Studiedag tienerpooiers en hun slachtoffers – 7/6/2016
Verslag van het debat Deelnemers: Yasmine Van Damme (Child Focus) Corine Faché (kinder- en jeugdpsychiater UKJA) Els Lieckens (vzw Van Celst) Maarten Sobrie (referentiemagistraat mensenhandel) Christian Denoyelle (jeugdrechter) Ilona Verkooijen (gedragswetenschapper afdeling Lima, Ndl) Peter Casteur (adjunct-kabinetschef Welzijn en Gezin) Patsy Sörensen (directeur Payoke) Moderator: Pascale Franck, coordinator provinciaal team IFG Voorstelling Peter Casteur - Verontschuldiging minister Vandeurzen die ook uitgenodigd was. Vlaamse aanpak Extra aandacht werd gewekt in zomer 2015 met een aantal crisisdossiers . Tot dan toe was het een vrij onbekend fenomeen in Vlaanderen. Child Focus kreeg de opdracht om een korte analyse en beleidsaanbevelingen op te stellen. Actiererreinen Vlaanderen: 1. ‘softe’ preventieaanpak: i.s.m. Child Focus en EXPOO werd actie ondernomen om specifieke beroepscategorieën te sensibiliseren (hotelreceptionisten, taxichauffeurs) met ondersteuning van sociale media. 2. ‘harde’ preventieaanpak: De capaciteit binnen de instellingen wordt verhoogd, omdat er een gespecialiseerd aanbod op maat nodig is. Zo komt er een nieuwe leefgroep in de G.I. van Beernem (9 plaatsen) waar speciale programma’s rond slachtofferschap worden opgezet. (begrip “dwingende subcultuur”) In het private aanbod komen er 15 extra plaatsen. In Vlaanderen is daar momenteel geen gesloten aanbod . Daarvoor is een ‘coalition of the willing’ nodig: na de zomer worden projecten gefinancierd om op experimentele wijze plaatsen voor meisjes te voorzien. 3. Geïntegreerde aanpak via de ‘kadernota interne veiligheid’, waar op vraag van Vlaanderen ook actie wordt ondernomen i.h.k.v. tienpooiers. De term komt voor in het Nationaal Plan. 4. Binnen het sociaal werk een bewustzijn doen ontstaan dat het gaat over een fenomeen van mensenhandel (verbinding justitie en politie is belangrijk). Belang van Family Justice Center! 5. Ook inhoudelijke link is belangrijk: de juiste mensen rond de tafel brengen i.s.m. met Payoke, Justitie, Welzijn. Het thema levend houden en een geïntegreerde training aanbieden aan
politie en welzijnswerkers. De concrete lijnen zijn in voorbereiding en Welzijn krijgt de oproep om het initiatief te nemen. 6. Afspraken tussen ministers Vandeurzen en Geens om een begeleidingscomité op te richten om de instroom in de G.I.’s samen te monitoren en een aanbod te voorzien, zowel in openbaar als privaat. Voorstelling Payoke Payoke heeft een federale opdracht. Met zusterorganisaties Pag-Asa (Brussel) en Sürya (Luik) opkomen voor slachtoffers van mensenhandel. Het gaat zowel om jongens als om meisjes (welzijnswerk daarover soms nog verbaasd). Zeker te lezen!: nieuwe ministeriële omzendbrief, waarin onder meer samenwerking wordt voorzien met vele partners. Belangrijk is dat slachtoffers en daders ook Belgen kunnen zijn. Term tienerpooiers met de nodige reserve aannemen want die is te eng. Vaak komt er ook economische uitbuiting bij te pas en gaat het niet louter om pooierschap. Zorg van Payoke is te kijken naar het ruimere aspect. Ook aandacht voor verschil tussen ‘lovergirl’ en ‘madam’. Aandacht voor verschillende situatie: meisjes zijn nu volwassen, maar zijn al veel eerder begonnen met prostitutie. Doel is een maatschappij te creëren waarin mensen zich veilig voelen. 1) Hoe kan men preventief werken aan de versterking van kwetsbare jongeren? Yasmin Van Damme: zeer belangrijk aspect; eens in een ver stadium is het zeer moeilijk eruit te geraken. De website van Child Focus zal daarom uit 4 delen bestaan: - Jongeren aantrekken - Opvoedingstips voor ouders - Specifiek professionelen aanspreken die werken met jongeren - Aangepaste trainingsmodules Op welke termijn wordt dit allemaal gerealiseerd? Peter Casteur: de meeste zaken kunnen na de zomer operationeel zijn. Child Focus is een belangrijke partner. In Antwerpen wordt ook een extra opportuniteit gezien om via de Huizen van het Kind de ouders te bereiken. Ilona Verkooijen: meldt dat ze de informatie niet via de site willen delen (vb. hoe herken je een slachtoffer?) omdat pooiers daar ook van kunnen leren.. Patsy Sörensen: Belangrijk dat politiediensten het vroeg kunnen detecteren. Ook 1ste lijn bereiken en via de scholen binnen de opleiding goede informatie geven. Corine Faché: gezien de puberale ontwikkeling is het belangrijk om al voor de tienerperiode te werken met jongeren rond omgaan met vriendschapsverzoeken, sexting, … Maarten Sobrie: neemt deel aan coördinerende vergaderingen met referentiemagistraten binnen de provincie Antwerpen. Opmerkzaam zijn voor wat er gebeurt na gevangenisstraf. Het reclasseringstraject is niet voldoende. Zo worden de daders aangepakt, maar niet het fenomeen. Ook belang van seksadvertentiewebsites (bijv. via bepaalde controlemechanismen ervoor zorgen dat ze niet toegankelijk zijn voor vrouwen die minderjarig, illegaal of anoniem zijn). Opmerkingen vanuit publiek Chantal Penné (Leerlingenbegeleidster stedel. Onderwijs A’pen): spijtig dat vroegere leefsleutels uit de eerste graad niet meer bestaan (daarin werd aan jongeren bijvoorbeeld geleerd om assertief te
zijn en ‘neen’ te zeggen. CLB en leerkrachten vernemen de signalen het eerst via vriendinnen, dan het meisje, dan de ouders. Maar hoe gaan we ermee naar politie? Lieve Huijskens (prostitutieambtenaar stad Antwerpen): deelt mee dat de organisaties ‘ Jong en Van Zin’ en ‘Sensoa’ tips ontwikkelden om jongeren grenzen te leren stellen.(Maar sommige scholen hebben weinig geld om model in te kopen). Wonne Hellemans (vzw Jes): Heeft veel contact met hiphopscene. Hechten belang aan preventieluik naar daders. Willen gesprek aangaan want vragen zich af hoe we kunnen voorkomen dat jonge mannen tienerpooiers worden. Patsy Sörensen: sommigen willen veel geld verdienen. Hebben geen hoog zelfbeeld en zijn werkloos. Weinig respect voor vrouwen vanuit cultuur. Belang van gelijkheid tussen de seksen opnemen in het jeugdwerk. Hebben daders bezocht in gevangenis en bleek dat ze belang hechten aan geld, macht, aanzien. Weinig regels. Corine Faché: jongeren lopen niet te koop met hun ideeën. Dat maakt het moeilijk. Discussie organiseren rond het thema en een ervaringdeskundige als slachtoffer laten getuigen, kan misschien iets teweegbrengen. Maarten Sobrie: zicht vanuit parket op daders is beperkt, maar we weten: cultureel milieu is meestal ROMA of tweede, derde generatie jonge Belgen. Hun kijk op de vrouw is vrij negatief. Christian Denoyelle: hier zitten we zuiver op het vlak van de criminologie. Hoe komt men tot een misdrijf? Waarom is die nog nooit tegen de lamp gelopen? Soms in slechte omgeving. Een mirakeloplossing is moeilijk. Peter Casteur: interessant vanuit welzijnsperspectief. Ketenaanpak kan zeer van nut zijn. Jeugdwerk detecteert. Lokale afspraken maken, pionierswerk in Antwerpen. Geloof in afspraken tussen bijvoorbeeld jeugd en welzijn. Patsy Sörensen: vroeger had je de straathoekwerkers, maar dat is jammer genoeg flink verminderd. Zij konden anoniem werken én vertrouwen krijgen. Els Lieckens: profielen van daders en meisjes wijzen soms op een risico. Wanneer wordt de klik gemaakt? Pleit voor ‘waakzame zorg’: signalen opvangen en interpreteren (puzzelstukken samenleggen en proberen het beste ervan te maken.) Het blijft moeilijk te voorspellen welke weg ze zullen opgaan. 2) Wat met alle jongeren die signalen geven; hoe detecteer je ze? Zijn er instrumenten en ideeën? Wat doen met meisjes die worden aangemeld met andere problematiek? Els Lieckens: Als professionele hulpverlener moet je alertheid ontwikkelen. Zoeken naar de krachten van de jongere en deze versterken (men kan zich de vraag stellen waardoor het komt dat ze nog niet in de prostitutie en criminaliteit zijn verzeild?) Die vraag kan ondersteunend zijn voor jongeren en hun context. Corine Faché: Nabijheid en laagdrempelig werken zijn belangrijk. Jongeren niet persé als slachtoffer bekijken, maar kijken naar hun persoonlijkheid, wat kunnen ze? Ook het tempo volgen van de jongere. Ilona Verkooijen: In Ndl. geven we voorlichting op scholen, alleen voor meisjes en alleen voor jongens, en observeren we goed het gedrag van de jongere. Contact zoeken met de wijkagent. Peter Casteur: Dat wordt niet altijd op gejuich onthaald in welzijnsland. Maar toch is er meer samenwerking met politie en justitie. Rond bezorgdheid en verontrusting hebben de CLB’s bijvoorbeeld veel belang bij signaaldetectie. Kind en gezin heeft dan weer een studie gemaakt over gezinsdrama’s. Risico-inschatting kan daaruit gemaakt worden.
Een volgende stap is hoe bepaalde veiligheid te creëren via casusoverleg. Het wettelijk kader mbt het beroepsgeheim en infodeling wordt momenteel opnieuw bekeken. 3) Wat zijn de verwachtingen/intenties rond partnership? Patsy Sörensen: de samenwerking is omschreven in de nieuwe omzendbrief. Meisjes zonder documenten zijn bijzonder kwetsbaar. Niet begeleide minderjarigen kunnen slachtoffer zijn van mensenhandel. Wie wat moet doen is goed bepaald in de ministeriële omzendbrief. Payoke heeft 10 vaste en nog 30 andere partners. Deze zijn erg nodig, buiten de opvang en de familie. Ketenaanpak kan heel nuttig zijn om dit goed te bekijken. Ook kijken naar wat er al allemaal aanwezig is en inzetten op toekomstperspectief: hoe geraak je er ooit uit? Voor cliënten een draaiboek gemaakt. Uit het publiek: Politie jeugd en gezin: Klinkt allemaal mooi, maar werkt niet zo in de praktijk omdat er nergens plaats is. We kennen een meisje die smeekt om opgenomen te worden, maar geen plaats vindt. Peter Casteur: de minister ontkent het capaciteitsprobleem niet. En er is begrip voor frustratie, maar we focussen nu op acute, specifieke doelgroepen (rol van het begeleidingscomité). Christian Denoyelle: Naast het gebrek aan capaciteit is het toch ook belangrijk dat de hulpverlening beseft dat de klik met de hulpverlening niet mag stoppen, we mogen de jongeren niet opgeven, zelfsal denkt een team soms het niet meer aan te kunnen, mogen we de kinderen niet loslaten, er mag geen breuk zijn in de continuïteit van de hulpverlening. Corine Faché: Om niet op te geven, moeten er partners zijn, dit kunnen we alleen niet aan. Nood aan meer samenwerken en meer samen denken. Capaciteitsprobleem is in verschillende sectoren een frustratie, maar toch is het niet de enige oplossing. De wil om de jongere te helpen moet ook samen gedragen worden. Els Lieckens: Samenwerking is niet zo gemakkelijk. Er moet energie gestoken worden in een gemeenschappelijk taalgebruik en verwachtingen. Het is niet evident, maar toch noodzakelijk om verschillende perspectieven samen te brengen. Het gaat om samen-zorgen en om samen een inschatting van de situatie te maken. Pascale Franck: Inderdaad, we moeten een cultuur opbouwen, waarin structuren kunnen renderen. Uit het publiek: Glana Alberty (psychiatrisch verpleegkundige Kortenberg): wij werken alleen met slachtoffers, hoe kunnen we voorthelpen? Antwoord Corine Faché: misschien beleidskeuze inzake daderhulp: waar ligt de grens. Patsy Sörensen: jongens zijn ook slachtoffers, wat doe je daarmee, vooral als het gaat om minderjarigen. Het tekort voor hen moet benadrukt worden. Verder is het grootste probleem de opvangmogelijkheid om iemand, zij het een korte periode, toch even veilig te stellen. Yasmin Van Damme: heeft geen enkel dossier gekregen waarbij jongen slachtoffer is. Payoke wel. Christian Denoyelle: jongens kunnen slachtoffer zijn en dader worden. Tools zijn MOF en VOS in de hulpverlening. Nog laatste vraag vanuit de zaal? PZ Schoten: vragende partij om mensen van politie in te schakelen voor preventie.
Yasmin Van Damme is bereid om contact op te nemen. Stemt ten slotte nog in met bezorgdheid en realistische houding vanuit sommige mensen uit het publiek: hetgeen nu bestaat is niet voldoende: er is nog werk aan de winkel!