Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio IKR, oktober 2003
IKR-netwerk Coördinerend oncologieverpleegkundigen Integraal Kankercentrum Rotterdam Postbus 289 3000 AG Rotterdam (010) 440 58 00
Voorwoord
Voor u ligt een notitie geschreven door vijf leden van het Netwerk Coördinerend oncologieverpleegkundigen (NCOV) van het Integraal Kankercentrum Rotterdam (IKR) met als onderwerp ‘Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR regio’. De notitie is voor de intramurale setting bruikbaar. De aanleiding voor het schrijven van deze notitie is gelegen in het feit dat een ware ‘wildgroei’ aan het ontstaan is van allerlei verpleegkundige functies in de oncologische zorg. In het NCOV zorgde de diversiteit van functies vaak voor verwarring en onduidelijkheid welke professional nu precies wat doet en wie waar verantwoordelijk voor is. Vandaar dat een projectgroep in het leven werd geroepen die in kaart ging brengen welke verschillende professionals in de IKR regio werkzaam zijn en wat een ieders kwaliteiten zijn. Functiedifferentiatie kan voor verpleegkundigen een grote uitdaging zijn. Echter, alvorens een nieuwe functie te implementeren, moet gekeken worden waarop de implementatie van de functie een antwoord moet geven en welke taakinvulling dan specifiek nodig is. Pas dan kan worden bekeken welke functie het beste past. Gehoopt wordt dat deze notitie behulpzaam zal zijn bij het maken van deze keuze(n) waardoor de kwaliteit van zorg aan oncologiepatiënten door verpleegkundige professionals in de IKR-regio zo optimaal mogelijk kan zijn. Wij hopen dat deze notitie een bijdrage kan leveren aan de discussie in de ziekenhuizen over welke functionaris op oncologisch gebied waar zou passen. Deze notitie is met name geschreven voor de voorzitters van de oncologiecommissies en de genoemde verpleegkundige professionals.
Namens het Netwerk Coördinerend oncologieverpleegkundigen, Ellen Boot Agnes Klaren Mariët Raatgever Ewald Reijerink Janny Salomé
coördinerend oncologieverpleegkundige, Havenziekenhuis te Rotterdam projectleider oncologie, Albert Schweitzer ziekenhuis te Dordrecht nurse practitioner, Franciscus ziekenhuis te Roosendaal verpleegkundig specialist oncologie, Medisch Centrum Rijnmond-Zuid, locatie Clara te Rotterdam verpleegkundig specialist oncologie, St. Franciscus Gasthuis te Rotterdam
1 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
Inhoudsopgave Voorwoord
1
Inleiding
3
1. 1.1 1.2 1.3 1.4
Functiedifferentiatie in de oncologische zorg Inleiding Nieuwe functies Hoofdontwikkelingen functiedifferentiatie Kwaliteit van zorg
5 5 5 5 6
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Resultaat Inleiding Probleemstelling en stappenplan Inventarisatie Kruisjesschema Stroomdiagram
7 7 7 7 8 9
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.3
Juridische en financiële aspecten Inleiding Juridische aspecten De wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (wet BIG) De Wet Op de Geneesmiddelen (WOG) De Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO) De ziekenfondswet en de AWBZ De huidige praktijksituatie van de Nurse Practioner Financiële aspecten
10 10 10 10 10 11 11 11 11
4 4.1 4.2
Conclusie Inleiding Conclusie
13 13 13
Literatuurlijst
Bijlage Bijlage Bijlage
14
Projectvoorstel NCOV Taak-/functieomschrijvingen verschillende functies Stroomdiagram
2 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
Inleiding
De laatste jaren is de gezondheidszorg in beweging. Maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing, toename van het aantal chronisch zieken en een veranderd verwachtingspatroon van patiënten vragen om nieuwe functies en anders opgeleide professionals, die beter aansluiten bij de behoeften van de patiënt. Tevens bieden nieuwe functies de mogelijkheid tot carrièreperspectief voor verpleegkundigen. Dit heeft onder andere geleid tot verschuivingen van het verpleegkundig domein en het ontstaan van een aantal nieuwe verpleegkundige functies. De differentiatie in functies is ook binnen de oncologie en in de regio van het Integraal Kankercentrum Rotterdam (IKR) zichtbaar. In deze regio bleek sprake van acht verschillende verpleegkundige functies met als specialisatie oncologie. De functies zijn: 1. Oncologieverpleegkundige 2. Mammacareverpleegkundige 3. Coördinerend oncologieverpleegkundige 4. Coördinerend mammacareverpleegkundige 5. Verpleegkundig specialist oncologie 6. Researchverpleegkundige oncologie 7. Nurse practitioner oncologie 8. Nurse practitioner mammacare Een functie die niet in deze notitie is opgenomen, maar wel binnen de IKR regio beschikbaar is, is die van projectleider oncologie. Met name het Albert Schweitzer ziekenhuis te Dordrecht heeft ervaring met deze functie. De projectleider oncologie heeft geen direct patiëntencontact maar is verantwoordelijk voor het hele oncologische beleid binnen een instelling (ziekenhuisbreed). Naast allerlei coördinerende en beleidsondersteunende werkzaamheden voor de oncologiecommissie heeft deze functionaris ook bemoeienis met het op een hoger niveau brengen van de werkzaamheden van de (coördinerend) oncologieverpleegkundigen, het afstemmen van zorg, het opzetten van oncologische projecten et cetera. Aangezien een projectleider oncologie niet per se een verpleegkundige achtergrond dient te hebben, maar wel academische geschoold dient te zijn, is deze functie in deze notitie verder niet belicht. Binnen het Netwerk Coördinerend oncologieverpleegkundigen (NCOV) van het IKR was onduidelijk welke professional nu waar en wanneer ingezet kan worden, kijkend naar de gewenste taakinvulling en deskundigheid. Van de diverse functies is namelijk niet helder waar de verschillen en overeenkomsten liggen. Om een antwoord te vinden op deze probleemstelling is een projectgroep geïnstalleerd met de volgende doelstelling: Het ontwikkelen van een besluitvormingstraject ten behoeve van het effectief inzetten van verpleegkundige professionals in de oncologische zorg. De taakopdracht van het NCOV heeft geresulteerd in een door de projectgroep opgesteld projectvoorstel (bijlage). De resultaten van de projectgroep vindt u terug in deze notitie. In hoofdstuk 2 wordt beschreven wat functiedifferentiatie nu precies is en hoe dat in de praktijk gestalte krijgt. In hoofdstuk 3 zijn de acht verschillende functies binnen de oncologie uitgewerkt; voor elke functie is een taak-/functieomschrijving geschreven (bijlage) om zo de verschillen en 3 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
overeenkomsten tussen de verschillende functies inzichtelijk te maken. Daarna is getracht om in een kruisjesschema weer te geven in hoeverre de resultaatgebieden per functie aanwezig zijn. Aansluitend is een stroomschema ontwikkeld om per ziekenhuis te kunnen bepalen welke functionaris(sen) gewenst is (zijn). In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de juridische en financiële aspecten. Hoofdstuk 5 beschrijft de conclusies.
4 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
1.
Functiedifferentiatie in de oncologische zorg
1.1 Inleiding Functiedifferentiatie is het creëren van nieuwe functies met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Het is één van de middelen waarmee ziekenhuizen proberen de capaciteits- en continuïteitsvraagstukken op te lossen (Offenbeek e.a., 2002). 1.2 Nieuwe functies Ziekenhuizen verschillen sterk voor wat betreft het aantal nieuwe initiatieven en de functies waarvoor wordt gekozen. Ook de hoeveelheid functiebenamingen groeit, hoewel die niet altijd op duidelijk verschillende functie-inhouden betrekking hebben. Eenmaal ingevoerde functies worden slechts zelden weer afgeschaft, waardoor steeds meer differentiatie binnen ziekenhuizen kan ontstaan. Dit kan ten koste gaan van de continuïteit, de flexibiliteit en daarmee ook van de doelmatigheid. Over de effecten van de verschillende typen functiedifferentiatie hebben de ziekenhuizen vooralsnog weinig gegevens. Bij taakverschuiving gaat het vaker om het beter benutten van de aanwezige medische en verpleegkundige capaciteit dan om bezuinigingen op bestaande functies. Door nieuwe functies is het zorgproces wel anders te organiseren zodat de continuïteit en in sommige gevallen ook de doelmatigheid toe kan nemen. Genoemde effecten hiervan kunnen zijn: minder onnodige onderzoeken, minder verpleegdagen, minder polikliniekbezoeken en betere begeleiding en voorlichting. Vaak wordt functiedifferentiatie gezien als leidend tot versmalling of verarming van functies. De organisatie van de zorg kan daardoor steeds gefragmenteerder worden. De laatste jaren investeert men echter in integrerende functies. Deze kunnen juist bijdragen aan de continuïteit van zorg. Goede afstemming over de nieuwe taakverdeling en een passend loopbaanbeleid helpen taakverarming voorkomen. (Offenbeek e.a., 2002). 1.3 Hoofdontwikkelingen functiedifferentiatie Offenbeek e.a. (2002) beschrijven drie hoofdontwikkelingen wanneer het gaat om functiedifferentiatie. Ten eerste zijn er vanaf 1996 functies die leiden tot een herverdeling van ‘medische’ taken. Opvallend is een beweging in de richting van generalistische functies in de medische discipline en in de richting van functies op de grens tussen medische en verpleegkundige discipline. Een voorbeeld hiervan is de nurse practitioner oncologie of nurse practitioner mammacare, die medische en verpleegkundige taken integreert en daarmee continuïteit van zorg verhoogt. Ook de researchverpleegkundige oncologie valt hier onder te brengen. De tweede ontwikkeling hangt nauw samen met de eerste en betreffen de functies die gericht zijn op coördinatie en/of communicatie. De groeiende vraag naar multidisciplinaire zorg op maat maken het realiseren van continuïteit van zorg gecompliceerder. Coördinerende functies waarborgen de performance bij de toenemende samenhang tussen zorgtaken die uitgevoerd worden door diverse disciplines. Het kan gaan om gespecialiseerde verpleegkundige functies, zoals de (coördinerend) oncologie- en mammacareverpleegkundige en om hogere functies op de grens tussen de verpleeg- en staforganisatie, zoals de verpleegkundig specialist oncologie. De derde ontwikkeling is de verdere verticale differentiatie binnen de verpleegorganisatie. Aanleiding hiervoor zijn krapte op de arbeidsmarkt, het bieden van loopbaanperspectieven en aansluiten bij het opleidingsstelsel dat vijf kwalificatieniveaus onderscheidt. Hierbij gaat het om de functies van oncologie- en mammacareverpleegkundige. De leidinggevende functies binnen de oncologische zorg zijn in deze notitie niet meegenomen. 5 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
1.4 Kwaliteit van zorg Via functiedifferentiatie kan gekeken worden wie de patiënt op welk moment het beste kan helpen. Toegankelijkheid en kwaliteit van zorg: daar moet het om gaan. Tradities mogen dan ook niet bepalend zijn bij beslissingen over welke hulpverlener welke handelingen mag verrichten. Ook de hiërarchie van de oude beroepenstructuur mag niet de doorslag geven. Belangrijk is om binnen de verschillende instellingen in de IKR regio na te gaan welke functionaris nu waar binnen het ziekenhuis zou passen om de kwaliteit van zorg aan oncologiepatiënten te garanderen en daarbij de effectiviteit en doelmatigheid binnen de gezondheidszorg te bevorderen.
6 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
2.
Resultaat
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de verschillende stappen die tijdens het project zijn doorlopen en wordt beschreven welke resultaten daar uit voort zijn gekomen. 2.2 Probleemstelling en stappenplan Na de installatie van de projectgroep is de volgende probleemstelling geformuleerd: Welke verpleegkundige professionals zijn in de oncologische zorg waarvoor inzetbaar? Om deze probleemstelling te beantwoorden, zijn de volgende stappen ondernomen: - Allereerst is een inventarisatie gemaakt van de verschillende verpleegkundige functies binnen de oncologie die in de IKR regio voorkomen. Van de acht functies die daaruit voort kwamen, is een taak/- functieomschrijving gemaakt aan de hand van een vast format; - Vervolgens is een kruisjesschema ontwikkeld waardoor op vrij eenvoudige wijze de accentverschillen in de functies zichtbaar worden; - Ten slotte is een stroomdiagram ontwikkeld waarbij door middel van vragen over de verschillende taken die een functionaris moet gaan uitvoeren, uiteindelijk bij de juiste verpleegkundige functionaris wordt uitgekomen. Deze stappen worden hieronder toegelicht. 2.3 Inventarisatie Bij de inventarisatie van de verschillende functies is in de ziekenhuizen binnen de IKR regio nagegaan welke verpleegkundige functionarissen binnen de ziekenhuizen werken. Gekomen werd tot onderstaande acht verschillende verpleegkundige functies: 1. Oncologieverpleegkundige 2. Mammacareverpleegkundige 3. Coördinerend oncologieverpleegkundige 4. Coördinerend mammacareverpleegkundige 5. Verpleegkundig specialist oncologie 6. Researchverpleegkundige oncologie 7. Nurse practitioner oncologie 8. Nurse practitioner mammacare Volgens een vast format zijn de taak-/functieomschrijvingen van de acht functies opgesteld (bijlage 2). Hierbij is gebruikt gemaakt van een algemeen aanvaard format namelijk die van de FWG 3.0 en van reeds bestaande taak-/functieomschrijvingen binnen de IKR regio. Bij het maken van deze omschrijvingen is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van dezelfde termen en omschrijvingen om op die manier zo goed mogelijk de taak-/functieomschrijvingen te kunnen vergelijken. De verschillende resultaatgebieden binnen de FWG 3.0 zijn getracht zo compleet mogelijk te beschrijven. De verschillende resultaatsgebieden binnen de FWG 3.0 zijn: directe patiëntenzorg, consultatie, deskundigheidsbevordering, onderzoek, beleid en innovatie en coördinatie van zorg. In verband met de leesbaarheid is ervoor gekozen om in de functieomschrijvingen geen literatuurverwijzingen op te nemen. De gebruikte literatuur is in de literatuurlijst te vinden onder de nummers: 1, 2, 3, 5, 6, 7, 12, 13, 14. 7 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
2.4 Kruisjesschema Na de beschrijving van acht functies is een kruisjesschema ontwikkeld om de resultaatsgebieden weer te geven en de mate waarin deze resultaatsgebieden accent krijgen in de uitoefening van de functie. Binnen de projectgroep is hierover veel en lang gediscussieerd daar het moeilijk was om voor sommige resultaatsgebieden tot consensus te komen voor wat betreft het accent in relatie tot de functieomschrijving en de andere functies. Zo is bijvoorbeeld veel gediscussieerd over de vraag of de mammacareverpleegkundige en de coördinerend mammacareverpleegkundige nu wel of niet onderzoek doen of meewerken aan onderzoek. Ook de vraag in welke mate de verpleegkundig specialist oncologie direct patiëntenzorg verleent heeft veel discussie gegeven alvorens er consensus bereikt was. Uiteindelijk is het kruisjesschema een overzicht geworden dat in één oogopslag de globale accentverschillen aangeeft. Het is een combinatie van de werkelijkheid en de wenselijkheid geworden. Want tijdens de vele levendige discussies bleek dat de functies vaak per ziekenhuis anders worden ingevuld en dat ook wenselijke taakinvullingen een rol spelen. Het concept kruisjesschema is in het NCOV besproken en ook daar volgde een discussie waarbij de werkelijke individuele taakinvulling en de wenselijke taakinvulling door elkaar liepen. Uiteindelijk is een kruisjesschema tot stand gekomen waarin iedereen zich kan vinden en herkennen. Hieronder treft u de definities van de zes resultaatsgebieden aan: Directe patiëntenzorg: - De verpleegkundige is verantwoordelijk voor het zelfstandig vaststellen, plannen, uitvoeren en evalueren van de verpleegkundige zorg, zowel de individuele als in de maatschappelijke gezondheidszorg. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor de interpretatie en registratie van de effecten hiervan. Op het gebied van preventie en voorlichting is zij ervoor verantwoordelijk gezondheidsbedreigende factoren te signaleren en hierop acties te ondernemen (Beroepsprofiel van verpleegkundige, 1997). Consultatie: - Het proces waar iemand met herkenbare expertise hulp gevraagd wordt bij het oplossen van problemen (P. Roodbol, 1999). Deskundigheidsbevordering: - Het scholen van patiënt en naasten, collega's en andere disciplines uitgaande van de expert rol binnen de functie (P. Roodbol, 1999). Onderzoek: - Het bijdragen van de professional aan verpleegkundig en medisch wetenschappelijk onderzoek. Beleid en innovatie: - Het (verpleegkundig) oncologische beleid (mede)ontwikkelen en innoveren (P. Roodbol, 1999). Coördinatie van de oncologische zorg: - De verpleegkundige is verantwoordelijk voor de organisatie en coördinatie van de multidisciplinaire zorg rond de patiënt en daarnaast is zij verantwoordelijk voor de continuïteit van de verpleegkundige zorg.
8 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
Nurse pract. Mammacare
Nurse Pract. Oncologie
Researchverpl
Verpl.Spec.Onco
Coord.mammacare verpl
Coord.onco.verpl
Mammacare verpleegkundige
Oncologieverpleegkundige Directe Patiëntenzorg
xxx
xxx
xx
xx
x
xx
xxx
xxx
Consultatie
n.v.t
n.v.t
x
x
xx
xx
x
x
Deskundigheidsbevordering
x
x
xx
xx
xxx
xx
x
x
Onderzoek
x
n.v.t
x
n.v.t
xx
xxx
x
x
Beleid en Innovatie
x
x
xx
xx
xxx
x
xxx
xxx
Coördinatie van de oncologische zorg*
x
x
xx
xx
xxx
xxx
xxx
xxx
Verklaring kruisjes: x = beperkt aanwezig xx = aanwezig xxx = in ruime mate aanwezig * De waarde van de kruisjes bij de coördinatie van de oncologische zorg is: x = op afdelingsniveau xx = afdelingsoverstijgende patiëntenzorg xxx = ziekenhuisbreed NB: Schema altijd in combinatie met functieomschrijvingen hanteren!!!
2.5 Stroomdiagram Na de omschrijving van de functies en het maken van een kruisjesschema waarin de accentverschillen naar voren komen, is een stroomdiagram ontwikkeld om een instrument te hebben om de juiste functionaris op de juiste plaats te krijgen. Het stroomdiagram is gebaseerd op de resultaatsgebieden van de functies aan de ene kant en de functies aan de andere kant. Op basis van het door de instelling gemaakte wensenprofiel kan in combinatie met de functieomschrijvingen en het kruisjesschema het stroomdiagram doorlopen worden om zo te bepalen welke functionaris men in het ziekenhuis nodig heeft. Het ontwikkelde stroomdiagram is als bijlage weergegeven. Alle items die in het kruisjesschema twee kruisjes of meer hadden, komen in het stroomdiagram terug.
9 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
3
Juridische en financiële aspecten
3.1 Inleiding Dit hoofdstuk is gebaseerd op achtergrondinformatie over de belemmeringen in de wet- en regelgeving. Op dit moment zijn er nog diverse belemmeringen die bij taakherschikking of substitutie een rol spelen (RVZ, 2000). Naast de juridische aspecten komen ook de financiële aspecten in dit hoofdstuk aan de orde. 3.2 Juridische aspecten Onder de juridische aspecten vallen diverse wet- en regelgevingen. Hieronder wordt daar, ter informatie, een korte uiteenzetting van gegeven. 3.2.1 De wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (wet BIG) De verpleegkundig specialist valt in artikel 14 van de wet BIG. Dit artikel geeft de verpleegkundige beroepsgroep de mogelijkheid tot het regelen van specialismen. Als uitgangspunten voor de verpleegkundig specialist in de wet worden genoemd: - werkzaam in de individuele gezondheidszorg - een basisopleiding met vervolgopleiding - bijzondere deskundigheid op een deelgebied van de beroepsuitoefening - hooggekwalificeerde werkzaamheden. Op dit moment valt de nurse practitioner nog niet onder dit artikel. Het advies van het Landelijk Centrum Verpleging en verzorging (LCVV) (momenteel LEVV) is de nurse practitioner wel op te nemen in dit artikel. De belemmeringen zijn met name: - het ontbreken van een beschermende titel - de regeling van voorbehouden handelingen. De voorbehouden handelingen zijn gelegaliseerd overdraagbaar, mits voldaan aan de wettelijke eisen: - Er is een opdracht van een functioneel bevoegde (arts). De opdracht van de arts houdt vaak de opdracht tot de uitvoering van een protocol in; voor individuele handelingen is geen aparte opdracht vereist - Onbekwaam is onbevoegd. De opdrachtgever moet beoordelen of opdrachtnemer bekwaam is. Van de opdrachtnemer wordt verlangd dat deze eventuele onbekwaamheid meldt en een opdracht weigert. Echter, vermelding in de wet BIG alleen is niet voldoende. 3.2.2 De Wet Op de Geneesmiddelen (WOG) Deze wet staat niet toe dat verpleegkundigen: - medicatie per recept voorschrijven - ‘zonodig’ medicatie voorschrijven - zelfstandig besluiten tot toediening cytostatica - herhalingsrecepten schrijven. Zorgvuldigheid ten opzichte van de patiënt dient centraal te staan. Het voorschrijven in opdracht van de arts is ook niet toegestaan. Opmerkelijk: ondanks het wettelijke verbod, zijn er in veel ziekenhuizen wel instellingsgebonden regels en richtlijnen. 10 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
3.2.3 De Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO) In deze wet wordt onvoldoende tot uitdrukking gebracht dat handelen van andere beroepsbeoefenaren dan medici binnen deze wet vallen. De wet is dan ook onvoldoende toegesneden op nieuwe vormen van zorg. 3.2.4 De ziekenfondswet en de AWBZ De aanspraken in verzekeringswetten zijn ook (nog) niet toegesneden op taakverschuiving. Overigens geeft de opleiding tot nurse practitioner of verpleegkundig specialist geen extra juridische bevoegdheden! Wanneer het gaat op aansprakelijkheid en tuchtrecht zal niet het wettelijk verbod centraal staan, maar de zorgvuldigheid van de taakuitoefening. Niet het wat, maar het hoe. Daarbij zijn beroepsnormen van groot belang. De WGBO en de WOG worden op dit moment geëvalueerd, waarbij de taakverschuiving van arts naar verpleegkundige wordt bekeken. 3.2.5 De huidige praktijksituatie van de Nurse Practioner Voor toekenning van meer zelfstandige bevoegdheid aan verpleegkundigen is een wetswijziging nodig. De ervaring leert dat dit nog wel even kan duren. Voor de korte termijn zal het antwoord gevonden moeten worden in het samenspel van artsen en verpleegkundigen: voorwaarden scheppend en zelfcorrigerend. Zorgvuldigheid is echter geboden. Op dit moment worden de wetten ondervangen door: - De door de wet vereiste opdracht van een arts kan worden vervangen door een zorgvuldig opgesteld protocol. Deze protocollen dienen tevens de grenzen aan te geven van de individuele deskundigheid en bekwaamheid. Een protocol ontslaat de arts en de opdrachtnemer echter nooit van de verplichting om per individuele patiënt na te gaan of het protocol uitsluitsel geeft. - Laat de arts een autorisatieverklaring tekenen waarin hij/zij verklaart dat de genoemde professional geschoold en bekwaam geacht wordt een bepaalde handeling of protocol uit te voeren. 3.3 Financiële aspecten De financiële aspecten van de verpleegkundige functies worden opgesplitst in opleidingskosten en kosten die voortvloeien uit de functiewaardering. De opleidingskosten bestaan uit de kosten voor de theoretische opleiding. De financiële functiewaardering zal ingeschaald moeten worden volgens de CAO van de algemene en academische ziekenhuizen binnen de IKR-regio. In de onderstaande tabel wordt een overzicht van de opleidingskosten gegeven. Aan deze richtlijn kunnen geen consequenties worden verbonden.
11 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
Overzicht opleidingskosten Functie
Opleiding
Opleidingskosten, bij benadering, in €
Oncologieverpleegkundige
Specialistische vervolgopleiding oncologieverpleegkunde, opleidingsinstituut Erasmus MC te Rotterdam
2100,--
Mammacareverpleegkundige
Cursus mammacare: Stichting specifieke scholing voor verpleegkundigen te Bunnik
1000,--
Coördinerend oncologieverpleegkundige
Specialistische vervolgopleiding oncologieverpleegkunde, opleidingsinstituut Erasmus MC te Rotterdam
2100,--
Coördinerend mammacareverpleegkundige
Specialistische vervolgopleiding mammacare verpleegkunde, opleidingsinstituut Erasmus MC te Rotterdam (vanaf januari 2004)
2100,--
Verpleegkundig specialist oncologie
VO-gezondheidszorg, verpleegkundig specialist, in meerdere plaatsen
7000,--
Researchverpleegkundige
Opleiding tot researchverpleegkundige, Hogeschool Rotterdam
5000,--
Nurse practitioner oncologie, mammacare
Advanced nurse practitoner, in meerdere plaatsen
13000,--
12 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
4
Conclusie
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de conclusies die naar aanleiding van de vorige hoofdstukken zijn te trekken. Tevens worden handvatten gegeven voor ziekenhuizen die de notitie ter hand willen gaan nemen. 4.2 Conclusie In de inleiding is ingegaan op de doelstelling van de projectgroep. De doelstelling was als volgt geformuleerd: Het ontwikkelen van een besluitvormingstraject ten behoeve van het effectief inzetten van verpleegkundige professionals in de oncologische zorg. Met het kruisjesschema en het stroomdiagram heeft de projectgroep een instrument ontwikkeld om verpleegkundige professionals in de oncologische zorg effectief in te zetten. De projectgroep realiseert zich dat het ontwikkelde kruisjesschema en het stroomdiagram discussie op zal leveren binnen ziekenhuizen. Gehoopt wordt dat deze notitie hierbij handvatten en houvast kan bieden om tot keuzen te komen. De projectgroep realiseert zich dat dit document een momentopname is. De projectgroep heeft geprobeerd om structuur en helderheid te brengen in de ‘wirwar’ van verpleegkundige functies binnen de oncologie. Het ontwikkelen van de acht functiebeschrijvingen en het stroomschema zijn instrumenten om op een effectieve wijze verpleegkundige professionals in de oncologische zorg in te zetten. Ze kunnen als leidraad dienen in discussies met het management. De projectgroep spreekt dan ook de hoop uit dat deze notitie binnen ziekenhuizen gezien wordt als een leidraad om een discussie omtrent de verpleegkundige professionals op gang te brengen. Als projectgroep zijn we ons bewust dat dit een document is van cyclische aard en het zal dan ook regelmatig bijgesteld moeten worden. Het zal altijd individueel per ziekenhuis bekeken moeten worden en de toepassing hangt af van de organisatie van het ziekenhuis, de specialisten en de verpleegkundige professionals.
13 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
Literatuurlijst 1. Bakker, J.H. & le Grand –van den Boogaard M.J.M. (1988) Verpleegkundig beroepsprofiel. Nationale Raad voor de Volksgezondheid, Zoetermeer. 2. Boer, de M.M., A.J. Bruggeling, C.A.M. Huisman, K. Kragt & M.H. Stuur. (1999) Functieprofiel Researchverpleegkundige. Transfergroep Rotterdam. 3. De Nurse Practitioner in academisch-klinische setting uit: Handboek zorgvernieuwing. Roodbol, P.F., (2000), Bohn Stafleu Loghum, Houten. 4. Hamric, A.B., Spross, J.A. & Hanson, C.M (1996) Advanced Nursing Practice, an integrative approach. WB Saunders Company; Phildelphia. 5. Integraal Kankercentrum Midden Nederland (red.) (2002) Functieprofiel mammacare verpleegkundige. IKMN Utrecht. 6. Medisch Centrum Rijnmond-Zuid, locatie Clara (2001) Taak- en functieomschrijving oncologieverpleegkundige, interne uitgave MCRZ locatie Clara. 7. Nurse Practitioner, besluitvormingstraject ten behoeve van experimentele functie. AZG, Gronigen, Interne uitgave. 8. Offenbeek, van M.A.G., Hoeve, ten, Y., Leemeijer, M. & Roodbol, P.F.(2002) Een waaier van nieuwe functies: Functiedifferentiatie in Nederlandse ziekenhuizen. Medisch Contact, jaargang 57,nr.21, 817 – 820. 9. Portengen, J., Warringa, M.I., Brugmans, M.L., Roodbol, P.F. & Spijker, G.J.H.(1999) Advanced Nursing Practice: een studie Actief Naar Perspectief. Landelijk Centrum Verpleging& Verzorging, Utrecht. 10. Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (2000) Professionals in de gezondheidszorg. RVZ: Zoetermeer. 11. Roodbol, P. (1999): Advanced Nursing Practice, Actief naar Passief: Functiedifferentiatie verpleging. Congresverslag LCVV, Rotterdam). 12. Projectgroep coördinerend oncologieverpleegkundige, (2001) Functieprofiel verpleegkundig specialist oncologie. IKR, Rotterdam, interne uitgave. 13. Projectgroep coördinerend oncologieverpleegkundige, (2001) Model vergelijkende functieomschrijving coördinerend oncologie (mammacare)verpleegkundige in de IKR-regio. IKR, Rotterdam. 14. Projectgroep Functieprofiel van de Vereniging van Oncologie Verpleegkundigen (1996) Functieprofiel Oncologie Verpleegkundige. VvOV, Utrecht.
14 IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003
Bijlage
Projectvoorstel NCOV
Onderwerp
Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR ziekenhuizen.
Situatieschets
Aanleiding Ontwikkelingen in de turbulente gezondheidszorg van de laatste jaren, heeft onder andere geleid tot een verschuiving in het verpleegkundig domein. Mede door het tekort aan verpleegkundigen en medici, de verandering in de opleiding en de professionalisering van de verpleegkundige beroepsgroep zijn (ook binnen de oncologie) een aantal nieuwe verpleegkundige functies ontstaan. In het NCOV van het IKR was onduidelijk welke professional nu waar en wanneer ingezet kan worden, kijkend naar gewenste taakinvulling en deskundigheid. Van de diverse functies is niet helder wat de verschillen en overeenkomsten zijn. Door dit in kaart te brengen en een besluitvormingstraject te ontwikkelen, moet het voor een ziekenhuis mogelijk zijn de juiste persoon op de juiste functie op de juiste plaats te zetten.
Probleemstelling
Formuleren van probleem: Welke verpleegkundige professionals zijn in de oncologische zorg waarvoor inzetbaar? Gekeken zal worden naar: oncologieverpleegkundigen, mammacareverpleegkundigen, coördinerend oncologieverpleegkundigen, coördinerend mammacareverpleegkundigen, verpleegkundig specialist, researchverpleegkundige en nurse practitioner.
Doelstelling
Beoogde resultaat Het ontwikkelen van een besluitvormingstraject ten behoeve van het effectief inzetten van verpleegkundige professionals in de oncologische zorg.
Invullen van formulier door e
1 Terugkoppeling in (eerst)volgend overleg
Projectgroep verpleegkundige professionals Door wie en op welke wijze □ Mondeling <-□ Schriftelijk
Subgroep installeren
Namen, telefoonnummers, e-mail - Ellen Boot - Agnes Klaren - Mariët Raatgever - Ewald Reijerink - Janny Salomé (e-mailadressen en telefoonnummers zie adressenlijst IKR)
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, projectvoorstel NCOV
Bijlage
Taak-/functieomschrijvingen verschillende functies
Functie
Oncologieverpleegkundige (1)
Definitie van functie
De oncologieverpleegkundige is een gespecialiseerd verpleegkundige die verpleegkundige zorg verleent op afdelingsniveau voor de patiënten met een potentiële of actuele diagnose kanker. Oncologieverpleging omvat de zorg voor de patiënt binnen het volledig continuüm van zorg, van preventie tot aan terminale zorg.
Plaats in organisatie
De oncologieverpleegkundige ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de verpleegafdeling.
Doel van de functie
Het verlenen van verpleegkundige zorg aan een groep toegewezen patiënten met oncologische of onco- hematologische aandoeningen volgens de vastgestelde zorgvisie, waarbij de kwaliteit van zorg wordt gewaarborgd.
Resultaatgebieden (volgens FWG 3.0) 1. Directe patiëntenzorg
De oncologieverpleegkundige verleent zelfstandig verpleegkundige zorg op de verpleegafdeling, volgens methodisch verpleegkundig handelen.
2. Consultatie
Niet van toepassing.
3. Deskundigheidsbevordering
De oncologieverpleegkundige levert een bijdrage aan deskundigheidsbevordering op afdelingsniveau.
4. Onderzoek
De oncologieverpleegkundige levert een bijdrage aan verpleegkundig en medisch wetenschappelijk onderzoek voor de toegewezen patiënten die hieraan deelnemen.
5. Beleid en innovatie
De oncologieverpleegkundige levert een bijdrage aan de ontwikkeling en invoering van nieuwe richtlijnen en protocollen op de verpleegafdeling.
6. Coördinatie van zorg
De oncologieverpleegkundige coördineert de zorg voor de toegewezen patiënten gedurende de eigen dienst en draagt zorg voor multidisciplinaire afstemming.
Functie-eisen 1. Kennis
Verpleegkundige A of HBO-V aangevuld met de opleiding tot oncologieverpleegkundige, functionerend op niveau 4. Houdt verpleegkundige kennis op peil door het bijhouden van vakliteratuur en het deelnemen aan bijscholingscursussen en symposia.
2. Zelfstandigheid
Werkt zelfstandig en neemt initiatief binnen de vastgestelde richtlijnen en protocollen, ook in situaties waarbij geen richtlijnen en protocollen aanwezig zijn.
3. Sociale vaardigheden
Tact, invoelend vermogen, kunnen motiveren en stimuleren in het contact met de zorgvrager en diens naasten, is communicatief vaardig.
4. Uitdrukkingsvaardigheden Goede mondelinge en schriftelijke beheersing van de Nederlandse taal. IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 1
5. Bewegingsvaardigheden
Bezit voldoende bewegingsvaardigheid voor het verrichten van verzorgende en vele verpleegtechnische handelingen.
6. Oplettendheid
Kan complexiteit van de zorgsituaties inschatten, kan nauwkeurig en systematisch werken en kan overzicht bewaken over de toegewezen zorgvragers.
7. Risico’s, verantwoordelijkheden, invloed
Er bestaat een risico dat door onjuist inschatten van een situatie of door fouten de zorgvrager (ernstig) letsel wordt toegebracht, zowel psychisch als lichamelijk. Gaat professioneel om met ethische dilemma's en maakt de juiste afweging.
8. Inconveniënten
Verricht lichamelijk zwaar werk in onregelmatige diensten, grote psychische belasting in verband met confrontatie met crisissituaties zoals slechtnieuwsgesprek, stervensbegeleiding, overlijden en rouwverwerking. Daarnaast een verhoogd risico op persoonlijk letsel door het omgaan met schadelijke stoffen (chemotherapeutica).
9. Overige functie-eisen
Klantvriendelijkheid, ordelijkheid, hygiëne en discipline in de verpleging van de zorgvragers.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 2
Functie
Mammacareverpleegkundige (2)
Definitie van functie
De mammacare verpleegkundige is een gespecialiseerd verpleegkundige die verpleegkundige zorg verleent op afdelingsniveau aan patiënten met de diagnose borstkanker tijdens de chirurgische behandelfase.
Plaats in organisatie
De mammacareverpleegkundige ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de verpleegafdeling.
Doel van de functie
Het verlenen van verpleegkundige zorg aan een groep toegewezen patiënten met borstkanker volgens de vastgestelde zorgvisie, waarbij de kwaliteit van zorg wordt gewaarborgd.
Resultaatgebieden (volgens FWG 3.0) 1. Directe patiëntenzorg
De mammacareverpleegkundige verleent zelfstandig verpleegkundige zorg op de verpleegafdeling, volgens methodisch verpleegkundig handelen.
2. Consultatie
Niet van toepassing.
3. Deskundigheidsbevordering
De mammacareverpleegkundige levert een bijdrage aan deskundigheidsbevordering op afdelingsniveau.
4. Onderzoek
Niet van toepassing.
5. Beleid en innovatie
De mammacareverpleegkundige levert een bijdrage aan ontwikkeling en invoering van nieuwe richtlijnen en protocollen op de verpleegafdeling.
6. Coördinatie van zorg
De mammacareverpleegkundige coördineert de zorg voor de toegewezen patiënten gedurende de eigen dienst en draagt zorg voor de multidisciplinaire afstemming.
Functie-eisen 1. Kennis
Verpleegkundige A of HBO-V aangevuld met de cursus mammacare, functionerend op niveau 4. Houdt verpleegkundige kennis op peil door het bijhouden van vakliteratuur en het deelnemen aan bijscholingscursussen en symposia.
2. Zelfstandigheid
Werkt zelfstandig en neemt initiatief binnen de vastgestelde richtlijnen en protocollen, ook in situaties waarbij geen richtlijnen en protocollen aanwezig zijn.
3. Sociale vaardigheden
Tact, invoelend vermogen, kunnen motiveren en stimuleren in het contact met de zorgvrager en diens naasten, is communicatief vaardig.
4. Uitdrukkingsvaardigheden Goede mondelinge en schriftelijke beheersing van de Nederlandse taal. 5. Bewegingsvaardigheden
Bezit voldoende bewegingsvaardigheid voor het verrichten van verzorgende en vele verpleegtechnische handelingen.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 3
6. Oplettendheid
Kan complexiteit van de zorgsituaties inschatten, kan nauwkeurig en systematisch werken en kan overzicht bewaken over de toegewezen zorgvragers.
7. Risico’s, verantwoordelijkheden, invloed
Er bestaat een risico dat door onjuist inschatten van een situatie of door fouten de zorgvrager (ernstig) letsel wordt toegebracht, zowel psychisch als lichamelijk.Gaat professioneel om met ethische dilemma's en maakt de juiste afweging.
8. Inconveniënten
Verricht lichamelijk zwaar werk in onregelmatige diensten en grote psychische belasting in verband met confrontatie met crisissituaties zoals slechtnieuwsgesprekken.
9. Overige functie-eisen
Klantvriendelijkheid, ordelijkheid, hygiëne en discipline in de verpleging van de zorgvragers.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 4
Functie
Coördinerend oncologieverpleegkundige (3)
Definitie van functie
De coördinerend oncologieverpleegkundige (COV) is een gespecialiseerd verpleegkundige op het gebied van de oncologie. De werkzaamheden spelen zich af binnen het brede gebied van de preventie, curatie, nazorg, palliatieve zorg en terminale zorg voor de patiënt met een oncologische aandoening en diens naasten zowel klinisch als poliklinisch.
Plaats in organisatie
De hiërarchische plaats in de organisatie is afhankelijk van de werkzaamheden van de COV en de ziekenhuisstructuur. Kan functioneel leiding ontvangen van de medisch specialist.
Doel van de functie
Het mede ontwikkelen, implementeren, coördineren en evalueren van het verpleegkundig oncologisch zorgbeleid en het uitvoeren en verbeteren van de kwaliteit en continuïteit van de oncologische zorgverlening in al haar aspecten voor patiënten en diens naasten.
Resultaatgebieden (volgens FWG 3.0) 1. Directe patiëntenzorg
De COV verleent zelfstandig verpleegkundige zorg aan klinische en poliklinische oncologiepatiënten en diens naasten.
2. Consultatie
De COV heeft een consulterende functie voor (oncologie)verpleegkundigen en overige disciplines.
3. Deskundigheidsbevordering
De COV bevordert de deskundigheid van verpleegkundigen en andere hulpverleners die bij de zorg van een oncologische patiënt betrokken zijn.
4. Onderzoek
De COV levert een bijdrage aan verpleegkundig onderzoek en medisch wetenschappelijk onderzoek, voor de patiënt die hieraan deelneemt.
5. Beleid en innovatie
De COV initieërt en draagt bij aan de ontwikkelingen en invoering van nieuwe richtlijnen en protocollen.
6. Coördinatie
De COV coördineert de verpleegkundige zorg zowel op de polikliniek als ook op de klinische afdelingen voor de oncologiepatiënt en diens naasten en draagt zorg voor multidisciplinaire afstemming.
Functie eisen: 1. Kennis
Verpleegkundige A of HBO-V aangevuld met de opleiding tot oncologieverpleegkundige, functionerend op niveau 4 of 5. Houdt verpleegkundige kennis op peil door het bijhouden van vakliteratuur en het deelnemen aan bijscholingscursussen en symposia.
2. Zelfstandigheid
Werkt zelfstandig en solistisch binnen de vastgestelde instellingskaders en stelt zelf de prioriteiten vast. Neemt initiatief en is vindingrijk, creatief en vernieuwend in het vinden van oplossingen bij problemen.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 5
3. Sociale vaardigheden
Toont kennis en begrip, beschikt over het vermogen om te motiveren, te stimuleren en weerstanden te overwinnen, naar zowel patiënten, verpleegkundigen, artsen en andere disciplines.
4. Uitdrukkingsvaardigheden Is in staat om kennis en informatie aan anderen over te dragen en in het geven van en omgaan met feedback. Een goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid is vereist voor contacten met patiënten en anderen en het (mede) ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal, protocollen en het zorgbeleid. 5. Bewegingsvaardigheden
Bezit voldoende bewegingsvaardigheid voor het verrichten van verzorgende en vele verpleegtechnische handelingen.
6. Oplettendheid
Kan complexe situaties inschatten en hierop adequaat handelen. Is tevens in staat lacunes op te merken in de dagelijkse praktijk. Is oplettend bij het gelijktijdig observeren van de fysieke en psychosociale toestand van de patiënt.
7. Risico’s, verantwoordelijkheden, invloed
Heeft een kans op het toebrengen van lichamelijk en/of psychisch letsel bij de patiënt ten gevolge van de onjuiste uitoefening van de verpleegkundige acties. Heeft een verantwoordelijkheid bij het vertrouwelijk omgaan met informatie.
8. Inconveniënten
Verricht lichamelijk zwaar werk in onregelmatige diensten, grote psychische belasting in verband met confrontatie met crisissituaties zoals slechtnieuws gesprek, stervensbegeleiding, overlijden en rouwverwerking. Daarnaast een verhoogd risico op persoonlijk letsel door het omgaan met schadelijke stoffen (chemotherapeutica).
9. Overige functie-eisen
Heeft ruime aandacht voor hygiëne en ordelijkheid binnen het werk, is klantvriendelijk, stressbestendig en professioneel in het werk.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 6
Functie
Coördinerend mammacareverpleegkundige (4)
Definitie van functie
De coördinerend mammacareverpleegkundige (CMV) is een gespecialiseerd verpleegkundige op het gebied van borstkanker. De werkzaamheden spelen zich af binnen het diagnostisch-, behandel- en nazorgtraject van de patiënt met een mammacarcinoom en diens naasten zowel klinisch als poliklinisch.
Plaats in organisatie
De hiërarchische plaats in de organisatie is afhankelijk van de werkzaamheden van de CMV en de ziekenhuisstructuur. Kan functioneel leiding ontvangen van de medisch specialist.
Doel van de functie
Het mede ontwikkelen, implementeren, coördineren en evalueren van het verpleegkundig zorgbeleid en het uitvoeren en verbeteren van de kwaliteit en continuïteit van de mammacare in al haar aspecten voor patiënten en diens naasten.
Resultaatgebieden (volgens FWG 3.0) 1. Directe patiëntenzorg
De CMV verleent verpleegkundige zorg aan klinische en poliklinische patiënten met mammacarcinoom en diens naasten.
2. Consultatie
De CMV heeft een consulterende functie voor (oncologie)verpleegkundigen en overige disciplines.
3. Deskundigheidsbevordering
De CMV bevordert de deskundigheid van verpleegkundige en andere hulpverleners die bij de zorg van een patiënt met borstkanker betrokken zijn.
4. Onderzoek
Niet van toepassing.
5. Beleid en innovatie
De CMV initieërt en draagt bij aan de ontwikkelingen en invoering van nieuwe richtlijnen en protocollen.
6. Coördinatie
De CMV coördineert de verpleegkundige zorg zowel op de polikliniek als ook op de klinische afdelingen voor de patiënt met mammacarcinoom en diens naasten en draagt zorg voor multidisciplinaire afstemming.
Functie eisen 1. Kennis
Verpleegkundige A of HBO-V aangevuld met de cursus mammacare en bij voorkeur aangevuld met de opleiding tot oncologieverpleegkundige, functionerend op niveau 4 of 5. Houdt verpleegkundige kennis op peil door het bijhouden van vakliteratuur en het deelnemen aan bijscholingscursussen en symposia.
2. Zelfstandigheid
Werkt zelfstandig en solistisch binnen de vastgestelde instellingskaders en stelt zelf de prioriteiten vast. Neemt initiatief en is vindingrijk, creatief en vernieuwend in het vinden van oplossingen bij problemen.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 7
3. Sociale vaardigheden
Toont kennis en begrip, beschikt over het vermogen om te motiveren, te stimuleren en weerstanden te overwinnen, naar zowel patiënten, verpleegkundigen, artsen en andere disciplines.
4. Uitdrukkingsvaardigheid
Is in staat om kennis en informatie aan anderen over te dragen en in het geven van en omgaan met feedback. Een goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid is vereist voor contacten met patiënten en anderen en het (mede) ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal, protocollen en het zorgbeleid.
5. Bewegingsvaardigheden
Bezit voldoende bewegingsvaardigheid voor het verrichten van verzorgende en vele verpleegtechnische handelingen.
6. Oplettendheid
Kan complexe situaties inschatten en hierop adequaat handelen. Is tevens in staat lacunes op te merken in de dagelijkse praktijk. Is oplettend bij het gelijktijdig observeren van de fysieke en psychosociale toestand van de patiënt.
7. Risico’s, verantwoordelijkheden, invloed
Heeft een kans op het toebrengen van lichamelijk en/of psychisch letsel bij de patiënt ten gevolge van de onjuiste uitoefening van de verpleegkundige acties. Heeft een verantwoordelijkheid bij het vertrouwelijk omgaan met informatie.
8. Inconveniënten
De werkzaamheden brengen psychische belasting met zich mee door het dagelijks geconfronteerd worden met het lijden van de patiënt en anderen. Het functioneren in een solistische functie kan een psychische belasting veroorzaken.
9. Overige functie-eisen
Heeft ruime aandacht voor hygiëne en ordelijkheid binnen het werk, is klantvriendelijk, stressbestendig en professioneel in het werk.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 8
Functie
Verpleegkundig specialist oncologie (5)
Definitie van functie
De verpleegkundig specialist is een gespecialiseerd verpleegkundige op het gebied van oncologie. Daarnaast heeft de verpleegkundig specialist de competentie om als consulent op te treden, scholing te geven, onderzoeksvragen te formuleren en relevante onderzoeksgegevens te implementeren in de praktijksituatie.
Plaats in organisatie
De hiërarchische plaats in de organisatie is afhankelijk van de werkzaamheden van de verpleegkundig specialist oncologie (VSO) en de ziekenhuisstructuur. Kan functioneel leiding ontvangen van de medisch specialist.
Doel van de functie
Het ontwikkelen, implementeren, coördineren en evalueren van het verpleegkundig zorgbeleid en het uitvoeren en het verbeteren van de kwaliteit en continuïteit van de oncologische zorgverlening in al haar aspecten voor de patiënt en diens naasten.
Resultaatgebieden (volgens FWG 3.0) 1. Directe patiëntenzorg
De VSO verleent zelfstandig verpleegkundige zorg aan klinische en poliklinische oncologiepatiënten en diens naasten.
2. Consultatie
De VSO heeft een consultfunctie voor de (oncologie)verpleegkundigen en overige disciplines, waaronder het management.
3. Deskundigheidsbevordering
De VSO doet aan deskundigheidsbevordering op ziekenhuisniveau.
4. Onderzoek
De VSO verricht verpleegkundig onderzoek en vertaalt het verpleegkundig en medisch wetenschappelijk onderzoek naar de verpleegkundige praktijk.
5. Beleid en innovatie
De VSO ontwikkelt het verpleegkundig inhoudelijk oncologisch zorgbeleid.
6. Coördinatie van zorg
De VSO coördineert het verpleegkundig inhoudelijk oncologisch zorgbeleid. De VSO coördineert de verpleegkundige zorg op afdelingsoverstijgend niveau.
Functie-eisen 1. Kennis
Verpleegkundige A of HBO-V aangevuld met de opleiding tot oncologieverpleegkundige en in het bezit van de VO – verpleegkundig specialist. Kennis van actuele ontwikkelingen en theorieën binnen het verpleegkundig oncologisch vakgebied. Heeft een analytisch vermogen.
2. Zelfstandigheid
Werkt zelfstandig en solistisch binnen de vastgestelde instellingskaders en stelt zelf de prioriteiten vast. Neemt initiatief en is vindingrijk, creatief en vernieuwend in het vinden van oplossingen bij problemen.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 9
3. Sociale vaardigheden
Toont kennis en begrip, beschikt over het vermogen om te motiveren, belangstelling wekken, inlevingsvermogen, tact, geduld en is stressbestendig. Is flexibel, creatief en vindingrijk bij het uitvoeren, begeleiden en organiseren van de zorg. Kan omgaan met weerstanden.
4. Uitdrukkingsvaardigheden Is in staat om kennis en informatie aan anderen over te dragen en is in staat tot het geven van en omgaan met feedback. Heeft een goede schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid. 5. Bewegingsvaardigheden
Bezit voldoende bewegingsvaardigheid voor het verrichten van verpleegtechnische handelingen in hoog complexe verpleegsituaties.
6. Oplettendheid
Is in staat om hoog complexe verpleegsituaties in te schatten en lacunes op te merken in de dagelijkse praktijk. Oplettendheid, nauwkeurigheid en gevoel van systematiek zijn noodzakelijk. Houdt nieuwe ontwikkelingen, kennis en kwaliteitstekorten in de gaten.
7. Risico’s, verantwoordelijkheden, invloed
Er bestaat een risico dat door onjuist inschatten van een situatie of door fouten de patiënt ernstig letsel wordt toegebracht. Het aanleveren van onjuiste informatie kan leiden tot schade aan de patiënt, medewerkers en het ziekenhuis. Is verantwoordelijk voor het inhoudelijk verpleegkundig oncologisch beleid. Heeft invloed op het oncologische beleid in de organisatie.
8. Inconveniënten
De gevolgen van behandelingen en begeleiding zijn vaak niet te overzien waardoor psychische belasting kan ontstaan en dient daardoor regelmatig te anticiperen op onverwachte ontwikkelingen. Een verhoogd risico op persoonlijk letsel is aanwezig door het omgaan met schadelijke stoffen zoals chemotherapeutica.
9. Overige functie-eisen
Volharding, geduld en doorzettingsvermogen, een analytisch vermogen en het planmatig en methodisch kunnen werken, klantvriendelijk, hygiëne en betrouwbaarheid.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 10
Functie
Researchverpleegkundige oncologie (6)
Definitie van functie
De researchverpleegkundige oncologie is een gespecialiseerd verpleegkundige op het gebied van klinisch medisch wetenschappelijk onderzoek. De werkzaamheden spelen zich af op het gebied van de coördinatie, planning en uitvoering van het onderzoek, primaire zorgverlening aan de onderzoekspersonen en de communicatie en organisatie met betrekking tot de participerende disciplines.
Plaats in organisatie
De hiërarchische plaats in de organisatie is afhankelijk van de werkzaamheden van de researchverpleegkundige en de ziekenhuisstructuur. Ontvangt functioneel leiding van de medisch specialist en participeert in het onderzoeksteam.
Doel van de functie
Taken verrichtten op het gebied van de coördinatie, planning, uitvoering van het onderzoek, de primaire zorgverlening aan de onderzoekspersonen en de communicatie en organisatie met betrekking tot de participerende disciplines met als doel om de patiënten die in studieverband worden behandeld, optimale kwaliteit van zorg te geven.
Resultaatgebieden (volgens FWG 3.0) 1. Directe patiëntenzorg
De researchverpleegkundige oncologie verleent zelfstandig zorg aan patiënten voor, tijdens en na deelname aan het onderzoek.
2. Consultatie
De researchverpleegkundige oncologie heeft een consultfunctie voor medisch specialisten, (oncologie)verpleegkundigen en andere hulpverleners op het gebied van klinische trials.
3. Deskundigheidsbevordering
De researchverpleegkundige oncologie zorgt voor deskundigheidsbevordering onder medisch specialisten, (oncologie)verpleegkundigen en andere hulpverleners door middel van het overdragen van kennis en vaardigheden.
4. Onderzoek
De researchverpleegkundige oncologie levert een bijdrage aan de coördinatie, uitwerking en implementatie van het klinisch wetenschappelijk onderzoek.
5. Beleid en innovatie
De researchverpleegkundige oncologie levert een bijdrage aan het opzetten van het te volgen beleid ten aanzien van deelname aan wetenschappelijk onderzoek en heeft innoverende taken ten aanzien van vernieuwingen op het gebied van trials.
6. Coördinatie van de oncologische zorg
De researchverpleegkundige oncologie coördineert het klinisch wetenschappelijk onderzoek op afdelingsoverstijgend niveau.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 11
Functie-eisen: 1. Kennis
Verpleegkundige A of HBO-V aangevuld met de opleiding tot researchverpleegkundige en bij voorkeur aangevuld met de opleiding tot oncologieverpleegkundige. Maakt gebruik van diverse theoretische en praktische verpleegkundige inzichten en heeft kennis van relevante medische en verpleegkundige publicaties. Heeft een analytisch vermogen.
2. Zelfstandigheid
Werkt zelfstandig en solistisch binnen de vastgestelde instellingskaders en stelt zelf de prioriteiten vast. Neemt initiatief en is vindingrijk, creatief en vernieuwend in het vinden van oplossingen bij problemen.
3. Sociale vaardigheden
Toont kennis en begrip, is nauwkeurig, analytisch denkvermogen, organisatorisch inzicht, stressbestendig.
4. Uitdrukkingsvaardigheden Goede mondelinge én schriftelijke beheersing van de Nederlandse èn Engelse taal. 5. Bewegingsvaardigheden
Enige bewegingsvaardigheid is nodig voor het omgaan met de PC. Bezit voldoende bewegingsvaardigheid voor het verrichten van verpleegtechnische handelingen.
6. Oplettendheid
Werkt nauwkeurig en systematisch. Houdt nieuwe ontwikkelingen in de gaten. Is in staat lacunes op te nemen in de dagelijkse praktijk.
7. Risico’s, verantwoordelijkheden, invloed
Er bestaat een risico dat door onjuist inschatten van een situatie of door fouten de patiënt ernstig letsel wordt toegebracht. Het aanleveren van onjuiste informatie kan leiden tot schade aan de patiënt, medewerkers en het ziekenhuis. De researchverpleegkundige draagt mede verantwoordelijkheid voor een deel of voor de gehele uitvoering van een onderzoek volgens de hiervoor geldende richtlijnen.
8. Inconveniënten
Het functioneren in een solistische functie kan psychische belasting opleveren.
9. Overige functie-eisen
Volharding, geduld en doorzettingsvermogen, een analytisch vermogen en het planmatig en methodisch kunnen werken, klantvriendelijk, hygiëne en betrouwbaarheid.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 12
Functie
Nurse practitioner oncologie (7)
Definitie van functie
Een nurse practitioner oncologie is een verpleegkundige op het gebied van oncologie, waarbij verpleegkundige handelingen worden gecombineerd met het uitvoeren van geprotocolleerde en gestandaardiseerde handelingen, die traditioneel door de medische discipline worden uitgevoerd.
Plaats in organisatie
De hiërarchische plaats in de organisatie van de nurse practitioner oncologie is afhankelijk van de werkzaamheden van de nurse practitioner en de ziekenhuisstructuur. Ontvangt functioneel leiding van de medisch specialist.
Doel van de functie
Het ontwikkelen, implementeren, coördineren en evalueren van het multidisciplinair zorgbeleid en het verbeteren van de kwaliteit en continuïteit van de oncologische zorgverlening in al haar aspecten voor de patiënt en diens naasten.
Resultaatgebieden (volgens FWG 3.0): 1. Directe patiëntenzorg
De nurse practitioner oncologie verleent zelfstandig verpleegkundige en geprotocolleerde medische zorg aan klinisch en/ of poliklinische oncologische patiënten.
2. Consultatie
De nurse practitioner oncologie heeft een consulterende functie naar verpleegkundigen en overige disciplines, waaronder specialisten en huisartsen.
3. Deskundigheidsbevordering
De nurse practitioner oncologie levert een bijdrage aan onderwijs en praktische training van relevante vaardigheden aan medisch specialisten, (oncologie)verpleegkundigen en andere hulpverleners.
4. Onderzoek
De nurse practitioner oncologie initieert, coördineert, participeert en/of voert medische en/of verpleegkundige onderzoeken uit.
5. Beleid en innovatie
De nurse practitioner oncologie ontwikkelt, implementeert en evalueert multidisciplinaire oncologische behandel- en zorgprotocollen.
6. Coördinatie van zorg
De nurse practitioner oncologie coördineert medische en verpleegkundige zorg op afdelingsoverstijgend niveau.
Functie-eisen: 1. Kennis
Verpleegkundige A of HBO-V aangevuld met de masteropleiding Advanced Nursing Practice en bij voorkeur aangevuld met de opleiding tot oncologieverpleegkundige. Maakt gebruik van praktische en theoretische medische en verpleegkundige inzichten en dient kennis te nemen van relevante medische en verpleegkundige publicaties. Heeft een analytisch vermogen.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 13
2. Zelfstandigheid
Werkt onder supervisie van de medisch specialist met betrekking tot het verrichten van diagnostiek, interventies en de inhoud van consulten en adviezen. Analyseert klinische problemen en situaties, zoekt oplossingsmogelijkheden, is beslissings- en behandelingsbevoegd en stelt eigen prioriteiten binnen: wettelijke kaders, organisatorische kaders en medisch en verpleegkundig afdelingsbeleid.
3. Sociale vaardigheden
Toont kennis en begrip, beschikt over het vermogen te motiveren, belangstelling te wekken, inlevingsvermogen, tact, geduld en is stressbestendig. Is flexibel, creatief en vindingrijk bij het uitvoeren, begeleiden en organiseren van zorg. Kan omgaan met weerstanden. Is communicatief vaardig in contact met de patiënt, diens familie en collega’s.
4. Uitdrukkingsvaardigheden Goede schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden voor het geven en overdragen van interne en externe informatie, het geven van scholing en instructie, presentaties en het schrijven van artikelen. 5. Bewegingsvaardigheden
Bezit voldoende bewegingsvaardigheid voor het verrichten van verpleegtechnische en basis medische handelingen.
6. Oplettendheid
Grote mate van opmerkzaamheid en aandacht zijn vereist voor de patiënt die behandeld wordt al dan niet volgens vaststaande richtlijnen gericht op bijwerkingen, complicatie en effectiviteit. Houdt nieuwe ontwikkelingen, kennis en kwaliteitstekorten in de gaten.
7. Risico’s, verantwoordelijkheden, invloed
Er bestaat een risico dat door onjuist inschatten van een situatie of door fouten de patiënt ernstig letsel wordt toegebracht. Het aanleveren van onjuiste informatie kan leiden tot schade aan de patiënt, medewerkers en het ziekenhuis. Is verantwoordelijk voor het behandelproces van de eigen patiënten.
8. Inconveniënten
Psychische belasting door de onvoorspelbaarheid van het werk en de confrontatie met fysieke en emotionele uitingen. Verhoogd risico op persoonlijk letsel is aanwezig door het werken met gevaarlijke stoffen (chemotherapeutica).
9. Overige functie-eisen
Volharding, geduld, doorzettingsvermogen, analytisch vermogen en het planmatig en methodisch kunnen werken, gevoel voor systematiek, ordelijkheid en discipline, klantvriendelijkheid, hygiëne, integriteit en betrouwbaarheid.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 14
Functie
Nurse practitioner mammacare (8)
Definitie van functie
Een nurse practitioner mammacare is een verpleegkundige op het gebied van mammapathologie, waarbij verpleegkundige handelingen worden gecombineerd met het uitvoeren van geprotocolleerde en gestandaardiseerde handelingen, die traditioneel door de medische discipline worden uitgevoerd.
Plaats in organisatie
De hiërarchische plaats in de organisatie van de nurse practitioner mammacare is afhankelijk van de werkzaamheden van de nurse practitioner en de ziekenhuisstructuur. Ontvangt functioneel leiding van de medisch specialist.
Doel van de functie
Het ontwikkelen, implementeren, coördineren en evalueren van het multidisciplinair zorgbeleid en het verbeteren van de kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening voor patiënten met een mammacarcinoom in al haar aspecten voor de patiënt en diens naasten.
Resultaatgebieden (volgens FWG 3.0) 1. Directe patiëntenzorg
De nurse practitioner mammacare verleent zelfstandig verpleegkundige en geprotocolleerde medische zorg aan klinisch en/of poliklinische patiënten met mammapathologie.
2. Consultatie
De nurse practitioner mammacare heeft een consulterende functie naar verpleegkundigen en overige disciplines, waaronder specialisten en huisartsen.
3. Deskundigheidsbevordering
De nurse practitioner mammacare levert een bijdrage aan onderwijs en praktische training van relevante vaardigheden aan medisch specialisten, (oncologie)verpleegkundigen en andere hulpverleners.
4. Onderzoek
De nurse practitioner mammacare initieert, coördineert, participeert en/of voert medische en/of verpleegkundige onderzoeken uit.
5. Beleid en innovatie
De nurse practitioner mammacare ontwikkelt, implementeert en evalueert multidisciplinaire oncologische behandel- en zorgprotocollen.
6. Coördinatie van zorg
De nurse practitioner mammacare coördineert medische en verpleegkundige zorg op afdelingsoverstijgend niveau.
Functie-eisen 1. Kennis
Verpleegkundige A of HBO-V aangevuld met de masteropleiding Advanced Nursing Practice en bij voorkeur aangevuld met de opleiding tot oncologieverpleegkundige en de cursus mammacare. Maakt gebruik van praktische en theoretische medische en verpleegkundige inzichten en dient kennis te nemen van relevante medische en verpleegkundige publicaties. Heeft een analytisch vermogen.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 15
2. Zelfstandigheid
Werkt onder supervisie van de medisch specialist met betrekking tot het verrichten van diagnostiek, interventies en de inhoud van consulten en adviezen. Analyseert klinische problemen en situaties, zoekt oplossingsmogelijkheden, is beslissings- en behandelingsbevoegd en stelt eigen prioriteiten binnen: wettelijke kaders, organisatorische kaders en medisch en verpleegkundig afdelingsbeleid.
3. Sociale vaardigheden
Toont kennis en begrip, beschikt over het vermogen te motiveren, belangstelling te wekken, inlevingsvermogen, tact, geduld en is stressbestendig. Is flexibel, creatief en vindingrijk bij het uitvoeren, begeleiden en organiseren van zorg. Kan omgaan met weerstanden. Is communicatief vaardig in contact met de patiënt, diens familie en collega’s.
4. Uitdrukkingsvaardigheden Goede schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden voor het geven en overdragen van interne en externe informatie, het geven van scholing en instructie, presentaties en het schrijven van artikelen. 5. Bewegingsvaardigheden
Bezit voldoende bewegingsvaardigheid voor het verrichten van verpleegtechnische en basis medische handelingen.
6. Oplettendheid
Grote mate van opmerkzaamheid en aandacht zijn vereist voor de patiënt die behandeld wordt al dan niet volgens vaststaande richtlijnen gericht op bijwerkingen, complicatie en effectiviteit. Houdt nieuwe ontwikkelingen, kennis en kwaliteitstekorten in de gaten.
7. Risico’s, verantwoordelijkheden, invloed
Er bestaat een risico dat door onjuist inschatten van een situatie of door fouten de patiënt ernstig letsel wordt toegebracht. Het aanleveren van onjuiste informatie kan leiden tot schade aan de patiënt, medewerkers en het ziekenhuis. Is verantwoordelijk voor het behandelproces van de eigen patiënten.
8. Inconveniënten
Psychische belasting door de onvoorspelbaarheid van het werk en de confrontatie met fysieke en emotionele uitingen.
9. Overige functie-eisen
Volharding, geduld, doorzettingsvermogen, analytisch vermogen en het planmatig en methodisch kunnen werken, gevoel voor systematiek, ordelijkheid en discipline, klantvriendelijkheid, hygiëne, integriteit en betrouwbaarheid.
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, taak-/functieomschrijvingen verschillende functies, 16
Bijlage
Stroomdiagram
IKR, Verpleegkundige professionals in de oncologische zorg binnen de IKR-regio oktober 2003 bijlage, stroomdiagram