers en zal op verschillende manieren bereikt, geworven en geactiveerd kunnen/moeten worden. 8-12 jaar
12-15 jaar
15-18 jaar
Deze groep is gemakkelijk te bereiken (basisonderwijs) en relatief gemakkelijk te interesseren voor natuur. Activiteiten hoeven minder ruig om uitdagend te zijn en kinderen veel kinderen reageren nog vanuit hun aangeboren interesse (biofilie) voor de natuur. Activiteiten moeten ruiger en uitdagender om interessant te zijn en moeten concurreren met veel nieuwe interesses, zoals vriendjes en vriendinnetjes, computers, uitgaan, winkelen en veel andere sociale activiteiten. Meer bezig met maatschappelijke betrokkenheid. Voor deze groep is er al het een en ander te doen op het gebied van natuur en milieu. Deze groep kan wel heel goed gebruikt worden voor het werven en binden van de andere leeftijdsgroepen.
Jongeren van 8 tot 12 jaar Er zijn verschillende redenen om vooral aandacht te besteden aan de jongste groep. - Voor de jongeren tot 12 jaar is er in de vrije tijd vrij weinig tot niets te doen op het gebied van natuur en milieu. - De jongeren tot 12 jaar zijn makkelijker te bereiken (komen allemaal in aanraking met educatieve programma’s van de gemeente Rotterdam, dienst Sport en Recreatie op basisscholen of via Brede School activiteiten) - De jongeren tot 12 jaar zijn makkelijker te werven (via scholen en evt. via ouders) - De jongeren tot 12 jaar zijn makkelijker enthousiast te maken met eenvoudige activiteiten 5 - De jongeren tot 12 jaar zullen sneller terug willen komen voor meer activiteiten (bijvoorbeeld via een strippenkaart met 10 activiteiten).
Jongeren van 12 tot 15 jaar De jongeren tussen 12 en 15 jaar is een lastige leeftijdsgroep om te bereiken en te interesseren. Onderzoek geeft aan dat het verstandiger is bij de jongere groep interesse op te wekken en deze vast te houden. Het lijkt niet verstandig om hier op te focussen. Toch kan deze groep wel degelijk belangrijk zijn, bijvoorbeeld voor bepaalde subsidie gevers! Deze middenleeftijd vereist echter wel een hele andere benadering qua activiteiten en werving. Uitdagender, ruiger, socialer en via eenmalige activiteiten op wijk of deelgemeente niveau. Je zou ze kunnen bereiken via Brede School voor het VO. Zo verzorgt de gemeente Rotterdam, Sport en Recreatie, survival activiteiten op het eiland van Brienenoord voor 12 tot 15 jarigen met de focus op overleven in de natuur. Maar deze leeftijd is juist ook via Sportbegeleiders (140 collega’s van Sport en Recreatie) of op lokaal niveau te bereiken. Stichting Ark probeert bijvoorbeeld op de natuurspeelplaatsen de hangjongeren te betrekken bij de lokale plek. Daarnaast is het welzijnswerk (buurtwerk) een goede ingang. 5
Daarna is het wel belangrijk ze vast te houden als organisatie. Vooral door een goede sfeer en veel gezelligheid (vertrouwdheid, bekendheid) – uit: ‘De jeugd wil natuurlijk wel’ Sandra van der Wielen en Saskia Ruven.
8
Jongeren van 15 tot 18 jaar Voor de jongeren (15-18 jaar) is er al het een en ander te doen, zoals in het project milieuvoorlichters van het Rotterdams Milieucentrum en The Bet van Jongeren Milieu Actief. Maar om de jongeren te werven en te binden hebben we wel jonge jeugdbegeleiders nodig (bijvoorbeeld jongeren tussen 16 en 23 jaar). Jonge mensen voelen zich over het algemeen nu eenmaal meer thuis bij andere jonge mensen en minder bij ouderen, die de taal van jongeren niet meer spreken 6 . Deze jongeren kunnen we via verschillende kanalen proberen erbij te betrekken. - via Pabo’s en Leraren Opleiding 7 - via Scouting groepen - via Maatschappelijke stages en buddy systeem 8 - via Rotterdams Milieucentrum (milieuvoorlichters, the BET 9 )
Jeugdige begeleiders De activiteiten zullen georganiseerd worden met medewerking van jeugdige (vrijwillige) begeleiders van Pabo opleiding en/of Scoutinggroepen. Deze jongeren zullen worden getraind op het gebied van natuur en milieu en het uitvoeren van natuuractiviteiten met jongeren. Zij zullen door dit project meer oog krijgen voor de het plezier en nut van natuuractiviteiten voor de jongeren en hier uiteraard ook zelf plezier aan beleven. Enkelen van hen passen binnen de doelgroep 8-18, anderen zitten daar net boven en zijn een indirecte doelgroep om de werkelijke doelgroep beter te kunnen bereiken.
Rotterdamse natuur- en milieuorganisatie Daarnaast zijn de Rotterdamse groene organisaties (naast samenwerkingspartner) ook een indirecte doelgroep. Via dit project proberen we hen te ondersteunen met kennis, expertise (uitwisseling) een coördinerende rol, gezamenlijke publiciteit en jonge begeleiders om meer natuuractiviteiten te ontwikkelen voor de jongeren in Rotterdam. Onder groene organisaties worden natuurorganisaties, milieuorganisaties en jeugdorganisaties zoals Scouting verstaan. Het project richt zich met name op lokale groene organisaties of lokale afdelingen van regionale en/of landelijke organisaties. Ook organisaties die nog geen lokale afdeling hebben in Rotterdam worden benaderd voor medewerking wat hopelijk stimuleert om wel een lokale afdeling in Rotterdam op te richten. Het stimuleren en ondersteunen van deze groene organisaties is belangrijk om blijvende aandacht voor natuur(activiteiten) vanuit de jongeren te creëren.
6
Witt, A. de, 2005. Van vervreemding naar verantwoordelijkheid. Over jongeren & natuur. Den Haag: Ministerie van LNV, Directie Natuur.
7
Stichting Ark heeft het afgelopen jaar 30 studenten getraind, die samen 1000 kinderen hebben meegenomen in de natuur. Het gaat om 2de en 4de jaars studenten. SenR heeft ook ervaringen met het betrekken van Pabo studenten (Brede School). 8
Scouting Nederland heeft aangeboden om 5000 jeugdleden (14-16?) stage te laten lopen in de eigen groep. Het idee is dat de scout met een vriend(in) van buiten scouting de helft stage loopt in de eigen groep en de andere helft in de club van de vriend(in). 9
The BET draait nu op 6 VO scholen in Rotterdam en krijgt een afsluitend evenement met Ali B
9
Hoe wil dit project dit bereiken? Om bovenstaande doelstellingen te bereiken is het nodig om voldoende aansprekende en uitdagende activiteiten voor jongeren te organiseren. Dat betekent een impuls in kennis, expertise en menskracht voor de groene organisaties. Voor een blijvende groei in het aanbod van natuuractiviteiten en de doorstroommogelijkheden van jongeren als actief lid naar groene organisaties zal training, coaching en (evt. blijvende) ondersteuning van deze organisaties essentieel zijn. Om de doelstellingen te bereiken wordt hieronder een plan van aanpak voorgesteld. Als basis voor dit plan gelden enkele uitgangspunten.
Uitgangspunten Samenwerking Samenwerking van groene organisaties onderling geeft meerwaarde in het bereiken en werven van jongeren (PR, marketing, communicatie), maar ook bij het daadwerkelijk organiseren van activiteiten (verrassende samenwerking, elkaar inspireren en van elkaar leren) en het doorverwijzen naar organisaties (via gezamenlijke website). Door deze samenwerking, bijvoorbeeld het combineren van expertise ontstaan verrassende en uitdagende activiteiten. Voorbeelden van het combineren van expertises: - IVN natuurgidsen gaan samen met Scouting op pad. Groengidsen worden gekoppeld aan pabostudenten. - NME centra (gemeente Rotterdam) koppelen aan natuur en milieu organisaties. De organisaties kunnen dan gebruikmaken van een locatie. - Scouting doet mee aan de natuurwerkdag, kan eventueel anderen uit de wijk meenemen. - Een schoolgidsen cursus door IVN vrijwilligers geven aan ouders van kinderen om natuuractiviteiten te begeleiden (of aan pabostudenten).
Inbreng jongeren Om te achterhalen hoe jongeren het beste bereikt kunnen worden en wat voor activiteiten zij leuk zouden vinden, moet je de jongeren er zelf ook bij betrekken. In dit project betrekken we jongeren via een klankbordgroep. Daarnaast zullen de activiteiten door jongeren begeleid worden. Jongeren kun je het beste door andere jongeren werven en binden.
Verlevendigen organisaties De samenwerkingspartners in de uitvoering van dit project zijn tevens ook een (indirecte) doelgroep. Het project wil een impuls geven om het aanbod van natuuractiviteiten voor de Rotterdamse Jongeren te vergroten. Op langere termijn zijn levensvatbare groene organisaties of afdelingen met aanwas van jonge leden hiervoor een vereiste. Daarom investeert het project ook (juist) in de ondersteuning van organisaties.
Divers aanbod
10
Wanneer je jongeren wilt bereiken is het belangrijk te differentiëren naar leeftijd en interesse. Verschillende leeftijdsgroepen zullen op verschillende manieren aangesproken moeten worden, maar ook binnen een leeftijdsgroep heersen er verschillende interesses. Daarom is het belangrijk dat het aanbod divers wordt opgezet, waarbij iedereen zich wel ergens thuis voelt. - diverse thema’s (inhoud) - diverse soorten activiteiten (kennis, beleving, avontuur, campagne, debat) - diverse eenmalige, meermalige, tijdelijk gestructureerde en blijvende activiteiten en niet te vergeten weekendjes en of zomerkampen - vanuit diverse afzenders (meerdere, tijdelijke coalities, vanuit verenigingsverband)
Focus op jongeren tot 12 jaar In dit project zal de focus van de activiteiten en werving op de jongeren tot 12 jaar liggen. Deze groep is makkelijker te bereiken en interesseren voor natuur en milieu en voor deze groep is er op dit moment heel weinig te doen op dit gebied. Hier valt dus veel te winnen. Dat betekent niet de andere leeftijdsgroepen vergeten zullen worden. De oudere jongeren (1518) zullen worden benaderd voor jeugdige begeleiders. Ook voor de middenleeftijd zullen activiteiten georganiseerd worden.
Activiteiten Het aanbod van activiteiten moet afgestemd worden op wat voor de jongeren aantrekkelijk is. De activiteiten hoeven niet per definitie educatief van aard te zijn. Ook de natuur beleven valt in de scoop van dit project. Het is een belangrijke eerste stap naar meer betrokkenheid bij de natuur (en/of milieu). Volgens Stichting Ark is de identiteit van een locatie en de binding aan een locatie belangrijk. Zij werken op specifieke plekken (met ruige natuur) en met specifieke doelgroepen (kinderen die daar thuis horen).
Netwerk van organisaties Voor het bereiken en werven van de jongeren wordt gebruik gemaakt van de contacten van de betrokken organisaties. Dat wil zeggen dat de contacten die er al zijn met Pabo’s, Brede School, Welzijnswerk, BSO, etc. zullen worden ingezet.
11
Organisatie Het project ‘Jong Groen’ bestaat uit een netwerk van mensen en organisaties die betrokken zijn bij jongeren en/of natuur. Het netwerk wordt bij elkaar gehouden door de werkgroep, aangestuurd door een projectleider. Naast de werkgroep is er een denkgroep (stuurgroep) en klankbordgroep.
Klankbo rdgroep
Denk groep
Projectleider Werkgroep
Doelgroepen: Jeugd en Jongeren Groene organisaties
Projectorganisatie
Werkgroep ‘Jong Groen’ De werkgroep van Jong Groen bevat in ieder geval een vertegenwoordiging van: Rotterdams Milieucentrum, Gemeente Rotterdam, dienst Sport en Recreatie, afdeling Natuur en Milieu, Steunpunt Scouting Rotterdam en het IVN Consulentschap. Daarnaast kunnen er in de werkgroep, afhankelijk van de werkzaamheden, wisselende vertegenwoordigers van de betrokken organisaties gevraagd worden. De werkgroep zorgt voor de uitvoering van het project. Deze uren worden niet allemaal vanuit het project betaald. Betrokken organisaties investeren ook eigen uren wanneer het gaat om ondersteuning aan de eigen achterban. Daarnaast ondersteunt de projectleider met het zoeken naar financiering voor uren, die ten goede komen aan het project (deelprojecten).
Projectleider ‘Jong Groen’ De projectleider heeft een aanjagende, stimulerende en ondersteunende rol. Deze uren worden direct uit het project gefinancierd. De projectleider ondersteunt andere betrokkenen bij het project met het zoeken naar financiën voor hun uren. De projectleider belegt bijeenkomsten met de denkgroep, werkgroep en klankbordgroep en zorgt voor voldoende afstemming om de voortgang van het project te garanderen. De projectleider rapporteert de voortgang aan de denkgroep. Legt ideeën voor aan de klankbordgroep en zorgt voor
12
uitvoering van deze ideeën met de werkgroep en het netwerk van betrokken groene en jeugd organisaties.
Denkgroep ‘Jong Groen’ De denkgroep van Jong Groen bevat vertegenwoordigers van betrokken organisaties en financiers, die samen beslissen en verantwoordelijk zijn voor het behalen van de doelstellingen uit het projectplan. Hierin zitten ook strategische bestuurders of mensen met veel politieke macht voor lobby werk. De denkgroep komt 4 keer per jaar bij elkaar om op hoofdlijnen het project te sturen. Onkosten voor deze bijeenkomsten worden vergoed vanuit het project.
Klankbordgroep ‘Jong Groen’ De klankbord groep bestaat uit een vertegenwoordiging van de doelgroep, dus (uitvoerende) groene en jongerenorganisaties en vooral ook de jongeren zelf (Rotterdamse jongerenraad). Een vertegenwoordiging vanuit de Pabo’s, KEIgroen (NJN, JNM, JMA, Woeste Land), Rotterdamse groene organisaties, jeugd en jongerenwerk (zoals welzijnswerk) kunnen opgenomen worden in de werkgroep, maar zouden ook gevraagd kunnen worden voor de klankbordgroep. Dit zorgt ervoor dat wel hun input meegenomen kan worden, maar dat ze niet overvraagd worden met bijeenkomsten en zich verder kunnen bezig houden met hun eigen activiteiten organiseren of hun eigen achterban ondersteunen.
Activiteiten Bij het vergroten van het aanbod van natuuractiviteiten voor jongeren in Rotterdam zal de projectorganisatie zowel een actieve als een passieve rol spelen. In het eerste jaar zal de focus liggen op een actieve rol, zoals het daadwerkelijk ontwikkelen en organiseren van activiteiten (in samenwerking met de uitvoerende organisaties). In het tweede jaar kan deze rol meer passief worden, zoals het ondersteunen van activiteiten en organisaties. Beide jaren zal een grote stimulans gegeven worden aan publiciteit en werving. De rol van de projectorganisatie is voornamelijk het koppelen van organisaties, advies geven over activiteiten en het overzicht houden. Als een spin in het web. Met oog voor continuïteit.
Actieve rol Organiseren van activiteiten De actieve rol behelst het daadwerkelijk (gezamenlijk) organiseren of ontwikkelen van activiteiten voor jongeren in Rotterdam als een startimpuls en voorbeeld. Dit heeft tevens als doel om de verschillende groene organisaties met elkaar in contact te brengen. Gezamenlijke PR en communicatie richting de doelgroep Via folders, posters en een website zal er in dit project bekendheid gegeven worden aan de gezamenlijke en eigen activiteiten van de verschillende betrokken natuur en milieuorganisaties. Een netwerk van organisaties zorgt voor een netwerk van kanalen en een grotere en effectievere bekendheid van activiteiten. Naast folders, posters en een website blijft mond tot mond reclame een belangrijk en beproefd middel voor werving. Hiervoor
13
moeten deelnemers wel goede ervaringen hebben opgedaan en dus de activiteiten aansprekend, uitdagend en van hoge kwaliteit zijn.
Passieve rol Stimulering en ondersteuning activiteiten De passieve rol is het ondersteunen van andere organisaties om natuuractiviteiten te ontwikkelen voor jongeren in Rotterdam, bijvoorbeeld dmv stimuleringsgelden per activiteit, gezamenlijke lobby naar gemeente en trainingen beschikbaar maken voor grotere groep. De activiteiten in het eerste jaar zullen uitvoerig geëvalueerd worden. Dit geeft randvoorwaarden, waaraan ingediende activiteiten in het tweede jaar aan moeten voldoen. De evaluatie geeft kennis en ervaring, die in een workshop stadsbreed verspreid zal worden.
Eerst jaar - 2008 Rotterdamse groene jongeren agenda Een eerste inventarisatie is al verricht in het onderzoek van het Rotterdams Milieucentrum. Er wordt aanvullend gekeken naar aangeboden activiteiten. Alle activiteiten van voldoende kwaliteit komen in een ‘Rotterdamse groene jongeren agenda’. Deze kan als PR middel een startimpuls aan het project geven. De agenda wordt ook op internet gepubliceerd. Randvoorwaarden voor succes Bij de ontwikkeling van activiteiten zullen voldoende partijen met de juiste expertise betrokken worden. De activiteiten worden zorgvuldig samengesteld en goed geëvalueerd, zodat randvoorwaarden ontstaan voor een succesvolle activiteit. Enkele randvoorwaarden worden van te voren samengesteld en tijdens het project aangevuld. Ze bepalen of een activiteit in de ‘Rotterdamse groene jongeren agenda’ komt en ondersteuning krijgt uit dit project. De randvoorwaarden worden voorgelegd aan de jongerenklankbordgroep (bijv. uit de Rotterdamse jongerenraad). Ontwikkelen van extra gezamenlijke activiteiten Er wordt van te voren vastgesteld hoeveel activiteiten voor welke doelgroep ontwikkeld en georganiseerd worden. Deze activiteiten worden door de betrokken organisaties met ondersteuning vanuit de projectgroep en extra financiële middelen uitgevoerd. De projectgroep zorgt voor een evenwichtige verdeling van activiteiten over de verschillende leeftijdsgroepen (met inachtneming van de uitgangspunten) en wijken in Rotterdam. Openingsactiviteit In het voorjaar wordt een grote spetterende openingsactiviteit georganiseerd door de projectgroep voor jongeren in Rotterdam, waar alle betrokken natuur- milieu- en jeugdorganisaties ook aanwezig zijn. Op deze openingsactiviteit wordt de ‘Rotterdamse groene jongeren agenda’ gepresenteerd en uitgedeeld en kunnen de eerste strippenkaarten gekocht worden. Ook de website wordt op dit moment gelanceerd. Strippenkaart Bij de ‘Rotterdamse groene jongeren agenda’ wordt de mogelijkheid gegeven om voor een klein bedrag een strippenkaarten te kopen waarmee kinderen aan 10 activiteiten kunnen meedoen. De activiteiten (en de organisaties die erbij betrokken zijn) staan beschreven in de agenda. De strippenkaart fungeert dus als een soort kennismakingstour. Door de agenda kunnen organisaties zich presenteren aan veel ouders en kinderen. Er zal verkend worden of het ook mogelijk is om aan te haken op de Rotterdam-pas of de Jeugdvakantie-pas.
14
Leren van en met elkaar Naast het inventariseren van activiteiten zal ook het trainingsaanbod van de verschillende betrokken organisaties verkend worden. De betrokken organisaties kunnen ingezet worden om binnen het netwerk van organisaties eenmaal een training te geven en 3 maal aan een training te kunnen meedoen. Zo kan er tegen lage kosten veel kennis en ervaring circuleren. Gezamenlijke PR en promotie Zie communicatieplan.
Tweede jaar - 2009 Grote manifestatie In het voorjaar van 2009 wordt (op dezelfde dag als de openingsmanifestatie) een grote manifestatie gehouden voor de jongeren in Rotterdam. Vol met (succesvolle) activiteiten en aanwezigheid van alle betrokken organisaties. Wellicht is dit een start van een traditie. Stimuleringsgeld per activiteit Net als in 2008 zullen er in 2009 gezamenlijke activiteiten georganiseerd worden. Echter nu met een geringere inbreng van de projectgroep. De uitvoerende organisaties kunnen projecten indienen en hiervoor enige financiële ondersteuning aanvragen. Deze projecten moeten dan wel aan de eerder opgestelde randvoorwaarden voldoen. Training en Ondersteuning organisaties Het is de bedoeling dat na twee jaar de betrokken organisaties een impuls hebben gekregen qua kennis, expertise, nieuwe leden en mogelijk nieuwe vrijwilligers en elkaar weten te vinden voor blijvende samenwerking en aanvullende ondersteuning. Het eerste jaar zet de projectgroep in op actieve kennisverspreiding door betrokken organisaties te ondersteunen om bestaande trainingen aan te bieden aan een bredere groep. Aan het einde van het eerste jaar wordt geëvalueerd of dit gewerkt heeft en wat in het tweede jaar nog nodig en wenselijk is om op een constructieve manier de betrokken organisaties te kunnen ondersteunen. Afsluitende conferentie Dit is de laatste activiteit van de projectgroep, maar uiteraard (hopelijk) niet de laatste activiteit rond natuur voor de jongeren in Rotterdam. Het is een slot maar tevens ook een nieuw begin, van meer samenwerking tussen groene organisaties en een groter aanbod van natuuractiviteiten voor de jongeren in Rotterdam. Op de conferentie worden alle betrokken partijen in uitvoering, samenwerking, financiering, organisatie, meedenken uitgenodigd. De conferentie is tegelijkertijd een feestje en bedankje als ook een vorm van kennisdelen een verspreiden. Visie op jongeren en natuur in Rotterdam De ervaringen in het project worden gedeeld en verspreid door middel van de afsluitende conferentie. Daarnaast komt er ook een uitgesproken visie op jongeren en natuur in Rotterdam en de rol van groene organisaties bij het versterken van deze relatie op papier. Gezamenlijke PR en promotie Zie ook communicatieplan.
Evaluatie en Continuering In dit project zullen we naast het organiseren van activiteiten en het verbinden van organisaties rond jongeren en natuur ook tijd en aandacht besteden aan een verdere
15
probleemdefinitie (waarom is de situatie in Rotterdam zoveel erger dan in andere steden) en advies geven over een mogelijke structurele oplossing. Het is belangrijk de activiteiten goed te monitoren om randvoorwaarden voor kwalitatief en aansprekende activiteiten te kunnen opstellen. De criteria om te monitoren zullen in de denkprojectgroep besproken worden. Hieruit kan ook naar voren komen of de werving goed loopt en waar nog aanpassingen vereist zijn. Bijvoorbeeld om daadwerkelijk allochtonen te bereiken. De denkgroep zal van te voren randvoorwaarden opstellen voor activiteiten en andere criteria opstellen om te kunnen monitoren of de doelen gehaald worden. Bij het opstellen van deze criteria wordt input meegenomen vanuit vergelijkbare projecten en organisaties 10 . Zo niet dan zal er bijsturing nodig zijn tijdens het project. Het project wordt afgesloten met een visie op jeugd en natuur in Rotterdam en de rol van groene organisatie hierbij, gebaseerd op de ervaringen in dit project.
Planning De eerste besprekingen met betrokken groene organisaties hebben geleid tot een profielschets voor een projectleider. Het zal even duren voor deze projectleider geïnstalleerd is. Tot die tijd gaan enkele overkoepelende organisaties verder met een aantal taken: - Werven projectleider en installeren projectorganisatie (Gemeente Rotterdam, SenR) - Openingsmanifestatie (Steunpunt Scouting Rotterdam) - Ontwikkelen lessen en certificering voor Pabostudenten (IVN Consulentschap & SenR) - (beperkte) PR en communicatie Æ logo (Rotterdams Milieucentrum) - zoeken van verdere financiën (Rotterdams Milieucentrum) Verdeling van de coördinatie van activiteiten in de periode dat er nog geen projectleider actief is. Nadat er een projectleider is benoemd kan er een denkgroep, werkgroep en klankbordgroep benoemd worden en kan er een meer gedetailleerde planning voor de rest van 2008 en 2009 gemaakt worden. Afhankelijk van het binnenhalen van financiën en het aanstellen van een projectleider kan de planning doorschuiven in 2008 en/of 2009.
2008 Project organisati e Project plan Financiën Inventaris atie act. Website Opening
Jan X
Feb X
Mrt X
April
X
X
X
X
X
X X
X X
X
X
X
Mei
Juni
Juli
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
10
Raad voor het Klimaat (ook een netwerk van organisaties die met 1 gezicht naar buiten treden) voor de projectorganisatie & de afdeling sport van de gemeente Rotterdam, vanwege het opnieuw inblazen van het verenigingsleven.
16
Randvoor waarden Activiteite n Strippenka art Trainingen PR, comm Evaluatie
X
X X
X X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X X
Projectorganisatie = Aanstellen projectleider, projectgroepen Projectplan = Ontwikkelen definitieve projectplan Financiën = Zoeken naar aanvullende financiering Inventarisatie = bestaande activiteiten, ontwikkelen groene agenda (papier en website) Website = operationeel maken website Opening = openingsmanifestatie Randvoorwaarden = voor succes (Wat is een Jong Groen activiteit?) Activiteiten = gezamenlijk ontwikkelen en uitvoeren Strippenkaart = Ontwikkelen, uitgeven, promoten, Trainingen = van elkaar leren, ontwikkelen lessen en certificering voor Pabostudenten PR, comm = Communicatie en werving (organisaties en jongeren) Evaluatie = opstellen criteria en monitoren, project aanpassen
17
Communicatie Communicatie naar de jongeren en groene organisaties, maar ook intern (werkgroep, denkgroep en klankbordgroep) en extern (algemene communicatie over het project) vormt een belangrijk onderdeel in de uitvoering van het project. Veel verschillende partijen werken samen en worden betrokken bij dit project. Hieronder wordt een start gemaakt voor een communicatieplan. Wat communiceren met wie? Net als in het uiteindelijke communicatieplan wordt er een onderscheid gemaakt tussen twee doelgroepen, namelijk de groene organisaties en de jongeren. Daarnaast is interne en externe communicatie ook van belang. De projectleider is verantwoordelijk voor de communicatie naar de verschillende partijen. Via de interne communicatie wordt afgestemd hoe de verdere externe communicatie eruit zal zien. Deze externe communicatie richt zich op een algemeen publiek en komt ten goede aan de bekendheid van het project en daardoor het draagvlak voor en de bereidheid van mensen om bij te dragen aan het project (hetzij in de denkgroep, hetzij via lobby, hetzij via financiële middelen). Voor het bereiken van de doelgroepen staan de volgende vragen centraal: - Hoe willen we de jongeren bereiken? (via welke kanalen, met welke boodschap en met welk doel) en hoe betrekken we jongeren bij het project? - Hoe willen we de groene organisaties bereiken? (via welke kanalen, met welke boodschap en met welk doel) en hoe houden we de groene organisaties betrokken bij het project?
Jongeren De doelgroep jongeren valt uiteen in 3 leeftijdsgroepen (8-12 jaar, 12-15 jaar, 15-18 jaar), die elk op hun eigen manier het beste bereikt kan worden. Bij de selectie van de verschillende communicatiemiddelen en kanalen wordt hier rekening mee gehouden. Doel communicatie Het uiteindelijke doel van het project is (meer) jongeren actief te krijgen op het gebied van natuur en milieu. Het doel van de communicatie naar jongeren is hen te informeren over Jong Groen, te lokken naar een website en aan te sporen om aan een activiteit mee te doen. De activiteiten en de organisaties zullen de rest moeten doen. Een geslaagde activiteit (van hoge kwaliteit, met een gezellige sfeer) zal de noodzakelijke mond tot mond reclame veroorzaken. Dit blijkt de beste manier van reclame maken voor meedoen aan een activiteit of lid worden van een organisatie 11 . Communicatieboodschap In de communicatie naar jongeren gaat het erom dat zij weten welke activiteiten er allemaal te doen zijn en wanneer zij mee kunnen doen aan een activiteit bij hen in de buurt. Hierbij neemt de website een centrale plaats in. De communicatiemiddelen daaromheen zijn ondersteunend. De centrale boodschap tijdens de communicatie naar jongeren is: “Kom naar de website van Jong Groen en ontdek hoe groen Rotterdam is. Ontdek welke activiteiten er voor jou te doen zijn en doe mee aan een spannende, uitdagende activiteit bij jou in de buurt” Hieronder 5 redenen waarom: - In de natuur is van alles te beleven 11
Uit: ‘De jeugd wil natuurlijk wel’- S. Ruven en S. van der Wielen, Wing Process Consultancy
18
-
Het is gezellig, met andere jongeren Lekker actief en bewegen Alle frustratie van school ben je zo weer kwijt Even lekker van je ouders weg
Deze boodschap moet uiteraard aangepast worden aan de verschillende leeftijdsgroepen en de met de juiste sfeer en op de juiste toon gebracht worden. Communicatiemiddelen De communicatiemiddelen worden gekozen vanuit het perspectief van de jongeren. Bij de selectie en het vorm geven heeft de klankbordgroep (met jongeren) een grote rol. In eerste instantie wordt gedacht aan een website met ondersteunende middelen ernaast. De website moet aanspreken voor jongeren (dus ook aan jongeren worden voorgelegd). Dat betekent dat er voor verschillende leeftijdsgroepen verschillende (sub)sites gemaakt moeten worden. Op deze site kunnen organisaties hun activiteiten aanbod bekend maken. Ook kunnen andere relevante sites hieraan gekoppeld worden. Op al het materiaal wordt verwezen naar de website. De website is zo ingericht dat jongeren en/of (groot)ouders direct worden doorverwezen naar de juiste organisatie, die hun opgeroepen vragen kunnen beantwoorden. Op de website komt een groene agenda voor jongeren. Deze agenda kan eventueel voor (groot)ouders van de jongeren tot 12 jaar uitgeprint en uitgedeeld worden. Er komt ook een groene plattegrond van Rotterdam (op wijkniveau), zodat duidelijk te zien is waar groen (natuur) in Rotterdam is en waar leuke groene activiteiten te doen zijn. Naast de website kunnen ondersteunende middelen worden verspreid, zoals flyers en posters. Een geprinte versie van de groene agenda en/of de groene plattegrond van Rotterdam (per wijk). Een televisie programma kan aanvullend aandacht voor het project vragen en naar de website verwijzen. Communicatiekanalen De PR en communicatie zullen moeten aansluiten bij de kanalen van de jongeren zelf. Voor het bereiken van de verschillende leeftijdsgroepen jongeren van Rotterdam zijn verschillende kanalen aan te raden. Wel is het handig de communicatie gedeeltelijk op wijkniveau te laten plaats vinden (buurthuizen). Dat is dichtbij en werkt vertrouwelijk. Zijn de allochtone jongeren ook via dezelfde kanalen te bereiken? Via flyers en posters kan promotie aan het netwerk worden gegeven. Deze worden opgestuurd naar alle basisscholen en voortgezet onderwijs. De scholen wordt via een brief gevraagd de posters op te hangen en de flyers uit delen aan de leerlingen. Op de flyers en de posters wordt verwezen naar de website. Medewerkers van Sport en Recreatie of RMC kunnen de folders ook uitdelen op scholen. Daarnaast kunnen folders en posters met daarop de website verspreid worden via informatiepunten (zoals bibliotheken, VVV, buurthuizen, Rotterdam-pas, wachtkamers huis-, tand- en dierenarts, etc). Via slimme marketing kan de website kan ook via hyves, msn en myspace aan de man gebracht worden. Banners op relevante websites (groene organisaties, maar ook typische jongeren sites) kunnen jongeren naar de website van Jong Groen lokken. Op ETV (Rotterdams televisie zender) in het programma Flex M (van Macamba Media en RMC) kan één of meerdere uitzending(en) over Jong Groen gemaakt worden. Uit onderzoek blijkt dat deze zender populair is onder jongeren en door veel Rotterdamse jongeren wordt bekeken.
19
Groene organisaties Met het onderzoek Jong Groen, Groen Jong is contact gelegd met organisaties. Tijdens het schrijven van het plan van aanpak is verder contact gezocht met groene organisaties in Rotterdam of landelijke organisaties met een (ontbrekende) lokale of regionale afdeling. Er worden zoveel mogelijk groene organisaties benaderd. Doel communicatie De communicatie naar de groene organisaties is uiteraard heel anders en zal heel anders vorm gegeven moeten worden. Hierbij kan wel dezelfde website centraal staan. Dat is immers de website die de groene organisaties kunnen gebruiken om hun aanbod op bekend te maken. Het doel van de communicatie naar de groene organisaties is hen bij het project te betrekken en te stimuleren tot het ontwikkelen van hoge kwaliteit activiteiten voor de jongeren in Rotterdam. In ruil daarvoor kunnen zij ondersteuning verwachten ten aanzien van de PR en werving voor hun activiteiten en ten aanzien van het aantrekken van jeugdige begeleiders. Communicatieboodschap De boodschap naar de groene organisaties moet vooral helder zijn. Wij vragen iets van jullie (inzet = tijd en geld), maar wij bieden ook iets (gezamenlijke werving, ondersteuning bij het zoeken naar financiën en het ontwikkelen van aantrekkelijke activiteiten). We leren van elkaar en staan sterker door samen te werken. Evaring leert dat de organisatie graag helderheid willen over verwachtingen. Communicatiemiddelen Dezelfde website kan als communicatiemiddel naar de groene organisaties centraal staan. De website heeft dan ook een uitstraling, waar je wel bij wilt horen als organisatie. Dezelfde folders en flyers kunnen als ondersteuning dienen. Het is een voorbeeld voor welke voordelen er zijn om aan dit project mee te doen. Communicatiekanalen Naast de genoemde kanalen worden organisaties vooral persoonlijk benaderd. De projectleider zal actief naar organisaties zoeken en hen bij het project proberen te betrekken.
Netwerk Projectleider/uitvoerder De projectleider is wat betreft communicatie de spin in het web voor alle betrokken partijen. Zij hebben overzicht over het totale aanbod aan activiteiten en stimuleren de organisaties om een gevarieerd aanbod te leveren. Denkgroep 4 maal per jaar vindt overleg plaats met de denkgroep. De projectleider bereidt dit overleg voor en organiseert het overleg. Tijdens deze overleggen wordt de denkgroep geïnformeerd over de voortgang en wordt, indien nodig, de koers bijgesteld. Klankbordgroep Na het overleg met de denkgroep kunnen nieuwe ontwikkelingen per email worden gecommuniceerd aan de klankbordgroep. In ieder geval worden alle ideeën in het begin van het project tijdens een bijeenkomst voorgelegd en hier wordt dan de basis gelegd voor betrokkenheid en mogelijke consultatie per mail. Indien nodig en wenselijk kunnen er meer bijeenkomsten worden georganiseerd.
20
Begroting In dit plan van aanpak is een planning gemaakt voor de komende twee jaar. Hieronder staat een toelichting op de verschillende posten. Voor specificaties zie bijlage (excell sheet). Communicatiemiddelen Voor specificatie zie begroting. Als eerste wordt een website gemaakt, die op verschillende manieren gepromoot wordt (digitaal, via folders, posters en evt. via een tv uitzending). Activiteiten Dit geld wordt gereserveerd voor het organiseren van activiteiten, inclusief het huren van accommodatie, catering, materialen etc. Stimuleringsgeld organisaties Het ontwikkelen van activiteiten loopt bij lokale organisaties vaak spaak op een tekort aan financiën en mankracht. Voor de ontwikkeling van nieuwe activiteiten of het uitbreiden van bestaande activiteiten kunnen organisaties een subsidie aanvragen. Deze subsidie kunnen zij gebruiken om personeel van te betalen en materialen aan te schaffen. Personele uren Het grootste deel van de personele uren gaan naar een projectleider en medewerker. Daarnaast wordt er geld gereserveerd voor secretariële ondersteuning.
21
Bijlage 1
Landelijke ontwikkelingen Enkele landelijke ontwikkelingen op het gebied van Jongeren en Natuur waar bij wordt aangesloten worden hieronder geschetst. Er zijn de afgelopen jaren verschillende onderzoeken uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) naar de vervreemding van jeugd met natuur en mogelijke oplossingen (zoals: Teenagers and Biodiversity, Jana Verboom Alterra / Van vervreemding naar verantwoordelijkheid, Annick de Witt - Stichting wAarde / De Jeugd wil natuurlijk wel, Saskia Ruven - Bureau Slinge / Met de Jeugd de Natuur in, Sandra van der Wielen - Cailin Partners). Aanvullend is er veel onderzoek verricht naar de relatie tussen natuur en gezondheid (Natuur en Gezondheid, RMNO / Van buiten wordt je beter, Agnes van den Berg) Het ministerie van LNV heeft opdracht gegeven aan Cailin Partners om een snelle inventarisatie te maken van het veld, enkele ronde tafel gesprekken te voeren over jeugd en natuur en een conferentie te organiseren over Jeugd, natuur en gezondheid (www.cailinpartners.nl/jng). Alle belangstelling voor jeugd en natuur heeft geresulteerd in een interdepartementaal programma Jeugd, Natuur, Voedsel en Gezondheid binnen het ministerie van LNV met Martie van Essen als programmaleider. Stichting wAarde sluit een coalitie om elk kind voor zijn 12de een topervaring in de natuur te laten beleven. De coalitie heeft een website waar meer organisaties zich bij kunnen aansluiten (www.nationaleuitdaging.nl). Richard Louv, een Amerikaanse pedagoog schrijft een bestseller ‘Last Child in the Woods’ dat ingaat op de verbroken relatie tussen Jeugd en Natuur en de ontwikkel en gezondheids voordelen voor kinderen van het contact met de natuur. Het boek is dit jaar uitgekomen in het Nederlands (mede gefinancierd door het ministerie van LNV). Ook met financiering van het ministerie van LNV is er een boek uitgekomen over Vrij spel voor Natuur en Kinderen van stichting Springzaad (Oase). Het ministerie van LNV schrijft een Tender (Europese openbare aanbesteding) Natuur en Gezondheid (onderzoek en communicatie) en Jeugd en Natuur (inventarisatie en communicatie) voor een blijvende input en impuls de komende jaren. Er is een nieuwe nota NME (LNV en VROM) in de maak. Waar naast traditionele NME op scholen ook wordt ingegaan op vrije tijd!
22
Bijlage 2 Betrokken organisaties Het is noodzakelijk om voldoende expertise (en inbreng) te hebben van: Æ Jeugd en Jongeren Æ Groene organisatie Projectgroep organisaties: - Rotterdams Milieucentrum - Steunpunt Scouting Rotterdam - IVN Consulentschap Zuid-Holland - Gemeente Rotterdam, dienst Sport en Recreatie, afdeling Natuur en Milieu Deze organisaties vertegenwoordigen: 61 lokale organisaties: RMC 44 gemeentelijke NME voorzieningen: SenR 40 scoutinggroepen: Scouting 1 lokale afdeling IVN: IVN Consulentschap Al contact met overige groene organisaties: - vertegenwoordiging van Pabo’s en LO - Natuurmuseum - JMA - Nivon (lokaal) - Stichting Ark - Natuurmonumenten (landelijk) - WILDzoekers (op afstand) - Wereld Natuur Fonds (lokaal / evt. landelijk) - Rotterdamse Jongerenraad - NJN - JNM - Jeugdnatuurwacht Nog contact zoeken met overige groene organisaties: - Speeldernis - Ecokids - het Bewaarde land - Kids for Animals - Visserij federatie Overige organisaties/ partijen: - Zuid Hollandse Milieufederatie - stichting wAarde (zie www.nationaleuitdaging.nl) - bedrijven benaderen voor sponsering Æ SenR heeft contact met 500 bedrijven via Rotterdamse Jongeren Milieu Excursie
23
Bijlage 3 Belangen op tafel Gemeente Rotterdam, Sport en Recreatie, afdeling Natuur en Milieu Wat kan het project voor de Gemeente Rotterdam doen: - zichtbaarheid vergroten - eigen doelstelling ondersteunen Wat kan de Gemeente Rotterdam voor het project doen: - kanalen met doelgroep (NME lessen) - didactische ondersteuning vanuit SenR - aanschrijven van subsidies, zoeken naar financiën - samenwerking met lokale NME centra - organisatie activiteiten op de voorzieningen, zoals kinderboerderijen
Rotterdams Milieucentrum: Wat kan het project voor het Rotterdams Milieucentrum doen: - eigen doelstelling ondersteunen - zichtbaarheid vergroten Wat kan het Rotterdams Milieucentrum voor het project doen: - groot netwerk van 61 groene organisaties in Rotterdam (waaronder minstens 11 organisaties die activiteiten voor jeugd en jongeren aanbieden) - goede promotie en marketing mogelijkheden en resultaten - milieuvoorlichters op scholen (14-29 jaar) - acquisitie van subsidies - verstrekt zelf kleine subsidie voor werk- of projectgelden voor groene organisaties in Rotterdam.
Steunpunt Scouting Rotterdam: Wat kan het project voor Scouting doen: - Promotie van de scoutinggroep in de wijk - Aansluiten bij het imago van scouting “meer zichtbaar in de wijk” - Directe ledenwerving voor deelnemende scoutinggroepen - Indirecte werving van kaderleden voor de deelnemende scoutinggroepen - Koppeling met Rotterdam Jamboree Wat kan Scouting voor het project doen: - 40 groepen in Rotterdam met gem. 40 kinderen. - Vrijwilligers en creativiteit om activiteiten te organiseren (vanuit de Scoutinggroepen) - Maken van een concrete vertaling en vragen om medewerking van de groepen (vanuit Steunpunt Scouting Rotterdam) - Rotterdamse Jamboree 2009, open voor alle jeugd in Rotterdam. - Expertise op het gebied van het betrekken van allochtonen (wijkaanpak in Charlois)
Mogelijke rol Steunpunt Scouting Rotterdam in Jong Groen Project: • Koppelen van organisaties aan scoutinggroepen die wellicht gezamenlijk activiteiten kunnen ontplooien. • Rotterdam Jamboree 2009 met participatiemogelijkheden voor jeugd en jongeren in Rotterdam en samenwerking met Jong Groen Partners 24
•
Activeren eigen achterban
IVN Consulentschap Zuid-Holland: Wat kan het project voor het IVN Consulentschap Zuid-Holland doen: - Verlevendigen en verjongen van IVN afdeling Rotterdam. - Eigen doelstelling ondersteunen Wat kan het IVN Consulentschap Zuid-Holland voor het project doen: - Kennis en ervaringen van andere afdelingen met jeugdgroepen inbrengen. - acquisitie (provinciale subsidie) bijvoorbeeld gericht op brede school - (educatieve) producten en expertise over natuurbeleving - doelgroep allochtonen (expertise) - aanbieden van cursussen en trainingen (natuurgidsen, jeugdcursus, schoolgidsen) - succesverhalen (en valkuilen) achterhalen bij afdelingen en via ZON netwerk
Aanvullingen vanuit Stichting Ark Wat kan het project voor stichting Ark doen: - Promotie en bekendheid vergroten Wat kan stichting Ark voor het project doen: - Kennis en ervaring van project met Pabo studenten inbrengen - (bekendheid met) Locaties om activiteiten te doen.
Aanvulling vanuit de Jeugdnatuurwacht (Schagen/landelijk) Wat kan het project voor Jeugdnatuurwacht doen: - helpen bij het starten van een nieuwe afdeling (in Rotterdam) Wat kan Jeugdnatuurwacht voor het project doen: - toezegging hulp aan het project (ook vanuit landelijk)
Aanvulling vanuit NJN Wat kan het project voor NJN doen: - promotie van de organisatie die zorgt voor nieuwe leden Wat kan JNM voor het project doen: - aanbieden van een aantal (bijv. 5) NJN excursies in Rotterdam
Aanvulling vanuit JNM Wat kan het project voor JNM doen: - jongeren komen in aanraking met JNM - een excursie verzorgen (samen met de NJN?) Wat kan JNM voor het project doen: - organiseert natuurstudie activiteiten (excursies en kampen) voor en door jongeren van 12 t/m 25 jaar. - Jongeren de Nederlandse natuur op een fantastische manier laten beleven - Contact met KEIgroen (een samenwerking tussen: NJN, JNM, JMA en Woeste Land)
25