Verloskundige zorg in MMC
Vrouw Moeder Kind-centrum
Verloskundige zorg in Máxima Medisch Centrum Er zijn vele boeken, tijdschriften en websites over zwangerschap, bevallen en de periode daarna. Wij bieden u graag deze informatiefolder aan, dat is toegespitst op de verloskundige zorg zoals wij die leveren in Máxima Medisch Centrum. Zo weet u wat u in de komende maanden van ons kunt verwachten. Het is tevens een uitnodiging om uw eigen ideeën rondom zwangerschapsbegeleiding en bevallen te vormen en ons daarvan op de hoogte te stellen. In deze folder vindt u algemene informatie over het verloop van zwangerschap en bevalling onder medische begeleiding in ons ziekenhuis. Voor specifieke zaken, zoals zwangerschapshypertensie of een keizersnede, zijn folders verkrijgbaar op de polikliniek gynaecologie, de kraamsuites en de Obstetrische High Care. Vraagt u er gerust naar. Leeswijzer Op de volgende pagina vindt u de inhoudsopgave van de folder. Hieronder vindt u de telefoonnummers op een rij, die tijdens uw zwangerschap en bevalling van belang (kunnen) zijn:
Belangrijke telefoonnummers • • • • • •
Polikliniek gynaecologie Kraamsuites Obstetrische High Care Medium care zuigelingen NICU Ronald McDonaldhuis
1
(040) 888 83 80 (040) 888 95 51 (040) 888 93 00 (040) 888 93 50 (040) 888 93 50 (040) 228 59 00
Inhoudsopgave 1
De ontwikkeling van uw kind 1.1 0 - 4 weken 1.2 5 - 9 weken 1.3 10 - 14 weken 1.4 15 - 19 weken 1.5 20 - 24 weken 1.6 25 - 28 weken 1.7 29 - 32 weken 1.8 33 - 36 weken 1.9 37 - 42 weken 1.10 Tabel lengte en gewicht
4 4 4 5 5 5 6 7 7 8 9
2
De zwangerschap 2.1 Leefregels tijdens de zwangerschap 2.2 Waarschuwingssignalen
10 10 17
3
Met wie krijgt u te maken in MMC? 3.1 Verloskundige hulpverleners in MMC 3.2 Prenatale zorg 3.3 Medewerkers in opleiding
21 21 23 24
4
Zwangerschapscontrole 4.1 Eerste zwangerschapscontrole 4.2 Vervolgcontroles 4.3 Prenatale screening 4.4 Hoogrisico zwangerschap
25 25 25 26 26
5
Voorlichting 5.1 Voorlichting in het 1e, 2e en 3e trimester 5.2 Voorlichting over borstvoeding 5.3 Voorlichting over zwangerschapscursussen 5.4 Voorlichting over de bevalling, rondleiding
27 27 28 30 30
2
6
De bevalling 6.1 Eigen wensen 6.2 Het begin 6.3 Weeën 6.4 Breken van de vliezen 6.5 Hoe ziet vruchtwater eruit? 6.6 Slijmprop / tekenen 6.7 Ontsluiting 6.8 Uitdrijving 6.9 Geboorte 6.10 Placenta 6.11 Hechten 6.12 Begeleiding 6.13 Bewaking 6.14 Pijnstilling 6.15 Kunstverlossing 6.16 Keizersnede
31 31 31 31 32 32 32 33 33 34 34 35 35 36 37 38 38
7
Het kraambed 7.1 Aangifte 7.2 Bezoektijden 7.3 Borstvoeding 7.4 Opname kind 7.5 Ontslag 7.6 Kraamzorg informeren 7.7 Verloskundige informeren 7.8 Brief huisarts 7.9 Nacontrole
40 40 40 40 41 41 41 41 42 42
8
Samenwerkingsverband met vrijgevestigde verloskundigen 43
9
Wetenschappelijk onderzoek 44
10
Evaluatie van de zorg 44 3
1 De ontwikkeling van uw kind 1.1 0 - 4 weken De eerste twee weken van de zwangerschap weet u nog niet dat u zwanger bent. De eicel is bevrucht en via de eileider richting baarmoeder gewandeld en in het baarmoederslijmvlies ingenesteld. De bevruchte eicel deelt zich voortdurend en de verschillende cellen krijgen verschillende taken. De cellen aan de binnenkant worden uiteindelijk het embryo en de buitenste laag cellen vormen zich tot de vliezen, de navelstreng en de placenta. Het embryo, dat eerst een plat schijfje was, wordt ovaler en langer. De aanleg van het ruggenmerg vindt plaats en daarna de hersenen. Tegen het einde van de derde week wordt er een begin gemaakt met de aanleg van de spijsverteringsorganen. Aan het einde van de eerste maand wordt de bloedsomloop aangelegd. 1.2 5 - 9 weken Het eerste stadium in de ontwikkeling van het centraal zenuwstelsel is de vorming van een groef in de bovenste laag cellen aan het staarteind van het embryo. Vanaf dag 21 na de bevruchting conceptie begint het hart te kloppen. Het hoofdje, nek, ogen en oren zijn al gevormd. De ogen hebben al een lens. De oogleden ontwikkelen zich pas later. De hersenen zijn al weer iets verder ontwikkeld. De rug, de neurale buis gaat sluiten. Voor dit proces is het van belang dat u foliumzuur gebruikt. Er komt een begin van de armen, het lijken in het begin net peddels, zonder vingertjes. De armen en benen ontwikkelen zich in deze periode zeer snel. De armen iets sneller dan de benen. De ruggenwervel heeft 32 tot 34 wervels gevormd. Het skelet is nog niet verbeend, het is dus nog heel zacht. Het hart klopt. Het bestaat uit één holte met vier ruimtes.
1
1.3 10 - 14 weken Vanaf deze tijd ontwikkelen de organen zich verder. In deze weken begint de vorming van het skelet. De borstholte wordt gescheiden van de buikholte. De placenta en de navelstreng zijn geheel gevormd en het bloed stroomt er doorheen. Het hoofd is in verhouding groot in vergelijking met de rest van het lichaam. In deze periode worden de geslachtsorganen gevormd, tezamen met het urinewegstelsel. Het geslacht van uw kind is al bepaald bij de bevruchting. De uitlopers van de hersenen groeien in deze periode hard uit tot een uitgebreid netwerk van verbindingen. Het hoofd wordt wat ronder, waardoor de ogen meer op hun plaats komen. Het hart pompt bloed door het lichaam. 1.4 15 - 19 weken De tastzin, het eerste zintuig van uw kind, begint al te werken. Uw kind krijgt hoofdhaar en wenkbrauwen. De hartslag is tweemaal zo snel als die van een volwassenen. Er is nu ongeveer 250 milliliter vruchtwater. De hoeveelheid vruchtwater neemt toe tot de zevende maand, en is dan ongeveer 800 tot 1000 milliliter. Uw kind heeft nog heel veel ruimte om te bewegen en trappelt al met de voetjes en zwaait met de handjes. Bij uw eerste zwangerschap voelt u dit nog niet, bij een volgende zwangerschap herkent u het gevoel misschien al wel. 1.5 20 - 24 weken Uw baarmoeder reikt ongeveer tot aan uw navel. Alle ledematen van uw kind zijn gevormd en de borstspieren beginnen al bewegingen te maken alsof hij/zij ademt. Uw kind beweegt flink in de rondte om zijn/haar lichaampje sterker te maken. Vrouwen die voor het eerst zwanger zijn voelen meestal vanaf 20 weken de baby bewegen. Vrouwen die al eerder zwanger zijn geweest voelen de baby meestal eerder bewegen. De bewegingen zijn in het begin zachtjes en worden steeds meer voelbaar. Veel bewegen is ook belangrijk voor de hersenen, deze leren de bewegingen te coördineren. Via de placenta krijgt uw kind alle voedingsstoffen die het nodig heeft om te groeien en sterker te worden. Uw kind onderscheidt door de oogleden al het verschil tussen 2
donker en licht. Hij/zij neemt al slokjes van het vruchtwater en gaat hierdoor ook al plassen. Het drinken van vruchtwater is ook van belang voor de longontwikkeling. Uw kind drinkt nu elke dag een flinke hoeveelheid vruchtwater. Dit vruchtwater plast hij/zij ook weer uit in het vruchtwater. 1.6 25 - 28 weken Aan het eind van de vijfde maand komt er een laagje huidsmeer over de huid van uw kind. Deze vettige en witte substantie lijkt op kwark en is een mengsel van vet-afscheiding van de vetklieren en huid-cellen. Het beschermt de gloednieuwe, gevoelige huid tegen mogelijke schade van al dat vocht, negen maanden lang. Uw kind hoort al veel geluiden om zich heen, het kloppen van uw hart, het gerommel in uw maag. Uw kind komt gemiddeld zo’n 100 gram per week aan. Van een hard geluid kan uw kind echt opschrikken. Het reageert ook al op aanrakingen en kan al de hik krijgen. Uw kind heeft nog alle ruimte in uw buik, en beweegt dan ook volop. Hij/zij schopt, zwaait en maakt salto's. Toch slaapt uw kind nog het grootste gedeelte van de dag in zijn/haar favoriete houding. Als uw kind vanaf 24 weken geboren zou worden, heeft het een kans om met heel veel verzorging te overleven. Hij/zij zal dan lange tijd in de couveuse moeten verblijven. Maar het is natuurlijk veel beter als uw kind nog een aantal weken in de baarmoeder blijft. Er kan al een beetje melk uit uw borsten komen. Dit heet colostrum en het is de eerste melk die uw kind straks bij borstvoeding binnenkrijgt. Het bevat heel veel vitaminen en antistoffen tegen ziektes. Misschien heeft u al wat last van harde buiken. Dit zijn een soort oefenweeën. Zo lang ze zich niet op vaste tijden blijven herhalen, hoeft u zich niet ongerust te maken. Harde buiken kunnen ook ontstaan als u te veel hooi op uw vork neemt. Ga dan rusten. Als de buik weer rustig wordt, is er niets aan de hand. 3
Als u pijnlijke harde buiken om de 10 minuten of vaker blijft houden, die in rust niet verdwijnen, neem dan contact met ons op.
1.7 29 - 32 weken Uw kind groeit gestaag door. Hij/zij kan nu de oogjes open doen en weer sluiten. Als u uw hand op uw buik legt, merkt u dat uw kind naar uw hand toe beweegt. Het hoofdje en de romp komen ook wat meer in verhouding. Misschien ligt uw kind al lekker met zijn/haar hoofdje naar beneden, maar dat hoeft nog niet. Het aantal harde buiken kan wat erger worden, dit zijn zogenaamde oefenweeën. De meeste kinderen gaan zelf met hun hoofd naar beneden liggen, maar 4% doet dit niet. Mijlpaal 32 weken: als uw kind nu geboren wordt en normaal gegroeid is heeft het wel medische hulp nodig, maar geen intensive care. Uw kind wordt dan op de medium care zuigelingenafdeling opgenomen (en niet op de Neonatale Intensive Care Unit, NICU). 1.8 33 - 36 weken Uw kind is al een flinke baby, maar heeft de veilige ruimte van de baarmoeder nog wel even nodig. De longen zijn nog niet helemaal rijp. Niet alleen zijn/haar huid is vetter geworden, maar ook in zijn/haar longetjes is er een vetachtige stof (surfactant) vrijgekomen. Die stof zorgt ervoor dat de longblaasjes open blijven, zodat hij/zij binnenkort zelfstandig na de geboorte kan ademhalen. Het ontbreken van deze vetachtige stof is ook de reden waarom kinderen die te vroeg worden geboren ademhalingsproblemen hebben. Waarschijnlijk bent u al met zwangerschapsverlof thuis. In Nederland is het gebruikelijk dat u 16 weken verlof krijgt. Het zal wennen zijn hele dagen thuis te zijn, als u voorheen volledig werkte. 4
Benut de tijd goed om te rusten. Leg de lijst belangrijke telefoonnummers op een makkelijk te vinden plaats. 1.9 37 – 42 weken Hoewel u een uitgerekende datum hebt, is het heel normaal als uw kind tussen nu en twee weken na deze datum geboren wordt. Uw kind heeft niet veel ruimte meer, en zit opgevouwen in uw buik. De meeste kinderen hebben nu de houding aangenomen waarin zij ook geboren worden. Er is geen reden om angstvallig thuis te blijven, in afwachting van uw bevalling. Dit maakt alleen dat de tijd langer duurt.
5
1.10 Tabel lengte en gewicht Het gewicht van uw kind is afhankelijk van het geslacht en het hoeveelste kind het is. Eerstgeboren meisjes zijn gemiddeld het lichtst en jongens van moeders die al eens bevallen zijn, zijn gemiddeld het zwaarst. weken 3 4 5 6 7 cm 0,1 0,1 0,2 0,5 1 weken 9 cm 3 gram 2
8 2
10 11 12 13 14 4,5 5,5 6,5 7,5 8,5 5 10 18 30 60
weken 15 16 17 18 19 20 cm 1,1 11,4 18 20 22 25 gram 90 120 150 200 250 320 23 24 25 26 weken 21 22 cm 27 28,5 30,5 32 32,5 33 gram 380 440 500 560 650 720 weken 27 28 29 30 31 32 cm 34 35 36,5 38 39 40 gram 830 900 1100 1300 1500 1800 weken 33 34 35 36 37 38 cm 41 42,5 43,5 45 46,5 48 gram 2000 2250 2500 2900 3100 3200 weken 39 40 41 42 cm 49 50 51 52 gram 3300 3400 3500 3600
6
2
De zwangerschap
2.1 Leefregels tijdens de zwangerschap Hieronder hebben wij voor u een aantal leefregels onder elkaar gezet. Alcohol Alcohol is schadelijk voor het ongeboren kind. Grote hoeveelheden alcohol kunnen aangeboren afwijkingen veroorzaken aan het centrale zenuwstelsel, het hart en het gezicht. Vóór de bevruchting tot en met de borstvoeding is het verstandig zo weinig mogelijk alcohol te gebruiken. Het beste advies blijft dan ook: niet drinken in de zwangerschap. Foliumzuur Foliumzuur is een vitamine die zinvol is om te slikken. Aan vrouwen die zwanger willen worden, adviseren we om dagelijks 1 tablet van 0,4 mg foliumzuur te gebruiken tot 10 weken zwangerschap. Foliumzuur vermindert de kans op een kind met een open ruggetje. Foliumzuurtabletten zijn zonder recept verkrijgbaar bij de drogist of apotheek. Drugs Gebruik van harddrugs (amfetaminen, heroïne en cocaïne) in de zwangerschap is zeer schadelijk voor het ongeboren kind. Vroeggeboorte komt vaker voor en het risico op overlijden vlak voor of vlak na de geboorte is hoger. Uw kind raakt in de baarmoeder al verslaafd. We moeten hem/haar na de geboorte op een couveuse-afdeling opnemen om af te kicken.
7
Net als bij het roken van sigaretten kan door het gebruik van softdrugs (marihuana of hasjiesj) groeiachterstand en vroeggeboorte optreden. Meldt het gebruik van drugs bij de zwangerschapscontrole. Deskundige begeleiding voorkomt veel schade. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de folder ’Een dikke buik en drugsgebruik’, te bestellen bij Stichting Mainline via telefoon-nummer (020) 682 26 60 (postbus 58303, 1040 HH Amsterdam). Koortslip Wanneer men eenmaal met het Herpesvirus besmet is, kom je hier niet van af. Tijdens de zwangerschap is het virus voor het kind ongevaarlijk omdat het de placenta niet kan passeren. Hebt u een koortslip in het kraambed, raak het wondje dan niet aan, was uw handen goed en kus uw kind niet. Een mondlapje (smoeltje) is een oplossing. Dit geldt ook voor verzorgers en bezoek. Neem contact op als u tijdens de zwangerschap voor de eerste keer een koortslip heeft. Listeria bacterie Zachte kazen (brie, camembert, roquefort, gorgonzola gemaakt van ongepasteuriseerde (=rauwe) melk) en ongepasteuriseerde melk zijn mogelijk besmet met de listeria bacterie. Dit leidt in zeer zeld-zame gevallen tot infectie van het ongeboren kind en kan zelfs sterfte van het kind in de baarmoeder tot gevolg hebben. Daarom is het beter deze producten te vermijden in de zwangerschap. Kazen bereid met gesteriliseerde melk mag u gewoon eten. Medicijnen Voor sommige vrouwen is het gebruik van geneesmiddelen tijdens de zwangerschap of tijdens borstvoeding noodzakelijk. Veel medicijnen mogen zonder gevaar voor de baby gebruikt worden. Het is dan ook niet juist dat het altijd beter is om geen medicijnen te gebruiken tijdens de zwangerschap. Deze aanname leidt soms tot onnodige kwalen door onderbehandeling van de zwangere. Aan de andere kant passeren veel geneesmiddelen de moederkoek (placenta) en beïnvloeden het ongeboren kind. 8
Dit kan schadelijk zijn. In de eerste drie maanden is het gevaar het grootst. Maar ook daarna kunnen geneesmiddelen schade toebrengen. Het lezen van de bijsluiter is erg belangrijk. Helaas is deze niet altijd duidelijk over het veilig gebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding. Gebruikt u al vóór de zwangerschap medicijnen vanwege een aandoening (bijvoorbeeld hoge bloeddruk, depressie of epilepsie), neem dan het liefst vóór de zwangerschap of anders zo vroeg mogelijk in de zwangerschap contact op met uw behandelend arts. Hij/zij kan dan het advies geven over veilige behandeling tijdens de zwangerschap. Bij pijnklachten gebruikt u zonder gevaar paracetamol. U mag dezelfde dosering gebruiken als niet zwangere vrouwen. Lees daarvoor de bijsluiter. Roken Roken tijdens de zwangerschap brengt grote risico’s met zich mee. Zelf roken maar ook veelvuldig verblijf in een rokerige omgeving kan een nadelige invloed hebben op de zwangerschap, omdat het de doorbloeding van de placenta en dus de zuurstoftoevoer vermindert. Hierdoor bestaat het risico dat het kind minder goed groeit. Daarom hebben kinderen van rokende moeders vaker een (te) laag geboortegewicht en worden ze ook vaker te vroeg geboren dan kinderen van niet-rokers. Tijdens hun eerste levensjaren hebben kinderen van rokers vaker ziekten aan de luchtwegen en ook wiegendood komt vaker voor in gezinnen waar men rookt. Het advies is dan ook te stoppen met roken. We geven u graag tips en begeleiding om dat te laten slagen. Rust Moeheid is een vaak gehoorde klacht van zwangere vrouwen. Een zwangerschap eist nu eenmaal veel van een lichaam. Zeker op het einde van de zwangerschap zit de dikke buik behoor-lijk in de weg, waardoor u niet meer in uw favoriete houding kunt liggen. 9
Ook moeten zwangeren ’s nachts eens regelmatig plassen en daarna is het moeilijk om de slaap weer te hervatten. Leg wat kussen onder uw benen of onder uw buik. Drink ’s avonds geen koffie. Een avondwandelingetje maken en een beker warme melk schijnt echt te helpen. Soms is de moeheid te verklaren door een gebrek aan ijzer. We bepalen dan ook regelmatig in de zwangerschap uw ijzergehalte (het Hb-gehalte). Als dat te laag is, krijgt u ijzertabletten voorgeschreven. Geef maar gewoon toe aan de verhoogde slaapbehoefte. De bloeddoorstroming van de baarmoeder en de placenta is het meest optimaal als u op uw linkerzij ligt. Dit is een goede slaappositie naarmate de zwangerschap vordert. Sauna / zonnebank Of een hoge omgevingstemperatuur tijdens de zwangerschap kwaad kan, is niet bekend. Tijdens de zwangerschap verandert de warmteregeling van het lichaam. Vaak verdraagt u warmte slechter of ervaart u het als onaangenaam. Bent u nog nooit of heel weinig in de sauna geweest, dan is het geen goed idee om tijdens de zwangerschap naar de sauna te gaan. Gaat u regelmatig naar de sauna kunt u hiermee doorgaan in de zwangerschap. Omdat niet bekend is wat de verhoging van de temperatuur veroorzaakt adviseren we om de eerste 3 maanden niet naar de sauna te gaan. De zonnebank kan een bruine verkleuring van de gezichtshuid (zwangerschapsmasker) veroorzaken of verergeren. Schadelijke stoffen Soms staan zwangere vrouwen op de werkplek bloot aan schadelijke stoffen. Dit kunnen chemische verbindingen zijn, schadelijke (röntgen)straling of schadelijke bacteriën of virussen. Bespreek met uw werkgever of u tijdelijk een andere functie kunt krijgen.
10
Seksualiteit Hoe u seksualiteit beleeft gedurende de zwangerschap, verschilt van persoon tot persoon. De fysieke en emotionele veranderingen zijn vaak groot en hebben veel invloed op zin in seks en de beleving ervan. Veel vrouwen hebben meer behoefte aan intimiteit dan aan pure seks. In het begin is er vaak de misselijkheid en de moeheid die de zin doen verminderen en tijdens de laatste weken van de zwanger-schap zit de buik in de weg. In de tussenliggende periode hebben veel vrouwen juist weer meer behoefte aan seks. Ook mannen kunnen door de zwangerschap wat onzeker worden. Soms is er de angst dat ze het kind tijdens het vrijen beschadigen. Die angst is ongegrond. Door een vrijpartij beval je nooit te vroeg. Een orgasme kan daar nooit de oorzaak van zijn. Als je te vroeg bevalt na seks, zou je ook te vroeg bevallen zijn zonder. Seks raden we af bij vaginaal bloedverlies, bij weeënactiviteit vóór 37 weken zwangerschap en bij gebroken vliezen. Het is mogelijk dat u na geslachtsgemeenschap een klein beetje bloed verliest. Er is dan een bloedend wondje ontstaan doordat de penis de baarmoedermond heeft aangeraakt. Schrik daar niet van, het bloeden houdt meestal vanzelf weer op. Als het bloedverlies aanhoudt neem dan met ons contact op. Sport Lichaamsbeweging heeft voor zwangere vrouwen heel wat voordelen. Uw conditie blijft op peil, de spieren worden steviger en u vermindert de kans op aambeien, spataderen en obstipatie (situatie waarbij de ontlasting minder vaak komt dan gewoonlijk). Zwemmen, wandelen en fietsen kunt u de hele zwangerschap doen. Sommige sporten zoals aerobics, hardlopen zijn toegestaan, zolang u goed naar de signalen van uw lichaam luistert. Daarnaast zijn er ook nog sporten die afgeraden worden zoals bungeejumping, parapenten, skiën, parachutespringen, vechtsporten, krachtsporten, turnen, trampolinespringen, paardrijden, duiken en diepzeeduiken. 11
Tandarts Goede en regelmatige gebitsverzorging is belangrijk, zeker in de periode van de zwangerschap. Er bestaat meer kans op bloedend tandvlees door hormonale veranderingen. Als er verdoving nodig is of er moeten röntgenfoto’s gemaakt worden, gebeurt dat zonder gevaar. Bij bloedend tandvlees helpen de tandarts en de mond-hygiëniste. Toxoplasmose Toxoplasmose is een infectie die ontstaat door een parasiet. Echt ziek word je er meestal niet van; lusteloosheid, lichte koorts en/of opgezette klieren zijn symptomen. Heb je eenmaal toxoplasmose gehad, dan vormt het lichaam antistoffen die het beschermen tegen een nieuwe infectie. In Nederland heeft ongeveer 45% van de zwangere vrouwen geen antistoffen tegen toxoplasmose. Als de moeder vlak voor of tijdens de zwangerschap toxoplasmose heeft, kan het ongeboren kind de infectie krijgen via de placenta. Het kind kan er ernstige afwijkingen door krijgen; bijvoorbeeld van het zenuwstelsel en aan de ogen. De parasiet wordt overgebracht door ontlasting van katten. Gebruik daarom handschoenen wanneer u in de tuin werkt en laat de katten-bak door iemand anders verschonen. Ook in rauw vlees kan de parasiet voorkomen, dus eet geen rauw vlees en ongewassen groente. Verf Vroeger werd loodhoudende verf verkocht, nu niet meer. Schadelijkheid van verf op waterbasis is niet wetenschappelijk bewezen. Zorg voor goede ventilatie. Voeding / vitaminen Tijdens de zwangerschap is het belangrijk gezond en gevarieerd te eten. ‘Eten voor twee’ is niet nodig. Bij een goede en gevarieerde voeding is het niet nodig extra vitaminen te gebruiken (met uitzon-dering van foliumzuur). Verse groenten en fruit zijn belangrijke leveranciers van vitamines, mineralen en vezels. Het is belangrijk verse groenten goed te wassen. 12
Aardappelen, (volkoren)brood, zilvervliesrijst en pasta (zoals macaroni) zijn belangrijke energiebronnen. Melk, kaas, eieren, vlees, kip en vette zeevis zijn belangrijk voor de calcium- en eiwitbehoefte van het groeiende kind en uzelf. Halvarine, boter en margarine voorzien in de behoefte aan vitamine A en D. Eet ijzerrijke voeding (groene groente, spruitjes, broccoli, boerenkool.), daarmee wordt de kans op bloedarmoede kleiner. Mocht u niet voldoende gevarieerd (kunnen) eten, neemt u dan vitaminepreparaten speciaal voor zwangeren die verkrijgbaar zijn bij de drogist. Ook als u gevarieerd eet kunt u deze vitaminepreparaten voor zwangeren gebruiken als u dit wilt. Hieronder staan een aantal tips om meer ijzer, vezels en vetzuren binnen te krijgen: IJzeropname • één maaltijd met kaas en melkproducten • andere maaltijden zonder kaas en melkproducten, maar met vitamine C (kiwi, sinaasappelsap et cetera) • toetje minstens 1 uur na de maaltijd • tip: roggebrood met appelstroop, eieren, abrikozen, kinderbiscuit, zemelen, noten, chocolade. Vezels • belangrijk om overgewicht te voorkomen! • oplosbare vezels: groente, fruit, peulvruchten • niet oplosbare vezels: graanproducten, noten, zaden • niet oplosbare vezels vergroten de massa in het darmkanaal, maakt ontlasting soepel en zacht Vetzuren • onmisbaar voor iedereen, het lichaam kan ze niet zelf aanmaken • omega 3 (basis alfalinoleenzuur) halen we uit: vlaszaad, verse groenten, walnoten, zaden en VETTE VIS (zalm) • omega 6 (linolzuur) halen we uit: zonnebloemolie, maïskiemolie, arachide- en sesamolie Voor meer informatie: www.voedingscentrum.nl 13
2.2 Waarschuwingssignalen tijdens de zwangerschap Overmatig braken Het kan voorkomen dat u helemaal geen voedsel en vocht binnenhoudt. Neem in dat geval contact op met het ziekenhuis. Belt u op werkdagen met de polikliniek gynaecologie: (040) 888 83 80, en ‘s avonds, ‘s nachts en in het weekend met de kraamsuites : (040) 888 95 51. Soms is een ziekenhuisopname nodig, eventueel geven we u in het ziekenhuis een infuus om uitdroging te voorkomen. Bloedverlies < 16 weken zwangerschap Er zijn vele soorten bloedverlies tijdens de zwangerschap. Soms is het totaal onschuldig. Maar het kan ook het eerste teken zijn van een miskraam. Er is officieel sprake van een miskraam als u een zwangerschap vóór de 16e zwangerschapsweek verliest. De meeste miskramen zijn echter vóór de 12e zwangerschapsweek. Bij beperkt bloedverlies (zoals een menstruatie) neemt u overdag contact op met het ziekenhuis. Vloeit u veel dan belt u meteen. Het komt ook voor dat vrouwen af en toe bloed verliezen zonder dat we daar ooit een reden voor vinden. Ernstige buikpijn Heel soms nestelt de bevruchte eicel niet in de baarmoeder in, maar daarbuiten. Meestal is dit in de eileider. Op een gegeven moment sterft het vruchtje af. Vaak gaat dit gepaard met buikpijn en bloedverlies. Soms heeft u pijn tussen de schouderbladen. Neem contact op met het ziekenhuis als u een positieve zwangerschapstest heeft en buikpijn en als er nog niet met de echo is gezien dat het een normale zwangerschap is in de baarmoeder . Een buikoperatie kan nodig zijn. Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap eindigt meestal vóór 12 weken zwangerschap. Buikpijn later in de zwangerschap kan een blaasontsteking zijn of vroegtijdige weeën (zie ’blaasontsteking’ en ‘voortijdige weeënactiviteit‘ verderop in dit hoofdstuk). 14
Bloedverlies in het 2e en 3e trimester Bloedverlies in het 2e en 3e trimester van de zwangerschap heeft verschillende oorzaken: • De moederkoek (placenta) kan voor een deel of zelfs helemaal over de opening naar de baarmoederhals komen te liggen (placenta praevia); • Een placentaloslating (abruptio placenta) is zeldzaam (0,2%), maar behoeft acute behandeling. • Een bloeding van de baarmoederhals Als het bloedverlies bruin van kleur is, is de bloeding al weer gestopt. Neem bij helderrood bloedverlies contact met ons op. Vaak nemen we u op in het ziekenhuis. Het komt regelmatig voor dat we niet achter de oorzaak komen van het bloedverlies. Na een paar dagen opname kunt u dan weer naar huis. Minder leven (kindbewegingen) voelen Er is onder zwangeren vrouwen een grote variatie in het ervaren van bewegingen van het kind. Iemand die voor de eerste keer zwanger is voelt het kind omstreeks 20 - 22 weken. Een vrouw die al een keer zwanger geweest is rond 16 - 18 weken. Vanaf 26 - 28 weken worden de bewegingen van het kind sterker. Aan het eind van de zwangerschap wordt het bewegen door ruimtegebrek wat minder vaak en minder heftig. Iedere dag moet u uw kind voelen bewegen. Voelt u hem minder dan u gewend bent, ga dan een tijdje rustig op uw zij op bed liggen. Mocht u uw kind dan nog niet duidelijk voelen, bel dan even met het ziekenhuis. We zullen dan o.a. een hartfilmpje (CTG) maken. Het is normaal om uw kind 10 keer of vaker per 12 uur te voelen. Ook kleine bewegingen tellen mee.
15
Blaasontsteking Een zwangere vrouw moet meestal veel plassen. Is het plassen pijnlijk of hebt u daarbij ook buikpijn, laat het ons dan weten. We onderzoeken uw urine en als er sprake is van een blaasontsteking krijgt u een antibioticakuur voorgeschreven. Behandeling van een blaasontsteking met antibiotica is belangrijk om een ernstige ontsteking van de nieren bij de zwangere te voorkomen en misschien ook een vroeggeboorte. Soms is krampachtige pijn, ook zonder te plassen, het enige teken van een blaasontsteking. Koorts Hoge koorts (> 38ºC) kan een onschuldige griep zijn, maar kan vroegtijdige weeën veroorzaken. Neem contact op met ons ziekenhuis. Wij maken een afspraak met u voor nader onderzoek. Indien nodig schrijven we een antibioticakuur voor. Het kan zijn dat we u opnemen. Ernstige hoofdpijn Erge hoofdpijn, al dan niet gepaard gaand met braken, wijst meestal op hoge bloeddruk. Bij deze klachten moet u contact opnemen met het ziekenhuis. We spreken dan over zwangerschapshypertensie. Als er ook sprake is van eiwit in de urine spreken we van pre-eclampsie. Voor meer informatie hierover verwijzen we u naar de folders ‘Zwangerschapshypertensie’ en ‘Pre-eclampsie’. Ernstige maagpijn / pijn in de bovenbuik Ook pijn in de bovenbuik vereist nader onderzoek. Bij deze klachten moet u contact opnemen met het ziekenhuis. Voortijdige weeënactiviteit Wanneer de bevalling vóór 37 weken begint (dus 3 weken vóór de uitgerekende datum) spreken we van dreigende vroeggeboorte. De oorzaak blijft vaak onbekend. Begint de bevalling vóór 34 weken, dan proberen we doorgaans in het ziekenhuis met weeënremmers de bevalling nog wat uit te stellen. 16
Begint de bevalling vóór 32 weken dan volgt een opname op de Obstetrische High Care (OHC) van ons ziekenhuis. Weeën zijn pijnlijke samentrekkingen van de baarmoeder die toenemen in frequentie, duur en in kracht. Ook kan er bloedverlies optreden. Neem in dat geval altijd contact op met het ziekenhuis. Neem ook contact op tussen 24 en 37 weken bij pijnlijke harde buiken om de 10 min of vaker. Meer informatie vindt u in de folder ‘Een dreigende vroeggeboorte’. Het breken van de vliezen Wanneer u vochtverlies hebt via de vagina anders dan gewone afscheiding dan is dat een reden om contact met ons op te nemen. Verkeersongeval of val tijdens de zwangerschap Mocht u tijdens de zwangerschap onverhoopt verwikkeld raken in een verkeersongeval of vallen, dan moet u contact met ons opnemen. We verrichten een echo- en bloedonderzoek en afhankelijk van de zwangerschapsduur maken we een hartfilmpje (CTG). Bent u al verder in de zwangerschap, dan nemen we u voor 24 uur op in het ziekenhuis. Jeuk Mocht u jeuk krijgen over uw hele lichaam of alleen op voetzolen, handpalmen en achter de oren, neem dan contact met ons op. Het kan wijzen op galstuwing: het niet doorlopen van de galstroom (zwangerschapscholestase).
17
3 Met wie krijgt u te maken in MMC? In Máxima Medisch Centrum bevallen ongeveer 2000 vrouwen per jaar. Door de aanwezigheid van de Obstetrische High Care (OHC) en de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) zijn wij één van de tien perinatologische centra in Nederland. Een dergelijk centrum is onder andere gespecialiseerd in de begeleiding van vrouwen met hoogrisico zwangerschappen en veel te vroeg geboren of ernstig zieke kinderen. 3.1 Verloskundige hulpverleners in MMC U zult gedurende de zwangerschap en bevalling te maken krijgen met verschillende mensen met verschillende taken en bevoegdheden. Hieronder worden alle functies beschreven. Gynaecoloog De gynaecoloog, ook wel vrouwenarts genoemd, is gespecialiseerd in de gynaecologie (aandoeningen en ziekten van de vrouwelijke geslachtsorganen) en obstetrie (verloskunde). Alle gynaecologen in ons team begeleiden zwangeren. Hieronder valt de zorg voor patiënten op de polikliniek, de zorg voor patiënten opgenomen op een van onze afdelingen, de begeleiding van bevallingen en de gynaecologische/obstetrische operaties. Een aantal van onze gynaecologen zijn gespecialiseerd in perinatologie (zorg rond de geboorte) en vooral in hoogrisico zwangerschappen. Gynaecoloog in opleiding / arts-assistent Gynaecologen in opleiding / arts-assistenten hebben een volledige artsenopleiding achter de rug. In ons team werken artsassistenten die de specialisatie tot gynaecoloog willen gaan volgen en gynae-cologen in opleiding. De opleiding tot gynaecoloog duurt zes jaar. Te allen tijde is er een gynaecoloog beschikbaar om de gynaecoloog in opleiding bij te staan. De werkzaamheden van de gynaecoloog in opleiding worden systematisch gecontroleerd door een gynaecoloog.
18
Verloskundige De verloskundige in MMC is speciaal geschoold in het begeleiden van zwangere patiënten met een medische indicatie. Zij begeleiden patiënten tijdens de bevalling. Een aantal verloskundigen houdt ook spreekuur op de polikliniek, voor zwangerschapscontroles en echo’s. Ze geven voorlichting en verzorgen rondleidingen over de verloskamers. De verloskundigen werken onder eindverantwoordelijkheid van de gynaecologen. Physician Assistant Physician Assistant is een klinische verloskundige die een extra opleiding heeft gevolgd om onder andere zieke zwangeren op de Obstetric High Care te begeleiden. De Physician assistant loopt samen met de verpleegkundige visite op de OHC .U kunt dan met al uw vragen en problemen bij de hem/haar terecht. Als u direct contact wilt hebben met één van de gynaecologen, is dat altijd mogelijk. U kunt dat aan de Physician Assistant of aan de verpleegkundige kenbaar maken. De Physician Assistant werkt onder supervisie en verantwoordelijkheid van de gynaecologen. Verpleegkundige Verpleegkundigen werken zowel op de kraamsuites als op de Obstetric High Care afdeling. Zij verrichten verpleegkundige taken en assisteren bij bevallingen. Hieronder valt de verzorging van uzelf (en eventueel uw kind), het verrichten van controles van u (en eventueel uw kind) en het verrichten van medische handelingen (onder andere de zorg voor infusen, medicatie, injecties en dergelijke). Op onze OHC-verpleegafdeling (Obstetrische High Care) en de kraamsuites werken verpleegkundigen die specifiek zijn opgeleid om intensieve zorg te geven aan zwangeren, barenden en kraamvrouwen.
19
Kraamverzorgster Kraamverzorgsters in MMC werken op de kraamsuites. Ze hebben een speciale vervolgopleiding gehad voor het werken in een ziekenhuis. Zij begeleiden vrouwen en hun partner tijdens de bevalling. Ze ondersteunen bij het opvangen van de weeën en staan u bij met praktisch tips. Zij verzorgen moeder en kind rondom de baring en in het kraambed. Zij ondersteunen u bij het geven van borstvoeding. Echoscopist Echoscopisten werken op de polikliniek, op de afdeling biometrie. Zij verrichten echoscopieën zowel bij zwangere als bij nietzwangere patiënten. Zij werken onder verantwoordelijkheid van de gynaecologen. Polikliniek-assistente Op de polikliniek zijn polikliniekassistentes werkzaam. Bij hen kunt u zich aan- en afmelden, een afspraak maken en zij spreken indien nodig onderzoeken voor u af. Secretaresse Zowel op de polikliniek als op de verloskamers en op de afdelingen werken secretaresses. Zij verrichten diverse administratieve taken. 3.2 Prenatale zorg We streven ernaar dat u tijdens de prenatale zorg steeds zoveel mogelijk met dezelfde hulpverleners te maken krijgt. Daarom kunt het beste een aantal afspraken vooruit maken en afwisselend bij dezelfde artsen en verloskundige op controle komen. Hoogrisico zwangerschappen worden gecontroleerd door de perinatologen (gynaecologen gespecialiseerd in hoogrisico zwangerschappen), samen met gynaecologen in opleiding. Verder zijn er de kinderartsen en de anesthesiologen (narcotiseur) die u tijdens uw verblijf in ons ziekenhuis kunt tegenkomen.
20
3.3 Medewerkers in opleiding Máxima Medisch Centrum is een opleidingsziekenhuis. Dat houdt in dat er vele mensen een deel van hun praktische opleiding bij ons doen. Dat zijn studenten verloskunde, studenten geneeskunde (coassistenten), verpleegkundige stagiaires obstetrie en gynaecologie, leerling verpleegkundigen of leerling kraamverzorgsters. Bij de zwangerschapscontrole en de bevalling zal slechts één persoon aanwezig zijn die in opleiding is. Mocht u bezwaar hebben tegen de aanwezigheid van een student, laat ons dat weten. Wij zullen dat uiteraard respecteren. Bedenk wel dat alle ervaren hulp-verleners van nu ook ooit student waren en ook het vak hebben moeten leren.
21
4 Zwangerschapscontrole 4.1 Eerste zwangerschapscontrole (± 8 weken zwangerschap) De eerste zwangerschapscontrole neemt wat meer tijd in beslag dan de vervolgbezoeken. Dit consult is meestal bij de gynaecoloog of bij de gynaecoloog in opleiding. Om goede zorg te leveren is het belangrijk dat we op de hoogte zijn van uw voorgeschiedenis. Niet alleen uw verloskundige voorgeschiedenis, maar ook andere zaken zoals operaties, ziekten en medicijngebruik. Tijdens de eerste controle berekenen we de zwangerschapsduur (en dus de uitgerekende datum) Vroeger werd die datum berekend vanaf de laatste menstruatie. Tegenwoordig wordt de zwangerschapsduur bepaald door een echoscopie vroeg in de zwangeschap Bloedonderzoek is ook een onderdeel van de eerste controle. Als u kiest voor de combinatietest (zie 4.3 prenatale screening) voeren we het bloedonderzoek samen met deze test uit. Wij zien u graag vroeg in de zwangerschap (7 - 8 weken na de laatste menstruatie) voor de eerste keer. 4.2 Vervolgcontroles De frequentie van de zwangerschapscontroles is afhankelijk van de medische reden waarom u bij ons onder controle bent. Over het algemeen heeft u in het begin om de 3 à 4 weken een controle-afspraak en later in de zwangerschap vaker. Bij deze controles meten we uw bloeddruk, de groei van uw kind en luisteren we naar zijn/haar harttonen. Indien nodig maken we een echo of een hartfilmpje (CTG). Sommige hulpverleners gebruiken de echo bij iedere controle, terwijl andere de handen en de centimeter gebruiken om de groei te controleren. Er zijn echter wel vaste momenten waarop we een echo maken. Voor een zwangerschapscontrole staat 10 minuten. Mocht u meer tijd nodig hebben, aarzel niet dit aan de balie of tijdens het spreekuur aan te geven. 22
4.3 Prenatale screening De meeste kinderen worden gezond geboren, maar een klein percentage (ongeveer 3 tot 4%) van alle kinderen heeft bij de geboorte een aangeboren aandoening, zoals het Down-syndroom (= trisomie 21) trisomie 13 of trisomie 18 of een open rug (neuraal buis defect of spina bifida). Voor prenatale screening naar trisomiën bestaat de combinatietest. Deze test bestaat uit echoscopisch onderzoek (de nekplooimeting, waarbij de dikte van een vochtcollectie in de huid van de nek van het kind wordt gemeten) en een vroege bloedtest. De combinatietest gebeurt tussen 11 - 14 weken. De uitslag van de combinatietest is een kansberekening. Een verhoogde kans is een kans van één op 250 op een kind met het trisomie 21, 13 of 18. Als er sprake is van een verhoogde kans, dan krijgt vervolgonderzoek aangeboden in de vorm van een vlokkentest of vruchtwaterpunctie. De combinatietest is geen routine onderzoek. U kiest hiervoor om uw kans op een kind met een trisomie 21,13 of 18 te berekenen. De kosten van de nekplooimeting bedragen ± €130. Sommige zorgverzekeraars vergoeden die kosten. U kunt het bij uw zorgverzekeraar navragen. We bieden u een structureel echoscopisch onderzoek (SEO) aan tussen 18 - 22 weken. Dit wordt geheel vergoed. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de folder ‘Prenatale Screening. Vraag hiernaar aan de balie van de polikliniek gynaecologie. 4.4 Hoogrisico zwangerschap Er zijn een aantal redenen waardoor we uw zwangerschap als een hoogrisico zwangerschap zien. Als hier sprake van is, wordt uw zwangerschap intensief begeleid door een perinatoloog (gynaeco-loog gespecialiseerd in hoogrisico zwangerschappen). De controle is frequenter en indien nodig trekken we meer spreekuurtijd voor u uit (20 minuten). 23
5 Voorlichting Wij vinden voorlichting een belangrijk onderdeel van de zwangerschapsbegeleiding. Er zijn over verschillende onderwerpen verschillende momenten van voorlichting. U kunt het lijstje op de volgende pagina gebruiken als een checklist. Er zijn op de polikliniek, de afdeling en de verloskamers ook veel folders aanwezig. Vraag er naar! En vergeet vooral niet onze site: www.mmc.nl/verloskunde te bezoeken. Er staan ook korte informatiefilms op, gemaakt door een verloskundige van MMC. Het zijn weliswaar geen professionele films maar ze geven veel informatie. 5.1 Voorlichting in het 1e, 2e, en 3e trimester Uw zwangerschap is te verdelen in 3 trimesters: • 1e trimester: 1 tot en met 3 maanden zwangerschap ( 0 tot 12 weken ) • 2e trimester: 3 tot en met 6 maanden zwangerschap ( 12 tot 24 weken ) • 3e trimester: 6 tot en met 9 maanden zwangerschap (24 tot 40 weken ) Ieder trimester bespreken we met u verschillende onderwerpen. Hieronder leest u per trimester welke onderwerpen aan bod komen: In het eerste trimester komt aan bod: • aanvraag kraamzorg • prenatale screening / prenatale diagnostiek • leefregels • uitgetelde datum is berekend op: …/…/…..de normale spreiding van het moment van bevallen is tussen de 37 en 42 weken. Dat houdt in dat u …/…/…over tijd bent • aandacht voor: - de naam en achternaam van uw kind (erkennen bij de gemeente) - borst- of flesvoeding - kinderopvang • zwangerschapsverklaring voor de werkgever 24
In het tweede trimester komt aan bod: • borst-of flesvoeding • zwangerschapscursus • informatie over kraambedcontrole door eerstelijnsverloskundige • erkenning van uw kind op het gemeentehuis In het derde trimester komt aan bod: • borst- of flesvoeding • de hielprik • MRSA • de bevalling • belangrijke telefoonnummers • koffertje staat klaar: shirt om in te bevallen, toiletspullen, sokken, kleren voor het kind: mutsje, rompertje, pakje, sokken, omslagdoek, maxi-cosi • ponskaartje bij de hand: kloppen de gegevens nog? • aanwezigheid stagiaire 5.2 Voorlichting over borstvoeding Voorlichting over borstvoeding heeft binnen MMC een speciale plaats. MMC is een borstvoedingvriendelijk ziekenhuis en stimuleert daarom het geven van borstvoeding. We nodigen u graag uit om een infoavond over borstvoeding bij te wonen. Informatie over datum en tijd: polikliniek gynaecologie: (040) 888 83 80. Op de kraamsuites is een borstvoedingsmap aanwezig. U kunt de map ter plekke inzien. De voorbereiding tijdens de zwangerschap bestaat uit een goede, dagelijkse hygiëne. Dit betekent dat u uzelf normaal wast zoals altijd. Het is niet nodig uw borsten extra met zeep te wassen, ook zijn lotions en zalven niet nodig. De huid van de tepelhof bevat kliertjes, die een olieachtige stof uitscheiden die de huid soepel houden. Ook het zogenaamde harden van de tepels is overbodig: hoe meer u de natuurlijke balans van de huid van uw borst verstoort, hoe groter de kans op droge plekken, schilfers en kloven. 25
Heeft u eerdere borstvoedingsperiodes met problemen gehad of bent u naar aanleiding van uw eerdere ervaring onzeker geworden of u weer wilt voeden, neemt u dan contact op met een lactatiekundige van MMC. Ook als u een operatie aan de borst hebt gehad, of een ongeluk waarbij u verwondingen in het borstgebied hebt gehad, kunt u contact opnemen met een lactatiedeskundige als voorbereiding op de borstvoeding. Omtrent het borstvoedingsbeleid zijn 10 vuistregels opgesteld door de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) en Unicef. Zorginstellingen die voldoen aan alle vuistregels en daarvoor getoetst zijn, ontvangen het Unicef Certificaat Zorg voor Borstvoeding. MMC heeft dit certificaat in december 2008 behaald en in 2011 is opnieuw het certificaat toegekend Hieronder staan de 10 vuistregels. Alle instellingen voor moeder- en kindzorg dienen er zorg voor te dragen dat: 1. zij een beleid ten aanzien van borstvoeding op papier hebben dat standaard bekend gemaakt wordt aan alle betrokken medewerkers; 2. alle betrokken medewerkers de vaardigheden aanleren die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dit beleid; 3. alle zwangere vrouwen voorgelicht worden over de voordelen en de praktijk van borstvoeding geven; 4. moeders binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen worden met borstvoeding geven; 5. aan vrouwen uitgelegd wordt hoe ze hun kind aan moeten leggen en hoe zij de melkproductie in stand kunnen houden, zelfs als het kind van de moeder gescheiden moet worden; 6. pasgeborenen geen andere voeding dan borstvoeding krijgen, noch extra vocht, tenzij op medische indicatie; 7. moeder en kind dag en nacht bij elkaar op één kamer mogen blijven (‘rooming-in’); 8. borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd; 9. aan pasgeborenen die borstvoeding krijgen geen speen of fopspeen gegeven wordt; 10. er borstvoedingsbegeleidingsgroepen (moedergroepen) gevormd kunnen worden en dat vrouwen bij het beëindigen van de zorg naar deze groepen verwezen worden. 26
5.3 Voorlichting over zwangerschapscursussen U bereidt zich voor op de bevalling door het volgen van een zwangerschapscursus. Er worden in onze regio verschillende cursussen aangeboden, zoals zwangerschapsgymnastiek, zwangerschapsyoga, zwangerschapshaptonomie, samen bevallen, zwangerschapscursus Mensendieck en Cesartherapie. Voor meer informatie en relevante adressen en telefoonnummers verwijzen wij u naar de folder ‘zwangerschapscursussen’. 5.4 Voorlichting over de bevalling, rondleiding Voorlichting over de bevalling gebeurt in het derde trimester. Rond die tijd bespreken uw hulpverleners met u wanneer u rond de bevalling contact met ons moet opnemen. We nodigen u uit voor een rondleiding over de kraamsuites en aansluitend is er mogelijkheid tot het stellen van vragen aan de verloskundige. In het volgende hoofdstuk bespreken we de verschillende fases van de bevalling. Vrouwen die vóór de 32ste week bevallen, bevallen op de Obstetric High Care (route 116). Ook vrouwen die via het infuus medicijnen krijgen tegen hoge bloeddruk, bevallen daar. De overige vrouwen bevallen op de kraamsuites (route 105). Tussen 8.30 en 17.00 uur kunt via de entree van het VMK naar binnen. Buiten kantooruren neemt de hoofdingang van het ziekenhuis en volgt u route 105. Bij de hoofdingang gaat u naar links en neemt u de gele lift naar de eerste etage. Als u de lift uitkomt gaat u naar links, daar is ook de toegangsdeur naar de kraamsuites. Als u op de bel drukt komt er een verpleegkundige naar u toe.
27
6 De bevalling
6.1 Eigen wensen Iedere vrouw is anders, iedere bevalling is anders. Laat ons vooral weten als u bepaalde wensen heeft omtrent de bevalling. Of u graag in bad de weeën opvangt, of u graag vroeg in de ontsluiting pijnstilling wilt hebben, of u graag een video-opname maakt, of op de baarkruk wilt bevallen, of u uw eigen muziek meebrengt. Laat het weten. Als er medische of organisatorische redenen zijn om niet aan uw wensen te kunnen voldoen dan leggen wij u dat uit. Op onze website staat een geboorteplan. U kunt dat invullen en laten inscannen voor in uw dossier. U kunt het ook meebrengen wanneer u komt bevallen. 6.2 Het begin Het is lastig om het begin van een bevalling vast te stellen. Hieronder vindt u enkele richtlijnen. Als u het niet vertrouwt, neemt u dan contact met ons op via telefoonnummer: (040) 888 95 51. 6.3 Weeën Gedurende de gehele zwangerschap trekt de baarmoeder regelmatig samen. Dit noemen we ook wel harde buiken. In de laatste weken van de zwangerschap treden deze samentrekkingen vaker op. Ze duren niet langer dan 30-40 seconden. Weeën zijn pijnlijke samentrekkingen van de baarmoeder. Wanneer het uw eerste kind is, belt u de verloskamer wanneer de weeën een uur à anderhalve uur om de 4 minuten komen (gerekend van begin tot begin), tenzij u op de 28
polikliniek andere instructies heeft gekregen. Is het uw tweede of volgend kind, bel dan wanneer de weeën om de 5 minuten komen. 6.4 Breken van de vliezen Bij 10% van de vrouwen begint de bevalling met het breken van de vliezen. Soms verliest u ineens een heleboel water en na de eerste plons blijft het vruchtwater weglopen. In andere gevallen is het niet zo duidelijk. Het is het beste als u probeert om het vocht in een potje op te vangen. Wanneer u denkt vruchtwater te verliezen belt u direct met de kraamsuites. Wij maken met u een afspraak voor controle, meteen of enkele uren later. Meestal (70%) komt de bevalling binnen 24 uur op gang. Als de vliezen gebroken zijn kunt u beter, vanwege het infectierisico geen geslachtsgemeenschap hebben en niet in bad gaan. Wanneer u weeën heeft en de bevalling niet lang meer op zich laat wachten, mag u wel gerust in bad of onder de douche. Het inwendig onderzoek stellen we uit als u geen weeën heeft. 6.5 Hoe ziet vruchtwater er uit? Vruchtwater is doorgaans kleurloos. Door vermenging met wat bloed is het vruchtwater soms roze. Ook zitten er soms witte vlokjes in. Dit zijn stukjes huidsmeer van uw kind. Soms is de kleur van het vruchtwater groen of bruin. Uw kind heeft al in de baarmoeder gepoept. Dit kan betekenen dat uw kind het benauwd heeft gehad. We spreken van meconiumhoudend vruchtwater. We houden dan uw kind goed in de gaten met een hartfilmpje (CTG). Meestal wordt uw kind in prima conditie geboren, maar het blijft een reden voor intensievere bewaking en onderzoek door de kinderarts na de bevalling.
29
6.6 Slijmprop / tekenen Tijdens de zwangerschap wordt de baarmoedermond afgesloten door de slijmprop. Wanneer de baarmoedermond week wordt en een beetje opengaat door voorweeën verliest u soms de slijmprop. U verliest daarbij een beetje helder rood of bruin (=oud)bloed. We noemen dit: ’tekenen’. De slijmprop heeft géén voorspellende waarde over het exacte moment waarop de bevalling gaat beginnen. Dit is dan ook geen reden het ziekenhuis te bellen. Wanneer u meer bloed verliest, bijvoorbeeld zoals bij een menstruatie of meer, laat het ons dan wel weten. 6.7 Ontsluiting Ontsluitingsweeën zijn nodig om de baarmoedermond te openen en als de ontsluiting volledig is (10 cm) zijn de persweeën nodig om uw kind naar buiten te persen. Een wee wordt veroorzaakt door hormonen (oxytocine) en prostaglandines. De eerste paar centimeters nemen vaak de meeste tijd in beslag. De baarmoedermond moet nog verweken (soepel worden) en verstrijken (dunner worden). In het begin komen de weeën nog onregelmatig, later komt de bevalling in een stroomversnelling en zal de ontsluiting sneller vorderen. De bevalling is begonnen als de baarmoederhals verstreken is en u 2 cm ontsluiting heeft. De ontsluiting bij de eerste bevalling verloopt met 1 cm per uur vanaf 3 cm ontsluiting. Bij een tweede of volgende bevalling gaat het meestel vlotter. Regelmatig zal de verloskundige of arts een inwendig onderzoek bij u verrichten. Naast ontsluiting beoordelen we dan ook de soepelheid van de baarmoeder, de indaling en de stand van het hoofdje. Wanneer de ontsluiting niet vordert krijgt u een infuus met weeënstimulerende middelen. Zo wordt voorkomen dat de bevalling te lang duurt en u oververmoeid raakt.
30
6.8 Uitdrijving Op een gegeven moment voelt u bij het inwendig onderzoek de ontsluitingsrand niet meer. Die is als het ware opgenomen door de baarmoeder. We spreken dan van volkomen of volledige ontsluiting. Het persen kan dan beginnen op voorwaarde dat het hoofdje is ingedaald, de vliezen zijn gebroken en u onhoudbare persdrang heeft. Het kan dus best zijn dat de verloskundige of arts u nog een tijdje laten zuchten, terwijl de ontsluiting volledig is. Dit is om de uitdrijving niet te lang te laten duren. Dat kost veel kracht en zeker als uw kind nog niet diep is ingedaald. De uitdrijving duurt bij een eerste kind ongeveer een half uur à anderhalf uur.
6.9 Geboorte Op een gegeven moment zien we tijdens het persen wat haartjes, die weer in de diepte verdwijnen na de wee. Nog en tijdje later blijft het hoofdje zichtbaar ook wanneer u niet meer perst. Nog even later wordt het hoofdje geboren. Het is belangrijk dat u goed naar de instructies van de verloskundige of arts luistert. Zij laten u afwisselend persen en zuchten om inscheuren zoveel mogelijk te voorkomen. Alleen als er reden voor is, wordt er een knip gezet (bijvoorbeeld om de geboorte te bespoedigen). Wanneer het hoofdje is geboren zal de verloskundige of arts voelen of de navelstreng om de hals van het kind zit. Is dat het geval dan haalt hij/zij de navelstreng over het hoofdje halen. Om de schouders geboren te laten worden zal de verloskundige of arts u vragen om nog even te persen. Dan glijdt zijn lijfje er meestal gemakkelijk uit. Sommige vrouwen willen graag dat laatste stukje graag zelf doen. Dat kan. Sommige kinderen huilen meteen, anderen moeten we even stimuleren om goed door te ademen. Kinderen worden zelden roze geboren. Zij zijn meestal blauwpaars. Na de eerste ademteugen wordt uw kind mooi roze van kleur. We wrijven uw kind met een warme doek droog en leggen uw kind op uw buik. Dat is altijd, ook voor ons nog steeds, een bijzonder moment.
31
6.10 Placenta Na de geboorte van uw kind wordt ook de nageboorte (placenta) nog geboren. Verloskundig gezien is dit een belangrijke periode. U bent aan het genieten van uw kind op uw buik en aan het bijkomen van die enorme klus. De verloskundige of arts voelt regelmatig aan uw baarmoeder of die goed samengetrokken is. Een goed samengetrokken baarmoeder voorkomt veel bloedverlies. De bloedvaten drukken dan als het ware dicht. De verloskundige of arts probeert na een tijdje of de nageboorte los ligt in de baarmoeder en geboren kan worden. U krijgt, direct na de geboorte, een injectie oxytocine om de baarmoeder goed te laten samen trekken. Als blijkt dat de nageboorte los ligt, perst u nog even wat mee en wordt meestal zonder problemen de placenta geboren. Een placenta weegt meestel tussen de 450 en 800 gram. Belangrijk is om te weten of de placenta compleet is. Mocht de placenta na een uur nog niet geboren zijn, verwijderen we de placenta onder narcose met de hand op de operatiekamer. Ook wanneer u veel bloed verliest en de placenta is nog niet geboren is dat een reden om de placenta operatief te verwijderen. Met dat in het achterhoofd…..feliciteren wij u pas met de geboorte van uw kind als de placenta ook geboren is. 6.11 Hechten Bij een eerste bevalling scheuren bij de meeste vrouwen de vagina of de schaamlippen of het weefsel tussen de vagina en de anus (perineum) een beetje in. Soms is nodig om de opening met behulp van een knip (episiotomie) groter te maken. Dit doen we alleen al er een reden voor is. De verloskundige of arts zal na de bevalling de vagina, schaamlippen en het gebied tussen de vagina en de anus inspecteren om te zien of we u moeten hechten. Veel vrouwen vinden dit vervelend. Net bevallen, wil je eigenlijk even geen gedoe meer aan je lijf. Toch is van belang dat we scheurtjes of een eventuele knip netjes hechten. Dat gebeurt onder plaatselijke verdoving. Oppervlakkige scheurtjes hoeven we vaak niet te hechten. Die genezen spontaan. We hechten met oplosbaar materiaal. Dat hoeven we dus niet meer te verwijderen. Is de kringspier van de anus ook ingescheurd, dan hechten we u op de operatiekamer onder narcose. 32
6.12 Begeleiding Een bevalling loopt soepeler wanneer u zich op uw gemak voelt en u zich veilig voelt in een rustige omgeving. Sommige vrouwen zijn graag veel alleen tijdens de bevalling, anderen ervaren het als heel prettig dat er veelvuldig iemand op de verloskamer is. Laat ons weten wat u prettig vindt en wij proberen daarmee rekening te houden. Er is altijd een hulpverlener (arts of verloskundige) die verantwoordelijk is voor uw bevalling en er is een altijd een hulpverlener (kraamverzorgster of verpleegkundige) die verantwoordelijk is voor de verpleegkundige zorg rondom de bevalling. Samen begeleiden zij u tijdens uw bevalling. Indien er voor u onduidelijkheid bestaat over het verloskundig beleid, aarzel niet en vraag om uitleg. 6.13 Bewaking Tijdens de bevalling houden we u en uw kind goed in gaten. Bij opname meten we uw temperatuur, bloeddruk en pols. Mocht er sprake zijn van hoge bloedruk dan kijken we uw urine na en voeren we eventueel een bloedonderzoek uit. Gedurende de bevalling controleren wij de conditie van uw kind door middel van het maken van een CTG (hartfilmpje).Hiermee beoordelen we de hartslag van uw kind waardoor we de conditie van uw kind beoordelen. Tijdens de bevalling meten we de hartslag via een schedelelektrode die we op het hoofdje van uw kind zetten. Wanneer het hartfilmpje afwijkingen vertoont, willen we meer weten over de conditie van uw kind. De zuurgraad (pH) in het bloed van uw kind vertelt ons hoe hij/zij het maakt. Er wordt een soort kijkbuisje in de schede gebracht waardoor de ontsluitingsrand en het kinderlijke hoofdje zichtbaar wordt. We nemen daar een druppel bloed uit de hoofdhuid van uw kind. Afhankelijk van de uitslag stellen we het verloskundig beleid vast. Bij een lage zuurgraad helpen wij u om het kind snel geboren te laten worden. Daarvoor kan een keizersnede nodig zijn. Bij een goede uitslag wachten we af en mogelijk doen we het bloedonderzoek later nog eens. Soms is het moeilijk de precieze ligging van uw kind te bepalen. In dat geval maken we tijdens de bevalling een echo. 33
Ook wanneer er sprake is van een bevalling van een tweeling maken we na de geboorte van het eerste kind een echo om de ligging van het tweede kind vast te stellen.
34
6.14 Pijnstilling Een bevalling gaat met pijn gepaard. Of die pijn goed te verdragen is, bepaalt iedere vrouw zelf. Iedere vrouw kent wel momenten waarin ze het niet meer ziet zitten. Veranderen van houding, een opbeurend gesprek geeft vaak weer energie. Een warm bad en goede begeleiding van ons team biedt in veel gevallen verlichting. Soms is dat niet voldoende en is er medicamenteuze pijnstilling gewenst. Er zijn drie mogelijkheden: •
•
•
een spuitje pethidine met promethazine in het been. Dat haalt de toppen van de pijn weg. U wordt suffig wat sommige vrouwen juist weer als nadeel ervaren. Als u al ver gevorderd met de ontsluiting bent, geven we het liever niet meer omdat het via de placenta ook bij uw kind terecht komt. Het komt niet vaak voor maar uw kind kan bij de geboorte dan wat moeite hebben met ademhalen. In het begin van de bevalling kan het probleemloos gegeven worden. een ruggenprik (epiduraal analgesie). De anesthesist brengt op de voorpost van de operatiekamer een slangetje in, in uw rug waardoor hij de verdovende vloeistof gedurende de hele bevalling kan toedienen. De pijn van de weeën verdwijnt geheel of gedeeltelijk. De ruggenprik is 24 uur per dag beschikbaar. In de nachtelijke uren duurt het soms langer dan overdag wanneer de dienstdoende anesthesist op de operatiekamer bezig is. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de folder: pijnbestrijding tijdens de baring‘. Laat ons op tijd weten als u een ruggenprik wilt of als u tijdens de bevalling twijfelt of u hem nu wilt of later. Als de baring snel verwacht wordt, is de ruggenprik geen goede keus. Remifentanil Dit is net als pethidine een opiaat. Het verschil met pethidine is echter dat remifentanil via een pomp rechtstreeks in de bloedbaan wordt toegediend door middel van een druk op de knop van de pomp. Deze knop wordt door de patiënt zelf bediend. Dit betekent dat patiënten het middel zelf kunnen toedienen en daarmee 35
controle over hun pijnstilling krijgen. Deze methode wordt PCA (Patient Controlled Analgesia) genoemd. Voordelen van remifentanil tegenover pethidine zijn dat het snel werkt en dat de afbraaktijd (halfwaardetijd) van het middel zeer kort is ten opzichte van andere opiaten. Daardoor is het effect op de baby zeer gering 6.15 Kunstverlossing Soms is het noodzakelijk om een kunstverlossing te verrichten. Er zijn daarin twee mogelijkheden namelijk de zuignap (vacuümextractie) of een tangverlossing (forcipale extractie). Tegenwoordig wordt de zuignap veel meer gebruikt dan de tang. Er zijn verschillende redenen om te besluiten een kunstverlossing te doen: • niet vorderende uitdrijving Stel u heeft een uur, anderhalf uur geperst en er zit geen vooruitgang meer in en het lijkt er ook niet op dat die vooruitgang nog zal komen. In dat geval zullen we besluiten tot een kunstverlossing, omdat de kans op een spontane bevalling dan wel erg klein wordt. • foetale nood Dat klinkt heel eng maar betekent dat het hartfilmpje ons laat zien dat uw kind niet meer in optimale conditie is. In dit geval laten we de uitdrijving niet langer duren dan nodig is. Bij een vacuümextractie plaatsen we een zuignapje op het hoofdje van uw kind. Het inbrengen van zo'n zuignap is een vervelend gevoel. Daarna wordt vacuüm gezogen, zodat de cup vast op het hoofd zit. Tijdens de wee gaat u persen en de arts trekt mee aan de zuignap. Na deze gezamenlijke inspanning wordt uw kind meestal probleemloos geboren.
36
6.16 Keizersnede Een keizersnede (sectio Caesarea) is een operatie waarbij uw kind via de buik geboren wordt. Het verhaal gaat dat keizer Julius Caesar op deze wijze geboren is. Voor de verdoving kiest men meestal voor een ruggenprik. U bent dan in het onderlichaam (en benen) verdoofd. Uw partner kan dan bij de operatie zijn en u kunt samen het kind geboren zien worden. Als de baby gezond is wordt hij nog tijdens de operatie bij u op de blote borst gelegd en u wordt niet van elkaar gescheiden. U gaat dan na de operatie samen met uw baby en uw partner na de kraamafdeling. In bijzondere situaties (bijvoorbeeld stollingsproblemen bij zwangerschapsvergiftiging) of indien u absoluut geen ruggenprik wilt, wordt narcose (algehele verdoving) gegeven. U 'slaapt' dan en uw partner kan dan helaas niet bij de operatie aanwezig zijn. Soms wordt in de zwangerschap al besloten tot het doen van een geplande keizersnede. Redenen daarvoor is b.v. de stuitligging van de baby. We spreken van een secundaire keizersnede wanneer de baring begonnen is en dan pas de reden van de keizersnede ontstaat. Er zijn verschillende redenen om deze operatie uit te voeren: • niet vorderende ontsluiting. Bij goede weeën en toch stagnatie in de ontsluiting besluiten we na een aantal uren tot een keizersnede; • niet vorderende uitdrijving. Stel u heeft 1 uur geperst maar het hoofdje van uw kind blijft hoog in het bekken staan, zodat een zuignap of een tangverlossing niet mogelijk is. Dan besluiten we tot een keizersnede; • foetale nood. Mocht het hartfilmpje laten zien dat uw kind in mindere conditie dreigt te komen of is, is dat ook een reden om tot een keizersnede te besluiten. Voor meer informatie over een keizersnede verwijzen wij u naar de folder: ‘Keizersnede’.
37
7 Het Kraambed Vaak gaan mensen de dag van de bevalling al weer naar huis Soms is het tijdstip ongunstig om diezelfde dag van de bevalling nog naar huis te gaan en verblijft u een nachtje op de kraamsuites. De tijd dat u in het ziekenhuis opgenomen bent, wordt in de regel afgetrokken van de kraamzorg die u thuis nog zou krijgen.
7.1 Aangifte U moet uw kind aangeven in de gemeente waarin hij/zij geboren is. Dus in uw geval in Veldhoven. Ook wanneer u in een andere gemeente woont. 7.2 Bezoektijden Op de kraamsuites hanteren we geen bezoektijden meer, echter we adviseren de kraamvrouw wel voldoende rust in acht te nemen. Hierbij valt te denken aan een rusttijd in de middag zoals u thuis ook geadviseerd zal worden. 7.3 Borstvoeding Borstvoeding is gezonde voeding voor uw baby. Wij stimuleren u om borstvoeding te geven. Natuurlijk bent u vrij om te kiezen tussen borstvoeding en kunstvoeding. De verpleegkundigen en de kraamverzorgsters geven u hierover graag voorlichting. Als u kiest voor borstvoeding ondersteunen onze medewerkers u zoveel mogelijk bij de borstvoeding en geven u er graag uitleg over, tijdens de zwangerschap en in het kraambed. Ook het advies van lactatiekundigen is beschikbaar. Op de afdelingen en op de polikliniek hebben we ook folders waarin u de informatie nog eens kunt nalezen.
38
7.4 Opname kind Als uw kind op de NICU (Neonatale Intensive Care Unit) of op de medium care zuigelingen opgenomen is kunt u, als uw gezondheidstoestand dat toelaat, of uw partner gedurende de hele opname van de baby op de kamer verblijven. We noemen dit rooming-in. Meer informatie over rooming-in vindt u in de folder ‘rooming-in’. Het is mogelijk om te overnachten in het Ronald McDonald huis dat vlakbij het ziekenhuis staat. Zo bent u toch dicht bij uw kind. Ook als u zelf nog patiënte bent na de geboorte van uw baby doen wij er alles aan om u en uw baby op dezelfde kamer te verplegen. Dit zal er echter niet in alle gevallen mogelijk zijn. 7.5 Ontslag U hoort van de gynaecoloog/gynaecoloog in opleiding / artsassistent/ of verloskundige wanneer u naar huis mag. Dit wordt zo mogelijk een dag van tevoren met u overlegd. Op de dag van ontslag zorgen we ervoor dat u rond 10.00 uur de ontslagpapieren krijgt en gereed bent om naar huis te gaan. Soms duurt dit iets langer als er nog uitslagen binnen moeten komen zoals bijvoorbeeld bloeduitslagen. Uw partner of iemand anders kan u dan komen halen. U kunt gewoon met de auto terug naar huis en uw kind ook als hij/zij ook met ontslag mag. Voor uw kind is een kinderstoeltje nodig om hem te vervoeren in de auto. Uw partner dient deze van thuis mee te brengen. 7.6 Kraamzorg informeren Wanneer u naar huis mag, belt u zelf of uw partner de thuiszorg om af te spreken wanneer zij komen. Meestal wordt u in de ochtend ontslagen. Het is handig om de thuiszorg dan vanaf 12 uur te bestellen. Tijdens uw zwangerschap dient u deze thuiszorg al wel te regelen.
39
7.7 Verloskundige informeren Als u naar huis gaat of bij uw kindje op de NICU of MC gaat verblijven, dan bellen wij uw verloskundige om door te geven dat u naar huis bent. Eventuele bijzonderheden van de bevalling en uw verblijf hier geven we dan meteen door. Bij uw ontslagpapieren zit een brief voor uw verloskundige. Die mag u aan haar afgeven wanneer ze bij u langs komt. Op het moment dat u als kraamvrouw bij uw baby op de MC of NICU verblijft zal uw eigen verloskundige de controles in het kraambed komen doen. 7.8 Brief huisarts Bij de ontslagpapieren zit ook een bericht voor uw huisarts, zodat deze weet wat er in het ziekenhuis met u gebeurd is. Dit bericht mag u in de brievenbus van de praktijk doen. 7.9 Nacontrole De nacontrole door de gynaecoloog vindt in het algemeen zes weken na de bevalling plaats. Als dit nodig is of als u dit wenst maakt de secretaresse van de afdeling een afspraak voor u op de polikliniek van de gynaecoloog. Deze afspraak zit bij de ontslagpapieren. Als u in het weekend naar huis mag, dan maakt u eventueel zelf een controleafspraak. De verpleegkundige informeert u hierover als ze de ontslagpapieren met u doorneemt. Na een ongecompliceerde bevalling zal de nacontrole vaak gebeuren door de vrijgevestigde verloskundige. De zorgverzekeraar vergoedt alle kosten rondom een bevalling, ook de nacontrole binnen 6 weken na de bevalling. Een nacontrole die langer dan 6 weken na de bevalling plaatsvindt, ziet de verzekeraar los van de bevalling en daarvoor ontvangt u een rekening die onder uw eigen risico valt. MMC plant de nacontrole binnen 6 weken na de bevalling. Als u de afspraak verplaatst, waardoor deze buiten de genoemde 6 weken valt, dan heeft dat voor u dus financiële consequenties.
40
8 Samenwerkingsverband met vrijgevestigde verloskundigen Sinds februari 2002 bestaat er een officieel samenwerkingsverband tussen het verloskundig team van het Máxima Medisch Centrum locatie Veldhoven en de vrijgevestigde verloskundigen rondom ons ziekenhuis (verloskundige samenwerkingsverband: VSV). Landelijk is er een lijst opgesteld van medische indicaties. Welke zwangere kan thuis of poliklinisch onder leiding van de vrijgevestigde verloskundige bevallen en voor welke zwangere bestaat er een medische reden om onder leiding van het verloskundig team in het ziekenhuis te bevallen? Deze lijst werken we in dit samenwerkingsverband op regionaal niveau verder uit. In ons VSV stellen we gezamenlijk richtlijnen op over het verwijzen en terugverwijzen van patiënten. Regelmatig zijn er momenten van overleg en nascholing. Gezamenlijk proberen we ketenzorg te geven. Goede afstemming van zorg zodat voor u de overgang van thuis naar ziekenhuis en weer terug naar huis vloeiend verloopt. Stel u bent op het eind van de zwangerschap door uw verloskundige naar ons ziekenhuis verwezen en u vindt het prettig wanneer uw verloskundige bij de bevalling is, dan is zij van harte welkom.
41
9 Wetenschappelijk onderzoek Alhoewel we veel behandelingen in de geneeskunde dagelijks toepassen, is er vaak geen duidelijk bewijs dat zo'n behandeling ook de beste is. Vaak is er, ook binnen Nederland, sprake van aanzienlijk verschil in behandeling. De enige manier om werkelijk te weten wat de beste behandeling is, en dus de enige manier om in de toekomst de kwaliteit van zorg te verbeteren, is om gezamenlijk onderzoek te doen. Ook Máxima Medisch Centrum doet mee met landelijk onderzoek. De kans is daarom aanwezig dat wij u benaderen met de vraag of u mee wilt doen met een specifiek onderzoek. Uiteraard is deelname vrijwillig en krijgt u voldoende tijd om uw beslissing hierover te nemen. (www.studies-obsgyn.nl)
42
10
Evaluatie van de zorg
Uw mening is belangrijk! Wij zijn altijd geïnteresseerd naar uw ervaringen met de verloskundige zorg zoals wij die bieden in MMC. Voor ons is het van groot belang om deze zorg steeds weer te evalueren en bij te stellen. Daarom stellen wij het enorm op prijs wanneer u de moeite zou willen nemen een enquêteformulier in te vullen. Klachten Wij vragen u om iedere klacht aan ons te melden. Wij kunnen er dan snel op reageren. We zien dat als een kans om de zorg voor u en onze andere patiënten te verbeteren. Als we er samen niet uitkomen, kunt u zich wenden tot de klachtenfunctionaris van het ziekenhuis. Bereikbaarheid: maandag t/m vrijdag 9.00 – 17.00 uur Telefoonnummer: (040) 888 94 81 Meer informatie vindt u in de folder 'De klachtenprocedure'. Deze folder is samengesteld door Lidewijde Jongmans, verloskundige, en Martina Porath, gynaecoloog in Máxima Medisch Centrum. Drukkerij: Máxima Medisch Centrum, Veldhoven Eerste druk: juni 2008 Tweede druk: februari 2009 Derde druk voorjaar 2013
43
11
Eigen notities / wensen / vragen
......................................................................... ......................................................................... ......................................................................... ......................................................................... ......................................................................... ......................................................................... ......................................................................... ......................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ............................................................... ..................................................................................................................... ................................................................................. ................................................................................. ................................................................................. ................................................................................. ................................................................................. ................................................................................. ................................................................................. .................................................
44
Máxima Medisch Centrum www.mmc.nl Locatie Eindhoven: Ds. Th. Fliednerstraat 1 Postbus 90 052 5600 PD Eindhoven
Locatie Veldhoven: de Run 4600 Postbus 7777 5500 MB Veldhoven
De informatie in deze folder is van algemene aard en is bedoeld om u een beeld te geven van de zorg en voorlichting die u kunt verwachten. In uw situatie kunnen andere adviezen of procedures van toepassing zijn. Deze folder is dan ook slechts een aanvulling op de specifieke (mondelinge) voorlichting van uw specialist of behandelaar. © MMC.210.272_08_13 44